Dienst / Sector:
BS
Hengelo,
Registratienummer:
177378
Raadsvergadering d.d. 25 september 2007 Agendanummer:
B5
Portefeuillehouder:
Kerckhaert
Onderwerp: Voorgenomen standpunt Inzake Twence B.V.
WIJ STELLEN U VOOR: 1. kennis te nemen van de overwegingen van het Dagelijks Bestuur van Regio Twente; 2. niet in te stemmen met het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Regio Twente, toegezonden bij brief d.d 31 augustus j.l., om in de regioraad van 24 oktober a.s. in te stemmen met de verkoop van het volledig belang van Twence B.V.; 3. in de vergadering van de regioraad op 24 oktober bij monde van de Hengelose Regioraadsleden uit te spreken dat de voorkeur uitgaat naar de variant van financiering van de Agenda van Twente met gebruikmaking van een maximale winstuitkering en derhalve niet wordt ingestemd met het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Regio Twente; 4. conform bijgevoegde brief deze overwegingen aan het Dagelijks Bestuur van Regio Twente voor te leggen; 5. gelet op het besluit van het college dat de documenten rapport ING d.d. 14 maart j.l. en de brieven van ING CF van 11 en 13 juli 2007 niet openbaar zijn en dat, gelet op het bepaald in artikel 25 van de Gemeentewet op deze stukken geheimhouding ligt, het besluit tot het opleggen van geheimhouding te bekrachtigen. OVERWEGINGEN Op 29 augustus heeft het DB van de regio haar standpunt inzake het belang in Twence B.V. en de financieringswijze van de Agenda van Twente in een besloten vergadering van de regioraad kenbaar gemaakt. Voorgesteld wordt, door de grootst mogelijke meerderheid van het dagelijks bestuur van de regio, het advies van de bestuurlijke adviescommissie tot verkoop van het volledige belang in Twence B.V. en de daarin opgenomen randvoorwaarden over te nemen, met inachtneming van een nadere precisering van de herijking van het afvalverwerkingscontract. Met betrekking tot de verkoopopbrengst van Twence B.V. wordt voorgesteld om deze onder aftrek van de benodigde gelden voor de Agenda van Twente uit te keren aan de deelnemende gemeenten op basis van het inwoneraantal. Belangrijkste overwegingen daarbij zijn: 1. de mate van zekerheid omtrent de financiering van Agenda van Twente 2. Het belang van Twence BV bij financiële ruimte voor de verdere ontwikkeling van het bedrijf in de markt. 3. de vraag of het nog verantwoord is om overheidsgeld bloot te stellen aan toekomstige risico’s, betrekking hebbend op het toekomstperspectief van het bedrijf. In de regioraad van 24 oktober 2007 zal besluitvorming plaatsvinden over het belang van Regio Twente in Twence B.V. Ter voorbereiding op de besluitvorming in de regioraad heeft het college van de Burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo in de vergaderingen van 4 en 11 september de volgende analyse ten aanzien van het voorstel van het dagelijks bestuur van de regio. Deze analyse resulteert tot slot in een standpunt. Hierbij moet worden opgemerkt dat één lid van het college, dhr. G. ter Ellen, een minderheidsstandpunt heeft ingenomen en na weging van de uitgebrachte adviezen tot een andere afweging komt dan de overige leden van het college en op grond daarvan het standpunt van de commissie Brekelmans en de grootstmogelijke meerderheid van het Dagelijks Bestuur van Regio Twente onderschrijft.
Analyse advies commissie Brekelmans en voorstel DB Regio Twente a. publiek belang Afvalbeheer De bestuurlijke adviescommissie neemt het publieke belang bij het afvalbeheer als invalshoek en stelt daarbij de vraag of het aandeelhouderschap van de Regio Twente (lees: de Twentse gemeenten) een voorwaarde is om het publieke belang te kunnen behartigen. Dit publieke belang wordt omschreven als " de op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze daadwerkelijke verwerking van afvalstoffen en de continuïteit van deze verwerking". Het publieke belang concentreert zich op dit moment op de zeggenschap over de verwerkingstarieven van huishoudelijk afval en zeggenschap over de bedrijfsactiviteiten van de onderneming.
2
De voormalige Afvalstoffenwet gebood gemeenten niet alleen om samen te werken op het gebied van afvalstoffenverwerking, maar ook om de verwerking in de eigen regio te realiseren. Dit heeft geleid tot de realisatie van de afvalverwerkingslocaties Elhorst/Vloedbelt en Boeldershoek, waarbij financiële garantstelling en een langlopend leveringscontract essentiële randvoorwaarden waren voor de realisatie. In de thans vigerende wet Milieubeheer zijn zowel de verplichting tot samenwerking als de verwerking in eigen regio vervallen. De verzelfstandiging van de afvalverwerkingsactiviteiten van de Regio Twente met de oprichting van Twence BV in 2001 blijkt een succes. Twence BV is een volwaardige speler in de afvalverwerkingsmarkt met een zodanige financiële positie dat vermogen kan worden aangetrokken zonder garantstelling van de Regio Twente. Anno 2007 is de wettelijke noodzaak om als overheid te participeren in afvalverwerking niet langer aanwezig. Het realiseren van de biomassa-energiecentrale en de derde verbrandingslijn leiden er toe dat de herkomst van het door Twence BV te verwerken afval verschuift van nu nog 2/3 huishoudelijk en 1/3 bedrijfsafval naar 2/3 bedrijfsafval en 1/3 huishoudelijk afval. Daarnaast overweegt het DB van de Regio, in aanmerking nemend dat de onderneming nieuwe activiteiten zal moeten ontplooien om de continuïteit te waarborgen, dat het de vraag is of de Regio Twente deze ontwikkelingen vanwege het publieke belang moet faciliteren. Bij de bouw van de derde verbrandingslijn en de biomassa-energiecentrale hebben gemeenten eerder anders besloten en geen nieuwe garantstelling afgegeven. Met als vertrekpunt de definitie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid formuleert de commissie Brekelmans de volgende overwegingen t.a.v. de publieke taak/ het publieke belang: • De oorspronkelijke motieven – wettelijke verplichting tot regionalisering van de afvalverwerking èn het ontbreken van marktpartijen die investeringen en daarmee gepaard gaande risico’s wilden lopen (marktfalen) zijn inmiddels niet meer aanwezig; • Tariefstelling kan ook anders dan als aandeelhouder worden geborgd; • Het publieke aandeel in de bedrijfsactiviteiten van Twence neemt na realisatie van de derde verbrandingslijn sterk af (van tweederde naar éénderde); • Expansie – in hoofdzaak op andere terreinen dan de publieke taak – zal nodig blijven voor de continuïteit van Twence. Het is niet de taak van overheden deze expansie en daaraan gekoppelde risico’s te faciliteren; De commissie komt tot de conclusie dat het vanuit overwegingen van publiek belang niet langer noodzakelijk is dat Regio Twente aandeelhouder blijft van Twence B.V. b. Financiële Analyse De analyse van de commissie Brekelmans gaat er van uit dat het te verwachten rendement van Twence niet los kan worden gezien van de risico’s. De verbrandingscapaciteit is daarvan het belangrijkste. De commissie voorziet op middellange termijn dat er sprake zal zijn van een overschot door enerzijds de uitbreiding van de capaciteit in zowel Nederland als Duitsland en anderzijds een lager aanbod door meer afvalscheiding (effecten van Diftar, plasticinzameling, convenant verpakkingen, enz.). Tarieven, en dus winsten, en dus dividend zullen daarmee onder druk komen te staan. Ook de positie van Twence in de afvalmarkt en de investeringsrisico’s moeten in dit licht worden bezien. Vanuit rendementsoogpunt (afgezet tegen de startwaarde van het aandeel in 1995) kan worden gesteld dat (risicovrij) beleggen in staatsobligaties evenveel oplevert. Gerelateerd aan de geprognosticeerde marktwaarde is zelfs sprake van een bijzonder laag rendement. Een belegde verkoopopbrengst zou voor Hengelo bij dit rendement ongeveer € 2.000.000 structureel kunnen opleveren (geabstraheerd van het aandeel in de Agenda van Twente). Het inschatten van het juiste moment van verkoop is altijd lastig. Volgens de adviescommissie over het belang van Regio Twente in Twence B.V. zijn er toch indicaties dat het momenteel een verantwoord moment is: • De ervaringen met de verkoop van AVR in Rotterdam; • De wetenschap dat financiële markten veel kapitaal beschikbaar hebben; • De verwachte ontwikkelingen in de verbrandingscapaciteit en het aanbod; Ook na de onttrekking van de middelen voor de realisering van de Agenda van Twente en de dekking van de huidige dividendstroom in de begroting zou voor Hengelo nog een extra opbrengst resteren. Dat is een premie voor de risico’s die, via de tarieven voor burger en bedrijfsleven opgebouwd en afgedekt, gemeenten de afgelopen tien jaar hebben gelopen. Het bovenstaande leidt volgens de bestuurlijke adviescommissie tot de conclusie dat vanuit financieeleconomisch oogpunt het continueren van het aandeelhouderschap minder wenselijk is. Het Dagelijks Bestuur van Regio Twente stelt daarom voor om de verkoopopbrengst van Twence B.V. onder aftrek van de voor de agenda van Twente benodigde gelden uit te keren aan de deelnemende gemeenten. Daarbij valt op dat de commissie Brekelmans in haar advies een andere volgorde ziet in de financiële afhandeling bij verkoop van het belang in Twence B.V.:
3 1. tegemoetkoming inkomstenderving uit dividend aan de gemeenten, 2. Agenda van Twente, 3. resterende verkoopopbrengst van Twence B.V. wordt uitgekeerd aan de gemeenten.
Overweging van het college van B&W Begin dit jaar heeft een eerder door het dagelijks bestuur van de regio ingestelde bestuurlijke commissie bestaande uit de heren Willeme, Kok en den Oudsten op basis van de rapportage van ING CF geadviseerd aan het Dagelijks Bestuur van Regio Twente om niet tot verkoop van het Belang in Twence B.V. over te gaan. In het onlangs aan het dagelijks bestuur van de regio uitgebrachte advies van de bestuurlijke adviescommissie Brekelmans adviseert de commissie het belang in Twence wel te verkopen. In dit gegeven komt duidelijk tot uitdrukking dat het al dan niet verkopen van het belang in Twence B.V. en het inschatten van het juiste moment daarvan altijd lastig is en dat uiterste zorgvuldigheid in deze van cruciaal belang is. Het college heeft de indruk dat gezien de tijdsdruk die op het proces rond de Agenda van Twente is gelegen en als gevolg van de tijdsdruk waaronder het advies van de bestuurlijke adviescommissie Brekelmans tot stand is gekomen, het proces niet heeft geleid tot een voorstel waarbij alle consequenties in voldoende mate in beeld zijn. In dat kader dienen ook de risico’s bij een verkoop van het belang in Twence B.V. in voldoende mate te zijn gekarteerd en zijn gewogen tegen de argumenten voor verkoop en risico’s bij het houden van dat belang. Ten aanzien van het advies van de commissie Brekelmans heeft standpuntbepaling plaatsgevonden op basis van een aantal in het rapport genoemde bronnen en gesprekken. Het college van B&W van de gemeente Hengelo is van mening dat een bredere (bron-)oriëntatie noodzakelijk is om tot een betrouwbaar en compleet beeld van het perspectief van Twence B.V. te komen en daarmee tot een zorgvuldige afweging. Hoewel de accenten verschuiven zijn wij van mening dat er nog wel degelijk sprake van een algemeen maatschappelijk en publiek belang bij de verwerking van het huishoudelijk afval. 1) Het blijft zaak om het afval zoveel mogelijk nuttig toe te passen (product- en materiaalhergebruik, energieopwekking), tegen 2) zo laag mogelijke kosten voor de burgers (relatie afvalstoffenheffing) waarbij 3) de continuïteit is gewaarborgd. Om bovenstaande belangen op de middellange termijn te borgen kan een contract met Twence B.V. worden gesloten waarbij voor de middellange termijn wordt geregeld hoeveel restafval (fijn/grof) en groente-, fruiten tuinafval tegen welk tarief zal worden verwerkt door Twence B.V. en zal worden geleverd door de gemeenten. De commissie noemt bovenstaande als randvoorwaarde bij eventuele verkoop en Twence B.V. vraagt om voorafgaand aan eventuele verkoop de afspraken over de levering van huishoudelijk afval te herijken. Uit voorgaande blijkt dat op de middellange termijn de tariefstelling zou kunnen worden geborgd door het contract tot 2022 te herijken voorafgaand aan het besluit tot verkoop van het belang in Twence B.V. De vraag laat zich stellen wat dit betekent op lange termijn voor het maatschappelijk belang cq de wettelijke verplichting tot inzameling van afval. Weliswaar kan een tarief voor de middellange termijn worden geborgd, maar niet langer worden beïnvloed. Daar komt bij dat vraagtekens kunnen worden gezet bij de bedoelde concurrentie op de vrije afvalmarkt. Er is tenslotte weinig concurrentie in de directe nabijheid. Ook zullen de Twentse gemeente extra investeringen moeten plegen voor overslagfaciliteiten en extra kosten moeten maken in verband met transport bij overstap naar een andere verwerker. Op dit moment heeft het gros van de Twentse gemeenten geen extra overslagfaciliteiten nodig. Het college is daarbij tevens van mening dat het zuiverder zou zijn wanneer vaststelling van de tarieven in het kader van een herijking van de afvalcontracten vòòr besluitvorming of tegelijkertijd met besluitvorming omtrent verkoop zou plaatsvinden, om zowel uit de financieel oogpunt als vanuit het publieke belang van afvalbeheer een evenwichtig en integraal besluit te kunnen nemen. Verder ziet het college meer dimensies aan het maatschappelijk belang dan uitsluitend de tarieven van de verwerking van afvalstoffen. Op dit moment is de situatie zo dat er in het kader van het afvalbeleid activiteiten worden uitgevoerd door Twence B.V., die vanuit een nieuwe, hardere bedrijfsfilosofie, die met name gericht zal zijn op winstoptimalisatie, het bedrijf mogelijk in de toekomst niet meer zal willen voeren. Indien dit speerpunten van beleid blijven (mogelijk worden dergelijke activiteiten, gezien de rijksdoelstellingen en het daaraan gelieerde rijksbeleid, nog essentiëler) moet bij verkoop van het belang in Twence B.V. naar andere wegen worden gezocht om tot uitvoering van het beleid te komen. Dit brengt extra kosten met zich mee die in de afvalbegrotingen hun weerslag hebben. Ook zijn er momenteel taken ondergebracht bij Twence B.V. die konden worden ondergebracht bij Twence B.V. als uitvoeringsorgaan van de Regio. We denken daarbij aan het contractbeheer voor Papier en karton, glas, KCA en de uitvoering van de transportkostenegalisatieregeling. Wij zijn van mening dat dergelijke activiteiten moeten blijven worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Regio.
4 Daarnaast zijn in de randvoorwaardelijke sfeer nog veel onduidelijkheden. Wat verkoopt de Regio nu precies? De AVI?, ook de stortplaatsen? Overslag? oude stortplaatsen, de grondbank, etc? Welke consequenties heeft dit in financieel opzicht voor de regio? Welke juridische haken en ogen zijn nog niet in beeld gebracht in onderliggende stukken? Hoe verhoudt de cross-border lease zich in juridische zin tot de voorgenomen verkoop? Er zijn ons inziens nog teveel onduidelijkheden. Ook ten aanzien van de overige aandeelhouders, waaronder Essent. Ten aanzien van het bezit van het bedrijf zijn er verder nog vragen ten aanzien van de plicht tot “eeuwig durende nazorg” van voormalige stortplaatsen. Gaat het Dagelijks Bestuur van de regio er van uit dat deze lasten en plichten “met het bedrijf worden meeverkocht?” De onderliggende stukken geven de indruk dat aan dergelijke vraagstukken is voorbijgegaan, hetgeen niet past bij de door de gemeente Hengelo gewenste zorgvuldigheid. Verder menen wij dat het publiek belang fundamenteel breder is dan de borging van tarieven voor verbranding. Boeldershoek en Elhorst-vloedbelt zijn ingericht voor Twentse behoefte. In het rapport van de Commissie Brekelmans wordt gesteld dat de capaciteit van de Afvalverbrandingsinstallatie en de toenemende aandeel van het bedrijfsafval een belangrijke reden is om ons te herbezinnen op het bezit van Twence B.V. Het college is echter van mening dat voor een deel van het bedrijf nog wel degelijk sprake zou moeten zijn van een “borgen” van het Twentse belang. De mogelijkheden om afval te storten worden schaars. Het storten van afval zal in de nabije toekomst “goud geld” gaan kosten. De gemeente Hengelo en de Twentse gemeenten zijn naar de mening van het college gebaat bij een reservering van de stortcapaciteit voor Twents gebruik. Wij constateren verder dat in het rapport van de commissie Brekelmans het uitgangspunt dat borging van werkgelegenheid in het bedrijf niet exclusief een taak is van een publiek aandeelhouder. Daar staat echter tegenover dat een appêl van een publiek aandeelhouder op sociaal ondernemerschap de samenwerking op dit vlak vergemakkelijkt. Het college hecht daar grote waarde aan. Dan zijn er tot slot nog specifieke Hengelose belangen. Daarbij moet gedacht worden aan een gezamenlijke oprichting van een warmtenet cq warmtebedrijf door de gemeente Hengelo en Twence B.V. en gesprekken over toekomstige innovatieve ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en de ligging van het bedrijf, dat in belangrijke mate gebruik maakt van de Hengelose infrastructuur. Daarbij wordt tevens aandacht gevraagd voor het infrastructurele bezit van Twence, nl het bezit van de Boldershoekweg, dat een verbinding vormt tussen het industrieterrein Twentekanaal en Enschede/Boekelo. Overigens zijn wij tevens van mening dat ontwikkelingen bij Twence waaronder de totstandkoming van een warmtenet cq warmtebedrijf, de potentie van de biomassacentrale, de toenemende afzet van electriciteit, en andere duurzaamheids initiatieven nog niet tot volle wasdom van het bedrijf hebben geleid en de potentie ervan in deze fase onderbelicht is. Het is onze overtuiging dat wanneer deze initiatieven tot volle wasdom zijn ontplooid, dit in later stadium in positieve zin tot uitdrukking komt in de waarde van het bedrijf. Verder wordt de gemeente Hengelo, uitgaande van het algemeen regionaal belang, de mogelijkheid ontnomen om regionale afspraken rond de toekomstige ontwikkelingen in Twence B.V. en daarmee gepaard gaande infrastructurele kosten te maken. Tot slot onderkent het college dat de verkoop van Twence de meest zekere optie is voor de financiering van Agenda van Twente. Het college is echter op grond van voorgaande van mening dat het in stand houden van het vermogen van de Twentse gemeenten, in combinatie met beleidsmatige voordelen bij een publiek aandeelhouderschap in Twence B.V. op dit moment van zwaarder belang moeten worden geacht dan de mate van zekerheid van de financiering van de Agenda van Twente.
Standpunt Overwegende dat: 1. de gemeente Hengelo overtuigd is van nut en noodzaak van een meerjarig ontwikkelingsprogramma voor de regio en dat de Agenda van Twente daaraan in belangrijke mate invulling aan geeft, 2. in de reactiebrief van de gemeente Hengelo op de Agenda van Twente door de gemeenteraad tevens de volgende passage expliciet is toegevoegd: “Hoewel wij de uitkomsten van het onderzoek en uw voorstellen daarover met belangstelling tegemoet zien, zijn wij a priori tegenstander van de verkoop van belangen in Twence”; 3. de oplossing van het financieringsvraagstuk van de Agenda van Twente moet worden gezocht in het “bezit” van Twence; 4. de realisatie van de Agenda van Twente echter niet vraagt om een financiering ineens en dat de agenda van Twente in dat opzicht de optie van “maximale winstuitkering” niet uitsluit,
5 5. een appêl van een publiek aandeelhouder op sociaal ondernemerschap de samenwerking op dit vlak vergemakkelijkt. 6. de samenwerking met Twence B.V. in het kader van regionaal innovatiebeleid op o.a. het gebied van duurzame energie wordt vergemakkelijkt met een (meerderheids) aandeelhoudersschap in Twence B.V. 7. de directie en Raad van Commissarissen van Twence B.V. een bijdrage via maximalisatie van de winstuitkering haalbaar achten in een periode van 8 tot 12 jaar 8. de directie en Raad van Commissarissen van Twence B.V. van mening zijn over voldoende solvabiliteit en financieringsruimte te beschikken, rekening houdend met een superdividend; 9. de optie van de maximale winstuitkering op de kortere termijn beleidsmatige voordelen biedt 10. deze optie op langere termijn een potentieel vermogen voor de Twentse gemeenten in stand houdt, 11. de gemeente Hengelo grote waarde hecht aan een zorgvuldiger besluitvorming, 12. de optie van maximale winstuitkering de ruimte geeft om in een later stadium, indien noodzakelijk, alsnog tot verkoop over te gaan, 13. de specifieke Hengelose belangen onvoldoende zijn gewaarborgd, spreekt het college uit dat het in stand houden van het vermogen van de Twentse gemeenten, in combinatie met beleidsmatige voordelen bij een publiek aandeelhoudersschap in Twence B.V. op dit moment van zwaarder belang moeten worden geacht dan de mate van zekerheid van de financiering van de Agenda van Twente. Wij stellen daarom voor: 1. kennis te nemen van de overwegingen van het Dagelijks Bestuur van Regio Twente; 2. niet in te stemmen met het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Regio Twente, toegezonden bij brief d.d 31 augustus j.l., om in de regioraad van 24 oktober a.s. om in te stemmen met de verkoop van het volledig belang van Twence B.V. 3. In de vergadering van de regioraad op 24 oktober bij monde van de Hengelose Regioraadsleden uit te spreken dat de voorkeur uitgaat naar de variant van financiering van de Agenda van Twente met gebruikmaking van een maximale winstuitkering en derhalve niet wordt ingestemd met het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de regio Twente 4. conform bijgevoegde brief deze overwegingen aan het Dagelijks Bestuur van Regio Twente voor te leggen. Zoals eerder vermeld heeft, dhr. G. ter Ellen, een minderheidsstandpunt ingenomen. Dhr. ter Ellen onderschrijft nut en noodzaak van de Agenda van Twente en het standpunt dat de oplossing van de financiering ervan moet worden gezocht in het bezit van Twence B.V. en komt na weging van de uitgebrachte adviezen tot een andere afweging dan de overige leden van het college en onderschrijft op grond daarvan het standpunt van het Dagelijks Bestuur van Regio Twente.
Burgemeester en wethouders van Hengelo, de secretaris, de burgemeester,
Ir. Wimjoost Licht
Drs. Frank A.M. Kerckhaert