Architectuur Informatievoorziening Zorg en Ondersteuning 2015 Publieksversie van de architectuurdocumentatie, opgesteld in het kader van de hervorming van de langdurige zorg
26-02-2015 Govert Claus Versie 01.0 (definitief)
Inhoudsopgave Inleiding ........................................................................................................... 3 Scope ............................................................................................................ 3 Opbouw architectuur ....................................................................................... 4 Deel 1 - Kaders, uitgangspunten, standaarden en richtlijnen ................................... 5 Klantperspectief .............................................................................................. 6 Ketenperspectief ............................................................................................. 6 Gegevensperspectief ....................................................................................... 7 Privacy en beveiliging ...................................................................................... 9 Deel 2 – Generiek ontwerp ................................................................................ 10 Algemene werking ........................................................................................ 10 Ketenprocessen en diensten ........................................................................... 11 Informatie ................................................................................................... 13 Berichtenverkeer en knooppunten ................................................................... 14 Generieke voorzieningen ................................................................................ 15 Deel 3 – Doelarchitecturen en Project Start Architecturen ..................................... 17 Het indicatieregister ...................................................................................... 17 PGB trekkingsrechten .................................................................................... 17 De knooppunten ........................................................................................... 18 De informatie-uitwisseling tussen (zorg)aanbieders en gemeenten ...................... 19
2
Inleiding De langdurige zorg heeft een grote hervorming ondergaan, die op 1 januari 2015 van kracht werd bij het ingaan van de nieuwe Wmo- en Wlz-wetten. De uitvoering van deze wetten raakt de informatievoorziening van elke organisatie in het domein. Om ervoor te zorgen dat alle aanpassingen die hiervoor nodig zijn, in lijn zijn met elkaar, en leiden tot de informatievoorziening die we voor ogen hebben, is er behoefte aan een overkoepelend beeld van de totale informatievoorziening. Dit overkoepelende beeld is vastgelegd in de IZO architectuur 20151: de verzameling afspraken over de te gebruiken standaarden, richtlijnen, te delen gegevens en andere aspecten om een optimale samenwerking mogelijk te maken. Bij de uitwerking van deze architectuur, is het Toekomstbeeld IZO 20162 steeds voor ogen gehouden. Hierin is een visie op de ideale informatievoorziening in het domein van zorg en ondersteuning geschetst. Het is de stip aan de horizon voor de samenwerkende ketenpartners. De opgestelde architectuur is in 2014 vastgesteld in de stuurgroep i-HLZ, waarin bestuurders van de betrokken organisaties vertegenwoordigd waren. De documentatie is behoorlijk technisch en gedetailleerd, wat nodig is om dubbelzinnigheden en vergissingen te voorkomen. In dit stuk wordt de architectuur samengevat, waarbij zo weinig mogelijk jargon gebruikt wordt. Dat betekent dat dit stuk niet volledig is, en mogelijk vragen onbeantwoord laat. In die gevallen moet de originele architectuur (waar telkens naar gerefereerd wordt) geraadpleegd worden.
Scope De architectuur heeft een beperkte scope. Deze beperkt zich tot de langdurige zorg, en daarbinnen tot de informatievoorziening van administratieve processen. In de bedrijfsfunctiemodellen van de verschillende ketens3 is uitgewerkt welke bedrijfsfuncties hieronder gerekend worden. Binnen deze processen richt de architectuur zich enkel op de uitwisseling van gegevens tussen ketenpartijen via generieke voorzieningen. Er wordt juist ruimte gegeven aan eigen invulling van de organisatie specifieke informatievoorziening. Deze wordt telkens als black box benaderd, waarbij enkel de koppelvlakken beschreven worden. De architectuur richt zich op de situatie die op 1 januari 2015 nodig is om de nieuwe wetgeving uit te kunnen voeren. Wenselijk is om een informatievoorziening te ontwikkelen die toekomstvast is. Waar het niet mogelijk is om direct de ideale oplossing vast te stellen of in te richten, wordt dit in de architectuur benoemd. Dan wordt een tijdelijke oplossing beschreven, met de kanttekening dat dit nodig is om per 1 januari 2015 problemen te voorkomen, maar dat op termijn een betere oplossing overwogen moet worden.
1
http://platform-izo.nl/site/wp-content/uploads/2014/06/IZO-architectuur-Deel-1-Kaders-Versie1-0.pdf (kaders) en http://platform-izo.nl/site/wp-content/uploads/2014/06/IZO-ArchitectuurDeel-2-Architectuur-Versie-1-1-Definitief.pdf (architectuur) 2 http://platform-izo.nl/site/toekomstbeeld-2016/ 3 http://platform-izo.nl/site/bedrijfsfunctiemodel-structureert-izo/
3
Opbouw architectuur De architectuur kent drie delen: 1- Kaders, richtlijnen en uitgangspunten die voor het hele domein van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning (Wlz, Wmo en Zvw) en alle onderdelen daarin gelden; 2- Ontwerp van generieke architectuur voor de Wlz, Wmo en Zvw, waarin de verschillende componenten, koppelvlakken en generieke voorzieningen beschreven worden; 3- Ontwerp van de individuele in deel 2 beschreven componenten / voorzieningen in individuele Doelarchitecturen (gewenste architectuur) en Project Start Architecturen (PSA’s per 1 januari 2015).
Figuur 1: Opbouw architectuur IZO 2015
Er wordt dus voor iedere centrale component een Doelarchitectuur en een Project Start Architectuur opgesteld. Daarnaast is iedere ketenpartij verantwoordelijk voor haar eigen informatievoorziening, en zal daar een eigen architectuur voor opstellen (of aanpassen als deze al bestaat). De architectuurboard IZO bewaakt dat alle PSA’s inderdaad passen in de centraal opgestelde architectuur, waarbij de focus ligt op de koppelvlakken en de daarbij gebruikte standaarden.
4
Deel 1 - Kaders, uitgangspunten, standaarden en richtlijnen Om ervoor te zorgen dat de inrichting van de informatievoorziening voor de zorg en ondersteuning een goed samenwerkend geheel vormt, zijn er afspraken gemaakt over de kaders en richtlijnen waaronder de informatievoorziening wordt gerealiseerd. Deze kaders zijn gebaseerd op de wet- en regelgeving in de zorg (Wmo, Wlz en Zvw), maar ook op de wet- en regelgeving in de privacy .Informatiebeveiliging en gebruik van de BSN in de zorg (WGBO, WBSN-z, WBP). Daarnaast worden richtlijnen gehaald uit toe te passen referentiearchitecturen van de overheid (NORA, GEMMA, MARIJ) en natuurlijk het Toekomstbeeld IZO 2016, dat eerder genoemd werd. De volledige lijst met bronnen is op genomen in de bijlage van de architectuur4.
Figuur 2: Toekomstbeeld IZO 2016, bestaande uit een klantperspectief, een ketenperspectief en een gegevensperspectief. Hierin zijn GBA (Gemeentelijke Basis Administratie – tegenwoordig BRP: Basisregistratie Personen) en W&I (Werk & Inkomen) bronnen uit andere domeinen.
In navolging van het Toekomstbeeld IZO 2016 worden de kaders, richtlijnen en uitgangspunten beschreven vanuit het klantperspectief, het ketenperspectief en het gegevensperspectief. Naast deze perspectieven wordt specifiek ingegaan op privacy en beveiliging, omdat in het domein van zorg en ondersteuning relatief veel met gevoelige, vaak medisch-gerelateerde informatie gewerkt wordt. 4
http://platform-izo.nl/site/wp-content/uploads/2014/06/IZO-architectuur-Deel-1-Kaders-Versie1-0.pdf, bijlage Literatuurlijst
5
Klantperspectief Vanuit het klantperspectief wordt de informatievoorziening gedomineerd door wat de klant ervaart aan administratieve lasten om zorg en ondersteuning te kunnen krijgen, of te behouden. Vanuit dit perspectief wordt de logica van de klantbehoefte gevolgd. Deze behoefte houdt geen rekening met de grenzen van wetten, organisaties, of werkprocessen. Doelstelling van de informatievoorziening vanuit het klantperspectief is eenvoud voor de burger en inzicht in de producten en diensten. Om dit te bereiken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Er wordt gestreefd naar een 100% digitale dienstverlening. Van de doelgroep in de langdurige zorg mag niet worden verwacht dat ze allemaal toegang hebben tot en kundig zijn op het internet. Daarom is er een alternatief kanaal voor deze groep vereist (loket, telefoon of post). Klanten worden snel geholpen en niet steeds doorverwezen (no wrong door). Dit betekent dat het klantdossier bij ieder loket bekend is en dat klanten binnen de grenzen bepaald door privacy en doelbinding, geholpen kunnen worden. De klant kan op elk moment en via elk kanaal actuele statusinformatie verkrijgen over de voortgang van lopende zaken.
Ketenperspectief Vanuit het ketenperspectief wordt de informatievoorziening gedomineerd door wat de keten van organisaties nodig heeft om de administratieve functies uit te kunnen voeren in het geheel van zorg en ondersteuning. Vanuit dit perspectief bepaalt de logica van de werkprocessen en de keten van organisaties welke informatiebehoeften zij hebben. Zij volgen daarbij de wet- en regelgeving, de organisatiegrenzen, de inrichting van de werkprocessen en de regels rond efficiency en budgetverantwoording. Met stuur- en beleidsinformatie wordt evaluatie en bijsturing van de keten mogelijk gemaakt. Doelstelling van de informatievoorziening vanuit het ketenperspectief is uniformering en synchronisatie van de bedrijfsfuncties, waardoor werkprocessen eenvoudiger op elkaar aansluiten en de administratieve lasten verminderen. Om dit te bereiken worden de volgende uitgangspunten, richtlijnen en kaders gehanteerd:
6
Uniformiteit in de domeinen is geen uitgangspunt. Verschillen worden geaccepteerd, maar om uitwisseling te realiseren worden afspraken over de koppelvlakken gemaakt om te komen tot een goede gegevensuitwisseling tussen de ketenpartijen. De standaarden en geboden oplossingen stellen betrokken ketenpartijen in staat om vrijheid te nemen in het vormgeven van eigen beleid voor zorgverlening en ondersteuning aan de cliënt. Organisaties moeten uitgaan van een integrale benadering: er moet rekening gehouden worden met de klant, die met verschillende ketens te maken kan hebben. Deze integrale benadering betekent dat bij een oplossing van voorzieningen principieel gekozen wordt voor de volgende voorkeursvolgorde: 1. inzet van generieke en e-Overheidsbouwsteen voor de overheid, 2. hergebruik van bestaande componenten binnen de overheid, 3. hergebruik van bestaande componenten binnen de zorg, 4. de realisatie van zorg overstijgende componenten, 5. de realisatie van domein overstijgende componenten in de langdurige zorg, 6. de realisatie componenten binnen een domein van de langdurige zorg (Wmo, Wlz of Zvw). Er wordt (wanneer mogelijk) met generieke diensten gewerkt, welke met generieke voorzieningen worden ondersteund. Services en voorzieningen met een specifiek karakter worden alleen conform het “pas toe of leg uit” principe toegestaan. Vergelijkbare bedrijfsprocessen worden gestandaardiseerd en zoveel mogelijk op generieke en landelijk beschikbare procesmodellen gebaseerd. De standaarden op de PTOLU (“Pas toe of leg uit”) lijst van het Forum Standaardisatie5 zijn uitgangspunt bij eventuele discussies in het standaardisatieproces. Eenmalige gegevens uitvraag: maximaal hergebruiken van bronadministraties van ketenpartijen vanuit een netwerkmodel is daarom wenselijk.
Gegevensperspectief Vanuit het gegevensperspectief wordt de informatievoorziening gedomineerd door wat er nodig is om de keten van gegevensuitwisseling zo efficiënt mogelijk te maken. Vanuit dit perspectief wordt de logica van de gegevenshuishouding gevolgd. Deze heeft behoefte aan eenduidige registraties en mutatiestromen, eenduidige gegevens (standaarden en richtlijnen) en een toekomstvaste inrichting van de informatie-architectuur (proces- en organisatie-onafhankelijk). Doelstelling van de informatievoorziening vanuit het gegevensperspectief is modernisering van de gegevensuitwisseling door standaardisering en stroomlijning. Om dit te bereiken worden de volgende uitgangspunten, richtlijnen en kaders gehanteerd:
5
Voorkomen van dubbele registratie en vervuiling, wat mogelijk is door één type gegeven op eenzelfde plek bij de bron te registreren. http://www.forumstandaardisatie.nl/ptolu
7
Het BSN geldt altijd als identificerend attribuut om ervoor te zorgen dat alle organisaties de klant herkennen, en eventuele bestaande gegevens hergebruiken. Alle gebruikte informatie-objecten in registers zijn: o afkomstig uit bronregistraties, o alleen raadpleegbaar, o uniek geïdentificeerd en (wanneer het vanuit privacy regels en doelbinding is toegestaan) herbruikbaar, zodat klanten niet steeds naar reeds bekende informatie hoeft te worden gevraagd, o alleen toegankelijk voor zorgverleners en klanten, die met door de overheid erkende voorzieningen voor identificatie en authenticatie zijn geautoriseerd, o geclassificeerd naar mate van vertrouwelijkheid en het benodigde niveau van authenticatie. Bronregisters moeten voldoen aan de volgende criteria: o De registratie betreft broninformatie: a. Gegevens uit de werkelijkheid. b. Besluiten. c. Vastgestelde lijsten en standaards, zoals zorgaanbieders, producten en dienstenlijsten. o Er wordt een minimale hoeveelheid gegevens met aantoonbare meerwaarde gebruikt. o Er moet sprake zijn van een ervaren knelpunt. o De vastgelegde gegevens en feiten hebben juridische waarde en consequenties. o Het belang van de gegevens is zodanig dat specifieke maatregelen worden ingericht om de kwaliteit te borgen. o Bronregisters hebben een bepaalde reikwijdte: a. Overheidsbreed (iedere overheidsorganisatie is (indien relevant) verplicht deze bron te gebruiken). b. Sectoraal (bijvoorbeeld Werk & Inkomen, Zorg/Langdurige Zorg). c. Domein (bijvoorbeeld Wlz, Wmo, Zvw, Jeugd). d. Organisatie (bijvoorbeeld eigen contracten, comptabele gegevens). o Bij het gebruik van de gegevens zijn er meer gebruikers dan alleen van de registrerende organisatie zelf (volgens het principe: eenmalige opslag, meervoudig gebruik). Denk aan de burger (inzagerecht), verantwoording (VWS) en fraudebestrijding. Al deze secundaire partijen registreren niet en zijn gebruiker. Bestaande authentieke bronnen/ketenregistraties/bronregisters zijn leidend. De standaarden voor de basisregistraties (en daarmee de stelselcatalogus) gaan voor op andere definities van hetzelfde gegeven. Daar waar nodig worden de bestaande berichten in de Wlz en Zvw ook hierop aangepast. De resultaten van bestaande initiatieven voor vertaling en/of hergebruik van bestaande berichten uit de Wlz/Zvw in de Wmo dienen als startpunt van het standaardisatieproces.
8
Privacy en beveiliging Naast de drie perspectieven die in het Toekomstbeeld IZO 2016 zijn uitgewerkt, wordt specifieke aandacht gegeven aan privacy en informatiebeveiliging. Dit is nodig omdat medische gegevens in het domein van zorg en ondersteuning heel gevoelig zijn. De klant, maar ook de ketenpartijen, moeten het vertrouwen hebben dat er verantwoord met hun gegevens omgegaan wordt. Dit vertrouwen wordt alleen verkregen als privacy en beveiliging standaard onderdeel uitmaakt van het ontwerp en de inrichting van informatiesystemen. Daarbij gelden de volgende kaders, richtlijnen en uitgangspunten:
Om eventuele privacy risico’s vroegtijdig te identificeren en hier maatregelen voor te treffen moeten privacy impact assessments (PIA’s) worden uitgevoerd. Er zijn maatregelen ingericht om de continuïteit van de dienst door de keten heen te borgen. Een onderzoek naar afhankelijkheden en kwetsbaarheden (A&K analyse) moet uitwijzen welke maatregelen dit betreft. Het doel waarvoor informatie wordt verzameld en (her)gebruikt is verenigbaar met het doel waarvoor deze is verzameld (doelbinding). Klanten hebben hierbij inzage in: o de informatie die men over hen bijhoudt, o wie toegang heeft tot deze informatie, o wie deze informatie heeft bewerkt of geraadpleegd. Onderzocht moet worden of gegevens in registers anoniem en/of met pseudoniemen moet worden vastgelegd. Waar mogelijk wordt een vraag met JA/NEE beantwoord i.p.v. de inhoud te leveren. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met herkenning van gebruikers middels door bij de overheid geaccepteerde voorzieningen voor identificatie, authenticatie en autorisatie, vooral bij het gebruik van de registers en knooppunten. Denk hierbij bv. aan DigiD voor burgers of de UZI-pas voor zorgprofessionals. Bij informatie-uitwisseling worden gegevens versleuteld. Er wordt gebruik gemaakt van audittrails: het bericht is volgbaar van start tot eind. Alles wat er tussen zit maakt zich bekend door tijd- en datumstempel en organisatie mee te geven gedurende de routering. Een logging mechanisme inclusief rapportagetool wordt ingezet voor het reproduceren van berichtenverkeer voor security officers. Organisaties hebben een functionaris voor de gegevensbescherming (FG). Het toepassen van “privacy by design”. Van een organisatie wordt geëist dat bij het inrichten en het toepassen van bedrijfsprocessen, informatiesystemen en ook producten en diensten van het begin tot het eind wordt nagedacht over de privacyaspecten en dat passende maatregelen worden genomen. Bij een reëel risico van het verlies of de onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens moet dit gemeld worden aan het College bescherming persoonsgegevens (CPB) en aan de betrokkene.
9
Deel 2 – Generiek ontwerp Een architectuur bestaat uit verschillende lagen, waarop het domein vanuit verschillende invalshoeken beschreven worden. Deze lagen moeten in lijn met elkaar zijn, om te voorkomen dat men langs elkaar werkt, of een laag suboptimaal wordt ingericht. De lagen die in de IZO architectuur beschreven worden zijn de processen-, diensten-, informatie- en gegevenslaag (deze laatste in de vorm van berichtenverkeer). Daarnaast worden de generieke diensten beschreven. Om een en ander te kunnen plaatsen, wordt in de volgende paragraaf eerst de algemene werking van het domein zorg en ondersteuning uiteengezet.
Algemene werking
Figuur 3: Componenten in het domein van zorg en ondersteuning. Zie tekst voor uitleg.
In de bovenstaande figuur zijn de zorgketens en voorzieningen als afgebakende “black boxes” beschreven. Het laat een klant zien (de groene pijl) die om zorg vraagt. Dit verzoek tot zorg spreekt processen in de zorgketens (Wlz, Wmo of Zvw) aan. Voorbeelden van dergelijke verzoeken zijn een indicatiestelling, het opstellen van een zorgovereenkomst of een declaratie. Bij deze processen zijn ketenpartijen betrokken die broninformatie verzamelen. De blauwe pijlen geven hierbij de relaties weer. Een selectie van deze broninformatie komt via infrastructurele knooppunten in bronregisters terecht. Ketenpartijen nemen van deze registers ook weer informatie af. Dit betreft informatie die de ketenpartijen hergebruiken in de processen van de zorgdomeinen. Zo worden administratieve lasten teruggedrongen en wordt altijd met broninformatie gewerkt. Denk aan een controle of een klant al een indicatiebesluit heeft uit een ander zorgdomein.Tot slot hebben zorgaanbieders en klanten (en beleidsmakers en ketenautoriteiten, die echter niet in de figuur zijn opgenomen) via de inkijkfunctie de mogelijkheid tot het raadplegen van de voor hun relevante gegevens in de registers. De rode pijlen geven hierbij de inkijkrelaties via portalen aan.
10
Ketenprocessen en diensten De ketenprocessen in de Wmo, Wlz en Zvw lijken op elkaar. In de drie ketens is sprake van vaststellen en beoordelen van de zorgvraag, toewijzing, zorglevering, controle en financiering. De verschillen zitten in: Het zorgaanbod dat wordt verleend. De verschillende ketenpartijen die betrokken zijn. Beleidsvrijheid van gemeenten in de Wmo keten. De financieringsvormen (PGB, ZIN en VPT6). De wijze van vaststellen en beoordelen van de zorgvraag. Verschil in semantiek rondom begrippen. De diensten die door de verschillende ketenpartijen aan de ketenprocessen geleverd worden, zijn in de onderstaande tabel, naar ketenpartij, opgesomd. Ketenpartij Klant
Diensten
Zorgaanbieder, aanbieder, hulpaanbieder
CIZ
CAK
6
Vraagt om zorg. Soms moet de klant actief worden opgezocht. Ontvangt zorg van een zorgaanbieder. Deze betreft genezing, verpleging en verzorging (Zvw), extramurale zorg (maatschappelijke ondersteuning uit de Wmo) en intramurale zorg (Wlz). Betaalt een eigen bijdrage aan het CAK. Betaalt premie en een eigen risico aan de zorgverzekeraar. Specifiek bij PGB: Stelt een zorg-/budgetplan op, zoekt en contracteert een zorgaanbieder, geeft opdracht aan zorgbieder voor leveren zorg en keurt declaraties goed. Levert conform afspraak/contract zorg aan klanten. Verstuurt declaraties voor verleende zorg aan gemeenten (Wmo), zorgkantoren (Wlz) en zorgverzekeraars (Zvw). Geeft wijzigingen in de situatie en zorgbehoefte van een persoon door aan de gemeenten. Rapporteert over effectiviteit en kwaliteit van de behandeling aan klant aan gemeenten. Bij ZIN: doet een offerte voor zorg aan gemeenten en verzekeraars, anders dan bij subsidieverstrekking, populatiebekostiging, etc. Bij PGB: doet een aanbieding (offerte) voor het leveren van zorg. Stelt het indicatiebesluit vast, waarbij wordt beoordeeld of een klant aan de toegangscriteria van de Wlz voldoet en in welk zorginhoudelijk profiel hij past. Levert het indicatiebesluit Wlz aan de klant en aan het zorgkantoor. Levert het indicatiebesluit Wlz (JA/NEE) aan gemeenten en verzekeraars. Zo is bekend of een klant gebruik maakt van de Wlz en of het leveren van zorg in de andere ketens al dan niet mag. Levert het indicatiebesluit Wlz aan het CAK ter vaststelling van de eigen bijdrage. Levert beleidsinformatie aan VWS over het aantal indicaties in de Wlz. Stelt a.d.h.v. het indicatiebesluit (Wlz) en de zorglevering van de zorgaanbieder (Wmo) de eigen bijdrage die de klant moet betalen vast. Voor het uitvoeren van deze dienst vraagt het CAK inkomen– en vermogensgegevens op bij de
PGB: Persoonsgebonden budget, ZIN: Zorg in natura, VPT: Volledig pakket thuis
11
Ketenpartij
Diensten
Gemeenten
Zorgkantoren
Zorgverzekeraars
SVB
belastingdienst. Informeert de klant over de vastgestelde eigen bijdrage (beschikking). Int de eigen bijdragen van klanten uit de Wlz en Wmo. Betaalt declaraties van zorgaanbieders in de Wlz (Wlz-uitvoerders). Maakt de eigen bijdragen van klanten over aan gemeenten. Maakt de eigen bijdragen van klanten over aan de SVB in geval van een PGB. Stelt het recht op de tegemoetkomingen van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten vast, en verstrekt deze. Levert beleidsinformatie over eigen bijdragen (bedrag, aantal klanten en zorgdomein) aan VWS en gemeenten. Voert vraagverheldering richting klant uit t.b.v. het vaststellen van zorg en ondersteuning voortvloeiend uit de Wmo. Beoordeelt vraag om zorg en ondersteuning t.b.v. extramurale zorg (Wmo). Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een indicatieadvies orgaan. Geeft een toekenningsbeschikking af voor ondersteuning op maat. Bepaalt of zorg en ondersteuning wordt geleverd via PGB of ZIN. Bij ZIN: verstrekt opdracht aan zorgaanbieder. Bij PGB: maakt geld over aan de SBV. Levert beleidsinformatie over het aantal toekenningsbeschikkingen en de daarbij behorende financieringsvorm (ZIN of PGB) per zorgdomein aan VWS. Controleert inhoudelijk de declaraties van ZIN en betaalt de vergoeding aan zorgaanbieder bij goedkeuring. Levert Wmo beschikking (JA/NEE) aan het CIZ, zodat het CIZ weet wanneer een klant (bij het afgeven van een indicatiebesluit Wlz) in de Wmo zit. Is dit het geval dan genereert het CIZ een event naar de gemeente om de zorg uit de Wmo stop te zetten. Kent op basis van het indicatiebesluit van het CIZ het recht op Wlz toe. Bepaalt of zorg wordt geleverd via PGB of ZIN. Maakt productieafspraken met zorgaanbieders over de te leveren zorg bij ZIN. Vervolgens worden declaraties van zorgaanbieders conform de productieafspraken gecontroleerd. Geeft de PGB toekenningsbeschikking af. Controleert PGB zorgovereenkomsten die in SVB/trekkingsrechten zijn geregistreerd. Heeft bij contacten met klanten inzicht in PGB dossiers van klanten / budgethouder. Levert beleidsinformatie over het aantal toekenningsbeschikkingen en de daarbij behorende financieringsvorm (ZIN, VPT of PGB) per zorgdomein aan VWS. Maakt productieafspraken met (eerste- en tweedelijns) zorgaanbieders over de te leveren zorg t.b.v. de Zvw. Doet een inhoudelijke controle van declaraties van (eerste- en tweedelijn) zorgaanbieders over geleverde zorg (Zvw) en betaalt de zorgaanbieders. Wanneer de declaratie de inhoudelijke controle niet doorstaat, wordt de declaratie geretourneerd naar de zorgaanbieder. Stuurt de declaratie naar het zorgkantoor, wanneer er een Wlz indicatiebesluit (JA/NEE) bestaat en het een declaratie voor de Wlz betreft. Maakt een klantendossier aan en registreert het PGB budget. Faciliteert en adviseert klanten bij het opstellen van een PGB contracten met zorgaanbieders. Contracten worden geregistreerd.
12
Ketenpartij
Diensten
VECOZO
Registreert en communiceert het resultaat van door zorgkantoren gecontroleerde PGB zorgcontracten. Ontvangt door de klant goedgekeurde declaraties t.b.v. PGB’s. Verwerkt declaraties t.b.v. PGB’s en controleert deze. Levert inkijk (mijnPGB) voor klanten, zodat deze inzicht in hun PGB dossier hebben. Levert inzicht (inkijkfunctie) in dossiers over klanten aan de gemeenten en zorgkantoren Signaleert uitputting van PGB budget en informeert klanten. Betaalt uit het PGB budget van klanten declaraties aan zorgaanbieders. Verzorgt voor klanten de salarisadministratie van zorgaanbieders en doet de loonaangifte bij de belastingdienst. Betaalt de klant het verantwoordingsvrije bedrag. Levert aan de klant en de gemeente of zorgkantoor een individuele jaarafsluiting over betaalde PGB declaraties. Levert beleidsinformatie over PGB’s (bedrag, aantal klanten en zorgdomein) aan VWS en gemeenten. Routeert berichtenverkeer van zorgaanbieders. In deze context wordt gesproken over een knooppunt. Doet de technische controle van declaraties van zorgaanbieders vanuit de Wlz, Wmo en Zvw.
Inlichtingenbureau
Routeert berichtenverkeer van gemeenten. In deze context wordt gesproken over een knooppunt.
RINIS
Routeert berichtenverkeer tussen het Inlichtingenbureau en VECOZO. In deze context wordt gesproken over een schakelfunctie tussen het publieke en private domein.
Informatie De diensten die in de vorige paragraaf genoemd zijn, gebruiken of leveren informatie. In de onderstaande tabel is opgenomen welke informatie nodig is, door wie dit geleverd wordt, wie dit afneemt en via welk kanaal dit gebeurt. Informatie CIZ indicatiebesluit
Bron CIZ
Wmo indicatieadvies
Indicatieadvies orgaan voor gemeente Zorgkantoor Gemeente CAK Klant
Toekenningsbeschikking (ZIN) Beschikking Eigen Bijdrage Budgetplan tbv PGB (Wlz of Wmo) Toekenningsbeschikking PGB (Wlz of Wmo) Declaratie voor verleende zorg
Beschikkingsbesluit Wmo JA/NEE
Zorgkantoor (Wlz) Gemeente (Wmo) Zorgaanbieder
Gemeente
Afnemers Klant Zorgkantoor CAK Gemeente (enkel JA/NEE) Zorgverzekeraars (enkel JA/NEE) Gemeente
Kanaal Post AZR-bericht AZR-bericht Digitaal bericht
Klant
Post
Klant Zorgkantoor (Wlz) Gemeente (Wmo) Klant
Post Post
Zorgverzekeraars (Zvw) Zorgkantoor (Wlz – ZIN en VPT) SVB bij PGB (Wmo en Wlz) Gemeenten (Wmo - ZIN) CIZ
Digitaal bericht
13
Niet vastgelegd
Post
Digitaal bericht
Naast deze informatie wordt beleids- en verantwoordingsinformatie geleverd aan VWS, zorgkantoren (t.b.v. de verantwoordelijkheid naar de klanten in hun regio) en mogelijk gemeenten (in het kader van hun lokale zorgverantwoordelijkheid). Vooralsnog is niet vastgelegd om welke informatie het hierbij gaat.
Berichtenverkeer en knooppunten Berichten worden niet rechtstreeks van verzender naar ontvanger gestuurd, maar via een knooppunt. Dit zorgt ervoor dat bv. een zorgaanbieder niet met alle gemeenten en alle zorgkantoren een koppeling hoeft te maken, maar alleen met het knooppunt. Dat knooppunt zorgt er dan voor dat het bericht, eventueel via andere knooppunten, bij de juiste partij wordt afgeleverd. NB: Een bericht kan ook een verzoek om gegevens zijn, bv. als de reeds bekende gegevens van een klant verzameld worden. Het knooppunt zorgt ervoor dat dit verzoek bij alle relevante organisaties uitgezet wordt, verzamelt de bekende gegevens en geeft deze terug aan de organisatie die hierom vroeg.
Figuur 4: Gebruik van knooppunten. Hiermee hoeft niet iedere zorgaanbieder met ieder zorgkantoor en iedere gemeente een koppeling te maken, maar alleen met het knooppunt. Daar wordt het bericht naar de juiste organisatie doorgestuurd.
Voor kleine partijen, waar een aansluiting op een knooppunt niet rendabel is, wordt een webportaal beschikbaar gesteld. Via dit webportaal, dat is aangesloten op de centrale knooppunten, kunnen deze partijen handmatig berichten versturen en ontvangen naar alle overige organisaties.
14
Generieke voorzieningen Enkele voorzieningen zijn voor alle partijen van belang. Deze generieke voorzieningen worden onder regie van VWS ingericht, al zal de daadwerkelijke inrichting en het beheer in de regel bij andere partijen belegd worden. In deze paragraaf worden deze generieke voorzieningen beschreven. Burgerportaal Dit is een voorziening waar de klant inzage heeft in de relevante gegevens en bepaalde diensten kan afnemen. Hoewel de term “portaal” een website impliceert, kan hier ook sprake zijn van een andere vorm waarlangs de gegevens en diensten ontsloten worden. Deze voorziening(en) moet(en) nog ontworpen en ingericht worden. Gemeenschappelijke taal (woordenboek) Om het voor ketenpartijen, burgers en zorgaanbieders inzichtelijk te maken welke gegevens voor meervoudig gebruik beschikbaar zijn, wordt een gegevenswoordenboek in de vorm van een taxonomie vastgesteld. Hierin wordt de gemeenschappelijke taal voor het domein Langdurige Zorg vastgelegd. Wlz indicatie register Wanneer een klant een Wlz indicatie heeft, mag de gemeente geen maatschappelijke ondersteuning verlenen, maar moet de klant worden doorverwezen naar het Zorgkantoor. De gemeente moet hiervoor een register kunnen bevragen, waarin vastligt of de klant een Wlz-indicatie heeft. NB: Ook zorgverzekeraars moeten dit register bevragen i.h.k.v. samenloop. PGB trekkingsrechten Om oneigenlijk gebruik of zelfs fraude met persoonsgebonden budgetten terug te dringen, komt er een systeem voor PGB trekkingsrechten bij het SVB. Hier moeten alle betrokken organisaties op aansluiten (evt. via een knooppunt). Infrastructurele knooppunten voor de afhandeling van berichtenverkeer Zoals eerder genoemd, worden berichten via knooppunten verstuurd. Hiervoor worden drie knooppunten ingericht: - Knooppunt voor gemeenten Hiervoor wordt het Inlichtingenbureau gebruikt. - Knooppunt voor zorgverleners, zorgkantoren en zorgverzekeraars Hiervoor wordt VECOZO gebruikt. - Koppelpunt tussen het private en publieke domein Hiervoor wordt DigiPoort gebruikt, maar zolang niet alle partijen hierop aangesloten zijn, wordt een alternatief via RINIS geboden. Voor partijen in het private domein, waar een aansluiting op basis van berichtenverkeer een onevenredige investering is, wordt een portaal beschikbaar gesteld, waar berichten handmatig ingediend en uitgelezen kunnen worden.
15
Figuur 5: Inrichting berichtenverkeer, met knooppunten voor het private deel (Vecozo), het publieke deel (Inlichtingenbureau - IB) en een koppelpunt (DigiPoort). Zolang niet alle partijen op DigiPoort zijn aangesloten, wordt via RINIS een alternatief geboden.
Beleidsinformatie Ondanks dat een groot deel van zorg en ondersteuning wordt gedecentraliseerd, blijft het ministerie systeemverantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg en moet het parlement zijn controlerende taak kunnen uitvoeren. Hiervoor is beleidsinformatie nodig. Om welke informatie het precies gaat en hoe de uitvraag wordt ingericht is nog onduidelijk. Dit is nog niet uitgewerkt.
16
Deel 3 – Doelarchitecturen en Project Start Architecturen Per component (of bouwsteen) wordt een Doelarchitectuur (gewenste architectuur) en een Project Start Architectuur of PSA (situatie per 1 januari 2015) uitgewerkt. Hierin wordt beschreven hoe de bouwsteen precies werkt, maar vooral hoe de koppelvlakken werken, en worden de diensten en functies van de bouwsteen zelf nauwkeurig beschreven. De individuele architecturen moeten voldoen aan de kaders, richtlijnen en uitgangspunten, waarmee wordt geborgd dat de projecten onder architectuur worden gerealiseerd. De centrale componenten waarvoor een doelarchitectuur en een PSA opgesteld worden: Het indicatieregister (wie heeft er een indicatie voor de Wlz). PGB trekkingsrechten (de afhandeling van persoonsgebonden budgeten). De knooppunten (het afhandelen van het berichtenverkeer). De informatie-uitwisseling tussen (zorg)aanbieders en gemeenten in het kader van de Wmo. Deze architecturen zijn uitgewerkt in aparte documenten en worden in de volgende paragrafen kort besproken.
Het indicatieregister De doelarchitectuur7 beschrijft alle diensten die het CIZ t.b.v. van de ketenpartijen moet leveren. Echter, op 1 januari 2015 wordt alleen de Wlz-indicatietoets van gemeenten bij het CIZ gerealiseerd. De PSA8 beschrijft dus alleen hoe gemeenten het CIZ kunnen bevragen op het aanwezig zijn van een Wlz indicatie (de zogenaamde DAT-informatie). De overige diensten uit de doelarchitectuur zijn in dit document niet beschreven, omdat deze: al bestaan vanuit de AWBZ (het Wlz indicatie besluit voor zorgkantoren), al zijn gerealiseerd (Wlz indicatie ja/nee naar het CAK) of nog niet worden opgeleverd (de Wlz indicatie ja/nee plus start- en einddatum voor zorgverzekeraars). De kaders en koppelvlakken van de dienst van het CIZ aan de afnemers is in de PSA nader uitwerkt. Het project die deze dienst bij het CIZ gaat realiseren, neemt deze randvoorwaarden uit de architectuur mee bij het tot stand komen van de oplossing.
PGB trekkingsrechten Voor PGB Trekkingsrechten is enkel een doelarchitectuur9 opgesteld, omdat er besloten is om met het bestaande systeem van de SVB te gaan werken, waardoor een PSA geen nut meer zou hebben. De doelarchitectuur beschrijft hoe de processen en informatievoorziening voor het PGB op basis van trekkingsrecht worden ingericht. Uitgangspunten hierbij zijn:
7
http://www.platform-izo.nl/wp-content/uploads/2014/06/IZO-Architectuur-Deel-3aDoelarchitectuur-Wlz-indicatie-Versie-1-0-Definitief.pdf 8 http://platform-izo.nl/site/wp-content/uploads/2014/06/IZO-Architectuur-Deel-3a-PSA-Wlzindicatie-Versie-1-0.pdf 9 Bron nog niet gepubliceerd
17
Het zorgkantoor en de gemeente zijn verantwoordelijk voor rechtmatigheidstoetsing, fraudebestrijding en materiële controles. Het SVB trekkingsrechtensysteem ondersteunt hierbij. VWS is stelselverantwoordelijk; De SVB moet beleids- en inrichtingskeuzes van gemeenten accommoderen; Binnen de wettelijke kaders streven de ketenpartners naar lage administratieve lasten, verlaging uitvoeringslasten, fraudebestrijding, gegevenskwaliteit, informatieveiligheid en gebruiksgemak voor PGB houders; De budgethouder blijft verantwoordelijk voor de correcte rechtmatige besteding van het PGB, en heeft de mogelijkheid dit budget flexibel in te zetten.
Voor de gegevensuitwisseling worden door SVB portalen voor de klant, het zorgkantoor en de gemeente beschikbaar gesteld. De eisen die aan deze portalen gesteld worden, zijn in de doelarchitectuur vastgelegd. Daarnaast kunnen zorgkantoren en gemeenten gegevens via elektronische berichten versturen. Deze berichten worden via de centrale knooppunten (zie volgende paragraaf) gerouteerd.
De knooppunten In de doelarchitectuur Knooppunten10 zijn de volgende centrale knooppunten beschreven: een publiek knooppunt voor gemeenten. een privaat zorgknooppunt voor zorgverzekeraars, (zorg)aanbieders en zorgkantoren. het koppelpunt tussen het publieke- en private domein. de aansluiting op de infrastructuur van de overige publieke ketenpartijen (het CIZ, CAK en de VSB), het LRZa en de basisregistratie BRP. Voor het knooppunt voor gemeenten is gekozen voor het Inlichtingenbureau, een bestaand knooppunt waar alle gemeenten al op aangesloten zijn. Voor het knooppunt in het private domein is gekozen voor VECOZO, wat ook een bestaand knooppunt is waar alle zorgverzekeraars en zorgkantoren op aangesloten zijn. Dit geldt ook voor de meeste (zorg)aanbieders, en voor de nog niet aangesloten partijen, wordt een portaaloplossing aangeboden. Daar kan men handmatig de berichten uitlezen en aanbieden. Voor het koppelpunt tussen publiek en privaat knooppunt is gekozen voor Digipoort, maar omdat nog niet alle ketenpartijen van Digipoort gebruik kunnen maken, wordt tijdelijk een alternatieve route via RINIS aangeboden. Voor de aansluiting van de overige ketenpartijen, het LRZa en de basisregistratie BRP wordt gekozen voor Digikoppeling en Diginetwerk. Bij het BRP wordt gebruik gemaakt van de e-Overheidsdiensten ‘Digilevering’ en ‘Digimelding’. De wijze waarop de verschillende knooppunten ingericht worden, is vastgelegd in de PSA11.
10
http://platform-izo.nl/site/wp-content/uploads/2014/06/IZO-Architectuur-Deel-3cDoelarchitectuur-Knooppunten-Versie-1-0.pdf 11 http://platform-izo.nl/site/wp-content/uploads/2014/06/IZO-Architectuur-Deel-3c-PSAKnooppunten-Versie-1-0.pdf
18
De informatie-uitwisseling tussen (zorg)aanbieders en gemeenten Onderdeel van de hervorming zijn de gegevensuitwisselingen tussen de gemeenten en de aanbieders van maatschappelijke ondersteuning. Nadat een klant toegang tot maatschappelijke ondersteuning heeft verkregen, ontstaat een samenspel tussen de gemeente (als opdrachtgever tot ondersteuning) en de aanbieder (als verstrekker van ondersteuning) en vice versa, wat is beschreven in de doelarchitectuur iWmo Standaardberichten12. Dit samenspel van informatie-uitwisseling kan digitaal via berichtenverkeer worden afgehandeld en is vastgelegd in de iWmo-standaard-berichten. De iWmo-standaard-berichten betreffen: 1. Wmo-Toewijzing: De opdracht van de gemeente aan de aanbieder om een maatwerkvoorziening voor een specifieke klant te bieden. 2. Wmo-Declaratie: Het bericht van de aanbieder dat hij betaald wil worden voor de geleverde ondersteuning met de specificatie van de geleverde diensten. 3. Wmo-AanvangOndersteuning: De melding van de aanbieder dat levering van de ondersteuning is gestart. 4. Wmo-Beëindiging-MutatieOndersteuning: De melding door de aanbieder aan de gemeente dat de ondersteuning is afgerond, of dat de ondersteuning is gewijzigd. Per 1 januari 2015 zijn de eerste twee berichten opgeleverd. De wijze waarop deze gegevensuitwisseling loopt, is beschreven in de PSA iWmo Standaardberichten13.
12
http://platform-izo.nl/site/wp-content/uploads/2014/06/IZO-Architectuur-Deel-3fDoelarchitectuur-iWmo-standaardberichten-Ver-.pdf 13 http://platform-izo.nl/site/wp-content/uploads/2014/06/IZO-Architectuur-Deel-3f-PSA-iWmostandaardberichten-Versie-1-0-Defi-.pdf
19