Asset allocatie statisch of dynamisch Beleggingsrisico en de Premie Pensioeninstelling
Jaargang 15 - juni 2012
Colofon Redactie Justin Boers, David van Bragt, Lieuwe Jousma, Menso van Leeuwen, Robert-Jan van der Mark, Joost van Schagen, Stephane Schregardus, Alexandra van Vliet Ontwerp Vormplan design, Amsterdam Drukwerkbegeleiding Centraal Print Management, Hennie Poortinga Oplage 1.500 exemplaren
Asset allocatie “Een slimme belegger toetst zijn beleggings portefeuille geregeld aan de nieuwste inzichten en kijkt niet alleen naar de lange termijn.” Pagina 6
Redactieadres Postbus 70 2591 CB Den Haag Telefoon (070) 344 72 09 E-mail
[email protected] Website www.aegon.nl
En verder: Voorwoord Pagina 3
Winnaar in de categorie ‘Mixfondsen EUR Neutraal’
Macro-economie, financiële markten en vooruitzichten Pagina 4
Beleggingsrisico en de Premie Pensioeninstelling Pagina 10
Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm of anderszins. Dit is ook van toepassing op de gehele of gedeeltelijke bewerking.
Meer mogelijk met het TIRO-fonds Pagina 11
Heeft u vragen? Neem dan gerust contact op met één van onze accountmanagers: Justin Boers (070) 344 75 96 Rob van der Graaf (070) 344 83 62 Michiel Harmers (070) 344 58 85 Donné Hendrick (070) 344 51 28 Jean-Paul Schün (070) 344 49 87
Inhoudsopgave
AEGON Investment Management B.V. is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Deze informatie is met zorg samengesteld en er is naar gestreefd de informatie juist en zo volledig mogelijk te publiceren. Onvolkomenheden als gevolg van menselijke vergissingen kunnen echter voorkomen, waardoor gegevens en calculaties kunnen afwijken. Aan de verstrekte informatie en berekende waardes kunnen geen rechten worden ontleend. Mocht u op basis van de gegevens verplichtingen met financiële consequenties aan willen gaan, dan raden wij u aan om contact op te nemen met uw financieel adviseur. De verstrekte informatie is aan wijziging onderhevig.
Geachte lezer,
Met de blijvende hectiek op deze marken neemt het verlangen naar een ‘normale’ situatie toe. Maar is dit verlangen naar een rustig vaarwater reëel? Wij vroegen het aan Jacob Vijverberg, beleggingsstrateeg bij AEGON Asset Management. In het hoofdartikel betoogt hij dat het verleidelijk is om de huidige situatie als abnormaal te zien. Maar een blik op de financiële geschiedenis spreekt dit tegen. Bedrijven en staten gaan failliet en om de paar jaar is er wel een crisis of bubbel die voor paniek zorgt. De vraag is dan ook eerder hoe hierop in te spelen. In deze Beleggingsvisie ook aandacht voor het beleggingsrisico bij de PPI. Bij een verschuiving van het risico naar de deelnemers, is het niet meer dan billijk dat zij wel zelf mogen kiezen welk risico ze bereid zijn te lopen, zo betoogt Eric Baltus van AEGON PPI.
Voorwoord
Er lijkt geen einde aan te komen. Als ik de Beleggingsvisies van het afgelopen jaar erbij pak, is het in elk voorwoord het onderwerp van gesprek: Griekenland. Ook dit keer kan ik er niet omheen. Een naderend faillissement, een vertrek uit de euro. Wat eerder in de ogen van Europese politici een doodlopende weg was, lijkt nu niet langer onbespreekbaar. Intussen zijn de financiële markten beweeglijker dan ooit tevoren.
Daarnaast bespreken wij in deze editie de wijzigingen die in het 3e kwartaal worden doorgevoerd in het Tactical Interest Rate Overlay Fund (TIRO). Zeker in een tijd waarin de renteverschillen binnen de eurozone groot zijn, biedt dit fonds interessante mogelijkheden om te profiteren van renteschommelingen. Ik wens u veel leesplezier met deze Beleggingsvisie.
Jeroen de Munnik Directie AEGON Nederland
4
1e kwartaal 2012
Macro-economie
Wereldeconomie Wereldwijd liepen de economische ontwikkelingen sterk uiteen. Vooral de Verenigde Staten presteerden beter dan verwacht. De economische indicatoren staan hier op groei en de werkloosheid neemt af. Ook de huizenmarkt vertoont tekenen van herstel. Europa worstelt nog steeds met de schuldencrisis. Meerdere landen zitten nu officieel in een recessie en over de hele linie wordt er zowel door de consument als de overheid flink bespaard. De onderlinge verschillen zijn echter groot. In Noord-Europa – vooral Duitsland – draait de economie redelijk goed en stellen de vakbonden hogere looneisen. In enkele Zuid-Europese landen blijft de economie daarentegen krimpen. Het beeld in Azië is wisselend. Enerzijds heeft de regio een groeiende beroepsbevolking en stijgt de productiviteit snel. Anderzijds drijft het succes van
Financiële markten
Aandelen Het eerste kwartaal van 2012 stond in het teken van afnemende zorgen over de eurozone en het aantrekken van de economische groei in enkele delen van de wereld. De macro-economische cijfers in de Verenigde Staten verbeterden, waarop de S&P500 met ruim 10% steeg. Ook in Europa zette het herstel door: de Eurostoxx 50 steeg met 7%. De verschillen binnen Europa zijn echter groot. Zo steeg de Duitse DAX met maar liefst 18%, terwijl de Spaanse IBEX met 6,5% daalde. De Aziatische beurzen vertoonden een wisselend beeld, waarbij vooral de Chinese aandelenmarkt nauwelijks een positief rendement liet zien.
Vastrentende waarden De Europese centrale bank verschafte veel liquiditeit, waar vooral Zuid-Europese banken
Vooruitzichten
Aandelen Voor de lange termijn blijven de vooruitzichten voor de Noord-Amerikaanse beurzen gematigd positief. Hoewel we verwachten dat de Amerikaanse economie de komende jaren een positieve groei laat zien, is dit voor een groot deel al in de aan delenkoersen verwerkt. Het opwaartse potentieel is hierdoor beperkt. Op de lange termijn lijkt de Europese aandelen markt aantrekkelijk geprijsd en is ook het dividend rendement aantrekkelijk. Wel zijn er grote verschillen per land en blijft de schuldencrisis een risicofactor. Vooral op economisch vlak zijn de vooruitzichten voor de opkomende landen positief. Ook de waarderingen zijn redelijk gunstig, wat onder andere voor China geldt. De lagere economische groei in de ontwikkelde landen kan de groei hier wel negatief beinvloeden.
de regio de loonkosten omhoog en zijn er met name in Japan zorgen over de hoge overheidstekorten.
Verenigde Staten De Verenigde Staten presteerden beter dan verwacht: bedrijven boekten recordwinsten en het consumentenvertrouwen steeg sterk. Inmiddels is de groeivertraging van de tweede helft van 2011 weer helemaal ingelopen. De Europese schulden crisis lijkt hier dan ook maar een beperkte invloed te hebben. De werkloosheid daalt, hoewel die nog altijd op een hoog niveau ligt. Ook de huizenmarkt vertoont voorzichtige tekenen van herstel: de voorraden nemen af, al zijn de prijsdalingen nog niet gestopt. De vooruitzichten voor de Verenigde Staten zijn gematigd positief. Wel blijft het onverminderd hoge begrotingstekort een groot risico, zeker omdat er
gebruik van maakten. Hierdoor namen de rente verschillen tussen de Europese landen sterk af en daalden veel rente-opslagen. De Nederlandse rente-opslag steeg echter door de onzekere politieke situatie en de hoge private schuldenlast (hypotheken). Kredietbeoordelaars verlaagden de ratings van de meeste Europese landen. Ook hebben ze de verwachtingen veelal op negatief gezet. De bancaire sector schreef ‘vrijwillig’ 100 miljard euro af op Griekse obligaties. Dit maakte de weg vrij voor ruim 100 miljard extra steun, waarmee de druk op de kapitaalmarkt verder afnam.
Grondstoffen In het eerste kwartaal van 2012 steeg de grond stofindex S&P GSCI in dollars met bijna 6%. Dit kwam vooral door de positieve ontwikkelingen in de Verenigde Staten en steunoperaties van de Europese centrale bank.
Vastrentende waarden De Europese crisis is nog niet voorbij, maar we verwachten dat het sentiment op de markt voor vastrentende waarden verbetert door de aan trekkende wereldeconomie. De economische dynamiek in Europa blijft beperkt door de stevige bezuinigingen. Het sentiment is hierbij sterk afhankelijk van de politieke daadkracht. Ook de economische vooruitzichten en de rente ontwikkeling blijven sterk afhankelijk van het politieke proces. Eventuele verdere downgrades van Europese landen blijven de risico-opslagen beïnvloeden. Bij een voldoende solide Europees noodfonds verwachten we dat de landenspreads zich stabiliseren en dat de rente licht gaat stijgen door met name de economische groei in Duitsland.
5
BELEGGINGSVISIE juni 2012
nog steeds geen politieke overeenstemming over de aanpak van het tekort is. Aangezien het nu een verkiezingsjaar is, verwachten wij dat de nood zakelijke bezuinigingen pas in 2013 een rol gaan spelen.
Europa In Europa lopen de ontwikkelingen sterk uiteen. Gemiddeld genomen is er sprake van economische krimp. Noord-Europa draait redelijk goed en vooral het exportgeoriënteerde Duitsland profiteert van de sterke groei in de opkomende landen. Verder gaf de Europese centrale bank onbeperkt driejarige leningen uit tegen een lage rente, wat voor meer rust in de financiële sector zorgde. De situatie in Zuid-Europa is minder rooskleurig. Hoewel de schuldenlast in Griekenland flink daalde,
Het rendement van de verschillende sectoren liep sterk uiteen. De olieprijs steeg flink door onder andere de onrust in het Midden-Oosten. Door de zachte winter daalde de Amerikaanse gasprijs daarentegen met ruim 28%.
Vastgoed In het eerste kwartaal van 2012 steeg beursgenoteerd vastgoed wereldwijd in euro met ongeveer 10%. Hierbij is het hoge rendement van de opslagsector opvallend. Het economische herstel wist de cyclische sectoren kantoren en hotels/lodging echter niet uit het slop te trekken. Vooral Japan rendeerde met 30% uitstekend. De andere regio’s presteerden tussen de 8% en 10%. Hoewel de situatie op de Chinese huizenmarkt onzeker blijft, steeg de vastgoedindex van Shanghai met 9%.
Grondstoffen Onze verwachting voor grondstoffen blijft neutraal. Enerzijds heerst er onzekerheid over de wereld wijde economische groei, vooral omdat de G7 met hoge staatsschulden kampt. Anderzijds lijkt de vraag uit de opkomende landen redelijk op peil te blijven. Tegen deze achtergrond verwachten we dat grondstofprijzen niet hard stijgen. Wel kan een tegenvallende Chinese economische groei de prijs van vooral metalen en energie drukken.
Vastgoed De vooruitzichten voor vastgoed zijn gematigd positief. Aan de ene kant zijn dividendrendement en andere waarderingen aantrekkelijk. Ook lijkt de huizenmarkt in de Verenigde Staten zich verder te stabiliseren. Aan de andere kant blijft de situatie in China onzeker. Als het economische tij hier keert,
vragen beleggers zich af of dit wel voldoende is. Spanje en Italië voeren hervormingen en bezuinigingen door om op termijn weer met Noord-Europa te kunnen concurreren. De eerste tekenen van herstel zijn daar zichtbaar, maar de maatregelen zorgen wel voor een krimpende economie en een hoge werkloosheid.
Azië De structurele vooruitzichten voor Azië zijn goed. De beroeps bevolking groeit en de productiviteit in de regio stijgt snel. Wel leidt de hoge groei tot stijgende loonkosten, wat op termijn de concurrentiepositie kan aantasten. De waarde van Chinees vastgoed is in het afgelopen decennium sterk gestegen, maar sinds een jaar vindt er een stevige correctie plaats. Dit kan de Chinese economische groei negatief beïnvloeden. In Japan nemen de zorgen toe over de houdbaarheid van het overheidstekort. De voorzitter van de Japanse vereniging van banken waarschuwde de regering om snel maatregelen te nemen.
Private Equity De sterke neergang van aandelenbeurzen in het derde kwartaal van 2011 drukte de waardering van niet-beursgenoteerde private equity. Dit werd echter ruimschoots gecompenseerd door het herstel in het afgelopen halfjaar. Beursgenoteerde private equity behaalde in het eerste kwartaal een sterk positief rendement, wat in lijn ligt met de opgaande aandelenmarkten.
Hedge funds Hedgefondsen rendeerden in het eerste kwartaal van 2012 gemiddeld ruim 3%. Hiermee lukte het hedgefondsen eindelijk weer om een aardig rendement te behalen, vooral omdat de correlatie tussen de financiële markten sterk afnam.
levert dit grote risico's op voor de huizenmarkt. De leegstand blijft dan hoog, zodat huurverhogingen nauwelijks mogelijk zijn.
Private Equity De vooruitzichten voor private equity zijn in 2012 onzeker door de aanhoudende volatiliteit op de financiële markten en de onzekere economische vooruitzichten. Gezien de positieve ontwikkelingen op zowel de aandelenmarkt als de markt voor private equity, verwachten wij geen substantiële correcties op de waarderingen van private equity.
Hedge Funds Het investeringsklimaat voor hedgefondsen was in het eerste kwartaal van 2012 positief: de marktcorrelaties daalden en er waren minder – lastig te voorspellen – interventies door instellingen als de Europese centrale bank. Als deze trend doorzet, zullen hedgefondsmanagers naar verwachting ook in de komende periode een goed rendement behalen.
6
Asset allocatie statisch of dynamisch?
De financiële markt kende de afgelopen tijd talloze winnaars en verliezers. Zo verkeren Griekenland, Spanje en Portugal nog altijd in ernstige problemen. Zo zeer zelfs, dat de beurswaarde van Apple ondertussen hoger is dan die van deze drie landen tezamen. Daarentegen doet Duitsland het nog altijd bijzonder goed: de rente op kortlopende Duitse staatsobligaties is geregeld zelfs negatief. Jacob Vijverberg, beleggingsstrateeg bij AEGON Asset Management
Asset allocatie
Normale onzekerheid Het is verleidelijk om de huidige situatie als abnormaal te zien en te denken dat alles snel weer normaal wordt. In zo’n normale situatie lossen staten keurig hun schulden af en ligt het rendement op aandelen rond de 6%. Wie echter kritisch kijkt naar de financiële geschiedenis leert dat een ‘normale’ situatie nooit lang duurt: bedrijven en staten gaan failliet en om de paar jaar is er wel een crisis of bubbel die voor paniek zorgt. Bovendien waren er in de afgelopen decennia diverse ingrijpende structurele ontwikkelingen, zoals de vergrijzing, de groei van de opkomende landen en het ontstaan van de Eurozone. Door al die structurele en conjuncturele veranderingen denken beleggers ook steeds anders over de diverse beleggingscategorieën. Zo golden aandelen tot in de jaren ‘50 van de vorige eeuw als een speculatieve belegging. Aan het eind van de eeuw dachten beleggers hier heel anders over en belegde bijna iedereen in aandelen. Ook ideeën over regio’s zijn veranderlijk: ruim een decennium geleden stonden de opkomende landen nog te boek als ‘submerging markets’, terwijl het rendement hier nu zeer interessant is (figuur 1).
7
BELEGGINGSVISIE juni 2012
500 400 300 200 100
Indirect vastgoed
Aandelen Emerging markets
Duitse staatsobligaties
Oct/11
May/11
Jul/10
Dec/10
Feb/10
Apr/09
Sep/09
Jun/08
Nov/08
Jan/08
Aug/07
Oct/06
Mar/07
May/06
Jul/05
Dec/05
Feb/05
Apr/04
Sep/04
Jun/03
Nov/03
Jan/03
Aandelen VS
Figuur 2: Dynamische Strategische Asset Allocatie (DSAA) Macro-economie • BBP groei • Inflatie • Centrale bank rentes • etc
Bij AEGON is DSAA een jaarlijkse cyclus. Deze begint met de macro-economische verwachtingen en het bepalen van de waardering per vermogenscategorie. Op basis hiervan bepalen we voor elke afzonderlijke vermogenscategorie onze rendementsverwachting. Vervolgens berekenen we met een optimalisatie model welke portefeuille het hoogste rendement heeft bij een gegeven risico (zie figuur 2). DSAA staat of valt met de juiste voorspelling van het rendement per vermogenscategorie, vandaar dat we hier veel aandacht aan geven. Met succes: sinds 2008 heeft ons DSAA-beleid gemiddeld 0,7% per jaar aan extra rendement opgeleverd. Een combinatie van posities was verantwoordelijk voor deze winst. Zo verloren we op onze onderweging in staats obligaties, maar de overweging in bedrijfsobligaties maakte dit verlies ruimschoots goed.
Aug/02
Oct/01
0 Mar/02
Onderzoek bevestigt keer op keer dat asset allocatie een belangrijke invloed heeft op het rendement en dat er met de juiste allocatiebeslissingen veel extra rendement te behalen valt (zie bijvoorbeeld Ibbotson en Kaplan1). Een slimme belegger toetst zijn beleggingsportefeuille dan ook geregeld aan de nieuwste inzichten en kijkt daarbij niet alleen naar de lange termijn. AEGON maakt daarom gebruik van Dynamisch Strategische Asset Allocatie (DSAA), een instrument dat bij de asset allocatie ook de middellange termijn – rond de 4 jaar – betrekt.
600
Dec/00
Veel fondsen bepalen hun allocaties puur op basis van Asset Liability Management (ALM). Dat is deels terecht, want op die manier kunnen ze op de langere termijn de beleggingen en de verplichtingen op elkaar aansluiten. Echter, door alléén naar de lange termijn te kijken, blijven veel kansen liggen. Het is dan immers niet goed mogelijk om op cyclische veranderingen in te spelen.
Figuur 1: Rendementen sinds 2001
May/01
Dynamisch Strategische Asset Allocatie
Waarderingen • Kredietopslag • Faillissementen • Dividend rendement • etc
Rendementen in verschillende scenario’s
Correlaties & volatiliteiten
Optimalisatie
Limieten
ASSET ALLOCATION
Koop goedkoop, verkoop duur Het sentiment op de financiële markten heeft een sterke invloed op bedrijfsobligaties. DSAA is een uitstekend instrument om op dit sentiment in te spelen. Zo steeg de kredietopslag tijdens de kredietcrisis sterker dan de toegenomen faillisse mentskans rechtvaardigde: de kredietopslag voor Europese investment grade obligaties steeg tot ongekende hoogten (zie figuur 3). Deels was dit terecht, want het verwachte aantal faillissementen steeg. Deels was deze hoge kredietopslag echter onterecht: beleggers wilden per se van hun obligaties af om risico af te bouwen. Er ontstond een paniekerige stemming waarin beleggers hun bedrijfsobligaties tegen te lage prijzen verkochten. Dankzij DSAA konden we hier goed op inspelen: we kochten bedrijfsobligaties, terwijl we overgewaardeerde beleggingscategorieën juist verkochten. Ook tijdens de Europese schuldencrisis van eind 2011
DSAA staat of valt met de juiste voorspelling van het rendement per vermogens categorie
8
(de tweede piek in Figuur 3) kochten we bedrijfs obligaties tegen een relatief lage prijs, met wederom extra rendement tot gevolg.
Figuur 3: Kredietopslag bedrijfsobligaties 5,0 4,5
De afgelopen jaren pakte onze positie in staats obligaties minder goed uit. Het rendement van deze vermogenscategorie blijkt in de huidige markt maar lastig te voorspellen. Al sinds 2008 zitten we onder wogen in staatsobligaties, aangezien we het rendement voortdurend te laag vinden. Keer op keer blijkt echter dat de rente nóg lager kan, zodat het rendement op vooral Duitse staatsobligaties onze verwachtingen steeds overtrof.
4,0 3,5 3,0
% 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 Apr/06
Apr/07
Apr/08
Apr/09
Apr/10
Apr/11
Andere vermogenscategorieën vertonen patronen die makkelijker te herkennen zijn. Zo ligt, ter compensatie voor het lagere groeipotentieel, het dividendrendement van vastgoed hoger dan het dividendrendement op aandelen (figuur 4). Als het verschil echter te ver uitloopt, wordt het aantrekkelijk om vastgoed te kopen en aandelen te verkopen. Dit was het geval tijdens de IT-bubbel en de kredietcrisis. Momenteel ligt het verschil rond het langetermijngemiddelde, zodat we geen positie aanhouden in vastgoed versus aandelen.
Figuur 4: Dividendrendement vastgoed en aandelen VS 14
12
10
Stalen zenuwen
8
6
4
2
Aandelen VS
1998
1998
1999
1999
2000
2000
2001
2002
2002
2003
2003
2004
2004
2005
2005
2006
2006
2007
2007
2008
2008
2009
2009
2010
2011
2010
2011
2012
0
Vastgoed VS
Wie een gedegen analyse maakt van de situatie en niet blindelings achter de markt aanloopt, kan veel extra rendement behalen
Natuurlijk nemen we bij het vaststellen van ons DSAA-beleid meer indicatoren mee dan in de voorbeelden hierboven. Wie een gedegen analyse maakt van de situatie en niet blindelings achter de markt aanloopt, kan veel extra rendement behalen. Beleggen is dus een zaak van geduld, stalen zenuwen en het vermogen om aan te passen. Alleen dan voorkom je dat je te veel betaalt voor een investering, of juist kansen laat lopen. DSAA is hierbij een uitstekend hulpmiddel om de wegingen periodiek aan te passen. Uiteraard na een uitgebreide en nuchtere analyse van de situatie. 1) Roger G. Ibbotson and Paul D. Kaplan, Does Asset Allocation Policy Explain 40%, 90%, or 100% of Performance?, The Financial Analysts Journal, January/February 2000
9
BELEGGINGSVISIE juni 2012
Het winnende recept.
Vorig jaar wonnen wij vier Morningstar-awards, waaronder die voor ‘beste belegger van Nederland’. Dit jaar wijzigde Morningstar de spelregels iets, waardoor onze verzekeringsfondsen niet meer kunnen meedingen. Gelukkig hebben we nog meer fondsen. En zie daar, een award voor het AEGON Wereldwijd Mix Fund!
Ons recept Een goede balans tussen zekerheid en risico. Geef het fonds in de vertrouwde handen van onze fondsmanager Olaf van den Heuvel en zijn team. Voeg daarbij de juiste mix van vastrentende en zakelijke waarden. Dat is ons recept voor het AEGON Wereldwijd Mix Fund.
“Wij hebben gedurende het jaar de juiste keuzes gemaakt om het beste resultaat voor onze klanten te behalen”, zegt Olaf er nuchter over. Gefeliciteerd met jullie prijs, goed gedaan. AEGON Asset Management is uw partner in pensioenbeleggen. Meer weten? Kijk op aegon.nl/zakelijk/vermogensbeheer
Eerlijk over de juiste beleggingskeuze. Copyright © 2012 Morningstar. All Rights Reserved. The information, data and opinions expressed and contained herein are proprietary to Morningstar and/or its content providers and are not intended to represent investment advice or recommendation to buy or sell any security; are not warranted to be accurate, complete or timely. Neither Morningstar nor its content providers are responsible for any damages or losses arising from any use of this Award, Rating, Rating Report or Information contained therein.
10
Beleggingsrisico en de Premie Pensioeninstelling De beschikbare premieregeling, of Defined Contribution (DC)-regeling, staat momenteel volop in de belangstelling. Dit komt enerzijds door de verschuiving van het beleggingsrisico van werkgever naar werknemer en anderzijds door nieuwe uitvoeringsvormen, zoals de Premie Pensioeninstelling (PPI). Eric Baltus, Commercieel Manager bij AEGON PPI
Voor de deelnemers betekent de opkomst van DC-regelingen dat ze een hoger pensioen kunnen realiseren, als ze bereid zijn meer risico te lopen. Het is niet alleen belangrijk dat deelnemers zich daar goed van bewust zijn, maar ook dat ze zelf de keuze krijgen in de mate van risico die ze willen lopen.
Defined contribution en PPI Bij een DC-regeling is het uitgangspunt doorgaans een middelloonpensioen, waarbij de financiering gebaseerd is op een fiscale premiestaffel en een rekenrente. Bij een rekenrente van bijvoorbeeld 4% moeten de deelnemers minimaal een netto rendement van 4% behalen om hun pensioenambitie waar te maken. Het bruto rendement moet echter hoger liggen, onder andere om beheerkosten te dekken. Bij een DC-regeling kan de deelnemer het volledige beleggingsrisico dragen. Veel DC-regelingen bieden echter ook garanties aan, waarbij het risico en de verwachte opbrengst wel navenant lager liggen. Sinds 2011 heeft Nederland er een uitvoeringsvorm bij, de Premie Pensioeninstelling (PPI). De PPI zorgt voor een verdere specialisatie op de markt voor DC-regelingen. De PPI zit relatief eenvoudig in elkaar, omdat het slechts een ‘pure’ DC-regeling mag uitvoeren zonder garanties af te geven over de hoogte van het eindkapitaal. Ook mag een PPI geen risico’s voor eigen rekening lopen. In essentie is de PPI een beleggingsfonds waar de deelnemers hun persoonlijke ‘pensioenspaarpotje’ onderbrengen.
PPI
Zorgplicht en de Life Cycle Bij een PPI ligt het beleggingsrisico geheel bij de deelnemers. Voor deze pensioenuitvoerder staan er dan ook geen verplichtingen tegenover de beleg gingen. Volgens artikel 52 van de Pensioenwet hebben pensioenuitvoerders echter wel een zorg plicht: het beleggingsrisico moet passen bij de deelnemers. In de praktijk beleggen DC-regelingen volgens het Life Cycle-model, waarbij het beleg gingsrisico afneemt met het naderen van de
pensioendatum. Jongere deelnemers beleggen volgens dit model ongeveer 70% van hun beschik bare premie in zakelijke waarden, terwijl deelnemers die de pensioendatum naderen steeds meer in vastrentende waarden beleggen. Bij het Life Cycle-model is het risico het laagst aan het eind van de rit, ofwel het laagste verwachte rendement wordt behaald als het opgebouwde kapitaal het hoogst is. Tot voor kort werkte dit goed: in de periode van 1990 tot 2010 behaalden aandelen een gemiddeld rendement van 9,5%, terwijl obligaties 5,3% rendeerden. Bij een rekenrente van 4% was het over deze hele periode dan ook geen probleem om het beoogde pensioen te behalen. Kijken we echter alleen naar de afgelopen tien jaar, dan zien we een heel ander beeld: aandelen behaalden een gemiddeld negatief rendement van -1,8% en obligaties kwamen niet boven de 2,2% uit. Bij beleggen volgens het Life-Cycle model en een rekenrente van 4% komt het beoogde pensioen dan in gevaar.
Keuzevrijheid met de PPI Gezien de economische vooruitzichten verwachten we voorlopig geen terugkeer naar de hoge rende menten van de jaren ’90. De enige manier om dan toch in de buurt van het beoogde pensioen te komen, is een groter aandeel zakelijke waarden, ook als de pensioendatum nadert. Een verschuiving naar meer zakelijke waarden betekent echter dat de deelnemers een hoger risico moeten accepteren. De verschuiving van het beleggingsrisico naar de deelnemer is een trend die ook in het pensioen akkoord zichtbaar wordt. Het is echter niet meer dan billijk dat deelnemers dan wel zelf mogen kiezen welk risico ze bereid zijn te lopen. Willen ze een zekerder, maar daardoor wel lager pensioen? Of willen ze de kans op een hoger pensioen, maar wel met een hoger risico? De PPI biedt deze keuzevrijheid.
11
BELEGGINGSVISIE juni 2012
Meer mogelijk met het TIRO-fonds Profiteren van renteschommelingen kan al jaren via ons Tactical Interest Rate Overlay Fund (TIRO). Dit fonds speelt in op verwachte rentewijzigingen en veranderingen in het renteverschil tussen verschillende looptijden.
Figuur 1: De performance van het AEGON-landenbeleid 200
Performance
Cumulatief
150
100
50
0 50
30/06/10
31/10/10
28/02/11
30/06/11
31/10/11
29/02/12
100
Verbetering 1:
Extra bronnen voor toegevoegde waarde Het oorspronkelijke mandaat van het TIRO-fonds richt zich vooral op rentebeleid en yieldcurvebeleid. Hier komen nieuwe bronnen van toegevoegde waarde bij. Vooral van het landenbeleid verwachten we veel, maar ook de uitbreiding van het aantal instrumenten binnen de vastrentende waarden kan tot toegevoegde waarde leiden. Vóór de kredietcrisis en de Europese schuldencrisis was het renteverschil binnen de eurozone minimaal, maar tegenwoordig zijn de verschillen groot. Zo liep het renteverschil tussen Frankrijk en Duitsland op van 0,1% naar 1,3%, een interessante mogelijkheid voor actief beleid. De performance van ons landenbeleid is goed – zie figuur 1 – en dat delen wij graag met onze TIRO-klanten.
Verbetering 2:
Vereenvoudigde allocatie naar actief beleid De tweede aanpassing vereenvoudigt de definitie van het fonds. Uw wens naar actief beleid bepaalt rechtstreeks uw allocatie naar het TIRO-fonds. Een belegging in het fonds van 1% van de vast rentende waarden in uw portefeuille, staat voortaan gelijk aan een maximale afwijking van 1 jaar over uw gehele vastrentende portefeuille. Tegelijkertijd hebben we een tracking error ingevoerd, aangezien we onder andere landenbeleid aan de TIRO toevoegen. Op jaarbasis bedraagt de tracking error 0,40%, zodat een belegging van 1% een verwachte tracking error oplevert van 0,40% over uw gehele vastrentende portefeuille.
Klaar voor de huidige markt Met deze aanpassingen is het TIRO-fonds helemaal klaar voor de huidige markt. Hierdoor kan het AEGON-renteteam zijn ruim 75 jaar ervaring blijvend inzetten om met actief beleid toegevoegde waarde voor uw portefeuille te creëren. Overigens, de kosten voor het TIRO-fonds blijven ongewijzigd en uiteraard brengen wij u ook geen kosten in rekening voor deze wijzigingen.
TIRO-fonds
In de huidige markt zijn de mogelijkheden voor toegevoegde waarde door het innemen van renteposities beperkt. Vandaar dat AEGON Asset Management in het derde kwartaal twee belangrijke verbeteringen in het fonds doorvoert. Beide aanpassingen onder steunen onze ambitie om bij een gelijkblijvend risico over een lange periode extra rendement te behalen.
www.aegon.nl