Ashram College 2014-2015 5VWO en 6VWO
Het meten van geluk Profielwerkstuk
L.T. van Koolwijk en A. Andeweg 13-02-2015 1
Inhoudsopgave Inleiding Hoofdvraag Hypothese
blz. blz. blz.
3 3 3
Hoofdstuk 1 Wat verstaat men onder geluk? 1.1 Definitie volgens ‘de Dikke van Dale’ 1.2 Geluk als een emotie 1.3 Geluk als een evaluatie 1.4 Wat maakt geluk de moeite waard?
blz. blz. blz. blz. Blz.
4 4 4 5 6
Hoofdstuk 2 Welke bestaande manieren van het meten van geluk zijn er al? 2.1 Maatstaven in Nederland 2.2.1 Maatstaven in Bhutan 2.2.2 Hoe gaat Buthan verder met geluk in eigen land 2.3 Maatstaven over de hele wereld. En hoe staan deze in
blz. blz.
blz.
8 8 10 10 12
Hoofdstuk 3 Wat maakt men over het algemeen gelukkig? 3.1 De gelukswetenschap 3.2 Welke aspecten hebben invloed op het gelukgehalte van Nederlanders? 3.2.1 Erfelijke factoren 3.2.2. Levensomstandigheden 3.2.3.` Levensvaardigheden 3.2.4. Levenskeuzes 3.3 Drie mythen waar men veel in gelooft
blz. blz. blz.
15 16 16
blz. blz. blz. blz. blz.
17 17 17 27 28
Hoofdstuk 4 Hoe is het volgens verschillende maatstaven gesteld met het geluk van de Nederlanders? 4.1 Feiten en cijfers van Nederlands geluk 4.2.1 Internationale factoren geluk 4.2.2 Internationale organisaties 4.3 Feiten en cijfers Nederland t.o.v. internationaal geluk
blz.
29
blz. blz. blz. blz.
29 32 33 33
Hoofdstuk 5 Hoe kunnen metingen van geluk bijdragen aan een beleid gericht op de ontwikkeling en vooruitgang van de samenleving? 5.1 Hoe het de afgelopen jaren verliep 5.2 De verbetering die Nederland kan toepassen door middel van geluk in het beleid. 5.3 Engeland als voorbeeld
blz.
36
blz. blz.
36 36
blz.
37
Hoofdstuk 6 De enquête Conclusie Bronvermelding Conlusie Logboek Bijlages: drie procesformulieren
blz. blz. blz. blz. blz.
40 50 51 54 55
blz. blz.
vergelijking tot elkaar.
2
Inleiding
Lief hebben en geliefd zijn. Tevreden zijn met je leven en genieten van alles. Kleine dingen in het leven die je het goede gevoel geven dat je het ergens voor doet. De reden waarvoor je leeft. Je kan er voor op staan en je wordt er vrolijk van. Tevreden zijn met wat je hebt. Het hele leven. De mate waarin we ons in onze behoeftes kunnen voorzien. Nutella. Een bijproduct wanneer je het meeste uit het leven haalt. Dankbaarheid. Genieten. Of terwijl: GELUK! Het is en blijft een moeilijk begrip om te definiëren, te begrijpen, na te streven en te meten. Mede doordat het voor iedereen iets anders te betekenen heeft. Door het meten van geluk kom je echter al een heel stuk verder en kan je dieper op de betekenis en het begrijpen van geluk ingaan. Maar wat is de beste manier om geluk te meten? En wat houdt geluk meten eigenlijk in? Dat wordt allemaal onderzocht en beschreven in dit onderzoek en u zult na het lezen ervan, een stuk wijzer zijn en wie weet ook gelukkiger.
Hoofdvraag:
Welke mogelijkheden zijn er om geluk te meten in Nederland? Hypothese: Wij denken dat je geluk op meerdere manieren kan meten in Nederland, maar dat dat er vanaf hangt hoe je het woord geluk definieert. Omdat wij geluk definiëren als levenstevredenheid (life satisfaction) verminderen het aantal mogelijkheden om het geluk te meten (zoals; hoe voel je je op dit moment). Hierbij richten wij ons dus op de evaluatie van geluk in plaats van de emotie. Ook denken wij dat een invloed factor op het meten van geluk leeftijd kan zijn. Wij denken dat je geluk bij kinderen niet op dezelfde manier kan meten als dat je dat bij volwassenen doet, want kinderen hebben een heel ander beeld over hun leven, de werkelijkheid en de wereld om hun heen dan volwassenen. Wel denken wij dat geluk wereldwijd hetzelfde betekend, arm of rijk. Wij gaan er vanuit dat je geluk overal ter wereld op dezelfde manier kan meten. Dus als men in bijvoorbeeld Bhutan een landelijke geluk meter opzet, kan dat goed betekenen dat wij hier in Nederland veel van kunnen leren. Wel kunnen de resultaten wereldwijd natuurlijk uiteenlopen.
3
Hoofdstuk 1
Wat verstaat men onder ‘geluk’
§1.1 Definitie volgens ‘de Dikke van Dale’ ” 1 gunstige loop van de omstandigheden, voorspoed die iemand. zonder eigen toedoen te beurt valt, 2 de aangename toestand waarin men al zijn (aardse) wensen en verlangens bevredigd ziet, 3 (concr.) gunstig toeval, begunstigende omstandigheid of voorval, blijde gebeurtenis, 4 het behaaglijk gevoel van degene die al zijn (aardse) wensen bevredigd ziet en zich verheugt over de hem te deel gevallen zegen, toestand van vervuldheid, 5 (uitdr.,scherts.) “ Dit is de officiële definitie van geluk volgens het van Dale woordenboek. Zoals je ziet zijn dit meer dan één definities. Hier uit blijkt al hoe moeilijk het is om één juiste definitie van het woord geluk op te kunnen stellen. De lexicograaf van ‘de Dikke van Dale’ is niet de enige die hier moeite mee zal hebben gehad. Wikipedia zegt: “Geluk (of gelukkig zijn) kan gedefinieerd worden als het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden. Hierbij kunnen er diverse positieve emoties aanwezig zijn, zoals vreugde, vredigheid, ontspannenheid en vrolijkheid. Gelukkig zijn is het tegengestelde van ongelukkig zijn, wat bestaat uit een gevoel van ontevredenheid, en vaak samengaat met depressie, overspannenheid, woede of verdriet. Onderzoek duidt er op dat geluk voor ongeveer de helft erfelijk bepaald is. De rest van de verschillen wordt veroorzaakt door invloeden uit de omgeving.” §1.2 Geluk als een emotie Dit zijn twee informatiebronnen die men snel als eerste zal raadplegen als men iets wilt opzoeken. Dit zijn dan ook de meest voor de hand liggende definities van geluk zou je zeggen. Wat alleen het probleem bij geluk is, is dat je er eigenlijk niet een vaste definitie aan vast kunt knopen, omdat dat voor iedereen persoonlijk is en dus eigenlijk iedereen een andere definitie er voor heeft. Je geluk is een gevoel en dat baseer je namelijk op hoe jij je leven ervaart en wat jouw emoties op een bepaald moment zijn. De precieze levensomstandigheden die aanleiding geven tot een gevoel van gelukkig zijn, verschillen per persoon en veranderen over tijd. Een bepaald persoon is misschien gelukkig met een bepaald type auto, terwijl anderen nooit in die auto gezien zouden willen worden, en een gevoel van ongeluk zouden ervaren wanneer dit wél zou gebeuren. Ook wanneer men voor zichzelf een nieuw bezit verwerft is men vaak gelukkig; dit geluk zal echter vaak na verloop van tijd afnemen, waarna men zich misschien niet eens meer bewust is van het feit dat men het betreffende object nog steeds in bezit heeft.
4
§1.3 Geluk als een evaluatie Als we onderzoeken of men in het algemeen gelukkig is met zijn of haar leven zoals het nu is, spreken we van de evaluatie van geluk. De evaluatie van geluk kunnen we ook in één woord omschrijven namelijk de levenstevredenheid. In Engelse termen noemt men dit: life satisfaction. Dit is ook meteen de wetenschappelijke benadering van de definitie van geluk. Iedereen bepaalt hierbij voor zichzelf welke aspecten in het leven invloed hebben op zijn of haar levenstevredenheid. De aspecten die invloed hebben op de levenstevredenheid is voor elk individu dan ook verschillend. Het woord ‘geluk’ zelf wordt niet gebruikt om de tevredenheid van het leven met specifieke aspecten te beschrijven, maar verwijst naar de tevredenheid van het leven als geheel. Geluk heeft hierbij betrekking op het verleden, het heden en verwachte ervaringen. De vraag die hier hierbij vaak gesteld wordt is: ‘Alles bij elkaar genomen, hoe tevreden of ontevreden bent u tegenwoordig met uw leven als geheel?’ De evaluatie van geluk betreft het proces van ordening en selectie. Het hoeft dus niet te betekenen dat elke levenservaring even zwaar meetelt, of überhaupt meetelt. Het ene aspect zal genegeerd worden terwijl een ander aspect nog eens extra versterkt zal worden. Wanneer we gaan kijken naar de evaluatie van de gunstige ervaringen van het leven, neigt men er vaak naar om zich te richten op twee verschillende informatiebronnen, namelijk onze invloeden, die je zelf hebt, en onze gedachtes. De ene bron kan hierbij de andere bron beïnvloeden. Deze wetenschappelijke benadering van geluk wordt nog erg gewantrouwd door filosofen en anderen intellectuelen. Met zo’n simpele vraag zou je geluk niet kunnen meten. Er zouden veel meer vragen voor nodig zijn, of veel diepere vragen, om zoiets diepgaands als geluk te kunnen meten. Omdat er veel verschillende meningen over deze definitie en vraag van geluk zijn, hebben wij ervoor gekozen om de definitie van de wetenschap als ‘juist’ te beschouwen. Geluk is heden ten dage al overal ter wereld onderzocht. Door deze ‘makkelijke’ vraag wereldwijd te stellen, is het dan ook geen onmogelijke opgave meer om het geluk wereldwijd te meten. De eerste vraag die men dan al snel krijgt bij zo’n makkelijk en efficiënt gedaan onderzoek is ‘is het wel nauwkeurig?’. Kunnen mensen wel van zichzelf weten of ze gelukkig of ongelukkig zijn en is dat dan niet erg subjectief? De laatste twee vragen zijn vrij makkelijk te beantwoorden: uit eerder gedane onderzoeken blijkt dat de vraag of mensen van zichzelf weten of ze gelukkig of ongelukkig zijn vrijwel nooit als een lastige vraag is beschouwd. Het bepalen voor jezelf of je gelukkig of ongelukkig bent is subjectief in de zin dat je dat zelf bepaald; dat het jou eigen mening is. Maar onderzoek toont aan dat meestal ook directe naasten zoals vrienden en familie hetzelfde over jou geluk denken. En ook wetenschappelijke onderzoeken waarin hersenscans gebruikt worden tonen aan dat men meestal goed kan inschatten of hij of zij gelukkig of ongelukkig is. Deze onderzoeken veranderen dus de situatie, waardoor men dit kan zien als een objectief antwoord. Bijna alle objectieve metingen of meetstaven van geluk nemen de betekenis van hun geluk uiteindelijk over aan het subjectieve verschijnsel: levensvoldoening.
5
§1.4 Wat maakt geluk de moeite waard? Ondanks het feit dat geluk een gevoel is, je kan het niet aanraken, vasthouden, neerzetten etc., vindt bijna iedereen geluk heel belangrijk. Ook omdat we denken er allemaal wel iets van af te weten werden wetenschappers nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag ‘Wat is het wat geluk voor zoveel mensen de moeite waard maakt?’. Vaak zoeken mensen vanuit ervaringen van geluk (en van ongeluk) naar een nuttige definitie van ‘geluk’. Ook de gelukswetenschap (zie §3.1.1) is een empirische wetenschap, gebaseerd op ervaringen. Bij geluk hebben we te maken met twee soorten ervaringen: de ervaringen van onszelf en de ervaringen waarover al veel wetenschappelijke ideeën bestaan. Niet alle gelukservaringen zijn even belangrijk. Het gaat meer om de volgende vraag: ‘wat het is aan geluk, dat zoveel mensen er zoveel voor over hebben om het te vinden?’ Bij het vinden van dit antwoord zal het ook duidelijker worden welke ervaringen van geluk er het meest toe doen in het leven. Geluk zou een stuk minder belangrijk zijn als het niet aangenaam is, zo voorbij is of door het minst geringste kan worden verstoord. Door dit om te draaien kom je op de volgende kenmerken van geluk1: -
Geluk is positief Gelukkig zijn is een beleving die we graag willen voortzetten als we het hebben. Hierbij kunnen juist negatieve gebeurtenissen een positieve rol spelen, omdat die gebeurtenissen ons ontwikkelen tot een gelukkiger persoon. Als je gelukkiger wil worden kan je niet alleen maar hopen op positieve gebeurtenissen, maar moet je ook om kunnen gaan met de negatieve gebeurtenissen in het leven. Maar dit is niet het enige kenmerk van geluk, geluk gaat dieper en is van een langere duur dan bijvoorbeeld plezier of genot.
-
Geluk is van langere duur Geluk valt niet samen met de veranderende gevoelens die we door de dag heen meemaken. Het idee dat geluk van langere duur is, wist men 4 à 5 jaar voor Christus al. Juist omdat geluk niet alleen iets is waar we vandaag van op aan kunnen, is het waardevol om in je geluk te investeren. Geluk is dus duurzaam en bestendig. Voor filosofen zoals Socrates, Plato en Aristoteles was het belangrijk om naar geluk te streven omdat het gezien werd als iets wat standhield in je gehele leven. Het is opvallend dat dit soms nog wel eens vergeten wordt, terwijl het eigenlijk nog steeds zo het geval is als 25 eeuwen geleden.
-
Geluk is relatief onafhankelijk van de buitenwereld Als geluk ‘eenmaal aanwezig is’, als verschijnsel van langer duur, kan iemand of iets dit ons niet zomaar afpakken. Als een fiets kapot gaat bij het geringste, heeft deze weinig waarde. Dit is vergelijkbaar met geluk: als we het zo kwijt kunnen raken, zou het niet zo belangrijk voor ons zijn. Concluderend is geluk voor een groot deel onafhankelijk van de buitenwereld. Dit kan alleen als geluk van binnenuit komt. En doordat geluk van binnenuit komt, kan ons geluk ons dan weer wapenen tegen nare ervaringen waar wij van buitenaf te maken mee krijgen. Geluk zorgt er dus voor dat wij weerbaar zijn bij ziekte en bij andere tegenslagen.
‘Geluk zit dieper dan gevoelens en dan stemming. Het is iets dat in het algemeen een positieve stemming veroorzaakt.’ – Daniel Haybron, filosoof. 1
de Groot, A. (datum onbekend). Wat maakt geluk de moeite waard?, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/wat-is-geluk/wat-maakt-geluk-de-moeite-waard/
6
Hoofdstuk 2 er al?
Welke bestaande manieren van het meten van geluk zijn
§ 2.1 Maatstaven in Nederland Of Nederland een gelukkig land is en of de Nederlanders tevreden zijn over hun leven en wat ze doen wordt allemaal gemeten en vastgesteld. Zoals: dat de leefsituatie in Nederland in 2012 beter was dan in 2002, en dat er tussen 2010 en 2012 sprake was van een verslechtering, de koopkracht is gedaald en de werkeloosheid gestegen. Ook dat we in een goede gezondheid leven maar de chronische zieken toe neemt. En dat het aantal vrijwilligers stijgt en het aantal mensen dat wekelijks aan het sporten doet stabiel is. Deze gegevens zijn in Nederland op verschillende manieren te meten. -
Sinds 1974 onderzoekt het SCP de leefsituatie van de Nederlandse bevolking. Deze index omvat acht terreinen die samen een beeld schetsen van de leefsituatie. Hierbij gaat het om: wonen, gezondheid, vrijetijdsbesteding, bezit duurzame consumptiegoederen, vakantiegedrag, sport, mobiliteit en sociale participatie. Daarnaast wordt er in deze rapporten aandacht gegeven voor het oordeel van burgers. Hoe waarderen zij hun bestaan? Hoe tevreden zijn zij met hun leven in het algemeen? En met specifieke aspecten van hun leefsituatie? Hoe waarderen zij hun gezondheid, hun werk, hun vriendenkring? Hoe prettig voelen zij zich in de Nederlandse samenleving?2 Hoe het vertrouwen van de bevolking en de overheid in de samenleving is komt ook aan bod. Om de huidige sociale situaties te beoordelen, vergelijkt het onderzoekers de ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar. Kenmerkend voor het SCP is het gebruik van de sociale indicatoren. Hiermee volgen onderzoekers de veranderingen die in de levensomstandigheden plaatsvinden. En omdat de beschikbaarheid van de statistische gegevens toeneemt wordt het steeds makkelijker om de maatschappelijke ontwikkelingen in beeld te brengen. De resultaten van dit onderzoek worden dan uiteindelijk gepubliceerd in de Sociale Staat van Nederland (SSN) De SCP-leefsituatie-index geeft dus inzicht in de objectieve kant van de kwaliteit van leven (wat mensen doen en hebben), maar niet in de subjectieve kant ( hoe tevreden en gelukkig de mensen zijn)3. In de Sociale Staat van Nederland (ssn) heeft kwaliteit van leven betrekking op zowel de objectieve situatie als op het subjectieve oordeel.
2 3
http://www.scp.nl/ factoren in waar het scp rekening mee houd in zijn rapporten. Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag
7
-
Ook de piramide van Maslow is een veel gebruikte manier om het geluk in Nederland te meten en weer te geven. Het is een door Abraham Maslow in 1943 gepubliceerde hiërarchische ordening van behoeften. Maslow rangschikte de volgens hem universele behoeften van de mens in deze hiërarchie. Volgens zijn theorie zou de mens pas streven naar een behoeften die hoger in de hiërarchie geplaatst kon worden als de behoeften die lager geplaatst waren bevredigd zijn. Maslows behoeftehiërarchie ziet er als volgt uit: Organische of lichamelijke behoeften: deze fysiologische behoeften houden verband met de homeostase van het organisme en het lichamelijk evenwicht. Hieronder vallen onder meer behoefte aan slaap, voedsel, drinken en het uitscheiden van ontlasting. Maslow classificeert hieronder ook seks en andere lichamelijke zaken zoals sport en comfort. Behoefte aan veiligheid en zekerheid: het individu gaat beveiliging zoeken in een georganiseerde kleine of grote groep. Dit kan bijvoorbeeld de buurt, het gezin of het bedrijf zijn. Typische voorbeelden zijn: huisvesting, werk en relaties. Er wordt gepoogd dit op te vangen door een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid. Behoefte aan saamhorigheid: behoefte aan vriendschap, liefde en positief-sociale relaties. Behoefte aan waardering, erkenning en zelfrespect: die de competentie en het aanzien in groepsverband verhogen; het belang hechten aan de status in sociaal verband. Behoefte aan zelfverwerkelijking of zelfactualisatie: is de behoefte om zijn persoonlijkheid en zijn mentale groeimogelijkheden te ontwikkelen en te valoriseren. Het sociaal milieu niet weg te cijferen als steunende basis van deze actualisatietendens. Behoefte aan zelftranscendentie: In de latere fasen van zijn leven nuanceert hij zijn visie op zelfactualisering en legt hij de nadruk op zelftranscendentie.4 Volgens Maslow zou het tot een vermindering van de mensheid leiden als je geen bevrediging hebt van deze fundamentele behoefte en zelfs tot een blokkering van de menselijke mogelijkheden kunnen leiden. De groeibehoefte is volgens hem niet fundamenteel. In later onderzoek kwam Maslow tot de conclusie dat elke mens bekneld zit tussen de fundamentele behoeften van het behoud en de groeibehoefte naar nieuwe ervaring Als men zou willen kunnen groeien, dan moet men de aantrekkelijkheid van de 'veilige situatie' verkleinen en het gevaar van de 'groei' vergroten. Met deze 'veilige situatie' doelde Maslow op de veiligheid van de originele situatie.5 Op het moment dat de mens uit gaat van zijn gewoontes, wil hij deze gaan veranderen en nieuwe ervaringen opdoen en
4 5
Theorie van Maslow: http://www.scienceprogress.nl/marketing/behoeften-hierarchie-maslow Theorie van Maslow: http://www.scienceprogress.nl/marketing/behoeften-hierarchie-maslow
8
daardoor doorbreekt hij deze 'veilige situatie'. Ook als er een behoefte wegvalt of ontbreekt zal het individu deze behoefte opnieuw moeten voldoen, voordat hij verder kan stijgen. Voorbeeld: “Iemand die door een museum loopt (zoeken naar schoonheid) en honger (fysiologische behoefte) krijgt, zal proberen iets te eten voordat hij verder kan gaan met het zoeken naar meer schoonheid. Na het eten schuift de persoon terug naar het zesde niveau omdat aan alle tussenliggende niveaus nog steeds voldaan is. Krijgt hij echter intussen bericht dat zijn huis afgebrand is, zal hij eerst naar die behoefte teruggaan om deze te 'bevredigen'.”6 Zo kunnen dus alles tussenliggende niveaus op verschillende manieren afgehandeld worden. En zodra deze behoeften bevredigd zijn, laten andere behoeften zich gelden: de sociale.
§ 2.2.1 Maatstaven in Bhutan Hoe je het wendt of keert, Bhutan is een van de voortrekkers bij het internationaal op de kaart zetten van het thema Bruto Nationaal Geluk. Want in Bhutan speelt ‘geluk’ een centrale rol bij het richting geven aan de nationale ontwikkeling.7 Bhutan wordt ook vaak als voorbeeld genoemd voor Nederland, een materialistisch en rijk land dat nog steeds op basis van het Bruto Nationaal Product zijn beleid voert en koers zou uitzetten. Op de achtergrond is er dan de gedachte dat de Bhutanezen, anders dan wij Nederlanders doen, allang begrepen hebben dat ons geluk niet zozeer van geld, als wel van andere zaken afhankelijk is. Geluksdoctorandus Dhr. de Groot zegt: “Het gevaar van dit beeld is echter dat we in een idyllisch sprookje gaan geloven, waarmee we het streven naar geluk in ons eigen land niet verder helpen.”8 Dhr de Groot stelt ook dat we als we naar Buthan als voorbeeld kijken, wel goed moeten kijken, Buthan is namelijk een van de minst ontwikkelde landen ter wereld. Het land is niet alleen arm, het heeft ook nog maar net een feodaal tijdperk achter de rug. In dat opzicht lopen ze dus een heel stuk achter op Nederland en kan je Buthan niet echt tot een voorbeeld voor een democratisch land als Nederland nemen. Bovendien heeft Nederland bijna net zoveel geluksrapporten en gelukmetingen als Buthan. Alleen wordt het in veel mindere mate toegepast in de overheid. Dus Nederland beschikt wel over alle informatie (zoals veel meer landen in de wereld dat hebben, dan de meeste mensen denken) alleen benutten de overheid en het beleid de informatie veel minder goed. Dit alles is mooi, maar ook nog pril en groen. Wat betreft de Nepalese vluchtelingen, dat onderwerp is in de Bhutanese politiek nog steeds enigszins taboe. Hun geluk wordt letterlijk niet meegeteld.
§2.2.2 Hoe gaat Bhutan verder om met geluk in eigen land? 6
Een voorbeeld van http://nl.wikipedia.org/wiki/Piramide_van_Maslow http://geluksdoctorandus.nl/waarom-ons-bruto-nationaal-geluk-niet-uit-bhutan-hoeft-te-komen/ 8 Citaat geluksdoctorandus Dhr. de Groot www.geluksdoctorandus.be 7
9
Het bevorderen van omstandigheden die het Bruto Nationaal Geluk ten goed komen, is expliciet opgenomen in de nieuwe Grondwet. De uitkomsten van de officiële geluksmetingen, worden beschouwd als een richtingwijzer voor het landelijke en regionale beleid.
Hoewel het land dit geluksbeleid op zijn eigen manier vormgeeft, maakt Bhutan nog steeds gebruik van buitenlandse financiële steun (bijv. van de VN en Canada) bij het verzamelen en het verwerken van de gegevens over geluk. Dat is geen schande overigens, als je een van de armste landen ter wereld bent.9
Bhutan meet geluk niet zoals dit algemeen gebruikelijk is. Dus niet als ‘subjectief geluk’ ofwel het antwoord op de enquêtevraag (zie hoofdstuk 6) naar iemands ‘tevredenheid met het leven’. Bhutan ziet geluk als een combinatie van allerlei factoren en omstandigheden, zo ook de sociale omstandigheden. Het beschouwt de geluksindicator als een index, net zoals ons Sociaal-Cultureel Planbureau bijvoorbeeld elke twee jaar de leefsituatie-index berekent. Die bestaat uit allerlei onderliggende factoren, van huisvesting tot gezondheid tot inkomen zoals in §2.1 over het SCP staat. Het is onhandig dat Bhutan niet óók het ‘subjectief geluk’ op de gebruikelijke manier heeft gemeten. Hierdoor valt het geluk in Bhutan moeilijk met dat in de rest van de wereld te vergelijken. In plaats daarvan hebben de Bhutanese statistici wel een andere vraag over geluk gesteld, die overeenkomt met die uit het European Social Survey (ESS).Daardoor kunnen de Bhutanese geluksuitkomsten in elk geval worden vergeleken met de landen die dáárin voorkomen: Bhutan behaalt dan namelijk een gemiddeld geluk van 6.05 op een schaal van 1 tot 10. Dit is lager dan het gemiddelde uit het hele ESS-onderzoek, en een flink stuk lager dan ons land, maar hoger dan Rusland, Oekraïne en Bulgarije. Het is iets hoger dan India en een stuk hoger dan Nepal, China en Bangladesh. 10
Alles overziend, zou je kunnen zeggen: Het is interessant om de ontwikkelingen rond geluk in Bhutan te volgen, al zijn ze minder uniek dan we denken. Bhutan moet nog een hele ontwikkeling op democratisch gebied doormaken, die Nederland al achter de rug heeft, waardoor Nederland eigenlijk niet kunnen vergelijken is met dit land. Maar we kunnen wel een voorbeeld nemen aan hoe dit land geluksindicatoren toepast in de overheid. Ook een reden dat we niet te veel op Buthan moeten concentreren, is dat we compleet voorbij gaan aan wat er in de rest van de wereld op dit gebied al gebeurt.
Al vanaf de jaren zeventig meten moderne, Westerse landen als Nederland allerlei zaken die met ons geluk en welzijn te maken hebben. Het Sociaal-Cultureel Planbureau is zelfs speciaal daarvoor in 1973 opgericht.
9
Opsomming afkomstig uit www.geluksdocorandus.nl Dhr. de Groot www.geluksdocorandus.nl Dhr. de Groot – waarom ons bnp niet uit Buthan hoeft te komen
10
10
In het kader van de Verenigde Naties wordt al sinds 1990 de Human Development Index (HDI) gebruikt. De HDI gaat, strikt genomen, niet over (subjectief) geluk, maar wel over belangrijke voorwaarden daarvoor.
Vanaf eind vorige eeuw is er bovendien een sterke roep om andere indicatoren van nationale vooruitgang dan alleen de economische vanuit de Europese Unie en vanuit de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Dit zijn stuk voor stuk organisaties, waar Bhutan en ook Nederland een volwaardige rol in spelen. Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) speelt als voortrekker van het Europese e-frameproject zelfs een hoofdrol. 11
Maar al deze initiatieven waar Nederland zelf in meespeelt (en de aanleiding daartoe), zijn de overheid – sinds de financiële crisis – alweer vergeten. De statistische en planbureaus weten in Nederland dus net zoveel over geluk als Buthan.
§2,3 Maatstaven over de hele wereld. En hoe staan deze in vergelijking tot elkaar. De mate waarin burgers in een land voldoening in hun leven scheppen werd aanvankelijk geschat aan de hand van 'objectieve' indicatoren, in het bijzonder protestgedrag en wanhoopsgedrag. Opstand en staking werd gezien als een teken van massale onvrede met het bestaan, en het voorkomen van zelfmoord en drankmisbruik evenzeer. Het is inmiddels gebleken dat die relaties toch niet zo duidelijk liggen. Politiek protest heeft wel vaak te maken met specifieke onvrede, maar lang niet altijd met algehele levens-malaise. Geluk kan zelfs protest voeden (Klandermans 1989). Zelfmoord komt wel vaak voort uit onvrede met het bestaan, maar de wijze waarop mensen omgaan met ongeluk is hoogst variabel. Inmiddels zijn ook betere indicatoren beschikbaar. Het enquête-onderzoek naar geluk heeft inmiddels al een flink aantal studies in landelijke steekproeven voortgebracht. In veel van die studies zijn identieke vragen gesteld, vaak ook in de zelfde volgorde. Een bekend voorbeeld hiervan is de baanbrekende vergelijking van 16 landen in 1960 door Cantril (1965). Latere vergelijkingen van geluk in landen zijn gerapporteerd door Gallup (1976) en Inglehart (1990). De resultaten van al dat onderzoek zijn bijeengebracht in de World Database of Happiness. De tabel op de volgende pagina is afkomstig uit dit rapport. In de World Database of Happiness zijn de resultaten van dat onderzoek bijeengebracht. Op basis daarvan het onderstaande overzicht van de gemiddelde score naar geluk. Het zijn bij elkaar 49 landen rond 1990. Wat opvallend is, is dat op alle 3 de vragen duidelijk het gemiddelde boven het schaalmidden van 5 ligt. Dat duidt op meer geluk dan veel maatschappijcritici denken, en op minder ongeluk dat men zou verwachten bij het lezen van de krant. Het beeld in de tabel wordt echter voor het grootste deel bepaald door de meest welvarende landen van dit moment. Als we afgaan op de scores in landen als India zou het gemiddelde van de wereld een stuk lager liggen. Verder toont het flinke verschillen tussen de landen aan. Nederland scoort bijvoorbeeld over hoog en Bulgarije overal. In de verschillen 11
Opsomming afkomstig uit www.geluksdocorandus.nl Dhr. de Groot
11
is op het blote oog al een zekere systematiek te herkennen. De hoogste scores worden gehaald in de rijke landen, met name in Noord-west Europa en de AngelSaksische landen. De levensvreugde is wat minder in japen en de Zuid-Europese lande. De laagste scores zijn in de voormalige communistische landen en in sommige ontwikkelingslanden. Dat Ijsland aan de top staat en dat de Fransen systematisch lager scoren dan Nederlanders zijn verschillen die minder makkelijk geplaatst kunnen worden. Meer over internationaal geluk is terug te vinden in hoofdstuk 4. Tabel staat op volgende pagina.
12
13
12
12
Ruut veenhoven- Erasmus http://www2.eur.nl/fsw/research/veenhoven/Pub1990s/98b-fulln.pdf
14
Hoofdstuk 3
Wat maakt men over het algemeen gelukkig?
§3.1 De gelukswetenschap Ondanks het feit dat iedere individu verschillende gelukservaringen heeft, bestaan er ook aspecten van geluk die voor iedereen hetzelfde zijn. Omdat het voor ons lastig is om individuele aspecten bij ons onderzoek te betrekken gaan wij dieper in op de algemene aspecten van geluk. Ook wetenschappers namen tot voor kort aan dat de oorzaken van geluk per individu verschillen. Dit maakte onderzoeken naar geluk dan ook erg lastig. Als geluk wordt beschouwd als een kwestie van smaak is het voor een wetenschapper geen juist gebied om je in te mengen. Er is de afgelopen decennia meer twijfel ontstaan over de aannames van deze wetenschappers. Door deze twijfels is er alsnog een nieuw vakgebied ontstaan waar onderzoek wordt gedaan naar geluk; ook wel de gelukswetenschap genoemd. De opkomst van de gelukswetenschap komt vooral doordat Nederland na de jaren zestig en zeventig welvarender werd en zich ging afvragen hoe we verder moesten. Hierbij ontstond het debat ‘welzijn versus welvaart’, waarbij je zou denken dat de discussies over geluk gingen. Dit was niet het geval; de discussies gingen over welzijn waarbij men dacht dat het je eigen schuld was als je geen welzijn kende en ook dat welzijn goed is voor de mensen. Ondanks deze ontwikkelingen binnen de gelukswetenschap was er in die tijd nog weinig animo als het om het meten van geluk ging of om het onderzoeken waardoor mensen gelukkig werden. De gelukswetenschap bestaat voornamelijk uit geluk- psychologen, economen, sociologen en filosofen. De gelukswetenschap betreft dus verschillende vakgebieden en geluk is dan ook een interdisciplinair onderzoeksgebied. Inmiddels wordt er veel onderzoek gedaan naar geluk, worden er conferenties gehouden en zijn er duizenden publicaties per jaar van over de hele wereld. Door al deze nieuwe inzichten in de gelukswetenschap zijn wetenschappers er door onderzoek ook achter gekomen wat ons gelukkig maakt. Wel is het zo dat niet alle wetenschappers hetzelfde denken over onderdelen van het geluk, maar over het algemeen zijn deze verschillen niet erg groot. §3.2 Welke aspecten hebben invloed op het gelukgehalte van Nederlanders? De oorzaken van geluk zijn te verdelen in vier verschillende factoren13: -
Erfelijke factoren (± 30%) Levensomstandigheden (± 25%)14 Levensvaardigheden (± 25%) Levenskeuzes (± 20%)
13
De Groot, A. (datum onbekend). Geluk voor kamerleden, gehaald van: http://geluksdoctorandus.be/wpcontent/uploads/2013/05/Geluk-voor-Kamerleden-en-kiezers-e-book.pdf 14 Volgens Veenhoven, R. (2009) Geluk voor kamerleden, gehaald van: http://geluksdoctorandus.be/wpcontent/uploads/2013/05/Geluk-voor-Kamerleden-en-kiezers-e-book.pdf
15
§ 3.2.1 Erfelijke factoren Ruim 30% van je geluk zit in erfelijke factoren. Hierbij kan je denken aan aangeboren gezondheid en persoonlijkheid. Dit is men te weten gekomen mede op basis van analyses van tweelingen registers uit verschillende landen waaronder Nederland (door de Vrije Universiteit te Amsterdam). Een van de bekendste tweeling onderzoeken15 is afkomstig uit Amerika. Bij dit soort onderzoeken worden tweelingen gevolgd waarbij gelet wordt op verschillende gebeurtenissen in hun leven. Een bijzonder voorbeeld16 van zo’n onderzoek gaat over twee mannen, beide genaamd James, die elkaar voor het eerst op hun negenendertigste ontmoetten. Er kwamen ongelooflijk veel overeenkomsten tussen de twee mannen naar boven. Zo waren ze even lang en rookten ze hetzelfde sigarettenmerk. ‘Ik weet zeker dat ze allebei even gelukkig (of ongelukkig) waren.’17 De gegevens uit het tweelingen register leidden tot de conclusie dat er een sterke genetische aanleg is voor geluk. Op dit moment is er niet veel onderzoek meer te doen naar de erfelijke factoren van geluk. Wel zou er onderzoek gedaan kunnen worden naar de mogelijkheden om genetische eigenschappen te beïnvloeden. §3.2.2 Levensomstandigheden Het percentage levensomstandigheden bepaald maar een klein deel, namelijk 25%, van ons geluk. Volgens Sonja Lyubomirsky, een professor in Psychologie aan de universiteit van Californië, is dit percentage nog kleiner, namelijk 10%. Wij gaan uit van de 25%, omdat de genetische invloeden een aantal jaar geleden nog zwaarder wogen. Deze 25% kunnen we weer opsplitsen in 3 delen: -
Sociaaleconomische positie (± 5%) De verschillen in onder andere inkomen, geslacht, leeftijd, ras en opleiding verklaren ongeveer 5% van de verschillen in geluk.
-
Sociaal-emotionele inbedding (± 10%) Vrienden en vriendinnen, partners, familie, kennissen dragen ongeveer 10% bij aan ons geluk.
-
Externe gebeurtenissen (± 10%) Externe gebeurtenissen bestaan uit negatieve zaken (zoals een ongeluk, gepest, gescheiden ouders) als positieve zaken (een fijne jeugd, een gewonnen prijs, getrouwd). Externe gebeurtenissen dragen ongeveer 10% bij aan ons geluk.
Het is niet zo dat een materialistische instelling je gelukkig maakt, zoals vaak gedacht. Het is zelfs zo dat dit een sterke indicator is om je ongelukkig te maken. Ook uit onderzoeken blijkt dat het streven naar materialen (zoals een dure tv of een groter huis) niet bijdraagt aan je geluk gehalte. §3.2.3 Levensvaardigheden Ongeveer 25% van ons geluk wordt verklaard door, aan te leren, kwaliteiten. Om meer te weten te kunnen komen over deze kwaliteiten, kunnen we weer terecht bij Sonja Lyubomirsky. Volgens Lyubomirsky kun je geluk oefenen. In haar boek, ‘De maakbaarheid van geluk’, beschrijft zij twaalf ‘geluksactiviteiten’ die voor een blijvend geluk blijken te zorgen. Dit heeft zij aangetoond na een jarenlange zoektocht naar empirisch bewijs. Het gaat hier om de volgende twaalf ‘geluksactiviteiten ‘:
15
Lykken, D. en Tellegen, A. (2007). Het Happiness Twins-onderzoek (Universiteit van Minnesota). Vermelding in ‘De maakbaarheid van Geluk’ door Lyobumirsky, S. (2009). Uitgeverij Archipel. 16 Onderzoek afkomstig uit het Tweelingenregister van Minnesota. Vermelding in ‘De maakbaarheid van Geluk’ door Lyobumirsky, S. (2009). Uitgeverij Archipel. 17 Lyobumirsky, S. (2009). De maakbaarheid van geluk, uitgeverij Archipel.
16
1. Dankbaarheid tonen Dankbaarheid helpt ons om echt te genieten. Dankbaarheid is niet alleen het ‘dank je wel’ zeggen bij het krijgen van een cadeautje of voordeeltje, maar betekent veel meer dan dat. Als je ergens dankbaar voor bent, kan je dat niet zonder stil te staan bij die dankbaarheid. Het aandacht geven aan deze dankbaarheid kan bijvoorbeeld in stilte, op papier, in een gebed of in gedachten. Recent onderzoek wijst steeds meer op de vele gunstige effecten van dankbaarheid. Als men consistent dankbaar is, is hij naast relatief gelukkiger, ook energieker en optimistischer. Het ‘opzoek gaan’ naar geluk werkt niet als volgt: -
Je vindt iets waarvan je gelukkiger denkt te worden geluksgevoel neemt toe. Vreugde die je hieraan ontleende vermindert geluksgevoel keert terug naar het standaardniveau Je gaat weer opzoek naar iets nieuws om te proberen je geluksgevoel weer te laten toenemen.
Het geeft dus geen zin om telkens weer in iets nieuws opzoek te gaan naar geluk, omdat je uiteindelijk toch weer bij je standaardniveau van geluk terugkeert. Dankbaarheid doorbreekt dit proces. Als men ergens dankbaar voor is duurt het veel langer voordat we terugvallen naar het standaardniveau. Het is zelfs zo dat je standaardniveau omhoog kan gaan. Er zijn vele onderzoeken gedaan naar dankbaarheid. Uit de resultaten van deze onderzoeken bleek dan ook vaak dat er een duidelijk verband te zien was tussen ‘dankbaar zijn of dankbaarheid uiten’ en geluk, optimisme, energie en het ervaren van positieve emoties. Omdat uit onderzoek dus blijkt dat dankbaarheid je gelukkiger maakt is het van belang om te begrijpen waarom je van dankbaarheid gelukkig wordt. Als je dankbaar bent geniet je onder andere meer van positieve gebeurtenissen in het leven, bevordert het je gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen, stimuleert het je morele gedrag, maak je makkelijker contact, helpt het je om te gaan met stress en trauma, belemmer je de voortgang van hedonistische adaptie18. 2. Optimisme cultiveren Optimisme cultiveren lijkt veel op het cultiveren van dankbaarheid, volgens Lyubomirsky. Het grootste verschil zit hem in de tijd; bij optimisme komt naast het verleden en het heden ook de toekomst kijken. Hierbij gaat het er om dat je ook de toekomst zonnig inziet. Bij optimisme vragen we ons af hoe we ons doel zullen bereiken. Ook nemen we hierbij aan dat het de moeite waard is om ons voor deze doelen in te zetten. Optimisme levert hierbij, naast een goed gevoel, energie. Tevens is naar optimisme veel onderzoek gedaan waaruit blijkt dat optimisme ons geluk bevordert. Daarnaast draagt het optimisme ook bij aan onze gezondheid, vermindert het de kans op een depressie en helpt het bij het omgaan van een tegenslag (dit wordt nader behandeld in geluksactiviteit 6). Een van de eerste experimentele onderzoeken naar optimisme als geluksinterventie19 was gedaan door Laura King, hoogleraar aan de Universiteit van Missouri-Columbia. Bij dit onderzoek vroeg King de deelnemers vier dagen 18
‘Ons gevoel past zich aan, aan de nieuwe situatie.’ Lyobumirsky, S. (2009) King, L.A. (2001). The health benefits of writing about lifegoals. Vermelding in ‘De maakbaarheid van Geluk’ door Lyobumirsky, S. (2009). Uitgeverij Archipel. 19
17
achter elkaar naar haar lab te laten komen. Elke dag werd hun gevraagd twintig minuten aan een opstel te werken met als titel ‘Mijn ideale toekomst’. King ontdekte bij het analyseren van haar resultaten dat mensen die twintig minuten per dag, vier dagen achter elkaar, schreven over hun ideale toekomst daadwerkelijker een toename van positieve stemmingen hadden, na een aantal weken gelukkiger waren en minder last hadden van lichamelijke klachten. Deze resultaten werden vergeleken met deelnemers die over onderwerpen moesten schrijven, waar niet zulke positieve vondsten uitkwamen. Desondanks dat optimisme vele positieve gevolgen kent, bestaat er de kans dat ons geluksbeeld vertekend. Zo kan optimisme leiden tot het investeren in veel te dure producten of tot een overschatting van eigen kunnen. ‘Het is dus een uitdaging om optimisme met een realistische kijk te combineren!’20 3. Niet tobben of sociaal vergelijken Hoewel piekeraars vaak denken dat door het piekeren inzicht in zichzelf en hun problemen krijgen, is dat zelden het geval volgens Lyubomirksy. Het niet tobben of sociaal vergelijken is dan ook de derde geluksactiviteit die zij ons adviseert. Piekeraars hebben veel sneller dan niet-piekeraars een verstoorde en pessimistische visie op hun leven. Ze beseffen zich vaak maar half hoe moeilijk zij het zichzelf daarmee maken. Doordat zij ‘alsmaar ergens over blijven denken’ is dit volgens de psychologie van het geluk vaak een teken dat je er niet uitkomt. Het denkproces gaat hier, ongemerkt, over in piekeren waarbij de piekeraars geen uitweg meer vinden. Zij ‘schaatsen als het ware hen gedachten rond in cirkels’21. Onderzoek toont aan dat piekeren lijdt tot een negatieve stemming. Samen leiden deze twee negatieve aspecten tot een situatie die alleen maar zal verslechteren. Piekeren in combinatie met droevigheid of bezorgdheid leidt dan weer tot zich machteloos voelen, vol zelfkritiek zijn en overal een negatieve kant van inzien. Maar dit zijn lang niet alle factoren die ontstaan door piekeren. Het kan zelfs zo zijn dat je in een depressie of een klinische angst raakt. Er is ontzettend veel bewijsmateriaal dat tobben slecht voor je is. Het is dus van belang er voor te zorgen dat je zo min mogelijk piekert. Dit kan je doen door bijvoorbeeld afleiding te zoeken waarbij je je gedachtepatroon verandert in een meer positieve richting. Lyuobomirksy geeft in haar boek het voorbeeld van een vriendin van haar die zorgde voor haar terminale moeder. Dagelijks nam zij een pauze van het verzorgen en ging dan anderhalf uur naar de plaatselijke boerenmarkt. Omdat zij zo dol is op markten, was dit voor haar een perfecte afleiding. Zo hoefde zij even niet te denken aan rekeningen of het niet hebben van een sociaal leven. Ook geeft Lyubomirksy hierbij aan dat het normaal is om je soms ook wel zorgen te maken en zo je mindere momenten te hebben. Maar het is ook heel belangrijk om je, juist in moeilijke periodes, over te geven aan een prettige bezigheid. Een andere ‘verkeerde’ manier van denken als het over geluk gaat is het ‘sociale vergelijken’. Sociale vergelijking kan ook positief zijn. Zo kan je als werkloze minder ongelukkig zijn als veel 20
De Groot, A. (datum onbekend). Optimisme cultiveren, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratiscursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-die-aantoonbaar-effectief-zijn/optimisme-met-realismecombineren/ 21 De Groot, A. (datum onbekend). Piekeren, zo kom je er vanaf, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-die-aantoonbaareffectief-zijn/piekeren-zo-kom-je-er-van-af/
18
mensen in je omgeving ook werkloos zijn. Maar omgekeerd en dus negatief; als jij de enige werkloze bent in jou omgeving, kan je opeens een stuk ongelukkiger zijn. Bij sociale vergelijking ben je dus constant bezig met het geluk van mensen in je omgeving, die invloed hebben op jou geluk. Uit onderzoek van Lyubomirksy blijkt dat gelukkige mensen zichzelf niet vergelijken met anderen en dat mensen die hun geluksgevoel baseerden op sociale vergelijkingen hier alleen maar ongelukkiger door voelen. Het is dan ook logisch dat Lyubomirksy ons hierbij aanraadt te stoppen met het maken van sociale vergelijkingen als je graag gelukkig wilt zijn. Hierbij raadt zij dezelfde oefeningen aan als middel tegen het sociale vergelijken als tegen het tobben. 4. Vriendelijk zijn Uit onderzoek blijkt dat vriendelijkheid niet alleen goed is voor de ontvanger, maar ook voor jezelf. Het is dus niet voor niets dat dit de vierde geluksactiviteit die Lyubomirksy ons adviseert. ‘Vrijgevigheid en bereid zijn te delen maakt mensen gelukkig.’22 Omdat er volgens Lyubomirksy nog geen eerdere onderzoeken waren gedaan naar het oorzakelijk verband tussen geluk en hulpvaardigheid, startte zij een onderzoek. Wel had eerder onderzoek aangetoond dat gelukkige mensen vaak vriendelijker en behulpzamer zijn. Om erachter te komen of men van die hulpvaardigheid en vriendelijkheid ook zelf gelukkiger werd, deelde Lyubomirsky de deelnemers van haar onderzoek in twee groepen. Ze vroeg hen of ze vijf vriendelijke daden per week wilden uitvoeren gedurende een periode van zes weken. De eerste groep moest hierbij alle handelingen verspreid over de week doen en de tweede groep moest alle handelingen op één dag in de week doen. Uit de resultaten bleek dat, zoals verwacht, dat mensen gelukkiger werden van hun hulpvaardigheid en vriendelijkheid. Een opvallend punt was dat dit alleen het geval was bij degenen die hun handelingen op één dag verrichtten. Volgens Lyubomirsky heeft dit te maken met de spreiding die zorgt voor een minder groot effect. Omdat men regelmatig iets doet voor een ander, was het verschil met het normale gedrag minder groot dan die van de deelnemers die de goede daden op één dag in de week moesten verrichten. In ‘De maakbaarheid van geluk’ somt Lyubomirsky een aantal redenen op waarom vriendelijk gedrag ons gelukkig maakt. - Door mensen te helpen zie je hem of haar in een ander, gunstiger, daglicht en met meer mededogen. - Vriendelijkheid en hulpvaardigheid geven een gevoel van verbondenheid en solidariteit (‘iedereen draagt zijn steentje bij’). - Door vriendelijkheid voel je je minder ongemakkelijk bij je eigen problemen en richt je de aandacht op iemand anders; schuldgevoelens zwakken af. - Vriendelijk en hulpvaardig gedrag geven ons een beter zelfbeeld; je krijgt meer grip op het leven. - De belangrijkste factor, volgens Lyubomirsky; hulpvaardigheid vormt het begin van een reeks positieve sociale gevolgen (hulpvaardigheid in ruil voor dank en waardering). 5. Sociale relaties koesteren Des te gelukkiger iemand is des te groter de kans dat zij betere vriendschaps-, familie- en liefdesrelaties onderhouden. Het causale verband tussen de sociale relaties en geluk is dat 22
Lyobumirsky, S. (2009). De maakbaarheid van geluk, uitgeverij Archipel. Blz. 149.
19
de sociale relaties men ook weer gelukkiger maakt. Dit causale verband is inmiddels in honderden studies bewezen. Volgens Lyubomirsky is dit verband een van de basisgegevens uit de gelukswetenschap. Omstandigheden van ons leven hebben slechts een kleine invloed op ons geluk (zie levensomstandigheden). Met vriendschappen, familie en intieme relaties zit dit anders omdat we niet net zoals materiële dingen hier snel aan wennen. Dit heeft te maken met het verschijnsel wat beschreven staat in geluksactiviteit 1. Dit effect treedt bij sociale relaties in veel mindere mate op. Dat heeft te maken met de tijd waaraan we wennen aan een goede relatie en aan onder anderen consumentenartikelen en leeftijd, werk en rijkdom. Aan sociale relaties raak je veel minder snel gewend in verhouding tot consumentenartikelen. We blijven elkaar ontmoeten waarbij we de warmte waarderen en de uitwisseling en verbondenheid na jaren vaak nog net zoveel is als in het begin van de relatie. Of zelfs opbouwend. Een sociale relatie kan natuurlijk ook stuklopen, denk aan een liefdesrelatie wat wordt beëindigt. Voor tips voor een goede relatie verwijst Lyubomirsky naar het boek ‘De zeven pijlers van een goede relatie’ door huwelijksspecialist John Gottman. Mede op basis van dit boek heeft Lyubomirsky een aantal tips opgesteld die voor de meeste sociale relaties gelden: -
-
-
Maak tijd vrij voor elkaar. Dit wordt vooral als het gaat om een langere duur snel vergeten! Druk je bewondering, genegenheid en waardering uit. Uit onderzoek23 is geconcludeerd dat de verhouding positief-negatief affect 5:1 is. Dit houdt in dat tegenover elke negatieve uitlating (mopperen, kritiseren etc.) vijf positieve uitlatingen staan. Profiteer van elkaars geluk. Geniet van de meevallers en successen van je sociale relaties. Beheers conflicten. Het is bij het hebben van een conflict van belang om iets te doen waardoor de spanning en negatieve sfeer verdwijnt. Deel je innerlijk. De basis van een goede relatie wordt gevormd door het delen van dezelfde dromen, doelen en rituelen. Door deze zaken ontstaat er een verbondenheid waardoor je unieke innerlijke relatie opbouwt.
6. Leren omgaan met tegenspoed, stress en trauma’s Je hebt in je leven op allerlei manieren te maken met tegenslag. Het is onrealistisch om op zoek te gaan naar geluk zonder rekening te houden met tegenslag. Het leren omgaan met tegenslag is dan ook een van de geluksactiviteiten die Lyubomirsky op basis van onderzoeken ons adviseert. Volgens Lyubomirsky is het zo dat het omgaan met tegenslag ons sterker, en soms zelfs gelukkiger, kan maken. Om te achterhalen hoe je sterker en gelukkiger kan worden door tegenslag heeft Lyubomirsky door middel van het analyseren en doen van onderzoeken verschillende adviezen opgesteld. Een bekend en klassiek onderzoek is het onderzoek onder vrouwen met borstkanker, waarvan een aantal vrouwen concludeerden dat de ziekte hun 23
Onderzoek naar het huwelijksleven door Gottman, I. (1994). Vermelding in ‘De maakbaarheid van Geluk’ door Lyobumirsky, S. (2009). Uitgeverij Archipel.
20
leven ten goede heeft veranderd. Doordat zij ziek waren stelden zij hun prioriteiten bij waardoor zij zich realiseerden wat echt belangrijk is in het leven. Meestal heb je iets nodig wat je stevig raakt, willen we onze gedachtes en gewoontes veranderen. Het is niet zo dat je door het veranderen van gedachtes en gewoontes ook je tegenslag overwint. Het verliezen van een dierbare is een bijvoorbeeld van een gebeurtenis waar je niet zomaar overheen komt. Lyubomirsky geeft adviezen voor dit soort situaties, waarbij je vaak onvermijdelijk nieuwe dingen moet leren. Mannen en vrouwen kunnen leren van elkaar Volgens psychologen zijn er twee verschillende stijlen om met problemen om te gaan. Mannen zijn, in het algemeen, praktisch en meer oplossingsgericht. Vrouwen gaat het er, in het algemeen, om ‘met elkaar mee te leven’ en zij zijn meer emotiegericht. Het bijzondere hiervan is dat bij het sterker willen maken van mensen in het omgaan met tegenslag het eigenlijk precies omgekeerd is. Mannen gaan dus vooruit door een meer emotiegerichte, gevoelsmatige houding en vrouwen gaan vooruit door een meer praktische benadering van de tegenslag. Zowel lichaam als geest Bij een tegenslag kan, naast ons gevoel, ook ons lichaam een flinke klap krijgen. Hierbij verzwakt het immuunsysteem, nemen stresshormonen toe en neemt de kans op ziekte flink toe. Wanneer we in zo’n situatie een sterke sociale relatie hebben, wordt je sneller weer snel gezond . Van trauma naar herstel Na een trauma kost het veel tijd om weer te herstellen. Je moet alles wat gebeurd is een plekje geven en meestal nieuwe vaardigheden leren om met de situatie om te gaan. De eerste stap richting herstel is vaak gewoon proberen te ‘overleven’. Pas als dit goed gaat kan je richting herstel, wat ook inhoudt dat je bezig bent om je geluksniveau weer op pijl te brengen. Soms is het zo dat je niet alleen hersteld bent, maar ook positief ontwikkeld bent, zegt Lyubomirsky. 7. Leren vergeven ‘Je hebt iemand vergeven wanneer je merkt dat je anders bent gaan denken. Je wens om de die persoon te beschadigen is afgenomen en je wens om goed te doen of de relatie te verbeteren is toegenomen.’24 Iemand vergeven is niet makkelijk, maar is vaak beter voor je eigen geluk. Dat is dan ook de rede waarom Lyubomirsky er voor heeft gekozen om het advies ‘leren vergeven’ mee te nemen in haar boek. Vergeving vindt tussen personen plaats. Dit kan bijvoorbeeld zijn om een verstoorde sociale relatie weer goed te maken. Uit onderzoek blijkt dat zowel de persoon die vergeven wordt als de persoon die zelf vergeeft hier beter van kan worden. Iemand die vergeeft kan zich vaak beter inleven in personen. 24
Lyobumirsky, S. (2009). De maakbaarheid van geluk, uitgeverij Archipel.
21
Hierdoor is hij vaak ook minder haatdragend, depressief, boos, angstig, neurotisch en vijandig. En ook zijn deze mensen vaker gelukkiger, rustiger en gezonder. Vergeven gaat niet vanzelf. Volgens Lyubomirsky zou dit wel eens de moeilijkste geluksactiviteit van al haar geluksactiviteiten kunnen zijn. Vergeven is niet makkelijk. Als jou onrecht is aangedaan en je hebt het gevoel dat jij moreel in het gelijk staat, zou het uiterst normaal zijn om diegene niet te willen vergeven. Maar, hoe gerechtvaardigd het ook is dat je niet wil vergeven, toch word je daar zelf niet gelukkiger van. Juist omdat vergeven zo moeilijk is, kun je dit volgens Lyubomirsky niet in één keer doen. Zij stelde daarom de volgende stappen op richting het vergeven: 1. Zie in dat je zelf ook vergeven bent. Probeer voorbeelden te vinden van situaties waarin je zelf vergeven bent. 2. Zoek vergeving voor jezelf. Hoe zou jij je verontschuldigen voor dingen die je iemand anders hebt aangedaan? 3. Maak je een voorstelling van vergeving. Probeer tijdens de verbeelding je gedachten, gevoelens en gedrag in detail na te gaan. 4. Schrijf een vergevingsbrief. Je hoeft deze brief niet te versturen. Beschrijf de invloed van het kwaad op je, en hoe het anders had gekund. Als je iemand niet kan vergeven, laat het dan rusten en move on. 8. Flow-ervaringen versterken Mihály Csíkszentmihály beschrijft ‘flow’ op de volgende manier: ‘een toestand van intens verdiept zijn in en betrokken zijn bij het huidige moment.’. We zijn hierbij dus zo in onze bezigheden aan het opgaan, dat we al het andere om ons heen vergeten. Het is niet alleen de tijd die we hierbij vergeten, maar bijvoorbeeld ook onze zorgen. Het versterken van deze ‘flow’ ervaringen is een van de twaalf geluksactiviteiten van Lyubomirsky. Onderzoek naar flow laat zien dat geluk te maken heeft met actief iets tot stand brengen. Het is dus niet zo, zoals vaak gedacht wordt, dat dat je geluk alleen maar kan associëren met passief genieten. Men verwacht vaak van ontspanning geluk, terwijl werk en inspanning nodig is om ontspanning mogelijk te maken. De gedachte dat geluk vooral met activiteit is verbonden is al heel oud. 2500 Jaar geleden vroegen filosofen, waaronder Aristoteles, zich al af wat geluk voor toestand was. Aristoteles noemde geluk het gevoel van een ‘deugdzame activiteit’ (eudaimonia). Volgens hem leidde ontspanning niet direct tot geluk maar ging het om waarmee je je bezig hield. De gedachte die zowel Csíkszentmihály als Aristoteles hebben is dus al heel oud. Csíkszentmihály wilde verder onderzoek doen naar flow en vroeg zich af: ‘Is het niet mogelijk dat wij werk of inspanning zèlf als bevredigend ervaren in plaats van alleen de resultaten of opbrengsten ervan?’.25 Om het antwoord op deze vraag te vinden onderzocht hij onder welke voorwaarden werk of inspanning als plezierig werden beschouwd. Hij onderzocht ervaringen van mensen met artistieke, sportieve en creatieve beroepen, die zij met passie uitoefenden. Hierbij constateerde hij dat hun ervaring van voldoening in hoge mate 25
De Groot, A. (datum onbekend). Flow ervaring en geluk, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-die-aantoonbaareffectief-zijn/flow-ervaring-en-geluk/
22
dezelfde, ondanks de verschillende bezigheden. Op basis van dit onderzoek kwam Csíkszentmihály met een aantal adviezen. Om deze flow te bereiken, zegt Lyubomirsky, is het belangrijk je aandacht onder controle te houden. Ook moet je de moed niet te snel opgeven en je blijven richten op waar je mee bezig bent. Van belang hierbij is dat je ervoor openstaat om aandacht te besteden aan je ervaring en je niet alleen te richten op de resultaten. Ten tweede is het van belang zelf dingen op te zoeken die je uitdagen en niet continu afwachten totdat er wat naar je toekomt. 9. Geniet van het leven Volgens Lyubomirsky kun je genieten zien als bestaande uit een heden-, verleden-, en toekomstcomponent. Het genieten van het verleden gebeurt door het op te halen van herinneringen, bijvoorbeeld het moment dat je hoorde dat je geslaagd was. Het genieten van het heden gebeurt door echt in het huidige moment te leven en hier rekening mee te houden. Dit lijkt op het eerste gezicht op flow, maar het verschil is dat je bij een flow totaal verzonken bent in een ervaring en bij genieten juist probeert buiten de ervaring te treden en er anders naar te kijken. Het genieten van de toekomst gebeurt door het anticiperen en fantaseren over toekomstige, positieve, gebeurtenissen. Als men intens kan genieten is men volgens onderzoek gelukkiger dan men die dit niet kan. Ook heb je, als je intens kan genieten, vaak meer zelfvertrouwen, ben je minder wanhopig of neurotisch en meer tevreden. Genot wordt, vaker dan gedacht, vergeten. Als je veel zorgen hebt bijvoorbeeld, kan je al veel moeilijker genieten van gebeurtenissen om je heen. Lyubomirsky geeft in deze negende geluksactiviteit een aantal adviezen over hoe je meer kan genieten: -
Schep genoegen in gewone gebeurtenissen Geniet met familie en vrienden en haal herinneringen op (geeft energie) Speel gelukkige dagen na Vier goed nieuws (sta er op een leuke manier bij stil) Sta open voor schoonheid en uitmuntendheid (durf te bewonderen) Train je aandacht Koester nostalgie (wees niet bang voor bitterzoete herinneringen)
Volgens geluksdoctorandus Akshaya de Groot is de essentie van deze oefeningen het aandacht krijgen voor je ervaringen. Het gaat volgens de Groot om een combinatie van aandacht en waardering, want pas als je iets waardeert vind je het echt de moeite waard er aandacht aan te besteden. 10. Engagement voor je doelen Uit onderzoek blijkt dat het toewerken naar een doel (zoals het bezig zijn met een uitdagende activiteit) belangrijker is voor het welzijn dan het bereiken van het doel. 26 Het doelgericht leven is de tiende geluksactiviteit van Lyubomirsky.
26
Onderzoek door Bruhnstein, J.C. (1993). Vermelding in ‘De maakbaarheid van Geluk’ door Lyobumirsky, S. (2009). Uitgeverij Archipel.
23
Een voordeel van het hebben van doelen is dat het men een reden van bestaan geeft. Daarnaast versterken doelen ons zelfrespect, geven ze ons een gevoel van controle over ons leven, geven ze betekenis aan ons leven, brengen doelen ons in contact met andere mensen en maken zij ons sterker tijdens tegenslagen. Al met al zijn er genoeg redenen waarom doelgericht leven een belangrijk ‘doel’ is van het leven. Volgens Lyubomirsky ondervinden we tijdens het toewerken naar een doel al voordelen. Het is dus niet van groot belang dat je elk doel ook daadwerkelijk haalt. Tijdens het halen van zo’n doel vallen veel voordelen weg, dus het is helemaal niet zo erg om lang te doen over het halen van een doel of het helemaal niet te halen. Lyubomirsky geeft een aantal adviezen welke levensdoelen het beste zijn voor je geluk en hoe je deze moet kiezen. -
-
-
Kies een intrinsiek doel Bij een intrinsiek doel streef je een doel na omdat ze bevredigend en betekenisvol voor jou zijn. Bij extrinsieke doelen gaat het meer om doelen waarbij andere mensen dingen goedkeuren of van je wensen. Authentieke doelen Ga na of je tijdens dagelijkse bezigheden meer of minder de persoon bent die je wil zijn. En bij minder, kijk of je je doelen kan aanpassen. Ga je doelen na Probeer zo min mogelijk ‘vermijdingsdoelen’ te hebben. Onderzoek toont aan dat men hier juist ongelukkiger door kan worden. Het is belangrijk dat je de mogelijkheid hebt om je doelen na te streven. Ook is het belangrijk dat je doelen elkaar aanvullen. Tegenstrijdige doelen tegelijk uitvoeren kan zorgen voor frustratie en ontneemt je moed.
Er zitten ook nadelen aan almaar doelgericht bezig zijn. Zo ben je voortdurend gericht op de buitenwereld en kan je jezelf soms vergeten. Je moet dus goed opletten in welke mate je doelgericht bezig bent. Doelgericht bezig zijn is dan ook, zoals eigenlijke elke geluksactiviteit, geen enige optie om gelukkig te zijn. Ook zonder het doelgericht leven kan je een heel gelukkig leven leiden. 11. Praktiseren van geloof en spiritualiteit Geloof en wetenschap is een ongebruikelijke combinatie die zelden wordt gebruikt. Toch dragen geloof en spiritualiteit bij aan het geluk, wat bewezen is door empirisch onderzoek. Veel van dit soort onderzoeken zijn gebaseerd op enquêtes. Door zowel te vragen naar een score voor hun geluk als het vragen of zij tot een kerkgenootschap behoren, is het makkelijk uit te rekenen of er een statistisch verband is tussen geloof of spiritualiteit en geluk. Omdat het blijkt dat dit verband aanwezig is kan je nog niet concluderen dat religieuze mensen in het algemeen gelukkiger zijn van mensen zonder religie. Het kan namelijk ook zo zijn dat gelukkigere mensen vaker geneigd zijn zich in religie en spiritualiteit te verdiepen. Door onderzoekers worden naast deze enquêtes allerlei aanvullende onderzoeken gedaan. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek waarbij gemeten wordt hoe vaak iemand naar de kerk, tempel of moskee gaat of door te kijken naar het verschil in gelukseffect tussen verschillende geloven en nog veel meer. Door het doen van deze aanvullende onderzoeken kun je steeds meer conclusies trekken over het verband tussen geloof en geluk. Dit is dan ook wat Lyubomirsky heeft gedaan, waaruit zij op de volgende beweringen kwam:
24
Religie kan mensen gelukkiger maken door: - de sociale steun tussen leden van een geloofsgemeenschap, - de zingeving die iemand aan een geloof kan ontlenen (volgens God heeft iedere gebeurtenis een betekenis, men vertrouwt erop dat dit ergens goed voor is), - de sociaal geaccepteerde identiteit die een kerk, tempel of moskee iemand kan geven, - de verstandige en gezonde leefregels die veel religies hanteren. Het is niet mogelijk om te meten of iemand relatie met God men gelukkig maakt. Wel laat Lyubomirsky deze mogelijkheid met respect open. Uit een ander onderzoek blijkt dat het ene aspect van religie ons gemiddeld meer gelukkig maken dan het andere aspect. Hierbij speelt de inhoud van het geloof een grote rol. Bijvoorbeeld mensen die God zien als iemand op afstand met taak te oordelen en straffen zijn vaak ongelukkiger dan mensen die God (of het goddelijke) ervaren als liefhebbend en meelevend. 12. Zorgen voor je lichaam (meditatie) Volgens Lyubomirsky wordt je gelukkiger door meditatie en lichaamsbeweging, dit effect vindt vrijwel meteen plaats en is op lange termijn zelfs nog een stuk groter. Deze twee activiteiten staan in het verband met het zorgen voor je lichaam. Het zorgen voor je lichaam is de laatste geluksactiviteit van Lyubomirsky, namelijk geluksactiviteit twaalf. Het advies van Lyubomirsky bestaat uit drie ‘conclusies’ die zij heeft kunnen beweren door het doen van verschillende onderzoeken. 1. Van mediteren wordt je gelukkiger. 2. Van lichaamsbeweging wordt je gelukkiger. 3. Door te doen alsof je gelukkig bent wordt je gelukkiger. 1. Meditatie maakt gelukkiger Meditatie blijkt een gunstige invloed te hebben op je geluk. Maar ook op positieve gevoelens en cognitieve vermogens. Door meditatie neemt je gezondheid toe en nemen eventuele stress en angstige gevoelens af. 2. Lichaamsbeweging maakt gelukkiger Lichaamsbeweging vermindert angst , stress en de kans op talloze ziekten, bouwt spieren, gewrichten en botten op en verbetert de kwaliteit van ons leven en onze slaap. Daarnaast beschermt lichaamsbeweging ons tegen cognitieve gebreken bij het ouder worden en helpt het ons op gewicht te blijven. Het bewegen maakt je gelukkig door het aanmaken van de stof ‘endorfine’ door je lichaam. Dit wordt in de volksmond ook wel het ‘gelukshormoon’ genoemd. Zowel bij mediteren als bij bewegen kun je snel een gunstig resultaat verwachten. Als je op een lange termijn doorgaat met dit soort activiteiten kunnen deze gunstige resultaten groter worden en bewerkstellig je de veranderingen die nog lang zullen doorwerken. 3. Doen alsof je gelukkig bent maakt gelukkiger Dit zal voor veel mensen een opvallend advies zijn. Maar het is tot echt gebaseerd op een wetenschappelijk onderzoek waardoor we kunnen aannemen dat dit daadwerkelijk zo is. Als je met je lichaam een bepaalde emotie uitdruk, ga je je vanzelf ook zo voelen. Mensen die moeite hebben met het uitdrukken van emoties, bijvoorbeeld mensen met een depressie die de hele dag hun voorhoofd fronsen, kunnen hier soms wat aan doen. 25
In geval van het voorbeeld werkte bij een aantal mensen spierverlammende botox. Door deze botox was de continue frons van hun gezichten verdwenen. Na een paar maanden waren negen van de tien deelnemers niet meer depressief. Ook volgens geluksprofessor Ruut Veenhoven staat gezondheid in verband met je geluk. Wel heb je volgens Veenhoven een andere factor nodig om het geluksgevoel in zijn geheel te kunnen ontwikkelen. Verder blijkt geluk niet alleen afhankelijk van externe levenskansen, maar ook van individuele vermogens om die kansen te benutten. Tijdens een langere periode ontstaat ook meer zicht op consequenties van geluk. Een van die consequenties betreft dus het effect op de lichamelijke gezondheid. Hierbij ontwierp Veenhoven het volgende schema.
Het verschilt per persoon welke activiteit bijpassend is. Ook de manier om jou passende strategie te bepalen kan verschillen. Ondanks de verschillende activiteiten per persoon, geven deze activiteiten wel een goed beeld van hoe wij op eigen kracht ons geluk kunnen bevorderen. Een betere benaming27 in dit verband is de term levensvaardigheden, wat gebruikt wordt door Ruut Veenhoven. Het gaat uiteindelijk niet alleen om activiteiten, maar ook om competenties. §3.2.4 Levenskeuzes Levenskeuzes is een wat nieuwere invalshoek van geluk. Op het moment wordt nog onderzoek gedaan, onder andere door Ruut Veenhoven, in hoeverre het maken van de juiste levenskeuzes invloed op ons geluk heeft. Veenhoven schat hierbij dat dit ongeveer 20% is. Een basisgegeven hierbij, wat door vele onderzoeken is vastgesteld, is dat ons geluk in veel grotere maten wordt bepaald door individuele kwaliteiten, keuzes en oefeningen dan door externe omstandigheden.
27
De Groot, A. (datum onbekend). Geluk voor Kamerleden, gehaald van: http://geluksdoctorandus.be/wpcontent/uploads/2013/05/Geluk-voor-Kamerleden-en-kiezers-e-book.pdf
26
§3.3 Drie mythen waar men veel in gelooft Er zijn een aantal dingen waarvan men denkt gelukkig te worden, terwijl dit ons in feite niet gelukkiger maakt. Dit is uitgewerkt door Sonja Lyubomirsky, zij doet al achttien jaar onderzoek naar geluk, in haar boek ‘De maakbaarheid van het geluk’ (oorspronkelijke titel: ‘The How of Happiness’). Met behulp van het cirkeldiagram worden drie mythen waar veel mensen in geloven weersproken. Dit cirkeldiagram komt ongeveer overeen met de eerder genoemde oorzaken. Deze mythes zijn als volgt:
Factoren geluk Omstandigheden Aanleg Bewust gedrag
- Geluk is iets dat we kunnen vinden Het is niet zo dat geluk ergens op je ligt te wachten. Het heeft dus geen zin om rond te reizen en op zoek te gaan naar je geluk. Geluk zit in je en ligt niet buiten je. Je wordt niet gelukkig als je niet zelf het heft in handen neemt en actie onderneemt. - Geluk is afhankelijk van je omstandigheden Ook het idee dat je pas gelukkig kunt zijn als je de omstandigheden van je leven veranderd lijdt niet tot geluk. Hierbij kan je als voorbeeld een zin als ‘Ik zou zo gelukkig zijn als..’ bij voorstellen. Zo kan je terugverlangen naar de gevoelens die je had in je studententijd of tijdens een hevige verliefdheid. Dit kan je niet meer precies hetzelfde overdoen, maar het is wel zo dat je nu nog steeds beschikking hebt over de elementen die dit geluksgevoel creëerde. Alleen moet je deze elementen nu op een andere manier toepassen. Wel is het zo dat onze omstandigheden maar heel weinig invloed hebben, zie het cirkeldiagram, op ons gelukgehalte. - Je bent gelukkig of je bent het niet Veel mensen denken tegenwoordig dat je gelukkig óf ongelukkig wordt geboren. Het zou dan een soort afwachten zijn totdat het je ooit overkomt. Maar: ‘Als je vandaag niet gelukkig bent, zul je het morgen ook niet zijn. Tenzij je zelf iets gaat ondernemen.’28
28
Lyobumirsky, S. (2009). De maakbaarheid van geluk, uitgeverij Archipel.
27
Hoofdstuk 4 Hoe is het volgens verschillende maatstaven gesteld met het geluk van de Nederlanders? §4.1 Feiten en cijfers van Nederlands geluk Er zijn, zoals te zien in hoofdstuk 2, veel verschillende manieren om geluk te meten. Ook in Nederland wordt er door verschillende bureaus gekeken naar het geluk in Nederland. Dit kan zijn door het geluk te vergelijken met bijvoorbeeld het inkomen, maar dit kan ook zijn door te kijken naar de indicatoren van geluk. Om een beeld te krijgen van het geluk van Nederlanders hebben wij een aantal verschillende tabellen naast elkaar gezet.
Figuur 1
Als we kijken naar de cijfers van 2002 tot en met 2010, is te zien dat Nederland flink vooruit is gegaan. De resultaten van de SCP leefsituatie-index van 2010 zijn te zien in figuur 1. Zoals in hoofdstuk 2 te lezen is, wordt met deze index gekeken naar de woonsituatie, gezondheid, vrijetijdsbesteding, participatie, mobiliteit en vakanties van Nederlanders. Ten opzichte van het de leefsituatie in Nederland in 1999 is dit in 2010 met 6% verbeterd. Dit komt onder andere door een betere huisvesting, meer participatie meer vakanties enzovoort. Deze verbetering geldt voor alle groepen in Nederland, maar nog het meest voor de lagere inkomens, niet-westerse allochtonen en alleenstaanden. Sinds 2010 is de leefsituatie in Nederland echter verslechterd. Deze verslechtering vond plaats tussen 2010 en 2012 en was de eerste in 30 jaar. De grootste reden hiervan was dat Nederlanders minder op vakantie gingen, het cultuurbezoek afnam en de mobiliteit verminderde. Dit kan natuurlijk in verband worden gebracht met de economische crisis. Om duidelijk te maken dat geluk (of levenstevredenheid) in tegenstelling tot de leefsituatie niet afhangt van het inkomen kun je dit zien aan de hand van figuur 2.29
29
Gelauff G. (2011) Gelukkig met geluksbeleid?, gehaald van: http://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-presentatie-gelukkig-met-geluksbeleid24nov2011.pdf
28
Figuur 2
Het geluk in Nederland hangt dus weinig af van de economische crisis of bijvoorbeeld aankondigingen van bezuinigingen. De objectieve kwaliteit, ook wel de leefsituatie, is in de afgelopen jaren dus voor het eerst in een langere periode (sinds 1983) minder goed geworden. Dit geldt niet voor de subjectieve kwaliteit, het geluk, van het leven. Meer dan 80% van de Nederlanders zegt gelukkig te zijn (zie figuur 3). Dit is een ruime meerderheid. De afgelopen tien jaar is dit percentage tamelijk stabiel gebleven. Achter dit gemiddelde zitten veel verschillende ontwikkelingen waaronder het feit dat werkloosheid leidt tot een afname van geluk (dit is door meerdere onderzoekers bevestigd).
Figuur 3
Als we kijken naar de vraag die Veenhoven stelt om geluk te meten, komen we op het de volgende tabel (figuur 4) uit in Nederland. Ter herhaling: Veenhoven stelt een vraag die betrekking heeft over de tevredenheid met het leven in het algemeen. Hierbij is het de bedoeling dat mensen hun 29
antwoord geven met een rapportcijfer van 1 tot 10. Deze gegevens zijn in Nederland beschikbaar sinds 2004. Het gemiddelde cijfer in Nederland is sinds 2004 gestegen van een 7,6 tot een 7,8 in 2012/2013. Ook bij deze manier van meten oogt het geluk in Nederland tamelijk stabiel. Wel is er tot 2008 sprake geweest van een lichte stijging.
Figuur 4
Bij het vergelijken van verschillende sociale groepen Nederlanders zijn er geringe verschillen. De grootste verschillen die hierbij duidelijk zichtbaar zijn, zijn de verschillen naar etniciteit (zoals verschillen tussen nationaliteit, religie, taal, cultuur of geschiedenis) en huishoudenssamenstelling. Hierbij zijn niet-westerse migranten en eenoudergezinnen minder dan gemiddeld tevreden met het leven over het algemeen. Als we hulpbronnen (zie figuur 5) vergelijken worden de verschillen in levenstevredenheid al iets groter. Opvallend is dat vooral mensen met een slechte gezondheid en mensen die van een uitkering moeten leven minder tevreden zijn dan gemiddeld. Het gemiddelde rapportcijfer bij deze twee losse hulpbronnen komt zelfs onder de 7 uit. In de afgelopen tien jaar is het rapportcijfer over de levenstevredenheid van mensen met een laag inkomen het meest gestegen, namelijk van een 6,9 naar een 7,5. Uit onderzoek blijkt (zie figuur 2) dat geluk geen duidelijk verband heeft met inkomen. Wel is onderzocht dat mensen met minder geld dit minimale verband meer ondervinden dan mensen met meer geld.30 Het lijkt er hierbij op dat er een samenhang is tussen de leefsituatie en de levenstevredenheid. De leefsituatie heeft namelijk wel een duidelijk verband met inkomen. Dit zou goed mogelijk kunnen zijn, omdat mensen met een goede leefsituatie hun leven gemiddeld een 8,2 geven en mensen met een minder goede leefsituatie een 6,8. Wel zie je dat er op den duur een contrast ontstaat tussen de leefsituatie en de levenstevredenheid. In de afgelopen jaren daalde bijvoorbeeld de leefsituatie van ontevredenen en steeg de leefsituatie 30
Diener, E., Seligman, M. (2004). Beyond Money: Toward an Economy of Well-Being.
30
van mensen die zeer tevreden zijn. Het is dus niet zo dat je het meten van een van de twee kan laten vallen. De groep mensen die het meest ontevreden is met het leven bestaat uit een relatief groot aandeel van kwetsbaren (laag inkomen, lage opleiding, langdurige aandoening, eenoudergezinnen of geen werk).
Figuur 5
§4.2 Nederland in vergelijking met andere landen §4.2.1 Internationale factoren geluk Bij het kijken naar geluk op een internationaal niveau kun je weer gebruik maken van de 4 factoren die samen geluk vormen (erfelijke factoren, levensomstandigheden, levensvaardigheden en levenskeuzes). Het spreekt voor zich dat de erfelijke factoren wereldwijd ongeveer gelijk zijn en even zwaar meewegen. Bij de levensomstandigheden wereldwijd is dit niet het geval. Op internationaal niveau komen allerlei factoren in beeld die op nationaal vlak in Nederland min of meer gelijk zijn. Om de verschillen in geluk tussen landen te verklaren spelen vooral de volgende factoren een rol: -
De kwaliteit van de overheid Welvaart Vrijheid Man-vrouw-gelijkheid Sociale zekerheid
31
§4.2.2 Internationale organisaties De brede kijk op de kwaliteit van het leven die wij in Nederland hebben, is ook de insteek van een aantal internationale organisaties. Zo zijn er een aantal rapporten gepubliceerd door onder andere het European Statistical System en het Sustainable Development Solutions Network. Het European Statistical System is een samenwerkingsverband van onder meer Eurostat, nationale statische bureaus en de OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development). Zij brachten een rapport uit om ‘vooruitgang, welzijn en duurzame ontwikkeling’ te meten. Het Sustainable Development Solutions Network noemt zichzelf een wereldwijd initiatief voor de Verenigde Naties. Het USDSN (US staat voor United Nations) doet onderzoek en geeft adviezen aan de Verenigde Naties. Het rapport wat het USDSN uitbracht is het World Happiness Report. In het World Happiness Report 201331 worden trends onthult tussen gegevens om te oordelen hoe gelukkige landen over de hele wereld werkelijk zijn werkelijk zijn. Het rapport is opgesteld door deskundigen op verschillende gebieden, waaronder economie, psychologie, onderzoekanalyse, nationale statistiek, die beschrijven hoe de metingen van geluk effectief kunnen worden gebruikt om de vooruitgang van landen te beoordelen. Het World Happiness Report 2013 is opgesteld omdat er een stijgende wereldwijde vraag is naar het beter afstemmen van het overheidsbeleid op wat echt belangrijk is voor mensen als het gaat om hun welzijn. Het rapport is een bewijs dat het analyseren en meten van geluk men veel kan leren over de verbetering van welzijn en duurzame ontwikkeling. §4.3 Feiten en cijfers Nederland t.o.v. internationaal geluk Als we Nederland vergelijken met andere Europese landen komen we hier zeer goed uit. Volgens Unicef32 (2013) zijn Nederlandse kinderen zelfs het gelukkigst van alle kinderen. Maar niet alleen kinderen komen hoog uit onderzoeken, ook de volwassen bevolking doet het goed. Zo behoort Nederland tot de top 5 van meest gelukkige landen in Europa (zie figuur 6). Boven ons staan een aantal Scandinavische landen en Luxemburg. De levenstevredenheid in Nederland is in vergelijking met 2002 toegenomen. Dit is niet in elk Europees land het geval. Zo is in sommige landen, zoals in Ierland, Italië en Griekenland, de tevredenheid zelfs gedaald. Dit zou te maken kunnen hebben met de crisis en de gevolgen daarvan. Bij de Better Life Index van de OECD (vergelijkbaar met de SCP-leefsituatie-index maar dan op een internationaal niveau) komt Nederland, net zoals op de ranglijst van gelukkige landen, ook op de vijfde plaats uit. De Better Life Index meet net zoals de SCP-leefsituatie-index de kwaliteit van leven die meerdere dimensies omvat. In de BLI zijn onder andere inkomen, opleiding en balans tussen werk en vrije tijd opgenomen. Het BLI kunnen we net zoals de SCP-leefsituatie-index relateren aan het inkomen en dus aan het BBP (zie figuur 7). Het blijkt dat een hoger BBP samengaat met een hogere score op de BLI. Bij een hoge BBP is, volgens het BLI, de kwaliteit van leven dus groter.
31
UNSDSN. (2013). World happiness report 2013, gehaald van: http://unsdsn.org/resources/publications/world-happiness-report-2013/ 32
UNICEF. (2010). Kinderen in Nederland blijven gelukkigst, gehaald van: https://www.unicef.nl/nieuws/berichten/2010/01/kinderen-in-nederland-blijven-gelukkigst/
32
Figuur 6
Figuur 7
33
Kortom, in 2013 is de leefsituatie beter dan in 2002 ondanks een kleine verslechtering tussen 2010 en 2012. Nederlanders gingen minder op vakantie, minder op cultuurbezoek en de mobiliteit verminderde. Verder geeft de volwassene bevolking een gemiddeld rapportcijfer van 7,8 over ons leven. De afgelopen jaren is de levenstevredenheid iets toegenomen, maar sinds 2008 is dit niveau stabiel. De mensen die in Nederland het ongelukkigst zijn staan vaak in een kwetsbare positie (werkeloos, leven van een uitkering, gezondheidsproblemen etc.). Gekeken op internationaal niveau heeft Nederland in vergelijking met andere Europese landen een hoge kwaliteit van leven.
34
Hoofdstuk 5 Hoe kunnen metingen van geluk bijdragen aan een beleid gericht op de ontwikkeling en vooruitgang van de samenleving? §5.1 Hoe het de afgelopen jaren verliep. In de SSN (de sociale staat van Nederland) worden alle gegevens en rapporten van de leefsituatie van de Nederlanders weergegeven. En zoals al eerder naar voren kwam is in Nederland tussen 2010 en 2012 de leefsituatie er minder goed op geworden, terwijl alle onderzochte groepen er in 2012 wel beter voor staan dan in 2002. Deze recente daling is nog te overzien, maar door de crisis waar we in zitten/zaten zal nog voor verdere gevolgen zorgen door vele bezuinigingen. Daarom wil/ moet volgens de SSN de overheid meer rekening gaan houden met het welzijn van de Nederlanders. De afgelopen verslechtering van de leefsituatie heeft meerdere bevolkingsgroepen getroffen maar de meest kwetsbare mensen met een lage opleiding, zonder werk of met een slechte gezondheid het zwaarst. Bij deze groep ging de leefsituatie het meest achteruit. Vooral door de combinatie van verschillende kwetsbaarheden leid tot een minder goede leefsituatie Over een grotere tijdschaal, vanaf 2000, gekeken zijn de Nederlanders in het algemeen wel iets gelukkiger geworden, maar sinds 2008 is deze positieve trend toch gestagneerd. Bovendien werden, zoals net al benoemd, de lageropgeleiden mensen de afgelopen twee jaar minder gelukkig. Maar, ondanks de negatieve ontwikkeling van de laatste twee jaar is de kwaliteit van leven in Nederland hoog.33 Zelfs als je ons vergelijkt met de andere Europese landen. En omdat de overheid de juiste randvoorwaarden moet creëren heeft zij een hele belangrijke rol in het verhogen van de kwaliteit van leven in het land. En daarom is het van belang dat de overheid de welzijn/geluk rapporten op neemt in haar beleid, want hierdoor kunnen zij niet alleen de bevolkingstevredenheid verhogen maar ook hun positie en ontwikkeling in Europa.
§ 5.2 De verbetering die Nederland kan toepassen door middel van geluk in het beleid. Om de leefsituatie van de Nederlanders te verbeteren zijn een paar standaard factoren van groot belang, namelijk: een goede opleiding hebben ( niet per se een hoge opleiding, maar een die goed bij je past en waar je verder mee komt in het leven), een redelijk inkomen en de zelfredzaamheid. Als de overheid hier in investeert kan zij er voor zorgen dat de kwaliteit van leven verbeterd; zowel van de ervaren en van de feitelijke kwaliteit. Door deze beide aspecten van kwaliteit van leven aan te pakken maakt de overheid niet alleen vooruitgang in de samenleving maar maakt zo ook werk van het Nederlands bruto nationaal geluk. Dit is immers op te vatten als een brede indicator voor welvaart en welzijn, die niet alleen betrekking heeft op economische omstandigheden, maar ook op bijvoorbeeld huisvesting, vrije tijd en participatie.34 Door dus in te zetten op een beleid dat niet alleen economische verbeteringen brengt, maar ook sociale verbetering, zal de kwaliteit van leven toenemen. 33 34
Afkomstig uit: De sociale staat van Nederland ( www.bnr.nl) Afkomstig uit :De sociale staat van Nederland- geluk voor kamerleden(www.bnr.nl)
35
Het gemiddelde niveau in Nederland kan vooral verhoogt worden door aandacht te geven aan de kwetsbare groepen, zoals: mensen die weinig zelfredzaam zijn, mensen met een laag welbevinden of in sociaaleconomische achterstand. Een gericht beleid voor deze groepen verbetert waarschijnlijk niet alleen de leefsituatie, maar vergroot ook hun levenstevredenheid. Hierdoor dragen de metingen van geluk dus bij aan de ontwikkeling en vooruitgang van de samenleving. En doordat de overheid door middel van verschillende geluksenquêtes, geluksmetingen en andere geluksmetingen op de hoogte is. Kunnen ze de extra aandacht en moeite steken in de probleem factoren, of bepaalde groepen mensen die dit nodig hebben, waardoor ze vooruitgang boeken en zich verder kunnen ontwikkelen. §5.3 Engeland als voorbeeld Engeland is een goed voorbeeld voor Nederland in het opzicht van geluksmetingen opnemen in de overheid en ‘welbevinden’ als centraal thema in politiek en beleid erkennen. De All-party parliamentary Group on Wellbeing Economics (dit is de brede commissie uit het Britse parlement) stelde namelijk in oktober 2014 dan de overheid zich voortaan aan de volgende punten moesten houden: - Zo kregen de politieke partijen te horen dat ze in hun verkiezingsprogramma’s moeten uitleggen hoe ze het welbevinden van hun kiezers willen bevorderen en hoe zijn dit gaan doen. - Ze moesten ook vertellen hoe zij op dit gebied tegen ongelijkheid aankijken - Ze moesten als er een nieuw beleid werd gevormd nagaan welke effecten dit zou hebben op het welbevinden van de groep die daar bij betrokken zou zijn. - En alle ministeries zouden moeten beschikken over analisten die gespecialiseerd zouden zijn in het ‘welbevinden’ Door deze veranderingen in het regeren toe te passen zal het volgens het rapport, in vergelijking met nu, leiden tot een effectiever beleid, met een sterkere samenhang tussen de verschillende departementen en betere resultaten boeken35 Van links tot rechts deed mee. Het rapport Wellbeing in four policy areas is de kroon op drie jaar werk en intensieve gesprekken met deskundigen. Op 14 oktober is het officieel gepresenteerd. Op vier verschillende gebieden gingen de parlementariërs na hoe ‘welbevinden’ als doel van beleid, en bij de beoordeling van beleid, een rol zou kunnen spelen36 -arbeidsmarktbeleid -stadsplanning en verkeer -mindfulness in zorg en onderwijs -kunst en cultuur
35 36
Uitspraak uit het rapport van – All-Party Parliamentary Group on Wellbeing Economics Geluksdoctorandus Dhr. de Groot- www.geluksdoctorandus.be / baanbrekend rapport brits parlement
36
Thema Arbeidsmarktbeleid: Een van de vier thema’s die de All-Party Parliamentary Group on Wellbeing Economics nader onderzocht heeft, is het arbeidsmarktbeleid. De belangrijkste conclusies die hier uit voort gekomen zijn, zijn: • Het gaat niet om ‘banen hoe dan ook’, maar om goede banen. • Vastigheid en zekerheid zijn belangrijker voor welbevinden dan alleen het inkomen. • Bestrijding van armoede en ongelijkheid telt zwaarder dan het verhogen van het nationaal inkomen als geheel. • Teveel uren werken is slecht voor geluk en gezondheid. Benader het probleem van te weinig werk enerzijds en teveel werk anderzijds in samenhang. Laat de overheid hierbij voorop lopen. • Het welbevinden van medewerkers is goed voor elke organisatie, bij de overheid zowel als het bedrijfsleven. Dit is inmiddels overvloedig uit onderzoek gebleken.37 Thema Stadsplanning en verkeer: Bij het thema planning en verkeer herinnert de commissie aan het ideaal dat het in de middeleeuwen al belangrijk was voor het welzijn ven de mens hoe de omgeving er uit zag. Tegenwoordig lijkt het alsof hier minder aan wordt gedacht. Maar in het denken van termen als welbevinden kan dit echter op een eigentijdse manier worden teruggebracht. Belangrijke aspecten die daarbij meer aandacht zullen krijgen dan nu: • De (minimum) kwaliteit van huizen heeft rechtstreeks effect op het welbevinden. • Sociale relaties en sociaal kapitaal wegen zwaar mee in ons geluk. Waar mogelijk, zou de bouw van wijken en van de openbare ruimte die moeten bevorderen. • Plannen maken in overleg met de buurt en de bevolking draagt bij aan een gevoel van thuis zijn en ‘eigenaarschap’ als het bouwen klaar is. • Meer uitnodigende gelegenheden om te wandelen en te fietsen beïnvloeden het welbevinden rechtstreeks én indirect (via de gezondheid!). • Hetzelfde geldt voor groen in de omgeving. • Minder tijd om te forensen kan eveneens schelen. Dit zijn voor veel mensen de minst aangename uren van de dag. Ze gaan ten koste van meer sociale bezigheden.38 Thema Mindfulness in zorg en onderwijs: Bij mindfulness gaat het om de alertheid en aandacht in alle mogelijke situaties. Je kunt het oefenen door te mediteren. Het heeft veel positieve effecten op de gezondheid en het geluk van de mens. Daardoor draagt het uiteindelijk bij aan vermindering van de gezondheidszorg kosten. Het rapport geeft hier een aantal adviezen voor: • Docenten, artsen en verpleegkundigen (en andere zorgverleners) moeten worden getraind in mindfulness. Als professionals zijn zij de spil bij het benutten van de voordelen van mindfulness in onderwijs en gezondheidszorg. • ‘Gewone’ gezondheidszorg en geestelijke gezondheidszorg (ggz) moeten beide even zwaar worden gewogen, maar ook beter worden geïntegreerd. • Het grootste obstakel voor mindfulness op school is tegenwoordig dat het welzijn van de leerlingen niet tot de basis van het onderwijs hoort. Dit idee klopt niet, want zelfs als middel tot cognitieve prestaties heeft mindfulness een positieve invloed. Ook is het voor leerlingen niet stimulerend, dat ze door politici alleen als ‘geslaagd in het leven’ worden beschouwd, op basis van de prestaties die ze
37
Afkomstig uit rapport van All-Party Parliamentary Group on Wellbeing Economics http://parliamentarywellbeinggroup.org.uk/reports/ 38 Afkomstig uit rapport van All-Party Parliamentary Group on Wellbeing Economics http://parliamentarywellbeinggroup.org.uk/reports/
37
leveren. voegt adviseur prof. Richard Layard eraan toe, Voegt adviseur prof. Richard Layard eraan toe, 39
Thema Kunst en cultuur Het vierde en laatste thema dat dit baanbrekend rapport over Wellbeing Economicsoppakt, is dat van kunst en cultuur. Hier moeten beleidsmakers en subsidiegevers vaak kiezen tussen een platte economische benadering of een hoogdravende (maar ongrijpbare) benadering op basis van intrinsieke waarden (l’art pour l’art). Een benadering die vraagt naar de bijdrage van kunst en cultuur aan welbevinden, biedt daarbij een interessante tussenweg. • Een benadering in termen van welbevinden vraagt naar de invloed die kunst en cultuur hebben op het leven van mensen. Kunst en cultuur die hierop een positieve invloed hebben, verdienen prioriteit bij subsidieverlening. • Uit onderzoek blijkt – heel interessant – dat vooral het deelnemen aan kunst, meer dan het toeschouwer zijn, een positieve invloed heeft. • Er is zelfs een klein positief verband tussen kunst en cultuur en gezondheid. • Subsidies voor kunst en cultuur leveren het meest op wanneer die terecht komen bij mensen die zich qua welbevinden in een minder gunstige situatie bevinden.40
Er niet omheen draaien. Twee gedachtes staan er centraal in het rapport uit Engeland: 1: Dat de politici vaak te veel focust op de economie, omdat de economie belangrijk is voor de werkgelegenheid en zonder werkgelegenheid geen samenleving, maar de werkgelegenheid op zijn beurt zeer belangrijk voor het menselijk ongeluk en geluk. Hierdoor staan deze twee factoren dus met elkaar in verband. En als je het ene verbeterd zal de andere factor automatisch mee verbeteren. Het menselijk ongeluk en geluk is bepaald een groot deel van je leven en de samenleving en de economie is een belangrijk middel daarbij om dat te verhogen of te verbeteren. Eigenlijk is het dus wel logisch, zegt het rapport, om ook geluk/welbevinden rechtstreeks als doel in de politiek te benoemen. In gewone mensentaal: draai er niet zo omheen, ga rechtstreeks op je doel af.41 Dan krijg je ook een beter en effectiever beleid. 2: Welbevinden zegt meer dan kosten-baten. Doorgaans worden de opbrengsten van het beleid ‘berekend’ met een kosten-baten-analyse. Ook het CPB van Nederland voert dit regelmatig uit. Maar de huidige vorm van kosten-baten-analyse is gebaseerd op economische opvattingen die inmiddels achterhaald zijn. Daarbij moeten betrokkenen namelijk schatten hoeveel een bepaald voordeel (of nadeel) van beleid hen in de toekomst in geld waard zal zijn.42 Maar door deze benadering raakt het beleid de mensen niet of nauwelijks. Op basis van onderzoek naar welbevinden is het mogelijk om veel nauwkeuriger te bepalen hoe het met de bevolking gaat op basis van geluk en welbevinden en wat het beleid voor mensen in de praktijk kan betekenen.
39
Afkomstig uit rapport van All-Party Parliamentary Group on Wellbeing Economics http://parliamentarywellbeinggroup.org.uk/reports/ 40 Afkomstig uit rapport van All-Party Parliamentary Group on Wellbeing Economics http://parliamentarywellbeinggroup.org.uk/reports/ 41 Geluksdoctorandus Dhr. de Groot- www.geluksdoctorandus.be / baanbrekend rapport brits parlement 42 Definitie van kosten-baten-analyse. Geluksdoctorandus Dhr. de Groot.
38
Van beide gedachten komt uiteindelijk op het zelfde neer: “beleid bespreken in termen van welbevinden geeft een veel beter beeld van hoe dit het leven van mensen beïnvloedt, dan door dit te doen in de gangbare economische termen.”43
Andere accenten, maar partijen kiezen zelf Het rapport bevat uitdrukkelijk voorkeur aan politiekpartij keuzes. Het is staat totaal los van de verschillen tussen de politieke partijen. De linkse partijen zullen waarschijnlijk meer opkomen voor de zwakkere bevolking dan de rechtse partijen, maar uiteindelijk komt het er op neer dat de 2e kamer geluk en welbevinden als indicator voor een welvarendere economie gaat gebruiken. Waar de samenleving en economie erop vooruit zal gaan en dat wil het parlement uiteindelijk bereiken. “De kracht is dat het vooral laat zien hoezeer de invalshoek verschuift, wanneer politici in termen van welbevinden gaan denken; en gebruik gaan maken van het nog steeds groeiende onderzoek daarnaar.”44
Minimumloon wel of niet verhogen? Een voorbeeld is de hoogte van het minimumloon. Op basis van onderzoek naar welbevinden is het goed mogelijk om vast te stellen hoe hoog dit loon ten minste zou moeten zijn (wanneer we minimumloners ook hun geluk gunnen). Maar stel nu dat het minimumloon daardoor zo hoog zou worden dat er duizenden banen verloren gaan? Baanverlies zorgt tenslotte óók voor een flinke achteruitgang in welbevinden. Dilemma’s als deze kun je met hulp van ‘welbevinden’ wél scherper in beeld krijgen. Maar politici (en kiezers) zullen daarbij nog steeds zelf knopen moeten doorhakken. En opletten dat het op een beleid gaat lijken zoals in Griekenland, want dan zakken we verder in de crisis. Doordat bijvoorbeeld het geld opraakt, omdat de overheid te veel aandacht schenkt en te veel zorgt voor de zwakkere en armere bevolkingsgroepen. Waardoor uiteindelijk het overheidgeld snel opraakt en de armere/minder ontwikkelde/minder gelukkige mensen lui worden. In Griekenland is dit nu aan de orde, hier zorgt de overheid te veel voor de armere bevolkingsgroep, waardoor deze groep alleen maar groter wordt en uiteindelijk het geluk en welbevinden daalt.
43 44
Citaat Dhr. de Groot. www.geluksdoctorandus.be Citaat uit rapport van All-party parliamentary Group on Wellbeing Economics
39
Hoofdstuk 6
De enquête
§6.1 Uitleg enquête We hebben besloten om zelf een geluksmeting te doen en hier hebben wij een online enquête voor gemaakt. Deze hebben we gedeeld op Facebook met als onderschrift: “Hoi vrienden en vriendinnen. Ben jij tussen de 12 en de 21 jaar oud? En ben je een spontane en behulpzame jongedame of jongeheer? Vul dan nú onze PWS enquête in! Het kost je maar een paar minuten en je zou ons er ontzettend gelukkig (;-)) mee maken! Alvast bedankt voor jullie moeite.”. Wij hadden voor Facebook gekozen omdat veel jongeren hierop actief zijn. Zo konden wij dus veel jongeren benaderen. Omdat veel 12/13 en 14/15 jarigen nog geen of weinig gebruik maken van Facebook, vroegen wij onze vrienden de enquête ook te laten invullen door jongere broertjes en/of zusjes. Hieronder ziet u de enquête zoals wij hem op de site45 hebben staan. Uiteindelijk hebben 100 mensen (wat ook het maximale personenaantal was die hem konden invullen) ingevuld. Wij hebben ervoor gekozen om de metingsmethode van professor Ruut Veenhoven te hanteren in ons onderzoek. Na het maken van ons PWS leek ons dit de handigste (en ook een van de betrouwbaarste) methodes om het geluk te meten. Verder hebben wij voor de indicatoren scheiding ouders, inkomstenverschil, het hebben van vrienden en/of vriendinnen en zorgen voor je lichaam gekozen (deze indicatoren behoren tot de levensvaardigheden en de levensomstandigheden). Wij denken dat jongeren deze indicatoren goed kunnen beoordelen en dat we na de conclusie een duidelijk advies aan het Ministerie kunnen geven waar jongeren de meeste ‘behoefte’ aan hebben als het gaat om het stimuleren van geluk bij jongeren. Ook denken wij dat we kunnen laten zien dat deze manier van meten heel makkelijk is en redelijk tot goed betrouwbaar is. §6.2 Hypothese Onze hypothese is als volgt: Jongeren tussen de 12 en de 15 jaar geven het eigen geluk een hoger cijfer dan jongeren tussen de 16 en de 21 jaar. Wij denken dat dit komt door een realistischere kijk op het leven en meer levenservaring. Omdat de meeste 12/13 en 14/15 jarigen nog geen baan hebben denken wij dat zij de keuze ‘inkomen’ vrijwel allemaal op plek 4 zullen noteren. Wij denken dat deze, naarmate de leeftijd stijgt, soms iets omhoog zal gaan, maar niet veel. Verder denken wij dat de definitie die 12/13 jarigen geven zullen verschillen met 14 tot en met 21 jarigen.
45
Van Koolwijk, L. en Andeweg, A. (2015) Geluksmeting, te vinden op: https://www.surveymonkey.com/s/QXVSBKF?fb_ref=Default
40
§6.3 De vragen 1. Wat is uw leeftijd? - 12/13 - 14/15 - 16/17 - 18/19 - 20/21 2. Alles bij elkaar genomen, hoe tevreden of ontevreden bent u momenteel met uw leven als geheel? (1 is erg ontevreden en 10 is erg tevreden) -1 -2 -3 -4 -5 -6 -7 -8 -9 - 10 3. Alles bij elkaar genomen, hoe tevreden denkt een naaste van u hoe tevreden of ontevreden u momenteel bent met uw leven als geheel? (1 is erg ontevreden en 10 is erg tevreden) -1 -2 -3 -4 -5 -6 -7 -8 -9 - 10 4. Hoe belangrijk zijn de onderstaande factoren voor uw geluksgevoel? Rangschik deze van 1 t/m 4 (1= belangrijkst, 4= minst belangrijk) - Scheiding ouders - Inkomensverschil - Het hebben van vrienden en/of vriendinnen - Zorg voor je lichaam (bijvoorbeeld door middel van meditatie) 5. Wat is volgens u de definitie van geluk?
41
§6.4 De resultaten: LT= ALT= X= S= I= H= Z=
Levenstevredenheid Levenstevredenheid ingevuld door een naaste Betreffend persoon heeft deze vraag niet ingevuld Scheiding ouders Inkomstenverschil Het hebben van vrienden en/of vriendinnen Zorgen voor je lichaam
Leeftijdscategorie 12/13 Levenstevredenheid: 1 9 9
LT ALT
2 7 8
3 8 7
4 8 8
5 8 9
6 8 8
7 9 8
8 9 9
2 2 4 1 3
3 3 4 1 2
4 4 2 3 1
5 4 3 1 2
6 X 4 1 3
7 1 4 2 3
8 2 4 1 3
Indicatoren geluk: 1 2 4 1 3
S I H Z
Definities van geluk: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Samen met mijn familie. Blij zijn, geen zorgen, gevoel van vrijheid. Fijn leven, gelukkig zijn. Het fijn hebben met elkaar. Dat je tevreden bent met wat je hebt en gelukkig bent. X Leven zonder pijn. Bij en vrolijk zijn, zonder problemen.
42
Leeftijdscategorie 14/15 Levenstevredenheid: 1 8 8
LT 7
2 8 8
3 8 7
4 8 8
5 9 8
6 8 9
7 7 8
8 8 7
9 9 8
10 8 8
11 8 9
2 4 2 1 3
3 3 2 1 4
4 2 3 1 4
5 3 1 2 4
6 2 4 1 3
7 4 2 1 3
8 3 2 1 4
9 3 1 2 4
10 2 4 1 3
11 2 1 3 4
Indicatoren geluk: 1 4 2 1 3
S I H Z
Definities van geluk: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Gewoon dat je het naar je zin hebt en het niet elke dag opstaat met een kutgevoel. Dat je je over het algemeen goed en blij voelt. Dat je blij bent met alles wat je hebt of juist niet hebt. Blij en tevreden zijn. Vrolijk zijn en het naar je zin hebben. En ook wel een beetje geld. Aan het eind van elke dag kunnen zeggen dat je een goede dag hebt gehad Dat je blij bent met wat je hebt. Het gevoel dat je hebt als je het naar je zin hebt en lieve mensen om je heen hebt Dankbaar zijn voor alles, toch ook wat geld hebt. En kunt doen en laten wat je wilt Vrij zijn in wat je wilt doen en een vader en moeder hebt die er voor je zijn.
43
Leeftijdscategorie 16/17 Levenstevredenheid: 1 LT 7 ALT 8
2 8 7
3 9 8
4 7 6
5 8 9
6 8 7
7 8 8
8 5 6
9 9 7
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 8 6 8 7 6 7 7 8 8 7 7 7 9 7 10 8 7 8 8 7 8 7 8 8
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 LT 6 8 6 8 7 7 7 8 8 6 7 7 7 8 ALT 6 7 9 8 7 9 8 7 X 7 9 7 8 8
Indicatoren geluk:
S I H Z
1 2 4 1 3
2 3 2 1 4
S I H Z
22 4 2 1 3
23 2 4 1 3
3 3 4 1 2
24 2 4 1 3
4 1 3 4 2
5 2 3 4 1
25 4 1 3 2
6 2 4 1 3
26 1 3 2 4
7 4 3 1 2
27 1 2 4 3
8 2 4 3 1
9 3 4 1 2
28 1 3 4 2
29 1 4 2 3
10 3 4 1 2
30 X X X X
11 1 3 2 4
31 4 3 1 2
12 2 4 3 1
32 1 2 4 3
13 3 2 1 4
33 3 4 2 1
14 2 4 1 3
34 2 3 1 4
15 3 4 1 2
16 2 3 1 4
17 3 4 1 2
18 4 3 1 2
19 X X X X
20 3 4 2 1
21 2 4 1 3
35 4 3 2 1
Definities van geluk 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Geluk is als een vrouw goed gevormd. Voldoening na een pizza. Tevreden en dankbaar zijn voor alles wat je hebt, niet elke keer meer willen. X Een goed leven hebben. Geluk is het tevreden zijn met je lichaam zoals het op dat moment afspeelt. Geluk is een euforisch gevoel over een bepaald moment in leven of de gehele stand van zaken in je leven. Tevreden zijn met leefomstandigheden. Geluk is een emotie die het leven zin geeft. X Bier Dat ik blij ben met wie ik ben en doe en blij met mensen om mij heen. Tevredenheidsgevoel over je leven. Als je tevreden bent over jezelf. Geluk is als je dingen kan doen die je leuk vindt en daardoor lekker in je vel zit. 44
17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.
Blij en happy met je leven. Dat je je goed voelt en van je leven kan genieten. X Je goed voelen bij wat je doet. Tevreden zijn over waar en hoe je in het leven staat. Blij zijn met leven dat je leeft, samen met familie & vrienden. Lucky. Een leven kunnen leiden met de mensen waarvan je houdt, het is voor mij dan wel belangrijk dat ik met mensen in een maatschappij ben ingedeeld naar Westerse idealen, vrijheid! Gezondheid. De mate van tevredenheid over je leven en het zien van kansen. Tevreden zijn, genieten van het leven. Iedere dag met fijn gevoel opstaan en er een mooie dag van willen maken. Voorspoed. X Tevreden zijn met wat je hebt en dat ook overbrengen op anderen. Opstaan en zin hebben in de dag, ongeacht wat je staat te wachten. Gezondheid. Dat je blij bent. Je liefde, blijdschap en geluk met andere te kunnen delen. Alleen ben je nergens. En volop genieten van het leven.
45
Leeftijdscategorie 18/19 Levenstevredenheid:
1 LT 7 ALT 8
2 8 8
3 9 8
4 8 7
5 8 9
6 6 X
7 8 7
8 7 8
9 7 8
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 8 7 6 7 7 7 X 7 7 5 6 6 8 8 8 8 8 9 X 7 7 7 8 7
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 22 33 34 35 36 37 38 39 LT 8 4 7 7 8 7 7 7 8 8 6 7 8 9 7 X 8 7 ALT 8 5 8 5 6 6 8 8 8 7 5 8 8 7 7 X 8 9
Indicatoren geluk:
S I H Z
1 3 4 1 2
2 X X X X
S I H Z
22 4 3 1 2
23 4 3 1 2
3 3 4 1 2
24 3 4 1 2
4 2 4 1 3
5 4 3 1 2
25 3 4 1 2
6 X X X X
26 3 4 2 1
7 2 3 1 4
27 3 4 1 2
8 4 3 1 2
9 1 2 4 3
28 X X X X
29 2 3 1 4
10 2 3 1 4
30 4 3 1 2
11 2 4 1 3
31 2 4 1 3
12 2 4 1 3
32 1 4 2 3
13 3 1 2 4
33 3 4 1 2
14 4 3 2 1
34 1 3 2 4
15 X X X X
35 4 3 1 2
16 X X X X
36 2 4 3 1
17 3 4 1 3
37 X X X X
18 2 3 1 2
38 3 4 1 2
19 3 4 1 3
20 4 2 1 4
21 2 3 1 2
39 3 4 1 2
Definities van geluk: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Waarderen van mensen, materiaal en natuur om je heen. X Geluk is hoe prettig en hoe goed je je voelt in het leven. Blij zijn met hoe je je voelt/bent. Jezelf kunnen zijn en mensen om je heen lief hebben. X Je gelukkig voelen, wanneer je in al je behoeftes voorzien bent. Blij zijn met wat je hebt. Dat je gezond en geliefd bent. Liefde! X Iedere dag met een vrolijk gevoel opstaan. Een zekere mate van tevredenheid in het leven. Genieten.
46
15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.
34. 35. 36. 37. 38. 39.
Gezondheid, liefde, geld, kennis. X X Met plezier je leven leiden Bereiken wat je wilt en denkt te kunnen bereiken Geluk is dat je geen verlangens meer hebt, je hebt naar je gevoel alles wat je nodig hebt en bent tevreden met je leven. Jezelf fijn voelen met de spullen en vrienden die jij zelf denkt nodig te hebben. Blij zijn, je goed voelen. Vrolijk, leuk, liefdevol leven. En tevreden zijn met jezelf. Als ik lol kan hebben met vrienden/ veel lachen. Dat je tevreden bent over je leven. X Als je tevreden kunt zijn met wat je hebt en kunt genieten van het leven en van mensen om je heen. X Blij zijn met de dingen die je hebt. Jouw leven kunnen leven zoals jij dit zou willen/voor je ziet. Tevreden zijn met wat je hebt. Tevreden zijn met je leven en genieten van alles Geluk kan je niet omschrijven. Het zijn kleine dingen in het leven die je het goede gevoel geven dat je het ergens voor doet, de rede waarvoor je op kan staan en je vrolijk van wordt. Geluk is het leven! Het hele leven. Ge+luk X X De mate waarin we ons in onze behoeftes kunnen voorzien. Tevreden leren zijn met jezelf en anderen. En er het beste uit halen.
47
Leeftijdscategorie 20/21 Levenstevredenheid:
LT ALT
1 9 9
2 6 7
3 X X
4 7 9
5 6 5
6 7 9
7 6
2 2 3 1 4
3 X X X X
4 3 4 1 2
5 4 2 1 3
6 2 4 1 3
7 3 4 1 2
Indicatoren geluk:
S I H Z
1 2 3 1 4
Definities van geluk: 1. Je goed voelen bij de dingen die je doet, jezelf accepteren en genegenheid krijgen van je naaste. 2. Het prettig voelen in alles wat je doet. Het hebben van goede relaties met vrienden en familie en het gevoel te hebben dat de meeste dingen in het leven goed gaan en ergens een bijdrage aan hebben. 3. X 4. Geluk is een flinke dosis dopamine in je hersenen. Een state of mind; Een bijproduct wanneer je het meeste uit het leven haalt. Geluk is Nutella 5. Blij zijn met hoe je leven op dit moment eruit ziet. 6. Lief hebben en geliefd zijn. 7. Optimistisch kunnen zijn, vrijheid hebben en van zoveel mogelijk genieten.
48
§6.5 Conclusie Leeftijdscategorie 12/13 Conclusie: Over het algemeen kun je zien dat 12/13 jarigen mensen zichzelf een hoog (veel 8 en 9’s) gelukscijfer geven. Over het algemeen sluiten de cijfers van naasten hier op aan. Het hebben van vrienden en vriendinnen is de belangrijkste geluksfactor van de 4 factoren en het inkomen is zoals verwacht de minst belangrijke factor. Verder komen de definities van 12/13 jarigen erg met elkaar overeen, maar niet met de ‘wetenschappelijke’ definitie. Zo wordt het woord ‘tevredenheid’ maar één keer gebruikt en hierbij gaat het dan niet eens over de tevredenheid van het leven in het algemeen. Geluk wordt veel gedefinieerd als ‘blij zijn’. Leeftijdscategorie 14/15 Conclusie: Over het algemeen kun je zien dat 14/15 jarigen mensen zichzelf, net zoals 12/13 jarigen, een hoog (gemiddeld 8) gelukscijfer geven. Over het algemeen sluiten de cijfers van naasten hier op aan. Het hebben van vrienden en vriendinnen is de belangrijkste geluksfactor van de 4 factoren en zorgen voor je lichaam is de minst belangrijke factor. Verder komen de definities van 14/15 jarigen erg met elkaar overeen, maar nog steeds niet met de ‘wetenschappelijke’ definitie van geluk. Wel wordt ‘tevredenheid’ één keer gebruikt en zelfs in combinatie met ‘algemeen’. Maar één antwoord is te verwaarlozen op de rest. De meest voorkomende definitie is ‘blij zijn met wat je hebt en het naar je zin hebben.’. Leeftijdscategorie 16/17 Conclusie: Over het algemeen kun je zien dat 16/17 jarigen mensen zichzelf een wat lager gelukscijfer geven dan 12 tot en met 15 jarigen (7 gemiddeld). Dit sluit aan op onze hypothese. Over het algemeen sluiten de cijfers van naasten hier op aan. Het hebben van vrienden en vriendinnen is de belangrijkste geluksfactor van de 4 factoren en het inkomen de minst belangrijke factor. Verder komen de definities van 16/17 jarigen, opvallend genoeg, in een keer veel dichter bij de wetenschappelijke definitie. Zo wordt het woord ‘tevredenheid’ veel gebruikt. Leeftijdscategorie 18/19 Conclusie: Over het algemeen kun je zien dat 18/19 jarigen mensen zichzelf een even hoog (7 gemiddeld) gelukscijfer geven als 16/17 jarigen. Over het algemeen sluiten de cijfers van naasten hier op aan. Het hebben van vrienden en vriendinnen is de belangrijkste geluksfactor van de 4 factoren en het inkomen is de minst belangrijke factor. Opvallend is dat de definities van geluk, in tegenstelling tot de definities die 16/17 jarigen gaven, weer veel minder tevredenheidsdefinities bevatten. Het zijn allemaal een beetje andere uitspraken maar wel bijna allemaal iets met ‘over het leven’. Dus weinig tot geen definities die zeggen dat geluk draait om korte momenten.
Leeftijdscategorie 20/21 Conclusie: Over het algemeen kun je zien dat 20/21 jarigen mensen zichzelf een laag gelukscijfer geven (gemiddeld 6) vergeleken met de andere leeftijdscategorieën. Over het algemeen sluiten de cijfers van naasten hier op aan (gemiddeld wel met 1 punt verschil). Het hebben van vrienden en vriendinnen is de belangrijkste geluksfactor van de 4 factoren en het inkomen is zoals verwacht de minst belangrijke factor. Opvallend is dat de definities van geluk, weinig tot geen ‘tevredenheidsdefinities’ bevatten. Elke definitie is anders en iedereen probeert zijn eigen stukje filosofie over geluk te vertellen. Het is dus niet echt duidelijk (ook omdat we maar 7 resultaten van 20/21 hebben) wat over het algemeen als definitie van geluk wordt gegeven.
49
Conclusie Het is belangrijk om bij het meten van geluk rekening te houden met de factoren die geluk beïnvloeden. Omdat er geen Nederlandse cijfers zijn gepubliceerd over het geluk van Nederlandse jongeren gebruiken we voor deze groep Nederlanders onze enquête. De overheid moet met het meten van geluk inspelen op de factoren die gegeven zijn in hoofdstuk twee; erfelijke factoren (30%), levensomstandigheden (25%), levensvaardigheden (25%) en levenskeuzes (20%). Omdat erfelijke factoren moeilijk te meten zijn en ook niet heel interessant zijn voor een eventuele geluksmeter van de overheid, laten we deze factor even voor wat het is. Wel is het belangrijk dat men onderzoek blijft doen naar het beïnvloeden van erfelijke factoren door bijvoorbeeld het overdragen van gelukshormonen. Het zou natuurlijk fantastisch zijn als we over een aantal jaar mensen met een depressie ‘beter’ kunnen maken op deze wijze. Na het verrichtten van ons onderzoek kunnen wij concluderen dat de overheid de levensomstandigheden en de levensvaardigheden het meeste kan beïnvloeden. Als de overheid een geluksmeter wil die speciaal bedoeld is voor jongeren, raden wij aan om het geluk op verschillende manier bij verschillende leeftijdsgroepen te meten. Omdat 12/13 en 14/15 jarigen nog een heel ander idee hebben van geluk en zichzelf hebben en zich over het algemeen erg gelukkig voelen, denken wij dat het meten van deze doelgroep al lukt door alleen de vraag te stellen die Ruut Veenhoven heeft opgesteld, namelijk: ‘Alles bij elkaar genomen, hoe tevreden of ontevreden bent u momenteel met uw leven als geheel?’. Bij 16/17, 18/19 en 20/21 jarige wordt het meten al wat complexer omdat er steeds meer indicatoren gaan meespelen. Wel denken wij dat de vraag van Ruut Veenhoven bij elke leeftijdsgroep werkt (en ook het goedkoopste en betrouwbaarste is, zie ALT in enquête resultaten). Alleen is het verstandig om bij jongeren vanaf 16 ook uit te zoeken waar dat gelukscijfer op gebaseerd is, zodat de overheid hier op kan inspelen. Al met al denken wij dat het zeer belangrijk is dat een overheid geluk meet. Welzijn is net zo belangrijk, en misschien zelfs wel belangrijker, dan welvaart. Als men zich niet gelukkig voelt kan dit grote gevolgen hebben. En waarom zouden we dit als overheid niet proberen zo veel mogelijk tegen te gaan? Laten we ook de kwetsbaardere mensen in de samenleving optimaal beschermen. En daar hebben niet alleen de individuen baat bij maar ook de hele maatschappij, want als het beleid geluksmetingen mee laat tellen zal de maatschappij zich ontwikkelen en de samenleving erop vooruit gaan.
50
Bronvermelding Websites: 1. Wikipedia. (2015). Geluk (emotie), gehaald van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Geluk_%28emotie%29#cite_ref-2 2. Veenhoven, R. (2009). Concept of Happiness, gehaald van: http://www1.eur.nl/fsw/happiness/hap_quer/introtext_measures2.pdf 3. De Groot, A. (datum onbekend). Wat maakt geluk de moeite waard?, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/wat-is-geluk/wat-maakt-geluk-de-moeite-waard/ 4. De Groot, A. (datum onbekend). Wat is geluk?, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/wat-is-geluk/ 5. Sociaal en Cultureel Planbureau. (2013). Geluk, gehaald van: http://www.scp.nl/Geluk 6. Veenhoven, R. (2006). Gezond geluk, gehaald van: http://www2.eur.nl/fsw/research/veenhoven/Pub2000s/2005e-fulln.pdf
7. De Groot, A. (datum onbekend). Geluk voor Kamerleden, gehaald van: http://geluksdoctorandus.be/wp-content/uploads/2013/05/Geluk-voor-Kamerleden-enkiezers-e-book.pdf 8. De Groot, A. (datum onbekend). Twaalf geluksactiviteiten die aantoonbaar effectief zijn, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/ 9. De Groot, A. (datum onbekend). De waarde van dankbaarheid, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/de-waarde-van-dankbaarheid/ 10. De Groot, A. (datum onbekend). Optimisme cultiveren, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/optimisme-met-realisme-combineren/ 11. De Groot, A. (datum onbekend). Piekeren helpt niet, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/piekeren-zo-kom-je-er-van-af/ 12. De Groot, A. (datum onbekend). Wees vriendelijk en behulpzaam, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/vriendelijk-zijn-en-behulpzaam-maakt-gelukkiger/ 13. De Groot, A. (datum onbekend). Koester sociale relaties, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/sociale-relaties-koesteren/
51
14. De Groot, A. (datum onbekend). Leer omgaan met tegenslag, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/tegenslag-overwinnen/ 15. De Groot, A. (datum onbekend). Probeer te vergeven, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/vergeven-en-geluk/ 16. De Groot, A. (datum onbekend). Flow nastreven, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/flow-ervaring-en-geluk/ 17. De Groot, A. (datum onbekend). Genieten van het leven, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/genieten-en-geluk/ 18. De Groot, A. (datum onbekend). Kies een doel en handel doelgericht, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/doelgericht-handelen-en-doelen-kiezen/ 19. De Groot, A. (datum onbekend). Praktiseer geloof of spiritualiteit, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/spiritualiteit-en-religie-en-geluk/ 20. De Groot, A. (datum onbekend). Zorg voor je lichaam, gehaald van: http://geluksdoctorandus.nl/gratis-cursus-geluk-kun-je-leren/twaalf-geluksactiviteiten-dieaantoonbaar-effectief-zijn/zorg-voor-je-lichaam/ 21. Gelauff G. (2011) Gelukkig met geluksbeleid?, gehaald van: http://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-presentatie-gelukkig-metgeluksbeleid-24nov2011.pdf 22. UNSDSN. (2013). World Happiness Report 2013, gehaald van: http://unsdsn.org/resources/publications/world-happiness-report-2013/ 23. Sociaal en Cultureel Planbureau. (2012). Sturen op geluk , gehaald van: http://www.scp.nl/dsresource?objectid=30259&type=org 24. Sociaal en Cultureel Planbureau. (2013). De sociale staat van Nederland, gehaald van: http://www.scp.nl/dsresource?objectid=35946&type=org 25. Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014). Monitor Duurzaam Nederland 2014, gehaald van: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/4C92327D-B9C8-4BB5-9F465914F4D9B3A4/0/monitorduurzaamnederland2014indicatorenrapportpub.pdf
52
Boeken: 1. Geerts, G. en Den Boon, T. (Dertiende uitgave). Van Dale: Geluk. 2. Lyobumirsky, S. (2009). De maakbaarheid van geluk, uitgeverij Archipel.
53
Evaluatie Annelotte Na het kiezen van mijn onderwerp had ik super veel zin om de uitdaging van het onderzoeken van geluk, samen met Laura, aan te gaan. Wel kwam ik er al snel achter dat dit niet zo makkelijk was als het klonk. Er zijn ontzettend veel ‘wetenschappers’, psychologen en filosofen die allemaal beweren dé definitie van geluk te weten. In het begin, voornamelijk tijdens het bronnenonderzoek in fase 1, vond ik dit nog vrij interessant. Maar naarmate ik moest gaan beginnen aan het schrijven van mijn hoofdstukken werd dit al een stuk lastiger. Ik werd eigenlijk een beetje overspoeld met informatie en ik wist niet meer wat ik nou wel en niet moest gebruiken. Toen ik terecht kwam op de site van het Erasmus en op de site van de Geluksdoctorandus veranderde dit beeld. Er bestond een wetenschappelijke definitie van geluk! Precies wat ik zocht. Na contact te hebben gehad met dhr. De Groot (eigenaar van Geluksdoctorandus.nl) kreeg ik weer hoop en had ik weer zin om er voor te gaan. Jammer vind ik dat de samenwerking niet altijd even goed verliep. Ik denk dat we elkaar meer hadden moeten steunen en aanmoedigen. De problemen met Laura’s laptop maakte het ook niet makkelijker. Ik heb hiervan geleerd en zal het een volgende keer anders aanpakken (bijvoorbeeld door het stellen van harde deadlines voor mezelf en mijn partner waarbij het niet nakomen van deze deadlines zal leiden tot het bijvoorbeeld uit elkaar gaan). Laura Het was eindelijk zover. Waar je dan al 6 jaar op zit te wachten en verhalen over hoort. Positief en negatief. Je hebt geen idee wat je te wachten staat en hebt er zin in. Dat had ik in ieder geval. En toen het eenmaal duidelijk was over welk onderwerp ik het ging doen en wie mijn partner was had ik er al helemaal zin in. Alleen net zoals Annelotte hierboven al heeft beschreven, werd het moeilijker naar mate de tijd verstreek die zin en motivatie vast te houden. Op een gegevenmoment heb ik zoveel informatie gezien, gelezen en verzameld en zoveel ideeën dat ik door de bomen even het bos niet meer zag. Maar op een gegeven moment zag ik het ligt aan het eind van de tunnel en kwam het werkstuk aardig opgang. Ik vond het heel interessant om zoveel over een onderwerp te weten te komen en zoveel verschillende dingen tegen te komen, zoveel verschillende meningen, problemen, rapporten, verlagen, sites en mensen die denken hun steentje bij te dragen. Soms viel het ook een beetje tegen. Dan had ik me niet goed aan mijn planning gehouden of geen tijd of geen zin. Maar uiteindelijk is het allemaal goed gekomen, zelfs met de technische probleempjes tussendoor. De samenwerking verliep met vlagen en ik heb veel geleerd van mijn partner en het proces om zo een groot werkstuk met zijn tweeën te maken. De volgende keer denk ik wel een tweede keer na of ik een groot werkstuk liever met twee mensen maak in plaats van in mijn eentje. Maar ik heb er zeker geen spijt van.
54
Logboek Wanneer?
Wie?
Wat?
Hoelang?
13-juni-’14
Annelotte en Laura
Nagedacht over PWS onderwerp en ingeleverd.
2 SLU
24-juni-’14
Annelotte en Laura
Contact maken met Jan van Rossum, toenmalige Worldschool begeleider.
¼ SLU
01-juli-’14
Annelotte en Laura
Aansluiten bij het Hugs-programma.
0,5 SLU
22-september-’14
Annelotte en Laura
Mail ontvangen van Peter over de PWS begeleiders. Wij hebben Juliette Karrer.
¼ SLU
26-september-’14
Annelotte
‘Opzet’ gesprekje met Juliette Karrer over het onderwerp en het vooruitzicht.
0,5 SLU
3-oktober-’14
Annelotte (Laura niet aanwezig ivm schoolreis naar Rome)
Studiedag van het Hugs programma van Worldschool op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Den Haag).
6 SLU
9-oktober-‘14
Annelotte en Laura
PWS-dag op school; uitleg over het opstellen 12 SLU van het doel, hoofdvraag en deelvragen.
11-oktober-’14
Laura en Annelotte
Worldschool gemaild met onderzoeksvraag en overige vragen die we nog hadden. En kleine taakverdeling gemaakt voor aankomende week.
2 SLU
12t/m15 okt-’14
Laura 1e helft, Annelotte 2e helft
Alle bronnen doorgewerkt en beknopte theorie verzameld.
15 SLU
15-oktober-’14
Laura en Annelotte
Logboek, planning, bronverzameling + theorie voor fase 1 af.
12 SLU
24-oktober-‘14
Annelotte
Mailen met hoogleraar Ruut Veenhoven van 1 SLU de Erasmus Universiteit om een afspraak met hem te maken. Dit heeft uiteindelijk tot niks geleid, maar we houden het in ons achterhoofd.
26-oktober-‘14
Annelotte en Laura
Hypothese bedenken en opschrijven (Annelotte).
2 SLU
2-november-‘14
Annelotte
De bronnen aan de deelvragen koppelen.
3 SLU
Altijd
Laura
Logboek bijhouden.
3 SLU
15/16-november-
Het idee samen, het
Hoofdstuk indeling maken.
2 SLU
55
‘14
maken Annelotte
19-november-‘14 21/23-november‘14
Laura Annelotte en Laura een eigen gedeelte
Fase 1 verbeterd met behulp van aantekeningen van Juliette Karrer. H1 informatie opzoeken + tekst daarover schrijven.
15 SLU
28-november-‘14
Annelotte en Laura
Begeleidingsgesprek met Juliette Karrer.
1 SLU
2-december-‘14
Annelotte en Laura
Hierdoor nieuwe bronnen, meteen 2 SLU toegevoegd aan bronnenlijst. Ook sommige bronnen verwijdert omdat we die toch niet konden gebruiken.
3-december-‘14
Annelotte
Deelvragen iets aangepast.
1 SLU
5-december-‘14
Annelotte
Akshaya de Groot genoteerd; binnenkort contact opnemen.
¼ SLU
5-december-‘14
Laura
Evaluatie van hoe het tot nu toe is gegaan, waar we tegen aan zijn gelopen en wat we nog kunnen verbeteren.
1 SLU
6-december-‘14
Laura
Wat hebben we aangepast en verbeterd van 2 SLU fase 1.
8-december-‘14
Annelotte
PWS fase 2 ingeleverd (niet compleet i.v.m. fout verzending Laura).
9-december-‘14
Laura
PWS fase 2 ingeleverd.
Laura en Annelotte
Begeleidingsgesprek
24 december ‘14
1 SLU
1 SLU
Antwoord ontvangen van dhr. Goverde. Naar 0,5 SLU aanleiding van deze email contact opnemen met Juliette i.v.m. idee van Goverde om de economie er in te betrekken.
28 december ‘14
Annelotte
Verbeteren van fouten in fase 2 n.a.v. reactie 2 SLU van Juliette Karrer.
29 december ‘14
Annelotte
Opzetten van H3 en hier een begin aan maken.
30 december’14
Laura
Verbeteren van fouten in fase 2 n.a.v. reactie 3 SLU van Juliette Karrer.
2 januari’15
Laura
Bekijken hoe en wat we gaan doen met H2 H5 en wat voor soort deelonderwerpen we er in willen toevoegen.
3 januari’15
Annelotte
Bekijken hoe en wat we gaan doen met H4 3 SLU en wat voor soort deelonderwerpen we er in
3 SLU
3 SLU
56
willen toevoegen. Week 1 ‘15
Laura
Informatie opgezocht over de bestaande manieren van het meten van geluk in Nederland en Buthan.
3 SLU
Week 1 ‘15
Annelotte
Informatie opgezocht in de vermeldde linkjes over welke aspecten invloed hebben op het geluk gehalte van Nederlanders.
3 SLU
5 januari’15
Laura en Annelotte
In de pauze procesbespreking 1 + formulier er bij met Juliette Karrer.
1 SLU
Week 2 ‘15
Annelotte
Wat we tot nu toe hadden gemaild naar René Goverde.
0,5 SLU
Week 2 ‘15
Annelotte
Begonnen met lezen in het boek: “De maakbaarheid van geluk”.
5 SLU
Week 3 ‘15
Laura
Bronnen doorspitten die we bij de vorige 8 SLU fase hebben opgeschreven. Om te kijken wat we er verder van kunnen gebruiken. En dat wat bruikbaar is in een document zetten. En wat meteen te gebruiken was verwerken. Ook H2 afgerond.
Week 3 ‘15
Annelotte
De informatie die we uit het boek: “De 6 SLU maakbaarheid van geluk” kunnen gebruiken documenteren. En wat meteen te gebruiken was verwerken. Ook H3 afgerond.
15 januari’15
Laura en Annelotte
2 uur gebeld met mijn Heer de Groot. Een geluksdoctorandus die ons heel veel informatie, sites en tips heeft gegeven. Ook meteen alle informatie genoteerd. ( In de loop der tijd nog mail contact met hem gehad.)
4 SLU
19 januari’15
Laura en Annelotte
In de pauze procesbespreking 2 + formulier er bij met Juliette Karrer.
0,5 SLU
Week 4 ‘15
Laura en Annelotte
Niet veel gedaan door de toetsweek. 1 SLU Wel voormalig H5 geschrapt omdat we hier te weinig informatie over konden vinden. En te weinig in verband stond met de rest van ons onderzoek.
Week 5 ‘15
Annelotte
De informatie die we van Meneer de Groot hebben gekregen verwerken in hoofdstukken.
Week 6 ‘15
Laura
Enquête in elkaar gezet. Werken aan H5. Het 13 SLU
5 SLU
57
gedeelte dat Annelotte tot nu toe heeft gemaakt gecontroleerd. Week 6 ‘15
Annelotte
Enquête in elkaar gezet. Werken aan H5. Nog mail contact gehad met Meneer de Groot. Het gedeelte dat Laura tot nu toe heeft gemaakt gecontroleerd.
14 SLU
2 februari’15
Laura en Annelotte
In de pauze procesbespreking 3 + formulier er bij met Juliette Karrer.
0,5 SLU
Week 7 ‘15
Annelotte
Vraagstelling van H4 veranderd, want het was niet duidelijk genoeg. H4 afgerond. Resultaten enquête verwerkt. Conclusie geschreven. Extra informatie bij H1 toegevoegd.
17 SLU
Week 7 ‘15
Laura
H5 afgerond. Resultaten enquête verwerkt. Conclusie geschreven. Logboek afgemaakt. Extra informatie over H1 opgezocht.
18 SLU
13 februari ‘15
Laura en Annelotte
Het hele PWS werkstuk (fase 3) inleveren bij 1 SLU Peter Dopen (coördinator) en Juliette Karrer (PWS begeleider). Totaal: 200,75 SLU
58
Extra: Indeling PWS Voorpagina: Annelotte Inhoudsopgave: Laura Inleiding: Laura Hoofdstuk 1: Laura 1e bladzijde, Annelotte bladzijde 2 en 3 Hoofdstuk 2: Laura Hoofdstuk 3: Annelotte Hoofdstuk 4: Annelotte Hoofdstuk 5: Laura Hoofdstuk 6: Laura en Annelotte Conclusie: Laura en Annelotte Evaluatie: Laura en Annelotte Bronvermelding: Laura en Annelotte Logboek: Laura Indeling PWS: Annelotte Al het overleg, samenwerking, elkaars geschreven stukken controleren: Laura en Annelotte
59