Heb wel en wee van de Ams ü e rd anas c hè Luchtbeschermingsdienst sinds 1924- tob en aieb heb jaar 1946, het jaar waarin deze zo belangrijke Dienst roemloos ten onder ging. TiT* * * * * * ' * " * * ' * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Amsterdam
November 1972
In opdracht van de Dienst Bescherming Bevolking te boek gesteld.
P.H.Jacobs
blad 1 Heb wel en wee van de Amsterciamsche Luchtbeschermingsdienst sinds 1924 tot en met heb jaar 19^-6, het jaar waarin deze zo belangrijke Diens b roemloos ben onder ging. Op pagina vijf van ons verhaal over de geschiedenis van de Burgerlijke Verdediging van de stad Amsterdam sinds heb jaar 1275» is berloops een korb verslag opgenomen, gewijd aan de laber zo verguisde Luchtbeschermingsdienst van onze ntad. De lotgevallen van deze Dienst vanden in dat verslag aan omstreeks 1928, doch een nader onderzoek brengt aan het licht dat reeds in 1924- een aantal verontrusbe burgers hun bezorgdheid aan de Raad uiten ombrenb de gevaren van luchtbombardemenben op de stad. In het bijzonder leggen zij in brieven aan B en W de nadruk op de eventuele gevolgen voor de bevolking, van door met strijdgassen gevulde explosieven getroffen sbadsdelen»Met de nog nieb vervaagde herinneringen aan de gruwelen die door deze gassen aan heb fronb in de oorlog 1914—1918 werden veroorzaakb, was deze bezorgdheid ben zeersbe gerechbvaardigd.De wereld werd in die bijd diep geschokt door de Ironbberichben en velen kwamen nadien bob de overbuiging dab in een evenbueel volgende volkerenstrijd, een in het nauw gedreven tegenstander zich door een massaal luchtbombardement met gasbommen op zijn vijand en in het bijzonder op diens weerloze bevolking, zou kunnen wreken. Echter gedreven door de "Nooit meer oorlog"- gedachte, vermengd met nieuwe stromingen in het politieke denken, kwamen andere groeperingen tot de overtuiging dat de wereldvrede in aantocht was en dat de van meer realit e i t s z i n getuigenden, als oorlogshi tsers gebrandmerkt dienden te worden. Hoezeer de laatste groep, waaronder vanzelfsprekend de in de aanvang genoemde burgers allereerst moeten worden gerangschikb, in heb gelijk is gesteld, gebuigb de golf van geweld die de wereld in de tweede wereldoorlog overspoelde. Helaas ontkwam de Amsterdams che Raad evenmin aan de roes dat het zo' n vaart niet zou lopen en oorlogen mogelijk niet voorgoed, dan toch zeker voor zeer lange tijd zouden zijn uitgebannen. Voornamelijk werd de toenmalige Burgemeester door die gedachte beheerst, waardoor van de zijde van de stedelijke Overheid vrijwel geen reactie volgde op voormelde brieven. Men beperkte zich toen slechts tot het voorlezen daarvan en van enig initiatief tot het nemen van voorbereidende stappen was geen sprake.
blad 2
sprake. Zij die fcegen het nemen van welke maatregel dan ook scherp gekant waren, gingen mede van het standpunt uit dat bij z o ' n bombardement met b.v. mosterdgas, niemand van de bevolking die ramp zou overleven, ergo een afdoende bescherming tegen gasaanvallen nimmer zou zijn te verwezenlijke n. Zij grondden die opvatting hoofdzakelijk op de ervaringen welke aan het front werden opgedaan, met de toen inderhaast ontworpen afweermiddelen,die tegen de toegepaste gifgassen geen afdoende bescherming boden,waardoor duizenden soldaten de verschrikkingen niet overleefden.Deze feiten alsmede de factor "geld" speelden een belangrijke rol en werden door de anti's veelal met succes gehanteerd,zodra het onderwerp "luchtbescherming" ter tafel kwam.Dit touwtrekken heeft tot 1928 voortgeduurd en voor onze hedendaagse begrippen kunnen wij dit slechts beklemtonen met het "'l histoire se repête", evenwel met een kleine nuance van toen de gas- en nu de atoombom.Uit wat zich destijds rondom het probleem luchtbescherming heeft afgespeeld komt overtuigend naar voren,dat het Gemeentebestuur de oorlogsgedachte in alle opzichten naar de achtergrond heeft willen verdringen en over het algemeen een afwachtende houding heeft ingenomen.Deze instelling heeft een verlammende invloed gehad op de besluitvorming van de Raad waar het beschermingsmaatregelen betrof.Daardoor bleef zelfs een minimum aan noodzakelijke voorbereidingen achterwege. Gezien in de geest van die tijdj wij spreken hier van de Dertiger jaren, bedolven onder de problemen van een steeds meer toenemende crisis; is daar wel enig begrip voor op te brengen, doch daar had de doorsnee inwoner van de stad niet veel aan.Totdat ia 1928 de Gemeentebesturen er door de Rijksregering op werden gewezen,hè t vraagstuk van de luchtbescherming te belichten en de bereikte vorderingen op dat terrein aan de Minister voor te leggen.Schoorvoetend en dan nog vaak plaatselijk werd aan die opdracht tegemoetgekomen doch onder druk van de publieke opinie, bijgestaan door publicaties in de pers en de installatie van een Nationale Gascommissie door de Regering, ging ook de stedelijke Overheid er toe over enkele ambtenaren en burgers de opdracht te verstrekken,tot bestudering, van de maatregelen ter voorbereiding van de luchtbeschermingsorganisatie.De Gascommisie kreeg tot taak,de bestudering van het geheel aan te nemen maatregelen en het geven
blad 3 geven van adviezen, aan de Rijksregering, voor een doelmatige luchtbescherming.Door de merkbare verandering in opvatting t.o.v. noodzakelijk te nemen stappen in die richting, biedt de Commandant van de Vrijwillige Burgerwacht aan,om minstens 1000 vrijwilligers uit zijn reserve af te staan voor het bezetten van de diverse functies in de LBD. Hoewel dit voorstel, afkomstig van een semi-militaire organisatie niet die adheasie ontving die de betrokkenen er van hadden verwacht, ergo niet de instemming van de voltallige Raad verkreeg, kon deze dit spontane aanbod en wel in het bijzonder op financiële gronden, niet afwijzen.Was oorspronkelijk de taak van de Burgerwacht gelegen in het bijstand verlenen aan leger en politie; dit in geval van roeringen e.d.; door boven genoemd aanbod onderkennen wij al een voorloper van een uitsluitend uit burgers samen gestelde luchtbeschermingsorganisatie. Een formatie belast met taken verbonden aan de bescherming van de steedse bevolking tegen oorlogsrampen, zoals deze nu belichaamd is in de Dienst-BB. Deze aanvullende reserve van 1000 man zou volgens de Cdt.-VWB onderschei de lijk kunnen fungeren als: uitkijk-, luister-, telefoon- en radiopos t; tot het vormen van een berichten-, bewakings- en ontsmettingsdienst; het bedienen van alarmapparatuur, het toezicht op de verduistering , de bewaking van openbare schuilplaatsen; de distributie van drinkwater ingeval de waterleiding zou worden besmet en tenslotte de bewaking van musea en het eventueel in veligheid brengen van de kunstschatten. Voor de grotere, meer omvattende taken, zoals gewondentransporten, hulpverlening en opruimingswerk,zouden deze door de reeds aanwezige Overheidsdiensten moeten worden verricht. Voornoemde Cdt. geeft evenwel te kennen over een zeer gering aantal gasmaskers te beschikken, terwijl andere voor de veelheid aan taken noodzakelijke uitrusting volkomen ontbreekt. Hij verzoekt B en W hem de daarvoor noodzakelijke credieten te willen verschaffen, met welk verzoek de lange lijdensweg aanvangt rondom de financiering van allerhande aanschaffingen voor de organisatie van de LBD. Diverse nota's bereiken de Raad, in het bijzonder omtrent de vraag wie dat zal moeten betalen, de Gemeente of de "Rijksregering. Deze vraag hield de gemoederen intens bezig
blad bezig, waardoor grote vertraging ontstond in de besluitvorming omtrent een zaak die, naarmate de tijd verstreek steeds meer urgent dreigde te worden. B en W gingen uit van het standpunt, dat waar de Rijksoverheid immer meer aandrong op het nemen van LB- maat re ge Ie n door de Gemeente, de hoofdmoot van de daaraan verbonden kosten ten laste van het Rijk diende te komen. Door deze kortzichtigheid dreigden de belangen van de bevolking danig in het gedrang te komen, hoewel erkend dient te worden dat de beschikbare middelen voor de opbouw van een zo omvangrijke organisatie, beslist ontoereikend waren.In een Defensiebegroting stelt de Minister nogmaals nadrukkelijk dat het gros van de kosten door de Gemeenten moeten worden gedragen en dat bij uitzondering kleine groepen van de bevolking en voornamelijk zij die die bij de uitoefening van hun beroep daarvoor in aanmerking komen, van Rijkswege voorzien zullen worden van een beschermende uitrusting. In een tijd van toenemende werkeloosheid had een uitspraak als deze een verlammende invloed op het gamma van noodzakelijke maatregelen , die het stadsbestuur voor de luchtbe scherming diende te nemen. Intussen was door de Burgemeester de Gdt. van de Brandweer tot Hoofd van de LBD benoemd, die in deze dubbelfunctie werkzaam, de noodzaak er van in zag zich met gelijkwaardige functionarissen in den lande te beraden, omtrent de vele problemen verbonden aan de organisatie en financiering van de luchtbeschermingsdiens ten. Naast de technische problemen die werden behandeld beklaagde men zich unaniem over de geringe financiële medewerking van de Rijksoverheid, waardoor de plannen om tot een organisatie te geraken niet konden worden verwezenlijkt. Deze klacht betrof tevens het gemis aan voorlichting omtrent vorm en inhoud van een enigzias doelmatige bescherming, alsmede die aan de bewoners afzonderlijk. Ons weer bepalend tot het grote gebrek aan middelen was ook dat zeer begrijpelijk, omdat een enigszins passende voorlichting en propagandavoering, een voor de Regering millioenenverslindende zaak zou betekenen. Ondanks de ontelbare argumenten die Regeringsvertegenwoordigers aanvoeren om de kosten op de Gemeenten af te wentelen, versagen de Gemeentebesturen niet en blijven zij druk uitoefenen op het Rijk. Zij dringen, door de omstandigheden daartoe gedwongen, er op aan, dat meer concrete afspraken worden gemaakt, die tot een positievere aanpak kunnen leiden. Intussen melden zich dagelijks meer burgers
blad 5 burgers aan als vrijwilliger voor de LBD. Voorlopig besluit de Burgermeester tot registratie van deze lieden en zich te beperken tot de opleiding van gemeentepersoneel, dat t.z.t. een werkzaam aandeel zal krijgen in de LB-organisatie.Door de Diensthoofden e.a» worden een aantal specialisten aangewezen, die in de LBD als instructeur of als groepscommandant zullen fungeren.In afwachting van de goedkeuring van een wetsvoorstel betreffende de LB, dat in de zitting 1934— 1935 door de Kamer is aangeboden, waaruit blijkt dat het de regering ernst is met het nemen van de noodzakelijke maatregelen, is door de Gemeente een schuchter begin gemaakt met de uitvoering van de gemaakte plannen. Wij weten nu dat op 23 April 1936 de Wet op de bescherming van de bevolking tegen luchtgevaar is afgekondigd en stellen daarmee vast dat het 12 jaren heeft geduurd, sinds een aantal goedwillende burgers er de noodzaak van inzagen. Dat de dreigtnde toestand in de wereld daartoe de stoot heeft aangegeven is ons nu wel duidelijk. Het prae-advies van 27 Mei 1932 door de Burgemeester destijds aan de orde gesteld komt nu uit het stof, er worden zowel van particuliere zijde alswel van Overheidswege verenigingen en organisaties opgericht, waarvan wel de voornaamste, de Vereniging voor de Luchtbescherming onder auspicieën van de Ministers van Staat. Diverse Ministers nemen daarin zitting, evenals de Commisarissen der Koningin, een aantal Burgeme®sters en Hoofden LBD. Reeds op 2? April d.a.v. is de voltallige Raad van Amsberdam, aangevuld met alle Diensthoofden, het HLBD, de Cdt.VWB en andere specialisten uit de Gemeentelijke Diensten,bijeen. Op uitnodiging van de Gdt.-Luchtverdediging wordt deelgenomen aan, of worden oefeningen bijgewoond en planoen ontworpen voor verduisteringsoefeningen in de Hoofdstad. Als bijen op de honing, komen legio bedrijven af op de mogelijkheden die leiden tot levering van beschermende kleding, meet-en andere apparatuur, alsook van de zo vaak besproken gasmaskers. Diverse"uitvinders" melden zich met de meest fantastische apparaten, die een volledige bescherming tegen elk gevaar uit de lucht zouden garanderen. Daarnevens krijgt het Gemeentesecretariaat vele sollicitaties te verwerken van gegadigden uit alle kringen der bevolking, naar een baantje bij de LBD. Daar zijn er bij van diverse gegradueerden, die door de nood gedwongen,zelfs het eenvoudige werk van luchtwachter
blad 6
luchtwachter ambiëren. Onder hen waren tevens diverse oudmilitairen, waarvan er enkele een voorname rol hebben gespeeld in de LBD., tegen de fantastise honorering van 45 gulden per week. Zij behoorden voorheen tot de bestbetaalden in de Landmacht, doch werden door de heersende malaise bij het grote leger van werkelozen ingedeeld, Ee'n van die sollicitaties dient hier om historische redenen,aan de vergetelheid te worden ontrukt en bevatte het volgende enigszins verkorte verhaal. In zijn sollicitatiebrief onder geheimhouding rechtstreeks aan de Burgemeester gericht, onthult een exofficier dat hij na 18 jaar te hebben gezwegen zijn sollicitatie te moeten ondersteunen, door de reden van zijn zwijgen er aan toe te voegen. Hij begint dan uiteen te zetten in de roerige dagen van 1918 met huwelijks verlof te zijn, in de periode dat hij deel uitmaakte van de Paleiswacht op de Dam.Zijn garnizoenscommandant was toen ernstig ziek, terwijl die Paleicwacht aan een ex-s chu t te rijkapitein en twee luitenants met enkele minderen was toevertrouwd. Om bijzondere redenen werd de briefsteller telegrafisch van zijn buitengewoon verlof teruggeroepen met de opdracht, om met de ter becchikking staande manschappen onmiddellijk de Paleiswacht te bezetten. De Dam naderend bemerkte hij daar een grote menigte, die op niet te miskennen wijze in opstand dreigde te komen en plannen koesterde het Paleis te gaan bezetten. Onze man heeft desondanks kans gezien het Paleis aan de achterzijde binnen te komen en constateerde dat de politie niet bij machte was de enorme menigte te bedwingen. Tevens stelde hij vast dat de drie Officieren het hazeupad hadden gekozen en er slechts twee manschappen waren achtergebleven. Door vele rellen gebonden was het de politie niet mogelijk versterkingen te laten aanrukken, waarna deze Officier besloot om met die twee soldaten te proberen het Paleis te houden. Hoe het hem gelukt is dat te doen vermelde hij niet in zijn brief, doch deze drie mannen hebben het bestaan het Paleis voor bezetting en vernieling te bewaren. Door hun koelbloedig optreden is de menigte korten tijd later afgedropen, waarna hij het voorval in een uitvoerig rapport heeft vast gelegd. Toen zijn Cdt. enigermate van zijn ziekte was her-
blad 7 hersteld, werd deze sollicitant verzocht voor een commissie te verschijnen om uitvoerig zijn belevenissen uiteen te zetten. Na gehoord te zijn, is hij door zijn Gdt. uitzonderlijk geprezen voor zijn moedig optreden, doch tegelijkertijd voor het volgende dilemma geplaatst. Hem werd de keuze gelaten om over het gebeurde volledig te zwijgen, daarmede eventuele kansen op promotie welke uit zijn optreden zouden voortvloeien, mis te lopen en daardoor de drie officieren te vrijwaren voor de gevolgen van hun vlucht uit het bedreigde Paleis. Zijn Chef zegde hem alle hulp en steun toe, ingeval zijn positie door ontslag o.i.d. gevaar zou lopen in de toekomst. Anderszijds kon hij er opstaan dat het gebeurde openbaar gemaakt zou worden, hetwelk voor hem bijzondere voordelen zou betekenen, doch voor debetrokken officieren de nodige represailles zou opleveren. Genoemde Chef had als militair liever anders gehandeld maar had de plicht, na daartoe door de commissie te zijn geadviseerd, deze uiteenzetting aan die officier te geven. De briefschrijver heeft voor het eerste gekozen, waardoor alles 18 jaar lang in de doofpot verdween. Ondanks de schone beloften werd hij na geruimen tijd toch ontslagen. Zijn sollicitatie geeft ons de indruk,dat hij sinds het ontslag ook niet meer aan het werk is gekomen, waardoor het gewicht van zijn besluit wel duidelijk bij ons overkomt. Of hij door de Burgemeester bij de LBD is aangesteld hebben wij niet kunnen achterhalen, doch gehoopt mag worden dat zulks inderdaad het geval is geweest.Het zou een, zij het wat late belotiing zijn geweest vcor zijn standvastig optreden van toen. Terugkerend naar de problemen rond 1936, ontdekken wij dat de Burgemeester bot de conclusie is gekomen dat het inrichten van een apart bureel voor de LBD dringend nood-r zakelijk is, daartoe enig personeel moet worden aangetrokken en zo mogelijk de Cdt. Brandweer ontlast dient te worden van zijn functie als HLBD. Hij stemt er in toe dat met luchtbeschermingsoefeningen kan worden begonnen, evenwel met de restrictie dat aan de deelnemers,weinig of geen vergoeding zal worden verstrekt wegens loonderving o.i.d. Op 1 April 1937 wordt er inderdaad een apart Hoofd voor de LB benoemd en wel de Cdt. luchtafweer die tussentijds naar deze functie solliciteerde. Tevens werd een plaatsvervanger, een Inspecteur van Politie benoemd, ter vergemakkelijking van het contact met de Politie. Verder nog twee administratieve krachten,een bescheiden begin
blad 8
begin nochthans. De organisatie komt enigszins op gang hetwelk fce constateren valt uit de verdeling van de stad in sectoren of vakken, deze weer in wijken en de wijken in blokken. Waarna uien er toe overgaat, de voor deze onderdelen noodzakelijke commando's samen te stellen.In de rapporten, volgende op het verslag van de in de Raad besproken Wet op de luchtbescherming,wemelt het van begrotingen die door de desbetreffende Diensten worden ingediend.Deze belopen vele tonnen en voor de Raad is het geen eenvoudige zaak om aan al die verlangens te voldoen.Als eerste begunstigde is daar het Hoofd van de G.G.D. die zal moeten trachten met een luttele PI. 5000.- het personeel van die dienst uit te rusten, alsmede de voor noodgevallen bestemde medicamenten aan te schaffen.De nieuwe richtlijnen maken het de Burgemeester mogelijk toezeggingen te doen, doordat het Rijk op basis van indeling i n "ge varenklas s e" voor de gemeenten, bereid is een groot deel der kosten op te vangen. Door die toezeggingen wordt het tevens mogelijk met cursussen te beginnen, waarvan de eerste openbare cursus voor de luchtbescherming gehouden werd in het gebouw van de VWB aan het Singel. De voornaamste lesstof bevatte de EHBO en de maatregelen tegen strijdgassen. Ook werden er van particuliere zijde cursussen opyeset, zodat steeds meer inwoners betrokken raakten bij het luchtbeschermin^swerk. Wat dringend noodzakelijk was omdat de internationale toestand weinig goeds voorspelde. Onbekendheid met de vele aspecten die het luchtbeschermingswerk omvatte was er de oorzaak van, dat enkele in het land en ook in de stad gehouden verduis teringsoefeningen, maar povere resultaten afwierpen. In de nacht van 10 op 11 Juli 1936 werd opnieuw een dergelijke oefening in en boven de stad gehouden, waarvan de resultaten aanmerkelijk beter waren, doordat de bevolking, zich meer bewust van de noodzaak van goede oefeningen, een uitgebreider medewerking verleende en zich beter aan de voorschriften hield dan in het verleden. Door publicaties, gebruik van de omroep en de radiocentralea en de uitgifte van verduis teringsvoorschriften, bereikte het stadsbestuur dat de bevolking,de ernst en de noodzaak van een goede luchtbescherming ging inzien, zodat de organisatoren een beter inzicht kregen in de beschermingsmogelijkheden.Waarneming vanuit een boven de stad cirkelend vliegtuig bevestigde o.a. dat verlaging van de huisspanning tot 106 Volt en die van de openbare
blad 9 openbare verlichting tot 60 Volt, voldoende was om oriëntatie op de stad, zelfs van geringe hoogte,vrijwel onmogelijk te maken, terwijl op een hoogte van 1000 meter vele stadsdelen volkomen in het duister gehuld waren.Wel werd hinder ondervonden van we gb e rijders, die zich niets van de voorschriften aantrokken en volop licht voerden, terwijl een enkele vergeten Neon-verlichting het nut van een goede verduistering nadrukkelijk onderstreepte. Opmerkelijk was tevens dat,wegens de zomerse temperatuur aan de bewoners geen verduisteringsplicht was opgelegd, de toegepaste spanningsverlaging dit opvallend resultaat opleverde. Begin en einde van deze oefening werd aangegeven door de momenten van spannitigsverlaging en de terugkeer tot de normale netspanningen.Voor wat betreft de wijze van alarmering, o,a. d.m.v. sirenes werden uitvoerige discussies gehouden. Uitgaande van de gedachte dat spanuingsverlaging de werking daarvan onmogelijk maakte, werden diverse suggesties gedaan om de sirenes met batterijen te voeden, of om aparte benzineaggregaten te plaatsen die automatisch in werking zouden treden. In enkele gevallen was er sprake van motoren met een vermogen tot 4-5 P.K. Ook de toon van de sirenes was een groot vraagteken, waarop tenslotte het besluit viel zich in deze op het buitenland te oriënteren. De Burgemeester bereiken ook vele brieven van bewoners, die bezorgd door de expansiedrift van Duitschland en Rusland, eveneens door de strijd in Ethiopië en Spanje, er bij hem op aandringen haast te maken met de inrichting en bouw van openbare schuilgelegenheden. Door verzending van diverse publicaties wordt de bevolking aangeraden, de daarin vervatte maatregelen te treffen tegen luchtgevaar, waarbij ook de vele bedrijven in de stad worden betrokken. De eerste vormen van individuele- en bedrijfszelfbescherming worden daardoor al merkbaar. Men gaat tevens over tot de samenstelling van z.g. hulpdiensten en hulpploegen in de bedrijven en de wijken.Regelingen worden getroffen tot uitbreiding van de brandweer met 15 motorspui tb ri gade s en 30 standpijpbrigade s. Daarvoor zijn nodig 10 kleine motorspuiten en 50 te plaatsen standpijpen, kosten ]?1. 4-8.000.- met een bezetting van 920 man. Ook wordt bevorderd dab de openbare bedrijven uitgerust worden met een eigen brandspuit, door eigen personeel te bedienen. Kort genomen worden er door alle Diensten voorstellen gedaan en maatregelen genomen, die in grote lijnen overeenkomst vertonen met
blad 10 met die,welke ons nu volkomen vertrouwd zijn. Aan de roep tot distributie van gasmaskers onder de bevolking,wordt bij herhaling weinig gehoor gegeven omdat daartoe de middelen ten enenmale ontbreken, waarbij de verwachting dat Nederland buiten eventuele conflicten zal blijven en een gasoorlog uitgesloten wordt geacht, prevaleert. Tenslotte is de levering van millioenen gasmaskers in een kort tijdsbestek niet realiseerbaar, ongeacht de aanbiedingen van diverse leveranciers, waarvan de meesten uit Duitsland nota bene afkomstig, doch over leveringstermijnen wordt daarin niet gesproken. Zulks geldt eveneens voor ander beschermingsmateriaal, waaruit blijkt dat men zich in dat land reeds laag op een oorlogstoestand heeft geprepareerd. Tijdens een gehouden expositie betreffende de luchtvaart en alles wat daarmede verband hield, komt zulks sterk tot uiting, doordat uit het prgramcaablad bleek dat zeker 75 % van de adverteerders Duitsche fabrikanten waren. Het is ons bekend dat voor de luchtbescherming alsook voor ons leger, massa's goederen werden aangekocht. Me t welk een eenvoud zijn deze goederen in de jaren 194-0-194-5 zonder enig bedankje weer teruggenomen! Dus geen distributie van maskers, wel heeft men plannen tot opleiding van gasspecialisten, waarvoor men de aanwezige apothekers denkt op te leiden. Een speciaal gas reukapparaat zal worden aangeschaft, waaromtrent wij niet-veel wijzer zijn geworden tijdens
de samenstelling van dit verhaal. In het voorgaande merkten wij op dat de Rijksoverheid bereid was een deel van de kosten voor de luchtbescherming voor haar rekening te nemen. Wanneer wij de Rijksbegroting voor de LB in het jaar 1937 ad. Fl. 50.000.-
vergelijken met de geraamde uitgaven voor de aanschaffing van beschermende kleding etc. uitsluitend bestemd voor de uitrusting van het personeel voor de z.g. hulpdiensten, die een totaal vertoont van EL. 227.4-50.- dan valt er met die 50.000.-
gulden weinig te bereiken. Kogelijk interessant ter vergelijking met de huidge prijzen, vermelden wij hier nog de detailprijzen van z o ' n uitrusting: stalen helm gasmasker oliepak rubberlaarzen handschoenen
Fl. 5«" 19." 6." 3«" 2.25
Door votering van die diklce twee ton zouden de voorgestelde
blad 11
voorgestelde 8070 luchtbeschermers geheel uitgerust kunnen, worden, doch uit niets is gebleken of het in de korte spanne tijds voor het uitbreken van de oorlog, zover is gekomen. Terugkomend op de Wet voor de LB van 1936, zien wij dat de Min. van Bi-Za aan de gemeentebesturen een aantal richtlijnen in October heeft verzonden, waarin hij het wenselijk acht de gemeenten in 2 catagorieen (klassen) te verdele n» Dit om een te grote verscheidenheid van luchtbeschermingsmaatregelen te voorkomen» De Burgemeester wordt in die voorschriften belast met het uitvoeren van de maatregelen voor de LB, terwijl het HLBD op grond van zijn instructies een ontwerp-plan LB dient samen te s te 11 e n. Nadat dit ontwerp met de betrokken Diensthoofden zal zijn uitgewerkt, moet het ter goedkeuring via de Burgemeester aan de Minister worden voorgelegd.Gezien de soms genadeloze critiek waarmede dit ontwerp door de betrokken Diensthoofden werd ontvangen, voorspelde zulks niet veel goeds voor de Gdt.-Brandweer. Geen wonder dat hij er bij de Burgemeester stelselmatig op bleef aandringen,hem van zijn functie als Hoofd van de LB te willen ontlasten. Zulks is dan ook gebeurd in 1937» zodat deze Cdt, zich weer geheel aan zijn brandweer taak kon wijden. In de voorgestelde plannen zijn slechts geringe verschillen te ontdekken m.b. t. de wijze van voorlichting, de opleiding en alarmering en die welke heden ten dage in de organisatie BB wordt gehanteerd. Ove rwo ge n wordt een piket in te stellen voor de hulpdiensten,'die vanaf het moment waarop de LBD in werking zal treden, continu in gereedheid moet worden gehouden. Decentralisatie van die hulpdiensten is een eerste vereiste, alsmede een extra beveiliging van deze het eerst optredende onderdelen. Een algemene reserve dient te worden aangelegd, zowel in personeel als in materieel. De Gemeente wordt zoals reeds eerder aangehaald, in vakken verdeeld, daarbij rekeoing houdende met de meer vitale dan wel onveiliger zone's. De vakleider heeft tot taak de bezetting van het Vak, de taakverdeling en zo nodig de huisvesting van de bewoners in geval van rampen etc. De wijkleiders in elk vak zijn i.v.ia. de dislocatie van personeel LBD en het beschikbare materieel met vrijwel congruente taken belast en tevens met de voorlichting van de bewoners van hun wijken. Verder met het commando over de blokwachten en het toezicht op de in de
blad 12 de wijken gelegen schuilplaatsen» Een nadere uiteenzetting in deze is hier overbodig omdat de meeste lezers de vele werkzaamheden aan de LB verbonden nu genoegzaam kennen.Van groot belang zijn ook de onderlinge verbindingen en de communicatie tussen die onderdelen en gedacht wordt aan het inrichten van meldingsposten en de samenstelling van patrouilles.Voor alle leden moeten instructies worden voorbereid en bij de opleiding moet tevens gedacht worden aan de opleiding van gas verkenners. Wij schreven reeds over het gas reuk apparaat hetwelk vermoedelijk de reukkwaliteit van die verkenners.moest testen en waarvoor Fl. 14-5.- moest v/orden ui t ge t rokken. Waar in het LBD-plan een belangrijk deel wordt ingeruimd voor het onderwerp "alarmering1,1 duikt de wijze waarop deze zal geschieden steeds weer op. Over de sirenes is reeds genoeg geschreven, doch deze dienen nog te worden aangevuld met "Super-sirenes", gebruik van kerkklokken en met hoorns uitgeruste vliegtuigen. Deze laatste methode moge vreemd klinken, doch als men beseft dat de tegenstanders van het gebruik van sirenes, toen meenden dat de vijandelijke vliegtuigen door het sirenegehuil konden worden aangelokt, kan dit voorstel enig begrip opleveren. In een circulaire van de Minister onder nr. 25908 afdeling BB, betreffende de inrichting van seinposten voor optische waarneming van naderende vliegtuigen, zien wij dat de letters BB toen al in gebruik waren want die circulaire dateert reeds van 30 september 1936. Op 25 Februari 1937 bereikt de Burgemeester een persoonlijk rapport van de Inspecteur voor de Luchtbescherming, waarin deze zijn visie geeft op de organisaite van de LB en daarin tevens het door de Cdt. Brandweer ingediende ontwerp vrijwel geheel afkraakt. Wanneer wij dan ontdekken,dat genoemde Inspecteur op latere datum naar de functie van Hoofd LB voor.de stad solliciteert, dan wordt het zicht daarop wat ruimer. De"goede" man is om gezondheidsredenen en dat na veel geharrewar, niet aangesteld en zal zijn tijd in Den Haag wel hebben uitgediend.Nu wij weer even terug zijn bij de sollicitanten, verdient nog wel te wordenvermeld dat zelfs een Honorair Consul van België en andere landen,hier gedetacheerd, aich zij het tegen matige vergoeding, als medewerker bij de LB aanbiedt.Waartoe de toen heersende malaise een mens al niet kon brengen. Het plan voor de LB geeft verder aan,dat alle vakhoofden Politie-officieren moeten zijn en v.w.b. de Haven en waterwegen, de Havenmeester.
blad 13
Have ruae es te r. He t wijkpersoneel zal geheel bestaan uit de bewoners van de wijken.Het benodigde Brandweermateriaal zal zoveel mogelijk uit particuliere middelen worden aangeschaft en bemand worden door vrijwilligers uit wijken en blokken.Als algemene reserve zal de beroepsbrandweer fungeren.De bewaking zal in hoofdzaak een taak voor de politie zijn, zonodig versterkt met een vrijwillige hulppolitie.Ook voor de vrouwen zijn er taken in de organisatie en gerekend wordt dat; ook van die zijde vele aanmeldingen zullen volgen. Teneinde de kosten van aanschaf van uniforme kleding te omzeilen, wordt besloten om aan de vrijwilligers armbanden uit te delen met de aanduiding van de onderdelen daarop aangebracht. Aan alle bewoners zullen voorlichtings- en instructieboekjes worden uitgereikt omtrent het doel van een georganiseerde luchtbescherming. Daarin wordt tevens vermeld dat het niet nakomen van de voorschriften, zeker in geval van oorlog, straffen en boetes tot gevolg zal hebben. Overal in het land worden steeds meer activiteiten ontplooit en verduis teringsoefeningen gehouden.Over en weer worden autoriteiten uitgenodigd de oefeningen bij te wonen. Van regeringswege wordt veel aandrang uitgeoefend op de gemeenten,tot het geven van diverse cursussen en oefeningen.In die tijd wordt een .tentoonstelling, de Lubeta gehouden, er zijn proeven met brandbommen, geluidsproeven met sirenes, terwijl de Rijksoverheid de bevolking tot het zelf inrichten van een schuilgelegenheid aanmaant. De kelder van het nieuwe Amsterdamsche Politiehoofdkantoor zal fcot openbare schuilkelder worden ingericht en een daartoe benoemde commissie krijgt tot taak, alle gemeentebouwwerken te inspecteren op de mogelijkheid, tot inrichten van openbare- dan wel bedrijf s schuilplaatsen voor het eigen personeel. In 1937 waarin wij nu zijn aangeland, bruist het hele land van luchtbeschermingsactiviteiten,omdat men over het algemeen wel aanvoelt dat het wereldgebeuren tot een catastrofe zou kunnen leiden. Een uitgebreide campagnein 1938, begeleidt door het wapengekletter over de Oostgrens, spoorde de bevolking extra aan tot het nemen van bijzondere voorzorgen, terwijl een merkbare verbetering in de conjuctuur het Gemeentebestuur in staat stelt grotere bedragen beschikbaar te stellen, voor aankopen die reods lang geleden gedaan hadden moeten worden. In dat jaar is er ook enkele malen grensalarm, zodat de paraatheid van de LBD op de proef wordt gesteld. Aan de cursussen wordt door het
blad personeel van de meeste grote ondernemingen intensief deelgenomen, waardoor ook de BZB aan haar trekken komt. Van de zijde van de Directie van het Rijksmuseum ontvangt het HLBD de mededeling dat het museum wel over voldoende kelderruimte beschikt tot berging van alle kunstschatten, doch dat deze kelders uiteraard niet bomvrij zijn. Men is overeengekomen dat een speciaal vendel van de VWB in het museum zal worden gedetacheerd en ter beschikking zal komen van de Directie, ter bewaking van die kunstschat ben. Zulks was reeds bekend door het vroegere aanbod van de Cdt. van de Burgerwacht. De in de omringende tuinen geplaatste grote monumenten, zullen d. m. v. zandzakken e. d. zoveel mogelijk worden af geschermd. Al s tegenhanger van alle voorbereidingen en maatregelen, ontvangt de Burgemeester een z.g. protestbrief van de Jongeren Vredes Actie met het advies, dat ingeval het Gemeentebestuur een afdoende bescherming van de bevolking niet kan garanderen, de haar opgelegde verantwoordelijkheden door de Minister van Defensie, met beslistheid dient af te wijzen. Ten bewijze dat zo' n gebaar geen verandering zou brengen in de plannen van een eventuele aanvaller, heeft de Burgemeester laconiek de brief retour doen zenden en deze zaak telefonis laten afhandelen. Van een in Winterswijk gehouden oefening kan in dit bestek vermeld worden, dat de bevolking te drie uur 's middags door een oorverdovend geloei van sirenes e. d. werd gealarmeerd, welk alarmgehuil bijna een half uur onafgebroken werd voortgezet. Op zichzelf al een reden tot paniek. Zonder het bevel daartoe te krijgen gingen de hulpdiensten aan de slag, doordat de ondercommandanten tevergeefs op enige opdracht van het HLBD hadden gewacht. Van onderlinge samenwerking kwam verder heel weinig terecht. De z.g. besmetten, voornamelijk door mosterdgas, bleven van elke hulp verstokenj vaak meer dan een half uur; ondanks dat de GD over beschermende kleding beschikte. Het personeel van die Dienst is vermoedelijk, in afwachting van het sein "Alles veilig" in de schuilkelder blijven hokken. Een voor deze oefening uitgenodigde landmachtofficier gaf in een bloemrijk verslag laber te kennen, dat z.i. de oefening ten zeerste geslaagd was. Waarschijnlijk kwam hij door het gebruik van. een goed glas, onder de indruk van de wederopstand van de namaakgewonden en schreef dat enthousiast verslag, omdat alles zo goed was afgelopen. Ongetwijfeld moest daar in de Achterhoek wat meer worden ge oef end. He t jaar 1939 vertoant
blad 15
vertoont hetzelfde beeld als heb voorgaande, waaruit wij kunnen concluderen dat in de ruim twee achterliggende jaren, zoveel mogelijk is ondernomen om tot een enigszins hechte LB- organisatie te geraken, althans voor wat betreft de Hoofdstad. Het LBD-bureel is ondertussen tob 10 man uitgebreid, de cursussen worden bij regelmaat gehouden en vele Amsterdammers zijn door hun geoefendheidjin de gelederen van de LBD als vrijwilliger opgenomen,Vooral het vrijwillig personeel toont zich bijzonder actief,In klein en groot verband worden oefeningen gehouden en wordt de bevolking met raad en daad bijgestaan. In dit jaar mobiliseert ons land en blijkt pas goed de ernst van de zaak en de door de overheid genomen maatregelen. Er wordt hard gewerkt aan de bouw van schuil ge l e genheden en waar maar enigszins mogelijk, zien wij geïmproviseerde of betonnen bouwsels oprichten die het stadsbeeld niet bepaald verfraaien. Men neemt waar mogelijk, kennis van hetgeen daartoe in het buitenland wordt ondernomen en wacht verder maar af wat de duisbere boekomst in zich bergt. Er circuleert van Overheidswege een geheime brief aan de Burgemeesters gericht, waarin dezen wordt opgedragen een voorzichtig onderzoek in te sbellen naar de polibieke insbelling van heb gemeenbepersoneel en in heb bijzonder, in hoeverre zij lidmaab zijn van verboden verenigingen of organisabies. Een index van die verboden ins bellingen, waarvan er heel wat zijn, o.a. al 23 met een extremistische of anarchistische inslaglVOlgt. Op 2 September heef b heb HLBD een geheime bespreking me b de 80 Wijkhoofden ombrenb be nemen maabregelen en de te verlenen bijstand, in geval van calamiteiten. Het HLBD ontvangt verder een vertrouwelijk schrijven, waarin de opdracht vermeld, evacuabiemogelykheden be onderzoeken en mogelijke voorbereidingen be breffen.De gemeenbe Amsberdam koopb eindelijk 7500 gasmaskers aan. Exbra aandachb wordt besbeed aan de verkeersproblemen bij algehele verduis bering. De Burgemees ber onbvangt van de Minisber van Defensie een zeer geheime brief, bevatten— de de mededelingjdat Defensie voor be leveren bijstand aan het garnizoen van de stad, 1 bataljon Infanterie, 1 Eskader pantserwagens en 1 Afdeling Luchtdoelgeschub zal gaan toevoegen. . Zoals het onder Amsterdammers in den regel vergaab, ontstaan er tussen de vrijwilligers Wijk-en Blokhoofden en de Vakcommandanten, die zoals bekend Polibiefuncbionarissen zijn, de onvèr.mijde lijke •/ •
blad
16
onvermijdelijke wrijvingen, die aanleiding geven tot protesten en waarbij met weglopen uit de LBD wordt gedreigd. Een reële oplossing van die problemen is in feite nimmer bereikt, want naar wat wij uit rapporten hebben opgediept, heeft die controverse tot het einde van de LBD voortgeduurd. Waaraan de Baitsohe bezetter grotendeels debet was. Nog op 31 Januari 194-0 ontvangt de Gdt. VWB een subsidie van het Gemeentebestuur voor verleende diensten aan de stad, ten bedrage van il. 5000,Een extra klerk, nota bene een Jurist^ wordt aan het bureel toegevoegd. De tijd en het werk gaan voort en voor de vele medewerkers van de LBD wordt het langzaamaan wel duidelijk, dat ons land nauwelijks aan de gevaren van een nieuwe wereldbrand kan ontkomen.De Commandopost in het gebouw van de Burgerwacht was dag en nacht bezet .door vrijwilligers van het KW en leden van de Burgerwacht, ingedeeld bij de LBD.Enkele leden waren als verbindingsofficier ingedeeld bij het Hoofd van het Luchtwachtbureau. Het nog niet gemobiliseerde personeel van de Dienst bestond aan het begin van 194-0, inclusief enkele beroepsmensen uit ca. J4-000 man.Op last van de regering behoefden de Commandopost en de verbindingsofficieren in de periode 22 October 1939 tot 9 April 194-0 geen dienst te doen.Wel zij die als telefonist dienst deden, waarna op laatstgenoemde datum allen weer in dienst moesten komen. Als. bijzonderheid kan nog vermeld worden dat intussen ca. 260 schuilkelders werden gebouwd, die in vele gevallen hun deugdelijkheid in de latere praktijk hebben bewezen. Men beschikte over meer dan 80 motorspuiten, alsmede 14-8 blokbrandweereenheden.Voor het havengebied 3 drijvende spuiten van groot vermogen. Dit materieel werd in hoofdzaak door vrijwilligers bediend, bijgestaan door enkele beroepsbrandweerlieden. De leiding was in handen van de Vak- Wijk- en Blokhoofden. Zo waren er ook versterkingen voor de Geneeskundige Diens t, in de vorm van een aantal hoofdverbandplaatsen, hoofd- en hulpposten. Op elk terrein was in het nodige voorzien en alle Diensten hadden hun voorbereidingen getroffen of waren uitgebreid met grote aantallen vrijwilligers. Niet te vergeten de Gasontsmettingsdienst,die een zeer belangrijk onderdeel vormde in de groep hulpdiensten. Op 30 September inspecteerde H.M. de Koningin in het Stadion de LBD. Zij betuigde na afloop de Burgemeester Haar grote te-
blad 17 tevredenheid over het geheel der maatregelen,die door het Gemeentebestuur en de bevolking van Amsterdam werden genomen,om tot een zo doeltreffende organisatie te geraken.Dit bezoek van H.M. was wel het laatste dat Zij toen aan de Hoofdstad £eeft kunnen brengen.Slechts enkele maanden later en wel in de nacht van 9 op 10 Mei 194-0 te 2.10 uur ontving het HLBD van de Verbindingsofficier bij de Luchtwacht het volgende bericht: " Golven van vliegtuigen hoogte 1500 tot 2000 meter over Oosten en Afsluitdijk, 1.48 en 2.05 W en N.f. richting". Aanvankelijk leefde men nog even in de veronders telling, dat de gesignaleerde vliegtuigen met Düitsche kentekenen ons luchtruim schonden om via die route Engeland te bereiken, doch later om ca. 4.00 uur wist het HLBD dat Nederland in oorlog moest zijn. Hij stelde de Burgemeester daarvan in kennis en zorgde in samenwerking met het Adjunct-hoofd voor de onmiddellijke mobilisatie van de LBD. Tal van functionarissen hadden hun posten reeds van tevoren bezet waarna op 10 Mei te ca. 12.00 uur de gehele LBD gereed was. Op de 11e Mei te 10.50 uur had de stad haar eerste bominslag in de omgeving van de Blauwburgwal waarbij 44 doden en 79 gewonden vielen. Gedurende oorlogs- en bezettingsjaren zijn er ca. 28 bomaanvallen op Amsterdam geweest met een totaal van 737 slachtoffers, waarvan 374 de dood vonden. In en in de directe omgeving van de stad werden 11 neergeschoten vliegtuigen van diverse nationaliteiten waargenomen. Bij al deze calamiteiten werden 274 huizen vernield. Door de LBD is op verzoek bijstand verleent aan Rotterdam, waarheen 200 vrijwilligers met 12 motorspuiten gezonden werden. Na de capitulatie wilden vele vrijwilligers het bijltje er bij neer gooien en verkozen niet met de b e z e t t e r s te willen samenwerken. De Duitschers dachten daar evenwel anders over en verlangden van het HLBD dat de organisatie normaal zou doorwerken en dat voorlopig niemand ontslagen kon of mocht worden. Met een stok achter de deur, dat voor de weigeraars een hoop werk in Duitsland lag te wachten, koos men eieren voor zijn geld en bleef lid van de LBD. In de loop der tijd moest men aanzien dat Düitsgezinde lieden werden ingedeeld en dat tevens voor velen een niet te verteren zaak was. Op aandringen van het HLBD e.a. bleven de meesten hun functie waarnemen, zodat verdere infiltratie kon worden •A
blad 18
worden voorkomen. In feite is de LBD als verlengstuk van de Duitse luchtafweer blijven werken, waardoor deze Dienst buiten haar schuld,bij een groot deel van de bevolking uit de gratie geraakte.Men verdacht de vele vrijwilligers van toep. van collaboratie met de vijand, terwijl de meeste functionarissen met de Politie overhoop lagen en samenwerking door datzelfde denkbeeld, vaak .wederzijds, vrijwel niet mogelijk was. Doordat de Burgemeester kort na de overweldiging van ons land werd vervangen door een ambtsgenoot die toevallig een naam droeg, die volledig overeen kwam met dat wat de doorsnee Amsterdammer van hem dacht, werd de controverse tussen beide groepen nog wat aangewakkerd, omdat verhaal bij de Burgemeester niet mogelijk was door diens politieke instelling. De LBD ging een moeilijke tijd tegemoet, al heeft zij in de eerste oorlogsjaren blijk gegeven van grote activiteit.Fa een luchtaanval op AmsterdanuNoord ontving de Cdt. LBD van die Burgemeester zijn welgemeende dank voor het optreden van zijn Dienst ter plaatse. Naar wat het ÏÏLBD van die dank heeft gedacht kunnen wij slechts gissen, doch heeft hij nimmer kunnen uiten. Door de ontbinding van de Nederlandsche krijgsmacht, hebben vele beroepsmensen getracht een veilig onderkomen te vinden bij de plaatselijke LBorganisaties.Teneinde dat tegen te gaan besluit de b e z e t t e r de salarissen van de beroepslui die van het leger naar de LB zijn overgegaan, te bevriezen. Zij ontvingen in de functie van o.a. Wachtcommandant PI» 4-4-.- per week, zijnde PI. 10.- minder dan hun wedde bij het leger, terwijl en dat vermoedelijk wegens hun houding tegenover de Duitsers, de verzoeken tot salarisverhoging nimmer werden behandeld. Wel werden zij ondanks hun baan bij de LBD, op onverwachte tijden weer in krijgsgevangenschap teruggevoerd, zaken die voor een soepel verloop van de luchtbeschermingstaken van funeste invloed waren. Voegt men bij dit alles nog dat de in het leven geroepen "Ordedienst" van de LBD, voornamelijk uit leden van de vrijwillige Politie werd samengesteld, dan krijgt de lezer wat overzichtelijk beeld van de elementen waaruit destijds de LBD was samengesteld. Als men nu nog aan dit alles de gevoelens van de bevolking, voornamelijk die zij voor de Politie had, omdat zij die van volledige collaboratie met de Duitsers tolWea^j verdacht/ dan is de maat wel vol en zijn de gebeurtenissen, rondom het op 22 Maart 194-4- neerstorten van een Engels vliegtuig, wel te verklaren. Op die bewuste dag kwam een brandend vlieg-
blad 19 vliegtuig neer op de Alphonsoschool in de Westzaatisfcraafc. In die volkrijke buurt ontstond toen grote paniek, terwijl tegelijkertijd honderden zich naar de onheilsplek begaven.Alle hulpverleningsploegen uit de wijk zelf, alsook uit de omringende wijken haastten zich naar het ongeval, waardoor binnen de kortst mogelijke tijd een ware chaos ontstond, aangevuld met kreten over de niet ontplofte bommenlast en het gejammer van de gewonden en omwonenden. Door al het geren en gedraaf kwam er van directe hulpverlening vrijwel geen spaan terecht en raakten de VakWijk- en Blokhoofden met hun personeel danig in de knel. Pas na veel geduw en gesommeer gelukte het de luchtwachters, tot het verlenen van de eerste hulp over te kunnen gaan. Omdat de bezetter in geval van het neerstorten van vliegtuigen speciale orders had uitgevaardigd, o.a. dat het de burgers niet werd toegestaan de vliegtuigen te naderen of hulp te verlenen, begon de gearriveerde Politie alsmede de Ordedienst op de bevolking in te rammen, waardoor de chaos eens zo groot werd.Hetzelfde lot ondergingen de hulpploegea, die slechts voorzien van een armband, weinig verschil vertoonden met de toegesnelde burgers. Opvallend was dat die nog wat hardhandiger werden aangepakt, vermoedelijk als rancune bedoeld wegens de wederzijdse antipathie.Bekome n van de eersbe schrik, lieten de honderden omstanders zich niet onbetuigd en mengden zich en bloc in de strijd, waarbij overen weer rake klappen werden uitgedeeld en het gehele register van Amsterdamsche vleinaampjes werd ui tge t rokken. He t verschijnen van een aantal "FeIdgrauwe"uniformen maakte spoedig een einde aan de rel, waarna men geleidelijk kon overgaan tot een meer gerichte hulpverlening. Uit de voorhanden zijnde rapporten, die een bloemlezing bevatten van alles wat er die dag gebeurde, is voldoende stof te verzamelen om dit verhaal dubbel zo lang te maken. Ook omtrent de ramp die gelukkig niet veel slachtoffers eiste, zullen wij in dit verband niet te veel uitwijden. Met die Ordedienst zat het niet zo glad in Amsterdam, voornamelijk door het eigengereide optreden en handel en wandel van deze met duistere lieden opgevulde Diens t.Bepaalde gedragingen van leden ervan konden nauwelijks het daglicht velen , waardoor die Diensb gedurende haar bestaan, verstoken is gebleven van enige sympathie van de zijde der bevolking. Het HLBD heeft om daar iets aan te doen,een aantal betrouwbare controleurs aangesteld die tot taak kregen het doen en laten van die wachtlopers te beoordelen. In de rap-
blad 20
rapporten die dat onderzoek opleverde, worden die "Ordebewaar— ders als volgfc gekwalificeerd:
" Disciplineloos, ambitieloos, slenteraars, op post slapenden, feuchteloos, geen normale wachfclopers, vaak afwezigen voor privé werkzaamheden,"te veel om op te noemen.De wachtlokalen worden vergeleken met zwijnens tallen etc., met welke uiteenzetting wij hebben willen aantonen wat er van al die vooroorlogse inspanning terecht is gekomen.Als aanvulling van al dit fraais, mag een door een bewaker aan zijn "collegae gericht pamflet, opgehangen in een van de wachtlokalen en voorzien van de in rood potlood geschreven onderstaande tekst niet ontbreken, die tekst luidt: Bewakers i Weg met de a-sociale boeven van der Most en Quack (veroordeeld wegens diefstal in 1937) Pleeg leidelijk verzet, maak geen bekeuringen! Zie geen overtredingen. Vermenigvuldig deze en zend verderI Teneinde in den vervolge voorbereid te zijn op verdere complicaties en een straffer beleid te kunnen voeren, werd een speciale controleurscursus samengesteld. Deze maatregel heeft waarschijnlijk wel geholpen, want tenslotte was de bezetting er ook nog, die wel raad wist met dit soort acties. Uit de geringe correspondentie hebben wij nog iets gewipt wat het lezen waard is. In een opgave van brandweervoertuigen staat dat 3 luxe personenauto's op blokken zijn geplaatst en dat de rijvergunningen daarvoor zijn ingetrokken. Voor de Dienst gevorderde vrachtwagens hadden geen lang leven, want deze werden binnen de kortste keren door de Duitsers van de hulpdiensten "overgenomen" en voor andere doeleinden bestemd.3 Amsterdamsche bedrijven werden wegens vorderen van hun materieel schadeloos gesteld voor bedragen van resp. Pi. 61.575--, 63.677,12 en 35.500.-. Over het aantal gevorderde voertuigen is ons weinig bekend.Nog in 194-6 richt het HLBD een schrijven aan het Bureau Vorderingen voor schadeloosstelling voor deze voertuigen, d.w.z. die wagens welke door de Duitsers werden overgenomen, "organisiert". Dat verzoek wordt echter afgewezen omdat het in dit geval schade betrof door handelingen toegebracht aan een "publiekrechtelijk lichaam. • /•
blad 21 lichaam,Met deze uitspraak zijn wij weer terug in de werkelijkheid, m.a.w. daar waar het duel begon tussen Gemeente en ïüjk omtrent de financiën.Van een kikker plukt men geen veren, vandaar dat genoemd Bureau er wat op had gevonden,om de schade niet uit te betalen door toepassing van deze formule.Door in dit verhaal de z.g. Ordedienst welke tijdens de bezetting van ons land, ala, onderdeel van de LBD fungeerde, in één adem te noemen met de Luchtbeschermiug, zou de lezer wellicht de indruk krijgen dat het wangedrag van een aantal Ordebewaarders in die grote organisatie, bepalend was voor de LBD in haar geheel. Mets is minder waar omdat de LBD in vele gevallen goed werk heeft verricht en. voornamelijk door de vrijwilligers de opgelegde taak,
juist in die moeilijke tijd en onder uitzonderlijke omstandigheden, werd vervuld. De Ordedienst bestond nagenoeg geheel uit betaalde krachten en gezien de inhoud van het in dit verhaal beschreven pamflet, was dat boter aan de galg gesmeerd.De Duitsers hebben tijdens hun verblijf steeds een listig gebruik gemaakt van randfiguren uit onze samenleving, waardoor de naam van bona-fide Nederlanders die in den regel door hun werkzaamheden in contact kwamen met duistere elementen, werd aangetas t.He t onderdrukte volk was niet mals in zijn oordeel, doch had het naar later is gebleken, wel eens bij het verkeerde eind.Onvermijdelijk verschijnsel in tijd van oorlog. Persoonlijk herinneren wij ons nog een beslist integere luchtwachter, dienstdoende als blokwachter en van
beroep straatagent van Politie.Uitgedost met een welige rode haardos en een dito knevel, de naam voerend van Toon, behoeft het derhalve geen nadere uitleg welke bijnaam dit Blokhoofd verkreeg. Van deze man hebben wij de indruk gekregen dat hij zijn bed op zijn
waranda installeerde, zodra de duisternis was ingevallen.Want niet zodra een bewoner uit het blok dat hij beheerde, enig lichtschijnsel produceerde, schalde het over de gemeenschappelijke tuinen van " Wil de weduwe Kolenbrander der lampie effe uit-
schroeven" of iefcs van dien aard. De weduwe deed zulks dan ook prompt, doch de jeugdige bewoners konden,na zijn stem te hebben vernomen niet nalaten in koor " Rooie Toon" te roepen, wat in de immense duisternis een aparte charme gaf aan de spanningen van die tijd. Doordat dit verhaal niet zo lang na het droevig verscheiden van de LBD is geschreven, zijn opzettelijk geen namen genoemd van functionarissen dier Diens t, waarvan er nog velen in leven zijn, terwijl anderszijds de geschiedenis van de LBD de kern
blad 22
kern van het verhaal omvat. Getracht is ae opzet zo chronologisch mogelijk te doen verlopen, doch wij waren vaak genoodzaakt mutatis mutandis te werk te gaan, doordat de ontelbare archiefstukken niet toelieten in een vaste volgorde te werk te gaan. Wij hebben de stellige indruk dat deze Dienst zonder enig uiterlijk vertoon ter ziele is gegaan.Men timmerde uiteraard, in figuurlijke zin althans niet aan de weg, de Dienst verborg tevens een groot aantal "illegalen" en die breek je niet zo gemakkelijk de mond open,. Over het ontbinden zijn wij summiere gegevens tegen gekomen en wij menen te mogen volstaan door te vermelden dat op 1 October deze Dienst heeft opgehouden te bestaan. Gedurende zijn bestaan dat van korte duur is geweest, heeft de LBD aan veel vaak onrechtvaardige critiek blootgestaan en heeft oorlog en bezetting over zich heen zien gaan.Zien wij terug op de zo moeizame geboorte van deze zo noodzakelijke organisatie, dan is zulks in het geheel niet verwonderlijk. Melioribus annis wordt geschiedenis gemaakt en bittere jaren heeft de Amsterdamsche LUChtbeschermingsdieas t zeer zeker gekend.Rest ons nog de lezer te onthullen dat op 1 October 1972 ons onderzoek naar die geschiedenis werd begonnen, exact 26 jaar van "vrede" sinds en na de dag waarop men hoopte dat de wereld geen behoefte meer zou hebben aan dergelijke organisaties.
Amsterdam
November 1972
In opdracht van de Dienst Bescherming Bevolking te boek gesteld.
P.H.Jacobs