PROGRAMMAPLAN AANPAK WESTELIJKE VEENWEIDEN
Versie 10 februari 2010 Tbv bespreking in SG Groene Hart februari 2010
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
1
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE ................................................................................................................................. 2 AANLEIDING ........................................................................................................................................... 3 1. INLEIDING ........................................................................................................................................... 4 1.1 Programmasturing .................................................................................................................. 4 1.2 Veenweiden in Groene Hart en Laag Holland ....................................................................... 5 1.3 Leeswijzer .............................................................................................................................. 5 2. DOELEN EN INSPANNINGEN ........................................................................................................... 6 2.1 Doelen .................................................................................................................................... 6 2.2 Inspanningen .......................................................................................................................... 6 2.3 Samenhang met andere inspanningen ................................................................................ 10 3. ORGANISATIE .................................................................................................................................. 11 3.1 Sturing .................................................................................................................................. 11 3.2 Rollen en verantwoordelijkheden ......................................................................................... 12 4. PLANNING ........................................................................................................................................ 15 5. RISICO-ANALYSE ............................................................................................................................ 17 6. MONITORING VOORTGANG, EFFECTEN EN EVALUATIE........................................................... 18 7. COMMUNICATIE .............................................................................................................................. 19 8. FINANCIËN ....................................................................................................................................... 22 9. VERVOLG ......................................................................................................................................... 23 BIJLAGE 1 Nadere toelichting problematiek Westelijke Veenweiden ........................................... 24 BIJLAGE 2 kaart met indicatieve ligging Westelijke Veenweiden en gebiedsprojecten ............... 25 BIJLAGE 3: Programmering uitvoering gebiedsprojecten Westelijke Veenweiden ...................... 26 BIJLAGE 4: Systeemplaat Westelijke Veenweiden....................................................................... 39
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
2
AANLEIDING De Westelijke Veenweiden zijn een (inter)nationaal uniek cultuurlandschap. Het is ontstaan in de delta van Nederland, waar vanaf de middeleeuwen veen werd afgegraven voor turfwinning en waar door de drooglegging vruchtbare landbouwgrond ontstond. De ontginningen, de vervening voor brandstof en het agrarische gebruik hebben de Hollandse Gewesten in het verleden veel rijkdom gebracht. Door inpolderingen en drooglegging ontstond het typische veenweide landschap met laaggelegen sloten en weiden en hoger gelegen dijken en boezemwateren. De oorspronkelijke verkavelingstructuur is nog grotendeels in takt. Linten van boerderijen weerspiegelen de landbouwwelvaart van weleer. Er is een landschap ontstaan met veel open water (sloten) en (internationaal) belangrijke natuurwaarden zowel op de landbouwgronden als in de natuurreservaten. Het ligt nu temidden van de Randstad, waar het erg belangrijk is voor de beleving van rust en ruimte van de stedeling. De Westelijke Veenweiden zijn onderdeel van de Nationale Landschappen Groene Hart en Laag Holland, hetgeen een erkenning is van de nationale betekenis van het gebied. De Veenweide gebieden zijn en blijven de landschappen die door de huidige en toekomstige inwoners en bezoekers van West Nederland als onderdeel van de Groenblauwe Delta hoog worden gewaardeerd. De inhoudelijke missie is het duurzaam ontwikkelen van dit landschap zodat bewoners, ondernemers en bezoekers ook op termijn van de veenweiden kunnen blijven genieten, wonen en werken. De problematiek Waar het veen ruim 1000 jaar geleden nog hoog boven het land uittorende, liggen de veenweiden van vandaag soms zelfs meerdere meters onder zeeniveau. Het enorme veenpakket is gestaag aan het ‘opbranden’, een oxidatieproces dat onomkeerbaar is. In de loop der tijd is de waterhuishouding zeer complex geworden: met talloze peilvakken, voor ieder grondgebruik op maat gemaakt. De Veenweidegebieden zijn kwetsbaar. Het voortbestaan ervan is helemaal niet zo vanzelfsprekend: ook de toenemende zoute kwel, de beheerkosten, maar ook de economische positie van de landbouw als belangrijkste drager van dit landschap, zijn punten van zorg. Tegelijkertijd worden ook de risico’s in 1 het gebied als gevolg van de klimaatverandering steeds klemmender gevoeld. De Agenda Westelijke Veenweiden De dijkdoorbraak in Wilnis (2003) vergrootte de noodzaak om gezamenlijk met rijk, provincies, waterschappen en gemeenten werk te maken van de aanpak in de Westelijke Veenweide gebieden. In juni 2004 hebben de toenmalige Minister LNV, gedeputeerden provincies Zuid-Holland, NoordHolland en Utrecht, bestuurders van Waterschappen en gemeenten in het Groene Hart en Laag Holland de Agenda Westelijke Veenweiden ondertekend. Deze Agenda symboliseert het keerpunt in de aanpak van de problematiek: Op basis van nieuwe inzichten, en nieuwe urgenties wilde men gezamenlijk aan het werk. De ontwikkeling van het interprovinciale programma Westelijke Veenweiden is gestart in 2004. Het onderhavige programmaplan van de 3 provincies geeft hier verder invulling aan. Tegelijkertijd zijn (versnellings)projecten gestart in de Krimpenerwaard, Zegveld-Portengen en Wormer- en Jisperwater. Onderzoeksprogramma’s (zoals Waarheen met het Veen-consortium) leveren kennis die in de praktijk kunnen worden benut en waarmee in nieuwe projecten worden geëxperimenteerd. De waterschappen werken aan nieuwe oplossingen om het watersysteem beheerbaar te houden en risico’s beheersbaar te maken. En niet in de laatste plaats slaan ook agrarische ondernemers nieuwe wegen in met innovaties in de bedrijfsvoering, die gunstig zijn voor het vertragen van de bodemdaling.
1
Zie bijlage 1 Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
3
1. INLEIDING De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht hebben in 2009 samen met het ministerie van LNV verdere uitwerking gegeven aan de intenties van de ‘Agenda Westelijke Veenweiden’ in het Programma Westelijke Veenweiden (Stuurgroep Groene Hart juni 2008). Dit programma bevat 12 integrale gebiedsprojecten die samen ongeveer een derde van de gehele Westelijke Veenweiden beslaan en die liggen in twee Nationale Landschappen: Groene Hart en Laag Holland. Het programma bevat een pakket van stimuleringsprojecten en een kennis- en innovatieprogramma getracht de gehele Westelijke Veenweiden een kwaliteitsimpuls te geven. Op 22 juni 2009 heeft de Ministerraad besloten voor het programma Westelijke Veenweiden in totaal € 113 miljoen Nota Ruimtemiddelen beschikbaar te stellen voor een aantal gebiedsprojecten in Laag Holland en in Groene Hart. Op basis van dit besluit het onderhavige Programma Westelijke Veenweiden. Een kaart met de ligging van de Westelijke Veenweiden staat in bijlage 2.
1.1
Programmasturing
Het besluit van de Ministerraad betekent dat er voor 9 (van de oorspronkelijk 12) gebiedsprojecten middelen zijn toegekend. Deze middelen worden per gebiedsproject toegekend en opgenomen in de Bestuursovereenkomsten ILG. Er zijn geen Nota Ruimtemiddelen toegekend aan de stimuleringsprojecten en het Innovatieprogramma. Vanwege de grote samenhang tussen de gebiedsprojecten en de gezamenlijke inspanningen voor de stimuleringsprojecten en een kennis- en innovatieprogramma ligt mede gezien het voortraject, een gezamenlijke programmatische aanpak in de rede. Deze programmatische aanpak wordt op dezelfde wijze als bij het Uitvoeringsprogramma Groene Hart opgezet. Dit betekent dat provincies verantwoordelijk zijn voor de eigen gebiedsprojecten en de inzet van de financiële middelen. Op programmaniveau wordt vormt gegeven aan de gezamenlijke voortgangsrapporten en worden veenweide brede activiteiten en projecten geïnitieerd. Zie voor verdere uitleg over samenhang van verschillende activiteiten het Doelen-InspanningenNetwerk (H2). De meerwaarde voor de voortzetting van de gezamenlijke sturing van dit Programma door de drie provincies is dat - Er wordt door de 3 provincies gezamenlijk vervolg gegeven aan de Agenda Westelijke Veenweiden (2004) en de Voorloper (2009) mbt de aanpak van de veenweiden. (samen uit, samen thuis) - Drie provincies gezamenlijk vormen eensgezinde doorzettingskracht (richting rijk en regio’s) (samen sterk) - Een gezamenlijke communicatie strategie ondersteunt het bereiken van de doelen op programmaniveau en de projecten (één geluid) - Het bestaand bestuurlijk en ambtelijk netwerk Groene Hart wordt optimaal ingezet. Er wordt geen nieuwe overlegstructuur opgezet (geen extra bestuurlijke drukte) - Risico’s (op projectniveau) kunnen door beheers- en sturingsmaatregelen op programmaniveau worden verminderd of voorkomen (risicobeheersing) - Gezamenlijke effectmonitoring en evaluatie op doelen op programmaniveau bieden aangrijpingspunten om de besteding van de Nota Ruimte-middelen op projectniveau efficiënter, effectiever en flexibeler te maken.(niet sturen op maatregelen, maar sturen op doelen) - Het vanuit een gezamenlijk punt initiatieven nemen en uitwerken nieuwe ideeën, praktijkinnovaties en (gezamenlijke) onderzoeken versterken de innovatiekracht en dragen bij aan een grotere verspreiding van praktijktoepassingen (niet opnieuw het wiel uitvinden) - De uitwisseling van kennis en ervaringen tussen de projecten (projectleiders, medewerkers en betrokken) verbetert de resultaten van de afzonderlijke projecten (kennisdelen, COP) (3 weten meer dan één)
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
4
De missie voor de Programmasturing Westelijke Veenweiden is: effectieve inzet van de middelen waardoor de doelen van de agenda Westelijke Veenweiden maximaal en op een meer efficiënte wijze worden gerealiseerd.
1.2
Veenweiden in Groene Hart en Laag Holland
Het voorliggende programmaplan geeft invulling aan de voortzetting van de samenwerking tussen de 3 provincies. Het Programma is gericht op de activiteiten en projecten op programma breed niveau. In het Programma zijn alle projecten en activiteiten opgenomen zoals die oorspronkelijk zijn ingediend voor een bijdrage uit de Nota Ruimte middelen. Ook de zogenaamde versnellingprojecten worden bij dit Programma betrokken. In hoofdstuk 2 staat verder uitgewerkt welke projecten en activiteiten dit betreft. Het Programma Westelijke Veenweiden is een eigenstandige opdracht naast het programma Groene Hart. Het programmamanagement richt zich op het sturen op doelen en missie van het Programma. Dit betekent voor de organisatorische afbakening dat: 1. het programmamanagement zich richt op het gezamenlijk rapporteren en communiceren richting het Rijk over voortgang gebiedsprojecten, innovatieprogramma en programmabrede activiteiten en besteding NR-middelen, het tijdig bestuurlijk agenderen van gezamenlijke knelpunten, het faciliteren met kennis, het managen van gezamenlijke risico’s (zie ook hoofdstuk 6) en het vergroten van efficiënte inzet van middelen. 2. het programmamanagement zich niet richt op de planning en uitvoering van afzonderlijke gebiedsprojecten. Dit is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende provincie. Het Programma heeft voorlopig een looptijd van 2010 tot en met 2015. De projecten waarvoor Nota Ruimte-middelen zijn toegekend, worden opgeleverd in 2015. Voor het eind van deze periode wordt besloten over het vervolg van het Programma. De afbakening van het Programma: het Programma richt zich op programmabrede activiteiten en projecten ten behoeve van de Veenweiden in Groene Hart en Laag Holland met een looptijd tot en met 2015
1.3
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is het Doelen Inspanningen Netwerk (DIN) uitgewerkt. Dit vormt de basis waarop de programmasturing zal worden uitgevoerd in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 is de planning van de programmasturing verder uitgewerkt. In hoofdstuk 5 wordt een risico-analyse gepresenteerd. In hoofdstuk 6 komt de monitoring en effectmeting aan de orde, noodzakelijk voor de programmasturing. In hoofdstuk 7 wordt de communicatiestrategie voor het hele Programma gepresenteerd. In hoofdstuk 8 ten slotte is de financiering van het Programma nader uitgewerkt voor zover dit de meerkosten betreft ten opzichte van de begroting van het Programmabureau Groene Hart.
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
5
2. DOELEN EN INSPANNINGEN 2.1
Doelen
Het uitgangspunt van het Programma Westelijke Veenweiden is het sturen op effecten (bereiken van doelen) door middel van het realiseren van een veelheid aan inspanningen in gebiedsprojecten en andere activiteiten (stimuleringsprojecten en innovatieprogramma). (zie Figuur 1) De westelijke veenweiden vormen een groot deel van de Groene Ruimte van de Randstad. Het nationale landschap Groene Hart en het nationaal landschap Laag Holland zijn daarbij de grootste gebiedseenheden. Zo beschouwd is het nationale en zelfs internationale doel voor de westelijke veenweiden het zorgen en borgen van ecologische, economische en ruimtelijke kwaliteit binnen de Groene Ruimte van de Randstad (Noordvleugel, Zuidvleugel en NV Utrecht) nu en in de toekomst. Strategisch doel van het Programma Westelijke Veenweiden in het Groene Hart en Laag Holland is 2 het effectiever behoud en ontwikkelen van de veenweidengebieden in het Groene Hart en Laag Holland. Dit wordt uitgewerkt naar een aantal doelen die gezamenlijk een bijdrage leveren aan het strategisch doel. Vervolgens worden in het Programma Westelijke Veenweiden projecten en activiteiten (inspanningen) uitgevoerd om deze zogenaamde ER-doelen te bereiken. Binnen de aanpak van de Westelijke Veenweiden is het strategisch doel uitgewerkt naar 8 ER-doelen gericht op een duurzame inrichting van het veenweidegebied. Deze doelen zijn in het kader van de Nota Ruimte-voorstellen door Gedeputeerde Staten van de provincies vastgesteld (april-juni 2009): 1. minder bodemdaling, 2. een robuuster watersysteem 3. duurzamer en meer vitale landbouw, 4. robuustere natuur 5. meer versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten. 6. meer beleving van rust en groen 7. bijdragen rustgevend middelpunt van de Randstad 8. bijdragen beter vestigingsklimaat SMART- doelen Het strategische doel en de ‘ER-doelen’ kunnen specifieker uitgedrukt worden in de zogenaamde ‘smartdoelen’ (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en te volgen in de Tijd). Als hulpmiddel voor het afleiden van de smartdoelen is gebruik gemaakt van een ‘systeemplaat’ (zie bijlage 4). De systeemplaat toont een aantal aannemelijke oorzaak-gevolg-effect relaties waarmee de Veenweidenproblematiek uiteen kan worden gerafeld. Maatregelen die op verschillende plekken van dit systeem ingrijpen veroorzaken effecten op de mate van bodemdaling, robuustheid van het watersysteem etc. Een aantal maatregel-effect relaties worden in onderzoeksprogramma’s onderzocht. De mate waarin de gewenste effecten in de gebiedsprojecten worden bereikt zal echter pas op langere termijn duidelijk worden (zie ook Effectmonitoring in Hoofdstuk 7).
2.2
Inspanningen
Integrale gebiedsprojecten De kern van het Programma Westelijke Veenweiden bestaat uit 15 integrale gebiedsprojecten: - 8 gebiedsprojecten in het Groene Hart, waarvan voor 6 projecten Nota Ruimte-middelen zijn toegekend. - 2 versnellingsprojecten in het Groene Hart die met FES middelen reeds in uitvoering zijn gebracht. - 4 gebiedsprojecten in Laag Holland, waarvan voor 3 projecten Nota Ruimte-middelen zijn toegekend. - 1 versnellingsproject in Laag Holland die met FES middelen reeds in uitvoering is. 2
zie ook Voorloper Groene Hart, Visie 2040
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
6
Naast deze integrale gebiedsprojecten, zijn er zogenaamde stimuleringsprojecten beschreven: dit zijn gebieden waar (nog) geen integrale gebiedsprocessen lopen, maar wel kansen kunnen worden benut door het treffen van met name technische maatregelen, zoals onderwaterdrainage en het weghalen van onderbemalingen. De financiering van deze stimuleringsprojecten is op dit moment nog niet geregeld. Daarom zullen de stimuleringsprojecten minder prioriteit krijgen dan de hierboven genoemde integrale gebiedsprojecten. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van alle gebiedsprojecten ligt in handen van iedere verantwoordelijke Provincie, en vind plaats via de reguliere AVP en ILG-procedures. Dit betekent dat iedere provincie haar eigen gebiedsprojecten aanstuurt en verantwoordelijk is voor de inzet van financiële middelen. De gebiedsprojecten verschillen in uitvoeringsgereedheid, zoals te lezen is in hoofdstuk 4 Planning. Programma-management inspanningen Naast de inspanningen waarvoor iedere provincie zelf verantwoordelijk is, zijn er een aantal programma-management inspanningen, gericht op facilitering van de gebiedsprojecten, sturing van het geheel en de onderlinge samenhang: a) Budgetbewaking: bewaken van de voortgang van uitputting van de Nota Ruimtemiddelen over het totaal van projecten Westelijke Veenweiden (Groene Hart én Laag Holland) en de bijdragen van anderen hierin door middel van cofinanciering. Deze rapportage is van belang voor de verantwoording richting het Rijk. Het is de verantwoordelijkheid van iedere provincie om voor de gebiedsprojecten afzonderlijk de programmering van gelden op orde te hebben, en de gegevens eenduidig en op tijd aan te leveren aan het Programmabureau Groene Hart. Het is de verantwoordelijkheid van het Programmabureau om te zorgen voor een gezamenlijke, uniforme rapportage over de voortgang van uitputting van NR-middelen. Dit vraagt goede samenwerking en afstemming met de provinciale projectleiders. Inzet PB-GH: gemiddeld 1 dag per maand extra inzet bovenop huidige GH-activiteiten, betekent 12 dagen per jaar. b) Monitoring en Evaluatie (zie ook hoofdstuk 7): bewaken van de voortgang van inspanningen en bewaken van de voortgang in het bereiken van de doelen daarmee, op programmaniveau. Monitoring inspanningen: Iedere provincie houdt voor haar gebiedsprojecten de voortgang van de inspanningen bij volgens het format in bijlage 3. Het Programmabureau bundelt de overzichten in een uniforme rapportage, inclusief analyse en conclusies over de gegevens. De rapportage gaat over alle gebiedsprojecten Westelijke Veenweiden (Groene Hart én Laag Holland). Inzet PB-GH: Deze activiteit is vergelijkbaar met de voortgangsrapportage zoals die wordt opgesteld voor de icoonprojecten Groene Hart. Het betreft echter extra werk van ca 25 dagen per jaar bovenop de bestaande inspanningen voor deze voortgangsrapportage. Monitoring effecten/doelbereik In 2010 worden de indicatoren voor de effectmonitoring van het Groene Hart uitgewerkt. Hierin worden ook doelen van de Westelijke Veenweiden meegenomen. In 2010 wordt voor de Westelijke Veenweiden tevens op basis van alle indicatoren voor effecten de eerste nulmeting uitgevoerd. Inzet PB-GH: voor deze activiteit wordt meegelift met het project dat voor het gehele Groene Hart in gang is gezet, en vraagt daarmee geen extra tijdsinspanning. Evaluatie In 2012 zal een eerste tussentijdse evaluatie worden uitgevoerd. Inzet PB-GH: Voor deze activiteit wordt extra menskracht verwacht in 2012. In de jaarlijkse begroting van het PB GH wordt dit t.z.t. opgenomen.
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
7
c) Afstemming met andere (icoon-)projecten: alle activiteiten binnen het Programma hebben meer of mindere raakvlakken/overlap/samenhang met icoonprojecten Groene Hart (zie paragraaf 2.3): Dit vraagt een goede afstemming voor maximale synergie. In het overleg met de provinciale coördinatoren voor zowel Groene Hart als Westelijke Veenweiden zorgt het Programmabureau voor deze afstemming. Inzet PB-GH: geschatte tijdsbesteding (voorbereiding, nazorg, overleggen enz.) ca. 12 dagen per jaar. d) Samenhang en proces: tussen de diverse activiteiten binnen het Programma: samenhang tussen gebiedsprojecten tussen de provincies (maatregelen in ene project werken door in ander project), tussen gebiedsprojecten en innovatieprogramma. Onderdeel hiervan is het faciliteren van de innovatie- en kennisuitwisseling, en ook faciliteren met bijvoorbeeld versnellingskamers, schetsschuit ten behoeve project- en/of provincieoverstijgende knelpunten en thema’s. We denken op dit moment aan ca. 4x per jaar een themadag/workshop voor alle projectleiders van gebiedsprojecten en andere betrokkenen om met elkaar leerervaringen uit te wisselen, gezamenlijke thema’s bij de kop te pakken/door te spreken, enz. Bijvoorbeeld themadag ‘ervaringen onderwaterdrainage tot nu toe’. Verder ad hoc invulling bepalen als er thema’s zijn die verdieping vragen Inzet PB-GH: 4 themadagen inclusief voorbereidingstijd van 3 dagen per keer plus extra reserve: totaal ca 15 dagen per jaar. e) Communicatie: ontwikkeling van de gezamenlijke communicatiestrategie. De communicatiestrategie Westelijke Veenweiden richt zich op programmaniveau. Strategische uitgangspunten voor de programmacommunicatie zijn (zie voor uitwerking hoofdstuk 7): - positionering van het programma Westelijke Veenweiden, - binding van betrokkenen bij het programma, - communiceren van resultaten (voortgang), - uitgaande op en gebruikmakend van bestaande communicatielijn Groene Hart. Inzet PB-GH: er wordt vooralsnog minimaal ingezet op gezamenlijke communicatie. De tijdsbesteding gekoppeld aan deze communicatieactiviteiten liften mee of overlappen met de tijdsinzet voor de communicatie voor het Groene Hart en vraagt vooralsnog geen extra inspanning. f)
Agendering: door de bovenstaande activiteiten heeft het Programma zicht op overzicht van gezamenlijke knelpunten. Agendering in MT en Stuurgroep kan een oplossing dichter bij brengen. Agendering vindt plaats in diverse overleggen (overleg met Rijk, overleg met LNV, MT-Groene Hart, Stuurgroep Groene Hart, voorzittersoverleg, Klankbordgroep Westelijke Veenweiden, Boerengroen, Woerdens beraad. Voorbereiding en nazorg van deze overleggen vraagt inspanning van het Programmabureau. Inzet PB-GH: de inzet van de programmamanager Westelijke Veenweiden is extra bovenop de bestaande inzet van PB-GH, en betreft ca. 50 dagen per jaar.
g) Kennis- en innovatieprogramma: Systeemvernieuwingen in het landgebruik, technische innovaties en beleidsinnovaties kunnen een bijdrage leveren aan het doel om de landbouw een perspectief te bieden binnen de randvoorwaarden voor de instandhouding van de veenweiden (hogere grondwaterstanden, natuur- en landschapsbeheer e.d.). Voorbeelden van innovaties zijn: nieuwe vormen van particuliere natuurcontracten, energieteelt, mobiele melkwagen, eendekroos als veevoer, robuuste koeien. Ondanks het feit dat hier geen Nota Ruimte middelen aan zijn toegekend, vraagt deze activiteit aandacht: Innovatie en kennismanagement zijn belangrijke voorwaarden om de programmadoelen voor de Westelijke Veenweiden dichterbij te brengen. De uitvoering van de gebiedsprojecten vraagt veel van de landbouw: ze moeten hun boterham verdienen onder nattere omstandigheden. Dat gaat niet vanzelf, en het vraagt aanpassing van de bedrijfsvoering. Het innovatie-programma kan het gebiedsproces enorm faciliteren met het leveren van kennis en innovaties die werken. De activiteiten van het Programmabureau bestaan uit: - het organiseren van een afstemming met de landbouwvisie / agenda van de 3 provincies - het opstellen van een innovatie-agenda samen met de provincies en de sector - het lobbyen voor geld voor deze innovaties - het organiseren van een netwerk/platform op Westelijke Veenweide-niveau: versnellen van kennisuitwisseling en uitwisseling leerervaringen tussen de provincies en projecten Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
8
-
het organiseren van de randvoorwaarden/beleidskaders bij de 3 provincies waaronder innovaties ook daadwerkelijk toegepast kunnen gaan worden: dit betekent ook toegang tot agendering in de Stuurgroep Inzet PB-GH: Geschatte tijdsbesteding hiervoor ca. 75 dagen per jaar.
De inspanningen die door het Programmabureau worden uitgevoerd: Bewaken van de voortgang: financieel, op inspanningen en op effecten Verzorgen van interprovinciale afstemming en samenhang op programmaniveau Gezamenlijke communicatiestrategie inclusief communicatie richting het Rijk over de Nota Ruimte-middelen Agendering van gezamenlijke knelpunten in MT, SG en overlegpartners op Groene Hart niveau Opzetten en lobbyen voor het Kennis- en Innovatieprogramma
De onderstaande DIN is nog niet uitontwikkeld (en zal altijd aan nieuwe inzichten onderhevig zijn): met name de smart-doelen zullen concreter worden ingevuld in het project ‘effectmonitoring’
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
9
2.3
Samenhang met andere inspanningen
De inspanningen gericht op de programmadoelen voor de Westelijke Veenweiden dragen ook bij aan het realiseren van de programmadoelen voor het Groene Hart en Laag Holland en vice versa. Er bestaat een aanzienlijke overlap met de inspanningen van het uitvoeringsprogramma Groene Hart: Een aantal Veenweiden-gebiedsprojecten overlapt met Groene Hart Icoonprojecten: o Door alle gebiedsprojecten Veenweiden in het Groene Hart loopt het icoon Groene Ruggengraat o Gouwe Wiericke overlapt met deel icoon Oude Rijnzone en icoon Venster Bodegraven-Woerden o Nieuwkoopse Plassen overlapt met deel icoon Oude Rijnzone en deel icoon De Venen o Krimpenerwaard overlapt met icoon Krimpenerwaard o Groot Wilnis-Vinkeveen overlapt met deel icoon De Venen o Zegveld Noord en Zegveld-Portengen overlappen met deel icoon De Venen In de kwaliteitsatlas en in de activiteiten van het kwaliteitsteam zijn (worden) de Veenweidegebieden als specifiek onderwerp geagendeerd. Het Programmabureau Groene Hart sluit voor de uitwerking van de kernkwaliteiten en inrichtingsprincipes van de verschillende deelgebieden in de Veenweiden aan bij dit Programma Westelijke Veenweiden (kwaliteitsatelier Veenweiden). Het Kwaliteitsteam (i.o.) zal in meerdere vormen ingezet worden op voor het Programma Westelijke Veenweiden zowel op gebiedsproject-niveau als op thema-niveau. In het icoonproject Merk en Marketing Groene Hart versterkt de betekenis van de landbouw en het economisch perspectief van de ondernemers in het Groene Hart. Het verbeteren van de recreatieve toegankelijkheid van de Veenweiden sluit aan bij het Groene Hart brede Icoonproject Recreatieve Routenetwerken. Naast de activiteiten in het kader van de iconen van het Groene Hart, zijn er binnen de provincies andere activiteiten en projecten die in de gebieden worden uitgevoerd en samenhang/raakvlakken vertonen met de activiteiten van het Programma Westelijke Veenweiden. In dit programmaplan krijgt de samenhang en samenwerking met het Groene Hart in de hoofdstukken 3, 7 en 8 nog nadere aandacht.
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
10
3. ORGANISATIE 3.1
Sturing
De problematiek van de bodemdaling in relatie tot functioneel gebruik (landbouw, natuur, wonen, infrastructuur), het duurzaam waterbeheer en klimaatverandering vereist nauwe samenwerking tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. De partners hebben ieder hun eigen taak en verantwoordelijkheid. Deze staat verder uitgewerkt in paragraaf 3.2. Daarmee rekening houdend kan samenwerking leiden tot het realiseren van strategische doelen via een gebiedsgerichte aanpak (meer dan de som der delen, win-win). De Stuurgroep Groene Hart (februari 2009) heeft besloten dat de drie Groene Hart provincies gezamenlijk optreden in de aansturing van het Programma, ook in de communicatie richting het Rijk. Zoals gezegd sturen de provincies zelf de individuele gebiedsprojecten aan, waarbij voor provincie Noord-Holland de Stuurgroep Laag-Holland daarin een rol vervult in de aansturing van de gebiedsprojecten in Laag-Holland (besluit GS juni 2009). Gezien de inhoudelijke samenhang tussen de projecten in het Groene Hart en Laag Holland, én het gezamenlijk optreden richting het Rijk, is het noodzakelijk dat er een goede samenwerking en afstemming plaatsvindt tussen de Stuurgroep Groene Hart en Stuurgroep Laag Holland. De Stuurgroep richt zich op de volgende facetten: - programmabreedte en daarmee optimale realisatie van de doelen van het Programma - programmavoortgang in de tijd - geld/middelen (op programmaniveau) - risico’s (zie hoofdstuk 6) - communicatie (zie hoofdstuk 8) Afbakening: - De gedeputeerden dragen ieder de eindverantwoordelijkheid op projectniveau voor de gebiedsprojecten binnen hun eigen provincie. In figuur 2 staat de schematische weergave van de sturing binnen de provinciale lijnen naast de sturing via de Stuurgroep Groene Hart. De Stuurgroep Groene Hart treedt op als de Stuurgroep voor het Programma Westelijke Veenweiden.
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
11
3.2
Rollen en verantwoordelijkheden
In de organisatiestructuur heeft ieder een eigen rol met verantwoordelijkheden. In de lijn van de provincie zijn de rollen en verantwoordelijkheden identiek aan de reguliere werkwijze van de provincie. In deze paragraaf zijn daarom de rollen en verantwoordelijkheden voor de lijn van het Programma op programmaniveau specifiek uitgeschreven. Daarnaast zijn er een aantal cruciale partners die in de uitvoering een belangrijke rol spelen in zowel sturing, uitvoering als medefinanciering: het Rijk, de waterschappen en de gemeenten. Ten slotte hebben de maatschappelijke organisaties en particulieren een rol in de gebiedsprojecten. Provincie-lijn Provincies zijn zelf verantwoordelijk voor de gebiedsprojecten Programma–lijn ten behoeve van de programmabrede en programma eigen activiteiten Stuurgroep Groene Hart: Bestuurlijk opdrachtgever voor het Programma Westelijke Veenweiden. ‘Besluiten’ die de Stuurgroep neemt hebben alleen zeggingskracht als deze in GS van elke provincie worden bekrachtigd of zijn gemandateerd aan de gedeputeerde. De Stuurgroep overlegt regelmatig met het Rijk over de voortgang van het programma. Naast de Stuurgroep Groene Hart is er ook een Stuurgroep Laag-Holland die een rol vervult in de aansturing van de gebiedsprojecten gelegen in Laag-Holland. Gedeputeerde van Noord-Holland zorgt voor optimale afstemming en samenwerking tussen deze stuurgroepen. MT- Groene Hart: Ambtelijk opdrachtgever voor het Programma Westelijke Veenweiden. Elk MT-lid zorgt voor goede afstemming met andere betrokken en relevante MT-leden (bijvoorbeeld voor Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
12
beleidsveld Water of Landbouw) binnen de provincie voor optimale afstemming van beleid. Het MT bepaalt de bestuurlijke agenda voor de Stuurgroep en bereiden besluiten voor. De MT leden treden tevens op als ambassadeurs voor de programmasturing zowel binnen hun eigen provincie als naar buiten. Zij dragen er zorg voor dat binnen de provincies wordt ingezet op de voortgang in de gebiedsprojecten en de realisatie van de provincieoverstijgende programmadoelen. Programmadirecteur Groene Hart: Verantwoordelijk voor de uitvoering van de programma-eigen en programma-brede activiteiten van het Programma Westelijke Veenweiden en functioneert in opdracht van de Stuurgroep/MT Groene Hart. Inzet van de directeur is op strategisch (bestuurlijk) niveau. Programmaleider Westelijke Veenweiden: Is als gedelegeerd opdrachtnemer verantwoording verschuldigd aan de programmadirecteur Groene Hart en voert de dagelijkse leiding over de uitvoering van de programma-eigen en programma-brede activiteiten, adviseert MT en Stuurgroep, en onderhoud ambtelijk contact met Programmabureau Laag Holland. Provinciale coördinatoren: Nemen deel aan de werkgroep Westelijke Veenweiden en vormen de dagelijkse schakel tussen het Programma en de provinciale organisatie. Vanuit Noord-Holland is dit de programmamanager Laag-Holland. Zij coördineren de provinciale projecten en bewaken de gezamenlijkheid van het Programma intern binnen de provincie en de afstemming met het Programma. Zij adviseren de ambtelijke opdrachtgever (in de provinciale lijn) die tevens MT lid Groene Hart is. Op programmaniveau, voor de programma-eigen en programmabrede activiteiten is Stuurgroep bestuurlijk opdrachtgever, MT ambtelijk opdrachtgever en programmadirecteur ambtelijk opdrachtnemer. Overige partners Rijk:
De belangrijke Rijkspartners betrokken bij de Agenda Westelijke Veenweiden zijn het ministerie van LNV, het ministerie van VROM en het ministerie van V&W. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor (de uitvoering van) het Rijksbeleid voor de Westelijke Veenweiden. Daartoe zijn vanuit het Rijk Nota Ruimte middelen beschikbaar gesteld voor een aantal gebiedsprojecten. Daarnaast faciliteren zij o.a. met inzet van kennis- en onderzoeksmiddelen. De Stuurgroep legt verantwoording af aan het Rijk over de inzet van de beschikbaar gestelde middelen in de gebiedsprojecten. Het Rijk kan onder andere sturen op de inzet van beschikbaar gestelde middelen via de (jaarlijkse) Bestuursovereenkomsten tussen Rijk en afzonderlijke provincies. De Stuurgroep legt tevens verantwoording af aan het Rijk over de voortgang van het doelbereik.
Waterschappen : Waterschappen zijn in enkele gebiedsprojecten mede-opdrachtgever, medeuitvoerder, verantwoordelijk voor het uitvoeren van het beleid in watergebiedsplannen en hun eigen uitvoeringsprogramma. Met de uitvoering verzorgen zij ook mede financiering van de gebiedsprojecten daar waar het gaat om watergerelateerde maatregelen. De vaststelling van de bijdrage van waterschappen wordt besloten in het waterschapsbestuur en vastgelegd in gebiedsconvenanten of gebiedsovereenkomsten. Zij zijn de cruciale partner voor ingrepen in het watersysteem. Gemeenten: Gemeenten zijn in enkele gebiedsprojecten (mede-)opdrachtgever, dan wel zijn medeuitvoerder. Daarnaast zijn zij voor het verankeren van ruimtelijke ingrepen in bestemmingsplannen en uitvoering van maatregelen. De bijdrage van de gemeenten wordt vastgelegd in gebiedsconvenanten of gebiedsovereenkomsten. Zij zijn cruciale partner voor ingrepen in de ruimtelijke ordening. Maatschappelijke organisaties en particulieren: De terreinbeherende organisaties en particulieren hebben als grondeigenaar een belangrijke rol in de gebiedsprojecten. In sommige gevallen zijn ze opdrachtnemer van het gebiedsproject (bv Wormer en Jisperwater). Ook bewoners en Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
13
bezoekers zijn in de gebiedsprojecten een belangrijke factor voor het draagvlak van de specifieke projecten. Het programmabureau Groene Hart voert overleg met bovengenoemde partners in o.a. het Woerdens beraad, het Groene Hart pact, Boerengroen, Voorzittersoverleg e.d.. In het kader van dit programma Westelijke Veenweiden is een klankbordgroep Westelijke Veenweide met deelnemers uit de verschillende doelgroepen en organisaties gewenst. In hoofdstuk 7 wordt de communicatie strategie hiervoor verder uitgewerkt.
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
14
4. PLANNING Er zijn in het kader van de toezegging van de NR middelen afspraken gemaakt over de realisatie van de projecten. In de Bestuursovereenkomsten ILG van elke provincie wordt dit vastgelegd. De algemene afspraken hierin zijn: - de versnellingsprojecten moeten vóór 2013 zijn afgerond (betaald). - per gebiedsproject zijn of worden in de Bestuursovereenkomsten ILG concrete afspraken gemaakt over de datum waarop het gebiedsproject moet zijn afgerond. De eerder vastgestelde prioritering van gebiedsprojecten in het Groene Hart in de Voorloper Groene Hart (bekrachtigd door GS’en en met instemming van het rijk) wordt gehandhaafd. In de tweede fase van het Programma krijgen de gebiedsprojecten prioriteit waarvoor ook financiering vanuit Nota Ruimte beschikbaar is. Daarnaast erkent het Rijk (LNV) het belang van het kennis- en innovatieprogramma en heeft ook toezeggingen gedaan om te zoeken naar mogelijkheden voor financiering. Daarom heeft dit onderwerp meer prioriteit gekregen. Dit geldt niet voor de stimuleringsprojecten. Dit leidt tot de volgende fasering: Fase 1: In uitvoering zijnde versnellingsprojecten (Krimpenerwaard en Zegveld-Portengen). Fase 2a: Provincie: De gebiedsprojecten waarvoor Nota Ruimte-middelen beschikbaar zijn gesteld. Fase 2b: Programmabureau: De programma-management activiteiten: lobby voor kennis- en innovatieprogramma, voortgangsrapportage, netwerken, effectmonitoring, enz. Fase 3: De gebiedsprojecten waarvoor geen Nota Ruimte middelen beschikbaar zijn gesteld, inclusief de stimuleringsprojecten De Stuurgroep Groene Hart stelt in het Programma mijlpalen vast, ten behoeve van de voortgangsbewaking, i.c. de besteding van het totale Nota Ruimte-budget en het bereiken van de 3 programmadoelen en projectresultaten. Deze mijlpalen zijn erop gericht dat uiterlijk in 2014 de te behalen prestaties worden gerealiseerd. De afspraken hierover worden in de ILG Bestuursovereenkomsten vastgelegd. Aan de hand van de mijlpalen wordt jaarlijks gerapporteerd over de voortgang van de besteding en wordt zo nodig tot bijsturing besloten. Fase 1 + fase 2 mijlpalen
2009
Vaststellen Programmaplan in Stuurgroep (SG) en GS-en
SG 2/12
Vaststellen Innovatieprogr. Vaststellen Kennis- en onderzoeksprogramma (PM onderdeel Innov.prog.) Uitvoeren innovatieprogramma Vaststellen Effectindicatoren (en PM nulmeting) SG Voortgangsrapportage middelen en inspanningen
e
1 helft 2010
e
2 helft 2010
2011
2012
2013
2014
2015
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
GS-en SG SG X X
Voortgangsrapportage doelen (effect-monitoring) Tussentijdse Evaluatie Afronden fase 1 en 2 Voorbereiden fase 3
PM X X
X
3
De Nota Ruimte-middelen moeten vóór 2015 verplicht zijn. Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
15
Per gebiedsproject (fase 1 en fase 2) Vaststellen gebiedsovereenkomst
e
2009
2010 1 helft K1+K2 K1+K2 NP NP ZP GW GW GWV ZN K WZ
Financiële verplichtingen opgenomen in begrotingen prov., gemeenten, waterschap
K1+K2 NP ZP GWV K WZ Z K1+K2 NP ZP K WZ
Subsidiebeschikkingen (o.a. ILG)
Inrichtingsplan
K1+K2
Watergebiedplan
K1+K2 ZP ‘06
Bestemmingsplan
NP ZP nvt GW
2010 2 helft K1+K2 NP
MW K1+K2 NP ZN K WZ K1+K2 NP ZP K WZ
NP GW GWV
NP WZ
Uitvoering
K1
K1 NP ZP GW
2011
2012
2013
2014
K1 NP ZP K WZ GW GWV
2015 A MO Stimuleringsprojecten
GW
NP K1+K2
e
NP GW MW
K1+K2 NP ZP K WZ GW GWV ZN MW GW GWV ZN MW GW NP GW WZ
K1+K2 NP ZP K WZ GW GWV ZN
NP GW
NP ZP K WZ GW GWV ZN MW
K WZ GW GWV ZN MW
ZN MW GW WZ GWV ZN MW K1+K2 NP ZP K WZ GW GWV ZN MW
Oplevering
K WZ GWV ZN MW
K WZ
GWV
WZ
K1+K2 NP
K2 NP
K WZ GW GWV ZN MW K1
K WZ GW GWV ZN MW K1 NP
K WZ GWV ZN MW K2 NP
ZP K WZ GW GWV ZN MW Z
In Bijlage 3 zijn voor de gebiedsprojecten, waarvoor m.i.v. 2010 NR-middelen beschikbaar komen, de mijlpalen opgenomen
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
16
5. RISICO-ANALYSE De uitvoering van het Programma Westelijke Veenweiden kent risico’s die de uitvoering negatief kunnen beïnvloeden. Deze risico’s zijn verkend (kolom 1) en er is in beeld gebracht welke maatregelen we kunnen nemen op programmaniveau om zo goed mogelijk op deze risico’s te anticiperen en ze te beperken (kolom 2). Deze maatregelen komen op diverse plaatsen in het programmaplan aan bod. Risico
Aanpak/maatregelen op programmaniveau:
UITVOERING Onvoldoende zichtbare resultaten (in tijd en maatregelen). Kortingen Nota Ruimte budget en/of ILG i.v.m. bezuinigingen of n.a.v. Mid Term Review (2010) Projecten (gebieden) niet voor 2012 in uitvoering. (gebrek aan) Voortgang slaat neer op Programmabureau
Op basis van het Programmaplan wordt de planning van mijlpalen (resultaten in de tijd) bijgehouden (verwachtingenmanagement) Sturen op meetbare resultaten eerste periode (leden SG en MT inzetten) Voortgangsrapportages analyseren en benutten voor bijsturing ambities (tijd, doelen, geld) Effectmonitoring voor Westelijke Veenweiden wordt uitgevoerd Communicatie wordt ingezet om de afbakening tussen programmaniveau (verantwoordelijkheid Stuurgroep Groene Hart) en projectniveau (verantwoordelijkheid individuele provincies) te verduidelijken Faciliteren proces en gezamenlijke aanpak knelpunten
DRAAGVLAK INTERN (provincies) Er wordt geen meerwaarde ervaren voor programmasturing (ambtelijke opdrachtgevers en -nemers) Geen gezamenlijke communicatielijn
Programmaplan wordt vastgesteld in GS’en ZH, Utr, NH In programmaplan zijn rol en verantwoordelijkheden van bestuurders en ambtelijke opdrachtgevers opgenomen In de Stuurgroep Westelijke Veenweiden treden de provincies gezamenlijk op richting rijk. In het programma zijn inspanningen opgenomen die het vertrouwen in programmasturing vergroten: Kennisdelen, Intervisie, ‘Sparren’ In het programmaplan is de gezamenlijke communicatie strategie opgenomen.
DRAAGVLAK EXTERN Komen de echte knelpunten in de gebieden wel op tafel Onvoldoende steun van de maatschappelijke organisaties (vnl. Waterschappen, Landbouw- en Natuurorganisaties) Verkiezingen (gemeenten 2010, provincie 2011, rijk 2011, Waterschappen…)
Formele en informele lijnen organiseren in overlegstructuur: uitwerken in communicatiestrategie Waterschappen (op werkvloerniveau) in platform betrekken Externe organisaties inhoudelijk betrekken bij kennisontwikkeling en uitwisseling Situatie van vertrouwen creëren door faciliterende rol te vervullen: Kennisdelen, Intervisie, ‘Sparren’
UITVOERING Stijging kosten (a.g.v. hogere grondwaarde), grondverwerving Trendbreuk in economische positie landbouw (faillissementen melkprijs) Calamiteiten (wateroverlast/ -tekort)
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
Gezamenlijke agendering van knelpunten die in alle gebieden optreden en gezamenlijk zoeken naar oplossingen, mede in overleg met het Rijk
17
6. MONITORING VOORTGANG, EFFECTEN EN EVALUATIE Voor de bewaking van de voortgang van het Programma worden twee soorten ‘monitoring’ voorgestaan: Monitoring van de inspanningen en monitoring van de effecten. 1. Monitoring van inspanningen Dit betreft de uitvoering van voorgenomen maatregelen enz. Deze monitoring vindt jaarlijks plaats en krijgt zijn weerslag in de voortgangsrapportage. Voor de meting van de jaarlijkse voortgang uitvoering van maatregelen wordt gebruik gemaakt van planningsformats zoals deze in bijlage 3 en hoofdstuk 4 zijn weergegeven. Voor de financiële rapportage wordt aangesloten bij de formats die voor de Midterm Review van het ILG zijn ontwikkeld voor de Nota Ruimte middelen. De jaarlijkse meting kan ook tot jaarlijkse bijsturing leiden (inzet van mensen en middelen). 2. Monitoring van de effecten Dit betreft meting van de mate waarin de doelen worden bereikt. De Effect-monitoring vraagt goede indicatoren en een goede evaluatie-methode. In het najaar van 2009 is het programmabureau Groene Hart een project gestart waarin de indicatoren en evaluatie-methode voor het gehele Groene Hart inclusief de Veenweiden in het Groene Hart nader uitgewerkt gaan worden. Dit betekent dat in de eerste helft van 2010 zicht komt op: 1. de indicatoren voor effect-monitoring (ook verwerken in de DIN, waar nu de voorlopige smartdoelen staan) 2. de evaluatiemethoden: analyse en presentatie van de mate waarin de doelen bereikt worden 3. de frequentie waarin de monitoring en evaluatie zinvol kan plaatsvinden. In het kader van de effectmonitoring Groene Hart worden 10 indicatoren ontwikkeld . In het voorjaar van 2010 wordt in opdracht van de Stuurgroep Groene Hart een eerste nulmeting uitgevoerd. De indicatoren ‘vitale landbouw’ en ‘bodemdaling’ zijn bruikbaar of specifiek ontwikkeld voor de Westelijke Veenweiden (bodemdaling en vitaliteit van de landbouw). Deze indicatoren kunnen ook in Laag Holland worden gemonitord. Daarvoor is echter wel een aanvullende opdracht nodig vanuit Stuurgroep Laag-Holland. 3. Evaluatie De effecten van de maatregelen die in het kader van dit Programma worden uitgevoerd zijn pas op langere termijn te meten. Dan wordt duidelijk in hoeverre de “ER-doelen” van het Programma dichterbij komen. Jaarlijkse schommelingen mede als gevolg van seizoenseffecten op waterstanden, waterbehoefte e.d. hebben korte termijn effecten die niet met zekerheid kunnen worden geëxtrapoleerd naar verwachte effecten in de toekomst. De klimaatverandering als bijkomende factor, betekent dat jaarlijkse metingen pas na minimaal meerdere jaren tot zinvolle conclusies kunnen leiden. Op basis van een jaarlijkse monitoring op de inspanningen en de effect-indicatoren, kan derhalve nog niet te veel bijgestuurd worden (tenzij nieuwe kennis onomstotelijk tot bijstelling zal vragen). Conclusies over de trend zullen niet jaarlijks worden gerapporteerd, maar na meerdere jaren. De tussentijdse evaluatie in 2012 zal zich richten op de monitoring van inspanningen en het verloop van inzet van tijd, geld en middelen hierin.
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
18
7. COMMUNICATIE De communicatiestrategie Westelijke Veenweiden richt zich op programmaniveau. Strategische uitgangspunten voor de programmacommunicatie zijn: - positionering van het programma Westelijke Veenweiden, - binding van betrokkenen bij het programma, - communiceren van resultaten (voortgang), - uitgaande op en gebruikmakend van bestaande communicatielijn Groene Hart. Met de doelgroepen zal de kennis rondom het Programma worden gedeeld en informatie worden overgedragen (programma-informatie, innovaties, onderzoeken). De resultaten van het Programma worden gecommuniceerd om op die manier de voortgang te laten zien, het draagvlak te vergroten/te behouden en te overtuigen om samen te werken en tot uitvoering te komen. De verschillende doelgroepen worden ieder vanuit hun rol ingezet; opdrachtnemer, ambassadeur, uitvoerder etc. Op basis van de Risico-analyse is bijzondere aandacht nodig voor het draagvlak van het Programma, zowel intern (programma-provincies) als extern (rijk, provincies, waterschappen, gemeenten en particuliere organisaties).
DOELEN
DOELGROEP
Strategische comm. uitgangspunten
Onderstaande figuur geeft schematisch de strategische communicatie uitgangspunten, de doelgroepen en doelen weer.
Communicatie Westelijke Veenweiden Positionering Binding Voortgang Bestaande communicatielijn GH
Direct betrokkenen verantwoordelijk voor de uitvoering en sturing van het programma: GS-sen provincies, Stuurgroep Groene Hart, MT Groene Hart, programmadirecteur, programmabureau leden, projectleiders gebiedsprojecten, provinciale coördinatoren, RIJK (VROM/LNV) Waterschappen en gemeenten
Partners bij de uitvoering: programmabureau LH projectleiders icoonprojecten gebiedscommissies, programmaleider Groene Ruggengraat, Krimpenerwaard, De Venen, gemeenten, onderzoekers, landbouwondernemers, ANV’s, LTO, RIJK (V&W/Financiën)
Betrokkenen die van het Programma op de hoogte moeten zijn (passief): inwoners, recreatieschappen, niet-agrarische bedrijven (bijvoorbeeld horeca), recreanten
Kennis rondom programma delen Overdragen informatie Communiceren resultaten Voortgang laten zien Draagvlak vergroten
Kennis rondom programma delen Overdragen informatie Communiceren resultaten Voortgang laten zien Draagvlak vergroten Overtuigen tot samenwerken Tot uitvoering komen
Kennis rondom programma delen Voortgang laten zien Draagvlak vergroten
Fig: Schematische weergave strategische uitgangspunten, doelgroepen, doelen Kernboodschappen Communicatie wordt ingezet in het licht van de doelen (zie Doelen- Inspanningennetwerk) van het Programma: het effectiever behouden en ontwikkelen van de veenweidengebieden in het Groene 4 Hart en Laag Holland. Provincies zijn zelf verantwoordelijk voor de communicatie gebonden aan de gebiedsprojecten. Voor de communicatie over het programma zijn onderstaande kernboodschappen geformuleerd. De scheidslijn tussen programma- en projectcommunicatie is hierdoor helder.
4
zie ook Voorloper Groene Hart, Visie 2040
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
19
-
Samen uit, samen thuis: Er wordt door de 3 provincies gezamenlijk vervolg gegeven aan de Agenda Westelijke Veenweiden (2004) en de Voorloper (2009) mbt de aanpak van de veenweiden.
-
Samen sterk: Drie provincies gezamenlijk vormen eensgezinde doorzettingskracht (richting rijk en regio’s).
-
Eén geluid: Een gezamenlijke communicatie strategie ondersteunt het bereiken van de doelen op programmaniveau en de projecten.
-
Geen extra bestuurlijke drukte: Het bestaand bestuurlijk en ambtelijk netwerk Groene Hart wordt optimaal ingezet. Er wordt geen nieuwe overlegstructuur opgezet.
-
Risicobeheersing: Risico’s (op projectniveau) kunnen door beheers- en sturingsmaatregelen op programmaniveau worden verminderd of voorkomen.
-
Niet sturen op maatregelen maar sturen op doelen: Gezamenlijke effectmonitoring en evaluatie op doelen op programmaniveau bieden aangrijpingspunten om de besteding van de Nota Ruimte-middelen op projectniveau efficiënter, effectiever en flexibeler te maken.
-
Niet opnieuw het wiel uitvinden: vanuit een gezamenlijk punt worden initiatieven genomen en nieuwe ideeën uitgewerkt. Praktijkinnovaties en (gezamenlijke) onderzoeken versterken de innovatiekracht en dragen bij aan een grotere verspreiding van praktijktoepassingen.
-
Drie weten meer dan één: De uitwisseling van kennis en ervaringen tussen de projecten (projectleiders, medewerkers en betrokken) verbetert de resultaten van de afzonderlijke projecten (kennisdelen, COP).
Inspanningen uitgangspunt communicatiestrategie De inspanningen, zoals in paragraaf 2.2 verwoord, zijn uitgangspunt voor de uitwerking van de communicatiestrategie op programmaniveau zodat gebiedsprojecten gefaciliteerd worden, sturing aan het geheel wordt gegeven en onderlinge samenhang bereikt wordt: Gezamenlijke communicatiestrategie Naast communicatieve activiteiten om de samenhang en samenwerking tussen de direct betrokkenen bij het programma te vergroten, is er ook aandacht voor ‘externe exposure’. Vanuit het programmabureau wordt dit afgestemd met de communicatie op gebiedsniveau (is verantwoordelijkheid van de betreffende provincie). Het netwerk van projectleiders en communicatiebetrokken moet via de kernboodschappen op programmaniveau aangehaakt blijven. De communicatiekalender biedt input voor de communicatie m.b.t. resultaten, voortgang en positionering van het programma Westelijke Veenweiden. Communiceren van de voortgang/resultaten De voortgang van het programma wordt bewaakt en daarmee ook gecommuniceerd om betrokkenen te binden en resultaten zichtbaar te maken. Samenwerking en afstemming met provinciale projectleiders is hierbij noodzakelijk. De bestaande overlegstructuur van het Groene Hart wordt hiervoor benut. Voortgang wordt ook gecommuniceerd via de nieuwsbrief Groene Hart, de website www.groene-hart.nl en het e-bericht (intern). Ten behoeve van programmacommunicatie is het organiseren van een netwerk en daarmee interactie tussen projectleiders en communicatie betrokkenen van de gebiedsprojecten essentieel. De verkregen input spitst zich toe op het vullen van een communicatiekalender. (Interprovinciale) afstemming en samenhang op programmaniveau Om binding met het programma te bevorderen moet afstemming en samenhang gezocht worden tussen de diverse activiteiten binnen het Programma: samenhang tussen gebiedsprojecten tussen de provincies (maatregelen in ene project werken door in ander project), tussen gebiedsprojecten en innovatieprogramma. Dit kan via de bestaande overlegstructuur van het Groene Hart. Ten behoeve van het programma wordt innovatie- en kennisuitwisseling gefaciliteerd: door bijvoorbeeld versnellingskamers, schetsschuit ten behoeve project- en/of provincieoverstijgende knelpunten en thema’s te organiseren. Drie maal per jaar wordt een themadag/workshop voor alle projectleiders van gebiedsprojecten en andere betrokkenen georganiseerd om met elkaar leerervaringen uit te wisselen, gezamenlijke thema’s bij de kop te pakken/door te spreken, enz. Bijvoorbeeld themadag ‘ervaringen onderwaterdrainage tot nu toe’. Verder ad hoc invulling bepalen als er thema’s zijn die verdieping Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
20
vragen. Via de nieuwsbrief Groene Hart, website Groene Hart wordt de samenhang in het programma gecommuniceerd. Lobby voor het Kennis- en Innovatieprogramma Voor deze activiteit zijn geen Nota Ruimte middelen toegekend. Innovatie en kennismanagement zijn belangrijke voorwaarden om de programmadoelen voor de Westelijke Veenweiden dichterbij te brengen dus deze activiteit vraagt communicatieve aandacht. Het innovatie-programma kan het gebiedsproces enorm faciliteren met het leveren van kennis en innovaties die werken. Afstemming met de landbouwvisie / agenda van de 3 provincies moet georganiseerd worden, samen met de provincies/sector moet een innovatie-agenda opgesteld worden, er moet gelobbyed worden voor geld voor innovaties, en er moet een netwerk/platform op WV niveau georganiseerd worden zodat kennisuitwisseling tussen provincies en projecten versneld wordt. Communicatie activiteiten programmaniveau Strategische uitgangspunten programmacommunicatie, kernboodschappen en de inspanningen leiden tot de volgende communicatie inzet vanuit het programma Westelijke Veenweiden.
Betrokkenen (passief)
Overlegstru cturen
x
Website Groene Hart
Partners bij uitvoering
E-bericht GH
x
Nieuwsbrief Groene Hart
Direct betrokkenenniet bestuurlijk
Lobbytrajec t kennis-en innovatie
x
Bestaande communicatiekanalen Groene Hart
Communicatiekalend er WV
Direct betrokkenenbestuurlijk
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Themabijee nkomst (Inhoudelijk ) Factsheet WV
Netwerkdagen/veld bezoeken
Nieuwe communicatiekanalen Westelijke Veenweiden
x
x x
Figuur: Doelgroep- middelenmatrix
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
21
8. FINANCIËN De globale begroting voor de uitvoering van het Programma Westelijke Veenweiden voor 2010-2015 staat samengevat in tabel 1. Hierin staan alleen de kosten voor uitvoering van de programmamanagement-inspanningen die niet gedekt worden door de bemensing en begroting van het Programmabureau Groene Hart. Het betreft dus extra kosten bovenop de bestaande begroting voor Groene Hart. De toelichting op de kosten: 1. Personeel: betreft project-/programmakosten personeel. Personele inzet is nodig voor activiteiten op programmaniveau zoals: coördinatie van gebiedsprojecten (samenhang en afstemming), voortgangsrapportage en –verantwoording richting Stuurgroep en het Rijk, activiteiten tbv het innovatieprogramma, activiteiten tbv stimuleringsprojecten, communicatie over het Programma inclusief persmomenten, divers overleg inclusief voorbereiding (projectleiders, waterschappen, MT, Stuurgroep, directeurenoverleg, overleg met het Rijk) formeel en informeel, onderling leernetwerk opzetten, bijeenkomsten organiseren. Voor al deze activiteiten is inzet nodig. Een deel van de activiteiten kan efficiënt meeliften met activiteiten die ook al plaatsvinden in het kader van het Programmabureau Groene Hart. Dat is met name het geval voor de inzet van de Programmadirecteur en de inzet op gebied van communicatie. 2. Materiële kosten: dit betreft communicatiekosten (gezamenlijke communicatiemiddelen om het Programma in de buitenwereld onder de aandacht te brengen) en algemene kosten (facilitatie- en procesgeld om voldoende als Programma te kunnen functioneren). Het budget voor de communicatie is in deze begroting tot een minimum beperkt. Voor de communicatiemiddelen wordt grotendeels aangesloten bij de middelen die voor het Groene Hart zijn ontwikkeld, zodat daar relatief geringe kosten mee gemoeid zijn. Dit betekent dat daarnaast niet veel gezamenlijke communicatie over Westelijke Veenweide mogelijk is. 3. Algemene kosten: dit zijn kosten die gemaakt worden voor zaalhuur, reis- en verblijfkosten enzovoort. Begroting 2010
LASTEN
Begroting 2011 ev.
Project/programmakosten: personeel
Programmadirecteur: inzet voorzien in begroting PB-GH Programmamanager: Medewerker planning & control: extra inzet bovenop GH Communicatieadviseur: inzet voorzien in begroting PB-GH Projectondersteuning: extra inzet bovenop GH
104.544 23.758
104.544 23.758
19.008 147.310
19.008 147.310
Totaal communicatie Algemene kosten: extra mensen en activiteiten vragen extra kosten
20.000
20.000
Bureaukosten Thema bijeenkomsten Voortgangsrapportage / effectmonitoring (drukkosten boekwerken) Ontwikkeling effectmonitoring: kosten voorzien in PB -GH Totaal algemeen
5.000 10.000
5.000 10.000
15.000
15.000
182.310
182.310
Totaal personeel Communicatiekosten: Drukwerk Website Nieuwsbrief Presentatiemateriaal Relatiebeheer, advertenties ect.
TOTAAL LASTEN
Voorstel is de extra kosten (€ 182.310 voor het jaar 2010) van het Programma te verdelen volgens de verdeelsleutel die ook voor het Programmabureau Groene Hart wordt gehanteerd: 40% Provincie Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
22
Zuid-Holland, 40% Provincie Utrecht en 20% Provincie Noord-Holland. Dit betekent de volgende kosten op jaarbasis: Provincie Zuid-Holland Provincie Utrecht Provincie Noord-Holland
2010 72.924 72.924 36.462
2011 72.924 72.924 36.462
2012 72.924 72.924 36.462
Begroting Op basis van de begroting Westelijke Veenweiden 2010-2015 wordt jaarlijks een financiële rapportage opgesteld door het programmabureau GH. De provincies dragen jaarlijks bij volgens de verdeelsleutel 40-40-20%.
9. VERVOLG Het onderhavige Programmaplan wordt op 9 februari in MT en 18 februari 2010 in de Stuurgroep Groene Hart geagendeerd. De uitvoering van het Programma start formeel na vaststelling van het Programmaplan door GS van de 3 GH provincies. De programmadirecteur cq. het Programmabureau Groene Hart krijgt opdracht om vooruitlopend op de GS besluitvorming te starten met de uitvoering van het Programma. De programmadirecteur Groene Hart is verantwoordelijk voor de uitvoering van het voorliggende Programmaplan.
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
23
BIJLAGE 1 Nadere toelichting problematiek Westelijke Veenweiden In de Westelijke Veenweiden speelt een problematiek waar bodemdaling, waterhuishouding, landbouw-economie, ecologische en ruimtelijke ordening met elkaar vervlochten zijn. Dit is in het bijzonder zichtbaar bij landbouw i.r.t. het waterbeheer. De ruimtelijke druk op het landschap is groot. De Randstad ontleent de kwaliteit van haar vestigingsklimaat juist aan dit groene open landschap en er is een grote vraag naar recreatie. Samenvattend zijn de volgende problemen zijn in de Westelijke Veenweiden aan de orde: - de complexiteit van de waterhuishouding is toegenomen (hoogteverschillen, peilaanpassingen, versnippering peilvakken) - de risico’s van wateroverlast in de laaggelegen landbouwgebieden neemt toe - de risico’s van verdroging van de hooggelegen natte natuurgebieden neemt toe - de economische rentabiliteit van het agrarisch grondgebruik verslechterd - de ruimtelijke kwaliteiten van het oorspronkelijke cultuurlandschap verandert de klimaatverandering versterkt de problematiek De Veenweideproblematiek is niet gebonden aan één sector of belang. Meerdere belangen zijn gelijkertijd en in een zelfde gebied aan de orde, hetgeen leidt tot de volgende dilemma’s: Landbouw vs natuur (drooglegging vs vernatting, laaggelegen vs hooggelegen tov NAP) Recreatie vs landbouw (toegankelijkheid vs veerkracht bodem) Recreatie vs natuur (waterrecreatie vs verstoring natuur) Landschap vs ruimtelijke veranderingen (open agrarisch veenweidegebied vs moerasnatuur en bebouwing) Beheerskosten vs eigenaarbelangen (robuuste watersystemen vs gedetailleerde waterpeilbesluiten) Veiligheid vs bodemgebruik (wonen, landbouw, natuur in risicogebieden voor overstromingen en calamiteitenberging) Waterbeschikbaarheid vs bodemgebruik (droge en natte periodes irt landbouwkundig gebruik, natuurdoeltypen en paalrot in funderingen)
(Illustratie Bosch Slabbers)
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
24
BIJLAGE 2 kaart met indicatieve ligging Westelijke Veenweiden en gebiedsprojecten
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
25
BIJLAGE 3: Programmering uitvoering gebiedsprojecten Westelijke Veenweiden
KRIMPENERWAARD (INCLUSIEF VERSNELLINGSPROJECT): Mijlpalen NR Gebiedsproces perspectiefvol gestart Bestuurlijk akkoord
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
Acties NR programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning besluit GS vaststellen gebiedsovereenkomst of uitvoeringscontract (inclusief begroting gebiedsplan) Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten, subsidiebeschikkingen Subsidiebeschikkingen oa ILG (jaarlijks) Inrichtingsplan Watergebiedplan Gecoördineerd bestemmingsplan Inpassingsplan Ouderkerk Onteigeningsbesluit…. (aanleg)vergunning etc
In Uitvoering Dit is op maatregel niveau
Aankoop EHS in ha Agrarisch gebied beschermen tegen bodemdaling in ha Agrarisch gebied aanpassen op vernatting Boerderij verplaatsingen (niet strikt NR) Duurzaam ingepaste wegen in km Aanleg OWD in ha (onderdeel van bodemdalingsmaatregelen) Aanleg gemaal Aanleg faunapassages oa robuuste. N207
2005-2009
NR-aanvraag obv Businesscase vastgesteld in 2009 Gebiedscontracten Zie programmaplan Krimpenerwaard
2010
2011
2012
2013
------------
390 ha
--------
--------
------------
650 ha
--------
---------------------------------
---------------------------------------------
150 ha 17 2 km 650 ha
-------- -------- -------- --------
---------------
-----------------------
1 1
-------- --------
2014
2015 >
Deelgebieden EHS Idem Idem
Ontwerpplan Dec 2009 Maart 2010 PM
--------
--------
------------
Oplevering Bodemdaling remmen: totaal 650 ha + 150 ha + 2 km; € 4,975 miljoen; Watermaatregelen: totaal 375 ha + aanleg gemaal en faunapassage: € 6,175 miljoen; Grondverwerving EHS: totaal 893 ha verworven tot 1-1-2009 nog 898 ha te gaan tot 2013: NB 390 ha versnellen: NR € 7,85 miljoen; NB ca 19 miljoen = investeringsbijdrage + bijdrage in staart/proceskosten uitvoeringsprojecten
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
26
NIEUWKOOPSE PLASSEN Mijlpalen
Acties
Gebiedsproces perspectiefvol gestart
programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning besluit GS
Bestuurlijk akkoord
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
vaststellen uitvoeringsconvenant Noordse Buurt en financiële paragraaf (14,3 milj NR) Vaststellen uitvoeringsopdracht Meijegraslanden Vaststellen uitvoeringscontract Achtienhoven (hoogwatervoorziening 125.000 NR) Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten, subsidiebeschikkingen Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks)
2005-2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015 e.v.
NR-aanvraag obv Businesscase vastgesteld Nov 09
Inrichtingsplan
-----------
peilbesluit/Watergebiedplan bestemmingsplan/verordening (aanleg)vergunning etc In Uitvoering Dit is op maatregel niveau
Aankoop en saneren glas in ha
--------
-----------
135 ha
--------
Boerderij verplaatsingen, versnelde aankoop en peilaanpassingen in agrarisch gebied Aanleg OWD en kavelpaden in ha Aanleg robuuste natuur Aanleg bufferzone Aanleg defosfatering/sluizen/waterscheidingen hoogwatervoorziening Reguleren onderbemalingen e.d.
--------
-----------
175ha
--------
-----------------------------
----------------------------------------
125 ha 250 ha 2 km #
-------- -------- -------- --------
--------
-----------
500 ha
--------
Oplevering
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
27
GOUWE WIERICKE Mijlpalen
Acties
Gebiedsproces perspectiefvol gestart
programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning besluit GS
Bestuurlijk akkoord
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
vaststellen Veenweideconvenant Gouwe Wiericke Vaststellen uitvoeringscontract Reeuwijkse Plassen, Reeuwijk West Vaststellen uitvoeringssubsidies Rijnland & HDSR Vaststellen uitvoeringscontract Venster Bodegraven-Woerden Inrichtingsopdracht 295 ha natte natuur Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten, subsidiebeschikkingen Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks)
2005-2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015 e.v.
NR-aanvraag obv Businesscase vastgesteld Dec 09
Inrichtingsplan
------------
peilbesluit/Watergebiedplan bestemmingsplan/verordening (aanleg)vergunning etc In Uitvoering
Dit is op maatregel niveau Aanleg natte natuur in ha Boerderij verplaatsingen, versnelde aankoop en peilaanpassingen in agrarisch gebied Beschermen agrarisch gebied Rijnland tegen bodemdaling in ha Incl koppelen met Groene Ruggengraat Beschermen agrarisch gebied tegen bodemdaling HDSR in ha Aanleg OWD en kavelpaden in ha Aanleg natuurvriendelijke oevers
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
---------------
-----------------------
295 ha 175ha
-------- --------
--------
------------
1100 ha
--------
--------
------------
1850 ha
--------
---------------
-----------------------
1050 ha 105 km
-------- --------
28
Aanleg ecolo. onderdoorgang Oostpolder Duurzame inrichting polder Bloemendaal Saneren in ha Aanleg waterberging, helofytenfilter, waterpoelen
---------------
-----------------------
1 14,8 ha
-------- --------
--------
------------
#
--------
Oplevering
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
29
MAARSSEVEEN-WESTBROEK Mijlpalen
Acties
2005-2009
Gebiedsproces perspectiefvol gestart
programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning besluit GS vaststellen gebiedsovereenkomst of uitvoeringscontract (inclusief begroting gebiedsplan) Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks) Inrichtingsplan
NR-opgave nog niet in programma opgenomen
Bestuurlijk akkoord
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
2010
2011
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
2015 e.v.
Jan 2011 2011 - 2014 Jun 2011 Mei 2012 Sep 2012 p.m.
Onteigeningsbesluit…. (aanleg)vergunning etc
Oplevering
2014
Sep 2010
bestemmingsplan/verordening
Aankoop in ha (geheel en afkoop partiele grondwaarde) Boerderij verplaatsing Baggeren in m3/verbreden hoofdwatergang Aanleg sluis/gemaal e.d. Maatregelen lintbebouwing Aanleg NVO Samenvoegen peilvakken Natuurinrichting (Taartpunt)
2013
in 2009
peilbesluit/Watergebiedplan
In Uitvoering Dit is op maatregel niveau
2012
<------<------<------<------<------<-------
<-------
320 ha
------
----->
<-------------------------------------
-----7.600 1 130 3.000 1 45 ha
1 -------------------------------
-----> -----> -----> -----> -----> -----> -----> 2015
30
ZEGVELD-NOORD Mijlpalen
Acties
2005-2009
Gebiedsproces perspectiefvol gestart
programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning besluit GS vaststellen gebiedsovereenkomst of uitvoeringscontract (inclusief begroting gebiedsplan) Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten, subsidiebeschikkingen Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks) Inrichtingsplan
NR-opgave nog niet in programma opgenomen
Bestuurlijk akkoord
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
2010
2011
2013
Sept. 2010 2011 - 2014 Mrt 2011 Jun 2012 Okt 2012 p.m.
Onteigeningsbesluit…. (aanleg)vergunning etc Aankoop in ha (+ kavelruil)
<-------
------
850 ha
Boerderij verplaatsing Aanleg OWD in ha Aanleg hoofdwatergang + NVO Aanleg sluis/gemaal e.d. Opheffen onderbemalingen e.d.
<----<------<------<-------
<----320 ha ----------------
----------3.700 11 300
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
2015 e.v.
mei 2010
bestemmingsplan/verordening
Oplevering
2014
in 2009
peilbesluit/Watergebiedplan
In Uitvoering Dit is op maatregel niveau
2012
-----4
-----> ----------------
-----> -----> -----> -----> -----> 2015
31
ZEGVELD – PORTENGEN VERSNELLINGSPROJECT Mijlpalen
Acties
2005-2009
Gebiedsproces perspectiefvol gestart
programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning besluit GS vaststellen gebiedsovereenkomst of uitvoeringscontract (inclusief begroting gebiedsplan) Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks)
Watergebiedsplannen 2006;
Bestuurlijk akkoord
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
In Uitvoering (op maatregel niveau)
Opheffen onderbemalingen Beperking peilvakken Aanpassing peilbeheer lintbebouwing aanleg natuur en ecologische verbindingszones (km NVO) Aanleg sluis/gemaal e.d. Opheffen onderbemalingen e.d.
Oplevering
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
2011
2012
2013
2014
2015 e.v.
in 2008 overeenkomst provwaterschappen: dec 2009 jan 2010 Programma-overeenkomst (prov- waterschappen): dec 2009 Uitvoering: 2011 - 2012 n.v.t.
Inrichtingsplan peilbesluit/Watergebiedplan bestemmingsplan/verordening Onteigeningsbesluit…. (aanleg)vergunning etc
2010
WGP: 2006 n.v.t. n.v.t. X
X
X
X 5 4
5
X 5 6
X
1 X
X X
32
GROOT WILNIS - VINKEVEEN Mijlpalen
Acties
2005-2009
Gebiedsproces perspectiefvol gestart
programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning
Bestuurlijk akkoord
besluit GS vaststellen gebiedsovereenkomst of uitvoeringscontract (inclusief begroting gebiedsplan) Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks) Inrichtingsplan
Contouren en financieel kader NR-opgave in concept-convenant GWV opgenomen in 2009 Dec 2009 (formalisering bestuurlijk akkoord)
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
In Uitvoering (op maatregel niveau)
2010
Oplevering
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
2012
2013
2014
2015 e.v.
Feb 2010 2010 - 2014 Nov 2010 (Demmerik)
peilbesluit/Watergebiedplan bestemmingsplan/verordening Onteigeningsbesluit…. (aanleg)vergunning etc Aankoop in ha (+ kavelruil) Boerderij verplaatsing Aanleg OWD in ha Inrichten natuur Aanleg sluis/gemaal e.d. kwaliteitsbaggeren Aanleg NVO Wandel– en fietspaden
2011
X (overige) X sep 2012 p.m.
<------<-------
<------<-------
<-------
------
800 ha
------
----->
----------<------<-----------<------------
6 235 ha ----------470.000 m3 -----5.000
----------230 ha 1 -----35.000 ------
------
----->
-----> ---------------------
-----> -----> -----> ----->
-----> 2015
33
WORMER- EN JISPERWATER VERSNELLINGSPROJECT: Mijlpalen NR Gebiedsproces perspectiefvol gestart Bestuurlijk akkoord Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
Acties NR Uitvoeringsprogramma vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning besluit GS Samenwerkingsovereenkomst Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten, subsidiebeschikkingen Subsidiebeschikking ILG
2005-2009 2009
Inventarisatie 650 ha grasland en opstellen opknapplan Oplevering Recreatieplan Oplevering Baggerplan Start aanvragen ontheffingen Ontheffingen gereed
Najaar 2009
Oktober 2009 November 2009 X
Herinrichting 250 ha waterbodem: - Baggeren blok 1, 2 en 3 - Baggeren blok 4 en 5 Automatiseren inlaat Onderzoek en Monitoring Praktijkproef afdekken bodem met zand Praktijkproef onderwaterdrainage Uitvoeren opknapplan graslanden Uitvoeren recreatieplan Aansluiten riolering Inrichten depots Ontmantelen depots
X X
2011
2012
X X
X X
2013
2014
750 ha
---
-------50 ha
--- -- --
2015 >
Februari 2010
Mei 2010 Juni 2010 Zomer 2010 Zomer 2011 X
Aanbesteding baggerwerk Aanbesteding graslanden Aanbesteding recreatieplan Bodemonderzoek en Flora en fauna scan In Uitvoering Dit is op maatregel niveau
2010
X X Voorjaar 2010 Gereed 2009 ---2008 --
November 2009
-----
----X
----------630 ha ------
-----
-------------- --
X X
Oplevering
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
34
KALVERPOLDER Mijlpalen
Acties
2005-2009
Gebiedsproces perspectiefvol gestart
programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (gemeente Zaanstad), inclusief begroting en
Koersdocumen t Inrichting & Beheer Kalverpolder (dec 2008), Businesscase Kalverpolder (mrt 2009)
besluit GS, college Zaanstad en DB/AB Waterschap: vaststellen Koersdocument
2009
besluiten Stuurgroep nlLH, gebiedscommissie ILG-LH Vaststelling Uitwerkingsplan Kalverpolder Samenwerkingsovereenkomst uitwerking maatregelen Kalverpolder
2009
planning
Bestuurlijk akkoord
2010
2011
2012
2013
2014
2015 e.v.
x
x
x
x
x
x x
x
Ondertekening Samenwerkingsoveree n-komst Kalverpolder 1ste kwartaal
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
Vaststellen begroting in Uitwerkingsplan Kalverpolder Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks)
2de of 3de kwartaal 4e kwartaal
X x
Inrichtingsplan peilbesluit/Watergebiedplan natuurgebiedplan bestemmingsplan/verordening
Uitvoering
Start uitvoering Kwaliteitsbaggerenen (75.000 m3)
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
35
Samenvoegen ca 30 onderbemalingen tot 1 of 2 blokbemalingen Onderwaterdrainage Inunderen ca 5 ha grasland Vernatten 4 percelen met duikers Aanleg 4 paaiplaatsen voor vissen Plaggen 5 ha grasland Aanleg 8 nieuwe verbindingen (bruggen of dammen) oplevering
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
x
x
x x x x x x
x
36
WESTZAAN Mijlpalen
Acties
2005-2009
Gebiedsproces perspectiefvol gestart
Programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning
Businesscase Westzaan (2009)
Bestuurlijk akkoord
Instemming intentieovereenkomst (SG + partijen) Instemming uitvoeringscontract (SG + partijen), met als onderleggers o.a. def. begroting, def. aanvoertracé, baggerplan, monitoringplan, waterscheiding- en -besturingsplan, grondverwervingplan, EBO. Vaststellen begroting en afspraken iz. risico’s in uitvoeringscontract Financiële verplichtingen opgenomen in begroting provincie en andere partijen.
Financieel verplicht:
Tussenstap (Planologische) Procedures
2012
2013
2014
2015 e.v.
Grondaankopen (leiding- en sloottrace) Bestek opstellen en aanbesteden Baggeren (m3) Aanleg aanvoertracé (al dan niet gecombineerd met dijkverzwaring) 1 gemaal aanpassen, 1 nieuw gemaal bouwen
Oplevering
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
2011
X X
X X
X
X
X
X
X X X
X X X
-----
-----
----
---
--1
---- 1
X X (go / no go)
X X
Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks) Eventuele MER en passende beoordeling Eventueel peilbesluit Bestemmingsplan + vergunningen Overige vergunningen en besluiten (o.a. keurontheffing, evt. projectbesluit Waterwet, vergunning RWS NH)
Uitvoering
2010
X
X
--- X
X
37
ZEEVANG Mijlpalen Gebiedsproces perspectiefvol gestart
Bestuurlijk akkoord
Financieel verplicht:
Tussenstap (planologische) procedures
Uitvoering
Acties programma/projectplan vastgesteld door opdrachtgever/regie (provincie), inclusief begroting en planning - plan van aanpak opstellen - intentieovereenkomst opstellen - maatregelen technisch uitwerken tot uitvoeringsplan - opstellen grondruil- en grondaankoopplan - opstellen uitvoeringsovereenkomst besluit GS besluiten Stuurgroep, gebiedscommissie vaststellen gebiedsovereenkomst of – convenant besluit DB/AB Waterschap uitvoeringscontract Vaststellen begroting gebiedsplan Financiële verplichtingen opgenomen in begroting Provincie, resp waterschap, resp gemeenten Subsidiebeschikkingen ILG e.d. (jaarlijks) Inrichtingsplan peilbesluit/Watergebiedplan natuurgebiedplan bestemmingsplan/verordening Aankoop in ha Boerderij verplaatsing Aanleg OWD in ha Baggeren in m3 Aanleg sluis/gemaal e.d. Opheffen onderbemalingen e.d.
Oplevering
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
2005-2009 X
2010 X
2011 X
2012
2013
2014
x x
X
X
X 465 ha 3 -- 340 250.000
-- -- -- -----
----
------
465 ha
---
2015 e.v.
in 2009 X X X X X X x X
x x
X x
x ------
-----------
1
X
38
BIJLAGE 4: Systeemplaat Westelijke Veenweiden
Programmaplan Aanpak Westelijke Veenweiden Versie op 10 februari 2010
39