arn duurzaamheidverslag 2013
In beweging
17
Branchebrede duurzaamheid
24
Milieuprestatie 2013
41
Financieel verslag
Het opheffen van technische knelpunten in de pst-fabriek heeft er toe geleid dat de verwerkingscapaciteit enorm is toegenomen.
3
Gelijk speelveld Dat autoshredderafval volgens het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 mag worden verbrand, werkt in ons nadeel. De overcapaciteit bij de afvalverbrandingsovens heeft geleid tot een forse daling van de verbrandingstarieven. Met als gevolg dat wij onze verwerkingstarieven voor autoshredderafval ver onder de kostprijs moeten vaststellen, terwijl shredderafval na mechanische nascheiding hoogwaardiger terugkeert in de keten. Ook in 2013 hebben wij er in overleg met de overheid steeds op aangedrongen maatregelen te treffen om voor alle partijen in de markt de regels hetzelfde te maken. De terugkeer van de stortbelasting per 1 april 2014 is een positief signaal dat de overheid hoogwaardigere methoden van recycling stimuleert. Zie hoofdstuk 3.
ser Energieakkoord
Recyclingbijdrage De recyclingbijdrage is in 2013 onveranderd 45 euro (incl. btw) per auto gebleven. De negatieve ontwikkeling van het fonds recyclingbijdrage wordt grotendeels veroorzaakt door twee factoren: de tegenvallende autoverkopen en de uitgestelde verlaging van de demontagevergoeding.
De brancheorganisaties in de mobiliteitssector hebben het ser Energieakkoord voor duurzame groei ondertekend. Zij committeren zich daarmee aan een vermindering van de CO2-uitstoot met 60 procent tussen 1990 en 2050. arn ontwikkelt initiatieven om deze doelstelling te ondersteunen.
2013 in een notendop
95% doelstelling In de loop van 2013 zijn wij erin geslaagd technische knelpunten in de pst-fabriek op te heffen. Daarmee komt de Europese doelstelling van 95% hergebruik en nuttige toepassing van afgedankte auto’s in 2015, in zicht. Mechanische nascheiding van shredderafval is noodzakelijk om die doelstelling te kunnen behalen. Dat is een belangrijke reden voor ons om te blijven hameren op het creëren van een gelijk speelveld door de overheid.
Lagere demontagevergoedingen
Met de brancheorganisatie stiba hebben we een afspraak gemaakt over een lagere demontagevergoeding per 1 juli 2014. Vanaf die datum stoppen we met het vergoeden van het demonteren van glas en grote kunststofdelen. Ook wordt het vergoedingenstelsel vanaf die datum omgezet naar een vergoeding voor kwaliteit in plaats van vergoeden op hoeveelheden materiaal. De afspraken brengen rust in markt. Bovendien draagt de afspraak bij aan het halen van een recyclingprestatie van 95 procent tegen zo laag mogelijke kosten.
Campagne Recyclingbijdrage De campagne om de benaming Recyclingbijdrage bij een groter publiek bekend te maken, kreeg ook belangstelling in politiek Den Haag. Ook ontstond er aandacht voor onze activiteiten in de pst-fabriek om materialen zo hoogwaardig mogelijk te recyclen. In 2014 voeren we opnieuw een consumentencampagne om de bekendheid en inzet van de recyclingbijdrage onder de kopers van auto’s te vergroten.
Marktontwikkelingen In 2013 is het aantal nieuw verkochte personen- en bestelwagens nog verder afgenomen ten opzichte van 2012. Deze negatieve ontwikkeling laat zien dat de economische crisis voortduurt. Het aantal voertuigen dat nieuw werd verkocht en waarvoor een recyclingbijdrage is geïnd, bedroeg 461.463 (in 2012: 549.332). In 2014 verwachten wij een zichtbare verbetering van de autoverkopen. Het aantal autowrakken dat de bij arn aangesloten autodemontagebedrijven in 2013 verwerkten, lag met 192.433 autowrakken op hetzelfde niveau als in 2012. Wij realiseerden hiermee een marktaandeel van 82,7%.
4 arn duurzaamheidverslag 2013
1.1 / 4.14 / 4.15 Voorwoord In de mobiliteitsbranche bestaat een toenemende behoefte aan concrete duurzame toepassingen. Aanjagers voor deze ontwikkeling zijn nieuwe technologieën en mobiliteitsconcepten, schaarste aan grondstoffen en vormen van duurzame energie die meer gemeengoed worden. Ook een ontwikkeling als verstedelijking zorgt ervoor dat de mobiliteit verandert. In een veranderende maatschappij kan arn niet aan de kant blijven staan. Sterker nog, wij willen een aanjager zijn van duurzaamheid in de mobiliteit- en recyclingbranche. Door kennisuitwisseling, ketenregie, recycling en innovatie leveren wij een actieve bijdrage aan de circulaire economie. Dit economische systeem stelt als doel de herbruikbaar-
bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken die spelen rondom mobiliteit.
heid van producten en grondstoffen te maximaliseren en zo efficiënt mogelijk met zowel primaire als secondaire materialen om te gaan. Een circulaire economie is voor Nederland van belang als we minder afhankelijk willen zijn van buitenlandse grondstoffenleveranciers.
het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM). Dit kennisinstituut ontplooit duurzaamheidsactiviteiten gericht op het rijdende deel binnen de mobiliteitsbranche. Zodoende richten we ons niet meer alleen op het einde van de levensfase van auto’s, maar op duurzame mobiliteit in de hele autorecyclingketen. Met IvDM hebben wij kennis in huis op het gebied van grondstoffenhergebruik, marktinnovatie en ketenverduurzaming.
Het werk van arn kent drie speerpunten die met elkaar samenhangen: grondstoffen, duurzaam ondernemen en mobiliteitsbehoefte. Grondstoffen zijn sinds de oprichting van arn de belangrijkste bestaansreden. Wij ondersteunen organisaties in de mobiliteitsketen bij de verduurzaming van hun ondernemerschap, bijvoorbeeld door verantwoordelijk om te gaan met grondstoffen. De mobiliteitsbehoefte fungeert als de context van ons handelen. Met ons werk willen we
Samenwerking met het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM) Onze rol van aanjager voor duurzamere mobiliteit kunnen we nog beter vervullen doordat we zijn gaan samenwerken met
Ontwikkelingsgroei ARN De stakeholders erkennen arn als onafhankelijk instituut dat de branche ondersteunt in de transitie naar duurzame mobiliteit. De erkenning vanuit de sector brengt ook de verplichting met zich mee om te presteren. Dat kunnen we alleen waarmaken als we onze kennis en kunde
waarborgen. Het schept de verplichting om professioneel, flexibel, duurzaam, bekwaam en verantwoord te werken. Een verdere professionalisering van onze interne organisatie is noodzakelijk om de ontwikkelingsgroei van arn in de komende jaren mogelijk te maken. In 2013 hebben wij daartoe drie thema’s benoemd waarop wij acties zullen ondernemen. Daarvoor hebben wij de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (gri) voor verslaglegging over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen, als instrument gebruikt. Een van deze thema’s is de verdere ontwikkeling van onze medewerkers. Wij willen dat de talenten van onze medewerkers beter benut worden om aan te sluiten bij
5
onze ambities. Om daar gericht aan te werken, zetten we ontwikkelingsprogramma’s op langs de drie dimensies van ons werk: grondstoffen, duurzaam ondernemen en mobiliteitsbehoefte. Een tweede thema is het meetbaar maken van de impact van onze invloed op de keten, op het milieu. We zullen bijvoorbeeld de gevolgen meten van onze duurzaamheidsinitiatieven op de uitstoot van CO2. Het derde thema gaat over het zichtbaar maken van de directe economische meerwaarde die wij leveren. Dit creëert een focus op groei en zal arn meer en meer als autoriteit op het gebied van duurzaamheid en recycling in de markt zetten in de markt zetten. De stappen in de groei van onze organisatie trekken we door in onze verslaglegging. In dit verslag over 2013 maken we een
“In een veranderende maatschappij kan arn niet aan de kant blijven staan. Sterker nog, wij willen een aanjager zijn van duurzaamheid in de mobiliteit- en recyclingbranche.” begin met het beschrijven van de (bedrijfs) processen van onze duurzaamheidsactiviteiten. Op deze manier willen wij verantwoording afleggen over de maatschappelijke rol die wij in de mobiliteitsbranche vervullen. Dankwoord Ik dank alle partijen in zowel de autorecyclingketen als de mobiliteitsbranche voor de succesvolle samenwerking in 2013 en alle medewerkers van arn voor hun enthousiasme en inzet voor de organisatie! — ir. Arie de Jong, algemeen directeur arn Amsterdam Zuidoost, 16 mei 2014
Wagenparkontwikkeling 44 Bijlage 2: 21 Duurzaamheidsmonitor 21 Duurzaamheidsmonitor de en elektrische 16 Hybride en elektrische Wagenparkontwikkeling uigen veilig en voertuigen veilig en 43 Bijlage 3: 22 Milieuprestatie 201322 Milieuprestatie 2013 n de richtlijnen binnen de richtlijnen arn3140 duurzaamheidverslag Toelichting op arn-materialen 46 Bijlage 3: e norm6NEN van de norm NEN2013 3140 Toelichting op arn-materialen 24 Duurzaam meetbaarondernemen gemaakt meetbaar gemaakt nteren demonteren24 Duurzaam ondernemen 44 Bijlage 4: Interne organisatie 47 Bijlage 4: 24 op 2BCycled, SafeBAThet vervolg op SafeBAT brom- en 16 Oude brom-24 en 2BCycled, het vervolg 45 Bijlage 5: Financieel verslag Onafhankelijk 2013 assurance-rappo etsen op snorfietsen op arn Beheerplan autoaccu’s 28 Toenemende run op28 grondstoffen Toenemende run op grondstoffen chappelijk maatschappelijk 48 Bijlage 5: twoorde manier verantwoorde manier 46 Bijlage 6: krijgt de organisatieverandering GRI-index 29stap Ontwikkeling diensten 29aan Ontwikkeling voor derden diensten voor derden ed bij SRN bij SRN In dit verslagrecycled is een eerste gezet om te voldoen Toepassings3. De organisatie – profi el en hoe niveau C van versie G3.1 van de Global Reporting Initiative. gestalte? Plus een interview met deassurance-rapport fi nancieel directeur van Onafhankelijk e.v. vindt u een vindplaatsentabel. Door het hele arn, Ingrid Niessing, die nader ingaat op de ontwikkelproatief Op pagina 17 48 Kwalitatief verslag heen treft u arceringen aan die op hun beurt weer naar de gramma’s voor medewerkers op de dimensies grondstoffen, onderzoek marktonderzoek relevante verantwoordingen en prestatie-indicatoren verwijzen. duurzaam ondernemen en mobiliteitsbehoefte. zestien onder zestien 4. Financiële verantwoording. emontagebedrijven autodemontagebedrijven
Leeswijzer
30 30 0808 Dit duurzaamheidverslag is opgebouwd uit vier hoofdstukken: 1. Het werk van alledag – wat is de directe economische waarde van het werk van arn? Plus een interview met stakeholders die deze economische waarde nader duiden. 2. De waarde van het werk – wat is het effect van het werk voor onze omgeving? Plus een infographic waarin het omgevingseffect van het werk zichtbaar is gemaakt.
Hoofdstuk 1 wordt ingeleid door een voorwoord met een blik op de wereld. Alle hoofdstukken worden afgesloten met een toelichting op de gekozen Key Performance Indicators (kpi’s) afkomstig uit de gri-richtlijnen, zoals hiernaast beschreven (interviews en infographic). Tot slot is er achter in het jaarverslag een gri-lijst opgenomen met de verschillende gri-indicatoren en de bijbehorende pagina’s.
arn in transitie arn in transitie
t werkHet werk n alledag van alledag gri: hoe werkt het?
De veranderingen binnen De de veranderingen organisatie uiteengezet binnen de organisatie uiteengezet
In de lopende tekst vindt u gehighlighte woorden, stukken tekst en kaders die verwijzen naar de gri-richtlijnen en de kpi’s:
Colofon Uitgave Stichting Auto & Recycling en arn Holding b.v., Postbus 12252, 1100 ag, Amsterdam zo Tekst VanderHeijden Communications: Yvonne van der Heijden; arn: Janet Kes; Total Identity: Yvonne van de Wal.
Concept en realisatie Total Identity en ARN Fotografie Jack Tillmans, Aatjan Renders. Foto Fiat 500E: Thomas Rosquin. Druk HuigHaverlag Printing. Papier: Cocoon, vervaardigd uit 100% fsc gerecycled pulp, chloorvrij.
Achterin dit verslag, in de bijlage ‘‘gri-index en gri-toepassingsniveaucheck’, staan de gri-indicatoren en kpi’s benoemd met een verwijzing naar de desbetreffende passage in de tekst. nr.
verantwoording
rapportage- vindplaats van de verantwoording niveau
1.1
Een verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde van de organisatie
C
p. 4/5, Voorwoord door de algemeen directeur
2.1
Naam van de organisatie
C
p. 7, Colofon
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten
C
p. 37, Profiel van arn
2.3
Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en samenwerkingsverbanden
C
p. 36, Organigram
2.4
Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie
C
achterzijde omslag
2.1 3.4
7
Inhoud
12 Lekstromen in de recyclingketen 13 Afvalbeheer bij garagebedrijven als onderdeel van de bedrijfsvoering 14 De pst-fabriek staat volop in de aandacht 16 Hybride en elektrische voertuigen veilig en binnen de richtlijnen van de norm nen 3140 demonteren 16 Oude brom- en snorfietsen op maatschappelijk verantwoorde manier recycled bij srn
20 40 De waarde van ons werk voor de omgeving
22 Toenemende run op grondstoffen 24 Milieuprestatie 2013 26 Recyclingprestatie inzichtelijk maken 27 Ontwikkeling diensten voor derden 28 Kwalitatief marktonderzoek onder zestien autodemontagebedrijven 29 Duurzaamheidsmonitor
34 10 17 Erkend duurzaam gaat branchebreed
29 arn en IvDM onderhouden e-platforms
30 2BCycled, het vervolg op SafeBAT
Het werk van alledag
Colofon Uitgave Stichting Auto & Recycling en arn Holding b.v., Postbus 12252, 1100 ag, Amsterdam zo Tekst VanderHeijden Communications: Yvonne van der Heijden; arn: Janet Kes; Total Identity: Yvonne van de Wal.
Bijlagen
41 Bijlage 1: Financieel verslag 2013 44 Bijlage 2: Wagenparkontwikkeling 46 Bijlage 3: Toelichting op proces 47 Bijlage 4: Onafhankelijk assurance-rapport 48 Bijlage 5: gri-index
arn in transitie
De veranderingen binnen de organisatie uiteengezet
Concept en realisatie Total Identity en arn Fotografie Aatjan Renders, Jack Tillmans. Foto Fiat 500E: Thomas Rosquin. Druk HuigHaverlag Printing. Papier: Cocoon, vervaardigd uit 100% fsc gerecycled pulp, chloorvrij.
2.1 3.4
Recyclingbijdrage Olie (4,2kg)
Aluminium (35kg)
Plastics (55kg)
Textiel en vezels (55kg)
Iedereen die een nieuwe auto koopt, betaalt een recyclingbijdrage van 45 euro. De recyclingbijdrage gebruiken we om de auto aan het einde van zijn levensduur milieuverantwoord te recyclen.
Dat is in Nederland gemiddeld na zo’n 17 jaar. De auto zit dan nog vol materialen die goed opnieuw te gebruiken zijn. Oude auto’s zijn een waardevolle brond van grondstoffen; 95% van een auto wordt nuttig toegepast!
goed besteed Koelvloeistof (2,5kg)
Zand (65kg) Banden (30kg)
Elk jaar danken we zo’n 200.000 auto’s af. arn zorgt hiervoor samen met autodemontagebedrijven, inzamelaars, shredderbedrijven en verwerkingsbedrijven. Bekijk het recyclingproces op www.arn.nl/campagne
Het werk van alledag 10 arn duurzaamheidverslag 2013
arn zorgt voor milieuverantwoorde recycling van afgedankte auto’s in Nederland. Om goede uitvoering te geven aan deze opdracht, werken wij nauw samen met een groot aantal bedrijven in de autorecyclingketen: autodemontagebedrijven, inzamelbedrijven, verwerkingsbedrijven en shredderbedrijven. Wij hechten veel belang aan kwaliteit en transparantie.
11
12 arn duurzaamheidverslag 2013
Integrale aanpak fake export met rdw, StAvC en stiba 40.000 voertuigen per jaar.
Lekstromen Lekstromen in de recyclingketen bemoeilijken een goede uitvoering van onze opdracht. We spreken van lekstromen als het aantal auto’s dat bij shredderbedrijven aankomt, kleiner is dan het aantal voor demontage afgemelde auto’s. Lekstromen kunnen ontstaan als er wegen zijn om auto’s te demonteren die meer geld opbrengen of minder kosten met zich mee brengen, dan demontage door arn autodemontagebedrijven. Ze leiden tot oneerlijke concurrentie: arn autodemontagebedrijven investeren in hun bedrijfsvoering, vragen vergunningen aan en demonteren auto’s op een verantwoorde manier en zorgen voor een nette afvoer van afvalstoffen. Malafide praktijken leiden tot oneerlijke concurrentie, waardoor bonafide autodemontagebedrijven zich gedwongen zien te stoppen met hun activiteiten omdat ze niet meer rendabel kunnen functioneren. Een gevolg kan ook zijn dat ze afglijden naar malafide praktijken. Voor ons zijn dit belangrijke redenen om veel energie en tijd te steken in het bestrijden van oneerlijke concurrentie. Een van de oorzaken van lekstromen zit in de regeling Sloop in eigen beheer. Handhavers controleren de meldingen voor Sloop in eigen beheer niet. Daardoor verdwijnen afvalstoffen uit het zicht. Dat is natuurlijk een onwenselijke situatie. Het percentage Sloop in
Fake export eigen beheer stijgt constant: was het in 2009 nog 2,1 procent, in 2013 is dat opgelopen tot 3,7 procent: 8.627 meldingen op een totaal van 232.720 afgemelde autowrakken. Wij pleiten al jaren bij rdw om de voorwaarden voor een melding van Sloop in eigen beheer te veranderen. In 2013 hebben we opnieuw een voorstel tot aanpassing bij rdw neergelegd.
Fake export vormt ook een groot probleem. Hierbij verlaten auto’s de keten zonder echt de grens over te gaan naar het buitenland. Deze auto’s belanden vaak bij malafide autodemontagebedrijven die weinig tot geen kosten maken om auto’s op een verantwoorde manier te demonteren.
Een andere aanleiding voor het ontstaan van lekstromen is de afvoer van autowrakken naar niet-shredders. Vaak is dat een metaalhandelaar die het wrak knipt. Knippen van wrakken is een goedkoop, maar vooral een wettelijk verboden proces. De geknipte wrakken gaan vervolgens naar een smeltoven. Door deze relatief goedkope verwerkingsmethode kan een inkoper van autowrakken 5 eurocent per kilo meer bieden. Dit is gemiddeld 50 euro meer per autowrak. Wij schatten dat minstens honderd metaalhandelaren werken als makelaar. Ze kopen zelf de autowrakken in en zorgen niet voor een juiste manier van verwerking en afvoer. Ook autodemontagebedrijven zonder vergunning die demonteren voor onderdelen voeren het restant vaak af naar een niet-shredder.
Zo ontstaat concurrentievervalsing die de bonafide autodemontageen shredderbedrijven schade berokkent. Daarnaast ontstaat schade aan het milieu doordat de fake-export auto’s worden gesloopt zonder enige controle op de afvoer van afvalstoffen.
Als mogelijke oplossing zien wij de invoering van een registratieplicht. Dat kan door de verplichting een afvalstroomnummer aan te maken voor zowel inkomende als uitgaande transporten. Op die manier is de
Wij schatten dat elk jaar tegen de 40.000 voertuigen oneigenlijk ‘in export’ worden gemeld. Onze analyse was voor rdw aanleiding om in 2013 een projectteam in het leven te roepen voor de aanpak van fake export. Naast arn bestaat het team uit de brancheorganisatie stiba, de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit en de fiscus. melding in het centrale meldsysteem amice van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen terug te vinden. Belangrijk is dat daar ook het unieke vrachtbriefnummer wordt geregistreerd.
13
Al het autoshredderafval naar Tiel In Europa is de minimale standaard voor het verwerken van autoshredderafval een verbrandingsroute. Door overcapaciteit bij de afvalverbrandingsovens in Nederland, zijn de verbrandingstarieven met 30 tot 40 procent gedaald in de afgelopen tien jaar. Deze relatief lage tarieven zijn van invloed op de gate fee voor afvalstromen bij de pst-fabriek in Tiel. Het verbranden van afvalstromen is over het algemeen goedkoper dan het mechanisch nascheiden. Om de in totaal door na-scheiding gerealiseerde milieuprestatie te verhogen is het van
essentieel belang autoshredderafval na te scheiden; dit lukt alleen met een gelijk speelveld in de markt. Wij zijn met de markt en de overheid intensief in gesprek om dat te bereiken. Ook bij autoshredderafval speelt het probleem van lekstromen. Shredderbedrijven kunnen het verbod op het storten van shredderafval ontduiken door er een andere Euralcode aan te geven. Gevolg is dat we niet in staat zijn al het shredderafval van auto’s naar Tiel te halen. Bovendien is sprake van oneerlijke concurrentie,
omdat storten goedkoper is dan verwerking in Tiel. Dat scheelt al snel 25 euro per ton shredderafval. Er is onvoldoende adequate handhaving op lekstromen die worden afgevoerd onder een verkeerde Euralcode. Wij proberen de markt en de overheid te bewegen tot het opsplitsen van shredderafval in automotive shredderafval en overig shredderafval. Dat kan er voor gaan zorgen dat we in ieder geval al het automotive shredderafval in Tiel verwerken.
Afvalbeheer bij garagebedrijven
Door de economische crisis zijn de autoverkopen gedaald en wordt er minder onderhoud aan auto’s gepleegd. Het gevolg is dat er minder afvalstoffen beschikbaar zijn. Ook komen er meer inzamelbedrijven op de markt die zich richten op één specifieke afvalstroom. Wij willen ondernemingen ervan overtuigen dat afvalbeheer een onderdeel van de bedrijfsvoering is en geen sluitpost. Wij helpen onze klanten op weg door hun afvalstromen
te minimaliseren en te zorgen dat ze voldoen aan wet- en regelgeving. arn is vihb-gecertificeerd. Wij maken afval transparant in kosten, afvoer, opslag, scheiding en preventie en bieden de sector een totaaloplossing. Ook bieden wij steeds vaker proactief verduurzamingsproducten aan onze klanten. Dit past naadloos in de ontwikkeling naar een grotere efficiency in de recyclingketen. Om een voorbeeld te noemen: door het scheiden van folie uit het restafval, belandt er 20 procent minder
volume in de restafvalcontainer. Hierdoor zijn er minder afvalinzamelingen nodig en wordt er op transport bespaard (en dus op kosten). Aan de hand van jaarlijkse afvalstofoverzichten bespreken we met de klant de behaalde resultaten op afvalgebied. Gezamenlijk met de ondernemer stellen we doelstellingen vast om het afval te minimaliseren. Iedere klant van arn Recycling Services heeft via extranet toegang tot alle afvoergegevens van het afval.
14 arn duurzaamheidverslag 2013
De pst-fabriek
Aantal technische knelpunten opgelost Een aantal technische knelpunten in de pst-fabriek in Tiel is in 2013 opgelost. De verbeteringen bestaan uit het in gebruik nemen van nieuwe machines en aanpassingen in de bedrijfsvoering. De dosering vanuit de voorraadbunkers is bijvoorbeeld aangepast door het plaatsen van doseerschroeven, waardoor de piekbelasting van de proceslijn is afgevlakt. Op deze manier functioneert de proceslijn constanter, en realiseren we energie- en daarmee kostenbesparing. We introduceerden ook een dagelijkse stop voor onderhoud. We bespreken voortaan in het dagelijkse ochtendoverleg wat de dag ervoor goed is gegaan en wat kan worden verbeterd. De fabriek profiteert ervan dat de operators inmiddels enkele jaren ervaring hebben. Vanaf 1 mei 2013 werkt de proceslijn gedurende de vijf werkdagen volcontinu 24 uur per dag. Verdubbeling verwerkt afval De veranderingen in de pst-fabriek zorgden vanaf september 2013 voor een verwerkingscapaciteit van 35.000 ton
per jaar. Over geheel 2013 verwerkten we 25.000 ton shredderafval. Dat is meer dan een verdubbeling in vergelijking met 2012. Toen is 12.000 ton verwerkt. Er zijn nog meer verbeteringen mogelijk in de pst-fabriek. Voor 2014 streven we er dan ook naar om 35.000 tot 40.000 ton shredderafval te verwerken. Dat betekent dat we al het shredderafval van Nederlandse autowrakken kunnen verwerken. Voor de meer dan twintig materialen die de pst-fabriek produceert, zijn we steeds op zoek naar nieuwe verwerkers. Het doel is om twee verwerkers per materiaalstroom te hebben. Dat biedt een redelijke garantie voor een stabiele afzet. pst-fabriek volop in de belangstelling Ook in 2013 ontvingen wij gemiddeld twee groepen bezoekers per maand in de pst-fabriek. Deze gasten zijn geïnteresseerde particulieren, leden van verenigingen of leerlingen en studenten. Ook hebben we veel belangstelling van professionals werkzaam in de automotive en recyclingbranche. Bovendien mogen we rekenen op interesse van
Nederlandse en Europese ambtenaren en politici. Verschillende vertegenwoordigers uit Den Haag en Brussel hebben de pst-fabriek bezocht in 2013. Afspraken met shredderbedrijven In 2013 hebben we afspraken gemaakt over de levering van shredderafval met alle shredderbedrijven die Nederlandse autowrakken aannemen. Het gaat om drie Nederlandse bedrijven die samen acht vestigingen hebben, een Duits en twee Belgische bedrijven. De afspraken moeten een voldoende voorraad shredderafval garanderen zodat de proceslijn continu kan werken. We ontwikkelen innovatieve oplossingen voor de verbetering van de kwaliteit van het verwerkingsproces, de vermindering van de uitval en een hoogwaardigere afzet van materiaalstromen. We zijn er het afgelopen jaar in geslaagd meer organisch materiaal, zoals hout en plastic, te verwijderen uit de minerale fractie. De schonere minerale fractie wordt ingezet in de wegenbouw.
15
dat mogelijk is. Er is ook een business case ontwikkeld en marktonderzoek gedaan. Een extern onderzoeksbureau heeft de milieuaspecten en de mechanische eigenschappen onderzocht. Voor de toepassing van Crusca focussen we in de eerste plaats op slootkantbeschoeiing en vlonders. In vergelijking met het gebruikelijke hardhout springt Crusca er positief uit. Het composietmateriaal is recyclebaar, rot niet en is net zo sterk. In de markt bestaat er een grote behoefte aan een dergelijke vervanging van hardhout dat verwerkbaar en duurzaam is. Alle lichten staan op groen om Crusca op grote schaal te produceren. Daarom zijn wij op zoek naar een investeerder en producent voor dit project; als startup of in een consortium van bedrijven. Als Crusca slaagt, draagt het bij aan een significante verbetering van de recyclingprestatie van de pst-fabriek: het zorgt voor 5% meer materiaalhergebruik.
Verwerking shredderafval per jaar
12.000 ton in 2012 25.000 ton in 2013 35.000 – 40.000 ton in 2014 De verwerkingscapaciteit vanaf september 2013 door de veranderingen in de pst-fabriek.
Daarnaast besloten we in 2013 defi nitief af te zien van het gebruik van de eindfractie van mineralen als vulmiddel voor Duitse zoutmijnen. Deze oplossing past niet in ons duurzaamheidsstreven. Verbeteren materiaalhergebruik In 2013 zochten we naar mogelijkheden om de stoorstoffen hout en rubber uit de kunststoffracties te kunnen verwijderen. Hierdoor zullen we in 2014 met een groot deel van de kunststoffen de stap zetten naar een hoger percentage materiaalhergebruik. Een ander onderzoeksproject is de terugwinning van metaal uit de kunststoffractie, met name koper. Het succesvol terugwinnen van koper is fi nancieel aantrekkelijk. Crusca als volwaardige vervanger van hardhout Crusca, de eerder ontwikkelde toepassing van vezelfractie in composietplaten, kan op industriële schaal worden geproduceerd. Uit testen is een te investeren bedrag afgeleid waarmee
Europese subsidie Het subsidieprogramma life+ is bedoeld voor de implementatie van Europese milieuwetgeving. De pst-fabriek met haar geavanceerde scheidingslijn dient als voorbeeld voor recycling in Europa, hoogwaardige recycling van shredderafval. Voor de eerder genoemde innovatieve projecten hebben we de subsidie van life+ ingezet. Het gaat daarbij om het optimaliseren van de proceslijn van de pst-fabriek, het verwijderen van hout en rubber uit de kunststoffracties, de terugwinning van metaal uit de kunststoffractie en de doorontwikkeling van Crusca. We verwachten dat we in 2014 het totale subsidiebedrag van 1 miljoen euro hebben aangewend.
Duurzaamheidsstreven pst-fabriek In 2013 is de energieconsumptie van de pst-fabriek sterk teruggebracht: van 125 kWh per ton naar 100 kWh per ton aan het einde van het jaar. 28% van alle inkomende shredderafvalstromen hebben we in 2013 afgezet als materiaal hergebruik, 60% verwerkten we in een thermische route en de resterende 12% is gestort. Het doel voor 2014 is een nog hoger percentage materiaal hergebruik en een verdere verlaging van de hoeveelheid te storten materiaal.
16 arn duurzaamheidverslag 2013
Training demontage hybride en elektrische voertuigen arn is in maart 2013 begonnen met de training van autodemonteurs om hybride en elektrische voertuigen (hev’s) veilig en binnen de richtlijnen van de norm nen 3140 te kunnen demonteren. 136 mensen hebben deze ev-training inmiddels gevolgd. De ev-training is ontwikkeld in samenwerking met Innovam, een opleidingsinstituut voor de autobranche. Eind 2013 beschikten 119 autodemontagebedrijven over een getrainde demonteur. De branche en de deelnemers aan de training zijn erg enthousiast. Het gemiddelde cijfer dat de deelnemers ons geven, is een 4,5 (op een schaal van 5). De e-learning vooraf ervaart men wel als erg lastig. Daarmee houden we rekening bij de doorontwikkeling van de training. De ev-training leidde in 2013 tot een primeur: de directe samenwerking
tussen een importeur en een demontagebedrijf. Een autodemontagebedrijf bracht een belangrijke les van de training in praktijk door bij een gecompliceerd geval uit voorzorg onze hulp in te roepen. Het ging om een zwaar beschadigd hybride voertuig. Wij hebben toen een beroep gedaan op de kennis en kunde van de importeur. De importeur bracht ons bij hoe we bij een zwaar beschadigde auto het elektrische systeem volledig kunnen uitschakelen en hoe we kunnen controleren dat het voertuig spanningsvrij is gesteld. We willen onze kennis van veilige demontage van hybride en elektrische voertuigen breder uitdragen binnen de branche. We hebben bijvoorbeeld een grote delegatie van een van onze shredderbedrijven kennis laten maken met de specifieke kenmerken van hev’s. Verder is er in 2013 contact geweest met een bedrijf dat hulpdiensten traint.
Scooter Recycling Nederland Scooter Recycling Nederland (srn), een initiatief van rai Vereniging en bovag, heeft tot doel om oude bromen snorfietsen te recyclen op een maatschappelijk verantwoorde manier. Zodoende komen er nieuwe grondstoffen beschikbaar en worden milieugevaarlijke stoffen op de juiste wijze afgevoerd. Het stichtingsbestuur van srn heeft arn verzocht de regeling uit te voeren. Wij zetten daarbij onze kennis en kunde in die we met ketenbeheer in de autodemontagebranche hebben opgedaan. Bij srn zijn brom- en snorfietsimporteurs, dealers en importeurs aangesloten. srn dekt inmiddels zo’n 80 procent van de nieuw verkochte brom- en snorfietsen. Dit komt overeen met ons streven voor 2013.
Het totaal aantal de-registraties van brom- en snorfietsen nam in 2013 met 20,9 procent toe en bedroeg 25.868 voertuigen, waarvan 20.094 sloop in eigen beheer (77,7 procent). Hierbij hebben we geen zicht op wat er met het voertuig en de milieubelastende stoffen gebeurt. Er is immers geen enkele controle op de handhaving van de milieueisen, optimale recycling of illegale activiteiten. Wij pleiten dan ook voor een verbod op sloop in eigen beheer, of op zijn minst een significante beperking ervan. Anders kan de demontagebranche voor deze voertuigen zich niet succesvol ontwikkelen en blijft de milieuschade bestaan. Alleen door afgedankte brom- en snorfietsen verplicht via het gereguleerde kanaal te deregistreren en te demonteren, kunnen alle materialen en afvalstoffen op een milieuverantwoorde wijze worden verwerkt.
“Wij pleiten voor een verbod op sloop in eigen beheer.”
17
Erkend Duurzaam gaat branchebreed
Brancheorganisaties bovag, Vereniging focwa Schadeherstel, rai Vereniging en stiba hebben voor de mvo- en duurzaamheidsprogramma’s hun krachten gebundeld. Daarmee zijn alle stakeholders van arn en IvDM nu samen aan zet om duurzaamheid op een uniforme wijze in de markt te zetten en wildgroei te voorkomen. Wij voeren de duurzaamheidsprogramma’s uit en zorgen voor de verdere ontwikkeling ervan. Ook hebben wij een mvo Helpdesk waar ondernemers en medewerkers met hun vragen over duurzaamheid terecht kunnen. Erkend Duurzaam is een mvo- en duur zaamheidsprogramma voor ondernemers in de mobiliteitsbranche, ontwikkeld voor en door de branche. Het helpt ondernemers duurzaamheid en mvo in de bedrijfsvoering door te voeren en het uit te dragen. Een Erkend Duurzaam-certificaat is voor klanten en leveranciers een bewijs dat een ondernemer serieus bezig is met mvo. Binnen Erkend Duurzaam bieden wij scans aan op drie niveaus:
– Erkend Duurzaam Basis maakt de ondernemer bewust op het gebied van mvo en geeft inzicht in kostenbeheersing. – Erkend Duurzaam Plus heeft alle elementen van Erkend Duurzaam Basis, en geeft mogelijkheden aan om energie- en afvalstromen terug te dringen en tegelijkertijd kosten te besparen. – Erkend Duurzaam Premium leidt de ondernemer door de hoogste eisen op het gebied van mvo. Het bedrijf voldoet daarmee in de volle breedte aan de internationale standaarden gebaseerd op iso 26000, toegespitst op de mobiliteitssector. Bedrijven met een Erkend Duurzaam Premiumcertificaat worden toegevoegd aan het nen Publicatieplatform iso 26000. Dit platform geeft toegang tot zakelijke afnemers die hoge eisen stellen aan duurzaamheid en mvo. Wij hebben inmiddels in totaal meer dan 900 vestigingen gecertificeerd. In 2013 hebben we 218 scans uitgevoerd en eenzelfde aantal certificaten afgegeven. Ook hebben wij een onderzoek
uitgevoerd onder medewerkers in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche naar de bekendheid met mvo. We hebben onderzocht wat de drijfveren van deze groep medewerkers is om aan de slag te gaan met mvo, en de effecten van Erkend Duurzaam zoals medewerkers deze ervaren. Medewerkers van een Erkend Duurzaam-bedrijf zeggen dat ze bewuster zijn geworden (71,8%) en meer kennis hebben gekregen over mvo (58,8%). Dit heeft bij 40,4% van de medewerkers geleid tot een positieve verandering in hun handelen.
Een duurzame benadering leidt tot waarde. Niet alleen maatschappelijke waarde, maar ook bedrijfseconomische waarde. Niet alleen voor de eigen organisatie, maar ook voor de partners in de keten. arn verantwoordt de waardecreatie van het programma Erkend Duurzaam door een drietal stakeholders aan het woord te laten.
18 arn duurzaamheidverslag 2013
EC1 en EC9 Duurzaamheid is winst Drie ondernemers aan het woord. Duurzaamheid is groot goed en iedereen is vóór, maar hoe is dit nu eigenlijk bedrijfsbreed te implementeren?
Peter de Rooy
Hans Bulte
Directeur van De Rooy Transport, Houten
“We onderscheiden ons hiermee. Het is een reden voor klanten om voor ons te kiezen.”
“Duurzaamheid moet echt zijn”, zegt Peter de Rooy, algemeen directeur van De Rooy Group in ’t Goy (Houten), met stelligheid. “Veel bedrijven zeggen duurzaam te zijn maar het gaat veel verder dan tegen betaling een paar vragen op een website invullen en een sticker op de deur plakken. Daar prikken je klanten snel doorheen.” De Rooy heeft een indrukwekkende reeks duurzame maatregelen doorgevoerd in zijn bedrijven, waaronder een internationale transportonderneming, een onafhankelijk
Directeur van Heron Auto, Zwaag autobedrijf en een tankstation. Die maatregelen variëren van de installatie van energiebesparende tijdschakelaars tot de aanschaf van een elektrische vrachtwagen. Van een training ‘Het Nieuwe Rijden’ voor chauffeurs tot strikte afvalscheiding. Het legt hem geen windeieren. “We onderscheiden ons hiermee. Het is een reden voor klanten om voor ons te kiezen.” Het bedrijf van De Rooy is het tweede in Nederland dat is gecertificeerd voor ‘Erkend Duurzaam Premium’, een bevestiging van zijn pioniersrol in Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. “In ’t Goy kent iedereen elkaar, houdt iedereen rekening met elkaar. Als bedrijf besteden wij veel aandacht aan de gezondheid en veiligheid van omwonenden en medewerkers. Ook dat is mvo.” Voor ed Premium moeten ook de bedrijfsprocessen goed in kaart zijn gebracht. “In onze branche krijgen we vaak inspecteurs op bezoek. Omdat we alles goed op orde hebben kunnen we die snel helpen.” De Rooy wijst op zijn net aangeschafte bmw i3. “mvo zit bij ons in de genen. En wij willen klanten, leveranciers en medewerkers ook inspireren om bewust om te gaan met duurzaamheid.”
“Het onderwerp is breder dan alleen milieu- en verbruiksaspecten.”
“Kennis over duurzaamheid moeten we met elkaar delen, zowel binnen als buiten de branche. Denk daarbij aan de ict of de non-profitsector. We kunnen veel van elkaar leren. En nog steeds wordt het wiel vaak opnieuw uitgevonden.” Aan het woord is Hans Bulte, Kwaliteitsmanager bij Heron, onderdeel van de Stern Groep. Voor deze beursgenoteerde multimerk-organisatie is deelname aan het programma Erkend Duurzaam een logisch onderdeel van hun mvo-beleid. In het jaarverslag
19
Mathijs van Leeuwen
Mede-eigenaar van Autobedrijf Van Leeuwen, Kesteren 2013 van Stern is een aantal speerpunten benoemd, waarvan het zoeken naar een balans tussen People, Planet en Profit er één is. Volgens Bulte is dit een randvoorwaarde om verdere groei van de groep bedrijven mogelijk te maken. Inmiddels zijn alle circa 80 autobedrijven binnen de Stern Groep Erkend Duurzaam (ed plus) gecertificeerd. “We zijn een paar jaar terug door pon op het spoor gezet van Erkend Duurzaam”, zegt Bulte. “Uiteraard voldeden we al aan verschillende iso-normen, dus voor ons was het vooral een brede, nuttige aanvulling daarop.” Nuttig, omdat het certificaat vereist is bij sommige aanbestedingen, waar Stern op inschrijft. En nuttig door de verhoogde bewustwording bij de medewerkers, als gevolg van de ed-scans. “Sommige zaken die in die scans aan de orde komen, vinden wij hier al langer vanzelfsprekend. Als groep hebben we goede afspraken met en regelingen voor medewerkers op het gebied van gezondheid, welzijn, veiligheid. En we hanteren bijvoorbeeld ook gedragscodes. Dat valt bij ons allemaal onder de noemer ‘duurzaamheid’. Misschien dekt de term ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ (mvo) de lading wel beter, want het onderwerp is breder dan alleen milieu- en verbruiksaspecten. Maar dat mogen we nog best wat duidelijker communiceren naar onze stakeholders.”
“Duurzame ontwikkelingen bieden kansen om in een moeizame markt toch een fatsoenlijk rendement te behalen.”
“Duurzaamheid in een organisatie implementeren is vergelijkbaar met een groeiproces”, zegt Mathijs van Leeuwen van Van Leeuwen Auto’s. Samen met zijn vader en zijn twee broers geeft hij leiding aan het 40 jaar oude familiebedrijf, waar twee universele autobedrijven, een schadeherstelbedrijf en een leasemaatschappij deel van uitmaken. “Wij willen altijd voorop lopen bij duurzame ontwikkelingen. Die bieden ons kansen om in een moeizame markt toch een fatsoenlijk rendement te
behalen. Door bijvoorbeeld tijdig en slim in te kopen konden wij vorig jaar 45 Tesla’s afleveren. En wij gebruikten al weer lang geleden als één van de eerste schadeherstellers in Nederland milieuvriendelijke lak op waterbasis. Dat hebben we voor promotie gebruikt en zo onze bekendheid vergroot. Dat doen we nu weer met ‘Erkend Duurzaam’.” In 1997 werd een eerste stap richting duurzaamheid gezet, door ten behoeve van iso-certificering bedrijfsprocessen gestructureerd vast te leggen. “Voor het verkrijgen van het certificaat Erkend Duurzaam is inzicht in de bedrijfsprocessen een voorwaarde. Dat was in onze onderneming al heel aardig voor elkaar, maar toch zorgde de ed-scan voor een betere interne bewustwording. De zes belangrijkste onderwerpen van de scan staan nu vast op de agenda van het werkoverleg”, vervolgt Van Leeuwen. “Natuurlijk is het in een bestaand gebouw wat lastiger om duurzame maatregelen door te voeren dan in nieuwbouw. En je neemt ook niet direct afscheid van minder duurzame leveranciers met wie je al jaren samenwerkt. Per bedrijf heb je dus een andere fasering. Maar we zetten steeds weer een nieuwe mvo-stap en nemen in dat proces onze medewerkers, leveranciers en klanten mee. Zo werken we met elkaar aan verduurzaming.”
De waarde van ons werk voor de omgeving 20 arn duurzaamheidverslag 2013
Hergebruik van grondstoffen neemt een centrale plaats bij de transitie naar een circulaire economie. Dit economische systeem heeft tot doel herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en zo efficiënt mogelijk met zowel primaire als secundaire materialen om te gaan. Wij lopen voorop met het bewerken van restmaterialen van afgedankte auto’s. Na de bewerking in de pst-fabriek brengen we de materialen terug in het productiesysteem.
21
22 arn duurzaamheidverslag 2013
De run op grondstoffen
De schaarste aan grondstoffen leidt tot nieuwe ontwikkelingen in de markt. Fabrikanten willen eigenaar blijven van de goederen die zij produceren. Via recycling kunnen zij blijven beschikken over de grondstoffen afkomstig uit het product.
Producenten zullen dan ook steeds vaker autodemontagebedrijven en verwerkingsbedrijven overnemen: voorwaartse integratie in de mobiliteitsketen. De groeiende behoefte aan grondstoffen zorgt ook voor meer transportbewegingen van afval over de hele wereld.
China probeert bijvoorbeeld een vaste greep op grondstoffen te krijgen door bruikbaar afval te importeren. Ook zijn er initiatieven vanuit China om grote aantallen autowrakken uit Europa naar China te verschepen vanwege de aanwezige grondstoffen.
23
Om in 2015 te kunnen voldoen aan de Europese eis van 85 procent hergebruik, aangevuld met nuttige toepassing tot 95%, ontwikkelen wij in de pst-fabriek in Tiel nieuwe toepassingen voor materialen. Of de nieuwe toepassing geldt als materiaalhergebruik, is afhankelijk van de classificatie dat het ministerie
van Infrastructuur en Milieu (IenM) er aan geeft. Wij zijn daarover voortdurend met het ministerie in gesprek. Ook omdat niet in alle landen van de Europese Unie dezelfde uitleg wordt gegeven aan de Europese Richtlijn. Bijvoorbeeld als in hoogovens plastics als zogeheten reduceermiddel worden
meegeblazen, is minder cokes nodig. De wetgever in Duitsland classificeert dit gebruik van plastic als materiaalhergebruik. De Nederlandse wetgever ziet het als energieterugwinning.
24 arn duurzaamheidverslag 2013
Milieuprestatie 2013 De basis voor het behandelen van autowrakken en de verantwoording daarover is vastgelegd in de Europese Richtlijn ‘Directive 2000/53/ec’. Nederland heeft deze richtlijn in 2002 opgenomen in het Besluit beheer autowrakken (Bba), dat in 2007 is herijkt. Het Bba schrijft onder meer voor dat van de in Nederland aangemelde autowrakken tenminste 85% van het gewicht als product wordt hergebruikt of nuttig toegepast. Daarvan moet minimaal 80% als product of materiaal worden hergebruikt, aangevuld met 5% energieterugwinning. De recyclingdoelstelling is vanaf 2015 verhoogd naar een nuttige toepassing van 95% van het gewicht. Daarvan moet tenminste 85% hergebruik zijn als product of materiaal aangevuld tot minimaal 95% met energieterugwinning.
De Europese Commissie heeft gedetailleerde regels opgesteld voor het vaststellen van deze percentages en de manier waarop de lidstaten van de Europese Unie daarover moeten rapporteren aan Brussel. De regels van de Europese Commissie bepalen dat periodieke shredderproeven moeten worden uitgevoerd. De gegevens uit de shredderproeven zijn nodig voor de berekening van de milieuprestatie. De milieuprestatie van 2013 is gebaseerd op de shredderproef uit 2010 aangevuld met de prestatie van de pst-fabriek in 2013. De verwerking van een aantal materiaalstromen is door de nascheiding in de pst-fabriek verbeterd ten opzichte van de situatie tijdens deze shredderproef. arn doet aan de hand van deze berekening jaarlijks verslag aan het ministerie van IenM. Hoeveelheid autowrakken In 2013 zijn door bij arn gecontracteerde autodemontagebedrijven 192.433 auto’s afgemeld voor demontage(in 2012: 196.763). In 2013 zijn 183.451 gedemonteerde autowrakken aangekomen bij de shredderbedrijven. Het verschil is te verklaren door een tweetal factoren. Dit is de mutatie in het aantal autowrakken dat nog op het terrein van het autodemontagebedrijf staat en autowrakken die door het autodemontagebedrijf niet zijn afgevoerd naar een erkende shredder. In 2014 worden nieuwe maatregelen getroffen om het laatstgenoemde beter te monitoren. Bepaling gemiddeld gewicht autowrak In 2013 is het gemiddeld ledig gewicht van alle autowrakken berekend op 1.031 kilo. Dit getal is vastgesteld op basis van de orad-meldingen (Online Registratie AutoDemontage) van rdw.
Recyclingrealisatie 2013 Tabel 2 geeft een overzicht van de recyclingrealisatie van autowrakken in 2013. De getallen in tabel 2 laten zien dat in 2013 een totaal hergebruikpercentage van 86% is gerealiseerd, daarbovenop is 9,9% als energie
Producthergebruik Onderdelenverkoop bij adb-en (incl. motoren)
Recycling
Metalen shredderbedrijven (54,8%) Gedemonteerde arn-materialen (5,7%) Recycling pst-fabriek (1,7%)
Hergebruik
teruggewonnen. Hiermee wordt al aan de wettelijke verplichting – die geldt vanaf 1 januari 2015 – uit het Bba voldaan. Deze houdt een percentage in van minimaal 85% hergebruik, aangevuld met 10% verbranding met energieterugwinning.
23,8% 62,2% 86,0% 9,9% 95,9%
Energieterugwinning
Energieterugwinning shredderafval (5,5%) Energieterugwinning arn-materialen (0,1%) Energieterugwinning pst-fabriek (4,3%)
Totale recyclingprestatie
25
Tabel 1 – Materialen van depolutie en demontage (in kg gebaseerd op verwerkte hoeveelheden) Voor een toelichting op de totstandkoming van de opgenomen hoeveelheden in deze tabel wordt verwezen naar de bijlage op pagina 46. LoW code
Materiaal
13 02 05 16 01 07 16 01 13 16 01 14 14 06 01 16 01 16 16 06 01 16 01 03 16 01 20 16 01 19 16 01 99 Totaal
niet gechloreerde minerale olie oliefi lters remvloeistoffen antivriesvloeistoffen koudemiddel tanks voor vloeibaar gas loodaccu's afgedankte banden glas kunststoffen niet elders genoemd afval
Hergebruik
Recycling
Energieterugwinning
45.013.520
917.779 41.338 57.988 371.021 3.540 85.762 503.198 3.904.660 3.974.400 918.235 0 10.777.921
19.737 29.216 1.221 28.030 0 0 0 0 0 192.314 0 270.518
Verwijdering
49.343 0 1.831 475.969 233 0 23.711 0 165.600 91.164 0 807.851
Tabel 1 geeft de verwerkte hoeveelheden materialen weer onder hun eural (EURopese AfvalstoffenLijst)-code.
Tabel 2 – Recyclingrealisatie (in kg gebaseerd op verwerkte hoeveelheden en weeggegevens) Hergebruik
Recycling
Terugwinning
Totaal hergebruik en recycling
Totaal hergebruik en terugwinning
Producthergebruik
Materiaalhergebruik
Materiaalhergebruik + energieterugwinning
Producthergebruik + materiaalhergebruik
Producthergebruik + materiaalhergebruik + energieterugwinning
45.013.520 23,8%
117.652.180 62,2%
136.418.597 72,1%
162.665.700 86,0%
181.432.118 95,9%
Totaal aantal autowrakken: 183.451 / Gemiddeld gewicht per voertuig: 1.031 kg. Hergebruik Het percentage hergebruik bestaat uit onderdelen die de autodemontagebedrijven demonteren voor verkoop. Het getal komt tot stand door het gemiddeld ledig gewicht te verminderen met het gemiddelde gewicht van het kale wrak (vóór afvoer naar een shredderbedrijf) en te verminderen met gedemonteerde arn-materialen. Recycling Het recyclingdeel komt tot stand door een optelsom van de verschillende bijdragen in de keten: – Autodemontagebedrijven demonteren materialen in opdracht van arn. Deze arn-materialen voeren we af naar verwerkingsbedrijven. De verwerkingsbedrijven leveren ons gegevens over de massabalans. De massabalans geeft de recyclingprestatie voor het materiaal (zie tabel 1). 5,7% – Shredderbedrijven ontvangen het kale wrak van de autodemontagebedrijven. De shredder scheidt de metalen van de niet-metalen. Aan de hand van de shredderproef die wij in 2010 hebben gedaan wordt
het recyclingdeel bepaald dat door de shredderbedrijven wordt bijgedragen. Voor de autowrakken die bij buitenlandse shredderbedrijven zijn verwerkt, tellen de individuele massabalansgegevens van deze bedrijven mee in de recyclingrealisatie. 54,8% – De pst-fabriek ontvangt het shredderafval van de shredderbedrijven voor verdere scheiding. In 2013 bestaat de recyclingbijdrage van de pst-fabriek uit de scheiding van de lichte shredderfractie. 27% van deze fractie is in 2013 als materiaal hergebruikt. Dit is een verbetering ten opzichte van 2012, toen deze fractie nog volledig als energie werd teruggewonnen. 1,7% Energieterugwinning Het energieterugwinningdeel komt tot stand door een optelsom van de verschillende bijdragen in de keten: – De gedemonteerde materialen gaan naar verwerkingsbedrijven voor verdere verwerking. In deze processen wordt ook een deel als energie teruggewonnen. Deze gegevens worden onttrokken uit
de massabalansgegevens van de verwerkingsbedrijven (zie tabel 1). 0,1% – Een deel van het shredderafval afkomstig van shredderbedrijven wordt meegerekend als energieterugwinning. Het gaat om de stromen die afgevoerd worden naar avi’s (Afval Verbranding Installaties) met een R1-status. 5,5% – Een aantal stromen van het materiaal dat in de pst-fabriek wordt verwerkt vind een route waarbij het materiaal als energie wordt teruggewonnen. 4,3% Brandstof Brandstof (diesel, benzine en gas) blijft buiten de berekening van de recyclingrealisatie. In 2013 is 214.086 kg brandstof (diesel, benzine en gas) op een milieuverantwoorde manier verwerkt.
26 arn duurzaamheidverslag 2013
Recyclingprestatie inzichtelijk maken Voor de uitvoering van onze opdracht willen we inzichtelijk maken wat we doen. Voor ons betekent het dat we transparant en controleerbaar moeten zijn over de recyclingprestatie.
is het effect van de pst-fabriek voor duidelijk aantoonbare materiaalstromen meegenomen. Hiermee voldoen we al aan de wettelijke doelstelling die vanaf 1 januari 2015 geldt.
De berekening van de recyclingrealisatie is nu nog gebaseerd op de laatste shredderproef in 2010. Dat was vóór de inwerkingstelling van de pst-fabriek. Al het shredderafval ging toen nog naar de verbrandingsovens. In de berekening van de milieuprestatie over 2013
In 2014 voeren we opnieuw een shredderproef uit waarbij het effect van de pst-fabriek volledig wordt meegenomen. Daar zal de berekening van de recyclingprestatie dan op worden aangepast. Om dit te realiseren, gaat een projectgroep gerichte afspraken maken
Inzicht in recyclingprestaties vergroot In 2013 hebben we ook de processen rond de totstandkoming van de materiaalhoeveelheden- en recyclingrealisatietabel (zie pagina 23) onder de loep genomen. Als resultaat hiervan zijn de materiaalhoeveelhedencontroles aangepast. Hierdoor krijgen we zelf een beter inzicht in de processen die de recyclingprestatie beïnvloeden en hebben we een transparanter beeld van de prestaties in de keten.
In het s_life-project werkt arn samen met zes Europese clusterorganisaties die de belangen behartigen van de automotive sector in hun regio. We ontwikkelen samen projecten om te komen tot een efficiënter gebruik van materialen tijdens de levenscyclus van auto’s. Recycling is daarvan een belangrijk onderdeel. In 2013 is onder leiding van arn een omvangrijk gezamenlijk actieplan opgesteld en een businessplan. In het actieplan hebben we de regionale onderzoekambities en de regionale expertise vertaald naar vijf marktondersteunende projecten (kennisuitwisseling en netwerkvorming) en tien trajecten voor wetenschappelijk onderzoek. De kansrijke en fi nancieel haalbare projecten rollen we in het vervolg van S(ustainable)_ life uit. De implementatie van deze projecten en trajecten is verdeeld over vijf partners. Onder onze verantwoordelijkheid vallen:
– Producten ontwikkelen van materialen die we terugwinnen uit automotive shredderafval. Wij doen dat in de pst-fabriek al met onder meer Crusca en Blueroots. We willen bekijken of Europese samenwerking tussen verschillende pst-fabrieken mogelijk is. – Ontwikkelen en doorvoeren van een Europees lesprogramma voor demontage van de huidige en toekomstige auto. Deze richt zich zowel op de demontagesector als op bestaande automotive opleidingen. – Opzet van een bewustwordingscampagne over resource efficiency en recycling, specifiek gericht op de gebruiksfase van de auto. Spelers als onderhoud- en detailhandelbedrijven hebben een grote impact op materiaalgebruik, maar zijn zich hiervan weinig bewust. Deelname aan het s_ life-project betekent een grote uitbreiding van ons netwerk binnen de Europese automotive sector en in de autorecyclingketen. De fi nancieringsperiode van het driejarige project loopt eind 2014 af. We zijn in gesprek over de toekomst van s_ life na 2014. Meer informatie over ons actieplan? Download het op www.s-life-project.eu
met shredderbedrijven en autodemontagebedrijven. De projectgroep gaat ook na wat de rapportagebehoefte hierover is bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ilt) en het ministerie van IenM, en welke acties hiervoor nodig zijn bij de pst-fabriek. De projectgroep stelt ook alle voorwaarden op voor de shredderproef die in 2014 de prestaties van de pst-fabriek meet. Kortom, de projectgroep maakt het proces van gegevens verzamelen inzichtelijk en controleerbaar.
Van kilo’s naar kwaliteit arn stopt per 1 juli 2014 met het vergoeden van handmatige demontage van glas, bumpers, wieldoppen en grilles. Tegelijkertijd stappen we over op het belonen van kwaliteit in plaats van betalen voor kilo’s. Over de nieuwe manier van belonen hebben we, na intensief overleg, met brancheorganisatie stiba een meerjarige afspraak kunnen maken. Op de jaarlijkse bijeenkomst in november voor autodemontagebedrijven hebben we dit kenbaar gemaakt. Bij het belonen van kwaliteit gaat het zowel om de kwaliteit van het autowrak, als van de bedrijfsorganisatie. In de nieuwe regeling krijgen autodemontagebedrijven een vast bedrag per autowrak dat ze schoon aanleveren bij een arn-erkend shredderbedrijf. Bovendien zijn de gedemonteerde arn-materialen aangemeld in het arn-extranet voor afvoer via een arn-inzamelbedrijf. Daarnaast geven wij op grond van kwaliteitscriteria op bedrijfsniveau een vergoeding. Wij vergoeden bovendien de kosten voor het behalen en behouden van een KwaliteitsZorgDemontage (kzd)-certificaat, het kwaliteitsmanagementsysteem voor de voertuigdemontagebranche. De meerjarige afspraak geeft de autodemontagebedrijven zekerheid en biedt daarmee continuïteit in hun bedrijfsvoering.
27
“Bedrijven benaderen ons om mee te denken over grondstoffenbeheer, recycling en het scheiden van afvalstromen.”
Ontwikkeling diensten voor derden PRORAIL ProRail, verantwoordelijk voor het Nederlandse spoorwegnet, streeft naar grotere duurzaamheid. De organisatie kijkt daarom ook naar nog meer mogelijkheden om onderdelen en materialen uit de infrastructuur te gaan hergebruiken en recyclen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om ballastgrind, bovenleidingen en rails. Zo kan ProRail een stap zetten op het gebied van grondstoffenbeheer en recycling. ProRail vroeg aan arn de mogelijkheden hiervoor te inventariseren, waaronder het hergebruik van producten na revisie. In een brainstormsessie met ProRail is een toekomstvisie geformuleerd voor het beheren van de materiaalstromen binnen ProRail. arn heeft daarna interviews gedaan om vanuit deze visie het grondstoffenbeheer in kaart te brengen. Een voorbeeld is dat een aannemer die het spoor renoveert de gegevens over hergebruik van onderdelen en materialen ter beschikking van ProRail stelt.
De aannemer wordt uitgedaagd om van tevoren na te denken over de mogelijkheden om dit hergebruik te vergroten. Voorbeeld van deze werkwijze is het hergebruik van materialen bij het project Sporen in Den Bosch, in de zomer van 2013. Hier zijn de adviezen direct toegepast. Om de inventarisatie te kunnen uitvoeren, hebben we samengewerkt met een ingenieursbureau, aannemers in de spoorsector en ingenieurs van ProRail zelf. De inbreng van al deze partijen heeft veel nieuwe inzichten opgeleverd. Met deze uitkomsten is ProRail in staat efficiënter om te gaan met grondstoffen. AFVAL ENERGIE BEDRIJF Het Afval Energie Bedrijf (aeb) van de gemeente Amsterdam benaderde ons in 2012 om mee te denken over de scheiding van grof huishoudelijk afval. Dit proces lijkt veel op de verwerking van shredderafval; de problemen die zich voordoen zijn veelal identiek. aeb wilde meer weten over de productie en
marketing van producten uit afvalmaterialen, kennis opgedaan in de pst-fabriek in Tiel. Wij hebben eerst voor aeb berekend wat het bouwen van een scheidingsinstallatie voor grof huishoudelijk afval kost. Verder is berekend hoe groot de operationele kosten zijn, de materiaalopbrengst en het recyclingpercentage. Daarbij werkten we samen met apparatenbouwers in de markt, specialisten van aeb en de collega’s van de pst-fabriek. Bij alle partners zit veel specifieke kennis. Daarna zijn we aan de slag gegaan met het opstellen van een programma van eisen voor een gebouw en een sorteerlijn. Voor dit project zijn onze kennis en ervaring opgedaan bij de bouw van de pst-fabriek heel belangrijk. Het gaat daarbij zowel om het technologisch mogelijk maken van hoogwaardige recycling, als om marktkennis over secondaire materiaalstromen.
28 arn duurzaamheidverslag 2013
Marktonderzoek bij autodemontagebedrijven In voorgaande jaren deed arn bij autodemontagebedrijven een kwantitatieve telefonische enquête. In 2013 lieten we een kwalitatief marktonderzoek uitvoeren. Zestien bedrijven zijn bezocht voor een interview. Uit het onderzoek blijkt dat autodemontagebedrijven regiobijeenkomsten, bedrijfsbezoeken en communicatie positief waarderen. Verder blijkt dat het voornemen om per 1 juli 2014 de demontage van grote kunststofdelen en glas stop te zetten, de gemoederen bezig houdt. Gemengde bedrijven, waar demontage maar een klein deel uitmaakt van de werkzaamheden, geven aan dat het probleem voor hen minder groot is. Wel vrezen bedrijven dat glas op hun terrein zal blijven liggen. arn blijft bedrijven faciliteren in emballage voor glas die om niet kan worden ingezameld. Het onderzoek besteedde ook aandacht aan de bestrijding van oneerlijke concurrentie en illegale export. De autodemontagebedrijven zien dat de strijd tegen oneerlijke concurrentie prioriteit heeft bij arn, maar zouden graag willen dat er sneller resultaten worden geboekt. Zij zien ook in dat de rol van arn beperkt is tot het signaleren en aangeven van misstanden bij de overheid. arn zal hiermee doorgaan; wij blijven ook meldingen van autodemontagebedrijven doorgeven.
Dienstverlening aan autodemontagebedrijven arn is autodemontagebedrijven van dienst door de oliebenzineafscheiders (obas) te legen en bedrijfsafvalstoffen op te halen. Door een wetswijziging hoeft de obas niet meer elk jaar te worden geleegd: dat mag voortaan eens in de vijf jaar. Voorwaarde is wel dat de installatie elk half jaar wordt geïnspecteerd. Die service biedt arn bedrijven. Als na inspectie blijkt dat het legen van de obas noodzakelijk is, zetten wij deze actie uit bij één van onze partners. Materiaalhoeveelheden controles De autodemontagebedrijven voeren in opdracht van arn demontagewerkzaamheden die tot doel hebben om 85% materiaalrecycling te behalen. Om te controleren of dit doelmatig en efficiënt gebeurt, voeren wij controles op de materiaalhoeveelheden uit. We streven ernaar één keer per jaar bij bedrijven langs te komen die meer dan vierhonderd autowrakken per jaar verwerken, bij de overige autodemontagebedrijven in ieder geval elke 2,5 jaar. Bij een orad-melding (Online Registratie AutoDemontage) bij rdw wordt het materiaalsaldo van een autodemontagebedrijf via een online verbinding opgehoogd met de materialen die volgens de norm van een autowrak komen. De norm is het gemiddeld gewicht van een materiaal dat op een voertuig zit.
Als er bij het demontagebedrijf in de administratieve voorraad meer geregistreerd staat dan daadwerkelijk op het bedrijf aanwezig is, boeken we het teveel af. De controles maken het mogelijk onze openstaande materiaalverplichting zo zuiver mogelijk te houden. Verder monitoren we per materiaal de prestaties en berekenen het demontagerendement bij een autodemontagebedrijf. In 2013 is de controle op materiaalhoeveelheden uitgebreid. Bij controles wordt voortaan aangegeven wat de reden is dat de prestatie hoger of lager is dan de norm. Met de uitbreiding van de materiaalhoeveelhedencontroles krijgen we per bedrijf een beter inzicht in de reden van afwijkende prestaties. Daarnaast berekenen we de landelijke prestatie en geven we een overall verklaring voor een lage of hoge landelijke prestatie. In de komende jaren kunnen we een trendanalyse per materiaal maken, voor zowel prestatie als verklaringen voor afwijkingen. De uitbreiding heeft inmiddels wel geresulteerd in een goed werkende methodiek en uniformiteit in het vastleggen van de verklaringen door de controleurs.
29
Het Nieuwe Rijden bevorderen Wij voeren ook het overheidsprogramma Het Nieuwe Rijden uit: brandstofbesparing door energie-efficiënter rij- en reisgedrag te stimuleren bij automobilisten, beroepschauffeurs en wagenparkbeheerders. Het Nieuwe Rijden (hnr) is een onderdeel van het ambitieuze klimaatbeleid van de overheid om de uitstoot van broeikasgassen fors terug te brengen. Met het hnr-programma willen wij in vier jaar tijd een reductie van minimaal 1 Megaton CO2 realiseren.
30% minder CO2-uitstoot tussen 1990 en 2020
Deze doelstelling moet eind 2014 zijn bereikt. Eind december 2013 stond de teller op 72% realisatie. Het Nieuwe Rijden bestaat uit twintig CO2-reducerende projecten te bereiken met duurzaam rijgedrag. De projecten variëren van De Nieuwe Band voor zuinige en stille autobanden tot Het Nieuwe Draaien, een andere manier van rijden met bouwmachines. In het najaar van 2013 verscheen een special van het magazine 95 rondom het thema Het Nieuwe Rijden. Deze 95 is breed verspreid in de mobiliteitssector en bij aanverwante partijen. Zie ook: www.hetnieuwerijden.nl. Daarnaast is Het Nieuwe Rijden in 2013 onder de aandacht gebracht met een publiekscampagne op billboards en via digitale media. Zie ook: www.hetnieuwerijden.nl
Kennisportaal WikiMobi Op internet is erg veel informatie te vinden over duurzame mobiliteit en nieuwe technologieën. Om de informatie inzichtelijk en controleerbaar te maken, hebben wij in opdracht van en samen met het ministerie van IenM WikiMobi opgericht. Het is een open source kennisportaal voor duurzame techniek: iedereen met kennis over duurzame mobiliteit kan er informatie op kwijt. Thema’s zijn onder meer personenvervoer, energie, logistiek en Truck van de Toekomst. Op onze beurt maken wij gebruik van WikiMobi om onze andere projecten te voeden.
Duurzaamheidsmonitor In opdracht van bovag en rai Vereniging hebben we in 2013 voor de derde keer de Duurzaamheidsmonitor Mobiliteit samengesteld. Het doel van de monitor is inzicht te geven in hoe de markt ervoor staat op de verschillende thema’s die met duurzaamheid te maken hebben. Het is een belangrijk naslagwerk voor de branche, overheid en derden. Enkele conclusies uit de Duurzaamheidsmonitor Mobiliteit 2013 zijn: – De gemiddelde uitstoot van CO2 door personenauto’s daalt verder naar 118 gCO2 /km. – In het personenwagenpark rijden 99.000 voertuigen met aardgas-, biobrandstof of elektrische aandrijving. – De belangrijke reden voor toepassing van Het Nieuwe Rijden is het verminderde brandstofverbruik en de besparing die daarmee gepaard gaat.
ARN en IvDM onderhouden e-platforms Het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM) ging in 2013 samenwerken met arn. Onze doelstellingen komen grotendeels overeen: werken aan een duurzame toekomst in de mobiliteitssector. Wij zien het als onze gezamenlijke taak de sector te helpen verduurzamen door kennis en informatie beschikbaar te stellen, gedragsverandering te stimuleren en vraag en aanbod bij elkaar te brengen. In opdracht van onze partners en klanten ontwikkelen en onderhouden wij een aantal e-platforms, zoals Nederland Elektrisch, Truck van de Toekomst en de E10 Check. De plat forms vormen een brug naar de markt om de transitie naar een duurzamere mobiliteit
te stimuleren en te ondersteunen. Ondernemers en gemeenten kunnen hier ideeën en verdien modellen oppakken. Nederland Elektrisch Het Formule E-Team is opgericht om – in opdracht van de overheid – draagvlak te creëren en een aanjager te zijn voor elektrisch vervoer in Nederland. In het team werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid samen. In opdracht van het Formule E-Team heeft IvDM het platform www.nederlandelektrisch.nl ingericht met kennis en nieuws over elektrisch vervoer. Daarnaast werkt IvDM samen met de leden van het Formule E-Team om
relevante informatie van hun organisaties te verspreiden via deze website. Truck van de Toekomst Het programma Truck van de Toekomst draagt bij aan energiebesparing en CO2-reductie in het goederenvervoer over de weg. Het programma wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat Leefomgeving en maakt deel uit van de Proeftuinen Duurzame Mobiliteit. IvDM zorgt voor informatievoorziening, kennisborging en het bundelen van kennis over technieken voor energiebesparing en CO2-reductie bij trucks. Kijk op www.truckvandetoekomst.nl of op WikiMobi
30 arn duurzaamheidverslag 2013
2Bcycled Tweede leven voor Li-Ion accu’s mogelijk? Eind 2013 zijn wij samen met dnv kema begonnen aan een haalbaarheidsonderzoek voor een tweede leven van afgedankte Li-Ion hev accu’s. We onderzoeken aan welke voorwaarden een afgedankte Li-Ion accu moet voldoen om na zijn eerste rijdende leven nog bruikbaar te zijn in een stationaire toepassing. Dat kan bijvoorbeeld zijn voor energieopslag in een huishoudelijke omgeving met zonnepanelen. 2Bcycled is een vervolgtraject op het SafeBATproject uit 2011. De start van het 2Bcycled-testproject was mogelijk door een gift van twee Li-Ion inbouwauto’s. Bij deze auto’s is in 2008 de verbrandingsmotor vervangen door een elektromotor met elk twee accupakketten. Deze accupakketten worden na demontage onderworpen aan een State of Health test om te kunnen beoordelen of producthergebruik haalbaar is. Daarnaast gaan we na of het juridisch mogelijk is een Li-Ion accu voor een andere toepassing te gebruiken dan waar hij oorspronkelijk voor ontworpen is. Bovendien komen vragen aan de orde zoals: wie is verantwoordelijk voor het product in de nieuwe toepassing en waar eindigt de producentenverantwoordelijkheid. In een later stadium zullen we een business model ontwikkelen en een gedragsmodel voor prosumers, de consumenten die zelf elektriciteit produceren.
ARN Beheerplan autoaccu’s In samenwerking met de Stichting Batterijen (Stibat) voeren wij het arn Beheerplan uit, in het kader van het Besluit beheer batterijen (Bbb) voor autoaccu’s. Het arn Beheerplan biedt een collectieve oplossing om te voldoen aan de verplichtingen van het Bbb. Via de online applicatie myBatbase kunnen fabrikanten en importeurs die als eerste een batterij of accu op de markt brengen, opgave doen
van deze aantallen. Om te kunnen deelnemen aan het beheerplan, betalen ze voor elke accu en batterij een beheerbijdrage die jaarlijks wordt vastgesteld. Wij zorgen onder meer voor een landelijk dekkend netwerk van afgiftepunten waar de particuliere eindgebruiker zijn autoaccu kosteloos kan inleveren. arn verzorgt ook de jaarlijkse verslaglegging aan het ministerie van IenM.
Beheerbijdragen
€ 0,05
€ 180,–
€ 90,–
€ 15,–
(excl. btw) per accu in 2013 voor startaccu’s (loodzuur) en NiMH accu’s.
(incl. 21% btw) voor de zwaardere Li-Ion accu’s (> 100 kg).
(incl. 21% btw) voor de lichtere Li-Ion accu’s (< 100 kg).
(incl. 21% btw)
– De beheerbijdragen voor de recycling van Li-Ion accu’s bleven in 2013 gelijk aan die in 2012. – Beide tarieven gelden voor Li-Ion accu’s in voertuigen die in 2013 op de markt zijn gebracht.
als het totaalgewicht van een accu minder dan 5 kilo bedraagt. Deze nieuwe categorie Li-Ion accu’s wordt vanaf 1 januari 2014 toegevoegd.
31
Eucobat
arn hanteert een meervoudige benadering bij het verduurzamen van de keten. Door een eigen primair proces van fysieke recyclingsactiviteiten, én door het ontwikkelen van mvo-tools voor ondernemers in de keten. Juist in de samenhang daartussen ontstaat zo de propositie van arn. Een samenvatting op visieniveau.
Als lid van de Europese koepelorganisatie Eucobat wisselen wij met onze zusterorganisaties kennis en ervaring uit over het veilig demonteren, inzamelen en recyclen van hoogvoltage-accu’s uit elektrische en hybride voertuigen. Ook kijken we naar de mogelijkheden voor een tweede leven van afgedankte Li-Ion accu’s. Een van de gezamenlijke initiatieven is de ontwikkeling van emballage voor Li-Ion accu’s die te groot zijn voor de bestaande accuboxen.
“Ongeveer de helft van de Nederlandse importeurs doet mee aan het collectieve systeem, de andere helft houdt de inzameling en verwerking in eigen hand.”
Verkoop hybride en elektrische voertuigen enorm toegenomen De verkoop van hybride en elektrische voertuigen (hev’s) raakte in 2013 in een stroomversnelling. Vooral in de laatste twee maanden van het jaar zijn uitzonderlijk veel hev’s verkocht. De oorzaak ligt in een aanscherping van de CO2-grenzen en belastingbijtellingspercentages voor elektrische auto’s en de meeste plug-in hybrides vanaf 1 januari 2014. Ook is de versobering van fiscale stimuleringsmaatregelen voor schone auto’s van invloed geweest. In 2013 zijn in totaal 46.192 hev’s nieuw op kenteken gezet. Een explosieve stijging in vergelijking met 2012 toen
er 16.052 nieuwe hev-registraties geteld werden. De forse toename van hev’s op de wegen heeft grote gevolgen voor de uitvoering van het arn Beheerplan voor auto-accu’s (Besluit beheer batterijen). Het betekent een enorme toename van Lithium-Ion (Li-Ion) batterijen in de markt, die op dit moment een negatieve restwaarde hebben. Dit in tegenstelling tot de oudere generatie hybride auto’s die is uitgevoerd met een Nikkel-metaal hydride accu (NiMH). Die accu’s bevatten meer waardevolle metalen en hebben een positieve restwaarde.
Wij verwachten dat de eerste Li-Ion accu’s tegen 2020 worden afgedankt. Ongeveer de helft van de Nederlandse importeurs doet mee aan het collectieve systeem, de andere helft houdt de inzameling en verwerking in eigen hand. Wel komt het voor dat wij voor hen maatwerkoplossingen bieden. In 2013 zijn circa 12.000 kleine Li-Ion accu’s en circa 15.000 grote Li-Ion accu’s op de markt gebracht. Verder is voor ongeveer 20.000 hybride voertuigen met een NiMH-accu een beheerbijdrage geïnd.
32 arn duurzaamheidverslag 2013
EN26 De impact van arn op de keten
33 arn beïnvloedt in zekere zin twee ketens in samenhang: op primair niveau de verwerking en het hergebruik van onderdelen van auto’s, dat wil zeggen de fysieke handling van grondstoffen; en op secundair niveau het gedrag, de bedrijfs-
voering en de innovatie van de spelers in de sector. Beide ketens hangen samen in het begrip mobiliteit. En beide ketens vragen om een vernieuwende blik op de sector. Zo wordt de invloed van arn zichtbaar en meetbaar in concrete resultaten.
34 arn duurzaamheidverslag 2013
arn in transitie Duurzaamheid en veranderende mobiliteitsbehoefte gaan hand in hand. Vanuit deze visie zien wij het als onze missie duurzaamheid in de mobiliteiten recyclingbranche aan te jagen. Wij doen dat door kennisuitwisseling, ketenregie, recycling en innovatie. Daarmee leveren wij een actieve bijdrage aan de circulaire economie.
35
36 arn duurzaamheidverslag 2013
2.3 / 2.6 / 4.1
Organogram arn per 1 januari 2014 Toezichthouder op fonds recyclingbijdrage Stichting Auto & Recycling, is een stichting met vier bestuurders die de autobranche in Nederland vertegenwoordigen: bovag Ondernemers mobiliteitsbranche
focwa Schadeherstel Carrosseriebedrijven
rai Verenigingen
stiba
Fabrikanten en importeurs wegvervoermiddelen
Voertuigdemontagebedrijven
Stichting Auto & Recycling Opdrachtgever van arn Holding
arn Holding b.v. Voert directie over de werkmaatschappijen arn Auto Recycling, arn Recycling, arn Recycling Services en arn Advisory.
arn Auto Recycling b.v.
Raad van Commissarissen Verzorgt de financiële administratie, personeelszaken en marketing & communicatie.
arn Recycling b.v.
arn Sustainability
Marktaandeel arn Auto Recycling verhogen.
Verhogen recyclingpercentage.
Advies over:
Wrakkenlekstromen indammen.
Verlagen van de kosten van autorecycling.
- inzet recyclingtechnologie
Aangesloten autodemontagebedrijven ondersteunen bij de inzameling van materialen met een negatieve waarde.
2.9
De holding staat onder toezicht van RvC (twee branchegebonden en drie onafhankelijke leden).
- ketenmanagement - afvalbeheer - duurzaam ondernemen
Samenwerking met Instituut voor Duurzame Mobiliteit Door samen te gaan werken met het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM) ontstaat er een breder platform voor duurzame mobiliteit. Dit is een logische stap in de kennisbundeling voor verduurzaming van de mobiliteitsbranche. arn en IvDM werkten al intensief samen voor Erkend Duurzaam, het duurzaamheidsproduct ontwikkeld en uitgevoerd in opdracht van brancheorganisatie bovag. IvDM richt haar duurzaamheidactiviteiten binnen de mobiliteitsbranche meer op het rijdende deel. Onze focus ligt op recycling en grondstoffenbehoud. Met IvDM binnen onze gelederen begeeft arn zich in de gehele mobiliteitsketen. De verbreding van onze activiteiten maakt een betere positionering in de markt mogelijk. Het past ook in onze ambitie om in
de totale mobiliteitsketen een aanjagersrol te spelen op het gebied van duurzaamheid. Structuur nieuwe organisatie Door de samenwerking van beide organisaties ontstaan synergievoordelen. Om onze kennis en expertise efficiënter te kunnen inzetten, zijn per 1 januari 2014 alle activiteiten van Recycling Services, Advisory en IvDM gebundeld in arn Sustainability bv bv. Wij verwachten dat deze onderneming een positieve bijdrage kan leveren aan het resultaat van arn Holding. IvDM zal als stichting blijven bestaan. Het bestuur van stichting IvDM is in juli 2013 gewijzigd en gelijk getrokken aan het bestuur van stichting Auto & Recycling. De bestuurders zijn afkomstig van de vier brancheverenigingen bovag, Vereniging focwa Schadeherstel, rai Vereniging en
stiba. De mobiliteitsbranche heeft daarmee vertegenwoordigers in beide stichtingen. Dat sluit goed aan bij de uitvoeringsorganisaties. Voor deze constructie is gekozen omdat IvDM bekendheid geniet bij de stakeholders. Ook in de toekomst zal IvDM zich, vanuit het onafhankelijk kennisplatform, als aanjager blijven inzetten voor projecten in het kader van de verduurzaming van onze mobiliteit. Het Nieuwe Rijden-programma blijft bijvoorbeeld binnen het portfolio van IvDM.
37
Profiel van arn
Business Control Framework
arn is een gedreven expertisecentrum. Wij geven invulling aan duurzaamheid en recycling rondom het thema mobiliteit in opdracht van onze stakeholders.
Als onderdeel van de verduurzaming van het ondernemerschap van arn, hebben wij in 2013 een begin gemaakt met het opstellen van een Business Control Framework (bcf). Het is een raamwerk dat ons helpt de organisatie zo in te richten dat arn geen onaanvaardbare risico’s loopt. Als het nodig is, kunnen we tijdig bijsturen.
In een veranderende mobiele wereld is het van essentieel belang zo efficiënt en duurzaam mogelijk met grondstoffen om te gaan. Duurzaamheid en veranderende mobiliteitsbehoefte gaan hand in hand. Vanuit deze visie zien wij het als onze missie duurzaamheid in de mobiliteit- en recyclingbranche aan te jagen. Wij doen dat door kennisuitwisseling, ketenregie, recycling en innovatie. Daarmee leveren wij een actieve bijdrage aan de circulaire economie. Dit is een economisch systeem met het doel herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en zo efficiënt mogelijk met zowel primaire als secondaire materialen om te gaan. Drie zelfstandige werkmaatschappijen Per 1 januari 2014 zijn onze activiteiten ondergebracht bij drie zelfstandige werkmaatschappijen die ieder hun eigen taak en winst- en verliesrekening hebben. Deze drie zelfstandige arn- ondernemingen zijn arn Auto Recycling, arn Recycling en arn Sustainability.
Het opstellen van een bcf gaat in vier stappen. In 2013 hebben we samen met de business unit managers de huidige processen vastgelegd. Dit leert mensen en passant meer procesgericht denken. In 2014 zetten we de overige drie stappen. We organiseren workshops om onze medewerkers vertrouwd te maken met de risicoanalyse en de beheersmaatregelen. Als derde stap volgt de implementatie van de nieuwe beheersmaatregelen. De laatste stap
bestaat uit het monitoren van de beheersmaatregelen. De toegevoegde waarde van het bcf bestaat mede uit het efficiënter inrichten van de processen om onze doelstellingen te bereiken. arn is door het bcf ‘in control’. Daarnaast kunnen we het bcf als hulpmiddel gebruiken om Kritieke Prestatie Indicatoren (kpi’s) te identificeren voor een verslag gebaseerd op de gri-richtlijnen.
2.2 / 2.7 3.5
Tax Control Framework Onderdeel van het Business Control Framework is het Tax Control Framework. Met een Tax Control Framework waarborgen we op welke manier arn aan de geldende fiscale regels kan voldoen. Een totaalbeeld van de organisatie is nodig om te kunnen beoordelen waar de belastingrisico’s zitten.
ARN Sustainability De bundeling van kennis en kunde van IvDM en arn heeft geleid tot de samenvoeging van de business units Recycling Services en Advisory in arn Sustainability bv. Daarmee kunnen we de gebundelde kennis en ervaring zo efficiënt en optimaal mogelijk inzetten. Voorlopig blijven de business units onder de eerder gebruikte handelsnamen opereren. arn Sustainability staat als organisatie los van het fonds van Stichting Auto & Recycling en is zelf financierend.
Door samen te gaan werken met het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM) ontstaat er een breder platform voor duurzame mobiliteit. Convenant Horizontaal Toezicht We hebben op 6 januari 2014 het Convenant Horizontaal Toezicht met de Belastingdienst ondertekend. Een efficiënte samenwerking tussen arn en de Belastingdienst staat daarbij centraal. Wij maken vooraf duidelijke afspraken met de Belastingdienst die het proces van transacties, aangiften en aanslagen transparanter maakt. Administratieve zaken kunnen op deze manier snel worden afgehandeld en beide partijen weten waar ze aan toe zijn.
De ontwikkeling van het ‘sociaal kapitaal’ van arn is de belangrijkste voorwaarde voor de ontwikkeling van de organisatie. Door programmatisch om te gaan met medewerkersontwikkeling als onderdeel van de ambities van de organisatie, ontstaat wederzijdse meerwaarde. Een interview met verantwoordelijke Ingrid Niessing.
3.5
38 arn duurzaamheidverslag 2013
LA11 Ambities waarmaken Ons personeel is van doorslaggevend belang voor ons succes. De medewerkers moeten in staat zijn, de ambities die wij stellen waar te maken. Daarvoor moeten ze duurzaam inzetbaar zijn, zich kunnen verbreden. en verdiepen. Anders gezegd: om onszelf te kunnen ontwikkelen, moeten onze medewerkers zich kunnen ontwikkelen. Ingrid Niessing, financieel directeur van arn en verantwoordelijk voor het hr-beleid, vertelt. ‘Zonder onze medewerkers kunnen wij onze missie natuurlijk niet volbrengen. Professionele, betrokken en gemotiveerde medewerkers, die hun verantwoordelijkheid nemen bij het vormgeven en uitvoeren van hun eigen werk en handelen vanuit hun persoonlijke gedrevenheid om onze klanten zo goed mogelijk van dienst te zijn. Op die manier dragen zij het meeste bij aan het totaalresultaat van arn.
in de toekomst geborgd worden: ‘Om de inhoudelijke groei van arn mogelijk te maken, zetten wij in op de verdere ontwikkeling van onze medewerkers. Wij moeten de kwaliteiten van onze medewerkers kunnen benutten om onze ambities te kunnen realiseren. Om daar gericht naar toe te kunnen werken, beginnen we in 2014 met het opzetten van ontwikkelingsprogramma’s gericht op de drie dimensies van
Dat vraagt om ontwikkeling en ontplooiing, om een goede werk-privébalans en een passende beloning. Om aandacht voor het welzijn van onze medewerkers door te zorgen voor goede en veilige arbeidsomstandigheden en door het stimuleren een gezonde levensstijl door bijvoorbeeld roken te ontmoedigen. Van leidinggevenden vraagt het een moderne manier van leiderschap. Zij moeten hun medewerkers in staat stellen het maximale uit zichzelf te halen door ondersteuning te bieden, feedback te geven en het gesprek gevraagd en ongevraagd aan te gaan.’
ons werkgebied: grondstoffen, duurzaam ondernemen en mobiliteitsbehoefte. Wij beschrijven de functies die horen bij de ambities en de visie van arn, bekijken het functiehuis opnieuw, passen het waar nodig aan de veranderde organisatie aan en formuleren dan ontwikkelingsprogramma’s voor onze medewerkers.’
Organisatieontwikkeling is medewerkersontwikkeling Ingrid Niessing kijkt niet alleen naar hoe arn nu functioneert en waarom de organisatie succesvol is. Stelselmatig kijkt ze vooruit, want het succes moet
Duurzame inzetbaarheid Duurzame inzetbaarheid is de mate waarin onze medewerkers productief, gemotiveerd en gezond blijven werken bij arn of bij een andere organisatie. ‘Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid om bij alle veranderingen hun inzetbaarheid op peil te houden. Daarbij gaat het zowel om het bijhouden en verbreden van (vak)kennis, als om het aanleren van nieuwe vaardigheden en het toepassen daarvan in de praktijk. Wij ondersteunen ze daarbij met
faciliteiten en programma’s. Dat zal alleen maar meer worden. Leidinggevenden hebben in onze organisatie een coachende rol bij de prestaties en inzetbaarheid van de medewerkers. Instrumenten die onze managers en medewerkers hiervoor beschikbaar hebben, zijn onder meer het jaarlijkse beoordelingssysteem waarbij de focus ligt op het realiseren van doelstellingen en het ontwikkelen van de kerncompetenties van de medewerker.
39
talenten van een potentiële medewerker en niet op sekse of afkomst. De onderscheidende kwaliteiten en talenten die een sollicitant meebrengt, bepalen voor ons of we iemand voor een bepaalde functie of positie geschikt vinden. Diversiteit is voor ons geen doel op zich, maar een middel om te komen tot duurzame resultaten voor de organisatie en voor de samenleving als geheel.’
Tijdens het midjaarlijkse functioneringsgesprek bespreken leidinggevende en medewerker de geboekte resultaten die zijn vastgelegd in afspraken gemaakt tijdens het beoordelingsgesprek. De managers stellen hun medewerkers in staat om hun werk goed uit te voeren en om zichzelf verder te ontwikkelen. Om hun coachende rol zo goed mogelijk te kunnen invullen, hebben de leidinggevenden een passende managementtraining gevolgd.’ Een goede werkgever zijn Het is van belang om te weten, hoe medewerkers hun werkomgeving ervaren. ‘In 2013 zijn we gestart met de voorbereidingen voor een Medewerkers Tevredenheid Onderzoek (mto) dat begin 2014 zal worden uitgevoerd. Doel van het onderzoek is vast te stellen waar medewerkers elkaar in hun werk en functioneren kunnen helpen en ondersteunen. Hoofdthema’s in het onderzoek zijn: samenwerking, prestatiegerichtheid, afspraken nakomen, flexibiliteit en verantwoordelijkheid. Bovendien laten we de medewerkers oordelen over hoe zij arn ervaren als werkgever. Aan de hand van de resultaten uit het onderzoek formuleren we in de loop van 2014
“Om de inhoudelijke groei van arn mogelijk te maken, zetten wij in op de verdere ontwikkeling van onze medewerkers.” Ingrid Niessing Financieel directeur arn
aandachtspunten. Het mto vormt de start om jaarlijks feedback te vragen aan onze medewerkers. Verder willen wij bij arn de diversiteit van de samenleving terug zien in de samenstelling van ons medewerkersbestand. Ons diversiteitsbeleid gaat uit van gelijke kansen voor iedereen. Bij selectie richten we ons op de kwaliteiten, drijfveren en
Loon naar ontwikkeling Als de organisatie zich ontwikkelt, en de medewerkers zich moeten kunnen ontwikkelen, dan dienen wij onszelf daarop goed in te richten. ‘Vanaf 2014 is ons beoordelingsysteem meer gekoppeld aan de doelstellingen op de belangrijke aspecten van ons werkgebied: grondstoffen, duurzaam ondernemen en mobiliteitsbehoefte. De achterliggende gedachte is dat onze medewerkers zo meer waarde toevoegen om als organisatie onze doelen te bereiken. We hebben in 2013 alle bedrijfsprocessen opnieuw in kaart gebracht en het erp-systeem daarop aangepast. Hiermee hebben we de basis gelegd voor het optimaal inzetten van de kwaliteiten van onze medewerkers. De doorlopende ontwikkelingen op het gebied van recyclingvraagstukken en mobiliteitsoplossingen maken dat wij er veel belang aan hechten dat onze medewerkers over de juiste kennis en vaardigheden beschikken. Daarom geven wij hen de ruimte zich optimaal te ontplooien op persoonlijk en professioneel vlak. Dit is in het belang van zowel werknemer, als werkgever. De opleidingsbehoefte wordt tijdens de functionering- en beoordelingsgesprekken geïnventariseerd. In 2013 hebben medewerkers bijvoorbeeld trainingen gevolgd voor (account)management, bhv, bhv timemanagement, projectmanagement en didactische vaardigheden.’
Bijlagen Bijlage 1: Financieel verslag 2013 Bijlage 2: Wagenparkontwikkeling Bijlage 3: Toelichting op proces Bijlage 4: Onafhankelijk assurance-rapport Bijlage 5: gri-index
41
Bijlage 1: Financieel verslag 2013 Voorwoord financieel verslag 2013 Financiën In deze bijlage leggen wij verantwoording af over de fi nanciën van arn. Vanuit het fonds recyclingbijdrage fi nancieren wij onze recyclingactiviteiten voor auto’s. Wij voeren de regie in de recyclingketen van de autodemontagebedrijven tot en met de PST-fabriek. arn Sustainability ontstond 1 januari 2014 door samenvoeging van arn Recycling Services, arn Advisory en IvDM en bekostigt haar activiteiten uit betaalde opdrachten en projecten voor derden. Alle positieve resultaten die daaruit voortvloeien, voegen wij toe aan het fonds en komen zodoende ten gunste aan de organisatie. De beheerbijdrage die wij innen voor autoaccu’s gebruiken wij voor de recycling van deze batterijen. Opdracht Onze opdracht is om zo effectief en efficiënt mogelijk een 95%-recyclingprestatie te bereiken, en op die manier de continuïteit van autorecycling te waarborgen. Om onze wettelijke taak voor de milieuverantwoorde recycling van afgedankte auto’s te kunnen uitvoeren, betaalt de koper van een nieuwe personen- of bestelwagen een recyclingbijdrage. Wij streven niet naar winstmaximalisatie. Een betere recyclingprestatie betekent voor arn een verantwoorde keuze maken tussen economie (kosten), ecologie (CO2 footprint) en recyclingpercentage. Dat leidt uiteindelijk tot een optimale duurzaamheidprestatie.
Markt arn opereert in de autorecyclingketen op de markt van afgedankte auto’s en alles wat daarmee samenhangt. Ook zijn wij actief op de afvalstoffenmarkt. Daar zijn onze activiteiten gericht op het omzetten van restmaterialen in secundaire grondstoffen. arn Sustainability adviseert partijen in de markt met opgedane kennis over de inzet van recyclingtechnologie, ketenmanagement, afvalbeheer en duurzaam ondernemen in de mobiliteitsbranche. Duurzaam beleggen De Stichting Auto & Recycling voert een defensief risicomijdend beleggingsbeleid met een duurzame inslag. In 2013 hebben wij ons Beleggingsstatuut geactualiseerd, met name op het gebied van duurzaam beleggen. In het beleggingsproces zijn de zogenoemde ESG-criteria geïntegreerd. ESG staat voor ecologie (milieu), sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur. Het ESG-beleid is gebaseerd op internationaal geaccepteerde richtlijnen, zoals de un Global Compact en de Principles for Responsible Investment (pri) van de Verenigde Naties. De richtlijnen richten zich op het respecteren van mensenrechten, het respecteren van arbeidsrechten, het tegengaan van corruptie, het beschermen van het milieu inclusief het tegengaan van klimaatverandering, en het respecteren van de normen voor goed ondernemingsbestuur. We hebben twee vermogensbeheerders aangesteld om ons beleggingsbeleid uit te voeren. Zij leggen elk kwartaal verantwoording af aan het Investment Committee van de Stichting Auto & Recycling.
3.1
In de geconsolideerde balans en in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening zijn de cijfers opgenomen van Stichting Auto & Recycling, arn Holding b.v., arn Auto Recycling b.v., arn Recycling b.v., arn Recycling Services b.v. en arn Advisory b.v. De geconsolideerde jaarrekening van arn Holding b.v. is opgesteld op basis van bw 2 Titel 9. De jaarrekening van de Stichting Auto & Recycling is opgesteld op basis van eigen grondslagen. De belangrijkste verschillen met bw 2 Titel 9 is de vorming van het fonds recyclingbijdrage en het niet consolideren van haar groepsmaatschappijen.
42 arn duurzaamheidverslag 2013
3.2 / 3.3
Geconsolideerde balans per 31 december (na resultaatbestemming in euro)
2013
2012
1 Materiele Vaste Activa
33.130.244
37.953.836
2 Financiële Vaste Activa
45.783.780
35.293.946
78.914.024
73.247.782
115.886
70.204
Activa
Totaal 3 Voorraden 4 Vorderingen 5 Liquide Middelen Totaal
Totaal activa
6.255.767
1.534.081
968.770
16.490.084
7.340.423
18.094.369
14.521
14.521
14.521
14.521
75.012.313
81.081.946
1.608.599
11.368
86.254.447
91.342.151
Passiva 6 Eigen vermogen Totaal 7 Fonds Recyclingbijdrage 8 Voorzieningen 9 Langlopende Schulden
11.163
11.073
10 Kortlopende Schulden
9.607.851
10.223.243
86.239.926
91.327.630
Totaal
Totaal passiva
3.6 / 3.10 / 3.11
86.254.447
91.342.151
Toelichting op financieel verslag 2013 1. Materiële vaste activa Materiële vaste activa bestaat uit onder andere uit grond, bedrijfsgebouwen, machines en installaties. arn Auto Recycling b.v. heeft eind 2013 218 drooglegunits (2012: 216) die bij aangesloten autodemontagebedrijven (ADBen) in bruikleen zijn gegeven. 2. Financiële vaste activa Stichting Auto & Recycling heeft het beheer van de beleggingsportefeuille in 2013 ondergebracht bij twee vermogensbeheerders. De gelden worden belegd in zowel obligatie- als aandelenfondsen. De vermogensbeheerders hebben een defensief en duurzaam beleggingsbeleid meegekregen, afgeleid van het beleggingstatuut van de Stichting Auto & Recycling. Hierdoor worden de risico’s die met beleggen samenhangen zoveel tot een minimum
beperkt en wordt duurzaam beleggen gewaarborgd. 3. Voorraden De voorraden bestaan met name uit voorraad shredderafval ten behoeve van de productie van arn Recycling b.v. en voorraad eindfracties. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. 4. Vorderingen De post vorderingen bestaat voornamelijk uit debiteuren, te ontvangen rente en overige vorderingen. 5. Liquide middelen De gelden van Stichting Auto & Recycling, arn Holding b.v. en haar dochterondernemingen zijn
ondergebracht bij kredietwaardige bancaire instellingen. 6. Eigen vermogen Het stichtingskapitaal is gestort door de bestuurders rai, bovag, focwa en stiba. Iedere organisatie heeft een evenredig deel van het kapitaal gestort. 7. Fonds recyclingbijdrage In het fonds worden de jaarlijkse stichtingsresultaten verwerkt. Het jaarlijkse stichtingsresultaat wordt zichtbaar in de staat van baten en lasten onttrokken of toegevoegd aan het fonds recyclingbijdrage. Het fonds dient voor verwachte en onverwachte toekomstige uitgaven. 8. Voorzieningen arn is voor importeurs die deelnemen aan Besluit Beheer Batterijen de verplichting aangegaan om desbetreffende afgedankte (Li Ion) accu’s die aan arn aangeboden worden, in te zamelen en te recyclen. Door de stijgende verkopen van Hybrid Electric Vehicles (hev’s) van importeurs die aangesloten zijn bij arn (in 2013: 10.911 Li Ion accu’s en in 2012: 534 Li Ion accu’s) is de positie aanzienlijk toegenomen in 2013 ten opzichte van 2012. Voor groot onderhoud aan de gebouwen bij arn Recycling b.v. wordt een voorziening opgebouwd op basis van de te verwachten kosten over een looptijd van 15 jaar. 9. Langlopende schulden De aangesloten autodemontagebedrijven hebben een waarborg gestort voor het gebruik van logoborden. Per 31 december 2013 waren er 245 (2012: 248) autodemontage-bedrijven met een aansluitovereenkomst. 10. Kortlopende schulden Kortlopende schulden bestaan voor namelijk uit crediteuren en de post materiaalverplichting autodemontagebedrijven. De post materiaalverplichting autodemontagebedrijven geeft de nog uit te keren demontagevergoeding aan de autodemontagebedrijven en de nog te verwachten kosten voor inzameling en verwerking weer. De verplichting is gekoppeld aan de
43
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening (in euro)
2013
2012
17.149.232
20.939.484
12 Opbrengst beleggingen
2.049.262
3.858.069
13 Overige opbrengsten
5.500.175
2.597.347
110.116
319.593
23.808.785
27.714.493
16.522.649
14.578.234
3.435.766
3.614.247
3.360.379
2.905.231
11 Opbrengst recyclingbijdrage
14 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Totaal Opbrengsten 15 Kostprijs omzet 16 Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten 17 Lonen en salarissen 18 Sociale Lasten en pensioenlasten
777.373
626.954
19 Afschrijving op materiële vaste activa
5.410.128
6.124.362
20 Overige kosten
1.417.891
33.590
43.937
54.951
30.968.123
27.937.569
89.705
-
6.069.633-
223.076-
21 Rentelasten en soortgelijke kosten Totaal bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
22 Belasting over het resultaat Resultaat na Belasting
openstaande materiaalsaldi per bedrijf. Openstaande materiaalsaldi worden veroorzaakt door materialen die zich nog in de voor demontage afgemelde wrakken of aanwezige emballage bevinden, of al wel zijn afgevoerd maar nog niet geclaimd. De materiaalverplichting is berekend op basis van de geldende tarieven van 2013. 11. Opbrengst recyclingbijdrage In totaal is in 2013 voor 461.463 (2012: 549.332) nieuw geregistreerde voertuigen een recyclingbijdrage geïnd. 12. Opbrengst uit beleggingen Stichting Auto & Recycling heeft haar vermogensbeheerders een defensief mandaat gegeven, dat wordt gekenmerkt door met name beleggen in obligaties en aandelen. De opbrengst uit deze beleggingen is in 2013 gedaald door een lager rendement. 13. Overige opbrengsten Overige opbrengsten bestaan voornamelijk uit de in- en verkoop van materialen en het adviseren van derde partijen.
6.159.338-
223.076-
14. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten De rente bestaat voornamelijk uit de rente op spaartegoeden. De daling wordt veroorzaakt doordat in 2013 een groter deel van de liquide middelen is belegd. 15. Kostprijs omzet Door de 245 bij arn aangesloten autodemontagebedrijven zijn in 2013 192.433 (2012: 196.763) wrakken gedemonteerd. Aan deze autodemontagebedrijven zijn demontagevergoedingen uitgekeerd. Daarnaast bestaat de kostprijs omzet uit kosten voor inzameling en verwerking van de arn materialen. Verder bestaat kostprijs omzet uit de productiekosten van arn Recycling b.v. b.v De kostprijs omzet betreft ook de kostprijs van de inkoop, inzameling, huur emballage en opslag van materialen. 16. Kosten en andere externe kosten Kosten en andere externe kosten betreffen onder andere publiciteit huisvesting, kantoor, auto’s en overige bedrijfskosten. Daarnaast bestaat deze post uit projectkosten ten behoeve
van ontwikkelingstrajecten voor de PST fabriek. 17. Lonen en salarissen Het personeelsbestand bestaat uit 69,7 fte (2012: 49,5 fte). De stijging wordt vooral veroorzaakt door het opstarten van de 2e en de 3e shift in de pstfabriek in Tiel. De medewerkers voeren activiteiten uit voor de Stichting, haar deelnemingen en externe partijen. Stichting Auto & Recycling heeft een bestuur met vier bestuurders, arn Holding b.v. heeft een Raad van Commissarissen met vijf leden. 18. Sociale lasten en pensioenlasten Deze post bestaat naast de wettelijk verplichte sociale lasten uit de pensioenlasten. De werknemers nemen vanaf hun indiensttreding deel aan een collectieve pensioenregeling. 19. Afschrijving op materiële vaste activa De afschrijvingen betreffen de afschrijvingen op de droogleginstallaties die arn Auto Recycling b.v. in bruikleen heeft gegeven aan de autodemontagebedrijven alsmede de afschrijvingen op de fabriek van arn Recycling b.v. 20. Overige bedrijfskosten De overige bedrijfskosten betreft de dotatie aan de voorziening voor Besluit Beheer Batterijen. 21. Rentelasten en soortgelijke kosten Betreft met name overige bankkosten en rentelasten. 22. Belastingen over het resultaat De vennootschapsbelasting betreft de tot waardering gebrachte beschikbare voorwaartse verliescompensatie in 2013. De verliezen die voor voorwaartse verliescompensatie in aanmerking komen die niet tot waardering zijn gebracht bedragen 2.620.000 euro (2012: 3.356.000 euro). arn Holding b.v. vormt samen met haar dochtermaatschappijen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
2.8
44 arn duurzaamheidverslag 2013
Bijlage 2: Wagenparkontwikkeling
De leeftijdsopbouw van het wagenpark biedt arn inzicht in het te verwachten aantal autowrakken dat in de komende jaren moet worden opgeruimd. Ruwweg alle auto’s op vier wielen die mogen worden bestuurd met een rijbewijs B en die, inclusief lading, een maximaal gewicht hebben van 3.500 kg vallen onder het Besluit beheer autowrakken. De informatie over de wagenparkontwikkeling in dit verslag gaat dan ook over dit gedeelte van het wagenpark.
In 2013 is in totaal voor 461.463 nieuwe personenauto’s en lichte bedrijfswagens een recyclingbijdrage geïnd.
2013
2012
8,9 miljoen
8,9 miljoen
8,1 miljoen
8 miljoen
0,85 miljoen
0,9 miljoen
Wagenpark w.v. personenwagens w.v. lichte bedrijfswagens Gemiddelde leeftijd wagenpark
9,2 jaar
9 jaar
Aantal nieuwe voertuigen waarvoor
461.463
549.332
Totaal aantal auto’s demontage
232.720
237.207
Demontage via ARN bedrijven
192.433
196.763
recyclingbijdrage is geind
Marktaandeel ARN
82,7%
82,9%
Gemiddelde leeftijd autowrak
17,6 jaar
16,8 jaar
Totaal aantal export
336.417
389.092
Gemiddelde leeftijd exportauto’s
11,9 jaar
11,7 jaar
Wagenpark in Nederland naar leeftijd
2011
2012
Aantal 700.000
600.000
500.000
400.000
300.000
200.000
100.000
0
0 1 2 3 Leeftijd in jaren
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24 ≥25* *Oldtimers
2013
45
Leeftijdsopbouw demontage en export
Export
Demontage
Aantal 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
1 2 3 0 Leeftijd in jaren
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Ontwikkeling demontage en export 1996 - 2013
23
Export
24 ≥25* *Oldtimers
Demontage
Aantal 450.000 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0
1996 Jaren
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
46 arn duurzaamheidverslag 2013
Bijlage 3: Toelichting op proces rondom de totstandkoming van tabel 1 (op pagina 25) In deze bijlage geven we toelichting op het proces rondom de totstandkoming van tabel 1 op pagina 25 in dit verslag. Deze toelichting bevat de opzet van de door arn gehanteerde interne beheersingsprocedures rondom de arn-materialenstroom en de door arn verstrekte vergoedingen aan aangesloten autodemontagebedrijven, inzamelbedrijven en verwerkingsbedrijven. In tabel 1 op pagina 25, meer specifiek de kolommen “Recycling”, “Energieterugwinning” en “Verwijdering”, zijn de hoeveelheden arn-materialen opgenomen die door aangesloten verwerkingsbedrijven van aangesloten inzamelbedrijven ontvangen en geaccepteerd zijn. Deze hoeveelheden zijn gebaseerd op de van aangesloten verwerkingsbedrijven ontvangen rapportages inzake de ontvangen en geaccepteerde hoeveelheden arnmaterialen. De arn-materialen zijn afkomstig uit de demontage van in orad gemelde autowrakken door bij arn aangesloten autodemontagebedrijven. Deze autodemontagebedrijven ontvangen een vergoeding per gedemonteerd materiaal. De in tabel 1 op pagina 25 opgenomen hoeveelheid in de kolom “hergebruik” is tot stand gekomen door voor het aantal gedemonteerde autowrakken aangekomen bij de shredder (183.451), het gemiddelde orad-gewicht (1.031 kg) te verminderen met het gewicht van het gedemonteerde wrak (721 kg) en te verminderen met de voor arn gedemonteerde materialen waarvan de hoeveelheden zijn weergegeven in de kolommen “Recycling”, “Energieterugwinning” en “Verwijdering”. In het kader van de arn-materialenstroom is onder verantwoording van Stichting Auto & Recycling een stelsel van administratieve organisatie en interne beheersingsprocedures opgezet dat dient te waarborgen dat: – de aan aangesloten autodemontagebedrijven, inzamelbedrijven en verwerkingsbedrijven uitgekeerde vergoedingen terecht zijn uitgekeerd; – de door aangesloten autodemontagebedrijven aangeboden materialen worden ingezameld door aangesloten inzamelbedrijven en ter verwerking
worden geaccepteerd door aangesloten verwerkingsbedrijven. Dit stelsel van administratieve organisatie en interne beheersingssystemen bestaat in hoofdzaak uit de volgende onderdelen: 1. Fysieke materiaalhoeveelheden-en kwaliteitscontroles bij aangesloten autodemontagebedrijven a. De autodemontagebedrijven worden gemiddeld 2 maal per jaar bezocht voor een kwaliteitscontrole. b. Afhankelijk van de grootte van het bedrijf worden materiaalhoeveelhedencontroles uitgevoerd. Met uitzondering van elf autodemontagebedrijven heeft arn bij alle autodemontagebedrijven die meer dan vierhonderd autowrakken per jaar afmelden een materiaalhoeveelhedencontrole uitgevoerd. Daarnaast is bij 74 bedrijven die minder dan vierhonderd autowrakken per jaar afmelden een materiaalhoeveelhedencontrole uitgevoerd. In 2013 heeft arn 183 materiaalhoeveelhedencontroles uitgevoerd. Tijdens een materiaalhoeveelhedencontrole worden de voorraden materialen fysiek geteld en vergeleken met de administratieve voorraad, eventuele verschillen worden geanalyseerd en daar waar nodig wordt de administratieve voorraad aangepast. 2. Fysieke hoeveelheids-en kwaliteitscontroles bij aangesloten inzamelbedrijven en verwerkingsbedrijven a. Bij inzamelbedrijven en verwerkingsbedrijven wordt op basis van deelwaarnemingen materialen gecontroleerd op kwaliteit. In 2013 zijn 37 controles uitgevoerd bij inzamelbedrijven en verwerkingsbedrijven. b. Bij verwerkingsbedrijven wordt de trend in de ontwikkeling van de gerealiseerde recyclingpercentages over de afgelopen jaren besproken en de verwachting voor het huidige jaar. c. In januari worden door arn bij alle inzamelbedrijven voorraadtellingen uitgevoerd. Deze telling dient voor een zo zuiver mogelijk beeld van de daadwerkelijk verwerkte hoeveelheden materiaal.
3. Fysieke kwaliteitscontroles bij aangesloten shredderbedrijven a. Verspreid over het jaar worden bij shredderbedrijven de binnenkomende autowrakken op basis van deelwaarnemingen gecontroleerd op demontage van de arn-materialen uit de wrakken. In 2013 zijn 18 fysieke kwaliteitscontroles bij shredderbedrijven uitgevoerd, waarbij van 65 aangesloten autodemontagebedrijven de autowrakken zijn gecontroleerd. 4. Massabalanscontrole a. De aangesloten verwerkingsbedrijven rapporteren aan arn de hoeveelheid verwerkte materialen alsmede de recyclingverklaring. arn bekijkt of de recyclingverklaringen in lijn liggen met de besprekingen tijdens de bezoeken aan verwerkingsbedrijven. b. arn stemt de gerapporteerde arn-materialen door de verwerkingsbedrijven af met de arnmaterialenstroom vanaf de autodemontagebedrijven en de mutatie in de voorraad bij de inzamelbedrijven. kpmg Accountants n.v. heeft het bestaan en de werking van dit stelsel van administratieve organisatie en interne beheersingssystemen gedurende 2013 en de in tabel 1 ingezamelde en ter verwerking geaccepteerde hoeveelheden arn-materialen onderzocht. Voor de rapportage van kpmg Accountants n.v. inzake haar werkzaam heden wordt verwezen naar het onafhankelijk assurance-rapport op pagina 47.
47
Bijlage 4: Onafhankelijk assurance-rapport Aan: het bestuur van Stichting Auto & Recycling Opdracht Het bestuur van Stichting Auto & Recycling heeft ons verzocht een redelijke mate van zekerheid te verschaffen bij het bestaan en de werking van de door de organisatie gehanteerde interne beheersingsprocedures ter zake van de materialenstroom en het verstrekken van vergoedingen, zoals die in opzet zijn beschreven op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013. Tevens heeft het bestuur van Stichting Auto & Recycling ons verzocht een redelijke mate van zekerheid te verschaffen ten aanzien van de in tabel 1 op pagina 25 van het duurzaamheidverslag 2013 opgenomen gegevens inzake ingezamelde en ter verwerking geaccepteerde hoeveelheden materiaal in overeenstemming met de criteria zoals beschreven op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het bestaan en de werking van de interne beheersingsprocedures ter zake van de materialenstroom en het verstrekken van vergoedingen in overeenstemming met de interne beheersingsprocedures zoals deze in opzet beschreven zijn op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013. Het bestuur van de stichting is eveneens verantwoordelijk voor de juistheid van de in tabel 1 op pagina 25 van het duurzaamheidverslag 2013 opgenomen gegevens in overeenstemming met de criteria zoals beschreven op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013. Verantwoordelijkheid van de accountant Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 “Assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische fi nanciële informatie”.
Onze assurance-opdracht is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid ten aanzien van het bestaan en de werking van de interne beheersingsprocedures van Stichting Auto & Recycling gedurende het boekjaar 2013 ter zake van de materialenstroom en het verstrekken van vergoedingen, zoals deze in opzet beschreven zijn op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013. Dit betekent dat wij geen oordeel geven over de toereikendheid van de interne beheersingsmaatregelen. Tevens is onze assurance-opdracht gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid dat de ingezamelde en ter verwerking geaccepteerde hoeveelheden materiaal zoals opgenomen in tabel 1 op pagina 25 van het duurzaamheidverslag 2013 in alle van materieel belang zijnde opzichten juist zijn weergegeven in overeenstemming met de criteria zoals beschreven op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013. De belangrijkste werkzaamheden voor het uitvoeren van onze assuranceopdracht waren: – Het toetsen van het bestaan en de werking van de interne beheersingsmaatregelen ter zake van de materialenstroom en het verstrekken van vergoedingen in overeenstemming met de beschrijving op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013, middels interviews met de functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de materialenstroombeheersing en de verstrekking van vergoedingen en middels deelwaarnemingen gericht op het toetsen van de werking van de procedures aan de beschreven opzet. – Het vaststellen dat de ingezamelde en ter verwerking geaccepteerde hoeveelheden materiaal zoals opgenomen in tabel 1 op pagina 25 van het duurzaamheidverslag 2013 gedurende 2013 in alle van materieel zijnde aspecten juist zijn in overeenstemming met de criteria zoals beschreven op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013 door een combinatie van interviews met de functionarissen die verantwoordelijk zijn voor
de meting en de registratie, het uitvoeren van cijferbeoordelingen, verbandscontroles alsmede rechtstreeks op deze gegevens gerichte detailcontroles. Deze detailcontroles hebben wij uitgevoerd via deelwaarnemingen met behulp van interne en externe informatiebronnen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Wij zijn van oordeel dat de interne beheersingsprocedures ter zake van de materialenstroom en het verstrekken van vergoedingen gedurende het boekjaar 2013 in alle van materieel belang zijnde opzichten heeft bestaan en gewerkt, in overeenstemming met de beschrijving op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013. Tevens zijn wij van oordeel dat de ingezamelde en ter verwerking aangeboden hoeveelheden materiaal zoals opgenomen in tabel 1 op pagina 25 van het duurzaamheidverslag 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten juist zijn weergeven in overeenstemming met de criteria zoals beschreven op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013. Arnhem, 16 mei 2014 kpmg Accountants n.v. E. van Os RA
48 arn duurzaamheidverslag 2013
Bijlage 5: gri-index gri Toepassingsniveau C* Zie ook het Voorwoord op p. 4/5. Standaardverantwoordingen deel I: profiel van de organisatie nr.
verantwoording
rapportage- vindplaats van de verantwoording niveau
1.1
Een verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde van de organisatie
C
p. 4/5, Voorwoord door de algemeen directeur
2.1
Naam van de organisatie
C
p. 7, Colofon
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten
C
p. 37, Profiel van arn
2.3
Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en samenwerkingsverbanden
C
p. 36, Organigram
2.4
Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie
C
achterzijde omslag
2.5
Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen van landen met ofwel grootschalige activiteiten, ofwel met specifieke relevantie voor de duurzaamheidskwesties die in het verslag aan de orde komen
C
Niet relevant
2.6
Eigendomsstructuur en de rechtsvorm
C
p. 36, Organigram
2.7
Afzetmarkten (geografische verdeling, segmenten die worden bediend en soorten klanten/begunstigden)
C
p. 37, Profiel van arn
2.8
Omvang van de verslaggevende organisatie
C
p. 43, §17: Lonen en salarissen
2.9
Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of eigendom
C
p. 36, Samenwerking met IvDM
2.10
Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend
C
Nog niet opgenomen in dit verslag
3.1
Verslagperiode (bijvoorbeeld fiscaal jaar of kalenderjaar) waarop de verstrekte informatie betrekking heeft
C
p. 41, Bijlage 1: Financieel verslag 2013
3.2
Datum van het meest recente verslag (indien van toepassing)
C
p. 42, Geconsolideerde balans
3.3
Verslaggevingcyclus
C
p. 42, Geconsolideerde balans
3.4
Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan
C
p. 7, Colofon
3.5
Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag
C
p. 37, Business Control Framework en Convenant Horizontaal Toezicht
3.6
Afbakening van het verslag
C
p. 42/43, Toelichting financieel verslag 2013
3.7
Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte of afbakening van het verslag
C
Nog niet opgenomen in dit verslag
3.8
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten die de vergelijkbaarheid tussen verschillende verslagperioden of verslaggevende organisaties aanzienlijk beïnvloeden
C
Nog niet opgenomen in dit verslag
* Op dit moment is arn niet volledig in staat, om volgens gri-richtlijnen op niveau C te rapporteren. De implementatie van gri-gerelateerde rapportagemethodieken en het betrekken van stakeholders teneinde de juiste prestatie-indicatoren te definiëren, worden in 2014 ter hand genomen. Voor dit moment wordt gerapporteerd waar gerapporteerd kan worden. In die zin is dit verslag te lezen als een voortgangsverslag op het punt van gri-implementatie.
49
* Doordat nog niet met stakeholders is gesproken over de relevante kpi’s voor arn, is hier nog niet volgens gri-norm te rapporteren. arn heeft er daarom voor gekozen, zelf drie kpi’s te selecteren die relevant zijn voor de strategische ontwikkeling van arn, en daarover op strategisch niveau te rapporteren. Op die manier wil arn de intenties op het vlak van duurzaamheid verhelderen en een vooruitblik geven op de volledig gri-gebaseerde rapportage die de organisatie over 2014 zal geven.
Met verantwoord recyclen bouwen we aan onze branche
Recycling van brom- en snorfietsen voortaan goed geregeld! Koop je een brom- of snorfiets, dan betaal je als consument sinds maart 2013 een recyclingbijdrage van 10 euro. Met deze bijdrage zorgt Scooter Recycling
Nederland (SRN) voor milieuverantwoorde recycling van de afgedankte brom- en snorfietsen in Nederland. SRN is een initiatief van RAI Vereniging en BOVAG.
2.4
arn Holding De Entree 258 1101 ee Amsterdam Zuidoost Postbus 12252 1100 ag Amsterdam Zuidoost T (020) 6613181 F (020) 6613191 E
[email protected]