Visie op de normstellende, toetsende en registrerende activiteiten van de
Stichting Veilig Ontwerp en Beheer Alsmede voorstel voor eisen en gedragsregels in relatie tot de persoonscertificatie van de Register CPTED-expert (RCE)
M. Lopez H. Neddermeijer W. Rodenhuis
januari 2015
Inhoud 1.
Aanleiding......................................................................................................... 1
2.
De rol van SVOB als kennisinstituut ................................................................... 2 2.2 Kwaliteit, theorievorming en onderzoek ....................................................... 3
3.
Eisen voor persoonscertificatie RCE ................................................................... 5 3.1 RCE .............................................................................................................. 5 3.2 Bestaande eisen in het Register Reglement RCE ............................................ 5 3.3 Voorstel SVOB invulling Specifieke Reglement RCE ....................................... 6 3.3.1 t.a.v. Art. 1 Inleiding .............................................................................. 6 3.3.2 t.a.v. Art. 2 Doelstelling ......................................................................... 6 3.3.3 t.a.v. Art. 3 Aanvaarde Opleiding en Werkervaring .................................. 6 3.3.4 t.a.v. Art. 4 Rechten van de RCE geregistreerde ...................................... 8 3.3.5 t.a.v. Art. 5 Plichten van de RCE geregistreerde ...................................... 8 3.3.6 t.a.v. Art. 6 N’Lloyd Presentatie van Gegevens uit het RCE Register ......... 9 3.3.7 t.a.v. Art. 7 Slotbepalingen ..................................................................... 9
4.
Examinering ...................................................................................................... 9 4.1 SVOB Examen vereisten ................................................................................ 9 4.2 SVOB Examenbureau .................................................................................... 9
5. Algemene gedragscode N’Lloyd in samenwerking met SVOB ............................. 10 BIJLAGE 1 VOORSTEL Specifiek Reglement RCE ....................................................... 1 BIJLAGE 2 VOORSTEL Gedragsregels RCE ................................................................ 7 BIJLAGE 3 Concept Examenschema ...................................................................... 11 BIJLAGE 4 Algemene Gedragscode N’Lloyd ........................................................... 19 BIJLAGE 5 Vigerend Specifiek Reglement RCE ....................................................... 21
1
1. Aanleiding In het laatste kwartaal van 2014 heeft het Bestuur van de SVOB een aantal besluiten genomen die tot gevolg hebben, dat de stichting activiteiten gaat ontplooien als normstellende en examinerende instantie. Deze beslissingen zijn het gevolg van het verlangen van het Bestuur om op het gebied van Crime Prevention Through
Environmental Design (in Nederland aangeduid met ‘Veilig Ontwerp en Beheer’) over een mogelijkheid tot persoonscertificatie te beschikken.
Uit de Statuten van de SVOB
1. De Stichting heeft tot doel het bevorderen van veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving en het vormen van een landelijk platform op het gebied van veilig ontwerp en beheer en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. 2. De Stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: - het oprichten en levend houden van een netwerk van deskundigen op het terrein van veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving; - het organiseren van cursussen, congressen, workshops en andere evenementen die kennisoverdracht op het terrein van veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving beogen; - het onderhouden van contacten met organisaties in andere landen die zich met veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving bezighouden; - alle andere activiteiten die bijdragen aan de doelstelling; - het bijdragen aan de kwaliteit in termen van kennis en vaardigheden van de adviseurs die in Nederland diensten aanbieden op het terrein van veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving; - het bevorderen van theorievorming en onderzoek op het terrein van veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving.
Deze twee activiteiten die in lijn liggen met de intentie van artikel 2 van de Statuten worden hierna uitgewerkt. 1
Op dit moment bestaat reeds een schema met betrekking tot persoonscertificatie die past binnen het interessegebied van de SVOB. Deze certificatie, te weten het Register CPTED-Expert (aangeduid met het trigram RCE) kent zijn oorsprong in een particulier initiatief. De stichting N’Lloyd is de beheerder van dit certificatieschema. Op dit moment is er een aantal professionals erkend als Register CPTED-Expert. Een deel daarvan is betrokken bij de SVOB. Het Bestuur heeft in het kader van een persoonscertificatie een tweetal besluiten genomen. Het Bestuur heeft ermee ingestemd om (gezien vanuit het perspectief van de Stichting N’Lloyd) als ‘RCE-registerdeskundige’ te gaan functioneren. Dat betekent dat de SVOB in de komende jaren op het gebied van persoonscertificatie gaat samenwerken met de Stichting N’Lloyd en daarbij als “normsteller” voor certificatie gaat optreden. Daarnaast heeft het bestuur vervolgens besloten om op te treden als examenbureau en daarmee een rol als “toetser” op zich te nemen. Deze laatste activiteit staat overigens op zichzelf, dus los van de Stichting N’Lloyd. Op grond hiervan bestaat bij het bestuur behoefte aan duidelijkheid over: 1. de aan professionals die zich als RCE willen laten registreren te stellen eisen en de eisen die moeten worden gesteld in het specifieke N’Lloyd registerreglement; 2. de vereisten die moeten worden gesteld aan de examinatie. In de SVOB bijeenkomst van 25 september 2014 is aan een werkgroep, bestaande uit dhr. Lopez en dhr. Neddermeijer, dhr. Rodenhuis, gevraagd om een voorstel te maken voor bovenstaande vereisten. In de navolgende paragrafen wordt daartoe een aanzet gegeven. Allereerst wordt in paragraaf 2 een algemene visie op de rol van SVOB ten aanzien van professionalisering gegeven. Vervolgens worden in paragraaf 3 de door SVOB te stellen eisen in het N’Lloyd RCE-register besproken. In paragraaf 4 wordt ingegaan op de examinatie. In een samenwerking met het N´Lloyd dienen gedragsregels te worden gerespecteerd. Deze komen in paragraaf 5 aan de orde.
2. De rol van SVOB als kennisinstituut De door het Bestuur genomen beslissingen liggen in lijn met het gestelde in artikel 2 van de Statuten van de SVOB. Dit is een belangrijke vaststelling, want daaraan ontleent de Stichting haar legitimiteit om vorm en inhoud te geven aan een tweetal rollen. Namelijk, de rol als “normsteller” en de rol als “toetser”. BLZ. 2
2.1 Opleiding en training Kennisoverdracht op het terrein van veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving kan de SVOB uitstekend realiseren door het organiseren van cursussen, congressen en workshops. Het kapstokje ‘en andere evenementen’ geeft ruimte aan alternatieven. Maar ook onder (het) “bijdragen aan de kwaliteit in termen van kennis en vaardigheden van de adviseurs die in Nederland diensten aanbieden op het terrein van veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving” kunnen bij uitstek de onderwerpen ‘toetsen’ en ‘examineren’ worden ingebracht. Hier biedt artikel 2 de SVOB een handvat om de kwaliteit van opleidingen en opleiders positief te beïnvloeden.
2.2 Kwaliteit, theorievorming en onderzoek Opleidings- en trainingsactiviteiten dragen bij aan de kwaliteit in termen van kennis en vaardigheden van de adviseurs die in Nederland diensten aanbieden op het terrein van veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving. Ze bevorderen de theorievorming (door eisen te stellen aan deze opleidingen en ook aan de opleiders) op dit terrein. Voor een succesvolle uitvoering dient de SVOB daarnaast echter een netwerk van deskundigen op te zetten en levend te houden. Het RCE-Register is een uitstekend instrument om deze deskundigen op het thema van veilig ontwerp en beheer te binden. Het geeft de SVOB een handvat om de kwaliteit van de deskundigen positief te beïnvloeden.
Met betrekking tot opleiding en training bestaan er in principe de volgende rollen (zie infographic op de volgende bladzijde) 1. Het bieden van een platform voor het verzamelen en verspreiden van kennis en kunde op het gebied van veilig ontwerp en beheer. 2. Het optreden als normsteller voor opleidingsinstituten. De hierbij behorende kernvraag luidt: “Waaraan zou een ’SVOB-erkende opleiding’ moeten voldoen?” 3. Het optreden als normsteller bij persoonscertificatie en - aansluitend - bij het N’Lloyd register optreden als “registerdeskundige”. De hierbij behorende kernvraag luidt: “Waaraan zou een ’Register CPTED Expert’ moeten voldoen?” 4. Het optreden als onafhankelijke examenbureau en examinator.
BLZ. 3
In de navolgende paragrafen zal een uitwerking worden gegeven van punt 3 en punt 4. Met de invulling daarvan kan direct aansluiting worden gevonden bij de bestaande certificeringspraktijk. Nieuw is de verlening van een predicaat “SVOB erkende opleiding”.
BLZ. 4
3. Eisen voor persoonscertificatie RCE 3.1 RCE De aanduiding RCE geniet wettelijke bescherming op grond van de Eenvormige Beneluxwet op de Merken. In aansluiting op de internationaal gebruikte aanduidingen en de Eenvormige Beneluxwet op de Merken handhaaft de SVOB de internationaal gangbare term ‘Register CPTED Expert’, maar geeft zij daarbij wel uitdrukkelijk aan dat het daarbij niet uitsluitend om CPTED an sich gaat, maar om het bredere begrip Veilig Ontwerp en Beheer. Dit conform de doelstellingen en definities die ook in het SVOB statuut tot uitdrukking komen. Het RCE register is één van de vele registers die de Stichting N’Lloyd beheert. De SVOB zal de registratie van de RCE´s ´opdragen´ aan de Stichting N´Lloyd. Dit een stichting zonder winstoogmerk met als doelstelling:
certificering op het gebied van beveiliging en veiligheid te bevorderen;
deskundigheid en vakkennis op deze gebieden te bundelen en te bewaken en
al hetgeen te doen, dat hiermede rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
3.2 Bestaande eisen in het Register Reglement RCE Het N’Lloyd register reglement bestaat uit twee delen. Een Algemeen Register Reglement, dat is opgesteld door het bestuur van N’Lloyd. Hierin worden de doelstellingen van de stichting N’Lloyd beschreven en staan (organisatorische) eisen voor alle registers die door hen worden bijgehouden moet worden voldaan1. Daarnaast bestaat het Specifieke Register Reglement. Hierin worden de eisen verwoord die specifiek gelden voor RCE gecertificeerden2.
1
http://www.nlloyd.nl/Stichting_NLLoyd/Algemeen_Register_Reglement.html laatst geraadpleegd op 14-12015 2 Het huidige specifieke RCE reglement is te vinden op http://www.nlloyd.nl/Stichting_NLLoyd/Register_Reglementen_files/Reglement%20CPTED%20Expert%20RCE. pdf laatst geraadpleegd op 14-1-2015
BLZ. 5
3.3 Voorstel SVOB invulling Specifieke Reglement RCE Voorgesteld wordt om het Specifieke Reglement RCE aan te passen. De bestaande regels uit het Specifieke RCE register zijn opgenomen in bijlage 5. Het volledige voorstel voor invulling van de specifieke register vereisten door SVOB is te vinden in bijlage 1. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het vigerende Specifieke Reglement RCE, die wij voorstellen zijn: 3.3.1 t.a.v. Art. 1 Inleiding Geen wijzigingen 3.3.2 t.a.v. Art. 2 Doelstelling Toelichting: In overeenstemming met de doelstellingen van de SVOB wordt de bestaande tekst die zich specifiek richt op CPTED veranderd in: Dit register heeft tot doel voor de vakgebieden criminologie, crime science, criminaliteitspreventie, sociale veiligheid en security management (deze opsomming is niet limitatief; het bindend element is Veilig Ontwerp en Beheer) een register te bieden waarin op deze vakgebieden werkzame VOB gekwalificeerde deskundigen zich kunnen inschrijven. Het register kan worden geraadpleegd door personen, instellingen, organisaties en/of bedrijven die behoefte hebben aan professionele deskundigheid op deze vakgebieden. 3.3.3 t.a.v. Art. 3 Aanvaarde Opleiding en Werkervaring SVOB-erkende opleiding Toelichting: In de bestaande situatie verzorgt het Beccaria Instituut de door N’Lloyd geaccepteerde opleiding. SVOB wenst nadrukkelijk de mogelijkheid open te laten voor andere opleiders om opleiding en training te verzorgen. Opleiders dienen zich vooraf te melden bij SVOB en een opleidingsplan, gebruikte literatuur, oefenmateriaal en kwaliteitsborgingssysteem te overleggen. SVOB besluit een opleiding te aanvaarden indien zij van mening is dat in het overlegde materiaal voldoende waarborgen voor (inhoudelijke) kwaliteit is gegeven. De opleiding verkrijgt hiermee het predicaat SVOB-erkende opleiding. De eisen die de SVOB stelt met betrekking tot theorie- en praktijkexamens worden in een afzonderlijk document vastgelegd.
De SVOB in haar rol als registerdeskundige verstrekt na onderzoek het predicaat ‘SVOB-erkende - opleiding’ aan opleidingen waarvan is gebleken, dat de deelnemers in voldoende mate zijn voorbereid voor de eisen die door de SVOB zijn gesteld met betrekking tot theorie- en praktijkexamens RCE.
BLZ. 6
Verklaring van goed gedrag en afgeronde SVOB-erkende opleiding Toevoegd wordt: Voor de geregistreerde geldt dat zij bij aanvraag van de certificatie hebben overlegd: a) een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) waaruit blijkt dat het gedrag van de kandidaat in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van de taak of functie in de samenleving waarvoor hij/zij de certificatie aanvraagt; b) een bewijs dat hij/zij een SVOB erkende opleiding met goed gevolg heeft afgerond.
Werkervaring Toelichting: Het bestaande reglement kent geen omschrijving van werkervaring. Toegevoegd wordt: De geregistreerde beschikt bij aanvraag van de certificatie over tenminste drie jaar relevante werkervaring. Voor de kandidaat in loondienst betekent dit dat hij/zij gedurende minimaal drie jaar een functie vervult in de vakgebieden criminologie, crime science, criminaliteitspreventie, sociale veiligheid of security management (deze opsomming is niet limitatief; het bindend element is VOB), met als voorwaarden: a) een leidinggevende- en op beleidsniveau adviserende functie of b) een op beleidsniveau adviserende functie of c) een beleidsbepalende functie en d) voor al deze functies moet uit de functiebeschrijving of op andere wijze blijken dat voor de functie tenminste een hbo-opleiding of hbo werk- en denkniveau vereist is. Voor een zelfstandig ondernemer als kandidaat geldt dat hij/zij: a) werkzaam is op het gebied van criminologie, crime science, criminaliteitspreventie, sociale veiligheid of security management (deze opsomming is niet limitatief; het bindend element is VOB); b) een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel overlegt niet ouder dan een maand - uit het KvK uittreksel moet blijken dat de aanvrager ten minste drie jaar voor de datum van aanvraag als zelfstandig ondernemer op het gebied van beveiliging, onderzoek en/of advisering stond ingeschreven; BLZ. 7
c) de kandidaat dient ten genoegen van het SVOB bestuur aan te tonen als zelfstandig ondernemer hoofdzakelijk (d.w.z. voor 50% of meer van de bedrijfsactiviteit) op het gebied van sociale veiligheid actief te zijn; d) niet terzelfder tijd geheel of gedeeltelijk in loondienst werkzaam was. Examinatie Toelichting: Het bestaande reglement gaat er vanuit dat examinatie plaatsvindt door een onafhankelijk examenbureau onder auspiciën van de certificerende instelling. Voorgesteld wordt de tekst te wijzigen in: Art. 3.2 De examens moeten óf door óf onder auspiciën van de Stichting Veilig Ontwerp en Beheer door een onafhankelijk examenbureau worden afgenomen. Op aanvraag van een opleidingsinstituut kan de SVOB hierbij als onafhankelijk examenbureau optreden.
Nadere motivatie: zie paragraaf 4 van deze notitie.
3.3.4 t.a.v. Art. 4 Rechten van de RCE geregistreerde Geen wijzigingen 3.3.5 t.a.v. Art. 5 Plichten van de RCE geregistreerde Op peil houden van vakbekwaamheid Toelichting: De bestaande tekst is summier. Een gedetailleerde omschrijving van activiteiten en daaraan verbonden PE-punten wordt toegevoegd. Een voorstel met lijst met activiteiten waaraan PE punten zijn verbonden is te vinden in bijlage: De geregistreerde dient per registratieperiode (= drie jaar) minimaal 120 PEpunten3 te behalen. Gedragsregels Toelichting: Bij certificatie ontvangt de kandidaat ter ondertekening de Gedragsregels RCE. Een voorstel voor deze gedragsregels is te vinden in bijlage 2. Toegevoegd wordt: De geregistreerde onderschrijft de Gedragsregels RCE en houdt zich hieraan.
3
PE = permanente educatie
BLZ. 8
3.3.6 t.a.v. Art. 6 N’Lloyd Presentatie van Gegevens uit het RCE Register Geen wijzigingen 3.3.7 t.a.v. Art. 7 Slotbepalingen
Geen wijzigingen, behoudens vaststellingsdatum door N’Lloyd
4. Examinering Om SVOB-erkend te worden moet worden aangegeven hoe een opleider exemineert (kortom er moet een examenschema overhandigd worden).Bekostigde opleidingen (bijvoorbeeld Hbo’s) beschikken per definitie over een examenreglement. Nietbekostigde opleiders beschikken daar niet altijd over. Het is het voor een erkenning noodzakelijk dat de SVOB het examenreglement moet kunnen toetsen en er haar goedkeuring aan kunnen geven. In deze beoordeling is het van belang dat blijkt dat er sprake is van een onafhankelijke examinering of van een examinering die door een andere partij (bijvoorbeeld de Stichting Pots-Hbo Nederland) is geaccordeerd. Waar het om gaat is, dat de opleider geen diploma’s kan afgeven, die voor de markt geen waarde hebben.
4.1 SVOB Examen vereisten De SVOB stelt een Examenschema vast. Dit schema bevat een omschrijving van de eindtermen waaraan het examen minimaal dient te voldoen. Het examen bestaat uit twee onderdelen: Een theorie examen en een praktijkopdracht. Een voorbeeld op basis van het vigerende examenregels is bijgevoegd in bijlage 3.
4.2 SVOB Examenbureau Examinering van de SVOB-erkende opleiding dient volgens het voorgestelde Specifieke Reglement (zie Art.3) plaats te vinden door een onafhankelijk examenbureau. De SVOB kan op verzoek en tegen betaling van kosten optreden als onafhankelijk examenbureau voor:
de opleider (in het kader van het klassikaal afnemen van theorie-examens);
de student (in het kader van praktijkexamens; er bestaat een examencommissie) BLZ. 9
5. Algemene gedragscode N’Lloyd in samenwerking met SVOB In een toekomstige samenwerking met N’Lloyd zullen functionarissen die namens SVOB, of onder auspiciën van SVOB meewerken aan het register zich moeten houden aan de Algemene Gedragscode N’Lloyd. Belangrijk daarin is dat deze functionarissen naar eer en geweten optreden en zich onthouden van enige vorm van belangenverstrengeling. Deze gedragscode is te vinden in bijlage 4.
BLZ. 10
BIJLAGE 1 VOORSTEL Specifiek Reglement RCE Het registerreglement CPTED Expert is sedert op 18 augustus 2011 bij Notariële Akte van Fusie opgenomen in de alsdan vigerende N’Lloyd registers. De in dit register opgenomen functionarissen mogen als bewijs daarvan de aanduiding RCE (Register CPTED Expert) achter de familienaam voeren. 2. DOELSTELLING Dit reglement heeft, in aanvulling op het Algemeen Registerreglement van N’Lloyd dat hierop onverkort van toepassing is, tot doel nadere regels te stellen die specifiek gelden voor het RCE register. Dit register heeft tot doel voor de vakgebieden criminologie, crime science, criminaliteitspreventie, sociale veiligheid en security management (deze opsomming is niet limitatief; het bindend element is VOB) een register te bieden waarin op deze vakgebieden werkzame VOB gekwalificeerde deskundigen zich kunnen inschrijven. Het register kan worden geraadpleegd door personen, instellingen, organisaties en/of bedrijven die behoefte hebben aan professionele deskundigheid op deze vakgebieden. 3. AANVAARDE OPLEIDING EN WERKERVARING 3.1 De SVOB in haar rol als registerdeskundige verstrekt na onderzoek het predicaat ‘SVOB-erkende (c.q. aanvaarde) opleiding’ aan opleidingen waarvan is gebleken, dat de deelnemers in voldoende mate zijn voorbereid voor de eisen die door de SVOB zijn gesteld met betrekking tot theorie- en praktijkexamens RCE.
3.2 De examens moeten óf door óf onder auspiciën van de Stichting Veilig Ontwerp en Beheer door een onafhankelijk examenbureau worden afgenomen. Op aanvraag van een opleidingsinstituut kan de SVOB hierbij als onafhankelijk examenbureau optreden.
1
3.3 Voor de geregistreerde geldt dat hij/zij bij aanvraag van de certificatie hebben overlegd: a)
Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) waaruit blijkt dat het gedrag van de
kandidaat in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van de taak of functie in de samenleving waarvoor hij/zij de certificatie aanvraagt. b)
Een bewijs dat hij/zij een SVOB erkende opleiding met goed gevolg heeft
afgerond. 3.4 De geregistreerde beschikt bij aanvraag van de certificatie over tenminste drie jaar relevante werkervaring. Dit regelement voorziet in een omschrijving hiervan
Voor de kandidaat in loondienst (zie art. 3.5)
Voor de kandidaat als zelfstandig ondernemer (zie art. 3.6)
3.5 Voor de kandidaat in loondienst betekent dit dat hij/zij gedurende minimaal drie jaar een functie vervullen in de vakgebieden criminologie, crime science, criminaliteitspreventie, sociale veiligheid of security management (deze opsomming is niet limitatief; het bindend element is VOB), met als voorwaarden:
een leidinggevende- en op beleidsniveau adviserende functie of
een op beleidsniveau adviserende functie of
een beleidsbepalende functie en
voor al deze functies moet uit de functiebeschrijving of op andere wijze blijken dat voor de functie tenminste een hbo-opleiding of hbo werk- en denkniveau vereist is.
3.6 Voor een zelfstandig ondernemer als kandidaat geldt dat hij/zij:
werkzaam is op het gebied van criminologie, crime science, criminaliteitspreventie, sociale veiligheid of security management (deze opsomming is niet limitatief; het bindend element is VOB) ;
een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel overlegt niet ouder dan een maand ; uit het KvK uittreksel moet blijken dat de aanvrager tenminste drie jaar voor de datum van aanvraag als zelfstandig ondernemer op het gebied van beveiliging, onderzoek en/of advisering stond ingeschreven;
de kandidaat dient ten genoegen van het SVOB bestuur aan te tonen als zelfstandig ondernemer hoofdzakelijk (d.w.z. voor 50% of meer van de bedrijfsactiviteit) op het gebied van sociale veiligheid actief te zijn; BLZ. 2
niet terzelfder tijd geheel of gedeeltelijk in loondienst werkzaam was.
4. RECHTEN VAN DE RCE GEREGISTREERDE 4.1 De geregistreerde heeft, gedurende een periode van 3 jaar waarin hij in het register is ingeschreven, het recht gebruik te maken van de aanduiding RCE door dat achter zijn familienaam te plaatsen ter aanduiding van het feit dat hij bij N’Lloyd staat ingeschreven als Register CPTED Expert. Het gestelde in artikel 9 van het Algemeen Registerreglement van N’Lloyd inzake het gebruik en toezicht op het merk RCE is onverkort van toepassing.
NB.: De aanduiding RCE geniet wettelijke bescherming op grond van de Eenvormige Beneluxwet op de Merken. 4.2 De geregistreerde heeft, desgevraagd, recht op kosteloze verstrekking van een lijst van de RCE geregistreerden. De lijst dient onder opgave van reden schriftelijk te worden aangevraagd bij het secretariaat van N’Lloyd. Let op: Het gebruik van deze lijst voor commerciële doeleinden (waaronder: het gebruik als mailinglist voor reclame uitingen) is niet toegestaan. 5. PLICHTEN VAN DE RCE GEREGISTREERDE 5.1 De geregistreerde dient per registratieperiode (= drie jaar) minimaal 120 PE-punten4 te behalen. 5.2 PE-punten kunnen worden behaald met de volgende activiteiten:
4
gestructureerde vorm van educatie (zie art 5.3);
PE = permanente educatie
BLZ. 3
overige PE-activiteiten (zie art. 5.4);
daadwerkelijk werkzaam zijn binnen het vakgebied (zie art 5.5).
5.3 Onder gestructureerde vormen van educatie worden de navolgende activiteiten verstaan die relevant zijn voor het vakgebied en een directe relatie hebben met VOB:
volgen van cursussen, opleidingen of andere educatieve bijeenkomsten: (minimaal 1 dagdeel5 per gebeurtenis) = 5 PE-punten
optreden als inleider, docent, leider, of ontwikkelaar van educatieve bijeenkomsten: (minimaal 1 dagdeel per gebeurtenis) = 15 PE-punten
geven van presentaties op congressen, seminars, workshops, etc. Per presentatie (minimaal 15 minuten) = 15 PE-punten
optreden als examinator bij aan het vakgebied gerelateerde opleidingen: Per afgenomen examen = 10 PE-punten
lidmaatschap van vaktechnische commissies, werkgroepen, overlegplatforms, etc.: Per lidmaatschap per jaar6 = 15 PE-punten
publiceren over het vakgebied in media in al zijn vormen: (vak-)bladen, blogs, whitepapers, etc. (per artikel van minimaal 1250 woorden) = 20 PE punten
5.4 Onder overige PE-activiteiten wordt verstaan:
deelnemen aan ledenbijeenkomsten van vakverenigingen: (minimaal 1 dagdeel per bijeenkomst) = 5 PE-punten
bezoeken van seminars en congressen die relevant zijn voor het onderhouden van de vaktechnische kennis: (minimaal 2 dagdelen per seminar/congres) = 5 PE-punten
5
Dagdeel = 4 uur
6
Op voorwaarde dat het desbetreffende orgaan door N’Lloyd wordt erkend (doelstelling, kwaliteit en toegevoegde waarde vakgebied)
BLZ. 4
uitvoeren van (security) audits/surveys, adviesopdracht waarbij inzet van vaktechnische kennis noodzakelijk is: (minimaal 4 dagdelen per opdracht) = 20 PE-punten
5.5 De geregistreerde is binnen het vakgebied actief als werknemer of als zelfstandig ondernemer en heeft VOB expertise als hoofd- of neventaak: Per kalenderjaar = 15 PE-punten 5.6 De geregistreerde onderschrijft de Gedragsregels RCE en houdt zich hieraan.
6. N’LLOYD PRESENTATIE VAN GEGEVENS UIT HET RCE REGISTER 6.1 Website: Op een door of namens N’Lloyd onderhouden internetsite (www.nlloyd.nl) worden de volgende gegevens geplaatst: achternaam; voorletters; voorvoegsel, academische titel (beperkt tot: bc, BA, BSc, MBA, MSc, MA, ir., ing., mr., drs., dr.) en indien daarom verzocht door de geregistreerde: zijn/haar e-mail adres en de Universal Resource Locator van de website van zijn/haar bedrijf of het bedrijf van de werkgever. 6.2 Weblink: Ingeval de geregistreerde zelfstandig ondernemer is, of is geworden, vindt vermelding van de URL slechts plaats indien uit een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel blijkt, dat zijn/haar bedrijf vóór de datum van het verzoek om vermelding van de URL, stond ingeschreven. 7. SLOTBEPALINGEN 7.1 Geregistreerden zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het onderhouden van de actualiteit, de juistheid en de volledigheid van de in het N’Lloyd register opgenomen gegevens (zie paragraaf 6.1. e.v.). Daartoe raadplegen zij periodiek de website van N’Lloyd ter zake.
BLZ. 5
7.2 Geregistreerden hebben geen recht op enige vergoeding van welke schade ook, welke door of ten gevolge van een besluit tot wijziging van dit reglement is of kan ontstaan. 7.3 Het bestuur van N’Lloyd besluit over alle kwesties inzake het register waarover dit reglement geen uitsluitsel biedt of kan in afwijking daarvan besluiten. 7.4 Dit reglement is conform artikel 10 van N’Lloyds oorspronkelijke statuten door haar bestuur vastgesteld op …………… en is met onmiddellijke ingang van kracht.
BLZ. 6
BIJLAGE 2 VOORSTEL Gedragsregels RCE 1. DEFINITIES
In deze gedragsregels wordt verstaan onder: 1.1 de stichting
: de stichting N’Lloyd;
1.2 het bestuur
: het bestuur van N’Lloyd;
1.3 het register
: het Register van CPTED Expert (RCE®);
1.4 de
: de natuurlijke of rechtspersoon die zich vanuit een
opdrachtgever
arbeidsrechtelijke of een contractuele verhouding tot een CPTED Expert wendt met een (mogelijke) opdracht of een opdracht heeft verleend;
1.5 een collega
: iedere CPTED Expert – al dan niet ingeschreven in het register – werkzaam in het vakgebied;
1.6 de Gedragsregels
: de in dit reglement vastgelegde regels betreffende het handelen en/of nalaten van de CPTED Expert;
2. REIKWIJDTE Deze Gedragsregels dienen te worden nageleefd door alle in het register opgenomen RCE’s. Voor RCE geregistreerden (hierna te noemen: RCE) in loondienst geldt, dat de naleving van de Gedragsregels c.q. Business Code of Conduct van het bedrijf of organisatie waar zij werkzaam zijn voorrang hebben ten opzichte van de onderhavige. In geval van een conflict-of-interest kunnen zij zich wenden tot het bestuur.
BLZ. 7
3. GEDRAGSREGELS RCE
3.1
Algemeen
Regel 1 De RCE dient zich in de uitoefening van zijn/haar functie te gedragen, zoals een zorgvuldig werknemer of zelfstandig ondernemer betaamt. Hij/zij is daarbij steeds objectief en zal zich niet door enig eigen belang laten leiden. Hij/zij is zich bewust van zijn/haar vertrouwenspositie en integriteit.
Regel 2 De RCE zal zich onthouden van het verstrekken of (doen) uitgaan van feitelijke gegevens, waarvan hij/zij weet of behoort te weten dat die gegevens onjuist zijn.
Regel 3 De RCE dient zijn/haar bij inschrijving in het Register gebleken deskundigheid op peil te houden.
Regel 4 De RCE zal zich houden aan de Statuten en alle hierop gebaseerde of voortvloeiende N’Lloyd regelgeving.
3.2
De uitoefening van het vakgebied
Regel 5 De RCE voert zijn/haar werkzaamheden zorgvuldig en naar beste weten en kunnen uit.
BLZ. 8
Regel 6 Wetenschap, verkregen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden, zullen alleen aan derden ter kennis worden gebracht, nadat daartoe van zijn/haar werkgever/opdrachtgever toestemming is verkregen.
Regel 7 De RCE is zich bewust van het feit, dat N’Lloyd zich het recht voorbehoudt de gegevensverstrekking ten behoeve van registratie en herregistratie te auditen en geeft de N’Lloyd auditors van de Audit & Review Groep toestemming hieromtrent in contact treden.
Regel 8 Een eventueel negatieve uitslag van de audit zal onherroepelijk leiden tot intrekking van het recht op RCE-registratie.
3.3
De verhouding tot collega’s
Regel 9 De RCE dient te streven naar een verhouding met zijn/haar collega’s, die berust op collegialiteit, welwillendheid en vertrouwen.
Regel 10 De RCE uit zich nimmer in nadelige zin over een collega of diens dienstuitoefening. Indien zijn/haar mening wordt gevraagd geeft hij/zij deze met inachtneming van strikte objectiviteit en integriteit.
Regel 11 Indien een RCE meent over bewijzen te beschikken dat een collega N’Lloyd geregistreerde handelt in strijd met deze gedragsregels, is hij/zij verplicht het bestuur hierover in te lichten. BLZ. 9
3.4
Publiciteit
Regel 12 Het is de RCE toegestaan publiciteit te bedrijven, doch slechts indien en voor zover hij/zij zulks doet in overeenstemming met de zorgvuldigheid die een behoorlijk RCE betaamt en ook conform de wet en/of deze gedragsregels.
Namens N’Lloyd:
Geregistreerde:
Briefing verzorgd door:
Gelezen en begrepen:
Datum:
Datum:
Handtekening:
Handtekening:
BLZ. 10
BIJLAGE 3 Concept Examenschema (Voorbeeld ontleend uit documenten van het Beccaria Instituut) Veilig Ontwerp en Beheer Een veilige omgeving als uitgangspunt voor een leefbare samenleving In Nederland is (on)veiligheid één van de speerpunten geworden van media aandacht en politiek beleid. Terroristische aanslagen, criminaliteit en onveiligheid in de wijk boezemen angst in, en ook binnen bedrijven en instellingen is veiligheid een agendapunt. Veiligheid op het werk en veiligheid in de openbare ruimte is inmiddels al lang geen vanzelfsprekendheid meer. Vanuit dit gegeven is er een sterke behoefte aan een antwoord op de vraag ‘hoe moeten we nu preventief omgaan met criminaliteit, terroristische aanslagen en geweldsincidenten in onze samenleving?’. Veel van de op dit moment gegeven antwoorden richten zich op het steeds verder technologisch gaan beheersen van onze woon- en leefomgeving. Hogere muren, sterkere hekken en meer en ‘slimmere’ camerasystemen moeten de dreiging keren. Maar al deze maatregelen hebben ook hun keerzijde. De hogere muren en stevigere hekken roepen vervreemding op en camera’s geven de burger steeds vaker het gevoel van onveiligheid in plaats van veiligheid. En ook de balans tussen het bevorderen van veiligheid en het veiligstellen van onze persoonlijke vrijheid en privacy lijkt steeds moeilijker in evenwicht te houden. We lijken langzaam te vergeten dat veiligheid nooit een doel is op zichzelf, maar een middel is om vrijheid, leefbaarheid en welzijn te kunnen beleven. Onze veiligheidsmaatregelen zouden daarom dienstbaar en ondersteunend moeten zijn aan deze doelen en niet concurrerend en ondermijnend. VOB In de zoektocht naar andere benaderingswijzen lijkt het concept Veilig Ontwerp en Beheer (VOB) een prima bijdrage te kunnen leveren aan criminaliteitspreventie en geweldsbeheersing, zonder de balans met vrijheid, privacy en leefbaarheid te verstoren. VOB doet dit door zich te richten op het ontwerpen en inrichten van de ruimtelijke omgeving. We moeten namelijk beseffen dat al ons gedrag, al dan niet crimineel, plaatsvindt in een ruimtelijke omgeving. De straat, de winkel, het park, de school, het ziekenhuis, de parkeergarage, etc., het zijn allemaal plekken in de ruimte die door hun ontwerp en inrichting in meer of mindere mate een rol spelen in het optreden of uitblijven van ongewenst (crimineel) gedrag. Het scheppen van een ‘communicerende omgeving’ die in zijn ontwerp en inrichting ‘veiligheid’ communiceert en bevordert, is het doel van VOB. De kracht van VOB is daarbij dat het zich daarbij bijvoorbeeld niet alleen afvraagt hoe het toch komt dat er in het park zoveel drugsgebruikers verkeren of groepen hangjongeren, maar VOB vraagt zich ook af hoe het toch komt dat het park zijn functie als wandelplek voor gezinnen en ouderen niet heeft weten vast te houden. VOB vraagt zich vervolgens af wat er mis is met het ontwerp en de inrichting van het park als park waardoor het zijn natuurlijke functie niet invult en het blijkbaar ruimte biedt aan criminaliteit en ongewenst gedrag. VOB spreekt in dit verband van gewenst en ongewenst gedrag. Een belangrijk uitgangspunt in het VOB denken is dat wanneer er voldoende gewenste gebruikers aanwezig zijn in een ruimte, dit de aanwezigheid van ongewenst gedrag sterk doet verminderen. Een VOB begrip dat hiermee verband houdt is ‘eigenaarschap’, dat wil zeggen: “van wie is deze ruimte en hoe kan ik dat zien?”. BLZ. 11
Vijf voordelen van VOB Over VOB valt veel te vertellen. Het heeft uitgangspunten die afkomstig zijn uit vakgebieden als de omgevingspsychologie, sociologie, security, criminologie, architectuur, planologie en marketing. Essentie van VOB is dat het de fysieke omgeving bekijkt als een communicatiesysteem dat kan worden benut om gewenst en ongewenst gedrag te kunnen sturen. De voordelen van VOB zijn vijfvoudig. 1. De inzet van VOB maatregelen leidt tot een bewezen afname van criminaliteit en een toename van het veiligheidsgevoel. Onderzoeken in binnen- en buitenland tonen dit onmiskenbaar aan. 2. VOB versterkt daarnaast ook het gedrag van gewenste gebruikers en zorgt er zo voor dat er een optimale benutting van de ruimte plaatsvindt. Oftewel: In een winkelcentrum daalt niet alleen de criminaliteit, neemt derving af, maar neemt ook de omzet van winkeliers toe, door het meer en langer aanwezige zijn van gewenste gebruikers, oftewel klanten. 3. VOB is zeer acceptabel op de balans ‘veiligheid – vrijheid’. VOB maatregelen zijn laagdrempelig en passen bij iedere organisatiecultuur of buurt. 4. VOB maatregelen zijn ook op de kosten-baten balans zeer interessant. Zeker in de ontwerpfase van een wijk, school, winkel, ziekenhuis of andere fysieke omgeving kent het toepassen van VOB maatregelen een prima ‘return on investment’. 5. Tot slot is VOB in zijn essentie een eenvoudig concept. De uitgangspunten zijn niet moeilijk te leren. Hierdoor leent het zich uitstekend voor burgerparticipatie. VOB bijeenkomsten en wandeltochten door de eigen wijk, een wijkgebonden budget voor VOB maatregelen en het samenwerken aan VOB versterken de sociale cohesie in een gemeenschap en bevorderen het welzijn. VOB in Nederland VOB is een van oorsprong Amerikaans concept, waar het bekend geworden is onder de naam Crime Prevention Through Environmental Design (CPTED). In Europa is het concept in de jaren 80 van de vorige eeuw omarmt door de British Home Office die er een eigen draai aan gaf en de benadering onder de namen ‘Situational Crime Prevention’, ‘Designing Out Crime’ (DOC) en ‘Design Against Crime’ (DAC) zowel binnen Groot Brittannië als de rest van Europa grote bekendheid gaf. In Nederland is vooral het proefschrift van Van der Voordt en Van Wegen bepalend geweest voor onze opvattingen over Veilig Ontwerp en Beheer en volgt men in de eerste plaats een hele praktische benadering wat onder meer tot uitdrukking komt in praktische instrumenten zoals het Politiekeurmerk Veilig Wonen®, het Keurmerk Veilig Ondernemen en de Veiligheidseffectrapportage. Een ander kenmerk van de Nederlandse benadering is het ‘polderen’ oftewel een integrale benadering van sociale veiligheid waarbij samenwerkingsrelaties worden gevormd tussen verschillende publieke en private partijen. In Europees verband zijn VOB-normen vastgelegd – ENV 14383 en ENV 14383-3 – die richtlijnen bieden aan overheden, bedrijven en particulieren bij het ontwerp en beheer van zowel bestaande als nieuw te bouwen omgevingen. Over ICA en SVOB In Nederland hebben veel VOB-specialisten zich verenigd in Stichting Veilig Ontwerp en Beheer (SVOB). Deze stichting promoot een veilig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving en biedt tevens een landelijk platform voor de verdere ontwikkeling van het vakgebied, persoonlijke ontwikkeling en netwerkvorming. SVOB doet dit als onderdeel van het wereldwijde netwerk International CPTED Association (ICA), die vervolgens weer is onderverdeeld in diverse continentale samenwerkingsverbanden in Azië-de Pacific, Noord-Amerika, Latijns Amerika en Europa.
BLZ. 12
DIPLOMA’S VAN VAKBEKWAAMHEID VEILIG ONTWERP EN BEHEER theorie en praktijk
1. INLEIDING De essentie van het concept van Veilig Ontwerp en Beheer (VOB) is het op een dusdanige wijze ontwerpen en inrichten van de fysieke ruimte, dat menselijk gedrag wordt gestuurd om criminaliteit te voorkomen of te beheersen. In het eerste deel van dit diplomaschema zijn de vakbekwaamheidseisen voor het diploma RCEprofessional (theorie) opgenomen en worden de exameneisen benoemd. In het tweede deel zijn de vakbekwaamheidseisen voor het diploma RCE-professional (praktijk) benoemd en de daaraan vastgestelde exameneisen. De houder van het diploma RCE-professional (theorie) kent de actuele ideeën op het gebied van Veilig Ontwerp en Beheer, criminaliteitspreventie, -management en -techniek. De gediplomeerde RCE-professional (praktijk) kan verschillende VOB-strategieën in de praktijk beoordelen, toepassen, rapporteren en presenteren. 2. DOELGROEP Het diploma van vakbekwaamheid RCE-professional (theorie) en het diploma van vakbekwaamheid RCE-professional (praktijk) zijn bedoeld voor iedereen die zich op HBO of universitair niveau bezighoudt met criminaliteitspreventie in de publieke en/of de private sfeer. Hierbij kan gedacht worden aan: ambtenaren van de rijksoverheid; ambtenaren van provinciale en lokale overheden zoals bouw- en woningtoezicht, sociale zaken; politie- en brandweerfunctionarissen; security- en safety managers, - experts, - consultants; architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten; deskundigen op het gebied van transport en openbaar vervoer, aannemers, makelaars in vastgoed; projectontwikkelaars en vastgoedbeheerders; verzekeringsdeskundigen en MBK-management. 3. TOELATINGSCRITERIA VOOR HET EXAMEN RCE-professional (theorie) Er zijn geen toelatingseisen.
4. VAKBEKWAAMHEIDSPROFIEL RCE-professional (theorie) Een RCE-professional (theorie) is iemand met relevante opleiding en ervaring waardoor hij/ zij in staat is om: een bestaande situatie te beoordelen op zijn sterke en zwakke punten, alsmede kansen en bedreigingen met betrekking tot criminaliteit en criminaliteitspreventie; (interne en / of externe) klanten te adviseren over de verbetering van subjectieve en objectieve veiligheid (interne en / of externe) klanten te adviseren over criminaliteitspreventie, veilig ontwerpen en veilig gebruik van de (bebouwde) omgeving op basis van VOB-uitgangspunten. 5. EINDTERMEN RCE-professional (theorie) De gediplomeerde: A. Heeft kennis van VOB theorie. Kan minimaal drie van de belangrijkste theoretici benoemen en hun werk beschrijven, zoals – maar niet uitsluitend - Chicago School, Jane Jacobs, Elizabeth Woods, C. Ray Jeffery, Oscar BLZ. 13
Newman, Schlomo Angel, Paul & Patricia Brantingham, Timothy Crowe, Ronald Clarke, Bill Hillier, Van der Voordt en Van Wegen. Is in staat om kort de belangrijkste theorieën te beschrijven, zoals – maar niet uitsluitend gelegenheidstheorie, rationele keuzetheorie, routine activiteitentheorie, crime pattern theory, natural movement theory
B. heeft kennis van de VOB tactieken: gebruikers van de ruimte aanwijzingen vanuit de omgeving (veilig / onveilig) vorm en functie aanpak richting security (organisatorisch, technisch, natuurlijk) analyse van de ruimte (bestemming, beschrijving, ontwerp) gedragsdoelen ontwerp (fysiek /psychologisch) duidelijk gedefinieerde en begrensde ruimten duidelijk gemarkeerde overgangszones natuurlijk toezicht en toegangscontrole veilige activiteiten in onveilige situaties onveilige activiteiten in veilige situaties natuurlijke barrières tussen conflicterende activiteiten ruimtelijke indeling zodanig dat de “kritieke massa” beheerst kan worden gewaarwording van het natuurlijk toezicht versterken afstand en geïsoleerdheid voorkomen (door communicatiemethodieken en ontwerpmogelijkheden) onderhoud stedenbouwkundige interventies ten aanzien van toegankelijkheid, verbondenheid en vitaliteit. bevorderen van de mogelijkheden voor (formeel en informeel) toezicht het bevorderen van een positieve identiteit (karakter en sfeer) van het gebied C. heeft kennis van VOB-instrumenten, zoals: schouw, plantoetsing, VER, EU-norm ENV 14383, PKVW, KVO, KVU, checklisten (vd Voordt, winkelgebieden, trein & metro, etc), scenario- en risicoanalyse, Sociaal Veilige Stedenbouw D. heeft kennis van concepten betreffende inrichting van de omgeving fysieke omgeving sociale omgeving culturele omgeving politieke omgeving economische omgeving BLZ. 14
EEN BESCHRIJVING VAN HET EXAMENPAKKET Het examen bestaat uit een theorietoets. Theorie: De theorietoets bestaat uit 20 meerkeuzevragen welke zijn verdeeld over de leerstof volgens onderstaande toetsmatrijs
A B C D
omschrijving heeft kennis van VOB theorie heeft kennis van de VOB tactieken heeft kennis van VOB-instrumenten heeft kennis van concepten betreffende inrichting van de omgeving
aantal vragen
4 6 5
5
CESUUR De kandidaat is geslaagd als hij minimaal 70% van het totaal aantal vragen goed heeft beantwoord TIJDSDUUR VAN HET EXAMEN: Theorietoets: 60 minuten Aanvullend praktijkonderdeel 1. Inleiding De essentie van het concept van Veilig Ontwerp en Beheer (VOB) is het op een dusdanige wijze ontwerpen en inrichten van de fysieke ruimte, dat menselijk gedrag wordt gestuurd om criminaliteit te voorkomen of te beheersen. De gediplomeerde (theorie) kent de actuele ideeën op het gebied van Veilig Ontwerp en Beheer, criminaliteitspreventie, -management en -techniek. Het aanvullende praktijkonderdeel kan facultatief na het behalen van het theoretische deel worden gedaan. In het praktijkonderdeel doet de kandidaat aanbevelingen op het gebied van ontwerp, inrichting en/of beheer aan de hand van de VOB-strategieën bij voorkeur toegepast op een praktijk casus. 2. Toelatingseisen voor het examen De kandidaat moet in het bezit zijn van het diploma RCE-professional (theorie). De kandidaat moet het verzoek voor het aanvullende praktijkonderdeel binnen 12 maanden na het behalen van het persoonscertificaat indienen. Na goedkeuring van dit voorstel heeft de kandidaat nog 6 maanden om het werkstuk ter beoordeling in te leveren. 3. Vakbekwaamheidsprofiel Een RCE-professional (aanvullend praktijk) is iemand met relevante opleiding en ervaring waardoor hij/zij in staat is om: een bestaande situatie te beoordelen op zijn sterke en zwakke punten, alsmede kansen en bedreigingen met betrekking tot criminaliteit en criminaliteitspreventie; (interne en/of externe) klanten te adviseren over de verbetering van subjectieve en objectieve veiligheid; (interne en/of externe) klanten te adviseren over criminaliteitspreventie, veilig ontwerpen en veilig gebruik van de (bebouwde) omgeving op basis van VOB-uitgangspunten en BLZ. 15
aanbevelingen te doen op het gebied van ontwerp, inrichting en/of beheer aan de hand van de CPTED-strategieën.
4. Eindtermen De kandidaat: 1. heeft inzicht en kennis van de VOB-strategieën; 2. kan een situatie beoordelen aan de hand van de VOB-strategieën; 3. kan op basis van relevante argumenten juiste conclusies trekken uit de beschrijving en de beoordeling; 4. kan aanbevelingen doen op het gebied van ontwerp, inrichting en/of beheer; 5. kan een duidelijke rapportage maken en 6. kan over de rapportage en de aanbevelingen een korte presentatie houden. EEN BESCHRIJVING VAN HET EXAMENPAKKET Het examen bestaat uit het maken van een werkstuk/rapport over de hieronder beschreven opdracht en het geven van een korte presentatie over de onderzoeksresultaten en de aanbevelingen. Na afloop van de presentatie mogen de examinatoren maximaal 10 minuten vragen over het betreffende rapport aan de kandidaat stellen. A. Toets een bestaand ontwerp aan minimaal 8 relevante VOB-strategieën, stel een evaluatie op en geef advies over verbetermogelijkheden in de vorm van een rapportage. Ten aanzien van de inhoud geldt dat de kandidaat goed inzicht moet hebben in de 12 VOB-referenties inclusief de onderlinge samenhang. De referentiekaart VOB is daarbij leidend. Het onderwerp van het werkstuk dient zich dan ook in voldoende mate te lenen voor een toepassing van de VOBmethodiek. Indien de werksituatie van de kandidaat zich niet leent voor opdracht A, dan kan in overleg de volgende opdracht uitgevoerd worden. B. Maak een verslag van een literatuurstudie over een dilemma/stelling over een VOB-strategie waarin minimaal 8 andere VOB-strategieën worden geëvalueerd. Ten aanzien van de inhoud geldt dat de kandidaat goed inzicht moet hebben in de 12 VOB-referenties inclusief de onderlinge samenhang. De referentiekaart VOB is daarbij leidend. Het onderwerp van het werkstuk dient zich dan ook in voldoende mate te lenen voor een toepassing van de VOBmethodiek. Eisen aan de rapportage: Het VOB werkstuk dient voldoende representatief te zijn zowel qua vorm als qua inhoud. De vormgeving, het taalgebruik, de redactie en de logische opbouw dient op HBO werk- en denkniveau te zijn. Het werkstuk dient maximaal 5.000 woorden te bevatten, dit komt overeen met 10 pagina’s kale tekst. Door gebruik van illustraties zoals foto’s en grafieken mag het aantal pagina’s groter worden dan 10. Aanbevolen lettertype: Arial, grootte 11 punten of vergelijkbaar lettertype. Richtlijnen voor de indeling van de rapportage: 1. omslag en titelpagina de omslag moet bij het rapport passen BLZ. 16
onderwerpen van de titelpagina: titel van het rapport, naam van de opdrachtgever, naam van de opdrachtnemer, versie en datum
2. voorwoord gegevens over de schrijver korte beschrijving van het totstandkomingsproces - eventuele dankbetuigingen 3. samenvatting de samenvatting bevat de hoofdlijnen van de het rapport. Ze moet begrijpelijk, kort en informatief zijn. De samenvatting wordt vooraan in het rapport opgenomen. 4. Inhoudsopgave 5. kernbetoog: inleiding voor wie is dit rapport geschreven door wie is dit rapport geschreven korte beschrijving van de opbouw doel en doelstelling 6. kernbetoog: probleemstelling de probleemstelling is de centrale vraag die een project rechtvaardigt 7. kernbetoog: hoofdtekst werk met genummerde hoofdstukken met titel begin elk hoofdstuk met een korte inleiding eindig elk hoofdstuk met een korte samenvatting criteria t.a.v. de inhoud: eerlijkheid, volledigheid en controleerbaarheid 8. conclusies en aanbevelingen De conclusie is een terugkoppeling naar de probleemstelling begrijpelijk, kort en informatief geen nieuwe informatie geschreven in de tegenwoordige tijd De aanbevelingen is een mogelijke vervolgstap naar aanleiding van de verwoorde conclusie(s) duidelijke en logische koppeling met conclusie onderbouw met informatie uit het rapport benoem voor- en nadelen van aanbevelingen 9. diverse zaken referenties bibliografie/literatuurlijst woorden- en symbolenlijst bijlagen (voet)noten verantwoording/nawoord afbeeldingen, tabellen, grafieken en schema’s Cesuur BLZ. 17
De praktijkopdracht wordt beoordeeld aan de hand van een op schrift gesteld beoordelingsprotocol. Hierin komen de volgende hoofdpunten aan de orde: a. Algemeen b. Visualisatie c. Taalgebruik d. Voorwoord, samenvatting en inhoudsopgave e. Inleiding en probleemstelling f. Hoofdtekst g. Conclusies en aanbevelingen Voor de algemene onderdelen a, b en c kunnen tezamen 25 punten worden behaald. Voor de inhoudelijke onderdelen d, e, f en g kan men maximaal 75 punten behalen. Om te slagen voor het praktijkexamen moet men minimaal 60 punten behalen. Beoordelingscriteria Het werkstuk wordt beoordeeld door een examinator. Bij verschil in mening tussen de kandidaat en de examinator wordt het desbetreffende stuk behandeld in de examencommissie. De kandidaat heeft de kans om binnen 1 jaar na het afleggen van het theorie examen een werkstuk op minimaal niveau voldoende af te leveren. Checklist Beoordelingscriteria VOB-werkstuk Ter beschikking in pdf.
BLZ. 18
BIJLAGE 4 Algemene Gedragscode N’Lloyd
BLZ. 19
BLZ. 20
BIJLAGE 5 Vigerend Specifiek Reglement RCE
BLZ. 21
BLZ. 22
BLZ. 23