Arrangeren in het mbo met behulp van IVO Mei 2013 Alfons Timmerhuis Studiedag Platform Gehandicapten MBO
Passend onderwijs in het mbo • Geen zorgplicht • Geen cvi’s meer • Wel wet Gelijke behandeling handicap en chronische ziekte • Ondersteuningsaanbod met extra ondersteuningsvraag moet transparant worden geformuleerd en openbaar gemaakt • Extra ondersteuning ook zichtbaar voor opleidingen of domein 2
Gevolgen voor het mbo • Rugzakmiddelen in de lumpsum (niveau 2013-2014 ca. € 40 miljoen) • Intake wordt nog belangrijker • Is er een goede match tussen de deelnemer met extra ondersteuningsvraag en de opleiding? • Informatieoverdracht vanuit voorliggend onderwijs wordt nog belangrijker • Te bieden extra ondersteuning vastleggen in de onderwijsovereenkomst 3
Vooraf: hoeveel indicatiestelling willen we? • Individuele toekenning en toekenning op grond van profiel opleiding werkt als communicerende vaten
Dus: • Toewijzen per leerling, óf: • Toewijzen op grond van het ondersteuningsprofiel van de opleiding 4
Welke middelen kunnen toegekend worden? • • • •
Oude lgf-middelen + VOA-gelden? + SMW-gelden? + andere landelijke projectgelden, bv. prestatiesubsidies VSV? • + deel van de middelen die nu overkoepelend worden ingezet? • + deel van de eigen middelen per opleiding?
5
Indiceren vanuit onderwijsbehoeften (IVO) Toepasbaar voor: • Huidige leerlingen met een cluster 3 of 4 indicatie • Andere leerlingen die ondersteuning vragen
6
IVO • Loslaten van medisch model (labels) • Denken in onderwijsbehoeften • Mogelijkheden voor koppeling van ondersteuningsprofiel en toewijzing ondersteuning (basisprofiel!) • Handelingsgerichte taal • Verbinden met ontwikkeling opleiding, financiering en huisvesting
7
Toewijzing
profielen:
de vijf velden 1. Hoeveelheid aandacht: tijd/handen 2. Onderwijsmateriaal: beschikbaarheid van materialen (o.a. ringleiding) en aanpassingstijd (o.a. pictogrammen toevoegen) 3. Fysieke omgeving: kenmerken (o.a. prikkelrijkheid/rust, tuin, verzorgingsruimte, time-out) 4. Expertise: teamexpertise en individuele expertise 5. Verwevenheid andere instanties: samenwerking met externen (o.a. jeugdzorg, revalidatiekliniek)
IVO-indicatiestelling: definitie • IVO-indicatiestelling is het toekennen van (de middelen voor) de best passende voorzieningen op basis van de ondersteuningsbehoefte van de deelnemer • Scholen gebruiken de toegekende voorzieningen om tot een passend arrangement voor de deelnemer te komen • Een arrangement is de onderwijssituatie voor de deelnemer met inzet van de voorzieningen 9
De ‘match’ • De onderwijsbehoeften op 5 velden én: • Het onderwijsaanbod op 5 velden • De match: – past-passend arrangement – er is geen passend aanbod voorhanden – de onderwijsbehoefte is niet duidelijk 10
Ooa in het mbo • Geen speciale voorzieningen beschikbaar • Toekennen van arrangementen binnen ‘regulier onderwijs’ • Wat kan de opleiding bieden? • Wat heeft de deelnemer nog meer nodig? • Vaak zijn de velden ‘extra handen/tijd’ en ‘expertise’ aan de orde 11
Nodig….. Goede afspraak over de basisondersteuning binnen alle opleidingen • Wat bieden we allemaal op de 5 velden? • Hoe voeren we de dialoog over deelnemer? • Welke aanpassingen maken we binnen onze lessen?
12
Onderdeel ondersteuningsprofiel: onderwijsconcept opleiding In hoeverre biedt de manier van lesgeven/ stage-begeleiden/werk-begeleiden, ruimte aan verschillen tussen deelnemers? – didactische ruimte docenten/begeleiders (mate van methodesturing?) – mate van dialoog tussen docent/begeleider en deelnemer in de les/bij het werk – reactieve of proactieve ondersteunende kolom
13
IVO-commissie in het mbo • Bepaalt de beste match tussen de ondersteuningsbehoeften van de deelnemer en de opleiding met eventuele extra ondersteuning • Werken met een ‘gesloten budget’ • Systeem van gecontroleerd vertrouwen • Indicatiecommissie samengesteld uit eigen mensen die de profielen van de opleidingen goed kennen
Voorlopig model: fase 1: voortraject
bestaand dossier
externen
deelnemer/ betrokken opleiding/ (centrale)ondersteuningskolom bepalen onderwijsbehoefte
deelnemer
let op: onafhankelijkheid IVO cie leden t.o.v. centrale ondersteuningskolom
Fase 2: beoordeling
deelnemer en opleiding
IVO TRAJECT BEGELEIDING
IVO COMMISSIE
let op: onafhankelijkheid IVO cie leden t.o.v. centrale ondersteuningskolom
Fase 3: uitkomst
beoordeling IVO-commissie
1. match basisprofiel reguliere opl
IVO-trajectbeg. overlegt met opleiding/deelnemer
2. match aanvullend arrangement
toewijzing: aanvullend arrangement
3. onderwijsbehoefte onduidelijk
toewijzing: bepaling onderwijsbehoefte
Commissievergadering: stap 1 Onderwijsbehoefte in beeld • Voldoende informatie? • Eensluidend beeld bij de leden? Zo niet: nadere bepaling door trajectbegeleiding
18
Commissievergadering: stap 2 De commissie bepaalt het passende arrangement (het verhaal) • Hoe ziet de situatie er uit waarin de deelnemer passend onderwijs volgt op een opleiding in de gewenste richting? Let op: veralgemeniseerde opleiding • De eenvoudigste setting die voldoet is de beste
19
Commissievergadering: stap 3
Wat is er nodig voor dit arrangement? • vwb het onderwijsconcept van de opleiding • vwb de voorzieningen op de opleiding • De 5 velden als kapstok
20
Commissievergadering: stap 4 Waar is de match te vinden? • op de gewenste opleiding zonder verdere toewijzing • op de gewenste opleiding met toewijzing van extra voorzieningen, te weten: …. • niet op de gewenste opleiding, de volgende aspecten van het arrangement zijn niet te matchen: ……
21
Pilot IVO in het mbo (ROC Flevoland, ROC Leijgraaf) • Flevoland afgesloten, Leijgraaf lopend, wellicht ook nog AOC Groenhorst • Kennis van de opleidingen is van groot belang • Niet te snel springen naar de oplossingen (stap 2 en 3 overslaan) • In ontwikkeling: handreiking voor bepalen ondersteuningsprofiel van de opleiding en het vaststellen van onderwijsbehoeften (incl. model formulier i.s.m. ROC Rijn-Ijssel) 22
Pilotervaring: toewijzing arrangementen • Toekennen aan deelnemers die nu geen rugzak hebben • Geen toekenning voor alle bestaande rugzakken • Toewijzen in een vroeg stadium (‘startarrangementen’) • Omvang toewijzing kan regelmatig bescheidener dan nu • Goed nadenken over hoe expertise speciaal onderwijs wordt ingezet
23
Pilotervaringen: arrangementen • Observatie en onderzoek • Startarrangement: intensief en korttijdelijk, gericht op deelnemer/docent/klasgenoten, voor een goede start • Extra aandacht in de vorm van wekelijkse coachingsgesprekken • Onderwijsmaterialen: breed (ELO, flexibel rooster, verlengen opleidingsduur, dispensatie op onderdelen) • Ruimtelijke omgeving: verzorgingsruimte, rolstoeltoegankelijkheid • Expertise: executieve functies (controlefuncties 24 hersenen)
Op een rijtje…. • Uitgaan van onderwijsbehoeften: dialoog over wat de leerling nodig heeft i.p.v. over deelnemer-kenmerken = arrangeren • Koppeling aan ondersteuningsprofielen • ‘Perverse prikkels’ eruit • Kansen voor vermindering bureaucratie • Budgetbeheerders hebben zeggenschap • Belangrijk uitwerkingspunt: de verbinding met de intake! 25
vragen?