Archeologisch booronderzoek ten behoeve van het plangebied 'ProRail kavel' aan de Ganzenweg te Zeewolde, gemeente Zeewolde (FL)
Archeologisch booronderzoek ten behoeve van het plangebied 'ProRail kavel' aan de Ganzenweg te Zeewolde, gemeente Zeewolde (FL)
opdrachtgever datum projectleider projectnummer status ISSN-nummer MUG-publicatie
EcoGroen Advies BV 20 juni 2012 mevrouw T.N. Krol Ma 93124312 definitief 1875-5313 2012-48
projectnummer 93124312 20 juni 2012
MUG-projectnummer Opdrachtgever MUG-publicatie Bevoegd gezag Beheer en plaats documentatie Onderzoekmeldingsnummer Tekst Afbeeldingen Redactie Status Autorisatie
93124312 EcoGroen Advies BV 2012-48 gemeente Zeewolde MUG Ingenieursbureau b.v. 51095 mevrouw T.N. Krol Ma de heer A. Huygen mevrouw J. Bolink-Nanninga definitief de heer drs. ing. G.J. de Roller
Uitgegeven door
MUG Ingenieursbureau b.v. Postbus 136 9350 AC Leek 20 juni 2012 1875-5313
Datum ISSN
projectnummer 93124312 20 juni 2012
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
1
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Inleiding Algemeen Ligging van het onderzoeksgebied Bekende archeologische gegevens: gespecificeerd archeologische verwachtingsmodel Toekomstige situatie Doel van het onderzoek Werkwijze
2 2 2 3 5 6 7
2 2.1 2.2
Resultaten Bodemopbouw Vondsten
8 8 9
3 3.1 3.2
Conclusie en aanbeveling Conclusie Aanbeveling
Literatuurlijst
BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2
Boorstaten Overzicht van de onderzoekslocatie, boorpuntenkaart
10 10 10 11
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 1 van 12
Samenvatting Aanleiding tot het hier beschreven inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de plannen van de Vereniging Natuurmonumenten voor de aanleg van drie poelen en het voorzien van een aantal sloten van natuurvriendelijke oevers op de onderzoekslocatie aan de Ganzenweg te Zeewolde. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Wet op de archeologische monumentenzorg. EcoGroen Advies heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het IVO uit te voeren. Het IVO bestond uit een verkennend inventariserend booronderzoek en vormt het vervolg op een eerder uitgevoerd bureauonderzoek. Uit het booronderzoek komt naar voren dat het onderzoeksgebied op een vlakte van Zuiderzeeafzettingen ligt. Er is sprake van een zwaar geërodeerde vlakte van zeeafzettingen. Het betreft een gemengd pakket, met bovenin zandige klei (zavel) en zand, gevolgd door zwak siltige klei. Hieronder volgt zand. Door het aanwezige grondwater loopt de boor veelal direct leeg op het niveau van dit zand. Waar het zand wel is te beschrijven gaat om de verspoelde top van het dekzand. Alleen in boring 19 en 20 wijkt het beeld af. Hier is sprake matig grof zand met schelpen tot een diepte van 2,20 m-mv. Mogelijk is in deze boringen sprake van een duin of oeverwal, zonder bodemvorming. In het bureauonderzoek werd op basis van de beleidskaart van de gemeente Zeewolde een hoge archeologische verwachting aan het onderzoeksgebied toegekend, wegens de ligging in een hooggelegen dekzandgebied. Daarnaast zijn in het gebied volgens de bodemkaart nesvaaggronden en vlakvaaggronden aanwezig. Uit het booronderzoek komt inderdaad naar voren dat sprake is van vaaggronden. Er is echter geen sprake van een hooggelegen dekzandgebied. De verwachting zoals aangegeven op de beleidskaart kan op basis van deze resultaten daarom bijgesteld worden naar een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische resten. Uit het booronderzoek komt naar voren dat sprake is van Zuiderzeeafzettingen tot een diepte van ruim 2 m-mv. Hierin zijn geen archeologische indicatoren of aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische niveaus aangetroffen. In de boringen is overal het dekzand aangeboord. Er is tot minimaal 1,60 m en op de meeste locaties tot circa 2,5 m diepte geboord. De ingrepen in de poelen zijn tot circa 2 m-mv, de af te graven oevers zijn minder diep. De boordiepte is dieper dan de geplande ingrepen. Wij bevelen aan geen vervolgonderzoek uit te voeren. Bovenstaande betreft een aanbeveling. Het selectiebesluit is te allen tijde voorbehouden aan de bevoegde overheid, in deze gemeente Zeewolde. Mochten tijdens het grondwerk onverhoopt alsnog archeologische resten worden aangetroffen, dan dient de bevoegde overheid, gemeente Zeewolde, hiervan meteen op de hoogte gebracht te worden.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 2 van 12
1
Inleiding
1.1
Algemeen Aanleiding tot het hier beschreven inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de plannen van de Vereniging Natuurmonumenten voor de aanleg van drie poelen en het voorzien van een aantal sloten van natuurvriendelijke oevers op de onderzoekslocatie aan de Ganzenweg te Zeewolde. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Wet op de archeologische monumentenzorg. EcoGroen Advies heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het IVO uit te voeren. Het IVO bestond uit een verkennend inventariserend booronderzoek en is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2, en de richtlijnen van gemeente Zeewolde. Het onderzoek vormt het vervolg op een eerder uitgevoerd bureauonderzoek (Krol 2012b). Tabel 1.1 Overzicht van de objectgegevens Objectgegevens Provincie Gemeente Plaats Toponiem Kaartblad Coördinaten
Grondsoort Geomorfologie Grondwatertrap
1.2
Flevoland Zeewolde Zeewolde Ganzenweg 26G en 26H 169762/487109 NW 170136/487440 NO 170280/486996 ZO 170016/486675 ZW klei/zand welvingen in zee- of meerbodemafzettingen II
Ligging van het onderzoeksgebied De onderzoekslocatie ligt tussen de Ganzenweg, Harderweg en Pluvierenweg, in het buitengebied van gemeente Zeewolde (zie afbeelding 1). Het gebied is in gebruik als weiland. De totale oppervlakte is circa 17 ha.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 3 van 12
169/488
171/486
Afbeelding 1. Topografische kaart met in het rode kader de onderzoekslocatie (bron: Topografische Dienst Nederland)
1.3
Bekende archeologische gegevens: gespecificeerd archeologische verwachtingsmodel In het bureauonderzoek is het volgende gespecificeerde archeologische verwachtingsmodel opgenomen (Krol 2012b). Het verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek is gebaseerd op bodemkaart en geomorfologische kaart, gegevens uit Archis (Archis2, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed), hoogtegegevens (AHN), historische kaarten (watwaswaar.nl), voorgaande onderzoeken (van den Brenk en Waldus 2008a en 2008b; Eimermann, Gouw en Kerkhoven 2009; Jelsma en Tulp 2003; Krol 2012a; Mierlo et.al. 2008), de gemeentelijke beleidskaart (Kerkhoven, Gouw en Eimermann, 2009), de KennisInfrastructuur Cultuurhistorie, luchtfoto’s (Google Maps), gegevens van de opdrachtgever. Het onderzoeksgebied ligt in een gebied met nesvaaggronden en vlakvaaggronden. Het gebied ligt op een hoogte van circa 1,8 m-NAP tot 2,3 m-NAP. De top van de pleistocene ondergrond, waarin prehistorische resten aanwezig kunnen zijn, bevindt zich op circa 2 m-NAP tot 3 m-NAP (circa 0,2 m tot 1,2 m beneden het huidige maaiveld). Op basis van de beleidskaart van de gemeente Zeewolde geldt een gematigde archeologische verwachting voor het gebied. Uit de wijdere omgeving zijn archeologische vondsten bekend vanaf het mesolithicum, maar ook uit het laatpaleolithicum kunnen vondsten worden verwacht. Uit de gemeente Zeewolde zijn vooral uit het mesolithicum veel vondsten bekend. In de loop van het neolithicum kreeg de zee grip op het gebied, waardoor uit de periode van circa 4000 voor Chr. tot 1000 na Chr. geen vondsten bekend zijn uit deze gemeente. Op de oeverwallen kunnen deze mogelijk wel worden aangetroffen, maar tot nog toe zijn deze niet bekend. Uit de periode middeleeuwen en nieuwe tijd kunnen scheepswrakken worden aangetroffen, die doorgaans goed geconserveerd zijn. Het onderzoeksgebied behoort tot Zuidelijk Flevoland en is ingepolderd in 1968.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 4 van 12
Complextype Uit de periode paleolithicum-mesolithicum kunnen vondstcomplexen worden aangetroffen die een weerslag vormen van een mobiele leefwijze, zoals tijdelijk bewoonde nederzettingen (‘kampjes’) met verschillende functies, vuursteenconcentraties, haardkuilen. Uit de periode neolithicum kunnen vondstcomplexen worden aangetroffen die een weerslag vormen van een sedentaire leefwijze, zoals nederzettingen en huisplaatsen, periode-specifieke wijze van grafritueel (inhumatiegrafveld, grafheuvel, crematiegraven, urnenveld). Daarnaast kunnen sporen van agrarische activiteiten (schuren, spiekers, erfafscheidingen) worden aangetroffen. Uit de perioden middeleeuwen en nieuwe tijd kunnen losse vondsten en scheepswrakken worden aangetroffen. Omvang Vuursteenvindplaatsen en kampjes hebben een oppervlakte van ongeveer 50 m² tot 2000 m². Nederzettingen bestaande uit één of meerdere huisplaatsen en erven hebben een oppervlakte vanaf circa 500 m² tot enkele hectaren en kunnen zich derhalve tot buiten het plangebied voortzetten. Complexen die samenhangen met grafrituelen kunnen variëren van een enkel crematiegraf (oppervlakte kleiner dan 5 m²) tot grafvelden met een oppervlakte van enkele hectaren. Erfafscheidingen zoals greppels betreffen meestal lineaire elementen die zich tot ver buiten het plangebied kunnen voortzetten. Diepteligging/stratigrafie Prehistorische nederzettingen en vindplaatsen kunnen zich in de top van het dekzand bevinden of op getijdeafzettingen (oeverwallen). Scheepswrakken en losse vondsten uit middeleeuwen en nieuwe tijd bevinden zich in de jongere kleiafzettingen (Kerkhoven, Gouw en Eimermann, 2009). Locatie Overal in het onderzoeksgebied kunnen archeologische resten verwacht worden en geldt dezelfde verwachtingswaarde. Uiterlijke kenmerken Uit de periode paleolithicum-mesolithicum kunnen de volgende typen vondsten en fenomenen worden aangetroffen: vuursteenconcentraties, werktuigen, sporen van werktuigproductie (afslagen, klopstenen), verbrand vuursteen, houtskoolconcentraties, haardkuilen. Uit de periode neolithicum kunnen met betrekking tot nederzettingen de volgende typen vondsten en fenomenen worden aangetroffen: paalgaten (huizen, spiekers, opstallen, schuren), greppels, waterputten met houten beschoeiingen, afvalkuilen. Met betrekking tot agrarische activiteit kunnen worden aangetroffen: erfafscheidingen door middel van palenrijtjes en vlechtwerk, aarden walletjes (celtic field), greppels, ploeg- en/of eerdsporen. Met betrekking tot grafritueel kunnen worden aangetroffen: grafkuilen, kringreppels, kunstmatige ophogingen door middel van plaggen (grafheuvel), aardewerk en grafgiften (metaal, vuursteen), verbrand bot. Vondstmateriaal uit deze periode betreft voornamelijk aardewerk, metaal en vuursteen. Uit de perioden middeleeuwen en nieuwe tijd kunnen de volgende typen vondsten en fenomenen worden aangetroffen: losse vondsten en scheepswrakken. Mogelijke verstoringen Van het verleden is geen bebouwing in het onderzoeksgebied bekend die de bodem verstoord kan hebben. Eventuele archeologisch resten in de pleistocene ondergrond zijn naar verwachting verstoord, aangezien de pleistocene top volgens de beleidskaart verspoeld of verplaatst is. Waarschijnlijk zijn deze daarom niet meer in situ aanwezig. De gegevens waarop dit gebaseerd is, zijn echter te grofmazig om dit bij voorbaat te kunnen aannemen. Mochten deze wel aanwezig zijn, dan zullen die goed geconserveerd zijn door het afdekkende kleipakket.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 5 van 12
1.4
Toekomstige situatie Op de locatie worden drie poelen gegraven en wordt een aantal sloten van natuurvriendelijke oevers voorzien (zie afbeelding 2 en 3). De oorspronkelijke plannen zijn weergegeven op afbeelding 2, die overeenkomt met de plannen zoals deze zijn weergegeven in het bureauonderzoek (Krol 2012). De plannen zijn aangepast, deze aanpassing is weergegeven op afbeelding 3. In plaats van vier zijn drie poelen gepland, waarvan de noordwestelijke poel iets richting de perceelsgrens is verschoven. Op afbeelding 3 zijn tevens enkele alternatieve locaties voor de poelen weergegeven. Indien het verkennend inventariserend booronderzoek aanleiding zou geven tot vervolgonderzoek, dienden ook deze alternatieve locaties in het verkennend inventariserend booronderzoek te worden onderzocht.
Afbeelding 2. Overzicht van de geplande ingrepen (bron: opdrachtgever)
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 6 van 12
Afbeelding 3. Aangepaste locatie poelen (bron: opdrachtgever)
1.5
Doel van het onderzoek Het veldonderzoek heeft als doel het verwachtingsmodel te toetsen en waar nodig aan te vullen. Daarnaast dienen de volgende vragen te worden beantwoord. Vraag 1. Is de bodemopbouw intact en hoe ziet die eruit? Vraag 2. Zijn er archeologische indicatoren aanwezig en zo ja, wat is de aard, datering en horizontale en verticale spreiding hiervan? Vraag 3. Zijn er zones met een hoge dan wel lage archeologische verwachting? Vraag 4. Komt het verwachtingsmodel overeen met de veldgegevens? Aan de hand van de gegevens van beide onderzoeken kan worden nagegaan of in het onderzoeksgebied archeologische waarden te verwachten zijn en of de voorgenomen ingrepen een bedreiging vormen voor het archeologische bodemarchief. Indien dit het geval is, wordt geadviseerd hoe hiermee omgegaan dient te worden.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 7 van 12
1.6
Werkwijze Om het gespecificeerde verwachtingsmodel te toetsen, wordt een inventariserend booronderzoek uitgevoerd. Om een juiste indruk van de bodemopbouw te kunnen krijgen, worden deze boringen verspreid over het terrein gezet. In het tracé van de te ontgraven oevers zijn elke 50 m boringen gezet. Dit betreft in totaal veertien boringen. Op de locatie van elk van de geplande poelen zijn twee boringen gezet. In totaal zijn twintig boringen gezet. De meest oostelijke poel is gepland in een perceel met zeer dichte bebossing en begroeiing. Het terrein was daardoor niet toegankelijk voor onderzoek. De boringen ter hoogte van deze poel zijn daarom opgeschoven naar de rand van de bebossing, waar wel geboord kon worden. De boringen liggen op minder dan 20 m van de geplande locatie van deze poel. Voor het boren is gebruikgemaakt van een verlengbare edelmanboor met een diameter van 7 cm en een guts met een diameter van 3 cm voor de slappere grond. De boorkernen zijn uitgelegd waarbij de verschillende bodemlagen nauwkeurig zijn beschreven en opgemeten. De boorbeschrijvingen zijn volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, die is gebaseerd op NEN 5104. Tijdens het verkennend booronderzoek is, aan de hand van het versnijden en verbrokkelen van de boorkernen, ook gelet op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkscherven, vuursteen, bot, houtskool, fosfaat, verbrand leem en natuursteen. De boorpunten zijn met behulp van een meetlint ingemeten. Naast het boren is een oppervlaktekartering uitgevoerd, waarbij ontsluitingen zoals slootkanten en molshopen zijn geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische resten. Indien hier aanleiding toe was diende een karterend booronderzoek te worden uitgevoerd, bestaande uit een megabooronderzoek met een dichter boorgrid. Redenen om een karterende fase in te gaan zijn conform het beleid van de gemeente Zeewolde (Kerkhoven, Gouw en Eimermann, 2009) onder meer: - een intacte podzol in combinatie met reliëf in de top van het dekzand (bijvoorbeeld een dekzandkop of dekzandrug); - een intacte podzol in combinatie met houtskool in de boringen; - de aanwezigheid van een fossiele beekgeul; - de aanwezigheid van (matig) gerijpte ‘Oude Zeeklei’ (mogelijke oeverwal); - de aanwezigheid van paleosolen, dat wil zeggen oude bodems onder de podzol. De resultaten van het verkennend inventariserend booronderzoek waren echter dusdanig dat er geen aanleiding was tot het uitvoeren van een karterend booronderzoek.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 8 van 12
2 2.1
Resultaten Bodemopbouw In het onderzoeksgebied zijn in totaal twintig boringen gezet. De boringen zijn beschreven in de boorstaten (bijlage 1). De verdeling van de boringen over het onderzoeksgebied is te zien op de boorpuntenkaart (bijlage 2). De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit een gevarieerd pakket Zuiderzeeafzettingen, waarin bovenin in een deel van de boringen een dunne bouwvoor is te onderscheiden. De toplaag in het onderzoeksgebied bestaat uit zand of zandige klei (zavel). Waar het klei betreft is de bovenste 0,05 tot 0,10 m soms gerijpt. In elf van de twintig boringen is in de toplaag een zwak humeuze bouwvoor te onderscheiden, met een dikte van 0,05 tot maximaal 0,10 cm. Het bovenste deel van de Zuiderzeeafzettingen bestaat uit een afwisseling van zandige klei (zavel) en zand. Het zand is in sommige boringen matig fijn, maar veelal matig grof en bevat veelal schelpen en roestvlekken (zie afbeelding 4). Ook de klei bevat schelpresten en waar deze niet met het oog waarneembaar zijn, is de klei wel kalkhoudend. Op een diepte van 0,80 tot 1,50 m-mv volgt een pakket zwak siltige, slappe klei. Hierin bevinden zich vaak humusvlekken of plantenrestjes en zijn zeer kleine fragmenten schelp waarneembaar. Ook deze klei is telkens kalkhoudend. Veelal bevat een deel van dit zwak siltige kleipakket zandlagen of siltlagen (zie afbeelding 5). Op een diepte van 1,60 tot maximaal 2,50 m-mv volgt onder het zwak siltige kleipakket zand. De bodem is op deze diepte zo nat dat het zand meestal direct uit de boor loopt. Tijdens het boren is de overgang van klei naar zand duidelijk voelbaar. Waar nog zand mee naar boven komt is dit veelal zwak grindig, soms (donker)geel, soms grijs van kleur. Veelal is dit zand nog iets kalkhoudend. Het betreft de verspoelde top van het dekzand. Het verloop in hoogteverschil van de top van dit zand is geleidelijk. Boring 19 en 20 zijn gezet ter hoogte van één van de geplande poelen. Omdat het perceel ter plaatste zeer dicht begroeid was met bomen, hoge brandnetels en struiken zijn de boringen opgeschoven naar de rand van het perceel, op minder dan 20 m van de geplande boringen. Het beeld in boring 19 en 20 is anders dan in de overige boringen. Hier is tot 2,20 m-mv sprake van matig grof zand met schelpen. Het zwaksiltige kleipakket lijkt hier te ontbreken.
Afbeelding 4. Beeld van de bovenste meter van boring 1. Bovenin de bouwvoor, daaronder het grijsbruine zand, gevolgd door geel zand met roestvlekken.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 9 van 12
Afbeelding 5. Detail van boring 4, op de over de overgang van de zwak siltige klei met een enkel zandlaagjes, naar de zwak siltige klei met siltlagen.
2.2
Vondsten In de boringen en tijdens de oppervlaktekartering zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. De archeologische zichtbaarheid voor de oppervlaktekartering was slechts, doordat het maaiveld bestond uit grasland, waarin weinig molshopen aanwezig waren. Ook de slootkanten waren vrij dichtbegroeid en boden geen goede zichtbaarheid.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 10 van 12
3 3.1
Conclusie en aanbeveling Conclusie Uit het booronderzoek komt naar voren dat het onderzoeksgebied op een vlakte van Zuiderzeeafzettingen ligt. Er is sprake van een zwaar geërodeerde vlakte van zeeafzettingen. Het betreft een gemengd pakket, met bovenin zandige klei (zavel) en zand, gevolgd door zwak siltige klei. Hieronder volgt zand. Door het aanwezige grondwater loopt de boor veelal direct leeg op het niveau van dit zand. Waar het zand wel is te beschrijven gaat het om de verspoelde top van het dekzand. Alleen in boring 19 en 20 wijkt het beeld af. Hier is sprake matig grof zand met schelpen tot een diepte van 2,20 m-mv. Mogelijk is in deze boringen sprake van een duin of oeverwal, zonder bodemvorming. In de boringen is overal het dekzand aangeboord. Er is tot minimaal 1,60 m en op de meeste locaties tot circa 2,5 m diepte geboord. De ingrepen in de poelen zijn tot circa 2 m-mv, de af te graven oevers zijn minder diep. De boordiepte is dieper dan de geplande ingrepen. Vraag 1. Is de bodemopbouw intact en hoe ziet die eruit? De bodemopbouw in het onderzoeksgebied is intact. Deze bestaat uit Zuiderzeeafzettingen. In ongeveer de helft van de boringen is sprake van een dunne bouwvoor. De afzettingen bestaan uit zand en zandige klei (zavel), in bijna alle boringen gevolgd door een pakket zwak siltige klei. Hieronder volgt zand. Waar dit zand mee omhoog komt in de boring betreft het de verspoelde top van het dekzand. Vraag 2. Zijn er archeologische indicatoren aanwezig en zo ja, wat is de aard, datering en horizontale en verticale spreiding hiervan? Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Vraag 3. Zijn er zones met een hoge dan wel lage archeologische verwachting? De archeologische verwachting is voor het hele onderzoeksgebied hetzelfde. Vraag 4. Komt het verwachtingsmodel overeen met de veldgegevens? In het bureauonderzoek werd op basis van de beleidskaart van de gemeente Zeewolde (Kerkhoven, Gouw en Eimermann, 2009) een hoge archeologische verwachting aan het onderzoeksgebied toegekend, wegens de ligging in een hooggelegen dekzandgebied. Daarnaast zijn in het gebied volgende de bodemkaart nesvaaggronden en vlakvaaggronden aanwezig. Uit het booronderzoek komt inderdaad naar voren dat sprake is van vaaggronden. Er is echter geen sprake van een hooggelegen dekzandgebied. De verwachting zoals aangegeven op de beleidskaart kan op basis van deze resultaten daarom bijgesteld worden naar een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische resten.
3.2
Aanbeveling Uit het booronderzoek komt naar voren dat sprake is van Zuiderzeeafettingen tot een diepte van circa 2 m-mv. Hierin zijn geen archeologische indicatoren of aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische niveaus aangetroffen. Wij bevelen aan geen vervolgonderzoek uit te voeren. Bovenstaande betreft een aanbeveling. Het selectiebesluit is te allen tijde voorbehouden aan de bevoegde overheid, in deze gemeente Zeewolde. Mochten tijdens het grondwerk onverhoopt alsnog archeologische resten worden aangetroffen, dan dient de bevoegde overheid, gemeente Zeewolde, hiervan meteen op de hoogte gebracht te worden.
projectnummer 93124312 20 juni 2012 pagina 11 van 12
Literatuurlijst Geraadpleegde literatuur - Berendsen, H.J.A. 2005. Landschap in delen. Assen. - Brandt, R.W. et al. (red). 1992. Archis, Archeologisch basisregister, versie 1.0. Amersfoort. - Brenk, S. van den en W.B. Waldus. 2008a. Veluwemeer en Wolderwijd, Inventariserend veldonderzoek (onderwaterfase) door middel van duikinspecties. Periplus Archeomare Rapport 2008-10-23. - Brenk, S. van den en W.B. Waldus. 2008b. Veluwemeer en Wolderwijd, Inventariserend veldonderzoek (onderwaterfase) door middel van duikinspecties. Periplus Archeomare Rapport 2008-10-23. - Eimermann, E, M.J.P. Gouw & A.A. Kerkhoven. 2009. Archeologiebeleid gemeente Dronten. Archeologische beleidskaart en voorbeeldplanregels ten behoeve van bestemmingsplannen. Rapportnummer V642. Vestigia BV, Amersfoort. - Jelsma, J. en C. Tulp. 2003. Zeewolde, Harderwold: Een Verkennend Archeologisch Onderzoek. De Steeproef-rapport 2003-9. - Kerkhoven, A.A., M.J.P. Gouw en E. Eimermann. 2009. Archeologiebeleid gemeente Zeewolde. Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie, Amersfoort. - Krol, T.N., 2012a. Archeologisch bureauonderzoek ten behoeve van het plangebied 'De Slurf' te Biddinghuizen, gemeente Dronten (FL). MUG-publicatie 2012-22. MUG Ingenieursbureau, Leek (in concept). - Krol, T.N., 2012b. Archeologisch bureauonderzoek ten behoeve van plangebied 'ProRail kavel' aan de Ganzenweg te Zeewolde, gemeente Zeewolde (FL). MUG-publicatie 2012-31, MUG Ingenieursbureau b.v., Leek. - Mierlo, B.E.J. van, S. van den Brenk, P. Boom en W.B. Waldus. 2008. Inventariserend Veldonderzoek (opwaterfase) Veluwemeer en Wolderwijd (provincies Noord-Holland en Flevoland). Periplus Archeomare Rapport 08-A013. Overige bronnen (websites geraadpleegd op 20 maart 2012) - Topografische Dienst Nederland; - Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; http://www.ahn.nl); - Archis2: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (http://archis2.archis.nl); - Watwaswaar.nl (http://ngz.watwaswaar.nl); - KennisInfrastructuur Cultuurhistorie (http://www.kich.nl); - GoogleMaps (http://maps.google.nl); - opdrachtgever.
Bijlage 1 Boorstaten
boring 01 Edelman/guts diepte lithologie 5 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus 60 ZAND, matig fijn, zwak siltig 130 ZAND, matig fijn, zwak siltig 160 KLEI, matig, siltig, zwak humeus
kleur bruin grijs
grens
grijs bruin
scherp
geel (licht)
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, kalkrijk, weinig schelpen spoor schelpen, nieuwvorming: weinig roest kalkarm, nieuwvorming: weinig roest kalkarm, sedimentaire structuur: zandlagen, consistentie: matig slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; loopt leeg op grens zand
bruin grijs (donker)
boring 02 Edelman / guts diepte lithologie 5 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus 55 ZAND, matig fijn, zwak siltig 65 ZAND, matig fijn, zwak siltig 95 ZAND, matig fijn, zwak siltig 120 KLEI, zwak siltig
kleur grijs bruin (donker) grijs bruin
grens scherp scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, veel schelpen veel schelpen
geel (licht)
scherp
kalkarm, nieuwvorming: matig roest
geel (licht)
scherp
grijs
scherp
kalkarm, nieuwvorming: weinig roest, op grens klei veel roest kalkarm, spoor schelpen, consistentie: matig slap, humusvlekken kalkarm, sedimentaire structuur: zandlagen, consistentie: slap kalkarm, spoor schelpen, consistentie: slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; loopt leeg op grens zand
150 KLEI, zwak siltig
grijs
190 KLEI, zwak siltig
grijs
boring 03 Edelman/guts diepte lithologie 5 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus 50 ZAND, matig fijn, zwak siltig 55 ZAND, matig fijn, zwak siltig 95 ZAND, matig fijn, zwak siltig 190 KLEI, zwak siltig
kleur grijs bruin (donker) grijs bruin
grens scherp scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, weinig schelpen, vermengd met klei kalkarm, weinig schelpen
geel (licht)
geleidelijk
kalkarm, nieuwvorming: matig roest
geel (licht)
scherp
nieuwvorming: weinig roest, op grens klei veel roest kalkarm, consistentie: matig slap, humusvlekken, sporadisch plantenrestje, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; loopt leeg op grens zand
grijs
boring 04 Edelman/guts diepte lithologie 40 KLEI, sterk zandig, zwak humeus 50 ZAND, matig grof, zwak siltig 95 ZAND, matig grof, zwak siltig 170 KLEI, matig, siltig, zwak humeus 210 KLEI, matig zandig
kleur grijs bruin
grens scherp
opmerkingen weinig schelpen, zavel
beige
scherp
weinig schelpen
oranje geel scherp (licht) geel scherp grijs
spoor schelpen, nieuwvorming: matig roest kalkarm, plantenresten: spoor, consistentie: slap, humusvlekken; sporadisch zandlaagje kalkarm, plantenresten: spoor, consistentie: slap; siltlagen boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, loopt leeg op grens zand
boring 05 Edelman/guts diepte lithologie 50 ZAND, matig grof, zwak siltig, zwak humeus 90 ZAND, matig grof, zwak siltig 140 KLEI, matig, siltig, zwak humeus 195 KLEI, matig zandig 220 ZAND, matig fijn, zwak siltig
kleur grijs bruin
grens scherp
opmerkingen weinig schelpen
oranje geel scherp
spoor schelpen, nieuwvorming: veel roest
grijs (donker) bruin grijs
kalkarm, spoor schelpen, consistentie: slap, humusvlekken kalkarm, spoor schelpen, plantenresten: spoor, consistentie: slap, zavel kalkloos, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg
scherp scherp
geel (donker)
boring 06 Edelman / guts diepte lithologie 20 KLEI, matig zandig, zwak humeus 45 KLEI, sterk zandig 95 ZAND, matig grof, zwak siltig 150 KLEI, zwak siltig
kleur bruin grijs grijs (licht) geel (licht)
180 KLEI, zwak siltig
grijs (donker) bruin grijs
205 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig
geel (donker)
grens scherp
opmerkingen weinig schelpen, consistentie: stevig
scherp
veel schelpen, zavel weinig schelpen, op grens klei veel roest
scherp
kalkarm, consistentie: slap, humeuze bandjes / detritus kalkarm, spoor schelpen, consistentie: slap, kleilaagjes, humusvlekken kalkloos, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, nieuwvorming: weinig roest
grens scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor,
boring 07 Edelman/guts diepte lithologie 10 KLEI, matig, siltig, zwak
kleur bruin grijs
scherp scherp
kalkrijk, weinig schelpen, consistentie: stevig weinig schelpen, consistentie: matig slap veel schelpen, nieuwvorming: matig roest
scherp
weinig schelpen
humeus 30 KLEI, sterk zandig 45 ZAND, matig grof, zwak siltig 80 ZAND, matig grof, zwak siltig 170 KLEI, matig siltig 190 KLEI, zwak siltig
bruin grijs grijs geel (licht) geel
192 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig
geel (donker)
bruin (licht) scherp grijs bruin scherp (licht)
spoor schelpen, consistentie: slap kalkarm, sedimentaire structuur: zandlagen, plantenresten: weinig, consistentie: slap kalkloos, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg
boring 08 Edelman/guts diepte lithologie kleur 5 KLEI, sterk zandig, zwak bruin grijs humeus (donker)
grens scherp
30 KLEI, sterk zandig 55 ZAND, matig grof, zwak siltig 90 ZAND, matig grof, zwak siltig 145 KLEI, zwak siltig
grijs bruin grijs geel (licht) geel (licht)
scherp scherp
grijs
scherp
205 KLEI, zwak siltig
grijs (donker) geel (donker)
scherp
kleur grijs
grens scherp
90 ZAND, matig grof, zwak siltig 170 KLEI, zwak siltig
geel (licht)
scherp
grijs
scherp
195 KLEI, zwak siltig
bruin grijs
scherp
205 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig
grijs
215 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig
scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, kalkrijk, weinig schelpen, consistentie: stevig kalkarm, zavel veel schelpen, nieuwvorming: weinig roest weinig schelpen, nieuwvorming: weinig roest, op grens klei veel roest spoor schelpen, consistentie: slap, humeuze bandjes / detritus spoor schelpen, consistentie: slap, humusvlekken; siltlaagjes kalkloos, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg
boring 09 Edelman/guts diepte lithologie 45 KLEI, sterk zandig
opmerkingen weinig schelpen, nieuwvorming: weinig roest weinig schelpen, nieuwvorming: weinig roest, op grens klei veel roest spoor schelpen, sedimentaire structuur: zandlagen, consistentie: slap, op 160 dun venig laagje met plantentestjes spoor schelpen, consistentie: slap, humusvlekken kalkarm, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg
boring 10 Edelman/guts diepte lithologie
kleur
grens
opmerkingen
5 KLEI, matig, siltig, zwak humeus 40 ZAND, matig grof, zwak siltig 50 ZAND, matig grof, zwak siltig 95 ZAND, matig grof, zwak siltig 160 KLEI, zwak siltig, zwak humeus 220 KLEI, zwak siltig
bruin grijs (donker) bruin grijs
scherp scherp
bodemkundige interpretatie: bouwvoor, weinig schelpen, consistentie: stevig weinig schelpen
geel (licht)
scherp
veel schelpen, nieuwvorming: weinig roest
oranje geel scherp
weinig schelpen, nieuwvorming: veel roest
grijs (donker) bruin grijs (licht)
kalkarm, sedimentaire structuur: zandlagen kalkarm, consistentie: slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, loopt leeg op grens zand
boring 11 Edelman/guts diepte lithologie 20 KLEI, sterk zandig 70 ZAND, matig grof, zwak siltig 140 ZAND, matig grof, zwak siltig 210 KLEI, zwak siltig, zwak humeus 220 ZAND, matig grof, zwak siltig, zwak grindig
kleur grijs bruin grijs (licht)
grens scherp scherp
opmerkingen weinig schelpen veel schelpen
oranje geel scherp
weinig schelpen, nieuwvorming: veel roest
grijs
kalkarm, consistentie: slap
scherp
kalkarm, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg
grijs (licht)
boring 12 Edelman/guts diepte lithologie 30 KLEI, sterk zandig 60 ZAND, matig grof, zwak siltig 140 ZAND, matig grof, zwak siltig 200 KLEI, zwak siltig
250 KLEI, zwak siltig
kleur grijs bruin grijs (licht)
grens scherp scherp
opmerkingen weinig schelpen weinig schelpen
bruin
scherp
grijs
scherp
weinig schelpen, nieuwvorming: weinig roest spoor schelpen, sedimentaire structuur: zandlagen, consistentie: slap, humusvlekken spoor schelpen, consistentie: slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; loopt leeg op grens zand
grijs (donker)
boring 13 Edelman/guts diepte lithologie 25 KLEI, sterk zandig 50 ZAND, matig grof, zwak siltig 150 ZAND, matig grof, zwak siltig
kleur grijs bruin grijs (licht) bruin geel
grens scherp scherp
opmerkingen weinig schelpen veel schelpen spoor schelpen, nieuwvorming: matig roest
scherp
spoor schelpen, sedimentaire structuur: zandlagen, consistentie: slap, humusvlekken kalkarm, consistentie: slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; loopt leeg op grens zand
kleur grijs bruin (donker) grijs bruin
grens scherp scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, spoor schelpen kalkrijk
grijs (licht)
scherp
veel schelpen, nieuwvorming: weinig roest
geel (licht)
scherp
spoor schelpen, nieuwvorming: weinig roest spoor schelpen, nieuwvorming: veel roest
190 KLEI, zwak siltig
grijs
230 KLEI, zwak siltig
grijs
boring 14 Edelman/guts diepte lithologie 10 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus 40 ZAND, matig fijn, zwak siltig 50 ZAND, matig fijn, zwak siltig 95 ZAND, matig fijn, zwak siltig 140 ZAND, matig fijn, zwak siltig 180 KLEI, zwak siltig
oranje geel scherp scherp
kalkarm, consistentie: slap, humusvlekken
200 KLEI, zwak siltig
grijs (donker) grijs bruin
scherp
220 KLEI, zwak siltig
grijs bruin
scherp
250 KLEI, zwak siltig
grijs
kalkarm, consistentie: slap, humusvlekken; siltlaagjes kalkarm, sedimentaire structuur: zandlagen, consistentie: slap, humusvlekken kalkarm, plantenresten: spoor, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, loopt leeg op grens zand
boring 15 Edelman/guts diepte lithologie 5 ZAND, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus 40 ZAND, matig fijn, zwak siltig 60 ZAND, matig fijn, zwak siltig 130 ZAND, matig fijn, zwak siltig 200 KLEI, zwak siltig
kleur bruin grijs (donker) grijs bruin
grens scherp scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, kalkarm kalkrijk
grijs geel
scherp
veel schelpen, nieuwvorming: veel roest
geel
scherp
grijs
scherp
220 KLEI, zwak siltig
grijs
scherp
240 KLEI, zwak siltig
grijs
weinig schelpen, nieuwvorming: weinig roest, op grens klei veel roest spoor schelpen, consistentie: slap, humusvlekken spoor schelpen, consistentie: slap, humusvlekken; siltlaagjes kalkarm, plantenresten: spoor, consistentie: slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; loopt leeg op grens zand
boring 16 Edelman/guts diepte lithologie 10 KLEI, sterk zandig, zwak humeus 50 ZAND, matig grof, zwak siltig 65 ZAND, matig fijn, zwak siltig 100 ZAND, matig fijn, zwak siltig 190 KLEI, zwak siltig
kleur grijs bruin (donker) grijs bruin
grens scherp scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, spoor schelpen weinig schelpen
geel grijs
scherp
weinig schelpen
geel
scherp
grijs
scherp
240 KLEI, zwak siltig
grijs
scherp
250 KLEI, zwak siltig
grijs bruin
weinig schelpen, nieuwvorming: matig roest, op grens klei veel roest spoor schelpen, consistentie: slap, humusvlekken spoor schelpen, plantenresten: spoor, consistentie: slap, siltlaagjes kalkarm, consistentie: slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; loopt leeg op grens zand
boring 17 Edelman/guts diepte lithologie 10 KLEI, matig zandig, zwak humeus 30 KLEI, sterk zandig 90 ZAND, matig grof, zwak siltig
kleur grijs bruin (donker) bruin grijs geel
grens scherp
160 KLEI, zwak siltig
grijs (donker)
scherp
190 KLEI, zwak siltig
grijs bruin (donker)
scherp
kleur grijs bruin (donker) grijs bruin geel
grens scherp
grijs
scherp
scherp scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, kalkrijk, consistentie: stevig weinig schelpen weinig schelpen, nieuwvorming: weinig roest, enkel kleilaagje; op grens klei veel roest kalkarm, sedimentaire structuur: zandlagen, consistentie: slap, humeuze bandjes / detritus spoor schelpen, consistentie: slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; siltlaagjes; loopt leeg op grens zand
boring 18 Edelman/guts diepte lithologie 5 KLEI, matig zandig, zwak humeus 40 KLEI, sterk zandig 95 ZAND, matig fijn, zwak siltig 180 KLEI, zwak siltig 200 KLEI, zwak siltig
grijs bruin
scherp scherp
opmerkingen bodemkundige interpretatie: bouwvoor, weinig schelpen veel schelpen weinig schelpen, nieuwvorming: matig roest, op grens klei veel roest spoor schelpen, consistentie: slap, enkele siltlaagjes kalkarm, consistentie: slap, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, humusvlekken; loopt leeg op grens zand
boring 19 Edelman/guts diepte lithologie 40 ZAND, matig grof, matig siltig 220 ZAND, matig grof, matig siltig
kleur grijs bruin
grens scherp
opmerkingen weinig schelpen weinig schelpen, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, nieuwvorming: weinig roest, enkel kleibandje
geel bruin (licht)
boring 20 Edelman/guts diepte lithologie 45 ZAND, matig grof, matig siltig 220 ZAND, matig grof, matig siltig
kleur grijs bruin geel bruin (licht)
grens scherp
opmerkingen weinig schelpen spoor schelpen, boring beëindigd: ja, boor loopt leeg, nieuwvorming: weinig roest, enkel kleibandje
Bijlage 2 Overzicht van de onderzoekslocatie, boorpuntenkaart
N
Z
0
NFe
TKr
Eerste uitgave
03-05-2012
Wijz.
Get.
Gec.
Omschrijving
Datum
Zernikelaan 8 Postbus 136 9350 AC LEEK Tel. (0594) 55 24 20 Fax. (0594) 55 24 99
Project:
'Prorail kavel' aan de Ganzenweg te Zeewolde Opdrachtgever:
Infra Milieu Geo-ICT Archeologie Geo-informatie
EcoGroen Advies BV
[email protected] www.mug.nl
Onderdeel:
Overzicht van de onderzoekslocatie, boorpuntenkaart
DEFINITIEF Projectnummer:
93124312
Schaal:
1:2000
Formaat:
A2
Bijlagenummer:
2