Auteurs Hilde Laga Hoofddocent KULeuven Advocaat Laga & Philippe
Onderwerp Dit is een uittreksel uit het boek: Titel: Onderneming en effecten Jaar: 2001 Auteurs: S. Beyaert, C. Croes, B. Du Laing, Ph. Ernst, K. Geens, A. Haelterman, D. Herbosch, H. Laga, V. Lietaer, I. Peeters, B. Tilleman, C. Van Der Vorst ISBN: 90 5751 440 0 Volume: 498 p. Prijs: 109,99 EUR Uitgeverij: Die Keure http://www.diekeure.be
Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M& D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud. © M&D Seminars - 1 februari 2003
M&D CONSULT BVBA HUBERT-FRERE-ORBANLAAN 47 – 9000 GENT TEL 09/224 31 46 – FAX 09/225 32 17 – E-mail:
[email protected] – www.mdseminars.be
EIGENDOMSBETWISTINGEN BIJ AANDELEN
§ 3. EIGENDOMSOVERDRACHT, BEWIJS EN TEGENWERPELIJKHEID I. Aandelen op naam A. Eigendomsoverdracht 12. In het algemeen wordt er een onderscheid gemaakt tussen overdrachten ten bezwarende titel en overdrachten ten kosteloze titel. Hierna wordt dit onderscheid gemaakt aan de hand van de prototypes van elk van deze twee soort overdrachten, met name de koop-verkoop en de schenking. Zoals gezegd, is een aandeel op naam een onlichamelijk recht. Overeenkomstig artikel 1138 B.W. gebeurt de overdracht van onlichamelijke rechten tussen partijen in beginsel door louter wilsovereenstemming. Een letterlijke lezing van artikel 504, 1° lid W. Venn. (oud artikel 43, 3° lid Venn. W.) waarbij gesteld wordt dat de overdracht van aandelen op naam “geschiedt” door een verklaring van de overdracht, ingeschreven in het aandelenregister is dan ook te verwerpen. Het Hof van Beroep te Brussel oordeelde terecht dat de inschrijving als eigenaar van aandelen in het aandelenregister geen volkomen titel is (un titre en lui-même), maar niets meer dan een bewijsmiddel (33). De koop-verkoop van aandelen op naam is immers voltrokken tussen partijen zodra er een overeenkomst is omtrent de zaak en de prijs, hoewel de zaak nog niet geleverd en de prijs nog niet betaald is (artikel 1583 B.W.). De schenking van aandelen op naam dient daarentegen bij authentieke akte te gebeuren, aangezien de schenking in ons recht een plechtig contract is (34). In tegenstelling tot aandelen aan toonder zijn zij geenszins vatbaar voor een handgift, aangezien een handgift van onlichamelijke roerende goederen slechts mogelijk is voorzover het recht geïncorporeerd is in de titel (35). Een schenking kan evenmin gebeuren door een loutere overboeking van aandelen op naam in het aandelenregister (36). Artikel 931 B.W. moet op straffe van nietigheid worden nageleefd (37). Zolang de schenker leeft, is deze nietigheid absoluut (artikel 1339 B.W.). De nietigheid kan derhalve door alle belanghebbende, zoals bijvoorbeeld de vennootschap en de medevennoten, ingeroepen worden en zelfs ambtshalve door de rechter (38). __________ (33) Brussel 24 juni 1981, Rev. prat. soc. 1981, 215, nr. 615. (34) H. DE PAGE, Traité de droit civil belge, t. VIII, Brussel, Bruylant, 1944, 542, nr. 435 e.v. (35) Gent 4 oktober 1995, T.R.V. 1996, 122, noot J. BYTTEBIER; Rb. Brussel 3 januari 1986, Rec. gén. enr. not. 1989, 395; T. L’HOMME, “Donation d’actions nominatives et de parts de sociétés”, Rec. gén. enr. not. 1994, 138, nr. 3. (36) Zie bijvoorbeeld: Rb. Brussel 3 januari 1986, Rec. gén. enr. not. 1989, 395. (37) Gent 22 mei 1997, T.R.V. 1997, 500-501, met noot; Luik 13 oktober 1997, J.L.M.B. 1998, 257, met noot S. NUDELHOLE; In verband met de vroegere discussie rond dit punt: J. RONSE, “Overzicht van Rechtspraak – Vennootschappen (1968-1977)”, T.P.R. 1978, 860 e.v., nr. 253 e.v. (38) Luik 13 oktober 1997, J.L.M.B. 1998, 257 met noot S. NUDELHOLE.
473
EIGENDOMSBETWISTINGEN BIJ AANDELEN
B. Bewijs 13. De Rechtbank van Eerste Aanleg van Veurne herhaalde recent nog dat het bewijs van een aandelenoverdracht niet door het vennootschapsrecht, maar door het verbintenissenrecht wordt beheerst (39). Zo kan het bewijs van het bestaan van een koop-verkoopovereenkomst bijvoorbeeld worden geleverd aan de hand van twee gefotokopieerde kwijtingen. Dat deze stukken enkel werden ondertekend door de overdrager, belette volgens de Rechtbank van Koophandel te Tongeren niet dat ze voldoen aan de vereisten van artikel 1325 B.W. Ze betreffen immers geen wederzijdse verbintenis, maar enkel een kwijting van gedane betaling, waarbij alleen de ontvanger die bevestigt (40). Indien de overdragers hun geschrift of handtekening op deze onderhandse akten wilden ontkennen, dan moesten zij daartoe een tussenvordering tot schriftonderzoek instellen. Bij gebreke daarvan wordt geen afbreuk gedaan aan de bewijskracht van de desbetreffende stukken. Met betrekking tot de schenking van aandelen op naam, die noodzakelijk in de vorm van een authentieke akte worden opgemaakt, zullen er dientengevolge weinig bewijsproblemen ontstaan. Uit artikel 465, eerste lid W. Venn. (oud artikel 43, eerste lid Venn.W.), voor wat de N.V. betreft, en uit artikel 235 W.Venn., voor wat de B.V.B.A. betreft, zou dan ook ten onrechte afgeleid kunnen worden dat de eigendom van het aandeel op naam wordt “bewezen” door de inschrijving van het aandelenregister. Deze inschrijving is echter niets meer dan een bewijsmiddel, en zelfs geen exclusief bewijsmiddel, zodat de hoedanigheid van aandeelhouder ook met andere middelen van gemeen recht kan bewezen worden (41). Zo kan een verkoper het vonnis dat de verkoop van zijn aandelen nietig verklaart, aanwenden tegen het aandelenregister, dat reeds de koper als eigenaar vermeldt. Hij kan met andere woorden zijn eigendomsrecht op aandelen bewijzen door de nietigverklaring van de verkoop van zijn aandelen in te roepen (42). De inschrijving als eigenaar in het aandelenregister is een begin van bewijs door geschrift (artikel 1347 B.W.), hetwelk aangevuld met getuigen en vermoedens, een volkomen bewijs is. Men noemt een begin van bewijs door geschrift elke geschreven akte die uitgaat van degene tegen wie de vordering ingesteld wordt (of van zijn ver__________ (39) Rb. Veurne 18 december 1997, V & F 1998, 149; zie ook: P. VAN OMMESLAGHE, en X. DIEUX, “Examen de Jurisprudence - Les sociétés commerciales (1979-1990)”, R.C.J.B. 1993, 689, nr. 90: “(…) Faute de mention de la cession dans le registre, la preuve de cet échange de consentements doit se faire entre parties non commerçants en respectant les articles 1341, 1347 et 1348 du Code civil.” (40) Kh. Tongeren 16 november 1989, T.R.V. 1990, 263-265, met noot. (41) Cass. 21 april 1983, Rev. prat. soc. 1983, 233; Brussel 24 juni 1981, Rev. prat. soc. 1981, nr. 6151, 215; Kh. Namen 22 februari 1990, Rev. prat. soc. 1990, 125; Kort. Ged. Kh. Gent 23 januari 1997, T.G.R. 1997, 172; J. VAN RYN en J. HEENEN, Principes de droit commercial, t. III, Brussel, Bruylant, 1981, 129, nr. 135. (42) Rb. Brussel 15 juni 1995, T.R.V. 1996, 407 e.v.
474
EIGENDOMSBETWISTINGEN BIJ AANDELEN
tegenwoordiger) en waardoor het beweerde feit waarschijnlijk wordt gemaakt (43). De geschriften bedoeld in artikel 1347 B.W. moeten in de meest brede zin worden opgevat: het kan over om het even welk document in om het even welke geschreven vorm gaan (44). Niets sluit uit dat het om een aandelenregister kan gaan. De tweede vereiste dat het geschrift moet uitgaan van degene tegen wie men het inroept of dat de inhoud ervan zich door die persoon moet zijn toegeëigend, wordt eveneens ruim toegepast. Strikt genomen is het zelfs niet vereist dat degene tegen wie men het geschrift wil inroepen, het heeft ondertekend (45). Ten slotte dient de inhoud van het geschrift het beweerde feit waarschijnlijk te maken. Waarschijnlijkheid betekent dat het feit, door het geschrift, een schijn van waarachtigheid krijgt (46). In een N.V. en een B.V.B.A. kunnen van de inschrijving in het register certificaten worden afgegeven aan de aandeelhouders (artikel 465, 2° lid W. Venn. en artikel 235, 2° lid W. Venn.). Een certificaat is in geen enkel geval een waardepapier waarin een recht zou belichaamd zijn en waardoor de houder gelegitimeerd wordt in de uitoefening en de overdracht van zijn rechten (47). Ingevolge artikel 372 W. Venn. (oud artikel 156 Venn. W.) kan ook een aandeelhouder van een C.V.B.A. een afschrift van deze inschrijving in het aandelenregister vragen. Deze afschriften kunnen evenwel niet als bewijs tegen de vermeldingen in het register gebruikt worden. Ten hoogste zou het als begin van schriftelijk bewijs kunnen gelden indien het aandelenregister slecht gehouden of vernietigd werd (48). Voor wat de C.V.B.A. betreft, bepaalt artikel 368 W. Venn. (oud artikel 148 Venn. W.) dat de toetreding en uittreding (49) van vennoten eerst gelden vanaf de datum van inschrijving van de desbetreffende gebeurtenis in het aandelenregister overeenkomstig artikel 357 W. Venn. (oud artikel 147 Venn.W.). De inschrijving in het register is het uitsluitend bewijsmiddel van het lidmaatschapsrecht van een vennoot die niet als vennoot in de oprichtingsakte vermeld staat (50).
__________ (43) Artikel 1347, tweede lid B.W. (44) H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, t. III, Brussel, Bruylant, 1942, 875, nr. 892. (45) Luik 3 maart 1998, R.R.D. 1998, 283. (46) Cass. 24 mei 1962, Pas. 1962, I, 1078; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, t. III, Brussel, Bruylant, 1942, 881, nr. 895. (47) J. VAN RYN en J. HEENEN, Principes de droit commercial, t. III, Brussel, Bruylant, 1981, 131, nr. 138. (48) A. VAN HULLE en K. VAN HULLE, De coöperatieve vennootschap, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1996, 227, nr. 300. (49) Uitgezonderd in het geval van artikel 369, tweede lid W.Venn. (50) Cass. 12 november 1903, Pas. 1904, I, 47; Brussel 25 juni 1941, Rev. prat. soc. 1948, 32; Kh. Doornik 25 april 1961, Rev. prat. soc. 1962, 169. De doctrine is evenwel een andere mening toegedaan: J. ’T KINT en M. GODIN, Les sociétés coopératives, Brussel, Larcier, 1968, 103, nr. 238; Ch. RESTEAU, Traité des sociétés coopératives, Brussel, Lacier, 1936, 139, nr. 136; Zie ook: Th. DELAHAYE, La société coopérative à responsabilité illimitée en droit commercial belge, Brussel, Bruylant, 1994, 101, nr. 147. Deze betwisting is thans gedeeltelijk voorbijgestreefd aangezien de bewijskracht sinds de Wet van 20 juli 1991 in de praktijk verlegd werd naar de bewijskrachtige documenten op basis waarvan men de inschrijving doet.
475
EIGENDOMSBETWISTINGEN BIJ AANDELEN
Met betrekking tot de B.V.B.A. bepaalt het nieuwe Wetboek van Vennootschappen dat het aandelenregister in twee delen kan gesplitst worden, m.n.: een eerste deel dat bewaard wordt op de maatschappelijke zetel en een tweede deel dat buiten de vennootschap kan berusten (artikel 234 W. Venn.). Deze mogelijkheid was in de oude Vennootschappenwet enkel voorzien voor de registers van de obligatiehouders. Voor wat de C.V.B.A. betreft is het nieuwe artikel 358 W.Venn. een herformulering van het oude artikel 147, laatste lid Venn.W. en het oude artikel 43bis Venn.W. Artikel 358 W.Venn. maakt een einde aan het verschil tussen de Nederlandse en de Franse tekst van het oude artikel 147, laatste lid Venn.W. over de mogelijkheid om een deel van het register in het buitenland te bewaren. C. Tegenwerpelijkheid 14. Aangezien aandelen op naam onlichamelijke rechten zijn, dienen bij overdrachten ervan de tegenwerpelijkheidsformaliteiten van artikel 1690 B.W. nageleefd te worden. Dit betekent dat de overdracht van aandelen op naam aan derden tegenwerpelijk wordt gemaakt door het louter sluiten van de overeenkomst. Ten aanzien van de vennootschap wordt de overdracht tegenwerpelijk gemaakt, vanaf het ogenblik dat zij aan de vennootschap ter kennis werd gebracht of door haar werd erkend. Volgens artikel 504 W. Venn. (oud artikel 43, 3° lid Venn. W.) kunnen deze formaliteiten – voor wat de N.V. betreft – vervangen worden door een inschrijving van de overdracht in een aandelenregister. Voor de B.V.B.A. en de C.V.B.A. verwijzen artikel 250 W. Venn. (oud artikel 125 Venn. W.) respectievelijk artikel 365 W.Venn. niet uitdrukkelijk naar artikel 1690 B.W. Toch oordeelde de rechtbank van koophandel te Gent dat een overdracht door de B.V.B.A. moet worden erkend, indien zij haar is betekend overeenkomstig artikel 1690 B.W. (51). Tegenwerpelijkheidsformaliteiten beogen niet de bescherming van de contractspartijen maar wel die van derden. Deze zijn echter slechts beschermenswaard wanneer ze te goeder trouw zijn, m.a.w. wanneer ze de werkelijkheid niet kenden op het ogenblik dat ze daar belang bij hadden. Derden te kwader trouw hoeven dus geen bescherming (52). In die zin belet volgens de Rechtbank van Koophandel te Gent een onvolledig ingeschreven aandelenoverdracht (het ontbreken van de dagtekening en de handtekening van de overnemer) niet dat er wel een tegenwerpelijke overdracht plaatsvond wanneer de overnemer steeds werd uitgenodigd tot de algemene vergadering en dividenden kon innen (53). In die omstandigheden konden noch de vennootschap noch de overige aandeelhouders zich beroepen op het gebrek aan inschrijving in het aandelenregister. De formaliteiten van artikel 504, 1° lid W. Venn. moeten dus met de nodige soepelheid worden toegepast. __________ (51) Kh. Gent 5 januari 1989, T.R.V. 1992, 554. (52) H. LAGA, Statuten, statutenwijziging en reglement van inwendige orde getoetst aan algemene beginselen van contractenrecht – een toepassing op de coöperatieve vennootschap, proefschrift, 1991, 287. (53) Kh. Gent 18 oktober 1993, T.G.R. 1994, 13.
476
EIGENDOMSBETWISTINGEN BIJ AANDELEN
De vennootschap kan bovendien stilzwijgend of uitdrukkelijk aan de inschrijving in het aandelenregister verzaken (54). De artikelen 504 en 250 W. Venn. zijn immers niet van openbare orde. Zij beogen enkel de bescherming van de belangen van derden en van de vennootschap, en raken niet aan de essentiële economische en morele belangen van de Staat of van de gemeenschap (55). Het Hof van Beroep te Luik oordeelde dat de inschrijving ernstig moet gebeuren: gedateerd en geschreven in onuitwisbare inkt, dus niet in potlood (56). Het aandelenregister kan geen losbladig boek zijn (57). De functie van het aandelenregister ten aanzien van de vennootschap werd evenwel uitgehold door de versoepeling van artikel 1690 B.W. bij de Wet van 6 juli 1994. In het oude artikel 1690 B.W. kwam de tegenwerpelijkheid van de overdracht ten aanzien van de schuldenaar en ten aanzien van derden slechts tot stand door een betekening of een aanvaarding van de schuldenaar bij authentieke akte. Bijgevolg was een inschrijving in het aandelenregister een eenvoudiger formaliteit. Met het nieuwe artikel 1690 B.W. werd de aandelenoverdracht tegenwerpelijk aan derden door het loutere sluiten van de overeenkomst, en aan de vennootschap, gelijk te stellen met de gecedeerde schuldenaar, door ofwel een (vormvrije) kennisgeving van de overdracht, ofwel doordat zij de overdracht erkent, ofwel door de inschrijving in het aandelenregister. Aangezien de tegenwerpelijkheid aan de vennootschap eerder door middel van een (vormvrije) kennisgeving dan door een inschrijving in het aandelenregister zal gebeuren, menen BLUMBERG en VAN LANCKER dat het register een onbetrouwbaar instrument van vaststelling van het eigendomsrecht is geworden. Zij geven de raad aan overnemers om aan de raad van bestuur een verklaring te vragen dat de vennootschap geen kennisgeving heeft ontvangen van een overdracht en evenmin dergelijke overdrachten heeft erkend (58). II. Aandelen aan toonder A. Eigendomsoverdracht 15. Aandelen aan toonder zijn lichamelijke roerende rechten. Overeenkomstig artikel 1138 B.W. gebeurt de overdracht van lichamelijke rechten tussen partijen
__________ (54) Brussel 28 juni 1995, A.J.T. 1996-97, 360-366 met noot M. DALLE: Hoewel de eigendomstitel van de erfgenamen bij gebreke aan inschrijving in het vennootschapsregister, inderdaad niet tegenstelbaar was aan de vennootschap, besliste het Hof van Beroep te Brussel toch dat de algemene vergadering haar bevoegdheid tot de niet-toelating van de erfgenamen tot de algemene vergadering had misbruikt omdat de vennoot-zaakvoerder zich met dit argument van niet-tegenstelbaarheid een articifiële meerderheid had verschaft om zijn eigen wil tot kapitaalverhoging door te drukken. (55) Cass. 10 maart 1994, Bull. 1994, 237. (56) Luik 18 april 1987, Rev. prat. soc. 1987, nr. 6462, 300. (57) J. VAN RYN, Principes de droit commercial, t. II, Brussel, Bruylant, 1957, 308, nr. 1325. (58) J. BLUMBERG, en J. VAN LANCKER, “De overdracht van aandelen op naam en het nieuwe artikel 1690 B.W.”, T.R.V. 1995, 369 e.v.; K. GEENS, e.a., “Overzicht van rechtspraak – Vennootschappen (1992-1998)”, T.P.R. 2000, 410.
477