a
m e ver th sie vi o pr
d o b
november 2013
Amerika komt thuis bedrijven keren huiswaarts voor industriële revolutie PAGINA 4-7
dutch view: geen creditbubbel PAGINA 12-13 em: verstrikt tussen china en vs PAGINA 19 thema: provisieverbod PAGINA 25-35
www.fondsnieuws.nl
© Philippe Pasqua - Foto David Coulon
WAT IS DE WAARDE VAN UW VERMOGEN IN RENMINBI ?
Simon Pickard - Hoofd Emerging Markets equity team bij Carmignac Gestion
Meer informatie over onze activiteiten vindt u op onze website www.carmignac.nl
1
[email protected]
Tussen de 0% en 30% 3,4%
Hoeveel fondsen van uw totale aanbod in bedrijven keren huiswaarts Nederland zullen vanaf voor industriële revolutie 2014 retrocessievrij zijn?
PAGINA 4-7
FOTO: getty images
3
70%-100% 69,0%
FOTO: iStockphoto
4
€
€
provisieverbod zal de marges bij fondshuizen PAGINA 10-11 onder druk zetten.
en verder
Peter van der Slikke, luis in de pels van sector Interview met een vermogensbeheerder die prikkelt, ergert en verwondert.
Eens 16-17 PAGINA Oneens 48,3% 44,8% FN masterclass: vermogensbehoud
thema: provisieverbod €
Fondsnieuws organiseerde zijn eerste in een reeks masterclasses. Dit keer met Amundi. Thema: behoud van vermogen.
provisieverbod wordt in 2014 van kracht. De 5 Hetredactie onderzocht de ervaringen in het buitenland
PAGINA 23 Eens verrichtte een peiling Het en provisieverbod zalonder actieve fondshuizen in 20,7% Nederland. De resultaten ertoe bijdragen dat dezijn opvallend. Oneens RUBRIEKEN 79,3% klant weer centraal komt favoriete grafieken.......................... 8 te staan. Productpanel.................................. 14 PAGINA 25-35
COLOFON
fondsnieuws
hoofdredacteur fondsnieuws cees van lotringen ontwerp antoine hamers Vormgeving tineke hoogenboom Beeldbewerking Binh Tran Aan deze special werkten mee frank van alphen, jeroen boogaard, Dennis Hageman, Jan van de laar, cees van lotringen, harm luttikhedde, andjenie mohan, Barbara Nieuwenhuijsen, kim raad, Miranda Schoutsen sales thijs pessers (
[email protected]) contact
[email protected]
6
C
Nee 20,7% Ja 75,9%
Geen mening 6,9% Opkomende markten zitten in de hoek waar de klappen vallen. Komt dat nu door interne politieke en monetaire strubbelingen in de VS of sorteren beleggers juist voor De afschaffing van het op een harde landing in China? €
B
Geen mening 3,4%
Bent u voornemens al uw in Nederland geregistreerde fondsen in Nederland per 2015 retrocessievrij aan te bieden?
€
A
30%-70% 27,6%
China, de VS en de emerging markets
INFOGRAPHIC: KIM RAAD
Hoofdredacteur fondsnieuws
3
€
Oneens 69,0%
AMERIKA KOMT2 THUIS
H
Cees van Lotringen
november 2013 Eens 17,2%
Het provisieverbod maakt een einde aan het verstandshuwelijk tussen banken en assetmanagers.
VOORWOORD
et duurt nog maar een paar weken of banken, assetmanagers en toezichthouders komen in een nieuwe wereld terecht: één waarin distributievergoedingen tot het verleden behoren. Banken en fondshuizen hebben hard gewerkt om zich op deze nieuwe werkelijkheid voor te bereiden. Zo zijn er rebatevrije fondsen geregistreerd om aan de nieuwe wet- en regelgeving te voldoen. Maar achter die relatief eenvoudige aanpassingen gaan de echte veranderingen schuil. Banken proberen namelijk hun dienstverlening en hun productassortiment drastisch te wijzigen. Ze hebben de afgelopen maanden gebruikt om hun klanten over te halen van een advies- naar een beheerrelatie te gaan. Dat is goedkoper voor de bank en waarschijnlijk ook veiliger en beter voor de klant. De markt beweegt namelijk naar doelbeleggen, nu mensen steeds vaker verantwoordelijk zijn voor hun eigen (aanvullende) pensioen. Doelen halen op een einddatum die misschien wel twintig of dertig jaar verderop ligt, vraagt om een sophisticated dienstverlening. (Fonds)beleggen is dan niet meer een doel, maar een middel en bovendien slechts nog één fase in een proces van financial en/ of estate planning, vermogensregie en beleggingsadvisering. De banken zien daarin voor zichzelf een nieuwe regierol, terwijl assetmanagers ook meer het accent lijken te leggen op beleggingsoplossingen dan op ‘building blocks’ in de vorm van fondsen en trackers. Zo kan zich een nieuwe alliantie ontwikkelen tussen bank en assetmanager met het doel dat eindklanten hun ambities en wensen op einddatum ook echt waarmaken.
Geen mening 13,8%
Geen mening 3,4%
Door het provisieverbod wordt de dienstverlening
Oneens 24,1%
fondsnieuws is een initiatief van de FD mediagroep dat zich richt op gestandaardiseerde beleggingsproducten.
Eens
€
€
FOTO: GETTY IMAGES
november 2013
5
AMERIKA KOMT THUIS
BEDRIJFSLEVEN KEERT HUISWAARTS VOOR INDUSTRIËLE RENAISSANCE Dankzij lagere energiekosten in de VS en stijgende loonkosten in Azië, keert het Amerikaanse bedrijfsleven terug naar huis. ‘Er is een herindustrialisatie onderweg,’ zeggen de experts. tekst HArm Luttikhedde
O
nlangs kreeg de producent van tuinsierpotten Capi Europe als eerste onderneming in Nederland subsidie omdat het productiewerk terughaalt uit China. Het ging naar verluidt om een bedrag van s 100.000 uit een regionaal stimuleringsfonds dat is opgezet door gemeenten uit Midden-Brabant. Den Haag kijkt nauwlettend naar de ervaringen in deze regio en wil vanaf volgend jaar s 600 mln uittrekken om bedrijven die met hetzelfde idee spelen financieel te ondersteunen. Daarmee hoopt de overheid de werkgelegenheid in Nederland een impuls te geven. Het terughalen van productie uit lagelonenlanden zoals China heet in de Angelsaksische wereld kortweg ‘reshoring’ en is in Europa nog een betrekkelijk nieuw fenomeen. Ja, Philips verraste de buitenwacht enkele jaren geleden door de assemblage van scheerapparaten deels weer te laten plaatsvinden in het Friese Drachten. Maar andere bekende voorbeelden zijn er nauwelijks. Hoe anders is dat in de Verenigde Staten, waar al een groot aantal bedrijven is overgegaan tot reshoring. Aanvankelijk richtte de aandacht zich op
energie-intensieve bedrijven in de chemie, die naar de VS uitweken vanwege de lage gasprijzen en de schaliegasrevolutie. Maar inmiddels hebben ook bekende bedrijven als General Electric, Caterpillar en Apple hun productie teruggehaald naar het vaderland. Zo haalde General Electric vorig jaar de productie van wasmachines, koelkasten en boilers terug naar een fabriek in Kentucky waarvan men aanvankelijk nog dacht dat die zijn deuren moest sluiten. Bij Apple ging het om de productie van de iMac.
Optelsom van factoren Het terughalen van productie naar de VS (en Mexico) zal de komende jaren naar verwachting exponentieel toenemen. Recent onderzoek van The Boston Consulting Group toont aan dat 38% van de Amerikaanse bedrijven met een omzet van ten minste $ 1 mrd een deel van zijn productie zal verplaatsen, of dat sterk overweegt. In februari 2012 was dat nog 18%. Een onderzoek van het in Florida gevestigde adviesbedrijf The Hackett Group uit 2012 wijst diezelfde kant op: reshoring zal de komende twee jaar verdubbelen, terwijl het uitbesteden van werk (outsourcing) of verplaatsen van productie naar lagelonenlanden (offshoring) afneemt. ‘We koersen af op het equilibrium’, aldus hoofdonderzoeker Michel Janssen.
De beslissing om tot reshoring over te gaan is vaak een optelsom van factoren. De belangrijkste is zonder meer het kostenaspect. ‘De lonen in China zijn gewoon te hoog geworden en harder gestegen dan de productiviteit’, zegt Pippa Malmgren, oprichter van Principalis Asset Management. ‘En met de huidige inflatie, die veel hoger is dan het officiële cijfer van zo’n 3%, is er niets wat de overheid ertegen kan doen, anders breken er waarschijnlijk rellen uit.’ De sterke loonontwikkeling zal het land daarom serieus opbreken, verwacht zij. ‘China heeft een groot probleem. Iets laten maken voor de Amerikaanse markt is in Mexico inmiddels al zo’n 20% goedkoper.’
Chinese kwaliteit De kwaliteit van in China geproduceerde goederen laat soms ook te wensen over. Trendwatcher en belegger Henk Grootveld van Robeco weet daar wel een treffend voorbeeld van. ‘BMW heeft de afspraak dat het voor elke
‘Chinezen willen alleen bmw’s met “Made in germany” onder de motorkap’
twee auto’s die het in China verkoopt er één in dat land produceert. Maar Chinezen willen alleen BMW’s met onder de motorkap “Made in Germany”, terwijl de in China geproduceerde auto’s uit de 3-serie op de boot terug naar de haven van Rotterdam gaan om in Europa te worden verkocht.’ Omdat werknemers zich onderbetaald voelen is de controle op de kwaliteit van Chinese producten ‘ingestort’, meent Malmgren, die als schakel optreedt tussen beleidsmakers en professionele beleggers. ‘Ook is het personeelsverloop erg hoog en ontbreekt het ze aan ervaring met het maken van spullen van hogere kwaliteit.’ Dat het overigens niet per se om complexe producten hoeft te gaan, bewees Wham-O. Dit speelgoedbedrijf haalde in 2010 de helft van de productie van zijn Frisbee terug naar Californië. Een andere trend die zich in China steeds duidelijker aftekent — en voor westerse bedrijven aanleiding kan zijn om hun biezen te pakken — is dat veel lokale bedrijven aan de winnende hand zijn (behalve in de door schandalen geplaagde voedingssector). Malmgren: ‘Het zijn nu juist de typische copy cats die steeds meer marktaandeel afsnoepen van de grote multinationals uit de VS, Europa en Japan.’ Er zijn dus tal van argumenten om tot reshoring over te gaan die specifiek op China betrekking hebben. Maar er zijn evengoed ontwikkelingen die daar
november 2013
UPSTREAM 1 E&P (Exploratie & productie)
2 Diensten (Toeleveranciers & diensten)
3 Raffinage (Raffinage & marketing)
4
Pijp
lijn (Op & tra slag nspo rt)
5
Aanvankelijk hebben toeleveranciers een sterke positie ten opzichte van de E&P’s, maar dit neemt af als de majors erbij betrokken raken.
Een minimale olieproductie en pijplijncapaciteit zijn nodig voor goedkopere aanvoer. In deze fase zitten zij.
Vind de winnaars
s sajor e ga 6 M egreerd ven) rij nt (Geï oliebed en
De innovators profiteren als eerste en blijven dat doen doordat ze worden opgekocht door de ‘majors’.
s
Majors zien hun investeringen uitbetaald door grootschalige productie op te starten.
7 Chemie (Basis-chemie & kunstmest) Door lagere kosten en een afnemend verschil in loonkosten met China, halen Amerikaanse bedrijven hun productie terug naar de VS. Daarmee verandert de energierevolutie in een brede industriële renaissance.
8 P (Fab roducti cons riek, st e & co n truc aalp tie) rodu structi e ctie,
9
12 Consument
(Uitzendbedrijven & huisvesting)
11 Transport
10 Energie-intensief
(Wegvervoer etc.)
(Aluminiumsmelterij, auto’s)
DOWNSTREAM
s ine g, ) ch serin rsing a M ati hee
m e uto atb (A lima k
INFOGRAPHIC: KIM RAAD
Maar het reshoringverhaal is veel breder dan dat. Het wordt ook sterk gevoed door een trend die ‘customization’ heet. Dit houdt het leveren van producten in die zijn aangepast aan de persoonlijke wensen van de klant, en die het liefst zo snel mogelijk kunnen worden geleverd. ‘Er zijn bijvoorbeeld al zo’n 12.000 verschillende uitvoeringen van een Mini verkrijgbaar. Elke Mini is daardoor in zekere zin uniek te noemen’, aldus Grootveld. Het in korte tijd maken van geïndividualiseerde producten vereist een korte supply chain en verregaande automatisering. Nieuwe technologische vindingen als ‘3D Printing’ en snelle ontwikkelingen in de robotica spelen daarbij een belangrijke rol. De prijs van de gemiddelde robot is niet alleen drastisch gedaald — volgens McKinsey sinds 1990 met wel 50% — ook zijn ze steeds breder inzetbaar. De Baxter van Rethink Robotics is er een voorbeeld van. Deze robot kan tussen mensen werken, leert snel, kan het geleerde digitaal uitwisselen met andere Baxters en kost minder dan een jaarsalaris van een gemiddelde fabrieksarbeider. ‘Deze technologieën in combinatie met een meer efficiënt gebruik van data en het internet zullen de traditionele assemblagelijn radicaal veranderen’, zegt Dominic Rossi, hoofd aandelen bij het Amerikaanse fondshuis Fidelity. ‘In plaats van massaproductie van één en hetzelfde product zul je steeds vaker geïndividualiseerde producten op een slimme wijze en lokaal geproduceerd zien worden.’ De meningen zijn verdeeld of reshoring tot een forse banengroei zal
van internet dacht men ook dat het geen banen zou opleveren.’ De energierijke staten Texas en Noord-Dakota hebben al een forse stijging van de werkgelegenheid gezien en de werkloosheid ligt er lager dan het gemiddelde in het land, zegt Ross. ‘Dit proces zal zich waarschijnlijk verbreden aangezien er steeds meer reshoring plaatsvindt.’
f rij tc.) ed e tsb es Nu ntral ce
Maatwerk is de trend
De life cycle van de industriële renaissance
a (G
compleet los van staan en net zo veel invloed hebben op die beslissing. Zo hebben de VS hun eigen ‘subsidiepot’ in de vorm van voordelig schaliegas en -olie. Vooral op bedrijven uit energieintensieve industrieën zoals de (petro)-chemie heeft dat een onweerstaanbare aantrekkingskracht.
Bron: FIL Limited
leiden. Volgens de Boston Consulting Group kan het in de VS dit decennium tussen de 2,5 en 5 miljoen nieuwe banen opleveren. Onderzoeker Hau Lee van Stanford University leidde uit zijn gesprekken met topmensen uit het bedrijfsleven juist af dat reshoring vooral van ‘symbolische waarde’ is. Maar de beleggingsspecialisten van de fondshuizen spreken Lee tegen. ‘Het zullen misschien niet zozeer de zogeheten “blue collar”-banen zijn, maar je hebt natuurlijk wel mensen
7
nodig om robots verder te ontwikkelen, te onderhouden en te programmeren’, zegt Grootveld. ‘Van de opkomst
‘Deze industriële revolutie win je door pricing power. dat zorgt voor kasstroom’
Zowel Robeco als Fidelity gelooft in een industriële ‘renaissance’ in de VS — en mogelijk later en in mindere mate ook in Europa — en hebben daar een van hun belangrijkste beleggingsthema’s voor de komende jaren, mogelijk zelfs decennia, van gemaakt. Bij het Rolinco-fonds, dat Grootveld samen met Marco van Lent beheert, is het een van de vier hoofdthema’s waarop het beleggingsbeleid is afgestemd. ‘Hoe wij dit thema dan bespelen? Wij kiezen voor de bedrijven die bij wijze van spreken de emmertjes en schepjes leveren, die op een concrete manier profiteren van reshoring’, zegt Grootveld. ‘Dus niet het bedrijf dat de productie van bijvoorbeeld kunstmest terughaalt vanwege de lage energieprijzen, maar wel het bedrijf dat goed is in het bouwen van een efficiënte kunstmestfabriek.’ Bij Fidelity speelt onder andere het American Growth-fonds in op het thema. ‘We proberen de winnaars op dit gebied te identificeren op onder meer hun ”pricing power”. Dergelijke bedrijven kunnen hun marges over de cyclus heen verhogen en hun kasstroom sneller later groeien dan hun kapitaaluitgaven.’ Een voorbeeld van een aandeel dat in het fonds zit is Wabtec. Dit bedrijf is marktleider op het gebied van spoorwegcomponenten en opereert in een markt waar niet zo snel een nieuwe concurrent zal opstaan. Wabtec zal de vraag zien toenemen als gevolg van de herindustrialisatie. HArm Luttikhedde is redacteur van Fondsnieuws.
8
november 2013
DE animal spirit is weg George Raven, beleggingsstrateeg van Insinger de Beaufort, licht zijn favoriete grafieken toe. Hij focust op de omloopsnelheid van geld, de invloed van demografie en aandelen- versus obligatierendement.
George Raven is beleggingsstrateeg van Insinger de Beaufort, waar hij sinds 1994 werkt. Hij begon zijn loopbaan bij Banque Nationale de Paris als kredietanalist. In 1994 ging hij bij de voorloper van Insinger aan de slag, waar hij onder meer fondsmanager was.
De omloopsnelheid van geld voor de Amerikaanse economie
De grafiek geeft de omloopsnelheid van het geld weer voor de Amerikaanse economie sinds 1955. Het gaat hier om de M2, die betrekking heeft op niet-banken, zoals huishoudens, bedrijven en overheidsinstellingen. Bij omloopsnelheid gaat het erom hoe snel het geld rolt. Keynes noemde dat de ‘animal spirits’: als zij hoog is, wijst zij op optimisme. Na 2000 is zij echter consequent gedaald door de excessieve groei van schulden in de goede jaren, die nu afbetaald moeten worden. De lage omloopsnelheid verhoogt op termijn echter wel de kans op een langdurige herstel.
2.200
De demografische invloed De ‘M/Y ratio’ voor de VS toont de verhouding tussen de omvang van de leeftijdsgroep 35-50-jarigen (‘middle-aged’) en de leeftijdsgroep 20-35-jarigen (‘young’). De 35-50-jarigen zijn de meest productieve leeftijdsgroep: volop aan het werk tegen stijgende inkomens en stijgende aandelenbeleggingen. De zwarte lijn geeft de Dow Jones-index weer, waaruit blijkt dat de beurs de demografische ontwikkeling volgt: 1980 tot 2000 was de productiefste periode voor de babyboomgeneratie. Het komende decennium ziet er echter beter uit door de kinderen van de babyboomers.
‘Lage omloopsnelheid geld vergroot de kans op een langdurig herstel’
Totale waarde van het nationaal product gedeeld door de M2 geldhoeveelheid 2.100 2.000 1.900 1.800 1.700 1.600 ‘55
‘60
‘65
‘70
‘75
‘80
‘85
‘90
‘95
‘00
‘05
‘10
Bron: Department of Commerce, Federal Reserve Board
Invloed van demografische ontwikkelingen op de beurs Verhouding tussen de omvang van 35tot 50-jarigen en de 20- tot 35-jarigen
Dow Jones Industrials index, gecorrigeerd door de inflatie
109,9 103,8 98,1 92,7 87,6 82,8 78,3 74,0 69,9 66,0 62,4
13990 10302 6511 4442 2807 1915 1210 1900 ‘10
‘20
‘30
‘40 ‘50 ‘60 ‘70 ‘80 ‘90 2000 ‘10 ‘20 ‘30 ‘40 ‘50 Bron: Ned Davis Research
Cycli aandelen- & obligatierendement
De cycli in aandelen- en obligatierendementen
Deze grafiek geeft de totale rendementen weer op Amerikaanse aandelen en staatsobligaties. Ze hebben steeds betrekking op het totale rendement over de voorafgaande tien jaar. De rode lijn geeft het verschil tussen de beide rendementen weer: hoeveel hebben aandelen het beter of slechter gedaan dan obligaties over de afgelopen tien jaar? Rond 2010 bereikte het relatieve rendement van aandelen een historisch dieptepunt. Sindsdien is er sprake van een opgaande trend en verdienen aandelen de voorkeur.
% 560
Amerikaanse aandelen
Staatsobligaties
Verschil aandeel/obligatie
480 400 320 240 160 80 0 -80 ‘40 ‘45 ‘50 ‘55 ‘60 ‘65 ‘70 ‘75 ‘80
‘85 ‘90 ‘95 2000 ‘05 ‘10 Bron: Ned Davis Research
GRAFIEKEN: KIM RAAD
George raven
De omloopsnelheid van het geld
10
november 2013
Gevangen tussen China en DE VS
Emerging markets gevoelig voor externe schokken Opkomende landen zitten in de hoek waar de klappen vallen. Komt dat door de lange schaduw van de VS of door een nakende crisis in China? tekst Miranda Schoutsen
D
e zomerse afstraffing van beleggingen in opkomende landen zegt niets, maar dan ook niets over de perspectieven van de onderliggende economieën. Jan Dehn, hoofd research bij emerging markets-specialist Ashmore, zegt het met een hoorbaar diepe zucht. ‘Financiële markten lopen zo nu en dan flink uit de pas met de onderliggende fundamentele waarden, ze overschieten en daarop volgt op een gegeven moment een correctie.’ Toch, de Amerikaanse Federal Reserve kondigde afgelopen mei alleen maar aan het stimuleringsprogramma enigszins te willen afbouwen, en beleggers trokken massaal hun geld terug uit opkomende landen. Wat als de liquiditeitskraan straks echt dichtgaat? Dehn: ‘Veel mensen veronderstellen dat emerging markets dan kwetsbaar zijn. Maar landen zijn pas kwetsbaar als er sprake is van lage groei en hoge schulden. En daar is juist sprake van bij
de ontwikkelde landen.’ Hij wijst op de sterke rally in alle EM-beleggingen gedurende 2012 en de eerste maanden van 2013. ‘Met aan het einde van de rally ook nog een sterke instroom op basis van geleend geld. Dat is een erg goed recept voor een correctie. De zeventien opeenvolgende weken van uitstroom deze zomer waren nodig om posities af te bouwen die in eerste instantie al niet gekocht hadden moeten worden.’ Toch heeft een aantal veelbelovende economieën het momenteel zwaar, erkent Dehn. Hij noemt de ‘Fragile Five’: Brazilië, India, Indonesië, Turkije en Zuid-Afrika. ‘Dat hebben ze aan zichzelf te danken. De autoriteiten hebben zich niet gehouden aan de standaardprocedures die er zijn om hun economieën te stabiliseren.’ Hij somt op: rentestijgingen, uitgavenreductie, valutadepreciatie, het afbouwen van brandstofsubsidies.
Fragile Five Deze landen met zorgelijke betalingsbalansen en een sterke afhankelijkheid van het buitenland, hebben volgens hem dus nog voldoende mogelijkheden om hun kwesties op te lossen. ‘Er
ontstaat pas een crisis wanneer de beleidsinstrumenten uitgeput raken. Maar geen van de opkomende landen, behalve Argentinië en Oekraïne, heeft echte problemen.’ ‘De betalingsbalansen van veel opkomende landen zijn aanmerkelijk verbeterd’, geeft Corinna Lau van Invesco aan. En sinds de Aziëcrisis van 1997 hebben de meeste landen forse valutareserves opgebouwd. In het geval van de Aziatische landen zijn die ‘op zijn minst twee keer zo groot als de kortetermijnschulden’. Je kunt het niet hebben over het succes van opkomende landen zonder het over China te hebben, zegt Edwin Guttierez, portefeuillemanager Emerging Markets Debt (EMD) bij Aberdeen. ‘Veel landen die voorheen veel met de VS handelden, zijn nu afhankelijk van China als hun belangrijkste
‘overschot op betalingsbalans dreigt om te slaan in een tekort in china’
handelspartner.’ Deze landen zullen nu moeten dealen met een lagere groei in China. Guttierez: ‘Maar ach, een groei van het bnp met 7 tot 7,5% is nog steeds heel erg mooi.’ Desalniettemin verscheen er vorige maand een rapport van de Bank of International Settlements waarin wordt gewaarschuwd voor ‘substantiële risico’s voor de financiële stabiliteit’ in Oost-Azië waaronder China, vanwege liquiditeitsrisico’s die verband houden met dollarleningen. Onzin, zegt Guttierez daarover. ‘Ook in China is het algehele schuldenniveau gedaald en zijn er enorme deviezenreserves opgebouwd. Het zijn netto-crediteuren geworden.’ De kredietverlening als percentage van het bnp, inclusief het ‘schaduwbankieren’, ligt volgens Lau van Invesco in China nu rond de 209%. Dat is nog redelijk, zeker als je het vergelijkt met de schuldenratio van 405% in de VS. Lau: ‘De centrale overheid beschikt nog steeds over grote flexibiliteit, qua fiscale instrumenten en vreemde valuta, om liquiditeit in het banksysteem te injecteren indien nodig.’
‘Een tikkende tijdbom’ Toch ligt daar wel de oorzaak van mogelijke toekomstige problemen, zegt Guillermo Besaccia, portefeuillemanager EMD bij Schroders. ‘Sinds 2009 zijn de Chinese autoriteiten begonnen met een enorme kredietexpansie. Maar de effectiviteit daarvan neemt af.’ Het zou de voorbode kunnen zijn voor zich uitbreidende betalingsproblemen en een slopende bankencrisis, schrijft Schroders in een ‘research note’ afgelopen maand. ‘Ondertussen neemt het overschot op de betalingsbalans af en dreigt dat zelfs om te slaan in een tekort’, vertelt Besaccia. ‘Het is een tikkende bom.’ Maar volgens Jan Dehn van Ashmore interpreteren beleggers die vrezen voor een ‘harde landing’ de gepubliceerde consumptiecijfers ver-
HOLLANDSE HOOGTE. FOTO: President Barack Obama and President Xi Jinping
november 2013
11
Top-5 Opkomende Markten Aandelenfondsen
Fonds Rendement (6 mnd) ING (L) Invest MENA Skagen Kon Tiki Fidelity Funds Emerging Markets Fund Schroder ISF Emerging Asia Robeco Afrika Fonds Templeton Frontier Markets ING Emerging Europe Fund iShares FTSE BRIC 50
11,60% 0,06% -0,93% -1,15% -1,55% -2,02% -2,03% -2,26%
Top-5 EMD Dept-fondsen
Fonds Rendement (6 mnd Parvest Bond Europe Emerging Classic Cap Pimco Emerging Markets Corporate Bond JPMorgan Emerging Market Corporate Bond ING (L) Renta Fund Emerging Market Debt Local Currency Aberdeen Asian Local currency Short Duration ING Renta Fund Emerging Markets Debt
-4,39% -4,82% -5,12% -5,98% -6,41% -6,47%
bron: VWD Group, per 19 november 2013
keerd. ‘Verschillende uitgaven aan onder meer huur en lunch worden niet meegerekend. Chinezen consumeren niet 35 maar 50% van hun besteedbaar inkomen, waardoor de besparingen veel lager zijn. En dus wordt er veel minder geïnvesteerd dan gedacht en is de kredietbel veel minder groot.’ ‘De zorgen om China bestaan al wat langer’, zegt Lodewijk van der Kroft van Comgest. Terwijl emerging markets als geheel het pas sinds begin dit jaar slecht doen. A ‘ l deze markten zijn afhankelijk van buitenlandse investeringsstromen bij gebrek aan sterke lokale beleggers, zoals levensverzekeraars, die altijd in de markt blijven. Die afhankelijkheid van westers geld blijft.’ Toch is er volgens hem geen reden tot zorg. ‘De recente correctie heeft de aandacht gericht op structurele problemen die aan de aandacht van overheden waren ontsnapt door de liquiditeitsgedreven bullmarkten.’ Dat het de Chinese autoriteiten menens is, zou ook blijken uit de kortdurende ‘cash crunch’ die zij afgelopen juni veroorzaakten. De Shibor-rate piekte toen tot 30% door een gebrek
aan ‘overnight’-financiering tussen Chinese banken onderling. Geen reden tot paniek, zo legt The Economist uit. Dat laat juist zien dat de People’s bank of China niet van plan is almaar yuans bij te blijven drukken en de Chinese banken wakker wil schudden. Ook Van der Kroft ziet dat de Chinese autoriteiten duidelijk de handschoen hebben opgepakt. ‘Men probeert over te schakelen van een groeipad gedreven door investeringen naar een groeipad waarbij de Chinese consument een grotere rol gaat spelen.’ De samenstelling van het bruto nationaal product moet veranderen en de interne bestedingen moeten omhoog. ‘Dat kan de economische groei vertragen en dat heeft uiteraard consequenties voor landen in de regio zoals Indo-
nesië en Maleisië. Deze landen profiteerden de afgelopen jaren sterk van de vraag naar grondstoffen uit China.’ Ondertussen heeft de explosie van de loonkosten in China de afgelopen jaren ook effect op de opkomende landen. ‘Het land probeert producten met meer toegevoegde waarde te maken zoals elektronica’, zegt men bij Comgest. Daarvan profiteren landen die nog wel tegen lage kosten kunnen produceren. ‘Veel goedkope textiel komt tegenwoordig uit Cambodja en Vietnam.’ Maar ook een land als Mexico, dat met zijn locatie dicht bij de grote afzetmarkt VS het voordeel heeft van lage transportkosten, doet volgens hem nu goede zaken als gevolg van de gestegen productiekosten in China. ‘Volkswagen en L’Oréal hebben onlangs nieuwe fabrieken gebouwd in Mexico.’
‘het is een illusie dat volatiliteit Koopjesjacht op de opkomende Opkomende landen kunnen er fundamenteel een stuk beter voor staan dan markten zal ten tijde van de Aziëcrisis. Dat wil nog verdwijnen’ niet zeggen dat de economische ont-
wikkelingen een lineair proces zullen volgen, geeft Van der Kroft aan. Veel opkomende landen moeten lastige hervormingen doorvoeren die niet van de ene op de andere dag te realiseren zijn. ‘De zeer aanzienlijke brandstofsubsidies bijvoorbeeld zijn niet heel eenvoudig terug te draaien.’ Ondertussen is de uitverkoop van EM-obligaties en met name EM-aandelen voor veel institutionele beleggers aanleiding geweest om op koopjesjacht te gaan. ‘Wij zien de laatste maanden een goede instroom van institutionele beleggers die gebruik maken van aantrekkelijkere waarderingen’, vertelt Guttierez van Aberdeen. Het is ook een illusie te denken dat de volatiliteit op de financiële markten definitief zal verdwijnen. ‘Prijsvolatiliteit is iets wat bij emerging markets hoort’, zegt Dehn van Ashmore. ‘Maar door hun grote reserves en verbeterde fiscale beleid hebben de meeste opkomende landen hun economieën los kunnen koppelen van prijsfluctuaties op de financiële markten.’ Miranda Schoutsen is financieel journalist en medewerker van Fondsnieuws.
12
november 2013
‘in creditmarkt is GEEN sprake van een bubbel’ ‘landenrisico’s scheppen voor obligatiebeleggers óók kansen’ Seminar Dutch View: focus op de impact van de politiek op het portoliomanagement.
om het actief beheersen van deze marktrisico’s. Liquiditeit-, concentratie- en ook faillissementsrisico’s wegen wat hem betreft minder zwaar, zeker in het investment grade-segment. De obligatiespecialist denkt niet dat de politieke onzekerheden snel afnemen. A ‘ ls je het geld moet verdelen in een democratisch proces en dat lukt niet, dan druk je gewoon geld bij. Dat hebben we tientallen jaren gedaan en dat ging allemaal goed totdat we het schuldenplafond bereikten. Heel concreet in de VS, maar ook in Duitsland zien we dat nu ook terug in de grondwet. Nu is het tijd om de lasten te verdelen en niet de lusten’, zegt Gast. ‘De noodzaak tot schuldafbouw leidt
tot verlamming aan beide kanten van de oceaan, want kiezers accepteren geen moeilijke maatregelen.’ Om in deze politieke omgeving toch alfa te kunnen genereren is het volgens hem noodzakelijk om flexibel te blijven en goed te spreiden over verschillende instrumenten en landen. ‘Het is ver-
‘deze crisis laat zien dat het nu tijd is om niet de lusten maar de lasten te delen’
Ewout van Schaick
Arnold Gast
N
a jaren van voorspoed hebben obligatiebeleggers het tegenwoordig niet makkelijk. Ze zien zich geconfronteerd met lage rendementen op staatsobligaties en de dreiging van een rentestijging. Voorts zijn de politieke onzekerheden toegenomen. Zo gingen de Braziliaanse valuta en obligatiemarkt afgelopen zomer zwaar onderuit na de sociale onrust in het land. En ook de politieke impasse rond het schuldenplafond in de VS en de taferelen rond de Italiaanse verkiezingen trokken hun sporen in de obligatiemarkten. Volgens Arnold Gast, hoofd Credits van Delta Lloyd Asset Management, is de invloed van de politiek op de rentetarieven, risico-opslagen en valuta’s sterk toegenomen. Uit onderzoek blijkt dat een derde van de credit spread voor landen wordt veroorzaakt door het politieke risico. Dat brengt voor obligatiebeleggers een enorme uitdaging met zich mee, want bij het beleggen in vastrentende waarden draait het volgens Gast hoofdzakelijk
FOTO’S: BINH TRAN Kommer van Trigt
tekst jeroen boogaard
standig om niet te blijven zitten in situaties waarin je erg afhankelijk bent van de politiek. Bovendien moeten we ook meer oog hebben voor sentimentsfactoren, hoewel faillissementsrisico’s en andere fundamentele factoren altijd leidend zijn’, aldus Gast. ‘De invloed van de politiek is zo groot dat je goed moet kijken naar wat centrale bankiers en andere beleggers doen. Er is dan ook nog nooit zoveel aandacht geweest voor de in- en uitstroom bij beleggingsfondsen, want die bepalen waar de spreads en rentetarieven heen gaan’.
Alternatieven Ewout van Schaick, hoofd Multi Asset
november 2013
13
FOTO: BINH TRAN
Strategies ING Investment Management, ziet dat die geldstromen in de vastrentende markt nog steeds richting segmenten gaan waar veiligheid en ook nog een beetje rendement te vinden zijn. ‘De politieke onzekerheid en lage rendementen op staatsobligaties maken vastrentende alternatieven aantrekkelijker’, aldus Van Schaick. Deze ‘search for yield’ blijft ook in stand vanwege de aanhoudende risicoaversie van beleggers, waardoor zeker in Europa de al langer verwachte grote draai van obligaties naar aandelen voorlopig nog op zich laat wachten. ‘Beleggers zijn niet bereid om grote verliezen te lijden en dat zal niet snel veranderen. Mensen hebben de kredietcrisis nog vers in het geheugen’, stelt Van Schaick. Ze zullen volgens hem echter wel anders moeten gaan beleggen, want in traditionele defensieve beleggingsportefeuilles zit veel staatspapier en dat levert te weinig op. Naast het feit dat beleggers een kortere beleggingshorizon hanteren en flexibel willen inspelen op de huidige politieke en economische onzekerheden, ziet hij ook een trend dat ze hun portefeuille anders inrichten. Vooral institutionele beleggers gaan in de kern van hun portefeuille op zoek naar rendement en vullen die in met een spreadproducten en hoogdividendaandelen. Vanuit deze kern kunnen ze risico toevoegen door aandelen te kopen, of juist risico afbouwen door meer in veilige staatsobligaties te beleg-
gen. Daar valt wat voor te zeggen, zegt Van Schaick. Veel beleggers hebben immers inkomsten uit hun portefeuille nodig, of het nu pensioenfondsen, verzekeraars of renteniers zijn. ‘Dat inkomen vind je nog steeds bij spreadproducten; alles binnen vastrentende markten wat een kredietrisico met zich meedraagt en een spread heeft boven veilige staatsobligaties’. Niet voor niets hebben bedrijfsobligaties, high yield leningen en opkomend schuldpapier het in de afgelopen jaren bijzonder goed gedaan. Maar ook vastgoed en hoogdividendaandelen zijn als alternatieve vastrentende waarden in trek. Ondanks de sterke prestaties in de voorbije jaren blijven spreadproducten volgens Van Schaick interessant. ‘Ik zie nog steeds een toenemende behoefte van beleggers aan hoger renderende vastrentende waarden en denk dan ook dat de rendementen goed zullen blijven, met een verdere daling van de risico-opslagen’. Zo wijst hij bijvoorbeeld op het feit dat de opkomende landen een lagere schuldgraad en hogere groeiverwachtingen hebben dan ontwikkelde markten en nog steeds een aantrekkelijk rendement bieden. Bedrijfsobligaties herbergen weinig risico vanwege het lage percentage wanbetalingen en bieden volgens hem eveneens een goed rendement. ‘Het is weliswaar niet goedkoop als je kijkt naar het verleden, maar de meeste vastrentende waarden
met een kredietrisico bieden nog een heel aantrekkelijk rendement ten opzichte van de alternatieven: staatsleningen en cash’, zegt Van Schaick. Hij ziet dan ook geen bubbel in bedrijfsobligaties. ‘Bubbels ontstaan vooral wanneer de waardering van een assetcategorie ten opzichte van andere segmenten heel erg uit de pas gaat lopen. Dat is hier niet het geval’.
Wees contrair Kommer van Trigt, hoofd Fixed Income Team bij Robeco, noemt politiek risico iets waar je als belegger altijd rekening mee moet houden. Een zelfontwikkelde ‘Country’s Sustainability Ranking’ helpt om de aantrekkelijkheid van landen in te kunnen schatten en beleggingskeuzes te maken. Overheden hebben hoge schulden en beleggers willen er uiteraard zeker van zijn dat ze hun kapitaal terugkrijgen. Om met de hogere politieke risico’s om te gaan, is het volgens Van Trigt zaak dat beleggers veel keuzevrijheid hebben en
‘ik zie nog altijd behoefte aan hoger renderende obligaties’
er een breed beleggingsuniversum op na houden. ‘Het wordt veel belangrijker om je eigen keuze te kunnen maken en je niet al te veel gelegen te laten liggen aan indices’. Daarbij biedt de aanhoudend grote diversiteit in rendementen van de verschillende segmenten in de vastrentende markten actieve beleggers veel kansen. Een contraire aanpak loont. Zo is hij binnen een paar dagen na de verkiezingen in Italië van begin dit jaar in Italiaans staatspapier gestapt. Dit terwijl de verkiezingsuitslag niet bepaald gunstig was. ‘Je zag na deze verkiezingen dat ook de markt een voorschot nam op een daling van de politieke onzekerheid in Italië’, aldus Van Trigt. Politiek risico is niet alleen van belang voor staatsleningen, maar ook voor andere assetcategorieën. ‘Wat ons erg opvalt in de Europese obligatiemarkt, is dat in de periferie van de eurozone bedrijfsleningen erg duur zijn ten opzichte van staatspapier. Dat heeft te maken met het politieke risico in deze landen. Maar als je kijkt naar de extra renteopslag van bedrijven in Spanje en Italië tegenover hun eigen staatsobligatiecurve, dan is die in veel gevallen nihil of zelfs negatief. Daarom zijn wij positief over staatsleningen in de periferie, maar mijden we juist de bedrijfsleningen’, zegt Van Trigt. Jeroen Boogaard is financieel journalist en medewerker van Fondsnieuws.
november 2013
Fondsnieuws-productpanel
De acht p’s van de productanalyse De acht p’s
omschrijving
Skagen Global Fund
Portfolio Fit
Strategische ‘fit’ in de portefeuille
Price
Kosten
Performance
Trackrecord
Process
Structurering van het beleggingsproces
People
Skills/ervaring van het team
Product Structure
Liquiditeit, transparantie en structuur van het product
Parent
Kwaliteit/structuur van de organisatie
Product Size
Vermogen onder beheer, niet te klein/niet te groot
✔ ✔✘ ✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔ ✔✘
legenda
zeer slecht slecht neutraal goed zeer goed
ANALYSE
14
✘ ✘ ✘ ✔✘ ✔ ✔✔
Het belang van waardering Waardebeleggers worden doorgaans beloond voor hun zitvlees, maar je moet er wel stevig voor in je schoenen staan. Het Fondsnieuwsproductpanel richt zijn vizier op het Noorse Skagen Global Fund. tekst Koen ronda
B
innen een goed gespreide beleggingsportefeuille mag in de aandelenallocatie de ‘value’strategie niet ontbreken. Globaal gezien bestaat de valuestrategie uit het kopen van aandelen met een lage prijs-boekwaarde-, prijs-winst- en/of prijs-cashflowverhouding. De investeerder krijgt bij deze strategie veel fundamentele waarde in verhouding tot de investering. Academisch onderzoek heeft aangetoond dat valuestrategieën op de lange termijn outperformance leveren in verhouding tot brede aandelenindices. Het Brandes Institute, een gerenommeerd financieel onderzoeksinstituut, laat in zijn onderzoek ‘Value vs. Glamour: A Global Phenomenon’ zien dat aandelen met een lage prijs-boekwaarde vanaf 1980 tot 2012 jaarlijks gemiddeld meer dan 6% beter presteren dan aandelen
met een hoge prijs-boekwaarde. Toch zien wij dat veel investeerders blijven investeren in ‘glamour’aandelen als Tesla, LinkedIn, Twitter en Netflix, die genoteerd staan tegen extreme waarderingsratio’s. Deze ‘story stocks’ zijn absoluut spannend om in te beleggen, maar zijn op de lange termijn hoogstwaarschijnlijk niet de aandelen die een hoog rendement zullen opleveren. In deze editie bespreken we een echt valuefonds: het Skagen Global Fund.
beheren van beleggingsfondsen. Skagen heeft sinds zijn oprichting in 1993 meerdere toonaangevende beoordelingen en prijzen van ’s werelds meest gerenommeerde rating- en onderzoeksbureaus in ontvangst mogen nemen. Als fondsaanbieder staat Skagen bekend als een actieve valuebelegger gericht op de lange termijn en met een breed mandaat.
Parent
Het Skagen Global Fund is een wereldwijd beleggingsfonds met een fundamentele bottom-up-valuestrategie. Het fonds heeft een investeringsfilosofie gebaseerd op de 3 U’s, die staan voor ‘undervalued’, ‘under-researched’ en ’unpopular’. De investeringsfilosofie vindt zijn oorsprong in de valuestrategieën van Benjamin Graham en Warren Buffett. Twee voorbeelden van bedrijven waar het Skagen Global Fund grote posities in heeft zijn Gazprom en Renault. Beide bedrijven hebben een robuuste marktpositie, maar hebben
Skagen Funds is een onafhankelijke fondsbeheerder uit Noorwegen met een lange en succesvolle traditie in het
Value versus Glamour stocks: op de langere termijn wint de eerste het
Process
erg lage waarderingsratio’s. Zo handelt Gazprom tegen een prijs-boekwaarde van 0,4 en Renault tegen 0,7.
Peformance Sinds 1999 heeft het Skagen Global Fund een gemiddeld jaarrendement in euro’s van 14,6%. De MSCI All Country World-index heeft over deze periode gemiddeld een jaarlijks rendement in euro’s van 3,1%, wat gemiddeld een jaarlijkse outperformance van 11,5% inhoudt. Tegelijkertijd moeten we ook constateren dat het Skagen Global Fund in 2008 een erg slecht jaar had met een negatief rendement van 44%, terwijl de benchmark 37% in de min stond in dat jaar. Om te kunnen profiteren van een valuestrategie dient men dan ook stevig in de schoenen te staan en een lange beleggingshorizon te hebben. Koen Ronda Is beleggingsanalist van de onafhankelijke vermogensbeheerder IBS Asset Management
WE BLIJVEN GROEIEN.
Twintig jaar geleden ontwikkelde State Street Global Advisors een innovatief beleggingsproduct dat investeerders helpt bij portefeuillediversificatie: de ETF – Exchange Traded Fund. Dat is dan ook de reden waarom de SPDR® ETF-familie op dit moment wereldwijd meer dan 180 ETF’s telt. Die geven investeerders even zovele precisie-instrumenten in handen om in bijna elk marktsegment actief te zijn. Wat uw beleggingsstrategie ook is, er is altijd een SPDR ETF voor u! Zet uw eerste schreden op dit innovatieve pad en kijk op: spdretfsinsights.com
De aandelen van de SPDR Dow Jones Industrial Average ETF Trust (DIA) zijn zo ontworpen dat ze continu de voortgang van de Dow Jones Industrial Average Index monitoren. DIA is een trust fonds geregistreerd onder New Yorkse wetgeving en ingeschreven bij de United States Securities Exchange Commission als een investeringsbedrijf onder de Investment Company Act van 1940, als beschreven. ETF’s laten zich verhandelen als aandelen. Ze zijn onderhevig aan beleggingsrisico’s en fluctueren in waarde. De waarde van de investering kan zowel omlaag als omhoog gaan en de ROI zal daarom wisselend zijn. Veranderingen in wisselkoersen kunnen een negatief effect hebben op de waarde, prijs of inkomen van een investering. Bovendien is er geen garantie dat een ETF haar beleggingsdoel zal behalen. SPDR ETF’s zullen soms niet beschikbaar of geschikt voor u zijn. Deze advertentie bevat geen beleggingsadvies, of een aanbod of een vraag om SPDR ETF’s aan te schaffen en is uitgegeven door State Street Global Advisors (“SSgA”). SPDR ETF’s mogen alleen aangeboden en verkocht worden in de daarvoor geautoriseerde rechtsgebieden, in overeenstemming met de wettelijke voorschriften. U dient een prospectus en essentiële beleggersinformatie, Key Investor Information Documents (“KIIDs”), te verkrijgen en te lezen alvorens u gaat beleggen. Meer informatie en de prospectus/KIIDs over de kenmerken, kosten en risico’s van de SPDR ETF’s is beschikbaar, voor inwoners van landen waar het verhandelen van SPDR ETF’s wettelijk is toegestaan, op www.spdrseurope.com en via uw lokale SSgA kantoor. “SPDR” is een geregistreerd handelsmerk van Standard & Poor’s Financial Services LLC (“S&P”) en wordt in licentie gegeven door State Street Corporation. Geen enkel financieel product dat wordt aangeboden door State Street Corporation of haar partners wordt gesponsord, ondersteund, verkocht of gepromoot door S&P of haar partners. S&P en haar partners geven geen verklaringen, waarborgen of condities af of het raadzaam is units/aandelen in deze producten te kopen, verkopen of aan te houden. © 2013 State Street Corporation – Alle rechten voorbehouden. IBGE-0784.
16
november 2013
‘Het gaat om meer dan incidenten’ Peter van der slikke over misstanden in de sector
Hij wordt een luis in de pels genoemd, die ongenuanceerd zijn kritiek spuit. ‘Mag zijn. Maar het is mijn taak om het kaf van het koren te scheiden.’ tekst Barbara nieuwenhuijsen
B
anken veranderen wel, maar alleen als het moet. En dat is anders dan als je echt vanuit jezelf vindt dat je de klant centraal moet staan. Dat zegt Peter Van der Slikke van vermogensbeheerder Topcapital en auteur van het in 2012 verschenen boek Ontmaskerd. Hoe de financiële wereld echt werkt. In het boek geeft hij voorbeelden hoe de financiële sector volgens hem aan klanten knollen voor citroenen verkoopt. Critici zeggen dat hij te kort door de bocht gaat en dat zijn berekeningen vaak niet kloppen. Maar Van der Slikke gaat door: ‘Ik zie het als mijn taak het kaf van het koren te scheiden.’ Momenteel werkt hij aan een nieuw boek over hoe mensen met passieve producten zelf een goede beleggingsportefeuille kunnen samenstellen. Gevraagd naar negatieve reacties op zijn eerste boek zegt hij: ‘Ik heb er één negatieve reactie op gekregen, van een accountant. Die zei: “Ik heb naar u
gekeken op de televisie en ik was het zeer met u eens. Toen ging ik naar uw website en wat zag ik daar? U hanteert een minimumadviestarief van € 3000 per jaar. Dat is schandalig hoog. U bent dus net zo slecht als de banken. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.” Dat wij hiermee veel goedkoper zijn dan de meeste andere vermogensbeheerders had hij niet gezien; ook niet dat wij een ondergrens van € 1 mln belegbaar vermogen hanteerden. Toen ik dit had uitgelegd, maakte hij zijn excuses.’
‘Ik kan goed verkopen’ Onlangs heeft Topcapital de tarieven voor advies en beheer gelijkgetrokken. ‘Wat je bij advies aan meerwerk verricht, wordt rechtgetrokken door de hogere aansprakelijkheid bij beheer. Ons beheertarief is nu verlaagd van 0,65% naar 0,4% met een minimum van € 1000 per kwartaal of € 4000 op jaarbasis. Hierdoor voorkom je ook dat mensen die liever in beheer zitten vanwege de prijs voor advies kiezen.’ Hij gaat verder: A ‘ an het begin van het jaar hadden we € 23 mln onder beheer en € 220 mln onder advies. We hadden 135 klanten, waarvan er 22 in beheer zaten en de rest in advies. Nu
zitten we rond de € 300 mln en hebben 175 klanten. Van de klanten is nu 79% in beheer en aan het eind van het jaar schat ik dat dat 85% zal zijn.’ ‘We zijn nu met z’n drieën. Frank den Blijker is er net bij gekomen. Wij zouden verder kunnen groeien, maar het is lastig de juiste mensen te vinden.’ Voordat Van der Slikke samen met Patrick Bontje een eigen vermogensbeheerder begon, werkte hij bij ABN Amro. Hij was daar in 2002 teruggekomen na een uitstapje van twee jaar naar Van Lanschot. Van der Slikke: ‘Ik ging weg bij een adviesbank, maar toen ik terugkwam had de productpush zijn intrede gedaan en was de moraal aan het vervagen.’ Hij deed er naar eigen zeggen aan mee. ‘Ik ben een goed verkoper. Ik stond vaak bovenaan.’ Maar op een dag kon hij naar eigen zeggen zijn klanten niet meer
‘ik ging weg bij een adviesbank. toen ik terugkwam, was de moraal vervaagD’
DOOR: BINH TRAN. FOTO: PETER VAN DER SLIKKE
recht in de ogen kijken, zei zijn baan op en begon voor zichzelf, ‘zonder een vertrekpremie te ontvangen’..
Reactie Rabobank Hoewel Van der Slikke door een deel van de sector als luis in de pels wordt gezien, neemt directeur Private Banking Pim Mol van Rabobank de moeite op Van der Slikke te reageren, Hij zegt zich in de kritiek te herkennen en deze ook te delen. ‘Daarom ben ik in Nederland ook een van degenen geweest die het initiatief hebben genomen om tot een verbod op retourprovisies te komen. Ik wil af van een systeem waarin de verkoop van producten centraal
november 2013
lijkt te staan, in plaats van de behoeften van de klant. We zijn nu bezig het hele systeem steen voor steen opnieuw op te bouwen. Tot het hele nieuwe systeem is ingevoerd, zullen er helaas nog incidenten plaatsvinden.’ Van der Slikke wordt vaak geraadpleegd door mensen die veel geld verloren hebben terwijl ze een defensief profiel hadden of op andere vreemde zaken zijn gestuit. Tijdens het interview heeft hij een heel stapeltje papieren over dit soort zaken naast zich liggen, waar hij tijdens het gesprek af en toe met z’n hand op slaat en iets over zegt. Zo zit er volgens hem een zaak tussen van iemand die door een bank
werd geadviseerd € 850.000 voor tien jaar vast op een deposito te zetten, zegt hij. ‘Dat is alsof je 750.000 euro in achtergestelde obligaties stopt!’ In een van de andere zaken zat een klant van Van Lanschot die belegde voor zijn pensioen voor 100% in risicovolle achtergestelde perpetuele obliga-
‘in De rendemixpropositie van Rabobank zitten geen verborgen kosten. die is ok’
ties. Op het dieptepunt van de markt, stond hij bijna € 200.000 in de min. (Kifid-uitspraak 2013-15 d.d. 24 mei 2013.) Volgens Van der Slikke gaat het hier niet om incidenten. ‘Nee, daarvoor komt het te vaak voor. Van Lanschot zegt in een reactie dat beeld niet te herkennen. ‘Dat gedoe met die Raboledencertificaten’, zegt Van der Slikke, ‘gaat ook echt tot op bestuursniveau. En dan zie je anno 2013 dat er nog portefeuilles zijn die voor 100% uit ledencertificaten bestaan.’ Raboledencertificaten zijn achtergestelde leningen, maar veel klanten beschouwden ze meer als spaarproducten. Directeur Private Banking Mol van Rabobank zegt een paar jaar geleden al een uitgebreide brochure te hebben uitgebracht waarin werd uitgelegd wat de risico’s van deze instrumenten zijn. ‘Het zag ernaar uit dat niet iedereen in de gaten had dat dit beleggingsproducten zijn en dat er dus koersbewegingen kunnen optreden. Daarna hadden we de indruk dat dit nog steeds niet iedereen duidelijk was. We hebben daarom onlangs aan 150.000 certificaathouders een brief gestuurd waarin we dit nogmaals uitlegden en adviseerden tot maximaal 20% van het totale klantvermogen in deze producten te beleggen. Daarna hebben we nog 50.000 mensen een tweede brief gestuurd en nog bijna 10.000 mensen opgebeld. Maar het blijft uiteindelijk een besluit van de klant zelf om de portefeuille wel of niet aan te passen. Bij beheer komt dit beslist niet voor,’ zegt Mol.
Assetallocatie Rabobank ruilde de actieve Robecofondsen in zijn Rendemixfondsen van de zomer om voor trackers. ‘Dat ziet er goed uit’, aldus Van der Slikke. ‘Ik heb nog geen verborgen kosten kunnen ontdekken. Ik heb echter een portefeuillevoorstel van Rabo uit augustus gezien. Daar zaten 0% trackers in. Dan
17
denk ik: de wereld is niet veranderd.’ Mol: ‘Wij zijn heel positief over trackers en hebben onze trackerpositie met miljarden zien groeien, dus dit is uiteraard niet goed. We moeten echter wel uitkijken dat de tracker geen dogma wordt. Een tracker is soms goedkoper dan een actief fonds, maar soms ook niet omdat trackers een grote spread kunnen hebben. Ook blijven niet alle trackers zo dicht bij de index als je zou willen.’ Van der Slikke belegt voor zijn klanten in trackers van Vanguard, iShares, Think ETF’s en State Street, niet in actieve beleggingsfondsen. Zijn voornaamste kritiek op actieve fondsen is dat ze te duur zijn, ze bijna nooit hun benchmark verslaan — obligatiefondsen al helemaal niet — en als je er een verkooporder voor geeft, met een beetje pech het nog een paar dagen duurt voordat je er ook echt van af bent. ‘Het draait om assetallocatie, spreiding, goede verhandelbaarheid en zo laag mogelijke kosten’, zegt Van der Slikke. Hij lanceerde medio vorig jaar iBeleggen, een online adviesdienst toegankelijk vanaf € 15.000. Momenteel beheert iBeleggen ruim € 25 mln. ‘Dat is iets onder verwachting.’ Hij zegt te weinig tijd te hebben om iBeleggen meer onder de aandacht te brengen. Mensen die klant willen worden moeten een lijst invullen met vragen over hun beleggingskennis, hun beleggingsdoel en hoeveel risico ze bereid zijn te accepteren. Hieruit rolt vervolgens een advies waarvoor iBeleggen de volledige zorgplicht accepteert. De assetallocatie bepaalt Van der Slikke samen met twee collega’s. De regioverdeling bepaalt het drietal met een zekere speelruimte ‘conform de markt’. Dit jaar, tot en met eind oktober, bedroeg het rendement van het meest offensieve profiel van iBeleggen 10,85% en van het meest defensieve profiel 2,21%. Barbara nieuwenhuijsen is redacteur van Fondsnieuws.
Ontdek iets waar u vrolijk van wordt. Aberdeen Global – European Equity Fund Europa mag dan wel voor uitdagingen staan, maar er is genoeg om positief over te zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld 130 van de 500 grootste bedrijven ter wereld gevestigd. En beschikt zakelijk Europa over vooraanstaande technologieën, beschikbare geldmiddelen van recordgrootte en de meest duurzame businessmodellen ter wereld. Uiteraard blijft het selecteren van de juiste bedrijven van groot belang. Daarom hebben wij zoveel openhartige gesprekken met het management van een bedrijf voordat we investeren. Doorgaans doen wij meer dan 650 bezoeken aan Europese bedrijven per jaar, zodat we de meest speciale aan onze portefeuille kunnen toevoegen. Dus als u nog steeds kansen in Europa ziet, neem dan contact met ons op. De waarde van investeringen, en de inkomsten daaruit, kunnen zowel dalen als stijgen, en mogelijk krijgen uw klanten het oorspronkelijk belegde bedrag niet (volledig) terug. Ga voor meer informatie naar aberdeen-asset.nl/europeanequities
In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde van een belegging kan zowel stijgen als dalen en kan worden beïnvloed door veranderingen in valutakoersen. Een belegger krijgt zijn geïnvesteerde geld niet altijd terug. Beleggingen in opkomende markten kunnen een hoger risico en een grotere volatiliteit met zich meebrengen in verband met politieke en economische instabiliteit in onderontwikkelde markten en systemen. De informatie of meningen die u hier leest, zijn niet bedoeld als beleggingsadvies of als basis voor een beleggingsbeslissing. U dient uw beleggingsbeslissing altijd te baseren op het prospectus van het fonds. Deze advertentie is uitgegeven door Aberdeen Asset Managers Limited, 10 Queen’s Terrace, Aberdeen AB10 1YG, United Kingdom. Aberdeen Asset Managers Limited is geautoriseerd en gereguleerd door de Financial Services Authority in het Verenigd Koninkrijk.
november 2013
19
Aarzelend naar groeiaandelen herstel van de economie dwingt tot aanpassingen in de portefeuille
Een combinatie van opgelopen waarderingsverschillen en stijgende rente maakt dat waarde-aandelen tegenover groeiaandelen aan aantrekkelijkheid inboeten. tekst Frank van alphen
H
et voorzichtige economische herstel noopt beleggers hun portefeuille kritisch tegen het licht te houden. Wordt het geen tijd afscheid te nemen van waarde-aandelen en de overstap te wagen naar sectoren met meer groeiperspectieven? William de Vijlder, hoofd beleggingen bij BNP Paribas Investment Partners, ziet het in een breder perspectief. ‘Een studie uit 2007 toonde al aan dat het verwachte rendement op aandelen daalt als de verwachte groei van het bbp stijgt’, zegt hij. ‘Dat moet je in je achterhoofd houden nu de Europese economie aantrekt. Het is ook een waarschuwing: een belegger kan beter niet wachten om in aandelen te stappen tot het herstel voorpaginanieuws is.’ Desalniettemin verwacht De Vijlder dat aandelen volgend jaar nog goed zullen presteren. Vooral omdat centrale banken de rentes laag houden en de Fed obligaties vooralsnog blijft kopen. Vermogensbeheerder Russell maakte in de lente al de draai naar groeiaandelen. De redenen hiervoor waren de relatieve waardering en de rente-ontwikkeling. ‘Waarde-aandelen met een hoger dividendrendement hebben meer last hebben van een stij-
gende rente’, zegt Wouter Sturkenboom, portfoliomanager bij Russell. ’Daarbij was de waardering van waarde-aandelen flink opgelopen ten opzichte van groeiaandelen. De rente is dit jaar gestegen, terwijl het dividendrendement is gedaald als gevolg van de hogere koersen. Voor sommige beleggers is dat aanleiding de verdeling tussen dividendaandelen en obligaties te heroverwegen.’ De voorkeur voor groeiaandelen is bij Russell sinds kort weer verdwenen. A ‘ an de ene kant verwachten we dat de rente volgend jaar minder hard zal stijgen dan dit jaar. Bedrijven die relatief
‘verwachte rendement op aandelen daalt als verwachte groei bbp stijgt’
veel dividend uitkeren, worden daardoor minder hard getroffen door de rentestijging. Een andere reden voor de neutrale weging is het kleinere verschil in relatieve waardering.’
Bankensector Andere beleggers trekken niet zo’n scherpe grens tussen groei- en waardeaandelen. Zo combineren BNP Paribas IP en vermogensbeheerder Optimix een macrovisie met stockpicking. ‘Macro hebben we een voorkeur voor Europa’, zegt Ivan Moen van Optimix. ‘De waardering — wij hanteren de Shiller-index — van Europese aandelen is veel lager dan die van Amerikaanse aandelen. In Europa is de koers-winstverhouding circa 16, terwijl die ratio in de VS al is opgelopen naar 22.’ Binnen Europa speuren collega’s van Moen naar koopjes. ‘Naast de wat saaie en degelijke namen hebben we een aantal kleinere bedrijven waar we veel van verwachten’, zegt Corné Aben, aan-
delenbelegger bij Optimix. ‘We kopen vaak na een koersval als we denken dat de problemen op termijn wel worden opgelost. De Franse spelletjesmaker Ubisoft is een voorbeeld van een bedrijf dat naar verwachting opkrabbelt na een winstwaarschuwing.’ Bij Optimix leidt de selectie op aandelenniveau niet tot een overweging in een bepaalde sector. Bij BNP Paribas PI komen wel een paar sectoren bovendrijven, maar dat zijn niet automatisch sectoren met het predicaat groei. ‘We zijn bijvoorbeeld positief over de bankensector’, zegt De Vijlder. De banksector als geheel profiteert volgens de BNP-econoom van de aangekondigde stresstest. ‘De ECB-test is geen slecht nieuws voor de sector. Voor sommige banken zal die test slecht uitpakken, maar de meerderheid slaagt. Zo schept deze test juist meer duidelijkheid. Banken die slagen, gaan weer meer krediet verlenen.’ Een andere sector waar BNP Paribas in gelooft, is wel een traditionele groeisector. ‘We verwachten veel van producenten van luxe-artikelen. Dat vloeit voort uit onze positieve visie op opkomende markten. Die zijn belangrijk voor de afzet van luxegoederen uit Europa. Zodra de verkoop stijgt, zullen de winsten flink toenemen omdat deze bedrijven gebruik maken van bestaande capaciteit.’ Frank van alphen is financieel journalist en medewerker van Fondsnieuws.
20
november 2013
Eeuwigdurend maakt plaats voor hybride Markt verwacht komende tijd veel aflossingen van Perpetuals
De zwaardere kapitaaleisen die toezichthouders opleggen, dwingen banken ertoe om eeuwigdurende leningen af te lossen en op zoek te gaan naar alternatieven, zoals de meer flexibele Coco’s.
H
et waren in het verleden vooral banken die graag eeuwigdurende obligaties uitgaven. Nu deze zogenoemde ‘perpetuals’ steeds minder meetellen bij het kernkapitaal zoeken ze hun toevlucht tot hybride financieringsvormen. Deze obligaties kunnen zomaar veranderen in aandelen of door de toezichthouders worden afgeschreven als zij twijfelen over de solvabiliteit van de bank. Eeuwigdurende obligaties waren tot de financiële crisis een goedkope manier voor financiële instellingen om eigen vermogen aan te trekken. ‘De uitgevende bank profiteert van het beste uit twee werelden. De rente die de bank betaalt, is meestal fiscaal aftrekbaar. Aan de andere kant gaat het aangetrokken kapitaal door voor eigen vermogen omdat de lening in principe niet hoeft te worden afgelost’, zegt Arnold Gast, bedrijfsobligatiespecialist bij Delta Lloyd Asset Management. Omdat dividend niet aftrekbaar is,
Na dieptepunt maart 2009 blijft obligatie goed liggen Koers van ING 8% perpetual 125
100
75
50
25 GRAFIEK: KIM RAAD
tekst Frank van alphen
0
april ‘08
2009
is een perpetual een voordelig alternatief voor aandelenkapitaal. Voor beleggers zijn de obligaties aantrekkelijk vanwege hun relatief hoge coupon. ‘Met name particuliere beleggers vinden de hoge rente verleidelijk en nemen niet de moeite zich te verdiepen in de risico’s,’ zegt Ron Boer, partner bij Het Effectenhuis, dat is gespecialiseerd
2010
2012
2012
november ‘13 Bron: VWD Group
‘Vooral particulieren vinden de hoge rente verleidelijk’
in obligaties. ‘Het in kaart brengen van die risico’s kost veel tijd.’
Perpetual ING Een bekend voorbeeld van een bankperpetual is de 8%-obligatie die ING in 2007 uitgaf. De bank-verzekeraar haalde s 1,5 mrd op met deze achterge-
Basel III In het kader van de strengere regels voor banken tellen achtergestelde leningen zoals perpetuals in 2019 niet meer mee als tier 1- en 2-vermogen. Meestal staat wel ergens in het prospectus dat zo’n verandering van de regels de uitgevende partij het recht geeft de lening voortijdig af te lossen. De verwachting is dat banken dat de komende tijd zullen doen, omdat ze nu veel goedkoper geld kunnen aantrekken. ‘Ik verwacht veel aflossingen de komende tijd’, zegt Boer. ‘Niet alleen van banken en verzekeraars, maar ook van andere bedrijven. Die kunnen immers ook tegen lagere tarieven lenen. Het verschil tussen banken en andere bedrijven is dat bij banken de regelgeving veel invloed heeft op hun beslissing al dan niet af te lossen. Bij gewone bedrijven speelt dan niet. Die zien perpetuals als een van de manieren om vreemd vermogen op te halen.’
Achmea is een van de financials die dit jaar een aantal perpetuals hebben afgelost. In maart werd een 5,124%-lening deels afgelost en in mei was een 8,375%-lening aan de beurt. Voorbeeld van een non-financial is het Spaanse Iberdrola, dat onlangs een lening van een half miljard afloste. ‘Voor beleggers die deze obligaties bezitten, is dat lastig. Die krijgen geld binnen en moeten dat weer herbeleggen. Als ze weer geld in obligaties willen steken, moeten ze genoegen nemen met een veel lagere yield’, aldus Boer. Ondanks de dip in 2009-’10 toen perpetuals helemaal uit de gratie waren, hebben financials en andere ondernemingen er nog veel uitgegeven. ‘Voor de onderneming is de flexibiliteit van perpetuals van belang’, zegt Boer. ‘Het uitgevende bedrijf kan afhankelijk van bijvoorbeeld de rentestand en de behoefte aan kapitaal leningen laten doorlopen of aflossen.’ De afgelopen jaren zijn met name veel perpetuals in dollars uitgegeven. ‘Daar was in Azië en de VS vraag naar’, zegt Gast. ‘Gevolg is dat deze leningen een rol gaan spelen in obligatie-indices. Dat heeft een zelfversterkend effect: hierdoor moeten ook indexbeleggers deze leningen gaan kopen.’ Gast en senior portfoliomanager Wee Mien Cheung van Delta Lloyd Asset Management verwachten dat de perpetuals oude stijl langzaam
maar zeker plaatsmaken voor zogeheten ‘CoCo’s’ (‘Contingent convertibles’). Deze obligaties blijven onder Basel III in tegenstelling tot de perpetuals oude stijl wel tellen bij het eigen vermogen. Daarnaast hebben ze het voordeel voor de bank dat de rente meestal aftrekbaar is en dat uitgifte van nieuwe aandelen en dus verwatering kan worden voorkomen. ‘In zekere zin gebruiken banken op deze wijze de obligatiemarkt om eigen vermogen op te halen’, zegt Cheung. A ‘ an de toezichthouder en de kredietbeoordelaars melden ze dat deze financieringsvorm onder de noemer aandelenkapitaal valt, terwijl ze aan beleggers vertellen dat het om obligaties gaat.’
Disciplinerend effect Volgens Cheung zijn CoCo’s die worden omgezet naar aandelen als het slecht gaat met de bank te verkiezen boven CoCo’s waarbij de hoofdsom
perpetual maakt plaats voor coco, die voor uitgevende bank gunstig is
21
FOTO: Wee Mien Cheung
FOTO: ron boer
stelde lening. De waarde daalde in 2009 onder de 40%, maar wie een sterke maag had, heeft geen centje pijn geleden. De lening noteert alweer jaren iets boven de 100%. Bovendien heeft ING ondanks staatssteun en een dividendstop elk jaar keurig de coupon van 8% uitgekeerd. Volgens Gast is het opmerkelijk dat ING, maar ook SNS Reaal, is blijven betalen onder moeizame omstandigheden. ‘SNS Reaal is een goed voorbeeld. Die bank was door zijn kapitaalratio’s gezakt en kon de betaling stopzetten, maar heeft dat niet gedaan.’ Deze genereuze houding is geen liefdadigheid van banken, maar een weloverwogen keuze. Gast: ‘Banken hebben deze leningen veelal bij eigen klanten geplaatst. Dat maakt het een stuk lastiger de couponbetalingen te staken. Dat leidt tot publieke verontwaardiging. Bovendien zullen er vragen worden gesteld over de zorgplicht van de banken. Datzelfde fenomeen zie je bij de ledencertificaten van Rabobank. Lenen van eigen klanten ligt gevoelig.’
FOTO: Arnold Gast
november 2013
(deels) wordt afgeschreven. Dit mechanisme treedt in werking als het eigen vermogen van de bank onder een bepaalde drempel duikt. ‘Bij conversie naar aandelen heb je nog de kans te profiteren van een eventueel herstel. Als de lening wordt afgeschreven, loop je wel de risico’s maar word je niet beloond als het beter gaat’, aldus Cheung. De beleggers van Delta Lloyd hebben nog een reden om te pleiten voor CoCo’s die worden omgezet naar aandelen. Die CoCo’s hebben een disciplinerend effect op de uitgevende bank omdat die wil voorkomen dat het aandelenkapitaal verwaterd. ‘Een andere manier om de belangen meer op een lijn te krijgen, is het uitkeren van de bonus in de vorm van CoCo’s en eisen dat het management weg moet als het tot conversie komt’, aldus Cheung. Voor beheerders van obligatiefondsen vallen CoCo’s die kunnen veranderen in aandelen buiten de boot. Ze mogen geen aandelen in portefeuille hebben. ‘Nadeel daarvan dat ze gedwongen zijn te beleggen in CoCo’s die risicovoller zijn omdat de hoofdsom kan worden afgeschreven. Zo kan beperkte ruimte in een beleggingsmandaat leiden tot grotere risico’s,’ aldus Gast. Frank van alphen is financieel journalist en medewerker van Fondsnieuws.
Neem uw aandeel in een betere wereld met het ASN Duurzaam Aandelenfonds. Trotse winnaar Gouden Stier 2013! Beleggen met oog voor people, planet en profit is een uitstekend idee. Dat bewijst het ASN Duurzaam Aandelenfonds. Al twintig jaar beleggen wij wereldwijd in beursgenoteerde ondernemingen die worden geselecteerd op basis van hun duurzame beleid. En al twintig jaar realiseren wij resultaten om trots op te zijn. Niet voor niets is het fonds door Belegger.nl bekroond met de Gouden Stier 2013. De prijs voor het beste beleggingsfonds van Nederland! Zet ook uw geld aan het werk voor een betere wereld. Kies voor het ASN Duurzaam Aandelenfonds. Meer weten? Vraag ernaar bij uw bank, kijk op asnbank.nl of bel gratis 0800-0380 (ma/vr).
Aan beleggen in het ASN Duurzaam Aandelenfonds zijn risico’s verbonden. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.De waarde van uw belegging kan zowel stijgen als dalen. ASN Duurzaam Aandelenfonds is een subfonds van ASN Beleggingsfondsen N.V. De beheerder van ASN Beleggingsfondsen N.V. is ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V. (ABB). ABB en het ASN Duurzaam Aandelenfonds zijn opgenomen in het register van de Autoriteit Financiële Markten. Gedetailleerde informatie over ASN Duurzaam Aandelenfonds inclusief een beschrijving van de risico’s en kosten is opgenomen in het prospectus dat u kunt downloaden via www.asnbank.nl of kosteloos kunt aanvragen bij ASN Bank, telefoon 0800 - 0380 (gratis). Voor ASN Duurzaam Aandelenfonds is bovendien een document essentiële beleggersinformatie opgesteld. Loop geen onnodig risico, lees de essentiële beleggersinformatie. Lees de essentiële beleggersinformatie voordat u een beleggingsproduct koopt. Vraag ernaar bij uw bank of kijk op www.asnbank.nl.
november 2013
23
vluchten kan écht nog wel aanhoudende onzekerheid te lijf met flexibele assetallocatie
In de Fondsnieuwsmasterclass spreken specialisten zich uit hoe zij vermogensbehoud proberen te borgen: verlaag het marktrisico met lagevolatiliteitsaandelen, convertibles en long-shortstrategieën.
B
ij veel beleggers staat vermogensbehoud op dit moment voorop. Met het door de financiële crisis veroorzaakte slagveld nog vers in het geheugen is dat niet zo vreemd. Beheersing van de neerwaartse risico’s is echter niet makkelijk in de huidige omgeving. Obligaties vormen traditiegetrouw de stabiele pijler onder de portefeuille, maar door de lage rente kunnen zij deze rol niet meer vervullen. ‘Een stijging van de rente is momenteel het grootste risico voor beleggers die een groot deel van hun vermogen in traditionele obligaties hebben’, waarschuwt Eric Tazé-Bernard, assetallocatiestrateeg van Amundi Asset Management. ‘Deze assetcategorie heeft een asymmetrisch profiel: de kans om op deze posities rendement te maken is erg klein, terwijl de kans op koersverliezen vrij groot is’. Ondanks de hoge volatiliteit doen beleggers er volgens hem goed aan om een deel van hun vermogen in hoger renderende obligaties te beleggen. Vooral als compensatie voor de lage rente op ‘veilige’ obligaties. De obligatiebeleggers van Amundi hebben een breed wereldwijd univer-
sum tot hun beschikking en kunnen relatief zwaar inzetten op high-yield obligaties, schuldpapier van opkomende landen en zelfs converteerbare obligaties. Om de risico’s in de obligatieportefeuille te spreiden belegt Amundi ook actief in valuta, als aanvulling op het brede universum.
Modelportefeuille Volgens Tazé-Bernard werkt de traditionele strategische assetallocatie niet meer, vanwege de lage rendementen op obligaties en de hoge correlatie tussen verschillende assetcategorieën. In plaats daarvan moeten beleggers spreiden naar macrofactoren, zoals economische groei, inflatie en periodes van stress. Stijgen de inflatieverwachtingen, dan zijn bijvoorbeeld grondstoffen, grondstoffenaandelen en aan inflatie gekoppelde obligaties interessant, in combinatie met een shortpositie in de aandelenmarkt. Voorts is het volgens Amundi van belang om altijd flexibel te blijven, zodat in onzekere periodes risicovolle beleggingen snel kunnen worden afgebouwd. Dit is een belangrijke kracht van absolute return-beleggingsfondsen, die bijvoorbeeld hun aandelengewicht snel kunnen verlagen en weer verhogen. Deze fondsen mogen wat Tazé-Bernard betreft dan ook niet ontbreken in een goed gespreide beleggingsportefeuille. In een aan hem voorgelegde mo-
DOOR: BINH TRAN. FOTO: Eric Tazé-Bernard
tekst Jeroen Boogaard
delportefeuille die bestaat uit 50% aandelen, 35% obligaties, 5% alternatieven en 10% cash vindt hij het gewicht van alternatieven te laag en van aandelen te hoog. ‘Ons advies zou zijn om het pure marktrisico in het aandelengedeelte te verlagen en deels te vervangen door bijvoorbeeld aandelen met een lage volatiliteit, converteerbare obligaties en long-shortstrategieën’, al-
‘met het oog op amerikaanse tapering is het wijs om cash aan te houden’
dus de strateeg van Amundi. Bruno de Haas, hoofd Beleid & Onderzoek van Media Pensioen Diensten (MPD), sluit zich hierbij aan. ‘De aandelenallocatie is in deze portefeuille vrij groot gezien de huidige waarderingen, terwijl het gewicht van alternatieven te laag is om invloed te kunnen hebben’. Het is volgens hem echter de vraag of je wel in alternatieven moet beleggen. ‘Grondstoffen zijn onvoorspelbaar en sterk gecorreleerd met aandelen.’ De Haas is vrij somber over de groeivooruitzichten in de eurozone en is bang voor een Japanscenario met deflatie. Daarom raadt hij aan om wat meer buiten de eurozone te beleggen, waarbij hij de dollar als veilige haven ziet. Ook Tazé-Bernard zet in op de dollar, die volgens hem een goede hedge vormt tegen het mogelijk oplaaien van de Europese schuldencrisis en ondergewaardeerd is ten opzichte van de euro. Beide strategen vinden het verstandig om op korte termijn meer liquiditeit aan te houden, gezien de onzekerheid rond de mogelijke afbouw van de obligatieaankopen door de Federal Reserve. ‘Cash is een verwaarloosde asset class die het bijvoorbeeld veel beter doet dan aandelen en obligaties in periodes waarin de inflatie snel oploopt’, zegt Tazé-Bernard. Jeroen Boogaard is financieel journalist en medewerker van Fondsnieuws.
Wat je niet begrijpt, is altijd een risico. Beleggen volgens Delta Lloyd.
We kunnen niet voorspellen hoe de financiële markt zich ontwikkelt. Daarom is Delta Lloyd ervan overtuigd dat je de risico’s goed moet kennen. Wij beleggen volgens het principe: wat je niet begrijpt, is altijd een risico. Hierbij vertrouwen we vooral op ons eigen onderzoek. Zo weten we precies waar we in beleggen en kennen we de risico’s. Kijk op deltalloyd.nl of ga naar uw adviseur als u meer wilt weten.
a
m e ver th sie vi o pr
november 2013
d o b
Thema: provisieverbod en verder
ervaring overzee
executiononly
In India, Australië en Verenigd Koninkrijk is het provisieverbod al opgelegd. De resultaten zijn niet altijd even bemoedigend.
Kiezen de banken voor meer standaardoplossingen, de fondsenplatforms proberen zich juist door one-stop shop te onderscheiden.
Een peiling onder fondshuizen. Uitkomsten op een rij.
PAGINA 35
PAGINA 29
PAGINA 31-33
Enquête over verbod
De moeder aller revoluties Het is de belangrijkste structuurwijziging voor de sector sinds 1945: de introductie van het provisieverbod. ‘De klant krijgt er meer transparantie voor, maar krijgt hij er ook een betere dienstverlening voor terug? ‘Dat is de vraag,’ zeggen de experts. tekst Cees van lotringen
E
en ruime meerderheid van de in Nederland actieve assetmanagers gelooft dat het provisieverbod tot meer transparantie zal leiden in de dienstverlening aan klanten. Maar daarmee is volgens de assetmanagers het belangrijkste voordeel van het provisieverbod wel gegeven: iets meer dan 50% denkt dat het scala aan dienstverlening door het verbod zal afnemen en dat de dienstverlening ook duurder zal worden. Het zijn enkele van de opvallende
uitkomsten uit een peiling die de Fondsnieuwsredactie heeft gehouden onder ruim zestig in Nederland actieve fondshuizen. Meer dan de helft vulde de enquête in. Hier komt uit naar voren dat vrijwel alle assetmanagers klaar zijn voor het provisieverbod, dat met ingang van volgend jaar in Nederland een feit zal zijn. Maar over de gevolgen van dat verbod voor zowel het beschikbare assortiment van fondsen, als voor de dienstverlening aan de eindklant bestaat grote onzekerheid (zie pagina 35). Jan de Zeeuw, consultant bij Maslinski & Co, spreekt van ‘de belangrijkste structuurwijziging in de sector sinds de Tweede Wereldoorlog’. Hij denkt dat het verbod een vergaande verschraling teweeg zal brengen.
AFM-bestuurder Tim Mortelmans zet daar de opvatting tegenover dat Nederland best met wat minder fondsen af kan.
Rebates Assetmanagers zijn in hun mening beslist niet onbevooroordeeld. Zij hebben in de jaren negentig van de vorige eeuw een verstandshuwelijk met banken gesmeed, dat vooral gelegen was in het feit dat zij bereid waren de banken een distributievergoeding te betalen voor het feit dat hun fondsen in het assortiment van de bank werden opgenomen en door de adviseurs bij de klanten werden bemiddeld. Vervolgens betaalden de klanten op hun beurt de fondshuizen weer
voor de fondsen die zij de bank hadden afgenomen. Deze zogenoemde ‘rebates’ maakten deel uit van de managementfees. De AFM en de wetgever zijn van mening dat deze praktijk tot een belangenverstrengeling heeft geleid die niet in het voordeel is van de klant. Hij zou namelijk fondsen bemiddeld kunnen krijgen die niet de beste zijn, maar waar de bank het meeste aan verdiend.
‘provisieverbod veroorzaakt verschraling van het aanbod van fondsen’
Deutsche Asset & Wealth Management
De eurozone gaat weer vooruit. Blijf niet achter. De eurozone aandelenfondsen van DeAWM Een herstellende economie, sterk gepositioneerde bedrijven met groeipotentie en een aantrekkelijke waardering van de aandelenmarkt: eurozone aandelen bieden veel rendementspotentieel. DeAWM biedt beleggers via verschillende beleggingsstijlen toegang tot interessante eurozone aandelenfondsen. Deze fondsen met bewezen historie zijn ideaal gepositioneerd om te profiteren van herstel in de eurozone. Active
DWS Invest Top Euroland FC ★★★★★
ISIN: LU0145647722
Systematic
DB Platinum IV CROCI Euro R1C ★★★★
ISIN: LU0194163050
Passive
db x-trackers Euro Stoxx 50® UCITS ETF (DR)
ISIN: LU0846194776
Bron: Morningstar rating per 25-09-2013.
www.deawm.com
Belangrijke informatie: Deutsche Asset & Wealth Management (DeAWM) vertegenwoordigt de asset management en wealth managementactiviteiten van Deutsche Bank AG en aanverwante entiteiten. Klanten zullen verschillende producten en diensten van DeAWM aangeboden krijgen vanuit een of meer verschillende juridische entiteiten welke kenbaar zullen worden gemaakt aan de klanten alvorens tot het sluiten van contracten, overeenkomsten of aanbieden van materialen wordt overgegaan. In Nederland worden de producten van DeAWM u aangeboden door Deutsche Bank AG Amsterdam Branch. DeAWM maakt deel uit van de Deutsche Bank Group. Deutsche Bank AG Amsterdam Branch en de genoemde beleggingsfondsen zijn geregistreerd bij de AFM (Autoriteit Financiële Markten) te Amsterdam. Loop geen onnodig risico. Lees de Essentiële Beleggersinformatie. Deze is te vinden op dws.nl. De waarde is afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markten en kan als gevolg van het beleggingsbeleid sterk fluctueren. © 2013 Deutsche Asset & Wealth Management. Alle rechten voorbehouden. © [2013] Morningstar. Alle rechten voorbehouden. De informatie, gegevens, analyses en meningen („Informatie“) hierin (1) bevatten vertrouwelijke informatie die het eigendom van Morningstar zijn (2) mag niet worden gekopieerd of verdeeld (3), vormen geen beleggingsadvies, (4) worden uitsluitend gebruikt voor informatieve doeleinden (5), zijn niet gegarandeerd volledig, nauwkeurig of tijdige en (6) zijn afkomstig uit het fonds gepubliceerde gegevens op diverse data. De informatie wordt u aangeboden geheel op eigen risico. Morningstar is niet verantwoordelijk voor de beslissingen, schade of andere verliezen met betrekking tot de informatie of het gebruik ervan.
a
m e ver th sie vi o pr
november 2013
d o b
Focus op beheer Hoewel het nog veel te vroeg is om vast te kunnen stellen wat het gevolg van het provisieverbod in Nederland zal zijn, is er al wel een aantal trends en ontwikkelingen aan te wijzen. Zo neemt het belang van de beleggingsadviseur verder af — of in het beste geval verandert het. Banken voeren uit het oogpunt van efficiency en risicomanagement het beleggings- en assortimentbeleid sinds 2008 via vanuit het hoofdkantoor geleide investment offices. Adviseurs en bankers onderhouden het contact met de klant, maar vanuit een straf omkaderd proces. In aanloop naar het provisieverbod wordt daar een nieuwe verandering aan toegevoegd: banken proberen klanten te overtuigen om van een advies- naar een beheerrelatie over te stappen. Dat is goedkoper voor de bank, terwijl de klant er waarschijnlijk ook betere resultaten door boekt. ABN Amro, dat de afgelopen maanden duizenden klantgesprekken heeft gevoerd, is succesvol in het bereiken van die doelstelling. Beleggingsadvies, zo is de verwachting van een overgrote meerderheid van de gepeilde assetmanagers, zal hierdoor in de dienstverlening niet meer de regel maar de uitzondering worden. Het omzetverlies ten gevolge van het proviseverbod proberen banken te compenseren door meer via ‘fund of funds’, ‘funds of mandates’ of profielfondsen te beleggen. Het voordeel van
Van productgerichte naar klantgerichte dienstverlening Bestaande situatie
Beoogde situatie
(productgericht)
(klantgericht)
Kickback Product
Asset- Maakt product, biedt het aan bank aan manager en betaalt daarvoor provisie (rebate).
Vermogen
Over de wenselijkheid van het provisieverbod zijn vriend en vijand het eigenlijk ook wel eens. Wat echter het effect van dat verbod op de fondsenarchitectuur, de keuzevrijheid en de dienstverlening is, laat zich tot dusver moeilijk inschatten. De oplegging van een vergelijkbaar verbod in India en Australië en sinds begin dit jaar in het Verenigd Koninkrijk laat zien dat de gevolgen zeer vergaand en in het geval van India ook zeer desastreus kunnen zijn (lees meer op pagina 30-33).
Bank
Neemt product op in schap.
Assetmanager
Behoeftenpiramide (veranderende vermogensbehoeften naarmate leeftijd vordert en vermogen groeit)
Biedt product aan. Groei Inkomen
Bank
Zoeken naar passende oplossing. Inventariseert behoeften klant.
Specialisten
Zekerheid
product
Adviseur
Zet eventueel assetmanager in voor productontwikkeling.
Klant
Product
Vermogen
Assetmanager biedt product aan bank aan en betaalt daarvoor een provisie (rebate). Als de bank dit product verkoopt aan klant, betaalt de klant een vergoeding (kickback) aan de assetmanager.
Infographic: design by KR, Kim Raad 2012
deze aanpak is dat beheer er gemakkelijker door wordt, terwijl banken — zoals ABN Amro — zelf de managementfee kunnen bepalen, omdat het ‘eigen’ fondsen zijn. Hoe deze managementfee is opgebouwd, vertelt de bank niet. ‘Dat is interne informatie,’ luidt het antwoord. Assetmanagers denken dat deze standaardoplossingen in ieder geval een grote vlucht zullen nemen, vooral in het retailkanaal. In de markt wordt er rekening mee gehouden dat grootbanken deze fund
Fondshuizen weten dat eigen platform tot spanning met bank kan leiden
Adviesfee
Advies Private
banker
Klant betaalt adviesfee aan private banker. Private banker inventariseert behoeften klant en structureert met team van specialisten passende oplossing. Eventueel zet bank assetmanager in voor productontwikkeling of oplossing.
of funds of fund of mandates vooral zullen inrichten met de internationale huizen die grote liquide fondsen hebben. Hierdoor zal de kans voor kleinere partijen en fondsenboutiques moeilijker worden om tot het schap van de bank door te dringen — maar volgens de uitkomst van de Fondsnieuwspeiling wordt die stelling door een aanzienlijke minderheid van assetmanagers in twijfel getrokken. Het risico dat de open architectuur die het Nederlandse fondsenlandschap kent onder druk van het provisieverbod verschraalt of zelfs verdwijnt, zoals experts als Jan de Zeeuw waarschuwen, wachten assetmanagers niet af. In de markt gonst het van de geruchten van partijen die een eigen platform willen opzetten. Zeker is dat ING Investment Management, de assetmanager die volgend jaar het eigen bankkanaal verliest na de afsplitsing
van ING Bank, zijn eigen fondsen en beleggingsoplossingen op een nieuw platform zal samenbrengen. Robeco heeft een dergelijk platform ook, en ook kleinere buitenlandse huizen hebben gezamenlijk gesprekken gevoerd met onder meer Ophen om tot een dergelijke online winkel te komen. Bijna 70% van de assetmanagers beantwoordt in de peiling van Fondsnieuws de vraag bevestigend of zij denken dat zij een zelfstandige positie kunnen opbouwen in de particuliere markt door een eigen execution only-platform op te zetten. Maar tegelijkertijd is men zich ook bewust van het risico dat ermee genomen wordt. Meer dan 60% erkent dat het opzetten van een dergelijk platform door fondshuizen tot meer spanningen en concurrentie met de banken zal leiden. Aangezien de Nederlandse fondsenmarkt vooral een spel is van de grootbanken, is een aantal huizen na uitgebreid onderzoek tot de conclusie gekomen dat de kansen van een dergelijk eigen platform niet opwegen tegen de risico’s dat men de toorn van de grootbanken op zich gericht weet. Cees van lotringen is redacteur van Fondsnieuws.
e-book
De toekomst van het vermogensbeheer Van het boek ‘De toekomst van het vermogensbeheer’ dat Fondsnieuws ter gelegenheid van zijn vijfjarig bestaan heeft gepubliceerd en interviews met elf kopstukken uit de sector bevat, is een e-book gemaakt. Deze is via de website te bestellen voor s 9,90.
a
m e ver th sie vi o pr
november 2013
d o b
Peiling onder assetmanagers Fondsnieuws vroeg ruim zestig fondshuizen naar hun opvattingen over de gevolgen van het provisieverbod. De helft reageerde. De uitkomsten op een rij.
1
Geen mening 13,8%
Eens 17,2%
Het provisieverbod maakt een einde aan het verstandshuwelijk tussen banken en assetmanagers.
2
4
€
€
€
€
€
30%-70% 27,6% 70%-100% 69,0%
Het provisieverbod zal ertoe bijdragen dat de klant weer centraal komt te staan.
Eens Oneens 20,7% 79,3%
C
9
Oneens 24,1%
10
€
11
Eens 72,4%
Eens 50,0%
Eens 72,4%
Oneens 14,3%
Eens 75,0%
Geen mening 17,9%
Vermogensbeheer zal ervoor zorgen dat klanten bij de banken hun doelen met meer succes behalen.
12
Oneens 17,2%
Geen mening 10,7%
Door het provisieverbod zal het beleggingsadvies als dienstverlening bij de banken niet de regel, maar de uitzondering worden.
Oneens 32,1%
Eens 50,0%
Geen mening 11,1%
Door de inrichting van modelportefeuilles met mandaten, neemt de kans af voor kleinere fondshuizen om door te dringen tot het schap van de bank.
Oneens 37,0%
Eens 51,9%
Geen mening 10,3%
Fondshuizen zullen een zelfstandige positie kunnen verwerven in de particuliere markt door eigen execution only-platforms op te zetten.
14
Oneens 39,3%
Blijft ongeveer gelijk Duurder 41,4% 44,8%
Geen mening 10,3%
Door het provisieverbod gaan banken een beperkt aantal standaardoplossingen voor retailklanten aanbieden.
13
Geen mening10,7%
Door het provisieverbod neemt het scala aan dienstverlening aan de eindklant af. Infographic Kim Raad, Design by KR 2013
Oneens 44,8%
Eens 48,3%
Geen mening 3,4%
Door het provisieverbod wordt de dienstverlening aan klanten transparanter.
7
B
Nee 20,7% Ja 75,9%
Geen mening 6,9%
5
6
A
Geen mening 3,4%
De afschaffing van het provisieverbod zal de marges bij fondshuizen onder druk zetten.
8
Goedkoper 13,8%
Tussen de 0% en 30% 3,4%
Bent u voornemens al uw in Nederland geregistreerde fondsen in Nederland per 2015 retrocessievrij aan te bieden?
€
Door het provisieverbod wordt de dienstverlening aan de eindklant duurder of goedkoper.
Oneens 69,0%
Hoeveel fondsen van uw totale aanbod in Nederland zullen vanaf 2014 retrocessievrij zijn?
3
€
Oneens 37,9%
Eens 51,7%
Geen mening 13,8%
Het opzetten van execution only-platforms door fondshuizen zal tot meer spanningen en concurrentie met de banken leiden.
Oneens 24,1%
Eens 62,1%
Ranomi Kromowidjojo
Hoe fit is uw vermogen? I NG I N V ESTM ENT M AN AGEMENT Veel mensen sparen. Uit gemak of omdat dit veilig voelt. Maar beseft u dat uw spaargeld minder waard wordt? Dit is de harde realiteit bij de huidige rente- en inflatieniveaus*. Juist in deze tijd van grote financiële verantwoordelijkheid wilt u uitzicht op vermogensgroei. Wellicht tijd om uw spaargeld te activeren! Beleggen kan een goed alternatief zijn om uw vermogen fit te houden.
IN VE S TMENT MANAGEMEN T Deze advertentie is uitsluitend opgesteld voor promotiedoeleinden en is geen aanbod noch een uitnodiging om effecten of een beleggingsinstrument te kopen of verkopen of om deel te nemen in een handelsstrategie. De informatie en mogelijke aanbevelingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Geen aansprakelijkheid zal worden aanvaard voor schade die door de lezers wordt geleden als het gevolg van het gebruik van of het zich baseren op deze publicatie. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Loop geen onnodig risico. Lees de Essentiële Beleggersinformatie voordat u een product koopt. Het prospectus, supplement en de Essentiële Beleggersinformatie zijn verkrijgbaar via www.ingim.nl. Op deze disclaimer is Nederlands recht van toepassing. * Per 01-06-2013, bron: INGIM
a
m e ver th sie vi o pr
november 2013
d o b
leren van Ervaringen elders
De gevaarlijke verlokking om sneller te gaan dan de markt aankan Het provisieverbod, in Nederland bijna een feit, is al van kracht in India en het Verenigd Koninkrijk, terwijl Australië ernaartoe werkt. Wetenswaardigheden en lessen voor de Nederlandse praktijk. tekst Barbara nieuwenhuijsen
H
et invoeren van een provisieverbod brengt grote veranderingen in de markt van beleggingsadvisering teweeg. Het brengt de belangen van klanten en adviseurs op één lijn, wat de kwaliteit van de dienstverlening ten goede moet komen, en heeft grote veranderingen in het productlandschap tot gevolg. Vooral goedkope indexproducten en totaaloplossingen zoals profielfondsen en fund of funds profiteren van een provisieverbod voor beleggingsdiensten. Het aantal adviseurs in een land neemt er vaak door af en de marges van fondshuizen komen erdoor onder druk te staan. En de klant? Die is niet per se goedkoper uit.
India India geldt als voorbeeld van hoe het niet moet. Het land kende een systeem waarbij bij het aankopen van een fonds direct een percentage van de inleg werd ingehouden ten gunste van de adviseur. Met ingang van augustus 2009 mocht dit van de ene op de andere dag nagenoeg niet meer. In
de jaren daarna nam de instroom in aandelenfondsen dramatisch af. Deels had dat met het provisieverbod te maken, maar deels had het ook te maken met het feit dat het verbod samenviel met de financiële crisis. Mensen kochten liever goud dan dat ze hun geld in beleggingsfondsen staken. Het aantal geregistreerde distributeurs in India is sinds het verbod ook flink afgenomen: van 50.000 naar 8000 tot 10.000, vertelt Bob Hendriks, hoofd retail van BlackRock Nederland, een van ’s wereld grootste assetmanagers die ook in India actief is. (In deze cijfers telt een bank als Citibank als één registratie.) Volgens Hendriks kent India net als Nederland een systeem van ‘open architecture’. De afgelopen jaren zijn distributeurs echter fors minder fondsen gaan aanbieden. ‘Dit heeft de druk op kleine spelers vergroot,’ zegt hij. Maar ook de grote fondshuizen hebben volgens hem last van margedruk. Doordat in India alleen de instapfee verboden werd en niet het betalen van een commissie op zich, ontstond er druk op de fondshuizen om distributeurs ergens anders uit te vergoeden. Hendriks: A ‘ ls gevolg daarvan gaven fondshuizen in het eerste jaar dat iemand in een fonds zat soms de volledige managementfee aan de distributeur. En omdat een groot deel van de adviseurs in India niet gereglementeerd is, wordt sterk op prijs geconcurreerd om hun loyaliteit te winnen.’
Dit jaar zijn er echter nieuwe regels van kracht geworden die de weg vrijmaken voor wél gereglementeerde beleggingsadviseurs. Hendriks: ‘Hun aantal groeit nog niet heel snel, maar er lijkt een heel nieuw soort financieel adviseur op te staan, die de provisiegedreven “hit-and-run”-achtige adviseurs naar de achtergrond zal drukken.’
Australië In Australië moeten mensen zelf beleggen voor hun pensioen. Het is verplicht hierover onafhankelijk advies in te winnen, vertelt Christian Pellis, wereldwijd hoofd distributie van Amundi Asset Management. Als gevolg hiervan is een reusachtige markt ontstaan, voegt Mark Oliver, hoofd retail bij BlackRock in Australië, eraan toe. ‘De particuliere beleggersmarkt in Australië beslaat omgerekend zo’n € 1100 mrd, het merendeel hiervan zit in individuele pensioenplannen.’
‘hit-and-runachtige adviseur verdwijnt naar de achtergrond’
Om de pensioenvoorziening te verbeteren heeft de regering twee hervormingspakketten doorgevoerd. De ene wordt ‘Stronger Super’ genoemd, de andere ‘The Future of Financial Advice’ (FoFA). De FoFA bevat de aankondiging van een provisieverbod (een werkelijk verbod is er dus nog niet), een verplichting voor adviseurs om in het belang van hun klant te handelen en de regel dat adviseurs hun klanten iedere twee jaar een volledig overzicht van alle kosten moeten geven, waar de klant vervolgens mee moet instemmen, aldus Pellis. De nieuwe regels zijn sinds juli dit jaar van kracht. Veel adviseurs zijn volgens Oliver daarvoor echter al overgestapt op een model waarin klanten direct moeten betalen voor advies. Een van de onderdelen van Stronger Super is de introductie van zogenoemde ‘My Super’-fondsen. Dit zijn simpele lage kostenfondsen waaraan de toezichthouder een aantal voorwaarden heeft gesteld. De fondsen moeten bijvoorbeeld twee keer per jaar een volledig overzicht van hun posities publiceren. Sinds de hervormingen is volgens Pellis de vraag naar goedkope producten, zoals indexfondsen en ETF’s, in Australië toegenomen. Daarnaast komen er steeds meer My Super-fondsen op de markt. Die laatsten nemen in pensioenplannen vaak de plek in van actief gemanagede fondsen. Oliver van BlackRock ziet de bewe-
Een ander idee over rendement Een oude beurswijsheid zegt: beleggers moeten kiezen voor aandelen met meer risico om een hoger rendement te realiseren. Maar klopt dat wel? Want in de praktijk blijkt, dat aandelen met minder koersschommelingen op langere termijn een gelijkwaardig rendement behalen. Daarom biedt Robeco drie Conservative strategieën voor deze laagvolatiele aandelen; wereldwijd, Europees en opkomende markten. Bovendien biedt deze aanpak een aantrekkelijk dividendrendement dat kan oplopen tot 4 à 5%.
Kijk voor meer informatie op www.robeco.nl/conservative
Belangrijke informatie Deze uiting is uitsluitend bedoeld voor professionele partijen als bedoeld in de Wet op het Financieel Toezicht. Robeco Institutional Asset Management B.V. (Handelsregister nummer 24123167) heeft een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
a
m e ver th sie vi o pr
november 2013
d o b
Verenigd Koninkrijk In het Verenigd Koninkrijk geldt sinds begin dit jaar een provisieverbod voor al het nieuwe geld waarover geadviseerd wordt. Het verbod is opgenomen in de ‘Retail Distribution Review’ (RDR). In april volgend jaar wordt het verbod ook van kracht voor nieuw geld dat belegd wordt via execution only-platforms. Voor het geld dat al in fondsen zit, mogen adviseurs vooralsnog provisies blijven ontvangen. Ook beheer blijft in het Groot-Brittannië buiten schot. In Brussel wordt echter gewerkt aan de Europese Richtlijn Mifid II. Deze Richtlijn bevat een verbod op provisies voor onafhankelijke adviseurs en voor discretionair beheer. Via deze weg zal het provisieverbod in het Verenigd Koninkrijk (VK) misschien uiteindelijk toch ook voor alle bedieningsconcepten gaan gelden, zoals in Nederland het geval zal zijn. In het VK is de invoering van het huidige verbod gepaard gegaan met hogere eisen aan adviseurs. Wie adviseur wilde blijven, moest met goed gevolg een examen afleggen. Mede als gevolg van de nieuwe regels is het aantal beleggingsadviseurs flink afgenomen. Waren er in 2008 nog zo’n 85.000
ISTOCKPHOTO. FOTO: LONDEN
ging naar goedkope producten ook, en signaleert verder dat adviseurs in Australië op zoek zijn gegaan naar waar hun toegevoegde waarde zit. Als gevolg daarvan besteden zij de fondsselectie vaker uit of kiezen ze bijvoorbeeld voor fund of funds. Een ander deel biedt toegevoegde waarde door te zoeken naar de goedkoopste beleggingsoplossing voor klanten en weer een ander deel is eigen beleggingsproducten gaan aanbieden, zegt hij. ‘Vergeet bovendien niet dat beleggingsadviseurs in Australië de laatste tijd moesten opboksen tegen rentetarieven van zo’n 6,5%.’
beleggingsadviseurs, inmiddels zijn dit er nog zo’n 32.000, blijkt uit cijfers van Fidelity. ‘Grote banken als HSBC, Barclays en Santander zijn helemaal gestopt met het geven van beleggingsadvies’, aldus hoofd productontwikkeling Ed Dymott van Fidelity Worldwide Investment. ‘In plaats hiervan bieden zij nu op internet totaaloplossingen aan.’ Net als in de andere landen verwacht de Britse assetmanager Schroders dat ook in het Verenigd Koninkrijk druk op de marges van fondshuizen zal ontstaan als gevolg van het provisieverbod. ‘Het is moeilijk deze druk nu al te kwantificeren, want we zijn nog maar elf maanden op weg’, zegt James Rainbow, hoofd UK Financial Institutions & Strategic
‘Provisieverbod heeft de prijzen in engeland juist opgedreven’
Accounts bij Schroders. ‘Een van de redenen waarom we wel druk verwachten is dat de prijzen van fondsen traditioneel bepaald werden door de fondshuizen. Zij bepaalden ook hoeveel zij adviseurs wilden betalen voor hun service. Nu is het precies andersom. Adviseurs bepalen hoeveel zij willen hebben voor hun service en welke producten ze tegen welke prijs willen afnemen. Zij kunnen nu zeggen: wil je meedoen, dan moet je prijs omlaag. Verder kijken adviseurs nu bewuster waar hun toegevoegde waarde zit; het selecteren van fondsen besteden ze vaker uit. Ook dat geeft neerwaartse druk op de prijzen omdat fondsselecteurs volumekorting kunnen eisen.’ Rainbow vervolgt: ‘Adviseurs besteden vaker zaken uit om zich beter op de relatie met de klant te kunnen toeleggen. Je ziet een trend richting multi-assetfondsen, fund of funds en discretionair beheer. Daarnaast neemt de vraag naar ETF’s toe. Door ook met goedkopere producten te werken, houd je de totale kosten van
je beleggingsdienstverlening laag.’ Net als in India is echter wel de vraag in hoeverre dit een gevolg is van het provisieverbod. ‘In Frankrijk neemt de vraag naar totaaloplossingen en ETF’s ook toe en wij hebben geen provisieverbod’, zegt wereldwijd hoofd distributie Christian Pellis van de Franse assetmanager Amundi. ‘Mensen willen gewoon weten waar ze aan toe zijn’, zegt wereldwijd hoofd distributie Jonathan Wilcocks van de Britse assetmanager M&G. Hij is erg te spreken over de intentie van RDR, maar wijst erop dat beleggen in fondsen voor Britse retailbeleggers duurder is geworden. Vooral de platforms en de adviseurs hebben volgens hem hun kosten verhoogd. ‘Platforms vragen in plaats van 25 basispunten nu tussen de 15 en 60 basispunten en adviseurs vragen niet de 50 basispunten die ze eerst kregen, maar 60 of 70 en soms zelfs 100 basispunten. Het provisieverbod heeft de prijzen dus opgedreven.’ Barbara nieuwenhuijsen is redacteur van Fondsnieuws.
T R U S T E D
H E R I T A G E
A D V A N C E D
T H I N K I N G
Pioniers vandaag winnaars van morgen Frontier markten bevinden zich in een nog priller ontwikkelingsstadium dan opkomende markten en zijn in potentie ‘s werelds meest dynamische en snelst groeiende economieën. Gunstige demografische trends, lage loonkosten en overvloedige voorraden natuurlijke grondstoffen vormen de basis voor veelbelovend beleggingspotentieel. Schroder ISF* Frontier Markets Equity belegt puur en alleen in frontier markten en kent uitstekende rendementen. Het fonds wordt beheerd door een eigen, zeer ervaren team van 37 beleggingsprofessionals met gemiddeld 14 jaar ervaring**. Zij volgen de lokale markten van dichtbij en bieden met hun expertise innovatieve en onderscheidende beleggingsoplossingen voor de portefeuille van onze cliënten. Op www.schroders.nl/frontiermarkets vindt u meer informatie. 6 maanden
YTD
1 jaar
2 jaar
Sinds introductie
Schroder ISF Frontler Markets Equity
11,1%
29,0%
33,5%
48,3%
27,3%
MSCI Frontler Markets
8,0%
21,1%
25,6%
26,4%
8,7%
Relatief rendement
3,1%
8,5%
7,9%
21,9%
18,7%
Bron: Schroders, per 31 oktober 2013. Rendement gegeven voor C accumulatieaandelen in USD, op NAV to NAV basis, inkomsten herbelegd. De introductiedatum van het fonds is 15 december 2010.
www.schroders.nl/frontiermarkets
* Schroder International Selection Fund wordt in deze advertentie aangeduid als Schroder ISF. ** Bron: Schroders, per 31 oktober 2013. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De koersen van aandelen en de daaruit gegenereerde inkomsten kunnen zowel dalen als stijgen, en het is mogelijk dat beleggers het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag niet terugkrijgen. Schroder International Selection Fund Frontier Markets Equity (hierna het “Schroder ISF Frontier Markets Equity”) is een subfonds van Schroder ISF, een beleggingsinstelling gevestigd te Luxemburg. Schroder ISF en Schroder ISF Frontier Markets Equity zijn op grond van artikel 2:66 van de Wet op het financieel toezicht (“Wft”) geregistreerd in het op grond van artikel 1:107 Wft door de Autoriteit Financiële Markten aangehouden register en om die reden kunnen rechten van deelneming in Schroder ISF en Schroder ISF Frontier Markets Equity in Nederland worden aangeboden. Raadpleeg het volledige prospectus en de essentiële beleggersinformatie indien u meer informatie wenst alvorens u belegt. De rechten en verplichtingen van de belegger en de juridische relatie met Schroder ISF worden uiteengezet in het volledige prospectus. Het volledige prospectus, de essentiële beleggersinformatie en de jaar- en halfjaarverslagen van Schroder ISF kunnen kosteloos worden verkregen bij Schroder Investment Management (Luxembourg) S.A., 5, rue Höhenhof, L-1736 Senningerberg, Groothertogdom Luxemburg en alle distributeurs of via www.schroders.nl.
a
m e ver th sie vi o pr
november 2013
d o b
Execution only wordt veelzijdiger scheidslijn tussen zelf beleggen en vermogensbeheer vervaagt
Terwijl banken hun dienstverlening aan retailklanten indikken en stroomlijnen, zoeken aanbieders van beleggingsplatforms hun marktpositie juist in grootschalige one-stop shop-modellen.
Z
elfstandig beleggen is allang niet meer het exclusieve domein van de kleine belegger. Zelfs onder miljonairs, toch bij uitstek de doelgroep van de beleggingsadviseur, zegt ruim de helft het wel alleen af te kunnen, zo bleek onlangs uit onderzoek van een Nederlandse private bank. De afschaffing van het provisieverbod zal naar verwachting voor een verdere groei van het aantal zelfstandige beleggers zorgen. Dit omdat de advieskosten die vanaf 1 januari 2014 bij de grootbanken zichtbaar worden veel beleggers zullen afschrikken, maar ook vanwege de verwachte verschraling van het fondsenaanbod bij grootbanken. De markt houdt zijn hart vast voor de gevolgen van een grote toestroom van beleggers richting ‘execution only’. ‘Beleggers met weinig ervaring zullen in de valkuil trappen die “behavioural finance” heet. Daarbij worden beleggingsbeslissingen genomen op basis van menselijke emoties en dat werkt meestal niet’, zegt directeur Evert Oosterhuis van vermogensbeheerder Fundix, dat tevens een fondsenplatform exploiteert. Beleggers voor misstappen behoeden is er dan nauwelijks meer bij. ‘Voor
execution only-beleggers geldt slechts een lichte zorgplicht. Je beantwoordt online een aantal vragen om te bepalen wat voor type belegger je bent, en daar ga je’, zegt Oosterhuis. ‘Je kunt hem vervolgens wel waarschuwen — zo hebben wij bijvoorbeeld het Fundix Stoplicht, een tool die aangeeft wanneer het beursklimaat omslaat — maar uiteindelijk bepaalt de belegger zelf. Vergelijk het met een navigatieapparaat dat je waarschuwt voor te hard rijden. De een mindert vaart als hij begint te piepen, de ander zet het geluid uit.’
One-stop shop Naarmate de belangstelling voor execution only toeneemt zal het productaanbod veelzijdiger worden, zo verwacht Guido van Aubel, directeur BinckBank. Die trend is nu al waarneembaar. Platforms die met voorbeeldportefeuilles werken bijvoorbeeld, of fondshuizen die met online beheeroplossingen komen. A ‘ anbieders wegen alle verplichtingen met betrekking tot de zorgplicht af,
‘vergelijk het met navigatieapparaat dat je waarschuwt als je te hard rijdt’
want deze brengt hoge kosten met zich mee’, zegt Van Aubel. Maar bij sommige online oplossingen is de scheidslijn tussen execution only en vermogensbeheer aan het vervagen. ‘Een aantal begeeft zich in een grijs gebied.’ Om marktpartijen te helpen bepalen of ze aan alle wet- en regelgeving voldoen heeft toezichthouder AFM een handboek geschreven dat de ontwikkeling van een ‘zorgvuldige online dienstverlening’ moet ondersteunen. Sommige banken en adviseurs zijn terughoudend geworden met vernieuwen als gevolg van de boetes die de AFM de afgelopen jaren uitdeelde. Maar de toezichthouder wil innovatie in dienstverlening juist bevorderen omdat dit tot meer diversiteit van het aanbod zou leiden, wat goed is voor de klant. Binck overweegt voor de FundFOTO: Guido van Aubel
tekst HArm Luttikhedde
coachklanten die het van SNS overnam ook voorbeeldportefeuilles te introduceren. ‘Maar het gaat dan nadrukkelijk om het aanreiken van voorbeelden van hoe je een portefeuille kunt samenstellen, bijvoorbeeld tijdens online seminars. Wij kunnen klanten niet vertellen hoe een portefeuille er exact uit moet zien’, aldus de Binckdirecteur. Anticiperend op een verschraling van het aanbod bij grootbanken, zet Binck in op een zo groot mogelijk assortiment. Van Aubel: ‘Wij willen ons contrair bewegen aan die ontwikkeling. Dat betekent dat wij een one-stop shop-provider willen zijn waar men, naast effecten, zowel in beleggingsfondsen als in ETF’s van een groot aantal aanbieders kan beleggen.’ HArm Luttikhedde is redacteur van Fondsnieuws.
Wereldwijd actief vermogensbeheer
Deze publicatie is niet bestemd voor inwoners van het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten en is uitsluitend bestemd voor personen die gevestigd zijn in rechtsgebieden waar de betreffende fondsen voor distributie zijn toegelaten of waar een dergelijke toestemming niet vereist is. Fidelity/Fidelity Worldwide Investment wordt gebruikt voor FIL Limited, en haar dochterondernemingen. Tenzij anders aangegeven zijn alle hier gegeven meningen en visies afkomstig van Fidelity. Fidelity, Fidelity Worldwide Investment en het ‘F symbool’ zijn handelsmerken van FIL Limited. Uitgegeven door FIL (Luxembourg) S.A., goedgekeurd en gereguleerd in Luxemburg door de CSSF (Commission de Surveillance du Secteur Financier). SSL1209A03/092014