Angels in America
| Aanvliegroutes
Paul Klee: Angelus Novus
Tony Kushner | Een introductie
‘Pessimism of the intellect, optimism of the will’
Tony Kushner (1956) is op dit moment één van de meest gerenommeerde toneelschrijvers van de Verenigde Staten. ‘De stem van Amerika’, inmiddels zijn bijnaam, is niet gemakkelijk onder één noemer te vangen. Hij is homoseksueel, agnost, democraat, neo-socialist, Jood, emancipatoir, politiek activist, toneelschrijver, regisseur en essayschrijver. Zijn werken, vaak controversieel in Amerika, worden vrijwel unaniem bejubeld door publiek, pers en media. Zijn naam wordt in één adem genoemd met titanen als Tennessee Williams, Eugene O’Neill, Thornton Wilder en Clifford Odets. Er wordt zelfs al gesproken van Kushneriaans theater, ofwel stukken die zich kenmerken door: het naast elkaar en door elkaar lopen van verschillende tijden en plaatsen, een uitbundig realisme in de dialogen en een besef van onvermijdelijkheid waar het verandering, verlies of de uiteindelijke overwinning van hoop betreft. Zijn oeuvre is sterk beïnvloed door William Shakespeare, Karl Marx, Bertolt Brecht, Walter Benjamin en de reeds genoemde Tennessee Williams. De twee hoofdthema’s in zijn sterk door politieke dynamiek geïnspireerde werken zijn TRANSFORMATIE en VERBINDING. Kushner heeft een missie, zoekt naar antwoorden op existentiële vragen; vragen die zich vanuit de puinhopen van de geschiedenis opdringen. Hoewel zijn visie vaak grimmig en somber is, blijft er ook altijd zicht op de mogelijkheid van verandering, van bevrijding en uiteindelijk verlossing; overigens niet vanwege een rationele inventarisatie van de huidige, allesbehalve vrolijkstemmende werkelijkheid, maar vanuit de gedachte en de wens dat het in de toekomst altijd beter kan. De wil moet optimistisch blijven!
‘Try to discover the best way for people to live together’
Tony Kushner wil het publiek prikkelen en aanzetten tot reflectie: reflectie op zichzelf en op een maatschappij die na de val van de Grote Verhalen (zoals Religie en Communisme) haar toevlucht heeft gezocht in neoliberalisme, conservatisme, ongebreideld materialisme en een doorgeslagen individualisme. De ‘markt’ regeert, ieder leeft voor zichzelf en slechts de hardste stemmen worden gehoord, met het gevolg dat grote groepen in de samenleving worden gemarginaliseerd. Het agressieve neoliberale marktdenken dendert over de wereld en leidt tot immense spanningen tussen culturen. Wat kunnen de mens en de politiek doen om dit onheilspellende tij te keren? Dat is de cruciale vraag waarvoor Kushner zich (ook in Angels) gesteld ziet. Transformatie is niet voor niets het centrale thema in vrijwel al zijn werken. Maar hoe te veranderen als er geen nieuwe modellen voor het ‘goede leven’ beschikbaar zijn? Wat is überhaupt de beste manier van samenleven? Hoe kunnen mensen in sterk geïndividualiseerde en materialistische maatschappijen, die mede als gevolg van emancipatie en
2
globalisering (bijvoorbeeld migratie) bovendien gekenmerkt worden door een toenemende diversiteit (etniciteit, gender, seksuele geaardheid, religie) en verdeeldheid, opnieuw verbindingen tot stand brengen? Kushners theater wil niet grossieren in gemakkelijke oplossingen maar wil vooral de werkelijkheid waarin wij leven exploreren. Hij steekt zijn eigen neosocialistische opvattingen niet onder stoelen of banken. Compassie en medemenselijkheid zijn Kushners ingrediënten om mensen met uiteenlopende waarden en normen te herenigen. ‘Marx was right: The smallest divisible human unit is two people, not one; one is a fiction. From such nets of souls societies, the social world, human life springs. And also plays.’
‘When we talk about resonances of the divine presence, we talk about looking into people’s faces and seeing their potential’
Het hart van Kushners oeuvre wordt gevormd door twee motieven: de donkere mysteries van het leven en het menselijke potentieel. Zijn werken zijn complex, gelaagd en veelomvattend. Naar zijn werk zijn inmiddels uitgebreide wetenschappelijke studies gedaan. De kracht van Kushners werk ligt in het trekken van parallellen tussen historische gebeurtenissen en huidige maatschappelijke veranderingen, maar ook in het gemak waarmee hij abstracte ideologische ontwikkelingen weet te verbinden met de persoonlijke levensweg van individuen. Zijn boodschap krijgt hierdoor niet alleen een actuele scherpte, maar ook iedere toeschouwer wordt persoonlijk betrokken in zijn gedachten over de huidige politieke en sociale werkelijkheid.
Hoofdthema’s | Transformatie en Verbinding
‘The ruins of history as the price of progress’
Transformatie
In vrijwel alle werken van Kushner staan perioden van transformatie centraal, verandering van tijdsgeest, verandering en ontwikkeling van mensenlevens en, niet in de laatste plaats, verandering van politieke ideologieën. In Bright Room Called Day (1985) focust Kushner zich op de periode voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog waarin hij een parallel ziet met het Amerika onder Ronald Reagan. De grote politieke omwentelingen van de jaren dertig (en de jaren tachtig onder Reagan) worden afgezet tegen het leven van individuen die de sociale veranderingen nauwelijks kunnen bijbenen en verlamd door angst vervallen in passiviteit. De personages staan model voor de inactieve houding van de grote massa, een houding van vervreemding, waardoor uiteindelijk groot sociaal onrecht en catastrofen als de holocaust ( en het neoconservatisme van Reagan) kunnen plaatsvinden. De holocaust, aldus Kushner, de tragedies van de geschiedenis, ze zijn er om ons er van te vergewissen dat
3
we niet moeten toegeven aan onze heimelijke illusie dat alles zo’n vaart niet zal lopen. In Slavs! Thinking About the Longstanding Problems of Virtue and Happiness (1994) staan veranderingen in de voormalige Sovjet Unie centraal. PostPerestrojka Rusland heeft zijn oude socialistische idealen afgeschud en het kapitalisme, bij gebrek aan alternatieven, gretig omarmd. Gevolg: ongelijkheid en sociaal onrecht. De personages in Slavs! doen sterk denken aan de personages in Bright Room; ook zij worden geconfronteerd met enorme sociale en politieke veranderingen en ook zij vervallen in apathie, bang voor de naakte toekomst. Ook in Angels in America (1990) draait alles om transformatie, herboren worden en de lange, harde weg daarheen. In Angels, een aids-drama en aanklacht tegen het neoconservatisme van de regering Reagan, staan alle personages op een keerpunt in hun leven. De erkenning van hun ziekte en sterfelijkheid of hun seksuele geaardheid gooit alle zekerheden over boord. Parallel aan de persoonlijke worstelingen van de karakters voert Kushner een politiekideologische strijd op, om de dieper liggende angsten van zijn personages te onderzoeken. Dit doet hij door enerzijds hun visies te tonen op hoe macht en machtsverhoudingen het leven beïnvloeden en controleren, en anderzijds door te laten zien hoe zij hun eigen sterktes en zwaktes ontdekken in de confrontatie met sociale veranderingen, die soms vele malen complexer zijn dan zij zich hadden voorgesteld.
‘Ours is a time of connection; the private, and we must accept this, and it’s a hard thing to accept, the private is gone. All must be touched. All touch corrupts. All must be corrupted.’
Verbinding
Aan individualisering, hoewel ontegenzeggelijk een belangrijke humanitaire ontwikkeling, zijn grenzen. Mensen zijn om te overleven afhankelijk van hun medemens. De (wereld)gemeenschap wordt geconfronteerd met immense problemen en groot sociaal onrecht: oorlog, racisme, ongelijke verdeling van de welvaart, wereldwijde aids-epidemie, schending van rechten van homoseksuelen, genocide, terrorisme en de steeds nijpender wordende situatie in het Midden Oosten. We kunnen onze ogen niet meer sluiten voor het onrecht, zij het bij de buren of in de rest van de wereld: ‘the private is gone.’ Het individu is niet in staat dit tij alleen te keren. Maar Kushner ziet een uitweg: leren omgaan met (culturele) verschillen, begrip en dialoog (‘twee niet één’), waarin compassie een sleutelfunctie vervult. Het stelt de (wereld)gemeenschap in staat om nieuwe verbindingen tot stand te brengen om vervolgens gezamenlijk naar noodzakelijke sociale en politieke veranderingen toe te werken. Angels in America toont aan de hand van de aids-epidemie een doorgeslagen geïndividualiseerde maatschappij waarin alles lijkt te draaien om eigenbelang en het recht van de sterksten. Aids-patiënten worden aan hun lot overgelaten, geliefden raken van elkaar vervreemd en slechts de luidste stemmen worden gehoord. Maar de aids-epidemie heeft ook een andere kant. Geraakt door het leed van de ziekte, verandert Hannah van een verharde mormoonse vrouw in een tolerante, compassievolle medestander van slachtoffers en betrokkenen. Ook
4
in Angels blijken compassie en medemenselijkheid het juiste medicijn op weg naar een hoopvolle toekomst, naar een maatschappij waar ieder zich gehoord en gezien voelt….thuis is. In Homebody / Kabul (2001) wordt het belang van interculturele dialoog onderstreept. De hoofdpersoon in Homebody (of ‘huismus’ in goed Nederlands) voelt zich aangetrokken door Afghanistan, en gaat op reis. Haar familie hoort niets meer van haar en reist af naar Kabul om haar te zoeken. Tijdens hun zoektocht worden zij blootgesteld aan het leven in Afghanistan, een land met een rijke traditie, een traditie met compleet andere normen en waarden dan de westerse. Kushner onderzoekt in Homebody de rol van het Westen in het Afghaanse conflict en de wereldwijde terreur van moslimfundamentalisme. Het toont de noodzaak voor westerse en niet-westerse culturen om te komen tot een daadwerkelijke ontmoeting. De tijd van het allesbepalende westerse wereldbeeld is als gevolg van globalisering en ontwikkeling van nieuwe economische grootmachten voorbij. De ongekende weelde en militaire overmacht in het Westen hebben geen oorlog en sociaal onrecht kunnen verhoeden. In de gezamenlijke strijd tegen wereldwijd sociaal onrecht is dus iets anders vereist. Wederzijds begrip, oog voor diversiteit, dialoog, maar wederom vooral compassie en medemenselijkheid. In Slavs! komt het uiteenvallen van de collectieve gemeenschap in Rusland aan de orde. Na het wegvallen van communistische idealen hebben velen zich bekeerd tot de graaicultuur van het kapitalisme. Dit transformatieproces is niet voor alle Russen een zegen gebleken. Verschillen in inkomen zijn enorm en het land dreigt, mede door een gebrek aan een moreel leidend principe, te worden overspoeld door een ongebreideld materialisme, waar slechts enkele individuen van profiteren. Angels, Slavs! en Homebody roepen op tot een heroverweging van bestaande politieke, sociale, religieuze, morele en persoonlijke zekerheden. Zij zijn een pamflet voor een andere, hernieuwde maatschappij, gebaseerd op compassievolle humanitaire beginselen, die hun kracht ontlenen aan de harde lessen van de geschiedenis.
Angels in America | Een rondleiding
Angels in America verwierf op enkele jaren tijd een cultstatus. Het stuk dankt zijn reputatie niet uitsluitend aan de politiek gevoelige thema’s: aids, spiritualiteit en anti-Reaganisme. Dat het inmiddels wordt beschouwd als één van de meest belangwekkende stukken van de 20ste eeuw heeft vooral te maken met de eigenzinnige, vernieuwende schriftuur die Tony Kushner doorheen de twee delen Millennium Approaches en Perestroika heeft ontwikkeld. Een hybride dramaturgie
Tony Kushner heeft in Angels in America twee tradities trachten te verzoenen: die van het epische en die van het aristotelische theater. De mengvorm die daaruit ontstaat, is tevens sterk beïnvloed door filmische verteltechnieken. In tal van interviews verwijst Tony Kushner naar Bertolt Brecht (1898-1956) als de belangrijkste invloed op zijn theaterwerk. In een interview uit 1994 formuleert
5
hij het als volgt: ‘Through everything in Brecht there is an absolutely serious desire to see the world change now. The urgency of that ‘Now’ is something that I go back to Brecht for. (…) He is incredibly important to me as an origin and also as a goal.’ Net zoals bij Brecht heeft theater voor Kushner een functie die nog het best te omschrijven valt als de toeschouwer aanzetten tot analyse en reflectie over de sociale en economische verhoudingen in de maatschappij waarin hij leeft. Brecht koos in zijn episch theater radicaal voor het tonen, het laten zien, het vertellen van de intrige los van enige vorm van illusie en identificatie met de personages. Alle ‘vervreemdingstechnieken’ die hij ontwikkelde, waren erop gericht het aristotelische principe van emotionele identificatie en catharsis door medelijden en angst onmogelijk te maken. Het was Brecht erom te doen het burgerlijke, verdovende illusietoneel achter zich te laten en de toeschouwer niet deelachtig maar bewust te maken van de mechanismen en verborgen machtstructuren in de samenleving. Kushner volgt Brechts analyse en nood aan een maatschappelijke werking van het theater slechts ten dele: de ‘vervreemdingstechnieken’ uit Brechts epische theater worden gehanteerd maar de werking ervan verandert drastisch. Kushners hang naar emotionele identificatie met de personages en zijn vasthouden aan klassiek opgebouwde scènes laten een heel hybride, maar ook razend spannende mengvorm ontstaan. Kushner is schatplichtig aan Brecht in het hanteren van een episodische opbouw met korte, snel wisselende scènes waarbij de tijds- en plaatswisselingen slechts worden gesuggereerd en niet vragen om een naturalistische invulling, door het ontwikkelen van een meervoudig perspectief waarin het publiek wordt uitgenodigd verschillende personages te volgen en door het eclectisch vermengen van heel verschillende theatertradities en idiomen: die van de musical, het Amerikaanse realisme à la Tennessee Williams, het gay drama, de boulevardkomedie, het variété en het Hollywooddrama. De snelle montage van scènes, wisselende registers en stijlen en het meervoudig perspectief leveren weliswaar een vervreemdend effect maar plaatsen de toeschouwer nooit in de beschouwende, rationeel-afstandelijke positie die door Brecht werd beoogd. Kushner wijkt namelijk op heel fundamentele punten af van de erfenis van zijn leermeester: bij Kushner geen archetypes als vertegenwoordigers van een bepaalde klasse, ras of religie maar zeer complexe personages met een meervoudige en vaak ambigue identiteit, bij Kushner geen distanciërende speelstijl maar een inlevende, geen commentariërende teksten of verteller die het publiek de ruimere context en betekenis van het getoonde reveleren, geen illusie doorbrekend aanwenden van techniek, kostuums en make-up. In zekere zin zou je de hallucinatiescènes in Angels in America nog kunnen vergelijken met de liederen bij Brecht die het dramatische verloop onderbreken om een ander perspectief op de gebeurtenissen te bieden, maar ook hier ligt de nadruk bij Kushner op het individuele karakter van deze verbeeldingsmomenten: zij zijn namelijk rechtstreeks verbonden met de angsten en verlangens van de personages bij wie ze ontstaan en niet zoals bij Brecht gestuurd vanuit een auctoriëel standpunt. Kushner kiest verder resoluut voor de aristotelische principes van de 3-aktstructuur (expositie/doorwerking/resolutie), voor plants en pay-offs, voor een afwikkeling met crisis en climax, kortom voor alle belangrijke bouwstenen van een klassieke, op identificatie en catharsis gebouwde dramaturgie. Kushner is het wel degelijk te doen om de afloop van de verschillende plotlijnen en minder, zoals bij Brecht, om het verloop.
6
Angels in America is een sterk in het realisme geworteld stuk dat geïnjecteerd werd met Brechtiaanse theatrale verworvenheden: de snelle scènewisselingen, het caleidoscopische en eclectische en het meervoudige perspectief.. Kushner is ten slotte ook sterk beïnvloed door film. De cross-cutting van scènes is niet alleen een erg effectief dramatisch middel maar laat de toeschouwer ook deelachtig worden aan de gelijktijdigheid van levens en stelt zodoende de collectieve boven de strikt individuele ervaring: het toont verwantschappen en patronen maar ook de wezenlijke verschillen die elk individu maken tot wie hij/zij is. Verder is het opvallend dat Kushner zijn scènes vaak voorziet van een laat pointof-attack. Hij laat scènes een aanvang nemen vlak voor de crisis en verlaat de scènes meteen wanneer de crisis of eventuele climax zich heeft voltrokken. Dit procédé verleent Angels in America een uitzonderlijke vaart. De korte, heftige scènes in combinatie met de breedte van de behandelde thema’s en de ideologische/spirituele en politieke context maken Angels tot één van de meest belangwekkende stukken van de vorige eeuw. Structuur
Angels in America ontwikkelt drie intrigelijnen die stilaan met elkaar verbonden raken. De intriges op zich vertonen telkens een vergelijkbare structuur.
het verhaal van Prior en Louis
Wanneer bij Prior aids wordt vastgesteld, vlucht zijn partner Louis uit angst voor de nakende aftakeling. Hun scheiding en moeizame verzoening overspant de twee delen Millennium Approaches en Perestroika. Een aantal stadia loopt parallel met de andere intriges: de ziekte als directe oorzaak/aanleiding van de breuk, de vertwijfeling bij beide partners, de breuk en tot slot de schuldgevoelens bij de wegloper en de onmacht, angst en woede bij de achterblijver
het verhaal van Harper en Joe
Harper en Joe leven al een tijdje naast elkaar. Hij kampt met zijn niet meer te ontkennen homoseksualiteit, zij met diepgewortelde verlatingsangst. Het voorstel van Roy Cohn om naar Washington te vertrekken om zijn juridische carrière nieuw leven in te blazen, plaatst Joe’s huwelijk onder druk. Joe ziet in het voorstel de mogelijkheid om zijn leven te heroriënteren. Harper ervaart het als de bevestiging van hun wederzijdse vervreemding van elkaar. Haar ergste vermoeden, dat ze zich heeft vergist in de man waarop ze haar leven wilde bouwen, wordt concreet. De door Harper afgedwongen bekentenis van de homoseksuele geaardheid van Joe, voert hen in een neergaande spiraal. Hun voorlopige, aarzelende scheiding en het definitieve beslag ervan overspant de twee delen van Angels in America. Een aantal stadia loopt parallel met de andere intriges: seksuele verlangens (of het gebrek eraan) als directe oorzaak/aanleiding van de breuk, de vertwijfeling bij beide partners, de breuk en schuldgevoelens bij de wegloper en onmacht, angst en woede bij de achterblijver De weglopers Louis en Joe treffen elkaar en beginnen een relatie getekend door seksueel verlangen, herkenning en nood aan troost. In zekere zin initieert Louis Joe in de homoseksuele liefde. Hun relatie zal uiteindelijk stuklopen op de
7
onverzoenbare ideologische verschillen tussen de linkse intellectueel Louis en de mormoonse, rechtse Reagan-aanhanger en Cohn-protégé Joe. De achterblijvers Prior en Harper treffen elkaar in gedeelde hallucinaties. Zij onthullen elkaar heel wezenlijke geheimen: Prior reveleert Joe’s homoseksuele geaardheid, Harper voorspelt de van ziekte gevrijwaarde kern (en dus de overlevingskans) van Prior.
het verhaal van de fysieke en morele neergang van Roy Cohn
Roy Cohn is de belichaming van het Reagan-tijdperk en homofobie: hij is de ultieme ‘player’, een manipulator en despoot die denkt dat alles te koop is of afpersbaar. We treffen hem op een crisismoment: hij heeft zijn hand overspeelt en dreigt uit de balie te worden gezet. Voor een publiek personage die zijn identiteit louter ontleent aan zijn machtspositie binnen een uitgebreid netwerk hangt dit nakende royement als een zwaard van Damokles boven zijn hoofd. Hij tracht zijn beschermeling Joe ertoe te bewegen in Washington voor hem de bezwarende dossiers te gaan blokkeren. Hun relatie is complex: meester/leerling en surrogaat vader/zoon. Net in deze periode wordt ook bij Roy aids vastgesteld. Hij weet dat zijn positie en reputatie als oerconservatieve homohater op het spel staat en trekt een scherm van leugens en ontkenning om zich heen op. Roy die de politiek als een levend organisme beschrijft en verwikkeld is in een voortdurende struggle for life, voelt het leven uit zich wegtrekken. Wat hij het meest vreest, voltrekt zich: zijn netwerk brokkelt af, medestanders wenden zich af en hij sterft alleen, bezocht door de demonen uit zijn verleden. Rite de passage
Alle personages staan op een keerpunt in hun leven. De diagnose van hun ziekte (sterfelijkheid/dood) of de erkenning van hun seksuele geaardheid gooit alle zekerheden overboord. De breuken die ontstaan tonen personages op drift, los van hun wortels, thuisloos maar ook op weg naar een nieuw leven, nieuwe vriendschappen en hun ultieme kern. Angels in America is voor alle personages een rite de passage:
Prior leert het leven omarmen (en weigert de boodschap van stilstand die de Engel hem brengt) Louis leert om te gaan met vergankelijkheid en zijn rationaliseringen te vervangen door een écht engagement Joe leert zijn geaardheid te aanvaarden en te leven met de consequenties van zijn keuzes Harper overwint haar angsten, verlaat haar cocon en gaat op avontuur in de échte wereld Roy sterft alleen maar ook in een staat van kwetsbaarheid en kinderlijke regressie Hannah geeft haar vooroordelen op en ontfermt zich over Prior (als een surrogaat-zoon) Belize komt ertoe zijn gedoodverfde vijand te vergeven
Angels in America gaat over transformatie, loslaten, herboren worden en de lange weg daar naartoe.
8
Verschijningen
Opvallend zijn ook de verschijningen, de figuren die in zekere zin een parallelle droomwereld bevolken: Mr. Lies, de Eskimo, Prior’s voorvaderen (door ons geschrapt), Ethel Rosenberg, de tot leven gewekte poppen uit het mormoonse diorama en uiteraard de Engel. Al deze figuren ontstaan in eerste instantie uit de angsten of verlangens van telkens één personage en zijn alleen maar door haar/hem waarneembaar. In deel I blijven de hallucinaties beperkt tot privé-momenten, in deel II wordt de grens tussen realiteit en verbeelde wereld stilaan opgeheven: Hannah ervaart de komst van de Engel net zo sterk als Prior, de tot leven gewekte poppen in het mormoonse diorama mengen zich met de aanwezige personages. Waar Prior en Roy (mogelijk onder invloed van de ziekte en de morfine) steeds langer en frequenter vertoeven in hun gehallucineerde wereld, maakt Harper net de andere beweging: zij beweegt zich steeds meer in de realiteit (als keuze) en geeft op het einde als teken van haar herstel haar valiumpillen aan Joe. Mr. Lies en de Eskimo ontstaan vanuit Harper’s verlangen naar reizen, zuiverheid en een nieuw en onbezoedeld leven in harmonie met de natuur. De levende poppen uit het diorama zijn restanten uit haar mormoonse opvoeding. Ze verbeelden het ideaalbeeld van het mormoonse gezin en confronteren haar met al datgene wat ze niet heeft gevonden op haar pad: een vastberaden man die haar leidt en kinderen om op te voeden. Prior’s voorvaderen confronteren hem met zijn rijke familietraditie en WASPafkomst. Door hen voelt hij de druk van het verleden, de verwachtingen, maar ervaart hij ook de verschillen in omgang met ziekte toen (de pest) en nu (aids). Ethel Rosenberg door Roy Cohn, naar eigen zeggen, op de elektrische stoel gebracht, ontstaat mogelijk uit een diepgeworteld schuldgevoel. Hij heeft in haar met zijn eigen afkomst (moeder) afgerekend. Wanneer hij vlak voor zijn sterven in Ethel zijn moeder herkent, lopen nood aan troost, kinderlijke regressie en schuldgevoelens samen op. De Engel tenslotte ontstaat uit Prior’s verlangen de tijd stil te zetten en zo zijn ziekte een halt toe te roepen. Wanneer de Engel hem echter de opdracht geeft de hele mensheid tot stilstand op te roepen, weigert hij. Hij verkiest het voortwoekerende leven met al zijn beperkingen, vol ziekte, aftakeling en verlies. Hij wil ‘meer leven’. Overige personages
De Rabbi, de man in het park, Henry, Emily, Martin Heller, de dakloze vrouw (en in zekere zin de reeds eerder genoemde Mormoonse poppen) zijn stereotypische vertegenwoordigers van een bepaalde religie, politieke strekking of klasse en zijn in dat opzicht het meest Brechtiaans. Het feit dat deze rollen door dezelfde acteurs worden gespeeld en aanleiding geeft tot cross-dressing, seksewissel en uitvergrote typeringen maakt ze niet alleen schatplichtig aan het epische theater maar ook aan de wereld van dragqueens en camp.
9
Angels in America | Metafoor en Motief
Naast de reeds eerder genoemde thema’s transformatie en verbinding die in vrijwel alle werken van Kushner zijn terug te vinden, dienen zich in Angels in America een aantal specifieke metaforen en motieven aan. Reeds in de titel A Gay Fantasia on National Themes onthult Kushner zijn opzet. De term fantasia verwijst in de muziek naar een compositie in vrije vorm op bestaande motieven en thema’s, die vaak contrapuntisch worden ontwikkeld. De fantasie wint het van bestaande stijlen en vormprincipes. Een aantal metaforen of motieven die doorheen het stuk worden ontwikkeld en verweven zijn: Amerika, migratie, het idee van de eindtijd, engelen en ziekte.` Amerika
Het stuk stelt vragen bij Amerika als maatschappij gebouwd op de idee van gelijkheid en de mythe van de Nieuwe Wereld en de grens. Een maatschappij die zogenaamd de vrijheid en democratie hoog in het vaandel voert maar voortdurend individuen en klassen uitsluit en uitbuit. Voor de zwakken is er in zulke op winst en consumptie gerichte maatschappij geen plaats. Dat ondervindt zelfs Roy Cohn, gepokt en gemazeld in politieke intriges en machtspelletjes, die zodra bij hem aids wordt vastgesteld, zijn netwerk ziet afbrokkelen. Plots beseft ook hij dat Amerika geen land is voor de zwakken. Ook Louis lijkt stilaan tot het besef te komen dat de grote idealen van democratie en tolerantie een uiterst dun laagje vormen dat geen enkele garantie biedt in tijden van crisis. Met het uitbreken van de aids-epidemie toont het Amerika van Ronald Reagan zijn ware gelaat: een bewust negeren van de crisis zolang de ziekte vooral de homobevolking treft, het uitsluiten van grote bevolkingsgroepen uit de zorgverlening door het aantasten van het sociaal weefsel, het ter beschikking stellen van medicijnen (AZT) aan geprivilegieerden. Tony Kushner maakt duidelijk dat de idee van Amerika en de dagdagelijkse realiteit van het land verschillende inhouden dekken. Het gastvrije land waar migranten hun nieuwe thuis vonden blijkt een land te zijn geworden gebaseerd op uitsluiting. Een land waar de idee van democratie dagelijks met voeten wordt getreden. Toch is het opvallend dat Kushners kritische analyse, in tegenstelling bijvoorbeeld tot Brechts marxistische geen aanleiding geeft tot een politieke of collectief georganiseerde agenda voor de personages maar dat de problemen op een louter individuele manier worden opgelost: compassie, vergeving en zorg eerder dan onmiddellijke politieke actie.
10
‘De mens zit in de val […] en goedheid is hem van geen enkel nut in deze nieuwe situatie. En er is niemand meer die het ook maar iets kan schelen. Goed en kwaad, pessimisme en optimisme zijn een kwestie van bloedgroep en niet van wat engelen beschikken. Wie het ook was die ons ooit behoedde en voor ons zorgde, die om ons lot en dat van de wereld gaf, hij is vervangen door een ander die genoegen schept in onze dienstbaarheid aan materie en aan onze laagste driften.’ Lawrence Durrell, Monsieur, or The Prince of Darkness
Millennium en Migratie
De motieven maar bovenal metaforen migratie en eindtijd (Millennium) lopen in Angels door elkaar heen en zijn bovendien onlosmakelijk met elkaar verbonden. Parallel aan enkele grote diaspora’s in de geschiedenis: joden op de vlucht voor pogroms in Rusland, Ieren verdreven door hongersnood en mormonen op weg naar het ‘Nieuwe Zion’, presenteert Kushner in Angels personages op drift, geworpen in een onzeker bestaan…ontworteld en op reis met bestemming: een nieuw Millennium, hun authentieke zelf. Op zich is de verwevenheid van beide metaforen niet opmerkelijk. Vragen met betrekking tot migratie (transformatie, beweging en verandering) en eindtijd (bestemming, doel, catharsis) zijn in essentie vragen over leven en dood. Waartoe zijn wij op aarde? Wat is goed en kwaad? Wat is rechtvaardigheid? Waartoe dient lijden? Bestaat er een God of Hogere Macht? En als er een Hogere Macht is waarom is er dan zoveel lijden? Kortom: vragen met betrekking tot de zin van het bestaan, die ons sinds mensenheugenis bezig houden en die ook de personages in Angels niet onberoerd laten. Angels in America kan in zeker opzicht worden gelezen als een hedendaagse vertelling van een oeroud verhaal: Exodus, de uittocht van het volk Israël, de bevrijding uit Egypte, het land van de slavernij (De Hebreeuwse benaming van het boek Exodus is Sjemot, ‘Namen’, afgeleid van de eerste woorden in het boek: ‘Dit zijn de namen van de zonen….’ Ook Angels in America vangt aan met het noemen van namen tijdens de rouwceremonie naar aanleiding van het overlijden van Sarah Ironson) Zoals destijds het volk Israël in een vreemd land allerlei ontberingen moest ondergaan, hebben de personages in Angels (allen met een migratiegeschiedenis) te maken met de verschrikkingen van de moderne tijd. Zij worstelen met ziekte, eenzaamheid, verslaving, onverdraagzaamheid, discriminatie, liefdeloosheid, sociaal-politiek onrecht en hunkering naar ware liefde en gezondheid, maar ook naar rechtvaardigheid en erkenning. Alle personages in Angels staan op een keerpunt in hun leven, zijn op zoek naar een nieuwe weg. De weg naar het ‘Beloofde Land’, het pad naar verlossing, de route naar een ander, beter leven is helaas niet zonder de nodige obstakels. De tocht door de woestijn (de ontrafeling van het innerlijk leven) met al haar aardse verleidingen, voltrekt zich moeizaam maar gestaag. De naakte toekomst wenkt, maar zit vol met onzekerheden. Tot zo ver de overeenkomst tussen Angels en het bijbelse verhaal over de uittocht. In tegenstelling tot het volk Israël, hebben de personages in Angels geen leidsman als Mozes tot hun beschikking, zij zijn volledig op zichzelf
11
aangewezen, moeten het stellen zonder goddelijke verordeningen (God heeft de wereld immers al geruime tijd verlaten) en zonder een moreel leidend principe (religie en andere Grote Verhalen zijn gedevalueerd). Ook de engelen als bemiddelaars tussen de aardse en transcendente werkelijkheid, kunnen geen uitkomst bieden. Vanwege de puinhopen van de geschiedenis, die zich voor hun voeten onophoudelijk blijven opstapelen, smeken zij een status quo af om groter leed en onrecht te voorkomen. Tevergeefs. Prior in Angels: ‘Wij hebben verlangens. Zelfs als we verlangen naar totale stilstand is het altijd nog: verlangen naar. Ook als we sneller gaan dan we zouden moeten. Wachten kunnen we niet. Trouwens, wachten waarop? Op God?’ Kushner breekt hier (ten dele) met een typisch Amerikaanse religieuze traditie waarin engelen en eindtijdconcepten altijd een belangrijke rol hebben gespeeld. Harold Bloom: ‘De interesse in engelenleer, profetische dromen en verschijnselen op de rand van leven en dood als voortekenen van een nieuw millennium heeft traditioneel een bijzondere intensiteit in de Verenigde Staten. De zuidelijke baptisten, de adventisten, de mormonen en diverse andere inheemse geloven hebben allemaal een bepaalde visie op het einde der tijden. Harper in Angels: ‘Misschien komt Christus terug. Misschien wordt er gezaaid, misschien geoogst […] misschien nieuw leven […] misschien breekt de ellende naar binnen, is het einde nabij en valt de hemel naar beneden met verwoestende strortregens en neerslag van giftig licht of misschien heb ik juist een heerlijk leven….’ Kushner speelt met deze eindtijdconcepten maar laat ze tevens bewust los. Niet omdat hij geen ideeën of wensen heeft over een toekomstige tijd of om prangende vragen van het bestaan uit de weg te gaan, maar omdat hij er van overtuigd is dat de mens in het hier en nu de verantwoordelijkheid heeft om te werken aan een betere situatie, zowel voor zichzelf als voor ‘de ander’. Daarom geeft Prior zijn profeetschap op. De mens kan het zich niet veroorloven om achterover te leunen maar moet vooruit, aan de slag. Naast het gedachtegoed van Marx en Brecht doet Kushner hier tevens recht aan zijn eigen liberaal-joodse achtergrond: ‘Judaism teaches us that every individual human being must live as if he or she, individually, has the responsibility to bring about the messianic age.’ Terugkomend op de woorden van Durrell: we kunnen niet wachten op een interventie van degene die ons ooit behoede en voor ons zorgde, die om ons lot en wereld gaf. Ook de engelen beschikken niet over goed en kwaad. Harper, Joe, Louis en Prior: op hulp van ‘boven’ kunnen zij niet eindeloos blijven wachten. De reis naar een nieuwe tijd, de weg naar een beter leven ligt vooralsnog in hun eigen handen.
‘Troubling the waters’
Engelen
Engelen mogen zich in de Verenigde Staten sinds jaar en dag in een grote belangstelling verheugen. Met name in de aanloop naar het nieuwe millennium signaleerden angelologen over de hele breedte van het religieuze spectrum (joden, ‘new age’, mormonen, katholieken, baptisten) een betekenisvolle terugkeer van ‘het geloof in engelen’ in Amerika. Harold Bloom:’Deze terugkeer is niet nieuw; het is veleer een weerspiegeling van een traditie die al sinds de negentiende eeuw bestaat en die toen een hoogtepunt bereikte in het typisch Amerikaanse mormoonse geloof.’
12
Kushner’s Gay Fantasia on National Themes lijkt dan ook niet voor niets de titel Angels in America te voeren. Hoewel tegenwoordig voornamelijk de engel in de rol van trooster en beschermer wordt benadrukt, is dat niet altijd zo geweest. De hebreeuwse Bijbel toont veel dubbelzinniger en tegenstrijdiger beelden van engelen. Ook in Angels komen verschillende, tegenstrijdige en dubbelzinnige beelden van engelen naar voren. De engel als weldoener, waker en helper
Wanneer ‘de wateren’ in het bad Betesda in Jeruzalem in beweging komen, aangetipt door de voet van een engel, verandert het water in een geneeskrachtig elixer; blinden worden ziend en verlamden kunnen weer lopen (Joh. 5:4) Maar zelfs op die plek, aan de poort van Jeruzalem (de verblijfplaats van JHWH), kan de engel niet verhoeden dat het recht van de sterkste geldt. Want enkel de eerste die het bad weet te bereiken, na de beroering door de engel, kan op genezing rekenen…totdat Jezus verschijnt. Hij geneest nota bene op de sabbat (tegen gangbare regels en opvattingen in) de verlamde, die het uiteraard niet voor elkaar kon krijgen om als eerste de fontein te bereiken. Naar dit ‘engelenverhaal’ verwijst Kushner door enkele belangrijke gebeurtenissen in Angels te situeren bij de fontein van Betesda in Central Park, New York. Het beeld van ‘de engel van de wateren’ heeft daar een prominente plaats gekregen ter herinnering aan de Civil War. Saillant detail: ook in deze tijd is de fontein met de bijnaam Freak Fountain een plaats waar gemarginaliseerden zich verzamelen en een plaats waar politiek protest en tegenbewegingen (zoals in het verleden de homobeweging) zijn ontstaan. De engel als boodschapper, gezant
Het mormonisme is ook als tegenbeweging op te vatten. En daarmee arriveer ik bij een volgend beeld van engelen dat een rol speelt in Angels: de engel als boodschapper van God, boodschapper van het Goede Nieuws. Grondlegger van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (de officiële benaming van het mormonisme), Joseph Smith, ontvangt diverse visioenen, waaronder één waarin hij wordt bezocht door de engel Moroni. De engel vertelde Joseph dat God een werk voor hem te doen had en dat er een verslag van de oude inwoners van Amerika in een nabijgelegen heuvel (Cumora) begraven lag, dat 'de volheid van het evangelie van Jezus Christus' bevatte. In 1827 ontving Joseph het verslag dat op dunne gouden platen geschreven stond. Op de vertaling van dit verslag, het boek van Mormon, is deze religie, waarin het christendom als het ware herschreven wordt, gebaseerd. Naast een prominente plaats voor deze religie in de vorm van de personages Joe, Harper en Hannah, staat de openbaring van Joseph Smith ook model voor het profeetschap van Prior. Ook hij wordt door een engel bezocht, moet op zoek naar ‘het boek’ en wordt geacht een waarheid te verkondigen die de wereld zal veranderen. De engel als strijder en ordebewaarder (innerlijke strijd)
Prior is uiteindelijk niet genegen aan de opdracht van de engel te voldoen. Hij wil zijn profeetschap teruggeven. De engel neemt daar geen genoegen mee. Stilstand (o.a. een metafoor voor Priors eigen angst voor de toekomst als gevolg van de ziekte aids) is de enige manier om orde in de chaos van de moderne tijd aan te brengen. Hannah ziet een precedent in de Bijbel en spoort Prior aan tot strijd met de engel. Hannah doelt op de worsteling van Jakob met de engel (Gen 32:24). Jakob staat voor de rivier de Jabbok. Hij had geen rivier verwacht, maar er is geen weg terug. Ook Jakob staat voor een keerpunt in zijn leven, maar
13
weigert uit angst voor het onbekende verder te trekken. Hij vecht met de engel, die wil dat hij verder trekt, maar doet dat niet alvorens een zegen van ‘de man’ te ontvangen. Eenmaal verder getrokken, ontdekt Jakob dat zijn angst voor de toekomst ongegrond was. (Ander saillant detail: Prior loopt net als Jakob mank t.g.v. de worsteling met de engel.) Ook Joe verwijst naar het gevecht van Jakob met de engel als symbool voor zijn reeds in zijn jeugd aangevangen innerlijke strijd met homoseksuele gevoelens. De engel des doods (Mallech Hamowes)
De dood wordt in veel religies traditioneel als engel beschouwd. Prior noemt het kaposi sarcoom, één van de symptomen van aids, de bordeauxrode kus van de engel des doods. In de joodse traditie krijgt de doodsengel geen vat op mensen die de geboden (de Wet) houden. Het beste wapen tegen de doodsengel is volgens de Joodse traditie tzedaka, dat staat voor giften waarmee iemand compassie en zorg richting de medemens uitdrukt. In Angels krijgt de dood geen vat op Prior maar Roy moet uiteindelijk de strijd met de dood opgeven. De engel als Vorst
In de katholieke hiërarchie van engelen nemen de Vorsten de derde plaats van onderen in, staan boven respectievelijk de ‘gewone’ engelen en de aartsengelen. De Vorsten of Regenten zijn de pleitbezorgers van religie en worden vaak geassocieerd met bepaalde landen of continenten. De engel in Angels in America is de Continentale Vorst van Amerika. Dit is volgens Kushner ook de engel die aan Joseph Smith verschenen is, maar die heeft zijn naam en identiteit niet werkelijk begrepen. Overigens figureren ook de engelen van de andere continenten als Vorst in Angels. De engel van de geschiedenis
Het meest overheersende beeld van engelen dat in Angels naar voren komt, wordt gevormd door beschouwingen van de filosoof Walter Benjamin naar aanleiding van een schilderij van Paul Clee, getiteld Angelus Novus: ‘De engel staat op het punt zich te verwijderen van iets waar hij zijn blik strak op gericht houdt. Zijn ogen en zijn mond zijn opengesperd, hij heeft zijn vleugels gespreid. Zo moet de engel van de geschiedenis eruit zien. Zijn gelaat is naar het verleden gewend. Daar waar wij een reeks gebeurtenissen waarnemen, ziet hij één enkele catastrofe, en daarin wordt zonder enig respijt puinhoop op puinhoop gestapeld, die hem voor de voeten geworpen wordt. De engel zou wel willen blijven, de doden tot leven wekken en de brokstukken weer tot een geheel maken. Maar zijn vleugels vangen de wind die uit het paradijs waait, een storm die zo hard is dat hij zijn vleugels niet kan sluiten. Deze storm stuwt hem onweerstaanbaar voort de toekomst in die hij de rug heeft toegekeerd, terwijl de stapel puin voor hem tot aan de hemel groeit. Deze storm is wat wij vooruitgang noemen.’ Benjamin schets een droevige en gehandicapte engel die kijkend naar de puinhopen van de geschiedenis (die zich maar blijven opstapelen) niet in staat is ook maar iets te doen. De engel zou buitengewoon graag blijven, manen tot rust, de doden opwekken en helen wat bezoedeld en kapotgemaakt is, maar de engel kan het niet. Hij wordt tegengewerkt vanuit het Paradijs. Een grotere Macht, de storm van progressie, dwingt hem de toekomst in. In Benjamins beschrijving van Angelus Novus komen alle andere beelden van engelen samen (of doen ze teniet). Of het nu de engel van Amerika is, de engel
14
van Betesda of Moroni, één ding hebben zij gemeen: hun macht is beperkt en veelal hebben zij geen antwoorden (meer) op de problemen van de moderne tijd.
‘Illness is the night-side of life, a more onerous citizenship.’
Ziekte
Een ziekte die gemystificeerd en gevreesd wordt, wordt in zekere zin als besmettelijk beschouwd ook al is dat medisch gezien niet zo. Voor velen blijft contact met kanker- of aids-patiënten een taboe. Elke ziekte gaat gepaard met een heel eigen perceptie en levert heel uiteenlopende metaforen op: zo werd en wordt tbc vaak gezien als een ziekte die de patiënt tot zijn kern herleid en hem spiritualiseert en esthetiseert. Het is duidelijk dat Tony Kushner in zijn portrettering van Prior elementen van die associatie meeneemt, ook al gaat het hier over een fundamenteel andere ziekte. Ook Prior wordt herleid tot zijn kern en onderneemt een geestelijke reis die hem tot inzicht brengt. In Angels in America is het duidelijk dat Prior door zijn ziekte (en het morfinegebruik) in contact komt met een parallelle wereld (die van de voorvaderen en die van de Engel). De idee van straf (en dus van schuld) is vaak met ziektes verbonden. Dit geldt bij uitstek bij aids. Elke ziekte of aandoening van die omvang waarvan de oorzaak (lange tijd) verborgen en de behandeling inefficiënt blijft, zet een mechanisme in werking waarbij vooreerst allerlei termen met de ziekte worden geïdentificeerd (verval, vervuiling, abnormaliteit en zwakte). Vervolgens wordt in naam van de ziekte (dus als metafoor) de gruwel overgeheveld op allerlei sociaal en moreel verwerpelijke fenomenen. De ziekte wordt tot een bijvoeglijk naamwoord en de aanduiding van het kwade. Opvallend is dat met de bestrijding van kanker een terminologie gepaard gaat gestoeld op oorlogsvoering en het militaire: invasie, kolonisatie, doden van de tumor. Susan Sontag schrijft: ‘As TB was the disease of the sick self, cancer is the disease of the Other.’ Aids heeft een tweevoudige metaforische afstamming: op microniveau wordt het beschreven als een kanker, namelijk een invasie, op het niveau van overdracht als een vervuiling. Wat betreft de militaire metaforen is er bij aids (acquired immune deficiency syndrome) een verschuiving zichtbaar: bij kanker waren de vijanden de cellen van het eigen lichaam, bij aids is de vijand datgene wat de ziekte veroorzaakt, van buitenaf komt en het lichaam overneemt. Bij aids is de schaamte om de ziekte rechtstreeks verbonden met de schuldvraag. Slechts weinigen stellen zich de vraag: Waarom ik? De ziekte werd en wordt soms nog beschouwd als de prijs die men moet betalen voor een levenswijze of vorm van seksueel gedrag, een zwakte van de wil, onvoorzichtigheid en verslaving. Aids wordt daardoor geassocieerd met de idee van overschrijding, exces en perversiteit. Aids werd ook beschouwd als een plaag waaraan per definitie niet te ontsnappen was. Plagen zijn steeds verbonden met de idee van straf (van de goden). Aids combineert de idee van een individueel overdraagbare ziekte met de idee dat bepaalde bevolkingsgroepen erdoor worden getroffen en gestraft. Eén van de typische kenmerken van een plaag is de opvatting dat de ziekte stamt uit den vreemde. Aids wordt verondersteld te zijn ontstaan in Afrika (of Haïti) en wordt beschouwd als een tropische ziekte. De moraalridders ten tijde van Reagan hebben niet nagelaten een strijd aan te gaan met specifieke bevolkingsgroepen:
15
migranten, homo’s en drugsverslaafden. Aids wordt door hen genoemd als beschavingsbedreigend en stelt hen in staat een strijd aan te gaan tegen de liberalisering van de maatschappij. Aids vormt een metafoor voor besmetting en mutatie, voor de idee van een samenzwering. De idee van een plaag maakt plaats voor die van een virus dat binnendringt, transformeert, muteert en het lichaam en de samenleving van binnenuit aantast. Het leven zelf (bloed, sperma) is nu drager van de besmetting. ‘Now Aids obliges people to think of sex as having, possibly, the direst consequences: suicide. Or murder. ‘The fear of aids imposes on an act whose ideal is an experience of pure presentness (and a creation of the future) a relation to the past to be ignored at one’s peril. Sex no longer withdraws its partners, if only for a moment, from the social. It cannot be considered just a coupling; it is a chain, a chain of transmission, from the past.’ Susan Sontag: Illness as Metaphor and Aids and its Metaphores
16
Bibliografie | Toneelwerken
• • • • •
• • • • • • • • • • • • •
• • •
The Age of Assassins, New York, Newfoundland Theatre, 1982. La Fin de la Baleine: An Opera for the Apocalypse, New York, Ohio Theatre, 1983. The Umbrella Oracle, Martha's Vineyard, The Yard, Inc.. Last Gasp at the Cataract, Martha's Vineyard, The Yard, Inc., 1984. Yes, Yes, No, No: The Solace-of-Solstice, Apogee/Perigee, Bestial/Celestial Holiday Show, produced in St. Louis, Missouri, Imaginary Theatre Company, Repertory Theatre of St. Louis, 1985, published in Plays in Process, 1987. Stella (adapted from the play by Johann Wolfgang von Goethe), produced in New York City, 1987. A Bright Room Called Day, produced in New York, Theatre 22, 22 April 1985; San Francisco, Eureka Theatre, October 1987; London, Bush Theatre, 1988), Broadway Play Publishing, 1991. The Heavenly Theatre, produced at New York University, Tisch School of the Arts, 1986. In Great Eliza's Golden Time, produced in St. Louis, Missouri, Imaginary Theatre Company, Repertory Theatre of St. Louis, 1986. Hydriotaphia, produced in New York City, 1987 (based on the life on Sir Thomas Browne) The Illusion (adapted from Pierre Corneille's play L'Illusion comique; produced in New York City, 1988, revised version produced in Hartford, CT, 1990), Broadway Play Publishing, 1991. In That Day (Lives of the Prophets), New York University, Tisch School of the Arts, 1989. (With Ariel Dorfman) Widows (adapted from a book by Ariel Dorfman), produced in Los Angeles, CA, 1991. Angels in America: A Gay Fantasia on National Themes, Part One: Millennium Approaches (produced in San Francisco, 1991), Hern, 1992. Angels in America: A Gay Fantasia on National Themes, Part Two: Perestroika, produced in New York City, 1992. Angels in America: A Gay Fantasia on National Themes (includes both parts), Theatre Communications Group (New York, NY), 1995. Slavs! Thinking About the Longstanding Problems of Virtue and Happiness, Theatre Communications Group, 1995. Reverse Transcription: Six Playwrights Bury a Seventh, A Ten-Minute Play That's Nearly Twenty Minutes Long, Louisville, Humana Festival of New American Plays, Actors Theatre of Louisville, March 1996. A Dybbuk, or Between Two Worlds (adapted from Joachim Neugroschel's transation of the original play by S. Ansky; produced in New York City at the Joseph Papp Public Theater, 1997), Theatre Communications Group, 1997. The Good Person of Szechuan (adapted from the original play by Bertolt Brecht), Arcade, 1997. (With Eric Bogosian and others) Love's Fire: Seven New Plays Inspired by Seven Shakespearean Sonnets, Morrow, 1998. Terminating, or Lass Meine Schmerzen Nicht Verloren Sein, or Ambivalence, in Love's Fire, Minneapolis, Guthrie Theater Lab, 7 January 1998; New York: Joseph Papp Public Theater, 19 June 1998.
17
• • • • •
Henry Box Brown, or the Mirror of Slavery, performed at the Royal National Theare, London, 1998. Homebody/Kabul, first performed in New York City, 19 December 2000. Caroline, or Change (musical), first performed in New York at the Joseph Papp Public Theater, 2002. (Director)Ellen McLaughlin Helen, produced at the Joseph Papp Public Theater, 2002. Only We Who Guard The Mystery Shall Be Unhappy, 2003. Translation with “liberties”—but purportedly “not an adaptation”—of Brecht’s Mother Courage and Her Children (2006)
Andere werken • • • • •
La Fin de la Baleine: An Opera for the Apocalypse, (opera) 1983 St. Cecilia or The Power of Music, (opera libretto based on Heinrich von Kleist's eighteenth-century story Die heilige Cäcilie oder Die Gewalt der Musik, Eine Legende) Caroline or Change, (musical) Brundibar, (an opera in collaboration with Maurice Sendak) Munich, a film by Steven Spielberg (2005) - screenplay (co-written by)
Meer lezen over Tony Kushner • • • • • • • • • •
Contemporary Literary Criticism, Gale (Detroit), Volume 81, 1994. Bloom, Harold, ed., Tony Kushner, New York, Chelsea House, 2005. Brask, Anne, ed., "Ride on the Moon", Chicago, Randomhouse, 1990. Brask, Per K., ed., Essays on Kushner’s Angels, Winnipeg, Blizzard Publishing, 1995. Dickinson, Peter, "Travels With Tony Kushner and David Beckham, 20022004", in Theatre Journal, 57.3, 2005, pp. 229-50 Fisher, James, The Theater of Tony Kushner, London, Routledge, 2002. Fisher, James, ed., Tony Kushner. New Essays on the Art and Politics of His Plays, London, McFarland & Company, 2006. Geis, Deborah R., and Steven F. Kruger, Approaching the Millennium: Essays on Angels in America, University of Michigan Press, 1997. Lioi, Anthony, "The Great Work Begins: Theater as Theurgy in Angels in America", in CrossCurrents, Fall 2004, Vol. 54, No 3 Solty, Ingar, "Tony Kushners amerikanischer Engel der Geschichte", in Das Argument 265, 2/2006, pp. 209-24
18