®
AURELIS SYLLABUS Versie 2011 OSIRIS©
www.aurelis.org
Dr. Jean-Luc Mommaerts, MD, MSc (Medical Doctor, Master in Cognitive Science)
DISCLAIMER Het gebruik van AURELIS is ten allen tijde de verantwoordelijkheid van de gebruiker zelf. AURELIS neemt nooit de plaats in van dokter of therapeut, noch van medische aanbevelingen of behandelingen volgens serieuze wetenschappelijke inzichten. Indien een vermoeden bestaat van een ernstige medische of geestelijke aandoening, dan moeten steeds alle relevante zorgen worden toegediend. AURELIS kan worden gebruikt samen met eender welke behandeling en sluit deze nooit uit. AURELIS zelf mag niet gezien worden als een therapie. Het is ‘slechts’ een hulp en ondersteuning op weg naar groter welzijn, een ‘mentale hygiëne’, maar dan wel een heel diepgaande. Het is niet aan te bevelen AURELIS te gebruiken wanneer de aandacht elders nodig is, bvb tijdens het auto-rijden. Vóór het gebruik van AURELIS is het belangrijk dat de betrokkene grondig de handleiding leest en toepast. Het gebruik van AURELIS vereist enige discipline en een zoeken naar de optimale geestelijke houding.
Een aantal tekeningen zijn van het internet genomen zonder bronvermelding. Indien bronvermelding gewenst is, nemen we die graag op.
Niets uit deze syllabus mag worden overgenomen zonder expliciete toestemming van de auteur.
__ p. 2________________________________________________OSIRIS©_____
AURELIS Missie AURELIS = het aanboren van de enorme geestelijke mogelijkheden die voortspruiten uit een optimale communicatie met het diepere zelf (het ‘onbewuste’), in de taal van en in diep respect voor het diepere zelf. Het doel is de totale persoon op intense wijze uit te nodigen tot organische groei, waardoor verandering in de goede richting een diepe spontaneïteit verkrijgt. Het individu komt hierdoor op een andere manier in het leven te staan, namelijk helemaal van-binnen-uit en dus egooverschrijdend, in veel grotere harmonie met zichzelf én met de wereld rondom. De dissociatie tussen bewustzijn en onbewuste vermindert en dus ook het tegen-elkaarinwerken van beide. De kracht van het onbewuste komt in grote mate vrij om gebruikt te worden voor bewust gekozen doelen. De totale persoon treedt op als een éénheid en verwezenlijkt op krachtige wijze wie hij werkelijk is en bij nader inzicht ook altijd geweest is. AURELIS ligt in het verlengde van ‘positief denken’, maar gaat veel verder. AURELIS begint waar ‘positief denken’ eindigt : aan de echte grenzen van het diepere zelf. De beweging van AURELIS is de beweging van de bloemknop die zich spontaan opent tot een mooie bloem in het licht van de zon. Kernwoorden zijn : openheid, diepe aandacht, totale nietagressie, waarheid, rationaliteit én gevoel, de totale persoon, organische groei.
www.aurelis.org
__ p. 3________________________________________________OSIRIS©_____
Letters zijn gegevens. Gegevens staan bvb op papier. Letters in woorden en zinnen vormen informatie. Informatie is aanwezig in jouw ‘cognitieve systeem’. Naarmate informatie jou diepgaand aanraakt wordt het wijsheid. Wijsheid is aanwezig in jouw diepere zelf. Het is dan volledig jouw wijsheid maar ook jouw verantwoordelijkheid. Allerhande wijsheid kan als een wind zijn in een innerlijk landschap. Jouw landschap. Jouw wind. Onze ontmoeting.
__ p. 4________________________________________________OSIRIS©_____
®
AURELIS SYLLABUS Inhoudsopgave
1.
OVER AURELIS ....................................................................................................................................... 15 1.1. INLEIDING .................................................................................................................................................. 15 Info-oefening : Verschil tussen wellness oppervlakkig en diep? ................................................................. 15 Oefening : Hoe maak je van een vierkant een cirkel? ................................................................................. 17 Oefening : Kennen jullie nog cirkels met betekenis? ................................................................................... 19 Oefening : Waartoe leidt ‘ondersteuning’ nog? .......................................................................................... 21 Oefening : ‘Menselijke energie’ is diepe motivatie. .................................................................................... 23 Oefening : een AURELIS sessie van diepe ontspanning .............................................................................. 24 1.2. HET ONBEWUSTE IN ACTIE ......................................................................................................................... 25 Oefening : Ideomotorische beweging .......................................................................................................... 26 Oefening : Visualisatie : Je bént de pijl – boog - boogschutter ................................................................... 26 Oefening ‘voor sportievelingen’ :................................................................................................................ 27 1.3. HISTORIEK AURELIS ORGANISATIE .......................................................................................................... 27 1.4. BASISPRINCIPES AURELIS ........................................................................................................................ 29 Oefening : basisprincipes volgens deelnemers ............................................................................................ 29 Oefening : “Ik ben sterk” ............................................................................................................................ 29 Oefening : “Heeft iemand hiervan een voorbeeld uit het echte leven?” ..................................................... 30 Oefening (rollenspel) : Dubbelblindstudie in publiek ................................................................................. 31 Oefening : “Heeft iemand hiervan een voorbeeld uit het echte leven?” ..................................................... 32 Info-oefening : “Situaties vergelijken : bidden voor iets versus autosuggestie gebruiken .......................... 33 1.5. AURELIS ALS MORALITEIT ....................................................................................................................... 34 1.6. DEFINITIE VAN EEN AURELIS-COACH ...................................................................................................... 35 Oefening : Live AURELIS-sessie ‘Innerlijke gids’ ...................................................................................... 35 Info-oefening : Arts/therapeut versus AURELIS-coach............................................................................... 36
__ p. 5________________________________________________OSIRIS©_____
1.7. AURELIS IS GÉÉN GENEESKUNDE! ............................................................................................................ 37 1.8. ‘HET WERKT’… WAT WERKT EN WAARTOE? ............................................................................................. 38 1.9. DE MEEST EENVOUDIGE REDENERING TER WERELD.................................................................................... 39 1.10. ZO LIJKT HET TOCH…............................................................................................................................... 40 1.11. WAT IS MEDITATIE? ................................................................................................................................. 41 Info-oefening : Meditatie – waarom? .......................................................................................................... 43 Oefening : Vanuit meditatie de andere leren zien als totale persoon .......................................................... 43 1.12. THE ‘BIGGEST PICTURE ON EARTH’: AUTOSUGGESTIE IN DE EVOLUTIE VAN DE MENS ............................... 43 1.13. OMTRENT AURELIS-NAAM EN -LOGO .................................................................................................... 45 1.14. EEN ‘AURELIS-MENS’ IS UITNODIGEND ................................................................................................. 46 2.
AUTOSUGGESTIE EN HEDENDAAGSE GENEESKUNDE ............................................................ 49 2.1. ENIGE HISTORIEK VAN DE GENEESKUNDE................................................................................................... 49 2.2. GENEESMIDDELEN EN SYMPTOMATISCHE GENEESKUNDE........................................................................... 54 2.3. DE MEESTE ‘GENEESMIDDELEN’ ZIJN NOG STEEDS LOUTER SYMPTOMATISCH ............................................ 55 Oefening : Argumenten >< symptomatische aanpak .................................................................................. 58 2.4. MAGIE VROEGER EN NU.............................................................................................................................. 59 Oefening : Wat is het verschil tussen zwarte en witte magie? ..................................................................... 59 2.5. HET PLACEBO EFFECT................................................................................................................................. 61 2.6. PLACEBO ALS VEER VAN EEN GEESTELIJKE WOLFSKLEM ............................................................................ 67 2.7. DUBBELBLINDSTUDIES ............................................................................................................................... 68 2.8. WAT IS NU ‘AUTOSUGGESTIE’ IN ENKELE WOORDEN? ................................................................................ 77 2.9. WAT IS ‘HET ONBEWUSTE’?........................................................................................................................ 78 2.10. COMMUNICATIE MET HET ONBEWUSTE..................................................................................................... 82 Oefening : rechtstaan en terug neerzitten.................................................................................................... 82 Oefening : Handen worden naar elkaar toegetrokken ................................................................................ 82 Oefening : Ingebeelde citroen in mond nemen ............................................................................................ 82 Oefening : van hier naar daar stappen........................................................................................................ 84 2.11. AUTOSUGGESTIE EN MOTIVATIE ............................................................................................................... 84 Oefening : In contact komen met innerlijke gids ......................................................................................... 84 Oefening : Motivaties en innerlijke gids ...................................................................................................... 85 Oefening : Doorleefde motivatie ................................................................................................................. 85 2.12. CENTRAAL PRINCIPE : ORGANISCHE GROEI ....................................................................................... 86 2.13. PAS OP VOOR ‘MEDICAL SHOPPING’ .......................................................................................................... 88 2.14. VAN GEZOND -> ZIEK -> TERUG GEZOND .................................................................................................. 89 Oefening : delen van eigen ervaring(en) ..................................................................................................... 89 Info-oefening : Waarom doen mensen dit niet meer? .................................................................................. 90 2.15. CASE UITWERKING : STOPPEN MET ROKEN ........................................................................................ 92 Oefening Case uitwerking : STOPPEE MET ROKEE ................................................................................ 92 2.16. DE ‘ONMOGELIJKHEID’ VAN EMPIRISCHE OBJECTIVITEIT.......................................................................... 95 2.17. PRAKTISCH BELANG HIERVAN ................................................................................................................ 101 Info-oefening : Hoe wordt iemand in het lichamelijke ziekte-model geduwd? .......................................... 102
3.
AURELIS EN VERSCHILLENDE VORMEN VAN THERAPIE ....................................................... 107 3.1. BEDOELING VAN DIT HOOFDSTUK ............................................................................................................ 107 3.2. NEURO-LINGUÏSTISCH PROGRAMMEREN (NLP) ....................................................................................... 107 Info-oefening : vergelijking op formulier waarop reeds is ingevuld ......................................................... 112 3.3. HYPNOSE.................................................................................................................................................. 113 Oefening : vergelijking op formulier waarop reeds is ingevuld ................................................................ 116 3.4. COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE .............................................................................................................. 116 Oefening : vergelijking op formulier waarop reeds is ingevuld ................................................................ 119 3.5. GESTALTTHERAPIE ................................................................................................................................... 119 Oefening : vergelijking op formulier waarop reeds is ingevuld ................................................................ 122
__ p. 6________________________________________________OSIRIS©_____
3.6. TRANSACTIONELE ANALYSE..................................................................................................................... 122 Oefening : vergelijking op formulier waarop reeds is ingevuld ................................................................ 125 3.7. FREUDIAANSE PSYCHOANALYSE .............................................................................................................. 125 3.8. APPELEN, PEREN EN CITROENEN (EN ENIGE HERHALING OMDAT HET ZO BELANGRIJK IS) ......................... 127 3.9. ANALYTISCHE PSYCHOLOGIE ................................................................................................................... 128 3.10. PSYCHOSYNTHESE .................................................................................................................................. 130 3.11. TRANSPERSOONLIJKE PSYCHOLOGIE ...................................................................................................... 130 3.12. HUMANISTISCHE PSYCHOLOGIE.............................................................................................................. 131 3.13. AFFIRMATIES EN POSITIEF DENKEN ........................................................................................................ 134 3.14. MINDFULNESS ........................................................................................................................................ 136 3.15. SOFROLOGIE ........................................................................................................................................... 137 3.16. SUBLIMINALE BOODSCHAPPEN ............................................................................................................... 138 3.17. RATIONELE EFFECTIVITEITS-TRAINING (RET) ....................................................................................... 138 3.18. SYSTEEMTHERAPIE ................................................................................................................................. 140 3.19. NEURO EMOTIONELE INTEGRATIE (NEI) ................................................................................................ 140 3.20. SILVA METHODE ..................................................................................................................................... 141 3.21. EYE MOVEMENT DESENSITIZATION AND REPROCESSING (EMDR) ........................................................ 142 3.22. VOICE DIALOGUE ................................................................................................................................... 143 3.23. TRANSFORMATIONAL BREATHING .......................................................................................................... 144 3.24. EMOTIONAL FREEDOM TECHNIQUES (EFT) ........................................................................................... 145 3.25. TI TA TOVENAAR THERAPIE (T4) ........................................................................................................... 145 4.
AURELIS COACHING ........................................................................................................................... 149 4.1. WAT IS AURELIS-COACHING ? ............................................................................................................... 149 Info-oefening : Overgewicht – probleem of wens, verlangen of frustratie? .............................................. 152 Info-oefening : hoe vragen naar ‘diepere betekenis’................................................................................. 154 Oefening : Probleem -> wens -> kennis -> overdracht ............................................................................ 157 4.2. STIJLEN VAN AURELIS-COACHING ......................................................................................................... 159 Oefening : provocatief coachen ................................................................................................................. 162 Oefening : De vragende stijl ...................................................................................................................... 164 Oefening : De spiegelstijl .......................................................................................................................... 165 Oefening : De vertellende stijl ................................................................................................................... 165 4.3. COACHMODEL : ZES LOGISCHE NIVEAUS ................................................................................................. 165 Oefening : De zes logische niveaus ........................................................................................................... 166 4.4. WAT IS EEN AURELIS-COACH? WAT IS EEN AURELIS-CLIËNT? ........................................................... 167 4.5. EEN AURELIS-COACH ZIJN IS GEMAKKELIJK! ......................................................................................... 168 4.6. OBJECTIEVEN VAN EEN AURELIS-COACH TIJDENS EEN SESSIE ............................................................... 170 Info-oefening : Volgende elementen worden tijdens elke sessie betracht .................................................. 170 4.7. WAT BETEKENT DAT DAN: ‘ONDERSTEUNEND ZIJN ALS AURELIS-COACH’? ........................................... 171 4.8. ENKELE TECHNIEKEN IN HET KORT, GÉÉN TECHNIEKJES! ......................................................................... 173 4.9. DE TECHNIEK VAN ‘DE OPEN BLOEM’ ....................................................................................................... 177 4.10. AURELIS IS NIET-DIRECTIEF ................................................................................................................. 180 4.11. SPIEGELTJE AAN DE WAND, WIE IS DE BESTE COACH VAN ’T LAND? ....................................................... 182 4.12. ‘OPENHEID’ CREËREN BIJ DE CLIËNT ...................................................................................................... 183 4.13. ZACHT EN STEVIG TEGELIJK ................................................................................................................... 186 4.14. EEN CLIËNT WIL ZICH ‘BEGREPEN VOELEN’ ............................................................................................ 188 4.15. CATHARSIS ............................................................................................................................................. 190 4.16. EEN GROEVE ONDERSTEUNEN ................................................................................................................ 192 4.17. UNBUTTONING THE ‘YES’ ....................................................................................................................... 193 4.18. DE CLIËNT HEEFT ALTIJD GELIJK ............................................................................................................ 195 4.19. ZELF-COACHING NA EEN AURELIS-SESSIE ........................................................................................... 197 4.20. WAARDEN DIE DE AURELIS-COACH VERPERSOONLIJKT TIJDENS EEN SESSIE .................................... 198 Info-oefening : Waarden die de AURELIS-coach verpersoonlijkt tijdens een AURELIS sessie................ 198
__ p. 7________________________________________________OSIRIS©_____
4.21. DE IDEALE EERSTE AURELIS-COACHING SESSIE ................................................................................... 200 Oefening : leren glimlachen ...................................................................................................................... 200 4.22. WAT KAN VERKEERD LOPEN TIJDENS EEN AURELIS-COACHING SESSIE................................................ 203 Info-Oefening : voor elk van onderstaande elementen zelf zoeken hoe je zou kunnen reageren ............... 203 4.23. RICHTLIJNEN VOOR EEN AURELIS-COACHINGTRAJECT ........................................................................ 206 4.24. HET MOTIVEREN VAN EEN CLIËNT OM AURELIS-SESSIES TE DOEN. ...................................................... 207 Info-Oefening : Hoe de motivatie van een cliënt verhogen om sessies te doen? ....................................... 208 4.25. “LAAT HET GEBEUREN ALS HET VANZELF KOMT”................................................................................... 209 4.26. BESTENDIGEN VAN HET GEDANE WERK .................................................................................................. 212 4.27. D.I.M.O ................................................................................................................................................. 213 4.28. CHIT CHAT COACHING ............................................................................................................................ 215 4.29. DUW NIET IEMAND DOOR EEN DEUR ALS JE NIET KLAAR STAAT AAN DE ANDERE KANT.......................... 217 4.30. DE REKKER............................................................................................................................................. 218 4.31. AANLEREN VAN NIEUW GEDRAG ............................................................................................................ 220 4.32. IK KAN SPREKEN TOT JOU. IK KAN NIET LUISTEREN IN JOUW PLAATS. .................................................... 222 4.33. COACHING VAN EEN KOPPEL .................................................................................................................. 224 4.34. WAT ALS EEN CLIËNT NIET DE VERWACHTE VOORUITGANG BOEKT? ...................................................... 226 Oefening : voor elk van deze situaties een concreet voorbeeld zoeken in eigen praktijk of leven en hiervoor een concrete oplossing zoeken ................................................................................................................... 226 5.
COMMUNICATIE.................................................................................................................................... 235 5.1. WAT IS ‘COMMUNICATIE’? ....................................................................................................................... 235 Oefening : de zender is ontvanger ............................................................................................................. 236 Oefening : zelfportret van Goya ................................................................................................................ 237 5.2. INTERPERSOONLIJKE COMMUNICATIE ...................................................................................................... 237 Info-oefening : verder nadenken over ‘rapport’ ........................................................................................ 237 5.3. ACTIEF LUISTEREN ................................................................................................................................... 240 Info-oefening : Wat zijn functies van ‘actief luisteren’? ............................................................................ 240 Oefening : Praten zonder hummen ............................................................................................................ 242 Oefening : 3 minuten praten ...................................................................................................................... 243 5.4. SAMENVATTEN ......................................................................................................................................... 243 Info-oefening : Wat zijn functies van ‘Samenvatten’? ............................................................................... 243 5.5. VRAGEN STELLEN..................................................................................................................................... 244 Info-oefening : Wat zijn functies van ‘vragen stellen’? ............................................................................. 244 Oefening : Interviews bekijken en verbeteren............................................................................................ 246 5.6. INFORMATIE GEVEN ................................................................................................................................. 247 5.7. SFEER VAN HET GESPREK ......................................................................................................................... 249 5.8. COMMUNICEREN ...................................................................................................................................... 249 Oefening : Het koloriet van de toekomst ................................................................................................... 250 Oefening : Vrije associatie ........................................................................................................................ 251 5.9. COMMUNICATIE IS EEN SPONTANE REACTIE OP EEN SPONTANE REACTIE OP… ......................................... 251 5.10. IN EEN ARGUMENTATIE WINT NIEMAND, IN EEN SAMENSPRAAK WINT IEDEREEN.................................... 253 5.11. VEEL VOORKOMENDE HINDERNISSEN ..................................................................................................... 255 5.12. VOORBEREIDING VOLGENS DROP-MODEL............................................................................................. 255 5.13. DE KUNST VAN KRITIEK EN FEEDBACK ................................................................................................... 256 Oefening : ‘De cliënt doet thuis geen AURELIS-sessies -> krijgt feedback hierover’ .............................. 257 5.14. SOCIALE GEDRAGSSTIJLEN ..................................................................................................................... 258 Oefening : DISC van alle deelnemers en opleider(s) ................................................................................ 261 5.15. EEN AURELIS-SESSIE IS EEN COMMUNICATIE MET JE DIEPERE ZELF ..................................................... 261 5.16. LUISTER! HET SYMPTOOM SPREEKT… ................................................................................................... 264
6.
VERDERE SITUERING VAN GENEESKUNDE EN PSYCHOTHERAPIE ................................... 267 6.1. PSYCHOSOMATIEK.................................................................................................................................... 267
__ p. 8________________________________________________OSIRIS©_____
6.2. WESTERSE GENEESKUNDE : DUALISME IN PRAKTIJK ................................................................................. 273 6.3. DE TECHNOLOGISCHE GENEESKUNDE ....................................................................................................... 274 6.4. ALS SCIENTOSE SCIENTITIS WORDT .......................................................................................................... 275 6.5. WAARIN ARTSEN EN PATIËNTEN ELKAAR NIET VERSTAAN ....................................................................... 277 6.6. DE INVLOED VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE ................................................................................. 278 6.7. HUIDIGE BALANS VAN DE WESTERSE GENEESKUNDE ................................................................................ 278 6.8. DE ARTS ALS GENEESMIDDEL ................................................................................................................... 280 6.9. BELANG EN BETEKENIS VAN HET FENOMEEN ‘ZIEKTE’ ............................................................................. 280 6.10. EEN DIAGNOSE IS MEER DAN EEN STUKJE INFORMATIE ........................................................................... 281 6.11. DE STATISTISCHE GENEESKUNDE ........................................................................................................... 282 6.12. WETENSCHAP EN ACUPUNCTUUR ........................................................................................................... 284 6.13. VEEL PSYCHOTHERAPIEËN MET EEN GELIJKE GRAAD VAN EFFECTIVITEIT .............................................. 285 6.14. SPECIFIEKE EN NIET-SPECIFIEKE EFFECTEN VAN PSYCHOTHERAPIE ........................................................ 286 6.15. PSYCHOTHERAPIE ALS BUSINESS ............................................................................................................ 286 6.16. PSYCHOTHERAPIE ALS PLACEBO............................................................................................................. 287 6.17. ZIJN ALLE PSYCHOTHERAPIEËN GEBASEERD OP DE WERKING VAN HET ‘DIEPERE ZELF’? ........................ 288 6.18. DISSECTIE VAN EEN VOORBEELD: SYSTEMATISCHE DESENSITISATIE ...................................................... 290 7.
EMOTIES ................................................................................................................................................. 293 7.1. WAT IS EEN EMOTIE? ................................................................................................................................ 293 7.2. HET BELANG VAN EMOTIES VOOR COACHING ........................................................................................... 297 7.3. RATIO VERSUS GEVOEL ............................................................................................................................ 299 7.4. WELKE EMOTIES? ..................................................................................................................................... 300 Oefening : de Zen-meester en de samoerai ............................................................................................... 300 Oefening : Herkennen van emoties ............................................................................................................ 301 7.5. HOE OMGAAN MET EMOTIES? ................................................................................................................... 302 Oefening : EU kwaad worden op mij ........................................................................................................ 302 7.6. WAT IS EMOTIONELE INTELLIGENTIE? ...................................................................................................... 303 Oefening : Imagine .................................................................................................................................... 304 7.7. MEDEDOGEN EN GELIJKMOEDIGHEID ....................................................................................................... 305 Oefening : meditatie rond mededogen ....................................................................................................... 305 7.8. ONTHECHTING.......................................................................................................................................... 306 7.9. PIEKEREN VERSUS MEDITATIE .................................................................................................................. 307 Oefening : pure meditatie gedurende 3 minuten ....................................................................................... 307 7.10. EMOTIES EN BEWUSTZIJN ....................................................................................................................... 307 7.11. WAT IS ‘DIEPGANG’? .............................................................................................................................. 310 7.12. SCHULDGEVOEL, ERFZONDE, VERBANNEN UIT DE ‘HOF VAN EDEN’ ...................................................... 312 7.13. SOMATISATIE EN DE-SOMATISATIE ......................................................................................................... 313
8.
AURELIS VAARDIGHEDEN ................................................................................................................ 317 8.1. GEBRUIK VAN SUGGESTIE ........................................................................................................................ 317 Oefening : Voorbeeld ter bespreking van suggestie .................................................................................. 318 Oefening : Toepassen van suggestietechnieken ......................................................................................... 321 8.2. GEBRUIK VAN METAFOREN ...................................................................................................................... 321 Oefening : Metaforen van cliënten ............................................................................................................ 323 8.3. ENKELE AURELIS-METAFOREN BIJ ELKAAR GEPLAATST ........................................................................ 325 8.4. ZICH MENTAAL VERPLAATSEN IN DE CLIËNT ............................................................................................ 342 Oefening : Tekening van dame met kind.................................................................................................... 342 Oefening : Vanuit meditatie de andere leren zien als totale persoon ........................................................ 342 8.5. AURELIS EN ‘BEWUSTZIJNSVERRUIMING’ .............................................................................................. 343 8.6. HET DIMMEN VAN DE GLOEILAMPJES ....................................................................................................... 346 8.7. GLOEILAMPJES EN ‘MENSELIJKE ENERGIE’ ............................................................................................... 348 8.8. MINDFULNESS, DE LICHTJES EN DE GLOED ............................................................................................... 350
__ p. 9________________________________________________OSIRIS©_____
8.9. OVER ‘NU’ BIJ EEN AURELIS SESSIE ....................................................................................................... 351 8.10. GEEN MACHT ZONDER MEDEDOGEN ...................................................................................................... 353 8.11. AURELIS EN ‘VRIENDELIJKHEID’ .......................................................................................................... 354 8.12. KRITISCH-ZIJN IS NIET GESLOTEN-ZIJN ................................................................................................... 356 8.13. PROBEER NIET ‘HIER’ ‘DAAR’ TE ZIJN ..................................................................................................... 360 8.14. PROBLEEM -> DOEL -> OORZAAK VAN DIT DOEL -> DAAR ZIJN ............................................................... 361 8.15. BEN JE KLAAR VOOR EEN VERANDERING VAN BINNEN UIT?.................................................................... 362 8.16. MENSEN WILLEN ZICHTBARE GROEI ....................................................................................................... 364 8.17. ‘SLIPPING INTO SHORT MEDITATION’...................................................................................................... 366 8.18. SPREEK EGO AAN EN JE VORMT EGO. SPREEK TOTALE ZELF AAN EN JE VORMT TOTALE ZELF. ................ 368 8.19. AURELIS EMAIL ASSISTED (AEA) COACHING ........................................................................................ 369 9.
SPREKEN IN HET OPENBAAR .......................................................................................................... 373 9.1. TER VOORBEREIDING ............................................................................................................................... 373 9.2. ONDERDELEN VAN EEN GOEDE PRESENTATIE ........................................................................................... 374 Oefening : 3 minuten concentreren op het woord ‘concentratie’ .............................................................. 376 9.3. DE ONDRAAGLIJKE LICHTHEID VAN EEN SUPER-GOEDE PRESENTATIE ...................................................... 377 9.4. NÓG MEER CONTACT. EN DAN… NÓG MEER CONTACT! ........................................................................... 378 9.5. RUIMTE .................................................................................................................................................... 379 9.6. JE HANDEN! .............................................................................................................................................. 380 9.7. JE GEBAREN! ............................................................................................................................................ 381 Oefening : Geleide verbeelding voor grote gebaren ................................................................................. 382 9.8. JE INTONATIE! .......................................................................................................................................... 382 9.9. JE OGEN! .................................................................................................................................................. 382 9.10. JE VOETEN!............................................................................................................................................. 383 9.11. JE VISUELE HULPMIDDELEN! .................................................................................................................. 383 9.12. JE FEEDBACK VANUIT HET PUBLIEK! ...................................................................................................... 383 9.13. HUMOR .................................................................................................................................................. 384 Oefening : Een presentatie geven over presentatie-geven ......................................................................... 384
10.
‘GEVEN EN NEMEN’ OP AURELIS-WIJZE ................................................................................. 387
10.1. WAT IS ‘GEVEN EN NEMEN’? WAT IS ‘VERKOPEN’? ................................................................................ 387 Oefening : Wat is ‘verkopen’? ................................................................................................................... 387 10.2. WAAROM ‘VERKOPEN’ VOOR VELEN NOG STEEDS EEN ‘VIES WOORD’ IS ................................................ 387 Info-Oefening : Waarom is ‘verkopen’ een vies woord? ........................................................................... 387 Info-Oefening : Een geldelijke vergoeding is : .......................................................................................... 388 10.3. DOEL VAN ‘VERKOOPSTECHNIEKEN’ ...................................................................................................... 389 Info-Oefening : Verkoopsargumenten voor AURELIS-coaching............................................................... 390 10.4. BLIJVEN VRAGEN STELLEN / BLIJVEN ‘JA’ ZEGGEN / BLIJVEN ‘U’ ZEGGEN.............................................. 390 Oefening : Vragen, ‘ja’, ‘U’ ...................................................................................................................... 390 10.5. VERZORG JE ZELFBEELD ......................................................................................................................... 391 10.6. VIJF FAZES VAN VERKOOP ...................................................................................................................... 391 Oefening : je verkoopt het proper maken van deze ruimte ........................................................................ 392 10.7. ‘RELATIONSHIP SELLING’ ...................................................................................................................... 392 10.8. BE SMART ............................................................................................................................................ 393 10.9. ZONDER VOORBEREIDING BEREID JE ALLEEN EEN MISLUKKING VOOR.................................................... 394 Oefening : Q&A in een ‘verkoopsgesprek’ ................................................................................................ 394 10.10. OMTRENT ‘WIN-WIN’............................................................................................................................ 394 10.11. OMGAAN MET ‘WEERSTAND’................................................................................................................ 395 10.12. VERDERE TIPS ..................................................................................................................................... 395 Oefening : verkoop-TIPS omvormen tot organische groei ........................................................................ 397 10.13. CUSTOMER RELATIONSHIP MANAGEMENT........................................................................................... 397
__ p. 10________________________________________________OSIRIS©_____
11.
AURELIS I DE WERELD ................................................................................................................... 399
11.1. OORZAAK VAN LIJDEN: DISSOCIATIE ...................................................................................................... 399 11.2. IS AURELIS EEN SEKTE? ....................................................................................................................... 401 11.3. OVER DE MOGELIJKE BETEKENIS VAN AURELIS IN DE WERELD............................................................ 402 11.4. HET AURELIAANSE ‘ALS VANZELF’ KAN IETS ANDERS TEN ONRECHTE DÉ OPLOSSING DOEN LIJKEN ....... 404 11.5. AURELIS EN ‘ESOTERIE’ ....................................................................................................................... 405 11.6. AURELIS = VRIJHEID ............................................................................................................................ 408 11.7. ZINGEVING ............................................................................................................................................. 410 11.8. ‘ZIEHIER DE KRISTALLEN BOL’ ............................................................................................................... 412 11.9. INZICHT IS GEEN SUPERMARKT ............................................................................................................... 415 11.10. AURELIS GEBRUIKEN = ‘GEVAARLIJK’? ............................................................................................. 417 11.11. AURELIS MET DE PAPLEPEL? .............................................................................................................. 418 11.12. BELANG VAN WETENSCHAPPELIJKHEID VAN AURELIS ....................................................................... 420 11.13. EEN OPSTAPJE? ..................................................................................................................................... 421 11.14. AURELIS EN FLOWER-POWER, ZEN, MYSTIEK..................................................................................... 422 11.15. WOLKEN REGEN ................................................................................................................................... 425 11.16. “ER IS MEER TUSSEN HEMEL EN AARDE…” .......................................................................................... 427 11.17. DE BOODSCHAP EN DE DEUR................................................................................................................. 429 11.18. SUMMUM.............................................................................................................................................. 432 11.19. NEDERIGHEID ....................................................................................................................................... 433 11.20. WAT NIET UIT JOU KOMT, VERVLAKT JOU............................................................................................. 435 11.21. DANSEN MET HET ‘DIEPERE ZELF’ ........................................................................................................ 437 11.22. DRIE GEVAREN VAN WIT ...................................................................................................................... 438 11.23. RATTENVANGERS VAN HAMELEN ........................................................................................................ 440 11.24. HET ONDERSCHEID TUSSEN ‘EGO’ EN ‘TOTALE ZELF’ IS ‘ONEINDIG’ MOEILIJK TE VATTEN ................... 440 11.25. PIJN ...................................................................................................................................................... 442 11.26. HET PROBLEEM VAN DE WERELD: DISSOCIATIE.................................................................................... 445 11.27. ZOMBIFIËRING ...................................................................................................................................... 447 11.28. ‘CONTROLE’ EN HET LOSLATEN ERVAN … ........................................................................................... 449 11.29. HET BELANG VAN ‘ZEKERHEID’............................................................................................................ 451 11.30. DE KUNST VAN HET ‘GEVEN’ ................................................................................................................ 453 11.31. ECHTE WETENSCHAP ............................................................................................................................ 455 11.32. SCHIZOFRENIE (EN ANDERE PSYCHOTISCHE TOESTANDEN) .................................................................. 458 11.33. NOG EEN VOORBEELD VAN AUTOSUGGESTIE: KRIEBELEN VAN OP AFSTAND ........................................ 460 11.34. LUISTEREN NAAR MUZIEK… MET OREN VAN ZIEL ................................................................................ 461 11.35. ELKE TOTALE PERSOON IS ONEINDIG BELANGRIJK! ........................................................................... 462 11.36. BEGINNER’S MIND, FOR ALWAYS (*) .................................................................................................... 465 11.37. WILLEN = KUNNEN? ............................................................................................................................. 466 11.38. ‘WILSKRACHT’ ..................................................................................................................................... 468 11.39. BEWUSTZIJNSVERRUIMING ................................................................................................................... 469 11.40. WAAROM VOLLE THEEKOPJES NIET ALTIJD ZO GOED KUNNEN TEGEN ‘LEGE’ THEEKOPJES................... 470 11.41. HOERA HET WERKT! ............................................................................................................................. 472 11.42. PASSEN MENSEN IN DOZEN? ................................................................................................................. 473 11.43. ‘GOED DOEN’: NIET ZO GEMAKKELIJK ALS HET SCHIJNT ....................................................................... 476 11.44. VERSLAVINGSGEDRAG = COMMUNICATIE ............................................................................................ 477 11.45. EEN SYNTHESE VAN EEN SYNTHESE… .................................................................................................. 479 11.46. ONEINDIGHEID (VOOR ‘GEVORDERDEN’!) ............................................................................................ 480 11.47. EEN SYMBOOL VOOR HET DIEPERE ZELF ............................................................................................... 481 11.48. DENK NIET TE SNEL: “IK WEET HET WEL” ............................................................................................. 483 11.49. DIEPGANG MAAKT EEN LERAAR. VERWACHTINGEN MAKEN EEN SEKTE GOEROE. ................................ 484 11.50. HET CONCEPT ‘VRIENDELIJKHEID VOOR DE TOTALE PERSOON’ ............................................................ 486 11.51. WOORDEN ALS ‘ZIEL’ ZIJN NIET HET ALLEENRECHT VAN GODSDIENST................................................. 487
__ p. 11________________________________________________OSIRIS©_____
11.52. AUTOSUGGESTIE VERANDERT JOUW HERSENEN ................................................................................... 488 11.53. DE ‘AURELIS KEUZE’ ......................................................................................................................... 489 11.54. EPILOOG: DE WERKELIJKE KRACHT VAN EEN WERELDMODEL. .......................................................... 491 12.
AURELIS-COACHIG SESSIES OEFEIGE ............................................................................. 495
12.1. CHRONISCHE MOEHEID .................................................................................................................. 495 12.2. VLIEGANGST ...................................................................................................................................... 497 12.3. BURN-OUT .......................................................................................................................................... 499 12.4. PIJN IN DE LAGE RUG ....................................................................................................................... 501 12.5. FOBIE ................................................................................................................................................... 503 12.6. ANOREXIE........................................................................................................................................... 505 12.7. DEPRESSIE .......................................................................................................................................... 507 12.8. PTSD (POST-TRAUMATISCHE STRESS) .................................................................................................... 509 12.9. HARTKLOPPINGEN (PALPITATIES)........................................................................................................... 511 12.10. MIGRAINE / SPANNINGSHOOFDPIJN....................................................................................................... 513 13.
AEXE ............................................................................................................................................... 515
13.1. ANNEX: VRAGEN OMTRENT HET GEBRUIK VAN AURELIS (Q&A) ...................................................... 515 13.2. ANNEX : STANDAARD VAN ETHISCH GEDRAG ...................................................................................... 529 13.3. ANNEX : AURELIS EN MEDITATIE IN 11 KERNBEGRIPPEN ................................................................... 535 13.4. ANNEX: ENKELE KORTE MEDITATIE OEFENINGEN ................................................................................ 536 13.5. ANNEX : “WAAROM JIJ BELANGRIJK BENT ALS TOTALE PERSOON”................................................ 542 13.6. AURELIS® VOORSTELLING OP 1 PAGINA ............................................................................................... 545 13.7. AURELIS MISSIE ................................................................................................................................... 547 13.8. ANNEX : OVERZICHT VAN AURELIS DOMEINEN ................................................................................. 549 13.9. ANNEX : TERUGKOMDAGEN ................................................................................................................. 551 13.10. ANNEX : AURELIS GLOSSARY .......................................................................................................... 553 13.11. ANNEX ARTICLE : ANTIDEPRESSANTS VERSUS PLACEBOS : MEANINGFUL ADVANTAGES ARE LACKING ......................................................................................................................................................... 559 13.12. ANNEX ARTICLE : GERMAN ACUPUNCTURE TRIALS (GERAC) FOR CHRONIC LOW BACK PAIN: RANDOMIZED, MULTICENTER, BLINDED, PARALLEL-GROUP TRIAL WITH 3 GROUPS. ........................................ 562 13.13. ANNEX ARTICLE : “CLOUD OR CLOCK : IMPLICATIONS OF THE SUBCONSCIOUS ON PLACEBO, DOUBLE BLIND STUDIES AND MEDICINE IN GENERAL” ................................................................................................... 591 13.14. ANNEX ARTICLE : THE PLACEBO EFFECT: HOW THE SUBCONSCIOUS FITS IN. ................................... 600
__ p. 12________________________________________________OSIRIS©_____
Een woordje over de opleiding
Duur van workshops-gedeelte (verplicht) : 9 dagen (weekends of weekdagen). Opzet van workshops : wat door ervaringen kan geleerd worden, wordt via oefeningen gebracht. Daarnaast is er ook puur informatieve kennis. De AURELIScoach-opleiding dient vooal om persoonlijk te groeien. Je hebt er wat aan op de eerste plaats voor jezelf én dan ook voor je eventuele toekomstige cliënten. Wat van de deelnemer gevraagd wordt tijdens de opleiding is dat hij/zij zich laat meegaan in een stroom van ervaringen. Uiteraard dient de kritische geest bewaard te blijven en zelfs aangescherpt te worden, maar bij een ervaring is het zo dat je eigenlijk pas kan kritisch zijn nadat je de ervaring hebt beleefd. Kritisch zijn daarvóór is eigenlijk niet ‘kritisch zijn’ maar ‘zich afsluiten’, wat op zich het tegendeel is van echt ‘kritisch zijn’. Meditatie is een belangrijk onderdeel. Dit wordt gebracht tijdens de workshops. Ook daarbuiten (niet verplicht) worden nu en dan meditatie-weekends en groei + meditatieweken georganiseerd waarop AURELIS-coaches vriendelijk worden uitgenodigd. AURELIS email coaching of ‘AURELIS Email Assisted’ (AEA): elke deelnemer krijgt een inschrijving voor 3 maanden op de AEA-module. Dit wordt in het begin van de opleiding uitgelegd. De deelnemer kan meteen AurelisOnLine gebruiken en uiteraard de downloadables. Hij/zij kan de ervaringen hiermee bespreken en andere ondersteuning krijgen via berichtjes over-en-weer tussen hem en een AURELISopleider. Als deelnemer van deze cursus krijg je elke dag het volgende deel van de syllabus mee naar huis. Het is interessant deze reeds wat door te nemen en tijdens de dag hierin te volgen, dan heb je meteen ook de tekeningen en dia’s vóór jou. Ook bekomen we op deze manier een optimale interactie, wat een belangrijke bedoeling is van de hele opleiding. Terugkomdagen : AURELIS-coaches krijgen de gelegenheid tot verdere bijscholing in de vorm van terugkomdagen, waarop specifieke onderwerpen verder worden uitgediept en waabij ook de praktijk een belangrijk onderdeel vormt.
__ p. 13________________________________________________OSIRIS©_____
AURELIS-coaches krijgen toegang tot een online coaches’ forum en kunnen voor ondersteuning steeds terecht bij een opleider of afgestudeerd AURELIS-coach. Tussendoor en eventueel na de 9 dagen opleiding wordt aan de mensen die naderhand als AURELIS-coach willen optreden, gevraagd om verschillende keren samen te komen en te oefenen op elkaar in de geziene coaching technieken. Dit vanaf de 4de dag van de opleiding. We vragen hiervan telkens een verslagje. We vragen minstens 5 keer samen te komen, maar natuurlijk: des te meer je oefent, des te beter. AURELIS is een systeem dat zelf in organische groei verkeert. Het is niet ‘af’. Zal het dat ooit zijn? Tegelijk echter zijn de principes zo stevig dat ze altijd een duidelijke kern zullen zijn waarop die groei plaatsheeft. Wat nu wordt geleerd, wordt nadien niet veranderd. Het kan alleen worden uitgebreid/verdiept op dezelfde basis. Een woordje nog ter (uitnodiging tot) verhoging van de opmerkzaamheid: veel van wat in deze syllabus staat is ‘subtiel’. Dat wil zeggen: als men het uit zijn context tracht te begrijpen, kan men verkeerde conclusies trekken. Het verschil tussen ‘totale persoon’ en ‘ego’ is nu eenmaal absoluut niet evident, zelfs voor iemand die denkt het ‘allemaal wel al te weten’. Het blijft ten allen tijde iets waar de ‘geest van de beginner’ op zijn plaats is. Men kan ‘expert’ zijn, OK, maar dan nog: met de ‘geest van de beginner’. Dat geldt ook en ik zou durven zeggen zelfs op de eerste plaats voor de lesgever. In het beste geval krijg je het gevoel alsof het ook voor deze laatste de hele tijd door een beetje ‘als voor de eerste keer’ is. Dit is het verschil tussen ‘iets nieuws’ (wat snel veroudert) en ‘iets nieuw’ (wat altijd nieuw blijft, altijd origineel, altijd fris). Dit is natuurlijk ook van toepassing voor de deelnemers. Bekijk het nieuwe hiervan niet louter als ‘iets nieuws’, maar als iets origineels, liefst in de beste betekenis van het woord, namelijk: wat aan de ‘origo’ ligt, de ‘bron’ van innerlijk inzicht. Doe je dit in open aandacht, dan is het meteen ook jouw bron.
__ p. 14________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____
1. Over AURELIS “Wat begint als een weg eindigt als een weg en dan zie je: ‘ik’ ben er altijd al geweest.”
1.1. Inleiding Welkom tot de AURELIS-coachopleiding. AURELIS-coaches zijn centraal in wat goed bezig is een belangrijk, misschien ooit wel centraal deel te worden van de geneeskunde van de toekomst (zijnde het streven naar vermindering van dis-ease zowel als het streven naar wellness in een diepe betekenis. Enkele voorbeelden van ‘diepe wellness’ (op zich los van AURELIS) : ⇒ verliefdheid ⇒ spiritualiteit in brede zin (bvb diep genieten van een zonsopgang) ⇒ moeder-kind liefde ⇒ een gelukkige baby ⇒ echte, serieuze meditatie ⇒ originele appreciatie van kunst ⇒ een gevoel van ‘flow’ op het werk ⇒ voldaanheid tijdens of na creatieve bezigheid ⇒ het dagelijkse leven, als dit vanuit de ‘totale persoon’ wordt beleefd
IInnffoo--ooeeffeenniinngg :: V Veerrsscchhiill ttuusssseenn w weellllnneessss ooppppeerrvvllaakkkkiigg eenn ddiieepp??
__ p. 15________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____ Oppervlakkig
Diep
zich goed voelen relax stop -> na korte tijd eerder frustratie mijn wellness versus de jouwe herinnering eraan brengt begeerte naar meer betaalbaar kost meestal veel geld kan bereikt worden met een of andere drug / medicatie voorbijgaande ‘verandering’ uiterlijke factoren)
(van
bvb genieten van geurtjes en smaakjes allerhande K
Diepe wellness is niet hetzelfde als ‘een hogere graad van gewone wellness’. Er is een duidelijk kwalitatief verschil. Men kan diepe wellness ondervinden zonder oppervlakkige wellness. Een voorbeeld in extremis : een ouder die zijn/haar leven geeft voor een kind, zelf pijn lijdt hierdoor maar ziet dat het kind gered wordt. Een ander voorbeeld: meditatie op een kussen in ‘lotus houding’ met pijn in de benen en toch is alles perfect.
Kunst en autosuggestie : twee werelden of één? De wereld van (serieuze) kunst is een wereld van diep geraakt-worden. Dit is dus niet noodzakelijk hevig-emotioneel, maar wel met diepgang. Of het nu schilderkunst is, beeldhouwkunst of poëzie, kunst gaat in feite over een in-de-wereld-staan met diepgang. Goede kunst is ‘bezielde’ kunst. Het spreekt je aan en je Goede kunst is kan moeilijk verwoorden waarom. Het spreekt tot je ‘diepere zelf’. ‘bezielde’ kunst. Je kan een kunstwerk analyseren, maar niet de kunst zélf. Doe je toch een verwoede poging hiertoe, dan ga je de kunst zoals men zegt ‘stuk-analyseren’.
__ p. 16________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____ Je kan kunst bekijken met dezelfde ‘ogen’ als je eender wat anders bekijkt, en toch niet. De verwerking (wat zich in je geest afspeelt op dat moment) is daadwerkelijk anders. Hoe anders? Je ‘diepere zelf’ speelt ook een grote rol in de verwerking. Het individu-dat-waarneemt is bij het waarnemen van kunst veel ruimer. Net zo ook bij het geraakt worden door autosuggestie. Kunst én autosuggestie leiden tot een diepe motivatie, een motivatie-van-binnenuit. Wat is dan het verschil? Bij kunst word je zelden gebracht tot een verandering-metterdaad. Je appreciatie van allerhande kan wél veranderen. Autosuggestie heeft als doel een meer gerichte verandering, oftewel een verandering naar aanleiding van een specifieke situatie (probleem, wens). De overgang tussen kunst en autosuggestie is vloeiend (hoewel beiden toch binnen hun kader duidelijk zichzelf zijn). En het verschil tussen kunst en meditatie? Ik zou zeggen: meditatie is kunst waarbij je zelf het kunstvoorwerp bent zowel als de kunstenaar.
O Oeeffeenniinngg :: H Hooee m maaaakk jjee vvaann eeeenn vviieerrkkaanntt eeeenn cciirrkkeell?? 2 mogelijkheden : •
Je snijdt overal een stukje af en blijft snijden tot een (relatief kleine) cirkel overblijft.
•
Je ‘pompt’ inhoud in het vierkant waardoor dit uitzet en vanzelf de cirkelvorm aanneemt (beschrijving in woorden). Dit is zo omdat de maximale oppervlakte bij een gegeven omtrek automatisch de cirkelvorm oplevert. Daarom is de cirkel ook in de natuur, op de meest natuurlijke wijze, een vaak voorkomende vorm – en niet bvb het vierkant.
LES : Als je genezing wil forceren, kom je wel tot ietsK maar : Is het wel waardevol? Is het uiteindelijk niet een verminking en een verlies van mogelijkheden? Bvb de man die ‘geneest’ van zijn hoofdpijn en in de plaats daarvan enige tijd later een maagzweer krijgt. Bvb het meisje dat jarenlang onderdrukkende medicatie krijgt tegen haar hooikoorts en veel later een auto-immuunaandoening krijgtK als gevolg hiervan of niet? Bvb de creatieve pianist die na een psychotische opstoot totaal-verdrukkende medicatie krijgt toegediend en als gevolg hiervan jarenlang geen piano meer kan spelen. Als je daarentegen zoveel mogelijk van binnenuit laat komen en dit ondersteunt, dan is het eindresultaat veel ruimer, interessanter, boordevol mogelijkheden, bezieling, poëzie, geen frustratie, geen gevaar dat het achterliggende zich uit in een andere pathologieK __ p. 17________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____
Welnu : met wellness bedoelen we niet de kleine cirkel (dus niet ‘zomaar’ wellness van eender welke aard) maar wel degelijk de grote cirkel. Wie ‘Brave New World’ (1932) van Aldous Huxley gelezen heeft, kan in de ik-voel-mij-goedwellness de toestand herkennen van een hele bevolking die door middel van drugs (‘soma’) wordt ‘goed’ gehouden, maar eigenlijk hierdoor de eigen bezieling heeft verloren.
‘Heling’ in de echte zin van het woord, is : met je totale zelf betrokken zijn bij je genezing en daardoor ook als totaliteit op de eerste plaats groeien tot een mooie, grote cirkel. De cirkel is in veel tradities een symbool voor eenheid en vervulling, ‘ontwaking’, ‘verlichting’. Bvb in het boeddhisme : cirkel veel gebruikt TTE EK K :: zzeenn--cciirrkkeell Zen-cirkel : symbool van de Leegte Leegte = potentialiteit Eigenlijk : symbool voor het onbewuste. De ‘leegteloze leegte’.
Maar ook in het christendom : het is geen toeval dat ‘heiligen’ met een cirkel rond het hoofd worden afgebeeld. TTE EK K :: S Siinntt--FFrraanncciissccuuss m meett aauurreeooooll
Kwat niet wil zeggen dat we van iedereen verlichten en heiligen willen maken, maar toch : we willen echte heling brengen. In ‘heling’ zit trouwens ‘heil’, ‘heilig’ zowel als ‘heilzaam’ én ‘heel’ in de zin van ‘volledig’. Engels : to ‘heal’ is verwant met ‘whole’ zowel als met ‘holy’. De cirkel rond het hoofd van bvb Sint-Franciscus hierboven __ p. 18________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____ duidt erop dat deze persoon bezield op deze wereld aanwezig is, dat hij/zij in verbinding staat (re-ligare = opnieuw verbinden) met eigen ziel (ander woord: ‘diepere zelf’) en daardoor ook veel meer in contact staat met de wereld rondom. Zelfs de vogeltjes voelen dat ☺.
O Oeeffeenniinngg :: K Keennnneenn jjuulllliiee nnoogg cciirrkkeellss m meett bbeetteekkeenniiss?? voorbeelden : de zon in mythologie (Japan, EgypteK) oeroboros (slang, symbool van transformatie) mandala Azteken-kalender klok van een stethoscoop (?)
M.a.w. : ergens is deze intuïtie er altijd geweest. We vinden hierin niets nieuw uit. Wat we brengen is uiteindelijk reeds altijd de bedoeling geweest. Wel nieuw is dat wij de mogelijkheid brengen om deze bedoeling op grotere schaal te verwezenlijken. Het is hiertoe niet nodig zaken te forceren. Met de juiste ondersteuning en duwtjes komt het als vanzelf. ‘Als vanzelf’ is heel centraal bij AURELIS. ‘Commercieel’ gezien is dat zelfs een beetje een nadeel. Mensen die ‘als vanzelf’ genezen (helen) kunnen het idee krijgen dat ze zonder ondersteuning ook wel ‘als vanzelf’ zouden genezen zijn. Het is belangrijk dat je hier altijd van in het begin nadruk op legt : de ondersteuning die jij kan geven als AURELIS-coach is daadwerkelijk van heel groot belang in het gebeuren. Dit is in de praktijk SUPER-BELANGRIJK. Mensen die helen van-binnenuit horen zich hier ook bewust van te zijn. Anders kom je in het stramien van : het kan niet : ‘vanzelf’ genezen, kan niet (zelfs al is net een heel belangrijke stap in die richting gezet. Het was toeval. Het was ‘die pil die ik vorige week heb genomen (of vorig jaar). Maar toch dit niet zeker? Of in een reactie van anderen : als het zich zo vanzelf oplost, dan zal het voordien wel een ‘ingebeelde ziekte’ geweest zijn. Trouwens, die psyche, is dat niet altijd maar wat inbeelding? het mag niet : heel achterliggend ligt het idee dat mensen ‘schuldig’ zijn als ze iets doen zonder expliciete
Het kan niet. Het mag niet.
__ p. 19________________________________________________OSIRIS©_____
Het is niet.
Is dit alles?
___________________________________________________Over AURELIS____ inspanning (zoals in ‘luiheid is het oorkussen van de duivel’). Het is goed dit openlijk te bespreken; anders blijft het sluimeren in een achterliggende laag en kan tot ‘weerstand’ leiden en het tenietdoen van het resultaat. Ook mensen in de omgeving kunnen vinden dat een ‘spontane genezing’ eigenlijk niet mag, bvb als ze vinden, bewust of onbewust, dat het ziek-zijn ’maar net goed is’. het is niet : een gewone, alledaagse negatie van het gebeurde. Dit kan heel bevreemdend overkomen voor een buitenstaander. De persoon (degene die als vanzelf groeit tot voorbij zijn probleem) lijkt te doen-alsof, maar eigenlijk heeft hij zelf geen inzicht. Het ‘gebeurt met’ hem, zoals bvb in negatieve zin een gokverslaving ‘gebeurt met’ de gokverslaafde. is dit alles? : wat net gebeurd is, wordt niet genegeerd, maar het belang ervan wordt geminimaliseerd. “Ach ja, dit afgrijselijke probleem van vele jaren was eigenlijk toch maar een kleinigheid.” Of in het gezegde : “Ik heb er alles voor over, echt alles, zeg mij wat ik moet doenK” Want iets wat je niet moet doen, kan toch niet de moeite waard zijnK ‘Als vanzelf’ : echte heling kan uiteindelijk ook alleen maar ‘als vanzelf’ gebeuren. Je evolueert hierin als totale persoon. Je ‘groeit’ op een spontane, natuurlijke, organische manier. Je ziet dit maar echt goed gebeuren als je afstand neemt. Met de neus erop zie je geen beweging omdat alles tegelijk beweegt. Op afstand zie je het wel. Je zit in een trein ‘Als vanzelf’ wil zeggen : en als je alleen kijkt naar wat zich bevindt binnen in je als totale persoon. wagon, zie je niets bewegen. Tegelijk glijdt je ‘als vanzelf’ over de rails naar je bestemming toe. Alleen met een bredere kijk zie je de totale trein (je ‘totale zelf’) in beweging.
Een AURELIS-coach ‘ondersteunt’. Dit is niet zomaar een loos gezegde. Ondersteuning is : ‘niet meer dan ondersteuning’ : dus geen therapie in de huidige betekenis van dat woord; geen dokter-spelen. Een AURELIS-coach is géén arts (tenzij natuurlijk het iemand is die beide opleidingen heeft gevolgd). tegelijk : enorm belangrijk. Echte ondersteuning wil zeggen dat jij echt degene bent op wie de cliënt kan steunen. Je zet jezelf niet op een hoger niveau als de cliënt. Als ‘steun’ zelfs eerder op een lager niveau. In werkelijkheid : volledig gelijkwaardig. Een consequentie hiervan is ook dat in feite jij als AURELIS-coach altijd er veel aan kan en mag, zelfs hoort te hebben. Bij elke coaching heb je, als het goed Ondersteuning : je verandert de andere niet. Je ondersteunt __ p. 20________________________________________________OSIRIS©_____ diens verandering die diep-vanbinnen reeds aanwezig is.
___________________________________________________Over AURELIS____ zit, ook zelf het gevoel iets waardevols bijgebracht te worden. Je kan jezelf en de cliënt zien als 2 evenwaardige cirkels in een nooit aflatend leerproces. Omdat jij groeit als mens, hebben ook jouw volgende cliënten meer en meer aan jou als AURELIS-coach. De wereld wordt er zowaar beter van. Dát is echte ondersteuning. ‘Ondersteuner’ of ‘gids’ zijn trouwens betere termen dan ‘coach’, vind ik, maar niemand zou nog snappen welke lading gedekt wordt.
O Oeeffeenniinngg :: W Waaaarrttooee lleeiiddtt ‘‘oonnddeerrsstteeuunniinngg’’ nnoogg?? voorbeelden : vrijheid : ondersteuning duwt niet of trekt niet in een bepaalde richting energie : het geeft kracht, laat eigen kracht naar voren komen de mogelijkheid te ‘laten gebeuren’. Je tilt iemand op uit een groeve. er-zijn : degene die ondersteunt, is er voor de andere in de mate van het nodige
AURELIS is een combinatie van oud en nieuw, maar ook van Oost en West. In het Oosten heeft men een veel ruimere traditie van meditatie. Daar putten we veel uit. Meditatie als diepere ontspanning. Er zijn twee manieren om naar ontspanning te kijken : •
loutere ontspanning, een goed gevoel, minder stress
•
‘diepe’ ontspanning : alles binnenin jezelf ligt goed georiënteerd ten opzichte van elkaar (cf. wellness : ook hier zie je een kwalitatief verschil tussen beide). TTE EK K :: m miikkaaddoo--ssttookkjjeess Je gooit een hoopje stokjes op elkaar -> ze vallen en liggen ‘ontspannen’ : ze behoeven geen energie meer om daar zo te blijven liggen. versus
__ p. 21________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____ je legt ze geordend bij elkaar, een bundeltje. Daardoor krijgen ze speciale eigenschappen, bvb. als je ze als bundeltje wil breken, gaat dat niet goed lukken. Dat wil niet zeggen dat de eerste vorm van ontspanning niet goed is. De speciale eigenschappen van de tweede vorm kunnen we echter wel goed gebruiken in bepaalde omstandigheden. De tweede vorm is goed voor het verwerven van ‘inzicht’ en ‘wijsheid’. Zoals je ziet, staat AURELIS voor heel wat diepere waarden. Het is ook een kwestie van moraliteit. Niet alleen bij ontspanning is dit relevant, maar ook bij het streven naar een toestand van heling. Hier komen we nog dieper op terug.
De manier waarop je geneest / heelt is ook een kwestie van moraliteit.
Bij een AURELIS-sessie wordt altijd gestart met een ontspanning. Dit heeft als doel wat van de spanning weg te nemen zodat nadien ook een ‘diepe ontspanning’ gemakkelijker kan optreden. Het heeft niet als doel het bewustzijn opzij te zetten of een trance (toestand van kritiekloosheid) te induceren, zoals bij hypnose. Een diepere vorm van relaxatie (die waar de ‘REL’ van AURELIS op slaat) zie je ook reeds optreden wanneer in een coaching de cliënt begeleid wordt van probleem naar wens, naar ‘diepere wens’.
D DIIA A :: vveerrddeeeellddhheeiidd vveerrssuuss oopp éééénn lliijjnn
__ p. 22________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____
De AURELIS-methode (2) innerlijke verdeeldheid:
weinig energiedoorstroom
op 1 lijn met zichzelf :
veel energiedoorstroom
op termijn: depressie OSIRIS ©
verandering in de richting die je ZELF kiest www.aurelis .org www.aurelis.org
Dia : betere energie-doorstroom; energie kan gebruikt worden ter verandering. Energie = wat iemand echt motiveert, diepe motivatie, wat iemand in beweging zet. ‘Menselijke energie’ is diepe motivatie. Je kan hierbij denken aan het oud-Chinese ‘Chi’ als ‘kosmische energie’, een perfect symbool voor menselijke diepe motivatie. (En ook omgekeerd. Dit is eigen aan een ‘symbool’ in het algemeen : vanaf een bepaalde diepte gaat het in twee richtingen. Dan gelden als het ware de wetten ‘van een andere dimensie’.) Als echter ‘Chi’ vertaald wordt tot een Westers energiebegrip, dan komen we al snel tot een electromagnetische spraakverwarring.
O Oeeffeenniinngg :: ‘‘M Meennsseelliijjkkee eenneerrggiiee’’ iiss ddiieeppee m moottiivvaattiiee.. Wat kan deze zin betekenen? motie, motion, beweging e-motie : Ik word ergens uitgebracht. Energie = wat in beweging zet. Maar verder is ‘menselijke energie’ niet te vergelijken met elektromagnetische energie (hoewel dit soms komt opduiken in de wereld van positief denken à la ‘The Secret’ etc.) Straks (of thuis) kunnen we een meditatie doen, contemplatie op deze zelfde zin. Het gaat er dan om de geest leeg te maken en alleen te laten verschijnen wat zich __ p. 23________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____ vanzelf aandient omtrent deze zin. Dat kan iets zijn in de vorm van een idee, een gevoel, een voornemen tot verandering, een dieper inzicht, een visualisatieK
O Oeeffeenniinngg :: eeeenn A AU UR RE ELLIIS S sseessssiiee vvaann ddiieeppee oonnttssppaannnniinngg
De drie basispijlers voor een goede AURELIS-sessie : ontspanning : diepe ontspanning : op één lijn concentratie : niet ingespannen; eerder vrij laten komen maar steeds terugbrengen motivatie : echt van binnen uit Ze versterken elkaar : ontspanning bevordert concentratie en is heel aangenaam en motiverend. concentratie
RMC
maakt ontspanning beter mogelijk en motiveert. concentratie
motivatie
motivatie om het nodige te (blijven) doen naar ontspanning en concentratie toe.
relaxatie OSIRIS©
www.aurelis .org www.aurelis.org
Je gaat in deze cursus een hele hoop informatie meekrijgen. Je gaat ook een hele hoop doen. Er wordt heel wat gevergd. Maar we zullen ervoor zorgen dat je het met plezier doet en dat op het einde van elke ‘werkdag’ je met voldoening kan terugkijken. Ook in de perioden tussen opleidingsdagen zal je merken dat je heel wat stof tot nadenken hebt. We zullen je aanraden AURELIS sessies te doen, waardoor je daadwerkelijk ook bij jezelf een hele groei zal __ p. 24________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____ meemaken. We zijn er om je te ondersteunen hierbij. Elke AURELIS-coach-in-spé kan gedurende zijn hele opleiding e-mail coaching krijgen. We vragen veel, maar je zal merken dat het ruimschoots de moeite waard is. Ik wens je veel succes met je opleiding tot AURELIS-coach. Dr. J.L Mommaerts
1.2. Het onbewuste in actie Wat is het onbewuste in actie?
Een vrouw die een auto optilt die over haar kind rijdt Een vrouw ziet haar kind ineens op de grond liggen onder het wiel van een auto die langzaam (handrem staat niet op) naar voren is gereden. Er is geen andere mogelijkheid om het kind te redden dan de auto op te tillen waardoor iemand anders het kind er onderuit kan halen. De moeder aarzelt niet. Ze snelt naar de auto, tilt hem op en haar vriendin met wie ze stond te praten, trekt het kind onderuit. Blijkbaar vindt de moeder in deze uitzonderlijke situatie ineens de kracht in zich die ze altijd heeft. Dit is géén ‘paranormale kracht’. Dit onderkennen, is van het grootste belang. Er is hierin niets dat gebeurt ‘buiten de natuur der dingen’. De universele ‘wet van behoud van energie’ blijft onverminderd van kracht. De echte les hieruit is : we onderkennen gewoon niet de kracht die voortdurend in ons schuilt. Vooral als het ‘diepere zelf’ zich ermee bemoeit, zoals in dit voorbeeld : het gevaar voor het kindje bracht diepe motivatie bij de moeder. Diepe motivatie ligt sowieso altijd dicht bij autosuggestie. Het onbewuste wordt ‘geraakt’ en in actie gezet. En5 persoonlijk vind ik dit ook nog eens een veel mooiere uitleg dan die van het ‘paranormale’, die mij overkomt als een kluitje waarmee mensen in het riet worden gestuurd.
Van ‘motivatie’ tot ‘diepe motivatie’: het lijkt wel een subtiel verschil. Er is natuurlijk een geleidelijke overgang, maar er ligt een wereld tussen beide uitersten. Als men deze wereld niet onderkent, lijkt het alsof bvb iemand die niet wl stoppen met zijn gokverslavingK gewoon niet wil stoppen, punt gedaan. Neen dus. Het is: punt andere lijn, andere pagina, ander boekwerk. Andere syllabus. __ p. 25________________________________________________OSIRIS©_____
___________________________________________________Over AURELIS____ Of je komt tegen: een cliënt die niet gemotiveerd is om te werken aan zijn diepe motivatie. Toon die cliënt dan vooral op de eerste plaats het verschil tussen beide. Laat het hem voelen. Vraag dan heel duidelijk zijn engagement vóór je verder gaat. Dit engagement is een héél belangrijke keuze van de cliënt.
O Oeeffeenniinngg :: IIddeeoom moottoorriisscchhee bbeew weeggiinngg voorbeeld van ‘onbewuste in actie’
Kort woordje over AURELIS autosuggestie aan de hand hiervan. = uitnodiging; laten gebeuren; niet-agressie
O Oeeffeenniinngg :: V Viissuuaalliissaattiiee :: JJee bbéénntt ddee ppiijjll –– bboooogg -- bbooooggsscchhuutttteerr Dit gaat over een identificatie (met cliënt, met jezelf-als-AURELIS-coach, met je coaching als instrument). Schrijf op wat dit voor jou betekent in de huidige context van de opleiding. Vind je dat het je goed ‘lukte’ om in deze oefening jezelf te laten meegaan? Hoe zie je jezelf in deze visualisatie? Was het een mooie boog? Zag je de boog goed gespannen? Ging de pijl in één rechte lijn naar het doel? Was jijzelf ook duidelijk de boogschutter en was je in deze visualisatie nogal op je gemak? (duur +/- 20 minuten)
Als een pijl uit een boog : Je richt je op het doel en ‘laat het doel de pijl aantrekken’. Eens de pijl is afgeschoten, gaat hij ‘vanzelf’ verder; je laat hem los. Je leert wanneer en hoe dit optimaal te doen. Dit is de manier waarop je later met je cliënten kan omgaan. Het is ook nu de optimale manier om deze opleiding te volgen. ‘Als vanzelf’: geen geduw en geen getrek. Wel een voortdurende uitnodiging van jezelf: autosuggestie. __ p. 26________________________________________________OSIRIS©_____