Auteursinstructie Groene Serie Privaatrecht Februari 2016 Versie 1.3
Wolters Kluwer BV Postbus 23 7400 GA Deventer
INHOUD Voorwoord 1. De Groene Serie: Kader en inhoud 1.1
Algemeen
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
Redactionele formule Verschijningsvormen Doelgroepen Notenapparaat
1.2
Artikelsgewijs en Thematisch commentaar
1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4
Artikelsgewijs commentaar Thematisch commentaar Structuur van het commentaar Herstructureren van commentaar
1.3.
Commentaar schrijven en bewerken
1.3.1 1.3.2
Het Kernoverzicht Jurisprudentie 1.3.2.1 Opnemen van (lagere) rechtspraak in een aantekening 1.3.2.2 Verwerken van rechtspraak in een aantekening 1.3.2.3 Rubriceren van rechtspraak in een overzichtsaantekening 1.3.2.4 Verwerken van ‘oude’ rechtspraak in een aantekening Literatuur 1.3.3.1 Verwerken van literatuur in een aantekening 1.3.3.2 Rubriceren van literatuur in een overzichtsaantekening 1.3.3.3 Verwerken van Parlementaire Geschiedenis in een aantekening Wetgeving Overgangsrecht en oud recht Europees recht Internationaal privaatrecht Rechtsvergelijking
1.3.3
1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7 1.3.8
2. Aan de slag! 2.1
Algemeen
2.1.1 2.1.2 2.1.3
Richtlijnen voor het bewerken van het commentaar Tekstverzorging Citeren en verwijzen
2
2.2 Werkwijze bewerken van commentaren 2.2.1 Commentaar bewerken met de Auteurstool 2.2.2 Commentaar bewerken anders dan met de Auteurstool 2.2.2.1 Grote wijzigingen 2.2.2.2 Tabellen & figuren toevoegen
2.3 Bewerkingseenheden en honorariumformulier 2.4 Kluwer Brede Schrijfwijzer (KBS)
3. Bijlagen Bijlage A: Bijlage B: Bijlage C: Bijlage D: Bijlage E: Bijlage F: Bijlage G: Bijlage H: Bijlage I:
Creator instructie , korte versie Invoegen aantekening Samenvatting Kluwerbrede Schrijfwijzer Voorbeeld Wordbestand met toelichting Voorbeeld bewerkingseenheid Voorbeeld honorariumformulier Voorbeeld toelichting honorariumformulier Voorbeeld structuur Groene Serie Onrechtmatige Daad (ORD) Memo tellen Bewerkingseenheden
3
Geachte Groene Serie auteur, Voor u ligt de Auteursinstructie (Versie 1.3) van de Groene Serie. De afgelopen drie jaar zijn de ontwikkelingen binnen de Groene Serie in een stroomversnelling geraakt. Een greep daaruit: alle Groene Serie delen zijn gemigreerd naar het nieuwe publishing management systeem van Wolters Kluwer (PUMA). De Kernredactie heeft haar intrede gedaan, met als één van de belangrijkste eerste beslissingen de invoering van het Kernoverzicht. Daarnaast zijn veel auteurs van de Groene Serie gaan werken met de auteurstool –die overigens in de loop van 2014 in de ‘Creator’ de gemoderniseerde opvolger heeft gekregen. Een hele belangrijke verandering was voorts het nieuwe ‘jasje’ dat de Groene Serie heeft gekregen in de vorm van de geheel vernieuwde online interface, de Navigator. Met deze en andere ontwikkelingen denken wij een belangrijke stap te hebben gezet in de verdere kwaliteitsverbetering en modernisering van de Groene Serie. Wij realiseren ons dat een heldere en actuele communicatie naar de Groene Serie auteurs van essentieel belang is om al die veranderingen in goede banen te kunnen leiden. Wij hopen dat deze Auteursinstructie een waardevolle hulp is bij het schrijven en bewerken van uw commentaar. Omdat de ontwikkelingen niet stil staan zal deze Auteursinstructie van tijd tot tijd worden aangepast. Het spreekt voor zich dat wij u daar ook steeds van op de hoogte zullen houden. De meest recente Auteursinstructie is altijd te vinden op de Auteurssite van Wolters Kluwer, http://auteur.wolterskluwer.nl/auteursmiddelen-en-instructies. Mocht u vragen en of opmerkingen hebben over deze Auteursinstructie dan zijn wij natuurlijk altijd bereid die te beantwoorden. Wij wensen u veel schrijfplezier! Wolters Kluwer
4
1. De Groene Serie: Kader en inhoud 1.1 Algemeen 1.1.1 Redactionele formule De Groene Serie is een artikelsgewijs commentaar, voornamelijk –maar niet exclusief- betrekking hebbend op het Burgerlijk Wetboek. Het biedt een diepgaande, niet opiniërende, vooral voor de praktijk bestemde behandeling van een of meerdere artikelen. Bij uitzondering biedt de Groene Serie ook ruimte voor thematisch commentaar. De nadruk ligt op de verwerking van literatuur, jurisprudentie en parlementaire geschiedenis. Het doel is om het recht volledig in kaart te brengen waarbij de aantekeningen overzichtelijk, leesbaar en toegankelijk zijn. De Groene Serie bestaat uit onderstaande privaatrechtelijke delen: Personen- en familierecht (Boek 1 BW) Rechtspersonen (Boek 2 BW) Vermogensrecht (Boek 3 BW) Erfrecht (Boek 4 BW) Zakelijke rechten (Boek 5 BW) Verbintenissenrecht (Boek 6 BW, afd. 6.1.1-6.1.9, 6.1.11-6.1.12 en titel 6.2, 6.4-5) Schadevergoeding (Boek 6 BW, afd. 6.1.10) Onrechtmatige daad (Boek 6 BW, titel 6.3) Bijzondere overeenkomsten (Boek 7 BW) Huurrecht (Boek 7 BW, titel 7.4) Personenassociaties Faillissementswet Toezicht Financiële Markten Burgerlijke rechtsvordering 1.1.2 Verschijningsvormen De Groene Serie is een online uitgave en verschijnt (vooralsnog) ook in losbladige vorm. 1.1.3 Doelgroepen Advocaten, notarissen, bedrijfsjuristen, rechterlijke macht en rechtsbijstandsverzekeraars. 1.1.4 Notenapparaat In de Groene Serie wordt met uitzondering van Burgerlijke Rechtsvordering geen gebruik gemaakt van een notenapparaat
5
1.2 Artikelsgewijs en Thematisch commentaar De vorm van het commentaar is in beginsel artikelsgewijs commentaar. Afhankelijk van de uitgave kan ook thematisch commentaar voorkomen.
1.2.1 Artikelsgewijs commentaar Commentaar op een (lid van een) wetsartikel, reeks van (samenhangende) wetsartikelen, afdeling of titel.
Artikelsgewijs commentaar: bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Het wetsartikel1: Het is altijd de meest recente wettekst die online wordt getoond, tenzij duidelijk aangegeven dat het een eerdere versie betreft, met daarbij commentaar. 2. Het kernoverzicht: Overzichtelijk geheel van onderwerpen volgens een vaste structuur die voor de gehele Groene Serie geldt. Het biedt de gebruiker een standaardset van onderwerpen die een rol speelt bij het juiste begrip van een wetsartikel (overview) en geeft inzicht in hoe de auteur het commentaar bij dat artikel heeft opgezet. (Zie verder 1.3.1) 3. Het commentaar: opgenomen in de aantekeningen volgens een vaste nummeringstructuur.
1.2.2 Thematisch commentaar Hierin wordt een belangrijk thema voor de rechtspraktijk besproken, dat zich niet beperkt tot een artikel, reeks van (samenhangende) artikelen, afdeling of titel (Bijvoorbeeld: opzegging).
Thematisch commentaar: bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Het kernoverzicht: Overzichtelijk geheel van onderwerpen volgens een vaste structuur die voor de gehele Groene Serie geldt. Het biedt de gebruiker een standaardset van onderwerpen die een rol speelt bij het juiste begrip van een thema (overview) en geeft inzicht in hoe de auteur het commentaar bij dat thema heeft opgezet. (Zie verder 1.3.1) 2. Het commentaar: opgenomen in de aantekeningen volgens een vaste nummeringstructuur
Bijzonderheid: Soms kan het voor het noodzakelijke verband nodig zijn om aan het begin van een afdeling, titel, hele regeling, verordening of verdrag een inleidende of aanvullende algemene uiteenzetting op te nemen.
1.2.3 Structuur van het commentaar De hoofdindeling van de commentaren in de Groene Serie maakt een onderscheid tussen Artikelsgewijs commentaar en de uitzondering daarop, het Thematisch commentaar. Voor Groene Serie-delen waarin zowel het Artikelsgewijs commentaar als het Thematisch commentaar is opgenomen, wordt ten behoeve van een correcte verwijzings- en doorlinkingssystematiek aan het Thematisch commentaar een Romeinse II (en waar nodig III, IV, V etc.)2 toegevoegd. De Romeinse I voor het Artikelsgewijs commentaar is puur administratief en dient voor een logische inhoudsopgave online. 1
Lees voor wetsartikel ook: lid van een artikel, reeks van (samenhangende) wetsartikelen, afdeling of titel. De Romeinse I wordt binnen het artikelsgewijs commentaar in de verwijzingssystematiek niet gebruikt omdat daar de vermelding van het artikel, de Afdeling of de Titel al zorgt voor een unieke vindplaats. 2
6
Het commentaar dient volgens een hiërarchisch gelede nummering te worden opgebouwd. Voorbeelden hiervan zie hieronder bij Artikelsgewijs commentaar en Thematisch commentaar. Daarbij moet iedere aantekening worden voorzien van: a. Een genummerd kopje dat weergeeft wat de inhoud van de aantekening is. b. Een korte tekst met daarin geïntegreerd verwerkt de parlementaire geschiedenis, jurisprudentie en literatuur (uiteraard indien beschikbaar). Een aantekening binnen het Artikelsgewijs commentaar mag maximaal bestaan uit 3 niveaus (bij hoge uitzondering 4 niveaus), waarbij elk (sub)niveau ook weer voorzien dient te zijn van een genummerd kopje en een korte tekst. Een aantekening binnen het Thematisch commentaar mag eveneens maximaal bestaan uit 3 niveaus (bij hoge uitzondering 4 niveaus), waarbij elk subniveau ook weer voorzien dient te zijn van een genummerd kopje en een korte tekst, met dien verstande dat de ‘voorloopnummering’3 –bijvoorbeeld VIII.7 – hierbij NIET wordt meegeteld. Let op (!): Invoering van hiërarchisch gelede nummering dient vooralsnog alleen plaats te vinden bij herstructurering van het commentaar. De structuur van het Artikelsgewijs commentaar volgt de inhoudsopgave van het Burgerlijk Wetboek, de wet of de regeling. Zie hieronder bijvoorbeeld Groene Serie Verbintenissenrecht: Artikelsgewijs commentaar Burgerlijk Wetboek Boek 6 Titel 1 Verbintenissen in het algemeen Afdeling 1 Algemene bepalingen Citeerwijze: Artikel 1. Ontstaan GS Verbintenissenrecht, commentaar op art. 6:1 BW A Kernoverzicht 1 Inleiding 2 Historische achtergrond 3 Toepassing Citeerwijze: 4 etc. GS Verbintenissenrecht, art. 6:1 BW, aant. 3)
Hieronder volgt een voorbeeld van de structuur van Thematisch commentaar binnen de Groene Serie Onrechtmatige Daad: Thematisch commentaar II III IV
3
Diverse onderwerpen van algemene aard, thematisch commentaar Verkeersrecht en WAM, thematisch commentaar Ongeoorloofde mededinging, thematisch commentaar IV.1 Inleiding Citeerwijze: Van Nispen, GS Onrechtmatige daad IV.1 IV.1.1 Terminologie IV.1.10 Overheid als mededinger IV.1.10.1 Rechtspraak Hoge Raad IV.1.10.2 Lagere rechtspraak IV.2 Specifieke problemen rond art. 162 IV.2.1 Overzicht IV.2.2 Onrechtmatigheid en relativiteit IV.2.2.1 Onrechtmatigheid: geschreven en ongeschreven etc
Dat is het aantal niveaus dat vereist is om het betreffende thematische commentaar te plaatsen in de inhoudsopgave.
7
V VI VII VIII IX
IV.2.2.5 Bijzondere normen in PBO-verordeningen IV.2.2.5.1 Literatuur Citeerwijze: IV.2.2.5.2 Rechtspraak Hoge Raad Van Nispen, GS Onrechtmatige daad IV.2.2.5.1 IV.3 Internationale mededinging IV.4 Samenloop, reflexwerking en randgebieden Overheid en onrechtmatige daad, thematisch commentaar Beroeps- en dienstenaansprakelijkheid, thematisch commentaar Aantasting eer en goede naam en andere aantasting van de persoon, thematisch commentaar Andere aansprakelijkheden, thematisch commentaar De onrechtmatige daad in het IPR, thematisch commentaar
1.2.4 Herstructureren van commentaar Wat kan er allemaal geherstructureerd worden? 1. Aanbrengen van een nog ontbrekend kernoverzicht 2. Splitsen van een (lange) aantekening Toelichting: Het heeft de voorkeur om in een online applicatie zoals in dit geval de Groene Serie niet te lange aantekeningen te maken. Als richtlijn geldt dat een aantekening uit maximaal 400 woorden bestaat.
Let op (!): Bij het opsplitsen van een aantekening in subaantekeningen is het NIET mogelijk om op het hoogste niveau verwijsbare jurisprudentie of literatuur op te nemen. 3. Nummeren van ongenummerde kopjes. Toelichting: ongenummerde kopjes moeten voorzien worden van een nummer. Deze moet passen in de nummerieke hierarchische structuur van de aantekeningen
4. Het hernummeren van een aantekening Toelichting: Dit dient tot een minimum beperkt te worden. Aantekeningen met pakkende kopjes en een gelede nummering geven goede mogelijkheden voor verwijzingen in de online versie en het samenstellen en raadplegen van registers.
1.3 Commentaar schrijven en bewerken Algemeen Indien er over de rechtsvraag verschillend wordt gedacht, dient men de verschillende mogelijke interpretaties beknopt aan te geven met in ieder geval een weergave van de heersende mening/opvatting. Het weergeven van een eigen visie kan nodig zijn om de bepaling te kunnen interpreteren, maar dient tot een minimum beperkt te blijven. Het is niet de bedoeling dat de Groene Serie een opiniërend karakter krijgt.
1.3.1. Het kernoverzicht Het commentaar dient vooraf te worden gegaan door een kernoverzicht. Het kernoverzicht kent een eigen (A)-nummering en een vastgesteld format. Met nadruk moet vermeld worden dat het kernoverzicht een kernachtige weergave betreft en dat in de reguliere aantekeningen de materie nader uitgewerkt dient te worden. Breng waar mogelijk rechtstreekse verwijzingen vanuit het kernoverzicht naar de directe aantekeningen aan. Elk Groene Serie deel heeft twee voorbeeld kernoverzichten beschikbaar, deze zijn op te vragen bij uw contactpersoon voor de Groene Serie.
8
A
Kernoverzicht
A1
Plan van behandeling Dit ziet op de behandeling van het commentaar bij het betreffende artikel/onderdeel (en NIET op de behandeling van het kernoverzicht). Bij dit kopje is het de bedoeling dat de auteur in een doorlopende tekst een verantwoording geeft voor hoe het commentaar is opgezet en hoe de onderlinge verhouding is tussen de verschillende onderdelen. Dit is natuurlijk vooral bij erg uitgebreide en ingewikkelde commentaren van belang. Het gaat om een korte uitleg van wat de lezer kan verwachten. Indien het commentaar is hernummerd, dient in deze subaantekening hiervan melding gemaakt te worden. Het is uitdrukkelijk NIET de bedoeling dat hier een overzicht van aantekeningen wordt gegeven!
A2
Doel en strekking Een ultrakorte kenschets, zodat een gebruiker in één oogopslag ziet wat het doel en de strekking van de desbetreffende bepaling is.
A3
Wetsgeschiedenis Een korte beschouwing waarin plaats is voor zowel een (korte) bespreking van het recht onder het oudBW als een bespreking van de parlementaire geschiedenis van het huidige recht. Het gaat om de oorsprong van de bepaling. Dat moet goed worden uitgelegd. Overlap kan ontstaan met A5. Het verschil met A5 is dat het daar gaat om de internationale of Europese oorsprong. Bij A3 Wetsgeschiedenis gaat het erom wat de Nederlandse wetgever heeft gedaan met Internationale en Europese regelgeving.
A4
Begripsomschrijvingen Van belang omdat terminologie vaak door elkaar wordt gehaald. Het gaat hier om: 1. Een korte omschrijving van de belangrijkste begrippen; 2. Attendering op terminologie die relevant is voor het desbetreffende (commentaar op het) wetsartikel; 3. Duiding van buitenlandse begrippen, primair Engelstalig. Als er echt veel over te zeggen is, kan er worden verwezen naar andere commentaren. Als er sprake is van begrippen die elders al zijn benoemd, dan kunnen die ofwel eenvoudig via ‘knippen en plakken’ (dit heeft de voorkeur) worden herhaald, dan wel kan er naar worden verwezen.
A5
Internationaal en Europees recht Het gaat hier om de internationale achtergrond/oorsprong van Nederlandse bepalingen. Als je bij een wetsartikel geen internationale of Europese oorsprong hebt, dan gaat het om een puur Nederlands wetsartikel en dan zet je hier als auteur: “n.v.t.”
A6
Toekomstig recht Hier kan worden aangegeven of een wetsvoorstel in behandeling is en in welk stadium het verkeert. Verder kan worden gedacht aan Groenboeken, Witboeken, (ontwerp) Richtlijnen en andere concrete voorstellen voor Richtlijnen en Verordeningen van de Europese Unie. Ook als er niets speelt, is het nuttig voor de gebruiker om dat te weten, bijvoorbeeld door de vermelding: “Geen ontwikkelingen”.
A7
Kernliteratuur 9
Het gaat hier om de belangrijkste literatuur over begrip en uitleg van het betreffende artikel/onderdeel. Vermelding van concrete vindplaatsen is essentieel voor het kunnen maken van links. Overigens is het goed denkbaar dat ook boektitels die (nog) niet online beschikbaar zijn, worden vermeld. De bedoeling is dat hier een korte opsomming wordt gegeven, liefst met exacte duiding m.b.t. de passages in het betreffende werk (indien van toepassing natuurlijk). A8
Kernjurisprudentie Het gaat hier om de belangrijkste jurisprudentie die in het kader van het betreffende wetsartikel is gewezen. Ook hier dienen concrete vindplaatsen te worden aangegeven (zowel LJN (ECLI) ,vanwege belang van de openbare bron als Kluwervindplaatsen). Bij een wat groter lijstje arresten (kan bij sommige artikelen van toepassing zijn) is een rubricering met kopjes gewenst. Uitspraak hoogste rechter dient altijd vertegenwoordigd te zijn. Dat kan ook het Europese Hof van Justitie/EHRM zijn. Het is met nadruk NIET de bedoeling dat hier aanvullend commentaar en/of samenvattingen worden gegeven als toelichting; dan verdwijnt immers het overzichtelijke van het Kernoverzicht. Een behandeling van de betreffende arresten vindt plaats in de ‘gewone’ aantekeningen.
A9
Overgangsrecht Voor het merendeel van de BW-delen van de Groene Serie betekent dit doorgaans dat de bepaling onmiddellijke werking heeft op grond van het NBW-overgangsrecht. In dat geval is het goed dat expliciet te vermelden en dat kan in twee woorden: Onmiddellijke werking. Dan weet de gebruiker waar hij aan toe is. In andere gevallen (verjaring bijv.) is het ingewikkelder en zal het een groter commentaar worden. Indien de HR overgangsbepalingen heeft geformuleerd is dat zeker van belang om te vermelden. Vermeld kan ook worden: ‘Niet relevant vanwege de ouderdom van de bepaling’.. Dat is op zichzelf een belangwekkende mededeling.
A10
Bijzondere procedurele aspecten (niet altijd verplicht en daarmee facultatief) Hier dient vermeld te worden waar de bepaling afwijkt van de reguliere procedures en/of waar het een hele specifieke procedure betreft. Vaak is de jurist daar niet op bedacht en kan een vermelding een belangrijk hulpmiddel zijn. Het is hier NIET de bedoeling dat het hele procesrecht uit de doeken wordt gedaan.
1.3.2 Jurisprudentie 1.3.2.1 Opnemen van (lagere) rechtspraak in een aantekening Richtlijnen: Vermeld in beginsel alleen rechtspraak die nieuwe informatie over het desbetreffende wetsartikel geeft. Van rechtspraak die het artikel alleen maar toepast kan worden volstaan met één voorbeeld. De rechtspraak van de Hoge Raad is dan vanzelfsprekend het belangrijkste. Lagere rechtspraak opnemen, wanneer wel: Als er geen hogere rechtspraak beschikbaar is; Bij feitelijke inkleuring van een wettelijk criterium; Bij feitelijke inkleuring van een door de Hoge Raad geformuleerd criterium; Wanneer de lagere rechtspraak - mede door de daarin aan de orde zijnde casuïstiek - een uitwerking van de door de Hoge Raad gegeven regels vormt; Bij een systematische/structurele afwijking van jurisprudentie van de Hoge Raad.
10
Lagere rechtspraak NIET opnemen: Wanneer de Hoge Raad duidelijke regels heeft gegeven en de lagere rechtspraak enkel een bevestiging vormt van die geformuleerde regels.
1.3.2.2 Verwerken van rechtspraak in een aantekening 1. Letterlijk citeren van rechtspraak: a Beperken tot belangrijke overwegingen van de Hoge Raad. b Bij principiële uitspraken van lagere rechters/alleen in uitzonderlijke gevallen! (Zie 1.3.2.1) 2. Bespreken van rechtspraak: a Bij rechtspraak in hoger beroep: in beginsel geen aandacht besteden aan uitspraak in eerste aanleg. b Bij rechtspraak Hoge Raad: in de regel geen weergave nodig van uitspraken in eerste aanleg en hoger beroep 3. Verwijzen naar rechtspraak Wolters Kluwer bronuitgave (cursief), jaartal, ‘’slash”, publicatienummer (voorbeeld: NJ 2003/233). Overige bronnen: zie desbetreffende voorgeschreven citeerwijze in de Kluwer Brede Schrijfwijzer (KBS), via http://auteur.wolterskluwer.nl/auteursmiddelen-en-
instructies 4. Sec online gepubliceerde uitspraken. Hierbij dient de grootste terughoudendheid in acht te worden genomen: slechts als bron vermelden bij zeer relevante uitspraken. 5. Keuzevolgorde van bronvermelding vanaf 28 juni 2013: 1. NJ-uitspraak4 met noot en/of een uitspraak in de Wolters Kluwer Rechtspraak-serie; 2. ECLI5 (met bijbehorende instantie en datum); 3. Uitspraak met noot uit een andere bron (bijv. SDU); 4. NJ-uitspraak zonder noot (bij afwezigheid van 1 en 3).
Tip (!): Raadpleeg de LJN index op ‘rechtspraak.nl’ voor een overzicht van gepubliceerde uitspraken. Let op (!): Gepubliceerde rechtspraak van vóór 28 juni 2013 hoeft NIET te worden vervangen door een ECLInummer. Let op (!): De Groene Serie is geen vervanger van de jurisprudentie zelf; de gebruiker die volledige informatie wil hebben, zal de geciteerde rechtspraak zelf moeten raadplegen.
4 5
In de online uitgave wordt na het aanklikken van de Kluwerbron (bijv. NJ) meteen het ECLI-nummer getoond.
Vanaf 1 januari 2013 wordt het LJN vervangen door de ECLI. (Voorbeeld van een ECLI-nummer: NL:HR: 2011:BR5216)
11
1.3.2.3 Rubriceren van rechtspraak in een overzichtsaantekening Bij het maken van een aantekening waarin overzicht van rechtspraak wordt geboden, dient een helder kader te worden gecreëerd. Bijvoorbeeld op basis van een thematische ordening met behulp van (tussen)koppen en daarbij een korte beschrijving van de belangrijkste kenmerken. Binnen elke thematische indeling dient de rechtspraak op datum te worden geordend, waarbij de meest recente uitspraak als eerste moet worden vermeld. Echter indien rubricering geen toegevoegde waarde biedt, dienen per uitspraak de belangrijkste rechtsoverwegingen te worden beschreven. Ook volstaat een korte beschrijving van de inhoud van de uitspraak. Let op (!): Een enkele lijst van uitspraken heeft geen enkele toegevoegde waarde.
1.3.2.4 Verwerken van ‘oude’ rechtspraak in een aantekening ‘Oude’ jurisprudentie, mag alleen worden vermeld als deze voor de nieuwe wetgeving nog van belang is. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als deze oude jurisprudentie een uitwerking vormt van door de Hoge Raad geformuleerde regels. In dat geval moet de lagere rechtspraak, behoudens wellicht een enkele uitzondering, geschrapt worden. Wat onder ‘oude ‘ jurisprudentie moet worden verstaan, kan per uitgave verschillend zijn en dient door de Hoofdredacties van de verschillende delen van de Groene Serie bepaald te worden6. (Voor de Groene Serie Personen- en familierecht is dat bijvoorbeeld jurisprudentie van vóór de invoering van Boek 1 NBW (1970)).
1.3.3. Literatuur 1.3.3.1 Verwerken van literatuur in een aantekening Richtlijnen: Verwerk in de lopende tekst kort de inhoud van (het relevante onderdeel) van het boek of artikel. Vermeld tevens waarom onderdeel van belang is. Het volstaat dus niet om enkel het boek of het artikel te noemen. Oude literatuur die niets meer toevoegt aan het begrip van de lezer, of door voortschrijdende inzichten onjuiste informatie bevat, dient te worden geschrapt. Literatuuroverzichten dienen regelmatig te worden opgeschoond. Oude literatuurverwijzingen zijn voor (beginnende) juristen niet altijd te duiden. De literatuurlijst in de papieren uitgave gaf inzicht in de bedoelde literatuurverwijzing op basis van de verkorte citeerwijze. Deze lijst zal vanaf 1 januari 2016 niet meer worden bijgewerkt. Oude literatuurverwijzingen die voor jonge juristen niet te duiden zijn moeten worden aangepast overeenkomstig de citeerregels uit de Leidraad voor juridische auteurs en de Kluwerbrede Schrijfwijzer. Zie ook http://auteur.wolterskluwer.nl/auteursmiddelen-eninstructies.
1.3.3.2 Rubriceren van literatuur in een overzichtsaantekening Een overzichtsaantekening van literatuur dient op de volgende wijze te worden gerubriceerd: Deze rubrieken vallen onder één aantekening. 1. De rubricering geschiedt per publicatiesoort 6
Een overzicht hiervan zal binnen afzienbare tijd als bijlage bij deze auteursinstructie worden opgenomen.
12
Toelichting: Handboeken, monografieën, dissertaties en een – beperkte- selectie van artikelen in tijdschriftpublicaties zijn de enige toegestane literatuurrubrieken. Alle andere literatuurbronnen (bijvoorbeeld websites, annotaties, conclusies et cetera) dienen –voor zover van belang- direct in het commentaar te worden verwerkt. Verdere vermelding in een literatuuroverzicht is dan niet nodig.
2. Per publicatiesoort dient een chronologische volgorde gehanteerd te worden, waarbij de meest recente literatuur bovenaan wordt geplaatst. 3. Bij meer publicaties in een bepaald jaar dienen per publicatiesoort de auteursnamen alfabetisch te worden genoteerd. 4. In principe worden geen verwijzingen opgenomen naar vluchtige periodieken (bijvoorbeeld Nieuwsbrieven) tenzij er aanwijsbaar sprake is van meerwaarde.
1.3.3.3 Verwerken van Parlementaire Geschiedenis in een aantekening Voor een goed begrip van de wettekst dienen relevante passages uit de parlementaire geschiedenis te worden opgenomen. Bij het verwerken van deze passages dienen omvangrijke citaten te worden vermeden. Een korte uitleg naast de betreffende passages is gewenst.
1.3.4 Wetgeving De online uitgave van de Groene Serie bevat standaard de meeste recente wetsversie (overig zijn ook de voorgaande wetsversies beschikbaar).. Zie voor richtlijnen voor het bijwerken van commentaar, paragraaf 2.1.1. Tip (!): Auteurs kunnen middels e-mailsignaleringen op de hoogte worden gebracht van ophanden zijnde wetswijzigingen.
1.3.5 Overgangsrecht en oud recht Algemeen Het gehele overgangsrecht – dus de algemene overgangsbepalingen en de bijzondere bepalingen – is tot en met 2011 opgenomen in één aparte losbladige uitgave, als deel van de Groene Serie. Deze uitgave is beëindigd en is NIET online beschikbaar.
1.3.5.1 Verwerken en rubriceren van overgangsrecht en oud recht Richtlijnen voor (toekomstig) overgangsrecht en oud recht: 1. Hoofdregel: Beknopte behandeling van de bepaling in het Kernoverzicht . (Zie A9) 2. Is uitgebreidere toelichting gewenst dan kan hier een reguliere aantekening aan worden gewijd. (Bijvoorbeeld bij ‘Verjaring’) 3. Voor verreweg de meeste bepalingen van het BW geldt dat vragen van overgangsrecht zich in praktijk niet meer voordoen (ook niet in hoger beroep of cassatie). Dat is aanleiding om de aantekeningen over het oude recht te schrappen. Een uitzondering geldt in die gevallen waarin door de inhoud van de toepasselijke overgangsregel het oude recht van belang blijft. Dat zal zich met name in het zakenrecht voordoen (eerbiediging van oude zakelijke rechten en buurwegen).
13
Daarnaast geldt uiteraard voor bepalingen die ná 1 januari 1992 zijn ingevoerd of gewijzigd, dat het belang van een weergave van het oude recht en het overgangsrecht op zijn eigen merites behoort te worden beoordeeld. Het criterium voor verwerking in het commentaar is (ook) daar of zich in de rechtspraktijk redelijkerwijs nog vragen van overgangsrecht kunnen voordoen.
1.3.6 Europees recht Verdragen, verordeningen en Europese richtlijnen Deze hebben grote invloed op het nationale recht en dienen derhalve een plek te krijgen in het geïntegreerde Groene Serie commentaar bij de artikelen. Indien een bepaald artikel een implementatie vormt van een Europese richtlijn, dan moet dit worden vermeld. Met betrekking tot Europese jurisprudentie wordt geen volledigheid gepretendeerd en wordt alleen verwezen naar belangrijke EG-uitspraken, andere buitenlandse uitspraken voor zover die betrekking hebben op internationaal uniform recht, en eventueel uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Internationale principles Ten aanzien van de behandeling van internationale principles dient alleen verwezen te worden naar de PECL. Volstaan kan worden met het citeren van de regeling, en met een verwijzing naar hooguit één á twee bronnen. (Geen uitgebreide analyse!) De Draft Common Frame of Reference (DCFR) kan buiten beschouwing worden gelaten gezien het preliminaire karakter daarvan en de geringe betekenis voor de praktijk.
1.3.7 Internationaal privaatrecht (IPR) De wijze waarop IPR wordt behandeld in de Groene Serie zal in hoofdlijnen aansluiten bij de huidige situatie. IPR zal zoveel mogelijk als artikelsgewijs commentaar (blijven) worden opgezet. Paul Vlas heeft als Kernredactielid een notitie geschreven waarin tot uitdrukking komt hoe de invoering van Boek 10 BW het beste kan worden geïntegreerd in de bestaande commentaren. Daarnaast heeft hij geconstateerd dat in enkele Groene Serie delen de behandeling van het IPR nadere invulling behoeft. De hoofdredacteuren van alle Groene Serie delen zijn hiervan op de hoogte gesteld. In voorkomende gevallen raden wij de ‘IPR-auteurs’ aan met hun hoofdredacteur en uitgever te overleggen over de IPR commentaren.
1.3.8. Rechtsvergelijking De rechtspraktijk is doorgaans niet gediend bij uitgebreide verwijzingen naar buitenlandse literatuur en rechtspraak. Indien u goede argumenten heeft om commentaar over het onderwerp rechtsvergelijking op te nemen, wordt u verzocht daarover contact op te nemen met de hoofdredacteur.
14
2. Aan de slag! 2.1 Algemeen 2.1.1 Richtlijnen voor het bewerken van het commentaar 1. 2. 3. 4.
Gewijzigde wetgeving dient zo spoedig mogelijk vermeld en verwerkt te worden in het betreffende commentaar. (enkele dagen tot uiterlijk een maand) Nieuw verschenen belangwekkende jurisprudentie moet binnen een redelijke termijn worden verwerkt.(binnen 1 tot 3 maanden). In de jaarlijkse grondige herziening van elk commentaar dient de in dat jaar verschenen literatuur en (minder belangwekkende) jurisprudentie te worden verwerkt. Voor commentaar dat naar de mening van de auteur nog steeds actueel is, dient de actualiteitsdatum te worden aangepast. Dat gebeurt door Wolters Kluwer op aanwijzing van de auteur.
2.1.2 Tekstverzorging Schrijven voor een online uitgave vraagt een wat andere benadering dan schrijven voor een folioproduct. Een beeldscherm van een PC of een tablet toont slechts een beperkt deel van de tekst. Vermeden dient daarom te worden dat er ellenlange stukken commentaar worden geschreven waarbij de gebruiker maar moet blijven scrollen. Als richtlijn moet worden gehanteerd dat een aantekening een minimale omvang kent van 150 woorden . Als optimale omvang is 400 woorden gewenst. Hanteer de spelling conform het Groene Boekje en hanteer de richtlijnen zoals te vinden in de Kluwerbrede Schrijfwijzer (KBS). Deze is te vinden op http://auteur.wolterskluwer.nl/auteursmiddelen-en-instructies Zie hoofdstuk 3 voor nadere informatie over de Kluwerbrede Schrijfwijzer. Aanwijzingen & tips: 1. Beknopte zinsopbouw (ivm online weergave) 2. Hanteer een heldere, actieve schrijfstijl 3. Beperk gebruik van afkortingen 4. Breek woorden niet handmatig af 5. Geef duidelijk aan waar een nieuwe alinea begint 6. Gebruik de ENTER-toets alleen ter beëindiging van een alinea en voor het aanbrengen van een witregel. 7. Kies zo weinig mogelijk voor een opsomming.
15
2.1.3 Citeren en verwijzen
Artikelsgewijs commentaar
Citeerwijze
Verwijzing naar een andere aantekening binnen dezelfde uitgave, op hetzelfde artikel van dezelfde regeling, of het nou een enkelvoudig of een samengesteld nummer betreft.
Zie aant. 1 (of A of 2.3 of 4.5.6a)
Verwijzing naar een aantekening op een ander artikel in dezelfde uitgave.
Zie art. 6:7 BW, aant. 8 (of A):
Verwijzing naar een specifieke aantekening in een andere uitgave
Hondius, GS Verbintenissenrecht, art. 6:1 BW, aant. 1
Verwijzing naar een artikel
Hondius, GS Verbintenissenrecht, commentaar op art. 6:1 BW
Naar een afdeling
Blei Weissmann, GS Verbintenissenrecht, titel 5 afd. 2 Boek 6 BW
Naar een titel
GS Onrechtmatige daad, titel 3 Boek 6 BW
Thematisch commentaar
Voorbeeld
Citeerwijze Van Nispen, GS Onrechtmatige daad IV.1
2.2 Werkwijze bewerken van commentaren Auteurs en hoofdredacteur vormen gezamenlijk de redactie van een Groene Serie-uitgave. De hoofdredacteur bestudeert en beoordeelt de bewerkte commentaren van de auteur en let daarbij op actualiteit, inhoud, opbouw en structuur van het commentaar. Bewerking van het commentaar gebeurt via de Creator. 2.2.1 Commentaar bewerken met de Creator De Creator is een online applicatie waarin de commentaren kunnen worden geschreven en bewerkt. De inloggegevens -gebruikersnaam en wachtwoord- van deze applicatie worden door Kluwer aan de auteur verstrekt. De instructie voor de auteurstool is als Bijlage A opgenomen. 2.2.2 Commentaar bewerken anders dan met de Creator 2.2.2.1 Grote wijzigingen Indien de structuur van het commentaar echter grote wijzigingen moet ondergaan is het raadzaam om met de Editorial Production coordinator te overleggen of de bewerking in een Wordbestand kan plaatsvinden. Het is in dat geval wel van groot belang dat u werkt in een word document waarin de functie “ Wijzigingen bijhouden > Wijzigingen markeren” is ingeschakeld. Dit bestand met deze ingeschakelde functie wordt u door Kluwer toegestuurd.
16
Let op (!): Het door ons te verzenden Wordbestand is een weergave van uw commentaar uit de Groene Serie, maar heeft wel een andere opmaak. (Voor een voorbeeld hiervan zie Bijlage D) Geadviseerd wordt het bestand op de harde schijf van uw computer (in een aparte Wolters Kluwermap) op te slaan. De procedure is als volgt: 1. Wolters Kluwer stuurt op verzoek van de auteur de Wordbestanden op aan de auteur; 2. De auteur bewerkt in het Worddocument het commentaar; 3. De auteur stuurt het document ter controle aan de hoofdredacteur voorzien van de zichtbare wijzigingen en de actualiteitsdatum, met een cc aan de betreffende Editorial Production coordinator; 4. Zodra de hoofdredacteur akkoord is met de bewerking en dit kenbaar heeft gemaakt aan auteur en Wolters Kluwer kan het commentaar bij Wolters Kluwer in productie worden genomen. Let op (!): Druk in géén geval op de knop ‘Alles accepteren’!! Daarmee accordeert u namelijk in één keer alle wijzigingen die u heeft aangebracht, en is het bestand voor de hoofdredacteur en de kopijverwerkers bij Kluwer onbruikbaar geworden (de veranderingen zijn immers niet meer zichtbaar).
2.2.2.2 Tabellen & figuren toevoegen Indien u tabellen of figuren wilt toevoegen, neemt u dan contact op met de Editorial Production coordinator.
2.3 Bewerkingseenheden en honorariumformulier De hoogte van de vergoeding voor het bewerken van het commentaar wordt vastgesteld op basis van het aantal gewijzigde Bewerkingseenheden. Een Bewerkingseenheid kan een aantekening zijn of een subaantekening tot en met het 3e niveau (bij hoge uitzondering het 4e ) bij zowel artikelsgewijs commentaar als bij Thematisch commentaar. (zie ook 1.2.3) De uitgangspunten voor het in rekening brengen van een bewerkte eenheid staan beschreven in het Memo Tellen Bewerkingseenheden Een gewijzigde Bewerkingseenheid wordt gehonoreerd met een bedrag dat aan het begin van ieder jaar wordt vastgesteld op basis van de resultaten van het voorafgaande jaar. Dit bedrag bestaat uit een deel voor de auteur en een kleiner deel voor de hoofdredacteur. De procentuele verdeling is per Groene Serie vastgesteld. Het bewerkte commentaar bestaat dus uit een x-aantal bewerkingseenheden. De auteur wordt gevraagd de som van deze bewerkingseenheden op het daarvoor bestemde digitale Honorariumformulier in te vullen en naar het secretariaat van Kluwer te sturen. Voor een uitgebreide toelichting op en voorbeelden van de Bewerkingseenheden, aantekeningniveaus en het honorariumformulier, zie de Bijlagen E, F & G. Memo tellen toevoegen.
2.4 Kluwer Brede Schrijfwijzer (KBS) Met het toenemende belang van de digitale versies van de Groene Serie wordt het tevens steeds belangrijker om op een uniforme wijze te verwijzen naar wetgeving, jurisprudentie en literatuur. Dit is noodzakelijk voor het goed aankomen van de hyperlinks naar de betreffende bronnen. Hanteer daarom de richtlijnen zoals deze
17
te vinden zijn in de Kluwerbrede Schrijfwijzer (KBS) betreffende vragen rond verwijzingen, literatuurvermeldingen, afkortingen en dergelijke. U kunt de KBS vinden op de auteurssite van Wolters Kluwer http://auteur.wolterskluwer.nl/auteursmiddelenen-instructies Als verwijzingen in de kopij niet volgens de KBS zijn genoteerd, dan zal de bureauredactie deze alsnog aanpassen conform de KBS. Voor de bundels waarbij dit nog niet gebruikelijk was, zal dit vanaf heden gefaseerd worden gedaan. Op alle aantekeningen die worden bijgewerkt zal vanaf heden de Schrijfwijzer worden toegepast.
©Wolters Kluwer, februari 2016
18
3. Bijlagen De volgende Bijlagen zijn op te vragen bij uw contactpersoon voor de Groene Serie. Bijlage A: Bijlage B: Bijlage C: Bijlage D: Bijlage E: Bijlage F: Bijlage G: Bijlage H: Bijlage I:
Creatorinstructie, verkorte versie Instructie toevoegen aantekening Samenvatting Kluwerbrede Schrijfwijzer Voorbeeld Wordbestand met toelichting Voorbeeld bewerkingseenheid Voorbeeld honorariumformulier Voorbeeld toelichting honorariumformulier Voorbeeld structuur Groene Serie Onrechtmatige Daad (ORD) Memo tellen Bewerkingseenheden
19