SZW
Arboplusconvenant Contractcatering woordigers van de ondertekenende partijen, ingesteld ten behoeve van de totstandkoming, aansturing, begeleiding en evaluatie van het onderhavige Zeist, 30 maart 2005 Arboplusconvenant; stand van de wetenschap: de thans of Ondergetekenden, in de toekomst mogelijke maatregelen de Staatssecretaris van Sociale Zaken ter vermindering van gezondheidsrisien Werkgelegenheid, handelend als co’s, ziekteverzuim en arbeidsongebestuursorgaan, de heer H.A.L. van schiktheid die door vakdeskundigen Hoof, in brede zin zijn aanvaard, ofwel aanhierna te noemen: de overheid, enertoonbaar effectief en praktisch uitzijds, voerbaar zijn; hierbij dient rekening en VeNeCa (Vereniging Nederlandse gehouden te worden met hetgeen Cateringorganisaties), rechtsgeldig gezondheidskundig wenselijk en vertegenwoordigd door de heer W.F. bedrijfseconomisch haalbaar is; Hollander, vice-voorzitter, monitoring: het systematisch en FNV Horecabond, rechtsgeldig verteperiodiek verzamelen van informatie genwoordigd door de heer B.C. over (1) de mate waarin de doelstelFrancooy, voorzitter, lingen van het onderhavige CNV BedrijvenBond, rechtsgeldig Komen het volgende overeen: Arboplusconvenant worden bereikt, vertegenwoordigd door de heer J. en (2) Jongejan, voorzitter, Definities de – voortgang van de – uitvoering De Unie, rechtsgeldig vertegenwoorvan dit Arboplusconvenant. Metingen digd door de heer J.P.H. Teuwen, Artikel 1 vinden plaats: voorafgaand aan, dan voorzitter, werkgever: iedere natuurlijke persoon wel vlak na de inwerkingtreding van hierna te noemen: de organisaties, of rechtspersoon die al of niet in dit Arboplusconvenant (nulmeting) en anderzijds, hoofdzaak een bedrijf maakt van het aan het eind van de looptijd van dit verder te noemen: partijen, aanbieden en verrichten van contract- Arboplusconvenant (slot- of eindmeOverwegende dat, cateringactiviteiten en tevens een ting); • het kabinet-Balkenende I extra gelwerkgever is als bedoeld in artikel 1, evaluatieonderzoek: systematisch en den beschikbaar heeft gesteld voor eerste en tweede lid, van de onafhankelijk onderzoek aan het uitbreiding van bestaande convenanArbeidsomstandighedenwet 1998; einde van de looptijd, gebaseerd op ten, dan wel het afsluiten van nieuwe werknemer: iedere natuurlijke perfeiten; hierbij worden in elk geval de convenanten waarin met nadruk in soon waarmee de werkgever een volgende aspecten vastgesteld: de bedrijfstakken aandacht wordt arbeidsovereenkomst is aangegaan en effecten en de resultaten van het besteed aan versterking van verzuim- wiens functie is ingedeeld in de in de onderhavige Arboplusconvenant, de en reïntegratiebeleid en vermindering CAO Contractcatering genoemde wijze waarop dit Arboplusconvenant van WAO-instroom; salarisgroepen en die op locatie werk- is uitgevoerd, de good practices en de • de basis en verantwoording voor het zaam is. De eis van het op locatie wijze waarop de borging van afspraafsluiten van deze convenanten is werkzaam zijn, geldt uit de aard der ken heeft plaatsgevonden en de kosneergelegd in de nota werkzaamheden niet, indien er sprake ten en baten van de in dit ‘Arboconvenanten nieuwe stijl: is van productiekeukens; de werkneArboplusconvenant gedane investebeleidsstrategie voor de komende vier mer die administratieve werkzaamhe- ringen; jaar (1999-2002)’ en de nota ‘Tweede den verricht op locatie is werknemer evaluatie: de beleidsmatige beoordefase convenanten’, beide te vinden op in het kader van deze overeenkomst. ling van het onderhavige www.arboconvenanten.szw.nl en De werknemer die deze werkzaamhe- Arboplusconvenant door de BBC, www.arbo.nl; den verricht op het (hoofd)kantoor met name gebaseerd op de resultaten • goede arbeidsomstandigheden bijvan de werkgever is slechts dan werk- van het evaluatieonderzoek; dragen aan de vermindering van nemer ingeval van vrijwillige aanslui- medezeggenschapsorganen: alle orgagezondheidsschade, ziekteverzuim en ting bij de CAO Contractcatering. nen van medezeggenschap op de arbeidsongeschiktheid, alsmede Tevens werknemer als bedoeld in arti- bedrijfs- en sectorniveau, zoals onderaan een verbetering van de motivatie kel 1, eerste en tweede lid, van de nemingsraden, personeelsvertegenen productiviteit van werknemers; Arbeidsomstandighedenwet 1998; woordigingen en -platforms; • de regelgeving met betrekking tot branchebegeleidingscommissie (BBC): Arboplusconvenant: tripartiete overarbeidsomstandigheden werkgevers de commissie, bestaande uit vertegen- eenkomst op bedrijfstakniveau tussen Arboplusconvenant Contractcatering inzake verzuim- en reïntegratiebeleid, werkdruk en lichamelijke belasting
verplicht algemeen zorg te dragen voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers; • verdere verbetering van arbeidsomstandigheden en vroegtijdige reïntegratie van zieke werknemers via maatwerk op bedrijfstakniveau en in individuele bedrijven tot stand moeten komen; • maatregelen zo dicht mogelijk bij de bron het meest effectief zijn; • de organisaties op 5 juli 2004 met de staatssecretaris van SZW de Intentieverklaring Contractcatering hebben ondertekend om te komen tot het afsluiten van een Arboplusconvenant Contractcatering als bedoeld in de nota ‘Tweede fase convenanten’;
Uit: Staatscourant 5 april 2005, nr. 65 / pag. 16
1
werkgeversvertegenwoordigers, werknemersvertegenwoordigers en de overheid over het verminderen van arbeidsrisico’s en het terugdringen van het ziekteverzuim en de WAOinstroom in de branche Contractcatering; Plan van Aanpak: bijlage die onlosmakelijk deel uitmaakt van het onderhavige Arboplusconvenant, met (minimaal) een begroting en afspraken over implementatie, communicatie, medezeggenschap, monitoring en evaluatieonderzoek van de voorgenomen maatregelen; expiratiefase: een periode aan het einde van de looptijd van het onderhavige Arboplusconvenant van maximaal zes maanden die gebruikt wordt voor de afronding van dit Arboplusconvenant; contractcatering: het verlenen van restauratieve diensten ten behoeve van personen met wie de opdrachtgever een durende band heeft anders dan die strekken tot dat verlenen, en die diensten worden verleend in directe relatie tot die band; onder contractcateringactiviteiten dienen tevens te worden begrepen voedselbereidingsactiviteiten die plaats vinden buiten de besloten kring van het bedrijf of instelling van de opdrachtgever – hieronder met name aparte rechtspersonen te verstaan – voorzover deze worden verricht ten behoeve van het verlenen van restauratieve diensten in de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgever; tevens is sprake van contractcateringactiviteiten, indien de restauratieve diensten door een opdrachtgever (bedrijf of instelling), binnen dat bedrijf of die instelling zijn ondergebracht in een aparte rechtspersoon; offshore cateringactiviteiten zijn geen contractcateringactiviteiten1. Kwantitatieve doelstellingen Artikel 2 Partijen stellen van het onderhavige Arboplusconvenant zich met betrekking tot het beoogde effect van dit Arboplusconvenant het volgende ten doel: I. Partijen streven ernaar aan het eind van de convenantperiode het ziekteverzuim met 20% te reduceren, van 9,3% in 2003 naar 7,4% in 2006 (exclusief zwangerschap).
De focus zal liggen op de reductie van het langdurig verzuim (verzuim langer dan 6 weken). II. Partijen streven ernaar de risicopopulatie welke is blootgesteld aan werkdruk met 20% te reduceren van 41,5% naar 33,2%. III. Partijen streven ernaar de risicopopulatie welke is blootgesteld aan ‘lichamelijk zwaar werk’ met 15% te reduceren van 44,5% naar 37,8%. Overige doelstellingen Artikel 3 1. Partijen van het onderhavige Arboplusconvenant stellen zich ten doel ten aanzien van dit Arboplusconvenant: (1) een faciliterende aanpak op brancheniveau, (2) de noodzaak van het creëren van blijvend draagvlak binnen de bedrijven, en (3) verdergaan op de ingeslagen weg van het door sociale partners ondertekende ‘Convenant arbo- en verzuimbeleid Contractcatering (1 juli 2002 tot 1 juli 2004)’. 2. Partijen stellen zich ten doel om naast de in artikel 2 genoemde kwantitatieve doelstellingen de maatregelen terzake verzuim- en reïntegratiebeleid, werkdruk en ‘lichamelijk zwaar werk’ zoals omschreven in de artikelen 5 en 6 van het onderhavige Arboplusconvenant, uiterlijk op 1 april 2007 te hebben gerealiseerd. Maatregelen Artikel 4 1. Om de in de artikelen 2 en 3 van dit Arboplusconvenant genoemde doelstellingen te realiseren, verplichten partijen zich uitvoering te geven aan het Plan van Aanpak, dat onlosmakelijk deel uitmaakt van het onderhavige Arboplusconvenant. 2. Indien op grond van onderzoek of op andere wijze, blijkt dat de maatregelen niet leiden tot realisatie van de gewenste kwantitatieve doelstellingen, beraadt de BBC zich over welke maatregelen noodzakelijk worden geacht om de voortgang in lijn te brengen met de doelstellingen en bevordert de BBC dat deze maatregelen worden uitgevoerd. 3. Om de geformuleerde doelstellingen uit artikel 2 en 3 te realiseren, spreken partijen de volgende maatregelen af:
Uit: Staatscourant 5 april 2005, nr. 65 / pag. 16
• sectorbrede invoer van een Uitbesteding Catering Arbo-lijst; • ontwikkeling van een training ‘coachend leidinggeven’ voor leidinggevenden; • faciliteren van ergoconsulenten; • maatregelen met betrekking tot het omgaan met veranderende omstandigheden en het verbeteren van het functioneren van de (direct) leidinggevenden in de vorm van pilots, zoals vergroten van het ondernemerschapgevoel bij werknemers (delegeren van verantwoordelijkheden), structureel invoeren van een 4-wekelijks werkoverleg met vaste agenda en hernieuwde aandacht voor de procedure werkdruk; • maatregelen in het kader van de nieuwe wetgeving, namelijk het inrichten van een geschillencommissie en het faciliteren van preventiemedewerkers. 4. Met betrekking tot het onderwerp monitoring en evaluatieonderzoek zijn activiteiten in het Plan van Aanpak opgenomen conform het gestelde in artikel 10. Communicatie Artikel 5 1. Om de in de artikelen 2 en 3 van dit Arboplusconvenant genoemde doelstellingen te realiseren, verplichten partijen zich het onderhavige Arboplusconvenant met gerichte communicatie te ondersteunen. Daartoe zijn in het Plan van Aanpak uitgangspunten opgenomen. Rol van de medezeggenschapsorganen Artikel 6 1. Om de in de artikelen 2 en 3 van dit Arboplusconvenant genoemde doelstellingen te realiseren, verplichten partijen zich om medezeggenschapsorganen actief bij de implementatie van het Plan van Aanpak te betrekken, in het bijzonder bij de maatregelen op instellingsniveau. Daartoe maakt medezeggenschap integraal deel uit van het Plan van Aanpak en zijn medezeggenschapsorganen een belangrijke doelgroep in het communicatieplan. 2. De volgende activiteiten maken deel uit van het betrekken van de medezeggenschapsorganen: a. het betrekken van de medezeggenschapsorganen bij de totstandkoming
2
van de Plannen van Aanpak en pilots op instellingsniveau; b. de organisatie van cursussen of trainingen voor medezeggenschapsorganen over arbeidsomstandigheden; c. de organisatie van conferenties voor werknemers over onder meer best practices.
woordt in elk geval aan de volgende vragen: Artikel 9 a. Zijn de kwantitatieve doeleinden, 1. De BBC komt uiterlijk binnen twee zoals vastgelegd in het convenant, maanden na ondertekening van het gehaald? onderhavige Arboplusconvenant bijb. In welke mate zijn de maatregelen, een. Bij deze bijeenkomst wordt zoals vastgelegd in het Plan van bepaald of de tot dan toe gebruikelij- Aanpak of later toegevoegd, daadke samenstelling en werkwijze van de werkelijk geïmplementeerd? Rol van de Arbeidsinspectie BBC wordt voortgezet, dan wel dat c. Hoe is de implementatie van de voor een nieuwe samenstelling en/of maatregelen verlopen, wat zijn succesArtikel 7 werkwijze wordt gekozen. Indien de en faalfactoren geweest en welke 1. De afspraken, vastgelegd in dit BBC in een nieuwe samenstelling ver- maatregelen zijn bestempeld als good Arboplusconvenant, laten onverlet der gaat, dienen in ieder geval alle practices? dat de Arbeidsinspectie (AI) het regu- ondertekenende partijen vertegend. Welke maatregelen die als good liere handhavingsbeleid blijft toepaswoordigd te zijn. practices zijn te bestempelen kunnen sen. Dit houdt in dat de AI hand2. De BBC kan, indien nodig en ook buiten convenantverband om – haaft op al bestaande wettelijke gewenst, uit haar midden werkgroedat wil zeggen in andere sectoren – normen en afspraken en reageert op pen instellen voor de behandeling van succesvol worden toegepast en hoe de melding van klachten en ongevalafzonderlijke onderwerpen. kunnen deze overgedragen / verspreid len. 3. De BBC beslist bij welke van haar worden? 2. Indien de AI op grond van haar taken en bevoegdheden de inzet van e. Zijn er structurele voorzieningen wettelijke taak gedurende de looptijd een uitvoeringsorganisatie noodzakegetroffen voor duurzame doorwervan het onderhavige lijk is. De uitvoeringsorganisatie king van de veranderingen die met Arboplusconvenant een inspectiepro- wordt uiterlijk binnen twee maanden het convenant zijn gerealiseerd en zo ject initieert specifiek gericht op één na ondertekening van het onderhavi- ja, in welke mate en in welke vorm? of meerdere bedrijfstakken die onder ge Arboplusconvenant opgericht. f. Wat heeft het onderhavige het convenant vallen, zullen – in het 4. De BBC wijst conform artikel 7 Arboplusconvenant uiteindelijk geval het inspectieproject onderwervan de Subsidieregeling convenanten gekost en wegen de opbrengsten pen uit dit Arboplusconvenant betreft arbeidsomstandigheden (Stcrt.1999, ervan – in de vorm van de geheel of – de werkgevers- en werknemersorga- 187) als rechtspersoon Stichting gedeeltelijk gerealiseerde kwantitatienisaties hier op voorhand over geïnKwaliteit van de Arbeid aan, die ve doelstellingen – hiertegen op? formeerd worden. optreedt als opdrachtgever van de in 4. De resultaten van de monitor en 3. De afspraken met betrekking tot artikel 4 omschreven activiteiten. het evaluatieonderzoek worden vastde maatregelen, zoals vastgelegd in gelegd in een of meerdere onderhet bij dit Arboplusconvenant horen- Monitoring en evaluatieonderzoek zoeksrapporten. Deze worden gepude Plan van Aanpak, zullen met bliceerd in de zogenaamde ingang van 1 juli 2007 door de AI als Artikel 10 SZW-Arboconvenantenreeks. onderdeel van de stand van de weten- 1. Partijen van het onderhavige 5. De onderzoeksgegevens van de schap beschouwd worden. Arboplusconvenant leggen in het monitor – dat wil zeggen de door de Plan van Aanpak afspraken vast over opdrachtnemer ten behoeve van de Bekendmaking monitor- en evaluatieactiviteiten. monitor verzamelde en al dan niet Hierbij wordt in elk geval aandacht bewerkte en al dan niet in rapporten Artikel 8 besteed aan de inhoudelijke aspecten neergelegde gegevens – worden ter De werkgevers- en werknemersorgani- en de momenten waarop onderzoek beschikking gesteld aan het bureau saties van het onderhavige zal plaatsvinden. dat het eindevaluatieonderzoek zal Arboplusconvenant informeren hun 2. De monitor heeft in elk geval gaan uitvoeren. leden zo spoedig mogelijk na de betrekking op de mate van blootstelondertekening van dit ling aan de arbeidsrisico’s ‘werkdruk’ Financiering Arboplusconvenant, door middel van en ‘lichamelijk zwaar werk’ op werkpublicaties in hun periodieken over nemersniveau en op de omvang van Artikel 11 dit Arboplusconvenant in het algehet ziekteverzuim en de arbeidsonge1. De Minister van Sociale Zaken en meen en over de maatregelen ervan, schiktheid. De nulmeting en de eindWerkgelegenheid stelt voor de uitvoezoals bedoeld in artikel 4 in het bijmeting, bedoeld om de ontwikkelinring en evaluatie van het onderhavige zonder. gen in de loop der tijd te kunnen Arboplusconvenant een bedrag van De tekst van het onderhavige volgen, worden op grond van dezelfmaximaal € 500.000,- ter beschikking Arboplusconvenant wordt zo spoedig de methodiek uitgevoerd, zodat de ongeacht het feit of de in lid 6 mogelijk na ondertekening in de resultaten vergelijkbaar zijn. genoemde subsidieaanvrager BTW Staatscourant gepubliceerd. 3. Het evaluatieonderzoek beantkan verrekenen. De sociale partners BBC
Uit: Staatscourant 5 april 2005, nr. 65 / pag. 16
3
VeNeCa, FNV Horecabond, CNV BedrijvenBond en De Unie, stellen voor de uitvoer en evaluatie van dit Arboplusconvenant eveneens een bedrag van maximaal € 500.000,- ter beschikking. 2. Voor de uitvoering van de activiteiten, genoemd in artikel 3 van de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden (Stcrt. 187) draagt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij aan de kosten, met inachtneming van de in deze subsidieregeling vastgestelde voorwaarden en criteria en het in het eerste lid bedoelde subsidieplafond. 3. Voor de totale kosten van de in het Plan van Aanpak opgenomen activiteiten kan binnen het kader van de Subsidieregelingen convenanten arbeidsomstandigheden tot een maximum van 50% subsidie worden verstrekt. De totale subsidie voor activiteiten in de convenantfase is begrensd tot 50% van de totale in het Plan van Aanpak geraamde kosten, echter, tot het maximale subsidiebedrag zoals genoemd in lid 1. 4. Voor de toepassing van het vorige lid worden slechts die activiteiten in aanmerking genomen die tot subsidiëring kunnen leiden. Bestaande projecten en individuele bedrijfsinvesteringen worden niet in aanmerking genomen. 5. De financiering van de afzonderlijke activiteiten is vastgelegd in een meerjarenbegroting die onlosmakelijk deel uitmaakt van het Plan van Aanpak. De begroting volgt de indeling van het Plan van Aanpak en is op jaarbasis opgesteld. 6. De partijen dragen er zorg voor dat conform het bepaalde in artikel 7 van de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden Stichting Kwaliteit van de Arbeid als subsidievrager zal optreden. 7. De subsidieaanvraag in het kader van de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden wordt ingediend conform de uitvoeringsregels voor het aanvragen van subsidies volgens de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden.
Inwerkingtreding en looptijd Artikel 12 Dit Arboplusconvenant treedt in werking onmiddellijk na ondertekening door alle convenantpartijen en eindigt op 30 juni 2007. Relatie met CAO
overleg niet binnen een termijn van vier weken tot overeenstemming heeft geleid, is elke partij gerechtigd dit Arboplusconvenant schriftelijk op te zeggen. 4. De BBC kan unaniem besluiten de termijnen van vier weken, bedoeld in lid 3, te verlengen, tot een maximum van twaalf weken.
Artikel 13 Partijen van dit Arboplusconvenant bevorderen dat betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties in de eerstvolgende na in werking treden van dit Arboplusconvenant af te sluiten CAO, voorzieningen te treffen die in lijn zijn met de maatregelen zoals genoemd in dit Arboplusconvenant.
Evaluatie
Wijziging of voortijdige beëindiging
Expiratiefase
Artikel 14 1. De BBC treedt in overleg over de noodzaak van wijziging van dit Arboplusconvenant indien: a. de afspraken uit dit Arboplusconvenant niet worden nagekomen; b. er zich onvoorziene omstandigheden voordoen (waaronder in elk geval begrepen wijzigingen in wet- en regelgeving) die van dien aard zijn dat dit Arboplusconvenant redelijkerwijs niet kan worden voortgezet; c. door anderen dan de convenantpartijen de wens te kennen wordt gegeven om tot dit Arboplusconvenant toe te treden; d. de besluitvorming in de BBC bij voortduring wordt bemoeilijkt door verschil in opvattingen tussen partijen. 2. De BBC treedt in overleg over uitbreiding van het onderhavige Arboplusconvenant, wanneer door één van de convenantpartijen een aanvullend onderwerp wordt voorgedragen voor opname in dit Arboplusconvenant. 3. De BBC komt in vergadering bijeen voor overleg als bedoeld in de leden 1 en 2 binnen zes weken nadat een partij de wens daartoe schriftelijk heeft kenbaar gemaakt; indien het
Artikel 16 1. De expiratiefase vangt aan op het moment dat de in artikel 4 omschreven activiteiten zijn beëindigd, uiterlijk op 1 april 2007. De expiratiefase eindigt op de in artikel 12 genoemde einddatum van het Arboplusconvenant, 30 juni 2007. 2. De volgende werkzaamheden kunnen plaatsvinden in de expiratiefase: a. het evaluatieonderzoek naar de uitvoering en de resultaten van het onderhavige Arboplusconvenant, zoals bedoeld in artikel 10; b. de evaluatie door de BBC van de uitvoering en de resultaten van het onderhavige Arboplusconvenant, zoals bedoeld in artikel 14; c. overleg over mogelijke voortzetting van convenantactiviteiten na beëindiging van dit Arboplusconvenant; d. communicatie gericht op evaluatie, beëindiging en mogelijke voortzetting van convenantactiviteiten; e. de afrondende werkzaamheden van de uitvoeringsorganisatie. 3. De werkzaamheden die plaatsvinden in de expiratiefase worden vastgelegd in het Plan van Aanpak en in de bijbehorende begroting. 4. Uiterlijk in de laatste vergadering van de BBC komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde:
Uit: Staatscourant 5 april 2005, nr. 65 / pag. 16
Artikel 15 De BBC evalueert – op basis van het evaluatieonderzoek en op basis van de eigen ervaringen en perceptie – voor 30 juni 2007 de uitvoering en de resultaten van het onderhavige Arboplusconvenant.
4
a. de formele vaststelling van de eindresultaten van alle activiteiten (inclusief de activiteiten genoemd onder lid 2) die in opdracht van de BBC zijn verricht; b. de financiële afwikkelingsregels (onderdeel van de door SZW verstrekte uitvoeringsregels voor het aanvragen van subsidies volgens de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden) voor de in artikel 9, lid 4 genoemde rechtspersoon, zodat deze rechtspersoon kan voldoen aan de in de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden gestelde voorwaarden. Artikel 17 Het onderhavige Arboplusconvenant is niet (in rechte) afdwingbaar.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H.A.L. van Hoof, namens deze: de Directeur-Generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen, J.A.M. Hilgersom. VeNeCa (Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties), W.F. Hollander. FNV Horecabond, B.C. Francooy. CNV BedrijvenBond, J. Jongejan. De Unie, J.P.H. Teuwen. 1
Werkingssfeerbepaling CAO.
Uit: Staatscourant 5 april 2005, nr. 65 / pag. 16
5