Augustinianum - stedenbouwkundig ontwerp
Stichting Carmelcollege
inhoudsopgave
1. Het nieuwe Augustinianum - een nieuwe samenhang 2. Stedenbouwkundige visie 3. Stedenbouwkundige ontwerpaspecten 4. Toelichting schoolomgeving 5. Toelichting woonbuurt 6. Colofon
2
1. Het nieuwe Augustinianum - een nieuwe samenhang Aanleiding en opgave Stichting Carmelcollege ontwikkelt plannen voor de realisatie van een nieuw schoolgebouw. Het bestaande schoolgebouw voldoet niet meer aan de eisen die het onderwijs en het beheer van onderwijsgebouwen in deze tijd stelt. Dat betekent dat een nieuwe stap gezet wordt in de rijke historie van het Augustinianum in Eindhoven. Het nieuwe schoolgebouw zal op de locatie van de huidige sportvelden gerealiseerd worden. Op de plek van het huidige schoolgebouw zal, aanlsuitend aan de bestaande woonbuurt, een nieuwe woonbuurt ontwikkeld worden. Er worden mogelijkheden voorzien voor toevoeging van een kleinschalig woonwerk milieu in aansluiting op bedrijvengebied De Kade. Daarmee zijn de randvoorwaarden geschapen voor een interessant binnenstedelijk woonklimaat. De openbare ruimte zal als verbindend element een samenhang van deze gebieden maken. De gemeente en Stichting Carmelcollege zijn als betrokken partijen een samenwerking aangegaan voor de ontwikkeling van het leer- en woongebied. Er is door maak<architectuur een nieuwe visie ontwikkeld voor de stedenbouwkundige inkadering van het nieuwe Augustinianum. Het bleek in de visie van de gemeente nodig, een betere aansluiting van de school en de woonbuurt op de omgeving te realiseren en meer garanties te ontwikkelen voor kwaliteit en samenhang van de openbare ruimte. De uitwerking van deze visie naar het voorliggend stedenbouwkundig ontwerp verliep in nauwe samenspraak met het bestuur en het ontwerpteam voor de school, de ontwikkelende partij voor de woonbuurt en de gemeente, opdat het karakter en het dagelijks gebruik van de woon- en leeromgeving straks goed aansluit op de omgeving. De in september 2012 vastgestelde gemeentelijke Ruimtelijke Richtlijnen geldt als uitgangspunt en toetsingskader voor deze opgave.
3 Het nieuwe Augustinianum vanaf de Geldropseweg
1. Het nieuwe Augustinianum - een nieuwe samenhang Context en samenhang Op een hoog schaalniveau gaat het om een ontwikkeling te midden van woongebieden, bedrijventerreinen, parkgebieden en verkeersaders. Een verzorgd en beschut leer- en woonmilieu te midden van een grootstedelijke omgeving. Daarbij heeft het Augustinianum een lange geschiedenis en een goede naam in Eindhoven en omgeving. Een verleden dat verplicht tot ambitie qua uitstraling en kwaliteit van de leeromgeving. Het nieuwe schoolgebouw zal zich daarom zowel aan de Geldropseweg als aan de Dirk Boutslaan waardig en zelfstandig moeten tonen. Tegelijk zet het stedenbouwkundig ontwerp op een lager schaalniveau in op verbinding en eenheid. De stapsgewijze ontwikkelingen in de vorige eeuw hebben geleid tot een gefragmenteerd karakter van de omgeving. Bovengenoemde ambitie betekent dat op het lager schaalniveau goede zichtrelaties en aansluitingen tussen leren, werken en wonen waargemaakt worden, met gevoel voor de historische context van klooster- en schoolgebouwen en villa De Burgh in een omgeving van parken en landerijen. Samenhang betekent dat een gezamenlijke identiteit gevonden moet worden, die aansluit bij zowel de lommerrijke sfeer van de Geldropseweg als de bedrijvigheid van de Dirk Boutslaan. Die identiteit zal ook ingrediënten moeten bieden waarmee de bestaande woonwijk en de nieuwe woonbuurt tot een eenheid gesmeed kunnen worden. Tot slot, niet onbelangrijk, is de ambitie om met deze identiteit het wonen en het leren te verbinden. Een positieve relatie tussen de school en de buurtbewoners is immers zeer gewenst. Daarmee is het belangrijk dat binnen een groene setting er goede oplossingen waargemaakt worden voor functionele en ruimtelijke kwesties. Denk daarbij aan relaties tussen de buurt en bestaande woonstraten en bebouwing, zicht- en looprelaties vanuit de buurt met het park, begrenzingen van het park, de routing voor fietsers, de toegangen, buitenruimten, parkeerplaatsen en stallingen voor de school.
Flexibiliteit Naast kwaliteit is ook flexibiliteit van belang, gezien de lange termijn die met de realisatie van de woonbuurt gepaard zal gaan, en gezien de crisis in de woningmarkt. Het zal nodig zijn om flexibel op de ontwikkelingen in de woningmarkt in te spelen. De woonbuurt zal daarom in het op te stellen bestemmingsplan als uitwerkingsgebied worden opgenomen. In het stedenbouwkundig ontwerp is dan ook bijzondere aandacht besteed aan het combineren van ruimtelijke kwaliteitsaspecten met garanties voor ontwikkelingsruimte. Het stratenverloop, het aantal woningen, de woninggrootte en de woningtypologie zijn daarom niet vastgelegd. Wezenlijke ruimtelijke karakteristieken zijn indicatief vastgelegd, om omwonenden en andere betrokkenen voldoende inzicht te geven en garanties te bieden voor een aantrekkelijk woonmilieu. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de bindende elementen tussen de bestaande woonbuurt en de nieuwe woonbuurt, alsmede tussen de nieuwe woonbuurt en het park en de school. Het voorliggend stedenbouwkundig ontwerp vormt de basis voor het op te stellen bestemmingsplan dat door de gemeente in procedure gebracht zal worden.
4
1. Het nieuwe Augustinianum - een nieuwe samenhang Kernkwaliteit De omgeving van het Augustinianum heeft in de vorige eeuw stapsgewijs forse veranderingen doorgemaakt. Met de Geldropseweg en De Burgh als duurzame elementen, is er een verandering van landelijke inrichting en grondgebruik naar stedelijk grondgebruik waar te nemen, met toename van zowel woonareaal als bedrijfsareaal. Daarbij is de hoeveelheid groene ruimte steeds verder afgenomen. De kwaliteit van de groene ruimte veranderde echter ook. Door afname van landelijk gebruik kwam er meer ruimte voor een parkachtige inrichting van de groenzones aan beide zijden van de Geldropseweg. Wij zien een verdere kwaliteitstoename richting parkgebieden als basis voor de voorgenomen herontwikkeling van de locatie. Door de parkachtige setting uit te breiden sluit de locatie aan bij de kernkwaliteit van de omgeving en zijn er kansen om het wonen en het leren in een samenhangende setting te realiseren.
1929
1953
1963
5
1. Het nieuwe Augustinianum - een nieuwe samenhang
wonen en leren in parkachtige setting
> monumentale acacia > bomenrij > boomgroepen > zon - schaduw > doorzichten gazon > bijzondere bebouwing
> park verbindend element wijk - school > kracht van de plek In de ontwikkeling van samenhang is dus het creëren van een verbindende parkachtige setting de eerste stap op het grotere schaalniveau. Het is een informeel parkgebied met boomgroepen, waarvan het karakter aansluit bij het bestaande plantsoen tussen de Geldropseweg en de woonbuurt. De vervolgstap is het aansluiten bij bestaande kwaliteiten, door centraal in het gebied het park vorm te geven met de bestaande groenelementen, de grote Kaukasische Vleugelnoot en de bomenrij. Zo mogelijk wordt de naastgelegen aula behouden en hergebruikt. Water en bruggen en aansluitende routes kunnen de betekenis van deze centrale plek versterken. Op het lage schaalniveau kan de samenhang worden versterkt door het parkinrichting als een eenheid te ontwerpen, zowel het openbaar toegankelijke deel als het deel dat schoolterrein is. Het water kan als scheidend en verbindend element werken. Wonen en leren hebben ieder hun eigen domein, waarbij het ontwerp van de oevers en bruggen gericht kan zijn op het contact tussen bewoners en scholieren en docenten.
> eigen domeinen > water als verbindend en scheidend element
6
1. Het nieuwe Augustinianum - een nieuweK samenhang
anaal
verstedelijking
Campina Dirk B
outsla
an
Augustinianum voormalige kapel
Geldr
opsew
Het Witte Dorp
eg
Daf
De Burgh
mogelijk hergebruik delen bestaande school contouren nieuwe school de vergrote parkruimte (voormalige) lanen De Burgh te slopen huidig schoolgebouw
7
2. Stedenbouwkundige visie
wijk school
breed groen front Breed groen front De opgave voor de stedenbouwkundige visie is om een samenhang te creëren waarin de school en de woonbuurt een vanzelfsprekende plek krijgen. Een samenhang die ook recht doet aan de cultuurhistorische en ruimtelijke context van de locatie. Het lommerrijke groen aan beide zijden van de Geldropseweg is als uitgangspunt genomen voor een verbindende identiteit. In het concept ‘breed groen front’, wordt het informele karakter van het groen rond de Burgh, van het Glorieuxpark en van het plantsoen bij de entree van het huidige schoolgebouw, doorgezet langs de Geldropseweg. Zo ontstaat, vanuit het bestaande plantsoen, een groen gebied met de schaal van een klein park. Het karakter van het groen is informeel, met contrasten tussen open / zonnig en besloten / schaduw. De bestaande bomen worden zo veel mogelijk bewaard. Het onderhout en enkele bomen worden verwijderd waar het de gewenste openheid en sociale veiligheid ten goede komt. Voor de automobilist betekent dit dat een eenduidige groene setting wordt gecreëerd, waarin het wonen en het leren ingebed zijn. Voor de bezoeker die vanuit de binnenstad met de fiets komt, vormt dit park een campusachtige setting, waarin het schoolterrein via een brug over de vijver bereikt wordt. Maar het Augustinianum heeft natuurlijk haar eigen, rijke historie en identiteit. Een identiteit die
scharnierpunt
sterk met cultuur en sport verbonden is. Daarom is vanaf het begin het ontwerp voor het nieuwe schoolgebouw gericht geweest op een centrale agora en op de activiteiten in de buitenruimte. Het gebouw zal op enige afstand van de Geldropseweg gelegen zijn en door de parkruimte worden omgeven, waar leerlingen tijdens de pauzes zullen verblijven en waar culturele evenementen hun plek zullen krijgen. Het podium blijft een centraal element dat de agora en de parkachtige ruimte verbindt, en dat beeldbepalend is vanaf de Geldropseweg. Door de ruime maat van het groen komt het schoolgebouw los te staan van het naastgelegen bedrijventerrein.
360° leren en werken Een centraal gelegen ‘lob’ van dit park vormt de verbindende groene plek, waaromheen gewoond en geleerd wordt. Deze ruimte is met landschappelijke middelen in zones verdeeld. Elke zone heeft een eigen gebruikskarakteristiek: deels is de ‘lob’ bestemd als groene buitenruimte voor de buurt, deels als openbare ruimte aan het water en deels als voorterrein voor de school. Ondanks het verschillende gebruik zullen deze parkzones zich als eenheid manifesteren. De landschappelijke elementen zijn deels nieuw, maar sluiten ook aan bij de bestaande groenelementen: De enorme Kaukasische Vleugelnoot en de naastgelegen bomenrij worden niet alleen bewaard, maar vormen, tezamen met een karakteristieke hoekbebouwing van de buurt en de nieuwe vijver met bruggen, het groene knooppunt van het park.
spelen, ontmoeten in de wijk
entree school
360 graden wonen en leren in het parkje
waterberging 8
2. Stedenbouwkundige visie
DIRK BOUTSLAAN DIRK BOUTSLAAN DIRK BOUTSLAAN DIRK BOUTSLAAN DIRK BOUTSLAAN DIRK BO
GELDROPSEWEG GELDROPSEWEG GELDROPSEWEG GELDROPSEWEG GELDROPSEWEG GELDROPSEWEG GELDROPSEWEG 9
3. Stedenbouwkundige ontwerpaspecten Stedelijke ruimten Parkruimte De parkruimte maakt het brede groene front vanuit de Geldropseweg waar, maar vormt ook de groene schoolcampus waarin het compacte schoolgebouw zijn plek heeft, én het is een wandel- en verblijfsgebied, als ‘buitengebied’ voor de woonbuurt. De basis van het park is een continu gazon, met informele boomgroepen. Struiken worden niet of weinig toegepast, om de gewenste openheid te behouden. Binnen de informele setting van het park kunnen bomenlanen worden aangelegd die zijn geïnspireerd op de historische setting van De Burgh. De voetpaden en verblijfsplekken in het park worden halfverhard uitgevoerd. Het fietspad dat wordt aangelegd aan de zuidrand zal verhard worden uitgevoerd, maar bij voorkeur van een strooilaag worden voorzien die het aanzicht verzacht. Het informele parkkarakter wordt verrijkt met zachte glooiingen en met water. De randen van de ruimte vragen om bijzondere aandacht: >> Het onderhout onder de bomenrij langs de Geldropseweg zal verwijderd worden, voor een open relatie met de weg. >> De begrenzingen van het schoolterrein worden zo veel mogelijk met natuurlijke middelen gevormd - een greppel langs de weg, de vijver als scheiding naar de buurt – zodat hekken zo weinig mogelijk moeten worden toegepast. Dat is belangrijk voor de landschappelijke continuïteit die bij een campus hoort. >> De overgang naar de woonbuurt wordt gerealiseerd middels een talud, dat het niveauverschil van ca 0.5m. tot 1 m. overbrugt. De buurt wordt omzoomd met een voetpad, dat tevens toegang biedt tot de woningen. De woningen aan het park zijn dus eenduidig met hun voorzijde georiënteerd op het park. Daarmee wordt niet alleen een verzorgde bebouwingsrand, maar ook sociale controle en zicht op de parkruimte nagestreefd. Waar mogelijk zullen lage doorgaande hagen langs het pad de woonbuurt afzomen. Het voetpad loopt niet door als verbinding tussen Geldropseweg en Dirk Boutslaan. >> Het groene karakter van de begrenzing aan oostzijde wordt versterkt, zodanig dat de naastgelegen bedrijfsbebouwing aan het zicht onttrokken wordt, zonder dat een afzonderlijke grensbegroeiing waarneembaar is. De begroeiing wordt dus opgenomen in de taal van het park. Schoolruimte De ruimte aan de noordzijde van het gebouw is een voorruimte, vanuit het perspectief van de automobilist – bezoeker of medewerker van de school. Het is een forse open ruimte, met dominante forse bebouwing aan oostzijde en langs de Dirk Boutslaan. Alle nieuwe elementen zullen passen in dit grootschalige en rechtlijnige karakter: het parkeren, de bomenrijen, de sportvoorzieningen, de noordgevel van het schoolgebouw. Daarmee wordt een voorruimte gecreëerd die niet onderdoet voor de krachtige context van het bedrijventerrein, maar wel bewust en zuiver ontworpen is. Ook hier zijn de randen van de ruimte van belang: >> Aan oostzijde zal op de erfgrens een bomenrij de forse bebouwing van Campina naar de achtergrond drukken. Hier is een rij hoge bomen gedacht, bijvoorbeeld populieren. >> Aan noordzijde van het schoolgebouw bevinden zich het kunstgrasveld en eventuele andere sportvoorzieningen voor atletiek e.d. Het sportveld wordt aan zuidzijde deels begrensd door het schoolgebouw. >> Aan noordzijde en zuidzijde van het sportveld wordt een ballenvanger geplaatst. >> Aan Westzijde wordt een bomenrij eventueel gecombineerd met een geluidwand ter afscherming van industrielawaai. >> De parkeerplaats is eveneens rechtlijnig ontworpen, met een route naar de hoofdentree van de
schoolruimte
buurtruimte
parkruimte parkruimte
ruimtelijke structuur school. De parkeerplaatsen worden aan de westzijde afgeschermd met hagen, waarachter zich een wadi bevindt. De wadi wordt begroeid uitgevoerd, zodat een groene informele scheiding ontstaat tussen het schoolterrein en de woonbuurt. Buurtruimte De rondbouw van de bestaande school zal zo mogelijk behouden worden, en kan mogelijk als buurtkamer dienst gaan doen: wijkbijeenkomsten, zaalverhuur, cursussen, etc. Wellicht zal ook de school incidenteel gebruik kunnen maken van de ruimte. De haalbaarheid, opzet en exploitatie hiervan is nog te onderzoeken. Het streven is dat op deze plek een centrale buitenruimte komt, waar bewoners van de bestaande buurt en van de nieuwe woonbuurt samenkomen. De plek wordt visueel verbonden met de parkruimte en de school door een groene zone, die ook als wadi kan worden uitgevoerd. Zo ontstaat tegelijk een natuurlijke verbinding met de buurtspeelplek en met het water in het park.
10
3. Stedenbouwkundige ontwerpaspecten Stedenbouwkundig programma en bouwvolume
Schoolterrein: >> Het schoolprogramma gaat uit van 975 leerlingen, onder te brengen in 52 lokalen en 3 gymzalen. Er wordt een maximale uitbreidingscapaciteit voorzien van 8 lokalen ten behoeve van 100 extra leerlingen. Het maximaal bruto vloeroppervlak bedraagt 9000 m² + een uitbreidingscapaciteit van 1000 m², met bestemming onderwijsdoeleinden. De uitbreiding kan gerealiseerd worden in een vierde bouwlaag. >> Het gebouwde programma is geheel en uitsluitend binnen de daartoe aangegeven rechthoekige bouwvlek te realiseren. Buiten de bouwvlek zijn geen bouwkundige elementen toegestaan, waarvan de hoogte meer dan 1.2 m. bedraagt. Uitzondering vormt het podium in de zuidgevel van de school, waarvoor het zoekgebied is aangegeven op de stedenbouwkundige plankaart, en waarvan de hoogte maximaal 1.6 m. bedraagt, gerekend vanaf het maaiveld (18m + N.A.P.) alsmede overbouwingen t.p.v. de entrees aan oost-en westzijde. >> De maximale bouwhoogte voor de bouwvlek bedraagt 17 m. met uitzondering van de noordzijde voor gymzalen, die max. 14 m hoog is. >> De architectuur van het schoolgebouw is herkenbaar als onderwijsgebouw, in onderscheid tot de omliggende bedrijfsgebouwen. >> De gebouwinstallaties zijn geheel binnen de architectuur van het prismatische volume van het gebouw te realiseren. Gezien de pregnante ligging in het open parkgebied zijn gebouwinstallaties uit het zicht te houden. >> De hemelwaterafvoer van het schoolgebouw wordt gescheiden opgevangen en afgeleid naar de vijver. Ook voor verharde oppervlakten geldt dat op de vijver afgevoerd wordt. Het hemelwater op onverharde oppervlakten wordt op eigen erf geïnfiltreerd. Woonbuurt: >> Uitgangspunt voor de ontwikkeling van de woonbuurt is de sloop van het bestaande schoolgebouw, een uitzondering hierop kunnen de aula en de rondbouw zijn, indien hergebruik haalbaar blijkt zullen deze onderdelen behouden blijven. >> Het terrein waarbinnen zich de uitgeefbare kavels bevinden is op de stedenbouwkundige plankaart aangegeven. Het beslaat een grondoppervlak van ca. 2,1 ha., plus het grondoppervlak binnen de als milieuzone gemerkte contour, zijnde ca. 0,14 ha. Binnen deze contouren gelden onderstaande voorschriften. >> Het betreft grondgebonden woningen, niet zijnde studentenhuisvesting of andere woonmilieus in hogere dichtheden. Deze regel is niet van toepassing bij hergebruik van het bestaande schoolgebouw. >> De gehele woonbuurt wordt bestemd als gemengd gebied, met wonen als hoofdfunctie en met de mogelijkheid om lichte, aan de woning gebonden bedrijvigheid te realiseren en in beperkte mate maatschappelijke doeleinden te realiseren. Hiertoe kan maximaal 25% van het aantal woningen als woon-werkwoning gerealiseerd worden. Het maximale bruto vloeroppervlak voor bedrijfsdoeleinden bedraagt 750 m². Het maximale bruto vloeroppervlak voor maatschappelijke doeleinden bedraagt 500 m². Daarnaast is binnen de op plankaart als milieuzone gedefinieerde
ren sc hool
bestaande bebouwing woonwijk
geprojecteerde bebouwing
parke
Het programma bestaat globaal uit de school en de woonbuurt. De school wordt gerealiseerd als zeer compact gebouw. Parallel aan de ontwikkeling van het stedenbouwkundig ontwerp is het schetsontwerp voor de school opgesteld. Daarmee is in beeld dat het schoolprogramma binnen de daartoe gereserveerde bebouwingsvlek gerealiseerd kan worden. Ook het buitenruimte programma is in het stedenbouwkundig ontwerp meegenomen: sportfaciliteiten, parkeren, stallingsruimten voor fietsen. Voor het schoolterrein en de woonbuurt zijn bepalingen opgenomen die de bestemmingen en bebouwing reguleren:
bedrijvigheid kanaalzone
sportveld
schoolgebouw
bedrijvigheid
openbaar park campusterrein
Glorieuxpark
Geldr opsew eg
programma zone aan de Dirk Boutslaan nog eens maximaal 1000 m² bruto vloeroppervlak te realiseren. Voor deze zone zal een evenwichtige aansluiting met de rest van de wijk voorzien worden, terwijl de bedrijfsruimte ontsloten zal worden op de Dirk Boutslaan, zodat geen beperking van het woonmilieu ontstaat. >> De bebouwingsdichtheid bedraagt circa 25 tot 35 woningen per hectare, uitgaande van grondgebonden ééngezinswoningen. >> Voor het behoud van de kwaliteit van de openbare ruimte zal het nieuw toegevoegd bouwvolume t.b.v. bedrijfs- en maatschappelijke doeleinden gecompenseerd worden door evenredige vermindering van het bouwvolume t.b.v. de woningen. >> De minimale bebouwingsafstand ten opzichte van het schoolgebouw bedraagt 18 m. >> De bouwhoogte van de woningen bedraagt maximaal 3 bouwlagen plus een eventuele dakverdieping. De goothoogte bedraagt maximaal 10 m. De bouwhoogte van overige bebouwing bedraagt maximaal 7 m. Met name waar bijzondere bebouwing voorzien is, bestaat een voorkeur voor 3 laagse bebouwing. >> Mogelijke woningtypologieën zijn rijwoningen, tweekappers al dan niet geschakeld, patiowoningen en vrijstaande woningen. >> Uitzondering wordt gemaakt voor een eventueel hoekaccent aan de Dirk Boutslaan, binnen de milieuzone. Als accentuering van de schoolentree is binnen het hiertoe aangegeven zoekgebied een bouwhoogte van 12,5 m. toegestaan. >> Er worden geen achterzijden van woningen georiënteerd naar de openbare weg of naar voorgevels van woningen. >> De hemelwaterafvoer van alle gebouwen wordt gescheiden opgevangen en via wadi’s afgeleid naar de vijver. Ook voor verharde oppervlakten geldt dat op wadi’s afgevoerd wordt. Het hemelwater op onverharde oppervlakten wordt op eigen erf geïnfiltreerd. >> Het aantal te realiseren parkeerplaatsen op eigen terrein en in de openbare ruimte voldoet minimaal aan de gemeentelijke parkeernormen, waarbij een optimale invulling nagestreefd wordt. 11
3. Stedenbouwkundige ontwerpaspecten Ontsluiting
auto-ontsluiting school fietspad twee rijrichtingen
De woonbuurt wordt voor alle verkeer ontsloten via de bestaande buurt. De school wordt voor automobilisten ontsloten via de Dirk Boutslaan. De hoofdentree is bereikbaar via de parkeerplaats. Bij de entree is speciale aandacht vereist voor de toegankelijkheid voor minder validen en voor incidentele expeditie en dergelijke. Hiertoe wordt het looppad tussen parkeerplaats en entree berijdbaar uitgevoerd. De dagelijkse expeditie gebeurt via de achteringang onder de overbouwing van de fietsenstalling. Voor fietsers, met name scholieren, is een ontsluiting via deze straat zeer ongewenst vanwege de onveiligheid die ontstaat in de combinatie met vrachtverkeer. Alle fietsverkeer van en naar school zal daarom via het park en de Geldropseweg verlopen. Via obstakels in het park, bijvoorbeeld niveausprongen, zal het fietsen naar Dirk Boutslaan vermeden moeten worden. Voor de ontsluiting richting oosten zal op gemeentelijke gronden een extra fietsstrook langs de Geldropseweg gerealiseerd worden, zodanig dat een veilig fietsverkeer in twee richtingen geborgd is. De verbinding vanuit het westen richting school wordt gerealiseerd middels een één richtingsfietspad door het park, vanaf de hoek Van Wassenhovenstraat – Frans Masereelstraat. Voor realisatiekosten van fietsroutes, voortkomend uit de verplaatsing van de school, geldt dat deze bekostigd worden vanuit het bouwplan van de school.
fietspad één rijrichting bestaand fietspad langs Geldropseweg met rijrichting expeditie-ontsluiting school autoontsluiting woonbuurt entree school voetpad
parkeren school
stalling fietsen
bushalte bushalte
ontsluiting In de voorbeelduitwerking is te zien dat vanuit het westen het nieuwe fietspad, net als de oorspronkelijke benadering van de school, vanuit de Van Wassenhovenstraat via de zuidrand van het park naar de campus zal leiden. Door het plaatsen van hagen aan de noordrand van dit parkdeel worden de voetgangers begeleid naar de historische assen van landgoed De Burgh, waar op verschillende manieren zitplekken worden gecreëerd met zicht over de assen.
voorbeelduitwerking
12
3. Stedenbouwkundige ontwerpaspecten Milieu Vanuit de bedrijfsbestemmingen van gebied De Kade langs de Dirk Boutslaan is er langs deze weg een milieuzone met beperkte bestemmingsmogelijkheden. Hiermee is rekening gehouden voor de woonbuurt. Het gebied binnen deze zone heeft, voor zover niet als schoolterrein bestemd, een bedrijfsbestemming met de mogelijkheid om bedrijfswoningen te realiseren. Een aantal voorbeelduitwerkingen (pag 27) toont hoe langs de Dirk Boutslaan de woonbuurt met een gemengde woon- en bedrijfsbebouwing afgezoomd zou kunnen worden. Er is onderzoek gedaan naar de vanuit de bedrijven en het verkeer optredende geluidshinder. Met name aan noordzijde zijn geluidwerende maatregelen vereist ten behoeve van de woonfunctie. Met het noordelijk van het schoolterrein gelegen Campina is overleg gevoerd over toepassing van geluidwerende maatregelen bij de bron. De intentie is om ter plaatse van de terreinafrastering geluidwering op te nemen. Op bijgaande kaart is aangegeven op welke locaties (1) en (2) geluidwerende maatregelen voorzien zijn. Daarnaast is een zoekgebied gedefinieerd voor een geluidwerende wand langs het sportveld (3). Gedurende de voortschrijdende planontwikkeling zal verdergaand geluidsonderzoek ingesteld worden, om vereiste maatregelen te concretiseren. Ten behoeve van de planvorming is getoetst of met behulp van de genoemde en als haalbaar beoordeelde geluidreducerende maatregelen tot een akoestisch inpasbare situatie in het plangebied gekomen kan worden, die voldoet aan de wettelijke vereisten (Wgh, Bgh) alsook het gemeentelijk geluidbeleid. Hiertoe is een realistische proefverkaveling (zie ook het VOSP) opgenomen in het rekenmodel. Uit de berekeningen blijkt dat -uitgaande van de genoemde geluidreducerende maatregelen- de proefverkaveling akoestisch inpasbaar is. Er wordt bij nagenoeg alle woningen voldaan aan de “voorkeursgrenswaarde” van 50 dB(A). Bij één woning zijn aanvullende maatregelen nodig in de vorm van het toepassen van een beplantingsstrook of een dove gevel, omdat de geluidbelasting zonder deze aanvullende maatregelen ter plaatse 51 dB(A) zou bedragen. De akoestische inpasbaarheid van een realistische invulling van het plangebied is hiermee aangetoond. Ook andere verkavelingen zijn mogelijk, waarbij uiteraard steeds aan de akoestische randvoorwaarden conform het gemeentelijk geluidbeleid voldaan dient te worden. In de regels van de bestemming Wonen - uit te werken is deze akoestische randvoorwaarde als bewijslast opgenomen, waarmee het akoestisch woon- en leefklimaat voor de toekomstige invulling van het plangebied geborgd wordt. Op de plankaart (pag. 14) zijn de te kappen bomen aangegeven. Het betreft een drietal bomen in het park ter plaatse van de huidige parkeerplaats van de school, alsmede een aantal bomen tussen het huidige aulagebouw en de bomenlaan langs de Geldropseweg, ten behoeve van de gewenste transparantie, plus een aantal bomen op eigen terrein van het Augustinianum langs de Dirk Boutslaan. De kap zal ruimschoots gecompenseerd worden met nieuw boombestand aan weerszijden van het sportveld en op het campusterrein. Daarnaast geldt voor de woonwijk een boomaanplant van minimaal 1 boom per woning in de openbare ruimte. De gescheiden afvalinzameling wordt georganiseerd middels groene en grijze kliko’s. De maximale loopafstand vanuit het eigen kavel naar de opstelruimte bedraagt 75 meter.
13
3. Stedenbouwkundige ontwerpaspecten Water
afvloeiing toekomstige wijk en schoolterrein
De gehele locatie Augustinianum zal voorzien worden van natuurlijke afvoer en infiltratie van regenwater. Alle verharde oppervlakten en gebouwen zullen gescheiden afwateren op de wadi’s en de vijver. De omvang van de vijver is berekend voor de vereiste waterretentie. De vijver zal via een duiker afwateren op het oppervlaktewater van De Burgh en het Glorieuxpark. Wadi’s zullen niet worden verkaveld, maar als openbaar terrein in gebruik worden genomen. De wadi langs het parkeerteerein van de school is tevens als groene ruimtelijke scheiding voorzien tussen het wonen en het leren/sporten. Aan noordzijde van het park is langs de vijver een laaggelegen parkterrein opgenomen, dat bij kortstondige behoefte aan extra bergingscapaciteit kan overstromen. Het maaiveld ligt hier daarom iets boven het regulier voorziene waterpeil van 17.4 m + NAP.
afwatering via wadi afwatering via open water laaggelegen terrein t.b.v. extra bergingscapaciteit
- te bergen water: - wijk ca. 350 m3 en - campus ca. 300 m3 - oppervlakte vijver minimaal 735 m2 - bergend vermogen minimaal 950 m3
duiker
water
Grondwerk In het gebied zijn momenteel hoogteverschillen waarneembaar. Het laagste en het hoogste punt verschillen ca. 2 meter. De hoogteverschillen zullen benut worden om, bij de bestaande niveaus aansluitend, de gewenste ‘landscaping’ te bereiken. Daarbij zal gestreefd worden naar een neutrale grondbalans. Met name in de parkruimte zullen niveauverschillen waarneembaar zijn, met de vijver als laagste punt. Het wateroppervlak zal ca. 17.4 + NAP zijn, terwijl de buurt ter plaatse van de bestaande aula zijn hoogste punt heeft, met ca. 20 + NAP. De school wordt op ca. 18.0 + NAP gebouwd. Het oplopende niveau in het parkgebied aansluitend op de wijk zal iets afgevlakt worden, om de woonbuurt middels taluds te kunnen begrenzen. De woonbuurt zal daarmee als een terp ten opzichte van het lager gelegen park verschijnen. Het maaiveld loopt in de woonbuurt zelf licht af van zuid naar noordoost. De wadi’s kunnen op basis van dit verloop natuurlijk aangelegd worden, waarbij ze de vijver vanuit de noordzijde van het park zullen voeden. Het schoolterrein zal aan noordzijde geëgaliseerd worden ten behoeve van het sportveld. Uitkomende grond van de vijver en de school zal benut worden om het parkeerterrein en sportveld iets hoger aan te leggen dan het schoolgebouw (18.5 + NAP), aansluitend op het niveau van de Dirk Boutslaan en voor ‘landscaping’ aan de zuidzijde van de school. Het voetpad langs de parkeerplaats ligt op 19.0 + NAP en is een oplopende route naar de hoofdentree van de school (19.5 + NAP).
+ 19,0 huidige hoogte = toekomstige hoogte +18,5 huidige hoogte wordt +18,0 toekomstige hoogte
+18,5
+17,4 hoogte peil te realiseren water
+21,5
+18,5
te realiseren heuvel
+19,0
+18,0 +18,5
voet bestaande bomen blijft op niveau +19,5
+18,0 +19,0
+19,0
er is sprake van een neutrale grondbalans
+19,5
+18,5 +18,0
+19,5
+19,5
+19,5 +17,7 +19,5 +18,5 +19,5
+20,0
+19,0
+19,5
+17,4 +18,5
+19,5 +19,0
+19,0 +18,5
+18,5
+18,5
+19,0 +19,5
+18,5
+17,4 +18,0
+19,0
grondbalans
+18,5 +18,0
+18,5 +18,0 +17,4
+18,0 +18,0 +19,0
+19,0 +19,5
+18,5
+18,5
+19,5
+19,5 +19,0
+18,0 +18,5
+18,5
+18,0 +19,5 +19,0 +18,5
14
3. Stedenbouwkundige ontwerpaspecten
stedenbouwkundig ontwerp | schaal 1:1000
15
3. Stedenbouwkundige ontwerpaspecten
ontwikkelgrenzen
16
4. Toelichting schoolomgeving Compact volume in een groene campus Het schoolgebouw is compact van opzet. De redenen hiervan liggen zowel in de onderwijsvisie en het sociale en culturele aspect van de school, als in de reductie van bouwkosten. Maar ook vanuit de stedelijke ruimte bezien is een compact schoolgebouw voordelig. De groene ruimte vloeit om het gebouw, zodat het concept van een groene campus waarneembaar blijft. Het schoolgebouw vormt de schakel tussen de parkruimte en de schoolruimte in het noorden, en scheidt daarmee de twee verschillende invloedssferen van de Geldropseweg en de Dirk Boutslaan. De noordzijde van het gebied wordt, in tegenstelling tot het informele park, een rationeel georganiseerd stedelijk landschap, met grote massa’s, geluidswering, bomenrijen, sportveld en parkeren. De binnen het zoekgebied te realiseren geluidwand (hoogte maximaal 7m) tussen het sportveld en de parkeerplaats, zal speciale aandacht krijgen in termen van kwaliteit, functionaliteit en uiterlijk. Denk daarbij aan begroeïng en kunstlichttoepassing, en eventuele functies zoals een tribune, bergruimte en het trafohuis nabij de Dirk Boutslaan. Het ontwerp hiervan zal in zijn context beoordeeld worden vanwege de forse impact op de schoolruimte als geheel. Aan de noordzijde van het gebied heeft alles een grote maat en een strakke lijnvoering, aansluitend op het karakter van de Dirk Boutslaan. Zo wordt voor de werknemer of bezoeker die met de auto komt een meer formele toegang gecreëerd, waarbij de route naar de hoofentree van de school, vanaf de parkeerplaats wordt begeleid door hagen en een wadi waarbij de wadi in zuidelijke richting overloopt in de vijver met kademuur. De route langs de kademuur naar de hoofdentree zal oplopen, zodat de entree op ca. 1.5 m boven aansluitend maaiveld bereikt wordt. In het gebouwconcept ligt besloten dat het verhoogde peil vanuit het gebouw naar buiten doorloopt bij de entrees en het podium in de zuidgevel. De route kan mogelijk een as, die de school met de wijk in oost-westelijke richting verbindt, doorkruizen. Door begeleiding van natuurlijke elementen zoals de wadi, de hagen, het water en de kademuur, zal de noord-zuid route dominant blijven. Nabij de entree is een verharde verblijfsplek aan het water voorzien, zodat daadwerkelijk het zitten aan het water mogelijk is. Van hieruit leidt een voetgangersbrug naar het openbare deel van het park en naar de woonbuurt. De brug is zowel symbolisch voor de relatie tussen wonen en leren, als praktisch een verbinding voor het avond- en weekendgebruik van het schoolgebouw voor omliggende woonbuurten. De hoofdentree zal dan ook buiten schooltijden de belangrijkste entree zijn.
17
4. Toelichting schoolomgeving
18
4. Toelichting schoolomgeving
19
4. Toelichting schoolomgeving
20
4. Toelichting schoolomgeving
onderzoek positie school t.o.v. Geldropseweg
perspectief vanaf de Geldropseweg
vogelvlucht school - wijk
perspectief vanaf de Geldropseweg
vogelvlucht wijk - school 21
4. Toelichting schoolomgeving
vogelvlucht met gebouwenvelop voor de school
17m
14m
22
5. Toelichting woonbuurt
ruimtelijke relaties en ruimtelijke visie woonbuurt zichtlijn oriëntatie bebouwing
*
ruimtelijke relatie tussen buurtruimte en parkruimte bijzondere aandacht relatie architectuur en context assen/lanen van De Burgh
* *
geen ruimtelijke relatie gewenst
*
* *
23
5. Toelichting woonbuurt In het stedenbouwkundig plan is onder hoofdstuk 3 het concept van de buurtruimte en een beperkt aantal uitgangspunten voor de woonbuurt opgenomen, teneinde de kwaliteit van het woonmilieu te definiëren. Tegelijk wordt de buurt als nader uit te werken gebied in het bestemmingsplan opgenomen. Zo zal de woningontwikkelaar flexibiliteit houden ten aanzien van de afzet in de markt. Om toch een beeld te verschaffen van een mogelijke uitwerking, is een proefverkaveling in dit stedenbouwkundig plan opgenomen. De proefverkaveling maakt als zodanig geen deel uit van het stedenbouwkundig ontwerp. Het is dan ook zeker dat de buurt te zijner tijd anders ontworpen zal worden. Wel is de proefverkaveling gebaseerd op de indicatief voorgeschreven straatprofielen en op de doorsnedetekeningen voor de aansluiting van de woonbuurt op het park. De proefverkaveling maakt het mogelijk, zich een concretere voorstelling te maken van de mogelijke woonmilieus, de woningaantallen, de beheeraspecten en de integratie met de omgeving. Op volgende pagina is een aantal denkbare bebouwingsconcepten weergegeven. Zonder deze nader uit te werken is zo zichtbaar, dat uitgaande van de visie op de woonbuurt zeer uiteenlopende bebouwingen, verkavelingen en openbare ruimten mogelijk zijn. Elk van de bebouwingsconcepten maakt duidelijk dat een deel van de bebouwing de aansluiting op de bestaande woonbuurt kan realiseren, terwijl het andere deel van de buurt met een meer open bebouwing de zachte overgang naar het park vorm geeft. De aspectkaart ‘ruimtelijke relaties’ geeft de belangrijke ruimtelijke relaties en gebouworiëntaties weer. De groene pijlen duiden op de belangrijke zichtrelaties in het gebied. De rode pijlen geven de essentiële oriëntatierichting van gebouwen weer. Voor de woonbuurt geldt, dat met name in het zuidelijke deel de randbebouwing rondom naar buiten gericht is, dus naar het park en naar de bestaande buurt. Het noordelijke deel van de woonbuurt is introvert. Er zijn geen zichtrelaties naar de Dirk Boutslaan en gebied De Kade, evenmin is er een zichtrelatie met de schoolruimte. De woonbuurt heeft een sterk groen karakter, met name in aansluiting op het parkgebied. De woonbuurt zal in het noordelijke deel conform de gemeentelijke richtlijnen een stadse bebouwing krijgen, met een wat hogere woningdichtheid. Het zuidelijke deel zal, in overgang naar het park, een
groener en opener karakter krijgen, met een lagere woningdichtheid en grotere kavels. Daardoor ontstaat vanuit de wijk meer zicht op het park, maar eveneens ontstaat vanuit de Geldropseweg gezien een groener, opener beeld van de wijk. De parkachtige sfeer houdt dus niet op bij de rand van de woonbuurt. Dat is met name aan de zuidzijde van belang, omdat de parkzone hier vrij smal is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen doorgaande buurtstraten en collectieve woonhoven. In het stedenbouwkundig plan zijn indicatief straatprofielen opgenomen. De buurtstraten sluiten aan op het profiel van de straten in de bestaande woonbuurt. Daarmee zijn de principes voor kabels, leidingen en verlichting vastgelegd. De voortuinen langs deze straten worden bij voorkeur niet onderbroken door opritten en vormen doorgaande groene zones aan beide zijden van de straat en hebben een diepte van minimaal 4 meter. Het parkeren vindt plaats in de vorm van langsparkeren op straat, onderbroken door bomen. De woonhoven zijn autoluw en zijn hoofdzakelijk bedoeld voor bestemmingsverkeer. Indien de woonhoven doodlopend zijn, zullen ze in collectief eigendom van omwonenden beheerd worden. Ze hebben een zeer groen karakter door de ligging tussen ruime tuinen en door bomen in het straatprofiel. Het parkeren is hier mogelijk op eigen erf en in met groen omzoomde parkeerkoffers. Op het snijvlak van de oude en de nieuwe buurt ontstaat een centrale ruimte die als ontmoetingsruimte kan worden ingericht. De plek wordt visueel verbonden met de parkruimte en de school door een groene zone. De woonbebouwing kenmerkt zich door een rustige architectuur met overwegend horizontale belijning. Indien schuine daken worden toegepast, zijn de nokken overwegend parallel aan de straat gericht. Uitzondering is de bebouwing aan het park, waar dwarskappen toegestaan zijn. De materialisatie van de woonbebouwing is bij voorkeur metselwerk, in zachtbruine tint, of wit stucwerk of andere materialisering die de bebouwing in evenwicht brengt met het groene karakter van de buurt. Om mogelijkheden voor herbestemming van delen van het oude schoolgebouw open te houden wordt de mogelijkheid voorzien om hierin kantoor- of woonruimte te creëren dan wel een maatschappelijke- of bedrijfsbestemming.
24
5. Toelichting woonbuurt
bebouwingsconcepten
Het stedenbouwkundig ontwerp streeft na, een reeks van breuklijnen in het stedelijk weefsel te vermijden en de bestaande en nieuwe locaties voor wonen en leren in oost-west richting te verbinden. De eenheid wordt gezocht in ruimte, routing en karakter. De bijgaande schetsen tonen schematisch hoe op uiteenlopende wijzen bebouwingsconcepten aan deze eenheid kunnen bijdragen. De drie concepten zijn alle geinspireerd op de stedenbouwkundige visie en op de visie op de woonbuurt. Daarnaast gaan ze alle uit van een ontsluiting middels een doorgaande buurtstraat en verkeersluwe woonhoven. De bebouwing aansluitend op de bestaande woonbuurt heeft een meer stads karakter, waarbij aan rijenwoningen, geschakelde woningen en patiowoningen gedacht kan worden. De bebouwing aan parkzijde heeft een meer open karakter en bestaat met name uit tweekappers en vrijstaande woningen. Bebouwingsconcept 3 is bij wijze van voorbeeld uitgewerkt naar de getoonde proefverkaveling.
concept 2
concept 1
concept 3
25
5. Toelichting woonbuurt
aansluiting kavel met park
referentie beeld - wadi
referentie beeld - talud
26
5. Toelichting woonbuurt
indicatief straatprofiel 12 meter, buurtstraat
Weergegeven straatprofiel sluit aan op bestaande buurtstraat. Indien afgeweken wordt van het voorbeeld blijven de bestaande straatprofielen uitgangspunt.
27
5. Toelichting woonbuurt
indicatief straatprofiel 8 meter, woonhof
28
5. Toelichting woonbuurt
proefverkaveling | schaal 1:1000
29
5. Toelichting woonbuurt markt gebracht worden. In geval van een patiowoning is de buitenste bebouwingsstrook te voorzien van een dove wand als gevel.
Bebouwingsstudies wonen - werken milieuzone Vanuit de bedrijfsbestemmingen van gebied De Kade langs de Dirk Boutslaan is er langs deze weg een milieuzone met beperkte bestemmingsmogelijkheden. Hiermee is rekening gehouden voor de woonbuurt. Het gebied binnen deze zone heeft, voor zover niet als schoolterrein bestemd, een bedrijfsbestemming met de mogelijkheid om bedrijfswoningen te realiseren. De inrichting van deze milieuzone geschied zodanig dat het kleinschalige karakter van de woonwijk behouden blijft. Een aantal voorbeelduitwerkingen toont hoe de ruimtelijke begrenzing van de wijk juist het straatperspectief vanaf de Dirk Boutslaan met een wijkende begrenzing kan openen richting het schoolterrein, of met een hoekbebouwing de overgang scherper kan markeren. De geluidswering van de voorbeelduitwerkingen zijn nog niet doorgerekend. Scherm: De studie ‘scherm’ gaat uit van de realisatie van een doorgaande bebouwing voor bedrijvigheid aan huis, die tevens als geluidscherm dient. De gevels langs de Dirk Boutslaan kunnen dan als puien worden uitgevoerd. Zo ontstaat een gebogen gevelwand als entree naar het schoolterrein.Op de hoek, binnen de milieuzone, zijn de bedrijfsruimten groot en gelden de woningen als bedrijfswoning. Buiten de milieuzone kunnen de woningen als patiowoning dan wel als woon-werkwoning op de
scherm
groen
Groen: De studie ‘groen’ gaat uit van een oplopend talud dat over gaat in een hellend groendak. Deze oplopende wand vormt een groene geluidswering en vormt een meer landschappelijke entree naar het schoolterrein. Het talud gaat geleidelijk over in de begroeide wadi. Bedrijfsruimten aan huis onderbreken het talud en vormen kleine units in het talud, met een ontsluiting aan de Dirk Boutslaan. Autonoom: De studie ‘autonoom’ gaat uit van een typologische scheiding van de bedrijfsruimte aan de Dirk Boutslaan ten opzichte van de patiowoningen of woon-werkwoningen. De bedrijfsruimte kan voorzien worden van een bedrijfswoning aan de woonstraat en zou door een expressieve bebouwing de entree van het schoolterrein kunnen accentueren.
autonoom
30
6. Colofon
Opdrachtgever:
Stichting Carmelcollege
Stedenbouwkundige:
maak<architectuur, Jean-Paul Kerstens, Sandra van Arragon en Niels Matitawaer
Procesbegeleiding:
am10, Aarnout Muizer
Adviseur bestemmingsplannen:
Kleissen en Partners, André Gijsendorffer
Architecten school:
architecten|en|en + Studio Leon Thier
31