Auteur Chris Vandermeersche PricewaterhouseCoopers www.pwcglobal.com
Onderwerp Dit is een uittreksel uit het boek: Titel: Onroerend goed als beleggingsinstrument- La stratégie immobilière Juridische en fiscale aspecten - Aspects juridiques et fiscaux Jaar: 2003 Editor: F. Dierckx ISBN: 2-8044-1072-2 Volume: 394 p. Prijs: 95 EUR Uitgeverij: Larcier Gent Coupure Rechts 298 – 9000 Gent tel: 09/269.97397 fax: 09/269.97.99 www.larcier.be
[email protected]
Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M& D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud.
© M&D Seminars - 1 april 2003
M&D CONSULT BVBA HUBERT-FRERE-ORBANLAAN 47 – 9000 GENT TEL 09/224 31 46 – FAX 09/225 32 17 – E-mail:
[email protected] – www.mdseminars.be
onroerend-belegging.book Page 118 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
118
O NR OE REN D G O ED AL S BE LE G G IN G SIN STRU ME N T • L A STRAT ÉG I E I MMO BI LI ÈRE
E. Behan de ling van de spli tsin g op het vlak van de in ko mst enb el a st in ge n 112. Net als de inbreng van een bedrijfstak of algemeenheid van goederen kan de splitsing zich voltrekken onder het belastingregime of, wanneer de voorwaarden daartoe zijn vervuld, onder een vrijstellingsregime109. Merk op dat de belastingplichtige niet de optie heeft om te opteren voor een belaste splitsing110. Indien de voorwaarden daartoe voldaan zijn, zal het vrijstellingsregime automatisch van toepassing zijn.
1. D e b el a s t e s p li t s i n g 113. De splitsing wordt in dit geval gelijkgesteld met een verdeling van het maatschappelijk vermogen zijnde een liquidatie111. Ze wordt dan ook onderworpen aan hetzelfde fiscaal regime als liquidaties. De belaste splitsing heeft aldus volgende gevolgen:
a. In hoofde van de gesplitste vennootschap – – –
– –
109 110
111 112
de belasting van eerder vrijgestelde meerwaarden of reserves; de belasting van latente meerwaarden (de vereffening impliceert een waardering aan reële waarde); de mogelijkheid om van het bedrag van de belaste meerwaarden, het bedrag van de (zonder beperking) recupereerbare fiscale verliezen en de investeringsaftrek (binnen de limiet van artikel 69 WIB 92) af te trekken; het verdwijnen van fiscale voordelen die niet zijn aangewend, zoals het saldo van recupereerbare fiscale verliezen en de investeringsaftrek; het principieel verschuldigd zijn van de roerende voorheffing op een uitkering van vermogen naar aanleiding van een liquidatie112.
Artikel 211 WIB 92. Cfr. supra, punt III.C.1. omtrent de optiemogelijkheid bij de inbreng van een bedrijfstak of een algemeenheid van goederen. Artikel 210, § 2 WIB 92. Cfr. wetvoorstel in kader van de belastinghervorming.
larcier
onroerend-belegging.book Page 119 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
F I SCALE ASP ECTE N V AN D E AF SP L ITS I N G V AN O NRO E REN D G OE D
119
b. In hoofde van de inbrenggenietende vennootschappen i. Eigen vermogen 114. In hoofde van de inbrenggenietende vennootschappen zal de conventionele c.q. marktwaarde van de inbreng kwalificeren als werkelijk gestort kapitaal113.
ii. Actief- en passiefbestanddelen 115. De fiscale waarde van de overgedragen actief- en passiefbestanddelen zal overeenstemmen met de conventionele c.q. marktwaarde van deze bestanddelen. Er zal aldus een verhoging zijn van de fiscale waarde van de ingebrachte goederen. De inbrenggenietende vennootschap zal de activa fiscaal kunnen afschrijven op basis van deze waarde.
2 . Vr i j g es t e ld e s p li t s i n g a. Voorwaarden 116. De voorwaarden waaraan de gesplitste vennootschap moet voldoen om te kunnen genieten van het vrijstellingsregime voorzien in artikel 211 WIB 92 zijn de volgende: 1° de verkrijgende vennootschappen hebben hun zetel in België; 2° de splitsing moet uitgevoerd worden conform de regels voorzien in het vennootschaprecht; 3° de splitsing moet beantwoorden aan rechtmatige financiële of economische behoeftes. i. Inbrenggenietende vennootschappen in België 117. In de mate dat de splitsing zowel ten gunste van een binnenlandse als van een buitenlandse vennootschap gebeurt, moet het volgende onderscheid worden gemaakt: – het deel van de activa en passiva die worden overgedragen aan de binnenlandse vennootschap kan worden overgedragen onder het vrijstellingsregime op voorwaarde dat de andere voorwaarden zijn voldaan; – het deel van de activa en passiva die zijn overgedragen aan een buitenlandse vennootschap, kan niet genieten van het vrijstellingsregime.
113
Artikel 210, § 4 WIB 92.
larcier
onroerend-belegging.book Page 120 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
120
O NR OE REN D G O ED AL S BE LE G G IN G SIN STRU ME N T • L A STRAT ÉG I E I MMO BI LI ÈRE
Concreet heeft dit voor gevolg dat: – de activa overgedragen aan de buitenlandse vennootschap aan reële waarde moeten worden overgedragen. De gesplitste vennootschap ondergaat de vennootschapsbelasting op de meerwaarde, zonder mogelijkheid van vrijstelling of uitstel van belasting; – de overgedragen passiva ondergaan hun eigen belastingregime, te weten belasting van vrijgestelde voorzieningen, reserves en vrijgestelde meerwaarden. ii. Vergoeding in aandelen 118. Opdat een volledige neutraliteit van toepassing zou zijn, dient elke inbreng naar aanleiding van de splitsing te worden vergoed door nieuw uitgegeven aandelen114. Inderdaad, indien dit niet het geval is, kunnen bepaalde vrijgestelde meerwaarden en reserves belastbaar worden. Het feit dat er geen nieuwe aandelen worden uitgegeven, kan voortkomen uit vier situaties: – de gesplitste vennootschap houdt eigen aandelen in portefeuille; – de verkrijgende vennootschap vergoedt een deel van de inbreng bij wijze van een opleg in geld; – de verkrijgende vennootschap bezit een participatie in de splitsende vennootschap; – de gesplitste vennootschap houdt een participatie aan in de verkrijgende vennootschap. Een bespreking van deze situaties valt echter buiten het bestek van dit artikel115.
iii. Rechtmatige financiële of economische behoeften 119. Wat betreft deze laatste voorwaarde kan een voorafgaand akkoord worden gevraagd aan de Commissie voor voorafgaande fiscale akkoorden. Dergelijk akkoord biedt de belastingplichtige het voordeel dat hij voorafgaandelijk aan de splitsing rechtszekerheid kan bekomen omtrent de fiscale behandeling van de transactie. Een positief antwoord verbindt de fiscus namelijk zolang de feiten zoals beschreven in de aanvraag ongewijzigd blijven en het akkoord aldus wordt nageleefd. Een negatief antwoord verbindt noch de belastingplichtige noch de fiscus. In de praktijk echter is het onwaarschijnlijk dat de bevoegde belastingcontroleur er een andere mening zal op nahouden dan de Commissie.
114 115
Artikel 211, § 1, 2° WIB 92. We verwijzen voor verdere informatie in dit verband naar het administratieve commentaar op artikel 211 WIB 92.
larcier
onroerend-belegging.book Page 121 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
F I SCALE ASP ECTE N V AN D E AF SP L ITS I N G V AN O NRO E REN D G OE D
121
120. De Commissie publiceerde al diverse beslissingen in het Bulletin der Belastingen. Op basis van deze beslissingen zijn enige tendensen te bespeuren. We merken echter op dat de beslissingen geen precedent scheppen daar iedere casus op zijn eigen merites zal worden beoordeeld. Op basis van al verleende akkoorden kan echter het volgende worden geconcludeerd. Volgende feiten laten de commissie toe om een positieve ruling af te leveren ontrent splitsingen: – efficiënter beheer van de onroerende goederen door een vastgoedvennootschap dewelke al eigenaar is van andere onroerende goederen116; – samenvoeging van gelijkaardige activiteiten met het oog van een transparantere groepsstructuur teneinde nieuwe investeerders en kredietverstrekkers aan te trekken117; – afsplitsen van onroerend goed van de overige activa in het kader van een reorganisatie die tevens wordt toegepast in andere groepsvennootschappen118; – afsplitsen van het vastgoed om specifiek de exploitatieactiviteit te laten ontwikkelen in kader van een joint venture119; – hergroepering van bepaalde vastgoedactiva teneinde deze vervolgens op te nemen in een vastgoedbevak120; – afsplitsing van onroerend goed naar een vennootschap daar de exploitatie van de bestaande vennootschap wordt verdeeld over verschillende vennootschappen waarbij een deel van het gebouw zal dienen te worden verhuurd aan derden121,122; – afsplitsen van landbouwgronden en privé-eigendommen van industrieterreinen ter aantrekking van investeerders123,124. 121. Merk op dat in casu de Commissie steeds veel belang hechtte aan het feit dat de verkregen aandelen na de splitsing niet worden overgedragen tenzij in kader van een joint venture. De Commissie waakt er in deze over dat het doel van de splitsing niet louter bestaat uit het vervreemden van een bepaald actief125. De Commissie staat ook negatief ten opzichte van splitsingen in kader van 116 117 118 119 120 121 122
123 124
125
Ci. COM/460 CDB d.d. 27 maart 2000. Ci. COM/470 CDB d.d. 13 april 2000; Ci. COM/471 CDB d.d. 13 april 2000. Ci. COM/482 CDB d.d. 7 juni 2000; Ci. COM/520 CDB d.d. 11 september 2000. Ci. COM/113 CDB d.d. 6 juni 1995. Bull. contr., 2000, nr. 809, p. 2926. Ci. COM/418 d.d. 6 september 1999. Merk op dat in een andere beslissing de Commissie een negatief oordeel velde in de situatie waarbij werd vastgesteld dat slechts een gedeelte van de bedrijfsgebouwen moeilijk konden worden toegewezen aan één bepaalde activiteit. Merk op dat in casu geen concrete plannen ter aantrekking van investeerders konden worden voorgelegd, Ci. COM/505 CDB d.d. 10 juli 2000. Ci. COM/459 CDB d.d. 28 februari 2000. We merken op dat in een andere beslissing de Commissie een negatief oordeel velde in een gelijkaardige situatie waarbij de aandelen van één van de vennootschappen ontstaan uit de splitsing worden overgedragen, Ci. COM/421 CDB d.d. 20 september 1999. Ci. COM/453 EE/RUL/35 d.d. 17 januari 2000.
larcier
onroerend-belegging.book Page 122 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
122
O NR OE REN D G O ED AL S BE LE G G IN G SIN STRU ME N T • L A STRAT ÉG I E I MMO BI LI ÈRE
erfopvolging. We verwijzen in dit verband naar een beslissing genomen in 1994126. 122. Als conclusie kunnen we stellen dat het aanbeveling verdient dat de afsplitsing steeds in kader van concrete plannen gebeurt waarbij het belang van de vennootschap dient te primeren op dit van de aandeelhouders. Merk op dat de huidige wetgever de noodzaak heeft onderkend dat de belastingplichtige over de nodige rechtszekerheid dient te beschikken om alzo te vermijden dat de fiscale wetgeving een belemmering vormt voor de ontwikkeling van de economische activiteit. Als dusdanig wordt een nieuwe rulingpraktijk ingevoerd met de Wet van 24 december 2002, van toepassing vanaf 1 januari 2003 (K.B. 17 januari 2003). Deze rulingpraktijk, genaamd voorafgaandelijke beslissingen in fiscale zaken, vervangt de bestaande voorafgaandelijke fiscale akkoorden dewelke mogelijk waren in een limitatief aantal gevallen vermeld in de fiscale wetgeving. Een aanvraag tot voorafgaande beslissing dient gericht te worden aan de Federale overheidsdienst Financiën.
b. Behandeling in hoofde van de gesplitste vennootschap i. Principe 123. In hoofde van de gesplitste vennootschap zal het vrijstellingsregime leiden tot de toepassing van het neutraliteitsprincipe. Dit houdt in dat er geen belasting zal worden geheven op de bestaande vrijgestelde reserves noch op enig vastgestelde of tot uitdrukking gebrachte meerwaarde.
ii. Bestemming van de verliezen van de gesplitste vennootschap 124. Indien het vrijstellingsregime van toepassing is, kunnen de beroepsverliezen die een vennootschap heeft geleden voor de splitsing, worden overgedragen aan de inbrenggenietende vennootschappen. Het overgedragen verlies wordt dan bepaald in verhouding tot de fiscale netto waarde van de overgedragen bestanddelen op het totaal van de fiscale nettowaarde van de gesplitste vennootschap. Dit geeft aanleiding tot volgende formule:
126
Cfr. verwijzing in Fiskoloog, 1994, n° 473, p. 1 en kritische bedenkingen van S. VAN CROMBRUGGE.
larcier
onroerend-belegging.book Page 123 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
F I SCALE ASP ECTE N V AN D E AF SP L ITS I N G V AN O NRO E REN D G OE D
123
Verliezen * Fiscale nettowaarde overgedragen activa en passiva vóór de splitsing Fiscale nettowaarde gesplitste vennootschap vóór de splitsing 125. Merk op dat de verliezen berekend volgens bovenstaande formule in hoofde van de inbrenggenietende vennootschap, zullen worden beperkt in functie van volgende formule: Verliezen * Fiscale nettowaarde overgedragen activa en passiva vóór de splitsing Fiscale nettowaarde inbrenggenietende vennootschap + fiscale nettowaarde overgedragen activa en passiva vóór de splitsing
c. In hoofde van de inbrenggenietende vennootschap 126. In de hypothese van een belastingvrije splitsing, zal het continuïteitsbeginsel van toepassing zijn. De vennootschappen dewelke genieten van een inbreng naar aanleiding van de splitsing handelen aldus alsof de splitsing niet heeft plaatsgevonden wat betreft de eigen vermogensbestanddelen en de actief- en passiefbestanddelen127.
i. Eigen vermogen 127. Het fiscaal kapitaal, de belaste reserves en de vrijgestelde reserves en meerwaarden van de gesplitste vennootschap worden verdeeld over de inbrenggenietende vennootschappen, evenredig met de fiscale nettowaarde van hun inbreng128. 128. Voor de bepaling van de totale fiscale nettowaarde evenals van de waarde van de inbrengen gedaan aan elke vennootschap, handelt men alsof de gesplitste vennootschap haar boekhouding op voorhand heeft aangepast aan haar fiscale waarde129. Aan de boekhoudkundige waarde moeten de elementen waarop de niet-boekhoudkundige reserves (verdoken reserves) worden bijgevoegd, en moeten de uitgedrukte niet gerealiseerde meerwaarden ervan worden afgetrokken. Zijn niet begrepen in de fiscale nettowaarde, de niet-gerealiseerde meerwaarden, de meerwaarden die voortvloeien uit de herwaardering van 127 128 129
Artikel 212 WIB 92. Artikel 213 WIB 92. Com. IB 92, 211/37.
larcier
onroerend-belegging.book Page 124 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
124
O NR OE REN D G O ED AL S BE LE G G IN G SIN STRU ME N T • L A STRAT ÉG I E I MMO BI LI ÈRE
bepaalde activabestanddelen, uitgevoerd volgens de bepalingen van het Regentsbesluit van 15 oktober 1947.
ii. Vrijgestelde reserves, meerwaarden en voorzieningen 129. De toekenning van belastingvrije reserves aan de inbrenggenietende vennootschappen zal als volgt plaatsvinden130: a) de reserves die mede de fiscale nettowaarde van de gesplitste vennootschap bepalen (vrijgestelde meerwaarden gerealiseerd conform artikels 35 (oud WIB), 36 (oud WIB), 47 WIB 92, investeringsreserves, voorziening voor sociaal passief) moeten worden overgebracht aan de verkrijgende vennootschappen, in principe evenredig met de inbreng die ze verkrijgen; b) de meerwaarden die de fiscale netto waarde van de gesplitste vennootschap niet mede bepalen, meer bepaald de herwaarderingsmeerwaarden moeten worden toebedeeld aan de vennootschap aan dewelke de elementen zijn toegekend waarop deze meerwaarden betrekking hebben.
iii. Gespreid te belasten meerwaarden 130. Gespreid te belasten meerwaarden dienen in beginsel te worden verdeeld in functie van de verhouding tot de fiscale nettowaarde van de aan elk van de inbrenggenietende vennootschappen gedane inbreng131. Echter het vrijgesteld gedeelte van de gespreid te belasten meerwaarden wordt, wanneer de gesplitste vennootschap al de nodige herbelegging heeft verricht of wanneer één van de inbrenggenietende vennootschap de verplichting tot herbelegging op zich neemt, bij voorrang toegewezen aan de inbrenggenietende vennootschap waar de herbelegde activa worden ingebracht. Deze voorrangsregeling zal echter slechts kunnen worden toegepast in de mate dat het totale bedrag van deze vrijgestelde reserves bij elke inbrenggenietende vennootschap in verhouding tot de fiscale nettowaarden aan elk van die vennootschappen is toegewezen132. 131. De wederbelegging moet, in de mate dat ze is uitgevoerd door de belastingplichtige die de meerwaarde had gerealiseerd, door de inbrenggenietende vennootschappen worden verricht, zonder dat dit aanleiding geeft tot een verlenging van de initiële wederbeleggingstermijn133. De wederbeleggingstermijn in hoofde van de inbrenggenietende vennootschappen begint aldus te lopen vanaf
130 131 132 133
Com. IB 92, 211/51. Com. IB 92, 211/55. Com. IB 92, 211/56. Artikel 212, 2° lid WIB 92.
larcier
onroerend-belegging.book Page 125 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
F I SCALE ASP ECTE N V AN D E AF SP L ITS I N G V AN O NRO E REN D G OE D
125
de eerste dag van het boekjaar waarin de meerwaarde door de gesplitste vennootschap werd gerealiseerd.
iv. Anomalieën resulterend uit een verdelingssleutel gebaseerd op de fiscale nettowaarde van de inbrengen 132. Het selecteren van de fiscale nettowaarde als verdelingssleutel van het eigen vermogen van de gesplitste vennootschap kan anomalieën met zich brengen134. De belangrijkste anomalieën die de verdelingssleutel met zich brengt, betreffen135: – de te geven bestemming aan de verdoken belaste reserves; – de mogelijkheid van een negatieve fiscale nettowaarde in hoofde van één van de vennootschappen ontstaan uit de splitsing.
v. Activa 133. Wanneer een splitsing wordt uitgevoerd volgens artikel 211 WIB 92, voltrekt ze zich onder het neutraliteitsprincipe. Als gevolg worden de afschrijvingen, investeringsaftrekken, minderwaarden en meerwaarden in hoofde van de verkrijgende vennootschappen bepaald alsof de splitsing niet had plaatsgevonden136. Aldus blijven de regels vervat in het WIB 92 van toepassing, volgens de modaliteiten en de voorwaarden die voorzien zijn voor waardeverminderingen, voorzieningen, onderwaarderingen, overwaarderingen, subsidies, schulden, meerwaarden en reserves aanwezig in de gesplitste vennootschappen, in de mate dat deze elementen zich bevinden bij de inbrenggenietende vennootschappen.
vi. Bestemming van overgedragen verliezen 134. De verliezen van de inbrenggenietende vennootschap zullen een beperking ondergaan in functie van volgende formule:
134
135
136
J. COUGNON, J., ‘La répartition entre les sociétés issues d’une scission des fonds propres de la société scindée’, R.G.F., 1989, p. 197. Een gedetailleerde bespreking van deze anomalieën valt echter buiten het bestek van dit artikel. Voor een bespreking cfr. GEMIS, G. en VANDERMEERSCHE, C., De impact van een splitsing op het eigen vermogen, M&D Seminaries, 2002. Artikel 212, 1° lid WIB 92.
larcier
onroerend-belegging.book Page 126 Tuesday, February 18, 2003 2:37 PM
126
O NR OE REN D G O ED AL S BE LE G G IN G SIN STRU ME N T • L A STRAT ÉG I E I MMO BI LI ÈRE
Verliezen * Fiscale nettowaarde inbrenggenietende vennootschap voor de splitsing Fiscale nettowaarde inbrenggenietende vennootschap + fiscale nettowaarde overgedragen activa en passiva (beide vóór de splitsing)
vii. Bestemming van investeringsaftrekken 135. De investeringsaftrekken toe te passen in hoofde van de inbrenggenietende vennootschappen worden bepaald alsof de splitsing niet heeft plaatsgevonden137. Hieruit volgt dat, zowel de investeringsaftrekken die de gesplitste vennootschap nog niet had gebruikt wegens afwezigheid of tekort aan winsten, als de investeringsaftrekken op ingebrachte actiefbestanddelen, zonder enige tijdslimiet worden overgedragen in hoofde van de inbrenggenietende vennootschappen. In geval van splitsing moet men aldus als volgt handelen: – de aftrek die nog niet is toegekend wegens afwezigheid of een tekort aan winsten (de overgedragen investeringsaftrek), wordt verdeeld evenredig met de fiscale nettowaarde van de inbrengen; – de gespreide aftrek wordt toegekend aan de vennootschappen die de actiefbestanddelen verkrijgen waarop de aftrek betrekking heeft.
F. Co ncl usi e 136. Zoals bij de inbreng van een bedrijfstak of algemeenheid, kan de overdracht van het onroerend goed bij wijze van splitsing genieten van een vrijstellingsregime indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Een optie tot belastingheffing is echter uitgesloten. 137. In de praktijk wordt in vele gevallen tot een splitsing beslist, in plaats van een inbreng van een bedrijfstak of algemeenheid, wegens het feit dat de aandeelhouders van de vennootschap dewelke het onroerend goed overdraagt, rechtstreeks aandeelhouder worden van de vennootschap waarin het onroerend goed wordt ingebracht. Bovendien biedt de splitsing het voordeel dat er geen sprake dient te zijn van een overdracht van een geheel dat autonoom kan functioneren zoals dat wel het geval is bij de inbreng van een bedrijfstak. 138. Een fiscaal argument in het voordeel van een belastingvrije splitsing kan bestaan in het feit dat tevens fiscaal overgedragen verliezen aanwezig in hoofde 137
Artikel 212, 1° lid WIB 92.
larcier