ASN Bank Issuepaper
Duurzaamheidsonderzoek in de praktijk
ASN Bank Issuepaper
Duurzaamheidsonderzoek in de praktijk januari 2013
2
1 Inleiding In deze ASN Bank Issuepaper
Dit document is een praktische handleiding bij het
Duurzaamheid in de praktijk
duurzaamheidsonderzoek door de ASN Bank. Met
komen aan bod:
ken of (potentiële) investeringen voldoen aan de duur-
duurzaamheidsonderzoek bedoelen we het onderzoezaamheidscriteria van de ASN Bank. Voor dit onderzoek hebben we speciaal beleid ontwikkeld. Dit beleid is een
1 Inleiding
uitwerking van onze visie en missie. Het is vastgelegd in onder andere de issuepapers over klimaat, biodiver-
2 Processen van het onderzoek
siteit en mensenrechten. Op sommige punten is het
Het selectieproces
verder uitgewerkt in notities. Voor verdere achtergron-
2.1.1. De algemene methodiek van het
den bij het lezen van deze handleiding verwijzen wij u
2.1
onderzoek en sectorprofiel
dan ook naar onze issuepapers en notities. Deze zijn
a. Mensenrechten
beschikbaar op onze website of op aanvraag.
b. Klimaat
c. Biodiversiteit
Hoe doen we dit onderzoek? En hoe werken we het
d. Bestuur
onderzoek en het proces praktisch uit? Voor zowel de
2.1.2 Het onderzoeksprofiel
analisten van de ASN Bank als onze klanten en andere
Onderzoeksmethodiek voor de bank en
belanghebbenden maken we dat inzichtelijk en trans-
per beleggingsfonds
parant in deze handleiding. De handleiding helpt de
2.2.1 ASN Duurzaam Aandelenfonds
analisten om tot een eenduidig oordeel te komen, en
2.2.2 ASN Duurzaam Small & Midcapfonds
maakt aan geïnteresseerden helder hoe we dat doen.
2.2.3 ASN Milieu & Waterfonds
2.2.4 ASN Duurzaam Obligatiefonds
We maken daarbij onderscheid tussen de processen die
2.2
2.2.5 ASN Duurzaam Mixfonds
we in het onderzoek doorlopen, en de inhoudelijke
2.2.6 ASN-Novib Microkredietfonds
invulling daarvan. Achtereenvolgens behandelen we
2.2.7 ASN Groenprojectenfonds
ons onderzoeksprofiel en de elementen die daarin aan
2.2.8 ASN Vermogensbeheer
bod komen. We leggen de methodiek uit waarmee de
2.3
Adviezen en besluiten (goedkeuren,
analist investeringen van de beleggingsfondsen en de
afkeuren, engagement, aanhouden)
bank onderzoekt. Ook leggen we uit hoe de adviezen
2.3.1 Goedkeuren
van de analisten en besluiten van de ASN Selectiecom-
2.3.2 Afkeuren
missie tot stand komen. Onderdelen daarvan zijn de
2.3.3 Aanhouden
definitie van de activiteiten die we uitsluiten, en de
2.3.4 Engagement en het engagement-
beoordeling van de verschillende beleidsonderde-
proces
len. Samen zijn dit de criteria waaraan investeringen moeten voldoen. We geven tevens aan welke bronnen
3 Inhoudelijke invulling van het onderzoek
en dataleveranciers we gebruiken. Dit document is dus
3.1
Uitsluiting op basis van activiteiten
3.2
Beoordeling van beleidsonderdelen
bedoeld als: Eenduidige onderzoeksmethodiek.
(relatieve en absolute criteria)
Moederdocument voor de afdeling duurzaamheids-
3.2.1 Bestuur
beleid & onderzoek, waarin tussentijdse wijzigin-
3.2.2 Mensenrechten
gen en aanvullingen in het beleid worden opgeno-
3.2.3 Klimaat en biodiversiteit
men. Het document wordt geactualiseerd indien nodig. Document voor externen die inzicht willen krijgen in hoe de ASN Bank haar onderzoek uitvoert.
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
Bij het lezen van deze handleiding is het belangrijk dat
De basis van het onderzoek zijn de drie duurzaam-
u zich realiseert dat het niet mogelijk is een uitput-
heidspijlers van de bank: mensenrechten, klimaat en
tende opsomming en uitwerking van alle criteria te
biodiversiteit. Daarnaast beoordelen we het bestuur
geven. In de praktijk worden we regelmatig voor
van een onderneming. In de volgende paragrafen leest
vragen gesteld waarop onze duurzaamheidscriteria
u hoe we deze vier onderdelen toetsen en afwegen. Het
geen eenduidig antwoord geven. Onze criteria zijn niet
proces van onderzoeken herhalen wij elke drie jaar voor
statisch en blijven altijd in ontwikkeling. Daarbij zijn de
al onze investeringen.
visie en missie van de ASN Bank de leidraad.
We gebruiken de term ‘onderneming’ omdat het bij het duurzaamheidsonderzoek meestal om ondernemingen gaat. Het kan echter ook gaan om andere investerings-
2 Processen van het onderzoek
vormen, zoals (staats)obligaties, kredieten, durfkapitaal en projectfinancieringen.
2.1 Het selectieproces De afdeling Duurzaamheidsbeleid & -Onderzoek (DBO)
a) Mensenrechten
voert het duurzaamheidsonderzoek uit. Zij geeft advie-
Bij de toetsing van het beleid van een onderneming op
zen aan de ASN Selectiecommissie. Deze bestaat uit de
het gebied van mensenrechten onderscheiden we drie
statutaire directie van de ASN Bank, de directeur
verschillende onderzoeksniveaus: mijden, extra on-
ASN Beleggingsfondsen en het hoofd DBO van de
derzoek en normaal onderzoek. In alle gevallen gelden
ASN Bank. De ASN Selectiecommissie beslist over de
dezelfde toetsingscriteria, maar de diepgang van het
samenstelling van het beleggingsuniversum van
onderzoek verschilt.
Landenrisico Sectorrisico
Hoogrisicolanden
Risicolanden
Laagrisicolanden
Hoog
Mijden
Extra onderzoek
Normaal onderzoek
Gemiddeld
Extra onderzoek
Extra onderzoek
Normaal onderzoek
Laag
Extra onderzoek
Extra onderzoek
Normaal onderzoek
het ASN Duurzaam Aandelenfonds, ASN Duurzaam
-
Small & Midcapfonds, ASN Milieu & Waterfonds,
We mijden investeringen in ondernemingen die werk-
ASN Duurzaam Obligatiefonds, ASN Vermogensbeheer
zaam zijn in hoogrisicolanden, behalve als de onderne-
en een groot deel van de bankportefeuille.
ming: als hoofdactiviteit essentiële humanitaire diensten
Mijden
De ASN Selectiecommissie komt in de regel zes keer
of producten levert die bijdragen aan de mensen-
per jaar bijeen. Omdat over projectfinancieringen snel
rechten in dat land (zij levert bijvoorbeeld medische
moet worden besloten, worden deze tussentijds met een advies van de afdeling DBO aan de directie van de
voorzieningen of woningen); kan garanderen dat zij niet direct en niet indirect betrokken is bij ernstige mensenrechtenschendin-
ASN Bank voorgelegd.
gen door een land, en 2.1.1 De algemene methodiek van het onderzoek
kan garanderen dat haar activiteiten in overeen-
en het sectorprofiel
stemming zijn met onze overige duurzaamheids-
Voordat de analist een onderneming onderzoekt, be-
criteria.
paalt hij de onderzoekscategorie. Dit doet hij allereerst door de risico’s van de betreffende sector in kaart te
-
Extra onderzoek
brengen. Deze risico’s legt hij vast in een sectorprofiel.
Dit onderzoek moet de vraag beantwoorden: geeft de
Daarna stelt de analist per onderneming vast of ze
onderneming genoeg garanties dat haar activiteiten
werkzaam is in risicolanden en risicoactiviteiten. Hoe
voldoen aan al onze criteria in landen met onvoldoende
meer de onderneming werkzaam is in risicolanden,
regels voor mensenrechten en de handhaving daarvan?
risicosectoren of risicoactiviteiten, en hoe groter de
Dat kan als zij voldoende beleid heeft geformuleerd
risico’s zijn, hoe hoger de voorwaarden zijn waaraan het
en toezicht houdt op de uitvoering daarvan. Is een on-
bedrijf moet voldoen.
derneming werkzaam in hoogrisicolanden, dan toetsen
3
4
we ook of zij betrokken is bij ernstige schendingen van
zelfde. Ondernemingen moeten beleid hebben om hun
mensenrechten door het land. Bijvoorbeeld doordat zij
impact op het milieu te verminderen en de risico’s te
producten of diensten levert die hieraan bijdragen of
beheersen. Wel houden we er rekening mee of onder-
waarvan een totalitair of corrupt regime profiteert.
nemingen werkzaam zijn in een sector waarin de impact op het milieu groter is. We verwachten dat zij dan in ie-
-
Normaal onderzoek
Bij dit onderzoek gaat het om ondernemingen die ope-
der geval beleid hebben voor de onderdelen die, gezien hun activiteiten, een risico vormen.1
reren in landen met een laag risico op het schenden van mensenrechten. Het onderzoek geeft daarom antwoord
c) Biodiversiteit
op de vraag of de activiteiten van de onderneming
Bij de toetsing van ondernemingen op biodiversiteit
voldoen aan de lokale wetten en regels. We onderzoe-
kijken we allereerst of een onderneming opereert in
ken of er sprake is van controverses op het gebied van
een sector waar gevaar bestaat voor de biodiversiteit.
mensenrechten die in strijd zijn met de lokale wetten
Bijvoorbeeld ondernemingen die werkzaam zijn in de
en regels. Een controverse is een praktijksituatie die
papier- en pulpsector of in de voedsel- en dranken-
in conflict is met de duurzaamheidscriteria van de
sector. Vervolgens maken we onderscheid op basis
ASN Bank.
van risicolanden. We verwachten van bedrijven dat zij
In sommige gevallen verwachten we dat een onderne-
beleid hebben als ze opereren in sectoren met gevaar
ming in deze categorie specifiek beleid heeft. Bijvoor-
voor de biodiversiteit.
beeld als bekend is dat in een bepaald laagrisicoland de kans op een specifieke mensenrechtenschending
d) Bestuur
erg hoog is. Een voorbeeld hiervan is de schending van
Bij de toetsing van het bestuur van ondernemingen
vakbondsrechten in de Verenigde Staten. Als er verschil
verwachten we dat elke onderneming beleid heeft om
is tussen nationaal en internationaal recht, vinden we
het ethische handelen van haar werknemers te regu-
het belangrijk dat de onderneming de bepaling volgt
leren. Dit verwachten we, ongeacht waar een onder-
die de meeste bescherming biedt aan het individu of de
neming werkzaam is. We verwachten dat de inhoud en kwaliteit2 van het beleid beter zijn als de onderneming
desbetreffende groep.
werkzaam is in (hoog)risicolanden. Het is belangrijk goed te analyseren wat de risico’s voor een onderneming precies zijn. Als we ondernemingen
2.1.2. Het onderzoeksprofiel
beoordelen die werkzaam zijn in (hoog)risicolanden,
Nadat we het onderzoeksniveau hebben vastgesteld,
onderzoeken we daarom wat hun activiteiten daar pre-
vullen we het onderzoeksprofiel in. Hoe we het profiel
cies zijn. Als het alleen gaat om bijvoorbeeld verkoop-
invullen en welke vragen erin aan bod komen, lich-
kantoren, is het risico op bijvoorbeeld kinderarbeid
ten we in deze paragraaf toe. Welke activiteiten we
of dwangarbeid laag. De onderneming hoeft op deze
uitsluiten, hoe we het beleid beoordelen en hoe de
onderdelen dan geen beleid te hebben. Dat is anders
controverses daarin aan bod komen, leest u verderop in
als een onderneming bijvoorbeeld productiefaciliteiten
de handleiding.
heeft in een (hoog)risicoland. In het onderzoeksprofiel maken we een duidelijk onb) Klimaat
derscheid tussen de activiteiten van een onderneming,
Bij de toetsing van ondernemingen op klimaat maken
het beleid en de praktijk. Het beleid beoordelen we
we geen onderscheid op basis van risicolanden. Voor
aan de hand van de verschillende onderdelen van het duurzame beleid in het profiel.3 Daarnaast beoordelen
klimaat verwachten we van alle ondernemingen het1
Bijvoorbeeld: voor ondernemingen die opereren in de software- en servicesector is het energieverbruik van de onderneming
een groot risico. Op het vlak van waterverbruik daarentegen lopen deze ondernemingen een veel minder groot risico. We
verwachten dan ook van de ondernemingen in deze sector dat zij ten minste iets zeggen over hun energieverbruik en de daar-
mee samenhangende CO2-uitstoot.
2
De kwalificaties van het beleid worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 3.1.
3. Voorbeelden van beleidsonderdelen waar de analist naar kijkt zijn: gedragsregels voor ethisch handelen, kinderarbeid,
dwangarbeid, milieubeleid.
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
we de daadwerkelijke impact van een onderneming.
oordeel gekomen is. Hierbij behandelt hij onder
Op basis van het beleid en de impact identificeren we
andere positieve duurzaamheidsactiviteiten,
koplopers.
mogelijke controverses en milieugegevens die onze dataleverancier levert.
In het onderzoeksprofiel geven we antwoord op de volgende vragen: Is de onderneming werkzaam in activiteiten die wij
uitsluiten?
In sommige gevallen vullen we, in het kader van de efficiëntie, het onderzoeksprofiel niet of niet volledig in. Dit kan alleen als een onderneming nog niet is
Is er duurzaamheidsbeleid aanwezig?
opgenomen in het beleggingsuniversum en geen grote,
Wat is de kwaliteit van het beleid?
bekende onderneming is. We doen dit in de volgende
Hoe doet de onderneming het in de praktijk?
gevallen: Als een onderneming op basis van andere beleids-
Is de onderneming werkzaam in activiteiten die wij
onderdelen al wordt afgekeurd. In dat geval melden
uitsluiten?
we: n.v.o. (niet verder onderzocht).
Bij het invullen van het onderzoeksprofiel voorzien
Als duidelijk is dat een onderneming afvalt op basis
we een activiteit van ja, als we de onderneming op
van haar activiteiten. De onderneming is dan werk-
basis daarvan uitsluiten, of van nee, als de onderne-
zaam in ‘te mijden’ of ‘uit te sluiten’ activiteiten.
ming niet werkzaam is in een bepaalde activiteit. De analist geeft een korte toelichting op zijn beoor
Wij lichten dan alleen toe waarom ze niet door de selectie komt. Het gaat om activiteiten zoals gok-
deling.
ken en wapens.
Is er duurzaamheidsbeleid aanwezig? En wat is de kwa-
2.2. Onderzoeksmethodiek voor de universa van de
liteit van het beleid?
ASN Bank en de ASN Beleggingsfondsen
De beleidsonderdelen voorzien we van nee, als er geen beleid is, of ja, als er wel beleid is. Vervolgens beoordelen we de kwaliteit van het
Naast de algemene toelatingseisen, zoals in het vorige hoofdstuk besproken, gelden voor elk van de universa specifieke aanvullende toelatingseisen. Daarover leest
beleid met onvoldoende, matig, voldoende, goed
u meer in dit hoofdstuk. Het onderzoek naar de inves-
of uitstekend.4
teringen door de bank is op hoofdlijnen hetzelfde als
De analist geeft een toelichting om te verklaren hoe hij tot zijn oordeel gekomen is. Als een onderneming werkzaam is een laagrisico-
dat naar de investeringen van de beleggingsfondsen. Het verschil is dat de bank in meerdere categorieën beleggingen (asset classes) investeert. We volstaan er
land, hoeft zij niet op alle beleidsonderdelen beleid
daarom mee voor het bankuniversum te verwijzen naar
te hebben. De wet- en regelgeving van het land
de methodieken die we per fonds bespreken: staatsobligaties en vastrentende waarden: zie het
biedt dan immers voldoende waarborgen. In zulke
ASN Duurzaam Obligatiefonds;
gevallen vult de analist het oordeel ja, voldoende
projectfinancieringen: zie het ASN Groenprojecten-
in. In sommige gevallen is een beleidsonderdeel niet
fonds; microfinancieringen: zie het ASN-Novib Microkre-
van toepassing op de sector of onderneming. In dat geval vullen we n.v.t. (niet van toepassing) in.
dietfonds; ondernemingen, afhankelijk van het soort onder-
Hoe doet de onderneming het in de praktijk? Hoe de ondermening het in de praktijk doet, geven
neming: zie de aandelenfondsen, namelijk het ASN Duurzaam Aandelenfonds, ASN Milieu &
we ook aan door een kwalificatie: onvoldoende,
Waterfonds en ASN Duurzaam Small & Midcapfonds
matig, voldoende, goed of uitstekend.
en ASN Vermogensbeheer.
In zijn toelichting verklaart de analist hoe hij tot zijn
4
De kwalificatie ‘onvoldoende’ geldt in de praktijk niet als kwalificatie van het beleid. Een onderneming zou een ‘onvoldoen-
de’ krijgen als zij geen beleid heeft. In deze situatie geeft de onvoldoende dus geen antwoord op de vraag “Wat is de kwali-
teit van het beleid?”
5
6
2.2.1. ASN Duurzaam Aandelenfonds Voor het ASN Duurzaam Aandelenfonds gelden de
Aanvullende eisen op duurzaamheidsgebied: Wij kunnen ondernemingen voorlopig toelaten tot
volgende extra toelatingseisen. We toetsen de onder-
het universum van het ASN Duurzaam Small & Mid-
neming eerst aan algemene eisen en vervolgens aan
capfonds. Dit gebeurt als zij de kwalificatie ja heb-
aanvullende eisen:
ben op alle beleidsonderdelen die van toepassing
Algemene eis: De onderneming is niet werkzaam in activiteiten
zijn, in combinatie met het kwalitatieve oordeel
die we uitsluiten, zoals wapens en kernenergie of
matig. Dit is de minimale ondergrens. Na drie jaar onderzoeken wij de onderneming
mijden zoals fossiele brandstoffen. (zie paragraaf
opnieuw. De criteria zijn gelijk aan die van het
3.1).
ASN Duurzaam Aandelenfonds. Als een onderne-
Aanvullende eisen: De onderneming komt voor een positief advies in
ming dan voldoet, laten wij haar definitief toe. Zo niet, dan verwijderen wij haar uit het universum.
aanmerking als zij: 1) de kwalificatie ja heeft voor
Een onderneming kan ook in één keer definitief
alle beleidsonderdelen die van toepassing zijn en 2)
worden toegelaten als de kwalitatieve score gelijk
de kwalificatie voldoende krijgt voor alle of vrijwel
is aan die voor het ASN Duurzaam Aandelenfonds.
alle beleidsonderdelen.5 De onderneming behoort tot de koplopers van haar sector. Deze eis geldt speciaal voor het ASN Duurzaam Aandelenfonds. Het is dus mogelijk dat een onderneming aan alle eisen voldoet, maar toch een negatief advies krijgt omdat zij geen koploper is. Het volume van de ondernemingen in het universum wordt mede bepaald door hun absolute prestatie op het gebied van de verlaging van de uitstoot van broeikasgassen.
2.2.3. ASN Milieu & Waterfonds Algemene eisen: De onderneming is niet werkzaam in activiteiten die we uitsluiten, zoals wapens en kernenergie of mijden zoals fossiele brandstoffen. Aanvullende eis in verband met het karakter van het fonds: De bedrijfsactiviteiten van de onderneming bevoderen de duurzaamheid. De onderneming is werkzaam in een van de drie aandachtsgebieden van
2.2.2. ASN Duurzaam Small & Midcapfonds
het fonds: waterbehandeling, duurzame energie,
Algemene eisen: De onderneming is niet werkzaam in activiteiten
en hergebruik en afvalbeheer. Daarmee draagt de
die we uitsluiten, zoals wapens en kernenergie of mijden zoals fossiele brandstoffen. Aanvullende eisen in verband met het karakter van het fonds: De onderneming heeft een marktkapitalisatie van
onderneming bij aan de ontwikkeling van een duurzame samenleving. Aanvullende eis op duurzaamheidsgebied: Als de onderneming werkzaam is in risicolanden en hoogrisicolanden, kijken we of zij beleid heeft. Is er geen beleid aanwezig, maar ook geen controverses,
maximaal tien miljard euro. Als de marktkapitali-
dan moedigen wij de onderneming aan beleid te
satie gedurende meer dan drie maanden groter is,
ontwikkelen.
verwijderen wij de onderneming uit het universum. Ondernemingen met een marktkapitalisatie van minder dan zes miljard euro komen altijd in aanmerking voor het universum. Is de marktkapitalisatie groter dan acht miljard euro, dan mag een onderneming niet nieuw worden opgenomen in het universum.
2.2.4. ASN Duurzaam Obligatiefonds Algemene eisen: De staatobligaties voldoen aan de eisen die we stellen in de ASN Bank Issuepaper Staatsobligaties. Aanvullende eis: Het volume van de geselecteerde landen in het
Belangen van het fonds in ondernemingen met een
universum van het obligatiefonds wordt bepaald
marktkapitalisatie van meer dan zes miljard euro
door hun score op duurzaamheid en hun terugbe-
worden bevroren.
taalcapaciteit (deze aanvullende eis geldt niet voor de bankportefeuille).
5
Soms krijgt een onderneming de kwalificatie “matig” op een of enkele onderdelen, terwijl de analist op basis van het gehele
profiel en de ingeschatte risico’s toch op een positief advies uitkomt.
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
2.2.5. ASN Duurzaam Mixfonds Het ASN Duurzaam Mixfonds belegt in de universa van het ASN Duurzaam Aandelenfonds en het ASN Duurzaam Obligatiefonds. Het belegt dus volgens de criteria van deze fondsen: zie de paragrafen 2.2.1 en 2.2.4. 2.2.6. ASN-Novib Microkredietfonds Algemene eis: De mikrokredieten (MFI's) waarin het fonds belegt,
Goedkeuren, handhaven = Een onderneming bevindt zich al in het beleggingsuniversum; haar activiteiten en beleid voldoen nog steeds aan onze duurzaamheidscriteria. Daarom handhaven wij haar in het beleggingsuniversum. 2.3.2. Afkeuren Afkeuren, niet toelaten = Een onderneming bevindt zich nog niet in het beleggingsuniversum; haar activi-
zijn niet werkzaam in activiteiten die we uitsluiten,
teiten en/of beleid voldoen niet aan onze duurzaam-
zoals wapens en kinderarbeid.
heidscriteria. Wij laten deze onderneming niet toe tot
Aanvullende eis: De MFI's voldoen aan de specifieke toelatingscriteria zoals neergelegd in de ASN Bank Issuepaper Microfinanciering. 2.2.7. ASN Groenprojectenfonds Algemene eis: Projecten hebben geen betrekking op activiteiten die we uitsluiten, zoals wapens en kernenergie of mijden zoals fossiele brandstoffen.
het universum.
Afkeuren, verwijderen = Een onderneming bevindt zich al in het beleggingsuniversum, maar voldoet niet meer aan onze duurzaamheidscriteria. De activiteiten voldoen niet meer, het beleid is ontoereikend en/of er is sprake van zeer ernstige en/of structurele controverses (praktijksituaties die in conflict zijn met de duurzaamheidscriteria van de ASN Bank). Daarom verwijderen wij de onderneming uit het beleggingsuniversum.
Aanvullende eis in verband met het karakter van het fonds: Projecten passen in de Regeling groenprojecten van de Nederlandse overheid. 2.2.8. ASN Vermogensbeheer Het ASN Vemogensbeheer maakt gebruik van de uni-
2.3.3. Aanhouden Aanhouden houdt in dat er nader onderzoek nodig is, omdat er geen besluit mogelijk is op basis van de beschikbare informatie. We agenderen de onderneming opnieuw. Alleen de ASN Selectiecommissie kan dit beslissen, niet de analist.
versa van de ASN Bank en de ASN Beleggingsfondsen: zie de paragrafen 2.2.1 en 2.2.7.
2.3.4. Engagement en het proces Onder engagement verstaan we het voeren van een dia-
2.3 Adviezen en besluiten
loog met ondernemingen en instellingen, met als doel
De analist kan drie verschillende adviezen geven over een onderneming: goedkeuren, afkeuren en engage-
hen bewuster te maken van hun duurzaamheidspresta-
ment. Op basis van dit advies en de onderbouwing daarvan velt de ASN Selectiecommissie een oordeel. Dat oordeel kan luiden: goedkeuren, afkeuren, engagement of aanhouden. De oordelen goedkeuren en afkeuren bestaan in twee vormen: voor ondernemingen die nog niet in het beleggingsuniversum aanwezig zijn, en voor ondernemingen die zich daar al in bevinden. Elk advies of besluit geldt specifiek voor het beleggingsuniversum van het betreffende fonds, zoals in het vorige hoofdstuk is besproken.
Wij besluiten tot engagement in de volgende gevallen: De onderneming is in het beleggingsuniversum op-
ties en hen aan te sporen deze te verbeteren.
genomen, maar bij heronderzoek blijkt dat het beleid niet meer voldoet aan onze duurzaamheidscriteria. De activiteiten van de onderneming zijn wel in lijn met deze criteria. We handhaven de onderneming in het beleggingsuniversum, maar starten engagement. Wij hebben een onderneming voor het ASN Duurzaam Small & Midcapfonds voorlopig goedgekeurd. Dat houdt in dat de onderneming wel voldoet aan de absolute criteria, maar er ruimte is om haar be-
2.3.1. Goedkeuren Goedkeuren, toelaten = Een onderneming bevindt zich nog niet in het beleggingsuniversum; haar activiteiten
leid te verbeteren. Wij keuren een onderneming, die nog niet in het
en beleid voldoen aan onze duurzaamheidscriteria.
beleggingsuniversum is opgenomen, af wegens
Daarom laten wij haar toe tot het universum.
onvoldoende beleid. Wanneer de onderneming wel-
7
8
licht eenvoudig aan onze eisen kan voldoen, wijzen
mens, dier en milieu die wij te groot of onacceptabel
we haar daarop.
vinden. Uitsluiting is van toepassing op die activiteiten die onder geen enkele omstandigheid zijn toegestaan.
Als de ASN Selectiecommissie besluit tot engagement,
Ongeacht hoe duurzaam de onderneming ook opereert.
pakt de analist dit op. Deze kan daarbij samenwerken
Mijden is van toepassing op die sectoren, waar we in
met de beheerder van de beleggingsfondsen. Het
zouden kunnen investeren, mits ze voldoen aan al onze
engagementproces mag een jaar duren. Zodra het
criteria.
engagement is afgerond, beschrijft de analist in het onderzoeksprofiel de uitkomst van het engagement-
Voor elk criterium geldt een grens, die we hieronder
proces. Deze uitkomst wordt uiteindelijk besproken in
aangeven. Bij het onderwerp wapens is het bijvoor-
de vergadering van de ASN Selectiecommissie. Deze
beeld nodig te definiëren wat een wapen is, en bij bont
neemt een definitief besluit over de onderneming.
en gokspelen wat er wel en niet onder valt. Daarom hebben we onder alle activiteiten een ‘wel’ en een
2.4 Dataleveranciers & bronnen
‘niet’ opgenomen, die aangeven waar de grenzen kun-
Bij het onderzoek baseren we ons op verschillende
nen liggen. Het ‘wel’ geeft antwoord op de vraag: waar
bronnen. We werken samen met diverse dataleveran-
wil de ASN Bank nog wel in investeren? Het ‘niet’ geeft antwoord op de vraag: waar wil de ASN Bank niet meer in investeren?
ciers. Daarnaast gebruiken we informatie van ondernemingen zelf, non-gouvernementele organisaties (ngo’s), waaronder vakbonden, en informatie uit allerlei (publiek beschikbare) media.
Uitsluiting op basis van activiteiten
De dataleveranciers leveren informatie op verschillende
Wapens
gebieden:
We investeren niet in ondernemingen die zich mengen
-
ESG-data, ofwel data over de milieuprestaties en
in of profiteren van oorlogen of gewapende conflicten,
sociale en corporate governance-data van een breed
of die werkzaam zijn in wapenproductie of wapen-
scala aan beursgenoteerde ondernemingen (ESG
handel. Dat betekent dat we afzien van elke vorm van
staat voor environmental, social & governance).
financiering van, of investering in ondernemingen die
Kwantitatieve data over de milieuprestaties van ondernemingen, onder andere de CO2-uitstoot waar-
werkzaam zijn in de ontwikkeling, productie en distri-
-
butie van of handel in wapens.
voor de bedrijfsactiviteiten verantwoordelijk zijn. Zo kunnen we beter de milieubelasting van ondernemingen vergelijken. -
Analyses van de media wereldwijd, waarbij dataleveranciers checken of ondernemingen in opspraak zijn gekomen.
3 Inhoudelijke invulling van het onderzoek 3.1. Uitsluiting op basis van activiteiten of te mijden sectoren In deze paragraaf behandelen we de activiteiten die we mijden of uitsluiten. Het gaat om activiteiten die niet bijdragen aan of passen in een duurzame samenleving. Deze activiteiten hebben bovendien risico’s voor
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in ondernemingen die producten maken met een dual use-toepassing, voor zover deze niet voornamelijk voor de wapenindustrie zijn ontwikkeld en niet op grote schaal worden toegepast in de wapenindustrie. Niet: We investeren niet in ondernemingen die producten of diensten produceren die voorkomen op de EU Common Military List. Dit is de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen en technologieën.6 We investeren niet in ondernemingen die dual use-producten en -diensten produceren of leveren die voorkomen op de dual use-list.7 Daarbij beoordeelt de analist in hoeverre deze voornamelijk voor
6
Duurzaamheidsbeleid\Gezamenlijk\Dossiers\Dossier Mensenrechten\Wapens\EU Common Military List 2011.pdf
7
Duurzaamheidsbeleid\Gezamenlijk\Dossiers\Dossier Mensenrechten\Wapens\EU Dual Use List 2009.pdf
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
de wapenindustrie zijn ontwikkeld en/of op grote
volgen inzet en winst of verlies elkaar snel op. Daardoor
schaal worden toegepast in de wapenindustrie. De
zijn zij sterk verslavend. Bijvoorbeeld: fruitautoma-
analist stelt op basis daarvan vast of dit grond is tot
ten, casinospelen, bingo, krasloten en het wedden op
uitsluiting.
paarden.
Kernenergie We investeren niet in ondernemingen die kernenergie opwekken, kerncentrales exploiteren of nucleaire producten verhandelen of distribueren. We investeren ook niet in ondernemingen die zich als leverancier specifiek op deze sector richten.
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in ondernemingen die kernenergie afnemen. Niet: We investeren niet in ondernemingen die kernenergie produceren of zich als leverancier specifiek richten op de sector. Daarmee bedoelen we dat de productontwikkeling en marketing zich rechtstreeks richten tot de nucleaire industrie met producten die specifiek voor deze sector zijn ontwikkeld.
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in ondernemingen die zich bezighouden met long odds-kansspelen, zoals loterijen en prijsvragen, met een lange tijd tussen inzet en winst of verlies. Niet: We investeren niet in ondernemingen die zich bezighouden met het leveren of exploiteren van short odds-kansspelen. We investeren niet in ondernemingen die specifieke onderdelen leveren voor short odds-kansspelen. Pornografie We investeren niet in ondernemingen die zich bezighouden met de productie van pornografie. Omdat er in de seksindustrie een verhoogd risico is op seksuele uitbuiting, investeren we niet in prostitutie of in onder-
Tabak
nemingen die hiervan profiteren.
We investeren niet in ondernemingen die tabaksproducten produceren. Ook investeren we niet in ondernemingen die het grootste deel van hun totale omzet behalen door verkoop of distributie van of handel in tabaksproducten.
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in ondernemingen die minder dan de helft van hun omzet realiseren uit de handel in, of verkoop of distributie van tabaksproducten. Niet: We investeren niet in ondernemingen die onderdelen voor tabaksproducten produceren, zoals filters. We investeren niet in ondernemingen die via handel in, of verkoop of distributie van in tabaksproducten meer dan de helft van hun omzet realiseren. Gokspelen We investeren niet in ondernemingen die short odds-
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in ondernemingen zoals televisiezenders, die een kanaal hebben dat pornografie uitzendt. Niet: We investeren niet in escortbureaus. Bontindustrie, jacht, beschermde dieren We investeren niet in ondernemingen die rechtstreeks betrokken zijn bij de jacht op en/of handel in bont en beschermde diersoorten die op de ‘rode lijst’ staan. Het gaat hier om een absolute grens.
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in bedrijven die afnemers zijn van veehouderijen.8 Als het om leer gaat, moet dit een bijproduct van de veeteelt zijn. Niet: We investeren niet in ondernemingen die de producten verkopen waarvan de dieren speciaal om het leer gefokt zijn, en waarvan het vlees een bijproduct is.
kansspelen op de markt brengen of exploiteren of daar onderdelen voor produceren. Bij short odds-kansspelen
8 In de praktijk voldoen bedrijven die werkzaam in zijn de vleesindustrie, nauwelijks aan onze eisen op het gebied van milieu en dierenwelzijn. Wel kunnen we investeren in bijvoorbeeld winkels die vleesproducten verkopen of kledingwinkels die lederen artikelen verkopen.
9
10
Dierproeven We investeren alleen in ondernemingen die gebruikmaken van dierproeven voor medische producten en nietmedische producten als die bij de wet verplicht zijn. Wel: We kunnen wel investeren in ondernemingen die gebruik maken van dierproeven voor medische doeleinden en voldoende beleid hebben.
Niet: We investeren niet in ondernemingen die gebruik maken van dierproeven voor cosmetische doeleinden. Te mijden sectoren Cementindustrie We mijden ondernemingen die cement produceren,
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in: afnemers van deze producten; de aandelenfondsen beleggen echter minder in ondernemingen die veel fossiele grondstoffen verbruiken en dus veel CO2 uitstoten (ofwel: een grote carbon footprint hebben); ondernemingen die hoofdzakelijk energie voor eigen gebruik produceren met behulp van fossiele grondstoffen. Niet: We mijden ondernemingen die zich als toeleverancier specifiek richten op de fossielegrondstoffensector. De analist bepaalt of een onderneming zich al of niet specifiek op deze sector richt.
omdat dit gepaard gaat met hoge emissies van broeikasgassen en aantasting van ecosystemen.
Dammen We investeren alleen in dammen en waterinfrastruc-
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in ondernemingen die handelen in en gebruikmaken van cement. Niet: We mijden ondernemingen die cement produceren.
tuurprojecten en -ondernemingen die voldoen aan de aanbevelingen van de World Commission on Dams. Daarbij gaat het om ondernemingen die dammen aanleggen, betrokken zijn bij de aanleg van dammen, of dammen beheren.
Basischemie en -metalen
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in ondernemingen die zich richten op hergebruik van schroot (kringloopeconomie). Of ondernemingen die kunnen overstappen naar biobased grondstoffen. Zo wil de ASN Bank het winnen van erts beperken en het hergebruik stimuleren. Niet: We mijden ondernemingen die energie-intensieve bulkprodukten voor de chemische sector maken.
Waar ligt de grens? Wel: We kunnen investeren in waterinfrastructuurprojecten of ondernemingen die dammen aanleggen of beheren als 1) de betreffende dam niet valt in de categorieën I-IV van de IUCN, de UNESCO World Heritage Convention en de Ramsar Convention on Wetlands, en 2) er geen controverses rondom de lokale bevolking zijn. Niet: We investeren niet in waterinfrastructuurprojecten of ondernemingen die dammen aanleggen of beheren als 1) de betreffende dam valt in de categorieën I-IV van de IUCN, de UNESCO World Heritage Convention en de Ramsar Convention on Wetlands, en 2) er controverses zijn in verband met de lokale bevolking.
Fossiele grondstoffen
Biobrandstoffen van de eerste generatie
We mijden de fossiele-energiesector. Daartoe beho-
We investeren niet in biobrandstoffen van de eerste
ren de exploitatie, productie en raffinage van fossiele
generatie. Biobrandstoffen van de tweede en derde ge-
grondstoffen. Verder horen daartoe de productie van
neratie zijn toegestaan onder specifieke voorwaarden.
onder meer elektriciteit en warmte met behulp van
Momenteel zijn er certificaten in ontwikkeling voor de
fossiele grondstoffen. Onder fossiele grondstoffen ver-
biobrandstoffen. Wij voegen deze te zijner tijd aan de
staan we alle grondstoffen met een fossiele herkomst.
handleiding toe.
We mijden ondernemingen die opereren in de petrochemie. Dit zijn ondernemingen die van ruwe olie de bulkstoffen voor de chemische sector maken, zoals ethyleen en polymeren. We investeren ook niet in ondernemingen die van erts nieuwe metalen maken.
Dat zijn vooral bruinkool, steenkool, aardgas, schaliegas, teerzanden en olie.
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Type biobrandstof Input (primaire grondstof) Output
11
1e generatie: al in
2e generatie: deels in gebruik,
gebruik
deels in ontwikkeling
Voedingsgewassen
Houtige gewassen en houtige
zoals graan, maïs,
afvalstromen. Alle brandbare
koolzaad, suikerriet,
bio-organische afvalstoffen
palmolie.
zoals mest, slib, frituurvet.
Ethanol, biodiesel,
Ethanol, biodiesel, biogas,
biogas.
brandhout, vaste bio-organi-
3e generatie: in ontwikkeling Momenteel vooral algen.
Biodiesel.
sche brandstoffen (zoals pellets), grondstof voor chemie. Toepassing
Mobiel: biobrandstof-
Mobiel: biobrandstoffen voor
Mobiel: biobrandstoffen voor
fen voor auto’s.
auto’s.
auto’s en vliegtuigen.
Stationair: opwekking van elektriciteit in centrales. Voor- en
Concurrentie om
nadelen
voedsel en grond; lage CO2-reductie.
Oordeel
Niet investeren.
ASN Bank
Concurrentie om grond; hoge CO2-reductie.
Lage concurrentie om grond;
Wel investeren, onder voor-
Wel investeren, onder voor-
waarden.9
waarden.
hoge CO2-reductie.
9 Voorwaarden voor wel of niet investeren in biobrandstoffen
Natte biomassa
Beoordeling Voorwaarden
Rioolwater-zuiveringsslib
Positief
Stortgas
Positief
GFT-afval
Positief
Biogas kan het best direct worden benut in zuiveringsinstallatie voor energieneutrale rioolwaterzuivering en fosfaatafscheiding. Focus op het voorkomen van methaanuitstoot. Productie neemt af doordat er niet meer gestort wordt. Digestaat uit de vergistingsinstallatie moet worden ingezet als compost. Afvalverwerkers kunnen beter verplicht worden gesteld om afval gescheiden in te zamelen en GFT te vergisten.
Natuur-en bermgras
Positief mits
Natte gewasresten uit de
Positief mits
In principe meer hoogwaardige toepassing mogelijk in eiwit- en vezelproductie, maar deze technologie staat nog in de kinderschoenen.
tuinbouw, veilingafval Dierlijke mest
Alleen als er geen afzetmogelijkheden zijn in de diervoedersector en de bodemkwaliteit niet wordt aangetast. Digestaat moet worden ingezet als compost.
Positief mits
Alleen als de focus in de eerste plaats ligt op het voorkomen van methaanuitstoot, door veehouders daartoe te verplichten. Pure mestvergisting is sterk te prefereren boven co-vergisting.
Natte gewasresten uit de
Nee, tenzij
akkerbouw
Alleen als er geen afzetmogelijkheden zijn in de diervoedersector. Digestaat moet terug naar de akker, maar dit is vooralsnog niet altijd mogelijk wegens wettelijke beperkingen.
Reststromen uit de voedings-
Nee, tenzij
middelenindustrie (VGI) Landbouwgewassen (mais, tarwe, suikerbiet etc.)
Alleen als er geen afzetmogelijkheden zijn in de diervoedersector. Aardappelschillen, perspulp e.d. niet vergisten, maar inzetten als diervoeder.
Negatief
Geen klimaatwinst door emissies bij de teelt en lekkage van methaan uit het systeem. Concurrentie met voedselproductie
12
Afvalverwerking
Transport, mobiliteit en verbrandingsmotoren
We mijden afvalverwerkers die als belangrijkste activi-
Tot deze sector rekenen wij niet alleen vervoersmidde-
teit hebben dat zij afval storten.
len, maar ook infrastructuur, namelijk alle ondernemingen die zich bezighouden met het vervoer van goe-
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in afvalverwerkers waarvan minder dan 30% van de totale afvalverwerking bestaat uit stort. Niet: We mijden afvalverwerkers waarvan meer dan 30% van de totale afvalverwerking bestaat uit stort. Daarbij kunnen we hun verbrandingscapaciteit meewegen. We kunnen ook meewegen of zij een groot deel van het vrijkomende methaangas uit stortplaatsen opvangen voor nuttig gebruik. Ten slotte volgen we de voorkeursvolgorde voor afvalbeheer die is vastgelegd in artikel 10.4 van de Wet milieubeheer.10 Financiële dienstverlening We mijden ondernemingen die werkzaam zijn in de financiële dienstverlening, als we niet kunnen achterhalen of de ondernemingen leningen verstrekken aan of investeren in activiteiten die wij afkeuren.11
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen wel investeren in instellingen of ondernemingen die producten van financiële instellingen verkopen. Niet: We mijden ondernemingen en instellingen die niet transparant zijn over leningen en investeringen.
deren en/of personen, de infrastructuur die daarvoor nodig is, de leveranciers aan vervoersbedrijven en de fabrikanten van vervoersmiddelen. We investeren alleen in die delen van de transportsector die op een duurzame manier te werk gaan of bezig zijn duurzaam te worden.
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Niet: De volgende onderdelen mijden we: Vervoer over wegen: producenten van personenauto's die rijden op een verbrandingsmotor, en producenten van verbrandingsmotoren; hieronder valt ook de productie van onderdelen die specifiek zijn voor verbrandingsmotoren; aanleg van nieuwe wegen in rijke OESO-landen (high-income OECD-landen).12 Vervoer over water: scheepvaart (inclusief cruiseschepen); aanleg van nieuwe havens en vaarwegen in rijke OESO-landen. Vervoer door de lucht: vliegtuigbouwers; luchtvaartmaatschappijen;
10 Deze voorkeursvolgorde is als volgt:
1. preventie: het ontstaan van afvalstoffen wordt voorkomen of beperkt;
2. ontwerp voor preventie of voor nuttige toepassing: bij het vervaardigen van stoffen, preparaten of andere producten wordt gebruik gemaakt van stoffen en materialen die na gebruik van het product geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken;
3. nuttig toepassen door producthergebruik: stoffen, preparaten en andere producten worden na gebruik als zodanig
opnieuw gebruikt;
4. nuttige toepassing door materiaalhergebruik: stoffen en materialen waaruit een product bestaat, worden na gebruik van het product opnieuw gebruikt;
5. nuttig toepassen als brandstof: afvalstoffen worden toegepast met een hoofdgebruik als brandstof of voor een andere
6. verwijderen door te verbranden: afvalstoffen worden verwijderd door deze te verbranden op land;
7. verwijderen door te storten: afvalstoffen worden gestort.
wijze van energieopwekking;
11 Daarom zijn de leningen van de ASN Bank aan de SNS Bank gelimiteerd tot een specifieke hypothekenportefeuille. 12 Rijke OESO-landen zijn ontwikkelde landen met een hoge graad van industrialisatie. Zij kunnen gebruikmaken van technolo
gie en hebben hogere levensstandaarden dankzij hun rijkdom.
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
aanleg van nieuwe vliegvelden in rijke OESO
landen; producenten van vliegtuigmotoren.
Wel: Wij kunnen ondernemingen goedkeuren in de volgende gevallen: Ondernemingen die op basis van bovenstaande activiteiten niet afvallen, én hun CO2-uitstoot direct verminderen met ten minste 20% ten opzichte van het niveau van 1990. Of die ernaar streven dat hun CO2-uitstoot in 2020 30% lager is dan in 1990, en in 2050 80% lager dan in 1990. Als de onderneming een transportvloot heeft die primair voor eigen gebruik is. Dat betekent ook dat zij deze vloot niet aan externen verhuurt of beschikbaar stelt. Wel verwachten we van deze categorie ondernemingen een integraal milieubeleid, waar CO2-doestellingen een onderdeel van zijn. Ondernemingen die nieuwe spoorwegen aanleggen. Ondernemingen die nieuwe wegen, vaarwegen, vliegvelden en havens aanleggen in niet-OESOlanden en arme OESO-landen (low-income OECDlanden). Daarbij geldt als voorwaarde dat zij voldoen aan alle andere criteria voor mensenrechten, klimaat en biodiversiteit.
3.1. Beoordeling van beleidsonderdelen en praktijk (relatieve en absolute criteria) In dit hoofdstuk behandelen we de beleidsonderdelen waarop we ondernemingen beoordelen en de voorwaarden waarop we een bepaalde kwalificatie geven. Omdat sommige gebieden op het vlak van duurzaamheid verder ontwikkeld zijn dan andere worden de kwalificaties: onvoldoende, matig, voldoende, goed of uitstekend gehanteerd voor elk apart bedrijfsonderdeel. In sommige gevallen krijgt een onderneming de kwalificatie voldoende als er geen controverses aanwezig zijn (bijvoorbeeld als zij een leefbaar loon verschaft). In andere gevallen krijgt een onderneming de kwalificatie voldoende als zij beleid heeft over bepaalde onderwerpen (bijvoorbeeld over kinderarbeid). De analist stelt eerst vast dat een beleidsonderdeel van toepassing is op een onderneming. Daarna stelt hij vast of de onderneming op dat beleidsonderdeel beleid heeft. Vervolgens beoordeelt hij de kwaliteit van het beleid. Deze kwaliteit geeft de analist een van de volgende kwalificaties: onvoldoende, matig, voldoende,
goed of uitstekend. Op basis van de verschillende beleidsonderdelen geeft de analist een totaaloordeel over de onderneming.
Mijnbouw
Daarbij weegt hij mee in welke sector de onderneming
We mijden ondernemingen die werkzaam zijn in de
werkzaam is, en in welke landen zij actief is. Daarbij
mijnbouwsector. Daarbij gaat het om eigenaren van
houdt hij rekening met zowel de kwaliteit van het
mijnbouwondernemingen en ondernemingen die mijn-
beleid van de onderneming, als met positieve duur-
bouwactiviteiten beheren.
zaamheidsactiviteiten en controverses. Controverses zijn praktijksituaties die in conflict kunnen zijn met de
Waar ligt bijvoorbeeld de grens? Wel: We kunnen investeren in mijnbouwbedrijven die voldoen aan al onze criteria op het gebied van mensenrechten, klimaat en biodiversiteit.13 We kunnen ook investeren in ondernemingen die leverancier zijn van mijnbouwbedrijven. Niet: We mijden bedrijven die als onderaannemer van mijnbouwondernemingen werkzaam zijn in mijnbouwactiviteiten.
duurzaamheidscriteria van de ASN Bank. Als het totaaloordeel voldoende is, adviseert de analist aan de ASN Selectiecommissie om de onderneming goed te
keuren. Is het totaaloordeel onvoldoende, dan adviseert de analist aan de ASN Selectiecommissie om de onderneming af te keuren.
13 In de praktijk zijn we dergelijke mijnbouwbedrijven nog niet tegengekomen. Daar komt bij dat de ASN Bank het winnen van nieuwe metalen wil beperken en het hergebruik wil stimuleren. Een voorbeeld van een dergelijke mijn zou een zoutmijn kunnen zijn.
13
14
3.1.1. Bestuur
Voldoende:
In het beleid van de onderneming
Gedragsregels en ethisch handelen
komt corruptie aan de orde; de on-
We verwachten van ondernemingen dat ze het gedrag en ethische handelen bij de onderneming regelen. Dit gaat om ongewenst handelen van werknemers en/of van de onderneming en haar dochteronderneming(en). Bijvoorbeeld fraude en oplichting (vormen van bedrog), omkoping (aannemen van cadeaus of diensten), belastingontduiking en misbruik van de belastingwetgeving, en belangenverstrengeling. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid om het ethische handelen te regelen. Matig: De onderneming noemt iets over gedrag en ethisch handelen, maar heeft geen formeel beleidsdocument, zoals een code of conduct. Voldoende: In het beleid of de gedragsregels staat iets over gedrag en ethisch handelen. Onethisch handelen wordt niet getolereerd. Er zijn geen misstanden bekend. Goed: Er is een gedetailleerde beschrijving van wat de organisatie onder ethisch handelen verstaat en welke maatregelen zij treft als er misstanden worden ontdekt. Er zijn geen ernstige misstanden bekend. Uitstekend: Alle bovenstaande zaken zijn in orde en geïntegreerd in de ondernemingsprocessen. De onderneming borgt dit bijvoorbeeld door werknemers contracten te laten tekenen, en door een klokkenluidersregeling en een compliance officer. De onderneming verbindt consequenties aan overtreding van de regels. Er zijn geen ernstige misstanden bekend.
derneming tolereert dit niet. Er zijn
Corruptie We verwachten van ondernemingen dat zij corruptie tegengaat. Dit gaat om politieke, sociale en economische situaties waarin iemand die in een machtspositie verkeert, ongeoorloofde gunsten verleent in ruil voor wederdiensten of als vriendendienst. Bijvoorbeeld het betalen van steekpenningen. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid over corruptie. Matig: De onderneming noemt iets over corruptie, maar heeft dit niet opgenomen in een beleidsdocument.
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
Goed:
geen controverses bekend. De onderneming beschrijft in detail wat zij verstaat onder corruptie en welke maatregelen zij treft als er misstanden worden ontdekt. Er zijn geen
Uitstekend:
misstanden bekend. Alle bovenstaande zaken zijn in orde. Daarnaast beschikt de organisatie over een klokkenluidersregeling en een compliance officer. Er zijn geen misstanden bekend.
Respect voor de lokale rechtsorde We verwachten dat ondernemingen respectvol omgaan
met de samenleving waarin zij en hun dochterondernemingen en toeleveranciers ondernemen. Onvoldoende: Er zijn ernstige controverses op het gebied van overtreding van de wet. Matig: Er zijn controverses, maar deze zijn niet heel ernstig en/of de onderneming heeft maatregelen genomen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen. Voldoende: Er zijn geen controverses bekend waarbij de onderneming stelselmatig de lokale wetgeving overtreedt of betrokken is bij fraude en/of corruptie. De onderneming schrijft in haar beleid dat haar werknemers en toeleveranciers zich aan de wet moeten houden. Goed: De onderneming respecteert de eigen of sectorspecifieke gedragscodes. Uitstekend: De onderneming houdt zich aan het bovenstaande. Bovendien volgt zij altijd de hoogste standaard: als nationale wetgeving meer bescherming biedt dan internationale wetgeving, volgt zij de nationale wetgeving en andersom. Ketenbeleid We verwachten van ondernemingen dat zij hun verant-
woordelijkheid nemen voor het handelen van andere partijen die met hen verbonden zijn, zoals partners, schakels in de waardeketen en andere partijen die di-
rect verbonden zijn met de bedrijfsvoering, producten of diensten. Ketenbeleid is nodig voor de risico's die een onderneming met haar kernactiviteiten loopt. Onvoldoende: De onderneming heeft geen ketenbeleid. Matig: De onderneming scoort matig als zij: - geen formeel beleid heeft, maar wel voorbeelden van gedragsregels. - wel formeel beleid heeft, maar alleen aandacht besteedt aan óf mensenrechten, óf milieu, óf ethisch handelen. - wel alle relevante onderwerpen benoemt in haar beleid, maar deze afhankelijk stelt van de nationale wetgeving van een land. Voldoende: De onderneming heeft een ketenbeleid om mensenrechtenschendingen en schendingen van de vier fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) te voorkomen. Deze normen zijn: vakbondsvrijheid, geen dwangarbeid, geen kinderarbeid en geen discriminatie. Tevens heeft zij beleid op het gebied van milieu en ethisch handelen in haar keten. Goed: De onderneming heeft mensenrechten- en milieubeleid en beleid op het gebied van ethisch handelen in haar keten. Zij heeft procedures om dit beleid te implementeren. Zij ondervraagt bijvoorbeeld bedrijven in haar keten via vragenlijsten en sluit duurzaamheidscontracten met haar leveranciers. Uitstekend: Er is beleid zoals hierboven is beschreven. De uitvoering daarvan wordt gecontroleerd door externe en/of interne audits en monitoring. Het is positief als een onderneming bijvoorbeeld een inkoopbeleid voor kantoorartikelen heeft, ook al is dit geen kernactiviteit. En als zij de uitkomsten van de audits of monitoring publiceert.
Transparantie We verwachten dat ondernemingen volledig open zijn
over onderwerpen en indicatoren die hun impact op duurzaamheidsgebied weergeven. Onvoldoende: De onderneming publiceert geen rapportages en beleid, of verstrekt onjuiste informatie. Matig: De onderneming publiceert selectieve informatie: zij vermeldt alleen de positieve resultaten en/of beperkt zich in de keuze van onderwerpen. Voldoende: De onderneming rapporteert of is eventueel reactief - open over haar duurzaamheidsbeleid, waaronder: bestuur14, mensenrechten, milieu en biodiversiteit. De onderneming rapporteert volgens toonaangevende initiatieven, zoals het Global Reporting Initiative (GRI) en de International Organization for Standardization (ISO). Goed: De onderneming rapporteert over haar prestaties op duurzaamheidsgebied, zowel de positieve als negatieve, en publiceert deze. Zij stelt doelen en laat de ontwikkeling van haar beleid en prestaties door de tijd heen zien. Uitstekend: De onderneming doet het bovenstaande, en raadpleegt bovendien haar belanghebbenden. Lobbyactiviteiten
We verwachten van ondernemingen dat zij, voor zover bekend, niet lobbyen voor activiteiten die in strijd zijn met onze duurzaamheidscriteria. Onvoldoende: Er zijn controverses. De onderneming lobbyt voor maatregelen die in strijd zijn met onze fundamentele duurzaamheidscriteria. Matig: Er zijn controverses, maar deze zijn niet strijdig met onze fundamentele criteria, of de onderneming belooft dit in de toekomst te voorkomen. Voldoende: Er zijn geen controverses. Goed: De onderneming is transparant over
14 Met bestuurlijke zaken doelen we op onderwerpen als corruptie, ketenbeleid en lobby.
15
16
het doel waar zij voor lobbyt en
Goed:
De onderneming scoort goed als zij
maakt de bedragen die zij daar aan
een voldoende behaalt, plus voldoet
uitgeeft, openbaar.
aan een of twee van de volgende criteria:
3.2.2. Mensenrechten
-
Risicoanalyse: de onderneming
Algemene mensenrechtencriteria
maakt een risicoanalyse van de
We verwachten van ondernemingen dat zij fundamentele mensenrechten respecteren. De onderneming kan op twee manieren deze rechten niet respecteren: doordat zij zelf mensenrechten schendt, of doordat haar relaties of andere organisaties die zijn verbonden aan de bedrijfsvoering, mensenrechten schenden. Onvoldoende: De onderneming refereert niet aan mensenrechten of is betrokken bij mensenrechtenschendingen door een land. Matig: De onderneming scoort matig als zij: - alleen refereert aan een specifiek onderdeel van mensenrechten; - wel verwijst naar mensenrechten, maar zonder toelichting; en/of - mensenrechten alleen toepast op een gedeelte van de onderneming; en/of - aangesloten is bij het Global Compact van de VN, maar dit nog niet heeft omgezet in eigen beleid. Voldoende: De onderneming scoort voldoende als zij: - beleid op het gebied van mensenrechten formuleert en verwijst naar gerenommeerde mensenrechtenverdragen; of - beleid heeft dat overeenkomt met gerenommeerde mensenrechtenverdragen; en - is aangesloten bij toonaangevende initiatieven, zoals het Global Reporting Initiative (GRI), het Global Compact van de VN en de OESO-Richtlijnen; of - beleid heeft dat voldoet aan deze verdragen en initiatieven, hoewel zij daar niet naar verwijst; en - het beleid van toepassing verklaart op alle haar activiteiten in risicolanden; en - niet betrokken is bij ernstige mensenrechtenschendingen.
actuele en potentiële risico's en
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
de effecten daarvan op mensenrechten; zij herhaalt deze analyse -
geregeld. Ondernemingsprocessen: de onderneming voert haar beleid en de resultaten van de risicoanalyse door in haar interne ondernemingsprocessen, bijvoorbeeld in
-
de gedragscodes en contracten. Monitoring: de onderneming laat intern en extern monitoren en/of verifiëren in hoeverre zij haar eigen beleid volgt of - in geval van normale toetsing - de nationale wetgeving. Zij laat ook monitoren of verifiëren wat het effect is van maatregelen die zij mogelijk heeft getroffen naar aanleiding
-
van de risicoanalyse. Transparantie en rapportage: de onderneming is transparant over haar praktijk en prestaties op het gebied van mensenrechten, conform haar beleid of � in geval van normale toetsing � de nationale wetgeving. Zij rapporteert over haar prestaties en over de maatregelen die zij mogelijk heeft getroffen naar aanleiding
-
van de risicoanalyse. Dialoog: de onderneming consulteert de lokale gemeenschap, vakbonden en ngo's en gaat de
-
dialoog met hen aan. Klachtenprocedure: de onderneming heeft een klachtenprocedure voor werknemers en andere slachtoffers van mensenrechten-
-
schendingen. Compensatie en genoegdoening: als de onderneming mensenrechten heeft geschonden, heeft zij een procedure om de gevolgen
hiervan voor slachtoffers te her-
waarin geen discriminatie plaats-
stellen als dat mogelijk is, en/of
vindt en neemt maatregelen
te compenseren als herstel (deels)
wanneer medewerkers elkaar
niet mogelijk is. Deze compensatie of genoegdoening is overeen-
Uitstekend:
discrimineren. -
Zij treft maatregelen om kwets-
komstig nationale wetgeving en
bare groepen te beschermen,
internationale standaarden. De
en zij treft voorzieningen voor
onderneming overlegt met de
specifieke groepen, zoals ar-
slachtoffers over gepaste maatre-
beidsgehandicapten en zwangere
gelen. De onderneming scoort uitstekend als zij een voldoende behaalt, plus voldoet aan drie of meer van de bovengenoemde criteria.
Gelijke behandeling en non-discriminatie
We verwachten dat ondernemingen met respect omgaan met hun werknemers, ook met tijdelijke en flexibele werknemers, met leveranciers, klanten, omwonenden en andere belanghebbenden. We verwachten dat zij niet discrimineren, op welke grond dan ook, en dat ze mensen in gelijke gevallen gelijk behandelen. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid om discriminatie tegen te gaan. Matig: De onderneming maakt melding van discriminatie en sluit bepaalde vormen ervan uit. De onderneming is selectief in het benoemen van de vormen. Voldoende: De onderneming sluit alle vormen van discriminatie uit. Zij heeft beleid geformuleerd voor non-discriminatie en gelijke behandeling. Als een onderneming specifieke vormen van discriminatie noemt, verwachten we dat zij daarin zo compleet mogelijk is. Zij moet in elk geval de volgende vormen noemen: discriminatie op basis van geslacht, ras, nationaliteit, religie, politieke opvattingen, sociale afkomst, leeftijd, handicap, seksuele oriëntatie en gezondheidstoestand (bijvoorbeeld discriminatie van medewerkers met hiv-aids). Goed: De onderneming heeft voldoende beleid. Zij houdt ook rekening met de lokale context en past haar beleid daarop aan. Uitstekend: De onderneming heeft goed beleid en vult dit als volgt aan: - Zij creëert een werkomgeving
vrouwen. Bedrijfsbeveiliging We verwachten van ondernemingen dat hun beveiliging
geen mensenrechten schendt. Daarbij maakt het niet uit of de beveiliging in handen is van eigen personeel, ingehuurde ondernemingen of lokale overheden. Hieronder vallen alle handelingen van beveiligers van de onderneming, ook als die buiten de term 'beveiliging' vallen, zoals optreden tegen protesterende omwonenden. Onvoldoende: Er zijn controverses. Matig: Er zijn controverses, maar deze zijn niet heel ernstig en/of de onderneming heeft maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Voldoende: Er zijn geen controverses. Goed: Er zijn geen controverses en de onderneming heeft beleid voor de bedrijfsbeveiliging. Uitstekend: Er zijn geen controverses. De onderneming heeft een uitgebreid beleid, waarvan een praktijkplan en een risicoanalyse deel uitmaken. Deel van het praktijkplan is bijvoorbeeld opleiding van beveiligers. Kinderarbeid We verwachten van ondernemingen dat zij kinderen beschermen tegen uitbuiting, en geen enkele vorm van kinderarbeid gebruiken en daar ook niet van profiteren. We kunnen ondernemingen uitsluiten als zij of hun toeleveranciers gebruikmaken van kinderarbeid. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid om kinderarbeid tegen te gaan. Matig: De onderneming stelt dat zij kinderarbeid niet toestaat, maar het beleid komt niet overeen met of verwijst niet naar de richtlijnen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Voldoende: In het beleid van de onderneming
17
18
staat dat zij in geen geval gebruik-
Voldoende:
maakt van kinderarbeid volgens de
richtlijnen van de Internationale
definitie van de ILO.
Goed:
Uitstekend:
De onderneming onderschrijft de
De onderneming onderschrijft de Arbeidsorganisatie (ILO).
Goed:
De onderneming onderschrijft de
richtlijnen van de ILO en ondersteunt
richtlijnen van de ILO en onderneemt
tevens programma's of initiatieven
een of twee van de volgende activi-
om kinderarbeid tegen te gaan. De onderneming onderschrijft de
teiten: -
Children’s Rights and Business Principles15 en heeft deze omgezet in beleid voor haar eigen bedrijfsvoering. De onderneming onderschrijft het internationale Verdrag inzake de rechten van het kind.
vakbonden, en/of -
Vakbondsvrijheid We verwachten van ondernemingen dat ze het recht
van werknemers erkennen om zich te organiseren, en het recht respecteren om collectief te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid om vrijheid van vereniging te respecteren. Matig: De onderneming geeft aan dat zij vrijheid van vereniging respecteert.
zij bevordert vakbondsvrijheid, en/of
-
zij houdt bij hoeveel mensen er lid zijn van een vakbond en rappor-
Uitstekend: Dwangarbeid We verwachten van ondernemingen dat zij geen gebruikmaken van dwangarbeid. Dwangarbeid is werk dat onvrijwillig gebeurt, onder bedreiging van straf. Bij ondernemingen gaat het voornamelijk om gedwongen overuren, mensenhandel, schuldslavernij en schuldarbeid. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid om dwangarbeid tegen te gaan. Voldoende: De onderneming staat op geen enkele grond dwangarbeid toe. Goed: De onderneming onderschrijft de richtlijnen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Uitstekend: De onderneming onderschrijft de richtlijnen van de ILO. Bovendien heeft of ondersteunt zij programma's of initiatieven om dwangarbeid tegen te gaan.
zij ondersteunt initiatieven van
teert daarover. De onderneming onderschrijft de richtlijnen van de ILO en onderneemt alle activiteiten die hierboven zijn beschreven.
Privacy en vrijheid van meningsuiting
We verwachten van ondernemingen dat ze respectvol omgaan met de privacy van medewerkers en klanten, en zorgvuldig omgaan met de (persoons)gegevens waarover ze beschikken. Ook verwachten we dat zij de vrijheid van meningsuiting van medewerkers, klanten en andere personen respecteren. Daarnaast verwachten wij van ondernemingen dat zij niet actief meewerken aan censuur (beperking van toegang tot informatie) door de overheid. Onvoldoende: Er zijn controverses. Matig: Er zijn enkele controverses, maar deze zijn niet heel ernstig en/of de onderneming heeft maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Voldoende: Er zijn geen controverses. Goed: De onderneming heeft in haar beleid vastgelegd dat ze de privacy en vrijheid van meningsuiting van haar medewerkers, klanten en andere stakeholders respecteert. Ook staat in het beleid dat de onderneming niet meewerkt aan censuur. Uitstekend: De onderneming hanteert niet alleen het bovengenoemde beleid, maar heeft ook programma's om te bevor-
15 UNICEF, the UN Global Compact and Save the Children, 'Children's Rights and Business Principles', 2012, blz 1-21. Beschikbaar via: http://www.unglobalcompact.org/docs/issues_doc/human_rights/CRBP/Childrens_Rights_and_Business_
Principles.pdf
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
deren en/of stimuleren dat de lokale
derneming samenwerking zoekt met
bevolking toegang heeft tot informa-
experts of hierin gespecialiseerde
tie, bijvoorbeeld via het internet.
organisaties en lokale overheden.
Gezonde en veilige werkomgeving We verwachten van ondernemingen dat ze gezonde, veilige arbeidsomstandigheden bieden. Onvoldoende: Er zijn ernstige controverses. Matig: Er zijn controverses, maar deze zijn niet heel ernstig en/of de onderneming heeft maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Voldoende: Er is bij de onderneming en haar toeleveranciers geen sprake van ernstige schendingen van de veiligheids- en gezondheidsomstandigheden. Daarbij tolereert de onderneming in geen geval intimidatie, geweld en bedreiging op de werkvloer van seksuele of psychische aard. Goed: De onderneming hanteert niet alleen het bovengenoemde beleid, maar heeft ook een klachtenprocedure en houdt het aantal ongevallen bij, evenals de maatregelen die zijn getroffen om herhaling te voorkomen. Het bedrijf rapporteert bijvoorbeeld volgens de OHSAS 18001-standaard. Uitstekend: De onderneming neemt alle bovengenoemde maatregelen, en steunt tevens initiatieven op dit gebied. Zij zet bijvoorbeeld gezondheidsprogramma's op, of een hiv-aidsprogramma voor werknemers en hun gezinnen in gebieden waar deze ziekte veel voorkomt. Hierbij is van belang dat de onderneming zich voor langere tijd committeert, en de behoefte bij werknemers goed onderzoekt. Het is een pre als de on-
Leefbaar loon We verwachten van ondernemingen dat ze zich niet
schuldig maken aan ernstige controverses als het gaat om het betalen van een leefbaar loon. Leefbaar loon is een loon dat voldoende is om te voorzien in de basisbehoeften van een gezin van gemiddelde grootte in een bepaalde economie. Onvoldoende: Er zijn ernstige controverses. Matig: Er zijn controverses, maar deze zijn niet heel ernstig en/of de onderneming heeft maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Voldoende: Er zijn geen controverses. Goed: De onderneming volgt niet klakkeloos de nationale wetten over minimumlonen, maar betaalt haar werknemers een leefbaar loon. De onderneming toetst in hoeverre de werknemers kunnen leven van het loon. Uitstekend: De onderneming neemt alle bovengenoemde maatregelen, en heeft zich aangesloten bij initiatieven op dit gebied, zoals de Asian Floor Wage Alliance, internationale vakbonden en ngo's. Lokale samenleving en (inheemse) bevolking We verwachten van ondernemingen dat ze de lokale
samenleving en bevolking met respect behandelen en niet uitbuiten.16 Onvoldoende: Er zijn ernstige controverses. Matig: Er zijn controverses, maar deze zijn niet heel ernstig en/of de onderneming heeft maatregelen genomen om herhaling te voorkomen.
16 Gebaseerd op artikel 17 UVRM over eigendomsrechten, en artikel 25 UVRM over levensstandaard (inclusief leefmilieu); de VN Verklaring over de Rechten van Inheemse Volken (2007); IFC Standard 5: Land Acquisition and Involuntary Resettlement (suggesties voor het aankopen van land en eventuele herhuisvesting van lokale bevolking); ILO-verdrag 169 (inheemse en in stamverband levende volken); GRI (performance-indicator HR9). En voor inheemse volken: artikel 10 van de VN-Verklaring over de Rechten van Inheemse Volken over het beginsel van 'free prior informed consent'. Inheemse volken mogen niet met geweld verwijderd worden uit hun landen of gebieden. Geen verplaatsing mag plaatsvinden zonder de vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde toestemming van de betrokken inheemse volken en alleen nadat een rechtvaardige, eerlijke vergoeding is overeengekomen en, indien mogelijk, de mogelijkheid tot terugkeer wordt geboden.
19
20
Voldoende: Goed:
Er zijn geen controverses. De onderneming heeft in haar beleid opgenomen dat ze de rechten van de lokale samenleving en inheemse
Uitstekend:
bevolking respecteert. De onderneming heeft beleid over dit onderwerp en steunt initiatieven en programma's om de lokale bevolking te helpen.
Consumentenbescherming
We verwachten van ondernemingen dat ze verantwoordelijkheid nemen tegenover de eindgebruiker van hun producten en diensten (consument of klant). Dit geldt bijvoorbeeld voor de verkoop van consumptiegoederen zoals voeding, elektronica, en zeker ook voor medicijnen. Onvoldoende: De onderneming geeft geen voorlichting over het product of de dienst. Matig: De onderneming geeft selectieve of onduidelijke voorlichting over het product of de dienst. Voldoende: Er zijn geen ernstige controverses bekend over de veiligheid en gezondheid van consumenten. De onderneming geeft eerlijke, duidelijke voorlichting over de producten en eventuele risico's. Goed: De onderneming geeft niet alleen duidelijke voorlichting, maar gaat een stap verder doordat zij bijvoorbeeld een complianceafdeling, klachtenmechanisme en/of klantenservice heeft. Uitstekend: De onderneming neemt alle bovengenoemde maatregelen. Zij onderscheidt zich in positieve zin met initiatieven op het gebied van consumentenbescherming. Bijvoorbeeld een programma om obesitas tegen te gaan van een bedrijf in levensmiddelen. 3.2.3. Klimaat en biodiversiteit Milieubeleid (dit criterium zal verder worden uitgewerkt naar aanleiding van de issuepaper Klimaat) Wij verwachten dat ondernemingen aantonen dat
zij een actief, integraal milieubeleid voeren. Daarbij beoordelen wij de aard van de gebruikte grondstoffen, de aard van de eindproducten, het energieverbruik,
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
besparing en efficiëntie, het verbruik van schoon water, de aard en uitstoot van de emissies en het vaste afval bij de productie, de mogelijkheden en mate van hergebruik van het eindproduct (verduurzaming van de levenscyclus) en een milieubeheersysteem. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid. Matig: De onderneming heeft weliswaar beleid, maar stelt geen doelen en termijnen en is niet transparant over processen, producten en resultaten. Het beleid wordt niet extern geverifieerd. Het milieubeleid is niet bedrijfsbreed geïntegreerd. Voldoende: De onderneming heeft een beheersysteem en beleid voor de onderwerpen die voor haar bedrijfsvoering relevant zijn, zoals CO2-uitstoot en energie, water, en afval en recycling. Zij kan bijvoorbeeld werken volgens de normen van de milieustandaard ISO 14001. Goed: De onderneming heeft een beheersysteem en uitgebreid beleid. Alle belangrijke onderdelen � CO2uitstoot en energie, water, en afval en recycling � zijn beschreven. Het systeem is extern geverifieerd. Uitstekend: De onderneming voldoet aan de bovenstaande punten en heeft bovendien concrete doelen en termijnen gepubliceerd. Zij laat extern verifiëren of zij deze doelen en termijnen haalt. Zij is transparant over haar resultaten en rapporteert volgens de GRI-richtlijnen. Ook heeft zij programma's en initiatieven om het milieu te verbeteren. Ontbossing We verwachten van ondernemingen dat zij ontbossing tegengaan. Verschillende sectoren hebben invloed op ontbossing: de landbouw, bouwsector, katoenteelt en -bewerking, veeteelt, papierproductie, vervaardiging van palmolie en soja, en mijnbouw. Wij verwachten dat ondernemingen in deze sectoren maatregelen nemen om ontbossing te voorkomen. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid. Matig: De onderneming heeft zich aangesloten bij toonaangevende sectornitiatieven of de meest vooraanstaande
keurmerken (bijvoorbeeld Forest
Voldoende:
Goed:
De onderneming heeft beleid en een
Stewardship Council (FSC), PEFC,
managmentsysteem dat, afhankelijk
UTZ Certified, RSPO) of vergelijkbare
van de bedrijfsactiviteiten, is geba-
keurmerken. De onderneming is werkzaam in arme
seerd op: -
Union for the Conservation of
voor minstens twee derde FSC-gecer-
Nature (IUCN) voor het beheer
tificeerd. Opereert de onderneming
van verschillende categorieën van
in rijke OESO-landen, dan volstaat
beschermde gebieden (Protected
het dat twee derde van de activitei-
Area Management Categories),
ten een certificering hebben van het Programme for the Endorsement of
en/of -
Forest Certification (PEFC). Daarbij
FSC-certificering als de onderneming hout uit oerbossen ge-
heeft de onderneming de doelstel-
Goed:
de richtlijnen van de International
OESO-landen en de activiteiten zijn
bruikt; en/of
ling om volledig gecertificeerd te
-
de onderneming respecteert High
worden. Al het bovenstaande; bovendien gaat
Conservation Value Areas
de onderneming partnerschappen
(HCVA's) door: � palmolie en soja alleen te
aan met ngo's (natuur- en milieuor-
verbouwen volgens de criteria
ganisaties) om ontbossing tegen te
van bijvoorbeeld het Brazi-
gaan.
liaanse Soja Platform en de RSPO; en/of
Verandering van landgebruik Wij verwachten van ondernemingen dat zij niet werk-
zaam zijn in grootschalig landgebruik en activiteiten die bijdragen aan het verlies van natuurlijke habitat en biodiversiteit. Sectoren die hierbij betrokken zijn, zijn bijvoorbeeld landbouw en bosbouw. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid. Matig: De onderneming heeft geen beleid, maar wel de intentie zich aan te sluiten bij een van de volgende standaarden: - MSC (Marine Stewardship Council) voor wilde vis; - ASC (Aquaculture Stewardship Council) voor kweekvis; - RSPO (Round Table on Sustainable Palm Oil) voor palmolie, - RTRS (Round Table on Sustainable Soy) voor soja; - FSC (Forest Stewardship Council) voor hout en papier, - NTA8080, eisen voor duurzame biomassa ten behoeve van energiedoeleinden. Voldoende: De onderneming heeft beleid en de intentie te voldoen aan de eisen van een van de bovengenoemde standaarden.
� alleen biomassa van de tweede generatie te gebruiken. De onderneming rapporteert conform de GRI-richtlijnen voor biodiversiteit. Introductie van uitheemse soorten We verwachten van ondernemingen dat zij voorzichtig
omgaan met ecosystemen. Als de mens nieuwe soorten introduceert, kunnen deze uitheemse, invasieve soorten het nieuwe gebied gaan domineren. Zo vormen zij een bedreiging voor lokale soorten of ecosystemen. Wij verwachten dat ondernemingen dit voorkomen. Betrokken sectoren zijn bijvoorbeeld landbouw, visserij, toerisme, transport en dierentuinen en -winkels. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid. Voldoende: De onderneming heeft beleid om de introductie van invasieve soorten te voorkomen. Goed: De onderneming heeft beleid om de introductie van invasieve soorten te voorkomen, inclusief een beheersysteem. De onderneming rapporteert conform de GRI-richtlijnen voor biodiversiteit.
21
22
Overexploitatie
We verwachten van ondernemingen dat ze op een duurzame manier met hulpmiddelen omgaan. Wanneer hulpmiddelen op een onduurzame manier gebruikt worden, is er sprake van overexploitatie. Deze doet zich voor in verschillende vormen: ontbossing bij bosbouw, slecht onderhoud van landbouwgrond, onduurzame landbouw, handel in of jacht op bedreigde diersoorten, overbevissing, overexploitatie door toerisme en handel in rodelijstsoorten zoals walvissen. Hierbij zijn vooral de sectoren landbouw, bosbouw en visserij betrokken. Wij verwachten dat ondernemingen overexploitatie voorkomen. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid en is niet aangesloten bij sectorinitiatieven of vooraanstaande keurmerken. Matig: De onderneming streeft naar een certificering voor vooraanstaande keurmerken of vergelijkbare keurmerken. Voldoende: De onderneming houdt zich aan de richtlijnen van de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (Cites) en/of is aangesloten bij erkende keurmerken voor de keten, zoals FSC, MSC, UTZ Certified, RTRS, RSPO en NTA808017 of vergelijkbare keurmerken. - De onderneming houdt zich aan de richtlijnen van de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (Cites) en/ of is aangesloten bij erkende keurmerken voor de keten, zoals FSC, MSC, UTZ Certified, RTRS, RSPO en NTA808017 of vergelijkbare keurmerken. - Vissersbedrijven hebben geen boten geregistreerd in landen die geen of slecht toezicht houden op hun visserijsector.
Goed:
De onderneming heeft niet alleen beleid, maar ook een beheersysteem. Zij rapporteert hierover volgens de GRI-richtlijnen op het gebied van biodiversiteit.
Vervuiling Wij verwachten van ondernemingen dat zij zich niet
schuldig maken aan genetische vervuiling (gentechnologie), stoffen in het milieu brengen waarvan de veiligheid niet is aangetoond, of activiteiten ontplooien waarbij stoffen in zulke grote hoeveelheden in ecosystemen terechtkomen, dat deze ze niet of onvoldoende kunnen verwerken. Onvoldoende: De onderneming heeft geen beleid. Voldoende: Er zijn geen controverses en de onderneming heeft beleid op het gebied van: - GGO's (genetisch gemodificeerde organismen): de onderneming voldoet aan het Cartagena Protocol inzake bioveiligheid. Als de onderneming werkt met genetisch gemodificeerde organismen (GGO) moet zij tevens voldoen aan de criteria die wij hebben gesteld in de notitie GGO-beleid ASN Bank. Als een onderneming geen beleid heeft over GGO's, is dat geen reden om haar af te keuren. Wel is het een positieve indicator als een onderneming transparant is over het gebruik daarvan; - bestrijdingsmiddelen: de onderneming houdt zich aan de Rotterdam Convention; - chemisch afval: de onderneming volgt de Basel Convention; - persistant organic pollutants (POP's, diverse, vaak toxische chemische verbindingen die niet of heel moeilijk biologisch afbreekbaar zijn): de onderneming
17 Het is niet mogelijk hier een uitputtende lijst op te noemen. Keurmerken zijn voor de ASN Bank een goed hanteerbaar criterium om beleggingen te selecteren. Daarom passen we ze in sommige gevallen toe als richtlijn. Wij zijn ons ervan bewust dat keurmerken ook commerciële instrumenten zijn. Wij willen ons daarom niet committeren aan specifieke keurmerken, omdat deze aan wijzigingen onderhevig kunnen zijn. Bovendien kunnen er betere keurmerken op de markt komen, waaraan we niet bij voorbaat voorbij willen gaan.
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
volgt de Stockholm Convention; -
stoffen die de ozonlaag aantasten: de onderneming volgt het Montreal Protocol;
-
registratie van effecten van chemische stoffen: de onderneming houdt zich aan en neemt deel aan REACH (EU) en GHS (internatio-
Goed:
naal). De onderneming heeft beleid om vervuilende stoffen te voorkomen en te reduceren, gekoppeld aan een beheersysteem. Ook heeft zij doelstellingen en deadlines om vervuiling te voorkomen en verminderen. Zij rapporteert over dit beleid volgens conform de GRI-richtlijnen op het
Uitstekend:
gebied van biodiversiteit. De onderneming neemt extra initiatieven, naast de bovengenoemde maatregelen.
Dierproeven
We investeren alleen in ondernemingen die gebruikmaken van dierproeven voor medische producten en nietmedische producten als die bij de wet verplicht zijn. Onvoldoende: De onderneming heeft beleid maar is hier niet transparant over. Het beleid voldoet niet aan de 3 R's: replacement, reduction and refinement. Voldoende: De onderneming voldoet aan alle volgende drie voorwaarden: - Zij heeft beleid voor dierproeven dat is gebaseerd op de 3 R's: replacement, reduction and refinement. Ofwel: zij wil dierproeven vervangen door andere proeven, verminderen en verfijnen. - De onderneming is transparant over het gebruik en de toepassing van dierproeven. - Het betreft alleen producten die noodzakelijk zijn uit oogpunt van medische noodzaak en hygiëne, en geen producten zoals cosmetica. - De onderneming voert alleen dierproeven uit als dit wettelijk noodzakelijk is.
23
Uitgesloten activiteiten Laagrisico-
ASN Duurzaam
ASN Milieu & Obligatiefonds
ASN Duurzaam Mixfonds
ASN Duurzaam
projectenfonds
ASN Groen-
Microkrediet-
ASN-Novib
beheer
ASN Vermogens-
Matrix van de ASN Bank en ASN Beleggingsfondsen ASN Duurzaam Waterfonds
Er moet voor alle beleid zijn.
relevante thema's
Er moet voor alle relevante thema's
ten: er is voor alle
Voorlopig toela-
beleid, moedigen
mingen zijn in het
Als er tekortko-
controverse zijn.
Er mogen geen
voldoende scoren
beleid moet ruim
beleid zijn en
relevante thema's
Er moet voor alle
voldoende scoren
beleid moet ruim
beleid zijn en
relevante thema's
Er moet voor alle
fondsen
ASN Beleggings-
sum ASN Bank &
Idem aan univer-
ASN Bank Small & Midcap-
relevante thema's beleid, maar dit
fonds
Aandelenfonds
Selectie voor alle fondsen en de ASN Bank is identiek (voor ASN-Novib wel enkele uitzonderingen)
fonds
beleid zijn. Het beleid moet mag matig zijn.
Selectie voor alle fondsen en de ASN Bank is identiek
Overige
Het beleid moet ruim voldoende
landen landen
ruim voldoende scoren. Definitief
te ontwikkelen.
ming aan beleid
we de onderne-
scoren. toelaten: zie ASN Duurzaam Minimaal bij con-
Minimaal bij conten: engagement
Voorlopig toela-
in beleggings-
ondernemingen
Informeren
in universum)
staatsobligaties
nvt (alleen
voldoende beleid
troverse of on-
Minimaal bij con-
conflicteert met
in project die
bij ontwikkeling
conflicteert met
in project die
bij ontwikkeling
voldoende beleid
troverse of on-
Minimaal bij con-
ASN Bank Issuepaper Duurzaamheidsonderzoek januari 2013
Aandelenfonds Engagevoor beleid dat
+ in universum
ethisch beleggen
criteria
troverse of on-
Sector milieu-
criteria
voldoende beleid
technologie
+ in universum
troverse of on-
Kleinere onder-
Regeling sociaal-
voldoende beleid
nemingen
Groenregeling
ment
universum over belangrijkste te-
verbeterd kan
korten in beleid
+ in universum
worden
+ in universum
Definitief toelaten: zie ASN Duurzaam Extra
Aandelenfonds criteria
24