Anouk, een meisje van 5 jaar met een taal- en ontwikkelingsachterstand Vier jaar Anouk groeit op bij haar moeder en vader. Als ze vier jaar oud is start ze op school. Tegelijkertijd beginnen moeder en Anouk aan een spel- en leerprogramma om de taalontwikkeling van het meisje en de interactie tussen kind en ouder te verbeteren. Het meisje ziet er onverzorgd uit en komt vaak niet naar school. Na een paar maanden gaat de leerkracht op huisbezoek. In het huis ruikt het naar wiet. Volgens moeder is Anouk vaak ziek en kan ze dan niet naar school. De leerkracht twijfelt hieraan. Moeder vertelt in de knoop te zitten doordat ze als kind is misbruikt. Ze krijgt al enkele jaren hulp via de thuiszorg, de GGZ en het maatschappelijk werk. Na het huisbezoek van de leerkracht doet de school een aanvraag voor schoolmaatschappelijk werk. Moeder wil in eerste instantie geen hulp, maar spreekt uiteindelijk wel verschillende keren met de schoolmaatschappelijk werkster. Het zorgteam van school maakt zich zorgen, omdat de politie vanwege geluidsoverlast aan de deur is geweest. Ook is Anouk nog steeds onverzorgd en plast ze regelmatig in haar broek. In overleg met de ouders wordt afgesproken dat zij naar Bureau Jeugdzorg (BJZ) zullen gaan. De ouders zeggen de afspraak met BJZ echter verschillende keren af. Ze hebben relatieproblemen en gaan uit elkaar. Vader blijkt een relatie te hebben met een vriendin van moeder. Vanaf dat moment voelt moeder zich onveilig in de eigen woning. Ze doet een melding bij de politie omdat haar man haar heeft bedreigd, maar trekt deze melding later weer in. De politie maakt zich zorgen over Anouk en meldt hun zorgen bij BJZ. De afspraak tussen BJZ en de ouders is tot dan toe nog niet doorgegaan. Wel wordt via het maatschappelijk werk een gezinscoach aangesteld, maar ook die voelt zich niet veilig in het huis vanwege de bedreigende opstelling van vader. Vijf jaar In de zomervakantie verlaat moeder het huis, nadat ze bij de politie heeft gemeld dat ze is bedreigd door de vriendin van vader. Ze komt samen met Anouk in verschillende opvanghuizen terecht. Moeder en kind komen na de zomervakantie weer terug in het huis, waar vader ook nog woont. Moeder wil urgentie aanvragen voor een andere woning en de gezinscoach gaat daarmee aan de slag. Tijdens een ruzie tussen haar vader en moeder loopt Anouk een hoofdwond op. Niet lang daarna vertrekt moeder met Anouk naar de crisisopvang in een andere stad. In die periode wordt een melding gedaan bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), omdat Anouk er slecht verzorgd uitziet. Moeder en kind keren na korte tijd weer terug naar hun huis. De directeur van de school en maatschappelijk werk gaan regelmatig op huisbezoek, maar moeder zegt afspraken met het maatschappelijk werk ook geregeld af. Er is veel ruzie thuis. Ook ontstaat een huurschuld. Na bedreiging en ruzie vertrekt moeder met Anouk opnieuw naar een opvanghuis.
Anouk woont daarna afwisselend bij moeder in de opvang, bij vader en bij grootouders. Ze komt regelmatig niet op school. De politie doet in overleg met de school en de gezinscoach opnieuw een melding bij het AMK omdat ze grote zorgen hebben over de ontwikkeling van Anouk. Het AMK besluit zelf geen onderzoek te doen, maar vraagt de politie hun zorgen te melden bij BJZ. Anouk ontwikkelt zich op school onvoldoende en moet groep 2 overdoen. Moeder krijgt daarna een ander huis, maar het ontbreekt haar aan geld. Er is geen gasfornuis of bed aanwezig in huis. Moeder en Anouk slapen daarom bij een vriendin van moeder.
Khadija, een meisje van 17 jaar, slachtoffer van kindermishandeling Khadija groeit op met haar vader, moeder en broertje. In het dossier van de jeugdgezondheidszorg wordt aangegeven dat het meisje zich goed ontwikkelt. Ook op school gaat het goed. Tien – elf jaar Aan het eind van groep 7 vertelt vader tijdens een oudergesprek dat hij problemen heeft met het gedrag van zijn dochter en dat hij niet weet wat hij met het gedrag aan moet. In het schooldossier staat dat hij heeft gezegd dat je in Marokko je kind wel mag slaan, maar in Nederland niet. Hij geeft aan niet te weten hoe hij op een andere manier met het gedrag van dochter om kan gaan. Ook de leerkracht vindt dat Khadija negatief gedrag laat zien. De leerkracht en intern begeleider stellen samen een handelingsplan op. Ook wordt een training sociale vaardigheden overwogen. Uiteindelijk wordt de training niet doorgezet, omdat deze de ouders geld zou kosten. Ondanks Khadija’s hoge intelligentie, wordt vanwege haar negatieve gedrag een advies gegeven voor VMBO, beroepsgerichte leerweg. De school voor primair onderwijs informeert de vervolgschool over hun zorgen over het gedrag van het meisje. Twaalf – vijftien jaar In het eerste leerjaar ontstaan problemen omdat Khadija wisselend gedrag laat zien en brutaal is. De school informeert de ouders hierover. In de derde klas stuurt de school de ouders een brief omdat Khadija haar huiswerk vaak niet op orde heeft. Het jaar daarna worden volgens de school de gedragsproblemen extreem. Khadija wordt bijna dagelijks de klas uitgestuurd, omdat ze niet te hanteren is. Ze verzuimt veel van school. Bovendien wordt ze een dag geschorst omdat ze met een ander meisje heeft gevochten. Zestien jaar Aan het eind van de vierde klas belt Khadija de politie. Ze geeft aan dat ze thuis problemen heeft en regelmatig wordt geslagen. De politie gaat naar het huis. Zowel de ouders als het meisje beloven beterschap en het meisje beslist geen aangifte te doen. In deze periode woont Khadija een tijdje bij haar oom en tante. Bovenbouwcoördinator VMBO: ‘Elk jaar hebben we te maken met een leerling met het gedrag als dat van Khadija. Qua brutaliteit en gedrag had ze naar een zmok-school gemoeten, maar vanwege haar intelligentie wilden we haar de opleiding laten afmaken. We hebben nooit een vermoeden gehad van kindermishandeling’. Na het VMBO begint Khadija op het ROC. Ze woont dan weer thuis, op verzoek van haar vader. In de eerste drie weken gaat het echter al niet goed. Medeleerlingen klagen over Khadija’s gedrag; ze vinden haar bazig en intimiderend. De school nodigt de ouders uit voor een gesprek. Vader geeft in dit gesprek aan dat hij met Khadija’s gedrag in zijn maag zit. Hij wil graag dat zij haar opleiding
afmaakt. In overleg met Khadija wordt besloten haar op een kleinere meer overzichtelijke locatie van het ROC te plaatsen. Trajectbegeleider ROC: ‘Ik heb Khadija aangeraden hulp te zoeken, maar ze weigerde elke hulp. Ik had haar kunnen doorverwijzen naar de schoolpsycholoog, maar dat wilde ze niet.’ Op de nieuwe locatie geeft Khadija eerlijk aan hoe haar schoolloopbaan tot nu toe is verlopen. De school stelt een onderwijscontract met haar op. Ook op de nieuwe locatie wordt aangegeven dat Khadija moeilijk gedrag vertoont. Omdat ze de tweede helft van het schooljaar geen schoolboeken blijkt te hebben, wordt haar een ultimatum gesteld: als ze geen boeken heeft na de meivakantie, wordt de onderwijsovereenkomst ontbonden. Khadija heeft zich daarna niet meer op school laten zien. Zeventien jaar In de zomer meldt Khadija zich opnieuw op het politiebureau. Het is thuis geëscaleerd nadat Khadija zonder toestemming ’s avonds van huis is gegaan en ze laat terugkomt. Er ontstaat ruzie en er wordt fysiek geweld gebruikt. Khadija geeft bij de politie aan dat ze niet terug wil naar huis. De politie zoekt vervolgens contact met Bureau Jeugdzorg en meldt dat Khadija zegt al vier jaar te worden mishandeld door haar vader. Ze doet hiervan geen aangifte. BJZ zorgt voor een crisisplaatsing. De politie doet een melding van kindermishandeling bij het AMK. Het AMK informeert bij de Raad voor de Kinderbescherming en bij BJZ of het gezin bij hun bekend is. Het gezin is bij BJZ bekend omdat moeder en broertje ooit zijn uitgenodigd voor een intake. Ze zijn toen niet verschenen. Het AMK overlegt met BJZ over de hulp aan Khadija en noteert dat BJZ volledig op de hoogte is van de specifieke aard van de mishandeling. Het AMK besluit de melding niet te onderzoeken en meldt dit aan de politie. Bij de crisisopvang spreekt Bureau Jeugdzorg met Khadija over het vervolg. Khadija wil niet terug naar haar woonplaats maar wil zich op een plek buiten de regio voorbereiden op zelfstandig wonen. Bureau Jeugdzorg vindt een leefgroep geschikter dan zelfstandig gaan wonen en vindt dat er onvoldoende redenen zijn voor buitenregionale plaatsing. Khadija wil vervolgens geen hulp meer waarop de crisisopvang zegt dat het meisje dan onmiddellijk weg moet. BJZ beraadt zich op een raadsmelding, maar besluit dit niet te doen aangezien er geen zorgelijke signalen zijn. Ook heeft een raadsmelding volgens hen weinig zin omdat de jongere bijna achttien is en bemoeienis vanuit de raad zou stoppen als ze achttien wordt. Twee maanden later meldt Khadija zich opnieuw bij Bureau Jeugdzorg om om hulp te vragen. Haar woonsituatie is onzeker; ze woont op verschillende plekken. Bureau Jeugdzorg denkt aan een training sociale vaardigheden, omdat haar gedrag haar steeds in de problemen brengt. Uiteindelijk accepteert Khadija de hulp en gaat naar een psycholoog.
Toby, een recidivist van 16 jaar Het gezin van Tobias bestaat uit vader, moeder en drie kinderen. Zijn beide ouders werken. Vanaf de eerste klas van de middelbare school komt Tobias regelmatig te laat op school. De school overweegt om de leerplichtambtenaar in te schakelen, maar doet dit uiteindelijk niet. Als het schoolverzuim toeneemt worden wel de ouders ingelicht. In de zomervakantie tussen het tweede en derde leerjaar komt Tobias voor het eerst in aanraking met de politie, onder meer voor het rijden op een opgevoerde brommer. Vijftien Op 15 jarige leeftijd is Tobias op school gewelddadig tegen een medeleerling. Op de avond na de geweldpleging wordt Tobias opgepakt en hij wordt het weekend ingesloten. Hij mag dat weekend geen contact opnemen met zijn ouders, noch met een mentor van school. De jeugdreclassering heeft wel contact met hem. Eerst wordt Tobias gedurende vier weken geplaatst in een Justitiële Jeugd Inrichting, daarna legt de kinderrechter hem huisarrest op. Het voorval heeft grote impact op het gezin. De jongen wordt onderzocht op toerekeningsvatbaarheid en blijkt geen psychiatrische stoornissen te hebben. Omdat de recidivekans vervolgens als laag wordt ingeschat, wordt het huisarrest versoepeld. Tobias is vanaf het geweldsdelict niet meer op school geweest. De politie informeert de leerplichtambtenaar, die vervolgens contact opneemt met de school. De school is bang voor de veiligheid van andere leerlingen en wil niet dat Tobias op school terugkomt, tenminste tot de strafzitting is geweest. Andere scholen zeggen geen plaats te hebben voor de jongen. Hij wordt daarop aangemeld bij een Time-Out voorziening, zodat hij daar onderwijs kan volgen. Enkele dagen later wordt het vonnis bekend: Tobias wordt veroordeeld voor poging tot doodslag. Hij krijgt een werkstraf, leerstraf waarin hij verplicht een cursus moet volgen en voorwaardelijke detentie met een proeftijd van twee jaar. Omdat het goed gaat op de Time-out voorziening wordt geadviseerd om Tobias terug te laten gaan naar zijn oude school onder begeleiding van zijn oude mentor, die steeds contact met Tobias heeft gehouden. Terwijl Tobias had gehoopt weer terug te kunnen keren naar zijn oude school, blijkt deze hem te hebben uitgeschreven. Gezien de ernst van het strafbare feit en de onrust die de school verwacht, mag hij niet naar zijn oude school terugkeren. Ook andere scholen in de buurt, willen geen leerlingen plaatsen die met justitie in aanraking zijn geweest. Zestien De leerplichtambtenaar blijft zoeken naar een geschikte school en schakelt na enkele maanden de Inspecteur voor het Onderwijs in omdat geen school wordt gevonden. Vlak daarna accepteert een school in een nabij gelegen gemeente Tobias als gastleerling (onder verantwoordelijkheid van leerplicht). Tobias heeft dan gedurende een jaar geen onderwijs gehad. Ondertussen wordt zijn naam in verband gebracht met een overlastgevende jeugdgroep, met het dealen van wiet en vernieling in een friteszaak.