Master of Science in de Psychologie Verticale coherentie De opleiding tot Master in de psychologie heeft het op een zelfstandige en wetenschappelijk verantwoorde wijze kunnen aanpakken van voor het vakgebied psychologie relevante vraagstellingen tot doel. Op professioneel vlak heeft de opleiding de zelfstandige beroepsuitoefening als psycholoog als finaliteit. Op het vlak van de academische vaardigheden beschikt een master in de psychologie over de kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn voor het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. De opleiding tot Master in de psychologie steunt hiertoe op een solide wetenschappelijke onderbouw en op een verdiepende kennis van de psychologische disciplines, verworven in de opleiding Bachelor in de psychologie. De opleiding Master in de psychologie heeft drie afstudeerrichtingen: de klinische psychologie, de bedrijfspsychologie en personeelsbeleid en de theoretische en experimentele psychologie. Binnen de psychologische discipline wordt het vak Gezondheidspsychologie I als algemeen vak geprogrammeerd in het eerste jaar van de Master in de psychologie in de afstudeerrichtingen klinische psychologie en bedrijfspsychologie en personeelsbeleid. Voor de afstudeerrichting theoretische en experimentele psychologie is dit vak opgenomen in het derde jaar van de Bachelor. Een verdieping in de data-analytische technieken wordt voorzien in het eerste jaar van de opleiding als methodisch-technische basis voor de Scriptieseminaries en voor de Masterproef in het tweede jaar van de Master opleiding. In de afstudeerrichtingen klinische psychologie en bedrijfspsychologie en personeelsbeleid wordt gekozen tussen Data-analyse II en Toegepaste Data-analyse, in de afstudeerrichting theoretische en experimentele psychologie is het vak Data-analyse II geprogrammeerd. Het vak Scriptieseminaries biedt een gedegen voorbereiding op het uitwerken van een psychologische vraagstelling in de Masterproef, onder de vorm van een empirische, een methodische, of een literatuurstudie. In het tweede jaar van de Master doet de student bij de stage en de Masterproef beroep op de inzichten en vaardigheden verworven in de Bachelor en het eerste jaar van de Master. De Masterproef vormt het eindproduct van een door de student uitgewerkt onderzoeksproject, waarin de student op zelfstandige en creatieve wijze een wetensschappelijk onderzoek uitvoert met betrekking tot een zelf gekozen onderwerp in het domein van de psychologie
1
De afstudeerrichtingen hebben een duidelijk eigen profiel De afstudeerrichting klinische psychologie onderzoekt de relatie tussen gedrag, cognitie en emotie enerzijds, en ziekte en gezondheid anderzijds met het oog op diagnostiek en klinisch psychologische interventie bij een breed scala van problemen en hulpvragen van personen en groepen. In het eerste jaar van de Master opleiding, afstudeerrichting klinische psychologie bieden de vakken Ontwikkelingsstoornissen, Gezondheidspsychologie I & II, en Ontwikkelingspsychologie III een verdieping in belangrijke gebieden van de psychologie. Gezondheidspsychologie I steunt op Psychologische functieleer I & II en op Fysiologie en Fysiopathologie uit de Bachelorsopleiding. Gezondheidspsychologie II volgt rechtstreeks uit Gezondheidspsychologie I. Ontwikkelingsstoornissen steunt op Neurologie, Psychologische functieleer I & II, en Ontwikkelingspsychologie I & II uit de Bachelorsopleiding. Ontwikkelingspsychologie III steunt dan weer op Ontwikkelingspsychologie I & II. Met het oog op het kunnen indiceren en gepast aanwenden van klinisch psychologische interventiemethoden, worden in het eerste jaar van de Master afstudeerrichting klinische psychologie vier belangrijke psychotherapeutische oriëntaties voorzien, die steunen op een aantal vakken uit het programma van Bachelor in de psychologie: Gedragstherapie steunt op Leerpsychologie en Klinische Psychologie, Relatie- en gezinstherapie steunt op Relatie- en gezinsstudies en op Klinische psychologie, Psychoanalytische therapie steunt op Klinische Psychodiagnostiek I & II en op Psychodynamische consultatie, Ontwikkelingsgerichte therapie steunt op Ontwikkelingspsychologie I & II en op Klinische ontwikkelingspsychologie. In het tweede jaar van de Master nemen de Masterproef (zie hierboven) en de Stage een belangrijke plaats in. De Stage heeft tot doel om vanuit de theoretische basis die in de voorgaande jaren is opgebouwd, de student in de beroepspraktijk in te leiden. De student maakt gebruik van de theoretische kennis en de vaardigheden verworven in de voorgaande jaren van de opleiding en verwerft, onder begeleiding van de mentor en onder condities van toenemende zelfstandigheid, de beroepsvaardigheden en attitudes vereist voor een zelfstandige uitoefening van het beroep van psycholoog. Een verdiepingsmogelijkheid in de psychotherapeutische oriëntaties wordt voorzien door het vak Gevallenstudies en practica dat in de respectieve oriëntaties wordt aangeboden. Het vak Genderstudies en seksuele stoornissen vervolledigt de inhoudsgebieden in de Klinische psychologie.
2
De Master in de psychologie, afstudeerrichting bedrijfspsychologie en personeelsbeleid wil psychologen vormen die op een wetenschappelijke verantwoorde wijze de geïntegreerde rol van expert/facilitator kunnen waarmaken in drie specialismen: personeelsbeleid, organisatiepsychologie en arbeidspsychologie. Daarnaast wil deze Master een verdieping bieden op het vlak van de consumentenpsychologie en de industriële relaties. De Master bouwt verder op een Inleiding bedrijfspsychologie (tweede Bachelor) en vooral op de derde Bachelor. Gespreid over het eerste jaar en het tweede jaar van de Master worden drie specialismen verder uitgediept (Personeelsbeleid II, Organisatiepsychologie II en Arbeidspsychologie II) steunend op de basisvakken uit de derde Bachelor (Personeelsbeleid I, Organisatiepsychologie I, Arbeidspsychologie I). Het inzicht in, en het oefenen van individuele vaardigheden verworven tijdens Bedrijfspsychologische processen en -vaardigheden (derde Bachelor) worden aangevuld met inzicht in, en oefenen van vaardigheden als expert/facilitator in een groepscontext binnen Gesprekstechnieken en toegepaste groepsdynamica (eerste Master). De eerste Master geeft een introductie in de consumentenpsychologie (I) die wordt verdiept in de tweede Master (Consumentenpsychologie II). Een parallelle verticale coherentie is aanwezig voor het domein van het sociaal recht (Beginselen sociaal recht in de eerste Master, Gevallenstudie in de sociale wetgeving in de tweede Master). Tijdens de tweede Master worden tevens nog twee specifieke gebieden theoretisch en praktisch ingevuld: Industriële relaties en Consulting. De Master in bedrijfspsychologie en personeelsbeleid omvat twee stages. De stage tijdens de eerste Master wil de student laten kennismaken met de werkvelden van de bedrijfspsycholoog. Tevens kan de student verkennen of de stageplaats eventueel voor de tweede stage en/of voor de Masterproef kan dienen. Tijdens de stage in de tweede Master wordt de student als stagiairwerknemer ingeschakeld binnen een dienst, met de daarbij horende attitudes. De Masterproef is gespreid over de twee jaren van de Master. Tijdens de Scriptieseminaries in het eerste jaar van de Master, werken de studenten de probleemstelling en de literatuurstudie uit en geven ze tevens aan hoe het empirisch onderzoek zal opgezet en uitgevoerd worden. Het onderwerp van de Masterproef situeert zich in één van de specialismen (personeelsbeleid, organisatiepsychologie, arbeidspsychologie, consumentenpsychologie, industriële relaties) en kadert meestal in lopend onderzoek van de promotoren. Tijdens de tweede Master, voeren de studenten het empirisch onderzoek uit (inclusief data-inzameling, -verwerking, -rapportage, -interpretatie).
3
De doelstelling van de Master in de psychologie, afstudeerrichting theoretische en experimentele psychologie is het opbouwen van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn bij het plannen en opzetten van wetenschappelijk onderzoek. De verdere ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden wordt gerealiseerd in het onderdeel Experimenteel-psychologisch onderzoek dat rechtstreeks voortbouwt op het onderdeel Paradigmata en instrumenten van de experimentele psychologie uit de 3de Bachelor. Daarnaast bouwt Dataanalyse II verder op Data-analyse I. Het opleidingsonderdeel Modellering van cognitieve processen introduceert een nieuwe onderzoeksvaardigheid, die qua inhoud van de gemodelleerde aspecten steunt op de bachelorvakken Psychologische functieleer I en II. Kennisopbouw op gebied van cognitieve functies wordt gerealiseerd in de optievakken Taalpsychologie, Cognitieve psychologie II, en Cognitie en emotie, die steunen op vakken uit de eerste twee Bachelorjaren (Psychologische functieleer I en II, Leerpsychologie) en afstudeerrichtingsspecifieke vakken uit de derde Bachelor (Cognitieve psychologie I en Cognitie en emotie). Cognitieve neurowetenschap en Neuropsychologische diagnostiek steunen op de kennis betreffende de neurale basis van het gedrag die in de Bachelorjaren is opgebouwd in de vakken Neuropsychologie en Neurologie. Via een keuzepakket wordt een kennisverbreding nagestreefd door de kennis van cognitieve functies te relateren aan een aantal aanverwante kennisgebieden. Elk pakket is zo opgebouwd dat een inhoudelijke verbreding gekoppeld wordt aan een inhoudelijke en onderzoeksgerichte verdieping. In de tweede Master bouwt Data-analyse III verder op Data-analyse II en volgt Cognitieve psychologie III op Cognitieve psychologie II. Horizontale coherentie De vakken Data-analyse II of Toegepaste data-analyse en Scriptieseminarie in het eerste jaar van de Master, en de Masterproef in het tweede jaar van de Master vormen een geheel, waarbij de vakken Data-analyse I of Toegepaste data-analyse samen met het vak Methoden en technieken voor empirisch onderzoek uit het derde jaar Bachelor in de psychologie, de nodige onderzoeksvaardigheden aanleveren vereist voor de Scriptieseminaries. Het vak Gezondheidspsychologie I beoogt een verdiepende kennis op het gebied van ziekte en gezondheid en dit bij verschillende onderzoeks- en praktijkgebieden. Het dient mede als basis
4
voor de preventieve interventies op het gebied van gezondheidspromotie en ziektepreventie in deze praktijkvelden. Het eerste jaar van de Master in de psychologie, afstudeerrichting klinische psychologie beoogt een verdiepende kennis in twee klinische gebieden: de basismechanismen en kenmerken van de Ontwikkelingsstoornissen en van de klinische gezondheidspsychologie (Gezondheidspsychologie II). Samen met de psychotherapeutische oriëntaties (Gedragstherapie, Relatie- en gezinstherapie, Psychoanalytische therapie en Ontwikkelingsgerichte therapie), zijn deze vakken mede gericht op het selecteren, gepast aanwenden en evalueren van interventiemethoden op het gebied van gezondheidspromotie en ziektepreventie enerzijds, en van de klinisch psychologische interventies anderzijds. Ze laten toe het brede veld van de klinische en van de gezondheidspsychologie te bestrijken. In het tweede jaar van de Master laat de keuze van een vak Gevallenstudies en practica in één therapeutische oriëntatie een verdieping in het gekozen gebied toe en wordt samen met de keuze van een stage een profilering op het gebied van de klinische en van de gezondheidspsychologie mogelijk. Het vak Genderstudies en seksuele stoornissen vervolledigt de inhoudsgebieden in de Klinische psychologie. In de Master in de psychologie, afstudeerrichting bedrijfspsychologie en personeelsbeleid wordt in de derde bachelor de theorie gegeven voor de drie afstudeerrichtingsspecifieke vakken Personeelsbeleid I, Organisatiepsychologie I en Arbeidspsychologie I. Daarnaast wordt ook de theoretische basis gelegd betreffende bedrijfspsychologische processen en vaardigheden. Tevens vindt een introductie in de economie plaats. Aldus ontstaat een theoretische basiskennis die de student kan toetsen tijdens de eerste stage in het begin van de eerste Master. De eerste Master vervolledigt de theorie van Organisatiepsychologie II met nadruk op cross-culturele organisatiepsychologie en de theorie van Arbeidspsychologie II. Daarnaast is er een theoretische introductie in Consumentenpsychologie I. Hier maakt de student ook kennis met de theorie van het sociaal recht. Aldus ontstaat een meer uitgebreide theoretische kennis die steun bidt bij het aanleren van de beroepsuitoefening tijdens de tweede stage bij de aanvang van de tweede Master. In de tweede Master is er de vervollediging van de theorie van Personeelsbeleid II waarbij ook aandacht besteed wordt aan ‘international human resource management’, en van de theorie van Consumentenpsychologie II. Daarnaast is er de theoretische verdieping betreffende Consulting en Industriële relaties. Aldus is op het einde van de tweede Master de noodzakelijke theoretische kennis omtrent de drie zuilen (personeelsbeleid, organisatiepsychologie, arbeidspsychologie)
5
meegegeven, alsook theoretische verdiepingen omtrent bedrijfspsychologische processen en vaardigheden, consumentenpsychologie, consulting en industriële relaties. Het eerste jaar van de Master in de psychologie, afstudeerrichting theoretische en experimentele psychologie beoogt een theoretische verdieping van de kennis over cognitieve en aan cognitie gerelateerde processen met inbegrip van de neurale basis. Tegelijkertijd versterkt de student de vaardigheden die nodig zijn om theoretische vragen te vertalen naar een adequaat wetenschappelijk onderzoeksopzet en om de bekomen onderzoeksresultaten op een correcte manier te analyseren. De kennis van cognitieve processen wordt vergroot in de vakken Taalpsychologie en Cognitieve psychologie II. In het vak Modellering van cognitieve processen leert de student de vaardigheden noodzakelijk om zelf expliciet computationele modellen te kunnen ontwikkelen en om bestaande modellen kritisch te kunnen evalueren. Wat betreft cognitie-gerelateerde processen worden een aantal keuzepakketten aangereikt waaruit de student er een selecteert. Indien gewenst, kan de student de hier opgedane kennis en vaardigheden verder vorm geven in Masterproef en/of stage. Wat betreft de kennis van de neurale basis van cognitieve activiteit worden twee opleidingsonderdelen georganiseerd, het ene gefocust op de neuropsychologie op basis van patiëntenonderzoek (Neuropsychologische diagnostiek), het andere op het multi-disciplinair karakter van de neurowetenschappen (Cognitieve neurowetenschappen). Beide vakken zijn gerelateerd aan thema’s in de cognitieve psychologie die in andere opleidingsonderdelen aan bod kwamen. In de tweede Master concretiseert de student de opgedane kennis en vaardigheden in stage en masterproef. Daarnaast is er nog Data-analyse III als ondersteunend vak en een verdere kennisname van cognitieve psychologie (Cognitieve psychologie III).
6