Architectuur is een tweestromenland Bas van der Raadt, Jasper Soetendal, Michiel Perdeck, Hans van Vliet 1 Eind 2002 bezochten studenten informatica en bedrijfsinformatica van de Vrije Universiteit een aantal managers en architecten in verschillende organisaties. In totaal werden 41 personen uit 27 bedrijven bezocht. Aan de hand van een door de studenten zelf opgestelde vragenlijst werd geprobeerd een antwoord te verkrijgen op de vraag: “Wat is de stand van zaken rond architectuur in Nederland?” De informatie uit deze interviews geeft een unieke kijk op architectuur in Nederland, welke wij in dit artikel aan de hand van het door ons ontwikkelde Architecture Alignment Model presenteren.
Werkwijze Na enkele (gast)colleges over architectuur en een interviewtraining hebben de studenten in koppels van twee semi-gestructureerde interviews gehouden met managers en architecten van bedrijven in o.a. de overheidssector, ICT-dienstverlening, bankwezen en industrie. Zowel leveranciers als gebruikers van architectuur kwamen aan het woord. Op basis van de uitgewerkte interviews zijn de bedrijven geplaatst in het Architecture Alignment Model. Vervolgens is een analyse gemaakt van de onderwerpen die in de interviews aan bod kwamen. Er is gekeken welke onderwerpen veel besproken werden, en door wie. Op deze manier kunnen verschillende groeipaden naar 'effectieve architectuur' onderscheiden worden, elk met hun eigen kenmerken, aspecten en kritieke succesfactoren.
Architecture Alignment Model Het feit dat interviews zijn gehouden bij veel verschillende bedrijven, maakt het mogelijk de resultaten te visualiseren in een model. In een dergelijk model moet in één oogopslag duidelijk zijn in hoeverre gebruik gemaakt wordt van architectuur binnen een bepaald bedrijf, en hoe zich dat verhoudt tot architectuuractiviteiten van andere bedrijven in Nederland. De ons bekende hulpmiddelen daarvoor schieten echter tekort. In de literatuur worden diverse modellen beschreven waarin het niveau van architectuurdenken afgezet wordt tegen de inbedding van architectuur binnen de organisatie [3]. Alhoewel dit twee zeer belangrijke aspecten zijn, bleek uit de interviews dat met deze tweedeling een belangrijke factor over het hoofd wordt gezien. Het is namelijk van groot belang waar in het bedrijf de oorsprong van het architectuurdenken ligt: bij het businessmanagement dan wel de ICT-afdeling. Een architectuurstart vanuit de businesskant heeft heel andere kenmerken en succesfactoren dan een start vanuit de ICT-afdeling. Een dergelijk onderscheid dient in de visualisatie duidelijk naar voren te komen, hetgeen we hebben gerealiseerd in ons Architecture Alignment Model. Dit model richt zich mede op het visualiseren van de alignment tussen Business en ICT; de afstemming van de informatievoorziening op de informatiebehoeften van een bedrijf.
1
Bas van der Raadt en Jasper Soetendal studeren Bedrijfsinformatica aan de Vrije Universiteit. Michiel Perdeck is senior IT Architect bij LogicaCMG in Amstelveen. Hans van Vliet is hoogleraar Software Engineering aan de Vrije Universiteit.
Business Business oorsprong
Ivoren Toren
Springplank
Effectief
Springplank
Effectief
ICT oorsprong
Ivoren Toren
Alignment
ICT
Niveau Architectuurdenken
Figuur 1: Architecture Alignment Model In het Architecture Alignment Model (zie figuur 1) wordt het niveau van architectuurdenken op de horizontale as afgezet tegen alignment ofwel organisatorische inbedding op de verticale as. Bijzonder aspect aan deze verticale as is dat het optimum, volledige alignment, in het midden geplaatst is. Bij bedrijven die boven het midden zijn gepositioneerd wordt de architectuur vooral door de business gedragen, terwijl bij bedrijven onder het midden de drijvende kracht van architectuur vooral vanuit de ICT-afdeling komt. Het optimale punt in deze grafiek is dan ook de rechterpunt van de grijze driehoek; op dit punt wordt een hoog niveau van architectuurdenken gecombineerd met volledige inbedding van architectuur in de organisatie. De driehoek in het model geeft het gebied aan waarbinnen zich de meeste bedrijven bevinden en dat een soort natuurlijk groeipad lijkt voor te stellen. Immers, wanneer men start met het nadenken over architectuur is het onvermijdelijk dat dit in eerste instantie gebeurt vanuit óf de business óf de ICT-afdeling. Alignment is op dat moment nog niet aan de orde. Maar hoe verder men vordert met het niveau van architectuurdenken, hoe belangrijker het is dat het architectuurdenken ook daadwerkelijk ingebed wordt in de organisatie. Het Architecture Alignment Model is verdeeld in 6 vakken. Linksonder 'ICT-oorsprong', linksboven 'Business-oorsprong' met daartussenin de 'springplank'. Uit ons onderzoek bleek dat geen enkel bedrijf gestart is vanuit de ‘springplank'. In dit gebied is dan ook geen sprake van 'starters', maar juist van 'doorstromers' vanuit 'ICT-oorsprong' of 'Business-oorsprong'. Aan de rechterkant vinden we in het midden 'Effectief', het optimale gebied binnen ons model. De gebieden rechtsboven en rechtsonder zijn de 'Ivoren Torens', waar sprake is van een hoog niveau van architectuurdenken, maar waar niet of nauwelijks sprake is van organisatorische inbedding.
Business
Alignment
ICT
Niveau Architectuurdenken
Figuur2: Architectuur in Nederland2
Alle geïnterviewde bedrijven zijn aan de hand van de interviews geplaatst in dit model (zie figuur 2). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen bedrijven die advies geven op het gebied van architectuur (de leveranciers) en bedrijven die architectuur gebruiken. De gebruikers zijn in het model geplaatst op basis van hun huidige situatie, een zwarte stip in het model, uitgebreid met de beweging waarin zij zich op dit moment ontwikkelen, aangegeven met een pijl. Een bedrijf met een pijl in de richting van de middelste horizontale lijn is actief bezig met het verkrijgen van alignment binnen de organisatie, terwijl een pijl naar rechts juist aangeeft dat er geen aandacht aan alignment wordt besteed. (Let wel dat het model geen uitspraak doet over de snelheid waarmee deze ontwikkeling plaatsvindt.) Leveranciers zijn in dit model geplaatst op basis van wat zij prediken, wat het doel is dat zij trachten te bereiken voor hun klanten. Vandaar dat dit gerepresenteerd is met een 'doel', een blauw-wit-rood gestreept cirkeltje. Bij veel bedrijven is meer dan één interview afgenomen, met personen in soms heel verschillende afdelingen. Soms zien we dan dat er sprake is van 'architectuurvorming' vanaf twee kanten binnen dat bedrijf. Architectuur wordt in dat geval zowel door de business als op de ICTafdeling gebruikt, maar nog zonder de optimale afstemming. Dit is gerepresenteerd door twee stippen te plaatsen, en deze te verbinden met een stippellijn. Er vallen twee dingen direct op in figuur 2: de twee 'stromen' van gebruikers, en de tweedeling tussen gebruikers en leveranciers. De twee stromen van gebruikers zijn de 'business-stroom' en de 'ICT-stroom', startend vanuit de beide linkerhoeken. Het optimale midden is op verschillende manieren te bereiken: de moeizame weg via een van de Ivoren Torens of de relatief eenvoudiger weg via de springplank. De struikelblokken die men onderweg tegenkomt zijn specifiek voor de weg waarlangs dit optimum bereikt wordt. In eerste instantie lijkt het dat de leveranciers ver voor hun klanten uitlopen. Dit is slechts gedeeltelijk waar en behoeft nuancering. Enerzijds is een goede alignment minstens zo belangrijk als een hoog niveau van architectuurdenken, en we zien in figuur 2 op de verticale schaal dat niet alle leveranciers voorlopen op alle gebruikers. Anderzijds wordt voor de leveranciers afgebeeld wat zij prediken. Een ideaal prediken is eenvoudiger dan het uitvoeren. 2
De plaatsing van bedrijven in dit model is gedaan op basis van onze analyse van de verslagen van de interviews, en alhoewel er bij veel van de bedrijven met meerdere personen gesproken is, willen we niet pretenderen dat elk bedrijf exact op de juiste plaats staat. Opvallend is wel dat twee van ons onafhankelijk van elkaar op vrijwel dezelfde figuur uitkwamen.
Leveranciers kunnen vrijuit filosoferen over hoe architectuur toe te passen, zonder direct geconfronteerd te worden met alledaagse problemen, zoals het beschikbare budget, de bestaande machtsstructuur, enzovoort, welke van grote invloed kunnen zijn op het daadwerkelijk realiseren van een architectuur. Er is een verschil tussen het kennen van de weg, en het bewandelen van die weg.
Kenmerken van architectuur Architectuur is een omvangrijk onderwerp; er is veel discussie over de precieze definitie en reikwijdte van dit begrip, zoals is gebleken uit de afgenomen interviews. We doen daarom geen poging tot het geven van een definitie. We richten ons op het beschrijven van de belangrijkste kenmerken die naar voren zijn gekomen in de interviews. We geven dus een beschrijving van het begrip architectuur zoals dat binnen het Nederlandse bedrijfsleven in de praktijk ervaren wordt. In grote lijnen heeft architectuur drie hoofdkenmerken; het is: 1. 2. 3.
een abstractiemiddel, een communicatiemiddel en een managementinstrument.
De Gefundeerde Methode De kenmerken van architectuur zijn, net als de hierna te behandelen succesfactoren, bepaald met behulp van de “Gefundeerde Methode” (Grounded Theory) [1]. Bij de deze methode wordt niet uitgegaan van een tevoren bepaald model. In plaats daarvan wordt het materiaal – in ons geval de uitgewerkte teksten van de interviews – doorzocht op zoek naar daarin voorkomende concepten. Wanneer bijvoorbeeld in het ene interview staat “Architectuur is als een bestemmingsplan”, en in een ander interview “Een goede architectuur weerspiegelt de structuur van de organisatie”, gaat het in beide gevallen over een kenmerk dat we met “globaal beeld van de business” kunnen benoemen. In dezelfde, of andere, interviews komen ook zinsneden voor als “Architectuur beschrijft de samenhang tussen componenten”, wat we als “globaal beeld van de ICT” kunnen benoemen. Beide zijn weer voorbeelden van wat we uiteindelijk “abstractie” hebben genoemd. In een iteratief proces zijn zo de belangrijkste voorkomende kenmerken bepaald. Deze kenmerken komen dus niet uit een of andere theorie over wat architectuur is of zou moeten zijn, maar borrelen als het ware naar boven uit de reeks interviewverslagen.
Abstractiemiddel Grote bedrijven met een intensief gebruik van informatiesystemen hebben moeite zich een overzichtelijk beeld te vormen van hun complexe interne en externe situatie. Als abstractiemiddel werkt architectuur mee aan het structureren van deze situatie van een bedrijf, door haar weer te geven in beschrijvingen en/of modellen. Door de zo bereikte reductie in complexiteit, is het mogelijk de bedrijfsonderdelen en bijbehorende informatiesystemen beter op elkaar te doen aansluiten en met elkaar te laten samenwerken. Zoals een van de geïnterviewden het uitdrukt: “Architectuur gaat dus over het eenvoudig maken, fundamenteel simpeler dan wij op dit moment in staat zijn.” Architectuur richt zich op het abstraheren van drie aspecten: 1. 2. 3.
de bedrijfssituatie (Business architectuur) de informatiesystemen die deze dienen te ondersteunen (IT architectuur) en de afstemming hiertussen (Alignment).
Communicatiemiddel Uit de interviews blijkt dat alignment van bedrijfsvoering en ICT een belangrijk onderwerp is voor het succesvol gebruik van informatietechnologie voor bedrijfsdoeleinden. Deze alignment is erg afhankelijk van de mate waarin verschillende partijen, met name technici en bedrijfskundigen, met elkaar kunnen communiceren, zodat zij hun ideeën, wensen en eisen op elkaar kunnen afstemmen. Architectuur bevordert deze communicatie en speelt daarom een belangrijke rol in alignment. Met behulp van architectuurmodellen en -beschrijvingen kan makkelijker gecommuniceerd worden tussen partijen en kunnen makkelijker afspraken gemaakt worden voor het ontwikkelen van informatiesystemen. “Als communicatiemiddel zorgen de verschillende
architectuurmodellen voor een gemeenschappelijk referentiekader. Ook gebruikt iedereen dezelfde woorden en definities.”, aldus een geïnterviewde. Hierdoor heeft iedereen duidelijkheid over wat er moet gebeuren en wat er verwacht kan worden van het uiteindelijke resultaat. Niemand komt dus meer voor verrassingen te staan. Managementinstrument Vaak ontbreekt het bij een bedrijf aan een gezamenlijk richtpunt om te komen tot een gewenste situatie van de informatievoorziening. Architectuur biedt dit gezamenlijke richtpunt. Het is echter wel van belang dat iedereen zich houdt aan deze architectuur. De uitvoering vereist een duidelijke controle en planning. Architectuur zorgt hiervoor door het geven van een planning voor het uitvoeren van IT-projecten. Ook voorziet architectuur in controlemethoden om erop toe te zien dat de uitvoering verloopt zoals van tevoren is vastgelegd. Dit blijkt in praktijk niet altijd even makkelijk: “De projecten hebben allemaal de neiging om snel te implementeren en hun resultaat te halen, waardoor het gemeenschappelijke totaalplaatje van de architectuur uit het oog wordt verloren.” Het ontwikkelproces van software systemen verloopt in praktijk vaak niet erg gestructureerd en efficiënt. Er ontstaan veel problemen. Daarom is er behoefte aan houvast en structuur, maar ook aan hergebruik van kennis. Architectuurregels en -richtlijnen geven structuur en houvast. Beheer van architectuurkennis maakt het mogelijk kennis te hergebruiken. Op deze manier werkt architectuur ook mee aan het verbeteren en structureren van het ontwikkelproces. Opvallende punten in de interviews Er is in de interviews verwarring over de vraag of architectuur nou beschrijvend of voorschrijvend moet werken. Zijn het regels en richtlijnen die aangeven hoe iets moet worden ontwikkeld, of is het een beschrijving van wat er moet worden ontwikkeld? Een andere opvallende constatering uit de interviews is dat het op één lijn brengen van business en IT als een belangrijk onderwerp wordt gezien; de manier waarop deze “alignment” echter ingevuld en gerealiseerd dient te worden, is niet duidelijk voor het overgrote deel van de geïnterviewden.
Kritieke succesfactoren Het invoeren van architectuur binnen een organisatie is een langdurig en intensief proces. Het is te vergelijken met een triatlon; het is een slijtageslag met meerdere disciplines en vele obstakels, waarbij niet iedereen de finish haalt. De grootste voordelen van architectuur zijn te behalen op lange termijn. De grootste kosten en nadelen worden ondervonden op korte termijn. Daarom is het van belang dat, als eenmaal besloten wordt architectuur in te zetten als middel, de finish ook bereikt wordt. Tijdens ons onderzoek hebben we gekeken naar de factoren die, volgens de geïnterviewden, de grootste invloed hebben op het succesvol invoeren van architectuur binnen een organisatie. De drie belangrijkste door ons gevonden kritieke succesfactoren zijn: 1. 2. 3.
de acceptatie van architectuur, de beschikbaarheid van capabele architectuurmiddelen, en de juiste omgang met architectuur.
Acceptatie van architectuur Het invoeren van architectuur brengt veel organisatorische veranderingen met zich mee. Bijna alle medewerkers van een organisatie zijn afhankelijk van deze veranderingen. De volledige acceptatie van deze veranderingen binnen een organisatie is van groot belang voor het succesvol gebruiken van architectuur. Uit de interviews blijkt dat dit geen gemakkelijke opgave is: “Wel erg belangrijk is dat de medewerkers wel moeten wennen aan de nieuwe manier van werken, maar ook aan de nieuwe manier van denken. Bijvoorbeeld een monteur die opeens ook dingen in moet gaan voeren via een computer. Deze monteur zit hier vaak niet op te wachten en dat kan dus wel wat aanpassingsvermogen vergen.”
Capabele architectuurmiddelen De bruikbaarheid van hulpmiddelen bepaalt vaak het resultaat dat bereikt wordt, zo ook bij het opstellen van een architectuur. Meer dan de methode hebben de architecten zelf een grote invloed op de kwaliteit van architectuur; zij stellen deze immers op. Zoals een geïnterviewde aangeeft: “De methode alleen is niet zaligmakend, de mensen die de methode gebruiken zijn belangrijker.” Toch is het van belang dat ook het gereedschap van een architect goed is. Architectuurmethoden en -technieken moeten bijvoorbeeld goed aansluiten op de specifieke wensen en situatie van het bedrijf waarvoor de architect een architectuur moet opstellen. Ook moeten methoden en technieken niet beperkend werken, maar ruimte geven voor creativiteit. Voor het slagen van architectuur als communicatiemiddel, dienen de beschrijvingen en modellen die een architect opstelt goed te begrijpen en eenduidig interpreteerbaar te zijn voor àlle belanghebbenden. Ook dienen ze niet te abstract te zijn en goed vertaald te kunnen worden naar de praktijksituatie. Anders bestaat de kans dat niemand gebruik maakt van de architectuur, behalve de architecten zelf. “Vaak stopt het bij een plaatje en wordt deze niet ingevuld, maar het is juist de invulling ervan waar het om gaat.”, aldus een geïnterviewde. Omgang met architectuur Architectuur is een middel. Een middel kan altijd verkeerd worden gebruikt, zodat het gewenste doel niet bereikt wordt. Daarom is het van groot belang dat goed wordt omgegaan met architectuur. Vaak wordt architectuur een doel op zich, omdat men helemaal opgaat in het uitzoeken van de beste architectuurmethoden en –technieken (een typische ivoren-toren situatie). Hierdoor wordt de inhoud vergeten en wordt architectuur niet meer gezien als een middel. Het is ook belangrijk dat architecten de juiste bevoegdheden hebben. Ze moeten de veranderingen die architectuur teweegbrengt, kunnen doorvoeren of hier in ieder geval inspraak in hebben. Zoals een geïnterviewde aangeeft is dit lang niet altijd het geval: “Architecten hebben geen recht om de bedrijfsprocessen te wijzigen. Dit aspect ligt nogal gevoelig. Geen manager of directeur wil zich laten vertellen hoe die zijn werk moet doen, vooral als die al 30 jaar in het vak zit en het op zijn manier wil doen.” Ook dienen architecten die de kwaliteit moeten bewaken, niet ondergeschikt te zijn aan managers die de kosten en tijd moeten bewaken. De kwaliteit die architectuur moet kunnen garanderen, kan niet bereikt worden als de kosten en planning vastliggen en belangrijker zijn. Opvallende punten in de interviews De factoren voor het verkrijgen van architectuuracceptatie die werden vermeld in de interviews, vertonen veel overeenkomst met de acht fasen van verandermanagement van Kotter [1]. In de meeste interviews echter worden maar een paar van de fasen vermeld, en bijna nooit alle acht. Eveneens valt op dat er enorm veel verschillende aspecten worden genoemd over de juiste omgang met architectuur. Ondanks deze verscheidenheid aan ideeën is iedereen het in grote lijnen wel met elkaar eens. Het belangrijkste is dat architectuur gericht wordt op samenwerking, eenvoud en kwaliteit. Een architectuur moet inspelen op en aanpasbaar zijn aan de veranderingen in de omgeving van een bedrijf. Maar architectuur moet vooral op lange termijn worden ingezet, anders zal het gewenste resultaat nooit bereikt worden.
Analyse van kenmerken Aan de hand van een analyse van alle uitspraken, hebben we voor de drie groepen uit het Architecture Alignment Model bekeken op welke kenmerken van architectuur de nadruk lag tijdens de interviews. Opvallend is dat de architectuurleveranciers een grote nadruk leggen op architectuur als abstractiemiddel. Architectuur als communicatiemiddel en als managementinstrument krijgen veel minder aandacht van de leveranciers. Terwijl voor beide gebruikersgroepen juist geldt dat architectuur als managementinstrument de meeste aandacht krijgt, met architectuur als abstractiemiddel op een goede tweede plaats. De aandachtsverdeling van de leveranciers wijkt dus af van die van de gebruikers. Vooral het belang van architectuur als managementinstrument wordt door de leveranciers relatief laag
ingeschat. Dit belang blijkt bij bedrijven, waar de oorsprong van architectuurdenken bij het businessmanagment ligt (business-oorsprong), vooral uit de aandacht voor sturing en controle. Bedrijven waar het architectuurdenken vanuit de ICT-afdeling is onstaan (ICT-oorsprong), betrekken architectuur voornamelijk bij het managen van het ontwikkelproces. Architectuur als abstractiemiddel – het belangrijkste aandachtspunt van de leveranciers – wordt door de twee gebruikersgroepen op een verschillende manier ingevuld. De bedrijven met een business-oorsprong leggen de nadruk op abstractie van de ‘businesskant’, de bedrijfssituatie, en de bedrijven met een ICT-oorsprong op de ‘ICT-kant’, de informatiesystemen en applicaties. Leveranciers besteden ruim aandacht aan beide ‘kanten’, en ondersteunen daarmee de vraag van de gebruikers. Architectuur als communicatiemiddel lijkt het ondergeschoven kindje. Vooral door de gebruikers met een architectuurstart vanuit de business wordt niet of nauwelijks aandacht besteed aan de mogelijkheden van architectuur als communicatiemiddel. Ook bij de bedrijven met een ICToorsprong en de leveranciers bestaat weliswaar het besef van architectuur als communicatiemiddel, maar wordt dit niet gezien als de belangrijkste eigenschap. Architectuur als communicatiemiddel is echter essentieel voor het realiseren van alignment in de organisatie. Het is daarom des te opvallender dat er weinig aandacht voor dit kenmerk van architectuur blijkt uit de interviews.
Analyse van de kritieke succesfactoren Ook voor de kritieke succesfactoren hebben we een dergelijke analyse van aandachtspunten uitgevoerd. Hierbij valt op dat architectuurleveranciers en gebruikers met een ICT-oorsprong veel overeenkomsten vertonen, terwijl bedrijven met een start vanuit de business afwijken van die twee groepen. Bedrijven met een business-oorsprong leggen met name de nadruk op de acceptatie van veranderingen binnen de organisatie door het gebruik van architectuur. Een verklaring hiervoor kan zijn dat beslissingen van bovenaf, vanuit het businessmanagement, voor mensen op de werkvloer vaak erg abstract zijn en het achterliggende doel vaak onduidelijk is. Beslissingen en veranderingen worden om die reden vaak niet geaccepteerd binnen een organisatie; het businessmanagement ondervindt hierdoor weerstand tegen haar beleid. Architectuurleveranciers en bedrijven met een ICT-oorsprong vermelden meer over het beschikken over goede architectuurmiddelen en een goede omgang met architectuur. Dit komt wellicht omdat zij architectuur, in tegenstelling tot bedrijven met een business-oorsprong, met name benaderen vanuit een ICT-perspectief. Ze zijn verantwoordelijk voor het opstellen van een architectuur en vinden daarom de kwaliteit en goede toepassing van een architectuur erg belangrijk. Bedrijven met een business-oorsprong wijken af door het geringe aantal keren dat de behoefte aan goede architecten wordt genoemd. Zij hechten meer belang aan de resultaten die architectuur oplevert. Zij willen er echter zeker van zijn dat hun ideeën en beslissingen goed vastgelegd worden in de architectuur en willen om die reden de architectuurbeschrijvingen en modellen kunnen begrijpen. Architectuurleveranciers en bedrijven met een ICT-oorsprong hechten juist wel veel waarde aan architectuurmethoden en –technieken en goede architecten; zij zijn immers verantwoordelijk voor het opstellen van een architectuur. De meeste vermeldingen in de interviews over het belang van acceptatie van veranderingen door architectuur kwamen voor bij bedrijven met een oorsprong vanuit de business. Onder andere het aangeven van de urgentie van architectuur wordt vermeld, maar vooral het zichtbaar maken van positieve resultaten is van groot belang. Het businessmanagement wil kunnen zien dat architectuur resultaten oplevert, maar tegelijkertijd willen ze deze resultaten ook gebruiken om de rest van de organisatie ervan te overtuigen dat architectuur werkt. Zo kan draagvlak worden gecreëerd bij de werknemers van de organisatie. Het zichtbaar maken van resultaten blijkt in praktijk echter geen gemakkelijke opgave te zijn: “Een probleem met het opstellen van criteria is dat ze niet altijd meetbaar gemaakt kunnen worden.”
Architectuurleveranciers wijken op het gebied van acceptatie met name af door minder vaak te vermelden dat er een leidende coalitie gevormd moet worden om veranderingen door te kunnen voeren. Wel leggen leveranciers meer nadruk op het opstellen en communiceren van een architectuurvisie en –strategie. Dat is niet zo gek, want op dat gebied proberen de verschillende architectuurleveranciers zich juist te onderscheiden van hun concurrentie. Het rekening houden met bestaande en toekomstige informatiesystemen is belangrijk voor leveranciers en bedrijven met een ICT-oorsprong. Dat is mogelijk te verklaren door hun verantwoordelijkheid voor de inrichting van de informatievoorziening. Zij vinden het om die reden ook belangrijk dat de kwaliteit van architectuur en de informatievoorziening niet ondergeschikt is aan planning en budget. “Een taak van de architect is het belang van kwaliteit verdedigen. Een projectleider is verantwoordelijk voor de driehoek kwaliteit, budget en tijd. Als hij in de knel komt, kiest hij niet voor kwaliteit, maar voor tijd en budget.”, aldus een architectuurleverancier.
Conclusie Architectuur is een tweestromenland. Of de oorsprong van architectuurdenken ligt bij het businessmanagement of bij de ICT-afdeling maakt een wereld van verschil. De leveranciers lijken, ten opzichte van de beide groepen ‘gebruikers’, voor de kudde uit te lopen. De belangrijkste genoemde kenmerken van en succesfactoren voor architectuur verschillen voor deze drie groepen op interessante punten van elkaar. Met het trekken van harde conclusies uit ons onderzoek moeten we voorzichtig zijn. De interviews zijn afgenomen door heel verschillende studenten. Doel van deze interviews was om antwoord te krijgen op de vraag: “Wat is de stand van zaken rond architectuur in Nederland?”, niet om het hier besproken model te toetsen. Naast het gebruik voor de visualisatie van de resultaten van ons onderzoek, is het Architecture Alignment Model vooral ook geschikt als hulpmiddel bij architectuur assessments. Door verschillende belanghebbenden binnen een bedrijf de huidige architectuursituatie in het model onafhankelijk van elkaar te laten positioneren, ontstaat er een goed beeld van de interne verschillen en overeenkomsten. Door deze posities te vergelijken met de kenmerken en succesfactoren die op dat punt extra van belang zijn kan bovendien een inventarisatie gemaakt worden van de te ondernemen stappen om zowel alignment als het niveau van architectuurdenken te verhogen. Zo gebruikt is het Architecture Alignment Model een eenvoudig, doch krachtig hulpmiddel bij architectuurprocessen binnen organisaties. Referenties [1] B. Dick, Grounded theory: a thumbnail sketch, 2002, (webdocument) www.scu.edu.au/schools/gcm/ar/arp/grounded.html [2] J.P. Kotter, Leiderschap bij Verandering, 1997, Academic Service [3] Wagter e.a., DYA, Snelheid en samenhang in business en ICT-architectuur