Ledeninformatie nr. 9-2013 September 2013
Inhoudsopgave Arbeidsrecht Blijvend recht op auto van de zaak Justitie straks toegang tot naam leaserijder Ontslag vanwege negeren veiligheidsbeleid
2 2 2
Bedrijfsvoering Modernisering Verkorte Calculator B&U Opleiding De arbeidsrisico’s van uw branche in beeld 50 bestelbusjes per week gestolen! Ziekteverzuim laagst sinds 1996
3 4 4 5
Economische zaken Nederland blijft in recessie Slechte aansluiting arbeidsmarkt schaadt economie
5 6
Fiscale zaken BTW-nummer moet op uw website Buitenlandse BTW vóór 1 oktober terugvragen Fiscus controleert extra op melding BTW-schuld Ontslagvergoeding straks eerder belast Soms ook rente over heffingsrente vergoeden Vaste vergoeding is niet achteraf te wijzigen
6 6 7 7 8 8
Overheid Aanpak malafide uitzendsector verloopt succesvol
8
Sociale zaken Kabinet en bedrijven verzetten zich tegen schijnzelfstandigheid Oordeel bedrijfsarts gaat boven oordeel UWV Sociaal akkoord basis Wet werk en zekerheid van minister Asscher Werkgeverspremie WW per 2014 uitgekleed Wijziging Ziektewet vangnetters Voor meer informatie over artikelen in deze ledeninformatie kunt u contact opnemen met eerstelijns advies: 030 - 634 35 36.
9 10 10 12 12
Arbeidsrecht Blijvend recht op auto van de zaak Het aanbieden van een leaseauto kan niet alleen een aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde zijn, voor sommige functies is het ook pure noodzaak. Houd er alleen wel rekening mee dat als u eenmaal een auto geeft aan uw werknemer, u deze op een later moment niet zomaar mag afnemen. Onlangs bleek uit een rechtszaak van Rechtbank Midden-Nederland dat een werknemer zijn leaseauto niet hoefde in te leveren, terwijl zijn werkgever dat wel eiste. De werknemer in deze zaak kwam in 2008 in dienst als adviseur en kreeg een leaseauto toegewezen. Het ter beschikking stellen van een leaseauto was gebonden aan een aantal criteria, waaronder het aantal zakelijke kilometers. De werknemer kwam in aanmerking omdat hij een bepaald aantal zakelijke kilometers op jaarbasis aflegde. Leaseauto onderdeel arbeidsvoorwaardenpakket Naderhand bleek de werknemer minder zakelijke kilometers te hebben gereden. Begin 2013 liep het leasecontract af en besloot de werkgever het recht op de leaseauto daarom in te trekken. De werknemer was het hier niet mee eens en spande een rechtszaak aan. De leaseauto maakte volgens hem deel uit van zijn arbeidsvoorwaardenpakket. Beoordeling recht expliciet duidelijk maken De kantonrechter oordeelde in het voordeel van de werknemer. Volgens hem was een leaseauto onderdeel van de arbeidsvoorwaarden en had de werkgever niet expliciet duidelijk gemaakt dat bij afloop van het leasecontract opnieuw beoordeeld zou worden of de werknemer weer recht had op een leaseauto. Bovendien had de werkgever niet eerder aan de bel getrokken toen bleek dat de werknemer niet het afgesproken aantal zakelijke kilometers per jaar aflegde. Justitie straks toegang tot naam leaserijder Als u of uw werknemers over een auto van de zaak beschikken en hier regelmatig te hard in rijden, kan justitie vanaf dit najaar uw gegevens opvragen bij uw leasemaatschappij. Deze laatste is vanaf 1 november 2013 verplicht die te verstrekken. Minister Opstelten heeft dit besluit genomen omdat de officier van justitie hogere boetes kan opleggen als een automobilist regelmatig een snelheidsovertreding begaat. Bij kenteken op naam kan justitie veelpleger volgen De auto van de zaak is populair in Nederland. Honderdduizenden werknemers rijden in een leaseauto. Bij een deel van hen staat het kenteken op naam. Justitie kan in dit geval al rekening houden met veelplegers. Bij het andere deel staat de leasemaatschappij tussen justitie en de leaserijder in. De leasemaatschappij betaalt in dit geval de boete aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), en verhaalt het vervolgens op uw bv of de leaserijder. De nieuwe regeling heeft betrekking op laatstgenoemde groep. Ontslag vanwege negeren veiligheidsbeleid Als een werknemer zich niet houdt aan de veiligheidsinstructies die u heeft opgesteld, kan dat soms aanleiding zijn om hem te ontslaan. Het overtreden van de veiligheidsregels kan in bepaalde omstandigheden namelijk een dringende reden opleveren voor ontslag op staande voet. Dit bleek uit een uitspraak van het gerechtshof in Arnhem. Zorg ervoor dat u de werknemers regelmatig bewust maakt van de regels en in de gaten houdt of de werknemers zich hieraan houden. De werkgever in deze zaak had een uitgebreid schriftelijk veiligheidsbeleid en hechtte er veel belang aan dat de werknemers zich hielden aan de voorschriften. Zo bracht de werkgever de Ledeninformatie september 2013
Pagina 2 van 12
voorschriften regelmatig onder de aandacht van de werknemers. Ook ondertekenden zij een memo en een arbeidsvoorwaardenreglement waarin veiligheidsinstructies waren beschreven.
Ongehoorzame werknemer op staande voet ontslagen Eén van de werknemers hield zich niet aan de veiligheidsinstructies. Hij was al eerder geschorst en had een waarschuwing ontvangen voor zijn gedrag. Daarin stond dat een volgende overtreding zou leiden tot ontslag. Toen de werknemer even later opnieuw de regels aan zijn laars lapte, ontsloeg de werkgever hem op staande voet. De werknemer stapte naar kantonrechter en vond daar gehoor. De kantonrechter vond dat het ontslag op staande voet onterecht was omdat er geen sprake was van een dringende reden. De rechter veroordeelde de werkgever onder meer tot de betaling van het loon. Toen de werkgever in hoger beroep ging bij het gerechtshof, werd hij alsnog in het gelijk gesteld. Zwaarwegend belang bij naleving veiligheidsinstructies Het gerechtshof vond dat er sprake was van een dringende reden voor het ontslag, omdat de werkgever een zwaarwegend belang had bij het strikt naleven van het veiligheidsbeleid. Bovendien was de werknemer gewaarschuwd en mocht van de ervaren werknemer worden verwacht dat hij de voorschriften opvolgde. Als u de veiligheidsvoorschriften regelmatig onder de aandacht brengt van de werknemers binnen uw organisatie en toezicht houdt op de naleving daarvan, heeft u als werkgever een sterkere uitgangspositie als u maatregelen wilt nemen tegen een ongehoorzame werknemer.
Bedrijfsvoering Modernisering Verkorte Calculator B&U Opleiding De moderne calculator krijgt de mogelijkheid om naast de beheersaspecten in de vorm van opdrachten te oefenen met het digitaal meten en het werken in een 3D model. Toepassen van moderne hulpmiddelen en het slimmer en sneller kunnen rekenen staan centraal tijdens de opleiding. Tijdens de opleiding wordt gebruik gemaakt van digitale meetmethoden voor het bepalen van hoeveelheden. Uit verschillende tekenprogramma’s zijn de gewenste hoeveelheden digitaal te halen. Dit scheelt erg veel handmatig uitrekwerk en kan kosten besparen. Bouwkosten nemen steeds een belangrijke plaats tijdens het ontwerpproces. Niet alleen het ontwerp wordt getoetst aan de uitgangspunten van het programma van eisen,maar ook de kosten voor realisatie moeten passen binnen het gestelde budget. De koppeling tussen bouwkosten en BIM kan hierin een belangrijke rol vervullen. De bedoeling is dat calculator sneller innovatiever in kan spelen op de sterk veranderende marktvraag ,zodat bouwbedrijven zich staande kunnen houden in de huidige economische markt. Meer weten? Bel of mail Frank Doelare 06 371 97 255 –
[email protected] Loon en Salaris Administratie (ook schriftelijk) Medewerkers , accountant bureaus die Loon en Salaris in de bouw en infra verzorgen kunnen na afronding van de opleiding zelfstandig de salarisadministratie in de B&U opzetten en bijhouden. In de opleiding wordt aandacht besteed aan o.a. de administratieve verplichtingen van de werkgever,sociale verzekeringen,CAO,administratieve handelingen bij in dienst treden en in dienst blijven, loonberekeningen en ziekte verzuim. De CAO voor de bouwnijverheid vormt dan ook de rode draad voor deze opleiding aangevuld met de fiscale en sociale regelgeving. De syllabus is praktijkgericht en wordt continu aangepast aan de laatste ontwikkelingen op gebied van fiscale en sociale regelgeving. Bel of mail Frank Doelare 06 371 97 255 –
[email protected] Uitvoerder B&U Ervaring leert dat de moderne uitvoerder naast bouwtechnische kennis, het uitvoeringsproces van het te realiseren bouwwerk moet kunnen ontwerpen en beheersen. Daarvoor is het nodig dat hij inhoudelijk moet doorzien hoe het project in elkaar zit. Hij moet aansluitingsproblemen tussen de verschillende deelprocessen herkennen en de deelprocessen in het kader van het gehele uitvoeringsproces kunnen optimaliseren. Als interne klant van het bouwbedrijf moet hij zijn wensen en eisen goed kenbaar kunnen maken. Ook zal hij de informatiestromen van en Ledeninformatie september 2013
Pagina 3 van 12
naar de bouwplaats moeten beheersen. Alles bij elkaar genomen dringt de conclusie zich op dat de uitvoerder meer en meer een bouwplaatsmanager moet zijn met een degelijk op z’n taak afgestemde opleiding. De uitvoerder opleiding bij de BOB richt zich dan ook op het gepositioneerde rol van de uitvoerder als projectspecifieke verantwoordelijke namens de uitvoeringsorganisatie op locatie ;als spil in het uitvoeringsproces;het gezicht van het werk en aanspreekpunt voor integraliteit en borging van kwaliteit en veiligheid. Bel of mail Frank Doelare 06 371 97 255 –
[email protected] De arbeidsrisico’s van uw branche in beeld De arbeidsrisico’s binnen uw organisatie in kaart brengen, is een behoorlijke klus. Het opstellen van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is voor de meesten dan ook geen favoriete bezigheid. U bent echter wettelijk verplicht een RI&E te maken. De interactieve benchmarktool van TNO kan u hierbij van pas komen. U moet ervoor zorgen dat uw medewerkers hun werk veilig en zonder gevaar voor eigen gezondheid kunnen uitvoeren. Bepaald werk brengt nu eenmaal gezondheidsrisico’s met zich me. In dat geval moet u maatregelen treffen om die risico’s tot een minimum te beperken. Dat is niet alleen in het belang van uw medewerkers. Dat voorkomt ook een hoog ziekteverzuim (en dus hoge ziektekosten) voor uw organisatie. Met de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) zijn allerlei gegevens verzameld over arbeidsrisico’s, ongevallen, duurzame inzetbaarheid en Het Nieuwe Werken (HNW). De resultaten van de enquête vindt u eenvoudig terug in de onlangs gelanceerde benchmarktool van TNO. De grootste arbeidsrisico’s binnen uw branche In de interactieve benchmarktool kunt u alle belangrijke gegevens voor uw branche overzichtelijk bekijken. U kunt de cijfers met elkaar vergelijken op basis van geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, bedrijfstak en beroepsgroep. Zo kunt u dus bijvoorbeeld achterhalen hoe hoog het ziekteverzuim is in uw bedrijfstak of in hoeverre medewerkers hun werk- van hun privéleven kunnen scheiden. Uit de resultaten van de NEA blijkt dat 41% van de medewerkers struikelt of uitglijdt het belangrijkste gevaar vindt tijdens het werk. Een confrontatie met geweld en snijden of steken staan op de tweede en derde plek. Neem de grootste arbeidsrisico’s in uw branche op in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) van uw organisatie. Zo maakt u het nog veiliger voor uw medewerkers op de werkvloer.
50 bestelbusjes per week gestolen! Bestelbusjes zijn nog steeds big business voor criminelen. In 2013 zijn in het eerste half jaar 1279 lichte bedrijfswagens gestolen. Dit zijn er 200 meer dan in 2012, een stijging van maar liefst 18,5%! De meeste worden gestolen in de regio’s Oost-Nederland en Brabant-Zeeland, maar ook in de randstad is het aantal gestolen lichte bedrijfswagens fors. De dieven blijken te beschikken over geavanceerde apparatuur om auto’s te openen en zonder enige braakschade mee te nemen. Het door de fabriek gemonteerde alarm of beveiligingssysteem blijkt vaak niet meer afdoende. Wat kunt u er tegen doen? Enkele tips: • Extra mechanische beveiliging (extra stuurwielslot of versnellingspookblokkering) in combinatie met een apart elektronisch beveiligingssysteem ( SCM goedgekeurd). • Extra beveiliging van de OBD (On Board Diagnose) stekker. Dit is een zwakke plek waardoor criminelen het aanwezige alarmsysteem en de startblokkering onklaar maken. • Let op uw sleutels en bewaar ze op een veilige plek. • Bewaar waardevolle spullen of gereedschap in afsluitbare kisten. Ledeninformatie september 2013
Pagina 4 van 12
• • • •
Blindeer de laadruimte, monteer roosters/ spijlen voor ramen en een blokkeersteun op trekhaak of sidebars die voorkomen dat achter of zijdeuren geopend kunnen woorden. Vraag uw dealer, verzekeraar of een voertuigbeveiligingsbedrijf naar de mogelijkheden. Ziet u zelf verdachte zaken: meld ze bij de Politie 0900-8844 of bij Stichting M (meld misdaad anoniem) 0800-7000. Kijk voor meer tips op www.stavc.nl
Ziekteverzuim laagst sinds 1996 In de periode 1996-2012 is het ziekteverzuimpercentage het laagst in 2012, in dat jaar komt het uit op 4,0 procent. Het ziekteverzuim laat in het tijdvak 1996-2012 twee verschillende periodes zien. In de periode 1996-2003 varieerde het ziekteverzuim van 4,6 tot 5,5 procent. Het gemiddelde in die periode kwam uit op 5,1 procent. Vanaf 2004 is het ziekteverzuim gedaald. Het verzuimpercentage is in de periode 2004-2012 vrijwel constant en het gemiddelde verzuim kwam uit op 4,1 procent. De afname van het ziekteverzuim vindt plaats in de periode na de invoering van de Wet Verbetering Poortwachter. Deze wet, die op 1 april 2002 van kracht werd, was bedoeld om de instroom in de voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid te beperken. Hiertoe werden werkgevers volledig verantwoordelijk voor de ziekteverzuimbegeleiding en re-integratie van zieke werknemers.
Economische zaken Nederland blijft in recessie De Nederlandse economie blijft in mineur. In het tweede kwartaal is onze economie met 0,2% gekrompen ten opzichte van het eerste kwartaal. In vergelijking met een jaar eerder is de economie zelfs 1,8% geslonken. Dat maakte het CBS bekend. In vergelijking met een jaar eerder investeren bedrijven een stuk minder (-9,4%) en houden consumenten de hand op de knip. Zij gaven 2,4% minder uit aan goederen en diensten. Vooral grote investeringen, zoals de aankoop van auto's en meubels, worden uitgesteld. Export Ook de export, normaliter de groeimotor van onze economie, is afgenomen. In het tweede kwartaal werd 0,3% minder uitgevoerd dan een jaar eerder. Vooral de buitenlandse vraag naar aardolieproducten liep sterk terug, maar die was vorig jaar uitzonderlijk hoog. Ook de invoer was met min 1,7% een stuk lager dan in 2012. Bouw en industrie De productie in de meeste bedrijfstakken loopt nog steeds terug, maar wel minder sterk dan eerder het geval was. In de zorg en delfstoffenwinning (aardgas) neemt de productie zelfs toe, net als in het eerste kwartaal. De bouw en de industrie, de afgelopen tijd de probleemkindjes van de Nederlandse economie, krimpen ook nog steeds. De krimp is wel afgenomen: van 8,6% naar 5,9% in de bouw, en van 4,5% naar 1,7% krimp in de industriële productie. Banen De krimp mag dan afvlakken op veel gebieden, het aantal banen is sinds 1995 niet zo hard afgenomen. In het tweede kwartaal waren er 147.000 banen van werknemers minder dan een jaar eerder. De zwaarste klappen vielen in de zakelijke dienstverlening en de bouw, waar beide 28.000 banen verloren gingen. Ook in de handel, horeca en het vervoer is het aantal banen hard geslonken. Recessie De Nederlandse economie krimpt al sinds het derde kwartaal van vorig jaar. Wel is de krimp steeds kleiner geworden. Als een economie twee of meer kwartalen achtereen krimpt, is er sprake van recessie. Economen voorspelden dat de economie tussen 0,2% en 0,4% zou krimpen. Ledeninformatie september 2013
Pagina 5 van 12
Slechte aansluiting arbeidsmarkt schaadt economie Er is door de economische crisis in de eurozone een slechtere aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, wat negatieve gevolgen heeft voor de economie. Dat schrijft De Nederlandsche Bank (DNB) in een rapport dat is gepubliceerd. Door de crisis is de werkloosheid in de eurozone sterk gestegen, maar er is tegelijkertijd een relatief grote onvervulde vraag van bedrijven naar arbeidskrachten. Volgens DNB vinden vraag en aanbod elkaar minder goed dan voor de crisis. Deze 'mismatch' kan sectorgebonden zijn, aldus DNB. Bijvoorbeeld als de werkloosheid stijgt in de bouw, terwijl er vacatures zijn in de IT-sector. Ook geografie kan een rol spelen: hoge werkloosheid in het ene gebied, met veel vacatures in een ander gebied. Hervormingen DNB stelt dat een grote mismatch op de langere termijn kan leiden tot een zwakkere structurele groei en een hogere werkloosheid, omdat mensen die langdurig werkloos zijn hun vaardigheden verliezen en daardoor minder productief worden of in het uiterste geval definitief van de arbeidsmarkt verdwijnen. Volgens DNB zijn daarom hervormingen om bedrijven en werkzoekenden beter bij elkaar te brengen van groot belang. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan omscholing, bevordering van arbeidsmigratie en strikte handhaving van verplichtingen om te zoeken naar een nieuwe baan voor uitkeringsgerechtigden.
Fiscale zaken BTW-nummer moet op uw website In tegenstelling tot eerdere berichten van de Belastingdienst moet u uw BTW-nummer wel degelijk vermelden op de website van uw bv. De fiscus had per abuis aangegeven dat dit niet nodig was. Reikt u facturen uit aan particulieren, dan mag u wel uw BTW-nummer achterwege laten. Facturen die u uitreikt aan andere ondernemers moeten een aantal gegevens bevatten. Dit is nodig voor een correcte verwerking van uw BTW-aangifte. De fiscus kan bijvoorbeeld de aftrek van BTW als voorbelasting niet goedkeuren, als dit gebeurt op basis van een onjuiste factuur. Zorg er daarom voor dat facturen die u verstuurt en ontvangt van andere ondernemers volledig zijn. U kunt via de officiële website van de EU controleren of een afnemer inderdaad een ondernemer is door zijn BTW-nummer na te trekken. Daarom is het van belang dat ook uw BTW-nummer te vinden is op uw website. Soms wel particulier factureren Meestal bent u niet verplicht om particulieren een factuur uit te reiken. Doet u dat toch, dan hoeft u niet per se uw BTW-nummer te melden. In sommige gevallen bent u overigens verplicht om een factuur uit te reiken aan een particulier, bijvoorbeeld als minstens 80% van uw afnemers ondernemer zijn. Buitenlandse BTW vóór 1 oktober terugvragen U kunt de BTW op door u ontvangen facturen in aftrek brengen op uw aangifte BTW. Het is echter niet toegestaan om de buitenlandse BTW ook in de Nederlandse aangifte op te nemen. U moet daarvoor een apart verzoek indienen, maar dat moet wel op tijd! Het teruggaafverzoek voor de buitenlandse BTW moet bij de Belastingdienst binnen zijn vóór 1 oktober van het jaar dat volgt op het jaar waarover u de BTW terugvraagt. U moet dus vóór 1 oktober 2013 een verzoek indienen voor een teruggaaf van de buitenlandse BTW over 2012. Hiervoor is vereist dat uw onderneming in Nederland is gevestigd, u de goederen en diensten voor BTW-belaste activiteiten gebruikt en u geen BTW-aangifte doet in het land waar u de BTW Ledeninformatie september 2013
Pagina 6 van 12
terugvraagt. Bent u te laat met het indienen van een teruggaafverzoek, dan kan het andere land weigeren om het verzoek in behandeling te nemen. Drempelbedragen voor teruggaaf BTW Het teruggaafverzoek kunt u indienen via de speciale internetsite, https://eubtw.belastingdienst.nl/vrca-applicant, van de Nederlandse Belastingdienst. De fiscus zorgt ervoor dat uw verzoek naar het desbetreffende land wordt doorgestuurd. U hoeft dus zelf geen contact op te nemen met het buitenland. Wilt u BTW terugvragen, dan moet u nog rekening houden met de geldende drempelbedragen. Voor een teruggaafverzoek na afloop van het kalenderjaar moet het BTW-bedrag ten minste € 50 zijn. Tijdens het kalenderjaar kunt u een verzoek indienen als het BTW-bedrag ten minste € 400 is over een periode van ten minste drie maanden. Fiscus controleert extra op melding BTW-schuld Had u nog een BTW-schuld openstaan over de jaren 2008 tot 2012 en heeft u dit netjes gemeld bij de Belastingdienst, dan hoeft u zich geen zorgen te maken. De fiscus controleert hier vanaf nu namelijk extra scherp op. Als u zelf een correctie indient, kunt u een hogere boete voorkomen. Mogelijk heeft uw bv ook een BTW-schuld op de balans staan. Deze ontstaan vaak als bij het samenstellen van de jaarrekening blijkt dat er over een bepaald jaar te weinig BTW is afgedragen. De verschuldigde BTW moet u dan alsnog aangeven via een suppletieaangifte met het formulier van de Belastingdienst. Doet u dit niet, dan riskeert u een boete van 10% van het openstaande bedrag. Corrigeert u uw BTW-aangifte door middel van een suppletieaangifte voordat u een aanslag opgelegd heeft gekregen, dan is de boete maximaal 5%. Uitstel vragen om betaling schuld De Belastingdienst controleert of u geen openstaande BTW-schuld heeft door uw aangifte vennootschapsbelasting te vergelijken met uw BTW-aangiften. Eventuele correcties worden ook meegenomen. Als blijkt dat u een schuld heeft, ontvangt u eerst een brief om uw aangiftegegevens te controleren. U kunt dan nog een suppletieaangifte doen om zo een hogere boete en heffingsrente te voorkomen. Mocht het u niet lukken om de schuld te betalen, dan kunt u om uitstel vragen. Ontslagvergoeding straks eerder belast Werknemers kunnen in de toekomst hun ontslagvergoeding misschien niet meer onderbrengen in een stamrecht-bv. Dit betekent dat zij straks direct belasting moeten betalen over deze vergoeding. Voor bestaande stamrecht-bv’s gaat er dan tijdelijk een voordelig tarief gelden, zodat het aantrekkelijk wordt om de ontslagvergoeding uit de stamrecht-bv te halen. VVD en PVDA hebben een akkoord gesloten over een extra pakket aan bezuinigingsmaatregelen voor 2014. Eén van de maatregelen uit dit pakket zou zijn dat werknemers hun ontslagvergoeding niet meer fiscaal gunstig kunnen storten in een zogenoemde stamrecht-bv. Gespreid belasting betalen over vergoeding Bij het oprichten van een stamrecht-bv zet de werkgever de ontslagvergoeding op een aparte rekening. Vervolgens kan de werknemer de vergoeding gespreid laten uitbetalen op regelmatige, vaste momenten. Voor werknemers is dit voordelig omdat zij dan gespreid belasting kunnen betalen over de vergoeding. Maar het kabinet wil dat alle werknemers straks direct belasting gaan betalen over de ontslagvergoeding, zodat de schatkist van de overheid gevuld blijft en niet hoeft te wachten tot het moment van de uitkering. Opnemen tegen voordelig tarief Werknemers die hun ontslagvergoeding al in een stamrecht-bv hebben zitten, kunnen dit straks mogelijk laten uitbetalen tegen 80% van het normale belastingtarief. Op die manier hoopt de overheid te bevorderen dat mensen deze vergoeding alsnog meteen opnemen. Naar schatting Ledeninformatie september 2013
Pagina 7 van 12
is er op dit moment ongeveer € 10 miljard ondergebracht in stamrecht-bv’s. Het is overigens nog niet zeker of de plannen daadwerkelijk op deze wijze doorgaan.
Soms ook rente over heffingsrente vergoeden Betaalt u te laat of krijgt u te laat geld terug van de Belastingdienst, dan kunt u te maken krijgen met de belastingrente. Vóór 1 januari 2013 was dat nog de heffingsrente. De Belastingdienst is volgens Rechtbank Gelderland wettelijke rente verschuldigd als de inspecteur te laat is met het vergoeden van deze heffingsrente. In deze zaak ging het om een bv die een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting over 2007 kreeg. Deze voorlopige aanslag was echter te hoog en op 22 augustus 2009 verminderde de Belastingdienst ambtshalve de aanslag. De inspecteur vergoedde in eerste instantie geen heffingsrente. De bv maakte hiertegen bezwaar en op 21 december 2011 vergoedde de fiscus alsnog de heffingsrente van € 32.534. De bv vond echter dat de inspecteur daar erg laat mee was en dat hij daardoor ook wettelijke rente was verschuldigd. Bij verzuim wettelijke rente vergoeden Volgens de inspecteur was het vergoeden van een wettelijke rente niet nodig. Rechtbank Gelderland dacht daar echter anders over. Op basis van het arrest van de Hoge Raad van 30 september 2011 was de inspecteur namelijk gewoon heffingsrente verschuldigd als hij de aanslag ambtshalve verminderde. De teller voor deze heffingsrente ging al lopen vanaf het moment van het ambtshalve verminderen van de aanslag. Het achterwege laten van het uitbetalen van de heffingsrente was namelijk een verzuim van de inspecteur. Hij moest nu gewoon de wettelijke rente betalen over de periode vanaf zes weken na 22 augustus tot 21 december 2011. Gevolgen voor de belastingrente Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft tegen deze uitspraak sprongcassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Daarnaast gelden sinds 1 januari 2013 de regels voor de belastingrente. De mogelijke gevolgen van het toekomstige arrest van de Hoge Raad gelden alleen voor de heffingsrente. Vaste vergoeding is niet achteraf te wijzigen U kunt ervoor kiezen om een werknemer voor gemaakte kosten een vaste kostenvergoeding te geven. Afhankelijk van deze kosten is de vergoeding belast of onbelast. U kunt echter niet achteraf de kostencategorie wijzigen, zo blijkt uit een uitspraak van Gerechtshof ArnhemLeeuwarden. In deze rechtszaak betaalde een bv een vaste kostenvergoeding aan haar werknemers. Eén van de werknemers kreeg in 2006 een vaste vergoeding voor de kosten van bewassing en energie. Over deze kostenvergoeding had de bv geen loonheffingen ingehouden. De Belastingdienst stelde een boekenonderzoek in naar de aangifte loonheffingen over 2006. De inspecteur legde naar aanleiding van dit onderzoek een naheffingsaanslag op, omdat de bv de kostenvergoeding voor bewassing en energie niet onbelast had mogen geven. Vóór of bij de betaling van de vergoeding De bv vond deze naheffingsaanslag onterecht en gaf aan dat de vergoeding eigenlijk niet bedoeld was voor bewassing en energie. In plaats daarvan was de vergoeding bedoeld voor de kosten van overalls, veiligheidsschoenen, een veiligheidsbril en een eigen gereedschapskist. En deze kosten waren wel onbelast. De rechter stelde echter dat de bv de kosten vóór of uiterlijk bij de betaling van de vergoeding aan een bepaalde categorie had moeten toekennen. Het was dus niet mogelijk om achteraf een andere kostencategorie aan te geven. De naheffingsaanslag was dus terecht.
Overheid Aanpak malafide uitzendsector verloopt succesvol Ledeninformatie september 2013
Pagina 8 van 12
De aanpak van malafide praktijken in de uitzendbranche verloopt succesvol. In de keten van uitzendbureau tot inleners zijn tot nu toe 55 bestuursrechtelijke onderzoeken gestart, waarbij 84 uitzendbureaus en 174 inleners zijn betrokken. In totaal is al voor 3,3 miljoen euro aan boetes en naheffingen opgelegd. Dit is het resultaat van gezamenlijke controles van de Inspectie SZW, de Belastingdienst en UWV. Misstanden in de uitzendbranche hebben voor hen een hoge prioriteit. Deze aanpak moet de ‘foute’ uitzendbureaus steeds verder in het nauw brengen en voorkomen dat bedrijven via hen werknemers inhuren. Arbeidsuitbuiting, illegale tewerkstelling en onderbetaling treft jaarlijks een grote groep slachtoffers. Vaak worden zij ingehuurd door tussenpersonen of bedrijven die zichzelf uitzendbureau noemen. Deze bedrijven maken zich daarnaast vaak schuldig aan en ernstige vormen van ontduiking van belastingen en premies. Om hier een eind aan te maken is door de Inspectie SZW een interventieteam ‘Aanpak Malafide Uitzendbureaus’ (AMU) gestart. In dit team wordt samengewerkt door Inspectie SZW, de Belastingdienst, UWV en het Openbaar Ministerie. Bij het onderzoek wordt de hele keten in de uitzendsector onder de loep genomen. Van uitzendbureau tot inlener. Inleners zijn bedrijven die arbeidskrachten inhuren van een malafide uitzendbureau. Sinds de start halverwege 2012 heeft het interventieteam Aanpak Malafide Uitzendbureaus 55 bestuursrechtelijke onderzoeken gestart. Hierbij zijn ten minste 84 uitzendbureaus en 174 inleners betrokken. In 17 onderzoeken zijn al overtredingen vastgesteld en worden boeterapporten opgemaakt voor illegale tewerkstelling en onderbetaling. Andere onderzoeken lopen nog. Gezien de complexiteit van de zaken nemen de onderzoeken veel tijd in beslag. Naast deze 55 bestuursrechtelijke onderzoeken zijn er afspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie over de strafrechtelijke vervolging. Er lopen nu circa tien strafrechtelijke onderzoeken. In zeven onderzoeken is een proces verbaal ingeleverd bij het Functioneel Parket. Het interventieteam verwacht de komende maanden tegen nog meer malafide uitzendbureaus en inleners boeterapporten en processen-verbaal op te kunnen gaan maken. Risicoanalyses Het team werkt aan de hand van risicoanalyses, waarbij gegevens van onder meer de Belastingdienst, Kamer van Koophandel en de sector zelf worden gekoppeld. Hierdoor worden vooral die bedrijven bezocht waar verwacht wordt dat zij de wet overtreden. Denk daarbij aan overtredingen op het terrein van illegale arbeid, onderbetaling, identiteitsfraude en belastingontduiking. Daarnaast wordt gekeken of er sprake is van uitkeringsfraude.
Sociale zaken Kabinet en bedrijven verzetten zich tegen schijnzelfstandigheid Ontslagen worden om vervolgens weer te worden ingehuurd door dezelfde werkgever. Dat mag, zo lang de zelfstandige nog een paar andere opdrachtgevers heeft en ook de werkgever zich netjes aan de regels houdt. Maar steeds vaker is dat niet het geval en liggen oneigenlijke argumenten aan het zzp’erschap ten grondslag. Of worden schijnconstructies opgezet om cao’s en andere regels te ontwijken. Kabinet en bedrijven komen nu tegen deze vormen van schijnzelfstandigheid in opstand. Schijnzelfstandigheid is inderdaad geen uitzondering in de bouw, bleek dit voorjaar uit onderzoek van het ministerie van Economische Zaken. Zo’n 5% van de zelfstandigen zou als schijnzelfstandige werken. Regels kunnen relatief makkelijk worden omzeild. De verklaring arbeidsrelatie, die een opdrachtgever duidelijkheid geeft of hij echt een zelfstandige inhuurt, wordt in de bouw vaak omzeild door malafide bureaus die valse verklaringen regelen. De opdrachtgever is daarmee gevrijwaard van loonheffingen. De pakkans is klein. Ook de Aannemersfederatie ziet dat sprake is van ‘ondoorzichtige situaties op bouwplaatsen’. Daarom start de branchevereniging met een proef die een einde moet maken aan illegale constructies. Als de proef slaagt, krijgt elke bouwvakker in de toekomst een pas waarvan af te Ledeninformatie september 2013
Pagina 9 van 12
lezen valt wie hij is, wat zijn kwalificaties zijn, waar hij werkt en hoe laat hij is gestart. Zonder pas geen werk. Eenzelfde pilot met een identiteitskaart wordt 1 januari gestart bij champignonkwekers. Daar grijpt minister Asscher van Sociale Zaken in omdat malafide uitzendbureaus Oost-Europese krachten tegen veel te lage tarieven aan het werk zetten bij Limburgse kwekers. Behalve in de bouw komen schijnconstructies en -zelfstandigen ook voor in sectoren als zorg, vervoer en ICT. Oordeel bedrijfsarts gaat boven oordeel UWV Een bedrijfsarts en UWV kunnen wel eens van mening verschillen over de gezondheidssituatie van een werknemer. In het kader van arbeids(on)geschiktheid kan dat grote gevolgen hebben. Verschijnt een medewerker niet op het werk, dan ontstaat bijvoorbeeld de vraag of er sprake is van arbeidsongeschiktheid of werkweigering. Dat laatste zou reden voor ontslag kunnen zijn. Uit een uitspraak van de kantonrechter in Leeuwarden blijkt dat het oordeel van de bedrijfsarts doorslaggevend is. In deze zaak oordeelde de bedrijfsarts dat een werknemer arbeidsongeschikt was maar zou hij na enige tijd weer volledig arbeidsgeschikt zijn. De werkgever ontsloeg de werknemer uiteindelijk echter op staande voet omdat hij niet aan de slag ging. De werkgever trok dit ontslag weer in nadat de werknemer aangaf alsnog te komen werken. De werknemer hield zich echter niet aan zijn belofte en de werkgever ontsloeg hem weer. Oordeel UWV niet doorslaggevend UWV oordeelde dat de werknemer nog niet arbeidsgeschikt was voor zijn eigen werk. De werknemer stelde daarop dat het ontslag dus nietig was en vorderde in een kort geding doorbetaling van loon. De kantonrechter vond het oordeel van UWV echter niet doorslaggevend omdat het oordeel niet voldoende medisch was onderbouwd en omdat de verzekeringsarts van UWV geen overleg had gehad met de werkgever en de bedrijfsarts.
Sociaal akkoord basis Wet werk en zekerheid van minister Asscher Zekerheid gericht op werk • De rechtspositie van flexwerkers wordt versterkt. Werknemers met tijdelijke contracten kunnen bijvoorbeeld eerder aanspraak maken op een vaste aanstelling. • Het ontslagrecht wordt eerlijker en eenvoudiger. Alle werknemers krijgen na een dienstverband van minimaal twee jaar recht op een vergoeding die kan worden gebruikt voor omscholing naar ander werk. • De wettelijke maximale duur van de WW wordt tussen 2016 en 2019 stap voor stap teruggebracht van 38 maanden naar twee jaar. In cao’s kunnen werkgevers en werknemers afspraken maken over aanvullingen. De WW wordt meer gericht op een snelle terugkeer naar de arbeidsmarkt. Dat staat in een wetsontwerp dat minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) met akkoord van het kabinet voor advies naar de Raad van State stuurt. Het wetsontwerp wordt, zoals gebruikelijk, pas openbaar als het, met het advies van de Raad van State, door de Koning naar de Tweede Kamer wordt verstuurd. De voorstellen van minister Asscher vloeien voort uit het sociaal akkoord dat kabinet en sociale partners in april van dit jaar sloten. Wat toen is afgesproken, heeft de minister nu in een wetsvoorstel uitgewerkt. Het gaat daarbij om aanpassingen van flexrecht, ontslagrecht en Werkloosheidswet. Meer zekerheid flexwerker • Oneigenlijk gebruik van flexibele arbeidsvormen wordt aangepakt. Minister Asscher wil voorkomen dat werknemers tegen hun zin langdurig op basis van tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever moeten werken. Daarom komt hij bijvoorbeeld met het voorstel om werknemers met opeenvolgende tijdelijke contracten eerder aanspraak te geven op een vast Ledeninformatie september 2013
Pagina 10 van 12
contract. Niet na drie jaar, maar al na twee jaar. De minister vindt dat er te grote verschillen zijn ontstaan tussen flexwerkers en werknemers met een vast arbeidscontract. Hij wil die twee weer beter in balans brengen en flexwerkers meer zekerheid bieden. Omslag in ontslag • Minister Asscher wil het ontslagrecht eerlijker maken en meer richten op het vinden van een nieuwe baan. De minister houdt vast aan preventieve toetsing en de wettelijke bescherming van werknemers tegen ongerechtvaardigd ontslag . Hij stelt voor een eind te maken aan de onrechtvaardige tweedeling, waarbij de ene werknemer met een gouden handdruk wordt ontslagen en de ander zonder enige vergoeding op straat wordt gezet. De minister stelt voor om alle werknemers, ook flexwerkers , na een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar recht te geven op een wettelijk genormeerde vergoeding. Deze transitievergoeding, die afhankelijk wordt van de duur van het dienstverband en gebruikt kan worden voor scholing, moet het werknemers makkelijker maken om naar een andere baan of een ander beroep over te stappen. Snel uit WW • De maximale duur van de publiek betaalde WW wordt vanaf 2016 geleidelijk teruggebracht, zodat die in 2019 niet meer 38 maanden maar 24 maanden is. Minister Asscher kiest voor een activerende aanpak, waarbij het doel is om werklozen zo snel mogelijk weer uit de WW en aan het werk te helpen. De maatregelen gelden niet voor de huidige WWgerechtigden. Voor oudere werknemers, die lastiger weer werk vinden, komen er overgangsmaatregelen. Minister Asscher verwacht dat de voorstellen binnen drie maanden voor parlementaire behandeling naar de Tweede Kamer kunnen. Ze maken deel uit van een gemeenschappelijke aanpak van kabinet en sociale partners om de arbeidsmarkt aan te passen aan de wensen en eisen van de 21e eeuw. Daarbij wordt gekozen voor een actievere aanpak van sociale partners en overheden om werkloosheid te voorkomen en mensen van werk naar werk te begeleiden, het liefst vóór ze in de WW komen. De minister wil de verbeteringen voor flexwerkers vanaf 1 januari 2015 invoeren. De veranderingen in ontslagrecht en WW wil hij, met oog op de huidige economische situatie, pas vanaf 1 januari 2016 in laten gaan. Werkgevers en werknemers hebben dan ook de tijd zich voor te bereiden.
UWV biedt compensatie aan arbeidsongeschikten Jaarlijks betaalt UWV de zogenoemde Tegemoetkoming arbeidsongeschikten aan werknemers die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn en een daarvoor een uitkering ontvangen. Betaalt UWV de uitkering rechtstreeks aan een werkgever, dan moet de werkgever het bedrag doorstorten aan de werknemer. De Tegemoetkoming arbeidsongeschikten is een compensatie van € 342 per jaar per arbeidsongeschikte werknemer voor de extra kosten die een (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte maakt, zoals specifieke zorgkosten. De tegemoetkoming is bedoeld voor werknemers die: • • •
recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, Wajong, WAZ); voor 35% of meer arbeidsongeschikt zijn; verzekerd zijn voor de AWBZ.
Werkgever moet tegemoetkoming doorstorten De tegemoetkoming is uitdrukkelijk bedoeld voor de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers en niet voor werkgevers. Toch kan het zijn dat de werkgever het bedrag op zijn rekening krijgt gestort. Dat is het geval als UWV ook de arbeidsongeschiktheidsuitkering van de werknemer aan de werkgever betaalt (en de werkgever de uitkering doorstort aan de werknemer, vaak aangevuld tot een bepaald percentage van het loon). Het is voor UWV namelijk niet mogelijk om de uitkering en de tegemoetkoming op verschillende rekeningen te storten. Maakt UWV de tegemoetkoming aan uw werkgever over, dan moet de werkgever dit bedrag zelf aan de uitkeringsgerechtigde werknemers overmaken. UWV betaalt de bedragen in september uit Ledeninformatie september 2013
Pagina 11 van 12
In september ontvangt u de bedragen die UWV aan tegemoetkomingen betaalt. U krijgt een brief van de uitkeringsinstantie waarin u een overzicht vindt van de werknemers die recht hebben op de tegemoetkoming van € 342. Bent u van mening dat een werknemer recht heeft op de compensatie, maar heeft hij deze niet ontvangen, dan kun u contact opnemen met UWV Telefoon Werkgevers via 0900 9295.
Werkgeverspremie WW per 2014 uitgekleed De WW-premie die uw onderneming als onderdeel van de premies werknemersverzekeringen betaalt, wordt per 2014 behoorlijk uitgekleed. De delen voor de kinderopvang, voor de ZW en voor de WGA worden dan elders ondergebracht. Vanaf 1 januari 2014 bestaat de premie WW nog maar uit twee delen: het deel voor het algemeen werkloosheidsfonds (WW-Awf) en het uniforme deel voor het sectorfonds. Op dit moment betaalt u ook nog een toeslag van 0,5% op de sectorpremie voor de werkgeversbijdrage kinderopvang. Daarnaast is in de sectorpremie een opslag voor de Ziektewet en de WGA verwerkt. Nieuw in 2014: gedifferentieerde premie Whk Door de invoering van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters gaat de WW-premie op de schop. Per 2014 wordt de opslag op de sectorpremie voor de Ziektewet vervangen door een aparte ZW-flex-premie. Ook het premiedeel voor de WGA wordt uit de WW-premie gehaald. Deze premiedelen worden samen met de gedifferentieerde premie WGA ondergebracht in de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk). Het deel van de WW-premie voor de kinderopvang wordt in 2014 onderdeel van de basispremie WAO/WIA die iedere onderneming betaalt. Hoogte sectorpremie voor 2014 nog onbekend Wat de gevolgen van deze verschuivingen zijn voor de hoogte van de sectorpremie is nog niet bekend. De sectorpremies voor het nieuwe jaar worden meestal begin november bekendgemaakt. Wijziging Ziektewet vangnetters Vanaf 1 januari 2014 treedt de nieuwe “Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters” in werking. Werkgevers zijn dan tot maximaal 12 jaar financieel verantwoordelijk voor werknemers die ziek uit dienst gaan tijdens proeftijd, of na afloop van een tijdelijk contract. Dit betekent dat de werkgever voor zieke ontslagen vangnetters twee jaar het loon moeten doorbetalen en daarna ook 10 jaar de WGA-uitkering. Vanaf 2014 krijgen grote (loonsom meer dan € 3.000.000) en middelgrote werkgevers (loonsom tussen € 3.000.000 en € 302.000) een gedifferentieerde ziektewetpremie en betalen niet langer een vaste sectorpremie. Voor kleine werkgevers (loonsom < € 302.000) blijft de premie op sectorniveau vastgesteld worden. De hoogte van de premie is afhankelijk van het aantal (ex-)werknemers dat in de ziektewet belandt. Grote werkgevers krijgen een volledig individuele premiedifferentiatie, middelgrote werkgevers zal er sprake zijn van een combinatie van een sectorpremie en een deel differentiatie. Werkgevers konden al kiezen voor eigenrisicodrager WGA, maar dit was beperkt tot vaste contacten. Met ingang van 2016 kunnen werkgevers er ook voor kiezen WGA-eigenrisicodrager voor tijdelijke krachten te worden. Werkgevers die daarvoor kiezen, worden dan altijd eigenrisicodrager voor beide groepen, dus voor zowel vaste krachten als de tijdelijke krachten. Met andere woorden, wanneer u als werkgever per 1 januari 2016 eigenrisicodrager voor de WGA wordt, geldt dat voor zowel de vaste krachten als het personeel met een tijdelijk dienstverband.
Ledeninformatie september 2013
Pagina 12 van 12