tz7
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Sry
Arbeidsgebondenheid van WAo-intrede Onderzoeksresultaat fase
I
s 127
Neder'lands
I
llilil
il
Instituut voor
Arbeidsonstandlgheden
tilil ilil ililr ilil ]1il ilil
ilIil
llil{il ill
*NIA0054372*
Gemeenschappelijke Medische Dienst
GMM
Arbeidsinspectie
Arbeidsgebondenheid van W A O - i n t r e d e Deelrapport I: Resultaten van de enquête onder WAO'ers R.W.M. Gründemann I.D. Nijboer A.J.M. Scheliaert
(NIPG-TNO) (NIPG-TNO) (GMD)
Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden NIA bibliotheek-documentatie-infoimatie De Beele]aan 32, Amsteidam-Buitenveldeit
2 3 DEC. Î99Î
''
In opdracht van het Directoraa^Generaal van de Arbeid en de Gemeenschappelijice Medisclie Dienst. Uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg, in samenwerking m e t de afdeling Toegepast onderzoek van de Gemeenschappelijke Medische Dienst.
december 1991
CIP-gegevens Koninidijke Bibliotheek, Den Haag Gründemann, R.W.M. Arbeidsgebondenheid van WAO-intrede / RW.M. Gründemann, I.D. Nijboer, AJ.M. Scheliaert - Den Haag Arbeidsinspectie, Ministerie van Sociale Zaken en Weri
INHOUD biz.
1. INLEIDING
1
1.1
Aanleiding tot het onderzoek
1
1.2
Indeling van het rapport
2
2. METHODE 2.1
Materiaalverzameling 2.1.1 Samenstelling van de steekproef 2.1.2 Gegevensverzameling en respons 2.2 Opzet van de analyses 2.2.1 De informatiebronnen 2.2.2 De operationalisatie van de concepten 2.2.3 De uitwerking van de analyses 3. RESULTATEN: DE RELATIE WERK - ZIEKTE 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
De frequentieverdelingen van de mate waarin de ziekte of aandoening veroorzaakt is door het werk De reductie van het aantal onafhankelijke variabelen De factoren die een rol spelen bij de relatie tussen het werk en de ziekte Verschillen tussen diagnosecategorieën ten aanzien van de relatie tussen het werk en de ziekte Samenvatting en conclusies
4. RESULTATEN: DE RELATIE WERK - UITVAL 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
De frequentieverdelingen van de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval De reductie van het aantal onafhankelijke variabelen De factoren die een rol spelen bij de relatie tussen het werk en de uitval ^ Verschillen tussen de diagnosecategorieën ten aanzien van de relatie tussen het werk en de uitval Samenvatting en conclusies
3 3 3 4 7 7 8 11 14 14 17 21 23 29 33 33 34 38 39 45
biz. 5. RESULTATEN NAAR BEDRIJFS- EN BEROEPSKLASSE 5.1
5.2
Resultaten van de analyses naar bedrijfsklasse 5.1.1 De frequentieverdelingen 5.1.2 De relatie werk - ziekte per bedrijfsklasse 5.1.3 De relatie werk - uitval per bedrijfsklasse 5.1.4 De verdeling van de belangrijkste diagnosecategorieën over de bedrijfsklassen 5.1.5 Samenvatting en conclusies Resultaten van de analyses naar beroepsklasse 5.2.1 De frequentieverdelingen 5.2.2 De relatie werk - ziekte per beroepsklasse 5.2.3 De relatie werk -- uitval naar beroepsklasse 5.2.4 De verdeling van de belangrijkste diagnosecategorieën over de beroepsklassen 5.2.5 Samenvatting en conclusies
6. SAMENVATTING, DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN 6.1 6.2
6.3
Het onderzoek in grote lijnen samengevat Discussie 6.2.1 De validiteit van de gegevens 6.2.2 Mogelijkheden voor beïnvloeding van WAO-intrede door verbeteringen in het werk 6.2.3 De belangrijkste factoren en risicogroepen met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van ziekten en uitval Aanbevelingen 6.3.1 Aanbevelingen voor ondernemingen 6.3.2 Aanbevelingen voor de bedrijfsgezondheidszorg (BGZ) 6.3.3 Aanbevelingen voor de bedrijfsverenigingen 6.3.4 Aanbevelingen voor de overheid i^ 6.3.5 Aanibevelingen voor het onderzoek
48 48 48 51 53 54 56 57 57 60 62 64 66 68 68 74 74 77 81 87 87 89 90 91 92
LITERATUUR
94
BIJLAGEN
97
A. B. C.
De vragenlijst De bij de samenstelling van de steekproef gehanteerde aanpak .. Vergelijking van respons en non-respons
99 117 122
biz. D. E. F. G. H. I.
De resultaten van de (multivariate) analyses met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van de ziekte binnen de blokken onafhankelijke variabelen Voorspelling van de arbeidsgebondenheid (en de niet-arbeidsgebondenheid) van de ziekte of aandoening in het algemeen, naar diagnosecategorie, en naar bedrijfs- en beroepsklasse De resultaten van de (multivariate) analyses met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van de uitval binnen de blokken onafhankelijke variabelen Voorspelling van de arbeidsgebondenheid (en de niet-arbeidsgebondenheid) van de uitval in het algemeen, naar diagnosecategorie en naar bedrijfs- en beroepsklasse De vergelijking van de resultaten van dit onderzoek met die van het eerdere GMD-onderzoek (Schellart, 1989) Berekening van het absolute risico naar bedrijfsklasse
', 128 129 132 133 136 139
Statistische bijlage
143
I. II.
145
III.
De frequentieverdelingen van de vragen uit de vragenlijst De gegevens over de belevijg van het (laatste) werk naar bedrijfs- en beroepsklasse (op vraag-niveau) De gegevens over de beleving van het (laatste) werk naar bedrijfs- en beroepsklasse (op somscore-niveau)
165 207
1.
INLEIDING
1.1
Aanleiding tot het onderzoek
In de huidige discussies met betrekking tot het terugdringen van het ziekteverzuim en de arbeidsongeschiktheid wordt uiteraard veel aandacht besteed aan de mogelijkheden van preventie, het voorkómen dat werknemers ziek worden, en dat zieke werknemers in de WAO (Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering) terechtkomen. Omdat buiten de arbeid gelegen oorzaken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid niet binnen de directe invloedssfeer van de overheid en het bedrijfsleven liggen, richt men zich hierbij vooral op de mogelijkheden in het werk en in de werksituatie (zie o.a. Tripartiete Werkgroep Volumebeleid Arbeidsongeschiktheidsregelingen, 1989). Voor de betrokken partijen is het in dit verband van groot belang zicht te krijgen op de relatieve invloed van arbeid ten opzichte van niet-arbeidsgebonden factoren in dit proces. Dat is ook de globale probleemstelling van het onderhavige onderzoek. De vraag naar de invloed van arbeidssituatie-aspecten (ten opzichte van nietarbeidsgebonden aspecten) op WAO-intrede is eerder aan de orde gesteld in een onderzoek van de Gemeenschappelijke Medische Dienst (GMD) in 1989 (Schellart, 1989). In dat onderzoek zijn de dossiers van 380 werknemers geanalyseerd die een jaar aanspraak maakten op een ziektewetuitkering. Door twee beoordelaars (arts en sociale wetenschapper) is de mate van beroepsgebondenheid van hun ziektebeelden vastgesteld. Resultaat: 24% beroepsgebonden, 49% niet-beroepsgebonden, 13% zowel beroeps- als niet-beroepsgebonden en 14% geen uitspraak. Dus in ongeveer 37% van de onderzochte WAO-gevallen was sprake van een relatie tussen het beroep en de ziekte. Het Directoraat-Generaal van de Arbeid (DGA) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de GMD bleken geïnteresseerd in verder onderzoek naar de arbeidsgebondenheid van WAO-intrede, zowel ten aanzien van de omvang van de arbeidsgebondenheid als met betrekking tot de factoren in de arbeidssituatie die daarmee verband houden. Het DGA is - met het oog op preventief beleid - met name geïnteresseerd in de verschillen tussen beroeps- en bedrijfsklassen wat betreft de arbeidsgebondenheid van WAO-intrede. Verder heeft het DGA belangstelling 1
voor de mening dienaangaande van de WAO-intreders zelf (wellicht ten overvloede, zij herhaald dat het GMD-onderzoek plaats vond op basis van dossier-analyses door twee 'externe' beoordelaars). De GMD achtte tevens verder onderzoek tegen bovengeschetste achtergronden van belang. De GMD had zelf reeds plannen in de richting van een uitgebreid herhalingsonderzoek met een grotere steekproef (1000 WAO-ers in plaats van 380 WAO-ers). Naar aanleiding hiervan hebben het Ministerie van Sociale Zaken, de GMD en het NIPG/TNO gekozen voor het onderhavige onderzoeksproject. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de GMD fungeren hierbij als opdrachtgever, terwijl het project wordt uitgevoerd door het NIPG/TNO en de Afdeling Toegepast Onderzoek van de GMD (GMD/ATO). Het onderzoek naar de arbeidsgebondenheid van WAO-intrede bestaat drie deelonderzoekingen. Ten eerste een uitgebreid onderzoek onder een steekproef van 15.000 WAO-ers, waarover in dit deelrapport gerapporteerd wordt. Ten tweede een dossieronderzoek onder 1.000 WAO-ers. Dit betreft onder meer een replicatie van de analyses van het eerder besproken GMD-onderzoek (Schellart, 1989). Verder zullen in dit deelonderzoek ook variabelen opgenomen worden die sporen met de variabelen die door middel van de enquête zijn verzameld. De vergelijking van deze gegevens vindt plaats in het derde deelonderzoek. Op basis hiervan kan meer zicht verkregen worden in de betrouwbaarheid/validiteit van de verschillende onderzoeksmethoden. De rapportages van de twee laatste onderdelen worden respectievelijk in het voorjaar en in de zomer van 1992 verwacht.
1.2
Indeling van het rapport
In hoofdstuk 2 wordt de methode van het onderzoek behandeld. Hierbij zal worden ingegaan op de materiaalverzameling en de opzet van de analyses. De hoofdstukken 3, 4 en 5 zijn gereserveerd voor de resultaten van de analyses van deze fase van het onderzoek. In hoofdstuk 3 wordt de relatie tussen de ziekte en het werk behandeld. In hoofdstuk 4 komt de uitval uit het werk aan de orde en de factoren die met deze uitval samenhangen. De verschillen tussen de bedrijfs- en beroepsklassen tenslotte worden besproken in hoofdstuk 5. Het rapport wordt afgesloten met samenvatting van de resultaten, een discussie en aanbevelingen (hoofdstuk 6).
2.
METHODE
In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de bij dit deelonderzoek gehanteerde methode. In paragraaf 2.1 komt de materiaalverzameling aan bod. In paragraaf 2.1.1 wordt aangegeven hoe de uiteindelijke steekproef is samengesteld. De gegevensverzameling en de respons worden behandeld in paragraaf 2.1.2. Daarna komt de opzet van de analyses aan de orde. Hierbij wordt achtereenvolgend ingegaan op de informatiebronnen (paragraaf 2.2.1), de operationalisatie van de concepten (paragraaf 2.2.2), en de uitwerking van de analyses (paragraaf 2.2.3).
2.1
Materiaalverzameling
2.1.1
Samenstelling van de steekproef
Zoals in de inleiding is aangegeven vormen WAO-ers de doelgroep van dit onderzoek. Om deze doelgroep te bereiken is gebruik gemaakt van de Registratie Individuele Gevalsbehandeling (RIG) van de GMD. Om aan te sluiten bij het eerdere GMD-onderzoek (Schellart, 1989) is een steekproef getrokken uit de personen die tussen 1 juli 1989 en 30 juni 1990 één jaar aanspraak maakten op een ziektewetuitkering (maximale duur). In het onderhavige rapport worden deze personen steeds aangeduid als WAO-ers, ook al hebben zij uiteindelijk niet allemaal een WAOuitkering ontvangen. Voor het ontwikkelen van een preventief beleid is het van groot belang de arbeidsgebondenheid van ziekten en aandoeningen en van de uitval uit het werk te kunnen relateren aan bedrijfs- en beroepsklassen. In verband hiermee zou het aantrekkelijk zijn geweest wanneer de steekproef ook mede op deze kenmerken samengesteld had kunnen worden. In de RIG is echter alleen de bedrijfsvereniging opgenomen en niet de bedrijfsklasse. Dat betekende dat bij het trekken van de steekproef het benodigde aantal gevallen per bedrijfsklasse omgerekend moest worden naar het gewenste aantal per bedrijfsvereniging .
Hierbij is gebruik gemaakt van de publikatie van Mulder (1989) waarin wordt aangegeven uit welke bedrijfsklassen (en in welke omvang) de bedrijfsverenigingen zijn samengesteld.
De steekproefom vang is op 15.000 respondenten vastgesteld. Hierbij, is rekening gehouden met een responspercentage van 50%, waarmee het minimum aantal respondenten in het merendeel van de bedrijfsklassen ongeveer 100 zou bedragen. De uiteindelijke steekproef bestaat uit 15.039 respondenten. Hiervan behoren 12.460 personen tot het representatieve deel van de steekproef. De resterende 2.579 personen zijn aan de steekproef toegevoegd om ervoor te zorgen dat er per bedrijfs- en beroepsklasse voldoende respondenten zouden zijn. Globaal genomen is bij de steekproeftrekking de volgende procedure gevolgd. Ten eerste is per bedrijfsvereniging een invalideringspercentage vastgesteld, door middel van het aantal werknemers dat in de betreffende periode (juli 1989 t/m juni 1990) een maximale duur van de uitkering in het kader van de Ziektewet (één jaar) bereikten en het aantal verzekerde mens jaren (per 1 januari 1988). Daarna is, per bedrijfsklasse, het te verwachten aantal werknemers met een maximale duur van de ziektewetuitkering berekend, waarbij is aangenomen dat het invalideringspercentage van de bedrijfsvereniging waaronder de betreffende bedrijfsklasse valt, ook van toepassing is op de bedrijfsklasse. Vanuit het te verwachten aantal werknemers met een maximale duur van de ziektewetuitkering is vervolgens het aantal te verwachten respondenten per bedrijfsklasse berekend, uitgaande van een steekproefomvang van 15.000. Wanneer dit aantal te laag uitkwam, is steeds geprobeerd het aantal te verhogen door het aantal te trekken respondenten uit de betreffende bedrijfsvereniging uit te breiden, of is de betreffende bedrijfsklasse samengenomen met een of meer andere bedrijfsklassen. Een meer gedetailleerde beschrijving van dit proces alsmede van het resultaat is opgenomen als bijlage B.
2.1,2
Gegevensverzameling en respons
De verzameling van de gegevens voor het onderhavige deel van het onderzoek heeft plaatsgevonden in de laatste periode van 1990 en begin 1991. De vragenlijsten zijn weggestuurd op 29 november 1990. Na twee weken waren circa 6.000 vragenlijsten (van de verzonden 15.000) terugontvangen. De resterende personen hebben vervolgens (per 12 december) een rappelbrief ontvangen. Half januari is de gegevensverzameling definitief afgesloten. Op dat moment waren 9.319 reacties binnengekomen (9048 vragenlijsten en 271 weigeringen). Uiteindelijk zijn nog 23 vragenlijsten nagekomen. Deze konden echter niet meer worden verwerkt.
Er zijn tamelijk veel telefonische reacties binnengekomen, te weten ongeveer 600 na de verzending van de vragenlijst en ongeveer 400 na de verzending van de rappelbrief. Het merendeel van de reacties na de verzending van de vragenlijst was afkomstig van mensen die nadere informatie wilden over het onderzoek; de meeste mensen uit deze groep hebben de vragenlijst ook ingevuld. Een ander gedeelte was afkomstig van mensen die te kennen gaven dat zij hun vragenlijst wel wilden invullen, maar door hun ziekte hiertoe niet in staat waren. Deze groep vormt het grootste deel van het eerder vermelde aantal 'weigeringen' (271). Een groot deel van de reacties na verzending van de rappelbrief had betrekking op mensen die inmiddels de vragenlijst al hadden ingevuld en teruggestuurd. De enquête is door de GMD verstuurd. De GMD heeft tevens als ontvangstadres gefungeerd. In verband met de gewenste koppeling aan de dossiers, hetgeen in de tweede fase plaats zal vinden, is op de vragenlijst de naam van de respondent vermeld. Het NIPG heeft een geanonimiseerd databestand van de GMD ontvangen. Deze werkwijze had als prettige bijkomstigheid dat naast de vragenlijstgegevens ook gebruik gemaakt kon worden van een aantal administratieve gegevens uit de RIG. Zoals verderop in deze paragraaf zal blijken, kon op deze wijze een uitgebreide analyse van de nonrespons worden uitgevoerd. Het aantal werknemers dat tussen 1 juli 1989 en 30 juni 1990 een maximale duur van de uitkering in het kader van de Ziektewet bereikten bedraagt 70.489. Deze vormt de onderzoekspopulatie voor de onderhavige studie. Van deze groep werknemers waren bij het begin van de gegevensverzameling inmiddels 816 personen gepensioneerd of overleden. De steekproef bedroeg 15.039 personen. Hiervan zijn om uiteenlopende redenen 166 personen afgevallen (in het buitenland/in een inrichting/overleden). Van de aangeschreven 14.873 personen is in 268 gevallen de enquête ongeopend geretourneerd (adres of geadresseerde onbekend etc). Van 9.342 personen is een reactie op de vragenlijst ontvangen. 271 van deze mensen gaven aan niet mee te willen doen aan het onderzoek en 23 hebben te laat hun enquêteformulier teruggestuurd. In totaal maken dus 9048 mensen deel uit van de responsgroep voor de enquête, waarvan 7322 behoren tot het representatieve deel van de steekproef. De respons voor dit deel van het onderzoek bedraagt 60.2% (9048 ingevulde vragenlijsten van een steekproef van 15.039 personen), en voor de representatieve steekproef 58,8% (7322 vragenlijsten op een steekproef van 12.460 personen).
In schema 2.1 wordt het hierboven geschetste responsproces samengevat. schema 2.1: populatie
Overzicht respons 69.673
steekproef
15.039
benaderd?
ja 14.873
nee
bereikt? reactie? in onderzoeksgroep?
ja 14.605 ja 9.342 ja 9.048
nee 268 nee 5.263 nee 294
166
Om na te gaan of er sprake is van selectiviteit in de respons is de responsgroep op voor de onderzoeksvraag relevante variabelen vergeleken met de oorspronkelijke steekproef (zowel voor het totaal als voor het representatieve deel). Deze variabelen hebben onder meer betrekking op: het geslacht, de leeftijd, de bedrijfsvereniging, de arbeidsongeschiktheidsklasse en de hoofddiagnose. Voor een gedetailleerde bespreking wordt verwezen naar bijlage C. Uit de vergelijking blijkt dat er slechts geringe verschillen bestaan tussen de oorspronkelijke steekproef en de responsgroep. Dit betekent dat er nauwelijks sprake is van selectieve respons. Met andere woorden er hebben geen groepen personen met de hiergenoemde kenmerken duidelijk minder dan wel meer aan het onderzoek hebben dan andere groepen. Voor een aantal variabelen zijn er kleine verschillen geconstateerd tussen de responsgroep en de oorspronkelijke steekproef. In de responsgroep zitten iets meer personen die ouder zijn dan 45 jaar, gehuwden, mensen met een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering, mensen die niet meer werken, met een hoger functie-niveau en met klachten aan het bewegingsapparaat. De verschillen zijn echter zeer beperkt, zodat de resultaten van het onderzoek, voorzover deze betrekking hebben op de representatieve responsgroep, van toepassing geacht kunnen worden voor de populatie die tussen 1 juli 1989 en 30 juni 1990 een maximale duur van de uitkering in het kader van de Ziektewet heeft bereikt.
2.2
Opzet van de analyses
2.2.1
De informatiebronnen
De belangrijkste informatie voor de analyses zijn de gegevens van de vragenlijst. Omdat deze lijst echter niet anoniem verzonden is (zie paragraaf 2.1.2), kan aanvullend ook gebruik gemaakt worden van de gegevens uit de RIG (Registratie Individuele Gevalsbehandeling) van de GMD. In deze paragraaf wordt kort ingegaan op de beide informatiebronnen. Bij het opstellen van de vragenlijst (zie bijlage A) is zoveel mogelijk geprobeerd een chronologische volgorde aan te houden. Dat wil zeggen dat in de vragenlijst het proces van ziek worden, het uitvallen uit het werk (ziek melden), de daaropvolgende ziektewetperiode, de WAO-keuring en de huidige situatie voor zover mogelijk ook in deze volgorde aan de respondent is voorgelegd. Dit heeft geleid tot een lijst met 7 onderwerpen. 1. 2. 3.
4.
5.
6. 7.
Achtergrondgegevens (geslacht, leeftijd, opleiding etc). Arbeidsverleden (aantal jaren lichamelijk zware arbeid, idem geestelijk, aantal bedrijven afgelopen 10 jaar, etc). Laatste werksituatie (zowel wat betreft de feitelijke situatie, als de beleving daarvan, waarbij onder andere de korte versie van de Vragenlijst Arbeid en Gezondheid (VAG) wordt gebruikt). Ziektegeschiedenis (waarbij onder andere ook wordt ingegaan op de werksituatie als oorzaak van de ziekte/aandoening, en als conditionerende factor bij de uitval). Ziektewetperiode (onder andere de relatie met het bedrijf, de contacten met de GMD, de beoordeling van de reïntegratiemogelijkheden door de GMD, en door de curatieve sector). Huidige gezondheid (waarin onder andere de korte versie van de Vragenlijst Onderzoek Ervaren Gezondheid (VOEG) is opgenomen). Huidige situatie (werkend/niet werkend; eigen beoordeling reïntegratiemogelijkheden, rol van eventuele (bij)scholing).
Bij het ontwikkelen van de vragenlijst is in belangrijke mate gebruik gemaakt van bestaande vragenlijsten, zoals de vragenlijst(en) van het determinantenonderzoek WAO (De Jong e.a., 1981), de vragenlijst van het (tweejaarlijks) onderzoek van de GMD onder WAO-toetreders (Kers & Bruinsma, 1989), de VAG (Dijkstra e.a., 1981), en de VOEG (Dirken, 1969). De conceptversie van de vragenlijst is verder getest in een aantal proefinterviews met WAO-ers op het GMD-kantoor in Leiden. Daarnaast is deze versie ook uitgebreid besproken in de begeleidingscommissie van dit onderzoek. Bij het trekken van de steekproef zijn tegelijkertijd enige gegevens meegenomen uit de RIG. Deze gegevens zijn gekoppeld aan de vragenlijstgegevens. In de vorige paragraaf is een deel van deze gegevens reeds gebruikt voor een nadere analyse met betrekking tot respons en nonrespons. In de verdere analyses is alleen met betrekking tot geslacht, leeftijd en diagnosecategorie van deze gegevens gebruik gemaakt. Aan deze gegevens is onder meer de voorkeur gegeven boven de vragenlijstgegevens omdat deze gegevens minder ontbrekende waarden kennen.
2.2.2
De operationalisatie van de concepten
Het doel van het onderzoek is: inzicht te verkrijgen in de causale respectievelijk conditionerende omstandigheden in de arbeidssituatie, die samenhangen met WAOintrede. Uit deze doelstelling zijn direct de belangrijkste variabelen af te leiden: de de de de
causale relatie (afhankelijke variabele); conditionerende relatie (afhankelijke variabele); omstandigheden in de arbeidssituatie (onafhankelijke variabele); omstandigheden buiten de arbeidssituatie (onafhankelijke variabele).
In onderstaand schema worden de causale en de conditionele relatie nader aangeduid.
werk
ziekte
werk
uitval
De causale relatie heeft betrekking op de mate waarin de ziekte of aandoening veroorzaakt is door het werk (relatie a). In dit verband wordt ook wel gesproken over de arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening. De conditionele relatie heeft betrekking op de mate waarin, gegeven een bepaalde ziekte of aandoening, het werk van invloed is geweest op de uitval uit het werk, oftewel de mate waarin nog gewerkt had kunnen worden wanneer passend werk voorhanden zou zijn geweest (relatie b). In dit verband wordt ook wel gesproken over de arbeidsgebondenheid van de uitval. Met uitval uit het werk wordt in dit onderzoek bedoeld: het stoppen met werken en het begin van het jaar ziekteverzuim. Bij de conditionele relatie heeft 'het werk' uitsluitend betrekking op de 'laatste' werksituatie voor het jaar Ziektewet. Bij de causale relatie moet bij 'het werk' ook gedacht worden aan eventuele daaraan voorafgaande werksituaties. Causaliteit en conditionaliteit zijn in dit deel van het onderzoek geoperationaliseerd op basis van de mening van de direct betrokken werknemers (de respondenten). Bij het begrip 'causaliteit' gaat het om de mening van de mensen die een jaar aanspraak hebben gemaakt op een ziektewetuitkering, over de mate waarin hun ziekte of aandoening is veroorzaakt door werk (vragenlijst bijlage A; vraag 72). De vraag luidde aldus: Heeft u de indruk dat de ziekte of aandoening een gevolg is van het werk dat u deed? De antwoordmogelijkheden betroffen: ja, geheel of grotendeels ( 1): j a . voor een belangrijk deel (2); ja, in beperkte mate (3): nee, geheel niet (4). In de analyses zal met twee varianten gewerkt worden. Ten eerste een wat strikte variant, waarbij slechts van arbeidsgebondenheid gesproken wordt wanneer de respondent de eerste antwoordcategorie ^geheel of grotendeels'' heeft aangegeven. Ten tweede een wat ruimere variant waarbij ook de tweede antwoordcategorie 'voor een belangrijk deer wordt meegerekend.
Bij het begrip 'conditionaliteit' gaat het om de mening van de mensen die een jaar aanspraak hebben gemaakt op een ziektewetuitkering of ze nog aan het werk zouden zijn geweest wanneer hun laatste werk was aangepast (vraag 76b), of wanneer ze ander werk hadden gedaan (vraag 78). Vraag 76 is in de vragenlijst ingeleid met de volgende tekst: Bij sommige bedrijven probeert men werknemers die ziek worden of een aandoening krijgen, zo lang mogelijk aan het werk te houden. Dit gebeurt onder andere door aanpassing van het werk (bijvoorbeeld door aanschaf van hulpmiddelen), verandering van het takenpakket of herplaatsing, verandering van werktijden en door (bij)scholing (bijvoorbeeld voor ander werk). Vervolgens is de respondent gevraagd: Heeft men bii u in het bedriif. in verband met uw ziekte of aandoening, weleens dergelijke maatregelen genomen? Wanneer deze vraag ontkennend werd beantwoord is als volgt doorgevraagd: Denkt u dat u nog aan het werk zou zijn, als men dat wel had gedaan? Van degenen die deze vraag bevestigend beantwoorden hebben, is aangenomen dat hun uitval op het werk te maken heeft gehad met de specifieke werkomstandigheden op het werk. Hetzelfde geldt voor de personen die vraag 78 bevestigend beantwoord hebben. Ook deze vraag werd in de vragenlijst kort ingeleid: Of men met een bepaald ziekte kan blijven werken, hangt er verder van af hoe belastend het werk of de werksituatie voor de persoon is. Zo komt het wel voor dat als twee mensen precies dezelfde ziekte hebben, maar verschillend werk doen. de een wel door kan blijven werken, terwijl de ander dat niet kan. De vraag luidde vervolgens: Als u nu terug denkt aan uw ziekte en de situatie waar u toen werkte: Denkt u dat u met deze ziekte, wanneer u ander werk zou hebben gedaan, wel door zou hebben kunnen werken? Overigens wordt al bij één bevestigend antwoord op de genoemde vragen gesproken van conditionerende omstandigheden. Dat wil zeggen dat van de respondenten die op één van beide vragen bevestigend geantwoord hebben, is aangenomen dat hun uitval uit het werk te maken heeft gehad met de specifieke omstandigheden op dit werk. De omstandigheden in en buiten de arbeidssituatie vormen in dit onderzoek de onafhankelijke variabelen.
10
Ten aanzien van de omstandigheden in de arbeidssituatie zijn 27 variabelen onderscheiden, namelijk: kenmerken van het laatste werk (13 variabelen), bijvoorbeeld bedrijfsgrootte, aanwezigheid bedrijfsgezondheidszorg.aandachtvoorde werkomstandigheden, werktijd, en recente veranderingen op het werk; meningen over het laatste werk (8 variabelen), zoals de arbeidsinhoud, de fysieke en psychische belasting, de arbeidsverhoudingen en de arbeidsvoorwaarden; het individuele arbeidsverleden (6 variabelen), onder andere de duur van de arbeidscarriëre, het aantal jaren dat men zware lichamelijke of geestelijke arbeid heeft verricht, het aantal malen dat men de laatste jaren werkloos is geweest. De omstandigheden buiten de arbeidssituatie beperken zich in dit onderzoek tot persoonskenmerken. Hierbij zijn de volgende 5 variabelen onderscheiden: geslacht, leeftijd, samenlevingsvorm, nationaliteit en opleidingsniveau.
2.2.3
De uitwerking van de analvses
De analyses van de twee afhankelijke variabelen zullen gescheiden plaatsvinden. De reden hiervoor is dat deze twee variabelen, de causale en de conditionerende omstandigheden, elk op een eigen wijze met de onafhankelijke variabelen gerelateerd kunnen zijn. Dit heeft te maken met het feit dat de twee variabelen op twee verschillende zaken betrekking hebben. Zoals in de vorige paragraaf schematisch is aangegeven heeft de causale factor immers betrekking op het ontstaan van de aandoening en de conditionerende factor op de uitval uit het werk. Verder vinden de analyses, gericht op de algemene vraagstelling, gescheiden plaats van de analyses, gericht op meer specifieke vraagstelling naar bedrijfs- en beroepsklassen, hetgeen overeenstemt met de doelstelling van het project. In de analyses gaat om de relatie tussen aspecten van het werk (arbeidsverleden, feitelijke kenmerken laatste werksituatie, beleving laatste werksituatie) enerzijds en de ziekte door het werk/uitval door het werk anderzijds. Deze relatie moet gecontroleerd worden voor de invloed van niet-werk aspecten (persoonskenmerken).
11
Om tot een reductie van het aantal onafhankelijke variabelen te komen, zullen de volgende stappen worden ondernomen: 1. In eerste instantie zal worden nagegaan welke onafhankelijke variabelen de sterkste (bivariate) verbanden met de afhankelijke variabele (ziek zijn door het werk/uitval door het werk) vertonen. 2. De variabelen zullen vervolgens binnen de blokken onafhankelijke variabelen (persoonskenmerken, arbeidsverleden, feitelijke kenmerken van de laatste werksituatie, en beleving van de laatste werksituatie), opnieuw in verband gebracht worden met de afhankelijke variabele, maar dan niet meer bivariaat, maar multivariaat. 3. De resterende variabelen zullen vervolgens gebruikt worden voor de hoofdanalyse. Op basis van de hoofdanalyse dient vastgesteld te worden welke werkvariabelen, gecontroleerd voor de niet-werk variabelen bijdragen aan het ziek worden door het werk/uitvallen door het werk (en in welke mate). Dat gebeurt door in eerste instantie de resterende persoonskenmerken in de analyse op te nemen, en vervolgens (stapsgewijs) de belangrijkste werkaspecten aan de analyse toe te voegen. In een vervolganalyse wordt verder nagegaan in hoeverre er verschillen zijn wanneer onderscheid wordt gemaakt naar diagnosecategorieën. Hierbij zullen vier hoofdcategorieën worden onderscheiden: psychische stoornissen, aandoeningen aan hart of bloedvaten, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en overige aandoeningen. Dit gebeurt door de hoofdanalyse te herhalen binnen de betreffende deelpopulaties. Bijvoorbeeld de analyse wordt herhaald voor de respondenten die uitgevallen zijn in verband met psychische stoornissen, etc. Bij de analyses ten behoeve van de vraag naar verschillen naar bedrijfs- en beroepsklassen zal uitsluitend gecontroleerd worden voor verschillen in populatieopbouw. De kenmerken van de werksituatie blijven bij deze analyses buiten beschouwing, aangezien anders tevens gecontroleerd wordt voor de arbeidsomstandigheden, die juist als specifieke kenmerken van bedrijfs- of beroepsklassen kunnen worden gezien. Deze analyses worden bovendien niet gevolgd door een analyse voor de verschillende diagnosecategorieën, omdat dit te kleine groepen zou opleveren. Deze verdeling van de uitval over de hoofddiagnose-categorieën in de verschillende bedrijfs- en beroepsklasse zal echter wel in absolute zin worden gegeven.
12
Bij de analyses is gestreefd naar een zekere eenduidigheid van analysemethoden. De eerste reductie van variabelen (zie stap I) is gebruik gemaakt van odds ratios (geïnterpreteerd als schatting van het relatieve risico ) op basis van twee-bij-twee kruistabellen. Bij de overige analyses (zowel bij de verdere reductie van variabelen binnen de blokken onafhankelijke variabelen, als in de hoofd-analyses, de vervolganalyses met betrekking tot diagnosecategorie, en de analyses voor de nadere detaillering van bedrijfs- en beroepsklassen) is gebruik gemaakt van logistische regressie. Met behulp van deze techniek worden eveneens odds ratios berekend, maar kunnen meerdere variabelen tegelijkertijd in één analysemodel worden opgenomen. Op deze wijze kan gecontroleerd worden voor het effect van mogelijk verstorende variabelen, en kan tevens inzicht verkregen worden in de relatieve bijdrage van de verschillende in de analyse betrokken onafhankelijke variabelen. In de analyses van dit onderzoek staan twee relaties centraal, namelijk de relatie tussen het werk en de ziekte, en de relatie tussen het werk en de uitval. In beide gevallen moet gecontroleerd worden voor de invloed van niet-werkaspecten (in dit onderzoek persoonskenmerken). Daarnaast is het uit een oogpunt van preventie belangrijk om de bijdrage van de verschillende arbeidsaspecten aan de processen (het ziek worden, en het uitvallen uit het werk) te kunnen onderscheiden. Voor een nadere toelichting op de analysetechniek wordt verwezen naar Vandenbroucke & Hofman (1988).
De interpretatie van de odds ratio als een schatting van het relatieve risico is pas echt goed mogelijk als de kans op 'ziekte', in dit onderzoek arbeidsgebondenheid, klein is. Uit het onderzoek blijkt dat die kans tussen de 30 en 50% ligt, hetgeen niet klein is. Dit betekent dat de voorgestelde interpretatie kan leiden tot een overschatting van de effecten. 13
RESULTATEN: DE RELATIE WERK - ZIEKTE
In dit hoofdstuk worden de resultaten behandeld van de analyses met betrekking tot de causale relatie, de mate waarin de ziekte of aandoening waarvoor men uiteindelijk is uitgevallen veroorzaakt is door het werk. In paragraaf 3.1 komen de belangrijkste frequentieverdelingen van deze afhankelijke variabele aan de orde. In de daarop volgende paragrafen (paragraaf 3.2. en 3.3) wordt ingegaan op de reductie van de onafhankelijke variabelen en de resultaten van de hoofdanalyse met betrekking tot de relatie tussen het werk en de ziekte beschreven. De verschillen tussen de vier hoofddiagnosecategorieën worden besproken in paragraaf 3.4. In de slotparagraaf (paragraaf 3.5) worden de belangrijkste conclusies samengevat.
3.1
De frequentieverdelingen van de mate waarin de ziekte of aandoening veroorzaakt is door het werk
Het vierde onderwerp in de vragenlijst (zie bijlage A) heeft betrekking op de 'ziektegeschiedenis'. In dit deel van de vragenlijst is onder andere aandacht besteed aan de ziekte(n), aandoening(en), of functiestoornis(sen) waarvoor men uiteindelijk langdurig is uitgevallen (een jaar lang in de Ziektewet heeft gezeten). Daarnaast is in dit deel ook gevraagd naar de mate waarin de ziekte of de aandoening een gevolg is van het werk dat men deed. De betreffende vraag is als volgt geformuleerd: 'Heeft u de indruk dat de ziekte of aandoening een gevolg is van het werk dat u deed?' (bijlage A; vraag 72). Gekozen kon worden uit vier antwoordcategorieën. In tabel 3.1. wordt de verdeling van de antwoorden weergegeven .
De in dit hoofdstuk vermelde gegevens hebben steeds betrekking op het representatieve deel van de steekproef (n=7322). 14
tabel 3.1:
Verdeling van de antwoorden op de vraag naar de indruk of de ziekte of aandoening een gevolg is van het werk dat men deed. abs.
perc.
ja, geheel of grotendeels ja, voor een belangrijk deel ja, in beperkte mate nee, geheel niet
2094 1778 1220 1953
29.7 %~ 25.2% 17.3% 27.7%
geen antwoord
277
totaal
7322
lOO.Ó %
Vastgesteld kan worden dat bijna 30% van de respondenten hun ziekte of aandoening geheel of vrijwel geheel ziet als een gevolg van het werk dat men deed, en 25% in belangrijke mate. Slechts iets meer dan een kwart van de respondenten ziet in het geheel geen verband tussen de ziekte of aandoening en het werk. Aan degenen die de vraag bevestigend beantwoord hebben (de eerste drie antwoordcategorieën), is vervolgens gevraagd naar de onderdelen van het werk waaraan men daarbij dacht. Achtereenvolgend werd een aantal aspecten genoemd, waarbij men steeds kon aangeven of het betreffende aspect van toepassing was of niet. In tabel 3.2 wordt de verdeling van deze aspecten gegeven, met andere woorden het aantal respondenten dat het betreffende aspect van toepassing achtte, alsmede het percentage van het totaal aantal respondenten dat een relatie tussen de ziekte en het werk heeft aangegeven (n=>5092). tabel 3.2:
Het aantal bevestigende antwoorden op de vraag naar de onderdelen van het werk die men in verband brengt met de ziekte of aandoening (meerdere antwoorden mogelijk; na5092)
lichamelijke belasting geestelijke belasting arbeidsomstandigheden in het algemeen veiligheid (bijv. in geval van ongeval) andere onderdelen van het werk
abs.
perc.
3148 1912 2139 343 740
61.8% 37.5% 42.0% 6.7% 14.5%
15
De belangrijkste factor bij het ontstaan van ziekten door het werk lijkt de lichamelijke belasting. Uit de antwoorden kan verder worden opgemaakt dat ook de geestelijke belasting en de arbeidsomstandigheden een belangrijke rol in dit proces lijken te spelen. Veiligheidsaspecten lijken daarentegen in dit kader maar in beperkte mate van belang. Slechts 6% van de respondenten die hun ziekte of aandoening in verband brengen met hun werk, hebben hierbij de veiligheid of een ongeval aangegeven. Overigens hebben deze respondenten in het algemeen wel wat vaker aangegeven dat hun ziekte of aandoening geheel of grotendeels door het werk veroorzaakt is. Tenslotte is ook de restcategorie 'andere onderdelen van het werk' maar in beperkte mate aangegeven. Naast een eventuele oorzakelijke relatie tussen het werk en de ziekte die tot uitval heeft geleid, is in de vragenlijst apart gevraagd of de aandoening erger is geworden door het werk. Deze vraag is niet in de verdere analyses opgenomen, maar het is wel interessant om op deze plaats de verdeling van de antwoorden op deze vraag te geven. tabel 3.3:
Verdeling van de antwoorden op de vraag naar de indruk of de ziekte of aandoening erger is geworden door het werk dat men deed.
ja nee geen antwoord totaal
abs.
perc.
4483 2192
67.2 % 32.8 %
647 7322
100.0%
Ongeveer tweederde van de respondenten is van mening dat hun ziekte erger is geworden door het werk dat men deed. Van de respondenten die eerder hadden aangegeven dat hun ziekte of aandoening geen verband hield met het werk, heeft toch nog ruim een vijfde aangegeven dat de ziekte wel erger is geworden door het werk. Dit betekent dat uiteindelijk bij slechts 22% van de respondenten het werk noch in oorzakelijke zin, noch als factor van verergering een rol heeft gespeeld bij de ziekte of de aandoening.
16
3.2
De reductie van het aantal onafhankelijke variabelen
Zoals in paragraaf 2.2.3 is aangegeven is ten behoeve van de reductie van het aantal variabelen in eerste instantie gekeken naar de (bivariate) samenhang tussen de onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabele, in dit hoofdstuk het ziek zijn door het werk. In de volgende tabel (tabel 3.4) worden de relatieve risico's (RR) die horen bij alle variabelen weergegeven. Op deze manier kan bekeken worden welke variabelen een belangrijke invloed hebben op het ziek worden door het werk en welke een minder sterke invloed hebben. Zoals reeds aangegeven, worden voor elke variabele telkens twee relatieve risico's gegeven. De eerste betreft het relatieve risico op een ziekte of aandoening die 'geheel of grotendeels' het gevolg is van het werk (vraag 72: antwoordcategorie 1, ten opzicht van de rest), in de tabel aangeduid met 'geheel'. De tweede is het risico op een ziekte of aandoening die 'geheel of grotendeels' of 'in belangrijke mate' het gevolg is van het werk (vraag 72: antwoordcategorie 1 en 2, ten opzichte van de rest), in de tabel aangeduid met 'belangrijk deel'. Tussen haakjes wordt telkens het 95% betrouwbaarheidsinterval (b.i.) weergegeven. Na de aanduiding van de variabele volgt het kenmerk waarvoor het relatieve risico geldt. Een voorbeeld kan een en ander verduidelijken. In tabel 3.4 is bij de variabele geslacht 1.31 als relatief risico op geheel of grotendeels ziek door het werk vermeld. Dit betekent dat arbeidsgebonden aandoeningen, uitgaande van de meer strikte definitie, bij de in dit onderzoek betrokken mannen 1.31 keer zo vaak voorkomen als onder de in dit onderzoek betrokken vrouwen. Dit relatief risico is berekend door het percentage mannen dat heeft aangegeven dat de ziekte geheel of grotendeels door het werk komt, te delen door het percentage vrouwen dat een dergelijk antwoord heeft gegeven. Daarnaast is een 95% betrouwbaarheidsinterval vermeld. Als de ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval groter is dan 1.00 of de bovengrens kleiner dan 1.00, is sprake van een significant verhoogd, respectievelijk verlaagd verschil. In het voorbeeld van de variabele geslacht is bij de strikte definitie als betrouwbaarheidsinterval vermeldt 1.22 - 1.42. Dit betekent dat de eerder vermelde conclusie overeen vaker voorkomen van arbeidsgebonden aandoeningen bij mannen significant is, hetgeen wil zeggen dat de kans dat het gevonden verschil op toeval berust kleiner is dan 5 op 100. Het relatieve risico heeft betrekking op het gevonden verschil in de onderzoeksgroep. Het betrouwbaarheidsinterval geeft aan in welke mate dit een goede schatting is voor de gehele populatie. 17
tabel 3.4: Relatieve risico's * (bivariaat) op ziek door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de relevante variabelen (n = 6522 - 7322). onafhankelijke variabelen
'geheel' b.i.
RR
'belangrijk deel' RR b.i.
persoonskenmerken: geslacht: man leeftijd: < 45 jaar burg.staat: niet samenw. nationaliteit N L opleiding: < MBO arbeidsverleden: arbeidsleven: <10jr lieh, expositie: nvt geest, expositie: nvt werkloos geweest: nee aantal werkgevers: 1 veranderd van werk of beroep ivm ziekte: nee feitelijke kenmerken van het laatste werk: omvang bedrijf: < 100 bedrijfsarts: afwezig econ. situatie: goed aandacht voor arbeidsomst: nee werkdruk: te veel werk leidinggevend: nee vereiste vooropl.: < MBO soort dienst:dagdienst binnen/buiten: binnen werktijd: deeltijd verandering op werk:ja negatief effectuée positief effectuée
18
1.42) 0.92) 1.35) 0.73) 1.59)
1.18 0.90 1.13 0.81 1.19
( 1 . 1 2 -• (0.86 -• (1.07 -• (0.77 -• ( 1 . 1 2 --
- 0.90) - 0.58) -• 0.80) - 0.98) - 1.08)
0.84 0.65 0.70 0.95 1.00
(0.78 (0.61 (0.67 (0.89 (0.96
0.94
(0.84 - 1.00)
0.93
(0.88 - 1.00)
1.13 1.15 0.93
(1.05 -• 1.22) (1.07 - 1.25) (0.86 - 1.00)
1.04 1.07 0.92
(1.00 - 1.09) (1.02 - 1.12) (0.88 - 0.96)
1.55 1.28 0.93 1.38 0.97 0.77 0.77 1.13 o:86 1.09
(1.43 (1.20 (0.86 (1.25 (0.89 (0.72 (0.71 (1.04 (0.80 (0.96
-• 1.67) -- 1.38) - 1.01) - 1.53) - 1.05) - 0.83) - 0.84) - 1.22) - 0.93) - 1.22)
1.48 1.29 0.91 1.21 0.94 0.87 0.84 1.24 0.76 0.98
(1.41 (1.24 (0.88 (1.06(0.90 (0.84 (0.80 (1.19(0.73 (0.92 -
1.31 0.86 1.23 0.67 1.44
(1.22 -• (0.80 -• ( 1 . 1 2 -• (0.61 -• (1.30 -•
0.80 0.53 0.74 0.90 1.00
(0.70 (0.48 (0.68 (0.83 (0.93
1.23) 0.94) 1.20) 0.86) 1.26)
- 0.90) -• 0.69) -• 0.74) - 0.99) - 1.05)
1.54) 1.34) 0.95) 1.19) 0.99) 0.91) 0.89) 1.30) 0.80) 1.06)
vervolg tabel 3.4
onafhankelijke variabelen meningen over het laatste werk: arbeidsinhoud: pos fysieke belasting: pos psych, belasting: pos (binnen)klimaat pos werkorganisatie: pos arb.verhoudingen: pos arbeidsvoorw.: pos al met akgoed *
'geheel' RR
0.76 0.53 0.71 0.66 0.69 0.73 0.73 0.86
b.i.
(0.71 - 0.82) (0.49 - 0.58) (0.66-0.77) (0.61 - 0.72) (0.63 - 0.75) (0.67 - 0.79) (0.67 - 0.79) (0.80 - 0.93)
'belangrijk deel' RR b.i.
0.79 0.62 0.68 0.73 0.66 0.70 0.71 0.78
(0.75 (0.59 (0.64(0.70 (0.63 (0.67 (0.67 (0.75 -
0.82) 0.66) 0.71) 0.77) 0.70) 0.74) 0.75) 0.82)
De belangrijlMte verbanden (dat wil ceggen met een relatief risico kleiner dan 0.80, of groter dan 1.20) sijn in de tabel vet weergegeven.
Uit bovenstaande tabel is af te lezen dat bij de persoonskenmerken met name de variabelen geslacht, nationaliteit .opleiding en_burgerlijke staat een sterk verband hebben met het ziek zijn door het werk. Onder mannen komen verhoudingsgewijs meer personen voor die hun ziekte of aandoening wijten aan het werk. Hetzelfde geldt ook voor niet-Nederlanders, mensen met een opleiding lager dan MBO, en personen die niet-samenwonen. De relatieve risico's zijn in het algemeen wat duidelijker bij de meer strikte indeling (geheel of grotendeels), dan bij de wat ruimere definitie (waarbij ook het antwoord 'in belangrijke mate' wordt meegerekend bij de causale relatie). Wat betreft het arbeidsverleden zijn het verricht hebben van lichamelijk zwaar werk of geestelijk zwaar werk de belangrijkste factoren. Mensen die in het verleden geen zwaar lichamelijk of geestelijk werk hebben gehad, blijken in het algemeen minder vaak ziek te zijn door het werk. Bij de feitelijke kenmerken van het laatste werk zijn de arbeidsomstandigheden, de werkdruk, het vereiste opleidingsniveau voor de functie, het binnen/buiten werken en de werktijd de belangrijkste variabelen. Onder de mensen die hebben aangegeven dat er in hun bedrijf geen duidelijke aandacht werd besteed aan arbeidsomstandigheden komt meer ziekte door het werk voor. Ook de mensen die 19
werkten in een bedrijf waar meer werk was dan ze aankonden, en mensen met werk waarvoor een opleiding nodig is lager dan MBO, hebben verhoudingsgewijs vaak aangeven dat hun ziekte een gevolg was van het werk. Het binnen werken en het werken in deeltijd lijken echter juist minder samen te gaan met ziekte of aandoeningen door het werk. Laatstgenoemde aspecten zijn wat duidelijker bij de meer strikte definitie (geheel of grotendeels), dan bij de wat ruimere definitie (waarbij ook het antwoord 'in belangrijke mate' wordt meegerekend bij de causale relatie). Het tegenovergestelde geldt voor de veranderingen in het werk, en de eventuele negatieve effecten daarvan. Beide gaan samen met meer arbeidsgebonden ziekten of aandoeningen. Voor meningen over het laatste werk geldt dat alle variabelen sterk gerelateerd zijn met ziekte door het werk. Mensen die niet veel klachten hebben over hun werk en werkomstandigheden, hebben veelal ook minder vaak aangegeven ziek te zijn door het werk. In de vervolganalyses (zie paragraaf 2.2.3; stap 2) zijn de variabelen met de zwakste verbanden buiten beschouwing gebleven. Dit zijn achtereenvolgend: lengte arbeidsleven, werkloos geweest, aantal werkgevers, verandering van werk of beroep in verband met ziekte (aspecten van het arbeidsleven); omvang bedrijf, aanwezigheid bedrijfsarts, economische situatie bedrijf, leidinggeven, soort dienst, en een ervaren positief effect van veranderingen binnen het bedrijf (feitelijke kenmerken van het laatste werk), het algemeen oordeel over het werk (meningen over het laatste werk). Hoewel ook leeftijd slechts zwak gerelateerd bleek met het ziek zijn door het werk is deze variabele om inhoudelijke redenen nog niet bij de verdere analyses uitgesloten. Om tot een verdere reductie van variabelen te komen zijn alle resterende variabelen opnieuw in verband gebracht met de twee varianten van de afhankelijke variabele, maar dan niet bi-variaat maar multivariaat (binnen de blokken onafhankelijke variabelen). Deze analyses zijn beschreven in bijlage D. Als belangrijkste onafhankelijke variabelen zijn uit deze analyses naar voren gekomen:
20
geheel:
belangrijk deel:
persoonskenmerken: nationaliteit en geslacht aspecten van het werk: expositie aan lichamelijke zwaar werk, idem aan geestelijk zwaar werk, aandacht voor arbeidsomstandigheden, werkdruk, binnen/buiten werken en fysieke belasting persoonskenmerken: nationaliteit en geslacht aspecten van het werk: expositie aan lichamelijke zwaar werk, idem aan geestelijk zwaar werk, aandacht voor arbeidsomstandigheden, werkdruk, veranderingen in het werk en fysieke en psychische belasting
Deze variabelen zijn gebruikt in de hoofdanalyses, die beschreven worden in paragraaf 3.3.
3.3
De factoren die een rol spelen bij de relatie tussen het werk en de ziekte
In de vorige paragraaf is beschreven op welke wijze het aantal variabelen is gereduceerd en welke variabelen zijn overgebleven voor de hoofdanalyses. In deze hoofdanalyses zal uiteindelijk worden vastgesteld welke variabelen met name de relatie tussen het werk en het ziek worden door het werk bepalen. Conform de in paragraaf 2.2.3 beschreven opzet van de analyses is voor de hoofdanalyses gebruikt gemaakt van logistische regressie. Hierbij zijn in eerste instantie de twee resterende persoonskenmerken (nationaliteit en geslacht) in de analyse opgenomen. Vervolgens zijn de resterende werkaspecten (stapsgewijs) aan de analyse toegevoegd. De resultaten van de analyses zijn weergegeven in tabel 3.5.
21
tabel 3.5:
relatieve risico's (multivariaat) op ziek door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de belangrijkste variabelen (geheel: ns6636; belangrijk deel n>6409).
onafhankelijke variabelen persoonskenmerken nationaliteit niet NL geslacht man werkaspecten lieh, expositie: ja geest, expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: te veel werk binnen/buiten: binnen verandering op werk: ja fysieke belasting: neg. psych, belasting: neg. * **
'geheel' RR
b.i.
'belangrijk deel' RR b.i.
1.33 1.15
(1.23 - 1.45) (1.08 - 1.22)
1.30 1.12
( 1 . 1 9 - 1.43) (1.06 - 1.18)
1.20 1.13
(1.11 - 1.29) (1.06 - 1.20)
1.20 1.11
( 1 . 1 2 - 1.28) (1.05 - 1.19)
1.27 1.11
(1.20 - 1.35) (1.04- 1.17)
1.34
n.v.t. ** 1.18 (1.14- 1.22) n.v.t. *•
1.13 1.24 1.19
(1.27 - 1.41) _ •
_ *
n.v.t. ** (1.06 - 1.20) (1.20 - 1.28) (1.15 - 1.22)
Dei« variabelen lijn uiteindelijk niet in de analyiei opgenomen, aangeiien se in te gering« mate kmiden bijdragen aan het model. Dase variabelen sijn alleen van toepMsing bij de andere variant.
Op basis van tabel 3.5 kan worden vastgesteld dat bij het ontstaan van een arbeidsgebonden ziekte of aandoening (leidend tot een jaar Ziektewet) de belangrijkste factoren in het werk betrekking hebben op: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden, de fysieke belasting van het werk, en het feit of men gedurende het arbeidszame leven lichamelijk of geestelijk zwaar werk heeft verricht. Deze aspecten spelen alle een rol, ongeacht of men nu arbeidsgebondenheid van de aandoening strikt of ruimer definieert. Bij een striktere definitie speelt ook nog de werkdruk een rol, en bij een ruimere definitie de psychische belasting en veranderingen op het werk. Overigens blijkt met bovenstaande variabelen maar in (zeer) beperkte mate de arbeidsgebondenheid van ziekten en aandoeningen voorspeld te kunnen worden, hoewel de voorspelbaarheid in geval van een ruimere definitie gunstiger is dan bij een striktere definitie (zie bijlage E). De variabelen leveren weliswaar een 22
significante bijdrage aan de verklaring van het model, maar de verbanden zijn gering. Dit heeft waarschijnlijk onder meer te maken met het feit dat het onderzoek zich beperkt heeft tot WAO-ers (zie verder paragraaf 6.2.3).
3.4
Verschillen tussen de diagnosecategorieën ten aanzien van de relatie tussen het werk en de ziekte
In deze paragraaf komen de verschillen tussen de diagnosecategorieën aan de orde. Er worden vier hoofdcategorieën onderscheiden: psychische stoornissen, aandoeningen aan hart en bloedvaten, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en overige aandoeningen. In de onderstaande tabel wordt weergegeven hoe de verdeling is voor de verschillende diagnosecategorieën op de vraag naar de mate waarin de ziekte een gevolg is van het werk. tabel 3.6:
Verdeling van de antwoorden op de vraag naar de indruk of de ziekte of aandoening een gevolg is van het werk dat men deed, voor de verschillende diagnosecategorieën (n>7040)*. psychisch abs. perc.
ja, geheel of grotendeels ja, voor een belangrijk deel ja, in beperkte mate nee, geheel niet
totaal *
575
28.7
590 403 438
29.4 20.1 21.8
2006 100.0
hart & vaten abs. perc.
beweging abs. perc.
overig abs. perc.
14.4
1055 38.8
379 22.0
139 23.5 128 21.7 239 40.4
774 28.4 426 15.7 467 17.2
272 15.8 262 15.2 808 46.9
591 100.0
2722 100.0
1721 100.0
85
D« meest opvallende gegevens sijn in de tabel vat weergegeven.
Uit tabel 3.6 kan worden opgemaakt dat er grote verschillen bestaan met betrekking tot de ervaren arbeidsgebondenheid van ziekte of aandoening, wanneer onderscheid wordt gemaakt naar diagnosecategorie. Aandoeningen aan hart en bloedvaten en overige aandoeningen zijn door de respondenten beduidend minder vaak in verband gebracht met het werk, dan psychische stoornissen en aandoeningen aan het bewegingsapparaat. 23
Om vervolgens na te gaan of er tussen de diagnosecategorieën verschillen bestaan ten aanzien van de werkaspecten die samenhangen met de ziekte/aandoening is de analyse van paragraaf 3.3 herhaald binnen de betreffende deelpopulaties. Aangezien op het niveau van de diagnose andere aspecten van het werk van invloed kunnen zijn dan bij een meer algemene analyse is hierbij ook een wat ruimer aantal (onafhankelijke) variabelen in de analyses betrokken. Ook deze keuze is gebaseerd op de analyses binnen de blokken onafhankelijke variabelen (zie bijlage D). Hieronder wordt weergegeven welke variabelen uiteindelijk bij de analyses binnen de diagnosecategorieën worden meegenomen. geheel:
persoonskenmerken: nationaliteit en geslacht aspecten van het werk: expositie aan lichamelijke zwaar werk, idem aan geestelijk zwaar werk, aandacht voor arbeidsomstandigheden, werkdruk, binnen/buiten werken en de inhoud van het werk, de fysieke en de psychische belasting
belangrijk deel:
persoonskenmerken: nationaliteit en geslacht aspecten van het werk: expositie aan lichamelijke zwaar werk, idem aan geestelijk zwaar werk, aandacht voor arbeidsomstandigheden, werkdruk, veranderingen in het werk en de inhoud van het werk, de fysieke en psychische belasting en de werkorganisatie
Ook bij de analyses binnen de diagnosecategorieën is gebruik van logistische regressie (zie paragraaf 2.2.3). In eerste instantie zijn hierbij de persoonskenmerken (nationaliteit en geslacht) in de analyse opgenomen. Vervolgens zijn (stapsgewijs) de werkaspecten aan de analyse toegevoegd. De resultaten zijn weergegeven in tabel 3.7 t/m 3.10.
24
tabel 3.7:
relatieve risico's (multivariaat) op ziek door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de belangrijkste variabelen binnen de diagnosecategorie 'psychische stoornissen' (geheel: n=1896; belangrijk deel n-1849).
onafhankelijke variabelen persoonskenmerken geslacht man nationaliteit: niet NL werkaspecten: lieh, expositie: ja geest, expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: teveel werk binnen/buiten:binnen arbeidsinhoud: neg fysieke belasting: neg psych, belasting: neg werkorganisatie: neg * **
'geheel' RR
b.:i.
'belangrijk deel' RR b.ii.
(1.16- 1.43) (0.98 - 1.39)
1.27 1.21
(1.04 - 1.46)
1.31
(1.11 - 1.39) _« _* n.v.t.** (1.04 - 1.23) 1.13 _* (1.12- 1.27) 1.19 n.v.t.**
1.27
1.28 1.16
_ • 1.23 1.24
(1.14- 1.40) (1.01 - 1.45)
- *
1.30 1.18 1.09 1.21 1.13
(1.13- 1.51) (1.13 n.v.t ** n.v.t ** (1.17(1.08 (1.03 (1.14(1.05 -
1.51)
1.42) 1.45) 1.15) 1.29) 1.22)
Dese variabelen sijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te geringe mate konden bijdragen aan het model. Dese variabelen sijn alleen van toepassing bij de andere variant.
Uit de analyses met betrekking tot de diagnose psychische stoornissen komen als belangrijkste factoren in het werk naar voren: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden, de arbeidsinhoud, de geestelijke belasting van het werk, en het feit of men gedurende het arbeidzame leven geestelijk zwaar werk heeft verricht. Bij de ruimere definitie (belangrijk deel) moet hieraan toe worden gevoegd: de veranderingen op het werk, en de organisatie van het werk en de fysieke belasting. Wat betreft de persoonskenmerken lijkt vooral de variabele geslacht van belang met betrekking tot de diagnose psychische stoornissen. Nationaliteit speelt alleen een rol bij de ruimere definitie (belangrijk deel).
25
tabel 3.8 : relatieve risico's (multivariaat) op ziek door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de belangrijkste variabelen binnen de diagnosecategorie 'aandoeningen aan hart en bloedvaten' (geheel: na567; belangrijk deel: n«545). onafhankelijke variabelen persoonskenmerken geslacht man nationaliteit niet NL werkaspecten lieh, expositie: ja geest, expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: teveel werk binnen/buiten:binnen verandering op werk: ja arbeidsinhoud: neg fys. belasting: neg psych. belast.:neg werkorganisatie: neg * **
'geheel' RR
b.i.
1.32 1.12
(0.90 - 1.92) (0.73 - 1.72)
'belangrijk deel' RR b.i.
1.40 0.98
_ *
_ *
(1.05 - 2.14)
1.50 _* _* _ •
1.27 1.17 1.25
(1.06 - 1.86) (0.67 - 1.44)
n.v.t.** (1.01 - 1.59) (1.03 - 1.34) (1.08 - 1.44) n.v.t.**
1.76
(1.36 - 2.28) _*
n.v.t. ** n.v.t. ** _* (1.09 - 1.61) 1.33 1.14 (1.03 - 1.27) 1.38 (1.23 - 1.54) _ •
Dese variabelen sijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te geringe mate konden bijdragen aan het model. Dese variabelen sijn alleen van toepassing bij de andere variant.
Uit de analyses met betrekking tot de diagnose aandoeningen aan hart en bloedvaten komen als belangrijkste factoren in het werk naar voren: de arbeidsinhoud, de geestelijke en fysieke belasting van het werk, en het feit of men gedurende het arbeidzame leven geestelijk zwaar werk heeft verricht. Wat betreft de persoonskenmerken lijkt uiteindelijk alleen de variabele geslacht nog enigszins van belang (alleen bij de ruimere definitie).
26
tabel 3.9:
relatieve risico's (multivariaat) op ziek door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de belangrijkste variabelen binnen de diagnosecategorie 'aandoeningen aan het bewegingsapparaat' (geheel: n«2525; belangrijk deek n'2422).
onafhankelijke variabelen persoonskenmerken geslacht man nationaliteit niet NL werkaspecten lieh, expositie: ja geest, expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: teveel werk binnen/buiten: buiten arbeidsinhoud: neg fys. belasting: neg psych, belasting: neg werkorganisatie: neg * **
'geheel' b. i.
RR
1.01 1.67
1.64
'belangrijk deel* RR b.ii.
(0.91 - 1.12) (1.44 - 1.95)
1.05 1.85
(1.40 - 1.93)
1.59
_ •
1.22
(1.12- 1.33)
1.30
(1.02 - 1.25) n.v.t. • • (1.15- 1.28) (1.04 - 1.15) n.v.t. • •
(1.18- 1.43) n.v.t. *• n.v.t. • • _« _«
_ •
1.21 1.10
(1.40 - 1.82) _ •
_ *
1.12
(0.96 - 1.16) (1.49 - 2.28)
1.37 1.13
(1.29 - 1.45) (1.08 - 1.19) _ •
0«M variabelen aijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te geringe mat« konden bijdragen aan het model. Das« variabaUn sijn all««n van toepassing bij de andere variant.
Uit de analyses met betrekking tot de diagnose aandoeningen aan het bewegingsapparaat komen als belangrijkste factoren in het werk naar voren: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden, de fysieke en geestelijke belasting van het werk, en het feit of men gedurende het arbeidzame leven lichamelijk zwaar werk heeft verricht. Bij een striktere definitie (geheel) moet hieraan toe worden gevoegd: het buiten werken. Bij de persoonskenmerken is alleen de variabele nationaliteit van belang.
27
tabel 3.10: relatieve risico's (multivariaat) op ziek door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de belangrijkste variabelen binnen de diagnosecategorie 'overige aandoeningen' (geheel: n-1648; belangrijk deel: n-1593). onafhankelijke variabelen persoonskenmerken: geslacht man nationaliteit niet NL werkaspecten lieh, zwaar werk: ja geest, expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: teveel werk binnen/buiten:binnen arbeidsinhoud: neg fys. belasting: neg psych, belasting: neg werkorganisatie: neg
'geheel' RR
b. i.
1.10 1.36
1.35
'belangrijk deel' RR b.ii.
(0.96 - 1.26) (1.15- 1.61)
1.13 1.30
(1.14- 1.60)
1.29
_*
_ *
_* _*
n.v.t.** (1.07 - 1.32) 1.19 1.16 (1.08 - 1.26) _* _*
( 1 . 1 2 - 1.49) _ *
(1.04 - 1.34)
1.18
(1.01 - 1.26) (1.11 - 1.54)
n.v.t. ** n.v.t. ** _ •
1.25 1.13 1.13 1.20
(1.13(1.06(1.06 (1.11 -
1.37) 1.21) 1.20) 1.29)
Dos« variabelen sijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te geringe mate konden bijdragen aan het model. Dese variabelen sijn alleen van toepassing bij de andere variant.
Uit de analyses met betrekking tot de diagnose overige aandoeningen komen als belangrijkste werkfactoren naar voren: het feit of men gedurende het arbeidzame leven lichamelijk zwaar werk heeft verricht, de arbeidsinhoud en de fysieke belasting van het werk. Bij een striktere definitie (geheel) moet hieraan toe worden gevoegd: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden. Voor een ruimere definitie (belangrijk deel) gelden de volgende toevoegingen: de organisatie van het werk, en de psychische belasting. Wat betreft de persoonskenmerken lijkt vooral de variabele nationaliteit van belang met betrekking tot de diagnose overige aandoeningen. Geslacht speelt alleen een rol bij de ruimere definitie (belangrijk deel).
28
Overigens blijft, ook wanneer onderscheid gemaakt wordt naar diagnosecategorie, de samenhang tussen de gevonden factoren en de mate waarin de ziekten en aandoeningen in verband gebracht zijn met het werk beperkt (voor de betreffende tabellen wordt verwezen naar bijlage E). Bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat en bij psychische stoornissen liggen de verbanden echter wel wat duidelijker.
3.5
Samenvatting en conclusies
In dit hoofdstuk zijn de resultaten gepresenteerd van de analyses met betrekking tot de mate waarin de achterliggende ziekte of aandoening veroorzaakt is door het werk. Uitgaande van de mening van de respondenten zelf kan, afhankelijk van de definitie, 30 tot 55% van de aandoeningen arbeidsgebonden genoemd worden. De 30% is gebaseerd op een vrij strikte definitie van het begrip, waarbij alleen indien de respondent heeft aangegeven dat de ziekte of aandoening geheel of grotendeels het gevolg is van het werk dat men deed, gesproken wordt van arbeidsgebondenheid. Wanneer een iets ruimere definitie gehanteerd wordt, en ook degenen die hebben aangegeven dat hun ziekte voor een belangrijk deel het gevolg is van het werk dat men deed meegeteld worden, komt men op een percentage van 55%. Overigens heeft slechts iets meer dan een kwart van de respondenten aangegeven dat hun ziekte of aandoeningen geheel niet te maken zou hebben met hun vroegere arbeid. Als vervolgens gekeken wordt naar de factoren in het werk die hiervoor verantwoordelijk zouden zijn, blijkt dat de respondenten zelf hierbij vooral aan de lichamelijke, en de geestelijke belasting van het werk denken en aan de arbeidsomstandigheden in het algemeen. Uit de analyses (logistische regressie) komen als belangrijkste factoren met betrekking tot het werk naar voren: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden (geen aandacht gaat samen met meer arbeidsgebondenheid )\ de fysieke belasting van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); het feit of men gedurende het arbeidzame leven lichamelijk zwaar werk heeft verricht (een dergelijke expositie gaat samen met meer arbeidsgebondenheid): het feit of men gedurende het arbeidzame leven geestelijk zwaar werk heeft verricht (een dergelijke expositie gaat samen met meer arbeidsgebondenheid). 29
Deze aspecten spelen alle een rol, ongeacht of men nu arbeidsgebondenheid van de aandoening strikt of ruimer definieert. Bij een striktere definitie speelt verder nog een rol: de werkdruk (te veel werk in het algemeen gaat samen met meer arbeidsgebondenheid) . Voor de ruimere definitie gelden tenslotte de volgende toevoegingen: de psychische belasting (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid )\ veranderingen op het werk C veranderingen gaan samen met meer arbeidsgebondenheid). Als belangrijkste persoonskenmerken met betrekking tot de mate waarin de ziekte of aandoening veroorzaakt is door het werk kunnen op basis van de analyses worden genoemd, nationaliteit en geslacht. Arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen (leidend tot een jaar Ziektewet) komen verhoudingsgewijs vaak voor onder nietNederlanders, en onder mannen. Onderscheid naar de belangrijkste diagnosecategorieên laat zien dat aandoeningen aan het bewegingsapparaat en psychische stoornissen door de respondenten beduidend vaker in verband gebracht worden met het werk dan aandoeningen aan hart en bloedvaten en overige aandoeningen. Uitgaande van een strikte definitie lopen de percentages uiteen van 14% voor aandoeningen aan hart en bloedvaten tot 39% voor aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Bij een ruimere definitie zijn de verschillen zelfs nog groter, namelijk 38% in het geval van aandoeningen aan hart en bloedvaten en overige aandoeningen, 58% bij psychische stoornissen en 68% bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Uit de analyses (logistische regressie) komen voor de verschillende diagnosecategorieën als belangrijkste factoren met betrekking tot de werksituatie naar voren: psvchische stoornissen: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden (geen aandacht gaat samen met meer arbeidsgebondenheid);
30
de arbeidsinhoud (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); de geestelijke belasting van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); het feit of men gedurende het arbeidzame leven geestelijk zwaar werk heeft verricht (een dergelijke expositie gaat samen met meer arbeidsgebondenheid). Bij de ruimere definitie moet hieraan toe worden gevoegd: de veranderingen op het werk ( veranderingen gaan samen met meer arbeidsgebondenheid)'. de organisatie van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); de fysieke belasting (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid). aandoeningen aan hart- en bloedvaten: de arbeidsinhoud (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); de geestelijke belasting van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); de fysieke belasting van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); het feit of men gedurende het arbeidzame leven geestelijk zwaar werk heeft verricht (een dergelijke expositie gaat samen met meer arbeidsgebondenheid). aandoeningen aan het bewegingsapparaat de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden (geen aandacht gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); de fysieke belasting van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); de geestelijke belasting van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); het feit of men gedurende het arbeidzame leven lichamelijk zwaar werk heeft verricht (een dergelijke expositie gaat samen met meer arbeidsgebondenheid).
31
Bij een striktere definitie moet hieraan toe worden gevoegd: het buiten werken (buitenwerk gaat samen meer arbeidsgebondenheid). Qvgrige MpçlQgnipRgp: het feit of men gedurende het arbeidzame leven lichamelijk zwaar werk heeft verricht (een dergelijke expositie gaat samen met meer arbeidsgebondenheid): de arbeidsinhoud (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); de fysieke belasting van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid). Bij een striktere definitie moet hieraan toe worden gevoegd: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden (geen aandacht gaat samen met meer arbeidsgebondenheid). Voor een ruimere definitie gelden de volgende toevoegingen: de organisatie van het werk (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid); de psychische belasting (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebondenheid). Verschillen naar nationaliteit zijn geconstateerd met betrekking tot psychische aandoeningen (alleen bij een ruimere definitie), en bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat en overige aandoeningen. Verschillen naar geslacht blijken van belang bij psychische stoornissen, bij aandoeningen aan hart en bloedvaten (alleen bij een ruimere definitie) en bij overige aandoeningen (eveneens alleen bij een ruimere definitie). De verschillen hebben steeds betrekking op het meer voorkomen van arbeidsgebondenheid van ziekte of aandoeningen bij mannen (wat betreft geslacht) en niet Nederlanders (bij nationaliteit). Tenslotte blijkt de samenhang tussen de gevonden factoren en de mate waarin de ziekte of aandoening veroorzaakt is door het werk beperkt. Dat wil zeggen dat met de in het onderzoek gehanteerde variabelen de arbeidsgebondenheid van ziekten en aandoeningen maar in (zeer) beperkte mate voorspeld kan worden. Dit is waarschijnlijk mede een gevolg van het feit dat in het onderzoek alleen WAO-ers zijn betrokken. 32
4.
RESULTATEN: DE RELATIE WERK - UITVAL
In dit hoofdstuk worden de resultaten behandeld van de analyses met betrekking tot de conditionele relatie, de mate waarin de uitval uit het werk (het begin van het jaar Ziektewet) samenhangt met de specifieke omstandigheden op het werk. Anders geformuleerd: de mate waarin de WAO-ers door hadden kunnen werken als er passend werk voor handen was geweest. Evenals in het vorige hoofdstuk zullen eerst de belangrijkste frequentieverdelingen van de onderhavige afhankelijke variabele worden gepresenteerd en besproken (paragraaf 4.1). Daarna komt de reductie van de onafhankelijke variabelen aan de orde (paragraaf 4.2). De factoren die een rol spelen bij de relatie tussen het werk en de uitval komt aan bod in paragraaf 4.3. In paragraaf 4.4 wordt vervolgens een overzicht gegeven van de verschillen tussen de vier hoofddiagnosecategorieën. Het hoofdstuk wordt afgerond met de samenvatting en conclusies (paragraaf 4.5).
4.1
De frequentieverdelingen van de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval
Wanneer iemand ziek is of een aandoening heeft, hoeft dit niet altijd tot gevolg te hebben dat men een jaar in de Ziektewet hoeft te zitten, en in de WAO komt. In dit onderzoek is aan de respondenten gevraagd of ze van mening waren dat ze nog door hadden kunnen werken wanneer hun werk was aangepast, of wanneer ze ander werk zouden hebben gedaan. In tabel 4.1 en 4.2 wordt de verdeling van de antwoorden gegeven .
De in dit hoofdstuk vermelde gegevens hebben steeds betrekking op het representatieve deel van de steekproef (n«7322). 33
tabel 4.1:
Verdeling van de antwoorden op de vraag naar de indruk of men nog aan het werk zou zijn geweest indien men in het bedrijf maatregelen had genomen om de respondent aan het werk te houden. perc.
ja nee
1490 3566
20.3 % 48.7 %
n.v.t. / geen antwoord
2266
30.9 %
totaal
7322
100.0 %
tabel 4.2: Verdeling van de antwoorden op de vraag naar de indruk of men nog aan het werk zou zijn geweest indien men ander werk zou hebben gedaan. abs.
perc.
ja nee
1936 4548
26.4 % 62.1 %
geen antwoord
838
11.4%
totaal
7322
100.0 %
Als beide gegevens bij elkaar genomen worden, en rekening gehouden wordt met de overlap, blijft een groep van 34.5% (2522 personen) over waarvan de uitval in verband gebracht kan worden met het werk.
4.2
De reductie van het aantal onafhankelijke variabelen
Gezien het grote aantal onafhankelijke variabelen dat bij de analyses is betrokken, is het noodzakelijk om tot een reductie te komen. Zoals in paragraaf 2.2.3 is aangegeven wordt hierbij een stapsgewijze procedure gevolgd. In eerste instantie is in dit verband gekeken naar de bivariate samenhang van de onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabele, in dit hoofdstuk de arbeidsgebondenheid van de uitval. 34
Hieronder (tabel 4.3) zullen de relatieve risico's van deze variabelen afzonderlijk worden weergegeven, waardoor een indruk wordt verkregen van de sterkte van het verband van deze variabelen met de uitval door het werk. Hierbij wordt, evenals in paragraaf 3.2. het betrouwbaarheidsinterval (b.i.) vermeld. Telkens staat weer naast de variabele aangegeven voor welk kenmerk het relatieve risico geldt. tabel 4.3: Relatieve risico's * (bivariaat) op uitval door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de relevante variabelen (n » 7322) onafhankelijke variabelen
RR
persoonskenmerken: geslacht man leeftijd: jonger dan 45 jaair burg.staat niet samenwonend nationaliteit Nederlands opleiding: > MBO
1.12 1.65 0.96 0.85 0.89
(1.05 (1.54 (0.89 (0.77 (0.82
--• -•• --
1.30 0.75 0.78 0.85 0.79
(1.20 (0.70 (0.74 (0.79 (0.74
-- 1 . 4 2 ) -- 0.81) -- 0.84) •• 0.91) -- 0.84)
0.88
(0.81 -• 0.96)
0.94 0.96 0.87
(0.88 -• 1.00) (0.89 -• 1.02) (0.81 -• 0.93)
1.70 1.32 0.97 0.96 0.84 0.92 0.89
(1.59 -(1.24 -• (0 9 0 -(0.89 -• (0.79 -• (0.87 -• (0.82 -•
arbeidsverleden: lengte arbeidsleven: <10jr lichamelijke expositie: nvt geestelijke expositie: nvt werkloos geweest nee aantal werkgevers: 1 veranderd van werk of beroep ivm ziekte: nee feitelijke kenmerken van het laatste werk: omvang bedrijf: < 100 bedrijfsarts: afwezig economische situatie: goed aandacht vOor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: te veel werk leidinggevend: nee vooropleiding: < MBO soort dienst dagdienst binnen/buiten: binnen werktijd: deeltijd
b.i.
1.19) 1.77) 1.03) 0.94) 0.95)
1.81) 1.41) 1.04) 1.04) 0.90) 0.99) 0.95)
35
vervolg tabel 4.3 onafhankelijke variabelen
RR
b.i.
feitelijke kenmerken van het laatste werk (vervolg): verandering op werk: ja negatief effect nee positief effect nee
1.33 0.72 0.79
(1.25 •- 1.41) (0.68 •- 0.77) (0.73 •- 0.86)
meningen over het laatste werk: arbeidsinhoud: pos fysieke belasting: pos psychische belasting: pos (binnen )klimaat pos werkorganisatie: pos arbeidsverhoudingen: pos arbeidsvoorwaarden: pos al met al: goed
0.73 0.70 0.79 0.74 0.61 0.62 0.56 0.70
(0.68 (0.65 (0.74 (0.69 (0.57 (0.57 (0.52 (0.66
*
--••••••-
0.77) 0.75) 0.85) 0.79) 0.66) 0.66) 0.61) 0.75)
De belangrijkste verbanden (dat wil seggen met een relatief risico kleiner dan 0.80 of groter dan 1.30) sijn in de tabel vet weergegeven.
Tabel 4.3 laat zien dat wat betreft de persoonskenmerken met name leeftijd een sterk verband heeft met de afhankelijke variabele de uitval door het werk. Personen jonger dan 45 hebben vaker aangegeven nog aan het werk te zijn geweest wanneer hun werk zou zijn aangepast of wanneer zij ander werk hadden gedaan. Bij het arbeidsverleden lijken vooral de lengte van het arbeidsleven, en het verricht hebben van lichamelijk zwaar werk belangrijke variabelen voor de uitval door het werk. Mensen die minder dan 10 jaar hebben gewerkt zijn vaker van mening dat zij nog wel door hadden kunnen werken wanneer er passend werk voorhanden was geweest. Hetzelfde geldt voor personen die geen lichamelijk zwaar werk hebben verricht. Een en ander zou samen kunnen hangen met leeftijd. In de volgende stap van de analyse zal dit nader worden uitgezocht. De belangrijkste variabelen met betrekking tot de feitelijke kenmerken van het laatste werk zijn aandacht voor arbeidsomstandigheden, werkdruk, veranderingen op het werk en de negatieve of positieve effecten daarvan. Bij een hoge werkdruk 36
en bij het ontbreken van aandacht voor de arbeidsomstandigheden is vaker sprake van arbeidsgebonden uitval. Ook veranderingen op het werk gaan samen met meer uitval door het werk. Wanneer veranderingen echter geen duidelijk positief of negatief effect hebben, lijkt de kans op uitval door het werk juist weer kleiner (dat wil zeggen dat hun uitval uit het werk vaker'onvermijdbaar was). Voor alle variabelen over mening over het laatste werk geldt dat ze een belangrijk verband hebben met uitval door het werk. Mensen die de verschillende aspecten van het werk negatief ervaren, zijn vaker van mening dat ze nog door hadden kunnen werken als passend werk beschikbaar zou zijn geweest. Uit tabel 4.3 is tevens op te maken dat een aantal variabelen slechts een zwak verband hebben met de uitval door het werk. Deze zullen in de verdere analyses niet meegenomen worden. Het gaat hier om de volgende variabelen: samenwonen, nationaliteit, opleiding (persoonskenmerken); werkloos geweest, aantal werkgevers, veranderd van werk of beroep in verband met ziekte (aspecten van het arbeidsleven); omvang bedrijf, aanwezigheid bedrijfsarts, economische situatie bedrijf, leidinggeven, vereiste vooropleiding, soort dienst, binnen/buiten, werktijden (feitelijke kenmerken van het laatste werk). Hoewel ook geslacht slechts in beperkte mate blijkt samen te hangen met het uitvallen door het werk, is deze variabele om inhoudelijke redenen nog niet bij de verdere analyses uitgesloten. Om tot een verdere reductie van variabelen te komen zijn alle resterende variabelen opnieuw in verband gebracht met de afhankelijke variabele, maar dan niet bivariaat maar multivariaat (binnen de blokken onafhankelijke variabelen). Deze analyses zijn beschreven in bijlage F. Als belangrijkste onafhankelijke variabelen zijn uit deze analyses naar voren gekomen: persoonskenmerken: aspecten van het werk:
geslacht en leeftijd expositie aan lichamelijke zwaar werk, idem aan geestelijk zwaar werk, aandacht voor arbeidsomstandigheden, negatieve veranderingen in het werk, fysieke belasting en arbeidsvoorwaarden
Deze variabelen zijn gebruikt in de analyses die in paragraaf 4.3 beschreven worden.
37
4.3
De factoren die een rol spelen bij de relatie tussen het werk en de uitval
In de vorige paragraaf is aangegeven op welke wijze het aantal variabelen is gereduceerd en welke variabelen zijn overgebleven voor de uiteindelijke analyse. In deze analyse zal worden vastgesteld welke variabelen met name de relatie tussen het werk en de uitval bepalen. Bij deze analyse is gebruik gemaakt van logistische regressie (zie paragraaf 2.2.3). Hierbij zijn in eerste instantie de twee resterende persoonskenmerken (nationaliteit en geslacht) in de analyse opgenomen. Vervolgens zijn de resterende aspecten met betrekking tot het werk (stapsgewijs) aan de analyse toegevoegd. De resultaten zijn opgenomen in tabel 4.4. tabel 4.4:
relatieve risico's (multivariaat) op uitval door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de overgebleven variabelen (n > 6802)
onafhankelijke variabelen
RR
b.i.
persoonskenmerken geslacht man leeftijd: jong
1.15 0.97
(1.09 - 1.21) (0.96 - 0.97)
werkaspecten lichamelijke expositie: ja geestelijke expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee negatieve veranderingen : ja fysiek belasting: neg arbeidsvoorwaarden: neg *
-* -* 1.23 1.12 1.14 1.22
(1.16-1.31) (1.07-1.16) (1.06-1.17) (1.17 - 1.27)
Des« variabalan sijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te gering« mat« konden bijdragen aan het model.
Uit tabel 4.4 kan worden opgemaakt dat de belangrijkste factoren in de werksituatie bij het uitvallen uit het werk betrekking hebben op: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden, de negatieve effecten van veranderingen op het werk, de fysieke belasting en de arbeidsvoorwaarden.
38
Verder blijken ook de persoonskenmerken geslacht en leeftijd van belang voor de arbeidsgebonden uitval uit het werk. Mannen geven vaker aan dat ze nog door hadden kunnen werken als er passend werk was geweest. Ook jongeren zijn vaker van mening dat in geval van ander werk of aangepast werk nog door hadden kunnen werken. Overigens blijkt met bovenstaande variabelen maar in (zeer) beperkte mate de arbeidsgebondenheid van de uitval voorspeld te kunnen worden (zie bijlage G). De variabelen leveren weliswaar een significante bijdrage aan de verklaring van het model, maar de verbanden zijn gering. Dit heeft waarschijnlijk onder meer te maken met het feit dat het onderzoek zich beperkt heeft tot WAO-ers (zie paragraaf 6.2.3).
4.4
Verschillen tussen de diagnosecategorieën ten aanzien van de relatie tussen het werk en de uitval
Ook ten aanzien van de uitval door het werk is gekeken naar de verschillen tussen de diagnosecategorieën. De onderscheiden categorieën hebben betrekking op: psychische stoornissen, aandoeningen aan hart en bloedvaten, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en overige aandoeningen. Allereerst zal gekeken worden naar de verdeling van de antwoorden van de respondenten op de aan de uitval uit het werk ten grondslag liggende vragen over de genoemde diagnosecategorieën (tabel 4.5 en 4.6). tabel 4.5: Verdeling van de antwoorden op de vraag naar de indruk of men nog aan het werk zou zijn geweest indien men in het bedrijf maatregelen had genomen om de respondent aan het werk te houden, naar diagnosecategorie (n=7317). psychisch abs. perc.
hart & vaten abs. perc.
beweging abs. perc.
overig abs. perc.
ja nee
533 35.8 954 64.2
75 19.2 316 80.8
601 31.5 1304 68.5
280 23.5 913 76.5
n.v.t/ geen antwoord
827
229
895
619
totaal
2085 100.0
-
-
620 100.0
-
895 100.0
-
619 100.0
39
tabel 4.6:
Verdeling van de antwoorden op de vraag naar de indruk of men nog aan het werk zou zijn geweest indien men ander werk zou hebben gedaan, naar diagnosecategorie (ns7317). psychisch abs. perc.
hart & vaten abs. perc.
beweging abs. perc.
overig abs. perc.
ja nee
492 26.6 1360 73.4
118 22.0 418 78.0
886 35.6 1606 64.4
438 27.4 1161 72.6
geen antwoord
233
308
213
totaal
2085 100.0
-
84
-
620 100.0
-
895 100.0
-
619 100.0
Als de antwoorden over deze twee vragen bij elkaar genomen worden, blijkt dat van de WAO-ers met een diagnose psychische aandoeningen 36% van mening is zij nog door hadden kunnen werken als er passend werk was geweest. Bij de aandoeningen aan hart en bloedvaten, de aandoeningen aan het bewegingsapparaat en van de overige aandoeningen geldt dit voor respectievelijk op 24%, 38% en 30%. van de WAO-ers. Dit betekent dat uitval in verband met hart en bloedvaten en overige aandoeningen beduidend minder vaak in verband gebracht is met de mogelijkheden voor passend werk, dan uitval in verband met psychische stoornissen en aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Om vervolgens na te gaan of er tussen de diagnosecategorieën verschillen bestaan ten aanzien van de werkaspecten die een rol spelen bij de uitval is de hoofdanalyse (zie paragraaf 4.3) herhaald binnen de betreffende deelpopulaties. Aangezien op het niveau van de diagnose andere aspecten van het werk van invloed kunnen zijn dan voor een meer algemene analyse zijn hierbij ook wat meer (onafhankelijke) variabelen betrokken. Ook deze keuze is gebaseerd op de analyses binnen de blokken onafhankelijke variabelen (zie bijlage F). Hieronder wordt weergegeven welke variabelen uiteindelijk in de analyses worden meegenomen. persoonskenmerken: aspecten van het werk:
40
geslacht en leeftijd expositie aan lichamelijke zwaar werk, idem aan geestelijk zwaar werk, aandacht voor arbeidsomstandigheden, werkdruk, negatieve veranderingen in het
werk, arbeidsinhoud, fysieke belasting, arbeidsorganisatie, arbeidsverhoudingen, en arbeidsvoorwaarden Ook bij de analyses binnen de diagnosecategorieën is gebruik gemaakt van logistische regressie zie paragraaf 2.2.3). Hierbij zijn eerst de persoonskenmerken (geslacht en leeftijd) in de analyse opgenomen. Daarna zijn de werkaspecten (stapsgewijs) aan de analyse toegevoegd. De resultaten zijn weergegeven in tabel 4.7 t/m 4.10. tabel 4.7 : relatieve risico's (multivariaat) op uitval door het werk en betrouwbaar heidsintervallen voorde belangrijkste variabelen binnen de diagnosecategorie 'psychische stoornissen* (n = 1913). onafhankelijke variabelen
RR
b.i.
persoonskenmerken geslacht man leeftijd: jong
1.21 0.98
(1.09 - 1.34) (0.97 - 0.99)
werkaspecten lichamelijke expositie: ja geestelijke expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: te veel werk negatieve veranderingen: ja arbeidsinhoud: neg fysieke belasting: neg arbeidsorganisatie: neg arbeidsverhoudingen: neg arbeidsvoorwaarden: neg *
_* _ •
1.19 1.14 1.11
(1.06 - 1.34) (1.03 - 1.27) (1.09 - 1.25) _* * _*
1.17 1.20
(1.09 - 1.25) (1.09 - 1.31)
Dese variabelen sijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te geringe mate konden bijdragen aan het model.
Uit de analyse met betrekking tot de diagnose psychische stoornissen komen als belangrijkste factoren in de werksituatie naar voren: werkdruk, aandacht voor de arbeidsomstandigheden, negatieve effecten van veranderingen in het werk, en de arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden. 41
Wat betreft de persoonskenmerken blijken zowel geslacht als leeftijd van belang bij de arbeidsgebondenheid van de uitval bij psychische stoornissen. tabel 4.8:
relatieve risico's (multivariaat) op uitval door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voorde belangrijkste variabelen binnen de diagnosecategorie 'aandoeningen aan hart en bloedvaten' (n « 573).
onafhankelijke variabelen
RR
b.i.
persoonskenmerken geslacht man leeftijd: jong
1.25 0.95
(0.95 - 1.66) (0.93 - 0.97)
0.67
(0.52 - 0.87)
werkaspecten lichamelijk expositie: ja geestelijke expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: te veel werk negatieve veranderingen: ja arbeidsinhoud: neg fysieke belasting: neg arbeidsorganisatie: neg arbeidsverhoudingen: neg arbeidsvoorwaarden: neg *
-* -* 1.36
(1.09-1.69) -*
1.27 1.24
(1.04 - 1.56) ( 1.09 - 1.41 ) -* -*
1.33
(1.12 - 1.57)
Des« variabelen sijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te geringe mate konden bijdragen aan het model.
De belangrijkste aspecten in het werk met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van de uitval bij de diagnose aandoening aan hart en bloedvaten zijn: het tijdens het arbeidzame leven verricht hebben van lichamelijk zwaar werk, werkdruk, de arbeidsinhoud, de fysieke belasting en de arbeidsvoorwaarden. Van de persoonskenmerken speelt bij deze diagnose alleen leeftijd een rol.
42
tabel 4.9:
relatieve risico's (multivariaat) op uitval door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voorde belangrijkste variabelen binnen de diagnosecategorie 'aandoeningen aan het bewegingsapparaat' (n > 2554).
onafhankelijke variabelen
RR
b.i.
persoonskenmerken geslacht man leeftijd: jong
1.07 0.96
(0.98 -• 1.17) (0.95 -• 0.97)
werkaspecten lieh, expositie: ja geest, expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: teveel werk negatieve veranderingen: ja arbeidsinhoud: neg fysieke belasting: neg arbeidsorganisatie: neg arbeidsverhoudingen: neg arbeidsvoorwaarden: neg *
_ • _ • 1.15
_ •
(1:05 - 1.27)
_* 1.08 1.15 1.08 1.13
_*
(1.01 -• 1.17) (1.10- 1.21) (1.02 - 1.16) (1.05 -• 1.22)
Des« variabelen sijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te geringe mate konden bijdragen aan het model.
De belangrijkste aspecten in het werk met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van de uitval bij de diagnose aandoening aan het bewegingsapparaat zijn: de aandacht voor de arbeidsomstandigheden, de arbeidsinhoud, de fysieke belasting^ de arbeidsorganisatie en de arbeidsvoorwaarden. Van de persoonskenmerken speelt ook bij deze diagnose alleen leeftijd een rol.
43
tabel 4.10: relatieve risico's (multivariaat) op uitval door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voorde belangrijkste variabelen binnen de diagnosecategorie 'overige aandoeningen' (n» 1663). onafhankelijke variabelen
RR
b.i.
persoonskenmerken geslacht man leeftijd: jong
1.16 0.96
(1.03 - 1.31) (0.96 - 0.97)
werkaspecten lichamelijke expositie: ja geestelijke expositie: ja aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: teveel werk negatieve veranderingen: ja arbeidsinhoud: neg fysieke belasting: neg arbeidsorganisatie: neg arbeidsverhoudingen: neg arbeidsvoorwaarden: neg
1.31
(1.14- 1.52) - *
1.16
(1.02 - 1.31) - *
1.15
(1.05 - 1.26) - *
1.13
(1.05 - 1.21) - * - *
1.19
(1.08 - 1.31)
Dese variabelen sijn uiteindelijk niet in de analyses opgenomen, aangesien se in te geringe mate konden bijdragen aan het model.
Uit de analyse met betrekking tot de diagnose overige aandoeningen komen als belangrijkste factoren in het werk naar voren: het tijdens het arbeidzame leven verricht hebben van lichamelijk zwaar werk, aandacht voor de arbeidsomstandigheden, de fysieke belasting en de arbeidsvoorwaarden. Wat betreft de persoonskenmerken blijken zowel geslacht als leeftijd van belang bij de arbeidsgebondenheid van de uitval bij overige aandoeningen. Overigens blijft, ook wanneer onderscheid gemaakt wordt naar diagnosecategorie, de samenhang tussen de gevonden factoren en de mate waarin de uitval in verband gebracht is met het werk, beperkt (voor de betreffende tabellen wordt verwezen naar bijlage G). Bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat en bij psychische stoornissen liggen de verbanden echter wel wat duidelijker.
44
4.5
Samenvatting en conclusies
In dit hoofdstuk is gekeken naar de mate waarin de uitval uit het werk (naar de Ziektewet) het gevolg is van de specifieke omstandigheden op het werk. Anders geformuleerd de mate waarin men door had kunnen werken als passend werk beschikbaar was geweest. Uit de.antwoorden van de respondenten blijkt dat bij circa 35% van hen de uitval in verband gebracht kan worden met hun vroegere werksituatie. Deze respondenten hebben aangegeven door te hebben kunnen werken wanneer hun werk was aangepast (bijvoorbeeld door aanschaf van hulpmiddelen, verandering van het takenpakket, herplaatsing, verandering van werktijden, bijscholing etc), of wanneer ze ander werk zouden hebben gedaan. Als vervolgens gekeken wordt naar de aspecten die hierbij een rol spelen, dan blijkt uit de analyses (logistische regressie) dat hierbij vooral moet worden gedacht aan: de aandacht in het bedrijf voor de arbeidsomstandigheden (geen aandacht gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de negatieve effecten van veranderingen op het werk (het ervaren van negatieve effecten van veranderingen in het werk gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de fysieke belasting (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsvoorwaarden (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval). Verder blijken ook de persoonskenmerken geslacht en leeftijd van belang voor de arbeidsgebonden uitval uit het werk. Mannen en jongeren geven vaker aan dat ze nog door hadden kunnen werken als er passend werk was geweest. Onderscheid naar diagnosecategorie laat zien dat uitval in verband met hart en bloedvaten en overige aandoeningen beduidend minder vaak in verband gebracht is met het werk, dan uitval in verband met psychische stoornissen en aandoeningen aan het bewegingsapparaat. De analyses (logistische regressie) voor de verschillende diagnosecategorieën laten zien dat de belangrijkste factoren in het werk die van belang zijn voor het al dan niet door kunnen werken, betrekking hebben op: 45
psvchische stoornissen: werkdruk (meer werkdruk in het algemeen gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); aandacht voor de arbeidsomstandigheden (geen aandacht gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); negatieve effecten van veranderingen in het werk (het ervaren van negatieve effecten van veranderingen in het werk gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsverhoudingen (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsvoorwaarden (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval). aandoeningen aan hart en bloedvaten: het tijdens het arbeidzame leven verricht hebben van lichamelijk zwaar werk (een dergelijke expositie gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); werkdruk (meer werkdruk in het algemeen gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsinhoud ( een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de fysieke belasting (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsvoorwaarden (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval). aandoeningen aan het bewegingsapparaat de aandacht voor de arbeidsomstandigheden (geen aandacht gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsinhoud (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de fysieke belasting (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsorganisatie (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsvoorwaarden (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval). 46
overige aandoeningen:
het tijdens het arbeidzame leven verricht hebben van lichamelijk zwaar werk (een dergelijke expositie gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); aandacht voor de arbeidsomstandigheden (geen aandacht gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de fysieke belasting (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval); de arbeidsvoorwaarden (een negatieve ervaring gaat samen met meer arbeidsgebonden uitval). Wat betreft de persoonskenmerken zijn verschillen met betrekking tot geslacht geconstateerd bij psychische stoornissen en overige aandoeningen. Leeftijd speelt bij alle vier de diagnosecategorieën een rol. Mannen die uitgevallen zijn met een diagnose psychische stoornissen of overige aandoeningen geven vaker aan nog door te hebben kunnen werken als passend werk beschikbaar zou zijn geweest. Bij jongeren komt een dergelijke opvatting over het algemeen vaker voor dan bij ouderen. Tenslotte blijkt de samenhang tussen de gevonden factoren en de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval beperkt. Dat wil zeggen dat met de in dit onderzoek gehanteerde variabelen de arbeidsgebonden uitval slechts in (zeer) beperkte mate voorspeld kan worden. Dit is waarschijnlijk mede een gevolg van het feit dat het onderzoek zich beperkt heeft tot WAO-ers.
47
RESULTATEN NAAR BEDRIJFS- EN BEROEPSKLASSE
Dit hoofdstuk behandelt de resultaten van analyses naar bedrijfs- (paragraaf 5.1) en beroepsklasse (paragraaf 5.2). In tegenstelling tot de vorige paragrafen hebben de in dit hoofdstuk vermelde gegevens betrekking op de totale steekproef en niet uitsluitend op het representatieve deel. In dit hoofdstuk gaat het immers om de verschillen tussen de bedrijfs- en beroepsklassen, en niet meer om het algemene beeld. De volgorde van de te behandelen gegevens sluit aan bij de vorige hoofdstukken. Eerst zal informatie worden gegeven over de verdeling van de afhankelijke variabelen over de bedrijfs- en beroepsklassen (paragraaf 5.1.1 en 5.2.1 ). Vervolgens wordt nader ingegaan op de relatie tussen het werk en de ziekte (paragraaf 5.1.2 en 5.2.2), en de relatie tussen het werk en de uitval (paragraaf 5.1.3 en 5.2.3). Daarna komt de verdeling over de belangrijkste diagnosecategorieên aan de orde (paragraaf 5.1.4 en 5.2.4). Beide onderdelen worden afgesloten met een samenvatting en conclusies (paragraaf 5.1.5 en 5.2.5).
5.1
Resultaten van de analyses naar bedrijfsklasse
5.1.1
De frequentieverdelingen
In onderstaande tabel (tabel 5.1 ) staat per bedrijfsklasse aangegeven hoe de verdeling is over de verschillende antwoordmogelijkheden op de vraag: ' Heeft u de indruk dat de ziekte of aandoening een gevolg is van het werk dat u deed. Tevens staat in de tabel de omvang van de onderzoekgroep in de betreffende bedrijfsklasse vermeld.
48
tabel 5.1: Frequentieverdeling (in procenten) per bedrijfsklasse naar de mate waarin de ziekte of aandoening een gevolg is van het werk dat men deed(n=836l)*. arbeidsgebondenheid van de ziekte geheel belangrijk beperkt niet
bedrijfsklasse landbouw/visserij voedings-, genotmiddelenind. grafische industrie chemische industrie metaalindustrie elektrotechnische ind. overige industrie bouwnijverheid/installatie groothandel detailhandel hotel/restaurant/café transportbedrijf (wegvervoer) overig vervoer communicatiebedrijf bankbedrijf verzekeringsbedrijf zakelijke dienstverlening overige dienstverlening overige bedrijven
225 464 193 290 739 193 581 931 266 409 231 346 224 177 156 113 249 1446 1128
35.6 33.4 19.7 28.6 33.0 27.5 33.4 40.4 33.5 27.1 36.4 34.1 32.6 20.9 21.1 26.5 22.9 23.1 29.7
23.6 26.7 28.0 23.4 25.0 23.8 25.1 26.5 25.2 29.1 21.2 28.9 18.3 25.4 28.8 18.6 23.3 27.6 23.6
13.3 13.8 18.1 20.3 16.2 13.0 17.0 13.9 16.9 14.7 19.5 14,5 16.1 15.3 19.9 23.9 18.5 18.9 16.8
27.6 26.1 34.2 27.6 25.7 35.8 24.4 19.2 24.4 29.1 22.9 22.5 33.0 38.4 30.1 31.0 35.3 30.4 30.0
totaal (representatieve groep)
7045
29.7
25.2
17.3
27.7
* De meest opvallende gegevens sijn in de tabel vet weergegeven.
Bij de frequentieverdelingen valt op dat in de bouwnijverheid, de landbouw en visserij, voedings- en genotmiddelen industrie, overige industrie, groothandel, horeca, transport, overig vervoer en in de metaalindustrie veel respondenten hebben aangegeven ziek te zijn geworden door het werk. Dit komt minder voor in de grafische industrie, de elektrotechnische industrie, de communicatiebedrijven en de bedrijven in zakelijke dienstverlening. In de volgende paragraaf is te zien of deze klassen inderdaad hoger scoren dan de andere klassen, wanneer gecorrigeerd is voor eventuele verschillen in de populatie-opbouw (geslacht, leeftijd, nationaliteit).
49
In de volgende tabel worden per bedrijfsklasse de frequentieverdelingen gepresenteerd van de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval uit het werk. Ook hier staat telkens het aantal respondenten per bedrijfsklasse aangegeven. tabel 5.2:
Frequentieverdeling (in procenten) van de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval uit het werk per bedrijfsklasse (n>8361 )*.
bedrijfsklasse
n
arbeidsgebondenheid van de uitval ja nee
landbouw/visserij voedings-, genotmiddelenind. grafische industrie chemische industrie metaalindustrie elektrotechnische ind. overige industrie bouwnijverheid/installatie groothandel detailhandel hotel/restaurant/café transportbedrijf (wegvervoer) overig vervoer communicatiebedrijf bankbedrijf verzekeringsbedrijf zakelijke dienstverlening overige dienstverlening overige bedrijven
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
25.4 35.4 29.6 36.3 40.4 32.2 35.3 39.7 35.6 29.7 36.3 36.8 37.7 33.1 28.1 28.6 30.2 38.6 29.6
74.6 64.6 70.4 63.7 59.6 67.8 64.7 60.3 64.4 70.3 63.7 63.2 62.3 66.9 71.9 71.4 69.8 61.4 70.4
totaal (representatieve groep)
7045
34.5
65.5
* De meest opvallende gegevens sijn in de tabel vet weergegeven.
Bovenstaande tabel laat zien dat met name in de metaalindustrie, de bouwnijverheid en overige dienstverlenende instellingen veel respondenten hebben aangegeven dat ze nog hadden kunnen werken wanneer hun werk was aangepast, of wanneer ze ander werk hadden gekregen. De bedrijfsklassen landbouw en visserij, grafische industrie, detailhandel, bank, verzekering en overige bedrijven scoren op dit punt juist verhoudingsgewijs laag. Of in deze klassen inderdaad meer mensen door 50
hadden kunnen werken, of juist zondermeer waren uitgevallen, is te lezen in de volgende paragraaf, waar voor de verschillende klassen het relatieve risico wordt gegeven, gecorrigeerd voor de belangrijlcste populatieverschillen.
5.1.2
De relatie werk - ziekte per bedrijfsklasse
In deze paragraaf wordt nagegaan in welke mate er in de verschiUende bedrijfsklassen sprake is van arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening waarvoor men uiteindelijk een jaar lang in de Ziektewet heeft gezeten, en mogelijkerwijs in de WAO is gekomen. Het gaat hier om de mate waarin er in de verschillende bedrijfsklassen sprake is van een verhoogd risico op arbeidsgebonden ziekten of aandoeningen onder de WAO-ers in vergelijking met het totaal van de bedrijfsklassen. Bij deze analyses is gebruik gemaakt van logistische regressie (zie paragraaf 2.2.3). De resultaten van de analyses staan vermeld in tabel 5.3. Voor elke bedrijfsklasse wordt hier het relatieve risico gegeven, alsmede het bijbehorende betrouwbaarheidsinterval. Evenals in hoofdstuk 3 worden zowel de resultaten vermeld behorende bij de meer strikte definitie (geheel), als die van de ruimere definitie (belangrijk deel). tabel 5.3: Relatieve risico's (multivariaat) voor arbeidsgebonden ziekten per bedrijfsklasse, gecorrigeerd voor persoonskenmerken (geheel: n« 15.340; belangrijk deel: n-15.340) * onafhankelijke variabelen landbouw/visserij voedings-, genotmiddelen grafische industrie chemische. industrie metaalindustrie elektrotechnische ind. overige industrie bouwnijvei-heid/installatie groothandel detailhandel
'geheel' n
RR
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424
1.23 1.08 0.56 0.83 1.03 0.81 1.08 1.48 1.13 0.98
e
b.1. (0.93 (0.88 (0.39 (0.64 (0.89 (0.58 (0.90 (1.28 (0.87 (0.78
-
1.64) 1.33) 0.81) 1.08) 1.22) 1.12) 1.29) 1.71) 1.47) 1.23)
'belangrijk deel' RR b.i. 1.14 1.11 0.72 0.77 1.00 0.75 1.06 1.45 1.07 1.13
(0.87 - 1.49) (0.91 - 1.34) (0.53 - 0.96) (0.66 - 0.90) (0.79 - 1.27) (0.56 -• 1.00) (0.89 - i.25) (1.25 - 1.68) (0.84 -• 1.37) (0.93 -• 1.39)
51
vervolg tabel 5.3 onafhankelijke variabelen
'geheel' n
hotel/restaurant/café 237 transportbedr. (wegvervoer) 364 overig vervoer 236 communicatiebedrijf 181 bankbedrijf 160 verzekeringsbedrijf 119 zakelijke dienstverlening 255 overige dienstverlening 1476 1174 *
RR 1.41 1.14 0.99 0.66 0.66 0.81 0.79 0.86 1.01
b. i. (1.06 (0.91 (0.74 (0.45 (0.45 (0.52 (0.58 (0.75 (0.88
-- 1.86) -• 1.44) - 1.32) -• 0.95) - 0.98) - 1.25) - 1.07) - 0.99) - 1.16)
'belangrijk deel' RR b.i. 1.14 1.25 0.74 0.75 0.84 0.66 0.76 0.99 0.92
(0.87 - 1.49) (1.01 -1.56) (0.57 - 0.97) (0.55 - 1.01) (0.61 - 1.16) (0.45 - 0.96) (0.59 -0.99) (0.88 - 1.12) (0.81 - 1.05)
Het aantal respondenten dat bij dese analyses is betrokken is so groot omdat een groot deel van hen Eowel in de bedrijfsklasse als in de referentiepopulatie is opgenomen.
Slechts een tweetal bedrijfsklassen blijkt bij beide definities significant af te wijken van het representatieve deel van de steekproef. In de bouwnijverheid komen in vergelijking tot het representatieve deel van de steekproef meer arbeidsgebonden ziekten of aandoeningen onder de WAO-ers voor, en in de grafische industrie juist verhoudingsgewijs minder. Uitgaande van de meer strikte definitie scoort verder de horeca relatief gezien hoog, en ligt het percentage bij de communicatie bedrijven, de banken en de overige dienstverlening laag in vergelijking tot het representatieve deel van de steekproef. De analyses uitgaande van de ruimere definitie resulteren verder in een hoog (relatief) risico in het wegvervoer, en een laag (relatief) risico in de chemische industrie, de overige vervoersector, het verzekeringswezen en de zakelijke dienstverlening. Overigens blijkt op basis van de persoonskenmerken en de bedrijfsklassen de arbeidsgebondenheid van ziekten en aandoeningen slechts in (zeer) beperkte mate voorspeld te kunnen worden (zie bijlage E). De variabelen leveren weliswaar een significante bijdrage aan de verklaring van het model, maar de verbanden zijn gering (zie verder paragraaf 6.2.3).
52
5.1.3
De relatie werk - uitval per bedrijfsklasse
In deze paragraaf wordt nagegaan in welke mate het werk van invloed geweest is op de uitval uit het werk in de verschillende bedrijfsklassen. Ook bij deze analyses is gebruik gemaakt van logistische regressie (zie paragraaf 2.2.3). De resultaten van de analyses staan vermeld in tabel 5.4. tabel 5.4:
Relatieve risico's (multivariaat) op uitval door het werk, gecorrigeerd voor persoonskenmerken per bedrijfsklasse (n » 15.340)*
bedrijfsklasse: landbouw/visserij voedings-, genotmiddelenind. grafische industrie chemische industrie metaalindustrie elektrotechnische ind. overige industrie bouwnijverheid/installatie groothandel detailhandel hotel/restaurant/café transportbedrijf (wegvervoer) overig vervoer communicatiebedrijf bankbedrijf verzekeringsbedrijf zakelijke dienstverlening overige dienstverlening overige bedrijven *
n
RR
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
0.53 0.94 0.80 1.06 1.15 0.85 0.94 1.09 1.08 0.88 1.00 0.97 1.04 0.90 0.78 0.80 0.93 1.35 0.74
b.i. (0.39 (0.77 (0.58(0.82 (0.98 (0.62 (0.78 (0.94 (0.83 (0.70 (0.75 (0.78 (0.78 (0.65 (0.55 (0.53 (0.70 (1.19(0.64 -
0.73) 1.15) l.Jl) 1.35) 1.36) 1.16) 1.12) 1.26) 1.39) 1.10) 1.33) 1.23) 1.38) 1.25) 1.12) 1.22) 1.23) 1.53) 0.84)
Het aantal respondenten dat bij dese analyses is betrokken is so groot omdat een groot deel van hen sowel in de bedrijfsklasse als in de referentiepopulatie is opgenomen.
Slechts enkele bedrijfsklassen blijken significant af te wijken van het representatieve deel van de steekproef. In de overige dienstverlening komt het verhoudingsgewijs vaak voor dat de WAO-ers hebben aangegeven nog door te hebben kunnen werken wanneer het werk zou zijn aangepast of wanneer zij ander werk hadden 53
gedaan. In de landbouw en visserij en in de overige bedrijven ligt dit juist omgekeerd en hebben verhoudingsgewijs veel WAO-ers aangegeven, dat ook al zou er passend werk beschikbaar zijn geweest, zij in dat geval toch zouden zijn uitgevallen. De samenhang tussen de persoonskenmerken en de bedrijfsklasse enerzijds en de arbeidsgebondenheid van de uitval anderzijds is echter zeer beperkt. Dat wil zeggen dat met deze variabelen de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval slechts in zeer beperkte mate te voorspellen is (zie bijlage G).
5.1.4
De verdeling van de belangrijkste diagnosecategorieên over de bedrijfsklassen
Ook ten aanzien van de bedrijfsklassen is gekeken naar verdeling van de belangrijkste diagnosecategorieën bij de WAO-ers. Een herhaling van de voorgaande analyses (zie paragraaf 5.1.2 en 5.1.3) binnen de diagnosecategorieën kon helaas niet plaats vinden, omdat dit te kleine groepen zou opleveren. In plaats daarvan wordt de verdeling van de uitval over de belangrijkste diagnosecategorieën (psychische stoornissen, aandoeningen aan hart en bloedvaten, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en overige aandoeningen) gegeven (zie tabel 5.5). Op basis hiervan kan worden gesignaleerd of bepaalde diagnosecategorieën verhoudingsgewijs veel of weinig onder de WAO-ers in een bedrijfsklasse voorkomen. tabel 5.5:
Frequentieverdelingen in procenten voor de vier diagnosecategorieën per bedrijfsklasse (n = 9045)*.
bedrijfsklasse: landbouw/visserij voedings-, genotmiddelen grafische industrie chemische industrie metaalindustrie elektrotechnische ind. overige industrie
54
n
psych
hart
beweging
overig
227 470 190 297 741 193 586
14.1 24.3 32.1 27.6 23.5 29.0 24.2
9.7 9.8 10.0 12.8 10.0 9.8 11.9
49.3 40.0 29.5 33.0 40.4 34.2 35.3
26.9 26.0 28.4 26.6 26.2 26.9 28.5
vervolg tabel 5.5 bedrijfsklasse:
n
psych
hart
beweging
overig
bouwnijverheid/installatie groothandel detailhandel hotel/restaurant/café transportbedrijf (weg) overig vervoer communicatiebedrijf bankbedrijf verzekeringsbedrijf zakelijke dienstverlening overige dienstverlening overige bedrijven
937 273 424 227 354 227 176 156 114 241 1424 1142
12.9 34.4 30.3 37.0 20.9 22.9 27.3 50.6 47.4 43.2 36.5 29.2
6.0 10.3 8.5 3.1 11.9 9.3 9.7 13.5 11.4 8.3 4.9 7.2
54.6 33.7 38.3 31.7 42.9 36.1 38.6 17.9 14.9 22.4 37.5 37.0
26.5 21.6 23.0 28.2 24.3 31.7 24.4 17.9 26.3 26.1 21.1 26.6
totaal (represent, groep)
7322
28.4
8.5
38.2
24.9
* De meest opvallende gegevens sijn in de tabel vet weergegeven.
De bovenstaande tabel laat zien dat de diagnose psychische stoornissen met name veel voorkomt onder de WAO-ers uit het bankbedrijf, het verzekeringswezen en de zakelijke dienstverlening. In de landbouw en in de bouw ligt het percentage WAO-ers met een diagnose psychische stoornissen juist laag in verhouding tot de andere bedrijfsklassen. Wat betreft de hart- en vaatziekten was al bekend dat deze categorie, vergeleken met de andere drie diagnosecategorieën, weinig voorkomt. Opvallende is dat met name onder de WAO-ers in de horeca en de overige dienstverlening deze diagnose relatief weinig voorkomt, en bij de WAO-ers uit het bankbedrijf verhoudingsgewijs veel. Dit kan te maken hebben met de leeftijdsverdeling van de WAO-ers binnen de klassen. Klachten aan het bewegingsapparaat komen naar verhouding veel voor onder de WAO-ers in de bouw en in de landbouw. In bankbedrijven, verzekeringsbedrijven en in de zakelijke dienstverlening ligt het percentage WAO-ers met aandoeningen
55
aan het bewegingsapparaat in vergelijking met de andere bedrijfsklassen verhoudingsgewijs laag. De categorie 'overige klachten' bevat, zoals reeds aangegeven, een groep mensen met uiteenlopende aandoeningen. Het is nauwelijks mogelijk om over deze groep uitspraken te doen over de relatie tussen de aard van de aandoening en het werk. In de tabel is dan ook te zien dat deze groep voor alle bedrijfsklassen ongeveer even groot is. Alleen onder de WAO-ers die bij een bank werkten komt deze diagnose wat minder vaak voor dan bij de rest.
5.1.5
Samenvatting en conclusies
In de voorafgaande paragrafen zijn de resultaten van de analyses naar bedrijfsklasse behandeld. Eerst is gekeken naar de verdeling van de afhankelijke variabelen (ziek door werk/uitval door werk) verdeeld zijn over de verschillende bedrijfsklassen. Vervolgens is nader ingegaan op de relatie tussen het werk en de ziekte/de uitval uit het werk. Hierbij is gebruik gemaakt van een multivariate analyse techniek (logistische regressie). In de analyses is gecontroleerd voor verschillen in populatieopbouw. Kenmerken van de werksituatie zijn buiten de analyses gehouden, aangezien die juist als specifieke kenmerken van de bedrijfsklasse kunnen worden gezien. Uit de analyses zijn slechts een beperkt aantal bedrijfsklassen naar voren gekomen die, ongeacht of de arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening strikt of ruim gedefinieerd wordt, significant afwijken van het representatieve deel van de steekproef, hetgeen gebruikt is als vergelijkingsgroep. In de bouwnijverheid blijken onder de WAO-ers meer arbeidsgebonden ziekten of aandoeningen voor te komen, en in de grafische industrie juist minder. Uitgaande van een meer strikte definitie scoort verder de horeca relatief gezien hoog, en ligt het percentage bij de communicatie bedrijven, de banken en de nietzakelijke dienstverlening verhoudingsgewijs laag. De analyses uitgaande van de ruimere definitie resulteren verder in een hoog (relatief) risico in het wegvervoer, en een laag (relatief) risico in de chemische industrie, de overige vervoersector, het verzekeringswezen en de zakelijke dienstverlening. 56
Verder is geconstateerd dat in de overige dienstverlening verhoudingsgewijs veel WAO-ers hebben aangegeven nog door te hebben kunnen werken wanneer het werk zou zijn aangepast of wanneer zij ander werk hadden gedaan. In de landbouw en visserij en in de overige bedrijven bleken juist veel WAO-ers van mening, dat ook al zou er passend werk beschikbaar zijn geweest, zij in dat geval toch zouden zijn uitgevallen. Tenslotte is voor de verschillende bedrijfsklassen gekeken naar de verdeling van de uitval over de belangrijkste diagnosecategorieën. Hierbij is onder meer vastgesteld dat psychische stoornissen met name voorkomen onder de WAO-ers die werkzaam waren in het bankbedrijf, het verzekeringswezen, of de zakelijke dienstverlening. Hart- en vaatziekten komen in het algemeen weinig voor onder de WAO-ers, en met name onder de WAO-ers die werkten in de horeca. De WAO-ers die werkten in de bouw en de landbouw hebben verhoudingsgewijs vaak klachten aan het bewegingsapparaat. Wat betreft de categorie 'overige klachten* valt op te merken dat deze categorie bij alle bedrijfsklassen ongeveer evenveel voorkomt.
5.2
Resultaten van de analyses naar beroepsklasse
5.2.1
De frequentieverdelingen
Ia deze paragraaf worden de frequentieverdelingen gepresenteerd voor de verschillende beroepsklassen. Eerst wordt per beroepsklasse aangegeven hoe de verdeling is over de antwoorden op de vraag of de ziekte het gevolg is van het werk. Telkens staat per beroepsklasse aangegeven hoe groot het aantal mensen is dat geantwoord heeft op deze vraag.
57
tabel 5.6:
Frequentieverdeling naar beroepsklasse over de mate waarin de ziekte of aandoening het gevolg is van het werk (n « 8253)*. arbeidsgebondenheid van de ziekte geheel belangrijk beperkt niet
beroepsklasse agrarische beroepen bouwvakkers loodgieters e.d. kleermakers e.d. elektromonteurs machine bankwerkers e.d. mach. metaalbewerkers toezichth. prod.personeel overige ind. beroepen chauffeurs e.d. laders e.d. overig transport secretaressen e.d. boekhouders e.d. overig adm. winkelbedienden e.d. vertegenwoordigers overig comm. koks, kelners e.d. huisbewaarders e.d. huish.personeei. overig dienstverl. artsen, verpleegk. wetensch. special. hoger leiding overige beroepen
totaal (representatieve groep)
243 823 222 113 123 254 194 297 710 412 303 102 240 143 420 384 113 152 252 399 481 411 471 71 256 664
34.2 45.0 39.6 40.7 22.0 28.3 35.6 32.7 32.5 35.4 38.0 27.5 17.1 20.3 16.2 24.5 25.7 30.3 25.8 35.8 24.3 22.4 24.6 18.3 28.5 27.6
26.3 23.8 26.1 19.5 35.8 24.4 24.7 23.6 26.2 23.5 23.4 26.5 16.3 25.9 25.7 27.1 20.4 25.0 29.8 23.6 24.7 26.8 29.9 28.2 27.7 25.3
13.6 12.8 17.6 15.9 17.1 18.5 13.4 14.8 16.6 16.7 17.2 21.6 21.7 18.2 18.3 19.3 26.5 15.1 17.9 14.5 17.5 18.5 18.7 18.3 18.0 15.4
25.9 18.5 16.7 23.9 25.2 28.7 26.3 29.0 24.6 24.3 21.5 24.5 45.0 35.7 39.8 29.2 27.4 29.6 26.6 26.1 33.5 32.4 26.8 35.2 25.8 31.8
7045
29.7
25.2
17.3
27.7
* De meest opvallende gegevens sijn in de tabel vet weergegeven.
Bij de beroepsklassen geven met name de WAO-ers die werkten als bouwvakker, loodgieter, kleermaker, metaalbewerker, chauffeur, lader en huisbewaarder verhoudingsgewijs vaak aan dat ze ziek zijn geworden door hun werk. De WAO-ers die als secretaresse, boekhouder, overige administratieve kracht, huishoudelijk en
58
verzorgend personeel, overig dienstverlenend personeel, wetenschappelijke vakspecialist en als overige werknemer werkzaam waren geven juist verhoudingsgewijs vaak aan dat hun ziekte of aandoening niet door het werk is ontstaan. In de volgende paragraaf is te lezen of deze verschillen tussen de beroepsklassen blijven bestaan wanneer gecorrigeerd wordt voor verschillen in populatie-opbouw (geslacht, leeftijd, nationaliteit). In de volgende tabel (tabel 5.7) worden per beroepsklasse de frequentieverdelingen gepresenteerd van de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval uit het werk. Ook hier wordt telkens het aantal respondenten per beroepsklasse gegeven. tabel 5.7: Frequentieverdeling (in procenten) van de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval uit het werk per beroepsklasse (n « 8520)*. beroepsklasse agrarische beroepen bouwvakkers loodgieters e.d. kleermakers e.d. elektromonteurs machine bankwerkers e.d. mach. metaalbewerkers toezichth. prod, personeel overige ind. beroepen chauffeurs e.d. laders e.d. overig transport secretaressen e.d. boekhouders e.d. overig adm. winkelbedienden e.d. vertegenwoordigers overig comm. koks, kelners e.d. huisbewaarders e.d. huish.personeei. overig dienstverl.
n 255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417
arbeidsgebondenheid van de uitval ja nee 26.3 40.2 47.2 34.5 41.6 34.4 42.1 33.1 37.0 35.9 41.7 47.2 22.2 31.1 27.6 33.3 30.4 22.2 37.7 26.7 34.1 35.5
73.7 59.8 52.8 65.5 58.4 65.6 57.9 66.9 63.0 64.1 58.3 52.8 77.8 68.9 72.4 66.8 69.6 77.8 62.3 73.3 65.9 64.5
59
vervolg tabel 5.7
beroepsklasse
n
arbeidsgebondenheid van de uitval ja nee
artsen, verpleegk. wetensch. special. hoger leiding overige beroepen
479 73 267 681
45.1 26.0 31.5 32.5
54.9 74.0 68.5 67.5
totaal (representatieve groep)
7045
34.5
65.5
* D« ni««st opvalUnd« gagevens sijn in de tabel v«t weergegeven.
De bovenstaande tabel laat zien dat in een aantal beroepen meer WAO-ers door hadden kunnen wanneer er passend werk beschikbaar was geweest dan in andere beroepen. Het gaat hier met name om de volgende beroepen: bouwvakkers, loodgieters, elektromonteurs, metaalbewerkers, laders, lossers e.d., overig transportpersoneel, en artsen en verpleegkundigen. In andere beroepen echter, waren meer WAO-ers naar hun mening zonder meer in de WAO terecht gekomen, ook wanneer hun werk was aangepast, of ze ander werk hadden gekregen. Het gaat hierbij om de volgende beroepsklassen: agrarische beroepen, secretaressen, overige administratieve beroepen, overige commerciële beroepen, huisbewaarders en wetenschappelijke (vak)specialisten. De volgende paragrafen laten zien of de geconstateerde verschillen blijven bestaan wanneer gecorrigeerd wordt voor eventuele verschillen in populatie-opbouw. In deze paragrafen worden echter niet de frequenties (ofwel de absolute risico's) weergegeven, maar de relatieve risico's (het risico op uitval door het werk voor de beroepsklasse, ten opzichte van het absolute risico voor de totale groep) voor de verschillen beroepsklassen op uitval door het werk.
5.2.2
De relatie werk - ziekte ner beroepsklasse
In deze paragraaf wordt nagegaan in welke mate er in de verschillende beroepsklassen sprake is van arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoenihg waarvoor men
60
een jaar lang in de Ziektewet heeft gezeten. Het gaat hier om de mate waarin er in de verschillende beroepsklassen sprake is van een verhoogd risico op arbeidsgebonden ziekten of aandoeningen onder de WAO-ers in vergelijking met het totaal van de bedrijfsklassen. Bij deze analyses is gebruik gemaakt van logistische regressie (zie paragraaf 2.2.3). De resultaten van de analyses staan vermeld in tabel 5.8. Voor elke beroepsklasse wordt hier het relatieve risico gegeven, alsmede het bijbehorende betrouwbaarheidsinterval. Evenals in hoofdstuk 3 worden zowel de resultaten vermeld behorende bij de meer strikte definitie (geheel), als die van de ruimere definitie (belangrijk deel). tabel 5.8:
Relatieve risico's (multivariaat) naar beroepsklasse, gecorrigeerd voor persoonskenmerken over de mate waarin de ziekte of aandoening het gevolg is van het werk (geheel: nsl5.340; belangrijk deel: n=15.125)*
onafhankelijke variabelen agrarische beroepen bouwvakkers loodgieters e.d. kleermakers e.d. elektromonteurs machin.bankwerkers e.d machin.metaalbewerkers toezichth. prod. pers. overige ind. beroepen chauffeurs e.d. laders e.d. overig transport secretaressen e.d. boekhouders e.d. overig adm. winkelbedienden e.d. vertegenwoordigers overig comm. koks, kelners e.d. huisbewaarders e.d. huish.personeei. overig dienstverl.
'geheel' RR 243 823 222 113 123 254 194 297 710 412 303 102 240 143 420 384 113 152 252 399 481 411
1.14 1.72 1.40 1.75 0.63 0.84 1.08 1.00 1.03 1.15 1.36 0.81 0.67 0.59 0.50 0.89 0.75 0.99 0.86 1.47 0.91 0.74
b.i. (0.87 (1.48 (1.06 (1.18(0.41 (0.63 (0.80 (0.78 (0.87 (0.93 (1.07 (0.53 (0.47 (0.39 (0.38 (0.70 (0.49 (0.69 (0.64 (1.19(0.73 (0.58 -
1.49) 2.00) 1.85) 2.59) 0.97) 1.11) 1.47) 1.29) 1.22) 1.42) 1.74) 1.26) 0.94) 0.90) 0.65) 1.14) 1.16) 1.42) 1.16) 1.83) 1.15) 0.95)
'belangrijk deel' RR b.i. 1.16 1.53 1.38 1.30 1.02 0.81 1.05 0.91 1.04 1.04 1.17 0.85 0.54 0.68 0.64 1.00 0.65 0.99 1.09 1.22 0.93 0.87
(0.89 - 1.50) (1.31 - 1.78) (1.04 - 1.83) (0.88 - 1.91) (0.71 - 1.48) (0.63 - 1.04) (0.78 - 1.41) (0.72 - 1.15) (0.89 - 1.22) (0.85 - 1.27) (0.93 •-1.49) (0.58 - 1.25) (0.41 - 0.71) (0.49 - 0.95) (0.52 - 0.78) (0.81 - 1.23) (0.45 - 0.95) (0.71 - 1.38) (0.84 - 1.41) (0.99 •• 1.50) (0.77 - 1.13) (0.71 - 1.07)
61
vervolg tabel 5.8 onafhankelijke variabelen artsen, verpleegk. wetensch. special. hoger leiding overige beroepen *
'geheel* n
RR
471 71 256 664
1.00 0.47 0.83 0.90
b.i. (0.80 (0.26 (0.63 (0.75
--• -• --
1.25) 0.87) 1.10) 1.08)
'belangrijk deel' RR b.L 1.21 0.64 0.92 0.92
(0.99 (0.40 (0.72 (0.78
-
1.46) 1.02) 1.18) 1.09)
Het aantal r«8poad«nt«n dat bij d«s« analyses is b«tiokk«n is so groot omdat ««n groot deel van h«n sowel in de badrijfUdasse als in d« i«Csi«nti«populatie ia opgenomen.
Uit tabel 5.8 blijkt dat vijf beroepsklassen bij beide definities significant afwijken van het representatieve deel van de steekproef. Onder bouwvakkers (metselaars, timmerlieden, etc.) en onder loodgieters (en lassers) komen verhoudingsgewijs meer arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen voor, en onder secretaressen e.d., boekhouders (kassiers) en overige administratieve beroepen verhoudingsgewijs minder. Bij een meer strikte definiëring (geheel) scoren verder ook kleermakers e.d., laders (lossers, inpakkers), en huisbewaarders (en schoonmakers) relatief hoog, en wetenschappelijke (vak)specialisten en de overige dienstverlenende functies betrekkelijk laag in vergelijking tot het representatieve deel van de steekproef. Bij de ruimere definitie (belangrijk deel) onderscheiden verder alleen de vertegenwoordigers zich nog van het representatieve deel, en wel door een naar verhouding gering percentage arbeidsgebonden ziekten of aandoeningen leidend tot een jaar Ziektewet. Op basis van de persoonskenmerken en de beroepsklassen kan echter de arbeidsgebondenheid van ziekten en aandoeningen slechts in (zeer) beperkte mate voonpeld worden (zie bijlage E). Dit is waarschijnlijk mede een gevolg van het feit dat in het onderzoek alleen WAO-ers betrokken zijn (zie verder paragraaf 6.2.3).
5.2.3
De relatie werk - uitval nar hernensklasse
In deze paragraaf wordt nagegaan in welke mate het werk van invloed is geweest op de uitval uit het werk in de verschillende beroepsklassen. Ook bij deze analyses 62
is gebruik gemaakt van logistische regressie (zie paragraaf 2.2.3). Als vei^elijkingsgroep heeft het representatieve deel van steekproef gefungeerd. Dat wil zeggen dat eventuele effecten enigszins gedrukt worden, aangezien de beroepsklasse op deze wijze voor een deel met zich zelf is vergeleken. De resultaten van de analyses staan vermeld in tabel 5.9. tabel 5.9:
Relatieve risico's (multivariaat) en betrouwbaarheidsintervallen naar beroepsklasse over de uitval door het werk(n = 15.125)*
beroepsklasse: agrarische beroepen bouwvakkers kleermakers e.d. elektromonteurs machine bankwerkers e.d machinale metaalbewerkers toezichth. prod.personeel overige ind. beroepen chauffeurs e.d. laders,lossers, inpakkers e.d. overig transport secretaressen e.d. boekhouders e.d. overig adm. winkelbedienden e.d. vertegenwoordigers overig comm. koks, kelners e.d. huisbewaarders e.d. huish.personeei. overig dienstverl. artsen, verpleegk. wetensch. special. hoger leiding overige beroepen
n
RR
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
0.59 1.08 1.50 0.96 1.17 0.86 1.10 0.84 0.97 0.96 1.13 1.54 0.59 0.94 0.77 1.01 0.87 0.56 1.07 0.88 1.24 1.06 1.62 0.77 0.95 0.81
b.i. (0.44 (0.93 (1.14 (0.64 (0.81 (0.65 (0.81 (0.66 (0.82 (0.77 (0.89 (1.04 (0.43 (0.65 (0.62 (0.81 (0.57 (0.38 (0.82 (0.70(1.01 (0.86 (1.33 (0.45 (0.73 (0.68 -
0.78) 1.26) 1.97) 1.44) 1.69) 1.12) 1.48) 1.09) 1.15) 1.18) 1.43) 2.27) 0.82) 1.36) 0.97) 1.27) 1.31) 0.84) 1.41) 1.11) 1.52) 1.32) 1.98) 1.31) 1.25) 0.96)
Het aantal respondenten dat bij des« analysas is b«trokk«n U so groot omdat ««n groot deel van h«n sowel in d« bedrijfsklasse als in de referentiepopulatie is opgenomen.
63
De volgende beroepsklassen blijken significant hoger te scoren dan het representatieve deel van de steekproef: loodgieters (lasser e.d.), overige transportberoepen, huishoudelijk (en verzorgend personeel), artsen en verpleegkundigen. In deze beroepsklassen komt het verhoudingsgewijs vaak voor dat de WAO-ers hebben aangegeven nog door te hebben kunnen werken wanneer het werk zou zijn aangepast of wanneer zij ander werk hadden gedaan. Een significant lagere score dan het representatieve deel van de steekproef geldt voor de beroepsklassen: agrariërs (en vissers), secretaressen, overige administratieve beroepen, overige commerciële beroepen, en overige beroepen in het algemeen. In deze beroepsklassen hebben verhoudingsgewijs veel WAO-ers aangegeven, dat ook al zou er passend werk beschikbaar zijn geweest, zij in dat geval toch zouden zijn uitgevallen. De samenhang tussen de persoonskenmerken en de beroepsklasse enerzijds en de arbeidsgebondenheid van de uitval anderzijds is echter zeer beperkt. Dat wil zeggen dat met deze variabelen de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval slechts in zeer beperkte mate te voorspellen is (zie bijlage G).
5.2.4
De verdeling van de belangrijkste diagnosecategorieën over de beroepsklassen
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de verdeling van de WAO-ers over de belangrijkste diagnosecategorieën (psychische stoornissen, aandoeningen aan hart en bloedvaten, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en overige aandoeningen). Op deze wijze kan immers worden gesignaleerd of bepaalde diagnosecategorieën verhoudingsgewijs veel of weinig in een beroepsklasse voorkomen. Een herhaling van de voorgaande analyses (zie paragraaf 5.2.2 en 5.2.3) binnen de diagnosecategorieën kon helaas niet plaats vinden, omdat dit te kleine groepen zou opleveren.
64
tabel 5.10: Frequentieverdeling voor de verschillende beroepsklassen van de vier diagnosegroepen(n = 9045)*.
psych
hart
beweging
overig
agrarische beroepen bouwvakkers loodgieters e.d. kleermakers e.d. elektromonteurs machine bankwerkers e.d machinale metaalbewerkers toezichth. prod.personeel overige ind. beroepen chauffeurs e.d. laders e.d. overig transport secretaressen e.d. boekhouders e.d. overig adm. winkelbedienden e.d. vertegenwoordigers overig comm. koks, kelners e.d. huisbewaarders e.d. huish.personeei. overig dienstverl. artsen, verpleegk. wetensch. special. hoger leiding overige beroepen
252 835 226 111 121 257 196 301 711 419 305 107 235 141 415 391 112 148 252 404 478 401 457 73 263 653
15.9 11.5 10.6 26.1 19.8 14.4 20.9 25.9 21.8 19.6 22.0 24.3 47.7 51.1 43.4 32.7 36.6 49.3 31.3 23.8 29.7 34.7 36.1 50.7 51.3 32.6
9.9 5.7 8.8 6.3 11.6 10.5 7.7 12.0 8.2 11.2 7.2 12.1 5.5 12.1 10.4 7.4 18.8 13.5 2.4 9.2 3.8 6.5 3.9 16.4 16.0 7.5
47.2 56.9 53.1 37.8 44.6 45.9 41.3 34.2 39.2 45.8 46.6 25.2 22.1 16.3 19.3 38.6 24.1 20.3 36.1 43.1 45.0 32.4 38.7 16.4 12.9 34.8
27.0 25.9 27.4 29.7 24.0 29.2 30.1 27.9 30.8 23.2 24.3 38.3 24.7 20.6 27.0 21.2 20.5 16.9 30.2 24.0 21.5 26.4 21.2 16.4 19.8 25.1
totaal (represent, groep)
7322
28.4
8.5
38.2
24.9
* De meest opvallende gegevens sijn in de tabel vet weergegeven.
In de bovenstaande tabel valt op dat wat betreft de psychische stoornissen deze vooral voorkomen onder de WAO-ers die werkten als secretaresse e.d., of boekhouder e.d., of in een andere administratieve of commerciële functie, of als wetenschappelijk (vak)specialist of hogere leidinggevende. Deze klachten komen in 65
vergelijking met andere beroepen weinig voor onder de WAO-ers die werkten als bouwvakker (timmerman, metselaar of een ander bouwberoep), loodgieter (of lasser), machinale metaalbewerker of als agrariër (of visser). Hart- en vaatziekten komen in vergelijking met de overige diagnoses in het algemeen weinig voor. Dit geldt zelfs nog sterker voor de WAO-ers in beroepen ais kok en kelner, huishoudelijk personeel en arts en verpleegkundige. Waarschijnlijk kan dit voor een deel verklaard worden uit de leeftijdsopbouw van de WAO-ers in deze beroepen. Klachten aan het bewegingsapparaat komen vooral veel voor onder voormalige bouwvakkers, loodgieters, agrariërs, machinale bankwerkers, chauffeurs, laders en huishoudelijk personeel. In vergelijking met de andere beroepen komen weinig klachten aan het bewegingsapparaat voor onder de WAO-ers die werkten als secretaresse e.d., boekhouder e.d., overige administratieve kracht, vertegenwoordiger, overige commerciële kracht, wetenschappelijke (vak)specialist en hogere leidinggevende. In de overige transportberoepen komen verhoudingsgewijs veel 'overige aandoeningen* onder de WAO-ers voor. Deze meer algemene diagnose scoort naar verhouding laag onder voormalige wetenschappelijk (vak)speciaUst en degenen die werkten in een overig commercieel beroep.
5.2.5
Samenvatting en conclusies
In de voorafgaande paragrafen zijn de resultaten van de analyses naar beroepsklasse behandeld. Eerst is gekeken naar de verdeling van de afhankelijke variabelen (ziek door werk/uitval door werk) verdeeld zijn over de verschillende beroepsklassen. Vervolgens is nader ingegaan op de relatie tussen het werk en de ziekte/de uitval uit het werk. Hierbij is gebruik gemaakt van een multivariate analyse techniek (logistische regressie). In de analyses is gecontroleerd voor verschillen in populatieopbouw. Keiunerken van de werksituatie zijn buiten de analyses gehouden, aangezien die juist als specifieke kenmerken van de beroepsklasse kunnen worden gezien.
66
Uit de analyses blijkt dat vijf beroepsklassen, ongeacht de wijze waarop de arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening gedefineerd is, significant afwijken van het representatieve deel van de steekproef. Onder bouwvakkers en onder loodgieters komen in vergelijking met het representatieve deel van de steekproef meer arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen voor, en onder secretaressen, boekhouders, kassiers en overige administratieve beroepen juist minder. Bij een meer strikte definiëring scoren verder ook kleermakers, laders, en huisbewaarders relatief hoog, en wetenschappelijke (vak)specialisten en de overige dienstverlenende functies naar verhouding laag. Bij de ruimere definitie onderscheiden verder alleen de vertegenwoordigers zich nog van het representatieve deel, en wel door een gering percentage arbeidsgebonden ziekten of aandoeningen leidend tot een jaar Ziektewet. Wat betreft de arbeidsgebondenheid van de uitval blijkt uit de analyses dat onder de WAO-ers die werkten als loodgieter, lasser, overig transportberoep, huishoudelijk en verzorgend personeel, arts en verpleegkundige verhoudingsgewijs vaak is aangegeven dat men nog door zou hebben kunnen werken wanneer het werk zou zijn aangepast of wanneer men ander werk zou hebben gedaan. Onder de voormalige agrariërs, vissers, secretaressen, overige administratieve beroepen, overige commerciële beroepen, en overige beroepen kwam dit in het algemeen juist betrekkelijk weinig voor. Veel WAO-ers in deze beroepsklassen waren van mening dat ook al zou er passend werk beschikbaar zijn geweest, zij zonder meer toch zouden zijn uitgevallen. Tenslotte is gekeken naar de verdeling van de uitval over de belangrijkste diagnosecategorieën. Hierbij is vastgesteld dat onder de WAO-ers die werkten als secretaresse, boekhouder, andersoortige administratieve kracht, commerciële kracht, wetenschappelijk (vak)specialist of hogere leidinggevende verhoudingsgewijs veel mensen een diagnose psychische stoornissen hebben. Hartklachten komen in vergelijking met de andere drie diagnosecategorieën niet veel voor, en dan nog het minst onder de voormalige koks en kelners, huishoudelijk personeel, artsen en verpleegkundigen. Aandoeningen aan het bewegingsapparaat zijn vooral terug te vinden onder de WAO-ers die als bouwvakker, loodgieter, agrariër, machine bankwerker, chauffeur, lader en huishoudelijk personeel werkzaam waren. Overige aandoeningen tenslotte komen vooral bij de werknemers die in de overige transportberoepen werkten. 67
SAMENVATTING, DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN
6.1
Het onderzoek In grote lijnen samengevat
Doel en methode Om meer zicht te krijgen op de relatieve invloed van arbeid ten opzichte van nietarbeidsgebonden factoren op het proces van ziek worden, uitvallen uit het werk, en het toetreden tot de arbeidsongeschiktheidsregelingen, wordt door het Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg (NIPG/TNO) en de Afdeling Toegepast Onderzoek van de Gemeenschappelijke Medische Dienst (GMD/ATO) een grootschalig onderzoek gedaan onder werknemers die kortgeleden een jaar in de Ziektewet hebben gezeten. Het Directoraat-Generaal van de Arbeid (DGA) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de GMD zijn de opdrachtgevers van dit onderzoek. Gekozen is voor een opzet met drie deelonderzoekingen. Ten eerste een uitgebreide enquête onder 15.000 werknemers; ten tweede een dossieronderzoek onder 1.000 werknemers; en tenslotte een vergelijking van de beide onderdelen ten einde meer zicht te krijgen in de betrouwbaarheid/validiteit van de verschillende methoden. In dit rapport worden de resultaten van het eerste deel van het onderzoek behandeld. Het is gebaseerd op een postenquête onder een steekproef van 15.000 personen, die tussen 1 juli 1989 en 30 juni 1990 één jaar aanspraak maakten op een ziektewetuitkering (maximale duur). In het onderhavige rapport zijn deze personen steeds aangeduid als WAO-ers, ook al hebben zij uiteindelijk niet allemaal een WAOuitkering ontvangen. Bovendien bleek een niet onaanzienlijk deel van deze personen (circa 30%) op het moment van de enquête (eind 1990) een betaalde baan te hebben, of zeer binnenkort weer te gaan werken (zie paragraaf 6.2.2). De relatief ruime omvang van de steekproef is mede het gevolg van het feit dat in het onderzoek ook getracht is verschillen tussen beroeps- en bedrijfsklassen vast te stellen. De steekproef van het onderzoek bestaat uit twee delen, namelijk een representatief deel van circa 12.500 personen, en een aanvullend deel van circa 2.500 mensen. Deze laatste groep is aan de steekproef toegevoegd om een betere verdeling naar bedrijfs- en beroepsklasse te verkrijgen. De gegevensverzameling heeft plaatsgevonden in de periode van december 1990 t/m januari 1991. Ruim 9.000 personen hebben de vragenlijst ingevuld geretourneerd. 68
Hiermee bedraagt de bruikbare respons 60%. Op basis van een vergelijking van de verdeling van de respons en van de oorspronkelijke steekproef is vastgesteld dat er nauwelijks sprake is van selectiviteit in de respons, en dat de resultaten van het onderzoek, voorzover deze betrekking hebben op het representatieve deel van de steekproef, van toepassing geacht kunnen worden voor de gehele populatie die tussen 1 juli 1989 en 30 juni 1990 één jaar aanspraak maakten op een ziektewetuitkering. Het doel van het onderzoek is: inzicht te verkrijgen in de causale respectievelijk conditionerende omstandigheden in de arbeidssituatie, die samenhangen met WAOintrede. In onderstaand schema worden de begrippen 'causaliteit* en 'conditionaliteit' nader aangegeven. werk
ziekte
werk
uitval
De causale relatie heeft betrekking op de mate waarin de ziekte of aandoening veroorzaakt is door het werk (relatie a). In dit verband wordt ook wel gesproken over de arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening. De conditionele relatie heeft betrekking op de mate waarin, gegeven een bepaalde ziekte of aandoening, het werk van invloed is geweest op de uitval uit het werk, oftewel de mate waarin nog gewerkt had kunnen worden wanneer passend werk voorhanden zou zijn geweest (relatie b). In dit verband wordt ook wel gesproken over de arbeidsgebondenheid van de uitval. Met uitval uit het werk wordt in dit onderzoek bedoeld: het stoppen met werken en het begin van het jaar ziekteverzuim. Bij de conditionele relatie heeft 'het werk' uitsluitend betrekking op de 'laatste' werksituatie voor het jaar Ziektewet. Bij de causale relatie moet bij 'het werk' ook gedacht worden aan eventuele daaraan voorafgaande werksituaties. Causaliteit en conditionaliteit zijn in dit deel van het onderzoek geoperationaliseerd op basis van de mening van de direct betrokken werknemers (de respondenten). Bij het begrip 'causaliteit' is met een tweetal varianten gewerkt. Ten eerste een striktere variant,, waarbij slechts van arbeidsgebondenheid gesproken is, wanneer de respondent heeft aangegeven dat de ziekte of aandoening 'geheel of grotendeels' 69
veroorzaakt is door het werk. Ten tweede een wat ruimere variant waarbij ook wanneer de respondent heeft aangegeven dat de ziekte of aandoening 'voor een belangrijk deel' het gevolg is van het werk, nog gesproken wordt van arbeidsgebonden aandoeningen. Aan het begrip 'conditionaliteit' ligt een tweetal aspecten ten grondslag. Ten eerste of de respondent van mening is nog aan het werk te zijn geweest als het oorspronkelijke werk zou zijn aangepast. Ten tweede of de respondent van mening is wel door te kunnen hebben werken als hij of zij ander werk zou hebben gedaan. Overigens is al wanneer één van beide aspecten van toepassing geacht werd, aangenomen dat de uitval uit het werk een gevolg is van de specifieke omstandigheden op het werk. De analyses van de causale en conditionele relaties hebben gescheiden plaatsgevonden. De reden hiervoor is dat de beide variabelen elk op een eigen wijze met de onafhankelijke variabelen gerelateerd kunnen zijn. Dit heeft te maken met het feit dat de twee variabelen op twee verschillende zaken betrekking hebben. De causale factor heeft immers betrekking op het ontstaan van de aandoening en de conditionerende factor op de uitval uit het werk (zie bovenstaand schema). Verder hebben de analyses, gericht op de bovengenoemde relaties, gescheiden plaats gevonden van de analyses, gericht op de vraagstelling naar bedrijfs- en beroepsklassen, hetgeen overeenstemt met de doelstelling van het project.
Resultaten met betrekking tot de causale relatie Ten aanzien van de causale relatie tussen het werk en de ziekte is vastgesteld dat circa 30% van de respondenten hun ziekte of aandoening geheel of grotendeels ziet als een gevolg van het werk dat men deed, en 25% in belangrijke mate. Slechts iets meer dan een kwart van de respondenten (28%) ziet in het geheel geen verband tussen de ziekte of aandoening en het werk. De resterende 17% heeft aangegeven dat zij slechts in beperkte mate een relatie tussen het werk en de ziekte ervaren. Onderscheid naar de belangrijkste diagnosecategorieën laat zien dat aandoeningen aan het bewegingsapparaat en psychische stoornissen door de respondenten veel vaker in verband gebracht worden met het werk dan aandoeningen aan hart en bloedvaten en overige aandoeningen. Uitgaande van een strikte definitie (geheel of grotendeels) lopen de percentages uiteen van 14% (aandoeningen aan hart en bloedvaten) en 22% (overige aandoeningen) tot 29% (psychische stoornissen) en 39% 70
(aandoeningen aan het bewegingsapparaat). Bij een ruimere definitie zijn de verschillen zelfs nog groter, namelijk 38% in het geval van aandoeningen aan hart en bloedvaten en overige aandoeningen, 58% bij psychische stoornissen en 68% bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Uit de (multivariate) analyses (logistische regressie) komt naar voren, dat arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen (leidend tot een jaar Ziektewet) meer voorkomen onder personen die: in bedrijven werkten waar geen specifieke aandacht bestond voor de arbeidsomstandigheden (met uitzondering van aandoeningen aan hart en bloedvaten); hun (laatste) werk relatief vaak als lichamelijk en/of geestelijk belastend ervaarden; een arbeidsverleden hebben met zwaar lichamelijke arbeid (vooral bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat en bij overige aandoeningen); een arbeidsverleden hebben met zwaar geestelijke arbeid (vooral bij psychische stoornissen en bij aandoeningen aan hart en bloedvaten); verhoudingsgewijs minder tevreden waren over de inhoud van hun (laatste) werk. Verder komen arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen ook vaker voor onder nietNederlanders (met uitzondering van aandoeningen aan hart en bloedvaten), en onder mannen (met uitzondering van aandoeningen aan het bewegingsapparaat). Nederlanders geven dus minder vaak dan niet-Nederlanders aan dat hun klachten veroorzaakt zijn door het werk, behalve wanneer zij klachten hebben aan hart en bloedvaten. Vrouwen hebben minder vaak dan mannen aangegeven dat hun ziekte of aandoening veroorzaakt is door het werk. Alleen bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat bleek een dergelijk verband met geslacht niet aanwezig. In tabel 6.1 worden de resultaten van de analyses met betrekking tot bedrijfs- en beroepsklasse weergegeven. Aangegeven is of in de verschillende klassen, in vergelijking met het representatieve deel van de steekproef, veel respectievelijk weinig arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen onder de WAO-ers voorkomen. Dit is dus niet het risico van WAO-intrede in de bedrijfs- en beroepsklassen. In de analyses is verder gecontroleerd voor populatiekenmerken (geslacht, leeftijd en nationaliteit). Dat betekent dat verschillen tussen bedrijfs- en beroepsklassen niet geweten kunnen worden aan bovengenoemde populatiekenmerken. 71
Tabel 6.1: Een overzicht van de bedrijfs- en beroepsklassen* waar arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen onder de WAO-ers verhoudingsgewijs veel respectievelijk weinig voorkomen. veel
weinig
bouwnijverheid- en installatiebedrijven hotel, restaurant, café transportbedrijf (wegvervoer)
metselaars, timmerlieden, en andere bouwvakkers loodgieters, lassers, e.d. kleermakers, kostuumnaaisters e.d. laders, lossers, inpakkers e.d. huisbewaarders, schoonmaakpersoneel (gebouwen e.d.)vertegenwoordigers *
badrij&klasaen grafische industrie communicatiebedrijven (post, telegraaf, telefoon) bankbedrijven dienstverlenende instellingen (bijvoorbeeld gesondheidasorg, sport en recreatie, sociaalculturele instellingen, sociale organisaties etc.) overige vervoersbedrijven (spoorwegen, scheepen luchtvaart) versekeringsbedrijven bedrijven in de sskelijke dienstverlening
secretaressen, typisten, ponstypisten e.d. boekhouders, kassiers e.d. overige administratieve beroepen overige dienstverlenende functies wetenschappelijke vakspecialisten
Voor de indeling van de bedrijfs- en beroepsklassen is uitgegaan van de antwoorden van de respondenten op vraag 13 en 21 in de vragenlijst (sie bijlage A).
Overigens blijkt met bovenstaande variabelen maar in (zeer) beperkte mate de arbeidsgebondenheid van ziekten en aandoeningen voorspeld te kunnen worden, hoewel de voorspelbaarheid in geval van een ruimere definitie gunstiger dan bij een striktere definitie. De variabelen leveren weliswaar een significante bijdrage aan de verklaring van het model, maar de verbanden zijn gering. Dit heeft waarschijnlijk onder meer te maken met het feit dat het onderzoek zich beperkt heeft tot WAOers (zie paragraaf 6.2.3).
Resultaten met betrekking tot de conditionele relatie Ten aanzien van de conditionele relatie tussen het werk en de uitval is vastgesteld dat circa 35% van de respondenten van mening is dat zij nog hadden kunnen werken wanneer passend werk voorhanden was. Ongeveer een vijfde van de respondenten heeft aangegeven nog aan het werk te zijn geweest als het oorspronkelijke werk zou zijn aangepast, en ongeveer een kwart zou wel door hebben kunnen werken, wanneer 72
zij ander werk hadden gedaan. Circa één op de acht respondenten vond beide opties van toepassing. Onderscheid naar de belangrijkste diagnosecategorieën laat zien dat uitval in verband met psychische stoornissen (36%) en met aandoeningen aan het bewegingsapparaat (38%) veel vaker door de respondenten als conditioneel is aangegeven dan uitval tengevolge van aandoeningen aan hart en bloedvaten (24%), en van overige aandoeningen (30%). Uit de (multivariate) analyses (logistische regressie) komt naar voren, dat capaciteit om door te werken mits er ander of aangepast werk was geweest meer voorkomt onder mensen die: in bedrijven werkten waar geen specifieke aandacht bestond voor de arbeidsomstandigheden (met uitzondering van aandoeningen aan hart en bloedvaten); hun (laatste) werk relatief vaak als lichamelijk belastend ervaarden (met uitzondering van psychische stoornissen); verhoudingsgewijs minder tevreden waren over de arbeidsvoorwaarden van hun (laatste) werk. Verder geven mannen en jongeren vaker aan dat ze door hadden kunnen werken (met uitzondering van aandoeningen aan hart en bloedvaten en aandoeningen aan het bewegingsapparaat). Vrouwen zijn dus minder vaak van mening dat ze nog door hadden kunnen werken in passende arbeid, behalve wanneer zij klachten hebben aan het bewegingsapparaat of hartklachten. Bovendien denken ouderen vaker dat ze sowieso niet meer hadden kunnen werken. In tabel 6.2 worden de resultaten van de analyses met betrekking tot bedrijfs- en beroepsklasse weergegeven. Aangegeven is in welke bedrijfs- en beroepsklassen, in vergelijking met het representatieve deel van de steekproef veel respectievelijk weinig arbeidsgebonden uitval onder de WAO-ers voorkomt. Ook hierbij gaat het dus niet om het risico van WAO-intrede in de bedrijfs- en beroepsklassen. In de analyses is gecontroleerd voor populatiekenmerken (geslacht, leeftijd en nationaliteit). Dat betekent dat verschillen tussen bedrijfs- en beroepsklassen niet geweten kunnen worden aan de genoemde populatiekenmerken.
73
Tabel 6.2: Een overzicht van de bedrijfs- en beroepsklassen* waar arbeidsgebonden uitval onder de WAO-ers verhoudingsgewijs veel respectievelijk weinig voorkomt. veel
weinig
overig« di«natv«rl«ning (bijvoorb««ld gcsondhaidssorg, sport «n laereati«, sociaal-culturele instellingen, social« organisât!«« «te.)
landbouw- en visserij
loodgi«t«is, lassars, «.d. ovarif« traBsportb«ro«p«n huishoadslijk «a versorgend personeel (p«rson«n) artaan, v«rpl««gkundig«n, si«k«nv«rBorgenden e.d. *
besBspaklassii agrarisch« b«ro«p«n, viss«is «.d. s«cr«tar«ss«n, tyiHst«n, ponstypiston «.d. ov«rig« administrati«v« b«ro«p«a overige conunerciil« b«ro«p«n
Voor d« ind«ling van d« b«drijiii- en beroepsklassen is uitgegaan vaa de antwoorden van de respondenten op vraag IS en 21 in de vragenlijst (sie bijlage A).
Ook de samenhang tussen de gevonden factoren en de mate waarin het werk van invloed is geweest op de uitval blijkt beperkt. Dat wil zeggen dat met de in dit onderzoek gehanteerde variabelen de arbeidsgebonden uitval slechts in (zeer) beperkte mate voorspeld kan worden. Dit is waarschijnlijk mede een gevolg van het feit dat het onderzoek zich beperkt heeft tot WAO-ers (zie paragraaf 6.2.3).
6.2
Discussie
6.2.1
De validiteit van de gegevens
De in dit rapport gepresenteerde gegevens zijn, op enkele persoonskenmerken na, gebaseerd op de mening van de WAO-ers. Veelal wordt beweerd dat de interpretatie van klachten zich gemakkelijk richt naar verwachtingspatronen van de omgeving (Knepper, 1989). Zo zou een bouwvakker problemen van welke aard dan ook eerder presenteren als rugpijn, en een onderwijzer als overspanning, zodat ook de oorzaak in het werk kan komen te liggen. Er wordt echter ook beweerd dat veel klachten worden 'gesomatiseerd', hetgeen inhoudt dat de klacht behandeld wordt als een lichamelijke aandoening. De WAO-intrede zou hierdoor naar de omgeving toe beter worden gelegitimeerd, omdat een lichamelijke aandoening eerder, wordt gezien als een 'echte* aandoening (Bensing e.a., 1991). Hierdoor zouden veel psychische 74
aandoeningen niet meer terug te leiden zijn tot de met het werk samenhangende belasting. Hoewel nauwelijks onderzoek is gedaan naar dit soort processen, heerst in het algemeen de mening dat WAO-ers wat eerder geneigd zijn hun aandoeningen in verband te brengen met hun werk, en met name wanneer hen dit achteraf wordt gevraagd. Dit zou betekenen dat in dit onderzoek de rol van het werk bij het ziek worden overschat zou kunnen zijn. In het navolgende wordt geprobeerd door middel van een vergelijking met ander onderzoek na te gaan of iets gezegd kan worden over de validiteit van de gegevens van het onderhavig onderzoek. De GMD heeft eerder onderzoek gedaan naar de mate van arbeidsgebondenheid van WAO-toetrede (Schellart, 1989). In dat onderzoek zijn de dossiers van 380 WAOers geanalyseerd en is door twee beoordelaars (arts en sociale wetenschapper) de mate van beroepsgebondenheid van de ziekte of aandoening vastgesteld. Bijna de helft van de gevallen (186) werd ingedeeld in de categorie *niet beroepsgebonden', en ongeveer een kwart (90) in de categorie 'beroepsgebonden'. Bij 50 gevallen bleek zowel sprake van beroeps- als niet-beroepsgebonden aspecten, zonder dat één van beide factoren als overheersende oorzaak kon worden aangemerkt. In de overige 54 gevallen kon op basis van de beschikbare informatie geen uitspraak worden gedaan over de beroepsgebondenheid van de ziekte. Wanneer deze laatste groep buiten beschouwing gelaten wordt, liggen de percentages voor de verschillende groepen respectievelijk op 57% (niet beroepsgebonden), 28% (beroepsgebonden) en 15% (niet/wel beroepsgebonden). De gevonden percentages sporen redelijk met de percentages uit het onderhavige onderzoek, hoewel in het GMD-onderzoek sprake is van een wat geringere beroepsgebondenheid (ook al wordt de categorie 'in beperkte mate' in het huidige onderzoek meegeteld als 'niet arbeidsgebonden'). Dit kan onder andere verklaard worden uit de verschillende methoden die in de beide onderzoekingen zijn gehanteerd. In het onderzoek van de GMD legden de deskundigen alleen een verband tussen werk en de aandoening, wanneer men meende dat de belasting die kon ontstaan door uitvoering van de kerntaken van de functie, logischerwijs verband hield met de in de dossier aangegeven hoofddiagnose. In het huidige onderzoek heeft de betrokken WAO-er zelf aangegeven in hoeverre er sprake was van arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening (Voor een uitgebreide vergelijking van het GMD-onderzoek met het onderhavig onderzoek: zie bijlage H). Al met al kan worden gesteld dat, hoewel de beide onderzoekingen op bovenindividueel-niveau moeilijk vergelijkbaar blijven, de percentages arbeidsgebonden 75
aandoeningen in ieder geval redelijk sporen. Een vergelijking op het niveau van de individuele WAO-er moet meer duidelijkheid geven ten aanzien van de betrouwbaarheid/validiteit van de beide methoden. Een dergelijke vergelijking is gepland als derde deel van het onderhavige onderzoek (zie paragraaf 6.1). Uit een vergelijking van de resultaten met de uitkomsten van onderzoek naar arbeidsomstandigheden in verschillende bedrijfs- en beroepsklassen, blijkt dat ook wat dit betreft de resultaten redelijk met elkaar sporen. Zo blijkt bijvoorbeeld uit het onderzoek van Broersen e.a.(1991), dat bouwberoepen hoog scoren ten aanzien van de relatie tussen (gezondheids)klachten en werk, hetgeen ook een uitkomst is van dit onderzoek. Bekend is bijvoorbeeld verder ook dat er in de horeca veel klachten voor komen over de lichamelijke belasting van het werk (De Vries, 1989). In de horeca (en de bouwnijverheid) blijken in dit onderzoek ook verhoudingsgewijs veel arbeidsgebonden aandoeningen voor te komen onder de WAO-ers. Deze bevindingen en het feit dat de percentages over de hele groep vrij goed stroken met die van het GMD-onderzoek, wijzen al met al in de richting van een redelijke validiteit van de causaliteitsgegevens uit het onderhavige onderzoek. Wat betreft de validiteit van de gegevens over de conditionaliteit is nauwelijks een uitspraak te doen. Aan de ene kant kan beredeneerd worden dat een WAO-er wellicht geneigd zal zijn te beweren dat hij/zij sowieso niet meer in staat was om te werken, alleen al om de WAO-intrede te legitimeren. Aan de andere kant kan gesteld worden dat een WAO-er een zekere rancune kan voelen ten aanzien van zijn vorige werkgever en zijn/haar bereidheid het werk aan te passen. In dat geval zou hij/zij geneigd zijn aan te geven dat hij/zij wel door had kunnen werken wanneer het werk maar was aangepast. De mogelijke bias bij de conditionaliteit kan dus zowel een onder- als een overschatting zijn van de werkelijke conditionaliteit van de WAO-intrede. Er is echter wel een onderzoek waarin de mate van conditionaliteit van de WAOintrede is onderzocht. Uit dit onderzoek dat in een groot industrieel bedrijf plaats vond (Van Dijk e.a., 1987) blijkt dat arbeid in conditionele zin van grote betekenis is bij de WAO-intrede. Tevens bleek dat fysiek belastend werk zowel een causale als een conditionele rol speelt bij de WAO-intrede. Dit is in overeenstemming met de resultaten van het onderhavige onderzoek. Een duidelijke uitspraak op grond van deze vergelijking is moeilijk te doen, maar de vergelijking wijst wel in de richting van een redelijke validiteit van de conditionaliteitsgegevens uit dit onderzoek. 76
6.2.2
Mogelijkheden voor beïnvloeding van WAO-intrede door verbeteringen in het werk
De resultaten van het onderzoek werpen nu de vraag op of öp grond hiervan ook iets gezegd kan worden over de mate waarin de ziekte en het gebruik van de arbeidsongeschiktheidsregelingen te beïnvloeden is. Hierbij kan een overzicht van de samenhang tussen de causale en conditionele relatie behulpzaam zijn (tabel 6.3). tabel 6.3:
De samenhang tussen de causale en conditionele rol van het werk en de werkomstandigheden in percentages (n-7045). conditionele relatie ja nee
causale relatie ja, geheel of grotendeels ja, voor een belangrijk deel ja, in beperkte mate nee, geheel niet totaal
totaal
13.6 11.1 5.1
16.1 14.2 12.2
29.7 25.3 17.3
5.6
22.1
27.7
35.4
64.6
100.0
Vastgesteld kan worden dat slechts 22% van de respondenten heeft aangegeven dat er geen enkele relatie bestaat tussen hun gezondheidsklachten en het werk, noch in causale, noch in conditionele zin. Bij de overige 78% is er wel sprake van een relatie met het werk. In 42.5% (16.1% -t- 14.2% •«- 12.2%) is alleen sprake van een causale relatie; in 5.6% alleen een conditionele relatie; en in 29.8% (13.6% + 11.1% -K 5.1%) zowel een causale als een conditionele relatie. Verder valt te constateren dat wanneer er slechts 'in beperkte mate' sprake is van een causale relatie, of 'geheel niet', er ook minder vaak sprake is van een conditionele relatie. Andersom is er dus in het geval dat de ziekte of aandoening 'geheel of grotendeels' of 'in belangrijke mate' door het werk veroorzaakt is, ook vaker sprake van conditionaliteit. Voor de mogelijkheden voor beïnvloeding van de ziekte en het gebruik van de arbeidsongeschiktheidsregelingen, kunnen vier categorieën worden onderscheiden:
77
a.
b.
c.
78
De groep waarvan de ziekte en het niet meer werken beïnvloedbaar lijkt door verbeteringen in de werksituatie. Het betreft de respondenten waarbij het werk en de werkomstandigheden 'geheel of grotendeels' of 'in belangrijke mate' van invloed is geweest op het ontstaan van de ziekte en die aangeven dat ze nog wel door hadden kunnen werken mits hun werk was aangepast, of als ze ander passend werk hadden gekregen. Het betreft circa 25% van de WAO-ers. Bij deze respondenten had de WAO-intrede op twee momenten voor een belangrijk deel vermeden, of in ieder geval vertraagd, kunnen worden door maatregelen met betrekking tot het werk. In de eerste plaats had het ontstaan van de ziekte of aandoening vertraagd (of vermeden) kunnen worden indien al eerder gerichte maatregelen in het werk zouden zijn getroffen (primaire preventie). In de tweede plaats had de uitval uit het werk voorkomen kunnen worden door vroegtijdige aanpassing van het werk, of het aanbieden van ander werk (secundaire preventie). Overigens bleek op het moment van de enquête ruim een derde (37%) van deze groep respondenten (weer) een betaalde baan te hebben of zeer binnenkort te gaan werken. De groep waarvan alleen het niet meer werken beïnvloedbaar lijkt door verbeteringen in het werk. Het betreft de overige respondenten, die aangeven dat zij door hadden kunnen werken als hun werk was aangepast, of wanneer zij ander passend werk hadden gekregen, maar waarbij de ziekte of aandoening slechts 'in beperkte mate' of 'geheel niet' veroorzaakt is door het werk. Dit betreft ruim 10% van de WAO-ers. Deze respondenten zouden niet een jaar aanspraak gemaakt hoeven te hebben op de Ziektewet wanneer hun werk zou zijn aangepast, of als zij ander werk zouden hebben gekregen (secundaire preventie). Bijna de helft (44%) van deze groep bleek op het moment van de enquête een betaalde baan te hebben of zeer binnenkort te gaan werken. De groep waarvan alleen de ziekte beïnvloedbaar lijkt door aanpassing in het werk en niet de uitval. Het betreft de respondenten waarbij het werk en de werkomstandigheden 'geheel of grotendeels' of 'in belangrijke mate' van invloed zijn geweest op het ontstaan van de ziekte, maar die naar eigen zeggen hoe dan ook niet door hadden kunnen werken. Het betreft circa 30% van de WAOers. Bij deze respondenten had de ziekte of aandoening eventueel vertraagd of vermeden kunnen worden indien gerichte maatregelen in het werk zouden zijn getroffen (primaire preventie). Aangezien de uitval uit het werk volgens deze respondenten niet vermeden had kunnen worden, niet door aanpassing van het werk en evenmin door het aanbieden van ander werk, komen in deze groep
d.
waarschijnlijk relatief veel WAO-ers met ernstige aandoeningen voor. Van deze groep bleek overigens op het moment van de enquête circa een vijfde (21%) een betaalde baan te hebben of zeer binnenkort te gaan werken, De groep waarvan noch de ziekte, noch de WAO-intrede beïnvloedbaar lijkt door maatregelen in het werk. In deze groep vallen de respondenten die aangegeven dat er hooguit 'in beperkte mate' sprake is van causale relatie tussen de ziekte en het werk en dat ze ook niet door hadden kunnen werken. Dit geldt voor circa 35% van de WAO-ers. Aangezien voor deze groep het werk noch in oorzakelijke, noch in conditionele zin van invloed is geweest op de WAOintrede, zullen deze respondent, na herstel, veelal weer makkelijk terug kunnen naar hun oorspronkelijke werk. Ongeveer een derde van deze groep (31%) bleek op het moment van de enquête (weer) een betaalde baan te hebben of zeer binnenkort te gaan werken.
Vastgesteld kan worden dat bij ongeveer tweederde van de WAO-ers sprake is van goede mogelijkheden tot beïnvloeding, of van de ziekte, of van de WAO-intrede, of van beide door het nemen van maatregelen in het werk. Van deze groep bleek zes tot achttien maanden na het jaar Ziektewet (het moment waarop de enquête aan de respondenten is toegestuurd) ongeveer een derde weer aan het werk te zijn (of binnenkort te gaan werken) en ruim tweederde bleek dit niet het geval. Bij circa de helft van de laatstgenoemde WAO-ers (52%) was alleen de ziekte beïnvloedbaar, bij 13% alleen het niet meer werken, en bij ongeveer 34% zowel de ziekte als het niet meer werken. Hieruit kan worden opgemaakt dat met primaire preventie meer mensen te bereiken zijn dan met secundaire preventie. Een nadere beschouwing van de aspecten die van invloed zijn op de conditionaliteit van de uitval (zie tabel 6.4) kan verdere informatie verschaffen over de beïnvloedbaarheid van de WAO-intrede.
79
tabel 6.4:
De samenhang tussen de twee aspecten van de conditionele relatie, namelijk of de respondent door had kunnen werken wanneer het werk zou zijn aangepast, en/of als hij of zij ander werk zou hebben gedaan, in percentages (n=7322). ander werk ja
nee
totaal
aangepast werk ja nee
12.3 14.1
8.0 65.5
20.3 79.7
totaal
26.4
73.6
100.0
Uit de tabel kan worden opgemaakt dat voor 12.3% van de WAO-ers zowel aanpassing van het oorspronkelijk werk, als het beschikbaar stellen van ander werk een alternatief voor de Ziektewet zou zijn geweest. Bij 8% van de WAO-ers zou alleen aanpassing van het oorspronkelijk werk een oplossing zijn geweest, terwijl 14.1% van de WAO-ers alleen in geval van ander werk door had kunnen werken. Dit laatste ligt momenteel tijdens de ziektewetperiode wat minder voor de hand. Toch biedt artikel 30/31 hier wel de mogelijkheid voor. Op basis van dit artikel kan aan de werknemer, die wegens ziekte ongeschikt is om zijn werk gedurende de normale arbeidstijd te verrichten, aanvullend ziekengeld worden verleend, indien hij of zij bii de eigen of een andere werkgever passend werk gaat verrichten (Menken & Van Vliet, 1986). Overigens blijkt uit de cijfers over het al dan niet werken op het moment van de enquête dat bijna de helft van de groep die veronderstelt door te hebben kunnen werken wanneer zij ander werk zou hebben gehad, nog steeds zonder werk zit en ook geen direct uitzicht heeft op een betaalde baan. Waarschijnlijk is hun perspectief op ander werk nadelig beïnvloed door het jaar dat zij in de Ziektewet hebben gezeten. Wanneer tijdens de ziektewetperiode al gekeken zou worden naar mogelijkheden voor ander werk, eventueel ook bij andere werkgevers, zou dit een positief effect kunnen hebben op de instroom van de WAO. Desondanks is de arbeidsmarktpositie van deze respondenten in vergelijking met de andere WAOers nog het meest gunstig. Van de groep die heeft aangegeven zowel in geval van aangepast werk, als bij ander werk door te hebben kunnen werken, werkte op het 80
moment van de enquête (weer) ongeveer een derde (36%). Voor de twee overige groepen, degenen die nog wel mogelijkheden zagen voor aangepast werk in de oorspronkelijke functie, en degenen die geheel geen verband zagen tussen het werk en de werkomstandigheden en de uitval, lagen de percentages respectievelijk op 28% en 26%. In ieder geval lijkt geconstateerd te kunnen worden dat er meer mogelijkheden aanwezig zijn dan momenteel benut worden.
6.2.3
De belangrijkste factoren en risicogroepen met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van ziekten en uitval
De analyses van dit onderzoek geven ook aanwijzingen voor de aard van de aspecten waarop men zich zou moeten richten met betrekking tot de primaire en secundaire preventie. Hierbij moet men zich wel realiseren dat in het onderhavige onderzoek vooral geprobeerd is meer algemeen geldende factoren op te sporen. Dit betekent dat in dit onderzoek niet gekeken is naar factoren die alleen van toepassing zijn voor speciale (risico)groepen of in specifieke werksituaties. Verder is vastgesteld dat met de in de analyses naar voren gekomen variabelen de arbeidsgebondenheid van ziekten en aandoeningen en de geconditioneerde uitval slechts in (zeer) beperkte mate voorspeld kan worden, met andere woorden dat de gevonden verbanden, weliswaar significant, maar gering zijn. Dit is deels te verklaren uit het feit dat het hier een groep WAO-ers betreft, die wat betreft de beleving van relevante aspecten van het werk als tamelijk homogeen kan worden beschouwd. Zo blijkt uit het proefschrift van de Winter (1991) dat WAO-ers zich juist van niet-WAO-ers onderscheiden in hun beleving van bijvoorbeeld aspecten als de lichamelijke en geestelijke belasting van het werk. De verschillen binnen de groepen zijn dus klein, vergeleken met de verschillen tussen de groepen. Het doen van voorspellingen binnen een vrij homogene groep, waar slechts kleine verschillen zijn, zal in het algemeen minder uitgesproken resultaten opleveren. Al met al blijven de gevonden verbanden gering, hetgeen impliceert dat voorzichtigheid geboden is bij de verdere interpretatie van de gevonden factoren. Uit de analyses kwamen twee aspecten als belangrijkste causale en conditionele omstandigheden naar voren. Het eerste is de aandacht voor arbeidsomstandigheden in het bedrijf. Dit aspect staat voor de vraag of er in het bedrijf waarin deze WAO81
ers als laatste hebben gewerkt duidelijk aandacht besteed werd aan de arbeidsomstandigheden. Het blijkt dat de WAO-ers die een dergelijke interesse van het bedrijf gemeld hebben, minder vaak hun ziekte of aandoening in verband brengen met het werk, en ook minder vaak van mening zijn dat zij nog door hadden kunnen werken. Het tweede belangrijke aspect is de lichamelijke en geestelijke inspanning die het werk vereiste. De WAO-ers die hebben aangegeven dat ze geen zwaar lichamelijk of geestelijk inspannend werk hadden, hebben ook minder vaak arbeidsgebonden ziekten of aandoeningen gemeld, en hadden evenmin vaak de indruk dat de uitval uit het werk voorkomen had kunnen worden door aangepast werk bij de eigen werkgever of door het beschikbaar stellen van ander werk. Dit strookt met de uitkomsten van een onderzoek bij een groot industrieel bedrijf, waar gevonden is dat fysieke factoren in het werk zowel van invloed zijn op de oorzaak van de ziekte, als, gegeven de ziekte, op de uitval (Van Dijk e.a., 1987). Verder bleek voor de causale relatie tussen het werk en de ziekte ook de arbeidsinhoud van belang. Meer klachten over de inhoud van het werk, gingen bij de WAOers samen met meer arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen. De conditionele invloed van het werk en de werkomstandigheden op de uitval uit het werk hing voor een deel ook samen met de waardering van de arbeidsvoorwaarden in het bedrijf. De WAO-ers die minder tevreden waren over de arbeidsvoorwaarden in het bedrijf, waren veelal ook vaker van mening dat hun uitval naar de Ziektewet voorkomen had kunnen worden door aangepast werk en/of ander werk. Minder goede arbeidsvoorwaarden gaan dus gepaard met minder inspanningen van de werkgever voor het in dienst houden van mensen die dreigen arbeidsongeschikt te raken. Slechte arbeidsvoorwaarden zijn wellicht een indicatie van een beperkte', interesse van de werkgever voor het binden van de werknemers aan het bedrijf. Verder bleek ook het arbeidsverleden van de WAO-er van belang, in ieder geval waar het de causale relatie tussen het werk en de ziekte betreft. WAO-ers die in het verleden te maken hebben gehad met zware lichamelijke of geestelijke arbeid blijken vaker een arbeidsgebonden aandoening te hebben. Als relevante persoonskenmerken kwamen tenslotte uit de analyses naar voren: geslacht, nationaliteit en leeftijd. Geslacht is zowel voor de causale als voor de conditionele relatie van belang. Mannen geven vaker dan vrouwen te kennen dat hun ziekte, waarvoor zij een jaar in de Ziektewet hebben gezeten, veroorzaakt is door 82
hun werk. Dit kan verklaard worden uit het feit dat vrouwen veelal meer dan mannen geneigd zijn om oorzaken van 'mislukkingen' bij zichzelf te leggen en zich daar persoonlijk verantwoordelijk voor te voelen (Di Salvo e.à., 1988). Hierbij komt dat veel vrouwen naast het werk verantwoordelijk zijn voor het huishouden, waardoor ze ook de mogelijkheid hebben de oorzaak daar te leggen. Mannen zijn verder vaker dan vrouwen van mening dat zij met hun ziekte of aandoening door hadden kunnen werken, wanneer hun werk was aangepast of wanneer hun ander, passend werk was aangeboden. Niet onwaarschijnlijk is dat vrouwen eerder concrete belemmeringen zien voor verder werken, omdat zij het werk veelal moeten combineren met het huishouden. Nationaliteit speelt alleen een rol bij de causale relatie: bij de niet-Nederlandse WAO-ers is vaker sprake van arbeidsgebonden aandoeningen. Mogelijkerwijs is hier nationaliteit niet de bepalende factor, maar de arbeidsomstandigheden van deze groep. Het is bekend dat in deze groep meer mensen te maken hebben met fysiek zeer zwaar werk dan in de groep Nederlanders. Aangezien in dit onderzoek geen onderscheid is gemaakt tussen fysiek zwaar en fysiek zeer zwaar werk, was het ook niet mogelijk hiervoor voldoende te corrigeren. Bij leeftijd is alleen sprake van een relatie met de conditionele factor. Meer jongeren dan ouderen gaven aan dat ze nog wel hadden kunnen werken wanneer hun werk was aangepast, of wanneer hun ander passend werk was aangeboden. De analyses naar bedrijfs- en beroepsklasse geven informatie over het bestaan van specifieke risicogroepen en risicosituaties en de aard van de eventuele maatregelen (primair en/of secundair preventief). De belangrijkste resultaten zijn samengevat in tabel 6.5 en 6.6. Aan tabel 6.5, de gegevens naar bedrijfsklasse, is bovendien een indicatie van het risico op toetrede tot de WAO toegevoegd, en een overzicht van het totaal aantal werkenden personen (in loondienst) binnen de betreffende bedrijfsklassen. Voor de beroepsklassen bleken deze cijfers echter niet beschikbaar. Overigens is het risico op WAO-intrede, in tegenstelling tot de mate van causaliteit en de mate van conditionaliteit, niet gecontroleerd voor verschillen in leeftijdsopbouw, aangezien deze gegevens niet beschikbaar waren. Dit betekent bijvoorbeeld dat in bedrijfsklassen waar verhoudingsgewijs veel ouderen werken, alleen al tengevolge van dit populatiekenmerk het risico op WAO-intrede hoger zal uitvallen. Ouderen hebben immers een beduidend hoger risico op arbeidsongeschiktheid. Het tegenovergestelde geldt voor een bedrijfsklasse met verhoudingsgewijs veel jonge
83
werknemers. In een dergelijke bedrijfsklasse is het risico op WAO-intrede ten gevolge van dit populatiekenmerk zonder meer lager. tabel 6.5:
Overzicht van de belangrijkste resultaten naar bedrijfsklasse (+ = hoog; O » gemiddeld; - - laag). absoluut risico*
mate van mate van aantal werkzame causaliteit conditionaliteit personen'* •
bedrijfsklasse + landbouw/visserij + voedings- en genotm.ind. grafische industrie 0 chemische industrie 0 metaalindustrie + elektrotechnische ind. 0 overige industrie 0 + bou wni j verheid/inst. groothandel detailhandel hotel/restaurant/café 0 wegvervoer bedrij f 0 overig vervoerbedrijf 0 communicatiebedrijf 0 bankbedrijf 0 verzekeringsbedrij f 0 zakelijke dienstverlening overige dienstverlening overige bedrijven onbekend *
De berekening hiervan is opgenomen als bijlage I
••
Bron CBS
0 0 -
0 0 0 0 +
0 0 + + -
0
-
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 +
0
85.700 154.300 83.900 135.100 212.500 124.100 230.100 348.500 335.300 429.400 116.100 120.600 82.200 94.600 124.400 62.900 477,500 1.218.000 100.000
Uit tabel 6.5 kan worden opgemaakt dat er vier bedrijfsklassen zijn met een verhoogd arbeidsongeschiktheidsrisico. Het betreft de landbouw en visserij, de voedings-en genotmiddelenindustrie, de metaalindustrie en de bouw. Het verhoogde arbeidsongeschiktheidsrisico van de landbouw en visserij spoort niet geheel met de geringe mate van arbeidsgebondenheid van de uitval onder de WAO-ers. Waarschijnlijk is het verhoogde arbeidsongeschiktheidsrisico in deze bedrijfsklassen een gevolg van verschillen in populatie-opbouw. In de landbouw en visserij komen namelijk relatief veel mannen voor, en relatief veel werknemers van 45 jaar en 84
ouder. Dit zou van invloed kunnen zijn op het arbeidsongeschiktheidsrisico in deze bedrijfsklasse. De combinatie van een hoog WAO-risico en een hoge mate van arbeidsgebondenheid van ziekten, zoals in de bouw, pleit met name voor extra aandacht voor de primaire preventie. De twee overige bedrijfsklassen met een hoog WAO-risico (de voedingsen genotmiddelenindustrie en de metaalindustrie) onderscheiden zich nog ten aanzien van de mate van causaliteit, noch ten aanzien van de mate conditionaliteit. Voor deze bedrijfsklassen geldt nog eens extra, wat op basis van de resultaten van het onderzoek eigenlijk over de gehele linie van toepassing geacht kan worden, namelijk een intensivering van zowel de primaire als de secundaire preventie. In de horeca en in het wegvervoer, beide sectoren die vooral hoog scoren ten aanzien van de arbeidsgebondenheid van de ziekte, lijkt verder vooral meer aandacht voor de primaire preventie van belang. In de overige dienstverlening (de gezondheidszorg, sport en recreatie, sociaal-culturele instellingen, sociale organisaties etc.) met name zou juist meer aandacht geschonken moeten worden de secundaire preventie. Opvallend is dat in deze bedrijfsklasse verder juist sprake is van een laag WAOrisico en een geringe mate van arbeidsgebonden aandoeningen. Uit tabel 6.6 kan worden opgemaakt dat bij de WAO-ers die als loodgieter hebben gewerkt zowel sprake is van causale als conditionele omstandigheden in het werk, die samenhangend met de WAO-intrede. In deze beroepsklasse zijn in verband hiermee zowel extra maatregelen gericht op de primaire als op de secundaire preventieve gewenst. Bij de voormalige metselaars, timmerlieden, en andere bouwvakkers komen alleen verhoudingsgewijs veel arbeidsgebonden ziekten en aandoeningen voor. Overigens scoren de bouwberoepen in de onlangs verschenen 'Atlas Gezondheid en Werkbeleving naar beroep' (Broersen, e.a., 1991) ook hoog ten aanzien van de 'relatie tussen (gezondheids)klachten en het werk'. Van de tien hoogst scorende beroepen op deze variabele in de atlas zijn drie beroepen specifieke bouwberoepen, namelijk metselaar, straatmaker en bouwvaktimmerman. Verder komen ook onder de voormalige kleermakers en kostuumnaaisters, de laders, lossers en inpakkers, ende huisbewaarders, schoonmaakpersoneel verhoudingsgewijs veel arteidsgebonden ziekten en aandoeningen voor. In al deze beroepsgroepen zou de aandacht vooral uit moeten gaan naar de mogelijkheden voor primair preventieve maatregelen. 85
Bij de overige transportberoepen en het huishoudelijk verzorgend personeel zou meer aandacht geschonken worden aan de het creëren van mogelijkheden voor aangepast werk, opdat langdurig ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid voorkomen zou kunnen worden. tabel 6.6:
Overzicht van de belangrijkste resultaten naar beroepsklasse (-1- » hoog; O > gemiddeld; - - laag). mate van causaliteit
mate van conditionaliteit
O + + + O O O O O O + O
O + O O O O O O O O +
-
O
O O O + O O O O
O O
beroepsklasse agrarische beroepen bouwvakkers loodgieters e.d. kleermakers e.d. elektromonteurs machine bankwerkers e.d machinale metaalbewerkers toezichth. prod.personeel overige ind. beroepen chauffeurs e.d. laders,lossers, inpakkers e.d. overig transport secretaressen e.d. boekhouders e.d. overig adm. winkelbedienden e.d. vertegenwoordigers overig comm. koks, kelners e.d. huisbewaarders e.d. huish.personeei overig dienstverl. artsen, verpleegk. wetensch. special. hogere leiding overige beroepen
O O -1O O O O O
Voor de verdere inhoud van de maatregelen wordt verwezen naar de statistische bijlage van dit rapport, waar een uitgebreid overzicht wordt gegeven van de
86
belangrijkste scores per bedrijfs- en beroepsklassen. Voor een deel zijn dit meer algemene aspecten die in het eerste deel van deze subparagraaf zijn besproken. Voor een deel betreft het ook voor de bedrijfs- of beroepsklasse meer specifieke aspecten.
6.3
Aanbevelingen
De resultaten van het onderzoek pleiten zonder meer voor een intensivering van de preventieve activiteiten gericht op de werksituatie. Bij circa vier van de vijf WAOers bleek het werk van invloed geweest te zijn op het ontstaan van de ziekte en/of de uitval uit het werk. Het onderzoek heeft verder ook aangegeven aan welke aspecten hierbij gedacht zou moeten worden en welke groepen werknemers in dit kader extra aandacht behoeven. Wat een en ander voor de verschillende partijen betekent zal hieronder verder worden uitgewerkt. Achtereenvolgend komen aàn de orde: de onderneming, de bedrijfsgezondheidszorg, de bedrijfsvereniging, de overheid en tenslotte het onderzoek.
6.3.1
Aanbevelingen voor ondernemingen
Ten eerste zou in de ondernemingen meer beleidsmatig aandacht besteed moeten worden aan de arbeidsomstandigheden. In het onderzoek is immers vastgesteld dat in bedrijven waar geen duidelijke aandacht bestond voor de arbeidsomstandigheden verhoudingsgewijs veel arbeidsgebonden aandoeningen en arbeidsgebonden uitval voorkomt onder de WAO-ers. De Arbowet biedt hier een goed aangrijpingspunt. In artikel 3 worden de uitgangspunten genoemd die de werkgever bij het ontwikkelen van een dergelijk beleid moet hanteren. Artikel 4 geeft verder aan dat het arbeidsomstandighedenbeleid een onderdeel moet vormen van het algemeen ondernemingsbeleid. In het kader van het arbeidsomstandighedenbeleid binnen de onderneming zou ook extra aandacht besteed kunnen worden aan de oudere werknemer. Willems e.a. (1990) wijzen er op dat een beleid gericht op de oudere werknemer twee essentiële componenten dient te bevatten. Ten eerste regelingen die een flexibele, op een veranderende belasting gebaseerde taakinvulling mogelijk maken. Ten tweede na- en bijscholingsprogramma's die niet alleen op de carrièreopbouw zijn gericht, maar ook op carrièrebeloop en -afbouw zijn gericht. 87
Verder lijkt ook extra aandacht gewenst voor het terugdringen van (overmatige) fysieke en psychische belasting. Ook deze aspecten bleken zowel van belang voor de relatie arbeid - ziekte als voor de relatie arbeid - uitval. Enkele passages van het interim-rapport van de Tripartiete werkgroep volumebeleid arbeidsongeschiktheidsregelingen ten aanzien van deze twee belastingsaspecten zijn in dit verband relevant. Zo wordt ten aanzien van de fysieke belasting in dit rapport onder meer geconstateerd: 'Oe tripartiete werkgroep is van oordeel dat in de praktische uitvoering van het preventieve beleid in ondernemingen al het mogelijke moet worden gedaan om deze arbeid te beperken dan wel door middel van ergonomische maatregelen de effecten ervan te ondervangen.... De tripartiete werkgroep is van mening dat de zwaarste beroepen en functies reeds nu op basis van vrijwilligheid dan wel afspraken moeten worden aangepakt en ..' (TWVA, 1989, p. 30). Met betrekking tot de psychische belasting (stress) wordt onder andere opgemerkt: ^Het wetenschappelijk onderzoek is thans zover gevorderd, dat het verantwoord lijkt, een aantal algemene inzichten omtrent oorzaken en preventiemogelijkheden via voorlichting onder de aandacht te brengen. De tripartiete werkgroep is van mening, dat de stress-problematiek op bedrijfstak- en ondernemingsniveau dient te worden geanalyseerd, en dat maatregelen ter zake moeten worden genomen.' (TWVA, 1989, p.30-31) Verder zou in het kader van de primaire preventie ook gekeken moeten worden naar de inhoud van het werk. Ook dit bleek een belangrijk aspect bij de arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening. Het welzijnsartikel in de ARBO-wet (artikel 3), alsmede het in dit kader ontwikkelde WEBA-instrument (Projectgroep Weba, 1989) bieden een goede mogelijkheid om meer structureel aandacht te besteden aan dit aspect. Daarnaast zou in het kader van de secundaire preventie vanuit de ondernemingen meer aandacht besteed moeten worden aan de mogelijkheden van aanpassingen van het werk, veranderingen van takenpakket, werktijden, her- of bijscholing en andere maatregelen gericht op het zo veel mogelijk voorkomen van uitval uit het werk en het bevorderen van de reïntegratie van werknemers met een blijvende aandoening. Hierbij zou men niet zozeer moeten kijken naar wat een werknemer niet meer kan, maar meer gericht moeten zijn op waar de werknemer wel toe in staat is. Van belang hierbij is dat het werk voldoende geschikt is voor deze werknemers. De Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers (WAGW) verplicht de werkgever onder meer de arbeidsplaats, en de produktie- en werkmethoden aan te passen aan de gehandicapte werknemer (artikel 6). 88
De werknemers (en hun vertegenwoordigers) binnen de onderneming zouden meer alert moeten zijn op belastende werkomstandigheden en de mogelijkheden om die aan te passen. Dit zou kunnen betekenen dat bijvoorbeeld in het geval van overmatige lichamelijke of geestelijke belasting, of een (tijdelijke) verminderde belastbaarheid, in overleg met de werkgever en andere relevante partijen (zoals de bedrijfsarts, een personeelsfunctionaris etc.) gezocht wordt naar minder belaste werksituaties. Bij ziekte (en verzuim) zou de werknemer zelf mee kunnen denken over mogelijkheden voor aangepast of ander werk. Al met al lijkt in dit verband een actieve opstelling van de werknemer gewenst.
6.3.2
Aanbevelingen voor de bedrijfsgezondheidszorg (BGZ)
De BGZ zou een ondersteunende rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van een arbeidsomstandighedenbeleid op ondernemingsniveau. Bovendien zou de BGZ door middel van het PBGO (Periodiek BedrijfsGezondheidskundig Onderzoek) inzicht kunnen bieden in de belastende omstandigheden in het werk en de gevolgen daarvan. Dit zou onder meer kunnen leiden tot gerichte maatregelen om (overmatige) belasting te verminderen of te vermijden. Verder zou de bedrijfsarts arbeidsgebonden aandoeningen in een vroegtijdig stadium kunnen signaleren, en maatregelen voorstellen om latere uitval te voorkomen. De BGZ zou ook speciale aandacht kunnen besteden aan werknemers die in het verleden te maken hebben gehad met zware lichamelijk of geestelijk arbeid. In beide groepen bleken onder de WAO-ers verhoudingsgewijs veel arbeidsgebonden aandoeningen voor te komen. Hierbij zou de BGZ ook een bijdrage kunnen leveren aan een ondernemingsbeleid gericht op oudere werknemers. Tenslotte lijkt ook een duidelijke rol voor de BGZ weggelegd bij de secundaire preventie vanuit de ondernemingen en de sociaal- medische begeleiding van personen die langdurig verzuimen (bij voorkeur in samenwerking met de verzekeringsgeneeskundige van de bedrijfsvereniging). In overleg met personeelszaken en de betrokken leidinggevende kan gezocht worden naar oplossingen voor problemen in het werk.
89
6.3.3
Aanbevelingen voor de bedrijfsverenigingen
De bedrijfsverenigingen zouden een rol kunnen spelen bij in kaart brengen van de specifieke risicofactoren in de sector en de mogelijkheden om deze op te lossen. Een voorbeeld van een dergelijke activiteit is het project dat het Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg (NIPG/TNO) momenteel uitvoert in de vleessector. In dit project wordt een brede probleeminventarisatie uitgevoerd om te komen tot een plan van aanpak voor een serie mogelijke verzuimbestrijdingsprojecten. Bij dit project zijn naast de bedrijfsvereniging (de Samenwerking) ook het Produktschap voor Vee en Vlees en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betrokken. De bedrijfsvereniging zou verdere ook individuele bedrijven kunnen ondersteunen bij de ontwikkeling van een verzuim- en preventiebeleid. Een nadere invulling van het beleid met betrekking tot de secundaire preventie kan gevonden worden in de conclusies van het Najaarsoverleg met betrekking tot de geïntensiveerde gevakbehandeling in het Ziektewetjaar (Stichting van de Arbeid, 1990). Hierin wordt onder meer aangegeven dat in een zo vroeg mogelijk stadium activiteiten worden ontwikkeld gericht op het herstel en de reïntegratie, en waarbij ook de werkgever zoveel mogelijk betrokken moet worden. Aanvullend hierop kan worden opgemerkt dat bij een dergelijke secundaire preventie niet alleen gekeken moet worden naar de aandoening van de WAO-er maar vooral naar de mogelijkheden tot verandering van produktiemethoden en - organisatie. Bovendien zou wanneer het duidelijk is dat een werknemer niet meer aan het werk komt bij zijn huidige werkgever, reeds tijdens de Ziektewetperiode, gekeken moeten worden naar mogelijkheden van ander werk bij andere werkgevers. De resultaten van het onderzoek pleiten verder voor een gedifferentieerd beleid naar leeftijd met betrekking tot aanpassing van het werk, herplaatsing en reïntegratie van werknemers met een aandoening. Jongeren zien veelal nog wel mogelijkheden om weer te kunnen werken. Een intensivering van de sociaal-medische begeleiding zou in dit kader nuttig kunnen zijn, waarbij in een zo vroeg mogelijk stadium van de ziektewetperiode aandacht wordt besteed aan het werk dat men nog wel zou kunnen doen en de aanpassingen die hiervoor nodig zijn. Ook is het voor deze groep van groot belang dat een duidelijke planning wordt gemaakt voor de verdere loopbaan.
90
waarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen en het eventueel verdere verloop van de aandoening. Voor ouderen is het van belang dat ze in de eerste plaats weer mogelijkheden zien om te gaan werken, en in gaan zien dat aangepast of ander werk nog wel geschikt voor hen kan zijn. Vervolgens zal passend werk voor hen gezocht moeten worden, of zal men het eigen werk moeten aanpassen. Een dergelijke begeleiding is natuurlijk alleen zinvol als er inderdaad reële werkperspectieven zijn voor deze groep. Als dat niet het geval is zou men de betrokken oudere werknemers niet meer met dit soort zaken moeten belasten.
6.3.4
aanbevelingen voor de overheid
De overheid zou een initiërende en stimulerende rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van activiteiten op bedrijfstakniveau, en met name waar deze gericht zijn op het verzamelen van informatie over de specifieke problematiek in de betreffende sector of op het opzetten van voorbeeldprojecten waarin dergelijke problemen worden aangepakt. Hierbij zou ook gedacht kunnen worden aan projecten die het niveau van de onderneming overstijgen, bijvoorbeeld waar het gaat om creëren van aangepaste werksituaties. In ieder geval zou door de overheid gestimuleerd kunnen worden dat artikel 30/31 van de Ziektewet vaker toegepast zou worden voor het verrichten van aangepast werk bij een andere werkgever. Hoewel vanuit rechtspositioneel oogpunt bezien een werkhervatting bij de eigen werkgever de voorkeur verdient, lijkt bij het ontbreken van reële mogelijkheden bij de eigen werkgever, aangepast werk bij een andere werkgever te prefereren boven een continuering van het ziekteverzuim en een eventuele toetreding tot de WAO. Voor de verdere ontwikkeling van de bedrijfstakgerichte benadering van het Directoraat-Generaal van de Arbeid van het Ministerie van Sociale Zlaken en Werkgelegenheid biedt de statistische bijlage van dit rapport, waar een uitgebreid overzicht wordt gegeven van de belangrijkste scores per bedrijfs- en beroepsklassen, een eerste aanzet. Ook voor een prioriteitsstelling naar bedrijfs- en beroepsklasse wordt in dit rapport een aanzet gegeven (tabellen 6.5 en 6.6). In aansluiting op het interimrapport van de Tripartiete werkgroep volumebeleid arbeidsongeschiktheidsregelingen (TWVA, 1989) wordt verder gepleit voor een intensivering van de inspectietaak van de overheid met betrekking tot die bedrijfs91
en beroepsklassen waar sprake is van verhoudingsgewijs veel arbeidsgebonden aandoeningen en uitval. In dit kader zou ook gedacht kunnen worden aan een actievere rol van de Arbeidsinspectie bij de toepassing van artikel 6 van de Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers (WAGW), waarin de werkgever onder meer verplicht wordt de arbeidsplaats, en de produktie-en werkmethoden aan te passen aan de gehandicapte werknemer. Hierbij past dan tevens een soepel beleid ten aanzien van artikel 57 van de Algemene Arbeidsongeschiktheids Wet (AAW), waarin de vergoedingen van de aanpassingen, die in het kader van artikel 6 van de WAGW getroffen worden, geregeld worden. Tenslotte zou de overheid, ook bij een vermindering van de beschikbare financiële middelen, er naar moeten streven de onderzoeksmatige onderbouwing van het bredere beleid met betrekking tot arbeid en gezondheid zoveel mogelijk in stand te houden. Wanneer de financiering van onderzoek grotendeels afhankelijk wordt van bedrijfstakorganisaties lijkt versnippering van kennis en informatie onvermijdelijk. Hierdoor zou het voor het overheidsbeleid noodzakelijke zicht op meer algemene vraagstukken verloren kunnen gaan.
6.3.5
aanbevelingen voor het onderzoek
Het onderzoek zou in ieder geval een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van instrumenten ten behoeve van de uitvoering van een algemeen preventiebeleid op ondernemings- en/of bedrijfstakniveau. Hierbij zou tevens een bijdrage geleverd kunnen worden aan de opzet en uitvoering van voorbeeldprojecten. Verder is het nodig om voor de centrale thema's van dit onderzoek, de arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening, en de arbeidsgebondenheid van de uitval, meer objectieve criteria te ontwikkelen. In ieder geval lijkt validering van antwoorden van WAO-ers op de vragen met betrekking tot conditionele relatie van belang. In de derde fase van het onderzoek zal nader gekeken naar de betekenis van de antwoorden van de respondenten ten aanzien van de causale relatie. Validering van de antwoorden met betrekking tot de conditionele relatie zijn in de planning van het onderzoek niet opgenomen, maar (mede) vanuit beleidsoogpunt wel van belang. Een dergelijke onderzoek zou in samenwerking met één of meer bedrijfsverenigingen opgezet kunnen worden. In dit kader zou dan ook uitgebreider ingegaan kunnen worden op de rol van de verschillende partijen (werkgever, bedrijfsarts, 92
werknemer, verzekeringsgeneeskundige, arbeidsdeskundige etc) bij het aanpassen van werk en/of het zoeken naar ander werk. Tenslotte is nader onderzoek gewenst naar de achtergronden van de verschillen tussen mannen en vrouwen, en Nederlanders en niet-Nederlanders ten aanzien van de onderzochte relaties tussen het werk en de gezondheid en het werk en de uitval.
93
LITERATUUR
BENSING, J.M., D.H. DE BAKKER & J. VAN DER VELDE. Hoe ziek is de WAO? Med. Contact 46 (1991) 1075-80. BROERSEN, J.P.J., A.N.H. WEEL & F.J.H. VAN DIJK. Atlas gezondheid en werkbeleving naar beroep, Amsterdam, NIA, 1991. CBS (CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK) Enquête beroepsbevolking 1988. Voorburg/Heerlen, CBS, 1989 DUK, F.J.H. VAN , D.A. VAN HASELEN, D.E. LENSHOEK, E.A. WAOtoetreding: trends en risicogroepen in een groot industrieel bedrijf. T.Soc. Gezondheidsz. 65 (1987) 654-62. DIJKSTRA, A., M. VAN DER GRINTEN, M.SCHLATMANN & C. DE WINTER. Funktioneren in de arbeidssituatie: uitgangspunten, ontwerp en handleiding voor onderzoek onder werknemers naar gezondheid, werk en werkomstandigheden. Leiden, NIPG/TNO, 1981. DIRKEN, J.M. Arbeid en stress. Groningen, Wolters Noordhof, 1969. DI SALVO, V., C. LUBBERS, A.M. ROSSI & JAMES LEWIS. The impact of gender on work-related stress. Journal of Social Behavior & Personality 3 (1988) 161-76. JONG, Ph. DE, H. BRUINSMA, L. AARTS & J.P. HOP. Determinantenonderzoek WAO: samenwerkingsproject van de Sociale Verzekeringsraad en het Centrum voor Onderzoek van de Publieke Sector RU Leiden. Zoetermeer/Leiden, SVr/COEPS, 1981. KERS, W.C. & H. BRUINSMA. WAO-toetreders 1987; een beschrijving. Amsterdam, GMD, 1989. KNEPPER, S. Naar een miljoen arbeidsongeschikten: wat kan de GGZ doen? Maandbl..Geest.Volksgezondh. 10(1989) 1065-78. MENKEN, M.W.J. & B. VAN VLIET. WAGW: Wet arbeid werknemers. Deventer, Kluwer, 1986.
94
gehandicapte
MULDER, H.P. Indeling van bedrijfsgroepen volgens SBI 1974 code bij een bedrijfsvereniging. Amsterdam, GMD/AAO, 1989. PROJECTGROEP WEBA. Functieverbetering en organisatie van de arbeid. Welzijn bij de arbeid (WEBA) gelet op de stand van de arbeids- en bedrijfskunde. Den Haag, Min. SoZaWe, 1989. SCHELLART, A.J.M. Beroep en ziekte in de WAO. Onderzoeksrapportage in het kader van het project *beroep en ziekte*. Amsterdam, Gemeenschappelijke Medische Dienst, 1989. SCHELLART, A.J.M., R. VAN DEYNEN & J.W.KOTEN. Beroep en ziekte in de WAO I t/m ra. TVG 27 (1989) 166-72, TVG 28 (1990) 6-11 en 39-42. STICHTING VAN DE ARBEID. Najaarsoverleg 1990: Gemeenschappelijke verklaring volumebeleid arbeidsongeschiktheid. Den Haag, 1991. TWVA (TRIPARTIETE WERKGROEP VOLUMEBELEID ARBEIDSONGESCHIKTHEID). Interim-rapportage. Den Haag, Stichting van de arbeid, 1989. I
VANDENBROUCKE J.P. &. A. HOFMAN. Grondslagen der epidemiologie. Utrecht, Bunge, 1988. VERBEEK, J. Arbeidsongeschiktheid op grond van rugklachten en andere aandoeningen van het bewegingsapparaat. Amsterdam, Studiecentrum Arbeid en gezondheid, 1991 (diss.). VRIES, M. De Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim in de horeca, eindrapport. Den Haag, Bedrijfschap Horeca, 1989. WILLEMS, J.H.B.M., P.G.W. SMULDERS & F.D. POT. De oudere werknemer (g)een medisch probleem? Ned.Tijdschr.Geneeskd. (134) 1990 1937-43. WINTER, CR. DE. Arbeid, gezondheid en verzuim als voorspellers van uitval uit het werk. Leiden, NIPG/TNO, 1991 (diss.).
95
BIJLAGEN biz. A. B. C. D. E. F. G. H. I.
De vragenlijst De bij de samenstelling van de steekproef gehanteerde aanpak .. Vergelijking van respons en non-respons De resultaten van de (multivariate) analyses met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van de ziekte binnen de blokken onafhankelijke variabelen Voorspelling van de arbeidsgebondenheid (en de niet-arbeidsgebondenheid) van de ziekte of aandoening in het algemeen, naar diagnosecategorie, en naar bedrijfs- en beroepsklasse De resultaten van de (multivariate) analyses met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van de uitval binnen de blokken onafhankelijke variabelen Voorspelling van de arbeidsgebondenheid (en de niet-arbeidsgebondenheid) van de uitval in het algemeen, naar diagnosecategorie, en naar bedrijfs- en beroepsklasse De vergelijking van de resultaten van dit onderzoek met die van het eerdere GMD-onderzoek (Schellart, 1989) Berekening van het absolute risico naar bedrijfsklasse
99 117 122 128 129 132 133 136 139
Statistische bijlage
143
I. II.
145
III.
De frequentieverdelingen van de vragen uit de vragenlijst De gegevens over de beleving van het (laatste) werk naar bedrijfs- en beroepsklasse (op vraag-niveau) De gegevens over de beleving van het (laatste) werk naar bedrijfs- en beroepsklasse (op somscore-niveau)
165 207
97
Bijlage A: De vragenlijst
VRAGENLIJST
ONDERZOEK WAO-INTREDE
99
Toelichting bii het invullen: Leest u voordat u de vragenlijst gaat beantwoorden onderstaande aanwijzingen en voorbeelden rustig door. *
Het is de bedoeling dat de vragen worden beantwoord door degene aan wie deze vragenlijst gericht is.
*
Probeert u echt helemaal alleen de vragen te beantwoorden (dus zonder hulp van bijvoorbeeld uw parmer of kinderen). Mocht dit niet mogelijk zijn, bijvoorbeeld omdat u slecht ziet, of de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, dan kan iemand anders u helpen met het invullen. U moet natuurlijk wel K1£ de antwoorden geven? Kruis steeds het antwoord aan dat op u van toepassing is. Indien bepaalde vragen moeilijk in te vullen zijn, probeer dan toch het meest passende antwoord aan te kruisen. Let bijvoorbeeld op de gebruikte woorden, zoals weleens of yaak» meestal of veel. Als u echt geen antwoord kunt of wilt geven, of wanneer de vraag voor u niet van toepassing is, laat dan het hokje open. Wilt u niets veranderen aan de voorgedrukte antwoorden. Steeds één antwoord per vraag aankruisen.
«
Alle vragen beantwoorden, tenzij anders is aangegeven. Let u hierbij op de verwijzingen in de vragenlijst.
*
De uitkomsten worden verwerkt in een algemeen rapport, waarin geen namen en geen gegevens van afzonderlijke personen worden genoemd.
vwrtetldgn: 1.
Doet u aan sport?
nee Q 1
ja [x] 2
Indien u aan sport doet. kruist u bij deze vraag het 'Ja' antwoord aan. ZSLiX Bent u lid van een sportvereniging?
nee Q 1
ja (x] 2
Deze vraag hoeft u alleen te beantwoorden ais u de voorafgaande vraag met ja beantwoord heeft. Indien u lid bent van een sportvereniging, kruist u hier weer het 'Ja' antwoord aan.
2.
Hoeveel maanden heeft een jaar?
|1 |2 | maanden
Bij deze vraag hoeft u niets aan te kruisen, maar moet een gettü invullen.
Wilt ii a.u.b. de ingevulde vragenlijst zo snoedig moaeliik terugsturen? Bijgaand vindt u hiervoor een antwoordenveloppe die u ongefrankeerd op de post kunt doen.
GEGEVENS OVER
UZELF
1.
Bent u man of vrouw?
man • !
2.
Wanneer bent u geboren (dag, maand,jaar)?
3.
Wat is uw burgerlijke staat? -
4.
| | | -1 | | - 191 \ |
ongehuwd, niet samenwonend gehuwd of samenwonend (duurzaam) gescheiden, niet samenwonend weduwe/weduwnaar, niet samenwonend
Nederland Suriname/Nederlandse Antillen Turkije Marokko overig, nt
1 2 3 4
Q Q D D •
1 2 3 4 5
Wat is de liQQS£t£ schoolopleiding die u heeft voltooid? (indien u een opleiding in het buitenland heeft gevolgd: verzoeken wij u de best vergelijkbare opleiding in Nederland aan te kruisen) - geen (of enkele klassen lager onderwijs) - lager onderwijs (LO, VOLG) - lager beroepsonderwijs (bv. LTS, ambachtsschool, LHNO, huishoudschool, etc.) - middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (bv. MAVO,(M)ULO,IVO) - middelbaar beroepsonderwijs (bv. MBO, MTS, UTS, MEAO, MHNO, politieschool, (interne) opleiding verpleegkundige) - voortgezet algemeen onderwijs (bv. HAVO, Atheneum, gymnasium, HBS, MMS) - hoger beroepsonderwijs (bv. HTS, HEAO, MO-A, MO-B, Sociale Academie, Pedagogische Academie, Nijenrode) - wetenschappelijk (universitair) onderwijs
DE VOLGENDE VRAGEN GAAN OVER HET VERLOOP VAN
6.
Q Q Q Q
Wat is uw land van -herkomst? -
5.
vrouw • 2
Hoe oud was u toen u begon met werken? (vakantiewerk aiei meegerekend)
Q1 Q 2 Q3 • 4 QS Q 6 Q 7 Q8
uw BEROEPSLEVEN
| | (jaar
7.
Zijn er in uw leven periodes geweest dat u lichamelijk zwaar werk deed (zoals veel tillen, sjouwen, etc)?
nee • 1
m
Zo ia: hoeveel jaar bij elkaar heeft u dit soort werk gedaan? 8.
Zijn er in uw leven periodes geweest dat u geestelijk zwaar werk deed (zoals werken onder grote tijdsdruk, erg ingewikkeld werk, spanningen op het werk, etc.)?
nee n 1
ZaJa; hoeveel jaar bij. elkaar heeft u dit soort werk gedaan? 9.
II.
jaar
Ja D 2 m
Bent u gedurende de afgelopen 10 jaar, voordat u wegens ziekte langdurig uitviel, weleens werkloos geweest? (ook beantwoorden-als u minder dan 10 jaar gewerkt heeft)
nee • 1
jaar
ja • 2
m
Zo ia: hoe vaak bent u de afgelopen 10 jaar werkloos geweest? (ook korte periodes meetellen) 10.
ja • 2
Bij hoeveel bedrijven heeft u de afgelopen 10 jaar gewerkt, voordat u wegens ziekte langdurig uitviel? (inclusief de laatste werkgever)
keer
I \ I bedrijven
Bent u, voordat u wegens ziekte langdurig uitviel, weleens vanwege uw gezondheid van werkkring, beroep, of functie veranderd?
nee Q 1
ja Q 2
GEGEVENS OVER UW LAATSTE WERKSITUATIE, VOORDAT U (DE LAATSTE KEER) LANGDURIG UITVIEL WEGENS ZIEKTE.
12.
Wat is de naam en het adres van het bedrijf waar u werkte voordat u wegens ziekte langdurig uitviel? naam: straat! vestigingsplaats: • fff
postbus: plaats:
T
.,...
*„ . „ .
.,.„. huisnr
_««__»
.... ___«____._.
postcode: 1 |
|
|
|-|
|
j
postcode: |
|
|
|-|
|
|
D D D D D ....
|
NB: Wij doen een dringend beroep op u om bovenstaande gegevens volledig in te vullen! Deze gegevens zijn nodig om het bedrijf waar u werkte goed in te kunnen delen. Er worden uiteraard geca inlichtingen bij het bedrijf ingewonnen, of aan het bedrijf doorgegeven!
13.
Wat voor soort bedrijf of instelling was dit? - landbouw- of visserijbedrijf - industriebedrijf, namelijk: * voedings- en genotmiddelenindustrie * grafische industrie * chemische industrie * metaalindustrie * elektrotechnische industrie * overige industrie - bouwnijverheid- en installatiebedrijf -groothandel - detailhandel - hotel, restaurant, café - transportbedrijf (wegvervoer) - overige vervoersbedrijven (spoorwegen, scheep- en luchtvaart) - communicatiebedrijf (post, telegraaf, telefoon) - bank - verzekeringsbedrijf - bedrijf in de zakelijke dienstverlening - dienstverlenende instelling (bv. gezondheidszorg, sport en recreatie, sociaal-culturele instel., sociale org. etc.) - overige bedrijven
14.
1S.
Wat werd er door het bedrijf waar u toen werkte gemaakt, gedaan of verhandeld?
Q 02 Q 03 Q 04 Q OS Q 06 Q 07 Q 08 Q09 D ^° D 11 Q 12 Q 13 Q 14 • 15 Q 16 D '7 Q 18 Q 19
Q 1
Hoeveel mensen werkten er ongeveer bij dat bedrijf of die instelling? - minder dan 10 -10-34 - 35 - 99 - 100 - 499 - 500 en meer
16.
D O'
Ö 1 02 D 3 D '^ • 5
Was er de laatste jaren dat u werkte, op uw afdeling steeds voldoende werk of niet? -
er was over het algemeen meer werk dan wij aankonden er was steeds voldoende werk er was zo nu en dan te weinig werk er was eigenlijk al jaren sprake van te weinig werk
Q Ö Q Q
1 2 3 4
17.
Kunt u meer in het algemeen aangeven hoe het bedrijf er voorstond, voordat u wegens ziekte langdurig uitviel? -
18.
het ging goed met het bedrijf het ging redelijk met het bedrijf het ging matig met het bedrijf het ging slecht met het bedrijf
Werd er in het bedrijf duidelijk aandacht besteed aan de arbeidsomstandigheden?
19.
In welk jaar bent u bij dit bedrijf gaan werken?
20.
Welk beroep of functie had u in het bedrijf?
21.
Kunt u hieronder aangeven in welke categorie dit beroep of deze functie valt?
Q Q Q Q
nee Q 1
| 2 3 4
ja Q 2 191 \ |
- agrarische beroepen, vissers e.d. - ambachtelijke - en industriële beroepen, namelijk: * metselaars, timmerlieden, en andere bouwvakkers * loodgieters, lassers e.d * kleermakers, kostuumnaaisters e.d. * elektromonteurs * machine bankwerker-monteurs * machinale metaalbewerkers e.d. * toezichthoudend produktie personeel * overige ambachtelijke - en industriële beroepen - transportberoepen, namelijk: * chauffeurs, matrozen, treinbestuurders e.d. * laders, lossers, inpakken e.d. * overige transportberoepen - administratieve beroepen, namelijk: * secretaressen, typisten, ponstypisten e.d. * boekhouders, kassiers e.d. * overige administratieve beroepen - commerciële beroepen, namelijk: * winkelbedienden en andere verkopers * vertegenwoordigers, handelsagenten * overige commerciële beroepen - dienstverlenende beroepen, namelijk: * koks, kelners, buffetbedienden * huisbewaarders, schoonmaakpersoneel (gebouwen e.d.) * huishoudelijk en verzorgend personeel (personen) * overige dienstverlenende functies - artsen, verpleegkundigen, ziekenverzorgenden e.d. * - wetenschappelijke (vak)specialisten e.d. - beleidvoerende en hogere leidinggevenden - overige beroepen
• 1
QOI
no2 no3
• • • • • •
04 05 06 07 08 09
• 10 • 11 • 12
a 13 • 14 D»5 • 16 DI7 • 18 • • • • • • • •
19 20 21 22 23 24 25 26
22.
Wat waren uw belangrijkste werkzaamheden in. dit beroep of deze functie?
23.
Gaf u leiding aan andere werknemers?
24.
Wat was de voor uw functie vereiste vooropleiding? -
25.
nee • 1
geen (of enkele klassen lager onderwijs) lager onderwijs lager beroepsonderwijs middelbaar algemeen voortgezet onderwijs middelbaar beroepsonderwijs voortgezet algemeen onderwijs hoger.beroepsonderwijs wetenschappelijk (universitair) onderwijs
Hoeveel uur werkte u gemiddeld per week volgens uw arbeidsovereenkomst?
28.
Hoeveel uur werkte u feitelijk gemiddeld per week?
29.
Hoeveel tijd (minuten) was u gemiddeld per dag kwijt om van uw huis naar uw werk en terug te komen?
30.
Dl • 2 • 3 • 4 • 5 • 6 • 7 • 8
•1 • 2 • 3
Werkte u meestal binnen, buiten, of afwisselend binnen en buiten? - meestal binnen - meestal buiten - afwisselend binnen en buiten
27.
ja • 2
Wat voor dienst had u? dagdienst zonder meer andere dienst, met nachtdienst andere dienst, zonder nachtdienst
26.
• 1
•1 D2 • 3
CD uur
IT]"" \ \ ) minuten
Hebben zich, gedurende de laatste twee jaar voordat u langdurig uitviel, belangrijke veranderingen in of op uw werk voorgedaan? -ja
nee (a.u.b. doorgaan met vraag 31) (vraag 30 gaat door op pagina 6)
Dl • 2
(vervolg vraag 30) Indien er zich belangrijke veranderingen in of on uw werk hebben voorgedaan: Werd uw werk hierdoor meer of minder
boeiend afwisselend vrij
gejaagd ingewikkeld belastend
meer
gelijk
• 1 Gl • 1 • 1 • 1 • 1
• 2 D2 • 2 • 2 • 2 • 2
minder
• • • • • •
3 3 3 3 3 3
Hieronder staan een aantal vragen over het werk dat u deed voordat u (de laatste keer) wegens ziekte langdurig uitviel. Het is de bedoeling dat u hierbij aangeeft hoe u, toen u nog werkte, de verschillende onderdelen van uw werk ervaarde. 31. 32. 33. 34. 35.
Had U voor uw werk genoeg scholing? Had U in uw werk voldoende afwisseling? Was Uw werk meestal boeiend? Had U meestal plezier in Uw werk? Vond U het werk te eenvoudig?
neeQl nee • 1 nee • 1 nee • ! nee • 1
ja 0 2 ja 0 2 JaD2 ja 0 2 ja 0 2
36. 37.
Was Uw werk lichamelijk erg inspannend? Moest u in uw werk vaak: - zware lasten tillen of sjouwen? - zwaar duwen, trekken of knijpen? Moest u tijdens uw werk vaak lang achtereen: - zitten? - staan? - lopen? - geknield of gehurkt werken?
nee
•
ja 0 2
nee nee
• •
ja 0 2 iaD2
nee nee nee nee
• • • •
ja 0 2 ja 0 2 JaD2 ja 0 2
Was Uw werk geestelijk erg inspannend? Moest u in uw werk vaak: - vergaderen of praten? - lezen of schrijven? Werkte U geregeld onder tijdsdruk? Was het werk vaak te vermoeiend? Had U geregeld problemen met het tempo of de drukte van het werk?
nee
•
ja 0 2
nee nee nee nee
• • • •
ja 0 2 ja 0 2 ja 0 2 JaD2
38.
39. 40.
41. 42. 43.
nee • 1
ja • 2
44.
Moest U het in het werk eigenlijk kalmer aan doen?
45.
Had U in het werk veel hinder van wisseling in temperatuur? Had U in het werk veel hinder van droge lucht? Had U in het werk veel hinder van vochtige lucht, regen? Had U in het werk veel hinder van gebrek aan frisse lucht?. Had U in het werk veel hinder van lawaai? Had U in het werk veel 'hinder van stank? Had U in het werk veel hinder van damp, nevel, gas? Vond u dat het in orde was met de veiligheid in het werk?
46. 47. 48. 49. 50. 51. 52.
53. 54. 55. 56. 57.
58. 59. 60. 61. 62.
63.
64. 65. 66. 67.
nee • 1
ja • 2
nee • nee • nee •
ja 0 2 ja^2 ja 0 2
nee • nee • nee • nee •
ja 0 2 ja^2 ja^2 ja 0 2
nee
ja^2
•
Was het werk doorgaans goed georganiseerd? Kon U voldoende overleggen over Uw werk? Werd Uw werk vaak belemmerd door onverwachte situaties? Werd U in het werk geregeld gehinderd door gebreken in het werk van anderen? Werd Uw werk vaak bemoeilijkt door afwezigheid van anderen?
nee • I nee • 1
ja^2 ja 0 2
nee • I
ja 0 2
nee Q l
ja^2
nee Q l
ja^2
Vond U de onderlinge sfeer op het werk goed? Ergerde U zich vaak aan anderen op het werk? Werkte U onder goede dagelijkse leiding? Had de dagelijkse leiding een juist beeld van U in Uw werk? Hield de dagelijkse leiding voldoende rekening met wat U zei?
nee • I nee • 1 nee Q 1
ja 0 2 ja 0 2 ja 0 2
nee • 1
ja 0 2
nee Q 1
ja 0 2
nee
•
ja 0 2
nee
•
ja^2
Waren er omstandigheden in het werk die een ongunstige invloed hadden op Uw privéleven? Voelde U zich in dit bedrijf voldoende gewaardeerd? Vond U Uw beloning in overeenstemming met het werk dat U deed? Waren Uw vooruitzichten bij deze werkgever goed? Al met al, vond U nu zelf dat U goed, redelijk, matig of niet goed zat met Uw werk?
nee • nee •
ja^2 ja 0 2
goed edelijk matig iet goed
• • • •
l 2 3 4
g Wu WILLEN NU GRAAG IETS VRAGEN OVER uw ZIEKTEGESCHIEDENIS.
68.
Door welke ziekten, aandoeningen of functiestoornissen bent u uiteindelijk langdurig bent uitgevallen?
• 1
Welke is daarvan de belangrijkste? (zou u deze hierboven willen onderstrepen) 69.
Kunt U hieronder aangeven onder welke categorie deze ziekte of aandoening valt? (tLuJ). slechts één antwoord aankruisen) - psychische ziekten (bijv. overspannen, depressiviteit) - aandoeningen aan hart of bloedvaten - aandoeningen aan bewegingsapparaat (armen, benen, rug, schouder, spieren en gewrichten) - overige aandoeningen
70.
Q1 • 2 • 3 • 4
Had u, voor u zich de laatste keer langdurig ziek meldde, al eens eerder last gehad van hetzelfde, of is het vrij kort voor uw ziekmelding opgekomen? - al eerder vaak last van de ziekte of aandoening - al eerder zo nu en dan last van de ziekte of aandoening - de ziekte of aandoening is vrij kort voor de ziekmelding opgekomen (a.uJb. doorgaan met vraag 72)
71.
72.
• I • 2 • 3
Wanneer heeft u voor het eerst last gekregen van de betreffende ziekte of aandoening?
191 |
Heeft u de indruk dat de ziekte of aandoening een gevolg is van het werk dat u deed? ja, geheel of grotendeels ja, voor een belangrijk deel ja, in beperkte mate nee, geheel niet 2aJa;
Q1 • 2 • 3 • 4
Aan welke onderdelen van uw werk denkt u dan daarbij? -
73.
|
de lichamelijke belasting? de geestelijke belasting? de arbeidsomstandigheden in het algemeen? de veiligheid (bijv. in het geval van een ongeval)? andere onderdelen van het werk?
Heeft u de indruk dat de ziekte of aandoening erger is geworden door het werk dat u deed?
l l l l l
ja 0 2 ja 0 2
nee Q 1
ja • 2
nee nee nee nee nee
Q Q Q Q Q
jan2
ja 0 2 ja 0 2
De volgende vragen gaan over de periode dat u nog werkte, dat wil dus zeggen voordat u (de laatste keer) langdurig uitviel wegens ziekte. 74.
75.
Heeft de ziekte of aandoening mede een rol gespeeld bij de keuze van uw (laatste) werk?
nee • 1
ja Q 2
Werd u in uw werk geregeld gehinderd door de ziekte of aandoening, in de laatste periode dat u nog werkte?
nee • 1
ja • 2
ZfiJa; Kon u het werk,'als het u te zwaar werd, lang genoeg onderbreken om even bij te komen?
nee • I
ja • 2
Bij sommige bedrijven probeert men werknemers die ziek worden of een aandoening krijgen, zo lang mogelijk aan het werk te houden. Dit gebeurt onder andere door aanpassing van het werk (bijvoorbeeld door aanschaf van hulpmiddelen), verandering van het takenpakket of herplaatsing, verandering van werktijden en door ( bij )scholing (bijvoorbeeld voor ander werk). 76.
Heeft men bii u in het bedrijf, in verband met uw ziekte of aandoening, weleens dergelijke maatregelen genomen? - ja (aM.b. doorgaan met vraag a) - nee (a.u.b. doorgaan met vraag b) Zo ia:
a. Om welke maatregelen ging het hierbij? -
Zo nee:
• 2 • 1
aanpassing van het werk verandering van takenpakket of herplaatsing verandering van werktijden (bij)scholing iets anders, nl.:
b. Denkt u dat u nog aan het werk zou zijn, als men dat wel had gedaan?
nee • I neeQl nee Q l nee O l nee • 1
ja ja ja ja ja
02 02 02 02 02
nee Q 1
ja • 2
Of men met een bepaalde ziekte kan blijven werken, hangt er verder van af hoe belastend dit werk of de werksituatie voor de persoon is. Zo komt het wel voor dat als twee mensen precies dezelfde ziekte hebben, maar verschillend werk doen. de een wel door kan blijven werken, terwijl de ander dat niet kan. Als u nu terug denkt aan uw ziekte en de situtuie waar u toen werkte. 78.
Denkt u dat u met deze ziekte, wanneer u ander werk zou hebben gedaan, wel door zou hebben kunnen werken?
nee Q I
ja • 2
10 De volgende vragen hebben betrekking op bet jaar dat u een ziektewet-uitkering ontving, en de periode daarna. 79.
Heeft er weleens iemand van uw werk contact met u opgenomen, nadat u in de Ziektewet bent gekomen?
nee • l
ja • 2
ZoJa: Kunt u hieronder aangeven wie dat is (zijn), en hoe vaak dat geweest is?
uw chef uw collega's iemand van de personeelsafdeling 80.
regelmatig
weleens
nooit
n.v.t.
• 1 • 1 • 1
• 2 • 2
• 3 • 3
• 4 • 4
• 2
• 3
• 4
Vindt u dat het bedrijf sinds u in de Ziektewet bent gekomen voldoende contact met u heeft onderhouden, of vindt u dat men u min of meer aan uw lot heeft overgelaten? voldoende contact • 1 min of meer aan lot overgelaten Q 2
81.
82.
Bent u sinds u in de Ziektewet bent gekomen zelf weleens langs geweest op het werk, of heeft u zelf weleens contact opgenomen met uw collega's of chef?
ja, regelmatig • l ja, weleens Q 2 nee, nooit • 3
Heeft het bedrijf of de instelling, waar u toen werkte een bedrijfsarts? - nee (a.u.6. doorgaan met vraag 83) -ja ZoJa.: Hoe vaak heeft u contact gehad met de bedrijfsarts, sinds u in de Ziektewet bent gekomen? Heeft u in die periode met de bedrijfsarts weleens over hervatting van het werk gesproken? -nee, nooit -ja, daar hebben we vagelijk over gesproken -ja, daar hebben we uitvoerig over gesproken
Dl • 2 •
keer
Dl D2 D3
Heeft u in de indruk dat de bedrijfsarts zich toen heeft ingespannen om u weer aan het werk te brengen? -nee, hij heeft niets gedaan -ja, hij heeft enige moeite voor me gedaan -ja, hij heeft veel moeite voor me gedaan
• 1 02 D3
11
83.
Heeft u tijdens de ziektewetperiode of daarna nog contact gehad uw huisarts of een specialist?
nee Q 1
ZfiJa? Is u door de huisarts of de specialist(en) toen duidelijk verteld of u in de toekomst weer aan het werk zou kunnen? - nee, dat is niet echt aan de orde geweest - ja, er is mij verteld dat ik te zijner tijd wel weer zal kunnen werken - ja, er is mij verteld dat ik waarschijnlijk niet meer zal kunnen werken
ja • 2
• 1 O 2 • 3
Als u langer dan een half Jaar in de Ziektewet zit, krijgt u wanneer alles volgens de regels verloopt te maken met iemand van de GMD (Gemeenschappelijke Medische Dienst). De volgende vraag gaat hier nader op in. 84.
Heeft u tijdens de ziektewetperiode of daarna weleens contact gehad met iemand van de GMD? - nee (a.u.b. doorgaan met vraag 84) -ja
• 1 02
Zo ia: Kunt u hieronder aangeven met wie u bij de GMD contact heeft gehad?
nee • 1 nee Q l nee • !
- een arts - een arbeidsdeskundige - iemand anders
Heeft men u bij de GMD toen verteld of u in de toekomst weer zou kunnen werken? - nee, dat is niet echt aan de orde geweest - ja, er is mij verteld dat ik te zijner tijd wel weer zal kunnen werken in mijn oude functie - ja, er is mij verteld dat ik te zijner tijd wel weer zal kunnen werken maar in een nadere functie - ja, er is mij verteld dat ik waarschijnlijk niet meer zal kunnen werken
DE VOLGENDE VRAGEN GAAN OVER
85.
ja 0 2 JaD2 ja 0 2
O 1 D 2 • 3 O 4
uw GEZONDHEID OP orr MOMENT
Hoe vindt u zelf dat het momenteel met uw gezondheid is gesteld? Is die goed, redelijk, matig of niet goed? goed Q l redelijk • 2
matig • 3 niet goed • 4
12
86.
Wanneer u uw gezondheid van dit moment vergelijkt met die van het moment dat u (de laatste keer) langdurig uitviel, is die dan beter, slechter of hetzelfde? beter • l slechter • 2 min of meer hetzelfde • 3
87.
En de ziekte of aandoening waardoor u (de laatste keer) langdurig uitviel, is die sinds u in de Ziektewet bent gekomen verminderd, verergerd of hetzelfde? verminderd • 1 verergerd ^ 2 min of meer hetzelfde • 3
Hieronder staan een aantal vragen over uw gezondheid, en meer in het algemeen over hoc u zich op het moment voelt 88.
Heeft u nogal eens een opgezet of drukkend gevoel in de maagstreek? 89. Bent u gauw kortademig? 90. Heeft u nogal eens pijn in de borst- of maagstreek? 91. Heeft u nogal eens klachten over pijnen in de botten en spieren? 92. Heeft u vaak een gevoel van moeheid? 93. Heeft u nogal eens last van hoofdpijn? 94. Heeft u nogal eens last van rugpijn? 95. Is uw maag nogal eens van streek? 96. Heeft u weleens een verdoofd gevoel of tinteling in uw ledematen? 97. Voelt u zich gauwer moe dan u normaal acht? 98. Bent u nogal eens duizelig? 99. Voelt u zich nogal eens lusteloos? 100. Staat u in de regel s'ochtends moe en niet uitgerust op?
nee • 1 neeQl nee Q l
ja 0 2 ja02 ja 0 2
neeni neeni
neeni
ja02 ja02 ja02 ja02 ja 0 2
neeGl nee Q l nee Q l neeDl
ja02 ja02 ja 0 2 JaD2
nee • l
ja • 2
nee • l nee • 1
W u ZOUDEN U VERDER GRAAG WAT WILLEN VRAGEN OVER EEN MOGELUKE
HERVATTING VAN WERK (indien u inmiddels 65 Jaar of ouder bent, kunt u doorgaan met vraag 104) 101. Heeft u momenteel een betaalde baan, of gaat u zeer binnenkort weer werken (d.w.z. dat er al een datum is vastgesteld)? - nee (OMJ). doorgaan met vraag 103) - ja, zeer binnenkort - ja, momenteel een betaalde baan
• 1 • 2 • 3
13
102. Onderstaande vragen alleen invullen indien u momenteel weer werkt of zeer binnenkort gaat werken. Is dat bij dezelfde werkgever als u eerst werkte, voordat u langdurig uitviel?
nee Q 1
ja • 2
nee • I
ja • 2
nee nee nee nee nee nee nee
JaD2 ja02 ja 0 2 ja02 ja O 2 JaD2 ja 0 2
Is het werk in verband met uw ziekte of aandoening aangepast? 2SUX c. Om welke aanpassingen gaat het hierbij? -
aanschaf van hulpmiddelen/meubilair aanpassing machines en/of gereedschappen verandering taken (werkzaamheden) verandering werktijden vermindering werktempo (bij)scholing anders, nl.: (aM.b. doorgaan met vraag 104)
• 1 Ql Ql • ! • l • l Q l
103. Onderstaande vragen alleen invullen indien u momenteel geen werk heeft, en ook niet zeer binnenkort weer zult gaan werken. a.
c.
Denkt u dat uw gezondheid het de komende iaren (l à 2) toe zal laten uw eisen werk weer te doen (geheel of gedeeltelijk)?
nee Q l
ja02
ZfiJâ: b. Denkt u dan weer bij uw oude werkgever terecht te kunnen?
nee • 1
ja02
Denkt u dat uw gezondheid het de komende iaren ( l a l ) toe zal laten ander werk te doen (geheel of gedeeltelijk)?
nee • 1
JaD2
ZfiJa; d. Aan welk werk denkt u dan daarbij?
e. Zou u aan willen geven onder welke categorie (zie de nummers bij vraag 21) dit werk valt?
11 1
f. Denkt u dat (bij)scholing uw kansen op ander werk zal vergroten?
nee Q 1
ja02
g. Zou u bereid zijn om u voor ander werk (bij) te scholen?
nee Q l
ja 0 2
14
104. Indien u naar aanleiding van de vragenlijst nog op- of aanmerkingen heeft, kunt u deze hieronder aangeven.
WIJ WILLEN U HARTELIJK DANKEN VOOR UW MEDEWERKING
WILT U DE INGEVULDE VRAGENLIJST ZO SPOEDIG MOGELIJK IN DE BUGESLOTEN ANTWOORDENVELOPPE AAN DE GMD TERUGSTUREN!
O1
Bijlage B: De bij de samenstelling van de steekproef gehanteerde aanpak Ten eerste is per bedrijfsvereniging (bv), op basis van het aantal beoordelingen van eind-wachttijd-gevallen (periode: juli 1989 t/m juni 1990) en het aantal verzekerde mensjaren (per 1 januari 1988), een invalideringspercentage vastgesteld. In verband met eventuele dubbeltellingen - een persoon kan meerdere keren zijn beoordeeld is aantal beoordelingen van einde-wachttijd-gevallen per bv met 10% verminderd. Omdat het aantal verzekerde mensjaren lager is dan het aantal werkenden in verband met werknemers met een parttime dienstverband, is gepoogd hiervoor te compenseren met behulp van gegevens over het aantal parttimers in de bedrijfsklassen. Per bedrijfsklasse is bepaald onder welke bv (of bv'en) deze valt. Hierbij is gebruik gemaakt van de publikatie van Mulder ( 1989). Daarna is, eveneens per bedrijfsklasse, het te verwachten aantal einde-wachttijd-gevallen berekend, waarbij is aangenomen dat het invalideringspercentage van de bv waaronder de betreffende bedrijfsklasse valt, ook van toepassing is op de bedrijfsklasse. Hierbij is verder gebruikt gemaakt van de aantallen werknemers (in loondienst) binnen de beroepsklassen (alsmede het aantal parttimers), zoals die vermeld zijn in de rapportages over de enquête beroepsbevolking (CBS, 1990). Het aantal werkenden in loondienst is, in verband met het op basis van het aantal verzekerde mensjaren, te hoog ingeschatte invalideringspercentage, nog eens verminderd met de helft van het aantal parttimers (personen met een arbeidsduur van minder dan 35 uur per week). Vanuit het, aldus gecorrigeerde, aantal beoordelingen van einde-wachttijd-gevallen per bedrijfsklasse is vervolgens het aantal te verwachten personen per bedrijfsklasse berekend, uitgaande van een steekproefomvang van 15.000; dat wil zeggen circa 17% van het totaal (naar verwachting circa 90.000). Wanneer dit aantal onder de 200 uitkwam, is nagegaan of dit te verhogen zou zijn, door het aantal te trekken respondenten uit de bv uit te breiden. Wanneer dit niet direct mogelijk was, omdat in de betreffende bedrijfsklasse in de overeengekomen periode onvoldoende eindewachttijd-gevallen verwacht konden worden, of omdat de steekproef van de betreffende bv met een onevenredig aantal respondenten uitgebreid zou moeten worden, is nagegaan of de betreffende bedrijfsklasse, gezien de aard en inhoud van het werk, niet samengenomen zou kunnen worden met een of meer andere bedrijfsklassen. Wanneer dit ook niet geval bleek te zijn, of wanneer het aantal werkenden personen in de betreffende bedrijfsklassen toch uiterst gering was 117
(minder dan 1000 werkzame personen) is besloten deze bedrijfsklassen in het onderzoek verder niet afzonderlijk te onderscheiden. Dit laatste geldt voor 4 bedrijfsklassen, namelijk bosbouw (02), visserij (03), kolenmijnbouw ( 11 ) en overige delfstoffenwinning (19). Hieronder wordt aan de hand van twee voorbeelden de beschreven procedure geïllustreerd. Voorbeeld 1: het aantal werkenden in loondienst in de bedrijfsklasse land- en tuinbouw (01) bedraagt 89.000, en het aantal parttimers 28.000. Het in de berekening gehanteerde aantal bedraagt 75.000 (89.000 - (.5 x 28.000) ). Bedrijfsklasse 01 valt onder bv 1 agrarische bedrijven die een (gecorrigeerd) invalideringspercentage kent van 2.78. In de bedrijfsklasse valt over de periode juli 1989 t/m juni 1990 dus een aantal einde-wachttijd-gevallen te verwachten van 2085 (.0278 x 75.000). Hiervan zal bij een steekproefomvang van 15.000 (oftewel 17%) een aantal van 354 in de steekproef voorkomen. Dit aantal ligt beduidend boven het streefaantal van 200, hetgeen inhoudt dat voor deze bedrijfsklasse geen nadere stappen ondernomen hoeven te worden. Voorbeeld 2: het aantal werkenden in loondienst in de bedrijfsklasse kledingindustrie (23) bedraagt 10.000. Het percentage parttimers in deze bedrijfsklasse is onbekend, maar bedraagt in bedrijfstak industrie 17%. Het in de berekening gehanteerde aantal bedraagt 9.150 (10.000 -(.5 * 1700). Bedrijfsklasse 23 valt onder bv 26 de nieuwe algemene bv die een invalideringspercentage kent van 2.93. In de bedrijfsklasse valt over de periode juli 1989 t/m juni 1990 dus een aantal einde-wachttijd-gevallen te verwachten van 268 (.0293 * 9.150). Hiervan zal bij een steekproefomvang van 15.000 (oftewel 17% van het geschatte totaal aantal einde-wachttijd-gevallen in de betreffende periode) een aantal van 46 in de steekproef voorkomen. Dit aantal ligt beduidend onder het streefaantal van 200. Het aantal van 200 zou in principe wel gehaald kunnen worden, maar dan zou bijna de helft van de einde-wachttijdgevallen van bv 26 (dat wil zeggen ruim 5.000) in de steekproef komen. Dit is natuurlijk niet realistisch. Dat wil dus zeggen dat het aanvullen van het aantal eindewachttijd-gevallen van bedrijfsklasse 23 niet te realiseren valt. De werkzaamheden binnen deze bedrijfsklasse sluiten echter goed aan bij die van bedrijfsklasse 24, de leder-, schoen- e.a. lederwarenindustrie (excl. kleding), waarvan overigens ook niet direct voldoende einde-wachttijd-gevallen in de steekproef zouden komen.
118
Op deze manier zijn alle bedrijfsklassen behandeld, en is tevens vastgesteld hoeveel extra respondenten getrokken moeten worden. Dit aantal (2600) is afgetrokken van de 15.000, hetgeen het aantal voor de representatieve steekproef oplevert. Omdat dit aantal bijna 20% lager ligt dan de oorspronkelijke 15.000, is nog eens gekeken naar de bedrijfsklassen waar het aantal te verwachten respondenten tussen de 200 en 240 lag. Bij deze bedrijfsklassen is opnieuw, op dezelfde wijze als hierboven, nagegaan of het aantal respondenten op te vangen zou zijn. Tenslotte is per bv het aandeel in de einde-wachttijd-gevallen over de periode juli 1989 t/m juni 1990 berekend. Dit is gebruikt om vanuit het uiteindelijke aantal respondenten in de representatieve steekproef de gewenste aantallen per bv te berekenen. Deze zijn aangevuld met de aantallen die nodig waren om de kleinere bedrijfsklassen voldoende vertegenwoordigd te hebben in het onderzoek. Per 11 -9-90 waren de definitieve aantallen einde-wachttijd bekend (70.489), alsmede hun verdeling over de bv'en. Deze zijn gebruikt om een en ander nog eens na te rekenen, onder andere met behulp van een herzien invalideringspercentage per bv. Het aantal verzekerde mens jaren had nog steeds betrekking op 1988. Wel is met het zelfstandig worden van de PTT rekening gehouden. Het aantal verzekerde mensjaren van bv 21 liep hierdoor op van 156.956 naar 253.956. Het uiteindelijk resultaat is in de volgende tabellen te vinden.
1»
bedrijfsvereniging 1 2 3 4 5 8 9 10 11 13 14 15
agrarische zuivel bouw hout textiel grafische steen metaalindustrie metaalnijverheid chemie tabak bakkers
representatief 240 80 1240 150 90 190 120 750 860 250 30 160
^
aanvullend 50 20 -
200 50 -
150 -
300 -
totaal 290 100 1240 350 140 190 270 750 1160 250 30 160
119
vervolg tabel b.1 bedrijfsvereniging 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
samenwerking voeding detam havibi koopvaardij vervoer horeca gezondheid overheid banken nieuwe algemene
Totaal
representatief
aanvullend
totaal
170 220 1390 140 40 630 390 2140 310 1830 1040
30 140 400 1260
170 220 1390 170 180 1030 390 2140 310 1830 2300
12460
2600
15060
tabel B.2: steekproefomvang naar bedrijfsklasse bedrijfsklasse
representatief
aanvullend
totai
01
land- en tuinbouw
191
45
236
20/21 22-24 25 27 28/29 30/31
voed. en genotm.ind. text.,kled. en leerind. hout- en meubelind. grafische industrie chem.ind.(+ aardolie) kunstm., syn., rubberen kunststofv.ind. bouwm., glasind. metaal(prod.)ind. machine-industrie electrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid bouwinstallatiebedr.
400 111 88 262 220
_ 98 150 -
400 207 238 262 220
116 96 270 199 284 409 935 216
139 125 35 27 38 93 70
255 221 305 226 322 502 935 286
32 33/34 35 36 26/37-39 51 52
120
vervolg tabel b.2 bedrijfsklasse
representatief
aanvullend -
61-64 65/66 67 68
groothandel detailhandel horeca rep.bedr.gebruiksg.
654 887 295 171
60
71/75 72 73/74 76 77
spoorwegen/luchtvaart wegvervoer scheepvaart (zee-t-binnen) hulpbedrijven vervoer communicatiebedrijven
124 273 65 106 219
80 177 164 141 142
81 84 82/83/85
bankwezen 250 zakelijke dienstverlening 528 overige zakel.dienstverl (incl. verzekeringen) 239 gezondh.diensten 1084 maatsch.dienstverlening 660 soc.-cult.instellingen 196 sport en recreatie 89 overige dienstverl. bedr. 420
-
93 94 95 96 91/97-99 40/90/92
overheid (niet ambt.)
300
-
333 138 -
totaal 654 887 295 231 204 450 229 247 361 250 528 239 1084 660 529 227 420 300
121
Bijlage C: Vergelijking van respons en non-respons
Om na te gaan of de responsgroep op voor de onderzoeksvraag relevante variabelen afwijkt van de steekproef, zijn gegevens gebruikt afkomstig uit de Registratie Individuele Gevalsbehandeling (RIG) van de GMD. De representatieve steekproef is vergeleken met de responsgroep van deze representatieve groep en de totale steekproef is vergeleken met de totale responsgroep. De voor de onderzoeksvraag relevante variabelen uit het RIG-bestand waren: - geslacht - leeftijd - burgelijke staat - bedrijfsvereniging - eerste arbeidsongeschiktheidsklasse - laatste arbeidsongeschiktheidsklasse - werksituatie bij aanvang behandeling door de GMD - functieniveau bij aanvang behandeling door de GMD - hoofddiagnose In het navolgende worden de gegevens van de verschillende groepen over de bovengenoemde variabelen telkens naast elkaar in een tabel gepresenteerd. In elke tabel wordt voor een van de bovengenoemde variabelen de frequentieverdeling gegeven voor alle vier groepen. Dit zijn achtereenvolgens: de representatieve steekproef (repr.), de responsgroep van de representatieve steekproef (resp.repr.), de totale steekproef (tot.) en de responsgroep van de totale steekproef (resp.tot.). Na elke tabel worden de bevindingen kort beschreven. tabel C l : Verdeling van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar geslacht over de vier groepen. repr. (n« 12.460)
resp.repr. (n«7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
man vrouw
58.8 41.1
59.1 40.9
61.3 38.7
61.7 38.3
totaal
100.0
100.0
100.0
100.0
122
Uit tabel C l is op te maken dat de verdelingen naar geslacht voor de responsgroepen nagenoeg gelijk zijn aan die van de steekproeven. tabel C.2: Verdelipg van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar leeftijd over de vier groepen. repr. (n-12.460)
resp.repr. (n-7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
tot 35 jaar 35 - 45 jaar 45 - 55 jaar 55 jaar en ouder
30.9 26.6 27.7 14.9
26.5 26.2 30.7 16.6
31.1 26.8 27.4 14.7
26.8 26.4 30.4 16.5
totaal
100.0
100.0
100.0
100.0
Uit tabel C 2 blijkt dat, in vergelijking met de steekproeven in de responsgroepen minder jongeren (jonger dan 35 jaar) vertegenwoordigd zijn en meer personen van 45 jaar en ouder. tabel C.3: Verdeling van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar burgelijke staat over de vier groepen. repr. (n-12.460)
resp.repr. (n-7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
ongehuwd gehuwd wettig gescheiden gesch. van tafel en bed onbekend
27.6 66.7 3.4 0.7 1.6
23.9 70.8 3.2 0.6 1.5
28.0 66.4 3.3 0.8 1.5
24,3 70.5 3.1 0.7 1.4
totaal
100.0
100.0
100.0
100.0
Uit tabel C.3 is af te lezen dat in beide responsgroepen, in vergelijking met de steekproeven, minder ongehuwden en meer gehuwden voorkomen.
123
tabel C.4: Verdeling van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar bedrijfsvereniging over de vier groepen.
1 2 3 4 5 8 9 10 11 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrarische zuivel bouw hout textiel grafische steen metaalindustrie metaalnijverheid chemie tabak bakkers samenwerking voeding detam havibi koopvaardij vervoer horeca gezondheid overheid banken nieuwe algemene
totaal
repr. (n-12.460)
resp.repr. (n-7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
1.9 0.6 10.0 1.2 0.7 1.5 1.0 6.0 6.9 2.0 0.2 1.3 1.4 1.8 11.2 1.1 0.3 5.1 3.1 17.1 2.5 14.7 8.3
1.9 0.6 9.9 1.3 0.8 1.5 1.1 6.1 6.9 2.0 0.2 1.3 1.3 2.0 11.0 1.2 0.4 5.1 2.7 17.9 2.1 15.2 7.4
1.9 0.7 8.2 2.3 0.9 1.3 1.8 5.0 7.7 1.6 0.2 1.1 1.1 1.0 9.2 1.1 1.1 6.8 2.6 14.2 2.1 12.2 15.3
1.9 0.7 8.3 2.5 1.1 1.2 2.0 5.1 7.9 1.7 0.2 1.0 1.1 1.6 9.2 1.1 1.2 6.9 2.2 15.0 1.8 12.7 13.6
100.0
100.0
100.0
100.0
Uit tabel C.4 blijkt dat de respons groepen nauwelijks verschillen van de steekproeven wat betreft hun verdeling over de bedrijfsverenigingen. Alleen komen in de responsgroepen minder mensen voor uit de 'nieuwe algemene' (bedrijfsvereniging 26). De eerste arbeidsongeschiktheidsklasse (tabel C.5) staat voor de eerste beoordeling die bij de GMD hierover is gedaan. De laatste arbeidsongeschiktheidsklasse (tabel
124
c.6) staat voor de laatste beoordeling door de GMD. Deze wordt veelal opgesteld nadat de betrokkenen een jaar een ziektewetuitkering hebben ontvangen. tabel c.5: Verdeling van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar eerste arbeidsongeschiktheidsklasse voor de vier groepen. repr. (n-12.460)
resp.repr. (n-7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
< 15% 15-25% 25-35% 35-45% 45-55% 55-65% 65-80% 80-100% n.v.t.
2.1 1.9 3.6 2.2 5.4 0.8 1.0 83.0 0.0
1.7 1.8 3.5 2.3 5.9 0.9 1.1 82.8 0.0
2.0 2.0 3.5 2.3 5.1 0.8 0.9 83.3 0.0
1.6 1.9 3.4 2.4 5.6 0.9 1.1 83.1 0.0
totaal
100.0
100.0
100.0
100.0
tabel C.6: Verdeling van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar laatste arbeidsongeschiktheidsklasse voor de vier groepen. repr. (n-12.460)
resp.repr. (n-7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
< 15% 15-25% 25-35% 35-45% 45-55% 55-65% 65-80% 80-100% n.v.t.
11.9 3.4 5.1 3.5 5.5 1.0 1.0 68.0 0.5
9.6 3.4 5.1 3.5 6.2 1.1 1.3 69.6 0.3
11.6 3.5 5.1 3.6 5.2 1.0 1.0 68.4 0.6
9.3 3.5 5.2 3.8 5.9 1.1 1.2 69.7 0.3
totaal
100.0
100.0
100.0
100.0
125
Uit tabel C.5 wordt duidelijk dat nauwelijks verschillen zijn tussen de responsgroepen en de steekproeven wat betreft hun verdeling over de eerste arbeidsongeschiktheidsklasse. Tabel C.6 laat zien dat in de responsgroepen minder mensen zitten zonder WAOuitkering en meer mensen met een volledige WAO-uitkering. Tabel C.7: Verdeling van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar de werksituatie bij begin van de behandeling door de GMD over de vier groepen. repr. (n-12.460)
resp.repr. (n-7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
geen werk deels bij eigen werkg. deels bij andere werkg. deels zelfstandig deels WSW vol bij eigen werkg. vol bij andere werkg. vol zelfstandig vol WSW
84.2 11.1 0.8 0.5 0.3 2.6 0.4 0.0 0.1
83.6 11.9 0.8 0.5 0.4 2.4 0.3 0.0 0.1
84.8 10.4 0.7 0.5 0.2 2.7 0.5 0.0 0.1
84.1 7.1 1.1 0.3 0.2 6.1 2.2 0.0 0.3
totaal
100.0
100.0
100.0
100.0
Tabel C.7 laat zien dat de responsgroepen nagenoeg gelijk verdeeld zijn als de steekproeven wanneer het gaat om de werksituatie bij de aanvang van de gevalsbehandeling door de GMD.
126
tabel C.8: Verdeling van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar functie-niveau bij aanvang van behandeling door de GMD over de vier groepen. repr. (n-12.460)
resp.repr. (n=7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
0 nvt 1 onvoltooid LO 2 LO(+VGLO) 3 LBO/MAVO 4 LBO+/MAVO+ 5 HAVO/MBO 6 HBO 7 WO
4.2 10.7 32.3 28.5 14.9 6.3 2.6 0.5
3.8 9.9 31.3 28.8 15.5 7.2 2.8 0.5
4.2 10.7 32.3 28.5 14.9 6.3 2.6 0.5
3.9 9.6 31.7 29.1 15.3 6.9 2.9 0.5
totaal
100.0
100.0
100.0
100.0
Uit tabel C8 is af te lezen dat in de responsgroepen over het algemeen meer mensen met een hoger functie-niveau (hoger dan 2) zijn vertegenwoordigd en minder mensen met een laag functie-niveau (lager dan 2). tabel C.9: Verdeling van de steekproef en de responsgroep (totaal en representatief) in procenten naar hoofddiagnose over de vier groepen. repr. (n-12.460)
resp.repr. (n-7.322)
tot. (n-15.039)
resp.tot (n-9.045)
aand. bewegingsapp. psychische stoornissen hart SL vaatziekten overige aandoeningen
37.0 30.7 7.5 24.8
38.2 28.4 8.5 24,9
36.3 29.8 7.5 26.4
38.2 27.9 8.4 25.5
totaal
100.0
100.0
100.0
100.0
In tabel C.9 kan worden opgemaakt dat de responsgroepen in vergelijking met de steekproeven meer personen tellen met klachten over het bewegingsapparaat en harten vaatziekten. Er komen in de responsgroepen minder mensen voor inet een diagnose psychische stoornissen. 127
Bijlage D: Resultaten van de (multivariate) analyses binnen de blokken onafhankelijke varialielen tabel D.1: relatieve risico's (multivariaat; binnen de blokken onafhankelijke variabelen) op ziek door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de relevante variabelen (n - 6522 - 7322) onafhankelijke variabelen
'geheel* RR
b.i.
'belangrijk deel* RR b.i.
persoonskenmerken: geslacht: man leeftijd: jong burg.staat: niet samenw, nationaliteit: NL opleiding: hoog
1.15 1.00 1,11 0.77 0.88
(1.09-1.22) (1.00-1.01) (1.04-1.19) (0.71 - 0.83) (0.85 - 0,91)
1.14 1.01 1.09 0.79 0.91
(1.09-1.20) (1.00-1.07) (i.03 - 1.15) (0.73 - 0.86) (0.89 - 0.94)
arbeidsverleden: leeftijd: jong lieh, zwaar werk: nvt geest, zwaar werk: nvt
1.01 0.67 0.84
(1.00-1.01) (0.63-0,71) (0.79-0.81)
1,00 0,68 0.72
(1,00-1.01) (0,64-0.71) (0.69-0.76)
1.29 0.86 0.84 0,88
(1.22-1.37) (0.81 - 0.91) (0.80 - 0.90) (0.82 - 0.94) n,v.t. *
1.43 0.83
vereiste vooropl,: hoog opleiding: hoog
0,91 0,91
(0,87 - 0,95) (0,87 - 0,96)
0,98 0,90
(0.94 - 1,07) (0.86 - 0,94)
meningen over het laatste werk: arbeidsinhoud: neg fysieke belasting: neg psych, belasting: neg (binnen)klimaat: neg werkorganisatie: neg arb.verhoudingen: neg arbeidsvoorw,: neg
1,10 1,23 1.11 1,06 1,05 1.01 1,05
(1,05-1,16) (1,19-1,26) (1.08-1,15) (1,03 - 1,20) (1,01-1,10) (0.97-1.06) (1.00-1.11)
1,11 1,27 1,18 1,07 1,10 1.06 1.07
(1.06-1,17) (1,24-1.31) (1,15-1,21) (1,03 - 1,10) (1,05-1,15) (1.02-1.10) (1.02-1.12)
feitelijke kenmerken van het laatste werk: aandacht arbeidsomst: nee werkdruk: te weinig werk binnen/buiten: binnen werktijd: deeltijd verandering op werk:ja
*
128
(1.35-1.50) (0.79 - 0.88) n.v.t. * n.v.t, * 1,16 (1,10-1,22)
Des* vmrimbclan lijn alleen voor van tocpaMins bij de andera variant. '
Bijlage E: Voorspeiling van de arbeidsgebondenheid (en de niet-arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening in het algemeen, naar diagnosecategorie en naar bedrijfs- en beroepsklasse taliel E.1: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening op basis van de in de hoofdanalyses gebruikte variabelen (geheel: n-6636; belangrijk deel n-6409). 'geheel* perc.
'belangrijk deel* abs. perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
1912 184
9.6%
3401 2431
71.5%
aantal niet-arbeidsgeb. goed voorspeld
4724 4551
96.3%
3008 1802
60.0%
totaal: goed voorspeld
4731
71.4%
4233
66.0%
tabel E.2: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening op basis van de in de analyses binnen de diagnosecategorie 'psychische stoornissen* gebruikte variabelen (geheel: n-1896; belangrijk deel n-1848). *geheer abs. aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
537 32
aantal niet-arbeidsgeb. goed voorspeld totaal: goed voorspeld
perc.
'belangrijk deel' abs. perc.
6.0
1049 842
80.0
1359 1327
97.7
800 449
56.1
1359
71.7
1291
69.8
129
tabel E.3: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening op basis van de in de analyses binnen de diagnosecategorie 'aandoeningen aan hart of bloedvaten* gebruikte variabelen (geheel: n-567; belangrijk deel n-545). 'geheel' abs. aantal arbeidsgebonden goed voorspeld aantal niet-arbeidsgeb. goed voorspeld
78 O. 489 489
totaal' goed voorspeld
489
perc.
'belangrijk deel* abs. perc.
100.0
192 105 353 292
82.7
86.2
397
72.8
0.0
54.7
tabel E.4: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening op basis van de in de analyses binnen de diagnosecategorie *aandoeningen aan het bewegingsapparaat* gebruikte variabelen (geheel: n-2S25; belangrijk deel n-2422). 'geheel' perc.
'belangrijk deel' abs. perc. 1593 1409 88.5
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
abs. 956 327
aantal niet-arbeidsgeb. goed voorspeld
1569 1325
84.5
829 341
41.1
totaal: goed voorspeld
1652
65.4
1750
72.3
34.2
tabel E.5: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening op basis van de in de analyses binnen de diagnosecategorie 'overige aandoeningen* gebruikte variabelen (geheel: n-1648; belangrijk deel n-1593). 'geheel'
'belangrijk deel' abs, perc,
abs,
perc,
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
341 12
3,5
576 199
35.1
aantal niet-arbeidsgeb. goed voorspeld
1307 1294
99.0
1026 893
87.0
totaal: goed voorspeld
4731
79,3
4233
72.8
130
tabel E.6: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening op basis van de in de analyses m.b.t. de bedrijfsklassen gebruikte variabelen (geheel: n-15,340; belangrijk deel n-15.340). 'geheel*
'belangrijk deel* abs. perc.
abs.
perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
4456 31
0.7
8.223 5.955
72.4
aantal niet-arbeidgeb, goed voorspeld
10.884 10.857
99.8
7.117 2.643
37,1
totaal: goed voorspeld
10.888
71.0
8.598
56.1
tabel E.7: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de ziekte of aandoening op basis van de in de analyses m.b.t. de beroepsklassen gebruikte variabelen (geheel: n=l5.340; belangrijk deel n-15.125). 'geheel* perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld aantal niet-arbeidgeb, goed voorspeld
abs, 4.385 66 10.740 10.690
99.5
'belangrijk deel' abs. perc. 8.092 5.937 73.4 7.033 2.581 36.7
totaal: goed voorspeld
10.756
71.1
8.518
1.5
56.3
131
Bijlage F: De resultaten van de analyses met betrekking tot de arbeidsgebondenheid van de uitval binnen de blokken onafhankelijke variabelen
t^bel F,|:
relatieve risico's (multivariaat) op uitval door het werk en betrouwbaarheidsintervallen voor de relevante variabelen binnen de blokken onafhankelijke variabelen (n = 7322)
onafhankelijke variabelen
RR
b.i.
persoonskenmerken: geslacht man leeftijd: jong
1,19 0.96
(1.13 - 1.25) (0.96 - 0.97)
arbeidsverleden: leeftijd: jong lichamelijk zwaar werk: nvt geestelijk zwaar werk: nvt
0,96 0.83 0,84
(0,96-0.97) (0.78 - 0.88) (0,80 - 0,89)
feitelijke kenmerken van het laatste werk: aandacht voor arbeidsomstandigheden: nee werkdruk: te veel werk verandering op werk: ja
1.42 0.88 1.14
(1.35 - 1.50) (0.84 - 0.93) (1.08 - 1.20)
feitelijke kenmerken van het laatste werk (vervolg): verandering op werk: ja negatief effect: nee positief effect: nee
1.05 1.18 1.02
(0.98 - 1.14) (1.12- 1,24) (0.93 - 1,11)
meningen over het laatste werk: arbeidsinhoud: neg fysieke belasting: neg psychische belasting: neg (binnen)klimaat: neg werkorganisatie: neg arbeidsverhoudingen: neg arbeidsvoorwaarden: neg
1,08 1.16 0.99 1.01 1.09 1.09 1,20
(1.04 (1.13(0.96 (0.98 (1.04 (1.04(1,14-
132
1,14) 1,19) 1,02) 1,04) 1,14) 1.13) 1.26)
Bijlage G: Voorspeiling van de arbeidsgebondenheid (en de niet-arbeidsgebondenheid) van de uitval in het algemeen, naar diagnosecategorie en naar bedrijfs en beroepsklasse tabel G.1: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de uitval op basis van de in de hoofdanalyse gebruikte variabelen (n-6802). abs.
perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
2385 706
29.6
aantal niet-arbeidsgebonden goed voorspeld
4417 3895
88.2
totaal: goed voorspeld
4601
67.6
tabel G.2: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de uitval op basis van de in de analyse binnen de diagnosecategorie 'psychische stoornissen* gebruikte variabelen (n-1913). abs.
perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
707 280
39.6
aantal niet-arbeidsgebonden goed voorspeld
1206 996
82.6
totaal: goed voorspeld
1276
66,7
133
tabel G.3: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de uitval op basis van de in de analyse binnen de diagnosecategorie 'aandoeningen aan hart en bloedvaten* gebruikte variabelen (n-573). abs,
perc,
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
136 26
19,2
aantal niet-arbeidsgebonden goed voorspeld
437 419
95.9
totaal: goed voorspeld
445
77.7
tabel G.4: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de uitval op basis van de in de analyse binnen de diagnosecategorie *aandoeningen aan het bewegingsapparaat* gebruikte variabelen (n-2554). abs.
perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
1002 405
40.4
aantal niet-arbeidsgeb, goed voorspeld
1552 1264
81.4
totaal: goed voorspeld
1669
65.4
tabel G.5: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de uitval op basis van de in de analyse binnen de diagnosecategorie 'overige aandoeningen* gebruikte variabelen (n-1663). abs!
perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
514 120
23.4
aantal niet-arbeidsgeb. goed voorspeld
1149 1058
92.1
totaal: goed voorspeld
1178
70.8
134
tabel G.6: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de uitval op basis van de in de analyses m.b.t. de bedrijfsklassen gebruikte variabelen (n-15.340). abs.
perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
5366 644
12.0
aantal niet-arbeidsgeb. goed voorspeld
9974 9379
94.0
totaal: goed voorspeld
10023
65.3
tabel G.7: Voorspelling van de arbeidsgebondenheid en niet-arbeidsgebondenheid van de uitval op basis van de in de analyses m.b.t. de beroepsklassen gebruikte variabelen (n-15.125). abs.
perc.
aantal arbeidsgebonden goed voorspeld
5284 666
12.6
aantal niet-arbeidsgeb. goed voorspeld
9841 9243
93.9
totaal: goed voorspeld
9909
65,5
135
Bijlage H: De vergelijking van de resultaten van dit onderzoek met die van het eerdere GMD-onderzoek (Schellart, 1989)
De vraag naar de invloed van arbeidssituatie-aspecten (ten opzichte van nietarbeidsgebonden aspecten) is eerder aan de orde geweest in een GMD-onderzoek in 1989 (Schellart, 1989), In dit onderzoek zijn de dossiers van 380 WAO-ers geanalyseerd en is door twee beoordelaars (arts en sociale wetenschapper) de mate van beroepsgebondenheid van de ziekte of aandoening vastgesteld. Bijna de helft van de gevallen (186) werd ingedeeld in de categorie *niet beroepsgebonden', en ongeveer een kwart (90) in de categorie 'beroepsgebonden*. Bij 50 gevallen bleek zowel sprake van beroeps- als niet-beroepsgebonden aspecten, zonder dat één van beide factoren als overheersende oorzaak kon worden aangemerkt. In de overige 54 gevallen kon op basis van de beschikbare informatie geen uitspraak worden gedaan over de beroepsgebondenheid van de ziekte. Wanneer deze laatste groep buiten beschouwing gelaten wordt, liggen de percentages voor de verschillende groepen respectievelijk op 57% (niet beroepsgebonden), 28% (beroepsgebonden) en 15% (niet/wel beroepsgebonden). De gevonden percentages sporen redelijk met de percentages uit het onderhavige onderzoek, hoewel in het GMD-onderzoek sprake is van een wat geringere beroepsgebondenheid (ook al wordt de categorie *in beperkte mate* in het huidige onderzoek meegeteld als *niet arbeidsgebonden'). De in het GMD-onderzoek gebruikte methode van dossieronderzoek kan echter leiden tot een andere schatting van de mate van beroepsgebondenheid dan in onderhavig onderzoek, doordat de mate van causaliteit op een andere manier is beoordeeld. In het onderzoek van de GMD legde de deskundige alleen een verband tussen werk en de aandoening, wanneer hij/zij meende dat de belasting die kon ontstaan door uitvoering van de kerntaken van de functie, logischerwijs verband hield met de in de dossier aangegeven hoofddiagnose. Hierdoor kan een onderschatting ontstaan van de mate van arbeidsgebondenheid van psychische klachten en een overschatting van de mate van arbeidsgebondenheid van klachten aan het bewegingsapparaat. Bijvoorbeeld van de functie metselaar, met als kerntaak metselen,, wordt verondersteld dat dit met name fysiek zware belasting oplevert. Een artrose kan logischerwijs 136
verklaard worden uit de belasting van deze taken, zodat deze ziekte bij een metselaar als 'beroepsgebonden' wordt beoordeeld. Eventuele overige voorbereidende of ondersteunende taken als de aanvoer van materiaal of functionele contacten met collega's of chefs worden niet betrokken in de beoordeling van de mogelijke belasting. Deze manier van beoordelen kan leiden tot een onderschatting van de arbeidsgebondenheid van psychische klachten. In de functie van metselaar kan de belasting die ontstaat met het uitvoeren van de in de vorige alinea genoemde voorbereidende en ondersteunende taken leiden tot een (arbeidsgebonden)ziekte, zoals overspannenheid. Overspannenheid bij een metselaar kan echter in het GMD-onderzoek per definitie niet beoordeeld worden als beroepsgebonden. Uit het onderzoek van Verbeek (1991) blijkt echter dat onder werknemers met fysiek zwaar belastende beroepen, zoals stratenmakers, psychische aandoeningen kunnen leiden tot WAOintrede. Hierbij bleken onder andere van belang: slechte arbeidsverhoudingen en slechte vooruitzichten in het werk. Ook Van Dijk e,a, (1987) vonden bij WAOtoetredingen in een groot industrieel bedrijf relatief veel psychische problematiek bij produktiepersoneel als oorzaak van arbeidsongeschiktheid. De arbeidsgebondenheid van fysieke aandoeningen zal echter worden overschat. De reden hiervoor is dat fysiek zware taken in functies veelal wel kerntaken vormen van deze functies en dat de voorbereidende en ondersteunende taken veelal niet fysiek zwaar belastend zijn. Als dit wel het geval is, zal dit veelal ook wel bekend zijn bij de deskundige en dit zal dan wel meegewogen worden bij de beoordeling van de mate van beroepsgebondenheid. Bijvoorbeeld een frezer heeft als kerntaak frezen, dat over het algemeen niet fysiek zwaar hoeft te zijn. De voorbereidende en ondersteunende taken echter, zoals het aanvoeren en positioneren van het werkstuk en het onderhoud van de machine kunnen wel fysiek zwaar zijn. Vandaar dat frezen over het algemeen toch wel als een fysiek zware functie wordt beschouwd en daardoor klachten aan het bewegingsapparaat ook als een beroepsgebonden aandoening zal worden beoordeeld. Wanneer de resultaten van beide onderzoeken worden vergeleken, blijkt dan ook dat in vergelijking met de resultaten van onderhavig onderzoek de resultaten van het GMD-onderzoek een overschatting te zien geven van de arbeidsgebondenheid van
137
klachten aan het bewegingsapparaat, terwijl er een onderschatting wordt geconstateerd bij psychische klachten (zie tabel H,l en H,2), tabel H.1: Verdeling van de beroepsgebondenheid van de ziekte of aandoening voor de belangrijkste diagnosecategorieën in het GMD-onderzoek uit 1989 in percentages (n- 326), psychisch (n-77) wel beroepsgebonden niet/wel beroepsgebonden niet beroepsgebonden
9,5 9,5 81.1
hart (n-31)
beweging (n-i57)
overig (n-61)
3.3 30.0 66.7
46.0 18.7 35.3
17.2 6.9 75.9
tabel H.2: Verdeling van de antwoorden op de vraag naar de indruk of de ziekte of aandoening een gevolg is van het werk dat men deed, voor de verschillende diagnosecategorieën in percentages (n-7040),
ja, geheel of grotendeels ja, voor een belangrijk deel ja, in beperkte mate nee, geheel niet
psychisch (n-2006)
hart (n-591)
beweging (n-2722)
overig (n-1721)
28.7 29.5 20.1 21.8
14.4 23.5 21.7 40.4
38.8 28.4 15.7 17.2
22.0 15.8 15.3 46.9
In vergelijking met de uitkomsten van het GMD-onderzoek (tabel H.1) is er in het huidige onderzoek (tabel H.2) een veel hoger percentage beroepsgebondenheid ziekten of aandoeningen bij WAO-ers die uitgevallen zijn in verband met psychische stoornissen. Ook bij de WAO-ers met hart- en vaatziekten en bij WAO-ers met overige klachten is sprake van sterkere arbeidsgebondenheid in het onderhavige onderzoek, hoewel deze verschillen minder groot zijn als bij de WAO-ers met psychische stoornissen. Daarentegen ligt het percentage beroepsgebonden aandoeningen aan het bewegingsapparaat in het GMD-onderzoek hoger.
138
Bijlage I: De berekening van het absolute risico naar bedrijfsklasse Onder absoluut risico wordt hier verstaan het aantal werknemers per bedrijfsklasse dat in een jaar het einde van de wachttijd van het ziektewetjaar bereikt, per 100 werkenden (bij vermelding van het risico in procenten) of 1000 werkenden (bij vermelding van het risico in promillages) in die bedrijfsklasse in dat jaar. De procedure die is gevolgd om tot deze risico's te komen wordt in deze bijlage beschreven. Eerst is per bedrijfsklasse het aantal werkzame personen in 1988, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, 1989), verminderd met het aantal werkzame ambtenaren, conform een aanvullende CBS-opgave hieromtrent. Hierbij is uitgegaan van de door het CBS onderscheiden 58 bedrijfsklassen. Vervolgens zijn deze aantallen werkzame personen per bedrijfsklasse (gecorrigeerd voor ambtenaren) ingedeeld in de 19 categorieën (groepen van bedrijfsklassen) zoals die in de vragenlijst (zie bijlage A; vraag 13) zijn onderscheiden. Hierbij zijn de categorieën met 'transport, wegvervoer* en *overige vervoersbedrijven* samengenomen, aangezien het CBS in de opgave van het aantal ambtenaren per bedrijfsklasse deze klassen ook bij elkaar heeft genomen. Verder is de categorie 'overige bedrijven' buiten beschouwing gelaten aangezien verhoudingsgewijs veel respondenten in de vragenlijst deze restcategorie hebben aangegeven. De facto wordt hiermee verondersteld dat een (groot) gedeelte van deze respondenten hun bedrijf had moeten indelen bij één van de andere categorieën. Tevens wordt hierbij verondersteld dat de relatieve omvang van de categorieën onderling hierdoor niet ongewijzigd blijft. Omdat de respondenten uit de representatieve steekproef veelal hun bedrijf in één van de 19 onderscheiden categorieën hebben ingedeeld, kan de procentuele verdeling van het aantal uitgevallen werknemers (einde-wachttijd-gevallen) over de eerdervermelde 17 categorieën berekend worden (hierbij is de categorie 'overige bedrijven' buiten beschouwing gebleven, en zijn de categorieën 'transport, wegvervoer' en 'overige vervoersbedrijven' samengevoegd). Daarnaast kan ook de procentuele verdeling van het aantal werkende personen (gecorrigeerd voor ambtenaren) volgens de opgave van het CBS over de onderscheiden 17 categorieën berekend worden.
139
Wanneer het percentage uitgevallen werknemers in een categorie gedeeld wordt door het percentage werkenden personen in deze categorie krijgt men een indicatie van het absolute risico. Bijvoorbeeld 3.15% van de uitgevallen werknemers was werkzaam in de landbouw en visserij, terwijl maar 1.93% van de werkenden in deze categorie viel. Dat betekent dat het absolute risico in deze categorie 1,63 (3,15 : 1,93) hoger ligt dan het gemiddelde. Het gewogen gemiddelde van de indices over de onderscheiden categorieën is 1.0, hetgeen - over het totaal berekend - correspondeert met een absoluut risico van ongeveer 16,8 promille, dat wil zeggen bijna 17 einde-wachttijdgevallen per 1000 werknemers. Dat betekent dat in ons voorbeeld van de landbouw en visserij het gemiddelde 1,63 hoger ligt, hetgeen overeenkomt met ongeveer 27 einde-wachttijd-gevallen per 1000 werknemers. Het rekenkundig gemiddelde van de indices over de onderscheiden 17 categorieën komt uit op 1,18, Het risico van de categorieën die een index hebben die ligt in het gebied tussen 0.85 en 1.50 is aangeduid als gemiddeld. Een index boven 1.50 is aangemerkt als hoog; en een index lager dan 0,85 als laag. Voor de indeling van 'gemiddeld' en vandaar van 'hoog' of 'laag* is derhalve uitgegaan van een bandbreedte van 0.33 -t- of - het rekenkundig gemiddelde van 1.18, tabel I.l:
Berekening van de index voor het absolute risico (einde-wachttijd) per --'
bedrijfsklasse
bedrijfsklasse:
aantal werkenden x 1000
landbouw/visserij voedings-, genotmiddelen grafische industrie chemische industrie metaalindustrie elektrotechnische ind. overige industrie bouwnijverheid/installatie groothandel detailhandel hotel/restaurant/café
140
85.7 154,3 83.9 135.1 212.5 124.1 230,1 348,5 335,3 429,4 116.1
^-
idem idem aantal in in representatieve in procenten steekproef procenten
index absoluut risico
192 412 160 221 622 162 347 806 253 402 212
1.63 1.94 1.39 1.19 2.13 0.95 1.10 1.68 0.55 0.68 1.33
1,93 3,48 1,89 3.05 4.79 2,80 5,19 7.86 7.56 9.68 2,62
3,15 6,76 2.63 3.63 10.21 2.66 5.70 13.23 4.15 6.60 3.48
vervolg tabel 1,1
bedrijfsklasse:
aantal werkenden x 1000
idem aantal in idem in representatieve in procenten steekproef procenten
index absoluut risico
overige dienstverlening overige bedrijven
202,8 94.6 124,4 62.9 477.5 1218.2 0.0
4.57 2.13 2.80 1.42 10.77 27.47 0.00
349 115 153 109 216 1361 0
5.73 1,89 2.51 1.79 3.55 22.34 0.00
1.25 0.89 0.90 1.26 0.33 0.81 0.00
totaal
4435.4
100.0
6092
100.0
1.00
vervoersbedrijf communicatiebedrijf bankbedrijf verzekeringsbedrijf
141
Statistische bijlage
143
VR1
geslacht
Value Label
Value
vreuH onbekend Total
Vlt2
< 35 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 • 65 jaar
7322
100.0
1.00 2.00 3.00 4.00
1938 1920 2248 1216
Total
7322
59.2 40.8 Missing
59.2 100.0
100.0
26.5 26.5 26.2 26.2 30.7n,,-> 30.7 16.6 ƒ ^* 16.6 100.0
26.5 52.7 83.4 100.0
100.0
burgerlijke staat Value
alleenstaand
1.00 2.00
««•wnifcineno
onbekend
• Total
Valid Cim Frequency Percent Percent Percent 5606 1654
76.6 22.6
62
.8
7322
100.0
77.2 22.8 Missing
77.2 100.0
100.0
land van herkomst
Value Label Nederland elders onbekend
VRS
59.2 40.8 .0
Valid Cui Value Frequency Percent Percent Percent
Value Label
VR4
4331 2990 1
leeftijd in categorieën
Value Label
VHS
Valid Cm Frequency Percent Percent Percent
Value
Valid CIM Frequency Percent Percent Percent
1.00 2.00
6543 729 50
Total
7322
89.4 90.0 10.0 10.0 .7 Missing 100.0
90.0 100.0
100.0
opleidingsniveau
Value Label
Value
1 LO LBO NAVO/HULO MBO HAVO,athene«jii HBO
universiteit onbekend
• Total
Valid Cun Frequency Percent Percent Percent
656
9.0
9.1
9.1
1455 2484 1108
19.9 33.9 15.1 10.5
20.1 34.3 15.3 10.6
4.6 5.1 .9 1.0
4.7 5.1 .9
29.1 63.4 78.7 89.3 94.0 99.1 100.0
766 338 372 64 79 7322
Missing
100.0 100.0
145
VR6
aantal gewerkte jaren
Value Label 1 - 1 0 jaar 1 1 - 2 0 jaar 21 - 30 jaar neer dan 30 jaar onbekend
VR7
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1416 1816 3085
12.3 19.3 24.8 42.1
•
105
1.4
Total
7322
100.0
1.00 2.00 •
Total
28.5 29.6 37.7
306
4.2
7322
100.0
29.8 29.8 V > . 9 ] / J 60.7 39.3/ ""lOO.O Misaing 100.0
Valid CUB Percent Percent
Value Frequency Percent
.00 1-10 jaar meer dan 10 jaar onbekend
1.00 2.00
2897 2259 1724
39.6 30.9 23.5
•
442
6.0
Total
7322
100.0
42.1 32.8 25.1 Missing
42.1 74.9 100.0
100.0
aantal keren werkloos geweest laatste 10 jaar
Value Label 1 keer neer dan 1 keer onbekend
Value Frequency Percent
.00
5464
1.00 2.00
•
836 824 198
Total
7322
74.6 11.4 11.3
2.7 100.0
Valid Cus Percent Percent 76.7 11.7 11.6 Missing
76.7 88.4 100.0
100.0
aantal bedrijven laatste 10 jaar
Value Label é4n bedrijf twee bedrijven drie bedrijven of meer onbekend
Value Frequency Percent
1 2 3 Total
146
2089 2168 2759
CUI Percent
aantal jaren geestelijk zuaar werk
Value Label
VR10
100.0
Valid Value Frequency Percent Percent
.00 1-10 jaar HM*r dan 10 Jaar onbekend
VR9
12.5 12.5 19.6 7 , 32.1 25.2 Uk ^ ^ 42.7J 100.0 Missing
aantal jaren lichanelijk zwaar werk
Value Label
VR8
900
1.00 2.00 3.00 4.00
4036 1437 1530
55.1 19.6 20.9
319
4.4
7322
100.0
Valid CUR Percent Percent 57.7 20.5 21.8 Missing 100.0
57.9 78.2 100.0
VR11
weleens wegens gezondheid van beroep of functie veranderd
Value Label
valid Value Frequency Percent Percent
Ja onbekend Total
VR13
landbouw/visserij voedings/genotm.ind. grafische industrie choaiische industrie •staalindustrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer caamunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven onbekend
87.6 12.4 Misaing
7322
100.0
100.0
Valid Value Frequency Percent Percent
192 412 160 221 622 162 347 806 253 402 212 232 117 115 153 109 216 1361
• Total
87.6 100.0
930 300 7322*
2.7 5.9 2.3 3.1 8.9 2.3 4.9
ii!o
11.5
3.6 5.7 3.0 3.3 1.7 1.6 2.2 1.6 3.1 18!6 12.7
19.4 13.2 Missing
100.0
100.0
CUI Percent
2.7 8.6 10.9 14.0 22.9 25.2 30.1 41.6 45.2 50.9 54.0 57.3 58.9 60.6 62.7 64.3 67.4 86.8 100.0
bedrijfsgrootte
value Label 10-34 werknemers 35-99 werknemers 100-499 werknemers onbeksnd
VR16
86.3 12.3 1.4
bedrijfsklasse
value Label
VR15
6319 BVs 105
CUB
Percent
Valid Value Frequency Percent Percent
1 2 3 4 5 •
1227 1497 1259 1721 1345
16.8 20.4 17.2 23.5 18.4
273
3.7
Total
7322
100.0
17.4 21.2 17.9 24.4 19.1 Missing
Cua Percent 17.4 38.6 56.5 80.9 100.0
100.0
op afdeling voldoende werk
Value Label meer dan genoeg voldoende soms te weinig al langer te weinig onbekend
Valid Value Frequency Percent Percent
1 2 3 4 «
2937 3800
40.1 51.9
41.2 53.3
349 45 191
4.8 .6 2.6
4.9 .6
Total
7322
100.0
Cun Percent 41.2 94.5 99.4 100.0
Missing 100.0
147
VR17
hoe stond het bedrijf er voor
Value Label
Value
goed redelijk matig slecht onbekend Total
Valid Frequency Percent Percent 5121 1281 378 254 288
69.9 17.5 5.2 3.5 3.9
72.8 18.2 5.4 3.6 Missing
7322
100.0
100.0
Cun Percent 72.8 91.0 96.4 100.0
VR18
aandacht voor arbeidsomstandigheden in bedrijf Cua Valid Value Label Value Frequency Percent Percent Percent ja onbekend Total
VR21
43.5 49.4 7.1
46.8 53.2 Missing
7322
100.0
100.0
46.8 100.0
beroepsklasse
Value Label agrariërs, vissers bouwvakkers loodgieters, lassers kleermakers elektromonteurs mach. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kass i ers ov. aön. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. comn. beroepen koks, kelners schoonmaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen onbekend
Value
1 2 3 4 S 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 •
Total
148
3187 3616 519
Valid Frequency Percent Percent
213 735 169 67 99 199 161 219 531 279 240 65 193 131 361 383 98 131 226 381 463 349 447 64 227 506 385 7322
Cun Percent
2.9
3.1
3.1
10.0
10.6
2.3 .9 1.4 2.7 2.2 3.0 7.3 3.8 3.3 .9 2.6 1.8 4.9 5.2 1.3 1,8 3.1 5.2 6.3 4.8 6.1 .9 3.1 6.9 5.3
2.4 1.0 1.4 2.9 2.3 3.2 7.7 4.0 3.5 .9 2.8 1.9 5.2 5.5 1.4 1.9 3.3 5.5 6.7 5.0 6.4 .9 3.3 7.3
13.7 16.1 17.1 18.5 21.4 23.7 26.8 34.5 38.5 42.0 42.9 45.7 47.6 52.8 58.3 59.7 61.6 64.9 70.4 77.0 82.1 88.5 89.4 92.7 100.0
lOO.O
Missing 100.0
VR23
leidinggevend
Value Label
Value
nee
Ja onÉsekend Total
VR24
72.0 100.0
69.5 27.0 3.5
72.0 28.0 Missing
7322
100.0
100.0
1639 1101 1530
LO LBO NAVO/NULO
.
932 868 243 469 58 482
Total
7322
MM
HAVO,atheneum
HBO
universiteit onbekend
Valid Percent
22.4 15.0 20.9 12.7 11.9
24.0 16.1 22.4 13.6 12.7
3.3 6.4 .8 6.6
3.6 6.9 .8
100.0
Cum Percent 24.0 40.1 62.4 76.1 88.7 92.3 99.2 100.0
Missing 100.0
soort dienst
Value Label
Value
dagdienst anders met nachtdienst anders zonder nachtdienst onsekend
Frequency Percent
1 2 3 •
5236 1039
Total
7322
884 163
71.5 14.2 12.1
2.2 100.0
Cum
Valid Percent
Percen
73.1 14.5 12.3 Miaaing
73.1 87.7 100.0
100.0
binnen/buiten werken
Value Label binnen buiten wiaaelend onbekend
Cun Percent
5092 1976 254
Value Frequency Percent
geen
VR26
Valid Percent
voor de fuKtie vereiste vooropleiding
Value Label
VR25
Frequency Percent
Value
Frequency Percent
1 2 3 •
4796
Total
1624
65.5 11.1 22.2
90
1.2
7322
100.0
811
Valid Percent
Cua Percent
66.3 11.2 22.5 Missing
66.3 77.5 100.0
100.0
VR30_1
belangrijke veranderingen in het werk laatste twee jaar Valid Cun Value Label Value Frequency Percent Percent Percent
Ja ne* onbekend
1 2
2519 4426 377
34.4 60.4 5.1
36.3 63.7 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
36.3 100.0
149
VR30_2
werk werd door verandering meer/minder boeiend Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent Value Label
gal ijk minder n.v.t. onbekend
1 2 3 • •
396 709 517
5.4 9.7 7.1
4426 1274
60.4 17.4
24.4 43.7 31.9 Missing Missing
Total
7322
100.0
100.0
24.4 68.1 100.0
Vlt30 3
werk werd door verandering meer/minder afwisselend Valid Cun Value Label Value Frequency Percent Percent Percent
gal ijk minder n.v.t. onbekend
VR30 4
496 787 312
10.7
4426 1301
60.4 17.8
31.1 49.3 19.6 Miaaing Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
6.8 4.3
31.1 80.4 100.0
werk werd door verandering meer/minder vrij
Value Label gelijk minder n.v.t. onbekend
1 2 3 . •
Value Frequency Percent
Valid Cum Percent Percent
1 2 3 . .
185 669 591
2.5 9.1 8.1
4426 1451
60.4 19.8
12.8 46.3 40.9 Missing Missing
Total
7322
100.0
100.0
12.8 59.1 100.0
VR30_5
werk werd door verandering meer/minder gejaagd Valid Cun Value Label Value w Frequency Percent Percent Percent gelijk minder n.v.t. ontekend
1 2 3 . . Total
1671
22.8
395 111
5.4 1.5
4426
60.4
719
9.8
7322
100.0
76.8 18.1
5.1
76.8 94.9 100.0
Missing Missing 100.0
VR30 6
werk werd door verandering meer/minder ingewikkeld Valid Cun Value Label Value Frequency Percent Percent Percent meer gelijk minder n.v.t. onbekend
150
1 2 3
714 693 130
9.8 9.5 1.8
46.5 45.1
•
4426 1359
60.4 18.6
Missing Missing
Total
7322
100.0
100.0
8.5
46.5 91.5 100.0
VR30_7
werk werd door verandering meer/minder belastend Valid Value Label Value Frequency Percent Percent meer gelijk minder n.v.t. onbekend
1 2 3 •
22.7
303 124
4.1 1.7
4426
804
60.4 11.0
Missing Missing
7322
100.0
100.0
Total
VR31
Valid Value Frequency Percent Percent 1 947 12.9 12.9 2 6375 87.1 87.1 Total
nee Ja
1 2
1515 5807
20.7 79.3
20.7 79.3
Total
7322
100.0
100.0
100.0 79.3
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1 2
2153 5169
29.4 70.6
29.4 70.6
Total
7322
100.0
100.0
100.0 70.6
meestal plezier in werk
Value Label nee ja
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1 2
901 6421
12.3 87.7
12.3 87.7
Total
7322
100.0
100.0
100.0 87.7
werk te eenvoudig
Value Label nee Ja
100.0
werk meestal boeiend
Value Label
VR35
100.0
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
nee Ja
VR34
7322
Cua Percent 100.0 87.1
in werk voldoende afwisseling
Value Label
VR33
5.9
79.6 94.1 100.0
voor werk genoeg scholing
Value Label nee Ja
VR32
79.6 14.5
1665
Cun Percent
Valid Cum Value Frequency Percent Percent Percent 1 2
5886 1436
80.4 19.6
80.4 19.6
Total
7322
100.0
100.0
80.4 100.0
151
VR36
werk lichamelijk erg inspannend
Value Label na« ja
VR37_1
nee Ja
nee Ja
na« ja
nee ia
152
Total
7322
100.0
100.0
37.8 100.0
Valid Cun value Frequency Percent Percent Percent 1 2
3398 3924
46.4 53.6
46.4 53.6
Total
7322
100.0
100.0
46.4 100.0
Value
Valid Cua Frequency Percent Percent Percent
1 2
4634 2688
63.3 36.7
63.3 36.7
Total
7322
100.0
100.0
63.3 100.0
Value
Valid Frequency Percent Percent
1 2
5226 2096
71.4 28.6
71.4 28.6
Total
7322
100.0
100.0
Cua Percent 71.4 100.0
Value
Valid Cun Frequency Percent Percent Percent
1 2
3342 3980
45.6 54.4
45.6 54.4
Total
7322
100.0
100.0
45.6 100.0
moest in werk vaak lang achtereen lopen
Value Label nee Ja
37.8 62.2
moest in werk vaak lang achtereen staan
Value Label
VR38_3
37.8 62.2
moest in werk vaak lang achtereen zitten
Value Label
VR38_2
2769 4553
moest in werk vaak duwen, trekken, knijpen
Value Label
VR38_1
1 2
moest in werk vaak tillen, sjouwen
Value Label
VR37_2
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
Value
Valid Cun Frequency Percent Percent Percent
1 2
3527 3795
48.2 51.8
48.2 51.8
Total
7322
100.0
100.0
48.2 100.0
VR38 4
moest in werk vaak lang achtereen geknield werken Valid Cum Value Label Value Frequency Percent Percent Percent nee Ja
VR39
1 2 Total
na« ja
51.9 48.1 100.0
51.9 48.1 100.0
51.9 100.0
4856 2466 7322
66.3 33.7 100.0
66.3 33.7 100.0
66.3 100.0
moest in werk vaak lezen of schrijven
nee ja
Valid Cum Value Frequency Percent Percent Percent 1 2 Total
4561 2761 7322
62.3 37.7 100.0
62.3 37.7 100.0
62.3 100.0
werkte geregeld onder tijdsdruk
Value Label nee Ja
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1 2960 40.4 40.4 40.4 2 4362 59.6 59.6 100.0 Total 7322 100.0 100.0
werk vaak te vermoeiend
Value Label nee Ja
3800 3522 7322
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1 2 Total
Value Label
Vlt42
65.3 100.0
moest in werk vaak vergaderen of praten
nee Ja
VR41
65.3 34.7 100.0
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1 2 Total
Value Label
VR40 2
65.3 34.7 100.0
werk geeatelijk erg inapannend
Value Label
VR40 1
4783 2539 7322
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1 2 Total
3207 4115 7322
43.8 56.2 100.0
43.8 56.2 100.0
43.8 100.0
153
VR43
geregeld problemen met tenpo of drukte
Value Label nee Ja
VR44
1 2 Total
nee ja
4596 2726 7322
62.8 37.2 100.0
62.8 37.2 100.0
62.8 100.0
Valid Value Frequency Percent Percent 5383 1939 7322
73.5 26.5 100.0
73.5 26.5 100.0
Cun Percent 73.5 100.0
hinder van vochtige lucht/regen
nee ja
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1 2 Total
5805 1517 7322
79.3 20.7 100.0
79.3 20.7 100.0
79.3 100.0
hinder van gebrek aan frisse lucht
Value Label
154
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
1 2 Total
Value Label
nee Ja
67.1 100.0
hinder van droge lucht
nee ja
VR48
67.1 32.9 100.0
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent 1 3815 52.1 52.1 52.1 2 3507 47.9 47.9 100.0 Total 7322 100.0 100.0
1 2 Total
Value Label
VR47
67.1 32.9 100.0
hinder van wisseling van te«peratuur
Value Label
VR46
4915 2407 7322
moeat het eigenlijk in werk kalmer aan doen
Value Label nee ja
VR45
Valid Cum Value Frequency Percent Percent Percent
Valid Cum Value Frequency Percent Percent Percent 1 2 Total
5051 2271 7322
69.0 31.0 100.0
69.0 31.0 100.0
69.0 100.0
VR49
hinder van lawaai
Value Label nee ja
Valid Value Frequency Percent Percent 1 5096 69.6 69.6 2 2226 30.4 30.4 Total
VRSO
Value
nee ja
5911 1411
80.7 19.3
80.7 19.3
Total
7322
100.0
100.0
nee ja
80.7 100.0
Value
Valid Frequency Percent Percent
1 2
5932 1390
81.0 19.0
81.0 19.0
Total
7322
100.0
100.0
Cua Percent 81.0 100.0
Value
Valid Frequency Percent Percent
1 2
1897 5425
25.9 74.1
25.9 74.1
Total
7322
100.0
100.0
Cun Percent 25.9 100.0
werk doorgaans goed georganiseerd
Value Label nee ja
Valid Value Frequency Percent Percent 1 2
2112 5210
28.8 71.2
28.8 71.2
Total
7322
100.0
100.0
Cun Percent 100.0 71.2
kon in werk voldoende overleggen
Value Label nee ja
Cua Percent
veiligheid in orde
Value Label
VR54
Valid Frequency Percent Percent
1 2
nee ja
VR53
100.0
hinder van danp,nevel,gaa
Value Label
VRS2
100.0
hinder van stank
Value Label
VR51
7322
Cum Percent 69.6 100.0
Value
Valid Frequency Percent Percent
1 2
2479 4843
33.9 66.1
33.9 66.1
Total
7322
100.0
100.0
Cun Percent 100.0 66.1
155
VR55
werk vaak belemnerd door onverwachte situaties Valid Value Label Value Frequency Percent Percent nee ja
VR56
1 2
4136 3186
56.5 43.5
56.5 43.5
Total
7322
100.0
100.0
Cun Percent 56.5 100.0
in werk geregeld gehinderd door gebreken
Value Label nee ja
Valid Value Frequency Percent Percent 1 2
5046 2276
68.9 31.1
68.9 31.1
Total
7322
100.0
100.0
werk vaak bemoeilijkt door afwezigheid van anderen Valid Value Label Value Frequency Percent Percent
Cum Percent 68.9 100.0
VRS7
nee Ja
VR58
nee ja
nee ja
156
70.2 29.8
Total
7322
100.0
100.0
70.2 100.0
Value
Valid Cua Frequency Percent Percent Percent
1 2
1891 5431
25.8 74.2
25.8 74.2
Total
7322
100.0
100.0
100.0 74.2
Valid Value Frequency Percent Percent 1 2
4964 2358
67.8 32.2
67.8 32.2
Total
7322
100.0
100.0
Cun Percent 67.8 100.0
werkte onder goede dagelijkse leiding
Value Label nee ja
70.2 29.8
ergerde zich vaak aan anderen op het werk
Value Label
VR60
5141 2181
onderlinge sfeer op het werk goed
Value Label
VR59
1 2
Cun Percent
Valid Value Frequency Percent Percent 1 2
2603 4719
35.6 64.4
35.6 64.4
Total
7322
100.0
100.0
Cun Percent 100.0 64.4
VR61
dagelijkse leiding had juist beeld van reap in werk Valid Value Label Value Frequency Percent Percent nee ja
1 2
2396 4926
32.7 67.3
32.7 67.3
Total
7322
100.0
100.0
Cum Percent 100.0 67.3
VR62
dagelijkse leiding hield voldoende rekening met resp. Valid Cun Value Label Value Frequency Percent Percent Percent nee ja
VR63
nee ja
nee Ja
nee ja
Total
7322
100.0
100.0
100.0 59.6
Value Frequency Percent
Valid Percent
Cum Percent 67.8 100.0
1 2
4964 2358
67.8 32.2
67.8 32.2
Total
7322
100.0
100.0
Value Frequency Percent
Valid Percent
Cun Percent 100.0 62.9
1 2
2715 4607
37.1 62.9
37.1 62.9
Total
7322
100.0
100.0
Value Frequency Percent
Valid Percent
Cun Percent 100.0 61.2
1 2
2838 4484
38.8 61.2
38.8 61.2
Total
7322
100.0
100.0
vooruitzichten bij de werkgever waren goed
Value Label nee ja
40.4 59.6
beloning in overeenstenming met werk
Value Label
VR66
40.4 59.6
voelde zich in bedrijf voldoende gewaardeerd
Value Label
VR65
2960 4362
ongunstige invloeden werk-priv«
Value Label
VR64
1 2
Value Frequency Percent
Valid Percent
Cun Percent 100.0 65.0
1 2
2563 4759
35.0 65.0
35.0 65.0
Total
7322
100.0
100.0
157
VR67
al met al tevreden met werk
Value Label goed redelijk matig niet goed onbekend
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
1 2 3 4 •
3318 2377
Total
7322
870 592 165
45.3 32.5 11.9
46.4 33.2 12.2
8.1 2.3
Miaaing
8.3
100.0
46.4 79.6 91.7 100.0
100.0
DIAGNOSE hoofddiagnose Value Label psychisch hart- en bloedvaten bewegingaapparaat overig
VR70
eerder vaak last eerder weleens last plotseling opgekomen onbekend
2085
28.5
28.5
620
8.5
8.5
2800 1817
38.2 24.8
38.2 24.8
Total
7322
100.0
100.0
geheel of grotendeels voor een belangrijk deel in beperkte mate geheel niet onbekend
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
1 2 3 •
2925 1693 2099
39.9 23.1 28.7
605
8.3
Total
7322
100.0
43.5 25.2 31.2 Missing
43.5 68.8 100.0
100.0
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
1 2 3 4 •
2094 1778 1220 1953
28.6 24.3 16.7 26.7
277
3.8
Total
7322
100.0
29.7 25.2 17.3 27.7 Miaaing
29.7 55.0 72.3 100.0
100.0
ziekte gevolg van lichamelijke belasting
Value Label
Valid Cum Value Frequency Percent Percent Percent
ja
n.v.t Total
158
28.5 36.9 75.2 100.0
ziekte of aandoening een gevolg van werk
Value Label
VR72 2
1.00 2.00 3.00 4.00
ziekte plotseling opgekcmen of al eerder last
Value Label
VR72 1
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
1944 3148 2230
26.6 43.0 30.5
38.2 61.8 Miaaing
7322
100.0
100.0
38.2 100.0
VR72_3
ziekte gevolg van geeatelijke belaating
Value Label nee ja n.v.t
VR72_4
nee Ja n.v.t
nee ja n.v.t
nee Ja n.v.t
62.5 37.5 Missing
Total
7322
100.0
100.0
62.5 100.0
value
Valid Cun Frequency Percent Percent Percent
1 2 -
2953 2139 2230
40.3 29.2 30.5
58.0 42.0 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
58.0 100.0
Valid Cua value Frequency Percent Percent Percent 1 2
4749 343 2230
64.9 4.7 30.5
93.3 6.7 Missing
Total
7322
100.0
100.0
93.3 100.0
Valid Value Frequency Percent Percent 1 2
4352 740 2230
59.4 10.1 30.5
85.5 14.5 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
Cua Percent 85.5 100.0
ziekte door werk erger geworden
Value Label nee Ja onbekend
43.4 26.1 30.5
ziekte gevolg van andere onderdelen werk
Value Label
VR73
3180 1912 2230
ziekte gevolg van onveiligheid
Value Label
VR72_6
1 2 •
ziekte gevolg van arbeidaomatandigheden
Value Label
Vli72 5
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
Valid Cun value Frequency Percent Percent Percent 1 2
2192 4483 647
29.9 61.2 8.8
32.8 67.2 Missing
Total
7322
100.0
100.0
32.8 100.0
VR74
ziekte heeft een rol geapeeld bij keuze (laatste) werk Valid Cua Value Label Value Frequency Percent Percent Percent nee Ja onbekend
1 2
5432 1348 542
74.2 18.4 7.4
80.1 19.9 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
80.1 100.0
159
VR75_1
in
geregeld gehinderd door ziekte
Value Label
Valid CUB Value Frequency Percent Percfent Percent
ja onbekend Total
VR75_2
kon werk lang
Value Label
onbekend Total
100.0
3570 1246 2506
48.8 17.0 34.2
76.3 23.7 Miaaing
7322
100.0
100.0
76.3 100.0
505« 1543 723
69.1 21.1 9.9
76.6 23.4 Miaaing
7322
100.0
100.0
76.6 100.0
aangepast werk
Value Label
Valid CUB Value Frequency Percent Percent Percent
ja n.v.t. Total
674 869 5779
9.2 11.9 78.9
43.4 56.3 Miaaing
7322
100.0
100.0
43.4 100.0
verandering taken
Value Label Ja n.v.t.
Valid CUB Value Frequency Percent Percent Percent 1 2
802 741 5779
11.0 10.1 78.9
52.0 48.0 Missing
Total
7322
100.0
100.0
52.0 100.0
verandering werktijden
Value Label
Valid CUB Value Frequency Percent Percent Percent
Ja n.v.t. Total
160
100.0
Valid CUB Value Frequency Percent Percent Percent
ja
VR76 4
7322
31.1 100.0
werk aangepast ivm ziekte
Value Label
VR76_3
31.1 68.9 Miaaing
Valid CUB Value Frequency Percent Percent Percent
Total
VR76 2
29.7 65.8 4.5
ondsrbrfficwi
Ja n.v.t.
VR76 1
2176 4816 330
1044 499 5779
14.3 6.8 78.9
67.7 32.3 Miaaing
7322
100.0
100.0
67.7 100.0
VR76_5
(biDscholing
Value Label
Value Frequency Percent
nee Ja n.v.t.
VR76_6
nee ja n.v.t.
nee Ja n.v.t.
nee ja onbekend
20.3 .7 78.9
96.5 3.5 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
Value Frequency Percent
Valid Percent
Cum Percent 86.9 100.0
1 2
1341 202 5779
18.3 2.8 78.9
86.9 13.1 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
Valid Value Frequency Percent Percent 1 2
3566 1490 2266
48.7 20.3 30.9
70.5 29.5 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
Cum Percent 70.5 100.0
Valid Value Frequency Percent Percent 1 2
4548 1936 838
62.1 26.4 11.4
70.1 29.9 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
Gun Percent 70.1 100.0
contact van bedrijf tijdens ZW
Value Label nee ja onbekend
1489 54 5779
bij ander werk zou ik nu nog werken
Value Label
VR79_1
96.5 100.0
1 2
ala werk was aangepaat zou ik nu nog werken
Value Label
VR78
Cun Percent
andere aanpassingen
Value Label
VR76_7
Valid Percent
Value Frequency Percent
Valid Percent
Cun Percent 31.0 100.0
1 2
2191 4872 259
29.9 66.5 3.5
31.0 69.0 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
161
VR79_2
contact met de chef tijdens ZU Cun Percent
18.0 26.6 15.9 2.8 36.8
28.4 42.0 25.2 4.4 Miaaing
28.4 70.4 95.6 100.0
100.0
100.0
value Frequency Percent
regelmatig weleens nooit n.v.t onbekend
1316 1944 1167 204 2691 7322
Total
VR79_3
contact met collega'a tijdens ZU
Value Label regelmatig ueleena nooit n.v.t Onbekend
VR79_4
contact met i
Value Label regelmatig ueleena nooit n.v.t onbekend
VR80
Valid Value Frequency Percent Percent
1 2 3 4 •
1924 2013
26.3 27.5
710 136
9.7 1.9
2539
34.7
Misaing
Total
7322
100.0
100.0
2.8
40.2 82.3 97.2 100.0
van PZ tijdena ZU Value Frequency Percent
Valid Percent
Cun Percent 14.1 44.6 85.6 100.0
1 2 3 4 •
531
7.3
3633
49.6
14.1 30.5 41.0 14.4 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
520
7.1
1124 1514
15.4 20.7
Velue Frequency Percent
voldoende contact aan lot overgelaten onbekend Total
VR81
40.2 42.1 14.8
Cun Percent
beoordeling contact bedrijf tijdens ZU
Value Label
Valid Cun Percent Percent
2591 4391 340
35.4 60.0 4.6
37.1 62.9 Miaaing
7322
100.0
100.0
37.1 100.0
zelf contact met bedrijf tijdena ZU Valid Percent
CuB Percent
34.4 43.9 18.2 3.5
35.6 45.5 18.8 Miaaing
35.6 81.2 100.0
100.0
100.0
Value Label
Value Frequency Percent
regelmatig ueleena nooit onbekend
2519 3216 1331 256 7322
Total
162
Valid Percent
Value Label
VR82J
bedrijfsarts in bedrijf
Value Label
Valid Cum Value Frequency Percent Percent Percent
ja
onbekend Total
4509 2452 361
61.6 33.5 4.9
64.8 35.2 Missing
7322
100.0
100.0
64.8 100.0
VR82 2
omvang contact met bedrijfaarts tijdens de Ziektewetperiode Valid CUB Value Label Value Frequency Percent Percent Percent geen contact 1 • 2 keer 3 - 4 keer 5 keer en meer n.v.t. onoekend
0 1 2 3 • . Total
VR82_3
211 559 452 883
2.9 7.7 6.3
4509
12.1 61.6
698
9.5
7322
100.0
10.0 26.4 21.9 41.7 Missing Missing
10.0 36.4 58.3 100.0
100.0
geaproken over werkhervatting
Value Label nooit vagelijk uitvoerig onbekend
Valid Cum Value Frequency Percent Percent Percent 1 2 3
725 607 1112 4878
9.9 8.3 15.2 66.6
29.7 24.8 45.5 Miaaing
Total
7322
100.0
100.0
29.7 54.5 100.0
VR82_4
omvang activiteiten bedrijfsarts tbv refntegratie Valid Cum Value Label Value Frequency Percent Percent Percent niets enige moeite veel moeite onbekend
1 2 3 •
979 745 520
13.4 10.2
5078
69.4
43.6 33.2 23.2 Missing
Total
7322
100.0
100.0
7.1
43.6 76.8 100.0
VR83 1
contacten met huisarts/specialist tijdens Ziektewet Cun Vel id Value Label Value Frequency Percent Percent Percent
Ja onisekend Total
185 7013 124
2.5 95.8 1.7
2.6 97.4 Missing
7322
100.0
100.0
2.6 100.0
163
VR83_2
gesproken over werkhervatting met huisarts of specialist Valid Cun Value Label Value Frequency Percent Percent Percent nooit zou wel weer kunnen werken zou niet meer kunnen werken onbekend
VR101
ja onÉiekend
2271 2029 2538 484
Total
7322
100.0
33.2 62.9 100.0
100.0
Valid Cun Value Frequency Percent Percent Percent
1 2 3 • Total
164
31.0 33.2 27.7 29.7 34.7 37.1 6.6 Missing
momenteel betaalde baan?
Value Label binnenkort
1 2 3
4588
62.7
67.4
207
2.8
3.0
2017
27.5
510
7.0
7322
100.0
29.6 Miaaing 100.0
67.4 70.4 100.0
VR31 Variable
voor werk genoeg scholing, naar bedrijfsklasse value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR31 Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedings/genotm. ind. grafische industrie chemische industrie metaalindustrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid QroothWK l detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conMunicatiebedrijf bank zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
Std Dev
Cases
1.8731
.3328
8648
1.8707 1.8282 1.8744 1.8449 1.8327 1.8069 1.8336 1.8611 1.8813 1.9340 1.8776 1.8901 1.9237 1.8895 1.9313 1.8908 1.8863 1.9112 1.8637
.3363 .3776 .3323 .3626 .3735 .3957 .3727 .3460 .3240 .2486 .3284 .3132 .2660 .3144 .2538 .3133 .3181 .2845 .3432
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Meen
Std Dev
Cases
1.8749
.3309
8520
1.8863 1.8613 1.8166 1.8448 1.8080 1.8702 1.7624 1.7922 1.8486 1.8963 1.8790 1.9074 1.9465 1.8919 1.8817 1.9300 1.8870 1.8954 1.8962 1.8654 1.8986 1.9017 1.9207 1.8630 1.9101 1.8517
.3181 .3458 .3878 .3636 .3955 .3367 .4267 .4064 .3587 .3052 .3267 .2912 .2255 .3116 .3234 .2555 .3180 .3070 .3056 .3417 .3022 .2981 .2705 .3462 .2866 .3557
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.8735
.3324
7022
voor werk genoeg scholing, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Mean
1 2 3 4 S 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkera loodgieters, lassers kleermakera elektromonteurs mach. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typi ste Ijoekhouder/kass i ers winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. comm. beroepen koks, kelners schoonmaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
165
VR32
in werk voldoende afwisseling, naar bedrijfsklasse Mean
std Dev
Cases
For Entire Population
1.7865
.4098
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.7155 1.6832 1.7739 1.7426 1.7694 1.7673 1.6922 1.8342 1.8022 1.8538 1.7975 1.8544 1.8602 1.7624 1.7625 1.7479 1.8275 1.8509 1.7351
.4521 .4657 .4194 .4379 .4215 .4236 .4620 .3721 .3991 .3538 .4027 .3532 .3475 .4268 .4269 .4361 .3786 .3563 .U15
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR32
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedinga/genotm.ind. grafische industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer coHBunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienstverl overige bedrijven
in werk voldoende afwisseling, naar beroepsklasse Meen
Std Dev
Caaes
For Entire Population
1.7885
.4084
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.7569 1.8112 1.8865 1.5517 1.8240 1.8550 1.6733 1.7338 1.6698 1.8594 1.7006 1.8241 1.7202 1.8311 1.7749 1.8525 1.9391 1.8889 1.8231 1.6587 1.7870 1.8153 1.9081 1.8767 1.9064 1.7724
.4298 .3916 .3179 .4995 .3824 .3528 .4702 .4427 .4706 .3480 .4587 .3825 .4498 .3760 .4181 .3550 .2401 .3153 .3823 .4747 .4098 .3885 .2891 .3310 .2919 .4196
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.7925
.4055
7022
Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkers loodgieters, laaaers kleermakers elektromonteurs mach. bankw.monteura mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen ladera, lossers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adm. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaakperaoneel huishoudelijk pers OV. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
166
1476 1174
VR33 Variable
werk meestal boeiend, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR33 Variable
1 landbouw/viaaeri j 2 voedings/genotm.ind. grafiache induatrie chemiache industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca ufiQVQrvoQr overig vervoer coBRunicatiebedriJf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
Std Dev
Caaes
1.7002
.4582
8648
1.6466 1.5797 1.7186 1.6865 1.6970 1.6832 1.5824 1.7326 1.6799 1.7736 1.6667 1.8187 1.8475 1.6575 1.6500 1.6807 1.7255 1.7737 1.6354
.4791 .4941 .4508 .4647 .4599 .4664 .4936 .4428 .4674 .4190 .4724 .3858 .3603 .4759 .4785 .4682 .4471 .4186 .4815
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Meen
Std Dev
Caaes
1.7001
.4582
8520
1.6902 1.6981 1.7860 1.4569 1.7840 1.7672 1.6139 1.6721 1.5866 1.8065 1.4904 1.8056 1.6626 1.7297 1.7239 1.7850 1.9043 1.8497 1.7154 1.3990 1.6633 1.7338 1.8789 1.9178 1.9139 1.6755
.4633 .4593 .4110 .5003 .4132 .4234 .4881 .4702 .4928 .3955 .5007 .3976 .4738 .4456 ,4476 .4113 .2954 .3586 .4521 .4903 .4731 .4425 .3266 .2766 .2811 .4685
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.7055
.4559
7022
werk meestal boeiend, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Meen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkera loodgieters, laaaers kleermakera elektromonteurs mach. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, lossers ov. tranap. beroepen secretarease/typi ste boekhouder/kassiers winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. comn. beroepen koks, kelners schoonmaakperaoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl fmct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding ovvrige Dvroopsn
rwpreaentatiewe steekproef
167
VR34
meestal plezier in werk, naar bedrijfsklasse Meen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.8704
.3359
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.9009 1.8364 1.8794 1.8086 1.8524 1.8614 1.8386 1.9047 1.8273 1.9127 1.8776 1.9513 1.9153 1.8840 1.7813 1.8235 1.8471 1.8936 1.8501
.2995 .3703 .3265 .3941 .3549
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaerij voedings/genotm. ind. grsfische industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer connunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienstverl overige bedrijven
.3682 .2938 .3786 .2826 .3284 .2533 .2791 .3211 .4147 .3828 .3606 .3084 .3571
1476 1174
Nssn
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.8717
.3344
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 . VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.9059 1.8986 1.8908 1.7500 1.8320 1.8664 1.8663 1.8506 1.8226 1.9147 1.7962 1.9352 1.8436 1.8041 1.8329 1.9150 1.8957 1.8693 1.8885 1.8894 1.9249 1.8609 1.9207 1.9041 1.8502 1.8517
.2926 .3020 .3125 .4349 .3754 .3409 .3411 .3570 .3822 .2796 .4035 .2473 .3640 .3983 .3735 .2792 .3070 .3382 .3154 .3140 .2637 .3465 .2705 .3576 .3557
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.8754
.3310
7022
VR34 Variable
meestal plezier in werk, naar beroepsklasse Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viasers bouwvakkers loodgieters, laaaers kleermakers elektromonteurs msch. bankw.monteurs msch. metaalbewerker toezichth prod pera ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kaasiers ov. ada winkelbedienden vertegenwoordigers ov. comn. beroepen koks, kelners schoonmaakperaoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
iewe steekproef
168
s34o4
m296S
VR35
werk te eenvoudig, naar bedrijfsklasse Mean
Std Dev
Cases
1.1995
• JVTD
8648
1.2457 1^2961 1.2161 1.2013 1.1831 1.1881 1.2679 1.1513 1.1655 1.1792 1.2574 1.1291 1.1398 1.2818 1.2250 1.2185 1.1804 1.1755 1.2181
.4314 .4570 .4126 .4017 .3870 .3918 .4432 .3585 .3723 .3840 .4381 .3358 .3475 .4511 .4189 .4150 .3853 .3805 .4131
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Meen
Std Dev
Caaes
For Entire Population
1.1985
«STBT
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.2353 1.1748 1.1397 1.2672 1.2000 1.1412 1.2426 1.2143 1.2565 1.1452 1.3567 1.1111 1.2222 1.0878 1.1995 1.1875 1.0435 1.1176 1.2385 1.2909 1.2414 1.2086 1.1106 1.0822 1.0787 1.2144
.4250 .3800 .3475 • ^^%^ .4016 .4297 .4110 .4370 .3527 .4798 .3157 .4166 .2840 .4001 .3908 .2048 .3232 .4270 .4547 .4284 .4068 .3140 .2766 .2697 .4107
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.1960
.3970
7022
Variable
Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VB13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR35 Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
voedi nga/genotm.i nd. grafiache industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horccfl WQvervocr owri9 vorvoer communicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
werk te eenvoudig, naar beroepsklasse Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers iMuuvakkera loodgietera, leasers kleermakera elektromonteurs msch. benkw.monteurs mach. metaallMwerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. ade. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. comn. beroepen koks, kelners schoonmaakpersoneel huiahoudelijk pera ov. dienatverl funct artsen, verpleegk. wetenach. specislist hogere leiding overige beroepen
raprescntatiewa steekproef
mSHOfV
169
Vli36
Mean
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.6229
.4847
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VII13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.7155 1.6729 1.4925 1.5446 1.6443 1.4604 1.6290 1.8062 1.5647 1.6321 1.7764 1.7390 1.5381 1.4862 1.2250 1.2353 1.3020 1.6619 1.5826
.4521 .4696 .5012 .4988 .4790 .4997 .4835 •3955 .4967 .4828 .4176 .4398 .4996 .5012 .4189 .4260 .4600 .4732 .4933
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR36
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaerij voedinga/genotm.ind. grafische industrie chemische industrie metselinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel deteilhandel horeca wegvervoer overig vervoer communicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
1476 1174
werk lichamelijk erg inspannend, naar beroepsklasse Mean
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.6248
.4842
8520
Vl(21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 .
1.7373 1.8392 1.8690 1.6983 1.5840 1.6756 1.6980 1.5552 1.6985 1.7258 1.8280 1.5833 1.1728 1.1351 1.1926 1.6525 1.4174 1.2092 1.7769 1.7620 1.7830 1.5324 1.7766 1.1644 1.2097 1.5433
.4410 .3676 .3381 .4610 .4949 .4691 .4603 .4978 .4592 .4466 .3780 .4953 .3789 .3430 .3948 .4768 .4953 .4080 .4171 .4264 .4126 .4996 .4169 .3732 .4079 .4985
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.6240
.4844
7022
Variable
170
werk lichamelijk erg inapannend, naar bedrijfsklasse
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvakkera loodgietera, laaaera kleermakera elektromonteurs mach, bankw.monteura mach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/matrozen ladera, loaaera ov. tranap. beroepen secretareaae/typiste boekhouder/kaaaiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigéra ov. coma, beroepen koka, kelnera schoonmaakperaoneel huiahoudelijk pers ov. dienstverl funct artaen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
VR37 1 Variable
moest in werk vaak tillen en ajouuen, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR37 1 Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaerij voedi nga/genotm.i nd. grafiache induatrie chemiache induatrie metealinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer connunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Dev
Caaea
1.5382
.4986
8648
1.6379 1.6066 1.4221 1.4554 1.5731 1.3812 1.5308 1.7896 1.4712 1.5472 1.6793 1.5852 1.3729 1.4530 1.1500 1.1597 1.1725 1.5766 1.4710
.4816 .4890 .4951 .4988 .4950 .4869 .4995 .4078 .5001 .4984 .4677 .4934 .4846 .4992 .3582 .3678 .3786 .4943 .4994
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
moest in werk vaak tillen en sjouwen, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Meen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viasers bouwvakkers loodgieters, laaaers kleermakers elektromonteurs mach, bankw.monteura mach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/matrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kaasiers ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaakperaoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
repreacntatieve ateekproef
Meen
Std Oev
Cases
1.5374
.4986
8520
1.6824 1.8427 1.8297 1.4052 1.4560 1.6527 1.6386 1.4416 1.6207 1.5599 1.8089 1.5278 1.0329 1.0676 1.0812 1.5725 1.1913 1.1373 1.6923 1.6563 1.6897 1.3813 1.6994 1.0685 1.1011 1.4391
.4665 .3643 .3767 .4931 .5001 .4770 .4816 ,4974 .4855 .4970 .3938 .5016 .1788 .2519 .2735 .4953 .3950 .3452 .4624 .4755 .4631 .4863 .4590 .2543 .3021 .4966
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.5376
.4986
70Z2
171
VR37 2 Variable
moest in werk vaak duwen en trekken, naar bedrijfsklasse Value
Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR37 2
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedi ngs/genotm.i nd. grafische industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer coaauni cat i ebedri j f bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Oev
Caaea
1.3780
.4849
8648
1.4784 1.4638 1.3266 1.3696 1.4822 1.3614 1.a26 1.5503 1.2950 1.2807 1.2954 1.4643 1.3051 1.2873 1.0938 1.0588 1.1216 1.3144 1.3748
.5006 .4992 .4702 .4835 .5000 .4816 .4971 .4977 .4568 .U99 .4572 .4994 .4614 .4538 .2924 .2363 .3274 .4644 .4843
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
moest in werk vaak duwen en trekken, naar beroepsklasse Mean
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.3775
.4848
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 V1i21
1.4902 1.5769 1.6376 1.3448 1.4480 1.5878 1.5495 1.3929 1.5293 1.4217 1.6178 1.3889 1.0082 1.0338 1.0371 1.2900 1.0609 1.0654 1.3154 1.5577 1.3955 1.2182 1.3132 1.0411 1.0562 1.3480
.5009 .4943 .4818 .4774 .4993 .4932 .4988 .4892 .4995 .4944 .4867 .4898 .0905 .1813 .1893 .4543 .2401 .2480 .4656 .4973 .4895 .4135 .4643 .1999 .2307 .4767
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
Variable
Velue Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viasers bouwvakkera loodgieters, laasera kleermakers elektromonteura mach. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pera ov. ind. chauffera/metrozen laders, lossers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kaasiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsakperaoneel huiahoudelijk pera ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
rcpreacntatieve ateekproef
172
Meen
1.3698
7022
VR38 1 Variable
moest in werk vaak lang achtereen zitten, naar bedrijfsklasse Meen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.3022
.4592
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.2629 1.2443 1.3719 1.3102 1.2648 1.4307 1.3062 1.1098 1.3921 1.1887 1.0675 1.8022 1.4153 1.6077 1.7063 1.6807 1.5961 1.1775 1.3194
.4412 .4301 .4845 .4634 .4415 .4964 .4613 .3129 .4891 .3917 .2514
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
VR38 1
Value Label
landbouw/viaaerij voedi nga/genotm.i nd. grafiache industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel norecfl overi9 V Ä T V O Ä P
coaaunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl
•39oy
.4938 a^OVO
.4569 .4682 .4916 .3822 .4665
1476 1174
moest in werk vaak lang achtereen zitten, naar beroepsklasse Ncan
Std Dev
Caaes
For Entire Population
1.3023
.4593
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.2392 1.0629 1.1790 1.6379 1.2000 1.1183 1.2079 1.1916 1.2060 1.7581 1.3121 1.5093 1.9218 1.8514 1.8051 1.1325 1.5304 1.5425 1.0308 1.0192 1.0406 1.3213 1.1106 1.5890 1.6142 1.3407
.4274 .2430 .3842 .4827 .4016 .3236 .4068 .3942 .4047 .4287 .4641 .5022 .2690 .3569 .3395 .5013 .4998 .1730 .1375 .1975 .4676 .3140 .4954 .4877 .4743
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
.4533
7022
Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkera loodgieters, laaaers kleermakers elektromonteurs msch. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen laders, loaaers ov. transp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaakperaoneel huiahoudelijk pera ov. dienatverl funct artsen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
•3TDO
173
VR38_2 Variable
moest in werk vaak lang achtereen staan, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 Vlt13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 Mftn VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR38_2
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
voedi nga/genotm.i nd. grafische industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Dev
Cases
1.5474
.4978
8648
1.6509 1.7019 1.5477 1.5413 1.6719 1.5050 1.6173 1.6850 1.5000 1.7193 1.8017 1.2088 1.4873 1.4254 1.1438 1.1681 1.2588 1.4831 1.5136
.4777 .4579 .4990 .4991 •4oyo .5012 .4864 .4648 .5009 .4499 .3996 .4070 .5009 .4958 .3519 .3755 .4388 .4999 .5000
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
moest in werk vaak lang achtereen staan, naar beroepsklasse Mean
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.5447
.4980
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 Vli21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.6706 1.7541 1.7424 1.4310 1.6880 1.7634 1.7921 1.5942 1.7108 1.2235 1.7134 1.4444 1.0700 1.0878 1.1090 1.7975 1.3826 1.2026 1.8654 1.5120 1.5132 1.5036 1.5470 1.3014 1.1910 1.5536
.4709 .4309 .4383 .4974 .4652 .4258 .4068 .4919 .4537 .4171 .4529 .4992 .2556 .2840 .3121 .4024 .4882 .4033 .3420 .5005 .5003 .5006 .4983 .4620 .3938 .4975
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.5450
.4980
7022
Veriable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viaaera bouwvakkera loodgietera, laaaers kleermakera elektromonteurs msch. bankw.monteurs mach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kaaaiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaakperaoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve ateekproef
174
Meen
VR38_3 Vsriable
moest in werk vask lang achtereen lopen, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR38_3 Veriable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouu/visseri j voedings/genotn.ind. grafische industrie chenische industrie metaalindustrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
Naan
Std Oev
Caaes
1.5126
.4999
8648
1.5129 1.5135 1.4422 1.4917 1.4756 1.4059 1.4809 1.6383 1.4712 1.6061 1.8017 1.3297 1.4407 1.4917 1.1375 1.2185 1.2745 1.6009 1.4983
.5009 .5003 .4979 .5008 .4997 .4923 .5000 .4807 .5001 .4892
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
•3yyo
.4707 .4975 .5013 .3455 .4150 .4471 .4899 .5002
1476 1174
moeat in werk vaak lang achtereen lopen, naar beroepsklasse Std Dev
Value Label
For Entire Population
1.5120
.4999
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 Vii21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.5176 1.6783 1.6114 1.1810 1.6080 1.5458 1.4010 1.5779 1.5102 1.2949 1.6401 1.4815 1.0864 1.0608 1.1299 1.6625 1.2957 1.2026 1.8231 1.8630 1.7708 1.5204 1.6472 1.1644 1.1873 1.4347
.5007 .4674 .4885 .3867 .4902 .4989 .4913 .4947 .5002 .4565 .4807 .5020 .2816 .2398 .3366 .4734 .4583 .4033 .3823 .3443 .4208 .5002 .4783 .3732 .3909 .4961
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.5197
.4996
7022
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viasers bouwvakkera loodgietera, lassers kleermakers elektromonteurs mach. bankw.monteura mach. metaalbewerker toezichth prod pers OV. ind. beroepen chauffera/metrozen laders, lossers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsakperaoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
raprascntaticw steekproef
175
VR38_4 Variable
Neen
Std Dev
For Entire Population
1.3392
.4734
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.3664 1.2464 1.2462 1.2442 1.4532 1.3366 1.2529 1.6622 1.2518 1.2807 1.2152 1.2225 1.2246 1.1547 1.0500 1.0756 1.1294 1.3753 1.3382
.4829 .4313 .4319 .4303 .4981 .4737 .4350 .4732 .4348 .4499 .4118 .4165 .4182 .3626 .2186 .2655 .3363 • ^ö^^ .4733
232 485 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
VR38_4 Variable
176
moeat vaak lang achtereen geknield werken, naar bedrijfsklaaae Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 5 16 17 18 19
landbouw/viaaerij voedinga/genotm.ind. grafiache induatrie cheniache induatrie netaal industrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer comninicatiebedrijf verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
1476 1174
moeat vaak lang achtereen geknield werken, naar beroepsklasse Value Label
Mean
Std Dev
For Entire Population
1.3424
.4745
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.3765 1.7028 1.8515 1.0690 1.5600 1.6145 1.3614 1.1818 1.3315 1.1866 1.3535 1.2593 1.0247 1.0203 1.0464 1.2900 1.0435 1.0458 1.1538 1.6851 1.5517 1.2086 1.3361 1.0548 1.0524 1.2526
.4855 .4573 .3563 .2545 .4984 .4876 .4816 .3863 .4711 .3901 .4788 .4403 .1555 .1414 .2106 .4543 .2048 .2096 .3615 .4650 .4978 .4068 .4729 .2292 .2233 .4348
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3452
.4755
7022
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viaaera bouwvakkera loodgietera, laaaera kleermakera elektroannteurs msch. b8nku.monteurs msch. metsslbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen ladera, loaaera ov. transp. beroepen secretareaae/typiste boekhouder/kaaaiera ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. coma. beroepen koka, kelners schoonmaakperaoneel huiahoudelijk pera ov. dienatverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialiat hogere leiding overige beroepen
VR39
werk geestelijk erg inspsnnend, naar bedrijfsklasse Mean
Std Oev
Cases
For Entire Population
1.4884
.4999
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.?586 1.4099 1.5276 1.5149 1.4559 1.5000 1.4309 1.3565 1.5396 1.4458 1.4937 1.7363 1.6441 1.4420 1.6250 1.6218 1.6078 1.5725 1.4472
.4388 .4923 .5005 .5006 .4984 .5012 .4956 .4792 .4993 .4976 .5010 .U13 .4798 .4980 .4856 .4870 .4892 .4949 .4974
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR39 Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaerij voedings/genotm.ind. grafische industrie chenische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
werk geestelijk erg inspannend, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1476 1174
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkera loodgieters, lassers kleermskers elektromonteurs mach, bankw.monteurs mach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretarease/typi ste boekhouder/ksssiers winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. comn. beroepen koks, kelners schoonmsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve ateekproef
Meen
Std Dev
Cases
1.4866
.4999
8520
1.2431 1.3100 1.3930 1.4138 1.4480 1.3626 1.3911 1.5455 1.4038 1.6682 1.4172 1.6667 1.5761 1.7365 1.6032 1.4075 1.7652 1.6863 1.4038 1.2019 1.4402 1.5875 1.7056 1.7671 1.8727 1.5140
.4298 .4628 .4895 .4946 .4993 .4817 .4892 .4987 .4910 .4714 .4939 .4736 .4952 .4420 .4898 .4920 .4257 .4655 .4916 .4019 .4969 .4929 .4562 .4256 .3340 .5002
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.4887
.4999
7022
177
VR40 1
moest in werk vaak vergederen of praten, naar bedrijfsklasse Meen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.3328
.4712
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VK13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.1422 1.2360 1.2513 1.3663 1.2451 1.3366 1.2346 1.1896 1.4101 1.4552 1.3418 1.2143 1.3305 1.3094 1.5688 1.5546 1.5059 1.5237 1.2836
.3501 .4251 .4348 .4826 .4304 .4737 .4241 .3922 .4927 .4986 .4753 .4109 .4714 .4635 .4968 .4991 .5009 .4996 .4510
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR40_1
Value Label
voedings/genotm.ind. grafische industrie chemische induatrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bonk verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
moest in werk vaak vergaderen of praten, naar beroepaklasse Meen
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.3332
.4714
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 Vli21 VR21
1.1098 1.1235 1.1703 1.1034 1.2480 1.2061 1.1386 1.4383 1.1760 1.1613 1.1274 1.2315 1.3374 1.4527 1.5244 1.4550 1.9217 1.7843 1.3154 1.0817 1.3489 1.5036 1.6576 1.9476 1.3539
.3133 .3293 .3767 .3059 .4336 .4053 .3464 .4970 .3811 .3682 .3339 .4237 .4738 .4994 .5000 .4986 .2698 .4126 .4656 .2743 .4771 .5006 .4750 .4558 .2233 .4785
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3453
.4755
7022
Vsriable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvskkers loodgieters, laaaers kleermakera elektromonteura mach. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, loaaera ov. transp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kaaaiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
rcpreacntatieve steekproef
178
1476 1174
i.7ia
VR40_2 Variable
moest in werk vaak lezen of schrijven, naar bedrijfsklasse
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 Vit13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR40_2 Veriable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaerij voedinga/genotn.ind. grafische industrie chenische industrie nataalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer ccnmunicaticbcdrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl
Cases
1.3824
.4860
8648
1.1681 1.2981 1.4774 1.5149 1.3636 1.3911 1.3012 1.2456 1.5180 1.3467 1.2700 1.5000 1.3644 1.5912 1.7500 1.7227 1.6510 1.4146 1.3288
.3748 .4579 .5007 .5006 .4814 .4892 .4591 .4307 .5006 .4765 .4449 .5007 .4823 .4930 .4344 .4496 .4776 .4928 .4700
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
moest in werk vaak lezen of schrijven, naar beroepsklasse Std Dev
Caaes
1.3823
.4860
8520
1.1490 1.1608 1.2882 1.1207 1.3280 1.3206 1.2327 1.4838 1.2592 1.3410 1.3822 1.4352 1.7078 1.7432 1.7981 1.3075 1.7739 1.7778 1.2462 1.0841 1.1582 1.4652 1.5553 1.9315 1.8764 1.4097
.3568 .3676 .4539 .3272 .4714 .4676 .4236 .5005 .4385 .4746 .4867 .4981 .4557 .4383 .4019 .4620 .4201 .4171 .4316 .2779 .3653 .4994 .4974 .2543» .3297 .4921
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3852
.4867
7022
Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 Vli21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Std Dev
Value Label
1 agrariërs, vissers 2 bouwvakkers loodgieters, laaaers kleermakera elektromonteura mach. bankw.monteurs mach. metaalfciewerker ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretsresse/typi ste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. comn. beroepen koks, kelners
20 21 22 23 24 25 26
huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve ateekproef
179
VR41 Variable
werkte geregeld onder tijdsdruk, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR41 Variable
1 landbouw/viaaerij 2 voedings/genotm. ind. grafische industrie chenische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer conmunicatiebedrijf benk verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Oev
Cases
1.6072
.4884
8648
1.4655 1.5859 1.6181 1.5644 1.6126 1.5644 1.6040 1.6145 1.6079 1.4552 1.6582 1.7830 1.6822 1.5414 1.6750 1.6807 1.7059 1.6172 1.5869
.4999 .4931 .4871 .4967 .4875 .4971 .4895 .4870 .4891 .4986 .4753 .4128 .4666 .4997 .4698 .4682 .4565 .4862 .4926
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
werkte geregeld onder tijdsdruk, naar t>eroepsklasse Value Label
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.6073
.4884
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 V1121 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 V1t21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.4667 1.5886 1.6725 1.5603 1.6160 1.5420 1.5347 1.6104 1.6030 1.7327 1.6019 1.7315 1.6626 1.6486 1.6288 1.3400 1.6609 1.7320 1.6308 1.5529 1.5132 1.5755 1.7349 1 7534 1.8240 1.6197
.4999 .4924 .4703 .4985 .4883 .4992 .5000 .4885 .4896 .4431 .4903 .4453 .4738 .4790 .4837 .4743 .4755 .4835 .4978 .5003 .4949 .4419 .4340 .3816 .4858
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.60(30
.4893
7022
20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viasers bouwvakkers loodgieters, laaaers kleermskers elektromonteurs mach, bankw.monteura mach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chsuffers/mstrozen Isders, lossers ov. tranap. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kaasi ers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetenach. specislist hogere leiding overige beroepen
representetieve steekproef
180
Meen
VR42 Vsriable
werk vaak te vermoeiend, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13
wn VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR42 Veriable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouu/viaserij voedings/genotm.ind. grafische industrie chenische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
Std oev
Caaes
1.5624
.4961
8648
1.5172 1.5839 1.5276 1.5512 1.5573 1.4901 1.5458 1.6010 1.5612 1.5236 1.7173 1.6703 1.5127 1.4696 1.4500 1.4202 1.4784 1.5833 1.5596
.5008 .4954 .5005 .4982 .4970 .5011 .4983 .4899 .4971 .5000 .4513 .4707 .5009 .5005 .4991 .4957 .5005 .4932 .4966
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Mean
Std Dev
Caaes
1.5626
.4961
8520
1.5569 1.6282 1.6201 1.6121 1.4640 1.4542 1.5891 1.5162 1.5730 1.5991 1.6561 1.5833 1.4156 1.5068 1.4153 1.5250 1.4696 1.4641 1.6615 1.6587 1.5963 1.5276 1.6347 1.4384 1.5393 1.5360
.4977 .4836 .4864 .4894 .5007 .4989 .4932 .5005 .4950 .4907 .4758 ,4953 .4938 .5017 .4933 .5000 .5013 .5003 .4741 .4747 .4911 .4998 .4820 .4996 .4994 .4991
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.5661
.4956
7022
werk vaak te vermoeiend, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 V1i21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Nean
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viasers bouwvakkera loodgieters, lassers kleermskers elektromonteurs msch. bsnkw.monteurs msch. metaalbewerker ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen laders, loaaers ov. transp. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kassiers winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. comm. beroepen koks, kelners schoonmsakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
181
VR43 Variable
geregeld problemen met tempo of drukte, naar bedrijfsklasse Value Label
Meen
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.3308
.4705
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.2371 1.3540 1.3467 1.3168 1.3333 1.2921 1.3478 1.3575 1.3633 1.27B3 1.3671 1.3379 1.2542 1.3094 1.3563 1.3277 1.3490 1.3354 1.3228
.4262 .4787 .4771 .4660 .4717 .4558 .4767 .4795 .4818 .4487 .4830 .4736 .4364 .4635 .4804 .4714 .4776 .4723 .4678
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
VR43 Variable
1 2 voedings/genotn.ind. grafische industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
geregeld problemen met tempo of drukte, naar beroepsklasse Value Label
Meen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.3306
.4705
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 V1121 VR21
1.2549 1.3508 1.3537 1.4310 1.2640 1.2328 1.3465 1.3377 1.3520 1.2949 1.4236 1.2870 1.3292 1.4662 1.3550 1.2200 1.3217 1.3203 1.3269 1.4063 1.2840 1.3165 1.3716 1.3288 1.3446 1.3025
.4367 .4775 .4792 .4974 .4426 .4234 .4770 .4737 .4779 .4565 .4949 .4545 .4709 .5006 .4791 .4148 .4692 .4681 .4700 .4917 .4514 .4657 .4837 .4750 .4761 .4597
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3307
.4705
7022
20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, viaaera bouwvakkera loodgietera, lassers kleermskers elektromonteurs msch. bsnkw.monteurs mach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen ladera, loaaera ov. tranap. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kaaa i era ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. comm. beroepen koks, kelners schoonmsakperaoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
182
1476 1174
VR44
moest eigenlijk kalmer aan doen naar, bedrijfsklasse Meen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.4780
.4995
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VJJ13
1.3491 1.4513 1.4422 1.4950 1.4717 1.3663 1.4659 1.5409 1.5612 1.4693 1.5443 1.5330 1.3644 1.4309 1.4188 1.4790 1.4588 1.5027 1.4583
.4777 .4981 .4979 .5008 .4995 .4830 .4993 .4986 .4971 .4996 .4991 .4996 .4823 .4966 .4949 .5017 .4993 .5002 .4985
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR44
Value Label
voedings/genotm.ind. grafische industrie chemische industrie metaalindustrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca over19 vervoer cosmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
1476 1174
moest eigenlijk kalmer aan doen, naar beroepsklasse Meen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.4790
.4996
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.4000 1.5221 1.5546 1.3534 1.4560 1.4237 1.4406 1.4643 1.4516 1.4885 1.5096 1.4630 1.3786 1.5338 1.4246 1.4725 1.4783 1.4641 1.5077 1.5240 1.5497 1.4556 1.4990 1.4521 1.5318 1.4640
.4909 .4998 .4981 .4801 .5001 .4951 .4977 .4995 .4980 .5004 .5007 .5010 .4860 .5006 .4949 .4999 .5017 .5003 .5009 .5000 .4980 .4986 .5005 .5011 .4999 .4991
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.4825
.4997
7022
Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvskkers loodgieters, lassers kleermakers elektromonteura mach. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chsuffers/matrozen laders, lossers OV. transp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve ateekproef
183
VR45
hinder van wisseling van tenperatuur, naar bedrijfsklasse Mean
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.3862
.4869
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.4440 1.5424 1.3819 1.4818 1.4717 1.3366 1.4176 1.5337 1.3453 1.2854 1.3376 1.4505 1.5169 1.3039 1.2438 1.3109 1.2275 1.2405 1.3697
.4979 .4987 .4871 .5005 .4995 .4737 .4936 .4991 .4763 .4521 .4739 .4982 .5008 .4612 .4307 .4648 .4200 .4275 .4829
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
Value Label
landbouw/visserij voedings/genotm.ind. grafische industrie chenische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer comnunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
va» VR13 VR45 Variable
184
1476 1174
hinder van wisseling van tenperatuur, naar beroepsklasse Value Label
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.3840
.4864
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 V1t21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.4314 1.5653 1.6332 1.3621 1.5040 1.5000 1.4703 1.4481 1.4925 1.4977 1.5541 1.5463 1.2551 1.2162 1.2390 1.3100 1.2087 1.1895 1.4000 1.3438 1.2738 1.2710 1.2025 1.1233 1.1610 1.3451
.4962 .4960 .4830 .4827 .5020 .5010 .5004 .4981 .5003 .5006 .4979 .5002 .4368 .4131 .4270 .4631 .4082 .3932 .4908 .4755 .4464 .a50 .4023 .3310 .3683 .4757
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3747
.4841
7022
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkera loodgieters, lassers kleermskers elektromonteurs msch. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chsuffers/mstrozen Isders, lossers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
VR46 Variable
hinder van droge lucht, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR» VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VI113 VR13
VR46 Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Iandbouu/vi aaer i j voedi ngs/genotm.i nd. grefische industrie chemische industrie metselinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer coBmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Dev
Cases
1.2741
.4461
8648
1.1853 1.2484 1.3367 1.3234 1.3083 1.2525 1.3411 1.1326 1.1906 1.2736 1.3038 1.1566 1.3178 1.4254 1.3875 1.3529 1.2902 1.3130 1.2845
.3894 .4326 .4738 .4686 .4621 .4355 .4745 .3394 .3935 .4463 .4609 .3639 .4666 .4958 .4887 .4799 .4547 .4639 .4514
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Meen
Std Dev
Caaes
1.2738
.4459
8520
1.1529 1.1410 1.2664 1.4655 1.2400 1.2710 1.3515 1.3247 1.3138 1.1475 1.3217 1.2315 1.4486 1.2703 1.3457 1.2625 1.0261 1.1895 1.2846 1.4063 1.3185 1.2926 1.3612 1.1918 1.1348 1.2731
.3606 .3483 .4430 .5010 .4288 .4453 .4786 .4690 .4643 .3550 .4679 .4237 .4984 .4456 .4762 .4405 .1601 .3932 .4521 .4917 .4664 .4555 .4808 .3964 .3422 .4459
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.2666
.4422
7022
hinder van droge lucht, naar beroepsklssse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VÜ21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Meen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvakkera loodgietera, laaaers kleermakers elektromonteurs msch. bankw.nonteurs nach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/natrozen ladera, loaaera ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. cosm. beroepen koks, kelners schoonmsakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
repreaentatieve ateekproef
185
VR47 Variable
hinder van vochtige lucht/regen, naar bedrijfsklssse Value
Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VK13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR47
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaeri j voedings/genotn.ind. grafische industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid 9roothandel detailhandel horeca weavervoer oven 9 vervoer comnunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
Std Dev
Cases
1.2128
.4093
8648
1.3534 1.2795 1.1156 1.2376 1.2503 1.1881 1.1930 1.5451 1.1871 1.0802 1.0759 1.3352 1.3093 1.1934 1.0188 1.0504 1.0588 1.0549 1.1865
.4791 .4492 .3205 .4263 .4335 .3918 .3950 .4982 .3907 .2719 .2655 .4727 .4632 .3960 .1361 .2197 .2358 .2278 .3897
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
hinder van vochtige lucht/regen, naar beroepaklasse Meen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.2120
.4087
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 V1(21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VII21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.3725 1.6037 1.5328 1.1121 1.3040 1.2366 1.2228 1.2045 1.2265 1.3825 1.3439 1.3333 1.0165 1.0270 1.0348 1.0800 1.1478 1.0654 1.0654 1.0745 1.0487 1.1343 1.0334 1.06BS 1.0787 1.1791
.4844 .4894 .5000 .3168 .4618 .4258 .4171 .4040 .4188 .4866 .4758 .4736 .1275 .1627 .1835 .2716 .3565 .2480 .2477 .2629 .2154 .3414 .1799 .2543 .2697 .3838
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.2076
.4056
7022
Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkera loodgietera, laaaers kleermakers elektromonteurs mach. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen ladera, lossers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. ada winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonnaakperaoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artaen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
186
Nean
VR48 Variable
hinder van gebrek aan friaae lucht, naar bedrijfsklssse
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR1S VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VK13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR48 Variable
landbouw/visserij voedinga/genotm.ind. grafische industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel 11 IZ 13 14 15 16 17 18 19
horeca ue9vervoer overig vervoer conmunicetiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
Casea
1.3264
.4689
8648
1.2543 1.3478 1.4523 1.4026 1.4321 1.3119 1.4609 1.1720 1.2230 1.3113 1.4515 1.1566 1.2881 1.3591 1.3938 1.3613 1.3373 1.3123 1.3458
.4364 .4768 .4990 .4912 .4957 .4644 .4989 .3776 .4170 .4636 .4987 .3639 .4539 .4811 .4901 .4824 .4737 .4636 .4758
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
hinder van gebrek aan frisse lucht, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Std Dev
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, viaaera bouwvakkers loodgietera, lassers kleemekers elektromonteurs mach, bankw.monteurs msch. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chsuffers/matrozen laders, lossers ov. trsnsp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonnsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
repreaentatieve ateekproef
Meen
Std Dev
Cases
1.3214
.4670
8520
1.2275 1.1760 1.3799 1.5862 1.2640 1.3931 1.4604 1.3929 1.4693 1.1336 1.3280 1.2315 1.4733 1.3514 1.3875 1.2R00 1.0609 1.3007 1.4692 1.3221 1.2880 1.3597 1.3069 1.3151 1.1985 1.3289
.4200 .3810 .4864 .4946 .4426 .4894 .4997 .4892 .4994 .3407 .4702 .4237 .5003 .4790 .4877 .4496 .2401 .4600 .5000 .4678 .4533 .4805 .4617 .4673 .3996 .4702
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3146
•4o%^
7022
187
VR49
hinder van lawaai, naar bedrijfsklasse Neen
Std Oev
Cases
For Entire Papulation
1.3334
.4714
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 Vit13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.3578 1.5362 1.4573 1.5281 1.5929 1.4406 1.5790 1.4383 1.1619 1.1061 1.1899 1.3077 1.4619 1.1713 1.2063 1.2017 1.1647 1.0949 1.3015
.4804 .4992 .4994 .5000 .4916 .4977 .4941 .4964 .3690 .3084 .3930 .4622 .4996 .3778 .4059 .4030 .3716 .2931 .4591
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Mean
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.3258
.4687
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.3608 1.4650 1.6638 1.4655 1.4800 1.6489 1.6980 1.6526 1.6003 1.2949 1.4395 1.4352 1.1564 1.1419 1.1972 1.0650 1.0348 1.1373 1.2423 1.1178 1.0426 1.2110 1.0668 1.1918 1.1536 1.3686
.4812 .4991 .4735 .5010 .5016 .4782 .4603 .4769 .4902 .4565 .4971 .4981 .3640 .3501 •3984 .2468 .1840 .3452 .4293 .3227 .2022 .4085 .2499 •3964 .3612 .4828
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3069
.4612
7022
Variable
VR49 Variable
Value
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Label
landbouw/viaaerij voedinga/genotn. ind. grafiache industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothendel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
hinder van lawaai, naar beroepsklasse Value
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
Label
agrariërs, vissers bouwvakkers loodgietera, lassers kleemskers elektromonteurs mach. bankw.monteurs msch. metsslbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen ladera, leasers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. coom. beroepen koks, kelners schoonnsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
repreaentatieve ateekproef
188
VRSO Veriable
hinder van atank, naar bedrijfsklasse
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
vais VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VRSO Vsriable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedinga/genotn.ind. grafische industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Dev
Cases
1.2052
.4039
8648
1.2629 1.2816 1.2965 1.4323 1.4111 1.2426 1.2895 1.2259 1.1079 1.0684 1.1308 1.2005 1.2839 1.0442 1.0375 1.0756 1.0863 1.0738 1.2138
.4412 .4502 .4579 .4962 .4924 .4297 .4539 .4184 .3108 .2527 .3379 .4010 .4518 .2061 .1906 .2655 .2813 .2616 .4102
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Meen
Std Oev
Cases
1.2020
.4015
8520
1.2392 1.2459 1.4585 1.1293 1.2640 1.4084 1.4653 1.3409 1.3943 1.2212 1.2803 1.2593 1.0370 1.0743 1.0696 1.0400 1.0696 1.0784 1.1038 1.1490 1.0751 1.1223 1.0752 1.1370 1.0674 1.2379
.4274 .4309 .4994 .3370 .4426 .4925 .5000 .4748 .4890 .4155 .4498 .4403 .1892 .2632 .2548 .1962 .2555 .2697 .3056 .3566 .2637 .3280 .2639 .3462 .2512 .4261
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.19S0
.3947
7022
hinder ven stank, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 yR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Neen
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkera loodgieters, lassers klaemakers elektromonteurs msch. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen ladera, loaaers ov. trenap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artaen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
latieve ateekproef
189
VRSl Variable
hinder van danp/nevel/ges, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VRSl Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedings/genotm.ind. grefische industrie chenische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie iMuuni jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienstverl overige bedrijven
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkera loodgieters, lassers kleermskers elektromonteurs mach. bankw.monteurs mech. metsslbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chsuffers/mstrozen laders, lossers ov. trsnsp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wstensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve ateekproef
190
Std Dev
Caaea
1.2042
.4031
8648
1.2241 1.2422 1.2714 1.4125 1.4730 1.2277 1.2928 1.2352 1.1403 1.0778 1.1730 1.2363 1.2924 1.0718 1.0313 1.0504 1.0588 1.0644 1.1772
.4179 .4289 .4458 .4931 .4996 .4204 .4554 .4244 .3479 .2682 .3790 .4254 .4558 .2589 .1745 .2197 .2358 .2455 .3820
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Mean
Std Dev
Caaes
1.2018
.4013
8520
1.2118 1.2436 1.5677 1.1552 1.2160 1.5038 1.5149 1.3377 1.3806 1.2604 1.2580 1.2037 1.0329 1.0541 1.0487 1.0500 1.0783 1.0719 1.2077 1.1178 1.0730 1.1079 1.0438 1.1096 1.0674 1.2026
.4094 .4295 .4965 .3636 .4132 .5009 .5010 .4737 .4859 .4393 .4382 .4046 .1788 .2269 .2155 .2182 .2698 .2592 .4064 .3227 .2604 .3106 .2050 .3145 .2512 .4023
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.1895
.3920
7022
hinder van dnqp/nevel/gas, naar beroepsklasse
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Meen
VR52 Variable
veiligheid in orde, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR52 Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
voedings/genotm.i nd. grafische induatrie chenische induatrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer comnunicatiebedri jf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl
Meen
Std Dev
Cases
1.7374
.4401
8648
1.7328 1.6915 1.7186 1.6733 1.6140 1.7426 1.6772 1.6497 1.7734 1.8255 1.7637 1.7335 1.7712 1.8508 1.8750 1.8824 1.8471 1.8184 1.7308
.4435 .4623 .4508 .4698 .4872 .4383 .4679 .4773 .4194 .3800 .4257 .4427 .4210 .3572 .3318 .3236 .3606 .3856 .4437
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Std Dev
Cases
veiligheid in orde, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population
1.7396
.4389
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.7373 1.6224 1.4891 1.7155 1.6480 1.6183 1.6089 1.6591 1.6535 1.7396 1.6497 1.7037 1.9259 1.8986 1.8747 1.8200 1.8609 1.8693 1.7615 1.7428 1.8134 1.8082 1.8121 1.8904 1.8839 1.7416
.4410 .4851 .5010 .4531 .4795 .4867 .4892 .4748 .4762 .4393 .4778 .4588 .2624 .3028 .3314 .3847 .3476 .3382 .4270 .4376 .3900 .3942 .3910 .3145 .3210 .4381
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.7481
.4341
7022
egrariers, vissers bouwvakkers loodgieters, lassers kleermskers elektromonteurs nach, bankw.nonteurs noch, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chsuffers/mstrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kaaaiers ov. ada. beroepen winkelbedienden
20 21 22 23 24 25 26
OV. conm. beroepen koka, kelnera schoonmsalcperaonee l huiahoudelijk pera ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve ateekproef
191
VR53
Mean
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.7048
.4562
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.8233 1.6853 1.6281 1.7096 1.6574 1.7376 1.7022 1.7275 1.5791 1.6840 1.6287 1.6456 1.8093 1.7514 1.6625 1.6723 1.6588 1.7514 1.7121
.3823 .4649 .4845 .4547 .4749 .4410 .4577 .4455 .4946 .4655 .4842 .4790 .3937 .4334 .4743 .4714 .4750 .4324 .4530
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR53
Value Label
voedinga/genotn.ind. grafiache induatrie cheniache industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horecB wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
1476 1174
werk doorgaans goed georganiseerd, naar beroepsklasse Neen
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.7068
.4553
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.8157 1.7389 1.6419 1.6983 1.6160 1.6603 1.6980 1.7565 1.6794 1.7212 1.6561 1.6574 1.6543 1.6149 1.6682 1.6950 1.7304 1.6209 1.7038 1.7452 1.8134 1.6811 1.7578 1.6438 1.6779 1.6990
.3885 .4395 .4805 .4610 .4883 .4745 .4603 .4299 .4670 .4489 .4758 .4768 .4766 .4883 .4714 .4610 .4457 .4868 .4574 .4363 .3900 .4666 .4288 .4822 .4682 .4590
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.7066
.4553
7022
Variable
192
werk doorgaana goed georganiseerd, naar bedrijfsklasse
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viasers bouwvakkers loodgieters, Isssers kleemakera elektrononteurs msch. bankw.monteurs mach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen ladera, loaaera ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kaasiers ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. spscialist hogere leiding overige beroepen
VR54
kon in werk voldoende overleggen, naar bedrijfsklasse Meen
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.6504
.4769
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.6983 1.6273 1.5628 1.6667 1.6535 1.6733 1.6190 1.7192 1.5252 1.5873 1.5190 1.5385 1.7161 1.6740 1.6250 1.5798 1.6157 1.7175 1.6457
.4600 .4840 .4973 .4722 .4762 .4702 .4860 .4496 .5003 .4929 .5007 .4992 .4518 .4700 .4856 .4957 .4874 .4504 .4785
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR54 Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaerij voedinga/genotm.ind. grafische industrie chenische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer connuiicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
1476 1174
kon in werk voldoende overleggen, naar beroepsklssse Value Label
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.6548
.4755
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.7176 1.7308 1.7293 1.6034 1.6240 1.6947 1.6980 1.6591 1.6221 1.6129 1.6051 1.6019 1.6296 1.5473 1.5893 1.5850 1.6348 1.5490 1.6192 1.6827 1.7911 1.6499 1.7265 1.5890 1.5581 1.6256
.4510 .4438 .4453 .4913 .4863 .4614 .4603 .4748 .4852 .4876 .4896 ,4918 .4839 .4994 .4925 .4933 .4836 .4992 .4865 .4660 .4070 .4776 .4462 .4954 .4976 .4843
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.6541
.4757
7022
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkers loodgieters, leasers kleemakera elektrononteurs msch. bankw.monteurs msch. metsslbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen ladera, loaaera ov. tranap. beroepen secretareaae/typiste boekhouder/kaaaiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonnaakperaoneel huiahoudelijk para ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specislist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
193
VR55 Variable
vaak belemmerd door onverwachte situaties, naar bedrijfsklasse Meen
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.4519
.4977
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.3534 1.4182 1.4623 1.4818 1.4901 1.4554 1.4509 1.4093 1.5288 1.4292 1.5021 1.6044 1.5254 1.3149 1.4438 1.4790 1.5137 1.4404 1.4242
.4791 .4938 .4998 .5005 .5002 .4992 .4980 .4920 .5001 .4956 .5011 .4897 .5004 .4658 .4984 .5017 .5008 .4966 .4944
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
VRS5 Vsriable
Value Label
voedings/genotn.ind. grafische industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni Jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bonk verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
vaak belenmerd door onverwachte situsties, naar beroepsklasse
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvskkers loodgieters, lassers kleemskers elektromonteurs msch. bankw.monteurs msch. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. bieroepen chsuffers/metrozen Ieders, lossers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kaasiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonnaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
194
Std Dev
Cases
1.4512
.4976
8520
1.3373 1.3473 1.5459 1.3966 1.5360 1.5420 1.3861 1.5227 1.4216 1.5253 1.4650 1.5556 1.4568 1.4595 1.4710 1.3575 1.5217 1.6013 1.4231 1.3798 1.3448 1.4484 1.5010 1.5342 1.7790 1.4537
.4737 .4764 .4990 .4913 .5007 .4992 .4881 .5003 .4941 .4999 .4996 .4992 .4992 .5000 .4997 .4799 .5017 .4912 .4950 .4859 .4758 .4979 .5005 .5023 .4157 .4982
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.4425
.4967
7022
Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1476 1174
VR56
geregeld gehinderd door gebreken onderen, naar bedrijfsklasse Meen
Std Oev
Cases
For Entire Population
1.3215
.4671
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.1897 1.3188 1.3417 1.3531 1.3650 1.3564 1.3228 1.3036 1.3957 1.3160 1.4304 1.3984 1.3136 1.2155 1.4063 1.4034 1.3922 1.2805 1.2896
.3929 .4665 .4755 .4787 .4817 .4801 .4679 .4601 .4899 .4655 .4962 .4902 .4649 .4123 .4927 .4926 .4892 .4494 .4538
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR56 Variable
Value Label
voedings/genotm.ind. grsfische industrie chemische industrie metselinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeee wegvervoer ccnmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl 19 overige bedrijven
1476 1174
geregeld gehinderd door gebreken anderen, naar beroepsklasse Neen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.3216
.4671
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.1725 1.2797 1.3755 1.3276 1.3440 1.3550 1.3020 1.3831 1.3070 1.2696 1,3503 1.4259 1.3663 1.4189 1.4060 1.2850 1.4087 1.4444 1.3192 1.2548 1.1866 1.3453 1.3048 1.3425 1.5993 1.3054
.3786 .4491 .4853 .4714 .4770 .4794 .4603 .4869 .4615 .4443 .4778 .4968 .4828 .4951 .4917 .4520 .4937 .4985 .4671 .4363 .3900 .4760 .4608 .4773 .4910 .4609
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3164
.4651
7022
Velue Label
20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvskkers loodgieters, lassers kleermakers elektromonteurs msch. bankw.monteurs msch. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauf fers/mst rozen laders, lossers ov. trsnsp. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kass i ers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonnaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
195
VR57
werk vaak bemoeilijkt door afwezigheid, naar bedrijfsklasse Neen
Std Dev
Caaea
For Entire Population
1.3010
.4587
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.?,W8 1.3789 1.3015 1.2970 1.2714 1.2475 1.2829 1.2176 1.3669 1.3231 1.4684 1.3214 1.2754 1.2983 1.3625 1.2941 1.2824 1.3299 1.2913
.4235 .4856 .4601 .4577 .U50 .4326 .4508 .4128 .4828 .4682 .5001 .4677 .4477 .4588 .4822 .4576 .4510 .4704 .4546
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
Variable
VR57
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaerij voedings/genotm.ind. grefische industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
werk vaak bemoeilijkt door afwezigheid, naer beroepsklasse
Variable
Value Label
For Entire Population 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 atic
196
1476 1174
agrariera, viaaera bouwvakkers loodgieters, lassers kleemskers elektromonteurs msch. bsnkw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/natrozen laders, lossers ov. trensp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kaaaiera ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigera ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmeakperaoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
Mean
Std Dev
Caaea
1.2994
.4580
8520
1.2314 1.1923 1.3057 1.3276 1.1520 1.2328 1.2673 1.3734 1.2701 1.2558 1.3917 1.3704 1.2798 1.2635 1.3666 1.3250 1.2957 1.3268 1.4192 1.3269 1.2617 1.2806 1.4509 1.2329 1.4157 1.2702
.4225 .3943 .4617 .4714 .3605 .4234 .4437 .4845 .4443 .4368 .4889 .4852 .U98 ,U20 .4824 .4690 .4583 .4706 .4944 .4697 .4400 .4498 .4981 .4256 .4938 • H%%^
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3021
.4592
7022
VR58 Variable
onderlinge sfeer op het werk goed, naar bedrijfsklaaae Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR58
1 landbouw/viaaeri J 2 voedings/genotm.ind. grafiache induatrie chemiache induatrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca overig vervoer connunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Meen
Std Dev
Cases
1.7346
.4416
8648
1.8405 1.7246 1.6583 1.6997 1.7444 1.7673 1.7371 1.8145 1.6295 1.7005 1.6920 1.7033 1.8093 1.6851 1.5750 1.6387 1.6980 1.7520 1.7266
.3669 .4472 .4755 .4592 .4365 .4236 .4406 .3889 .4838 .4586 .4627 .4574 .3937 .4«S8 .4959 .4824 .4600 .4320 .4459
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
onderlinge sfeer op het werk goed, naar beroepsklasse Mean
Std Dev
Cases
For Entire Populetion
1.7352
.4412
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.8471 1.8147 1.7686 1.6293 1.7840 1.7786 1.7723 1.7630 1.7340 1.7558 1.6911 1.6852 1.6420 1.6014 1.6381 1.6925 1.7739 1.6144 1.7115 1.7957 1.8316 1.6978 1.7411 1.7123 1.6592 1.6902
.3606 .3888 .4227 .4851 .4132 .4160 .4204 .4259 .4422 .4301 .4628 .4666 .4804 .4913 .4811 .4620 .4201 .4883 .4539 .4037 .3746 .4597 .4385 .4558 .4749 .4628
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.7390
.4392
7022
Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkers loodgietera, leasers kleemekera elektrononteura mach. bankw.monteura mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen laders, lossers ov. trensp. beroepen secreteresse/typiste boekhouder/kassiers ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. coma koks, kelners schoonmaakperaoneel huiahoudelijk pers ov. dienstverl funct artaen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
197
VRS9 Variable
ergerde zich vaak aan anderen op werk, naar bedrijfsklasse Nean
Std Oev
Cases
For Entire Population
1.3308
.4705
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.2328 1.3064 1.3819 1.3927 1.3360 1.3218 1.3461 1.2922 1.4460 1.3561 1.3882 1.3681 1.3093 1.3315 1.4375 1.4034 1.3804 1.2791 1.3348
.4235 .4615 .4871 .4892 .4726 .4683 .4761 .4550 .4980 .4794 .4884 .4830 .4632 .4721 .4976 .4926 .4864 .4487 .4721
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
VR59 Vsriable
Value Label
landbouw/visseri j voedings/genotm.ind. grafische industrie chemische industrie metaalindustrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer cosmunicatiebedrijf benk verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
ergerde zich vaak aan anderen op werk, naar beroepsklasse Velue Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
198
1476 1174
20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, viasers bouwvakkers loodgieters, Isssers kleermskers elektromonteurs msch. bankw.monteurs msch. metsslbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen laders, lossers ov. trsnsp. Iseroepen secretaresse/typi ste boekhouder/ksss i ers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. uatensch. specialist hogere leiding overige beroepen
Nean
Std Dev
Cases
1.3293
.4700
8520
1.2118 1.2692 1.3493 1.3621 1.3520 1.2977 1.2871 1.4026 1.3411 1.3203 1.4076 1.3889 1,3745 1.4662 1.4107 1.3450 1.3565 1.4379 1.3269 1.2500 1.2333 1.3477 1.2714 1.3151 1,4195 1,3510
.4094 .4438 .4778 .4827 .4795 .4581 ,4535 ,4912 ,4744 ,4671 .4922 .4898 .4850 .5006 .4925 .4760 .4811 .4978 .4700 .4335 .4233 ,4768 ,4451 ,4678 ,4944 ,4776
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3246
.4682
7022
VR60
werkte onder goede dagelijkse leiding, naar bedrijfsklasse Meen
Std Oev
Cases
For Entire Population
1.6401
.4800
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.7543 1.6687 1.5678 1.6238 1.6627 1.7129 1.6705 1.6953 1.5180 1.6085 1.57Ï8 1.6044 1.7754 1.6464 1.5500 1.4706 1.5255 1.6233 1.6465
.4314 .4712 .4966 ,4852 ,4731 .4535 .4704 .4605 .5006 .4887 .4956 .4897 .4182 .4794 .4991 .5012 .5003 .4847 ,4783
Variable
VR60 Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedi ngs/genotm.i nd. grafische industrie chenische industrie metaalindustrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer communicatiebedrijf benk verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
1476 1174
werkte onder goede dagelijkse leiding, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 V1t21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR£1 VR21 VR21
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvskkers loodgieters, lassers kleermskers elektromonteurs msch. bsnkw.monteurs msch. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chsuffers/mstrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/ksssiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonnaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specielist hogere leiding overige beroepen
representatieve steeiiproef
Neen
Std Dev
Cases
1.6405
.4799
8520
1.7686 1.7401 1,5721 1.6552 1,6720 1,6908 1,7327 1.6851 1.6903 1.7005 1.6688 1.6111 1.5473 1.5068 1.5174 1,6100 1.5217 1.4902 1.6577 1.6058 1.7099 1.5755 1.6096 1.4795 1.5169 1.6182
.4225 .4388 .4959 .4774 .4714 .4630 .4437 .4652 .4627 .4586 .4714 .4898 ,4988 ,5017 ,5003 ,4884 ,5017 ,5015 ,4754 .4893 .4543 .4949 .4883 .5030 .5007 .4862
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.6379
.4807
7022
199
VR61 variable
leiding hsd juist beeld van resp., naar bedrijfsklasse Neen
Std Dev
Caaes
For Entire Population
1.6667
.4714
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.7716 1.6791 1.6030 1.6172 1.6522 1.6782 1.6755 1.7223 1.5863 1.6722 1.6414 1.6291 1.7669 1.5801 1.6000 1.5378 1.5922 1.6673 1.6865
.4207 .4673 .4905 .4869 .4766 .4683 .4686 .4481 .4934 .4700 .4806 .4837 .4237 .4949 .4914 .5007 .4924 .4713 ,4641
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
VR61 variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedings/genotn.ind. grefische industrie chenische industrie netealinduatrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothendel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmwiicatiebedrijf benk verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
leiding had juist beeld van resp., naar beroepsklasse Velue Label
Std Dev
Cases
Fer Entire Population
1.6667
.4714
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.7961 1.7401 1.6114 1.6724 1.6240 1.7023 1.7079 1.6656 1.6876 1.6935 1.6529 1.6019 1.6132 1.5203 1.5336 1.6775 1.6522 1.6078 1.6808 1.6827 1.7302 1.6307 1.6681 1.4932 1.5655 1.6652
,4037 ,4388 ,4885 .4714 .4863 .4581 .4558 .4726 .4638 ,4616 .4768 .4918 ,4880 ,5013 ,4994 ,4680 ,4784 ,4898 .4671 .4660 .4a3 .4832 .4714 .5034 .4966 .4723
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.6673
.4712
7022
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvskkers loodgieters, lassers kleemskers elektrononteurs nech. bankw.nonteurs nach, netealbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/nstrozen ladera, loaaera ov. transp. beroepen secretsresse/typi ste boekhouder/kass i ers ov. sdn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonnsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specislist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
200
1476 1174
VR62 Variable
leiding hield voldoende rekening, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR1S VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR62 Variable
1 2 voedi ngs/genotn.i nd. grefische industrie chenische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni jverheid groothandel detailhandel horeca ueovervoer overig vervoer connunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Dev
Cases
1.5883
.4922
8648
1.6940 1.5818 1.5075 1.5248 1.5586 1.6238 1.5607 1.6539 1.4712 1.5307 1.5148 1.5027 1.6483 1.5083 1.4813 1.4874 1.5490 1.6612 1.6056
.4618 .4938 .5012 .5002 .4969 .4856 .4967 .4760 .5001 .4996 .5008 .5007 .4785 .5013 .5012 .5020 .4986 .4734 .4889
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
leiding hield voldoende rekening, naar beroepsklasse Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Nean
1 2 3 4 S 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvakkera loodgietera, lassers kleermakers elektromonteura nach, bankw.nonteurs nsch. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen ladera, loaaera ov. tranap. beroepen secretsresse/typi ste boekhouder/kassi ers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artaen, verpleegk. wetenach. apacialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steskprorf
Neen
Std Dev
Cases
1.5901
.4918
8520
1.7137 1.6678 1.5459 1.4569 1.5760 1.6412 1.5842 1.5909 1.5634 1.5461 1.5255 1,5185 1,5720 1.4459 1.4988 1.5575 1.5304 1.5098 1.5769 1.6490 1.7444 1.5635 1.6347 1.6164 1.5356 1.5698
.4529 .4713 .4990 .5003 .4962 .4806 .4941 .4925 .4963 .4984 .5001 .5020 .4958 .4988 .5006 .4973 .5013 .5015 .4950 .4778 .4366 .4965 .4820 .4896 .4997 .4955
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.5907
.4917
7022
201
VR63 Variable
ongunstige invloeden werk-prive, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VRIS VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR63 Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
voedinga/genotn.ind. grafiache induatrie cheniache induatrie netaalindustrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca iie9vervoer overig vervoer conmunicetiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Dev
Caaea
1.3327
.4712
8648
1.2802 1.3168 1.3568 1.3432 1.3175 1.3020 1.3145 1.2653 1.3957 1.3113 1.4346 1.4945 1.3856 1.3039 1.4000 1.4706 1.4275 1.3259 1.3032
.4501 .4657 .4803 .4756 .4658 .4603 .4647 .4417 .4899 .4636 .4968 .5007 .4878 .4612 .4914 .5012 .4957 .4689 .4599
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
ongunstige invloeden werk-prive, naar beroepsklasse Value Label
Nean
Std Dev
Caaes
For Entire Population
1.3316
,4708
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.2588 1.2424 1.3319 1.2759 1.3600 1.2786 1.2822 1.3571 1.3070 1.4332 1,3025 1.4444 1.3539 1.4324 1.3666 1.2950 1,4957 1,4902 1.3615 1.1635 1.2130 1.4125 1,3862 1.3562 1.5506 1.3627
.4388 .4288 ,4719 .4489 .4819 .4492 .4512 .4799 .4615 .4961 ,4601 ,4992 ,4792 ,4971 ,4824 .4566 ,5022 ,5015 ,4814 ,3702 ,4098 ,4929 ,4874 ,4822 .4984 .4811
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.3267
.4690
7022
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, viaaera bouwvakkera loodgietera, laaaers kleemakera elektromonteura mach. bankw.monteurs mech. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen ladera, loaaera ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kaasiers ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. coma. beroepen koks, kelners schoonnsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct ertsen, verpleegk. wetensch. specislist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
202
Neen
VR64 Variable
in bedrijf voldoende geweerdeerd, naar bedrijfsklaaae Velue Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR64 Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/vi sser i j voedings/genotn.ind. grafische industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer connunicatiebedrijf benk verzekeringen zekelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
Std Dev
Cases
1.6236
.4845
8648
1.7112 1.6149 1.5678 1.5644 1.5942 1.6436 1.6040 1.6984 1.5504 1.5849 1.5781 1.6154 1.6737 1.5470 1.5375 1.5042 1.6353 1.6646 1.6133
.4542 .4871 .4966 .4967 .4914 .4801 .4895 .4592 .4984 .4933 .4949 .4872 .4698 .4992 .5002 ,5021 .4823 .4723 .4872
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
in bedrijf voldoende gewaardeerd, naar beroepsklasse Velue Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Neen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvakkera loodgietera, leasers kleemakera elektromonteura nach, bankw.nonteurs nach, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen ladera, lossers ov. trsnsp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kass i ers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. comn. beroepen koks, kelners schoonnaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artssn, verpleegk. wetensch. specislist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
Neen
Std Dev
Caaes
1.6257
.4840
8520
1.7373 1.7179 1.5546 1.5517 1.5360 1.6336 1.6337 1.6299 1.6139 1.6175 1.5605 1.6111 1.5802 1.5676 1.5360 1.5850 1.6087 1.5359 1.6192 1.6394 1.7525 1.5851 1.6576 1.5479 1.6180 1.6123
.aio .4503 .4981 .4995 .5007 .4827 .4830 ,4836 .4872 .4866 .4971 ,4898 ,4945 .4971 .4993 .4933 .4902 .5003 .4865 .4807 .4320 .4933 .4750 .5011 .4868 .4876
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.6248
.4842
7022
203
VR65 Veriable
beloning in overeenstenming met werk, naar bedrijfsklasse Nesn
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.6065
,4886
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.6121 1.6439 1.6231 1.6535 1.5942 1.6139 1.6173 1.6249 1.6151 1.5236 1.5738 1.6126 1.6737 1.7348 1.7063 1.6387 1.6863 1.5603 1,5843
.4883 .4793 ,4858 ,4767 ,4914 .4881 .4864 .4844 .4874 .5000 .4956 .4878 .4698 .4427 .4569 .4824 .4649 .4965 .4930
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
VR65
Velue
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Label
landbouw/visserij voedings/genotm.ind. grsfische industrie chemische industrie metealinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer connunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
tseloning in overeenstemning met werk, naar beroepsklasse Nean
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.6080
.4882
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.6431 1.6084 1.497B 1.5172 1.5040 1.6374 1.6040 1.7013 1.6085 1.6382 1.6083 1.6111 1.6831 1,6892 1,6729 1.5200 1.6435 1.6013 1.6192 1.6130 1.5639 1.5971 1.4885 1.7260 1.6891 1.6256
.4800 .4884 .5011 .5019 .5020 .4817 .4903 .4584 .4884 .4811 .4889 .4898 .4662 .4644 ,4697 .5002 ,4811 ,4912 ,4865 ,4877 ,4964 ,4911 ,5004 ,4491 ,4637 .4843
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.6078
.4883
7022
Vsriable
Value
1 2 3 4 S 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
Label
agrariërs, vissers bouwvakkers loodgietera, lassers kleermakers elektromonteurs msch. bankw.monteurs msch. metsslbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauf fera/mat rozen laders, lossers ov. trsnsp. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kass i ers ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
204
1476 1174
VR66 Variable
vooruitzichten bij werkgever waren goed, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR66 Variable
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/viaaeri j voedinga/genotn.ind. grafische industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothendel detaiIhandel Iwreca wegvervoer overig vervoer connunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige bedrijven
Neen
Std Dev
Cases
1.6420
.4794
8648
1.6638 1.6439 1.5829 1.6535 1.6403 1.6584 1.6240 1.7306 1.5755 1.5920 1.5865 1.6923 1.7119 1.6575 1.5688 1.5462 1.6000 1.6463 1.6150
.4734 .4793 .4943 .4767 .4802 .4754 .4848 .4439 .4952 .4920 .4935 .4622 .4539 .4759 .4968 .5000 .4909 .4783 .4868
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
vooruitzichten bij werkgever waren goed, naar beroepsklasse Value Label
Heen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.6445
.4787
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.6627 1.7448 1.6288 1.5690 1.6240 1.7099 1.6535 1.7110 1.6057 1.6613 1.5924 1.6944 1.5473 1.6149 1.5545 1.6100 1,6522 1,6471 1.6192 1.6611 1.6836 1.5923 1.6618 1.6849 1.6367 1.6285
.4737 .4363 .4842 .4974 .4863 .4547 .4770 .4540 .4890 .4738 .4922 .4628 .4988 .4883 .4976 .4884 .4784 .4795 .4865 .4739 .4656 .4920 .4736 .4678 .4819 .4836
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.6435
.4790
7022
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvakkers loodgieters, lassers kleemekers elektromonteurs mach. bankw.monteurs mech. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chsuffers/mstrozen ladera, leasers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct srtsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
205
VR67 Variable
al met al tevreden met het werk, naar bedrijfsklasse Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
VR67 Variable
1 landbouw/visserij 2 voedings/genotm.ind. grafische industrie chemische industrie metealinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel detaiIhandel horeca wegvervoer caamunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkers loodgieters, lassers kleemskers elektromonteurs msch. bankw.monteurs msch. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen laders, lossers ov. tranap. beroepen secretsresse/typi ste boekhouder/ksss i ers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmaakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specislist hogere leiding overige beroepen
repreaentatieve steekproef
206
Cases
1.8355
.9482
8500
1.6339 1.9049 1,8418 2.0134 1.8675 1.8418 1.8586 1.7553 2.0145 1.8489 1.9571 1.7270 1.6234 1.6611 1.9747 2.0598 1.9488 1.8112 1.8268
.8731 ,9597 .8596 1.0649 .9290 .9821 .9491 .8555 1.0670 .9424 1.0204 .8736 .8996 .8199 1.0217 1.0771 1.0260 .9563 .9475
224 473 196 299 747 196 594 952 275 417 233 359 231 180 158 117 254 1446 1149
al met al tevreden met het werk, naar beroepsklasse
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
Std Oev
Nean
Std Oev
Cases
1.8369
.9505
8377
1.6245 1.7651 1.8622 1.8522 1.8607 1.7962 1.8485 1.6852 1.8623 1,7283 2.0000 1.7664 1,9042 2,0743 1,9648 1,8539 1,7478 2.0268 1.7765 1.8416 1.6831 1.8998 1.8205 1,9726 1.9658 1.8941
,8528 .8715 .9179 .9755 .9475 .8792 .8997 .8881 .9586 ,8808 .9984 .7960 1,0446 ,9695 1,0272 ,9422 .9537 1.1086 .8968 .9371 .8485 .9912 ,9673 1,0134 1.0713 1.0199
245 843 225 115 122 260 198 305 726 427 310 107 240 148 426 397 115 149 255 404 486 409 468 73 263 661
1.8285
.9433
6910
sonacore erbeidsinhoud, naar bedrijfsklasse: Variable
Value Label
Fer Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VRIS VR13 VR13 VR13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
lendbouw/visserij voedi ngs/genotm.i nd. grefische industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienstverl overige bedrijven
Nean
Std Dev
Cases
.9692
1.2005
8648
1.1121 1.3685
1.2187 1.3622 1.1973 1.2708 1.2053 1.2439 1.2981 1.0363 1.2119 1.0407 1.2014 .9992 .9696 1.2485 1.3745 1.3602 1.2394 1.0640 1.2854
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Std Dev
Cases
.9633
1.1970
8520
.9961 .9056 .7598 1.6638 .9520 .7824 1.3267 1.1656 1.3288 .6682 1.4904 .6389 1.0494 .8311 .9861 .7050 .4174 .6144 .9154 1.4784 .9675 .8969 .4823 .5205 .4981 1.0631
1.1450 1.1034 .9774 1.3380 1.2943 1.0696 1.2226 1.2511 1.3468 1.0197 1.3477 .9116 1.3165 1.1860 1.2722 1.0225 .7253 1.0458 1.1324 1.2300 1.1436 1.1995 .8935 .9590 .9514 1.2651
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
.9490
1.1878
7022
• OÂOSt TVTO
1.1188 1.0316 1.0693 1.3211 .8187 .9748 .7052 1.0380 .6346 .5932 1.0884 1.1000 1.0756 .8941 .7459 1.1337
Sonacore arbeidsinhoud, naar beroepsklasse: Variable
value Label
Fer Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VRkI VR21 VR21
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvakkers loodgieters, leasers kleemskers elektrononteurs nach, bankw.nonteurs nsch. netealbewerker toezichth prod pera ov. ind. beroepen chauffera/natrozen Ieders, lossers ov. tranap. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. ada. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonnaakperaoneel huiahoudelijk pera ov. dienatverl funct artaen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
207
sonscore fysieke belaating, naar bedrijfsklasse: Variable
Std Dev
Caaea
3.2404
1.9419
8648
3.6250 3.4493 2.8492 2.9571 3.5652 2.8812 3.2596 4.2415 2.9460 3.2547 3.6371 3.3516 2.7839 2.9061 1.5063 1.5966 1.8549 3.1897 3.0980
1.8286 1.8421 1.9009 1.9987 2.0153 1.9789 1.8742 1.7801 1.9601 1.7180 1.4683 1.8609 1.9108 1.9824 1.3079 1.2843 1.5262 1.9100 1.9651
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Nean
Std Dev
Cases
For Entire Population
3.2411
1.9392
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
3.7137 4.4569 4.7205 2.7672 3.5440 3.9580 3.6485 2.9351 3.6071 3.1705 4.2739 3.1944 1.3169 1.2568 1.4014 3.3975 1.9217 1.4052 3.6577 4.0553 3.7444 2.6859 3.4301 1.3836 1.4120 2.9119
1.7458 1.5982 1.6305 1.4468 2.0733 1.9124 1.9006 1.8518 1.8103 1.7627 1.6638 2.0115 .7941 .9767 1.1013 1.6557 1.7022 1.2589 1.3277 1.6367 1.7331 1.8527 1.8166 1.3605 1.3883 2.0171
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
3.2303
1.9381
7022
Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VRIS VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visseri j voedings/genotn.ind. grafische industrie chenische industrie netaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouuni jverheid groothendel detailhandel horeca we9vervoer overig vervoer comnaiicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
sonscore fysieke belasting, naar beroepsklasse: Variable
208
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvakkera loodgietera, lassers kleemakera elektromonteura mach, bankw.monteurs mach, metealbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen cheuffers/mstrozen ladera, lossers ov. tranap. beroepen secretsresse/typiste boekhouder/kessiers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. comm. beroepen koks, kelners schoonmsskpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artaen, verpleegk. weterach. specialist hogere leiding overige beroepen
ore psychische belasting, naar bedrijfsklasse: Variable
Value Label
Nesn
Std Dev
Cases
For Entire Population
3.1821
1.9704
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
2.1379 2.9193 3.1910 3.3234 3.0395 2.9406 2.9301 2.9057 3.5612 2.9741 3.3924 3.7747 3.1525 3.0939 3.8438 3.8067 3.7569 3.5495 2.9872
1.6457 1.8779 1.9908 1.9702 1.9630 2.0016 1.9110 1.8864 2.0112 1.9707 1.8669 1.8877 1.8708 2.0240 1.9314 1.9627 1.9672 2.0322 1.9161
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Std Dev
Cases
voedings/genotm.ind. grafiache induatrie cheniache induatrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwni jverheid groothandel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer conmunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
somacore psychische belasting, naar beroepsklasse: Variable
Value Label
For Entire Population
3.1816
1.9720
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
2.1804 2.6841 3.0524 2.5948 2.8240 2.5420 2.6733 3.3961 2.8186 3.2857 3.1178 3.3981 3.4074 4.0878 3.7494 2.7275 4.3913 4.2288 3.0923 2.5096 2.8905 3.4317 4.1587 4.3836 4.9363 3.1997
1.6668 1.7872 1.8748 1.7839 1.9221 1.9008 1.8399 2.0575 1.8719 1.8862 1.8339 1.7770 1.8859 2.1347 1.9713 1.8980 1.8434 2.0695 1.8514 1.6805 1.8457 2.0193 1.9491 1.8976 1.5751 1.9752
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
3.2015
1.9825
7022
20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvekkers loodgieters, lassers kleermakera elektromonteura mach. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen ladera, loaaera ov. transp. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kassi ers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koka, kelnera schoonnsakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
209
sonacore klimaat, naar bedrijfsklasse: Variable
Value Label
Nean
Std Dev
Caaea
For Entire Populetion
2.6797
1.7878
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
2.8147 3.1698 3.0302 3.4917 3.5534 2.7426 3.2512 2.9326 2.1295 2.0283 2.4262 2.5769 3.2415 2.4199 2.1938 2.2857 2.0706 1.9722 2.6099
1.8807 1.8480 1.8448 2.1405 2.0287 1.9402 1.9031 1.7093 1.4005 1.3646 1.6595 1.6835 1.9518 1.4416 1.3759 1.4270 1.4990 1.3758 1.7566
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Neen
Std Dev
Caaea
For Entire Population
2.6603
1.7792
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
2.7333 3.0629 3.9913 2.9914 2.9200 3.5802 3.7921 3.3604 3.5307 2.6774 3.1752 2.9444 2.3457 2.0338 2.1972 1.9075 1.4870 1.9020 2.5346 2.2740 1.9331 2.3070 1.9019 2.0274 1.7453 2.6769
1.8717 1.6406 1.9556 1.5797 1.9160 1.9435 2.0820 1.8573 1.9775 1.7897 1.8064 1.7284 1.4009 1.3772 1.4128 1.3051 1.1189 1.3754 1.6235 1.6301 1.3501 1.6133 1.2859 1.5897 1.4231 1.8194
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
2.6010
1.7562
7022
voedinga/genotm.ind. grafische induatrie chemiache industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwnijverheid 9roothandeI detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer comnunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dieratverl overige dienstverl overige bedrijven
sonscore klimset, naar beroepsklasse: Variable
Value Label
20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkers loodgieters, laaaers kleemskers elektromonteurs msch. Iiankw.monteurs mech. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen cheuffers/mstrozen ladera, loaaers ov. tranap. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/kaaa i ers ov« aciRe oeroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonrnsakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artsen, verpleegk. wetensch. specialist hogere leiding over19e beroepen
representatieve steekproef
210
sonscore werkorganisatie, naar bedrijfsklasse: Meen
Std Oev
Cases
For Entire Population
1.7191
1.6561
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.2543 1.8033 1.9146 1.7558 1.8155 1.6485 1.7354 1.4839 2.1871 1.7972 2.2532 2.1401 1.5890 1.4033 1.9250 1.9244 1.9137 1.5820 1.6474
1.4742 1.6298 1.7546 1.6497 1.6701 1.6239 1.6191 1.5795 1.7582 1.7235 1.8490 1.7720 1.5452 1.5448 1.5962 1.6731 1.6555 1.6158 1.6392
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Neen
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.7106
1.6569
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.2078 1.3497 1.8559 1.7500 1.7920 1.7748 1.5594 1.8636 1.6971 1.7166 1.9459 2.0926 1.8189 1.9797 1.9861 1.6875 1.8609 2.2026 1.8385 1.5337 1.1886 1.7434 1.7724 1,8767 2.5581 1.7048
1.4848 1.5019 1.6494 1.6779 1.7381 1.6350 1.5894 1.6837 1.6475 1.6156 1.7459 1.7214 1.8159 1.6882 1.7199 1.6858 1.6905 1.6794 1.7301 1.6410 1.4826 1.6953 1.5872 1,6910 1.6127 1.6277
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 . 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.7002
1.6521
7022
Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedings/genotm.ind. grafische industrie chemische industrie metaalinduatrie elektrotechn. ind. overige induatrie bouwnijverheid groothandel deteilhandel horeca wegvervoer overig vervoer communicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dienatverl overige dienatverl overige bedrijven
aonacore werkorganisatie, naar beroepsklasse: Variable
Value Label
22 23 24 25 26
agrariera, vissers tMuwvakkers loodgieters, Isssers kleermskers elektromonteurs nach, bankw.nonteurs noch, metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/mstrozen ladera, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typi ste boekhouder/ksss i ers ov. adn. beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelners schoonmeakpersoneel huishoudelijk pers ov. dienstverl funct artaen, verpleegk. wetenach. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve steekproef
211
sonscore arbeidsverhoudingen, naar bedrijfsklasse: Variable
Value Label
Nean
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.7010
1.8135
8648
VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1.1724 1.6522 2.0452 1.9274 1.7181 1.5396 1.7022 1.4062 2.2410 1.8443 1.9662 1.9286 1.3093 1.9116 2.2313 2.2689 2.0157 1.5752 1.6695
1.5474 1.7378 1.9522 1.8738 1.7659 1.7930 1.8054 1.6701 1.9329 1.9066 1.8841 1.8319 1.6353 1.8598 1.9336 2.0156 1.9622 1.7901 1.8012
232 483
1476 1174
Nean
Std Dev
Cases
For Entire Population
1.6968
1.8119
8520
VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1.0863 1.3065 1.8515 1.9483 1.6960 1.4847 1.4901 1.6981 1.6658 1.6244 1.8694 1.9722 2.0000 2.3919 2.2227 1.8075 1.8783 2.2157 1.7000 1.5168 1.2170 1.8801 1.6180 2.0137 2.1423 1.8076
1.5422 1.6118 1.8245 1.8408 1.7238 1.6900 1.7513 1.7563 1.7769 1.7232 1.8067 1.8769 1.9938 2.0191 2.0050 1.8906 1.8360 1.9261 1.8058 1.6101 1.6490 1.8824 1.7792 1.8671 1.9434 1.8770
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.6897
1.8060
7022
voed i ngs/genotn.i nd. grafische industrie chenische industrie metaalinduatrie overige industrie bouwni jverheid groothendel detailhandel horeca overig vervoer conmunicatiebedrijf benk verzekeringen zakelijke dienstverl overige dienstverl overige bedrijven
.199
303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255
somscore arbeidsverhoudingen, naar beroepsklasse: Variable
Value Label
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariera, vissers bouwvakkers loodgieters, lassers kleermekers elektromonteurs mach. bankw.monteurs msch. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffers/matrozen laders, lossers ov. transp. beroepen secretaresse/typiste boekhouder/kassiers ov. adm. beroepen winkelbedienden vertegenwoordigers ov. comm. beroepen koks, kelners schoonmeskpersoneel huishoudelijk pers ov. dieratverl funct artsen, verpleegk. weterach. specialist hogere leiding overige beroepen
representatieve ateekproef
212
sonscore srbeidsvoorwsarden, naar bedrijfsklasse: Variable
Value Label
For Entire Population VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13 VR13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
landbouw/visserij voedings/genotm.ind. grefische industrie chenische industrie netealindustrie elektrotechn. ind. overige industrie bouwni jverheid groothendel detailhandel horeca wegvervoer overig vervoer caamunicatiebedrijf bank verzekeringen zakelijke dieratverl overige dieratverl overige bedrijven
Nean
Std Dev
Cases
1.4606
1.3739
8648
1.2931 1.4141 1.5829 1.4719 1.4888 1.3861 1.4692 1.2114 1.6547 1.6108 1.6962 1.5742 1.3263 1.3646 1.5875 1.7815 1.5059 1.4546 1.4906
1.3645 1.3005 1.4256 1.3266 1.3733 1.3269 1.3974 1.3039 1.4456 1.4099 1.4499 1.4364 1.3399 1.3415 1.3935 1.5247 1.4305 1.3489 1.3755
232 483 199 303 759 202 601 965 278 424 237 364 236 181 160 119 255 1476 1174
Std Dev
Caaes
1.4534
1.3740
8520
1.2157 1.1713 1.6507 1.6379 1.6960 1.2977 1.3911 1.3149 1.4789 1.5161 1.5414 1.5278 1.5432 1.5608 1.6032 1.5800 1.5913 1.7059 1.5038 1.2500 1.2130 1.6379 1.5783 1.3973 1.6067 1.4963
1.3357 1.2890 1.3573 1.4105 1.3273 1.3200 1.3679 1.3045 1.3745 1.4063 1.4051 1.3427 1.4997 1.4391 1.4266 1.3977 1.4321 1.3855 1.4074 1.2987 1.2741 1.3501 1.3667 1.3717 1.3815 1.4206
255 858 229 116 125 262 202 308 733 434 314 108 243 148 431 400 115 153 260 416 493 417 479 73 267 681
1.4506
1.3689
7022
sonacore arbeidsvoorwaarden, naar beroepsklasse: Variable
Value Label
For Entire Population VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21 VR21
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
agrariërs, vissers bouwvakkers loodgieters, lassers kleemskers elektrononteurs msch. bankw.monteurs mach. metaalbewerker toezichth prod pers ov. ind. beroepen chauffera/metrozen laders, lossers ov. tranap. beroepen secretsresse/typi ste boekhouder/kaaa i ers ova ada* beroepen winkelbedienden vertegenwoordi gers ov. conm. beroepen koks, kelrars schoonnsakperaonee1 huishoudelijk pers ov. dieratverl funct artsen, verpleegk. weterach. specialist hogere leiding overige beroepen
213