atheneum (dakpanklas) 5. Havo (uitgroei) 6. Atheneum 7

1

Algemeen

2

VMBO basis- en kader (dakpanklas)

3

Mavo/havo (dakpanklas)

4

Havo/atheneum (dakpanklas)

5

Havo (uitgroei)

6

Atheneum

7

Gymnasium

8

Herstelprogramma, doubleren en afstroom

9



Op rapportlijsten en in Magister staan cijfers op één decimaal vermeld;



Rapporcijfers zijn een voortschrijdend gemiddelde, dat wil zeggen dat alle cijfers het hele jaar blijven meetellen.



Eindcijfers zijn een gewogen gemiddelde van alle behaalde cijfers in een schooljaar; waarde en weging van elk cijfer is te vinden in Magister.



Een eindcijfer wordt afgerond volgens de rekenkundige regels;



Een voldoende is een cijfer dat afgerond 6.0 of hoger is (staat op rapport vermeld als 5.5 of hoger)



het afgeronde cijfer 4 geldt als twee onvoldoendes, dus cijfers vanaf 3,5 tot en met 4,499 gelden als twee onvoldoendes (staat op rapport als 3,5 tot en met 4,4).



een afgerond cijfer 7 kan een onvoldoende bij een ander vak compenseren;



voor elke onvoldoende moet een compensatiepunt staan bij een ander vak;



een afgerond cijfer 5 moet worden gecompenseerd met ten minste een afgerond cijfer 7 (staat op het rapport als 6,5 tot en met 7,4);



een afgerond cijfer 4 moet worden gecompenseerd met ten minste 2 x het afgeronde cijfer 7 of 1 x het afgeronde cijfer 8 (staat op het rapport als 7,5 tot en met 8,4);



bij een afgerond cijfer 3 of lager kan een leerling niet worden bevorderd; een afgeronde 3 is een gemiddelde van 3,499 of lager en staat op het rapport als een 2,5 tot en met 3,4).

In uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van de bevorderingscriteria, deze beslissing ligt altijd bij de directeur op voordracht van de teamleider.

2

Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 BK   

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende voor de kernvakken Nederlands, rekenen en wiskunde Het gemiddelde van Nederlands, rekenen en wiskunde moet een 6.0 zijn Een leerling heeft maximaal 2 onvoldoendes

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Van leerjaar 2 naar leerjaar 3     

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende voor de kernvakken Nederlands, rekenen en wiskunde Het gemiddelde van Nederlands, rekenen en wiskunde moet een 6.0 zijn Een leerling heeft maximaal 2 onvoldoendes Het sectorvak moet voldoende zijn De leerling moet voor de vakken taal en rekenen minimaal niveau 1F hebben bereikt (vanaf 2013-2014)

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-Volgsysteem Voortgezet Onderwijs (VVO) -score als basis. Aan het einde van leerjaar 2 wordt een leerling bevorderd naar 3K indien:  Ieder vak minstens voldoende is  Het gemiddelde van de kernvakken Nederlands, rekenen en wiskunde minimaal 7.0 is.

3

Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 mavo   

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende voor de kernvakken Nederlands, rekenen en wiskunde Het gemiddelde van Nederlands, rekenen en wiskunde moet een 6.0 zijn Een leerling heeft maximaal 2 onvoldoendes

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Aan het einde van leerjaar 1 wordt een leerling bevorderd naar 2HA indien:  De leerling gemiddeld een 7,5 heeft over alle vakken  Het gemiddelde van de kernvakken Nederlands, Engels, rekenen en wiskunde minimaal 7.0 is Van leerjaar 2 naar leerjaar 3 mavo   

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende voor de kernvakken Nederlands, rekenen en wiskunde Het gemiddelde van Nederlands, rekenen en wiskunde moet een 6.0 zijn Een leerling heeft maximaal 2 onvoldoendes

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis Een leerling kan opstromen van 2 mavo naar 3 havo indien:  De leerling gemiddeld een 7,5 heeft over alle vakken  Het gemiddelde van de kernvakken Nederlands, Engels, rekenen en wiskunde minimaal 7.0 is

4

Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 Van leerjaar 2 naar leerjaar 3  

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Een leerling heeft totaal maximaal 2 onvoldoendes met voldoende compensatie.

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Aan het einde van leerjaar 2 wordt een leerling bevorderd naar 3V indien:  De leerling gemiddeld een 7,0 heeft over alle vakken.  Het gemiddelde van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde minimaal 7.0 is.

5

Van leerjaar 3 naar leerjaar 4 havo  Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen.  Een leerling heeft totaal maximaal 1 x 4 en 1 x 5 met voldoende compensatie.  Bij een keuze voor NT moeten WI, NA en SK (NASK) voldoende zijn.  Bij een keuze voor NG moeten WI, BI en SK (NASK) voldoende zijn.  Bij een keuze voor EM moeten WI (deelcijfer wiskunde A), GS en EC voldoende zijn.  Bij een keuze voor CM moet GS en de gekozen taal FA of DU voldoende zijn. Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Van leerjaar 4 naar leerjaar 5 havo  

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Een leerling heeft totaal maximaal 1 x 4 en 1 x 5 met voldoende compensatie.

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis.

6

Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 Van leerjaar 2 naar leerjaar 3  

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Een leerling heeft totaal maximaal 2 onvoldoendes met voldoende compensatie.

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 atheneum-tweetalig onderwijs Van leerjaar 2 naar leerjaar 3 atheneum-tweetalig onderwijs   

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Een leerling heeft ten minste het cijfer 6 voor het vak immersion. Een leerling heeft totaal maximaal 2 onvoldoendes met voldoende compensatie.

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Van leerjaar 3 naar leerjaar 4 atheneum  Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen.  Een leerling heeft totaal maximaal 1 x 4 en 1 x 5 met voldoende compensatie.  Bij een keuze voor NT moeten WI (deelcijfer A en B), NA en SK (NASK) voldoende zijn.  Bij een keuze voor NG moeten W (deelcijfer A en B), BI en SK (NASK) voldoende zijn.  Bij een keuze voor EM moeten WI (deelcijfer wiskunde A), GS en EC voldoende zijn.  Bij een keuze voor CM moet GS en de gekozen taal FA of DU voldoende zijn. Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Van leerjaar 4 naar leerjaar 5 atheneum Van leerjaar 5 naar leerjaar 6 atheneum  

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Een leerling heeft totaal maximaal 1 x 4 en 1 x 5 met voldoende compensatie.

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis.

7

Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 gymnasium Van leerjaar 2 naar leerjaar 3 gymnasium  

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Een leerling heeft totaal maximaal 2 onvoldoendes met voldoende compensatie.

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 gymnasium-tweetalig onderwijs Van leerjaar 2 naar leerjaar 3 gymnasium-tweetalig onderwijs   

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Een leerling heeft ten minste het cijfer 6 voor het vak immersion. Een leerling heeft totaal maximaal 2 onvoldoendes met voldoende compensatie.

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Van leerjaar 3 naar leerjaar 4 gymnasium  Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen.  Een leerling heeft totaal maximaal 1 x 4 en 1 x 5 met voldoende compensatie.  Bij een keuze voor NT moeten WI, NA en SK (NASK) voldoende zijn.  Bij een keuze voor NG moeten WI, BI en SK (NASK) voldoende zijn.  Bij een keuze voor EM moeten WI (deelcijfer wiskunde A), GS en EC voldoende zijn.  Bij een keuze voor CM moet GS en de gekozen taal FA of DU voldoende zijn. Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis. Van leerjaar 4 naar leerjaar 5 gymnasium Van leerjaar 5 naar leerjaar 6 gymnasium  

Een leerling heeft maximaal 1 onvoldoende (5) voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Een leerling heeft totaal maximaal 1 x 4 en 1 x 5 met voldoende compensatie.

Indien er meer onvoldoendes zijn, wordt de leerling altijd besproken. Bij de bespreking dient het leerlingenprofiel en de Cito-VVO-score als basis.

8

Een leerling die één onvoldoende te veel heeft om regulier te worden bevorderd wordt altijd besproken. Bij de bespreking wordt behalve naar de cijfers ook naar het leerlingenprofiel gekeken. De docentenvergadering heeft drie mogelijkheden: 1.

Een leerling wordt bevorderd, maar wordt verplicht tot het volgen van een herstelprogramma vanaf periode 1 in het daaropvolgende schooljaar. Een leerling krijgt een gerichte opdracht om de hiaten voor een vak weg te werken. Een herstelprogramma wordt altijd afgesloten met een toets. Een leerling die zijn herstelprogramma niet met een voldoende afsluit, komt het daaropvolgende jaar automatisch in bespreking. Op het rapport worden bij de kernvakken Nederlands en Engels naast een rapportcijfer ook deelcijfers voor vaardigheden weergegeven. Nederlands: leesvaardigheid, spelling en grammatica Engels: leesvaardigheid Een leerling die voor één of meerdere van deze deelvaardigheden een onvoldoende heeft, volgt altijd een herstelprogramma voor dit onderdeel.

2.

Doubleren.

3.

Afstroom. Afstroom vanuit is alleen mogelijk na leerjaar 1 en leerjaar 2. Na deze leerjaren zit een leerling altijd op zijn niveau. Afstroom is de laatst mogelijke optie als 1 en 2 geen perspectief bieden. De Citovoortgangstoetsen Nederlands, Engels en rekenen alsmede de Cito-score van de basisschool dienen als referentie.

Bij een leerling die twee of meer onvoldoendes te veel heeft, heeft de docentenvergadering twee mogelijkheden:

9

1.

Doubleren.

2.

Afstroom. Afstroom vanuit is alleen mogelijk na leerjaar 1 en leerjaar 2. Na deze leerjaren zit een leerling altijd op zijn niveau. Afstroom is de laatst mogelijke optie als 1 geen perspectief biedt. De Cito-voortgangstoetsen Nederlands, Engels en rekenen alsmede de Cito-score van de basisschool dienen als referentie.