Antwerpen, Sint-Pauluskerk Syllabus - Kennismaking: de patroonheilige Sint-Paulus Paulus’ identiteitskaart Geboorte Ca. 8 wordt hij te Tarsus in Zuid-Klein-Azië geboren als Jood, uit de stam Benjamin, maar hij bezit ook het Romeinse burgerrecht (Hand. 16:32; 22:28). Opvoeding Thuis wordt hij streng joods opgevoed (Hand. 26:5). Te Jeruzalem krijgt hij zijn godsdienstige vorming tot overtuigd wetsgetrouw farizeeër (Gal. 1:14). Hij is bekend met wijsbegeerte en Griekse literatuur (Hand. 17:18) en poëzie (Tit. 1:12). Voornaam Saul (Lat.: ‘Saulus’), wat betekent ‘de van de Heer gevraagde, afgesmeekte‘. Zou omwille van het Romeinse burgerrecht vanaf zijn geboorte ook een tweede, Romeinse naam dragen: ‘Paulus’ (‘kleine’). Beroep Naast rabbijn en schriftgeleerde is hij ook tentenmaker (Hand. 18:3). Bekering Aanvankelijk is hij een “fanatiek vervolger” van de christenen (Gal. 1:13) en stemt o.m. in met de marteldood van Stefanus door steniging. Spoedig daarna, ca. 37, bekeert hij zich tot het christendom (Hand. 9:1) en verblijft nog 2 jaar te Damascus. ‘Apostel’ Ofschoon hij Jezus niet persoonlijk gekend heeft en dus geen rechtstreekse leerling van Hem is, wordt hij toch later (Gal. 1:17) ‘apostel’ in de zin van geloofs-verkondiger van Christus Jezus. Maar hij zegt dit niet waard te zijn omwille van zijn aandeel in de christenvervolgingen (1 Kor. 15:8-9). In 44 aanwezig bij het zgn. apostelenconcilie te Jeruzalem waar hij pleit voor de prediking van het evangelie onder de volkeren zonder Joodse wetsverplichtingen zoals de besnijdenis (Gal. 2:7). Missiereizen Na zijn eerste 3 missiereizen wordt Paulus op Pinksteren 58 in de tempel gevangen genomen, voorgeleid en naar Caesarea overgebracht om voor Felix te verschijnen. 58-60: gevangen te Caesarea, verdedigt zich voor Festus en beroept zich op de keizerlijke rechtbank. Tijdens zijn 4de reis via Kreta, lijdt hij schipbreuk op Malta, en gaat via Syracuse naar Rome. Daar wordt hij onder militaire bewaking geplaatst, maar in 63 wordt hij vrijgelaten. Geschriften Paulus’ Brieven zijn opgenomen in het Nieuwe Testament: Brief aan de Romeinen, de Korintiërs I en II, de Galaten, de Efeziërs, de Filippenzen, de Kolossenzen, de Tessalonicenzen I en II, aan Timoteüs I en II, aan Titus, aan Filémon. De Brief aan de Hebreeën stond eertijds ook op zijn naam, maar dat is achterhaald. Dood Ca. 67 wordt hij gevangen te Rome. Als Romeins staatsburger zou hij de marteldood sterven door onthoofding (met het zwaard) ten tijde van keizer Nero (echter niet vermeld in Hand.). Volgens de traditie heeft dit plaats op 29 juni, dezelfde dag als de marteldood van St.-Pieter (te Rome). Vandaar het feest van St.-Pieter en Paul. Bijnaam ‘Leraar der volkeren’ (doctor gentium); zo geciteerd in het alleluja-vers van 30 juni. Het apostelconcilie in Jeruzalem beslist dat Petrus het evangelie gaat verkondigen onder de Joden (‘de besnedenen’) en Paulus onder de ‘niet-Joden’ (‘de onbesnedenen’) oftwel de ‘volkeren’, de heidenen (Gal. 2:7-8). Feestdagen 25 januari (bekering van Paulus); 29 juni (‘St.-Petrus en Paulus’), maar het feest werd ontkoppeld: op 29 juni wordt de gedachtenis van St.-Petrus gevierd; op 30 juni die van St.-Paulus.
~1~
Antwerpen, Sint-Pauluskerk Syllabus - Kennismaking: de patroonheilige Sint-Paulus Paulus in de kunst herkenbaar ALS
AAN
heilige
de aureool. Een heilige in wie men het heil van God meer kan ervaren, straalt m.a.w. Gods licht van liefde en wijsheid uit.
apostel
een boek of boekrol, open of gesloten. Sinds zijn bekering neemt hij Christus, ‘Gods Woord’, als leidraad voor zijn leven én verkondigt hij zoals de andere apostelen Jezus’ evangelie aan eenieder. blootsvoets: Draagt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoenen” (Lc. 10:4); “Hoe schoon zijn de voeten van hen, die de blijde boodschap van vrede, de blijde boodschap van het goede brengen” (Rom. 10:15), d.i. gebaseerd op Jesaja (52:7).
joods schriftgeleerde
een lijvig boek. Dit staat evenzeer voor heel de Bijbel, vermits hij voorheen als joods schriftgeleerde het zgn. Oude Testament heeft bestudeerd. Sinds zijn bekering aanziet hij dit als de aanzet tot het Nieuwe Testament.
auteur van Brieven
een perkamentfolio of banderol die alludeert op Paulus’ eigen geschriften: zijn Brieven die in het Nieuwe Testament zijn opgenomen.
predikant en ‘leraar der volkeren’
een retorische houding, d.i. de arm opgeheven en de hand open.
2de belangrijkste apostel
doorgaans de 2de plaats, na Petrus, in een apostelenreeks. Zo wordt hij steevast in de Romeinse (of eerste) canon van de mis na Petrus als 2de in de rij van de apostelen vermeld. Hiervoor moet de 12de en officiële apostel Mattias wijken. Dit bijna gelijkwaardig belang als de kerkleider Petrus dankt hij aan zijn niet te evenaren bijdrage als ‘leraar der volken’ voor de evangelisatie. Met Petrus vormt hij een duo (‘de prinsen der apostelen’).
martelaar
het zwaard, het instrument van zijn marteldood door onthoofding en de palmtak van de overwinning. In de wereld ‘een looser’, behaalt de martelaar bij God in het hiernamaals de eindoverwinning en krijgt hij een Blijde Intrede in het hemels Jeruzalem onder wuivende palmtakken.
eigen fysionomie
Hij is vaak kaalhoofdig en hij draagt doorgaans een lange baard.
collega-martelaar van Petrus
Volgens de traditie sterven zij te Rome de marteldood gelijktijdig op 29 juni.
patroon van (christelijk) Rome
In het gezelschap van Petrus en met op de achtergrond een Romeins gebouw. Beiden zijn immers na hun marteldood te Rome begraven. ‘Naar de graven van de apostelen gaan’ betekent bedevaarten naar Rome.
~2~
Antwerpen, Sint-Pauluskerk Syllabus - Kennismaking: de patroonheilige Sint-Paulus
Paulus in zijn kerk te Antwerpen: iconografische context Het ligt voor de hand dat hij in een kerk die Paulus als patroonheilige heeft, extra aandacht krijgt. Zijn beeltenis, ten volle uit of enkel als buste, siert veelvuldig gewaden, antependia, liturgisch edelsmeedwerk en processievaandels. Driedimensionaal ‘stapte’ zijn verzilverde reliekbuste (19de eeuw) mee in de processie. Ter verwelkoming wacht de patroonheilige van de kerk ‘zijn’ parochianen aan de poorten op. -
-
In een retorisch gebaar en verwijzend naar een citaat van een brief (Romeinen 13), zit hij geknield op het fronton van de poort van de Veemarkt en flankeert hij, met de ordestichter Dominicus, O.-L.-Vrouw (anoniem, 1734). Zijn buste (J. Van Rooy, ca. 1861) prijkt in het timpaan van het kerkportaal, St.-Paulus-straat, met daarboven het chronogram “ChrIsto DoMIno sanCtoqUe apostoLo fabrICI” (aan Christus, de Heer en aan de heilige apostel, de makers (lees: de kerkfabriek) (1859).
De ereplaats krijgt hij in de hem toegewijde kerk. -
-
© foto’s Jan Vanes
Zijn statig beeld als doortastend predikant (Peter II Verbruggen) beheerst vanuit de bekroning van het barokke hoofdaltaar het koor en de kerk. Het wentelbare reuzenschilderij van Theodoor Boeyermans (ca. 1670), eertijds op het hoofdaltaar, verbeeldde zijn marteldood. Vooraan in de draagkolom van de neogotische preekstoel (Jean-Baptist de Boeck en Jean-Baptist van Wint, 1874) staat hij, met strenge blik, merkwaardig genoeg, niet te prediken, maar houdt hij enkel in de handen twee attributen: het zwaard en een open boek.
Paulus’ levensverhaal was bedoeld als thema voor alle 10 glasramen in het koor (Abraham Van Diepenbeeck, 17de eeuw). De vraag is of de reeks volledig uitgevoerd werd of enkel De steniging van Stefanus, De ontsnapping uit Damascus, De offeranden van de Lyconiërs? Andere mogelijke ontwerpen van Van Diepenbeeck hiervoor zijn: De bekering van Paulus, De redding van Paulus en Sint-Paulus geneest een jonge man. Nu staan de belangrijkste 2 taferelen opnieuw in het koor: de bekering en de marteldood, ditmaal als houten reliëfs (Gerard van der Linden en Jan-Baptist van Rooy, ca. 1865). Omwille van zijn uitzonderlijk belang voor de evangelisatie heeft Paulus een plaats verkregen onder ‘de Twaalf’ (apostelen) zoals in de reeks beelden in de middenbeuk (Michiel I van der Voort, ca. 1724). Als ‘één in een dozijn’ is hij gemakkelijk te traceren door de hiërarchische ereplaats die hem, na Petrus, als 2de belangrijkste apostel toekomt. Daarom staat hij recht tegenover Petrus als diens pendant opgesteld.
~3~
Antwerpen, Sint-Pauluskerk Syllabus - Kennismaking: de patroonheilige Sint-Paulus Paulus’ patronaatschap te Antwerpen Beroepsverenigingen Paulus werd te Antwerpen patroonheilige van o.m. de diamantslijpers (-bewerkers) en de binnenschippers. Voor zijn ene patronaat kan men zijn missiereizen per schip aanhalen (met dien verstande dat men het merkbare verschil tussen zeeschepen op de Middellandse Zee en de binnenscheepjes van Rupel en Nete weet te relativeren). Maar gezien er voor de diamantbewerking geen directe biografische of legendarische aanleiding is, is de vraag hoe dit patronaat dan wél tot stand kwam. Alleszins hebben de diamantbewerkers hun jaarlijkse mis in de St.-Pauluskerk rond de feestdag van 29 juni. Broederschap Wat meer voor de hand ligt dat Paulus, samen met Petrus, gezien hun beider optreden en hun marteldood en begraving aldaar, de patroonheilige van Rome is. Daarom dat dit duo van de belangrijkste apostelen ook als patroonheiligen geldt voor al wie naar Rome is gegaan. In het kielzog van pelgrims trekken in de renaissance en de baroktijd ook tientallen Antwerpse kunstenaars naar Italië op studiereis. Zij verenigen zich in de Broederschap van St.-Pieter en Pauwel, die aanvankelijk haar zetel heeft in de O.-L.-Vrouwkathedraal, meer bepaald in de Venerabelkapel; vandaar het glasraam met beide apostelen naast die kapel. In 1681 verhuist de broederschap haar zetel (weer) naar de St.-Joriskerk, waar ondanks de afbraak van de oude kerk door de Fransen, de huidige kerk toch heel wat bezittingen van de broederschap weet te bewaren. Straatnamen Sint-Pieter en Paulusstraat, voorheen Sint-Pauwelstraat, tussen Korte Nieuwstraat en Jezuïetenrui, door de jezuïeten ca. 1620 geopend o.m. op gronden van het huis St.-Pauwel, ter vervanging van de door hen gesupprimeerde, parallelle Spuistraat. Voor het eerst komt de dubbelnaam voor in 1796, waarschijnlijk onder invloed van het kerkelijke jaar met de feestdagen van telkens één paar apostelen, in casu St.-Pieter en St.-Paulus op 29 juni. Deze straatnaam blijft gehandhaafd zodat de naam ‘Paulus’ weer beschikbaar is voor een nieuwe straat. De straten die expliciet naar Sint-Paulus genoemd zijn, bevinden zich nabij de kerk, maar niet van oudsher van bij de kerkwijding, zoals men zou verwachten. Het is pas bij de verkaveling van de kloostertuin van het voormalige dominicanenklooster dat in 1855 de Sint-Paulusstraat geopend wordt, genoemd naar de patroonheilige van de parochiekerk. Een jaar later wordt het onregelmatige plein, waar de Sint-Paulusstraat op uitgeeft, ‘St.-Paulusplaats’ genoemd. Huisnamen Waren er in Antwerpen 48 huizen naar Sint-Petrus genoemd en 78 naar St.-Jacob de Meerdere, dan waren er 21 die naar de naam ‘Sint-Paulus’ luisterden, 1 naar ‘Sint-Paulus’ bekeeringe’ en 2 naar ‘Sint-Pieter en Pauwel’. Antoon Van Dyck is opgegroeid en waarschijnlijk geboren in ‘Sint-Paulus in ‘t kasteel van Rijsel’ in de Korte Nieuwstraat 42. Omdat de ‘St.-Paulusparochie’ nog niet bestond vóór de invoering van de huisnummers in 1796 heeft de patroonheilige van de kerk verhoudingsgewijze niet meer namen van huizen in de omgeving beïnvloed, te meer omdat de kloosterkerken doorgaans aangeduid werden met de ordenaam. In de tijd van de huisnummers verwees men bij de keuze van een winkelnaam graag naar de naam van de naburige kerk.
~4~
Antwerpen, Sint-Pauluskerk Syllabus - Kennismaking: de patroonheilige Sint-Paulus Antwerpse kunstwerken die Sint-Paulus ook in beeld brengen * majolica tegeltableau De bekering van Sint-Paulus, vermoedelijk uit het atelier van Franchois Frans, 1547, (MAS) met Italiaanse invloeden, maar met een lijst in typisch Antwerpse Florisstijl. * schilderij Paulus en Barnabas te Lystra (Jacob Jordaens, 1645, Wenen, Akademie der bildenden Künste). Paulus en Barnabas bestrijden de afgoderij te Lystra, maar stellen tot hun verbijstering vast dat zij zelf haast als goden worden vereerd met allerlei offergaven, offerdieren incluis (Hand. 14:16-18). Omdat Jordaens 4 jaar later officieel naar de Hervormde Kerk overgaat, schuilt er in dit thema mogelijk een verholen kritiek op de heiligenverering in de Katholieke Kerk. * tekening St.-Paulus, (Karel Resseler, 1900-1950), ca. 1916.
~5~