antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota RUP ‘Koeisteerthofdreef’ stad Mortsel | februari 2010 | NOTA
OMGEVING - 25/02/2010 - 08051_02_TK_13.doc
Inhoud 1.
Inleiding ........................................................................................................................... - 3 -
2.
Advies provincie Antwerpen ............................................................................................ - 3 -
3.
Advies Agentschap R-O Vlaanderen - R-O Antwerpen ................................................... - 4 -
4.
Advies Agentschap R-O Vlaanderen - R-O Antwerpen - Onroerend erfgoed.................. - 6 -
5.
Advies Agentschap voor Natuur en Bos .......................................................................... - 6 -
colofon − project: RUP ‘Koeisteerthofdreef’ − opdrachtgever: STAD MORTSEL − opdrachtnemer: OMGEVING cvba | uitbreidingstraat 390 | 2600 berchem-antwerpen | t 03 448 22 72 | f 03 440 13 93
2
OMGEVING - 25/02/2010 - 08051_02_TK_13.doc
1. Inleiding De uitgebrachte adviezen vragen om enkele verduidelijkingen van elementen die ontbreken of onvoldoende werden uitgewerkt in de opgemaakte screeningsnota alsook in de bijgevoegde voorstudie. Deze nota heeft als doel deze elementen (verder) te verduidelijken en als een addendum bij de screeningsnota te voegen.
2. Advies provincie Antwerpen De provincie Antwerpen geeft de volgende opmerking mee in haar advies. 1. De ligging van het plangebied binnen het gewestelijk RUP voor de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen heeft als gevolg dat er een woningdichtheid van 25 woningen per ha dient te worden voorzien. 2. De aanbeveling wordt gedaan om voorafgaand aan de werkzaamheden in het projectgebied een archeologische toets d.m.v. een vooronderzoek uit te voeren en contact op te nemen met de dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen. 3. Voetweg nr. 29 ligt voor een deel in het plangebied, maar een groot deel van deze voetweg werd afgeschaft op 7 augustus 1980.
2.1. Woningdichtheid Binnen het plangebied van het RUP Koeisteerthofdreef worden enkele nieuwe woonprojecten voorzien. Een eerste woonontwikkeling bevindt zich evenwijdig aan de spoorweg BrusselAntwerpen. Het betreft een woongebied in twee delen voor geschakelde ééngezinsgebouwen, waarbij bijzondere typologieën (patiowoningen, duplexwoningen, geschakelde woningen, enz.) worden vooropgesteld. De stedenbouwkundige voorschriften voorzien minimaal 7 en maximaal 11 ééngezinswoningen op een oppervlakte van 2730 m². De lange smalle vorm van het perceel maakt dat er een minimum en maximum aantal woningen wordt opgegeven. Een tweede woonontwikkeling bevindt zich ten noorden van het bestaande appartementsgebouw. Het betreft een realisatie van drie vrijstaande meergezinswoningen. De stedenbouwkundige voorschriften voorzien 48 appartementen op een oppervlakte van 5910 m². Voor beide woongebieden samen worden dus 55 à 59 woongelegenheden op 8640 m² voorzien. In het volledige plangebied van het RUP (totaal 9,63 ha) bevinden zich vandaag, naast de 56 appartementen in het bestaande appartementsgebouw centraal in het gebied, nog ongeveer 140 woongelegenheden. Samen met de geplande woonontwikkeling van 55 à 59 woongelegenheden wordt een woningdichtheid van 26 woningen per ha bekomen, wat tegemoet komt aan een vooropgestelde woningdichtheid van 25 woningen per ha. Het behoud van een groene ruimte voor de wijk is een landschappelijk, ecologisch en sociaal uitgangspunt van het RUP, dat ook ingeschreven staat in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Een grotere woonontwikkeling is niet wenselijk.
3
OMGEVING - 25/02/2010 - 08051_02_TK_13.doc
2.2. Archeologisch vooronderzoek De aanbeveling om voorafgaand aan de werkzaamheden een archeologisch vooronderzoek uit te voeren en contact op te nemen met de dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen wordt opgenomen in de toelichtingsnota van het RUP.
2.3. Voetwegen De voetweg nr. 29 wordt in de toelichtingsnota vermeld onder punt 4.7. Het nog niet afgeschafte deel zal op het plan ‘feitelijke en juridische toestand’ van het RUP worden vermeld.
3. Advies Agentschap R-O Vlaanderen - R-O Antwerpen De gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar geeft de volgende opmerkingen mee. 1. Het voorzien van voldoende doorsteken voor zacht verkeer en het aan de randen voorzien van functies die het groengebied ‘opladen’ zullen vereist zijn om de groene ruimte optimaal te doen functioneren. 2. Er wordt een minimaal opgevatte invulling aan wonen (57 woongelegenheden voor een gebied van 6,3 ha) gegeven ondanks het gunstige bereikbaarheidsprofiel van het gebied (tram en trein) en de rol in het grootstedelijk aanbodbeleid aan wonen. Het RUP moet streven naar een aanvaardbaar evenwicht tussen het stedelijk aanbodbeleid aan wonen enerzijds en een groenconcept als overgang naar het noordelijk gebied anderzijds. 3. Er worden vragen gesteld naar de leefbaarheid en geluidseffecten vanwege de inplanting van de patiowoningen naast de spoorlijn Antwerpen-Brussel. Bij de discipline geluid werden de geluidseffecten van de spoorweg op het plangebied niet bekeken.
3.1. Functies en bereikbaarheid groene ruimte Het groengebied wordt in de stedenbouwkundige voorschriften als een parkgebied uitgewerkt. Dit parkgebied wordt opgeladen met langs Lieve Gruyaertstraat een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen met parkachtig karakter met mogelijkheden voor de realisatie van bijvoorbeeld een kindercrèche met buurtlokaal. Daarnaast wordt het parkgebied opgeladen met een gebied voor volkstuintjes ten noorden van het plangebied, in aansluiting op de tuinen van de meest noordelijke gebouwenblokken langs Koeisteerthofdreef. Tot slot voorziet het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen met parkachtig karakter, aansluitend bij het parkgebied tevens ruimte voor de realisatie van een speeltuintje. Om een maximale doorwaadbaarheid te bekomen werden op het grafisch plan trage wegen aangeduid doorheen al deze deelgebieden binnen het parkgebied en aangrenzende zones.
3.2. Woningaanbod Het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan van Mortsel neemt in de gewenste nederzettingsstructuur op dat Koeisteerthofdreef een onderzoek naar verdichting moet voeren waarbij een verweving van functies en activiteiten de draagkracht van het gebied niet mag overschrijden door voldoende open ruimte te voorzien. In de taakstelling neemt het ruimtelijk structuurplan dan ook op dat het woonuitbreidingsgebied Koeisteerthofdreef slechts voor een
4
OMGEVING - 25/02/2010 - 08051_02_TK_13.doc
gedeelte wordt ingericht voor woningbouw. Minstens de helft wordt als parkgebied afgewerkt. Ook in de programmatie van het ruimtelijk structuurplan Mortsel staat beschreven om het woonuitbreidingsgebied Koeisteerthofdreef 1 deels te ontwikkelen op korte termijn in functie van sociale woningbouw (2,1 ha ontwikkelen van de 6,3 ha). Het ruimtelijk structuurplan van Mortsel heeft in haar bindend deel tevens de suggestie opgenomen om in het afbakeningsproces van het grootstedelijk gebied Antwerpen het woonuitbreidingsgebied Koeisteerthofdreef slechts gedeeltelijk aan te snijden. De voorstudie van het afbakeningsproces van het 'grootstedelijk gebied Antwerpen' hield met deze suggestie expliciet rekening en haalde in Mortsel een ontwikkelbaar woonuitbreidingsgebied van 6,3 ha aan, waarvoor men 54 te ontwikkelen wooneenheden voorop stelt. Een argument hiervoor was dat de grootstedelijke open ruimte structuren (met belang van landbouw, landschappelijke en natuurlijke waarden) zouden worden aangetast bij de volledige ontwikkeling van Koeisteerthof. In het definitieve afbakeningsRUP wordt de suggestie van het gemeentelijk structuurplan niet meer vermeld. In het volledige plangebied van het RUP (totaal 9,63 ha) bevinden zich vandaag, naast de 56 appartementen in het bestaande appartementsgebouw centraal in het gebied, nog ongeveer 140 woongelegenheden. Samen met de geplande woonontwikkeling van 55 à 59 woongelegenheden wordt een woningdichtheid van 26 woningen per ha bekomen, wat tegemoet komt aan een vooropgestelde woningdichtheid van 25 woningen per ha. Het behoud van een groene ruimte voor de wijk is een landschappelijk, ecologisch en sociaal uitgangspunt van het RUP, dat ook ingeschreven staat in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Een grotere woonontwikkeling is niet wenselijk.
3.3. Geluidseffecten spoorweg De inplanting van de patiowoningen bij de spoorlijn Antwerpen-Brussel is ingegeven vanuit de nood tot afwerking van de achterkanten van de bestaande bebouwing en de garagebergplaatsen. Bovendien ligt deze zone op een strategisch zeer belangrijke plek binnen het plangebied. Bij de uitbouw van het openbaar vervoersknooppunt langs Liersesteenweg zal deze zone namelijk een belangrijke representatieve functie als zichtlocatie opnemen voor het volledige plangebied. Deze zone is de belangrijkste toegang tot het plangebied voor voetgangers en fietsers en geeft aansluiting op de toekomstige fietsbrug over het spoor, richting Mortsel Centrum. Tot slot speelt ook de eigendomsstructuur mee omdat de betreffende gronden reeds in eigendom zijn van De Ideale Woning, waardoor de ontwikkeling van sociale woningbouw voor deze zone gegarandeerd is. Bij de discipline geluid werden de geluidseffecten van de spoorweg op het plangebied inderdaad niet opgenomen, omdat het spoor niet tot het plangebied behoort en er geen wijzigingen gepland worden aan het (gebruik van) het spoor. Het woonproject nabij de spoorweg maakt daarenboven deel uit van het bestemd woongebied volgens het goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen’. Er wordt met voorliggend RUP dus geen herbestemming naar woongebied voorzien. De geluidseffecten van de spoorweg op het plangebied worden hieronder wel verder belicht. Het woonproject nabij de spoorweg is gesitueerd op minstens 35 meter van de sporen. De sporen liggen ongeveer 3,5 meter onder het maaiveldniveau, met een steil begroeid talud en brede groene strook op maaiveldniveau aan de kant van het woonproject. De spoorwegberm is
5
OMGEVING - 25/02/2010 - 08051_02_TK_13.doc
deels begroeid met struikgewas en enkele bomen, deels in gebruik door volkstuintjes. De bestemming volgens het gewestplan is parkgebied. Over dit spoor passeren goederentreinen en stoptreinen voor passagiers tussen Antwerpen en Mechelen. De snellere treinverbindingen gaan via een ander spoor door Mortsel Centrum. Er is geen omroepsysteem in gebruik op de perrons. Het voorzien van een woningtypologie van patiowoningen en/of geschakelde woningen voor dit woonproject (ontsluiting aan de kant van het spoor waardoor garages en bergplaatsen de leefruimtes bufferen) moet de geluidshinder voor het woonproject zelf inperken. De voorgevels hebben een eerder gesloten karakter en de tuinen zijn ommuurd. Daarenboven fungeert deze bebouwingsvorm met geschakelde ééngezinsgebouwen als geluidsbuffer naar de achterliggende woonwijk toe. In de stedenbouwkundige voorschriften werd dan ook opgenomen dat de bebouwing van het woonproject in haar voorkomen moet fungeren als een architecturale wand die dienst doet als geluidsbuffer voor het achterliggende plangebied. De geluidseffecten van de spoorweg op het plangebied zullen beperkt blijven. Eventueel kan overwogen worden om de (vandaag reeds aanwezige) effecten van de spoorweg op het plangebied nog verder te beperken. Omwille van de landschappelijke kwaliteit van de omgeving en de zichtrelaties zijn traditionele geluidsschermen niet gewenst. Als eventueel te ondernemen extra maatregelen kan overwogen worden om luifels te voorzien op de perrons of in groenstructuren geïntegreerde geluidsschermen te realiseren op de bovenkant van het talud.
4. Advies Agentschap R-O Vlaanderen - R-O Antwerpen - Onroerend erfgoed Het agentschap Onroerend Erfgoed acht in haar advies de kans heel groot dat archeologische vondsten worden aangetroffen. Men vraagt dan ook om ruim voor de aanvang van de werken een archeologische prospectie met ingreep in de bodem (vooronderzoek) te organiseren om uitsluitsel te geven over de aan- of afwezigheid van archeologisch erfgoed. Bij het aantreffen van een site is een behoud in situ de eerste optie en een behoud ex situ door middel van een archeologische opgraving de tweede optie. Deze opmerkingen zullen in de toelichtingsnota van het voorontwerp RUP worden opgenomen.
5. Advies Agentschap voor Natuur en Bos Het Agentschap voor Natuur en Bos vond geen bijkomende verduidelijkingen noodzakelijk.
6