‘Brussen’ van een broer of zus met een beperking Zelfsturende teams Regie daar waar het hoort Wooncomplex Het Waal Emmen Een eigen plek onder de zon Van Dedem Marke introduceert Frietje Vrede
an ’twoord Informatiemagazine Baalderborg Groep
jaargang 17 • nr. 2 juni 2015
V OOR W OOR D
‘Wat doe je nu eigenlijk, zo’n hele dag?’ ‘Vertel eens: wat dóe je nu eigenlijk zo’n hele dag als bestuurder van een zorgorganisatie’, vroeg iemand me onlangs. Enigszins verontrust keek ik op: was dit een strikvraag? Maar nee, de vraag was oprecht belangstellend gesteld. En ik kon hem me ook wel voorstellen, want eerlijk gezegd: ik vraag het me ’s avonds op weg naar huis ook wel eens af. Wat heb ik nu toch de hele dag gedaan!? Het tweede kwartaal staat - zo heb ik inmiddels na bijna drie jaar ervaren - vooral in het teken van de externe betrekkingen. Ik vertegenwoordig de Baalderborg Groep. Als werkgever, als kennispartner, als belanghebbende of als deelnemer in overkoepelende (zorg)organisaties. Ik praat met gemeenten en ondernemers over de regionale werkgelegenheid. Met woningbouwverenigingen over de toekomstige woonbehoefte, met de VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) over de zorgtransitie en ondernemerschap en met het Health Innovation Platform over vernieuwing. En dat is slechts een kleine greep uit de agenda. Kortom: veel praten, luisteren, overleggen én rijden. Saai? Soms. Maar meestal interessant en nuttig. Want de zorg is één van de belangrijkste sectoren in Nederland. Er is jaarlijks ruim 93 miljard euro mee gemoeid en maar liefst 1,3 miljoen banen. En dan heb ik het nog niet eens over alle mensen waar het uiteindelijk om te doen is: de patiënten en
cliënten. De zorg is de sector die praktisch iedereen raakt en waarin momenteel ingrijpende veranderingen worden doorgevoerd. De Baalderborg Groep is één van de vele partijen in dit veld. Niet belachelijk groot, maar wel aanzienlijk in de regio. Wij vertegenwoordigen de stemmen van 1200 cliënten en hun familieleden en 1500 medewerkers. En we zijn waar zinvol of nodig aanwezig om die stem te laten horen. Maar ook om ideeën, kennis en ervaringen te delen. Om samenwerkingen te onderzoeken op het gebied van zorg, werk en wonen. Want de Baalderborg Groep is geen wereld op zich. Integendeel: we streven er in alle opzichten naar om juist volop deel uit te maken van de wijk, het dorp, de stad en de samenleving. Dus daarom maken we serieus werk van de externe betrekkingen en laten we waar mogelijk van ons horen. Maar als er in zo’n periode van talloze afspraken elders in het land plotseling in mijn agenda verschijnt: ‘Barbecue bij Landhoeve Zwieseborg!’, dan kan mijn dag niet meer stuk. Want hoe belangrijk de externe contacten ook zijn, er gaat toch niets boven onze eigen mensen en organisatie. Ik wens u een fijne zomer met veel barbecueweer! Martin Kirchner Bestuurder
OPROEP: Wat zijn úw ervaringen met de veranderingen in de zorgfinanciering? In de volgende uitgave van An’twoord (oktober) besteden we aandacht aan de eerste ervaringen met de nieuwe zorgfinanciering. In de media wordt daar praktisch dagelijks over bericht, met name over de problemen met de PGB-betalingen. Heeft u daar ook mee te maken? Of heeft u wellicht ervaringen op het gebied van de Wmo (het keukentafelgesprek en de nieuwe indicaties), positief of negatief, waarover u iets wilt vertellen? Stuurt u dan svp een mailtje aan
[email protected], dan neemt onze redactie contact met u op.
2
|
BAALDERBORG GROEP
Van de voorpagina Truida Buchner (r) en Riek Breukelman zijn zussen. Na het overlijden van hun ouders, nam Truida op 35-jarige leeftijd de zorg over voor zeven van haar zussen, waaronder Riek. Riek maakte meer dan 27 jaar deel uit van het gezin van Truida en is op haar 61ste uit huis gegaan. Maar ze zien elkaar nog minstens iedere week en gaan ook samen op familiebezoek in Canada. Lees meer over de band tussen ‘brussen’ in het thema-artikel op pag. 4. Foto: Martine Bisschop, Close-up Fotografie Colofon Uitgave Baalderborg Groep Postbus 429 7770 AK Hardenberg T: (0523) 287100 www.baalderborggroep.nl Kopij
[email protected] Eindredactie en begeleiding RenP Communicatie Redactie Martine Bisschop (fotografie), Mieke Bruins, Judith Hamhuis, Inez Kampman, Mariet Luiken, Aimée Roumans, Hetty Smelt, Monique Timmer, Sandra Wenker, Anja Winkelaar.
Vredelievend snacken Zo af en toe een patatje is heerlijk. Lekker goudbruin gebakken, beetje mayonaise erbij... of nog wat meer, bijvoorbeeld pindasaus en rauwe gesnipperde uitjes. Maar dan heet het ‘patatje oorlog’. Waarom is er niet een met vrede?
vorkje. War Child helpt oorlogskinderen met bescherming, psychosociale hulp en onderwijs. De koks en Lucie besloten om de acties te combineren en schaften de vorkjes aan. Van 6 tot 9 mei werden er frietjes vrede verkocht aan cliënten, medewerkers en omwonenden. Dit leverde bij Van Dedem Marke € 550 op voor War Child! Peaceful verder Het is de bedoeling om de saus professioneel te gaan ontwikkelen. Daarvoor heeft Roland contact gezocht met een grote Nederlandse producent. Roland: ‘Bij navraag laten mensen weten de saus heel lekker te vinden; zo’n 30 mensen gaven deze gemiddeld een dikke 8. Toch jammer om daar verder niets mee te doen?’ Wie weet ligt het volgend jaar in elke winkel in Nederland, met een vast percentage van de winst voor War Child. Dat zou toch wat zijn.
Frietje vrede Daarom bedachten opleidingsfunctionaris Lucie ter Meer en de koks van Van Dedem Marke het ‘frietje vrede’ en ontwikkelden ze er een mooie saus bij: ‘peaceful’. De saus heeft een zachtgroene kleur. ‘Daar hebben we ook bewust voor gekozen’, vertelt kok Roland Vloedgraven. ‘Groen is de kleur van groei en vrede; groen doet leven. Er zitten wel tien soorten kruiden in, zoals kervel, bieslook en basilicum. En spinazie voor de kleur. Allemaal biologisch!’ Victory-vorkje Tot hun verbazing lanceerde War Child rond dezelfde tijd ook een frietje vrede, met een speciaal ontwikkeld
AN’TWOORD
|
3
Truida Buchner (l) en Riek Breukelman
B
TH EM A : BR USSEN
Opgroeien met een broer of zus met een beperking
‘Hee, ik ben er ook nog?!’ Wie opgroeit in een gezin met een broer of zus die intensieve zorg nodig heeft, maakt later meer kans op problemen met de eigen school- en werkprestaties en relaties. Daar staat tegenover dat er ook opvallend veel ‘brussen’ (broers en zussen) zijn, die zich juist bovengemiddeld goed ontwikkelen. Bij deze groep zijn eigenschappen als volwassenheid, open staan voor anderen en anders zijn, geduld en doorzettingsvermogen opvallend vaak aanwezig. Een zorgintensieve broer of zus beïnvloedt niet alleen de jeugd, maar vaak ook in meer of mindere mate het latere leven van gezinsleden. En dat kan zowel in positieve als in negatieve zin zijn. Deze conclusie kwam naar voren in een internationaal onderzoek naar brussen en was voor het Nederlands Jeugdinsituut aanleiding voor een aanvullende quickscan naar de ondersteuningsbehoefte van kinderen die opgroeien met een zorgintensieve broer of zus.* Verzwegen broer ‘Ik kan me voorstellen dat die behoefte er is, maar ik ken hem niet uit eigen ervaring’, reageert Karin Leemhuis, die zowel beroepsmatig als privé over dit onderwerp kan
meepraten. Karin is teamleider bij de Baalderborg Groep en de zus van Wolter (53), die als cliënt bij De Zwarte Schuur werkt. ‘Nu moet ik er wel bijzeggen dat wij thuis met negen kinderen waren. En iedereen had dus taken te doen. Wolter net zo goed als de anderen, daar maakten mijn ouders heus geen onderscheid in. Ons gezin was verdeeld in de ‘oudere’ en ‘jongere’ kinderen. Wolter was de oudste van de jongeren, ik kwam daarna. Ik deelde een slaapkamer met hem en een jongere broer. De plek in het gezin heeft denk ik wel verschil gemaakt over hoe we tegen Wolter aankijken. Degenen die ná hem kwamen gaan gewoner met hem om dan de ouderen. Voor hen is Wolter meer ‘anders’, terwijl wij niet beter weten. Hij werd ook net zo goed geplaagd als de rest; geen uitzonderingspositie. Zeker voor die tijd waren mijn ouders behoorlijk vooruitstrevend. Ik weet inmiddels maar al te goed dat het vroeger vaak anders ging. Zo sprak ik in mijn werk een broer van een cliënt, die me vertelde dat hij tot zijn 14e niet eens wist dat hij nog een broer had. Die bleek al die tijd in een instelling te wonen en daar werd met de andere kinderen helemaal niet over gesproken. Dat vond ik onthutsend. Ik moet er niet aan denken dat wij Wolter helemaal niet hadden gekend als broer.’ Andere emoties Kinderen die opgroeien met een broer of zus met een beperking ervaren vaker emoties die leeftijdsgenoten niet of minder hebben: boosheid, jaloezie, schaamte. Ze voelen zich soms eenzaam, geïsoleerd of achtergesteld. ‘Dat laatste herken ik wel een beetje, tenminste: van toen we nog klein waren’, vertelt Marissa van de Belt (21). ‘Ik begreep niet waarom mijn broer Patrick met dingen weg kwam, die ik niet mocht. En ja, als Patrick veel aandacht vroeg en kreeg, dacht ik soms: Hee, ik ben er ook nog!’. Marissa is de jongere zus van Richard en Patrick (26), die het syndroom van Down heeft. Patrick werkt bij de Wijkboerderij in Baalder en woont sinds maart bij De Oldenburg. Zelf woont Marissa nog bij haar ouders en volgt ze de opleiding Maatschappelijk Werk & Dienstverlening.
Wolter & Karin Leemhuis bij hun moeder thuis *) Goudie, A., Havercamp, S., Jamieson, B. & Sahr, T. (2013), Assessing functional impairment in siblings living with children with disability. Nederlands Jeugdinstituut: Quickscan naar de ondersteuningsbehoefte van zorgintensieve gezinnen (2015) AN’TWOORD
|
5
Foto: Miranda Wolf Fotografie
THE MA : B R USS E N
Marissa, Patrick en Richard van de Belt Mep verkocht ‘Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit voor Patrick geschaamd heb, maar ik vond het wel vervelend als mensen naar hem staarden of wezen. Niet voor mezelf, maar voor hem. Dan dacht ik: Wat heb je nu te kijken, als je iets van hem wilt weten, vraag het ‘m dan! En uitschelden voor ‘mongool’ was helemaal uit den boze; daar werd ik vreselijk kwaad om. Mijn broer Richard heeft ooit iemand die dat deed een mep verkocht, hoewel Patrick er zelf niet om maalt. Mongool als scheldwoord zegt hem gelukkig niets. Of mijn opleidingskeuze direct te maken heeft met Patrick weet ik eigenlijk niet. Ik herken me wel in een aantal karaktereigenschappen die uit dat brussenonderzoek naar voren komen: geduld, verantwoordelijkheidsgevoel en interesse in mensen die anders zijn. Dat zal heus wel voortkomen uit het feit dat ik vroeger ook op Patrick paste, hoewel hij vijf jaar ouder is dan ik. Het is vooral voor mijn ouders wel wennen nu hij uit huis is. Er valt toch veel praktische zorg weg. In hoeverre Patrick bepalend is voor mijn toekomst? Goeie vraag. We hebben al wel vastgelegd dat Richard later zijn bewindvoerder zal worden en daarna kom ik. Maar als je me vraagt of ik ooit zal emigreren of een leven kan leiden ver van Patrick… Daar heb ik nog nooit zo over nagedacht. Waarschijnlijk niet.’ Als de ouders er niet meer zijn Brussen zijn zich vaak al relatief jong bewust van het feit dat zij te zijner tijd de zorg voor hun broer of zus met een beperking overnemen van hun ouders. Hoewel de meesten hier niet voor terugschrikken, blijkt het in de praktijk niet altijd even eenvoudig. Ze hebben vaak enerzijds de zorg voor hun eigen kinderen en anderzijds de zorg voor hun
6
|
BAALDERBORG GROEP
ouders die op leeftijd zijn en ondersteuning nodig hebben. Voeg daar nog een broer of zus met een beperking bij en de verantwoordelijkheden stapelen zich op. Zorg voor zeven zussen Truida Buchner (75) had weliswaar geen hulpbehoevende ouders te verzorgen, maar kreeg op 35-jarige leeftijd met haar man Leen wél de verantwoordelijkheid voor maar liefst 7 zusjes, waarvan twee met speciale zorg: Riek, die een verstandelijke beperking heeft en Gretha, die als kind al kampte met psychische problemen. Riek is tot haar 60ste bij Truida en haar gezin blijven wonen. ‘Zo is dat nu eenmaal gelopen’, kijkt Truida terug. ‘Ik ben de tweede uit een gezin van 14 kinderen. Mijn vader was al eerder overleden en toen mijn moeder daarna onverwachts stierf, bleven de jongsten achter in het ouderlijk huis. Een paar waren bezig met een opleiding en kwamen alleen in de weekenden en vakanties; Riek, Gretha en de jongste woonden nog thuis. Uiteindelijk hebben we besloten dat Leen en ik bij hen zouden gaan wonen om de meisjes uit huis te helpen. Dat leek de meest praktische oplossing. Wij hadden zelf twee kinderen en wisten dat er niet meer zouden komen. Ons derde kindje was een Rhesus-kindje en heeft slechts twee dagen geleefd. Daarmee verviel ook alle hoop op verdere gezinsuitbreiding. In plaats daarvan kregen we de zorg voor zeven zussen. Ach, echt goed overzien wat ons te wachten stond konden we niet. En dat is achteraf misschien maar beter ook. Ambulante begeleiding of professionele ondersteuning was er 40 jaar geleden nog niet, wij deden wat wij dachten dat goed was. Onze dochter was 8 toen dit alles gebeurde en inmiddels volwassen. Zij kijkt met gemengde gevoelens terug op deze periode; vooral Gretha was nogal bepalend voor de
TH EM A : BR USSEN
sfeer in huis en daar heeft ze het wel moeilijk mee gehad. Onze zoon heeft er minder last van ondervonden.’ Op haar 60ste uit huis ‘De zorg voor Riek en Gretha hebben we altijd gehouden. Gretha is rond haar 25ste uit huis gegaan, met wisselend succes. Tegenwoordig gaat het gelukkig goed maar haar; ze woont zelfstandig met begeleiding. Riek is veel langer bij ons gebleven. Nadat alle zussen uit huis waren, zijn we verschillende keren verhuisd en Riek ging gewoon met ons mee. Totdat Leen en ik in 1997 op familiebezoek in Canada betrokken raakten bij een treinongeluk. Dat zette me serieus aan het denken. Wat zou er met Riek gebeuren als wij er ineens niet meer zouden zijn? Of als Leen alleen met haar zou achterblijven? Eenmaal terug heb ik contact gezocht met het sociaal maatschapppelijk werk. Met hen hebben we de mogelijkheden van wonen in een instelling bekeken. We hebben het één en ander voorbereid, zodat ze zou kunnen verhuizen als zij en wij daaraan toe waren. Uiteindelijk is ze in 2001 op 60-jarige leeftijd uit huis gegaan en ze vond het geweldig. Riek is heel sociaal, ontmoet graag nieuwe mensen. Overdag gaat ze naar het dagactiviteitencentrum De Roots in Hardenberg. Aanvankelijk twee dagen, inmiddels vier. Overdag is er namelijk geen begeleiding in de woning. Op dinsdagmiddag is ze nog altijd bij ons en dan doen we samen leuke dingen.‘ Lintje ‘Over enkele dagen vertrekken we voor ruim drie weken naar Canada voor een familiefeest van onze enige broer. Jazeker, Riek gaat ook mee. Dat vindt ze wel spannend, maar ook heel leuk. Eén van mijn zussen is inmiddels overleden, alle anderen zijn er nog. Vorig jaar bezorgden ze mij een geweldige verrassing; in het diepste geheim hadden ze een lintje voor me aangevraagd. Vreselijk lief, maar eigenlijk vond ik dat Leen er zeker ook één had verdiend. Dus die heeft er één van mij gekregen.’
Ondersteuning en begeleiding ‘Vergeleken met vroeger is er zeker meer aandacht voor het totale gezin, inclusief eventuele broers en zusjes’, aldus Ineke Brok, die als orthopedagoge bij Baalderborg Junior (Kind & Jeugd) werkt. ‘Vooral de ambulante begeleiders, die ondersteuning aan huis geven, spelen hierbij een belangrijke rol. Ze begeleiden niet alleen het kind in kwestie, maar het hele gezin. Er zijn ook meer mogelijkheden gekomen die het gezin met een thuiswonend kind ontlasten. Zoals gespecialiseerde opvang en logeerhuizen. Dit geeft de ouders de
mogelijkheid om op bepaalde dagen iets leuks met hun andere kinderen te doen. Bij Baalderborg Junior hebben we bijvoorbeeld tweemaal per maand zaterdagopvang op ons kinderdagverblijf in Ommen. Of het logeerhuis voor weekendverblijf op Landhoeve Zwieseborg. Waar zinvol en gewenst geven we ook ‘psycho-educatie’. Voor gezinsleden, maar ook voor opa’s en oma’s en andere familieleden. We leggen dan uit wat het kind in kwestie precies heeft, waarom het reageert zoals het doet en hoe daarmee om te gaan. Dit kan heel verhelderend zijn. Het zorgt voor meer begrip, zeker ook bij brussen.’
Tips & informatie Uit het aanvullende onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van brussen, blijkt dat een groot deel van de ondervraagden vooral behoefte heeft aan her- en erkenning. Wie googlet op dit thema, vindt verschillende websites en platforms, waar ervaringen worden uitgewisseld en mensen elkaar kunnen treffen. www.bijzonderebroerofzus.nl www.kansplus.nl -> ledengroepen -> broers en zussen www.mee.nl (ook voor speciale brusjes-cursussen) www.lotjeenco.nl Kijk ook op pagina 23 van deze uitgave voor leuke tips!
AN’TWOORD
|
7
C OLUMN
Meedoen met de Cityrun
Marcel Oostenbrink - Geestelijk Verzorger ‘Het leven van een oude man of vrouw, zittend aan het raam en nog slechts de deur uitgaand voor enkele boodschappen, misschien nog af en toe eens een boek of oude brieven lezend en mogelijk nog een stukje tuin of bloembak en een huisdier verzorgend – ook dit leven is groot en heilig en Gode welgevallig.’ Gerard Reve in ‘Brieven aan Josephine M’ (1976) Gerard Reve was 53 jaar toen hij deze woorden schreef. In zijn werk is het ouder worden altijd een thema geweest. Vaak was hij in gevecht met ouder worden, de aftakeling en het naderbij komen van de dood. Maar soms, zoals in dit citaat, kon hij ook de ouder wordende mens koesteren en waarderen. De woorden krijgen een bijzondere betekenis in het licht van zijn eigen ouder worden. Zo tegen het einde van zijn leven, Gerard is dan net boven de 80, wordt hij opgenomen in een verpleeghuis. Zijn vriend kan de zorg voor hem niet meer bieden gezien het gevorderde stadium van dementie waar Gerard Reve aan lijdt. Er is een foto waarop we Gerard zien met een wijzende arm. De fotograaf memoreert dat hij alleen nog zegt: `Duiven, vogels, die…’, maar meer zegt hij niet; hij wijst. Gebarentaal is het enige wat de schrijver van zoveel woorden nog over heeft. Wat hij schreef over het leven van de oude man of vrouw, gold ook voor hemzelf. Bijzonder om dat leven groot te vinden, heilig en welgevallig aan God. Ik denk een inspiratie in de zorg aan kwetsbare mensen, die aan ons worden toevertrouwd. De overtuiging dat ook dit een groot leven is, juist als je aandacht hebt voor de kleine dingen. Dat dit leven heilig is, juist als er te makkelijk gedacht of gezegd wordt dat dit toch geen leven meer is. En de overtuiging dat God dit leven nog koestert, geeft ook aan de zorg grote betekenis.
8
|
BAALDERBORG GROEP
Op 1 mei werd weer de jaarlijkse Vrieling Cityrun gehouden in Hardenberg. Aan de G-loop van 750 meter deden flink wat mensen mee, ook cliënten van de Baalderborg Groep. Bijvoorbeeld Jos Maathuis (die derde werd bij de heren!), Alien Horsman, Jelle Vermeij, Bas Brink, Gradie Baarslag, Nena Mestebeld, Gwen Droogh, Herman Flim en Albert Hakvoort. De loop van 750 meter voor mensen met een functiebeperking ging door het centrum van Hardenberg. Alle deelnemers kregen na afloop van de loop een mooie medaille. Wil je weten wie er allemaal meededen en welke tijd ze liepen? Kijk dan op www.hardenbergcityrun.nl.
KO R T & ACT UEEL
Officiële opening Korenmolen Windlust in Radewijk
O
p donderdag 23 april is in Radewijk korenmolen Windlust officieel geopend als onderdeel van de Baalderborg Groep. Het echtpaar Nijeboer, dat het bedrijf tot 2014 runde, verrichtte de openingshandeling, samen met de cliënt-medewerkers van de Baalderborg. Zij onthulden de nieuwe specialiteit van de molen: de Roker Bonkelaar. De Baalderborg Groep is sinds vorig jaar huurder van de molen, waar niet alleen op ambachtelijke wijze maalwerkzaamheden worden verricht, maar ook brood en banket wordt gebakken in de eigen bakkerij. De molenaar en bakker krijgen hierbij hulp van 8 cliënt-medewerkers. Zij helpen onder andere bij het afwegen en afvullen van de kant-en-klare brood- en cakemixen die in het winkeltje worden verkocht. Ook in de bakkerij is werk genoeg: het invetten van de bakplaten en het maken van deeg en beslag. In de bakkerij wordt brood gebakken voor een aantal woonlocaties van de Baalderborg Groep. De verschillende broodsoorten en het banket, waaronder de overheerlijke Roker Bonkelaar, zijn ook te koop in de winkel bij de molen. Echt een aanrader! Openingstijden winkel: vrijdag 08.30 - 16.00 en zaterdag 08.30 - 15.00 uur. Kijk voor meer informatie: www.korenmolen-windlust.nl en volg de facebookpagina van de molen. Dan blijft u meteen op de hoogte van alle ontwikkelingen, ook over onze nieuwe website die momenteel in de maak is!
Vrolijke caravan Medewerkers van locatie Stegerveld besloten dit voorjaar om een vrijwilligersklus op te geven bij NLdoet. Namelijk het overschilderen van een oude caravan om er een Bassie & Adriaancaravan van te maken. Die kan dan in het bos staan om in te spelen, koffie te drinken enzovoort. Gelukkig meldden zich drie vrijwilligers om deze klus te klaren: Shirley, Ilona en Didi. Het resultaat is geweldig.
AN’TWOORD
|
9
FAMI LI EPOR TR E T
‘Ik kom hier niet vandaan, Naam: Bep Redder-Gras (90) nee. Ik ben opgegroeid in Wassenaar, als zesde in een Schoonzus van: Jan Jenniskens gezin van tien kinderen. Ik Woont: bij Van Dedem Marke ben hier terechtgekomen vanin Dedemsvaart wege de liefde, net als twee van mijn zussen. Mijn vader Werkte o.a. als administratief is hier wel geboren, zijn famedewerkerster milie woonde in deze streek. De drie jongsten in ons gezin hebben de laatste oorlogsjaren hier doorgebracht, want in het westen leden we toen echt honger. Soep van de gaarkeuken kregen we, met dahliaknollen. Rijk waren we niet, maar we hadden wel een fijne jeugd. Ik was 14 en zat op de mulo toen mijn moeder ziek werd. Ik ben toen drie maanden van school gegaan om voor haar en de rest van het gezin te zorgen. Hard werken, maar ik deed het graag en mijn vader was overgelukkig. Toen ik eenmaal aan die vrijheid was gewend, wilde ik niet terug naar school. Ik ging liever werken, eerst in de huishouding en later 13 jaar op kantoor bij een brilmonturenfabriek.
‘ Drie maanden na ons trouwen moest mijn man 1,5 jaar kuren’ Tijdens familiebezoek aan mijn zus Trees in Dedemsvaart leerde ik Ferdinand kennen. Een schat van een man. We werden verliefd en trouwden, maar drie maanden daarna bleek hij tuberculose te hebben. Net als Trees. Beiden moesten lange tijd kuren in een sanatorium in Bilthoven. Tja, dan zit je daar plotseling alleen en ver weg in Dedemsvaart. Ik besloot tijdelijk terug te gaan naar Wassenaar en dat heeft al met al 17 maanden geduurd. Door de ziekte en medicijnen die Ferdinand kreeg, zijn er nooit kinderen gekomen. Dat spijt me wel heel erg, vooral nu ik ouder ben. Ook Trees is kinderloos gebleven. Haar eerste man is overleden en daarna is ze hertrouwd met Jan. We woonden naast elkaar in Dedemsvaart en trokken altijd veel met elkaar op. Jan is een stuk jonger dan wij en zorgde voor ons toen de jaren begonnen te tellen. Uiteindelijk ben ik hiernaartoe verhuisd, toen het thuis niet meer ging. Eerst niet van harte, maar eenmaal hier ging het wel steeds beter met me. Toen Trees Alzheimer bleek te hebben is zij uiteindelijk ook bij Van Dedem Marke komen wonen, op de gesloten afdeling. Jan bezocht ons iedere dag en dat doet hij nog steeds nu Trees in maart is overleden. We eten elke dag samen in het restaurant. Mijn jongste zus Lies die in Leiden woont, logeert momenteel 14 dagen bij Jan en komt dan ook mee. Ik heb veel verdriet om het overlijden van Trees, maar prijs me gelukkig met Jan en Lies.’
10
|
BAALDERBORG GROEP
lééf je leven
Familie
In iedere An’twoord portretteren wij familieleden over hun leven met en zonder elkaar: Leef je leven vanuit twee invalshoeken. Meedoen? Dan kan. Stuur een mail met een korte toelichting aan:
[email protected]
Naam: Jan Jenniskens (75) Zwager van: Bep Redder Woont: in Dedemsvaart Werkte o.a. binnen de Facilitaire Dienst bij het voormalige Avondlicht (nu Van Dedem Marke)
FAM ILIEPO RT RET
‘Ook ik kom hier niet vandaan, ik kom uit Brabant. Maar het kan vreemd lopen in het leven, want net als Bep heb ook ik hier de liefde gevonden. Daar had ik niet op gerekend. Op mijn 41ste ben ik voor Beps zus Trees uit de Orde van de Karmelieten getreden. Ik was 13 toen ik in het klooster ging; eerst in Boxmeer, daarna jarenlang in Duitsland en vervolgens kwam ik terecht in de pastorie in Dedemsvaart. Ik ondersteunde de pastoor met praktische zaken in de parochie en leerde via het koor Trees en haar man Gerard kennen. Toen Trees’ echtgenoot onverwachts overleed, bleven Trees en ik bevriend en trokken veel met elkaar op. En toen werden we verliefd. Zo erg, dat ik Rome verlof heb gevraagd om te trouwen. Dat betekende dat ik ook ander werk moest zoeken. Ik kon terecht bij de huishoudelijke dienst van het toenmalige Avondlicht. Helemaal onderaan de ladder begonnen, maar fijn werk.
‘ Voor Trees ben ik uit het klooster getreden; we hebben samen 34 prachtige jaren gehad’
F
portret
Trees en ik scheelden 11 jaar. Zij was 52 toen we trouwden en we hebben nog 34 prachtige jaren samen gehad. Hoewel de laatste wel zwaar waren, zeker toen bleek dat Trees Alzheimer had. Bep woonde naast ons aan de Wilhelminastraat en had als suikerpatiënte ook de nodige zorg nodig. Op een gegeven moment kon ik het niet allemaal meer behappen. Na mijn pensionering heb ik tot 2012 als vrijwilliger bij Van Dedem Marke gewerkt en ik hoopte dat Bep het hier ook naar haar zin zou hebben. Aanvankelijk wilde ze niets van een verhuizing weten. Een dame van Cliëntenservice heeft haar toen uitgenodigd om eens te komen kijken, dat was net na de verbouwing. En toen ging de knop gelukkig om; ze ging met de nodige tegenzin naar die afspraak, maar kwam heel positief weer terug. Dat was een grote opluchting. Eenmaal verhuisd, knapte ze fysiek snel op. Haar gezondheid verbeterde en ze kan nu bijvoorbeeld weer beter lopen. In september vorig jaar is Trees ook naar Van Dedem Marke verhuisd. De zussen hadden veel steun aan elkaar en Bep zocht Trees iedere avond op om te kletsen en een spelletje te doen. Tussen de middag aten we iedere dag met z’n drieën in het restaurant. Sinds het overlijden van Trees doen Bep en ik dat samen. Ik heb zelf nog veel familie in Brabant, maar Bep staat dicht bij me vanwege onze gezamenlijke jaren met Trees. Van de zussen was Trees de serieuze en Bep de flapuit. Zij houdt wel van een grapje, ook wel van een schuin bakkie. Dan zei Trees altijd: ‘Da’s onze Bep weer’.
AN’TWOORD
|
11
KO R T & A C TUE E L
Kunstenaars naar kunst
Special Awards 2015
Als kunstenaar kun je af en toe ook best wat inspiratie gebruiken. Dus gingen de kunstenaars en begeleiders van de ArtCrew op 20 maart naar museum de Fundatie in Zwolle. Daar kregen ze een rondleiding en uitleg over de tentoongestelde kunst. Deze boeiende én gezellige dag was mogelijk door vrijwilligers van De Stuw en een financiële bijdrage van NLdoet (het Oranje Fonds).
Jannie Ekkel, Wim Kleinjan en Roy Albers, kunstenaars van de ArtCrew, doen met hun kunst mee aan de ‘Special Award 2015’, georganiseerd door Special Arts uit Amersfoort. De Special Award is een landelijke beeldendekunstwedstrijd voor kunstenaars met een handicap. Werken van deelnemers worden in de zomer tentoongesteld in een reizende expositie waarvoor ook fietsroutes uitgestippeld worden. In Oost-Nederland bestaat de route uit twee delen van elk 25/30 km: Almelo Borne en Hengelo - Enschede.
De moestuin is klaar Ze waren er maar druk mee: spitten, frezen, bemesten, harken, zaaien… maar op 17 april was de moestuin van de Wijkboerderij Baalder klaar. De samenwerking tussen de Baalderborg Groep, Wijkvereniging Baalder, AOC de Groene Welle en de gemeente Hardenberg werd bekroond met een feest. Na meerdere sprekers met mooie woorden onthulde wethouder René de Vent het sponsorbord van de wijkvereniging. Oud-docent en mede-inspirator Peter Nugter had de eer om de moestuin officieel te openen. Daarna was er feest met hapjes, drankjes, springkussens en vooral veel waardering van genodigden en wijkbewoners voor hoe je met behulp van Groen mensen Dichterbij elkaar kunt brengen. Zie ook www.groendichterbij.nl.
De route is te fietsen van 4 september tot 2 oktober. Bezoekers kunnen stemmen op hun favoriete kunstwerk. In het najaar wordt bekend wie de winnaars zijn. Afgelopen december won cliënte Joyce Schoemaker al een prijs met haar gedicht ‘Dag taart op de tafel’. Dit gedicht is opgenomen in een gedichtenbundel met die naam. Ook te koop in het atelier van de ArtCrew. Meer weten? Kijk dan op facebook. com/specialartsaward of op www.specialawardkunstroute.nl.
12
|
BAALDERBORG GROEP
N IEUWS
Vertel het de cliëntvertrouwenspersoon Voormalig coördinator Gea van de Velde is de nieuwe cliëntvertrouwenspersoon van de Baalderborg Groep. Wat gaat ze precies doen? En hoe?
om te kunnen overleggen en te kijken of je er samen wél uitkomt. We doen alles stap voor stap, we bekijken samen wat we kunnen gaan doen. De cliënt bepaalt of er een volgende stap komt en welke dat is. Het is anoniem; ik hoef niemand te vertellen wie er contact met mij heeft opgenomen. Wel zal ik een kwartaalrapportage en een jaarverslag maken, maar daar zet ik geen namen in.’ Kunnen ouders of andere naasten ook contact met Gea opnemen? ‘In eerste instantie ben ik er voor de cliënten. Als zij het niet goed kunnen verwoorden, kunnen naasten dat ook voor hen doen. Maar dan ga ik wel na of de cliënt het ermee eens is, want zijn of haar mening is leidend.’ De locaties langs Als cliëntvertrouwenspersoon werkt Gea onafhankelijk - al wordt ze door de Baalderborg Groep betaald - en is ze op de hoogte van de rechten én plichten van cliënten. ‘Ik ben van plan om alle locaties langs te gaan, cliënten en teams te bezoeken en te vertellen waarbij ik de cliënten kan helpen’, legt Gea uit.
Ondersteunen Sinds 1 april is Gea cliëntvertrouwenspersoon voor 20 uur per week. Tot die tijd was ze coördinator bij De Tyehof in Den Ham (daarvoor De Bussinckhof). ‘Heel wat anders inderdaad’, beaamt Gea, ‘maar het voelt goed.’ In de weken voorafgaand aan haar sollicitatiegesprek heeft ze uitgebreid gesproken met de vier mensen die eerder cliëntvertrouwenspersoon waren: Wim van der Wel, Lucie ter Meer, Kees Hogendorf en Loes Franken. Ze kwam tot de conclusie dat deze bijzondere functie bij haar past: ‘Het gaat hier om een afhankelijke, kwetsbare groep: mensen die het moeilijk vinden om voor hun rechten op te komen. Dan is het fijn om iemand naast je te hebben die dingen kan verwoorden en je kan ondersteunen. Dat is mijn rol.’ Vertrouwelijk ‘Een cliënt kan bij me terecht als deze teleurgesteld, verdrietig of boos is en dat wil bespreken. Of voor een vertrouwelijk gesprek met een neutraal iemand, want dat ben ik. Als je ergens alleen niet uitkomt is het prettig
Laat je horen! ‘Ik wil graag laagdrempelig en toegankelijk zijn voor cliënten. Daarom ga ik naar de voorzieningen toe zodat iedereen mij al eens heeft gezien en zijn er folders ontwikkeld voor mensen met een verstandelijke beperking, voor ouderen en voor naasten. Ook ben ik op IBO (voorheen b.box) te vinden. Cliënten kunnen een berichtje schrijven of iets inspreken en dan neem ik contact met hen op. Weet je wat fijn zou zijn? Dat medewerkers een cliënt erop wijzen dat deze contact met mij kan opnemen als zij zien dat de cliënt ergens mee zit. We hebben namelijk hetzelfde doel voor ogen: het welzijn van de cliënt.’ Verandering begint bij weten Gea is van mening: ‘Als cliënt mag je het zeggen als je het ergens niet mee eens bent of ergens tegenaan loopt. Ik hoop dat veel cliënten zich bij mij melden. Want je kunt pas dingen veranderen als je ze weet!’
Contact met Gea? M. 06 52380057 E.
[email protected] En dus ook op IBO! Na een bericht neemt Gea binnen drie werkdagen contact op.
AN’TWOORD
|
13
W ONE N
Appartementencomplex Het Waal - Emmerhout
Een eigen huis, een plek onder de zon Op vrijdag 10 april is in Emmen het nieuwe wooncomplex Het Waal officieel geopend. ‘Een eigen huis, een plek onder de zon’, zong directeur Martin Kirchner bij zijn speech tot plezier van de vele aanwezigen.
E
n zonnig wás het! De 24 nieuwe bewoners van het complex genoten met volle teugen van deze feestelijke dag, net als hun ouders hoewel sommigen toch ook zeker een brok in de keel moest wegslikken. Want na bijna tien jaar van plannen en voorbereiden was het nu zover: hun kinderen hadden een eigen huis, hun eigen plek onder de zon. ‘Het idee voor een woonlocatie met begeleiding in Emmen is afkomstig van vijf ouders, die elkaar kenden van de sportclub van hun kinderen’, vertelt Job Venema, die als projectleider bij de bouw en oplevering van Het Waal betrokken is. ‘De kinderen woonden op dat moment nog allemaal thuis en de ouders kwamen samen aan de praat over hun toekomst. Zou het niet geweldig zijn wanneer ze
14
|
BAALDERBORG GROEP
op een gegeven moment ergens samen zouden kunnen gaan wonen? In eigen appartementen, maar wel met zorg en begeleiding bij de hand?’ Zoektocht Het idee vatte post en resulteerde in een zoektocht langs verschillende zorgaanbieders in de hoop dat één van hen het plan verder wilde uitwerken. Dat bleek nog niet mee te vallen. Totdat ze in contact kwamen met de Baalderborg Groep. Ze legden hun plannen voor aan regiomanager Piet Landstra: een kleinschalig complex in Emmen met verschillende appartementen voor hun kinderen. Samen, maar toch ook zelfstandig én met professionele begeleiding. Daadkracht van ouders ‘De Baalderborg Groep stond zeker open voor hun ideeën, maar een kleinschalig complex met slechts 4 tot 6 appartementen is financieel niet haalbaar. Zeker niet wanneer er ook 24-uurs begeleiding nodig is. Daarvoor was een minimum aantal van 24 bewoners nodig. En op dat moment kwam de daadkracht van de initiatiefnemers pas écht tot uiting. Ze gingen op pad en wisten in drie maanden tijd een groot aantal andere ouders te interesseren voor hun plannen. Een knap staaltje van netwerken en zelf vorm willen geven aan de toekomst. Zowel aan de toekomst van hun kinderen als aan die van henzelf’, aldus Job. Betrokkenheid ‘Die betrokkenheid van deze ouders is de rode draad in het verhaal van Het Waal. Zij zijn in heel veel opzichten de drijvende kracht geweest in de realisatie van het complex. Van het allereerste idee tot het vinden van samenwerkingspartners en van de bouwontwerpen tot aan de kleuren op de wanden. We vonden in Woningstichting Domesta en het Bouwfonds uitstekende partners bij het realiseren van het complex, maar eind 2012 dreigden de ontwikkelingen bevroren te worden als gevolg van de financiële onzekerheid die de kabinetsplannen met zich meebrachten. Gelukkig werd al snel duidelijk dat een deel van de aangekondigde rijkskortingen voor corporaties werd ingetrokken en kon Domesta in februari 2013 het licht definitief op groen zetten.’
Voorbereiding op verhuizing Vanaf dat moment ging het snel. Terwijl er in Emmerhout met man en macht werd gebouwd aan het complex, ging Job Venema samen met Mieke Bruins van Cliëntenservice, coördinator Evert Hertsenberg en orthopedagoge Edith Frijhoff aan de slag met het samenstellen van een team medewerkers, het toewijzen van de appartementen en vooral ook het voorbereiden van de toekomstige bewoners. ‘We organiseerden regelmatig een gelegenheid waar ouders en bewoners elkaar spraken en beter leerden kennen. Zoals een feestelijke barbecue bij het bereiken van het hoogste punt. Zo leef je samen toe naar het moment van de uiteindelijke verhuizingen van de bewoners.’ Toekomst ‘Jazeker, het is een prachtig complex met schitterende appartementen’, meent Job. ‘Het illustreert ook heel goed hoe de visie over huisvesting van mensen met een beperking de afgelopen decennia is veranderd. Toen ik zo’n 40 jaar geleden begon in de zorg als begeleider in wat destijds nog een ‘gezinsvervangend tehuis’ werd genoemd, zaten er 24 kinderen in een huiskamer van 40 m2; ze sliepen met z’n vijven of zessen in stapelbedden in slaapkamers van 16 m2. Dat kun je je niet meer voorstellen als je de situatie hier nu ziet. Tegen iedereen die meent dat zijn of haar kind dat uit huis gaat het met aanmerkelijk minder moet doen, wil ik het volgende zeggen: bedenk wél dat een student op kamers een heel ander perspectief heeft dan onze cliënten. Iemand zonder beperking maakt vanuit het ouderlijk huis een tijdelijke terugstap naar een bezemkast en zoekt vervolgens na enkele jaren een flatje of starterswoning. Daarna volgt een ruime eengezinswoning en uiteindelijk vaak een seniorenappartement. Voor onze cliënten is zo’n wooncarrière niet weggelegd. Dit is hun begin- en eindpunt. Dus nee, dit is géén overdreven luxe. Dit is hun toekomst en ik hoop dat ze hier hun leven gelukkig kunnen leven.’
Vlnr: Merian Kuiper, Job Venema en Leon Ammerlaan Leon Ammerlaan (26) ‘Ik vind dit complex een verademing! Hiervoor woonde ik bij een andere zorgorganisatie in een groepswoning. Heel beklemmend. Hier krijg ik letterlijk en figuurlijk meer ruimte. Ik doe zelf meer en rijd bijvoorbeeld nu gewoon zelf naar mijn werk. Ik heb een telefoon mee voor het geval er onderweg iets mis gaat, dan komt er meteen hulp. De begeleiding is er dagelijks om me in en uit bed te helpen en via het uitluistersysteem kan ik ze dag en nacht oproepen als dat nodig is. Het contact met de andere bewoners is goed: ik kan en mag me afzonderen als ik daar behoefte aan heb, en als ik gezelschap wil, ga ik naar de gezamenlijke ruimte om bijvoorbeeld samen te eten’. Merian Kuiper (23) en Danique Bouwer (24) Merian: ‘Wij kennen elkaar al van jongs af aan, onze ouders zijn goed bevriend en wij zaten samen op paardrijden. En nu zijn we buren! Ja, ik moest wel wennen na de verhuizing. De eerste twee weken had ik voortdurend spasmen, dat gebeurt vooral als ik nerveus ben. Maar gelukkig is Danique er dan, die kan me er vaak uithalen en namens mij met de begeleiding praten. Daar heb ik een speciale kaart voor; ik wijs op de kaart aan wat ik bedoel en zij vertaalt het. Dat werkt heel goed!’. ‘We zijn heel close’, beaamt Danique. ‘We kennen elkaar zo goed en we hebben never nooit ruzie. Wel is het zo dat als één van ons moet huilen, de ander ook begint. Dat is soms niet zo handig. Het leukste van hier wonen? Dat we samen zijn natuurlijk! Hier kunnen we blijven, dit is onze plek. We hebben rust nu en onze ouders ook. Leon kennen we ook al een hele tijd en pas is er nog een vriendin van ons hier komen wonen. Nu zijn we allemaal samen. Gezellig’.
Links: Danique Bouwer
AN’TWOORD
|
15
C OLUMN
CLIËN TEN R AAD
E-Health
Cliënten praten mee
Seattle, 2000. Op een internationaal congres over onderzoek in de verstandelijk gehandicaptenzorg spreekt een visionair. Gedragen door de sfeer van Seattle, thuisbasis van Bill Gates, spreekt hij grote woorden over de digitale toekomst van de gezondheidszorg. ‘E-mail heeft de toekomt’ oreert hij. De zaal reageert gelaten. ‘E-mail gaat onze communicatie beheersen’ zegt hij beslist. De zaal reageert meewarig. ‘Via e-mail worden straks inhoudelijke en beleidsadviezen gegeven’. Algehele scepsis in de zaal. Hardenberg, 2005. Bij Baalderborg wordt e-mail geïnstalleerd. Schoorvoetend worden de eerste mails verstuurd. Voor de zekerheid bellen de verzenders met de ontvangers om te checken of hun magische mail wel is gearriveerd. Het is even wennen. Hardenberg, 2015. E-mail beheerst, zoals voorspeld door de visionair, onze communicatie. Adviezen worden zonder enige schroom digitaal verstrekt. Elektronische agenda’s, planners en takenlijsten completeren het beeld. Ik blader in het handboek E-coaching van Anne Ribbers en Alexander Waringa. De tweede druk alweer, uiteraard met gratis E-book. Bij e-coaching is er fysieke afstand tussen zorgverlener en cliënt en verloopt het contact via allerlei vormen van online communicatie: smartphone, tablet, beeldcommunicatie, e-mail en chat. De voordelen liggen volgens de auteurs voor het oprapen. E-coaching is plaats- en tijdsonafhankelijk. Contacten zijn frequenter en waarborgen continuïteit. Chats en mails staan meteen zwart op wit. Om slechts enkele van de vermelde geneugten van e-coaching te noemen. Maar dat geldt toch niet voor de praktijk van de ouderen- en gehandicaptenzorg? Daar is face-to-face (F2F) contact toch onmisbaar? Mis! Al heel wat instellingen in de langdurige zorg hebben e-health (de overkoepelende term) omarmd. In een boek van Saskia Timmer hierover komen de nodige technologieën aan de orde: ouderen die gebruik maken van ‘Medido’, een slimme medicijnverstrekker, licht dementerenden die via GPS-detectie behoed worden voor dwalen, mantelzorgers die via een online ‘Alzheimer assistent’ met elkaar in contact komen. En wat te denken van die 3-D printer die onappetijtelijk gepureerd voedsel omtovert tot een smakelijk ogende, geprinte wortel of karbonade? Of iemand met een lichte verstandelijke beperking die effectief gebruik maakt van beeldzorg, de persoon met het syndroom van Down die trots bij Albert Heijn een via whatsapp ingesproken boodschappenlijst demonstreert, of degene met een meervoudige beperking die thuis met slimme sensoren zijn vuilnisbak opent en sluit. Uit studies blijkt dat gebruikers van e-health een combinatie van gewoon (F2F) contact, zorg via internet en ondersteunende technologie het meest waarderen Ook zo benieuwd naar … het jaar 2030? John Roeden GZ-psycholoog
16
|
BAALDERBORG GROEP
Cliëntenraad Van Dedem Marke Op 20 mei heeft mevrouw Dini Runhart-Wesselink afscheid genomen als lid van de Cliëntenraad Van Dedem Marke. Zij was ruim zeven jaar lid en had verpleging/ PG als aandachtsgebied. De Cliëntenraad heeft een nieuw lid als opvolgster van mevrouw Runhart-Wesselink kunnen aanstellen: mevrouw Dini Visscher-ter Horst. De Cliëntenraad VDM heeft advies gegeven over het nieuw in te voeren kassaregistratiesysteem op locatie Van Dedem Marke. In zijn advies heeft de raad aandacht gevraagd voor goede communicatie richting bewoners en verwanten en geadviseerd om goed na te denken over het oplossen van knelpunten. GCR Leden van de Gemeenschappelijke Cliëntenraad (GCR) kregen op 3 juni van de manager zorgondersteuning, mevrouw Van Beek, tekst en uitleg over MIC-meldingen (melding incidenten cliënten) bij de Baalderborg Groep. Ook werd het MICoverzicht 2014 toegelicht. De GCR heeft, net als de Ondernemingsraad, advies gegeven over de implementatie van zelfstandige teams. Er is aandacht gevraagd voor communicatie, werkdruk, voldoende budget om de implementatie mogelijk te maken en voor het waarborgen van de continuïteit van zorg aan de cliënt.
ZIJ D ELIN GS BETR O KKEN
Ze zijn geen cliënt, familie of medewerker, maar wél op een of andere wijze betrokken bij de Baalderborg Groep. Deze keer in de rubriek ‘Zijdelings Betrokken’:
André Vlashof Chauffeur cliëntenvervoer Wie: André Vlashof (60) Wat: chauffeur cliëntenvervoer bij Het Wijkteam Waar: Nijverdal
H
ij is meerdere malen de wereld rondgereden; als vrachtwagenchauffeur heeft hij zo’n vijf miljoen kilometers afgelegd en de meest uiteenlopende zaken veilig naar de plek van bestemming gebracht. Tegenwoordig rijdt André Vlashof met een aanmerkelijk kleiner vervoersmiddel, maar de lading is des te kostbaarder: hij brengt en haalt onze cliënten in Nijverdal naar en van de dagbesteding. Ook leuk? ‘Heel leuk!’, lacht André breed. ‘Ik heb er zelf echt lol aan. Sinds ik niet meer werk is dit een prima manier om structuur aan de dag te geven. Ervaring met mensen met een beperking had ik niet, en ook niet met personenvervoer trouwens. Ik zat altijd in m’n eentje op de truck, was voortdurend onderweg. Maar hoe graag ik ook rijd, ik knapte uiteindelijk af op de transportwereld. De mentaliteit op de weg is veranderd, mensen gunnen elkaar geen ruimte meer en de tijdsdruk voor truckers is enorm. Ik woonde voorheen in Venlo en nu sinds een jaar in Nijverdal. Nadat ik gestopt ben met werken en een scheiding achter de rug had, wilde ik een nieuwe start maken. Omdat mijn broer hier vlak over de grens in Duitsland woont, ben ik in de regio Regge en Dinkel gaan rondkijken en kwam dit huisje tegen. Precies goed en op een geweldig plekje: je waant je hier bijna op een Center Parcs, als je naar buiten kijkt. Nee, ik kende hier verder niemand, maar dat vond ik geen bezwaar. Ik had voor de verhuizing al contact gezocht met de lokale voetbalvereniging in Nijverdal met de vraag of ze nog jeugdscheidsrechters konden gebruiken. De eerste week dat ik hier woonde, heb ik meteen al vier wedstrijden gefloten. Ach ja, en dan gaat het bijna vanzelf: als ik door het dorp fietste hoorde ik regelmatig: ‘Hee hallo, scheids!’ Via de voetbalvereniging ben ik vervolgens bij Stichting De Welle (welzijnswerk) terechtgekomen en op die manier als
vrijwilliger bij het ouderenvervoer voor Zorgaccent begonnen. Dat beviel me prima, vaak dikke schik in de bus. Ik houd wel van een praatje en een geintje en mijn passagiers ook. Maar het is ook wel duidelijk dat de nieuwe zorgfinanciering tot onrust leidt bij de ouderen. Ik bracht ze van huis naar de dagopvanglocaties, maar daarvan zijn er inmiddels verschillende gesloten. Dat baart de ouderen zorgen en leidt tot veranderingen, waar ze eigenlijk niet meer zo goed mee kunnen omgaan.
‘ Met z’n allen in de bus naar FC Twente en daarna door de McDrive. Dikke pret’ Tegenwoordig rijd ik vier dagen per week cliënten van de Baalderborg Groep. Een heel andere doelgroep, maar zeker net zo leuk. De meesten zijn schatjes, maar er zijn er ook wel met een erg kort – om niet te zeggen: géén- lontje. Nee, daar schrik ik niet van. Ik ben wel wat gewend. Meestal zijn ze met een grapje zo weer in een vrolijke bui. Naast de dagelijkse ritten voor de Baalderborg Groep rijd ik ook wel eens voor een uitstapje van andere zorgorganisaties. Zo ben ik onlangs met een stel cliënten van Aveleijn naar de voetbalwedstrijd FC Twente - PSV geweest. Ze zouden eigenlijk met de trein, maar met de bus van Avelijn is veel leuker natuurlijk, helemaal als we na afloop met z’n allen door de McDrive gaan!’
AN’TWOORD
|
17
ZE LF STA ND I G E T E A M S
Zelfstandige teams:
Regie daar waar het hoort De afgelopen jaren heeft het onderwerp ‘Eigen Regie van cliënten en medewerkers’ hoog op de agenda gestaan. Zo kwam het sterk naar voren in het laatste Cliënt Tevredenheid Onderzoek en het Medewerker Tevredenheid Onderzoek. Cliënten zeiden: ‘Geef mij meer eigen regie. Ik wil zelf bepalen hoe ik mijn leven vormgeef’. En datzelfde was wat medewerkers aangaven: ‘Laat ons nou zelf voor een groot deel beslissen hoe wij de zorg regelen voor onze cliënten.’
te besteden hebben’, aldus Martin Kirchner. ‘We hebben al een reorganisatie doorgevoerd in de ondersteunende diensten en het aantal teamleiders is teruggebracht. Dit past ook goed in het plan om de zorgprofessional meer zelfstandigheid te geven. We hebben dan ook besloten om niet direct te gaan bezuinigen op zorgpersoneel, maar wel tijdelijke contracten niet te verlengen. Erg belangrijk is dat de zorg dan op een andere manier moet worden vormgegeven. Waar we erg geneigd zijn om te zórgen voor onze cliënten, zal de nadruk komen te liggen op het organiseren dat de zorg geregeld is en dat we dit in nauw overleg doen met de familie, het netwerk en vrijwilligers. Dat vraagt om een cultuurverandering binnen de organisatie.‘
Een signaal dat de Baalderborg Groep heeft opgepakt en nu vorm krijgt met de introductie van de Zelfstandige Teams. Maar wat houdt dit nu precies in en wat is de meerwaarde voor onze cliënten?
Om professionals en teams meer ruimte en verantwoordelijkheid te geven is het niet voldoende om te werken met een ontwikkelmeter of presentaties te geven over zelfstandigheid. In de volgende editie van An’twoord zullen we nader ingaan op de stappen binnen het traject Zelfstandige Teams.
Iedereen is anders Directeur Martin Kirchner legt uit: ‘Als je als doelstelling hebt dat je cliënten en hun familie/verwanten regie over hun leven wilt geven, dan moet je ook medewerkers de ruimte geven om dit in te vullen. Elke cliënt is anders en dat vraagt om maatwerk in de zorg. Dat is onmogelijk vorm te geven vanuit het management, dat zal de begeleider in nauw overleg met het netwerk van de cliënt moeten doen. Die ruimte willen wij graag geven.’ De omslag Tegelijkertijd heeft de Baalderborg Groep te maken met de veranderingen in de zorg en alle consequenties die dit met zich meebrengt. Zo is er minder geld beschikbaar voor de Wet Langdurige Zorg (voorheen AWBZ) en op alle zorg die overgegaan is naar de gemeenten (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) en de jeugdzorg wordt ook gekort. ‘Gelukkig zijn wij een financieel gezonde organisatie, maar we moeten goed kijken hoeveel geld wij in de toekomst
18
|
BAALDERBORG GROEP
Aanpak Om tot deze cultuurverandering te komen is het project ‘Zelfstandige Teams’ opgestart. De Baalderborg Groep krijgt hierbij ondersteuning van ‘Invoorzorg!’; een programma van het ministerie van VWS. Zij subsidiëren twee externe coaches die gespecialiseerd zijn in de invoering van zelfstandige teams in de zorg. Binnen de Baalderborg Groep zijn Irma Zandt en Peter Sijtsma de interne projectleiders. ‘We kunnen anderhalf jaar gebruik maken van de kennis en ervaring die Invoorzorg! heeft opgedaan bij tientallen vergelijkbare trajecten. Zo lang duurt het gemiddeld om een team zelfstandig te laten
ZELF STAN D IGE TEAMS
werken. Daarna eindigt het project niet, maar gaan we op eigen kracht verder’, aldus Peter Sijtsma. Meerwaarde voor de cliënt Het project richt zich voornamelijk op de teams en medewerkers, maar wat merkt de cliënt hier nu van? Het lijkt erop dat teams veel meer te doen krijgen en dat er minder tijd voor zorg overblijft. ‘Dat is ook vaak wat teamleden denken als we uitleggen wat we willen doen’, zegt Peter. ‘Maar al snel ervaren ze dat het werk juist leuker wordt en dat ze zelf meer vrijheid krijgen om hun werk in te delen. 99% van de medewerkers heeft dit vak gekozen omdat ze graag goede zorg willen geven aan cliënten. Dat is precies waar dit project over gaat. Professionals, cliënten en verwanten weten het beste welke zorg nodig is voor een cliënt. Een zelfstandig team organiseert de zorg voor een groep cliënten optimaal en professioneel. Dat is waar wij ze bij gaan ondersteunen.’ Dat betekent dat de medewerker meer ruimte krijgt om de hulpvraag van de cliënt te beantwoorden. De cliënt zal zich begrepen en gezien voelen. De cliënt én zijn/ haar familie zullen ervaren dat ze regie hebben over hun leven en op welke manier de zorg wordt vormgegeven. ‘Dit kan alleen maar ontstaan als we de dialoog met elkaar aangaan’, aldus Irma. ‘Vanuit de mogelijkheden van de cliënt, de verwanten, de medewerker en het team. Dat zal niet van de één op de andere dag geregeld zijn, maar dat is wel waar we naar zullen blijven streven. Het continu verbeteren van de zorg.’
Definitie van een zelfstandig team Een zelfstandig team is een relatief klein vast team van ca. 7 tot 15 medewerkers, dat zelfstandig de zorg afstemt op de wensen van de cliënt, zonder voortdurend een beroep te moeten doen op de teamleider of ondersteunende diensten. Ze regelen zelf de contacten met interne en externe betrokkenen. De teamleider bepaalt de doelen en geeft de kaders; het team bepaalt hoe de doelen worden bereikt en hoe de taken worden verdeeld. Het team is verantwoordelijk voor de resultaten en legt verantwoording af aan elkaar en de teamleider. ‘Het is fijn als teams zelf hun rooster maken op basis van de wensen van cliënten, de indicaties en wat teamleden kunnen bieden. Ze kunnen dan ook flexibel omgaan met veranderende omstandigheden.’ Wat levert het op? Alle organisaties die een traject hebben gedaan bij Invoorzorg! hebben over het algemeen de volgende resultaten behaald: 1. Cliënten zijn meer tevreden over de zorg 2. Medewerkers zijn meer tevreden over hun werk 3. Er is minder ziekteverzuim 4. De kwaliteit van de zorg neemt toe 5. De kosten van de zorg dalen
TeamOntwikkelMeter De teams krijgen de komende jaren ondersteuning van teamcoaches, een nieuwe functie binnen de organisatie. Marieke Grootenhuis was voorheen coördinator en is nu teamcoach. ‘We zijn met zes coaches, twee voor elke regio. Wij ondersteunen teamleiders en teams in hun groei naar zelfstandigheid. Hiervoor gebruiken we onder meer een TeamOntwikkelMeter. Elk team scoort zichzelf op 17 onderwerpen en maakt vervolgens een actieplan. Op deze manier kan het team stappen maken en zelfstandigheid ontwikkelen. Inmiddels zijn de eerste teams gestart en de ervaringen zijn positief.‘ Peter Sijtsma en Irma Zandt zijn de interne projectleiders, die de invoering van de zelfstandige teams begeleiden.
AN’TWOORD
|
19
A C HTER G R OND
Fijne vrienden
S
oms is er geld nodig voor leuke activiteiten die buiten het zorgbudget vallen, maar voor cliënten belangrijk zijn. Of voor materialen voor cliënten die je als ‘extra’s’ kunt zien. Dan komt de Stichting Vrienden van de Baalderborg Groep in beeld. Voorbeelden? Deelname aan een aantal jaarlijks terugkerende evenementen, zoals het ballonfestival, de kerstwandeling en de truckersdag. Daarnaast droeg de Stichting Vrienden in 2014 bij aan: • een auto voor locatie Stegerveld: € 1.500,• de kinderboerderij bij Wijkboerderij Baalder: € 4.000,• een huifkarverzekering 2013/2014 voor locatie Landhoeve Zwieseborg: € 2.560,• de belevingstuin van locatie De Tyehof: € 1.100,• verlichtingslampen bij locatie Muldershoek: € 500,En in 2015 schonk de stichting al een bijdrage voor de tuinaanleg van wooncomplex Het Waal in Emmerhout (zie pag. 14).
Dankzij schenkingen De Stichting Vrienden kan deze bijdragen doen dankzij schenkingen door mensen die de cliënten van de Baalderborg Groep een warm hart toedragen. Zo schonken nogal wat medewerkers de waarde van hun kerstpakket aan de Stichting Vrienden. Daarvoor wil de Stichting Vrienden hen graag bedanken! De stichting is ontstaan uit een fusie tussen de vriendenstichtingen van (Nieuw) Baalderborg, Van Dedem Marke (voorheen Avondlicht) en De Zwieseborg. Locaties van de Baalderborg Groep kunnen bij het bestuur van de stichting projecten indienen voor financiële ondersteuning. Het bestuur bekijkt dan of de stichting kan bijdragen.
Idee/vraag/bijdrage Hebt u een goed idee, wilt u meer weten of een schenking doen? Lees dan de folder op www.baalderborggroep.nl, mail naar
[email protected] of stort uw bijdrage op NL28RABO0378909002 t.n.v. de Stichting Vrienden van de Baalderborg Groep.
20
|
BAALDERBORG GROEP
ZELF STAN F IT D IGE & GE TEAMS ZOND
Stichting Paardrijden Gehandicapten
Mini Landdag Manege Hoogenweg Op zaterdag 6 juni vond bij manege Hoogenweg de jaarlijkse ‘landdag’ plaats: een gezellig evenement van de Stichting Paardrijden voor Gehandicapten Hardenberg e.o. Het thema dit jaar: Fit & Gezond.
Leo Assink met zijn favoriete paard Vos
‘Kijk eens: neem gerust!’, zegt een vriendelijke vrijwilligster terwijl ze een paar bakjes met minikomkommers en tomaatjes op tafel zet. Leo Assink draait snel z’n hoofd weg. Niet lekker? ‘Niet echt…’, zegt Leo enigszins ongemakkelijk. ‘Maar ik ben wél fit! Ik zit op paardrijden en voetbal. En morgen word ik 53, had je niet gedacht hè?’.
Iedereen kan paardrijden Leo is al 30 jaar enthousiast lid van de SPG. Hij rijdt eens per week, maar gaat daarnaast ook twee avonden naar de manege om voor zijn favoriete paard Vos te zorgen. Hij kijkt reikhalzend uit naar de vakantie, want dan zijn de SPG-paardenkampen op de manege en is hij er een week lang dag en nacht. Hij heeft vanochtend zijn proef al gereden met Vos en dat ging prima. Ook voor Albert Hakvoort zit het erop; hij reed op Bandit. Nu zitten ze te genieten van de prestaties van de anderen en de gezelligheid. Kinderen kunnen zich laten schminken en zich uitleven op de springkussens. Er zijn informatiestands van een diëtisten-, logopedie- en fysiotherapiepraktijk. En elders op het terrein kunnen bezoekers speciale behendigheidslessen volgen. ‘Zo leer je om je evenwicht te bewaren’, weet Leo. ‘Want we zitten niet alleen op het paard, maar doen ook allerlei bewegingen. Iedereen kan
Albert Hakvoort en Leo reden een geslaagde proef.
Behendigheidslessen voor evenwichtsgevoel leren paardrijden, ook als je gehandicapt bent. Je moet alleen niet bang zijn, want dat voelt het paard.’ Altijd welkom: vrijwilligers De SPG Hardenberg telt een kleine tachtig leden en heeft negen paarden en pony’s voor rijlessen en mennen. ‘Een groot deel van de kosten wordt gefinancierd uit de opbrengsten van kledinginzameling’, vertelt voorzitter Arie van Tolij. ‘Daarnaast betalen de leden contributie en prijzen we ons gelukkig met donateurs en sponsors. Hierdoor kunnen we de stalling en verzorging van de paarden bekostigen en materialen aanschaffen, zoals de aangepaste zadels en de menkar. Financieel redden we het vrij aardig, maar waar we wél altijd om zitten te springen zijn vrijwilligers: mensen die de paarden en cliënten tijdens de lessen begeleiden. Vaak lopen ze ernaast, soms zitten ze achter de cliënt op het paard. Zonder deze vrijwilligers zijn we nergens. Dus als ik van de gelegenheid gebruik mag maken om een oproepje te doen….?’ Arie van Tolij, voorzitter SPG Tuurlijk. Bij deze: Hardenberg SPG-vrijwilliger: leuker dan de sportschool! Heeft u eens per week een uurtje over? Vindt u het leuk om iets met mensen en paarden te doen, uw eigen conditie op peil te houden én tegelijkertijd een ander gelukkig te maken? Meld u dan aan als vrijwilliger! Ervaring is niet nodig en u hoeft ook geen heel uur te rennen. Gewoon stevig doorstappen en soms even een kort drafje. Net zo effectief als de loopband bij de sportschool, maar wél veel gezelliger! Kijk voor meerinformatie op www.spghardenberg.nl.
AN’TWOORD
|
21
A G E NDA
Agenda
Uitgelicht
25 juni
LEZEN Broers- en zussenboek, Anjet van Dijken
Van Dedem Marke in beweging, met onder andere de opening van de beweegtuin en de ruimte voor fysiotherapie.
11 juli
Harmonicadag bij Landhoeve Zwieseborg
25 juli - 2 augustus
World Games 2015 in Los Angeles 7000 sporters met een verstandelijke beperking uit meer dan 170 landen strijden tegen elkaar! Team NL bestaat uit 65 sporters en 22 coaches die actief zijn in 13 sporten. Meer lezen? www.specialolympics.nl/world-games2015-los-angeles
1 augustus
Vliegerfestijn bij Landhoeve Zwieseborg
4 oktober
Dierendagactiviteiten bij Landhoeve Zwieseborg
Sportevenement in 2016
Op 1, 2 en 3 juli 2016 zijn de Nationale Spelen; het grootste landelijke sportevenement voor mensen met een verstandelijke beperking. Voor meer info: www.specialolympics.nl/nationale-spelen-2016
22
|
BAALDERBORG GROEP
Voor kinderen en volwassenen met een bijzondere broer of zus, bijvoorbeeld met autisme, syndroom van Down, een spierziekte. In dit boek geven 36 brussen (van 6 tot 69 jaar) een kijk in hun leven én gedachten. De thema’s zijn onder meer samen dingen doen, omgaan met zijn/haar ‘andere’ gedrag, tijd hebben voor jezelf, aanvaarden dat je broer of zus zo is, bezorgd zijn om je broer of zus, en vreemde reacties aankunnen. De brussen komen aan het woord via Skype (kinderen) en via een Facebookgroep (tieners en twintigers). Verder vertellen negen volwassen brussen (onder wie acteur Barry Atsma) hun levensverhaal. Met columns van de auteur, tips voor ouders en overzichten van boeken, films en websites. Het is een prettig leesbaar boek. Ook voor ouders en andere geïnteresseerden. Vanaf ca. 15 jaar. www.brussenboek.nl
LEZEN Oei, er klopt iets niet…, Krista Okma Oei, er klopt iets niet... geeft ouders van kinderen met een beperking nuttige tips en adviezen. Hoe leer je omgaan met het netwerk van hulpverleners om je kind heen? En hoe zorg je ervoor dat broertjes en zusjes genoeg aandacht blijven krijgen? Dit boek helpt ouders de positieve dingen aan hun kind te zien en uiteindelijk (weer) plezier te beleven aan het opvoeden.
ZELF ZIEN STAN , LEZEN D IGE ,TEAMS DOEN
ZIEN en DOEN Toegankelijk theater 5D maakt toegankelijk theater: theater voor en door mensen met en zonder beperking. 5D werkt samen met professionele acteurs en theatermakers om mensen bij elkaar te brengen en ze samen te laten genieten van kunst en cultuur. De producties zijn te zien in verschillende theaters en op festivals: onder andere op Oerol en de Parade. Het hele jaar door organiseert 5D workshops en cursussen op het gebied van theater. Daarnaast geeft 5D advies om te stimuleren dat iedereen mee kan doen aan festivals en andere culturele activiteiten. www.wijzijn5D.nl
DOEN Brussengroep bij MEE Drenthe MEE Drenthe geeft cursussen voor kinderen van 9 tot en met 13 jaar met een broer of zus met een beperking. In deze ‘brussengroep’ kunnen ze leeftijdsgenoten ontmoeten die ook een broer of zus met een beperking hebben. Samen doen ze leuke dingen, zoals een spel of knutselen. Maar ook praten ze met elkaar, bijvoorbeeld over problemen die ze tegenkomen, waarom hun broer of zus anders is, hoe zij met hun broer of zus kunnen omgaan en wat ze zelf nodig hebben. Kijk voor meer informatie of aanmelding op www.meedrenthe.nl.
LEZEN www.brusjesblog.nl Een blog voor en door brusjes (broertjes en zusjes) van jongeren met een beperking. Deze blog is het initiatief van brusje en studente journalistiek Lisa Hekman.
LEZEN www.bijzonderebroerofzus.nl Een website voor kinderen en jongeren met een bijzondere broer of zus. Hier vinden ze allerlei tips en informatie. De website is gemaakt door GGNet, organisatie voor geestelijke gezondheidszorg.
LEZEN Broers en zussen van speciale en gewone kinderen, Frits Boer Een broer of zus van een speciaal kind loopt het risico problemen te ontwikkelen, maar kan ook profiteren van deze bijzondere ervaring. Dit boek vertelt hoe. Kinderpsychiater Frits Boer vertaalt actuele wetenschappelijke inzichten naar waardevolle praktische adviezen. Dit boek begint met een overzicht van de broer-zusrelatie in het algemeen en gaat daarna dieper in op onder andere rivaliteit, loyaliteit, de plaats in de kinderrij, en conflicten. Daarna worden broer-zusrelaties bij specifieke aandoeningen bij kinderen besproken, zoals ADHD, autisme, emotionele stoornissen, cognitieve beperkingen, kanker, chronische ziekten en handicaps, waaronder zintuiglijke beperkingen. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de gezinsrelaties? Ten slotte wordt beschreven welke hulp mogelijk is wanneer broers of zussen van speciale kinderen zelf problemen krijgen.
AN’TWOORD
|
23
Mooi portret Elke maand gaat Hans Wieringa naar de Wierdenstraat in Rijssen om samen met een groep mensen muziek te maken. Waarom dit vrijwilligerswerk? ‘Muziek is alles!’ is zijn eerste reactie. ‘Acht mensen doen dan mee, een geweldige groep’, zegt Hans. ‘Het is heel leuk; zelf speel ik keyboard en zij hebben ook allemaal een instrument en spelen mee. De djembés, tamboerijnen, ritmestokjes, sambaballen, een ocean drum en een rainmaker (geeft regengeluid) leen ik van de Boslustschool.’ Deze muziekles is Hans Wieringa wel toevertrouwd. Hij is een onderwijsman en gaf 38 jaar les aan kinderen en jongeren in het speciaal onderwijs, onder meer bij De Boslust in Ommen. Zachtjes ‘De mensen willen het liefst allemaal op een djembé spelen, en het liefst ook hard. Ik leer hen spelen: aan de rand, verder naar binnen én in het midden. We oefenen met zachtjes spelen en luisteren. Ook lopen we op de maat, door elkaar heen zonder elkaar aan te raken. Voor mij is het een happening, ik vind het heerlijk.’ Muziek in de klas Vroeger al heeft Hans samen met anderen een muziekgroep in Zwolle opgezet voor scholieren met een verstandelijke beperking. Die groep heeft hij 35 jaar begeleid. In Ommen deed hij als leerkracht veel met muziek in de klas en werd
hij vrijgeroosterd om ook muziek aan de andere groepen te geven. Daarnaast hield hij zich bezig met ICT voor jongeren met een verstandelijke beperking: hij leerde hen met computers werken, wat sommige collega’s eerst voor onmogelijk hielden. Wat muziek kan doen Hans: ‘Het is mooi om te zien wat muziekinstrumenten kunnen doen: er is iemand bij die heel druk is, maar zij wordt rustig als ze de ocean drum vasthoudt. Dat is een soort trommel met daarin kleine metalen balletjes, dit geeft het geluid van de zee. Bij een andere cliënte - niet in Rijssen heb ik gemerkt dat een boze bui kan verdwijnen als ze een tijdje op de djembé speelt. De drie kwartier die we hebben is vlug om. Maar langer kan ook niet, want dan is de concentratie weg.’ Opwachten ‘De sfeer in Rijssen is heel fijn. De mensen weten dat ik om tien voor 7 kom, dan staan ze me buiten op te wachten. In de winter met de jas aan! Ze helpen me met het uitladen van de muziekinstrumenten en na de les ook weer met inladen. Ik doe dit nu een keer per maand; twee keer zou eventueel ook nog kunnen, maar meer niet. Ik ben met pensioen en heb ook nog andere bezigheden, zoals de beamerdienst van de kerk, piano spelen en bij mijn vrouw zijn. Maar ik heb dus nog wel wat ruimte…’