ARCHIEFNUMMER 84 REGESTEN VAN OORKONDEN TOT EN MET HET JAAR 1594
1
1358, 9 februari Richter en schepenen van Zutphania oorkonden, dat zij middels Henricus Louwers, rentmeester van de stad, de stadstoren, Rundeell genaamd, met zijn toebehoren, gelegen achter het huis van Hermannus Bolte nabij de Hospitaalspoort, verhuurd hebben voor 30 solidi kleine denariën per jaar aan Hermannus voornoemd, zoals voordien aan Margareta de Renen, en geven hem vergunning, zolang de veiligheid van de stad dit toelaat, door een ijzeren deur achter zijn huis in- en uit te gaan op de stadsgracht. Datum anno domini M° CCC° quinquagesimo octavo feria sexta post purificationis beate Marie virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 41. N.B. Met drie bijbehorende akten (“ad idem”) d.d. 31 oktober 1360, 7 mei 1395 en 7 januari 1416 (reg.nr. 2, 7 en 11).
2
1360, 31 oktober Richter en schepenen van Zutphania oorkonden, dat Hermannus Bolte in handen van Henricus Louwers, rentmeester van de stad, de 30 solidi kleine denariën betaald heeft, die hij verschuldigd is wegens de stadstoren, Rundeell genaamd, uit het door hem bewoonde gebouw bij de Hospitaalspoort. Datum anno domini M° CCC° sexagesimo in vigilia Omni Sanctorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 41. N.B. Behoort bij de akte van 9 februari 1358 (reg.nr. 1).
3
1369, 2 maart Reyner Hoen verklaart, dat hij voor Gosen van den Gruuthuus en Henric van den Werve als leenmannen van de hertog van Gelre, “want ic mine wulle van minen mannen selven niet en hebbe”, het halve goed tot Alerdinck, gelegen tot Werken in het kerspel Waernsvelde, ten behoeve van Johan van Ripen van de leenroerigheid bevrijdt en deze vrijstelt van manschap. Gegheven in „t jaer ons heren dusent driehondert negen ende tsestich des vryedages nae sente Mathiasdach des apostels. a. Oorspr. (inv.nr. 684), met de geschonden zegels van de oorkonder en de 2e leenman en een fragment van dat van de eerste leenman. b. Afschrift in inv.nr. 1 fol. 90 vso.
4
1373, 18 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Pelgrum Wassingh en Fenne, zijn vrouw, een jaarrente van 2 pond, gaande uit hun huis in de Nyerstad, gelegen op de hoek van de straat naar de Nyerstadeskerk, verkocht hebben aan Henrick van Bake Geerdeszoon. Gegeven in „t jaer ons heren dusent driehondert drie ende tseventich des sonnendages nae sente Luciendach eenre heiliger joncfrouwen. Afschrift in inv.nr. 1 fol. 51. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1511. Van de door deze akte en die van 29 oktober 1376 (reg.nr. 5) gestoken transfixen is slechts die van 30 september 1485 afgeschreven (reg.nr. 135).
5
1376, 29 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Bertolt ter Steghen, Essekens broder ter Steghen, een jaarrente van 1 pond, gaande uit een huis, gelegen bij de Berleheze naast de toren, die Apenstert genaamd, en uit een gaarde in de Nyerstad aan de steeg waardoorheen men naar de Clussentoerne gaat, verkocht heeft aan Geerd de koster. Gegeven in „t jaer ons heren dusent driehondert seess ende tsoeventich des wonsdages nae Symon ende Judasdach twyer heiliger apostole. Afschrift in inv.nr. 1 fol. 51. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504. In margine: “hyer en boert mij nyet”. Van de door deze akte en die van 18 december 1373 (reg.nr. 4) gestoken transfixen is slechts die van 30 september 1485 afgeschreven (reg.nr. 135).
6
1388, 7 januari Aernt ten Have, richter van Aernhem en Veluwenzoem, oorkondt, dat Reynse ten Vene, Rolof die Coster, Gert Vas, Heyn Gosenszoon, Beernt tot Edincwert, Makeriel Dobbe Wolberens en Werner Egheninck hebben verklaard, dat zij van hun goederen geen vrijgeld schuldig zijn volgens uitspraak van heer Willem, heer van Bronchorst, en Henric van Herwen. Ghegeven in den jaer ons heren M° driehondert acht ende tachtentich des vriedaghes nae sunte Poncien. a. Oorspr. (inv.nr. 736), met het geschonden zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1 fol. 138 vso.
7
1395, 7 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan van Lochem en Alijt, zijn vrouw, aan Johan van Kempen en Wyse, zijn vrouw en hun dochter, het huis achter aan de stadsmuur tussen de Hospitaelspoort en de Laerpoort tussen “den Rondele” en het andere huis, beide van Johan van Lochem, hebben medegegeven en dat Johan van Kempen van de jaarrenten uit deze drie huizen gaande, slechts 1 pond behoeft te betalen. Gegeven in den jaer ons heren M° CCC° vijff ende tnegentich des vrijdages nae sunte Johansdach ante portam latinam. Afschrift in inv.nr. 1 fol. 41 vso. N.B. Behoort bij de akten d.d. 31 oktober 1360, 9 februari 1358 en 7 januari 1416 (reg.nrs. 1, 2 en 11
8
1407, 23 februari Willem van den Wal, richter tot Ghent, Diric Palic van Aembe en Johan van den Rijn, schepenen, oorkonden, dat zij bij gerichtelijk verwin een stuk land, gelegen in het schependom van Ghent opten Vludinghen, toebehorende aan Ansem Ansemszoon hebben toegekend aan Henric Bake en dat deze het heeft verkocht aan Sander van Buren. Gegeheven in „t jaer ons heren dusent vierhondert ende soeven des anderen daghes na sunte Petersdach ad cathedram des heilighen apostels etc. Oorspr. (inv.nr. 842), met de zegels van de eerste twee oorkonders; dat van Johan van den Rijn is verloren.
9
1407, 16 oktober Johan van Steynberghen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Reyner Willemszoon, Alijt, zijn vrouw, en Griete van Vreden, haar moeder, een stuk land, gelegen in het kerspel Warnsfelde op de Emerenghe, overgedragen hebben aan Gerrit Schulten.
Archiefnummer 84 Pagina 2 van 74
Gegeven in den jair onss heren M vierhondert ende soeven op sunte Gallendach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 141 vso. 10
1415, 29 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Peterszoon, smid, en Mechtelt, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit het huis van Reyner van Lochem, smid, gelegen buiten de Hospitaelspoort naast het huis van Geryt Camper, smid, hebben verkocht aan Willem bastaard van Baeke. Gegeven in den jaer ons heren M° vierhondert vijfftyen op des heyligen Sacramensavent Gaets licham. Afschrift in inv.nr. 1 fol. 55. N.B. Hierdoor waren gestoken de akten van 6 april 1419 en 26 maart 1491 (reg.nrs. 13 en 161). Met aantekening over de rentebetaling in 1504.
11
1416, 7 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Alijt van Lochem, Johan van Gelre en Hille, zijn vrouw, en Johan van Berck en Gese, zijn vrouw, schoonzoons en dochters van Alijt voornoemd, de toren, gelegen aan het huis van Johan van Kempen en Wyse, zijn vrouw en Alijts dochter, aan dezen hebben afgestaan. Gegeven in den jaer ons heren duysent vierhondert sestyen des dynxdages nae Dertienden. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 41 vso. N.B. Behoort bij de akten van 9 februari 1358, 31 oktober 1360 en 7 mei 1395 (reg.nrs. 1, 2 en 7).
12
1417, 22 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Tydeman Ludolffs en Trude, zijn vrouw, een jaarrente van 2 pond, gaande uit hun huis op de hoek van de straat gaande “an schulten vaelt”, verkocht hebben aan Geryt Blyden. Gegeven in den jaer ons heren duysent vierhondert soeventyen des saterdages nae onss heren Hemelvaertsdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 21. N.B. Met de aantekening: Item desse breff is verslaepen tensij dat dyt de 2 lb. synt de Rent Wal Elten gevet.
13
1419, 6 april Aernt ten Colcke en Gert van Holthuysen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Willem bastaard van Baeke, en Geertruyt, zijn vrouw, de rentebrief van 29 mei 1415 (reg.nr. 10), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Geryt Bunynges. Gegeven in den jaer ons heren duysent vierhondert negentyen des donredages nae sunte Ambrosiusdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 55. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 26 maart 1491 (reg.nr. 161).
14
1424, 8 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerloff Stuerman, Wermbolt en Johan, zijn zonen, en Aleyt, Wermbolts vrouw, een jaarrente van 5 oude gouden schilden, gaande uit een huis aan de Kleynre Hofstraat gelegen behoudens het 1/6 gedeelte van dit huis en 2 schilden uit dit gehele huis, die toekomen aan Arnold Stuerman, zoon van Gerloff voornoemd, hebben overgedragen aan Wermbold Stuvenberch. Gegeven in den jaeren ons heren duysent vierhondert vier ende twyntich des saterdages nae der heiliger Driekonyngedage. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 15. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504. Hierdoor waren gestoken de akten van 1 december 1440, 20 februari 1461 en 23 juni 1461 (reg.nr. 18, 60 en 64).
15
1432, 21 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Engelbert ten Kaerscaete en Geertruyt, zijn vrouw, een jaarrente van 1½ pond, gaande uit hun huis in de Boedikerstraat, verkocht hebben aan Johan opten Kandeler geheyten Gulick.
Archiefnummer 84 Pagina 3 van 74
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert twee ende dertich op sunte Petersavondt ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 20. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en 1546. Hierdoor was gestoken de akte van 1 februari 1454 (reg.nr. 42). 16
1432, 24 november Geryt van Bronchorst, bastaard, schout van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Wynant Buyck en Hille, zijn vrouw, het halve goed Elerdinck, gelegen in het kerspel Wernsvelde, buurschap Wercken, overgedragen hebben aan Henrick Nyenhuys en Katherine, zijn vrouw. Gegeven in den jaer onss heren dusent vierhondert twe ende dertich op sente Katherinenavondt der heiliger joncfrouwen. a. Oorspr. (inv.nr. 683), met het zegel van de oorkonder en een fragment van het zegel van Wynant Buyck, b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 87.
17
1437, 18 mei Andries Iseren Alphartszoon, schout van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Henric Nyenhuys en Katherine, zijn vrouw, een jaarlijkse stedigheid van 20 molder winterrogge, zutphense maat, uit hun halve goed Alardinck, gelegen in het kerspel Wernesvelde, buurschap Wercken, en uit de kamp bij den Velde, het daarbij liggende Weeghstuck en de kamp bij het Papenhuys, verkocht hebben aan Henric Weerdt. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert soeven ende dertich opten heiligen Pinxsteravondt. a. Oorspr. (inv.nr. 685), met de zegels van de oorkonder en de verkoper. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 86 vso.
18
1440, 1 december Zele Keppelman en Andries Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Wermbold Stuvenbergh en Geertruyt, zijn vrouw, de rentebrief van 8 januari 1424 (reg.nr. 14), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Wyer Taverkamp. Gegeven in „t jaer ons heren duysent vierhondert ende viertich des donresdages nae sente Andriesdach apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 15. N.B. Doorgehaald.
19
1443, 30 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Celyszoon een jaarrente van 5½ rijnsgulden, gaande uit zijn halve huis in de Boedikerstraat, verkocht heeft aan Alphart Yseren. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert drie ende viertich des wonsdages nae sente Symon ende Judasdach apostolorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 16 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504. Hierdoor waren gestoken de akten van 28 maart 1444, 4 april 1444 en 1 maart 1465 (reg.nrs. 20, 21 en 73).
20
1444, 28 maart Johan Stuerman en Rense Kreynck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Alphart Iseren en Beerte, zijn vrouw, de rentebrief van 30 oktober 1443 (reg.nr. 19), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan heer Asse Boelkens, priester, vicaris in de Grote Kerk van Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert vier ende viertich des saterdages nae Onser Liever Vrouwendach annunciationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 16 vso. N.B. Doorgehaald. Hierdoor waren gestoken de akten van 4 april 1444 en 1 maart 1465 (reg.nrs. 21 en 73).
21
1444, 4 april Zele Keppelman en Henrick Nyenhuys, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat heer Asse Buelkens, priester, vicaris in de Grote Kerk van Zutphen, de jaarrente, vermeld in de akten
Archiefnummer 84 Pagina 4 van 74
van 30 oktober 1443 en 28 maart 1444 (reg.nrs. 19 en 20), waardoor deze akte is gestoken, overgedragen heeft aan Wolbert Scholdeman. Gegeven in „t jaer ons heren duysent vierhondert vier ende viertich opten heiligen Palmavondt. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 17. N.B. Doorgehaald. Door bovengenoemde akten was gestoken de akte van 1 maart 1465 (reg.nr. 73). 22
1444, 13 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Lambert Sturman en Kunne, zijn vrouw, een jaarrente van 5 pond gaande uit hun huis en hofstad, gelegen in de Beckerstraat, verkocht hebben aan Weerner Tollener en Gheertruidt, zijn vrouw. Gegeven in den jair onses heeren dusent vierhondert vvier ende virtich dees saterdaiches nae des heiligen Sacramensdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 74 vso. N.B. Met aantekening over rentebetaling, z.j. en 1561.
23
1446, 2 augustus Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wychman die Woeste en Eefse, zijn vrouw, een jaarrente van 2 oude gouden schilden, gaande uit hun huis in de Boedikerstraat naast het termijnhuis van de Sint Augustinusorde te Wesell, overgedragen hebben aan Hille, natuurlijke dochter van wijlen Henrick Seewynck. Gegeven in den jaeren ons heren duesent vierhondert seess ende viertich op dyngsdach nae sunte Petersdach ad vincla. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 24. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over rentebetaling in 1504, z.j. en de aflossing en herbelegging in 1513. Met transfix d.d. 15 mei 1470 (reg.nr. 88).
24
1446, 15 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Joepert en Fenne, zijn vrouw, een jaarrente van twee oude gouden schilden, gaande uit hun ¾ gedeelte van een huis op de hoek van de Vranckensteeg en uit het ophuis in de Vranckensteeg, verkocht hebben aan Roloff van Tyll. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert seess ende viertich op saterdach nae sunte Victoersmysse. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 23. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1508. Hierdoor waren gestoken de akten van 16 december 1446 en 7 maart 1458 (reg.nr. 26 en 50).
25
1446, 26 november Claes Setters erkent, dat hij verkocht heeft aan Gelys, zoon van Reyner Averenck, en Jutte, zijn vrouw, een hofstad met een huis, gelegen in het kerspel Halle, buurschap Eertbeeck, zoals dat eertijds van de geërfden van Halle als tynsgoed was gekocht en hij het van Scharpenys en diens vrouws zuster Engele had gekocht. Gegeven in den yaer ons heren dusent vyerhundert sesse ind vyertich des naesten dages na sanctis Katherinendage der heliger joncfrouwen. a. Oorspr. (inv.nr. 735), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 138 vso.
26
1446, 16 december Zelle Keppelman en Andries Iseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Roleff van Tyll en Hille, zijn vrouw, de rentebrief van 15 oktober 1446 (reg.nr. 24), waardoor deze akte is gestoken, overgedragen hebben aan Evert Mengerinck en Beerte, zijn vrouw. In „t jaer ons heren dusent vierhondert sess ende viertich op vrijdach nae sunte Lucienmysse. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 23. N.B. Gestoken door de akte van 15 oktober 1446 (reg.nr. 24), hierdoor was gestoken de akte van 7 maart 1458 (reg.nr. 50).
Archiefnummer 84 Pagina 5 van 74
27
1447, 9 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Nusinck en Reynke, zijn vrouw, een jaarrente van 1½ goudgulden, gaande uit hun huis op de Nyerstat op de hoek van de Lokenstraat, hebben verkocht aan Henrick van Essen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert soeven ende viertich up maendach nae den heiligen Dertyendage. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 47 vso. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en “Hyer en boert mij nyet”. Hierdoor was gestoken de akte van 7 juni 1452 (reg.nr. 38).
28
1447, 6 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Goesen Kloekynck en Styne, zijn vrouw, een jaarrente van 1 zutphens pond, gaande uit hun huis buiten de Laerpoort, verkocht hebben aan Henrick Aerntszoon. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert soeven ende viertich op maenendach nae sunte Blasiusdach episcopi en martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol 61. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504. Hierdoor waren gestoken de akten van 5 februari 1461 en 1 juli 1478 (reg.nr. 59 en 100).
29
1448, 16 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Goesen Kloekynck en Styne, zijn vrouw, een jaarrente van 2 zutphense ponden, gaande uit hun huis en hof buiten de Laerpoort, verkocht hebben aan Kunne ter Bruggen. Gegeven in den jaren ons heren duesent vierhondert acht ende viertich up dynsdach nae dominica Jubilate. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 63 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1546 en 1547. Hierdoor was gestoken de akte van 12 juli 1450 (reg.nr. 33).
30
1448, 8 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Derick van Dryenen en Lutgart, zijn vrouw, een jaarrente van 7 gouden rijnsguldens, gaande uit hun huis in de Roedentoernstraat, verkocht hebben aan Lubbert van Herwen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht ende viertich op wonsdach nae dominica Exaudi. Afschrft in inv.nr. 1, fol. 33. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504, de verkoop van het huis door de Sint Anthonis Grote Broederschap in 1512 en de herbelegging. Hierdoor waren gestoken de akten van 11 mei 1448 en 19 december 1459 (reg.nrs. 31 en 56).
31
1448, 11 mei Derick van Dryenen verklaart, dat Lubbert van Herwen bij het in gebreke blijven van de betaling van de jaarrente wegens de rentebrief van 8 mei 1448 (reg.nr. 30), waardoor deze akte is gestoken, aan al zijn andere goederen mag peinden. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht ende viertich opten heiligen Pynxteravent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 33. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 19 december 1459 (reg.nr. 56).
32
1450, 5 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkondenm dat Henrick ter Bruggen en Alijt, zijn vrouw, een jaarrente van 1 gouden rijnsgulden, gaande uit hun gaarde buiten de Nyerstatpoort bij de schipsmeden, achterwaarts strekkende op de Oelde Diep, verkocht hebben aan Haedewich ten Bongart. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vijfftich up dynsdach nae dominica Cantate. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 45 vso. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504. Hierdoor was gestoken de akte van 12 maart 1470 (reg.nr. 87).
Archiefnummer 84 Pagina 6 van 74
33
1450, 12 juli Johan Kreynck en Evert van den Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Kunne ter Bruggen de rentebrief van 16 april 1448 (reg.nr. 29), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Thomas Yseren en Geryt van der Voerst, kerkmeesters, ten behoeve van het Sint Elisabethsgasthuis binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vijfftich op sunte Margaretenaevent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 63 vso.
34
1450, 17 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Beerntszoon en Hille, zijn vrouw, 1 oude gouden schild, gaande uit hun huis in de Boedikerstraat, verkocht hebben aan Doebbert Andrieszoon. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert ende vijfftich op vrijdach nae Divisionis Apostolorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 18. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en z.j. en over de herbelegging in Henrick Rutters huis in 1513. Hierdoor was gestoken de akte van 1 februari 1454 (reg.nr. 41).
35
1451, 11 april Richter en schepenen van Zutphen keuren de stichting van de broederschap van Sint Anthonys goed en stellen regels vast. In den jaer ons heren duysent vierhondert een ende vijfftich dominica Judica. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 1.
36
1451, 26 mei Gerselis van den Gruythuyss, richter tot Arnhem en van Veluwezoem, oorkondt, dat Johan ten Oeldenberghe en Henrica, zijn vrouw, en Griete, dochter van wijlen Gheryt Setter, een jaarrente van 6 gouden rijnsgulden en een oort, gaande uit een stuk erf en land, dat Weertslach genaamd, gelegen in het kerspel Voirst in de buurschap Tonden, verkocht hebben aan Ceel Keppelman de jonge als “toevengher” van Derick van der Capellen, die reeds een jaarrente van 19 rijnsgulden min een oort hieruit heeft. Gegeven in „t jaer ons heren dusent vierhondert een ende vijfftich des guesdages nae sente Urbanusdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 112 vso. N.B. Hierdoor waren gestoken de akten van 12 maart 1460 en 26 augustus 1461 (reg.nrs. 57 en 65).
37
1452, 3 mei Alphart Schymmelpennynck, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Derick Standers en Gondert, zijn vrouw, een jaarrente van 1½ rijnsgulden, gaande uit hun huis en hofstede met de Huysacker, gelegen in het kerspel Wychmonde, begrensd door de gemene straat, de Yssell en de Hoegenwech, verkocht hebben aan Wychman Reynerszoon en Geertruyt, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert twee ende vijfftich op des heiligen Cruyssdach Inventionis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 100 vso. N.B. Met aantekening dat deze jaarrente teniet is gegaan. Hierdoor was gestoken de akte van 23 september 1459 (reg.nr 52).
38
1452, 7 juni Evert van der Voerst en Evert van den Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Mette van Essen voor zich en voor wijlen haar man Henrick van Essen de rentebrief van 9 januari 1447 (reg.nr. 27), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden, gildemeesters en verwaarders van de Nieuwe Broederschap van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert twee ende vijfftich optes heiligen Sacramentsavent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 47 vso.
Archiefnummer 84 Pagina 7 van 74
39
1452, 24 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Kreyng Alphertszoon en Evert, zijn vrouw, een jaarrente van 4 gouden rijnsgulden uit hun huis in de Cuypikenstraat, achter strekkende aan „s Grevenhoff, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert twee ende vijftich up sunte Jacobsavent in den boewe. a. Oorspr. (inv.nr. 780); het stadszegel is verloren, b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 6. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1505, 1560 en 1570, de aflossing in 1846 en de muntsoorten, waarin de rente betaald en afgelost moet worden. c. Afschrift in inv.nr. 13 (onder nr. 40).
40
1454, 21 januari Steven de Boeze, scholt te Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Henric Nyenhues en Katherine, zijn vrouw, het goed Elardinck, gelegen in het kerspel Wernsfelde in de buurschap Werken, overgedragen hebben aan de olderlieden en gildemeesters van de “Nyer Broederscap” van Sint Anthonysgilde binnen de Grote Kerk van Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vijftich up maendach nae Ponciani martiris. a. Oorspr. (inv.nr. 683), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 89.
41
1454, 1 februari Hermen Berner en Werner Tollener, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Doebbe Andrieszoon en Griete, zijn vrouw, de rentebrief van 17 juli 1450 (reg.nr. 34), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van “der Nyer Broederscap ende Gylde” van Sint Anthonys in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duysent vierhondert vier ende vijfftich op Onser Liever Vrouwenavent purificationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 18. N.B. Doorgehaald.
42
1454, 1 februari Henrick Kolsack en Alphert Schimmelpennynck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan opten Kandeler en Eefse, zijn vrouw, de rentebrief van 21 februari 1432 (reg.nr. 15), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vier ende vijfftich profesto Purificationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 20.
43
1454, 1 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Geryt Budde en Wobbeke, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun gaarde buiten de Laerpoort, aan de straat gelegen, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vier ende vijfftich profesto Purificationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 64 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504, z.j. en de aflossing in 1559.
44
1454, 5 februari Bernt Weerdt en Alijt, zijn vrouw, Geryt Aetsack en Lubbe, zijn vrouw, en Johan en Henrick, zonen van wijlen Henrick Weerdt, verklaren, dat zij de jaarlijkse erfrente van 20 molder rogge, die hun vader had uit het halve goed Aelerdinck, gelegen in de buurschap Warken, benevens hetgeen Henrick Nyenhues aan achterstallige rente aan hun vader schuldig was, overdragen aan de “vorwaerres” (verwaarders) van de Nieuwe Broederschap van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen, zoals hun vader dat met het gilde was overeen gekomen en bij testament had bepaald, en dat Neze, zijn onmondige dochter, deze overdracht zal nakomen.
Archiefnummer 84 Pagina 8 van 74
In den jaer ons heren duesent vierhondert vier ende vijftich up sunte Aghetendach virginis et martiris. a. Oorspr. (inv.nr. 685), met de zegels van de 1e, 3e en 5e oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 88 vso. 45
1454, 28 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Menze Smedeken een jaarrente van 6¼ gouden rijnsgulden gaande uit zijn ¾ gedeelte van zijn huis gelegen voor de Eynckpoort aan de beek, achter grenzende aan de molen, en uit zijn ¾ gedeelte van een huis en gaarde op de Nyerstat aan de Hallerstraat, verkocht heeft aan Geryt Aetsack. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vier ende vijftich dominica Quasi modo geniti. a. Oorspr. (inv.nr. 773); het stadszegel is verloren. N.B. In dorso aantekening over de verandering van de rentevoet van 6¼% in 5% in 1544. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 8 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling, 1504-1560. Een later opschrift vermeldt, dat de rente gaat uit een huis aan de Styenbrugge tegenover het stads gruithuis. N.B. Hiermede was getransfigeerd de akte van 31 maart 1461 (reg.nr. 63).
46
1455, 13 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Loedewich Johanszoon en Beele, zijn vrouw, een jaarrente van 2 pond, gaande uit hun huis op de Nyerstat op de hoek van de straat langs de beek en achter grenzende aan de beek, verkocht hebben aan Elsebe, weduwe van Derick Smedes. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vijff ende vijfftich op vrijdach nae Odulphi confessoris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 46 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling, 1504-1561. Hiermede was getransfigeerd de akte van 14 juli 1463 (reg.nr. 70).
47
1455, 17 oktober Johannes Beers, notaris, instrumenteert, dat heer Johannes de Castroduplo, procurator van de abt en het klooster van Sint Anthonius van de orde van Sint Augustinus de Viena, en Johannes de Benthem en Ernestus Bernardi, procuratoren van de broederschap van Sint Anthonius te Zutphania, ten overstaan van heer Hermannus Boetbergen, kanunnik van de collegiale kerk van Zutphania, Selmannus Keppelman, burgemeester, en Henricus Kaelsack, schepen van Zutphania, een overeenkomst hebben gesloten naar aanleiding van de oprichting van de broederschap te Zutphania, waarbij bepaald wordt, dat de broederschap geen schenkingen zal aanvaarden zonder toestemming van de abt, welke giften voor het klooster en welke voor de broederschap zullen zijn en dat telkenjare als de relieken van Sint Anthonius naar Zutphania komen, de broederschap deze in de kerk met groot eerbetoon zal ontvangen en bij die gelegenheid als erkenning voor de bescherming die zij van het klooster ontvangt, een rijnsgulden zal betalen. Acta fuerunt hec Zutphanie in domo habitationis venerabilis viri domini Rodolphi Bitter decani antedicte ecclesie sita infra emunitatem infra emunitatem eiusdem ecclesie sub anno a nativitate domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo quinto die vero veneris decima septima mensis octobris. Notarieel afschrift door Henricus Hegelen, notaris, in inv.nr. 1, fol. 2.
48
1455, 3 november Henrick, heer tot Wissche, ridder, drost en rentmeester van het land van Zutphen, oorkondt, dat Henrick Smeddinck een maat land, Braemelremaet genaamd, gelegen op de grens van de kerspelen Waernsfelde en Vorden en de buurschappen Warken en Braemele, heeft overgedragen aan Tyman Hynke. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vijf ende vijftich maendach nae Allerheilligendaege. a. Oorspr. (inv.nr. 687), met het zegel van de oorkonder. N.B. Door deze akte is gestoken de akte van 28 april 1479 (reg.nr. 104). b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 99.
Archiefnummer 84 Pagina 9 van 74
49
1456, 11 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wolter Straetenmaker en Alijt, zijn vrouw, een jaarrente van een oude gouden schild, gaande uit hun huis in de Moelenstraat, gelegen naast het huis van de Grote Kerk in de oude stad, achter grenzende aan de stadsmuur, overgedragen hebben aan Evert Messenmaeker en Geertruydt, zijn vrouw. Gegeven in den jaeren ons heren duesent vierhondert seess ende vijfftich op maendach nae sunte Victoersdach geheyten zantgange. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 25. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1546. Hierdoor was gestoken de akte van 5 oktober 1459 (reg.nr. 53).
50
1458, 7 maart Henrick Kolsack en Hermen Berner, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Evert Mengerynck en Beerte, zijn vrouw, de jaarrente, vermeld in de akten van 15 oktober 1446 en 16 december 1446 (reg.nrs. 24 en 26), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van het Sint Anthonysgilde binnen de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende achte ende vijfftich op dynsdach nae dominica Oculi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 23 vso.
51
1458, 2 september Andries Yseren Tonyszoon en Herman Berner, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Gelys Yseren en Alijt, zijn vrouw, ter ere Gods en voor de zielen van zichzelf, hun ouders en vrienden, de helft min een zesde deel van de helft van de helft van een jaarrente van 7 gouden kronen, gaande uit het goed Gaesekeshorst [onder Wichmond] hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren M° CCCC° acht ende vijfftich op saterdach nae Egidii abbatis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 80. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1509.
52
1459, 23 september Johan Kreynck en Aernt Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Geertruyt, weduwe van Wychman Reynersz., en Griete, haar dochter, de rentebrief van 3 mei 1452 (reg. 37), waardoor deze akte is gestoken, ter ere Gods, voor hun ziel en die van Wychman voornoemd, hebben geschonken aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer onss heren M° CCCC° LIX° op sonnendach nae Mauritii. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 101 vso.
53
1459, 5 oktober Evert Schoeldeman en Aernt Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Evert Mesmaeker en Geertruyt, zijn vrouw, de rentebrief van 11 oktober 1456 (reg.nr. 49), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk, onder behoud van de lijftucht die transportanten en hun zoons broeder Engelbert en broeder Johan, jacobijnen en conventsbroeders van de Predikorde binnen Zutphen, aan deze jaarrente hebben. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende negen ende vijfftich op vrijdach nae Remigii confessoris et episcopi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 25. N.B. Doorgehaald.
54
1459, 13 oktober Steven de Boeze, scholt te Zutphen binnen en buiten, oorkondt dat Andries Iseren en jonkvrouwe Willem, zijn vrouw, een jaarlijkse stedigheid van 4 molder min een schepel rogge, gaande uit de Hulst, en van 2½ molder rogge uit de Haevick ter ere Gods voor hun zielen en die van hun ouders en vrienden gegeven hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonusgilde in de Grote Kerk.
Archiefnummer 84 Pagina 10 van 74
Gegeven in den jaer ons heren duesent CCCC° end LIX op sunte Calixtusavent pape et martiris. a. Oorspr. (inv.nr. 810), met een fragment van het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 120. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en 1561. 55
1459, 7 november Gerselis van den Gruythuys, richter tot Arnhem en van Veluwenzoem, oorkondt, dat Henrick Stuerman 300 rijnsguldens schuldig is wegens medegave aan zijn schoonzoon en dochter mr. Reyner Oesterhuys en Armgart, waarvoor hij jaarlijks 18 rijnsguldens zal betalen uit zijn aandeel in het goed te Kortenoever, gelegen in het ambt Brummen in het kerspel Wychmont. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert neghen ende vijfftich op sunte Wilbrortzdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 117. N.B. Doorgehaald. Hierdoor was gestoken een akte van 3 januari 1467 (reg.nr. 78).
56
1459, 19 december Henrick Kreynck en Aernt Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Lubbers van Herwen en Fye, zijn vrouw, de jaarrente, vermeld in de akten van 8 en 11 mei 1448 (reg.nrs. 30 en 31), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen, deels dienende tot betalig van drie preuvingen, gesticht door Lubbert en zijn vrouw voornoemd, deels tot aflossing van een andere door hen geschonken jaarrente. Gegeven in den jaer ons heren duesent CCCC° ende LIX op wonsdach nae Lucie virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 33 vso. N.B. Doorgehaald.
57
1460, 12 maart Evert Asse en Werner Tollener, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Derick van der Capellen en Andriesken, zijn vrouw, de helft van twee rentebrieven, namelijk van één van 18¾ rijnsgulden en van één van 6¼ rijnsgulden, welke laatste 26 mei 1451 is gevestigd (reg.nr. 36), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Henrick Kreynck. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende sestich op wonsdach nae dominica Reminiscere in der vasten. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 113 vso. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 26 augustus 1461 (reg.nr. 65).
58
1460, 26 november Garselis van den Gruythuys oorkondt, dat hij ten tijde dat hij richter was, een kondschap heeft afgegeven dat Jutte ten Veen jaarlijks een halve blauwe gulden uit haar goed verschuldigd was, maar hem hiervan de onjuistheid is gebleken en verklaart haar schadeloos te zullen houden. Gegeven in den jaer onss heren dusent vyerhondert ende tsestich des neesten woensdaiges post Katherine virginis. a. Oorspr. op papier (inv.nr. 737); het opgedrukt zegel van de oorkonder is verloren. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 139.
59
1461, 5 februari Johan van der Capellen en Werner Tolner, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henrick Aerntszoon en Fye, zijn vrouw, de rentebrief van 6 februari 1447 (reg.nr. 28), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van het “scroedergilde”. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert een ende sestich op donredach nae Onser Lieve Vrouwen purificationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 61. N.B. Door deze akte was gestoken de akte van 1 juli 1478 (reg.nr. 100).
60
1461, 20 februari Andries Iseren Tonyszen en Werner Tolner, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Wyer Taverkamp en Neze, zijn vrouw, de jaarrente, vermeld in de akten van 8 januari 1424 en 2
Archiefnummer 84 Pagina 11 van 74
december 1440 (reg.nrs. 14 en 18), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Willem Leerynck en Henrick Kreynck ten behoeve van het huis en de vergadering geheten in ‟t Spittaell. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert een ende tsestich op vrijdach nae Valentini ma[r]tiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 15 vso. N.B. Doorgehaald. Door deze akte was gestoken de akte van 23 juni 1461 (reg. 64). 61
1461, 10 maart Henrick van Avereynck, richter te Heyngloe op den Goy, oorkondt, dat Beernt van Avereynck, zijn vader, en Zweder Regenynck en Beernt Mockynck als zaakwaarnemers en borgen van de oorkonder, wegens een schuld van 50 gouden rijnsguldens een stuk land in Veltkens Eynck gelegen, begrensd door Bruenrynx hanck, Avereyncker Brynck en het Veltken, verpanden aan Johan ten Broyll Reyntkenszoon en diens moeder en belooft de voorwaarden te zullen nakomen. In den jaeren ons heren duesent vierhondert een ende tsestich des dynxdages nae Oculi in der vasten ende nae den heiligen joncfrouwendach Perpetue et Felicitatis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 81. N.B. Het opschrift luidt: Van Raesfeltsguet toe Hengele. Hierdoor waren gestokende akten van 24 november 1480 en 23 augustus 1484 (reg.nrs. 109 en 130).
62
1461, 23 maart Steven de Boese, scholt te Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Egbert Hissynck en Leisken, zijn vrouw, en Henrick zijn oudste zoon, een jaarrente van 4 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit het goed ten Stroede, gelegen in het kerspel Voirden buurschap Linden bij de Moderbonck, verkocht hebben aan Gerit Ruether de jonge en Lamme, zijn vrouw, en dat de onmondige kinderen uit het eerste huwelijk van Egbert voornoemd deze overdracht van kracht zullen laten. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert ind een en tsestich op maendach nae dominica Judica. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 128 vso. N.B. Hierdoor waren gestoken de akten van 6 oktober 1462 en 23 juni 1506 (reg.nrs. 68 en 215).
63
1461, 31 maart Andries Iseren Tonyszoon en Werner Tolner, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Geryt Aetsack en Lubbe, zijn vrouw, de jaarrente van 28 april 1454 (reg.nr. 45), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert ende een ende sestich op dynsdach nae den heiligen Palmdach. a. Oorspr. (inv.nr. 773), met het licht geschonden zegel van de eerste oorkonder en een fragment van dat van de tweede oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 8 vso.
64
1461, 23 juni Evert van der Voerst en Willem Leerynck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henrick Kolsack en Herman Berner, op bevel der schepenen beheerders van de vergadering en het huis geheten in ‟t Spitaell binnen Zutphen, de jaarrente, vermeld in de akten van 8 januari 1424, 1 december 1440 en 20 februari 1461 (reg.nrs. 14, 18 en 60), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesnt vierhondert ende een ende tsestich op sunte Johansavent te myddensoemer. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 15 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de herbelegging in een huis in de Hofstraat in 1518.
65
1461, 26 augustus Andries Iseren Tonysz. en Evert Asse, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henrick Kreynck en Griete, zijn vrouw, de jaarrente, vermeld in de akten van 26 mei 1451 en 12 maart
Archiefnummer 84 Pagina 12 van 74
1460 (reg.nrs. 36 en 57), waardoor deze akte is gestoken, overgedragen hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren M° CCCC° ende een ende sestich op guedensdach nae Bartholomei apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 114. 66
1462, 16 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Gortemaeker en Alijt, zijn vrouw, een jaarrente van een oude gouden schild, gaande uit hun huis op de Schupstoell, hebben verkocht aan Griete van Wychmonde en aan Henrick Kreynck en Evert Scholdeman, “verwaerre der onmondiger kynder bynnen Zutphen”, ten behoeve van Truede en Johan, onmondige kinderen van Griete voornoemd. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende twee ende sestich op dynsdach nae Valentini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 34 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504. Hierdoor was gestoken de akte van 9 oktober 1489 (reg.nr. 157).
67
1462, 12 juli Johan die Boeze, scholt te Zutphen binnen en buiten, oorkondt dat Jacob Bungener en Fenne, zijn vrouw, een jaarrente van 9 gouden rijnsgulden en 1½ oort rijnsgulden, gaande uit hun goed Harrecamp, gelegen in het kerspel Gorsloe in de buurschap Eysschede, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende twee ende tsestich op sunte Margaretenaevent der heiliger joncfrouwen. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 105 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en conversie van de rentevoet in 1519.
68
1462, 6 oktober Henrick die Boese, tynsheer van het goed ten Stroede, hecht zijn goedkeuring aan de vestiging van een jaarrente in dit goed bij de akte van 23 maart 1461 (reg. 62), waardoor deze akte is gestoken. Gegeven in den jair ons heren M° CCCC° tweensestich op guedensdach nae Remigii episcopi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 29. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 23 juni 1506 (reg.nr. 215).
69
1463, 1 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Derick Egbertszoon en Hermanna, zijn vrouw, een jaarrente van 4 gouden rijnsguldens, gaande uit hun huis op de Schippestoell, verkocht hebben aan Lumme, weduwe van Johan van Holten, en Metteken, dochter van Johan voornoemd. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende drie ende sestich op vrijdach nae dominica Judica. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 70. N.B. Met aantekening over een latere rentebetaling.
70
1463, 14 juli Andries Iseren Tonysz. en Henrick Kreynck, schepenen te Zutphen, oorkonden, dat Elsebe, weduwe van Derick Smedes, de rentebrief van 13 juni 1455 (reg.nr. 46), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Gerit Aetsack. Gegeven in den jaer ons heren M° CCCC° drie ende sestich op donredach nae Margrete virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 47.
71
1464, 16 november Henrick Taeverenck, gezworen richter te Hengeloe op den Goeye vanwege de hertog van Gelre enz., oorkondt, dat Aelbert Hederinck een jaarrente van 6 molder winterrogge,
Archiefnummer 84 Pagina 13 van 74
zutphense maat, gaande uit het goed Hederinck, gelegen in het kerspel Hengele opten Goye bij het goed Wissinck, verkocht heeft aan Johan te Calfzeler en dat Willem Mentinck en Reynt Wernerdinck zich hebben borg gesteld. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert vier ende tsestich op vridach nae sunte Martensdach in den wynter. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 144. N.B. De akte, die hierdoor was gestoken, is niet afgeschreven. 72
1465, 21 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij met toedoen en goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 7½ rijnsgulden, gaande uit de stadsrenten, -goederen en inkomsten, verkocht hebben aan Claes Bisschop. Gegeven in den jaere ons heeren duesent vierhondert ende vieff ende sestich op sunte Petersaevent ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Door deze akte waren gestoken akten van 1470, 1486 en 1559, die niet zijn afgeschreven, en akten van 23 januari en 19 februari 1621, waarbij deze rente werd overgedragen aan de Sint Anthonis Grote Broederschap (inv.nr. 766).
73
1465, 1 maart Evert Scholdeman en Aernt Iseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Wolbert Schoeldeman de jaarrente, vermeld in de akten van 30 oktober 1443, 28 maart 1444 en 4 april 1444 (reg.nrs. 19, 20 en 21), overgedragen heeft aan Henrick Kolsack en Geryt Aetsack, olderlieden, en Johan van Benthem en Henrick Huessman, gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk van Sint Walburg binnen Zutphen. Gegeven in de jaeren ons heren duysent vierhondert ende vijff ende tsestich opten yersten vrijdach in der heiliger Vasten. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 17. N.B. Doorgehaald.
74
1468, 19 september Geryt die Jegher van Padtbroick, richter tot Aernhem en van Veluwenzoem, oorkondt, dat Derick van den Hoevell en Styn, zijn vrouw, een jaarrente van 3 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun goederen Hengeler en des Vryesenguet, met een halve waar in de Empmerck, gelegen in het kerspel van Opvoirst in de buurschappen Emp en Noirtemp, verkocht hebben aan Johan Meggynck als een “toevenger” voor de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jaar onss heren duesent vierhondert vijff ende tsestich des donredages post Lamberti etc. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 111 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504, 1561 en z.j. en over de verkoop van de rente.
75
1466, 12 april Johan Meyntinck, richter tot Hengell vanwege de hertog van Gelre enz., oorkondt, dat Johan en Henrick Haedekinck, gebroeders, een jaarrente van 6 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun thynsgoed Haedekinck, gelegen in het kerspel Hengell, hebben verkocht aan Johan te Kalfsler, dat Willem Meyntinck en Herman Vroedinck zich hiervoor hebben borg gesteld en dat zij zich bij niet betaling hebben verbonden tot leisting met een paard en een boetebeding van 1 molder rogge voor iedere week achterwege blijven van de betaling. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende sess ende tsestich op saeterdach nae den heiligen Paischdach. a. Oorspr. (inv.nr. 803), met de zegels van de oorkonder, Johan Haedekinck en Willem Meyntinck; dat van Herman Vroedinck is verloren. N.B. In dorso verklaring van Jan, Koert en Albert te Kalferse, gebroeders, dat de helft van de jaarrente is afgelost. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 164 vso. N.B. Met aantekening over de betaling in 1561 en dat door de aankoop van het Seystersgoed of Haedekinckkamp door de olderlieden in 1608 deze halve rente niet meer wordt ontvangen.
Archiefnummer 84 Pagina 14 van 74
76
1466, 18 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Tonys Qwyst en Ermgart, zijn vrouw, een jaarrente van twee oude gouden schilden, gaande uit hun huis in de Moelenstraat, achter strekkende aan de stadsmuur, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende sess ende sestich op vrijdach nae sunte Margrietendaege virginis et martiris. a. Oorspr. (inv.nr. 786), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. N.B. In dorso namen van eigenaren van dit huis. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 29 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504, 1546, 1556, 1561 en conversie in 1556.
77
1466, 24 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Willem van Roddeloe en Nese, zijn vrouw, een jaarrente van 2 oude gouden schilden, gaande uit hun huis in de Hoffstraat, verkocht hebben aan Henrick van den Oestendorpe. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert sees ende sestich op sunte Jacobsaevent in den bouwe. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 35 vso. N.B. Doorgehaald. Hierdoor waren gestoken de akten van 28 juli 1468 en 2 september 1470 (reg.nrs. 83 en 105). Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en 1561 en over de aflossing en herbelegging in 1556 en 1566.
78
1467, 3 januari Evert van Leyden en Gelmer Gelmers, schepenen van Deventer, oorkonden, dat mr. Reyner Oesterhuys en Armgart, zijn vrouw, de rentebrief van 7 november 1459 (reg.nr. 55), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent vierhondert soeven ende tsestich des saterdages nae nijenjaersdage. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 118. N.B. Met aantekening over de wijziging van de rentevoet.
79
1467, 20 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Buck en Haedewych, zijn vrouw, en Mercelys then Ryne een jaarrente van 2 gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Spronckstraat en hun hof en gaarde buiten de Hospitaelspoort, achter strekkende aan Onser Lyever Vrouwencamp, verkocht hebben aan Geryt Buynynck en Zwene, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert soven ent sestich op vrijdach na dominica Invocavit. a. Oorspr. (inv.nr. 796), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. In dorso aantekening dat 1 gulden uit de hof is gelost. Door de akte is gestoken de akte van 24 januari 1504 (reg.nr. 202). b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 38 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en 1561.
80
1467, 24 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Benzeler en Mechtelt, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun huis buiten de Laerpoort, verkocht hebben aan Beernt Byll en Alijt, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert soeven ende sestich op vrijdach profesto Jacobi apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 62 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1516. Hierdoor was gestoken de akte van 7 april 1483 (reg.nr. 120).
Archiefnummer 84 Pagina 15 van 74
81
1468, 19 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Aernt Voervechter en Heylewich, zijn vrouw, een jaarrente van 1½ gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis buiten de Laerpoort, verkocht hebben aan Henrick en Willem Mommenhof, gebroeders. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht en tsestich op vrijdach post Valentini martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 68 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504. Hierdoor was gestoken de akte van 12 april 1469 (reg.nr. 85).
82
1468, 9 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan van Geysteren en Griete, zijn vrouw, Huebert van Geisteren en Hille, zijn vrouw, Johan van Onna en Nese, zijn vrouw, Evert Ebbynck en Bartruyt, zijn vrouw, Geryt Kannenmaeker als procurator van Lubbert en Derick Ebbynck, een jaarrente van 5 gouden rijnsgulden en een oort, gaande uit hun huis, gelegen aan de Saltmerckte naast de Blanckenburch, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht ende sestich opten heiligen Palmaevent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 39 vso. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en “hier en boert mij nyet”.
83
1468, 28 juli Henrick Kolsack en Aernt Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henrick van den Oestendorp de rentebrief van 24 juli 1466 (reg.nr. 77), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Johan, Jutte en Claere, onmondige kinderen van Goessen Kerckhellen en Alijt, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht ende sestich op donredach nae sunte Jacobsdach in den bouwe. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 35 vso. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 2 september 1479 (reg. 105).
84
1468, 5 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Geertruyt, weduwe van Johan Aerntszoon een jaarrente van 4 pond, gaande uit haar huis op de Schuppstoell, achter strekkende aan de straat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer onss heren duesent vierhondert ende acht ende sestich op saeterdach nae Alle Heiligendaghe. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 40. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504, 1543 en 1561.
85
1469, 12 april Hendrick Kreynck en Johan van der Capellen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Willem Mommenhoff de helft van de jaarrente, vermeld in de akte van 19 februari 1468 (reg.nr. 81), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Henrick Mommenhoff, zijn broeder. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert neghen ende sestich op wonsdach nae Belaeken Paeschen. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 69.
86
1469, 13 juli …Johan van Lymborch, proost van het klooster te Werden, beleent Berend tem Veyne Johan Dolenzoon niet het goed tem Veyn, gelegen in het kerspel Halle, ten Stichtsen recht van Werden behoudens de rechten van Reyneken tem Veyn Dolenzoon. In den jaren unses heren doe men schreyff dusent veyrhondert negen ind sestich opp sunt Margretendach der hylger jonckfrouwen etc. a. Oorspr. (inv.nr. 738), met het geschonden zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 139.
Archiefnummer 84 Pagina 16 van 74
87
1470, 12 maart Henrick Kolsack en Willem Rense, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Hadewich ten Bongart de rentebrief van 5 mei 1450 (reg.nr. 32), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk, om hiervoor jaarlijks olie voor de armen te kopen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert soeventich op sunte Gregoriusdach pape. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 46.
88
1470, 15 mei Johan Kribbe en Henrick Asse, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Hille, weduwe van Vranck van Zweten, en Geryt en Hille, hun oudste en mondige kinderen de rentebrief van 2 augustus 1446 (reg.nr. 23), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert soeventich op dynsdach nae dominica Jubilate. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 24. N.B. Hille is een dochter van Henrick Seewinck.
89
1470, 10 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Ludolph Coster een jaarrente van een pond, gaande uit zijn helft van de Swypercamp, gelegen op de Zutphenre Eynge tussen de Lange Maet en Holsterbroick, grenzende aan de Haedekynckcamp en de straat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duysent vierhondert ende tsoeventich op saeterdach nae Willibrordi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 30. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1507.
90
1471, 4 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Herman Baynck en Essele, zijn vrouw, en Lubbe, zijn moeder, een jaarrente van een pond, gaande uit hun huis buiten de Laerpoort, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde. Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert ende eyn ende tsoeventich op sunte Aghatenaevent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 65 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1557.
91
1471, 24 november Gherrit van Hacforden, drost, beleent Henrick Tympe als oudste zoon na dode van zijn vader Henrick Tympe met een jaarlijkse stedigheid van 7½ molder uit de goederen Kegelholt en Barlehorst, gelegen in het kerspel Lochem. Ghegeven in den jair ons heren dusent vieerhondert een ende tseventich op suncte Katherinenavent der hilligher joncfrouwen. a. Oorspr. (inv.nr. 805), met een fragment van het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 93 vso.
92
1472, 25 januari Gijsbert Lansynck, scholt te Zutphen binnen en buiten oorkondt dat Aelbert Londynck geheten ter Mate en Alijt, zijn vrouw, een kamp land, geheten Londincks Hercken, begrensd door de weg tussen Londincks Hoeff en het Hercken, de Werckenssche mark, Hermelinck Byvanck en de steeg van Gesynck naar de mark, gelegen in het kerspel Wernsvelde in de buurschap Wercken, hebben overgedragen aan Henrick Addynck en Mechtelt, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ind twe en tsoeventich op sunte Pauwelsdach conversionis. a. Oorspr. (inv.nr. 686), met het geschonden zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 131.
93
1472, 16 maart Henrick, heer tot Homoit en Wisch, oorkondt, dat hij zijn goedkeuring hecht aan de overdracht van de kamp, genaamd Londynck Haircken, gelegen in het kerspel Wa[r]nsvelt, dat behoorde
Archiefnummer 84 Pagina 17 van 74
tot zijn thynsgoed Londynck, door Aelbert ther Maet geheten Londynck en Aleyt, zijn vrouw, aan Henrick Addynck. Gegeven in den jair onss heren dusent vierhondert ind twe ind tseventich des neisten manendags nae den sondach Judica. a. Oorspr. (inv.nr. 686), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 131 vso. 94
1472, 23 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 2 gouden rijnsguldens, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan Hermen Panser en Berte, zijn vrouw. Gegeven in den jair onss heren duysent vierhondert twe en tseventich op sunte Johansavent tho midzoemer. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 14. N.B. Met aantekening over een conversie van de rentevoet in 1551. b. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Door deze akte waren gestoken de akten van 18 april 1476 en 24 september 1512 (reg.nrs. 96 en 228).
95
1475, 7 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gotschalck de Hoeffsche en Griete, zijn vrouw, een rentebrief van 1½ pond, gaande uit hun huis [gelegen in de Beukerstraat] verkocht hebben aan Herman Bruyns en Lys, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert ende vijff ende tsoeventich op guedensdach nae sunte Bonifaesdach et sociorum eius. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 19. N.B. Doorgehaald. Met bijgeschreven aantekeningen over de rentebetaling en de aflossing in 1518. Door deze akte was gestoken de akte van 2 juli 1483 (reg.nr. 121), blijkens welke dit huis in de Beukerstraat lag.
96
1476, 18 april Conrat Schymmelpennynck en Henrick Asse, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Herman Panser en Berte, zijn vrouw, de rentebrief van 23 juni 1472 (reg.nr. 94), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Jutte Spallen. Gegeven in den jair onss heren duysent virhondert sess en tseventich op den donredach na Passchen. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 14. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 24 september 1512 (reg.nr. 228).
97
1477, 21 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Werner ten Buerle en Alijt, zijn vrouw, een jaarrente van 3½ pond, gaande uit hun hofstede buiten de Spittaelspoort, achter strekkende aan de stadsgracht, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert soeven ende soeventich op sunte Petersaevent ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 57.
98
1477, 24 mei Olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen oorkonden, dat zij wegens de rente van 200 rijnsguldens uit Rectingweert en de 80 rijnsguldens, die Henrick Kreynck en joffer Griet, zijn vrouw, aan het gilde gegeven hebben, 3½ rijnsgulden ‟s jaars schuldig zijn aan het corpus van gemene vicarissen in de Grote Kerk, waarvoor deze vijf jaargetijden zullen houden voor Henrick Kreynck, Johan Kreynck, zijn vader, Nese Kreynck, zijn moeder, joffer Margriet van Baeck, zijn eerste vrouw, en voor joffer Margriet, zijn tegenwoordige vrouw. Gheven in ‟t jaer onss heren duysent vierhondert soeven ende tseventich op den heiligen Pynxteravent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 3.
Archiefnummer 84 Pagina 18 van 74
99
1478, 20 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 7 pond, gaande uit de stadsrenten, -goederen en inkomsten, verkocht hebben aan Derick van Kranenborch en Truede, zijn vrouw. Gegeven in den jair ons heren dusent vierhondert acht ind tsoventich op den vrijdach nae den sonnendach Remyniscere. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 12 vso. N.B. Met aantekening over de conversie van de rentevoet, 1551. b. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 17 mei 1505 (reg.nr. 212).
100
1478, 1 juli Henrick van Leisten en Coert Schymmelpennynck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Beernt Wassinck en Evert Zantacker, gildemeesters van het “scroedergylde” binnen Zutphen, de jaarrente, vermeld in de akten van 6 februari 1447 en 5 februari 1461 (reg.nrs. 28 en 59), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende acht ende soeventich op Onser Liever Vrouwenaevent visitationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 61 vso.
101
1478, 16 september Evert van der Voerst erkent een jaarrente van 1 zutphens pond, gaande uit het goed die Voorst, gelegen in het kerspel Wernsfelde, verkocht te hebben aan de gildemeesters van Anthonysgilde in de Oude stad binnen Zutphen in de Sint Walburghenkerk. Gescreven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert acht ende tsoeventich op sunte Lambertsavent des heiligen martelers ende bysschops. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 106 vso.
102
1478, 9 november Johan Mom van Kelle, landdrost van Zutphen, oorkondt, dat Johan Enserinck en Willem, zijn vrouw, het goed de Groeten Ryeffeler, met zijn pootbrink (”potbryncke”) en vier meden, namelijk de Huesmaet, de Brynckmaet, Bruenremaet en Ryeffeler Slach, gelegen in het kerspel Hengell, buurschap Bekevelt, doch met uitzondering van een stuk land dat achter op de Campe is afgepaald, heeft overgedragen aan Derick den Wytten en Jutte, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht ende soventich op maendach nae sunte Willebrortsdach. a. Oorspr. (inv.nr. 645), met de licht geschonden zegels van de oorkonder, de gerichtsman Johan Raven en de tynsheer Johan Rederinck en een fragment van het zegel van de gerichtsman Kerstken Scherpinck. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 91.
103
1478, 12 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Hungerinck en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun huis op de Nyerstat en uit een hof en gaarde buiten de Nyerstatpoort, verkocht hebben aan Willem Buedelmaeker en Geertruyt, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht ende soeventich op sunte Lucienaevent virginis et martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 48 vso. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en “hyer en boert mij nyet”.
104
1479, 28 april Beernt van Holthuesen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Tyman Hynke en Foyse, zijn vrouw, een maat land, geheten Braemelremaat, omschreven in de akte van 3 november 1455 (reg.nr. 48), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert negen ende soventich op guedensdach nae Marcusdach evangeliste. a. Oorspr. (inv.nr. 687), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 99 vso.
Archiefnummer 84 Pagina 19 van 74
105
1479, 2 september Willem van Rodderloe en Derick van den Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan Verwer en Clara, zijn vrouw, de jaarrente, vermeld in de akten van 24 juli 1466 en 28 juli 1468 (reg.nrs. 77 en 83), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert negen ende soeventich op donredach nae Egidii abbatis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 36.
106
1479, 31 december Johan Leyendecker en Gryete, zijn vrouw, verklaren, dat zij een stuk land, de Stockeracker genaamd, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Vyerackeren, grenzende aan de Moelenmaet en de Moelenstraat, hebben geschonken aan het Sint Anthonysgilde in de Oude stad binnen Zutphen in de Grote Kerk, met behoud van het recht van inlossing door de bezitter van het leengoed Eesynck. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert negen ende tsoeventich op des heiligen nyenjaersavent geheyten circumcisio domini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 103 vso.
107
1480, 20 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Leyendecker en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 4 gouden rijnsguldens, gaande uit hun huis in de Vleysshouwersstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildermeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert achtentich op sunte Agneetenaevent virginis et martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 39. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en 1543 en over de aankoop van dit huis door de broederschap.
108
1480, 3 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Aernt van den Walle Derickszoon een jaarrente van 8 gouden rijnsguldens, gaande uit zijn huis in de Waeterstraat, gelegen naast het huis van heer Johan Boeven, kanunnik, achter strekkende aan huis en hof van de vicarissen van Sint Martensaltaar, met een uitgang naar de Beckerstraat, verkocht heeft aan Peter Kreyncg en joffer Adriaen, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren dusent virhondert tachtentich op dinsdach nae sunte Remeysdach confessoris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 31. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen dat door aflossing de jaarrente 4¾ gulden bedraagt. Met aantekening over de algehele aflossing in 1538. De drie akten, die hierdoor waren gestoken, zijn niet afgeschreven.
109
1480, 24 november Johan van Seyst, richter toe Hengell opten Goy vanwege de hertog van Ghelre en van Gulick, graaf van Zutphen, oorkondt, dat Henrick ten Broyll en Engele, zijn vrouw, een stuk land, gelegen in het kerspel Hengell op Veltkens Enghe, tussen Bruenrincks dam en de Avereyncks Brynck en het Veldeken, zoals dit omschreven is in de akte van 10 maart 1461 (reg.nr. 61), waardoor deze akte is gestoken, hebben verkocht aan Derick van Raesvelde onder behoud van het recht van lossing. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert tachtentich op sunte Katherinenavent virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 82. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 23 augustus 1484 (reg.nr. 130).
110
1480, 13 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Beernt Eernst en Styne, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ gouden rijnsguldens, gaande uit hun hof en gaarde in het Pulsbroek,
Archiefnummer 84 Pagina 20 van 74
verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert tachtentich op sunte Luciendach virginis et martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 22 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over een rentebetaling. 111
1481, 7 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Geryt Coster en Tonys, zijn vrouw, een jaarrente van 2 pond, gaande uit hun hof en gaarde buiten de Spittaelspoort, achter strekkende aan de stadsgracht, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde. Gegeven in den jaer onss heren duesent vierhondert eyn ende tachtentich op den saeterdach nae Letare Jherusalem. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 57 vso. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504.
112
1481, 18 mei Gherrit van Hacforden bevrijdt ten behoeve van de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen, na opdracht door Hendrik Tympe, de jaarlijkse stedigheid van 2 molder rogge, 2 molder gerst en de smalle tiend uit het erf Keelholt en die van 2 molder rogge en de smalle tiend uit het erf Baerhorst, gelegen in het kerspel Lochem, van de leenroerigheid aan de heerlijkheid Vorden. Ghegeven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert een ende tachtentich op den neesten vridach nae sunte Servaesdach des hilligen biscops. a. Oorspr. (inv.nr. 805); het zegel van de oorkonder is verloren. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 94. N.B. Met aantekening over de betaling in 1504.
113
1481, 30 mei Claeus van Keppell, scholt binnen en buiten Lochem, oorkondt dat Henrick Tympe een jaarlijkse stedigheid van 2 molder rogge en 2 molder gerst en de smalle tiend uit het goed Keelholt en een jaarlijkse stedigheid van 2 molder rogge en de smalle tiend uit het goed Baerhorst, gelegen in het kerspel Lochem in de buurschap Duchteren, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde binnen Zutphen in de Grote Kerk. Ghescreven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert een ende tachtentich op vigilia Ascencionis Domini. a. Oorspr. (inv.nr. 804), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 94 vso.
114
1481, 11 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wyse Bredenoirt haar beide huisjes in de Bornhavestraat bij de Spittaelspoort, grenzende aan het huisje, de Rondielstoren genaamd, en een boog, achter strekkende aan de stadsmuur, overgedragen heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaeren onss heren duysent vierhondert eyn ind tachtentich opten maenendach nae den heiligen Pinxterdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 38. N.B. In 1556 overgedragen aan het Spittaal (Oud-rechterlijk archief Zutphen, inv.nr. 483, kentenissen 1555/56 fol. 170 vso).
115
1481, 25 augustus Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Berte Pansen, Gerrit Bontwercker en Fye, zijn vrouw, Henrick, Panse, Philips en Hensken, kinderen van Berte voornoemd, een jaarrente van 2½ pond, gaande uit hun hof en gaarde, gelegen buiten de Nyerstatpoort tussen de gaarden van de Proosdij van Zutphen en die van O.L. Vrouwenkerk opter Nyerstat, verkocht hebben aan Giele Wyltynck. Gegeven in den jair ons heren dusent vierhondert eyn ind tachtentich opten saterdach post Bartholomei. a. Oorspr. (inv.nr. 788), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad.
Archiefnummer 84 Pagina 21 van 74
N.B. Hierdoor waren gestoken de akten van 24 september 1487 en 18 januar 1522 (reg.nrs. 147 en 262). b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 75. N.B. Met aantekening over de waarde van de goudgulden. 116
1482, 22 februari Derick Mentynck en Jutte, zijn vrouw, verklaren van de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde binnen Zutphen in de Grote Kerk een stuk land, genaamd de Stocketacker, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Vyerackeren, grenzende aan de Moelenmaet, gepacht te hebben voor 1 koopmans rijnsgulden. Ghegeven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert twee ende tachtentich op sunte Petersdach ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 104. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de betaling van de pacht in 1504 en over de aflossing.
117
1482, 3 april Steven van Kervenhem oorkondt als tynsheer, dat Aernt van Vorden en Lamme, zijn vrouw de halve hofstede met een halve maat, Saerynckmaet genaamd, gelegen in het kerspel Hengell in de buurschap Bekevelt, hebben overgedragen aan Derick die Witte en Jutte, zijn vrouw. Ghegeven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert twy ende tachtentich op den hilligen Schortellwonsdach. a. Oorspr. (inv.nr. 645), met het zegel van de oorkonder en dat van Aernt van Vorden. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 92 vso.
118
1482, 8 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gelmer then Wall en Margriet, zijn vrouw, erkend hebben een jaarrente van 6 rijnsguldens en een oort uit hun huis in de Waeterstraat, gelegen langs de steeg, strekkende tot de stadsmuur, schuldig te zijn aan Esken Raeven en Alijt, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert twe ende tachtentich op den maenendach nae den heiligen Paischdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 4. N.B. Doorgehaald. De rente is in 1494 veranderd in 4 gouden rijnsgulden en 9 Philipsstuivers. Hierdoor was gestoken de akte van 11 april 1494 (reg.nr. 176).
119
1482, 1 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Derick Ottenzoon geheten van Obelle en Lysken, zijn vrouw, een jaarrente van 1 gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Korte Hoffstraat, verkocht hebben aan Aernt Peynen. Gegeven in den jaeren ons heren duysent vierhondert twee ende tachtentich op sunte Remeysdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 27. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504. Hierdoor was gestoken de akte van 14 februari 1484 (reg.nr. 126).
120
1483, 7 april Alijt Byl, vrouw van Beernt Bil, en hun dochter Beernt, verklaren, dat zij het Sint Anthonysgilde gewonnen hebben voor Bernt en Alijt, zijn vrouw, voornoemd en dat zij daarvoor de rentebrief van 24 juli 1467 (reg.nr. 80), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van genoemd gilde. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent vierhondert dry ende tachtentich opten neesten maenendach nae octave van Paeschen. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 62 vso. N.B. Doorgehaald.
121
1483, 2 juli Herman Bruens en Lysken, zijn vrouw, verklaren dat zij de rentebrief van 7 juni 1475 (reg.nr. 95), waardoor deze akte is gestoken, gaande uit een huis in de Boedikerstraat, overgedragen aan het Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk, waarmede zij het gilde gewonnen hebben.
Archiefnummer 84 Pagina 22 van 74
Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert drye ende tachtentich op visitatie Marie viginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 19. 122
1483, 21 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Willem Gerytszoon en Aelit, zijn vrouw, een jaarrente van 2 koopmans rijnsguldens, gaande uit hun huis en hof buiten de Laerpoort, achter strekkende aan de Koelsteeg, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde. Gegeven in den jaeren onss heren duesent vierhondert drye ende tachtentich op sunte Marie Magdalenenaevent. Afschrift in inv.no. 1, fol. 68. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat in 1523 deze rente is afgelost met een rentebrief uit een erf te Warken. Vergelijk ook reg.nr. 199.
123
1483, 28 augustus Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Evert Tegerinck en Aleit, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun huis en hof, gelegen in de Laerpoort, achter strekkende aan de Koelsteeg, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde. Gegeven in den jaer onss heren duesent vierhondert drye ind tachtentich op sunte Johansavont decollationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 65. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1555.
124
1483, 15 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerit Rueter en Lamme, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun huis in de Moilenstraat, grenzende aan de gemene steeg, achter strekkende aan de stadsmuur, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde. Gegeven in den jair onss heren duesent vierhondert drie ind tachtentich op sunte Gallenavont. a. Oorspr. (inv.nr. 787), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 28 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en 1561.
125
1483, 7 december Henric van Vorthusen Johanss. en Elsken, zijn vrouw, verklaren, dat zij de smalle tienden uit het goed Alerdynck, gelegen in het kerspel Wernsvelde in de buurschap Wercken, schenken aan Sint Anthonis in de Grote Kerk in Sint Anthonysgilde, “want men dan daer grote karitate van aelmissen voer de kerckdueren alle sonnendage ghifft ende mede van beghencnisse, myssen, luchtinge ende anders”, waarmede zij het gilde hebben gewonnen en hun zielen deelachtig worden aan alle weldaden. Ghegeven in ‟t jar ons heren dusent vierhondert drie ende tachtentich op vigilia concepcionis Marie virginis. a. Oorspr. (inv.nr. 688), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 90. N.B. Met aantekening over de afstand door de heer van Bronckhorst van zijn leenrecht d.d. 17 augustus 1546.
126
1484, 14 februari Griete, weduwe van Anthonys Yseren, verklaart, dat zij de rentebrief van 1 oktober 1482 (reg.nr. 119), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gescr(even) in ‟t jaer ons heren duysent vierhondert vier ende tachtentich op sunte Valentijnsdach martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 27.
127
1484, 30 april Beernt van Holthusen, schout te Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Jacob van Hacfort en jonkvrouwe Margarieta van Essen, zijn vrouw, een jaarrente van 12 molder winterrogge uit
Archiefnummer 84 Pagina 23 van 74
hun erf, Gruweltsgoed genaamd, gelegen in het kerspel Voirden in de buurschap Veltwijck, te leveren op meiavond of bij het staande kruis in de meimarkt, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk en dat Derick van Hacfoirt zich borg heeft gesteld. Gescreven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert vier ende tachtentich op sunte Philips ende sunte Jacobsavent geheyten meyavent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 85 en 84. N.B. De bladen zijn bij het inbinden omgewisseld en nadien gefolieerd. Doorgehaald. Met aantekeningen over de gedeeltelijke en gehele aflossing. 128
1484, 7 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Egbert Kremer en Fye, zijn vrouw, een jaarrente van 2 pond, gaande uit hun hofstede achter hun huis op de Nyerstat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaere onss heren duesent vierhondert vier ind tachtentich opten vrijdach nae sunte Jansdach ante portam latinam. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 50. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en “hyer en boert mij nyet”.
129
1484, 30 juli Bernt van Holthuysen, scholt te Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Henrick ten Loe en Gertruydt, zijn vrouw, een jaarrente van 2 molder winterroggge uit hun goed dat Loe, gelegen in het kerspel Wernsfelde in de buurschap Wercken, verkocht hebben aan Johan Necken Hermanszoon en dat Geryt Staerinck en Werneer ter Byshorst zich met hun goederen Staerinck, gelegen in de buurschap Wercken, en Byshorst, gelegen in de buurschap Leesten, hebben borg gesteld. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert vier ende tachtentich op vridach na sunt Jacopzdage apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 157 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1543. De hierdoor gestoken akte is niet afgeschreven.
130
1484, 23 augustus Derick van Raesvelde verklaart, dat hij de twee stukken land, gelegen in het kerspel Hengell op Veltkensenck, zoals omschreven in de akten van 10 maart 1461 en 24 november 1480 (reg.nrs. 61 en 109), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgegeven aan Sint Anthonysgilde binnen Zutphen in de Grote Kerk, om daarvan voor de kerkdeur aalmoezen te geven voor de ziel van hem en die van zijn ouders. Gegeven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert vier ende tachtentich op sunte Bartholomeusavent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 83.
131
1485, 18 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Willem Yseren en joffer Willem, zijn vrouw, een jaarrente van 4 gouden rijnsguldens min drie stuivers uit hun huis in de Hoifstraat, uitgaande in de Beckerstraat en Kuypkenstraat, verkocht hebben aan de gildemeesters van Sint Anthoniusgilde. Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert vijff ende tachtentich op vrijdach nae Letare Jherusalem. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 7. N.B. Doorgehaald.
132
1485, 1 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Ludolph Coster en Styne, zijn vrouw, een jaarrente van 2 koopmans rijnsguldens, gaande uit de Haykinckkamp en uit een halve maat, geheten de Swyperpass, gelegen achter aan de Nyestatenck, grenzende aan de Hulsterbrugghe, de straat en de Holstersteeg, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaere onss heren duesent vierhondert vijff ind tachtentich op des hilligen Sacramentsaevent.
Archiefnummer 84 Pagina 24 van 74
Afschrift in inv.nr. 1, fol. 49 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1507. 133
1485, 24 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 5 gouden rijnsguldens, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde binnen Zutphen en dat zij met deze rentebrief en één ten behoeve van Herman Diepenbrynck Warnerss. een rentebrief van Lumme, weduwe van Johan van Holten, en haar onmondige dochter Metteke hebben afgelost. Gegeven in den jaeren onss heren duysent vierhondert vijff ende tachtentich op sunte Jacopsavent. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 9 vso. b. Afschrift in inv.nr. 766.
134
1485, 31 juli Willem van Vyerackeren, leenheer van het goed Yolinck, oorkondt, dat Gerrit Kystenmaker en Geertruyt, zijn vrouw, een jaarrente van 6 koopmans rijnsguldens, gaande uit hun “tweedeell” van hun goed Yolinck, gelegen in het kerspel Wernsvelde in de buurschap Eeffde, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde binnen Zutphen in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert vijff ende tachtentich op sunte Petersavent ad vincula. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 114 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504.
135
1485, 30 september Jan Kreynck en Werner Kailsack, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Bertke Troyen de jaarrenten van 3 pond, vermeld in de akten van 18 december 1373 en 29 oktober 1376 (reg.nrs. 4 en 5) en in de daardoor gestoken akten, waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vijff ind tachtentich op sunte Jeronimusdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 52.
136
1486, 15 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Conrait van Buerloe een jaarrente van 5 gouden rijnsguldens, gaande uit zijn huis in de Torffstraat, achter met de schuur strekkende aan de watermolen en de Predikerbroederhoff, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaeren ons heren duesent vierhondert sess ind tachtentich opten guesdach nae Invocavit. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 29. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504.
137
1486, 22 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Keppelman, kanunnik, een jaarrente van 3 gouden rijnsguldens, gaande uit zijn huis in de Vleyshouwerstraat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde. Gegeven in den jaer ons heren duysent vierhondert seess ende tachtentich op den goensdach nae den heiligen Palmdach. Afgeschrift in inv.nr. 1, fol. 36 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1560.
138
1486, 27 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat heer Anthonius van Buyrll, priester en vicaris in de Grote Kerk, een jaarrente van 6½ gouden rijnsgulden, gaande uit zijn huis aan Zaltmerckt, achter strekkende aan de Roeden Toernestraat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde.
Archiefnummer 84 Pagina 25 van 74
Gegeven in den jaer ons heren duysent vierhondert seess ende tachtentich op den maenendach nae den heiligen Paeschdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 37. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en latere jaren en de aflossing in 1548. 139
1486, 7 september Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 8 gouden rijnsgulden, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, hebben verkocht aan de olderlieden en gemeenslieden van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk, waarmede zij een andere rentebrief hebben afgelost. In den jaer onss heren duesent vierhondertseess ende tachtentich op Onser Liever Vrouwenavent nativitatis. a. Oorspr. (inv.nr. 764), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. N.B. Deze akte is blijkens handschrift en zegel eerst na 1575 vervaardigd, mogelijk ter vervanging van het origineel. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 10 vso. c. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. De afgeloste rentebrief had een rentevoet van 6¼%, de nieuwe van 5%.
140
1486, 28 september Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 8 gouden rijnsguldens, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde, waarmee zij een andere rentebrief hebben gelost. Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert sess ende tachtentich op sunte Michielsavent. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 11. b. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. De afgeloste rentebrief had een rentevoet van 6¼%, de nieuwe een van 5%.
141
1486, 9 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 10½ gouden rijnsgulden, gaande uit de stadsrente, goederen en -inkomsten, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk, waarmede zij twee rentebrieven van 11 en 2 rijnsgulden hebben afgelost. Gegeven in den jaeren onss heren duysent vierhondert seess ende tachtentich op sunte Victoersaevent. a. Oorspr. (inv.nr. 765); het zegel van de stad is verloren. N.B. Deze akte is blijkens handschrift en zegel eerst na 1575 vervaardigd, mogelijk ter vervanging van het orgineel. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 10. c. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. De afgeloste rentebrieven hadden een rentevoet van 6¼%, de nieuwe een van 5%.
142
1486, 10 november Henrick Kreynck en Margarieta, zijn vrouw, verklaren dat zij een jaarrente van 2½ gouden rijnsgulden, gaande uit hun waard., Henrick Kreyncksweerdt genaamd, gelegen in het kerspel Voerst in de buurschap Tonden, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gescreven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert ses ende tachtentich op sunte Mertensavent in den wynter episcopi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 84. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504.
143
1487, 10 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Herman Raven en Lysken, zijn vrouw, een jaarrente van 7 rijnsguldens en een oort, gaande uit hun huis aan de Roggenmarckt, grenzende aan de Wildeman, verkocht hebben aan Johan Raven en Griete, zijn vrouw.
Archiefnummer 84 Pagina 26 van 74
Gegeven in den jair onss heren dusent vierhondert seven ende tachtentich op den dinxdach na den heiligen Palmdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 53 en 71 vso. N.B. Met aantekeningen over de gedeeltelijke aflossing in 1498 en rentebetaling in 1543. Hierdoor waren gestoken twee akten van 26 juli 1498 en 16 februari 1504 (reg.nrs. 189 en 204). 144
1487, 14 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij met toedoen en goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 19 gouden rijnsgulden min een oort, gaande uit de stadsrenten, -goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan Peter Kreinck en joffer Adriaen, zijn vrouw, welke jaarrente door Andries Iseren verschuldigd was en waarmede de stad, met andere rentebrieven, de tol te Zutphen heeft gelost. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert seven ende tachtentich up den hilligen Paeschavont. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 31 vso. b. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Met aantekeningen dat deze jaarrente in 1528 door Reynt van Apeldoirn en joffer Marye is overgedragen aan Johan van Vorden en Machtelt, zijn vrouw. In 1551 is de rentevoet van 6¼% veranderd in 5%. Hierdoor was gestoken de akte van 1 maart 1544 (reg.nr. 310).
145
1487, 4 april Beernt Mengherynck en Geertuyt, zijn vrouw, verklaren, dat zij een jaarrente van 2 gouden rijnsguldens, gaande uit hun hof buiten de Spittaelspoort, gelegen naast de huisarmen van heer Jacob van Hacfort, ridder, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van het gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Ghescreven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert soeven ende tachtentich op den hilligen Paeschaevent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 56. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1537.
146
1487, 23 juni Derick Vroeynck en Griete, zijn vrouw, erkennen dat zij een jaarrente van 3 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun goed Vroynck, gelegen in het kerspel Wernsvelde in de buurschap Vyerackeren, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert soeven ende tachtentich op sunte Johansavent toe mydzommer. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 116. N.B. Doorgehaald.
147
1487, 24 september Arnt Yseren en Henrick van Leysten, schepenen van Zutphen oorkonden, dat Giele Wiltynx de rentebrief van 25 augustus 1481 (reg.nr. 115), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Lambert Slosmecker en zijn vrouw. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert seven ende tachtentich op manendach na sunte Matheusdach. Oorspr. (inv.nr. 788), met het geschonden zegel van de eerste oorkonder; dat van de tweede is verloren. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 18 januari 1522 (reg.nr. 262).
148
1487, 9 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 4 gouden rijnsguldens, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan Johan Rubach. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert soven en tachtentich up sunte Victoirsavont. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 32. N.B. Met aantekening over wijziging van de rentevoet van 6¼% in 5% in 1551.
Archiefnummer 84 Pagina 27 van 74
b. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 19 november 1545 (reg.nr. 322). 149
1488, 12 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerit Mou en Beell, zijn vrouw, en Johan Ratinck een jaarrente van ½ gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis buiten de Spytaelspoort, achter strekkende aan de gracht, verkocht hebben aan Heylewich ten Slick. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert acht ende tachtentich op dynstdach nae sunte Agathendach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 59. N.B. Met aantekening over de aflossing in 1508.
150
1488, 2 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Steven, weduwe van Derick die Woest, en mr. Wychman, haar zoon, een jaarrente van 3 gouden rijnsguldens, gaande uit hun hof in de Kolsteeg, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde en dat zij beloofd hebben, dat wanneer Derick die Woest, die thans uitlandig is, terugkeert, en Eeffze, haar dochter en zijn zuster, mondig geworden is, dezen deze vestenis zullen goedkeuren. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht ind tachtentich op vrijdach nae meydach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 66. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504.
151
1488, 24 september Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan van Zijbergen en Agnes, zijn vrouw, een jaarrente van drie oude schilden, gaande uit hun huis in de Korter Hoffstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert acht ind tachtentich opten goensdach nae sunte Matheusdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 28. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en de herbelegging.
152
1488, 27 oktober Wennemer Lebbynck en Eeffse, zijn vrouw, en Henrick Lebbynck, hun oudste zoon, erkennen een jaarrente van 4 molder winterrogge, zutphensche maat, gaande uit hun saalweer, genaamd Lebbynck, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Vieracker, verkocht te hebben aan Beernt Tyoede en Geertruyt, zijn vrouw, en Aernt Vrusynck en Henrick Lebbynck verklaren zich hiervoor borg te stellen. Gescreven in ‟t jaer ons heren duysent vierhondert ende acht ende tachtentich op sunte Symon ende Judasavent die heilige apostele. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 124 vso. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 14 januari 1508 (reg.nr. 217).
153
1489, 4 februari Bernt van Holthussen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt dat Evert Wyers en Lumme, zijn vrouw, twee stukken land, het éne stuk gelegen in de Sydenenghe, het ander in de Hogeneynghe in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Warken, hebben verpand aan Engelbert Assynck en Mechtelt, zijn vrouw. Ghegeven in ‟t jar ons heren dussent viirhondert nyegen en tachtentich op wonsdach post Blesii episcopi. Oorspr. (inv.nr. 691), met het lichte geschonden zegel van de oorkonder. N.B. Hierdoor is gestoken de akte van 22 januari 1513 (reg.nr. 230).
154
1489, 21 februari Vrouw Gonders, weduwe van Steven Joestzoon, en Willem, Henrick en Heyle, haar kinderen, verklaren, dat zij een jaarrente van een halve gouden rijnsgulden, gaande uit hun hofstede, huis, hof, boomgaard en kamp, gelegen in het kerspel Wychmonde bij de weem bij de kerk, begrensd door twee straten en de IJssell, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen.
Archiefnummer 84 Pagina 28 van 74
Gescreven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert negen ende tachtentich op sunte Peter avent ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 102. N.B. Met aantekening dat deze jaarrente teniet gegaan is. 155
1489, 3 maart Lubbertert (sic) Hessynck en Gertruyt, zijn vrouw, en Johan Stegeman en Gryet, zijn vrouw, gaan een ruiling aan, waarbij eerstgenoemden tegen afstand van het land de Oeyrhoeff, gelegen in de buurschap Appen, en land in de Caetwijck in de buurschap Gyetell verkrijgen 4 stukken land, gelegen aan de winterdijk in de buurschap Gyetell, en een jaarrente van 5 rijnsgulden uit het goed Rensynck. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vyerhondert ende negentachtentich des dynsdages nae sunt Mathijsdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 142 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat 2½ gulden gaan uit het Stegemansgoed te Voirst. Hierdoor was gestoken de akte van 17 maart 1489 (reg.nr. 156).
156
1489, 17 maart Lubbert Hessynck en Gertruyt, zijn vrouw, verklaren, dat zij de jaarrente, vermeld in de akte van 3 maart 1489 (reg.nr. 155), waardoor deze akte is gestoken, hebben verkocht aan Lubbert Gerrytssz. en Lubbe, zijn vrouw. Gegeven in ‟t jair onss heren dusent vyerhondert ende negentachtentich up sunt Gertruydendach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 143 vso.
157
1489, 9 oktober Alijt Huynyncks verklaart de jaarrente van 1 oude gouden schild, vermeld in de akte van 16 februari 1462 (reg.nr. 66), waardoor deze akte is gestoken, geschonken te hebben aan het Sint Anthonysgilde tot het geven van aalmoezen aan de huisarmen binnen Zutphen, onder voorbehoud van een lijfrente van 2 pond ‟s jaars, terwijl de gildemeesters “eenen doeden van mijnen vrienden in gylden doedenboeck” hebben gezet. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert negen ende tachtentich op sunte Victoersavent geheiten zantganghen. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 35.
158
1489, 29 november Gherrit Smedinck en Fie, zijn vrouw, verklaren, dat zij van de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonisgilde de “wrucht” tussen de Alerdinck Nyemaet en hun goed tot aan het Addinckmaetken hebben gekocht en deze ten eeuwigen dage zullen onderhouden. Ghescreven in ‟t jaer ons heren dusent vieerhondert negen ende tachtentich op sunte Andriesavent. a. Oorspr. (inv.nr. 689), met het zegel van Herman ter Havick en een fragment van het zegel van Johan toe Koerenbleke. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 86.
159
1490, 24 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 7 gouden rijnsguldens, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde en dat zij de koopsom hebben aangewend tot de betaling van de achterstallige lijftocht aan de weduwe van Geryt ter Ryt te Colne. Gegeven in den jair unss heren duesent vierhondert tnegentich op Kirssavent. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 11 vso. N.B. Met aantekening dat de rentevoet van 6¼% in 5% is veranderd. b. Afschrift in inv.nr. 766.
160
1491, 21 februari Wolter Horstinck, richter in het kerspel Seelhem, vanwege de hertog van Ghelre, graaf van Zutphen etc., oorkondt, dat Evert Poppinck en Agnieta, zijn vrouw, een jaarrente van 3 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit het goed Hunynck, gelegen in het kerspel Zeelhem
Archiefnummer 84 Pagina 29 van 74
in de buurschap Veltwijck, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Ghescreven in ‟t jaer ons heren dusent vieerhondert een ende tnegentich op suncte Petersavont ad cathedram. a. Oorspr. (inv.nr. 813), met een fragment van het zegel van Evert Poppinck; dat van de oorkonder is verloren. N.B. Met aantekening dat i.p.v. rogge 2 goudgulden worden betaald. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 95 vso. N.B. Met aantekening over de betaling in 1504, 1561 en over de betaling in geld. 161
1491, 26 maart Engbert Meckynck en Evese, zijn vrouw, verklaren, dat zij de jaarrente, vermeld in de akten van 29 mei 1415 en 6 april 1419 (reg.nrs. 10 en 13), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgegeven aan Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk ten behoeve van het gilde en de huisarmen, aan wie men aalmoezen geeft, en dat zij hiermede het gilde gewonnen hebben. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert een ende tnegentich op den heiligen Palmaevent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 55 vso.
162
1491 april 16. Beernt van Holthuysen, scholt van Zutphen binnen en buiten en rentmeester ‟s lands van Zutphen vanwege de Roemsch Koning, hertog van Gelre en graaf van Zutphen etc., oorkondt, dat Eeffse, weduwe van Wennemer Lebbynck, en Henrick Lebbynck, haar zoon, een jaarrente van 3½ molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun goed Lebbynck, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Vyerackeren, verkocht hebben aan Beernt Tjoeden en Geertruyt, zijn vrouw; dat Aernt Enzerinck geheten Vruyssinck en Derick Vroedynck zich hiervoor borg hebben gesteld en dat, daar Eefsse en Henrick voornoemd veel aan breuken, renten enz. van het goed Lebbynck ten achter zijn, dit goed aan de hertog zal vervallen indien deze jaarrente niet binnen zes jaar zal zijn afgelost. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert ind eyn inde tnegentich des naesten saeterdages nae den sonnendage Quasi modo geniti. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 125 vso. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 14 januari 1508 (reg.nr. 218).
163
1491, 21 mei Gelmer van den Walle, stadhouder vanwege Beernt van Holthuysen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Hermen Ywerdynck en Gerarda, zijn vrouw, een jaarrente van 5 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun goed Ywerdynck, gelegen in het kerspel Gorselloe in de buurschap Eysschede, verkocht hebben aan Johan van Graess en dat Henrick ten Loe en Lambert Syckynck zich met hun erven ten Loe en Syckynck, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Wercken hebben borg gesteld. Gegeven in den jaer onss heren dusent vierhondert een ende tnegentich opten heiligen Pinxsteravent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 107 vso. N.B. Doorgehaald. Hierdoor was gestoken de akte van 23 mei 1493 (reg.nr. 173).
164
1491, 29 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan van Kaemen en Geertruyt, zijn vrouw, een jaarrente van 5½ gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Waeterstraat, achter strekkende aan de stadsmuur, verkocht hebben aan Derick Monnick, hun zuster. Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert een ende tnegentich opten vrijdach nae sunte Jacobsdach apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 7 vso. N.B. Doorgehaald. Hierdoor was gestoken de akte van 29 mei 1500 (reg.nr. 194).
165
1491, 11 augustus Herma Bunynck en Johan Egbertss., zijn zwager, verklaren het Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk, dat een jaarrente van 9½ gouden rijnsgulden min een half oort heeft uit het Grote Kerk,
Archiefnummer 84 Pagina 30 van 74
1
dat een jaarrente van 9½ gouden rijnsgulden min een half oort heeft uit het goed Herrekampt , gelegen in het kerspel Gorsell, dat eerste oorkonder toebehoort, schadeloos te zullen houden wegens de verminderde waarde van het onderpand door het houwen van het daarop staande hout; de eerste oorkonder verklaart de tweede oorkonder schadeloos te zullen houden. Ghegeven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert een ende tnegentich op sunte Tyburciusdach marteler. Afschrift door Henrichs Hegelen, notaris, in inv.nr. 1, fol. 121. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat de olderlieden en gildemeesters in 1519 Johan Egbertss. van deze belofte tot schadeloosstelling hebben ontslagen. 166
1491, 15 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 3 gouden rijnsgulden, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde en dat zij de koopsom hebben aangewend tot betaling van een rosmolen, door de stad gekocht van Henrick Yebbekynck, en tot een betaling aan Conrait Schymmelpennynck. Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert eyn ende tnegentich op dynxdach nae sunte Martensdach in den wynter. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 12. N.B. Met aantekening over de wijziging van de rentevoet van 6¼% in 5% in 1551. b. Afschrift in inv.nr. 766.
167
1492, 23 februari Bernt van Holthuesen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Johan Yebbekinck en Aelbert to Herlicke, bouwman op ‟t Hamme, en Uelent en Wisse, hun resp. vrouwen, een jaarrente van 5 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun goed de Nyenkamp en uit de Nyenmaat, gelegen in het kerspel Voirden in de buurschap Veltwick, verkocht hebben aan Hille, vrouw van Herman van Ophave, en Johan en Vrede, hun kinderen, en dat Derick van Webell geheten Otten en Henrick Jebbekinck, broeder van Johan voornoemd, zich hiervoor borg hebben gesteld. Gegeven in den jair ons heren dusent vierhondert ende twie ende tnegentich des donredages nae sunte Petersdach ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 140 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling en over de aflossing in 1555.
168
1492, 7 december Beernt van Holthuesen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Andries Weedersche en Lysbeth, zijn vrouw, een jaarrente van 5 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun slag sland, Wullynckslach genaamd, gelegen in het kerspel Wychmonde in der Lanckhorst, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk, “daer men die aelmyssen van gyfft voer der kerkckdoeren”, en dat Derick en Henrick Mentynck, gebroeders, zich hiervoor borg hebben gesteld. Gescreven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert twee ende tnegentich op Onser Liever Vrouwenavent conceptionis voer Kerssmysse. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 110. N.B. Doorgehaald.
169
1492, 19 december Gelmar van den Wall, stadhouder van Beernt van Holthuysen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Werner Hermeldynck een jaarrente van 4 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit zijn goed Hermeldynck, gelegen in het kerspel Wernsfelde in de buurschap Wercken, verkocht hebben aan Beernt Tjoeden en Geertruydt, zijn vrouw, en dat Henrick toe Koerenbleck en Werner Zesynck zich hierover borg hebben gesteld. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent vierhondert twee ende tnegentich op gunsdach nae sunte Luciendach der heiliger junfferen. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 126 vso. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 25 mei 1509 (reg.nr. 222).
1
Ook Herlekampt en Herkamp geschreven.
Archiefnummer 84 Pagina 31 van 74
170
1493, 15 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Herman van Goch en Hilleken, zijn vrouw, een jaarrente van 3 gouden rijnsguldens en 3 oortguldens, gaande uit hun huis in de Torffstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anhonysgilde. Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert drye ende tnegentich opten dynxdach post Ponciani martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 22. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en de herbelegging.
171
1493, 6 april Henrick ter Haer verklaart een jaarrente van twee molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit zijn hofstede, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Wercken, verkocht te hebben aan Huebert van Ryt en Bartruyt, zijn vrouw. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent vierhondert drie ende tnegentich opten heiligen Paeschaevent. Afschrit in inv.nr. 1, fol. 44 vso. N.B. Met aantekening over de aflossing. Hierdoor was gestoken de akte van 14 februari 1498 (reg.nr. 186).
172
1493, 9 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Conrait van Leysten en joffer Alijt, zijn vrouw, een huis, gelegen bij de Marspoerte langs de muur, verkocht hebben aan Ailbert Kersseboem en Mente, zijn vrouw. Gegeven in den jair ons heren duysent vierhondert drie ende tnegentich op den donredach na Cantate. Afschrift in inv.nr. 1. fol. 13.
173
1493, 23 mei Johan van Dorsten en Jutte, zijn vrouw, verklaren, dat zij onder voorbehoud van levenslange lijftocht schenken aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde de jaarrente van 5 molder winterrogge uit het goed Ywerdynck, gelegen in het kerspel Gorssell in de buurschap Eesschede, zoals deze door hun zoon Johan van Graess bij akte van 21 mei 1491 (reg.nr. 163) was gekocht, waardoor deze akte is gestoken, en van wien zij deze jaarrente hebben geërfd. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vierhondert drye ende tnegentich op den neesten donredach voor Pynxsteren. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 109. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1542.
174
1493, 14 augustus Willem ter Ryt erkent, dat hij met 14 gouden rijnsguldens het Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk heeft gewonnen voor zijn vader, zijn moeder, zijn vrouw en zichzelf, en dat hij deze som als jaarrente van 2 pond heeft gevestigd in zijn vierdedeel van het erf Besselynck, gelegen in het kerspel Almen. Gescreven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert drie ende tnegentich op Onser Liever Vrouwenavent toe vier hoechtiden. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 118 vso. N.B. Doorgehaald.
175
1493, 29 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Voirvechter en Alijt, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun huis op de Nyerstat aan de Mosmerckt, grenzende aan het huis van de klompenmaker en het Broick, verkocht hebben aan de gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert drye ende tnegentich op dynxdach nae Symonis et Jude apostolorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 50 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504.
Archiefnummer 84 Pagina 32 van 74
176
1494, 11 april Aernt Huernynck en Gelmer then Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Ailbert Raeven en Geertruyt, zijn vrouw, Jan Raeven en Gryete, zijn vrouw, Gotschalck Raeven, Herman Raeven en Lyzabeth, zijn vrouw, Nyese, weduwe van Henrick Raeven, en Maryken, Henricks dochters, en Geryt, hun broeder, de rentebrief van 8 april 1482 (reg.nr. 118), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde en dat Maryken heeft beloofd, dat haar broeder Jan, die in Lijfflant is, bij zijn terugkomst afstand zal doen van zijn recht op deze jaarrente. Gegeven in den jaeren onss heren duesent vierhondert vier ende tnegentich opten vrijdach nae den sonnendach Quasi modo geniti. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 4.
177
1494, 6 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wolter Kueper en Zwena, zijn vrouw, een jaarrente van 6 pond, gaande uit hun huis en hof buiten de Laerpoort, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonysgilde. Gegeven in den jair onss heren duesent vierhondert vier ende negentich op maenendach nae Odulphi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 67. N.B. Met aantekening van de rentebetaling in 1504 en “hyer en boert mij nyet”.
178
1494, 9 juli Arnt Huyrnynck en Jacop Schymmelpennynck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Derick die Wyt en Jutte to Kalffsler, zijn vrouw, het goed het Grote Rieffeler en de halve hofstede Zarynck, gelegen in het kerspel Hengell in de buurschap Bekefelt, hebben gegeven aan Sint Annen en Sint Anthoniusgilde in de Grote kerk, waarvoor elk gilde twee preuvingen meer dan tot dusver voor de zielen van de schenkers en hun vrienden moeten uitreiken. Gegeven in den jair onss heren duesent vierhondert vier ende tnegentich op goensdach na translationis Martini. a. Oorspr. (inv.nr. 645), met de zegels van de oorkonders. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 92.
179
1495, 9 oktober Beernt Wullinck oorkondt als leenheer van het goed Huenynck, gelegen in het kerspel Seelhem, dat Evert Poppinck en Agnes, zijn vrouw, een jaarrente van 4 gouden rijnsguldens min een oort, gaande uit dit goed, met zijn toestemming verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk en dat dezen aan dit leengoed mogen peinden. Ghescreven in ‟t jaer ons heren dusent vierhondert vijff ende tnegentich op Zantgangenavent. a. Oorspr. (inv.nr. 814), met het geschonden zegel van de oorkonder; dat van Evert Poppinck is verloren. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 97. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en 1561.
180
1495, 16 oktober Gosen van Lennep en Gheertruit, zijn vrouw, verklaren, dat zij de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk schadeloos zullen houden van de jaarrente, die Evert Poppinck en Agnes, zijn vrouw, hun zwager en zuster, hen hebben verkocht bij akte van 9 oktober 1495 (reg.nr. 179) waardoor deze akte is gestoken. Ghegeven in ‟t jaer ons heren dusent vieerhondert vijff ende tnegentich op suncte Gallendach des hilligen confessoers. a. Oorspr. (inv.nr. 814), met het geschonden zegel van Philips van Mekeren; het zegel van Gosen van Lennep is verloren. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 98.
181
1496, 15 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Andriess van Haifften en Hele, zijn vrouw, een jaarrente van 3½ gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis de Roide Torn genaamd, gelegen aan de Lange Hoffstraat tussen de Kleyne Roide Torn en de Roidetornstraat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonissgilde in Zutphen.
Archiefnummer 84 Pagina 33 van 74
Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert sess ind tnegentich op saterdach na sunt Victorsdach. a. Oorspr. (inv.nr. 783), met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad. N.B. In dorso namen van eigenaren van dit huis. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 37 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504, 1543 en 1561. 182
1497, 30 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Beernt Schipsmeder en Geertruyt, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun hofstede in de Barlheze, grenzende aan de stadsmuur, overgedragen hebben aan Mechtelt Smedinck. Gegeven in den jaer onss heren duesent vierhondert soeven ende tnegentich op donresdach nae sunte Katherinendach. Afschrift in inv no. 1, fol. 26. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504. Hierdoor was gestoken de akte van 20 april 1499 (reg.nr. 191).
183
1498, 4 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Huebert te Ryt en Bartruyt, zijn vrouw, hun huis en hof, gelegen op de Nyerstat achter het huisje in de Hallerstraat, voor hun ziel en die van hun ouders hebben overgegeven aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair onss heren duesent vierhondert acht ende tnegentich op sunte Agathenaevent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 44. N.B. Met aantekening dat dit huis in 1504 het gilde is aangestorven.
184
1498, 5 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Willem Yseren en joffer Willemken, zijn vrouw, een jaarrente van 6 gouden rijnsgulden en een oort uit hun huis in de Hoffstraat verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde. Gegeven in den jaeren onss heren duesent vierhondert acht ende tnegentich op maenendach nae Lichtmysse. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 6 vso. N.B. Doorgehaald.
185
1498, 6 februari Willem Yseren verklaart, dat de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde binnen Zutphen, zo hij in gebreke blijft de jaarrente, door hem en zijn vrouw Willemken bij akte van 5 februari 1498 (reg.nr. 184) overgedragen, te betalen, mogen peinden aan al zijn goederen. Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert acht ende tnegentich op dynxdach nae Lichtmysse. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 6 vso. N.B. Doorgehaald.
186
1498, 14 februari Willem Yseren en Aernt van Fuyrden, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Huebert van Ryt en Bartruyt, zijn vrouw, de rentebrief van 6 april 1493 (reg.nr. 171), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk. In den jaer onss heren duesent vierhondert acht ende tnegentich op sunte Valentijnsdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 45.
187
1498, 15 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gelmer van den Wall en joffer Margriet, zijn vrouw, een jaarrente van 4 gouden rijnsguldens, gaande uit hun huis in de Waeterstraat, strekkende tot aan de stadsmuur, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniusgilde in de Grote Kerk. Ghegeven in den jaer onss heren duesent vierhondert acht ende tnegentich op donredach nae sunte Valentijnsdach.
Archiefnummer 84 Pagina 34 van 74
Afschrift in inv.nr. 1, fol. 5. N.B. Doorgehaald. 188
1498, 16 februari Willem Yseren en Aernt Huernynck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Gelmer van den Wall en joffer Margriet, zijn vrouw, hebben verklaard, dat de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde, zo zij in gebreke blijven de jaarrente van 15 februari 1498 (reg.nr. 187) te betalen, mogen peinden aan al hun goederen. Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert acht ende tnegentich op vrijdach nae sunte Valentijnsdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 5.
189
1498, 26 juli Gerrit van Bruickhuisen en Arnt van den Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Jan Raven en Griete, zijn vrouw, de rentebrief van 10 april 1487 (reg.nr. 143), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Ailbert Kersseboem en Mente, zijn vrouw. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert acht ind tnegentich op donredach post Jacobi. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 53 vso. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 72. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 16 februari 1504 (reg.nr. 204).
190
1499, 16 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Ecbert van Vreden en Alit, zijn vrouw, een jaarrente van 3 oort gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Spronckstraat, verkocht hebben aan de gemene vicarissen in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert negen ende tnegentich op dinxedach na Misericordia Domini. Oorspr. (inv.nr. 795); het stadszegel ontbreekt.
191
1499, 20 april Gairt Berner en Geryt van Buerloe, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Mechtelt Smedynx de rentebrief van 30 november 1497 (reg.nr. 182), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonyssgilde. Gegeven in den jaeren ons heren duesent vierhondert negen ende tnegentich op saterdach nae Misericordia Domini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 26.
192
1500, 20 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Ailbert Raeven en Geertruyt, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun huis opten Haigen, achter uitgaande opten Haigen, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonyssgilde. Gegeven in den jaer ons heren duysent vijffhondert opten maendach nae sunt Anthonyssdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 21 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en de aflossing in 1548.
193
1500, 20 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Arnt Havelynck en Katheryne, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun huis in de Hospitaelspoort naast het huis van het Ailden Gasthuys, achter strekkende aan de “nyen wall”, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonyssgilde. Gegeven in den jaer ons heren vijffthienhondert opten maenendach nae sunte Anthonyssdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 58. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1504 en 1543 en over de aflossing in 1546.
Archiefnummer 84 Pagina 35 van 74
194
1500, 27 mei Aernt Huernynck en Aernt van Voirden, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Lambert van Zassenhem Lambertszoon en Derick, zijn vrouw, de rentebrief van 29 juli 1491 (reg.nr. 164), overgedragen hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonyssgilde. Gegeven in den jaer ons heren duysent vijffhondert op wonsdach nae Vocem jocunditatis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 7 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1545.
195
1502, 6 mei Bernt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Garrit Weynck, als erfgenaam van Henrick ter Hair, en Alijt, weduwe van Henrick ter Haer, een jaarrente van 5 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun halve hofstede en gehele huis, die Haer genaamd, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap te Warcken naast Londinkxstege, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer onses heren duesent vijffhondert ind twie des frijdaeges nae onses heren Hemelfaertsdaige. a. Oorspr. (inv.nr. 811), met het geschonden zegel van de oorkonder. N.B. In dorso: “Eenen stuck landes genant die Haer bij Londincksstege toe Varcken. Dyse Haer hoert nu et gylde toe”. b. afschrift in inv.nr. 1, fol. 123.
196
1502, 23 augustus Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 3 gouden rijnsguldens en een halve oort, gaande uit de stadsrenten, -goederen en -inkomsten, hebben verkocht aan Henrick Kaelsack. Gegeven in den jair ons heren duesent viefhondert ende twie op sunt Bartolomeusavont. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 142. N.B. Met aantekening over de munt waarin betaald zal worden. b. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Met aantekening dat deze jaarrente gevestigd is wegens een paard, dat de stad geschonken heeft aan de maarschalk Henrick Snijdewint. Met aantekening over de conversie van de rentevoet in 1551. Hierdoor was gestoken de akte van 17 december 1519 (reg.nr. 259).
197
1502, 13 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 23 gouden rijnsguldens, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, hebben verkocht aan Johan Schimmelpenninck. Gegeven in den jaer onses heren duysent vieffhonderd ende twee op donredach nae Victoris. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Met aantekening over de verrekening van de schuld van de stad aan Arnt Slyndewater en Jan Schimmelpenninck. Hierdoor was gestoken de akte van 23 april 1623.
198
1502, 24 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 11 rijnsguldens, 1½ oort en 2 klimmers, gaande uit de stadsbrouwaccijns, -renten, -goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan Goesen van Lennep en Geertruit, zijn vrouw, en dat dit geld afkomstig is van Geertruids moeder, wier geld door de stad in 1499 bij de wisselbank was opgenomen tot betaling van de 2000 äeverlentsche knechten”. Gegeven in den jaere uns heeren duysent vieffhondert ind twie op Sint Katharinenaevent. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Met aantekening over een wijziging van de rentevoet van 6¼% in 5%.
199
1503, 1 februari Beernt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Willem Garrytz. en Alijt, zijn vrouw, op verzoek van de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde, die wegens de wijziging in de rentevoet het onderpand van het huis in de Laerpoort voor de 21 juli 1483 daarin gevestigde jaarrente van 2 rijnsguldens (reg. 122) te gering vinden, de helft
Archiefnummer 84 Pagina 36 van 74
van het goed Hueninck, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Warcken, voor deze jaarrente mede ten onderpand stellen. Gegeven in den jaere onss heren doe men screeff duesent vijffhondert ind drye op den wonsdach ind Onser Liever Vrouwenavent purificationis geheyten Lychtmyssen. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 122. N.B. Doorgehaald. 200
1503, 8 april Bernt van Holthuesen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Henrick Lansynck een jaarrente van 5 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit zijn erf en goed Wesselynck, gelegen in het kerspel Vorden, verkocht heeft aan Lambert Bueskens en Mente, zijn vrouw. Gegeven in den jair onses heren duesent viefhondert ind drie des saterdaiges na der sonnendaige Judica me Domine in der hilliger vastenne. Afschrift in inv.nr. 1 fol. 144 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling en herbelegging. De twee hierdoor gestoken akten zijn niet afgeschreven.
201
1504, 19 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan van Groessen en Lutgert, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun hof, gelegen op de Bofenberch langs de stadsmuur, grenzende aan de Gasthuishof, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonissgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duesent vijfhondert ind vier op vrijdach post Ponciani. a. Oorspr. (inv.nr. 772), met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 52 vso. N.B. Met aantekeningen over de rentebetalingen in 1504, 1543 en 1561.
202
1504, 24 januari Johan Kreynck en Gerrit van Vorthuisen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Herman Buynynck en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 1 gulden, genoemd in de akte van 20 februari 1467 (reg.nr. 79), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonissgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duesent vijfhondert ende vier op gunsdach post Agnetis. Oorspr. (inv.nr. 796), met de zegels van de oorkonders.
203
1504, 31 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerrit Buenynck en Mente, zijn vrouw, een jaarrente van 2 pond, gaande uit hun huis in de Hospittailspoort, achter grenzende aan de stadsgracht, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonissgilde. Gegeven in den jair ons heren duesent viffhondert ind vier sgunsdaiges na sunt Pauwelsdach conversionis. Oorspr. (inv.nr. 794); het zegel van de stad verloren. N.B. In dorso en op los bijliggend strookje namen van latere eigenaren van dit huis.
204
1504, 17 februari Gerrit van Bruickhuisen en Gerrit Schymmelpenninck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Tomas Kersseboem en Marrie en Fye Kersseboems de helft van de rente, vermeld in de akten van 10 april 1487 en 26 juli 1498 (reg.nr. 143 en 189), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Mente Kersseboems, hun stiefmoeder. Gegeven in den jair ons heren dusent vijfhondert ind vier op saiterdaich na Valentini. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 53 vso. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 72.
205
1504, 17 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Tomas Kersseboem en Marrie en Fye Kersseboems de helft van een huis voor de Merspoort langs de muur, dat zij van hun vader Ailbert Kersseboem hebben geërfd, hebben overgedragen aan Mente Kersseboem, hun stiefmoeder.
Archiefnummer 84 Pagina 37 van 74
Gegeven in den jair ons heren duesent vijfhondert ind vier op saiterdach na sunt Valentinsdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 13 vso. 206
1504, 29 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Katheryne ten Wolschenhuesen en Griete, haar dochter, een jaarrente van 1 pond, gaande uit hun huis in de Lairpoort, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonissgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duesent vijfhondert ind vier opten manendach nae Jubylate. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 69 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1507.
207
1504, 7 juni Bernt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Bernt toe Mollenbrugge en Wilhem Addinck een jaarrente van 5 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit Bernts kamp land, groot 3 molderzaad, geheten dat Nyelant, gelegen in het kerspel Voirden in de buurschap Mossel, begrensd door de Moelensruggermaethe, de straat en het veld, en uit Willems kamp, geheten den Onlandesschen Kamph, begrensd door Addinxweide, het Broekeskampken, de mark en het onland, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgskerk binnen Zutphen en dat Arnt Enserinck en Willem Addinck voornoemd zich hiervoor hebben borg gesteld. Gegeven in den jair ons heren dusent vijffhondert ind vier opten vrijdach nae sunte Bonifaciusdaege des hilligen bisscops etc. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 123 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen dat deze jaarrente alleen uit Moellenbruggekamp gaat, omdat Addinck een eigen goed is. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1567.
208
1504, 7 juni Bernt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Wolter Stienmetzeler en Harmen ther Noirtwick hebben verklaard Bernt toe Moelenbrugge en Wilhem Addinck schadeloos te zullen houden voor de jaarrente, welke dezen 7 juni 1504 (reg.nr. 207) hebben gevestigd ten behoeve van Sint Anthoenis Grote Gilde in Sint Wolburg Kerk te Zutphen, en dat Wolter Stienmetzeler zijn helft van het goed Tjoecckinck, gelegen in het kerspel Hengelle in de buurschap Varsselle en Harmen ther Noirtwick zijn aandeel in het goed ther Noirtwick, gelegen in het kerspel Vorden in de buurschap Lynde hiervoor ten onderpand hebben gesteld. Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert ende viere opthen vridach nae sunte Bonefaciusdaeghe. Oorspr. (inv.nr. 806), met het zegel van de oorkonder.
209
1504, 3 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Garret Bueningh en Mente, zijn vrouw, een jaarrente van 2 pond, gaande uit hun huis in de Hospitalspoort, achter strekkende aan de stadsgracht, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde. Gegheven in dem jare ons heren dusend vyefhondert ende vyer des wonsdach na sunte Pauwelsdach conversionis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 58 vso. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1504 en de aflossing.
210
1504, 5 december Berndt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Henrick Gotinck en Johanna, zijn vrouw, de hofstede met het huis, genaamd Karsseboimskamph, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Warcken naast het goed Gotinck, verpand hebben aan Johan Veren en Engele Gotinck, zijn vrouw, zwager en zuster van Henrick Gotinck. Gegeven in den jaere onses heren duesent viffhondert ind viere des donredaiges nae sunte Barbarendaege der hilliger jofferen. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 180 vso. N.B. Met aantekening over de overdracht van deze hofstede aan de Sint Anthonis Grote Broederschap in 1555 en 1556 (reg.nr. 358 en 364).
Archiefnummer 84 Pagina 38 van 74
211
1505, 31 april Thonnyss van Zeyst, richter in het kerspel Hengello opten Goy vanwege Kairlle, hertog van Gelre en Guylick, graaf van Zutphen, oorkondt, dat Rickqwyn Zarrynck en Alijt, zijn vrouw, een jaarrente van 5 schepel winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun maat land, genaamd die Broickmaith, gelegen in het kerspel Hengello, te leveren binnen Zutphen op de meimarkt bij het staande kruis, verkocht heeft aan Wilhelma Brugginck en dat Johan ten Langen zich hiervoor heeft borg gesteld. Gegeven in den jair onss heren duysent vijffhondert ind vijff op meyavent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 132 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de aflossing in 1564.
212
1505, 17 mei Arnt Slindewater en Andries Lerinck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan van Kranenborch Derickszoon als erfgenaam van Alijt van Kraenenborch de rentebrief van 20 februari 1478 (reg.nr. 99), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duesent vijfhondert ind vijf opten saterdach nae Pancracii. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 12 vso.
213
1505, 8 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Anneke Glaiszemaickers van Monster een jaarrente van 1½ gouden rijnsgulden, gaande uit haar huis in de Torfstraat, achter strekkende aan het Moninckenhuis, verkocht heeft aan Zweer Meckynck en Jutte, zijn vrouw. Gegeven in den jair ons heren duysent viefhondert ende vijf opten dynxdach post visitacionem Marie virgynis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 74. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat haar moeder en Andries Glacemaker, haar broeder, in deze overdracht hebben toegestemd. Met aantekening over de rentebetaling en de aflossing in 1542.
214
1506, 5 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een lijfrente van 7 enkele rijnsguldens, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan Deryck Wensynck. Gegeven in den jair ons heren duesent vijfhondert ende seess opten dinxdach post Inventionem sancte crucis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 73 vso. N.B. Met aantekening dat deze lijfrente is gevestigd in plaats van het derde deel van een erfrente ten laste van de stad voor Claess Snelleborch en Elsken, zijn vrouw. Vergelijk reg.nr. 223.
215
1506, 23 juni Arnt Slindewaiter en Bernt van Ruderloe, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat pater Johan van Zwolle, pater van het Convent van Admanshuiss, door toedoen van de door de Raad aangesteld verwaarders van het convent, de jaarrente van 4 molder rogge, vermeld in de akten van 23 maart 1461 en 6 oktober 1462 (reg.nr. 62 en 68), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonissgilde in Sint Walburgiskerk, teneinde het “testament” van Gertruid, weduwe van Marten Voss, te betalen. Gegeven in den jair ons heren duesent vijfhondert ind sess op sunct Johansavent nativitatis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 129 vso.
216
1507, 18 oktober Bernt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Henrick van Hackforth en joffrouw Marrie van Munster, zijn vrouw, een jaarrente van 4 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun land, Hamminckslach genaamd, gelegen in het kerspel Vorden in de buurschap Delden, verkocht hebben aan Henrick van den Bussche en Niese, zijn vrouw.
Archiefnummer 84 Pagina 39 van 74
Gegeven in den jaire onses heren duesent vijffhondert ind soevenen des maenendaeges nae sunte Gallendaege des heiligen confessoris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 126 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de aflossing en herbelegging. 217
1508, 14 januari Andries Schymmelpennynck en Lenze Veer, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Geertruyt, weduwe van Beernt Tyoeden, de rentebrief van 27 oktober 1488 (reg.nr. 152), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaeren ons heren duysent vijffhondert ende acht opten frijdach ipso Ponciani. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 125.
218
1508, 14 januari Andries Schymmelpennynck en Lense Veer, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Geertruyt, weduwe van Beernt Tjoeden, de rentebrief van 16 april 1491 (reg.nr. 162), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaeren ons heren duysent vijffhondert ind acht opten frijdach ipso Ponciani. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 126.
219
1508, 21 februari Gerrit Smedinck en Egbert, zijn zoon, erkennen een jaarrente van 2 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun goed Tanckinck, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Wercken, verkocht te hebben aan Essele Lebbinx, dochter van Herman Lebbinx en Stiene Ylmerinx, en Willem Addinck en Henrick Buerinck verklaren zich hiervoor borg te stellen. Gegeven in den jaere ons heren duesent vifhondert ind acht op sunt Petersavont ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 137 vso.
220
1509, 19 januari Bernt van Holthuissen, schout van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Henrick van Hackfort ter vermeerdering van de aalmoezen van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen één van zijn hofhorige lieden, met name Mechtelt, dochter van Geirt then Kortenschaite en Elsken Bartolt Santbackersdochter, geboren in het kerspel Vorden en gesproten uit het geslacht ther Aeffze, haar kinderen, kindskinderen enz., heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van genoemd gilde. Gegeven in den jair onses heren duesent vijffhondert ind negenne oppe den vrijdach nae sunte Anthonissdaige des heiligen abbatis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 130 vso.
221
1509, 19 januari Bernt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt dat Henrick van Hackfort ter vermeerdering van de aalmoezen van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen één van zijn hofhorige lieden, met name Harmen, zoon van Ailbert ter Ockhorst en Truede Plasse, geboren in het kerspel Vorden en gesproten uit het geslacht Wonninx, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van genoemd gilde. Gegeven in den jaire onses heren duesent vijffhondert ind negen oppe den vrijdach nae sunte Anthonisdaige dess heilligen abbatis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 129 vso.
222
1509, 25 mei Aelt Yseren en Henrick Stuerman, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Geertken Tjoeden de rentebrief van 19 december 1492 (reg.nr. 169), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in „t jair ons heren duysent vijffhondert ind negen ‟s frijdages post dominicam Exaudi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 127.
Archiefnummer 84 Pagina 40 van 74
223
1509, 29 oktober Gerlich van der Capellen Henrixzoon en Gerlich van der Capellen Claeszoon, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henrick Wensinck de erfrentebrief [van 5 mei 1506] (reg.nr. 214) die de stad hem schuldig is wegens de jaarrente van wijlen Claess Snellenborgh, overgegeven heeft aan zijn broeder Derick Wensinck. Gegeven in den jaer ons heren dusent vifhondert ende negen op manendach na sunt Simonis et Judedach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 73 vso.
224
1509, 13 december Bernt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Ailbert Londynck en Eeffze, zijn vrouw, het Londinxkemphken, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Warcken aan de Heelerstraat, hebben overgedragen aan Johan Udynck en Griete, zijn vrouw. Gegeven in den jaere onses heren duesent wijffhondert ende negenne opten donresdach sunt Luciendaege. a. Oorspr. (inv.nr. 694); het zegel van de oorkonder is verloren. N.B. Hierdoor is gestoken de akte van 11 maart 1532 (reg.nr. 282). b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 153 vso.
225
1512, 26 februari Burgemeester, schepenen en raad van de stad Lochem oorkonden, dat Gosen Voelckerinck en Fenne, zijn vrouw, aan Henrick Volckerinck, zoon uit Fenne‟s eerste huwelijk, hebben overgedragen als zijn vaderlijk erfdeel een huis, hof en boomgaard binnen Lochem en een gaarde en een kamp roggeland, de Lypperkamp genaamd, gelegen buiten Lochem, tezamen een inkomen van ongeveer 22 enkele guldens gevende. Gegieven in den jair unser heren duesent vijffhondert ind twelffe des yersten dages nae sante Mathiasdach des hilghen apostels. Oorspr. (inv.nr. 843), met een fragment van het stadszegel van Lochem. N.B. Hierdoor is gestoken de akte van 4 maart 1512 (reg.nr. 227).
226
1512, 2 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wytzse Meyerinx een huisje, gelegen in de Beckerstraat, heeft overgedragen aan Zwene, dochter van Gerrit Ruyther, en Anne, dochter van Lambert Holtsnider. Gegeven in den jair ons heren duesent vijfhondert ende twelff opten dinxedach post Invocavit. Oorspr. (inv.nr. 829), met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad.
227
1512, 4 maart De officiaal, iudex van de Curia Traiectensis, oorkondt, dat Henricus Henrici de Lochem, kanunnik in de diocees van Trajectum, alle wijdingen mag ontvangen, daar hij heeft aangetoond over een voldoende inkomen te beschikken. Datum anno domini millesimo quingentesimo die uarta martii. Oorspr. (inv.nr. 843), met een fragment van het zegel van de oorkonder in rode was en de handtekening van N. Buser. N.B. Gestoken door de akte van 26 februari 1512 (reg.nr. 225).
228
1512, 24 september Garrit van Broickhuissen en Lense Veer, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Ricolt dye poirter van de Maspoort en Hadewich, zijn vrouw, de jaarrente, vermeld in de akten van 23 juni 1472 en 18 april 1476 (reg.nrs. 94 en 96), waardoor deze akte is gestoken, welke Hadewich heeft geërfd van Jutte Spallen, overgedragen hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaeren ons heren duysent vifhondert ind twelff fridages post Mathei apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 14 vso.
229
1512, 24 november Henrick Sturman en Peter van Apeltarn, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Eefze, weduwe van Ailbert Londynx, het land, genaamd Londynckhilter an den Bruynynck, gelegen in
Archiefnummer 84 Pagina 41 van 74
de buurschap Warcken, overgedragen heeft aan de olderlieden en gildemeesters van het Sint Tonis en het Sint Anna Gilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaeren ons heren duysent vifhondert ind twelf des goensdaiges in profesto Katerine virginis. a. Oorspr. (inv.nr. 690) met de zegels van de oorkonders. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 142. 230
1513, 22 januari Gerlich van der Capellen en Lensze Ver, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johanna Engelbertz en Gerrit, haar zoon, de pandschap van twee stukken land, vermeld in de akte van 4 februari 1489 (reg.nr. 153), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonissgilde. Gegeven in den jair ons heeren duesent vijfhondert derthien opten saterdach post Angnetis. Oorspr. (inv.nr. 691), met de zegels van de oorkonders.
231
1514, 16 januari Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Zwolle oorkonden, dat zij door toedoen en met medeweten van de gemeenslieden een jaarrente van 7 hoornsguldens, gaande uit de stadsaccijnzen, tollen, renten, inkomsten en goederen, hebben verkocht aan Nenne Grues. Gegeven in ‟t jair ons heren vijfftinhondert inde viertine up maendach nae Ponciani martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 161 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat deze jaarrente in 1548 is afgelost. Hierdoor was gestoken de akte van 29 augustus 1545 (reg.nr. 319).
232
1514, 10 februari Johan van Holthuessen, rentmeester ‟s lands van Zutphen, oorkondt, dat Bernarda, weduwe van Henrick Lebbinck Wennemerszoon, en Henrick Lebbynck de oude en Harmen Lebbinck, gebroeders, als ooms van de onmondige kinderen van Henrick Lebbinck voornoemd, hun neef, voor het hofgericht 7 molder zaad haverland, gelegen in het kerspel Warnsfelt in de buurschap Vierackeren, grenzende aan het Riene, de Viirackersteeg, Rienerkamp en Raessinxkempken, voor acht jaar verpand hebben aan Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen wegens de achterstallige betaling van een jaarrente van 7½ molder rogge uit het hofhorig goed Lebbinck, dat deze pandschap binnen acht jaar moet worden ingelost, omdat anders dit goed als ledig aan de hertog als hofheer zal vervallen, en dat de jaarrente uit Lebbinck met deze akte is vervallen. Op sunt Scholtastica hoir dach anno domini duesent vijffhondert ende vierthien jaeren. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 134. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing.
233
1514, 11 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Tonnies van Ray en Effse, zijn vrouw, een jaarrente van 4 goudguldens, gaande uit hun huis buiten de Laerpoort op de hoek van de weg naar de Coelsteeg, achter strekkende aan de Koelsteeg, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vijffhondert ind viertien ‟s saterdaeges post Agathe virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 30 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de rentbetaling tot 1561.
234
1514, 22 februari Johan van Holthusen, rentmeester „s lands van Zutphen, oorkondt, dat [voor het hofgericht] Bernarda, weduwe van Henrick Lebbinck Wennemerss., tevens voor haar onmondige kinderen heeft verklaard een jaarrente van 2½ molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit Lebbynck Nyekamp en uit het hofhorig goed Lebbynck, gelegen in het kerspel Warnsfelt in de buurschap Viirackeren, schuldig te zijn aan haar broeder Gerrit Eskinck. Gegeven in den jair ons heren duesent vifhondert unde viertien op sunte Petersdach ad vyncula. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 149 vso.
Archiefnummer 84 Pagina 42 van 74
N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat deze jaarrente in 1632 is gelost. Hoewel in de akte staat dat dit voor een openbaar gericht is gepasseerd, blijkt uit de bewoordingen van de akte, dat het een zitting van het hofgericht betrof. 235
1514, 14 maart Andries van Bramelle, stadhouder van Henrick Weert, stadhouder en richter van het scholtambt Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoenis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen en Johan Harmeldinck en Alijt, zijn vrouw, een ruiling hebben aangegaan, waarbij het gilde tegen afstand van de Aelerdinckkamp, grenzende aan Staerinck, Geesinck, Tanckynck hofstede en Aelerdinckkamp, een stuk groenland, de Bijvanck genaamd, grenzende aan de Haer, Londinckdijck, Londynckhoff en het veld, gelegen in het kerspel Warnsfelt in de buurschap Warcken, hebben verkregen en dat de meerwaarde van dit land door Jan Hermeldinck is aangewend tot betaling van zijn schulden. Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert ende vierthiene des dynsdaiges post Reminiscere in der vasten. a. Oorspr. (inv.nr. 692), met een fragment van het zegel van de eerste en het licht geschonden zegel van de tweede oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 134 vso.
236
1514, 9 december Willem Wynter en Lubbe, zijn vrouw, Wichman, Mechtelt, Alit, Wise en Janna, kinderen van Lubbe voornoemd, verklaren, dat zij een stuk land, gelegen in Veluwen in het kerspel Brummen in de buurschap Oeken op Hellingen overgedragen hebben aan Delis ten Feen. Gegeven in den jair onses heeren duesent vijffhondert ind viertien opten saeterdach voir sunte Lucienavont virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 151. N.B. Met aantekening dat dit land is gekomen van Bernt ten Veen.
237
1515, 20 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Andries Yseren een jaarrente van 4 gouden rijnsguldens min een oortgulden, gaande uit zijn huis op de Nyerstat in de Harlerstraat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaire onses heren duesent vijffhondert ende vijffthyne saterdaiges post Anthonii. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 135 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de eigenaren van dit huis en de aflossing in 1612.
238
1515, 12 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Zeelman Oppenoirth en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 3 gouden rijnsguldens min een oort, gaande uit hun huis in de Rodentoornstraat naast de gang van de Rodertoorn, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoenisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert ende vijffthiene des manendaiges post Scholastice virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 136. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1524.
239
1515, 16 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Peter van Aepeldorne en joffer Andreas, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun huis in de Waeterstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anna en Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert ende vijffthine upten vridach post Valentini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 136 vso. N.B. In margine: “Hyer en bort mij nyet”.
Archiefnummer 84 Pagina 43 van 74
240
1516, 11 maart Henrick van Vorden en Jacob Hurnynck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonisgilde in de Grote Kerk een lijfrente van 18 gouden rijnsguldens verkocht hebben aan Berent ten Feen en Gertruyt, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren dusent vifhondert ind sestien sdinxdages post Judica. Oorspr. (inv.nr. 815), met sporen van de zegels van de oorkonders.
241
1516, 12 april Johan van Scerpenzeell, richter van Arnhem en Veluwezoem, oorkondt, dat Bernt ten Veen en Geertgen, zijn vrouw, hun goed die Veen, gelegen in het kerspel Hall in de buurschap Eerdtbeeck, overgedragen hebben aan Henrick die Ruyter als olderman en “toefenger” van Sint Anthonisgilde binnen Zutphen in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jair onss heren dusent vijfhondert ind sestyen des saterdaiges na den sonnendach Misericordia Domini. a. Oorspr. (inv.nr. 735), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 138.
242
1516, 31 mei Henrick Weert, stadhouder en richter van het scholtambt Zutphen, oorkondt, dat Wolter to Bocktehorst en Gertruidt, zijn vrouw, en Jan Geltinck en Mechtelt (zijn vrouw?), een jaarrente van 31½ molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit de erven Buckhorst en Geltinck, gelegen in het kerspel Voirden in de buurschap Lynde verkocht hebben aan Harmen Wensinck en Efze, zijn vrouw. Gegeven in den jair onses heren dusent vifhondert ende sestiene op sunte Peternellendage virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 77 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de aflossing van de helft van deze jaarrente. De hierdoor gestoken akte is niet afgeschreven.
243
1517, 1 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Arnt Stoildreger en Claisken, zijn vrouw, een jaarrente van 1 enkele gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Berleheze, verkocht hebben aan Bernt Sluyter en Truyden, zijn vrouw. Gegeven in den jaer ons heren duesent vifhondert ind soeventien sgoensdaiges post Judica. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 71. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1547. Hierdoor was gestoken de akte van 10 juli 1517 (reg.nr. 244).
244
1517, 10 juli Gerlich van der Capellen Henricszoon en Henrick Stuerman, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Bernt Sluyter en Trude, zijn vrouw, de rentebrief van 1 april 1517 (reg.nr. 243), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren dusent vifhondert ind soeventien fridaiges post translacionis Martini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 71 vso.
245
1518, 11 januari Richter en schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Evert Pelser en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ enkele gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Torfstraat, achter uitgaande op de Vaeltstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren dusent vijfhondert achtien opten verswaeren manendage post Epiphanie Domini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 70.
246
1518, 12 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Bernt Ronnynck een jaarrente van 1 pond, gaande uit zijn huis in de Molenstraat, achter uitgaande in het steegje, verkocht heeft aan de
Archiefnummer 84 Pagina 44 van 74
olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk, waarmede hij in het gilde is gegaan. Gegeven in den jaer ons heren dusent vifhondert ind achtien fridaiges post Scholastice virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 70 vso. N.B. Met aantekening over de aflossing in 1546. 247
1518, 12 februari Otto Keyen en Henrick van Vorden, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Bernt Ronnynck heeft verklaard, dat het Sint Anthonisgilde voor de jaarrente uit zijn huis in de Molenstraat bij nietbetaling mag peinden aan al zijn goederen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vijfhondert achttien fridages post Scholastice virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 71. N.B. Doorgehaald.
248
1518, 17 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Warnner Kremer en Gertken, zijn vrouw, een jaarrente van 3 pond, gaande uit hun huis in de Bodickerstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren dusent vijfhondert ind achtien sgoensdaiges post Esto mihi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 70. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1545.
249
1518, 12 mei Anthonis van Seist, richter in het ambt en kerspel van Hengell op den Goy wegens heer Kairlle, hertog van Gelre enz., oorkondt, dat Zweder van Karvenhem en joffer Lambrecht, zijn vrouw, een jaarrente van 10 molder rogge, zutphense maat, gaande uit het goed Meyerinck, gelegen in het kerspel Hengell in de buurschap Koewick, verkocht hebben aan Reyner Smedes en Alijt, zijn vrouw. Gegeven in den jair ons heren duysent vijffhondert ind achtiene op sunte Pancratiusdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 156. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 18 mei 1539 (reg.nr. 298).
250
1518, 20 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Lambert van der Grave en Antonia, zijn vrouw, een jaarrente van 1 enkele gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Berlehese, tot een jaarlijkse uitdeling aan de armen op Sint Egidius verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde en Sint Anna gilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren dusent vifhondert achtien sdinxd(ages) post Divisionis apostolorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 72 vso. N.B. Met aantekening dat deze brief om Gods wil weer teruggegeven is aan Lambert voornoemd.
251
1518, 23 juli Johan de Lege, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat hij Engelbert Harmelinck, richter te Warnsfelde, tot zijn stadhouder had aangesteld en dat deze hem heeft verklaard, dat voor hem en gerichtslieden Gerrit Ketell en Garrit Nerinx, kerkmeesters te Vorden, een jaarrente van 5 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit het land die Haepereist, gelegen in het kerspel Vorden in de buurschap Delden hebben verkocht aan meester Johan Tenckinck, schoolmeester, en Aelijt, zijn vrouw, en dat Bernt Besselinck en Andries to Alrekamp zich hiervoor hebben borg gesteld. Gegeven in den jaire unses hern duesent vifhondert ende achtien upten vrijdach nae sunt Marien Magdalenendaege. Notarieel afschrift door Welmarus Schulten van Zutphen, openbaar notaris en gezworen schrijver, in inv.nr. 1, fol. 197. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 15 januari 1571 (reg.nr. 399).
Archiefnummer 84 Pagina 45 van 74
252
1518, 23 juli Prior en gemene convent van het klooster te Windesem bij Swoll van de orde der Regulieren, oorkonden, dat zij een jaarrente van 2½ gouden rijnsgulden, gaande uit al hun goederen, verkocht hebben aan Nenne Gruse. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ende achtiin des daichs nae sunte Marie Magdalenendach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 161. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat de rente in 1547 is afgelost. Hierdoor was gestoken de akte van 29 augustus 1545 (reg.nr. 320).
253
1518, 20 augustus Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Jan Loipen en Styne, zijn vrouw, een jaarrente van 1 pond van 2½ gulden, gaande uit hun huis bij de Apenstart tussen het Monickenhuis en de Apenstart, strekkende tot aan het Moelenpand, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren duesent vifhondert ind achtien fridages post assumptionis Marie virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 73.
254
1518, 9 oktober Herman van Veelen, drost van de graafschap Zutphen vanwege heer Kaerl, hertog van Gelre enz., oorkondt, dat Johan Oelynck en Mairy, zijn vrouw, een slag land, Oelynck Horst genaamd, gelegen in het kerspel Hengelo in de Hattemermarkt naast Seckbleck en de Seckbleckerstraat, hebben overgedragen aan Frans die Witte als olderman van Sint Anthonisgilde op de Oelde Stat binnen Zutphen en Andries Obbekinck als olderman van Sint Annengilde op de Oelde Stat binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren dusent vifhondert inde achtyne op saterdach post Francissi (sic) confessoris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 137.
255
1518, 1 december Jan van Scarpenzeell, richter van Arnhem en Veluwezoem, oorkondt, dat Jan Koeps en Alijt, zijn vrouw, het goed Sloynck, gelegen in het kerspel Brummen in de buurschap Lavenem, hebben overgedragen aan Peter Pels als “tofenger” van het Sint Anthoniusgilde binnen Zutphen in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren dusent vifhondert ind achtien opten gunsdach na sunte Andriesdach apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 152.
256
1518, 24 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Hans van Calbbe en Hille, zijn vrouw, een jaarrente van 9 enkele gouden rijnsguldens, gaande uit hun huis in de Langer Hofstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer ons heren dusent vifhondert achtien opten heiligen Kerstavont. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 72 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over gedeeltelijke aflossingen.
257
1519, 21 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 5½ gouden rijnsgulden, gaande uit de stadsrenten, goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan Joanna, weduwe van Gerrit Zegefalken. Gegeven in den jaere unses heeren duysent vieffhondert ind negentien op Sint Petersaevent ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Met aantekening dat deze rentebrief voortspruit uit achterstallige renten aan het klooster Zyon te Keulen. De rentebrief is 23 januari 1621 en 19 februari 1621 overgedragen aan de Sint Anthonis Grote Broederschap.
Archiefnummer 84 Pagina 46 van 74
258
1519, 15 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Henrick Beier en Hensken, zijn vrouw, een jaarrente van 5 enkele gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Boickerstraat, verkocht hebben aan de olderlieden van Sint Antonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duysent vifhondert ind negentienen ‟s frijdaiges post dominicam Judica. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 141 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de valuatie van de munt bij aflossing.
259
1519, 17 december Jacob Hunynck en Jan Berner, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Gertruyt Kailsack en Henrick Kailsack, haar zoon, de rentebrief van 23 augustus 1502 (reg.nr. 196), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jare onses heren duisent vieffhondert ind negentien satterdach post Luciee. Afschrift in inv.nr. 766.
260
1521, 16 mei Johan die Leege, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Andries van den Walle en joffer Agnes, zijn vrouw, een jaarrente van 3 enkele gouden rijnsguldens, gaande uit hun erf en goed Ensynck, gelegen in het kerspel Warnsfelt in de buurschap Evede, verkocht hebben aan Frans die Witte en Henrick Ruter als olderlieden van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert ende eyn ende twyntich op donresdaghe post Servacii. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 145 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1562.
261
1521, 16 september Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Willem Voitz en Hesse, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ enkele gouden rijnsguldens, gaande uit hun huis voor de Stenbruggen, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duysent vifhondert ind eyn ind twyntich op sunte Lambertzavont. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 74. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1552 en z.j. en over de aflossing en herbelegging in 1566.
262
1522, 18 januari Otto Keyen en Derick van Stienre, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Sweer Sthienhouwer de jaarrente, vermeld in de akten van 25 augustus 1481 en 24 september 1487 (reg.nrs. 115 en 147), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoenys Grote Gilde in Sint Wolburgenkerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer onses heren duesent vijffhondert ende twie ende twintich upten saeterdach sunt Anthonisavont abbatis. Oorspr. (inv.nr. 788), met het zegel van de tweede oorkonder; dat van de eerste is verloren. N.B. De datering is onjuist. Sint Anthonis viel in 1522 op vrijdag 17 januari.
263
1522, 4 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Jan van Flieren en Agnes, zijn vrouw, een jaarrente van 3½ gulden, gaande uit hun huis in de Barnhofzstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Onser Liever Vrouwen Gilde ten Predicanten. Gegeven in den jaer ons heren dusent viffhondert ind twe ind twyntich fridach post Letare Jherusalem. a. Oorspr. (inv.nr. 769); het zegel en contrazegel van de stad, die dateren van na 1572, zijn bij het herstel van dit charter hieraan bevestigd. Op de zegelstaart staat met dezelfde hand als de oorkonde “d‟olderlude te monicken”. In dorso aantekening, dat deze rente in 1544 door de Sint Antonis Grote Broederschap is verworven. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 176.
Archiefnummer 84 Pagina 47 van 74
264
1922, 15 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerrit Wamminckhorst een jaarrente van 1 goudgulden aan Sint Annengilde en 2 goudgulden aan Sint Anthonis Grote Gilde, gaande uit zijn huis op de Nyerstat in de Hallerstraat naast de Margenborch, heeft verkocht. c Gegeven in den jaere onses heren duesent v ende xxii opten donredach post dominicam Jubilaete. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 75 vso.
265
1522, 29 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Jan Snycke en Armgart, zijn zuster, hun hof buiten de Nysstatpoort hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonysgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duesent vifhondert twie ind twintich schunsdach post Simonis et Jude apostolorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 75 vso. N.B. Doorgehaald.
266
1523, 12 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Derick van Goch een jaarrente van 4 enkele gouden rijnsguldens, gaande uit zijn huis in de Bodickerstraat, heeft verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen. Gegeven in den jair ons heren duesent viefhondert ende xxiii opten maendach post Trium Regum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 76. N.B. Doorgehaald.
267
1523, 15 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Goessen van Vyanen, barbier, en Truecken, zijn vrouw, een jaarrente van een goudgulden, gaande uit hun huis in de Brede Straat, gelegen naast de Wildenman, hebben verkocht aan Hermen Raeven Henrixzoon. Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert ende driende twintich upten fridach post Assentionis Domini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 30 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling tot 1561 en aflossing in 1568. “Ende hebben die olderlude dye pennynge utgeghieven voer wijen tot de dye maltijt”. De drie hierdoor gestoken akten zijn niet afgeschreven.
268
1523, 7 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan van Vlyeren en Agnes, zijn vrouw, een jaarrente van 3 gouden rijnsguldens, gaande uit hun huis in de Bornehoffstraat, verkocht hebben aan Frans die Witte en Derixken, zijn vrouw. Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert ende drie ende twyntich up dynsdach nae sunt Marttensdach translacionis. a. Oorspr. (inv.nr. 770), met sporen van het zegel van de stad. N.B. Met aantekening in dorso dat de Sint Anthonis Grote Broederschap deze rente 18 april 1544 heeft verworven. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 176.
269
1525, 20 april Richter en schepenen van Sutphen oorkonden, dat Goesen van Vyanen en Trude, zijn vrouw, een jaarrente van 8 gouden rijnsguldens, gaande uit hun huis aan de Koernmarkt, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jair onss heren duysent vijffhondert ende vijff ende twyntich dess donresdaiges nae den hylligen Paeschdach. a. Oorspr. (inv.nr. 775), met een fragment van het zegel en het contrazegel van de stad. N.B. In dorso: “vestenis uut Wyllem Valckenhuis”. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 76 vso.
Archiefnummer 84 Pagina 48 van 74
N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1561 en de aflossing en herbelegging in 1605. 270
1525, 1 september Johan van Holthuesen, rentmeester ‟s lands van Zutphen, oorkondt, dat voor het hofgericht Albert van Zuderaes en joffer Trude, zijn vrouw, het land en de hofstad Mastebroick, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Vierackeren, verpand hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde en dat zij hebben beloofd het hofhorige goed Vroynck en de bovengenoemde hofstede binnen zes jaren weder in te lossen. Gegeven in den jair onses heren duesent viefhondert ind vief en twintich des vridages na sunte Jansdach decollationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 146 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de lossing.
271
1525, 5 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Karseboem en Mechtelt, zijn vrouw, een jaarrente van 5 enkele goudgulden, gaande uit hun huis aan de Brederstraat, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duysent wijffhondert ende vijff ende twintich op sonnendach post Omnium Sanctorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 76 vso. N.B. Met aantekening over de aflossing in 1571.
272
1526, 5 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick van Voirthuysen Zwiederss. en Kathrina, zijn vrouw, een jaarrente van 3 pond, gaande uit hun huis, gelegen naast de Hospittailzpoort, achter strekkende aan de stadsmuur, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duysent vijffhondert ende ses ende twintich op donresdach nae den hilligen Paesdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 77. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1559.
273
1526, 3 juli Gerrit van Scherpenzeel genant Palick, landdrost van Veluwen, oorkondt, dat Johan Stegeman en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 4 philipsguldens, gaande uit een stuk land, Eygerhoiff genaamd, gelegen in het kerspel Voirst naast het Appelse heideveld, verkocht hebben aan Johan Coster als “toevenger” van de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren duysent viefhondert inde sess en twyntich opten dairden dach in der mant julii. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 147 vso.
274
1527, 30 april Anthonis van Seist, richter in het ambt en kerspel van Hengelo op den Goy vanwege heer Kairll, hertog van Gelre enz., oorkondt, dat Jacop Enserinck en Gertken, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun stuk groenland, Enserinx Cloet genaamd, gelegen in het kerspel Hengelo opten Goy achter Wissinck aan de wetering verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde en Sint Annen Gilde binnen Zutphen, en dat Willem Doensberch en Johan to Wynckele zich hiervoor hebben borg gesteld. Gegeven in den jair ons heren duesent vifhondert ende soeven und twyntich op meyavont anders geheiten Philippi et Jacobi apostolorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 148 vso. N.B. Zie ook inv.nr. 802.
275
1527, 27 juni Johan van Holthuessen, rentmeester ‟s lands van Zutphen, oorkondt, dat voor het hofgericht Johan Harmelinck voor zes jaar aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoenys
Archiefnummer 84 Pagina 49 van 74
Grote Gilde binnen Zutphen verpand heeft het Harmelynck Broickslach, gelegen in het kerspel Warnsfelt, buurschap Warcken, gehorende in het hofhorig goed Harmeldynck, waarmede hij een jaarrente van 4 molder rogge heeft afgelost. Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert soeventwintich dess donresdaiges nae sunte Johansdach to midsomer. a. Oorspr. (inv.nr. 693), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 149. 276
1528, 8 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Dubbelzoon en Margreta, zijn vrouw, een jaarrente van 4 philipsguldens min een oort, gaande uit hun huis in de Torfstraat op de hoek van de straat waardoor men naar de Predicanten gaat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de collegiale kerk Sint Wolborgen. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent viefhondert ende acht ende twinchtich op saeterdach poest Puerificationis Maria. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 77. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1554.
277
1528, 17 december Sander Schymmelpenninck, stadhouder en richter van het scholtambt Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Marryke, weduwe van Arnt Enserinck, haar kinderen en Aelbert Enserinck een jaarrente van 6 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit hun goed, Burlsche Stucke genaamd, gelegen in het kerspel Vorden in de buurschap Delden, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen. c Gegeven in den jair ons heren xv ind xxviii° dess donredages post Lucie virginis ac martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 151 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1561 en 1563 en de aflossing en herbelegging in 1567.
278
1529, 13 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wyellem Frerixs en Everarda, zijn vrouw, een jaarrente van 3 goudgulden, gaande uit hun huis in de Beckerstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antoennis Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Geghyeven in den jaer ons heeren dusent vijfhoendert ende nyegen ende twyentich up saterdach poest Letare Jerusalem. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 191 vso. N.B. In margine: “…ut Lambert Daems brouhuis”.
279
1529, 13 september Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Coster Jacobszoon en Mechtelt, zijn vrouw, hun huis in de Hofstraat overgedragen hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonis Grote Gilde in de Grote collegiale Kerk binnen Zutphen. c Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent v ende negen en twyntich op avent Exaltationis sante crucis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 79. N.B. Doorgehaald.
280
1531, 28 januari Garrit Barner en Garrit Kreinck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Garrit van Broickhusen, burgemeester van Zutphen, en joffer Niese, zijn vrouw, twee rentebrieven van 1 pond en 2 oude schilden hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegieven in ‟t jair ons heren dusent viffhondert ende ein ende dartigh opten saterdach post Agnetis virginis. Oorspr. (inv.nr. 800), met de geschonden zegels van de oorkonders.
281
(vervallen)
Archiefnummer 84 Pagina 50 van 74
282
1532, 11 maart Henrick van Voirden en Luloff te Rith, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Griete Udinx het Londinxkempken, gelegen in het kerspel Wernsfelde, zoals omschreven in de akte van 13 december 1509 (reg.nr. 224), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. In den jair ons heren duesent vijffhundert ind twe ende dertich opten maendach post Letare Jerusalem. Oorspr. (inv.nr. 694), met het zegel van de tweede oorkonder; dat van de eerste is verloren.
283
1532, 27 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Schetter, Effze, zijn vrouw, en Truken, hun dochter, een jaarrente van 8 gouden rijnsguldens in een oort, gaande uit hun huis aan de Kornmarkt en uit hun hof buiten de Maspoort, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonis Grote Gilde in de Sint Walburg kerk. Gegeven in ‟t jair ons heren dusent viffhondert twei ende dartich guedesdages nae den heiligen Palmdach. Oorspr. (inv.nr. 776); niet gezegeld en doorgehaald.
284
1532, 31 juli Anthonis van Zeist, richter in het ambt en het kerspel Hengele opten Goy vanwege heer Kaerle, hertog van Gelre enz., oorkondt, dat Johan Heynck en Bernarda, zijn vrouw, een jaarrente van 2 molder winterrogge, zutphense maat, gaande uit de Brantzhofstede en uit het goed Swafkynck, gelegen in het kerspel Hengeloe op den Goy, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen in Sint Walburgenkerk. Gegeven in den jaer onses heren duesent viffhondert ind twiende dertich op sunt Petersavont ad vincla. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 154. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1543.
285
1533, 7 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Dubbels en Margrite, zijn vrouw, een jaarrente van 5 philipsguldens, gaande uit hun halve huis in de Torfstraat langs de Broederstraat en uit hun halve huis en hof, gelegen op de Becke naast “des zwarten monicken erfnisse”, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonis Grote Gilde in de Grote Kerk. c Gegeven in den jaer onss heren duesent v ende dri en dertich friedachs post Invocavit. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 79. N.B. Doorgehaald.
286
1533, 22 april Luedolph van Achtevelt, stadhouder van Johan van Keppel, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat de weduwe van Johan die Ricke en Joachim die Ricke, haar zoon, een jaarrente van 6 enkele goudguldens, gaande uit het land die Yssenhorst, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Lesten, grenzende aan het Leestensche Broeck en die Laicke, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen in Sint Walburgenkerk. Gegeven in den jaer onses heren duesent vijffhondert ind drie en dertich opten dinxdach post Quasi modo geniti. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 152 vso. N.B. Met aantekening over latere eigenaren van dit land.
287
1533, 10 november Olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis en Sint Anna Gilde binnen Zutphen in Sint Walburgenkerk erkennen een lijfrente van 12 enkele guldens ‟s jaars verkocht te hebben aan Johan Kiemynck en Lisbet, zijn vrouw. Gegeven in den jair ons heren duysent viefhondert ind drie ende dertich op sunt Martensavont in den wynter.
Archiefnummer 84 Pagina 51 van 74
Oorspr. (inv.nr. 816), met een fragment van het zegel van de Sint Anthonis Grote Broederschap; dat van het Sint Annagilde is verloren. N.B. Gecancelleerd. 288
1534, 3 januari Broeder Henrick Kreynck, prior, broeder Garyt Kremer, subprior, broeder Henrick van Deventer, procurator, en de gemene broederen van het convent van de Predickeroerden binnen Zutphen verklaren, dat de 142 philipsgulden en de jaarrente van 6 molder rogge, die in 1505 waren geschonken door Alijt, weduwe van Johan Ruter, waarvoor jaarlijks een uitdeling van 5 molder rogge en een half vat boter aan de armen zou worden gedaan, niet naar behoren waren belegd en ook de roggerente onbekend was, dat hun vader Garyt Ruter, Alijts zoon, hiervoor 30 goudgulden had geschonken en daarenboven Garyt Ruter voornoemd 20 goudgulden heeft geschonken, waarvoor zij op Sint Barbara een gezongen mis zullen opdragen voor het Sint Barbarabeeld, staande voor Sint Thomas, dat voor 1 goudgulden wijn gehaald zal worden voor degenen die over de uitdeling staan en voor de broeders in het refter, die na de maaltijd een “miserere mei Deus” zullen lezen met een collect voor de overledenen van het geslacht Ruter en dat dezen door de priesters de volgende dag in de mis zullen worden herdacht. Gegeven in den jair onss heren dusent vijfhondert ende xxxiiii den darden dach in januario. Oorspr. (inv.nr. 819); het zegel van het convent is verloren.
289
1534, 24 januari Henrick Kiemynck, Johan Kiemynck die olde, gebroeders, en Johan Kiemynck die jonge Henrickeszoon gaan een ruiling aan met Henrick Kailsack, Frans die Witte en Henrick Rueter, olderlieden van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen, waarbij het gilde tegen afstand van twee stukken land, die Maitacker en een akker bij de Braemhuefel, twee stukken land, die Stienackers genaamd, [onder Warken] verkrijgen. Gegeven in den jair onses heeren duesent viefhondert ind vierendertich op sunte Pauwelsavont convertionis (sic). a. Oorspr. (inv.nr. 695), met de min of meer geschonden zegels van Henrick Kiemynck, Engelbert Harmelinck, richter, Bernt Ubbekinck en de Sint Anthonis Grote Broederschap. N.B. In dorso: “buytenscap in Allerdinck”. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 153.
290
1534, 31 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Engelbert Meckinck en Frederica, zijn vrouw, een jaarrente van 6 goudguldens en een oort, gaande uit hun huis in de Torfstraat, hebben verkocht aan Gerthruidt Cutels. Gegeven in ‟t jair ons heren dhusent viffhondert vier ind dartich opten satersdach nae conversionis Pauli. a. Oorspr. (inv.nr. 797); het stadszegel is verloren. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 30 juni 1544 (reg.nr. 313). b. Afschrift in inv.nr. 1, tol. 159. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1570.
291
1534, 11 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Arnt van Nyede en Claes, zijn vrouw, een jaarrente van 1 enkele goudgulden, gaande uit hun huis in de Berlehesen, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antonis Grote Gilde in de Grote Kerk. c Gegeven in den jaer ons heren duesent v ind vir en dartich ‟s guesdaiges na Appolonie. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 78 vso. N.B. Met aantekening over de wijziging van de rentevoet.
292
1534, 30 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 8½ rijnsgulden, gaande uit de stadsrenten, -goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan joffer Henrica van Bronckhorst. Gegeven in ‟t jaer ons heeren duysent vieffhonderd vier ind dertich opten wonsdag nae Innocentium. Afschrift in inv.nr. 766.
Archiefnummer 84 Pagina 52 van 74
N.B. Met onderschrift dat deze rentebrief voortspruit uit een rente, gevestigd in Gerrit Iserens huis vanwege de watertol, die van zijn voorouders aan de stad is gekomen en nu gelost is door de hertog, welke rente nu door Henrica van Bronckhorst aan de stad is overgedragen. Hierdoor was gestoken de akte van 18 februari 1609. 293
1536, 25 mei Joachim Horstinck, richter te Zelhem vanwege heer Kairle, hertog van Gelre enz., oorkondt, dat Wennemer Staerinck en Mechtelt Abbinck, zijn vrouw, een jaarrente van 2 goudguldens gaande uit hun goed Abbinck, gelegen in het kerspel Zelhem in de buurschap Halle tussen Jolinck en de oude landweer, hebben verkocht aan Wolter van Haevell genaamd Elger en Wendell Kosters, zijn vrouw. Gegeven in den jair ons heren duesent vijffhondert ind ses en dartich ipso die Urbani. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 159 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1558. Hierdoor was gestoken de akte van 6 november 1545 (reg.nr. 321).
294
1536, 22 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Beyer en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 1 goudgulden, gaande uit hun huis en hof in de Boedickestraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vijfhondert ind ses ende dertich opter Thiinduesent Hilligen Mertelerdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 79 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de valuatie van de goudgulden.
295
1538, 16 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan van Voirthuesen Geritszoon, burgemeester, en joffer Walburga, zijn vrouw, een jaarrente van 5 goudgulden, gaande uit hun huis en hof op de Nyestat, grenzende aan de stadsmuur, achter aan de armenhuisjes, verkocht hebben aan Johan en Ottho, gebroeders, zonen van wijlen Alphert to Bishorst en Alleit, diens vrouw, die thans gehuwd is met Johan van Harderwick. Gegeven in den jair onses heren duesent vijffhondert acht ind dartich op dinstag na Palmarum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 155 vso. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 8 oktober 1540 (reg.nr. 302).
296
1538, 1 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Goesen Baltinck en Mechtelt, zijn vrouw, een jaarrente van 3 goudguldens, gaande uit hun huis in de Lairpoort aan de wal, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent viffhondert acht und dertich op donredach Allerhilligenavent. Afschrift in inv.nr. 1, fol 154 vso. N.B. Doorgehaald.
297
1539, 1 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Oth Schroir en Margreet, zijn vrouw, een jaarrente van 7½ goudgulden, gaande uit het huis die Papegoy, gelegen aan de Koernmarkt op de hoek van het Gasthuesessteegje, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonissgilde in de Grote Kerk van Sint Walburg. Gegeven in ‟t jair unsers herenn dusent viffhondert negen und dartich op saterstagavent Purificationis Marie gnant lichtmissen. a. Oorspr. (inv.nr. 777); het stadszegel is verloren. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 154 vso.
298
1539, 18 mei Derick ten Walle en Henrick Rueter, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Alijt van Verseveldt de rentebrief van 12 mei 1518 (reg.nr. 249), waardoor deze akte is gestoken, met de achterstallige rente “om Gods wil” heeft overgedragen aan Johan Coster als “toefenger”
Archiefnummer 84 Pagina 53 van 74
van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen en dat als de kinderen van Alijt terug zouden keren het gilde hen de helft van deze jaarrente terug zou geven. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vijffhondert ind negen ind dertich opten sonnendach nae des Heren Hemelfairtzdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 156 vso. N.B. Daar Henrick Rueter vóór de bezegeling van de akte was gestorven, heeft Gerrit Schimmelpenninck deze in zijn plaats bezegeld. 299
1539, 18 augustus Henrick Cloetbanne, stadhouder van Sweerder van Voirst, landdrost van Zutphen, oorkondt, dat Clauss Schoeltwick en Styne, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ goudgulden, gaande uit hun land die Pyeckmaetkens, gelegen in het kerspel Stiinre in de Baeckerwerdt, grenzende aan de Seelestraat, de Papenwerdt en de Peerdemaete, verkocht hebben aan Sweene Bartscherers, welke rente na haar dood zal komen aan mr. Jacob Snider van Essen, secretaris, en na diens dood aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jaer unss hern duesent viefhondertt negen ind dartich up manendach nae Unser Liever Frouwendaege assumptionis. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen van Zutphen, openbaar notaris, in inv.nr. 1, fol. 192. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1628.
300
1540, 23 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Luycken Breckefelt en Kathrine, zijn vrouw, een jaarrente van 1 goudgulden, gaande uit hun huis in de Spiegellstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen. Gegeven in „t jair ons heren duesent vijffhondert ind viertich opten goensdach avent nativitatis Johannes. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 155. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling vanaf 1561 en de aflossing in 1600.
301
1540, 7 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Effze, weduwe van Telman Schull, en Henrick, Gerrith en Truyken, haar zoons en dochter, een jaarrente van 2½ goudgulden, gaande uit hun huis in de Hofstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijfhondert ind viertich opten goensdach nae convertionis (sic) Pauli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 59 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1543. In margine staat dat deze rente gaat uit een huis in de Boickerstraat.
302
1540, 8 oktober Henrick van Voirden en Thomas van Buerloe, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan toe Bischorst, zoon van wijlen Alphert toe Bischort en Aelheit, diens vrouw, thans gehuwd met Johan van Harderwick, zijn aandeel in de rentebrief van 16 april 1538 (reg.nr. 295), waardoor deze akte is gestoken, heeft verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de kerk van Sint Walburg binnen Zutphen en dat de andere helft van de rentebrief zijn broeder Ottho toebehoort. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vijffhondert ind viertich opten fridach nae Francisci. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 155 vso. N.B. Met aantekening over de aflossing en herbelegging.
303
1540, 29 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Jacob van Haegen genaamd Vrilix een jaarrente van 3 goudgulden en 1 stoter, gaande uit zijn huis in de Toerffstraat, verkocht heeft aan Johan Coster en Mechtelt, zijn vrouw. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind viertich opten maenendach avont Andree apostoli.
Archiefnummer 84 Pagina 54 van 74
Afschrift in inv.nr. 1, fol. 157. N.B. Doorgehaald. De hierdoor gestoken aktie is niet afgeschreven. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1543. 304
1541, 27 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Reynt en Andries van Kervell, gebroeders, en Gertruyt van Kervell, hun zuster, een jaarrente van 1 gouden gelderse rijdergulden, gaande uit hun huis opten Haegen, achter strekkende aan de beek, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert eyn ind viertich opten manendach nae nativitatis Johannis baptiste. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 157 vso.
305
1541, 28 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat mr. Gerrith Kremer Evertszoon een jaarrente van 5 goudguldens, gaande uit zijn huis in de Waterstraat, achter grenzende aan de stadsmuur, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jair ons heren duesent vijffhondert ind eyn ind viertich opten dinxdagenavont Petri et Pauli apostolorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 157.
306
1542, 6 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Lambert ten Blomendaill en Gertken, zijn vrouw, een jaarrente van 2 gouden gelderse rijdergulden, gaande uit hun huis en hof in de Laerpoort en uit hun twee kommen op de Bovenberch, verkocht hebben aan heer Reyner Broickinck, priester en vicaris in de Grote Kerk van Sint Walburg. Gegeven in ‟t jaer uns heren duysent viffhondert twie ind viertich opten saterdach nae Philippi ind Jacobi apostolorum geheiten meydach. a. Oorspr. (inv.nr. 782), met een fragment van het zegel en het contrazegel van de stad. Hierdoor zijn gestoken de akten van 4 november 1549, 13 april 1551 en 9 mei 1562 (reg.nrs. 343, 347 en 383). b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 185. N.B. In margine staat dat deze jaarrente gaat uit Jan te Kalleffcers huis.
307
1543, 27 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Peter Vryese en Eeffze, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ enkele rijderguldens, gaande uit hun hof in de Koilsteeg, achter grenzende aan “unser statgraeve van der schuttenbaenen”, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonysgilde in de Grote Kerk van Sint Walburg binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert drie ind viertich upten vrijdach nae Jacobi apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 158 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1547.
308
1544, 11 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Harmen Barner en Rensse van Holthuysen, kerkmeester in de Grote Kerk binnen Zutphen, een jaarrente van 5 goudgulden, gaande uit het huis van de kerk in de Lange Hoffstraat op de hoek van Vleyshouwerstraat, dat eertijds Henrica Pluckeroesen toebehoorde, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jaer ons heren duesent vijffhondert ind vier ind viertich opten manedach post Appollonie virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 158. N.B. Doorgehaald.
309
1544, 19 februari Burgemeesters, schepenen en raad van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 5 guldens, gaande uit de stadsrenten, -
Archiefnummer 84 Pagina 55 van 74
goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan Thomas Weert en Aelheit, zijn vrouw, en dat de hoofdsom voortspruit uit “ethelicken penningen die zall. Henrick Weert to Campen uthstaende hadde, die de Van Wouw clockengieters aldaer, op de achterstedigheit inne beholden hebben”. Gegeven in ‟t jaer onses heeren duysent vieffhondert vier ind viertich dinxdaeges nae Valentini martyris. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Met aantekening dat deze rente in 1550 is overgedragen aan de secretaris mr. Jacob Snijder van Essen. Hierdoor waren gestoken de akten van 23 januari 1621 en 19 februari 1621, waarbij aandelen in deze en andere rentebrieven aan de Sint Anthonis Grote Broederschap werden overgedragen. 310
1544, 1 maart Luloff t‟ Ryth en Derick ten Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat heer Steven en heer Ryckwyn van der Voirst, gebroeders, juffer Ave, weduwe van Johan van Holthuesen, hun zuster, Giesbert van der Voirst, hun broeder, Gerrit Schimmelpenninck en juffer Geertruit, zijn vrouw, Evert van Ree, richter te Boeckholt, en juffer Teuwken van Haegenbeeck, zijn moeder, als mombers van de onmondige Hermannus van Vorden, de rentebrief van 14 april 1487 (reg.nr. 144), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde, zoals in het testament van Hendrick van Vorden was bepaald. Gegeven in ‟t jaer ons heeren duesent vieffhondert ind vier ind viertich opten saterdach nae Mattheei [lees Matthie] apostoli. Afschrift in inv.nr. 766.
311
1544, 12 mei Thomas Wert, stadhouder en richter vanwege Goesen van Raesfelt, scholt van Zutphen binnen en buiten, etc., oorkondt, dat Sander Scimmelpenninck een jaarrente van 3 goudguldens, gaande uit zijn goed het Ham en uit 5 molderzaad land, genaamd Nyenkamp, gelegen in het kerspel Vorden in de buurschap Veltwick, verkocht heeft aan Styna Koelinhus. Gegeven in ‟t jair vifftinhondert ind vier ind viertich up sunte Pancraesdach martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 175. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1600.
312
1544, 14 mei Burgemeester, schepenen en raad van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 100 gouden keurvorsterguldens, gaande uit de stadsrenten, -goederen en -inkomsten, verkocht hebben aan Haio Ripperda en juffer Henrica, zijn vrouw, en dat dit geld is gebruikt om een jaarrente aan de erfgenamen van Johan Lidemans af te lossen. Gegeven in ‟t jaer ons heeren duesent vieffhondert vier ind viertich opten gonsdach nae den sondaege Cantate. Afschrift in inv.nr. 766.
313
1544, 30 juni Andries Kreinck en Gerrit Raesinck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Gerthruidt Cultels de rentebrief van 31 januari 1534 (reg.nr. 290), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Thomas van Burlloe, Gerit Aitsack en Rickman Stoltenberch, olderlieden van het Grote Sint Anthonisgilde. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent viffhondert vier ind viertich opten manendach nae Petri ind Pauli apostolorum. Oorspr. (inv.nr. 797), met de geschonden zegels van de oorkonders.
314
1544, 23 augustus Sander Schymmelpennynck, rentmeester van het land van Zutphen, oorkondt, dat voor hem en tynsgenoten Bernt Haeynckinck en Heyle, zijn vrouw, het tynsgoed Haeynckinck, gelegen in het kerspel en gericht Hengell opten Goy op het Beckfelt, hebben overgedragen aan Johan van Zeyst en joffer Mechtelt, zijn vrouw. Gegeven in den jaire onsses heren duesent vieffhondert ind vier ind virtich op sunte Bartholomeusavent.
Archiefnummer 84 Pagina 56 van 74
Oorspr. (inv.nr. 656), met het geschonden zegel van de oorkonder. 315
1544, 17 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Anna, weduwe van Derick van Goch, als moeder, en Johan Besselinck als momber van de nagelaten kinderen van Derick van Goch, met name Harman en Hilleken, een jaarrente van 2½ goudgulden, gaande uit hun huis in de Boedickerstraat, verkocht hebben aan Zuete ter Linde. Gegeven in ‟t jaer uns heren duesent viffhondert ind viertich upten vridach post Victoris et Gereonis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 175 vso.
316
1544, 17 november Wilhelm ten Holte, stadhouder van Johan van Keppel, landdrost van Zutphen vanwege Kairle, keizer van Rome enz., oorkondt, dat Henrick van der Leuw en juffer Johanna, zijn vrouw, en Henrick Hartebroick en juffer Engel, zijn vrouw, hun halve goed Bannynck, gelegen in het kerspel Hengel in de buurschap Noirtwick, hebben opgedragen aan Bernt Mockinck en Geertke, zijn vrouw. Gegeven in den jair onses heren duisent viffhundert vier ind vertich op manendach post Martini episcopi. Oorspr. (inv.nr. 655), met het licht geschonden zegel van de oorkonder.
317
1544, 3 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden het stadsland, Onser Liever Frauwenkamp genaamd, gelegen buiten de Hospitailspoort, verpand hebben aan Herman, Henrick en joffer Ailheit Bushoff, broeders en zuster. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent viffhondert vier ind viertich opten goensdach nae Andree apostoli. Oorspr. (inv.nr. 642), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. N.B. Hierdoor zijn gestoken een akte van 19 maart 1627 en een extract uit het memorie- en resolutieboek van de magistraat van Zutphen van 30 december 1727.
318
1545, 10 februari Andries Schimmelpenninck en Henrick van der Capellen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Griete Kalffzelers de helft van een jaarrente, gaande uit het goed Haedekinck, gelegen in het kerspel Hengell (reg.nr. 75), overgedragen heeft aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde. Gegeven in ‟t jair ons heren dusent viffhondert viff ind viertich opten dinxdach nae Agathe virginis. a. Oorspr. (inv.nr. 803), met de geschonden zegels van de oorkonders. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 165.
319
1545, 29 augustus Arnt Baeck en Gerrit Aetsack, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Nenne Gruesen de rentebrief van 16 januari 1514 (reg.nr. 231), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind vijff ind viertich upten saterdach ipso decollationis Johannis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 161 vso. N.B. Doorgehaald.
320
1545, 29 augustus Aernt Baeck en Gerit Aetsack, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Nenne Gruessen de rentebrief van 23 juli 1518 (reg.nr. 252), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair uns heren duesent vijffhondert ind vijff ind viertich upten saterdach ipso decollationis Johannis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 161.
Archiefnummer 84 Pagina 57 van 74
N.B. Doorgehaald. 321
1545, 6 november Andries Kreinck en Gerrit Schimmelpenninck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Wolter Elger en Ermgart, zijn vrouw, de rentebrief van 25 mei 1536 (reg.nr. 293), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de kerk binnen Zutphen en dat Johan en Wendele, onmondige kinderen uit het eerste huwelijk van Wolter met Wendele, dit van kracht zullen doen zijn, daar hun grootmoeder Elberich dit heeft bevolen en zijzelve, haar dochter Wendele, benevens Wolter, Ermgart, Johan en Wendele voornoemd hiermede in het gilde zijn gegaan. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind vijff ind viertich upten vrijdach post Omnium Sanctorum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 160 vso. N.B. Doorgehaald.
322
1545, 19 november Arndt Pieck en Gerit Aetsack, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan Joelinck en Wendelle, zijn vrouw, de rentebrief van 9 oktober 1487 (reg.nr. 148), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind vijff ind viertich upten donredach ipso Elyzabeth. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 32. b. Afschrift in inv.nr. 766.
323
1545, 14 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat ten verzoeke van heer Henrick Maezer, hun kapelaan, voor zichzelf en voor het corpus van de elf vicarissen een huisplaats op de Nyestad op de hoek van de Lokenstraat na gerichtelijk verwin bij brandende kaarse is overgedragen aan heer Hendrick voornoemd. Gegieven in den jair ons heren duesent vijffhondert ind vijff ind viertich opten manedach post Lucie. Oorspr. (inv.nr. 830); het zegel van de stad is verloren.
324
1546, 1 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat heer Henrick Maezer, hun kapellaan, en heer Frans van Oerschot en heer Kairll van Arssen als rentmeesters van het corpus van de elf vicarissen in de Grote Kerk binnen Zutphen een huisplaats op de Nyestadt op de hoek van de Lokenstraat hebben overgedragen aan Henrick Ruyther Geritss. die jonghe. Gegieven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind seess ind viertich opten manedachavent purificationis Marie. Oorspr. (inv.nr. 830), het zegel van de stad is verloren.
325
1546, 16 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Warner Kailsack en Anthonia, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ joachimsdaler, gaande uit hun huis in de Lange Hoffstraat, achter met de kamer uitgaande in de Kaelenstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind ses ind viertich upten dinxdach post Valentini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 159 vso. N.B. Doorgehaald.
326
1546, 22 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Harman Beyer als rentmeester van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen op de wijntaveerne Vreden gerichtelijk bij brandende kaarse heeft laten verkopen het huis van wijlen Harman Bainck in de Moellenstraat genaamd de Barllehese en dat de koper Lambert van Luchteren dit huis heeft overgedragen aan het voornoemde gilde.
Archiefnummer 84 Pagina 58 van 74
Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind sess ind viertich upten manedach nae Reminiscere. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 163. 327
1546, 5 juni Joest, graaf ten Bronckhorst en heer to Borckelloe, oorkondt, dat hij met de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen een ruiling heeft aangegaan, waarbij het gilde een streep zaailand heeft ontvangen, gelegen in het goed ten Vene in het kerspel Halle in de buurschap Ertbecke, tegen afstand van een hofstede, gehorende in het goed ten Vene, en dat hij de lasten van een wagenpaard en hondegeld op zich zal nemen, daar deze hofstede de zaalweer van dit goed is. Gegeven upten fijfften dach junii anno vijfftienhondert sess unde viertich. a. Oorspr. (inv.nr. 739) met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 162.
328
1546, 22 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Trummesleger en Wobbe, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ joachimsdaler, gaande uit hun huis in de Barllehesen, achter strekkende tot aan de stadsmuur, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind sess ind viertich opten manedach post presentationis Marie.
329
1547, 19 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 3 joachimsdalers, gaande uit de brouwaccijns hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde en dat de rentmeester Berndt Ubbekinck de hoofdsom heeft aangewend tot de “tymmeringe des floitboems in die waetermolle” in 1546. Gegeven in ‟t jair ons heren dusent vijffhondert soeven ind viertich upten saterdach na Valentini. a. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 164. b. Afschrift in inv.nr. 766.
330
1547, 21 april Goessen Harmens en Lysken, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 7½ joachimsdaler, gaande uit hun huis en hofstede, Derick van Eltens hoffstede genaamd, gelegen in het kerspel Voirst in de buurschap Noirtemppe, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonysgilde in de Sint Walburgenkerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer uns heren duesent vijffhondert ind soeven en viertich upten donredach nae den sonnendaige Quasi modo geniti. Afschrfit in inv.nr. 1, fol. 165 vso. N.B. Doorgehaald.
331
1547, 10 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Vogelken van Lochem en Lysken, zijn vrouw, een jaarrente van 5½ goudgulden, gaande uit hun huis in de Lange Hoffstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Antonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent vijffhondert soeven ind viertich opten vridach nae des heiligen Sacramentsdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 166. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1561. Dit huis lag tegenover het schepenhuis.
332
1547, 17 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Ailbert toe Kalffzeler en Sweer, zijn vrouw, een jaarrente van 3 stadsponden, gaande uit hun huis op de Nyestadt, achter strekkende aan de Molenstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde.
Archiefnummer 84 Pagina 59 van 74
Gegeven in ‟t jair ons heren duysent vijffhondert soeven ind viertich opten vrijdach nae Odulphi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 166 vso. 333
1547, 9 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Anna, weduwe van Henrick ten Goer, een jaarrente van 1½ joachimsdaler, gaande uit haar huis aan de Brederstraat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van het Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegieven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind soeven ind viertich opten saterdach nae transslationis Martini. a. Oorspr. (inv.nr. 767), met het geschonden zegel en het contrazegel van de stad. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 166 vso.
334
1547, 21 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Cornelis en Jenneken van Lichtenforde, kinderen van wijlen Johan van Lichtenforde, een jaarrente van 5 joachimsdalers, gaande uit hun huis aan de Saltmarkt langs het Dregerstraatje, dat op de Schupstoill uitkomt, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen en dat de nog onmondige Berthe, Jan en Gerit van Lichtenforde deze vestenis van kracht zullen doen zijn. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent viffhondert soeven ind viertich opten fridach nae Luce evangeliste. a. Oorspr. (inv.nr. 791), met een fragment van het zegel van de stad. N.B. Met aantekening van eigenaren van dit huis. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 167. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1561 en z.j.
335
1548, 12 maart Johan Momme, richter van Aernhem en Veluwensoem, oorkondt, dat Gerith then Knoeve en Griet, zijn vrouw, een jaarrente van 25 joachimsdalers, gaande uit hun goed dat Oirtfelt, gelegen in het kerspel Voirst in de buurschap Emppe, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen en dat de pacht van dit goed niet vóór de rentebetaling ingevorderd of betaald zal worden. Gegeven in den jaer ons heren duysent vijffhondert ind acht ind viertich op maendach nae den sonnendach Letare Hierusalem. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 167 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat de rente in 1551 is afgelost.
336
1548, 14 april Aerndt upten Ass en Hinrica, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 2 joachimsdalers, gaande uit hun land, de Nyen Kamp genaamd, gelegen in het kerspel Voirst in de buurschap Voirstonden in het ambt Brummen tussen de Oirt en de Voirstonder enk, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen. Gegeven in den jair ons heren duesent vijffhondert acht ende viertich upten saterdach post Quasi modo geniti. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 169 vso. N.B. Met aantekening over de rentebetaling in 1571.
337
1548, 7 mei Gerrit ten Knuve en Griete, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 3 joachimsdalers, gaande uit hun goed dat Oertfelt, gelegen in het ambt Brummen in het kerspel Voirst in de buurschap Noertemppe, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer ons heren duesent vijffhondert ind acht en viertich upten maendach nae des hilligen Crucisdaige Inventionis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 168 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat de rente in 1551 is afgelost.
Archiefnummer 84 Pagina 60 van 74
338
1548, 11 augustus Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Biele, weduwe van Johan van Coesfelt, een jaarrente van 6 joachimsdalers, gaande uit het huis de Biele, gelegen in de Torffstraat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent viffhondert ind acht ind viertich upten saterdach nae Laurentii martiris. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 170. N.B. Met aantekening over de voorwaarden, waarop de aflossing mag plaats vinden.
339
1548, 24 december Derick Staekenbrant en Aeltken, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 10 joachimsdalers, gaande uit hun huis op de Scuepstoel naast de schuur van het Oude Gasthuis, achter strekkende in de Boernhaefferstraat, hebben verkocht aan Johan Rueter en Eelsken, zijn vrouw. Gescreven int dem jair ons heeren wijfftiinhondert acht en twiirtich op dem hylligen Karsavent. Oorspr. (inv.nr. 793), met de geschonden zegels van de oorkonder, Willem Bongert en Henrick Rueter. N.B. Hierdoor is gestoken de akte van 7 februari 1593 (reg.nr. 414).
340
1549, 16 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Ottho Keyen de jonge en joffer Sophia, zijn vrouw, een jaarrente van 5 goudguldens, gaande uit hun huis en hof in de Fleyshouwerstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonius Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegieven in ‟t jair ons heren duesent vijffhondert ind niegen ind viertich opten saterdach nae Valentini. a. Oorspr. (inv.nr. 798), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 170 vso en 172 vso.
341
1549, 27 maart Gerrit Schimmelpenninck en Henrick van der Capellen, schepenen van Zutphen, medegeërfden in Veluwen, oorkonden, dat Gerrit ten Knuve en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ joachimsdaler, gaande uit hun goed het Oirtfelt, gelegen in het ambt Brummen in het kerspel Voirst in de buurschap Noirtemppe, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen en dat de pacht van dit goed niet vóór de rentebetaling ingevorderd of betaald zal worden. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent viffhondert ind niegen ind viertich upten gonsdach na Oculi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 171 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat deze rente in 1551 is afgelost.
342
1549, 15 juni Johan van Voirthuysen en Gerrit Schimmelpenninck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan Moezell en Catherina, zijn vrouw, een jaarrente van 5 joachimsdalers, gaande uit hun hofstede, Ribbershoffstede genaamd, gelegen in het kerspel Steenre in de buurschap Koevick, verkocht hebben aan Thomas van Buerloe en Gerrit Aitsack, olderlieden, en aan de gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren dusent viffhondert negen ind viertich upten saterdach nae den hilligen Pinxterdach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 171. N.B. Met aantekening over een akte d.d. 1563, waarbij deze hofstede voor deze en een andere rente wordt verbonden.
343
1549, 4 november Gerit Schimmelpenninck en Thomas van Burlloe, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat heer Reyner Broickinck, vicaris, Harman Beyer en Lysken, zijn vrouw, en Wilhelma, weduwe van mr. Peter Stoffvoet, de rentebrief van 6 mei 1542 (reg.nr. 306), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Wilhemken Muller als lijfrente.
Archiefnummer 84 Pagina 61 van 74
Gegieven in ‟t jaer ons heren duesent vijffhondert ind niegen ind viertich opten manedach nae Omnium Sanctorum. Oorspr. (inv.nr. 782), met het zegel van de tweede oorkonder; dat van de eerste is verloren. N.B. Hierdoor zijn gestoken de akten van 13 april 1551 en 9 mei 1562 (reg.nrs. 347 en 383). 344
1550, 8 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Andries van Karvell en Jenneke, zijn vrouw, Cornelis van Lichtenfoirde, Bartha van Lichtenfoirde en de onmondige Johan en Gerrit van Lichtenfoirde een jaarrente van 2 goudguldens, gaande uit hun huis aan de Saltmarkt op de hoek van het Dregersteegje, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren duesent viffhondert ind vifftich upten saterdach nae Onser Liever Frouwendaige purificationis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 173. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de rentebetaling in 1561 en de aflossing en herbelegging in 1562.
345
1550, 28 mei Henryck Kloeck oorkondt, dat hij Wyllem ten Knoeven als olderman van het Sint Anthonysgilde binnen Zutphen na opdracht door Ghiesberth van Wysch en joffer Thomas van Meckeren, zijn vrouw, heeft beleend met het goed Eylynck, gelegen in het kerspel Hall in de buurschap Eertbeck, leenroerig aan het huis Spaensweerth. Gegeven in dem jaren onzers heren duysent vijffhonderth ind vijfftich dem acht ind twyntichsten may. Oorspr. (inv.nr. 745), met het zegel van de oorkonder.
346
1550, 17 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerit Bunckinck en Derica, zijn vrouw, een jaarrente van 3 joachimsdalers, gaande uit hun huis en hof, gelegen voor de Nyestadtpoort, verkocht hebben aan Lieffert van Graess en Jutte, zijn vrouw. Gegieven in ‟t jaer ons heren duesent vijffhondert ind vijfftich opten dincxdach nae Odulphi confessoris. a. Oorspr. (inv.nr. 789), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. Hierdoor zijn gestoken de akten van 3 juli 1556 en 15 februari 1563 (reg.nrs. 366 en 384). b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 185 vso.
347
1551, 13 april Johan van Vorthusen en Ailbert van Stienre, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Herman Beyer en Lisken, zijn vrouw, en Wilhelm Berntss. en Wilhelma, zijn vrouw, de jaarrente, vermeld in de akten van 6 mei 1542 en 4 november 1549 (reg.nrs. 306 en 343), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Wilhelma Muller, aan wie deze rente in 1549 als lijfrente was overgedragen. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent viffhondert ind ein ind vifftich opten manendach nae dem sondaige Misericordia Domini. Oorspr. (inv.nr. 782), met de zegels van de oorkonders. N.B. Hierdoor is gestoken de akte van 9 mei 1562 (reg.nr. 383).
348
1552, 13 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Helmich van Hekeren en Eeffze, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ gouden rijnsgulden, gaande uit hun huis in de Torffstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jaer uns heren duysent viffhondert ind twie ind vifftich upten saterdach nae Scholastice virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 173 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1555.
Archiefnummer 84 Pagina 62 van 74
349
1552, 23 september Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Cornelis toe Rieffel en Aelheidt, zijn vrouw, een jaarrente van 7½ gouden gelresche rijdergulden, gaande uit hun huis en hof in de Lairpoort, verkocht hebben aan Kunne, weduwe van Johan Besselinck. Gegeven in ‟t jair uns heren duisent viffhondert twie ind vifftich upten fridach nae Mathei apostoli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 181 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening dat de armen 3 dalers uit dit huis hebben en dat deze rente in 1606 is afgelost. Hierdoor was gestoken de akte van 21 juli 1559 (reg.nr. 372).
350
1552, 16 november Olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen erkennen, dat zij een lijfrente van 3 goudgulden ‟s jaars, gaande uit het goed Aelerdinck gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Warcken, verkocht hebben aan Stina Kulinges, “des zaligen duerweerders maecht”. Gegeven in den jair uns heren duesent viffhondert twe ind vifftich upten wonsdach sent Martensdaige in den winter. Oorspr. (inv.nr. 696); het zegel van het gilde is verloren. N.B. Doorsneden.
351
1553, 1 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Evert ter Haffick en Johanna, zijn vrouw, een jaarrente van gulden en 1 oort, gaande uit hun huis aan de Saltmarkt op de hoek van het Dregersstraatje, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antoennisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegheyven in den jaer uns heeren duesent vyeffhuendert unde drye en vyeffticht up den avent Purificationis beate Marie vierginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 189 vso.
352
1553, 10 mei Catharina, gravin van Gelichem, abdis, Jacob, gravin to Tekenenborch, proosdin, Ermgairt, gravin toe Ritberge, kelnerse, Magdalena, gravin van Barby, kosterse, en de kapittelheren van het adellijk en wereldlijk stift te Vreden erkennen een jaarrente van 5 goudguldens, gaande uit hun goederen Hulshoff en Mentinck, gelegen in het kerspel Grolle in de buurschap Belte, en uit het goed Aelvinckhaeffe, gelegen in het kerspel Eibergen, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgen kerk binnen Zutphen. Gegeven in dem jair unses heren viffteinhondert drie und vifftich up goensdach post Inventionis sante crucis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 173 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1561.
353
1554, 18 april Andries Kreinck en Lenze Veer, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Peter van Brandenborch en Jenneke, zijn vrouw, mede namens Adam van Brandenborch, zijn broeder, enerzijds en Thomas van Buerlo, Gerrit Aitsack en Wilhem ten Knuve, olderlieden “des Groten Sint Anthonis” in de Grote Kerk, anderzijds, ingevolge een uitspraak van Johan van Voirthuysen, burgemeester, en Luleff the Ryth, raadsvriend, overeengekomen zijn, dat het gilde het huis, dat eertijds door Claes Brandenborch was gekocht, zal overgeven aan zijn zoons Peter en Adam voornoemd, en dat de rentebrieven van 4 april 1522 en 7 juli 1523 (reg.nrs. 263 en 268), die op dit huis staan en die het gilde had afgelost, aan het gilde zullen toekomen. Gegeven in ‟t jaer uns heren duysent viffhondert vier ind vifftich upten goensdach nae Jubilate. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 177 vso. N.B. Dit huis wordt ook Peter then Brinckz huys genoemd.
354
1544, 23 april Hayo Ripperda verklaart 100 goudguldens ontvangen te hebben van mr. Aellphart van Tyll en Thomas van Buerloe en hiervoor binnen een bepaalde termijn een gezegelde akte over te zullen leveren.
Archiefnummer 84 Pagina 63 van 74
ten
Actum xxxiii aprilis LIIII. Oorspr. op papier (inv.nr. 807) met het opgedrukt cachet onder papieren ruit en de handtekening van de oorkonder. N.B. Zwaar geschonden. 355
1554, 2 mei Hayo Rypperda en joffer Henrica van Hackfort genaamd Ripperda, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 5 goudgulden, gaande uit hun goederen Knuve en Voskamp, gelegen in het kerspel Vorden in de buurschap Linde, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair uns heren duesent viffhondert vier ind vifftich up des hilligen Crucesavont Inventionis. a. Oorspr. (inv.nr. 807), met het zegel van de oorkonder. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 177.
356
1554, 4 mei Thomas van Mekeren, weduwe van Gisbert van Wisch, verklaart dat zij en haar man in 1552 hun goed Eylinck te Halle hadden verkocht en naar leenrecht opgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde in Sint Walburgenkerk binnen Zutphen en dat zij beloofd hadden het naar landrecht voor geërfden van Veluwen over te dragen, maar dat haar man voordien was overleden, weshalve zij nu bij deze het goed Eylinck, gelegen in het kerspel Halle in de buurschap Eertbeke, leenroerig aan Henrick Cloick, overdraagt aan het genoemde gilde. Gegeven in den jair unss heren duisent viffhondert vier ind vifftich upten fridach post Inventionis sancte crucis. a. Oorspr. (inv.nr. 744), met de zegels van Gijsbert van Mekeren, broeder van de oorkondster, en van mr. Ailbert van Steenre en Henrick van der Capelle als geërfden op Veluwe. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 176 vso. N.B. Met aantekening over de belening in 1568.
357
1555, 20 februari Andries Kreinck en Johan van Voirthuysen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Rensse Kreinck een jaarrente van 5 guldens, gaande uit zijn land, Quaderwick genaamd, gelegen in het kerspel Stienre in de Toldijck naast de Bronckhorsterhoevell, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antoenis Grote Gilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jair uns heren dusent viffhondert viff und vifftich upten guedesdach nae Valentini. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 178 vso. N.B. Met aantekeningen over een overdracht in 1567 en de aflossing en herbelegging in 1575 in het goed Valcke.
358
1555, 20 maart Luloff tho Rytt en Zander Schymmelpennynck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Teus Baegemaecker en Kunne, zijn vrouw, de halve Kersseboemskamp, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Warckenn, grenzende aan het goed Alardynck, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegevenn in den jaer unsers heren duesent viefhundert vief unde viftich up guedesdach post dominicam Oculi. Oorspr. (inv.nr. 697), met de zegels van de oorkonders.
359
1555, 29 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Anna, weduwe van Henrick tho Goer, een jaarrente van 5 philipsguldens, gaande uit haar huis in de Brederstraat, verkocht heeft aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoenisgilde in de Grote Kerk en dat Griet van Hoenen, Henrick tho Goer, Anna van Arler, Agnes ten Goir en haar kinderen en Lucas tenn Goer, kinderen en kindskinderen van Griet voornoemd, deze jaarrente van kracht zullen houden.
Archiefnummer 84 Pagina 64 van 74
Gegeven in den jaer unss herenn duesent viffhundert vief ende viftich up manendach post dominicam Misericordia Domini. a. Oorspr. (inv.nr. 768), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 179. 360
1555, 23 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johann Rerynck en Elizabeth, zijn vrouw, een jaarrente van 6 guldens, gaande uit hun huis aan de Zaltmarkt, achter uitgaande in de Roedentoernsstraat, verkocht hebben aan Thomas van Buerll, Gerrit Aitsack en Willem tenn Knueve, olderlieden van Sint Anthoenisgilde in Sint Walburgenkerk. Gegeven in denn jaer unss hern duesent vyefhundert vief unde vieftich up dinstdach nae Mariae Magdalenae. a. Oorspr. (inv.nr. 792); het stadszegel is verloren. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 179 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1635.
361
1555, 2 oktober Johan van Vorthusen en Luleff te Ryth, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Thomas van Carpen en Marie, zijn vrouw, een jaarrente van 6 goudguldens, gaande uit hun huis en hof op de Nyestadt voor aan de Torffstraat gelegen, grenzende aan Henrick Ruthers armenhuizen, schuldig zijn aan Thomas Verwer en Johan ten Kolcke, kerkmeesters van de Nyestadtskerk, waarbij zij hebben bepaald, dat de pastoor of de vicecureit met twee vicarissen of priesters en de koster alle donderdagen een gezongen mis van het Heilig Sacrament zullen opdragen en dat zij in de akte omschreven voorschriften hebben gegeven omtrent het bespelen van het orgel door de koster, het zingen van het epistel en evangelium, het vertonen van het H. Sacrament, het zingen door het koor, het geven van de benedictie aan het volk en over de uitkering dezer jaarrente. Gegeven in ‟t jaer uns heren dhusent viffhondert viff ind vifftich opten goensdach nae Michaelis. Oorspr. (inv.nr. 831), met de zegels van de oorkonders. N.B. In dorso verklaringen over de aflossing in 1614.
362
1555, 30 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Willem then Knueve en Zweer ten Knueve, zijn oudste zoon, een jaarrente van 5 philipsguldens, gaande uit hun huis in de Bornhaverstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk en dat Eefsche, Goessenn en Gerrit, onmondige kinderen van Willem voornoemd, deze jaarrente van kracht zullen doen zijn. Gegeven in den jaer unss herenn duesent vifhundert vief unde viftich up maenendach nae Nativitatis Christi. a. Oorspr. (inv.nr. 771), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 179 vso.
363
1555, 30 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Vurvechter en Johanna, zijn vrouw, een jaarrente van 3 gulden, gaande uit hun huis in de Torffstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoenisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in den jaer unss heren duesent viffhondert viff unde viefftich up maendach nae Nativitatis Christi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 180. N.B. Met aantekeningen over de rentebetaling.
364
1556, 7 februari Gerritt Schymmelpennynck en Jacob Slindewaeter, schepenen van Zutphenn, oorkonden, dat Jacob Ubbekynck en Hermanna, zijn vrouw, Herman Veher, Johanna Veher en Evert Veher de halve Kersseboemskamp, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Warckenn, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoenisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in den jaer unss heren duesent vifhundert sess unde viftich up vridach nae Agathae virginis.
Archiefnummer 84 Pagina 65 van 74
Oorspr. (inv.nr. 697), met de zegels van de oorkonders. 365
1556, 21 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 15 joachimsdalers, gaande uit het stadsland de eerste kloot van de Halve Koppel op de Wolfzelersweert en de tweede kloot van de Grote Halve Koppel, geheten ‟t Slagh van de Noertveensche Brugge, verkocht hebben aan Gerrit Zelle de oude, waarmede de pandschap van deze landerijen aan Gerrit Zelle is afgelost. Gegeven in ‟t jaer ons heeren duesent vieffhondert ses ind viefftich opten frijdach nae den sondaghe Esto mihi. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Deze rentebrief is in 1621 (23 januari en 19 februari) aan de Sint Anthonis Grote Broederschap verkocht.
366
1556, 3 juli Alphert van Tyll en Lense Veher, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Lyffert van Graiss de rentebrief van 17 juni 1550 (reg.nr. 346), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Jacob, Engelbert en Aeltgen ter Moelen, broeders en zuster. Gegeven in den jaer onss herenn duesent viefhundert sess unde vieftich up vriedach nae Visitationis Mariae virginis. Oorspr. (inv.nr. 789), met de geschonden zegels van de oorkonders. N.B. Hierdoor is gestoken de akte van 15 februari 1563 (reg.nr. 384).
367
1556, 13 november Berndt Meyerinck, stadhouder en richter van Goessen van Raesfelt, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Johan van Vreden een jaarrente van 5 goudguldens, gaande uit ¾ deel van de helft van het goed ten Nyenhuys, waarvan zijn broeder Johan Lanssinck ¼ deel bezit, gelegen in het kerspel Vorden in de buurschap Linde, verkocht heeft aan Johan Bongenhoff en Gertke, zijn vrouw, waarmede de jaarrente uit zijn aandeel in een huis in de Boeykerstraat en de hof voor de Hospitailspoort gelegen, is afgelost. Gegeven in ‟t jair uns heren duesent viffhondert sess inde vifftich upten fridach post Martini episcopi in den winter. Oorspr. (inv.nr. 808), met het zegel van de oorkonder. N.B. Hierdoor is gestoken een akte van 24 mei 1565 (reg.nr. 388).
368
1558, 7 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Geritken, weduwe van Johan Egbertz., een jaarrente van 3 joachimsdalers, gaande uit haar huis in de Korte Hoffstraat met een uitgang door heer Berndt Kremers huis in de Broederstraat, heeft verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde binnen Zutphen en dat Goesen Kuper, vader van Geritken voornoemd, heeft beloofd, dat haar onmondige kinderen Truken, Steven, Herman, Wolbert, Effze, Lamme en Grietken deze vestenis van kracht zullen doen zijn. Gegeven in ‟t jaer uns heren dusent viffhondert acht ind vifftich opten goensdach nae Nicolai episcopi. a. Oorspr. (inv.nr. 779), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. N.B. In dorso. “uyt Steven Kremers hues den Visell in de Kortste Hoffstrate”. b. Notarieel afschrift (inv.nr. 1, fol. 195) door Welmarus Schulthen.
369
1559, 9 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Claes van der Capellen en Mechtelt, zijn vrouw, een jaarrente van 5 goudguldens, gaande uit hun huis op de Nyestadt aan de Mosmarkt, verkocht hebben aan Wilhem ten Knuyfe. Gegeven in ‟t jaer uns heren dhusent viffhondert negen ind vifftich upten donredach nae Esto mihi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 181. N.B. Hierdoor was gestoken de akte van 20 maart 1559 (reg.nr. 370).
370
1559, 20 maart Gerrit van der Capellen en Jacob Goltstein, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Wilhem ten Knuve, Sweer ten Knuve en Eefse ten Knuyve, Wilhems dochter, de rentebrief van 9
Archiefnummer 84 Pagina 66 van 74
februari 1559 (reg.nr. 369), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Thomas van Buirlo, Gerrit Aetsack en Wilhem ten Knuyve, olderlieden van het Grote Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen en dat Wilhems onmondige kinderen Goesen en Gerrit ten Knuve deze overdracht van kracht zullen houden. Gegeven in ‟t jair uns heren dhusent viffhondert negen ind vifftich upten manendach na Palmarum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 181. 371
1559, 20 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wilhem Cloever en Griete, zijn vrouw, een jaarrente van 3¾ goudguldens, gaande uit hun huis op de Nyestat in de Hallerstraat, verkocht hebben aan Thomas van Burlloe, Gerrit Aetsack en Wilhem ten Knuve, olderlieden van het Grote Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair uns heren dhusent viffhondert negen ind vifftich upten manendach na Palmarum. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 181 vso. N.B. Met aantekening over de aflossing in 1612.
372
1559, 21 juli Gerrit Aetsack en Rense van Holthuisen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Cunne, weduwe van Johan Besselinck, de rentebrief van 23 september 1552 (reg.nr. 349), waardoor deze akte is gestoken, tot stichting van een preuving hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair uns heren dhusent viffhondert negen ind vifftich upten vridach sent Marie Magdalenenavondt. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 182.
373
1560, 1 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Botyker en Gertken, zijn vrouw, een jaarrente van 6 goudguldens, gaande uit hun huis in de Boickerstraat, hebben verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jair ons heren dusen viffhondert ind tsestich upten donredach na conversionis sancti Pauli. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 182 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1561.
374
1561, 21 februari Arnt Barryck en Cornelis Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Bernt Duensbarch en Lambrech, zijn vrouw, een jaarrente van 2½ rijdergulden, gaande uit een stuk groenland, Duensbarchslach genaamd, gelegen in het kerspel Sellem, verkocht hebben aan Thomas van Boerle, Garryt Atsackt en Wyellem ten Knuffe, olderlieden van Sint Antonnis Grote Gilde in de Grote Kerk. Gegyeven yn den jaer uns heeren dusent vyeffhoendert eyen unde sestycht up den frydachavent Petry ad catedram. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 186. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1598.
375
1561, 14 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Thomas van Luchteren en Margreta, zijn vrouw, een jaarrente van 5 guldens, gaande uit hun huis en hof in de Pulssbrueck, verkocht hebben aan Thomas van Buerloe, Gerrit Aitsack en Wilhem then Knueff, olderlieden van Sint Thoenissgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Gegeven in dem jair ons herrn duesent vijffhondertt eyn und sestich opten maenendach nae Quasimodo. a. Oorspr. (inv.nr. 790), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 184. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1642.
Archiefnummer 84 Pagina 67 van 74
376
1561, 14 april Jasper Kreynck en Jacob Goltstein, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Thomas van Luchteren en Margreta, zijn vrouw, al hun goederen tot waarborg hebben gesteld voor de jaarrente, vermeld in de akte van 14 april 1561 (reg.nr. 375). Gegeven in dem jair ons herrn duesent vijffhondert eyn und sestich opten maenendach nae Quasimodo. a. Oorspr. (inv.nr. 790), met de geschonden zegels van de oorkonders. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 184. N.B. Doorgehaald.
377
1561, 9 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Catherina, weduwe van Andriess Leiendecker, Johan Presickhoff en joffer Johanna, zijn vrouw, en Ailtken Leiendecker een jaarrente van 10 goudguldens, gaande uit hun huis aan de Kornmarkt, achter uitgaande in de Kaelenstraat, en uit hun schuur en hof in de Kaelenstraat, hebben verkocht aan Thomas van Buerlloe, Gerit Aitsack en Wilhem ten Knuyve, olderlieden van het Grote Sint Anthonissgilde. Gegeven in ‟t jaer uns heren duysent viffhondert ein indt seestich opten fridach nae Cantate. a. Oorspr. (inv.nr. 778), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 183.
378
1561, 22 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wyellem Bentinck en joffer Gertruyt, zijn vrouw, een jaarrente van 5 goudguldens, gaande uit hun huis en hof op het Oldewant, hebben verkocht aan Thomas van Buerlo, Garrit Atsack en Wyellem ten Knuff, olderlieden van het Grote Sint Antonnisgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Geghyeven yn ‟t jaer uns heeren dussent vyeffhondert eyen und sestycht upten donderdach na Exaudy. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 184 vso.
379
1561, 23 mei Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat heer Reyner Goltstein, kanunnik en senior van de kollegiale kerk van Sint Walburg binnen Zutphen, een jaarrente van 5 joachimsdalers, gaande uit zijn huis en hof in de Kuepkenstraat, achter met de hof uitgaande op de Fischmarkt, verkocht heeft aan Thomas van Buerlloe, Gerit Aitsack en Wilhelm ten Knuyve, olderlieden van het Grote Sint Anthonisgilde in de Grote Kerk. Gegeven in ‟t jair uns heren duysent viffhondert ein ind tsestich opten fridach nae Exaudi. a. Oorspr. (inv.nr. 781); het stadszegel is verloren. b. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 187.
380
1561, 11 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat joffer Johanna, weduwe van Albert van Styender, een jaarrente van 10 goudguldens, gaande uit haar huis en hof in de Waterstraat, achter strekkende aan de stadsmuur, verkocht heeft aan Thomas van Buerlo, Garrit Atsack en Wyellem ten Knuffe, olderlieden, en aan de gildemeesters van het Grote Sint Antoniusgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen en dat Garrit van der Capelle, haar broeder, heeft beloofd, dat haar onmondige dochter Byele deze overdacht van kracht zal houden. Geghyeven in ‟t jaer uns heeren dusent vieffhoendert eyen ind sestycht up den doenderdach nae Conceptionis beate Marie virginis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 183 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekeningen over de aflossing en herbelegging in 1564 en 1566.
381
1562, 21 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 45½ goudgulden, gaande uit de stadslanden de tiende kloot van de Varkensweyde, Balverden genaamd, en de tweede kloot van de Brinck, verkocht hebben aan Lambert Louwerman en Andriesje, zijn vrouw, met welk geld de stad vier rentebrieven aan het klooster te Diepenveen bij Deventer heeft afgelost. Gegeven in ‟t jaer uns heeren duisent vieffhondert twie ind sestich opten saterdach aevent Petri ad cathedram. Afschrift in inv.nr. 766.
Archiefnummer 84 Pagina 68 van 74
N.B. Met aantekening dat Berent, Rutger, Andries en Lambert Louwerman in 1598 hiervan 25½ goudgulden hebben overgedragen aan Wilhem Veher en Gerlich van Bourloe. In 1621 is de rente overgedragen aan de Sint Anthonis Grote Broederschap. 382
1562, 16 maart Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat mr. Jasper Kreyinck een jaarrente van 2 gulden, gaande uit zijn huis in de Corter Hoeffstraat op de hoek van de Toerffstraat met het brouwhuis aan de Falt en de schuur aan de gemene straat, verkocht heeft aan de olderlieden van Sint Antoennis Grote Gilde binnen Zutphen. Geghyeven in den jaer uns heeren dusen vyeffhoendert end twye en sesticht up den mandach na Judica. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 191.
383
1562, 9 mei Arndt Berck en Steven Bentinck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Wilhelma Mollers de jaarrente, vermeld in de akten van 6 mei 1542, 4 november 1549 en 13 april 1551 (reg.nrs. 306, 343 en 347), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Thomas van Buerloe, Gerrit Aitsack en Wilhem then Knueff, olderlieden van het Grote Sint Anthoenissgilde in de Grote Kerk. Gegevenn in dem jair ons herrn duesent vijffhondert twee unnd sestich opten satterssdach nae Herrn Hemmelfartsdach. Oorspr. (inv.nr. 782), met de zegels van de oorkonders.
384
1563, 15 februari Alphart van Till en Cornelius Iseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Jacob Aeltgen en Engelbert ther Mollenn, kinderen van wijlen Aelbert ther Mollen en Gertgen, zijn vrouw, de jaarrente, vermeld in de akten van 17 juni 1550 en 3 juli 1556 (reg.nrs. 346 en 366), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Thomas van Burloe, Gerrit Aitsack en Wilhem then Knueff, olderlieden van het Grote Sint Anthoenissgilde in de Grote Kerk. Gegeven in dem jair ons herrn duesent vijffhondert drie und sestich optenn maendach nae Valentini. Oorspr. (inv.nr. 789), met de geschonden zegels van de oorkonders.
385
1563, 23 februari Thomas van Buerloe verklaart een jaarrente van 4 joachimsdalers, gaande uit zijn huis in de Waterstraat, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Antoennisgilde. Geghyeven yn den jaer uns heeren dussent vyeffhuendert drye unde sestycht up suente Matiasavent. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 186. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing en herbelegging in 1566.
386
1564, 14 februari Garryt Barner en Janna, zijn vrouw, verklaren, dat zij een jaarrente van 4 daler, gaande uit hun huis in de Sproenckstraat, met de schuur achter uitgaande in de Bueykerstraat, verkocht hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Antonnisgilde binnen Zutphen. Geghyeven yn ‟t jaer uns heeren dussent vieffhuendert unde vyer unde sestycht up den mandach na den soendach Esto mychi. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 186 vso. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1604.
387
1564, 8 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Welmer Berntszoon en Altken, zijn vrouw, een jaarrente van 1½ gulden, gaande uit hun huis aan de Brede straat, verkocht hebben aan Thomas van Buerlo, Garrit Atsack en Harmen Barner, olderlieden van het Sint Antoniusgilde in de Grote Kerk binnen Zutphen. Geghyeven in den jair ons heeren dusent vyeffhoendert unde vyer unde sestycht opten doenderdach octava Sacramenti. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 187 vso.
Archiefnummer 84 Pagina 69 van 74
388
1565, 1 juni Hennrick van der Capellenn en Johan van Vorthuesen Janss., schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan Roeloffzen en Aeltgen, zijn vrouw, de rentebrief van 13 november 1556 (reg.nr. 367), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan Otto Bonngenhoff en Styne, zijn vrouw. Gegevenn in dem jair onss herrnn vijffthienhondert vijff unnd sestich optenn frijdach nae Herrnn Hemmelfartsdach. Oorspr. (inv.nr. 808), met de zegels van de oorkonders.
389
1565, 28 september Jacob Snijder van Essen erkent een jaarrente van 2 gulden, gaande uit zijn huis in de Waterstraat, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Antoniusgilde binnen Zutphen voor een kwart vat hollantsche of fryessche boter, die zij hem jaarlijks als lijfrente zullen geven. Geghyeven in den jaer uns heeren dusent vyeffhuendert vyeff ende sesticht up avent Michgels arganlis. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 189. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1612.
390
[15]65, 23 oktober Mellis van Lennep en juffer Weyme, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 12 stuiver brabants, gaande uit een huis in de Lange Hoeffstraat op de hoek van de Rodentoernstraat, verkocht te hebben aan de olderlieden van Sint Antoennis Grote Gilde binnen Zutphen. Geschyet up den 23 dach october in anno vyeff en sesticht. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 190. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing in 1598.
391
1566, 7 maart Bernt Meyerinck, stadhouder en richter vanwege Johan van Raesfelt toe Hackffoert, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Henrick Falke genaamd Kremer en Sophia, zijn vrouw, een jaarrente van 6 goudguldens, gaande uit de helft van het goed Boesenkem, gelegen in het kerspel Almen in de Huelshueck, verkocht hebben aan Harmen Barner en mr. Gaert Barner, olderlieden van Sint Antoennis Grote Gilde binnen Zutphen. Geschyet inde geghyeven in ‟t jaer uns heeren vyeftien hundert sees unde sesticht up duenderdach na Invocavit. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 188. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing.
392
1566, 2 mei Joffer Luemme Putselers, weduwe van Garrit van der Capelle, erkent een jaarrente van 3 guldens, gaande uit haar huis in de Langer Hoffstraat, achter uitgaande in de Beckerstraat, verkocht te hebben aan mr. Gaert Barner en Harmen Barner, olderlieden van Sint Antonnis Grote Gilde binnen Zutphen. Geghyeven unde geschyet yn den jaer ons heeren dusent vyeffhuendert unde sees en sesticht up den doenderdach na meydach. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 189. N.B. Doorgehaald. Met aantekening over de aflossing.
393
[15]66, 25 september Henrick Rutter Henrixzoon en Fenna, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 6 gulden, gaande uit een huis, brouwhuis en schuur, gelegen in de Boeykerstraat langs de steeg, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antoennis Grote Gilde binnen Zutphen. Geschyet up den 25.dach september in ‟t jaer sees en sesticht. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 190 vso.
Archiefnummer 84 Pagina 70 van 74
394
[15]67, 6 april Evert ten Haffick en Johanna, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 1½ gulden, gaande uit hun hof in de Koelsteeg, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Antoennis Grote Gilde binnen Zutphen. Geschyet wesende up dye octave van Paschen in anno soeven en sesticht. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 190 vso.
395
1567, 1 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Marcus van Olst, glazenmaker, en Lucia, zijn vrouw, een jaarrente van 6 goudguldens, gaande uit hun huis in de Langer Hoffstraat, verkocht hebben aan Geert Barner en Hermen Barner, olderlieden van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen. Gegeven in den jahre uns hern viefthienhondert soeven und sestich up den dingstdach nae Petri en Pauli apostolorum. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen in inv.nr. 1, fol. 196. N.B. In margine: “van sees daller uuth Lambert Vatebenders huus.”
396
[15]68, 15 september Derrick Symenss. en Hilleken, zijn vrouw, erkennen een jaarrente van 6 gulden, gaande uit hun huis, brouwhuis en schuur, gelegen in de Kuepkensstraat, achter met het brouwhuis en de schuur strekkende in de Beckerstraat, en uit hun hof in het Poelssbroick, achter strekkende aan de Rouwendieck, verkocht te hebben aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoniss Grote Gilde binnen Zutphen. Geschiet wesende up den viefthienden dach september in ‟t jaer van acht en sestich. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen van Zutphen, openbaar notaris, inv.nr. 1, fol. 194.
397
1568, 3 november Cracht Klock in den Spaenswert oorkondt, dat hij Wyllem Myddeldarp als een olderman van Sint Antonysgilde binnen Zutphen heeft beleend met het goed Eylinck, gelegen in het kerspel Hall in de buurschap Erdbeck. Upten darden dach nofember anno duesen fijffhondert LXVIII. Oorspr. (inv.nr. 745), met het zegel van de oorkonder.
398
1570, 20 mei Richter en schepenen van Zutphenn oorkonden, dat Johann Smeynck en zijn vrouw, Fie Smeynck, weduwe van Derick Mocking, Lisskenn Horsting, weduwe van Gerridt Smeynck, Derick Smeynck en Johann, zijn onmondige broeder, Lutgerdt en Berndt Smeynck, Henderich Smeynck en Thomas, zijn vrouw, Derick Buysscher en Anna, zijn vrouw, Carll van denn Wall en Mechteldt, zijn vrouw, Johann ther Bredeen Heyle, zijn vrouw, en Gerridt vann Eyll en Truede, zijn vrouw, een huis en hof op de Nyestadt in de Luickerstraat hebben overgedragen aan Hinderich Ruither Gerritsenn, raadsvriend van Zutphen, en juffer Gertruidt van der Heell, zijn vrouw. Geghevenn inn denn jaere unsess herenn duizenth viffhunderth undd soeventich optenn saterssdach nhae denn hillighen Pynxterdach. Oorspr. (inv.nr. 831), met het zwaar geschonden zegel en contrazegel van de stad.
399
1571, 15 januari Henrick Ruyter Gerridtszoon en Henrick van Till, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan Tenckinck de jaarrente van 5 molder, vermeld in de akte van 23 juli 1518 (reg.nr. 251), waardoor deze akte is gestoken, volgens overeenkomst verminderd tot 3 molder, heeft overgedragen aan Johan Buecker en Gertken, zijn vrouw. Gegeven in den jaer uns hern duesent viefhondert ein und soeventich up den maendach nae Pontiani. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen in inv.nr. 1, fol. 198. N.B. Vergelijk ook reg.nr. 401.
400
1572, 30 juni Gairdt Barner, Harmen Barner en Wilhem Middeldorp, olderlieden van Sint Anthonis Grote Gilde in de collegiale kerk van Sint Walburg binnen Zutphen, en Gairdt en Harmen Barner voornoemd als geërfden in Veluwen en Veluwensoem, verklaren, dat zij een lijfrente van 50
Archiefnummer 84 Pagina 71 van 74
goudgulden, gaande uit het goed Alderdinck, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Waricken, en uit het goed Floeinck in het kerspel Brummen in de buurschap Loeven, hebben verkocht aan Garrit Zelle en beloven na het overlijden van Garrit Zelle iedere zondag voor de kerkdeur 8 preuvingen te zullen geven. Gegheven in ‟t jaer ons heren vijfftiinhondert twee und soeventich den lesten dach junii. Afschrift in inv.nr. 1, fol. 207. 401
1573, 28 september Willem Veher en Garryt van Suchtelen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan Tenckinck een jaarrente van 1 molder rogge, gaande uit het kerkeland te Vorden, hem nog resterende van de jaarrente, gevestigd 23 juli 1518 (reg.nr. 251), waarvan Johan Buecker nog 2 molder heeft (vergelijk reg.nr. 399), heeft verkocht aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthoenis Grote Gilde in de kerk van Sint Walburg. en c Gegheven den xxviii septembris anno XV drye ende tsoeventich. a. Oorspr. (inv.nr. 809), met het zegel van de eerste oorkonder en een fragment van dat van de tweede. b. Afschrift door Welmarus Schulthen, notaris, in inv.nr. 1, fol. 199.
402
1574, 31 mei De geërfden van de Warckenscher Mark, gelegen in het kerspel Warnsfelde, verklaren, dat zij overdragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen een hofstede, gelegen tegenover het goed Allerdinck naast de Warckenschen boom, zoals die ontgonnen is met toestemming van de geërfden door wijlen Gijsbert Pongen, met het recht van gebruik door diens weduwe tot hertrouwen, overlijden of tot het afbranden van het huis toe en met het recht van haar erfgenamen dit huis af te breken. Actum binnen Zutphen opten lesten dach may 1574. Oorspr. op papier (inv.nr. 698), met de handtekeningen of merken van H.B. Antinck, Johan Bueker, Henrick ther Hegge, Arnt van Munster, Jan ten Loos, Willem Kieminck, Henrick to Graffel, Gaert Barner en Willem Middeldorp.
403
1575, 12 februari Johan Fredericx, stadhouder en richter vanwege Coenraet van Westerholt, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat heer Johan Schetter, proost, en heer Peter van der Vecht, deken van de collegiale kerk van Sint Walburg binnen Zutphen, en hun mede-kapittelheren een jaarrente van 6 enkele zilveren daalders, gaande uit het kapittelsgoed Valcke, gelegen in het kerspel Wernsfelde in de buurschap Eefde, hebben verkocht aan de olderlieden van het gilde van Sint Groten Anthonis en dat hun pachter deze jaarrente eerst zal betalen en op de pacht zal korten alvorens hen de pacht te betalen. Gegeven in ‟t jaer ons heeren duyssent vijffhondert vijff ende tseventich den twaelffden februarii. a. Oorspr. (inv.nr. 812), met het zegel van de oorkonder. b. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen von Zutphen, openbaar notaris, in inv.nr. 1, fol. 200.
404
1575, 26 mei Johan Frerix, stadhouder en richter vanwege Coenraedt van Westerholt, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Willem Keminck een jaarrente van 6 goudguldens, gaande uit het goed Keminck, gelegen in het kerspel Warnsfeldt in de buurschap Warcken, verkocht heeft aan de olderlieden van Sint Anthoniss Grote Gilde in de collegiale kerk van Sint Walburg binnen Zutphen en dat, aangezien het goed Keminck hofhorig is, Gerrit Starrick en Engele, zijn vrouw, het goed Starinck, gelegen in Warcken, hiervoor tot waarborg hebben gesteld. Gegeven in ‟t jair unsers hern vieftienhondert vief end soeventich den sess en twintigsten may. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen in inv.nr. 1, fol. 201.
405
1575, 27 oktober Arndt Wolters en zijn kinderen Gerrit en Johan Arndtsz., Luyken Jacobs en Lysken, zijn vrouw, Jorrien Janssen en Gertken, zijn vrouw, verklaren een stuk hooiland, de Bentinckmate genaamd, gelegen in het ambt Brummen in het kerspel Halle in de Eerdtbeckermeden, overgedragen te hebben aan Gaedert Barner en Willem Middeldorp, raadsvrienden van
Archiefnummer 84 Pagina 72 van 74
Zutphen, en Gerrit Zelle, olderlieden, en Berndt Haeck en Henrick van Cranenborch, gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgen kerk binnen Zutphen. Gegeven indt jaer ons hern dusent vijffhundert vijff en tsoventich den soven en twintichsten dach des maentz octobris. a. Oorspr. (inv.nr. 747), met de zegels van Arndt Wolters, Berndt Voet en Willem Lentinck. b. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen, openbaar notaris, in inv.nr. 1, fol. 203 vso. 406
1575, 24 november Godtschalck Hubertz en Evertken, zijn vrouw, erkennen een stuk land, gelegen in het ambt Brummen in de buurschap Halle, grenzende aan het Emperbroick, overgedragen te hebben aan Gaedert Barner en Willem Middeldorp, raadsvrienden van Zutphen, en Gerridt Zelle, olderlieden van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgen kerk binnen Zutphen. Gegeven in ‟t jaer ons heren dusent viffhondert ende vijff en tsueventich den vier ende twintichsten dach novembris. a. Oorspr. (inv.nr. 748), met de zegels van Aerndt Wolters, Berndt Voet en Willem Lentinck. b. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen, openbaar notaris en gezworen schrijver, in inv.nr. 1, fol. 204 vso.
407
1576, 20 december Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij door toedoen en met goeddunken van de gemeenslieden een jaarrente van 24 daalders, gaande uit de stadswijn- en bieraccijnsen en andere renten en inkomsten, verkocht hebben aan Goedert Barner, Willhem Weiddeldarp (sic) en Gerrit T. Selle, burgemeesters en raden van Zutphen, olderlieden van Sint Anthonis Grote Gilde in Sint Walburgenkerk. Gegeven den twintigsten decembris 1576. Afschrift in inv.nr. 766. N.B. Met aantekening dat het geld in het jaar 1572 en 1576 was opgenomen, in het eerste jaar voor de bouw van de sluis aan het Oertken.
408
1579, 21 juli Philips van Rossbach, ridder van Sint Johans Orde, commandeur van Arnehm en Nimmegen, oorkondt, dat hij aan de olderlieden en gildemeesters van het Grote Sint Anthonisgilde binnen Zutphen in Sint Walburgenkerk, het land dat Holtt genaamd, gelegen in het kerspel Brummen in de buurschap Loeven, heeft verpacht voor 6 stuiver brabants, te betalen aan de pastoor of in de pastorie van Spanckeren. Gegeven in den jaire unses hern duesent viefhondert niegen en tsoeventich den ein und twintichsten des mantz julii. Notarieel afschrift door Welmarus Schulthen, openbaar notaris, in inv.nr. 1, fol. 202 vso.
409
1581, 8 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Craeneborch en Aeltgenn, zijn vrouw, een jaarrente van 8 dalers, zoals zij deze hebben uit een huis buiten de Marspoort, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van Sint Anthonis Grote Gilde. en c Gegevenn denn viii dach julii XV eenn und tachtentich. Oorspr. (inv.no. 785); het stadszegel is verloren.
410
1581, 31 juli Bartoldt van Gendt, raad van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, stadhouder van de lenen, oorkondt, dat hij Berndt Mocking na dode van zijn vader Berndt Mocking beleend heeft met het goed Banninck, gelegen in het kerspel Hengell in de buurschap Noerdtwijck. Gegeven den lesten julii in ‟t jaer ons heren duisent vijffhondert een ende tachtentich. Oorspr. (inv.nr. 655), met het geschonden grootzegel en contrazegel van Gelderland in rode was.
411
1582, 12 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat joffer Catharina Barners, weduwe van Jasper Cloeck, en haar onmondige kinderen een jaarrente van 3 guldens, gaande uit haar huis in de Lange Hoeffstraat achter uitkomende in de Roedenntornnstraat, verkocht heeft aan Catarina Beyers, dochter van wijlen Henrick Beyers. c Gegevenn denn xii febr. XV LXXXII.
Archiefnummer 84 Pagina 73 van 74
Oorspr. (inv.nr. 784), met het geschonden zegel en contrazegel van de stad. N.B. Met onderstaande aantekening over door haar vader Harmen Barner opgenomen geld. Hierdoor is gestoken de akte van 27 november 1582 (reg.nr. 412). 412
1582, 27 november Garryt Zelle en Lambert Louwerman, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Andries Barmentlo, kuiper, mr. Berndt van Vorden, rector, en Henrick Barmentlo als bloedverwanten van wijlen Henrick Barmentlo Berndtss. en mede voor Henrick Beyer of zijn kinderen ingevolge het testament van Catarina Beyer, moeder van de Bornhoeff, waarbij deze een preuving in het Sint Antonis Grote Gilde heeft gesticht, een schuldbekentenis van 61½ daler en een rentebrief van 12 februari 1582 (reg.nr. 411), waardoor deze akte is gestoken, hebben overgedragen aan de olderlieden en gildemeesters van genoemd gilde. c Gegevenn denn xxvii novembris XV LXXXII. Oorspr. (inv.nr. 784), met de zegels van de oorkonders.
413
1586, 10 mei Herman ten Holt, stadhouder en richter vanwege Coenraet van Westerholt, scholt van Zutphen, oorkondt, dat Willem Middeldarp, raadsvriend van Zutphen, en Egbert Wuestinck, olderlieden van het Grote Sint Anthonis Gilde in de collegiale kerk van Sint Walburg binnen Zutphen, - de plaats van de derde olderman is wegens het overlijden van Gaert Barner vacant - een jaarrente van 6 zilveren daalders, gaande uit het goed Alderinck, gelegen in het kerspel Warnsfelde in de buurschap Warcken, hebben verkocht aan Johan Thiesselinck, vanwege de koning hopman en landdrost van Zutphen, scholt van Lochem en joffer Johanna, zijn vrouw. Gegeven in ‟t jaer ons heren duysent vijffhondert ses ende tachtentich den thienden dach may. Oorspr. (inv.nr. 699), met het geschonden zegel van de oorkonder. N.B. In dorso aantekening over de aflossing in 1614.
414
1593, 7 februari Wilhelm Buecker, in de plaats van Jacobus Schimmelpenninck, en Jacob van Wynsshem, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Styene, weduwe van meester Bernt van Loberich, als medeërfgenaam van Elsken Schenck, weduwe van Johan Ruiter, de jaarrente, vermeld in de akte van 24 december 1548 (reg.nr. 339), waardoor deze akte is gestoken, heeft overgedragen aan Aernt van den Wall en Wilhem Buecker als opzieners, en Wilhem Janss. als rentmeester van het Sint Antonis Grote Gilde ingevolge het testament van Elsken voornoemd, waarbij deze een preuving in het gilde, 50 daalders aan het Weeshuis en 25 daalders aan de armen in het Broeck had gegeven. Gegeven toe Zutphen den soevenden februarii anno domini duisent vijffhondert drie unde tnegentich stylo veteri. Oorspr. (inv.nr. 793), met de zegels van de oorkonders, waarvan het eerste geschonden.
415
1594, 8 november Henrick Kloek in den Spansenwerdtt oorkondt, dat hij Willem Bueker, raadsvriend van Zutphen, ten behoeve van het Sint Anthonis Grote Gilde binnen Zutphen heeft beleend met het goed Yllinck, gelegen in het kerspel Haelle in de buurschap Erdtbeke. Geschiet tho Zutphen in die raidtkammer onder mijn signatur unde ziegell den achten novembris 1594 stylo veteri. Oorspr. (inv.nr. 745), met het zegel van de oorkonder.
Archiefnummer 84 Pagina 74 van 74