VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 33 NUMMER 8 16 mei 2008
Startschot klinkt voor afdelingen nieuwe stijl Foto: Flip Franssen
Sinds vorige week telt het UMC St Radboud 49 afdelingen. Vrijwel allemaal zijn ze voorzien van een afdelingshoofd. Onder hen heerst een verwachtingsvolle stemming, zo bleek tijdens de kickoffbijeenkomsten. Ook hun toekomstige partners, de bedrijfsleiders, staan te trappelen om te beginnen. Jeroen Kreuger, projectleider van de reorganisatie primaire afdelingen: ‘Zonder de klik tussen afdelingshoofd en bedrijfsleider gaan ze samen niet verder.’ Rietje van Vliet
Eind vorig jaar kondigde Emile Lohman, voorzitter van de Raad van Bestuur, al aan dat de reorganisatie goed op schema was. Er moesten alleen nog assessments plaatvinden om de juiste man of vrouw op de juiste plek te krijgen. Die assessments zijn nu afgerond, vertelt Jeroen Kreuger. Na het vertrek van Manon Vos, die zich op de werving van bedrijfsleiders richtte, is Kreuger nu projectdirecteur voor de reorganisatie van de primaire afdelingen in hun geheel. ‘De afdelingshoofden die zich voor de nieuwe functies hadden aangemeld, hebben een ontwikkelassessment gehad’, vertelt hij over de procedure. ‘Ze worden het in principe allemaal, maar wel krijgen ze te horen op welke onderdelen ze hun competenties nog verder mogen ontwikkelen.’
Pagina 5 Interview met IK-consulent internist-oncoloog René van Hoesel
Pagina 7 100 jaar Farmacologie
De afdelingshoofden zijn elect benoemd. Dat wil zeggen dat hun positie pas definitief is als de Raad van Bestuur hun bedrijfsplan heeft goedgekeurd. ‘Reuzespannend’, vindt Kreuger. ‘Op 1 oktober moeten ze die goedkeuring op zak hebben. Verder krijgen ze twee bewijsjaren om aan te tonen dat hun afdeling levensvatbaar is.’ Dit bedrijfsplan stellen ze op met de bedrijfsleider met wie ze samen de afdeling runnen. Niet iedere afdeling heeft er echter een. Ze zijn te klein, of ze hebben zoveel inhoudelijke overlap met andere afdelingen, dat de afdelingshoofden ervoor kiezen hun bedrijfsleider te delen. Dat is bijvoorbeeld het geval met Nucleaire Geneeskunde en Radiotherapie. Ook de gegadigden voor deze functies hebben een assessment ondergaan. Dit keer was het wel een selectieprocedure. ‘We verwachten dat straks tweederde van de circa 35 bedrijfsleiders afkomstig is van buiten het UMC.’ Tijdens de kickoff-bijeenkomsten (zie foto) zinderde het van spanning. Op woensdagavond klonk het denkbeeldige startschot voor de afdelingshoofden en op donderdag voor de bedrijfsleiders. Kreuger: ‘Iedereen weet nu wat hem of haar te doen staat.’ Zo gaat er een matchingsprocedure van start om afdelingshoofden te koppelen aan de bedrijfsleiders. Ze moeten in karakter en werkwijze complementair aan elkaar zijn: ‘Ze mogen niet teveel op elkaar lijken, maar botsende karakters zijn natuurlijk ook niet goed.’ Verder gaan de koppels een leergang ‘leiderschap in het UMC St Radboud’ volgen (zie pagina 3). Ook daarover zijn de afdelingshoofden en bedrijfsleiders uitvoerig ingelicht. ‘Dit programma moet hen ondersteunen bij het opstellen van het bedrijfsplan. Maar ook bij hun taken als ondernemer en afdelings manager in het algemeen. Ze zijn straks inhoudelijk en bedrijfseconomisch eindverantwoordelijk voor hun afdeling. Een zware taak. Daar zullen ook zij in moeten investeren.’ n
Pagina 8 Onderzoeksraad voor de Veiligheid haalt uit naar bestuur en toezicht
Pagina 10 Gezondheidszorg is geen gebruiksvoorwerp
r a d bo d e 8 - 2 0 0 8
inhoud 3
agenda
Beleid ‘Dienend leiderschap moet je leren’ Het nieuwe topkader krijgt een op maat gesneden cursus om aan de nieuwe verwachtingen te kunnen voldoen.
5
10
Oecumenische vieringen 18, 25 mei en 1 juni
Onderzoek Interview met prof.dr. Sheila Leatherman
10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 18 mei, voorganger Ries van de Sande; zondag 25 mei, voorganger Wim Smeets; 1 juni, voorganger Jack de Groot.
Ze is als gasthoogleraar verbonden aan de afdeling Kwaliteit van Zorg. Wat werkt en wat werkt niet? Eén ding is duidelijk: ‘Er zijn geen silver bullets.’
Interview René van Hoesel
Nieuwe ontwikkelingen in de diagnostiek en behandeling van neuropsychiatrische gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel.
13
22 en 23 mei
Onderwijs ‘Onderwijs over kwaliteit moet levendiger’ Twee Nijmeegse Geneeskundestudenten bezochten een congres in Parijs over kwaliteit en veiligheid van zorg.
Verhaal 100 jaar Farmacologie Prof.dr. Paul Smits, hoogleraar Farmacologie, blikt terug op een eeuw lang geneesmiddelenonderzoek.
8
Beleid Onderzoeksraad voor de Veiligheid Een reactie van Emile Lohman, voorzitter Raad van Bestuur, en prof.dr. Didi Braat, voorzitter Stafconvent, op het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid.
En verder... Nieuwsladder, Renovatie hal Spelenderwijs de zorg verkennen Het moment In bedrijf Lintjesregen Advertenties Pilot digitaal trainingsprogramma over calamiteitenplan Mensen, Eén afdeling voor alle dagbehandelingen ‘interne’ PIPnieuws, P&O verbetert procedure werving, selectie en aanstelling, Kleine boodschap Goed gedrag OK-personeel essentieel bij infectiepreventie, Ethiek
Cursus: “Plexus brachialis letsel en letsels van perifere zenuwen”. Bestemd voor arts-assistenten in opleiding tot revalidatiearts en revalidatieartsen, alsmede medici die zich met deze materie bezighouden.
5 juni Cursus: “De specialist in het verpleeghuis”? Een cursus over samenwerking tussen verpleeghuisarts/algemeen geriater en ziekenhuisspecialist. Bestemd voor verpleeghuisartsen en verpleeghuisartsen in opleiding.
3 4 5 6 11 12
Cursus: “Leefstijl van werknemers en de positieve beïnvloeding van de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige hierin”. Bedoeld voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundigen.
13
Overig
14 15 16
6 juni
19 mei Informatiebijeenkomst “Hyperbare Zuurstoftherapie”. Locatie: vergaderzaal onder-onderverdieping CIS, route 448, 15.00 –16.00 uur. De toegang is vrij voor alle geïnteresseerden. Informatie: Wilma Verbeek,
[email protected].
22 mei
kunst
RSI-workshop voor beeldschermwerkers: Herkennen van risico’s en oefenen met het instellen van een goede werkplek. Tijd: 11.00 – 13.00 uur Inschrijven: digitaal (Leren in het Radboud, opleidingsaanbod, functiegericht of via de Agenda). Inlichtingen:
[email protected].
De grote tekening van Mariëtte Renssen laat een naakte rug zien. Spontaan denken we dat het om een vrouw gaat; dit komt mede door het lange haar dat in een vlecht op de rug hangt. Maar bij een meer nauwkeurig kijken zien we in een aanwezige robuustheid misschien eerder een mannelijke lichaamsbouw. Dergelijke ondefinieerbaarheden steken vaker in het werk van deze kunstenaar: verschillende betekenissen, mogelijkheden en interpretaties raken er met elkaar verweven, net als in een vlecht. Intussen is met deze laatste eveneens iets aan de hand: het gevlochten haar gaat over in de ruggengraat om vervolgens opnieuw in een streng te eindigen. Hiermee raakt het ingezette spel van ondefinieerbaarheden geïntensiveerd en raadselachtiger. We staan voor een complexe situatie die ogenschijnlijk eenvoudig is en blijft, maar in een oogopslag heel wat onverenigbare en vervlochten informatie geeft. Toch gaat het hier om gevoelig, kwetsbaar werk. Tekeningen hebben nu eenmaal de eigenschap dat ze, ontstaan door de aanraking met het potlood van papier en steeds de mogelijkheid openhoudend om een en ander uit te gummen, een zekere wankelbaarheid insluiten, iets minder definitiefs dan een schilderij. Dit alles roept een ongewone beleving van het lichaam op. Dat zien we niet alleen voor onze ogen gebeuren, we ervaren het schier aan den lijve. Zelf situeert Renssen haar werk tussen afstand en betrokkenheid. Waar we doorgaans in ons lichaam thuis zijn, het evident bij ons vinden horen, is deze ervaring misschien het product van wat ons als schoonheidsideaal of gezondheid voorgehouden wordt en waar wij ons onbewust mee identificeren. Een dergelijke voorspiegeling wordt in de tekening van Mariëtte Renssen verstoord. Brengt dit mogelijk een onbehaaglijk gevoel teweeg, het kan eveneens een opening bieden om als we minder gezond zijn en ons lichaam minder het onze lijkt, er toch in goede verstandhouding mee te blijven. Daan Van Speybroeck
Voor alle cursussen en meer informatie: www.paogheyendael.nl
21 mei
Hij werkt hier 25 jaar als IK-consulent ‘Perifere specialisten vinden het fijn om een klankbord te hebben.’
7
PAOG-Heyendael
23 mei Minisymposium Neonatologie Intensive Care bestemd voor collega’s en geïnteresseerden. Plaats: Aletta Jacobszaal, gebouw Vrouw en Kind, route 802, 2e verdieping van 10.00 – 15.00 uur. Informatie en inschrijving: kijk op de homepage, klik linksonder op de button ‘Symposium Neonatologie IC’.
Tot 27 mei Expositie van Wim van der Heijden ‘Colour Light’, van maandag t/m vrijdag van 09.00 – 17.00 uur, Toernooiveld 5, terrein B-faculteiten.
Tot 6 september Expositie van Tiny Figee op de afdeling SEH. Meer werk van haar kunt u vinden op haar website: www.kijkenisnoggeenzien.nl
Woensdag 28 mei Feestelijke presentatie boek ‘Geschiedenis van de oncologie’ van prof. Theo Wagener in Huize Heyendael om 17.00 uur.
3 en 4 juni
Mariëtte Renssen, Zonder titel. De tekening hangt in de lifthal op de vijfde verdieping, Geert Grooteplein 10. Foto: Jan van Teeffelen
2
Er zijn nog een aantal plaatsen vrij voor alle verpleegkundige basisopleidingen. Hiervoor vindt op het ROC een informatieavond plaats op 3 juni (19.00 – 21.00 uur) en op de Han op 4 juni (18.00 – 21.30 uur). Meer informatie staat op website (Werken bij het UMC/leren en werken).
r b eleid a d bo d e 8 - 2 0 0 8
nieuwsladder I CT c u r s u s s e n e n z e l f s t u d i e Vanaf mei starten de klassikale Office 2007 cursussen. Belangstellenden kunnen in een of twee dagdelen een onderdeel van Office onder de knie krijgen, zoals ‘Word: handige hulpmiddelen’ of ‘Excel: grafieken’. Zie voor meer informatie en inschrijving het intranet via medewerker ingang: Leren in het radboud\opleidingsaanbod\functiegericht. Ook zelfstudie rondom Office 2007 is mogelijk. Wie daarvoor kiest kan gebruik maken van Office online (http://office.microsoft.com/nl-nl/training/) en boeken bestellen via Matrix. Onlangs werd het eerste contract getekend. Van links naar rechts: prof.dr.Jan Willem Leer (afdelingshoofd Radiotherapie), Peter Eijkhout (bedrijfsleider Radiotherapie/ Nucleaire Geneeskunde) en prof.dr.Wim Oyen (afdelingshoofd Nucleaire Geneeskunde). Foto: Jan van Teeffelen
‘Dienend leiderschap moet je leren’ De keuze voor de 49 afdelingen is bottum up gemaakt (zie voorpagina). ‘Nu zijn de afdelingshoofden en hun bedrijfsleiders aan zet. Zij moeten bewijzen dat de afdelingen in deze vorm levensvatbaar zijn. Dit topkader heeft straks een verantwoordelijke positie in het hernieuwde Radboud’, zegt Jeroen Kreuger, die verantwoordelijk is voor de reorganisatie van de primaire afdelingen. Radboudcompetenties als ondernemerschap, management en coaching worden daarom in het vervolg veel zwaarder aangezet.
Anders dan bij de voormalige clusters het geval was, ligt de verantwoordelijkheid bij de lijn: de professional heeft het voor het zeggen. Dat maakt het leidinggeven aan een afdeling ingewikkeld, maar tegelijkertijd ook boeiend. Verder is het afdelingshoofd samen met de bedrijfsleider tevens verantwoordelijk voor de inkomsten en de uitgaven. Ook deze bedrijfseconomische kant is nieuw. ‘Op alle drie de kerntaken moeten de afdelingen geld binnenhalen en kosten maken. Afdelingen gaan ook elkaar gemaakte kosten in rekening brengen.’ Een derde belangrijk verschil met vroeger is de marktoriëntatie, de klantgerichtheid van de afdeling. ‘We moeten meer van buiten naar binnen kijken.’ Ook het nieuwe topkader moet op cursus om aan de nieuwe verwachtingen te voldoen. Prof. Frans Kuijpers is
aangetrokken om voor de nieuwbakken afdelingshoofden en bedrijfsleiders een managementleergang te ontwikkelen. Kuijpers heeft zijn sporen verdiend bij Philips en als hoogleraar Bedrijfskunde in Groningen. Nog voor het zomerreces vindt de eerste sessie plaats, bedoeld om ze te leren een bedrijfsplan op te stellen. ‘Het gaat over het financieel beheer’, legt hij uit, ‘omdat ze de begroting voor 2009 moeten voorbereiden. Daarna staan zorgmarketing, het managementcontract en het enthousiasmeren van je medewerkers, en verandermanagement op het programma. Dan zitten we al in juni 2009.’ De deelnemers worden nauwlettend gevolgd. Niet op papier maar door Kuijpers persoonlijk. Hij wil zien en horen waar ze eventueel tegenaan lopen. Zo leren ze hoe ze zichzelf kunnen veranderen tot leiders die de behoefte van de klant hoog in het vaandel hebben staan. Hij noemt het: dienend leiderschap. Dat is moeilijk voor topprofessionals, weet Kuijpers. ‘Ze onderscheiden zich door hun enorme kennis, zijn erg op de inhoud gericht, maar moeten leren zich steeds weer de vraag te stellen of dat wat zij kunnen, wel aansluit op de behoefte van de klant. Want uiteindelijk is het niet de baas die je salaris betaalt, maar de klant.’ RvV
L o p e n v o o r s t i c h t i n g S EN Op 15 juli start weer de Nijmeegse vierdaagse. Op de site van de personeelsvereniging wordt lopers gevraagd dit jaar te wandelen voor de stichting SEN (Stichting Stamceldonorbank Europdonor Nijmegen) en zich te laten sponsoren. SEN is een non-profit stichting opgericht voor patiënten die geen geschikte stamceldonor in de familie hebben. SEN beheert het stamceldonorbestand in Zuidoost Nederland, dat verbonden is aan het wereldwijde stamceldonorbestand. SEN wordt niet gesubsidieerd door de overheid en de middelen zijn beperkt. Meer informatie: zie www.stamceldonor.org.
Concert voor KOC De Stichting Groeten uit Nijmegen organiseert op dinsdag 20 mei om 20.00 uur een concertavond in Concertgebouw De Vereeniging te Nijmegen. De opbrengst ervan gaat naar de stichting Vrienden van het KOC (Kinderoncologisch Centrum) van het UMC St Radboud. Afgelopen dinsdag is er op het poliplein onder begeleiding van kunstenaar Diederik Grootjans (de ‘Muizenschilder’) een groot gezamenlijk kunstwerk gemaakt dat op de avond wordt gepresenteerd. Tijdens het concert worden nummers van Frank Boeijen gezongen door Nijmeegse muzikanten en ‘nieuwe Nijmeegse muzikanten’. Frank Boeijen is hier zelf ook bij betrokken en gaat een nieuw nummer vertolken. Verder zijn er literaire bijdragen van de Nijmeegse schrijvers Frank Antonie van Alphen en Thomas Verbogt. Voor meer informatie zie de website www.groetenuitnijmegen.nl.
Doelmatigheidsonderzoek
Hoofdingang en centrale hal afgesloten voor onderhoud
De hoofdingang en de hal zijn van 24 mei tot 22 juni afgesloten. ‘Iedere dag lopen er meer dan 7000 bezoekers door de hal. Die is donker en oogt rommelig. Zo maakt een topklinisch ziekenhuis geen goede indruk,’ gaf Jan-Jaap Schmitz van het Facilitair Bedrijf eerder aan in Radbode. Om patiënten en andere bezoekers beter te kunnen ontvangen, wordt de centrale hal bij de hoofdingang (Geert Grooteplein 10) opgeknapt. Om meer ruimte te krijgen heeft de olifant al de overstap gemaakt naar het Onderwijsgebouw aan de overkant. De hoofdingang en de hal zijn van 24 mei tot 22 juni afgesloten. Met twee ploegen per dag wordt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds 24.00 uur doorgewerkt. Tijdens de werkzaamheden is er
Foto: Jan van Teeffelen
een tijdelijke hoofdingang - inclusief Receptie, Reserveringsbureau en Voorlichtingscentrum - ingericht bij Geert Grooteplein 18. Vanaf 23 juni gaat de hal weer open. Naast meer en betere wachtruimte, komt er een internetcafé en meer privacy in het Voorlichtingscentrum. Nadat onlangs het sanitair is verbeterd, worden nu de vloerbedekking, het schilderwerk, de plafonds en de verlichting vernieuwd. Buiten komt betere verlichting, nieuwe plantenbakken en meer bankjes. De parkeerruimte onder de luifel wordt geheel bestemd voor in- en uitstappen, ten koste van enkele parkeerplaatsen voor minder-validen. Deze worden verplaatst naar de parkeergarage. n
3
Afdelingen kunnen tot 24 juni 09.00 uur projectvoorstellen voor het programma Doelmatigheidsonderzoek van ZonMw aanmelden bij de Commissie Doelmatigheidsonderzoek Nijmegen (CoDoN). Het gaat daarbij om de evaluatie van nieuwe of bestaande medische voorzieningen of de organisatie rond een medische voorziening in de gezondheidszorg, waarbij de aandacht uitgaat naar zowel medische effectiviteit als kosten. Formulieren voor de verplichte interne aanmeldingsronde zijn verkrijgbaar bij doelmatigheidsonderzoek @medzaken.umcn.nl. Meer informatie over het programma is te krijgen via http://www.zonmw.nl/ nl/programma-s/alle-programma-s/doelmatigheidsonderzoek/hoofdprogramma/. Eind september zal de CoDoN de Raad van Bestuur adviseren over indiening. Vervolgens zal de RvB besluiten welke projecten worden aangeboden aan ZonMw.
Spelenderwijs de zorg verkennen Twee medewerkers van de Intensive Care voor Kinderen hebben een ganzenbordspel en een kwartetspel ontwikkeld om leerlingen van groep acht en brugklassers voortgezet onderwijs warm te laten lopen voor de zorg. ‘We laten ze zien dat zorg meer is dan poep en pies. En dat je zelfs met het profiel Landbouw in een ziekenhuis kunt werken.’ Deze maand komen de spellen uit. Diverse scholen hebben al belangstelling getoond.
J a n n i e M e u ss e n
‘Wij promoten de zorgberoepen al vier jaar via de regionale Stichting Zorg aan Bod’, vertelt IC-verpleegkundige Marleen Kal. Samen met haar collega Angélique van der Zande-Bouten, inmiddels werkzaam als pedagogisch medewerker, bezoekt ze in deze regio twee ochtenden per maand scholieren van groep acht. Van der Zande: ‘Zorg aan Bod zocht indertijd enthousiaste verpleegkundigen die dat wilden doen. Het Radboud verleende hiervoor faciliteiten. Met drama en voorlichting laten we kinderen op een vriendelijke, ontspannen wijze kennismaken met de zorg. Enorm leuk om te doen. Hier in het ziekenhuis ben je in de weer met ernstig zieke kinderen. Op scholen probeer je gezonde, enthousiaste kinderen voor ons vak te interesseren.’ De Stichting Zorg aan Bod is opgeheven en het Radboud heeft de functie onlangs overgenomen. Kal: ‘Vanuit P&O kregen wij de vraag materiaal te ontwikkelen voor de promotiekoppels – mensen uit de praktijk, zoals wij - die naar de scholen gaan. Een mooie uitdaging voor onze eindopdracht HBO Pedagogiek, vonden wij. We zijn uitgekomen op een soort ganzenbord- en kwartetspel. We hebben daarvan twee varianten gemaakt, voor leerlingen van groep acht en brugklassers van het voortgezet onderwijs. Bij het spel voor de basisschool ligt het accent op beroepen in de zorg. Bij de pubers van het voortgezet onderwijs op: wat wil ik worden en past de zorg bij mij. Al spelende steken de leerlingen veel op. We sluiten zoveel mogelijk aan bij hun belevingswereld. Het duurde even voor we de goede toon te pakken hadden.’
Met het lespakket krijgen kinderen vroeg een beeld van de zorgberoepen. Tijdens de spelen gaan kinderen met elkaar in discussie. Ze buigen zich over alledaagse vragen. Stel je ontmoet iemand met aids, geef je hem dan een hand? Help je een oude mevrouw die niet fris ruikt bij het oversteken, of loop je weg? Wat doe je als je vriendje valt op het schoolplein en hevig bloedt? Maar ook: Wat doe je als vrienden roekeloos met vuurwerk omgaan? Hoe reageer je als iemand heel boos reageert, omdat je iets op de grond laat vallen? Kijk je, als je een avondje uitgaat waar de nooduitgang zich bevindt? Kal:‘Vanuit deze herkenbare situaties leggen we een link met de zorg en komen onderwerpen aan bod als: vaardigheid, emoties, stress,
Foto: Flip Franssen
verantwoordelijkheid maar bijvoorbeeld ook privacy.’ Nog deze maand gaan de promotiekoppels die de scholen bezoeken werken met de nieuwe spellen. Maar ook van buiten is er al interesse getoond. Wat is de waarde ervan? Kal: ‘Er wordt een grote krapte verwacht op de arbeidsmarkt in de zorg. Met dit lespakket krijgen kinderen al vroeg een beeld van de zorgberoepen. We hebben het spel meerdere malen uitgeprobeerd en er ontstonden leuke discussies. Ze zien dat er naast artsen en verpleegkundigen nog veel meer interessante beroepen zijn in dit werkveld. En dat je ook met andere profielen als ‘Zorg en welzijn’ een baan kunt vinden in een ziekenhuis.’ n
Nieuw instituut vergroot veilige toepassing sleutelgatchirurgie ratuur moeten zich in de dagelijkse praktijk bewijzen. ‘Door het directe samenspel van het Instituut voor Technische Geneeskunde van de Universiteit Twente (UT) en de meer toepassingsgerichte onderzoekservaring van artsen en onderzoekers in het UMC St Radboud, liggen er voor het nieuwe samenwerkingsverband MITeC uitgelezen kansen om snel uit te groeien tot een toonaangevend onderzoekscentrum’, zegt interventieradioloog prof. dr. Leo Schultze Kool. ‘Bovendien bouwt het Radboud de komende jaren een geheel nieuw complex van operatiekamers, waardoor optimaal gebruik kan worden gemaakt van de laatste ontwikkelingen op het gebied van de beeldvorming en sleutelgatchirurgie. Daarbij kun je denken aan het gebruik van robots, maar ook aan ingenieuze softwareprogramma’s voor directe beeldverwerking en –projectie.’
Vorige maand is in het Radboud een Da Vinci-robot in gebruik genomen voor zeer uiteenlopende sleutelgatoperaties. Het UMC St Radboud en de Universiteit Twente gaan samenwerken in een nieuw instituut: het Minimaal Invasief Technologisch expertise Centrum, kortweg MITeC. Dit centrum wil een toonaangevende rol spelen op het gebied van de sleutelgatchirurgie en de real-time beeldvorming. Het MITeC, dat nauw samenwerkt met industriële partners, wil nieuwe technologische ontwikkelingen zo snel mogelijk omzetten in concrete producten waarmee de zorg voor patiënten sterk wordt verbeterd.
Foto: Flip Franssen
Vanuit de patiëntenzorg is de ontwikkeling van de sleutelgatchirurgie (opereren met minimaal invasieve technieken) de afgelopen decennia sterk gestimuleerd. Dat heeft geleid tot technologische ontwikkelingen, die steeds sneller lijken te gaan. Datzelfde geldt voor de directe, real-time beeldvorming, waarbij artsen in het lichaam van de patiënt kunnen kijken zonder het te openen. De technologische ontwikkeling is slechts één kant van de zaak, want nieuwe technologieën en appa
4
Frans Corstens, decaan en vice-voorzitter van de Raad van Bestuur is ingenomen met het nieuwe initiatief: ‘Wij juichen deze bijzondere ontwikkeling toe. Grote groepen patiënten hebben er baat bij dat snel nieuwe technologieën worden ontwikkeld die nóg effectiever worden getest en toegepast.’ Ook Peter Vooijs, wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Technische Geneeskunde ziet grote voordelen van dit medisch-technologische samenwerkingsverband.’ Het Instituut voor Technische Geneeskunde is gericht op de integratie van innovatieve technologische ontwikkelingen in topklinische diagnostiek en behandeling. In deze samenwerking in het MITeC streven wij ernaar de toepassing en de veiligheid van minimaal invasieve ingrepen aanzienlijk te vergroten.’ PL
I r n t e rvi e w a d bo d e 8 - 2 0 0 8
‘Tijdens IKO-vergaderingen staat de patiënt centraal’ Op 1 mei is het 25 jaar geleden dat internist-oncoloog René van Hoesel consulent bij de Integrale Kankercentra Oost (IKO) en Zuid (IKZ) werd. In het begin vonden specialisten in de regio het wel eens bedreigend dat iemand in hun keuken mee kwam kijken. Tegenwoordig vinden perifere specialisten het juist fijn om een klankbord te hebben.
M a r l i e s M i e l e k a mp
Na zijn artsexamen volgde René van Hoesel de opleiding tot internist. Daarna werd hij voor een KWF-fellowship aangesteld in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam waar hij vaak meeging met consulenten van het Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA). ‘ Daar zag ik in vergaderingen hoe de verhoudingen tussen de consulent en specialisten in de periferie lagen en hoe je op bepaalde zaken kon reageren’, vertelt Van Hoesel. Dat was de reden voor de toenmalige hoogleraar oncologie Wagener hem te vragen om consulent bij het IKO en IKZ te worden. Maar inmiddels is hij al lang niet meer de enige consulent, benadrukt de internist-oncoloog. ‘Zo is er een radiotherapeut-oncoloog en een chirurg-oncoloog verbonden als consulent aan het IKO. Ook andere
graad van de patiënten die besproken worden toeneemt.’ Ook in administratief opzicht en wat de automatisering betreft vonden en vinden er veranderingen plaats. ‘In het begin vond men verslaglegging van de vergaderingen niet zo belangrijk. Toen verzorgde de afdeling Medische Oncologie voor een deel van de ziekenhuizen de notulen. Tegenwoordig wordt dat vanuit de ziekenhuizen zelf geregeld, want inmiddels is bij iedereen het inzicht ontstaan dat een besprekingsverslag belangrijk is. Een andere belangrijke verandering die op til staat, is de invoering van video-conferencing. Met het toenemende file- en parkeerprobleem, waardoor het steeds langer duurt voor je ergens bent, zal ons dat veel tijd gaan besparen.’
Verschil in kwaliteit In 1982 was het nog ongebruikelijk dat anderen in jouw keuken kwamen kijken. Specialisten uit de periferie moesten dan ook weerstand overwinnen om patiënten in te brengen. ‘Soms constateerde ik dat een bepaalde behandeling anders had gekund. Dan is communicatie heel belangrijk, het staat of valt met hoe je zoiets brengt. Ik heb altijd vermeden iemand af te laten gaan, we analyseren altijd hoe tot een bepaalde behandeling is gekomen en geven dan aan hoe het in de toekomst beter kan. Door zwart-wit
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Een ongewoon en persoonlijk verhaal. Dit keer een verhaal van geriater Marcel Olde Rikkert.
Valkuil ‘In 1992 deed ik onderzoek naar de aanslag die de Vierdaagse pleegt op het lichaam van ouderen. De onderzoeksgroep zat vol, toen een 82-jarige man zich aanmeldde. Hij wilde dolgraag meedoen. Hij kwam diezelfde dag op zijn bromfiets langs, helemaal uit de Achterhoek, voor medische gegevens. Toen we klaar waren vroeg hij hoe hij aan onderdak kon komen. Ik verwees hem naar de VVV. Even later stond hij weer op de stoep. Alles was vol. Ik nodigde hem uit bij mij thuis te komen slapen. De eerste dag vertrok hij met een lunchpakketje dat ik had klaargemaakt. Pas om acht uur ’s avonds kwam hij terug. Hij had een fantastische dag gehad en mensen hadden hem van alles aangeboden. Inderdaad een man die veel sympathie zou opwekken langs velden en wegen. Opvallend was dat hij weinig kon vertellen over de route. Een onderlegd man, maar wel vergeetachtig. De volgende dag hoefde hij geen lunchpakket. “Ik krijg genoeg onderweg, ik laat me verrassen”, zei hij heel overtuigend. Op de derde dag checkten wij de deel nemers van het onderzoek, dus ook mijn gast. ’s Avonds wist hij opnieuw weinig details over de route. Het was wederom fantastisch geweest. Hij zei: “Het lopen is geen enkel probleem, het is alsof ik zweef.” Vreemd, dacht ik. Na de intocht op de
‘Ik had niet door een doktersbril gekeken’
IK-consulent internist-oncoloog René van Hoesel: ‘We preken niet voor eigen parochie. Als we weten dat er voor een bepaald moeilijk geval deskundigheid buiten het Radboud is, verwijzen we daarheen.’ Foto: Frank Muller specialismen zijn goed bereikbaar voor ziekenhuizen in de regio, soms vergaderen ze mee en gynaecologen opereren soms zelfs mee in die ziekenhuizen.’
Veel veranderd De vergaderingen met specialisten uit ziekenhuizen in de regio vormen de rode draad van het werk van de IK-consulent, legt Van Hoesel uit. ‘Ik bezoek ter plaatse oncologievergaderingen waar diverse specialisten een patiënt kunnen inbrengen en we samen een mening vormen wat de beste behandeling voor de patiënt is.’ Daarbij is het uitdrukkelijk de bedoeling dat patiënten zoveel mogelijk in het eigen ziekenhuis worden behandeld. ‘Alleen patiënten die voordeel kunnen behalen uit een behandeling in het UMC St Radboud komen hier’, legt de IK-consulent uit. ‘We preken ook niet voor eigen parochie, want als we weten dat er voor een bepaald moeilijk geval deskundigheid buiten het Radboud is, verwijzen we daarheen. Economische motieven zijn niet aan de orde, de patiënt staat centraal en er wordt altijd gekeken naar de beste behandelingsmogelijkheden voor díe betreffende patiënt.’ Van Hoesel constateert dat er in die 25 jaar veel is veranderd. ‘In de perifere ziekenhuizen is de knowhow op het gebied van de oncologie groter geworden. Ziekenhuizen hebben tegenwoordig vaak internist-oncologen in de medische staf. Omdat voor de eenvoudigere gevallen nu een klankbord in eigen huis is, zie ik dat de moeilijkheids-
denken haal je het fundament uit deze constructie weg. Bovendien is het gegeven advies vrijblijvend en blijft de behandelaar altijd verantwoordelijk voor de patiënt.’ De IK-consulent moet dus communicatief vaardig zijn, maar natuurlijk is medisch inhoudelijk op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen ook een must. ‘Daarom verzorg ik geregeld polispreekuren’, vertelt Van Hoesel. ‘Ik neem deel aan de grote visite, volg polibesprekingen, besprekingen van de tumorwerkgroepen en neem kennis van nieuwe protocollen. Mijn belangstelling daarbij heeft borstkanker, omdat deze aandoening een belangrijke rol speelt in de oncologiebesprekingen.’ En natuurlijk is er verschil in kwaliteit in regionale ziekenhuizen. ‘Sommige ziekenhuizen zijn beperkt in hun mogelijkheden, maar het is heel belangrijk dat ze die beperkingen kennen. Tegenwoordig zie ik steeds meer dat iedereen zijn beperkingen toegeeft. Het was 25 jaar geleden absoluut not done je achilleshiel te laten zien, nu erkennen ziekenhuizen: dit is onze achilleshiel, maar schiet er niet op, laten we er samen een oplossing voor zoeken.’ Wat de IK-consulent belangrijk vindt is dat vanuit het UMC St Radboud een deur wordt opengezet voor mensen uit de regio zodat zij de expertise van een academisch centrum kunnen gebruiken. ‘Omgekeerd proberen wij vanuit dit academische ziekenhuis onze waardering te laten zien voor het werk dat in de regio wordt verricht.’ n
5
vierde dag was ik thuis toen ik een brief door de brievenbus hoorde vallen. Het was het vierdaagse certificaat van mijn gast die al klaarstond om te vertrekken. Hé, wacht even, riep ik, laten we even klinken op je overwinning. Hij vertrok de volgende dag. Ik wilde niet al te bevoogdend zijn, maar vroeg toch of de terugreis ging lukken. Geen probleem, zei hij. Na drie dagen checkten we alle deelnemers van het onderzoek, maar mijn gast kwam niet opdagen. Foute boel, wist ik meteen. Ik heb stad en land afgebeld en ja hoor wat ik vermoedde bleek waar: één dag na de vierdaagse was een meneer in verwarde toestand opgenomen in het ziekenhuis. Hij was uitgedroogd. De verpleegkundige zei dat hij bizarre verhalen vertelde: dat hij de vierdaagse had gelopen en hij bij een geriater had gelogeerd. Ho, wacht even, zei ik, dat laatste is waar. Ik ben meteen naar hem toegegaan. Hij was inderdaad delirant. Een enorme medische misser van mij, wat ik me zeer heb aangetrokken. Ik had wel argwaan, maar heb er niets mee gedaan. Deze man was mijn gast en deelnemer van een onderzoek. Ik zag hem niet als patiënt en had dus ook niet door een doktersbril naar hem gekeken. Wanneer ben je dokter en wanneer niet? Valkuil waren zijn vlotte babbel en hoog niveau. Hij wist de realiteit goed te verbloemen, want thuis bleek de boel verwaarloosd. De kwetsbaarheid van ouderen die sluipend toeslaat en voor omstanders moeilijk is te doorgronden heb ik aan den lijve ondervonden. Mijn gast is nooit meer thuis gekomen, maar heeft wel een paar laatste fantastische dagen gehad. Hij is opgenomen in een verpleeghuis en na een paar maanden overleden. Sindsdien heb ik me nog meer op deze problematiek van ouderen geconcentreerd.’ Nelleke Dinnissen
IN LUX i n b e d ri j f
)VMWKIIRTPIOSTEEVHI[EEVHIXLYMWFIZEPPMRK^SHMITMRHIGYPXYYVKIFEOOIR^MXEPW MR2IHIVPERH1EEVHIXLYMWFIZEPPMRKWXEEXSRHIVHVYO>[ERKIVIZVSY[IROMI^IRWXIIHW ZEOIVZSSVLIX^MIOIRLYMW)RSSOEVXWIRZMRHIR^MIOIRLYMWFEF]«WIIRFIXIVEPXIVREXMIJ >SWYKKIVIIVHIRX[IIK]REIGSPSKIRSRPERKWHEXLIXVIPEXMIJLSKIWXIVJXIGMNJIVSRHIV TEWKIFSVIRIRMR2IHIVPERH^SYOYRRIROSQIRHSSVHISRZIMPMKIXLYMWFIZEPPMRK &SZIRHMIROERIIREERWXEERHIQSIHIVKIIRVYKKITVMOQIIVKI[IMKIVH[SVHIRZMRHIR ERHIVIR)RHEEVZSSVQSIXNIREEVLIX^MIOIRLYMW+EEXHIXLYMWFIZEPPMRKZIVH[MNRIR#
allemaal op de onderverdieping: bij de garderobe van Vrouw en Kind, tegenover het A-gebouw, in het Neurologiegebouw en bij Ingang West. Na drie jaar is de invoering van nieuwe dienstkleding en de uitgifte via automaten afgerond. ‘Het betrof een megaoperatie’, zegt Jan Jaap Schmitz, directeur Facilitair Bedrijf. ‘Iedere stap is zorgvuldig gezet, waarbij we steeds de dragers zelf erbij betrokken hebben. Zij hebben mede bepaald hoe de kleding eruit moet zien en de modellen proef gedragen.’ ‘De meeste medewerkers zijn er inmiddels gewend aan om via een automaat kleding te krijgen’, aldus Jeannette Rutten, hoofd Logistiek. ‘Over de modellen zelf krijgen we goede reacties. Een aandachtspunt is wel de doktersjas. De zakken puilen nu uit als de arts er de benodigde spullen in stopt. Het bestaande model wordt daarom dit jaar vervangen door een aangepast model met betere zakken.’ In de eerste week dat de nieuwe automaat beschikbaar is, zijn overdag mensen van de afdeling Textielservice aanwezig om uitleg te geven over de automaat. Ook beantwoorden zij eventuele vragen. Medewerkers die de nieuwe dienstkleding nog niet gepast hebben, kunnen hiervoor dagelijks tussen 7 en 15 uur terecht bij de afdeling Textielservice, route 523. GM
1IXSE.ER2MNLYMW LSSKPIVEEVK]REIGSPSKMIEGEHIQMWGL^MIOIRLYMW1EEWXVMGLX IRSYHZSSV^MXXIV2:3+ 1EVPMIW6MNRHIVW ZIVPSWOYRHMKIIRSRHIV^SIOIV823 %RKIPE:IVFIIXIR /23:
Meer informatie, zie intranet: Facilitaire diensten, Diensten/productenkaart, Dienstkleding.
&IZEPPIRMR2IHIVPERH %GLIR[IIZIVH[MNRXHIXLYMWFIZEPPMRK#
1EERHEKQIMEERZERKYYV KVEXMWXSIKERKWOEEVXIRZIVOVMNKFEEVEERHI OEWWEZER09<VIWIVZIVIR ZME 09<-2*3 MWQLIX91'7X6EHFSYH
KWF Kankerbestrijding
Zesmaal naar de bergtop fietsen
RAD2875 LUX poster thuisbevallen.indd 1
08-05-2008 15:50:23
Telefoonbeheer
Nieuwe provider voor GSM’s Circa 200 medewerkers die een GSM hebben van het ziekenhuis krijgen per 21 mei te maken met een andere provider. Radboud stapt over van KPN mobile op Vodafone. Dat leidt tot lagere gesprekskosten en een betere interne bereikbaarheid. Op 21 mei gaan de eerste 200 nummers over. Er volgen later nog circa 250 nummers, die gaan over bij de afloop van het abonnement. Het hele project duurt tot eind 2009. De nummers blijven ongewijzigd. Betrokken GSM-houders zijn geïnformeerd via een sms-bericht. Wie daarop heeft gereageerd krijgt een brief en nieuwe simkaart toegestuurd. Van circa 45 GSM-houders is echter geen reactie ontvangen. Zonder omwisseling van de SIM-kaart kunnen zij na 21 mei niet meer met hun GSM bellen. Op intranet (onder nummers, telefoon) staan deze GSMnummers. Wie zijn nummer herkent kan alsnog contact opnemen met Telefoonbeheer, 18891. Op 21 mei kunnen gebruikers de hele dag met hun vragen terecht bij een balie in de hal bij de hoofdingang. JM
Het begon als een wild idee van een groepje fietsvrienden: het beklimmen van de Alpe d’Huez. Niet eenmaal, nee, wel zesmaal! Met het rijden naar de top van deze Franse Alp zou vervolgens geld ingezameld kunnen worden voor het KWF Kankerbestrijding. En zo geschiedde… Op 5 juni wordt voor de derde maal de Alpe d’HuZes gereden: 500 fietsers gaan ieder zes keer op en neer naar de bergtop (1100 hoogtemeters, 21 bochten). De verwachte opbrengst is niet minder dan drie miljoen euro. Lidwien Agterhorstvan Poll, verpleegkundige in het UMC St Radboud, gaat werken in een van de vier medische teams die bij de tocht aanwezig zijn. ‘Bijna iedereen heeft wel van dichtbij te maken gehad met kanker’, vertelt ze. ‘Patiënten moeten zware chemotherapie ondergaan en vaak naar het ziekenhuis. Ze vechten letterlijk voor hun leven. Wat is er dan mooier om als gezond mens één dag je volledig in te zet-
De laatste nieuwe kledingautomaat wordt op 11 juni in gebruik genomen: kledingautomaat West. Deze komt op de onderverdieping van M379. De automaat gaat nieuwe witte dienstkleding uitgeven voor de ruim 1500 medewerkers van het C-, D-, en E-gebouw, KNO, Orthopedie, Oogheelkunde, M333 (gedeeltelijk) en M379. Alle 5500 witte-dienstkledingdragers van het UMC St Radboud zullen vanaf 11 juni de nieuwe kledinglijn dragen. Het Radboud heeft dan vier uitgifteautomaten. Ze staan Foto: Flip Franssen
is de zorg voor kwetsbare ouderen te verbeteren. Op veel plekken in Nederland bestaan problemen in de zorg voor kwetsbare ouderen. Om deze problemen op te lossen is op 4 april een Nationaal Programma Ouderenzorg gestart. De staatssecretaris van VWS heeft 80.9 miljoen euro aangeboden aan ZonMW, waarmee een reeks projecten op de rails gezet kan worden. De oprichting van regionale netwerken is er één van. Uit de startbijeenkomst van ZOWEL NN kwam naar voren dat er grote behoefte is aan een betere verbinding tussen voorzieningen voor zorg en welzijn en aan diensten op maat, omdat individuele ouderen onderling zeer verschillen. In ZOWEL NN zijn vertegenwoordigd: het UMC St Radboud, de algemene en categorale ziekenhuizen, verpleeghuisartsen, thuiszorgorganisaties, GGZ instellingen, fysiotherapeuten, apothekers, organisaties van patiënten-, ouderenorganisaties en mantelzorgers/vrijwilligers, overheid en verzekeraars. Zij verzorgen samen het leeuwendeel van het aanbod voor zorg en welzijn bij kwetsbare ouderen in Nijmegen en omringende gemeenten. ZOWEL NN gaat projecten genereren die meerwaarde hebben voor ouderen en hun mantelzorgers. Prioriteit krijgen ouderen met cognitieve stoornissen en complexe problematiek op het gebied van gezondheid en welzijn. Alle belangstellende afdelingen en instellingen binnen en buiten het UMC St Radboud kunnen projectideeën presenteren aan ZOWEL NN. Die moeten passen binnen het Nationaal Programma Ouderenzorg. Op 2 juli wordt hiervoor een speciale bijeenkomst van het netwerk georganiseerd. Opgeven kan via L.vanNieuwenhuijzen@ po.umcn.nl. RB
Dialyseafdeling
Koningin reageert op brief
Witte dienstkleding
Kledingautomaat West in juni gereed
Foto: Flip Franssen
ten voor de medemens?’ In 2006 haalden 66 fietsers 360 duizend euro binnen. Vorig jaar passeerde de opbrengst het miljoen. Dit jaar wordt gehoopt op het drievoudige hiervan. ‘Het is geweldig dat je door te sporten zoveel geld bijeen kan brengen’, zegt Lidwien Agterhorst-van Poll, wiens man Harry overigens ook zal meerijden. ‘Sommige deelnemers zullen de top zeven of zelfs acht keer opklimmen om nog meer geld bij elkaar te fietsen.’ Het ingezamelde geld wordt besteed aan onderzoek, dat erop gericht is om de revalidatie van kankerpatiënten na behandeling beter en efficiënter vorm te geven. Het blijkt dat hier maar fragmentarisch aandacht voor is, met als gevolg dat de negatieve langetermijneffecten van behandeling substantieel zijn, zo staat in de brochure van de benefietactie beschreven. Het UMC St Radboud steunt de Alpe d’HuZes met een donatie. Mensen die ook willen sponsoren, kunnen op www.alpe-dhuzes.nl terecht voor informatie. GM
Nationaal Programma Ouderenzorg
Nijmeegs zorgnetwerk voor ouderen van start Het Zorg voor Ouderen en Welzijn Netwerk Nijmegen (ZOWEL NN) is woensdag 23 april van start gegaan. Projectleider is prof.dr. Marcel Olde Rikkert van Geriatrie. Elk UMC in Nederland gaat zo’n netwerk oprichten. Doel
6
Op 29 april bezocht de ‘koningin’ de Dialyseafdeling. Zij kwam op verzoek van de kinderen die hier dialyseren. Een van hen stuurde namens allen een brief naar paleis Huize Ten Bosch om de koningin uit te nodigen. De echte koningin kon het niet inplannen in haar agenda, maar de medewerkers van de Dialyseafdeling vonden dit spontane idee van de kinderen zo leuk dat ze besloten zelf initiatieven te nemen. Zij versierden de dialysezaal en zorgden dat de ‘koningin’ toch langs kwam. Ook organiseerden ze een vrijmarkt. Het feest was 6 mei pas echt compleet. Toen ontvingen de kinderen een brief van het koninklijk huis, ondertekend door de algemeen secretaris van Hare Majesteit de Koningin: ‘Beste Carlijn, graag wil ik je namens de Koningin danken voor de aardige brief en tekening. Helaas gaat het niet lukken om langs te komen. Namens de Koningin wens ik jou en de andere kinderen op de Dialyse veel sterkte toe en dank jullie hartelijk voor de mooie potloden voor de kleinkinderen.’
r v e rh a a l a d bo d e 8 - 2 0 0 8
Een eeuw lang geneesmiddelenonderzoek De afgelopen week verkeerde farmacologisch Nederland in een feeststemming. Met diverse symposia werd stilgestaan bij het feit dat precies een eeuw geleden Rudolf Magnus in Utrecht werd benoemd als eerste hoogleraar Farmacologie in Nederland. Prof.dr. Paul Smits, internist en hoogleraar Farmacologie in het UMC St Radboud, blikt terug op de farmacologische verworvenheden van de afgelopen eeuw en schetst de uitdagingen voor de nabije toekomst.
M a r t e n Doop e r
De afgelopen week mag dan in het teken hebben gestaan van honderd jaar farmacologie in Nederland, de interesse voor genezende medicijnen is natuurlijk al zo oud als de mensheid zelf, beaamt Smits volmondig. ‘De mens heeft altijd gebruik gemaakt van “medicijnen”, meestal in de vorm van plantenextracten. We spreken pas van farmacologie als het gaat om de wetenschap die probeert te begrijpen hoe goed gedefinieerde moleculen hun werking in levende systemen uitoefenen. Of andersom, de wetenschap die op grond van kennis van fysiologische of pathofysiologische mechanismen moleculen ontwerpt die gericht op die mechanismen ingrijpen.’
Een wetenschap die dus in Nederland officieel begon in 1908 met de benoeming van Rudolf Magnus aan de universiteit van Utrecht. Terugkijkend op de afgelopen honderd jaar constateert Smits dat de farmacologie de afgelopen eeuw een zeer succesvolle wetenschap is geweest. ‘De gemiddelde leeftijd van de Nederlander is de afgelopen eeuw flink gestegen. Dat is voor een deel te danken aan de ontwikkeling van krachtige en effectieve geneesmiddelen. Infectieziekten, bijvoorbeeld, waren honderd jaar geleden nog goed voor ongeveer eenderde van alle sterfgevallen. Mede dankzij de komst van de antibiotica is dat nu nog maar één procent.’
Doelgerichter In de tweede helft van de twintigste eeuw is vooral de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen hart- en vaatziekten op gang gekomen, alsook de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen kanker. Smits: ‘Vooral in die laatste hoek zijn de medicijnen de laatste decennia steeds doelgerichter geworden. Dat is een gevolg van een algemene verandering die zich de afgelopen eeuw heeft voltrokken binnen de farmacologie. Aanvankelijk was het een vak van veel trial and error; ofwel uitproberen welk middel werkt en dit middel zonodig chemisch
Prof.dr. Paul Smits, hoogleraar Farmacologie: ‘Farmacologie is de afgelopen eeuw een zeer succesvolle wetenschap geweest.’
Beroemde Nederlandse farmacologen Rudolf Magnus (1873-1927) De uit Heidelberg afkomstige Rudolf Magnus was een leerling van de grondlegger van de moderne farmacologie in Europa, Rudolf Buchheim. Hij kreeg in 1908 de eerste leerstoel farmacologie te Utrecht en werd genomineerd voor de Nobelprijs 1927. Die kon hem door zijn plotselinge overlijden echter niet worden toegekend. Zijn onderzoek richtte zich op het werkingsmechanisme van geneesmiddelen op hart, bloedvaten, de longen en het maag-darmkanaal.
Everhardus J. Ariëns (1918-2002) De chemicus en arts Everhardus Ariëns is de grondlegger van de moleculaire werking van geneesmiddelen, de zogenoemde receptorkinetiek. In 1954 werd hij hoogleraar farmacologie in Nijmegen. Hij onderzocht de principes van interactie tussen lichaamsvreemde stoffen (geneesmiddel) en de aangrijpingspunten ervan in het lichaam zelf (de receptoren).
David de Wied (1925-2004) David de Wied ontdekte dat brokstukken van hormonen, neuropeptiden, een specifieke invloed hebben op hersenprocessen en betrokken zijn bij psychiatrische en neurologische stoornissen. Dit neuropeptidenconcept opende de weg naar nieuwe ideeën over de moleculaire werking van de hersenen en daarmee de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen tegen dergelijke aandoeningen. In 1963 werd hij hoogleraar farmacologie in Utrecht en won in 1996 de Dr. A.H. Heineken prize for Medicine.
‘Voor ieder geneesmiddel dat op de markt komt , vallen er gemiddeld 100.000 af’
Foto: Frank Muller
een beetje bijschaven. Tegenwoordig worden nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld op grond van de kennis van het moleculaire target. Biochemisch, moleculair biologisch of genetisch onderzoek wijst eerst uit welk enzym of welke receptor op een cel betrokken is bij het tot stand komen van het klinische probleem. Moleculair farmacologen testen vervolgens grote aantallen moleculen op hun vermogen de werking van het betreffende enzym of receptor te blokkeren, of juist te stimuleren als dat nodig is. Geschikte kandidaten, zonodig chemisch bijgeschaafd, worden vervolgens onderzocht op hun werkzaamheid in levende systemen. Achtereenvolgens meestal geïsoleerde weefsels, proefdieren en uiteindelijk mensen.’ Vooral die vertaling van basale kennis naar werkzaamheid en veiligheid in mensen vormt in de praktijk vaak een struikelblok, aldus Smits. ‘Voor ieder middel dat uiteindelijk op de markt komt zijn er gemiddeld zo’n 100.000 middelen getest en ergens in het traject afgevallen. Voor de onderzoekers betekent die vertaling dat er ook voldoende kennis moet zijn van het organisme, de mens. Binnen de afdeling Farmacologie-Toxicologie van het UMC St Radboud werken de moleculair farmacologen dan ook nauw samen met de klinisch farmacologen. Tijdens het symposium dat afgelopen week in Nijmegen ter ere van het jubileumjaar werd georganiseerd door internist/klinisch farmacoloog dr. Gerard Rongen, hebben diverse sprekers aan de hand van hun eigen erva-
7
ringen uitgelegd hoe moeilijk maar ook uitdagend die vertaling van moleculaire kennis naar toepasbare geneesmiddelen in de praktijk kan zijn.’
Uitdagingen Een eeuw lang farmacologie betekent niet een eeuw van louter succesverhalen. Gevraagd naar de grootste misser op het gebied van nieuw ontwikkelde medicijnen, noemt Smits zonder aarzelen het drama dat zich eind jaren vijftig, begin zestig ontvouwde rond thalidomide, beter bekend onder de merknaam Softenon. Dit kalmerende middel, destijds populair bij zwangere vrouwen, bleek als bijwerking de groei van het ongeboren kind ernstig te verstoren. ‘Het Softenondrama heeft geleid tot een aanscherping van het onderzoek en de eisen waaraan nieuwe middelen dienen te voldoen. Met name de aandacht voor de bijwerkingen is sterk toegenomen. Het is tegenwoordig ook verplicht onderzoek te blijven doen naar bijwerkingen nadat het geneesmiddel op de markt is gebracht. Hierdoor is het ook mogelijk bijwerkingen op het spoor te komen die zeldzaam zijn. Pas bij gebruik van een middel door grote groepen patiënten, wordt zo’n bijwerking zichtbaar. Denk aan het verhoogde risico op een hartaanval bij gebruik van de pijnstiller VIOXX die om deze reden enkele jaren geleden uit de handel werd genomen nadat het middel al een paar jaar goedgekeurd en toegelaten was tot de markt.’ Er zijn veel successen behaald in de afgelopen eeuw, maar er valt nog veel meer te doen binnen het vakgebied. Smits: ‘De farmacologie kent diverse uitdagingen. Om te beginnen het ontwikkelen van effectieve geneesmiddelen tegen ingewikkelde ziekten als Alzheimer of psychiatrische aandoeningen. Bij die ziektes ontbreekt het nog aan voldoende kennis over hoe de ziekten en de bijbehorende klachten precies ontstaan. Dat maakt het ontwikkelen van gerichte medicijnen moeilijk. Op mondiale schaal is het vooral belangrijk effectieve geneesmiddelen te ontwikkelen tegen ziekten als malaria, tuberculose en HIV. Deze aandoeningen eisen wereldwijd jaarlijks miljoenen doden. In de westerse wereld zijn het hart- en vaatziekten, COPD, type 2 diabetes, obesitas en de al genoemde psychiatrische aandoeningen en de ziekte van Alzheimer waarop de farmacologen hun tanden nog mogen stukbijten. Daarnaast mogen we ook de zeldzame ziekten niet uit het oog verliezen, ziekten die maar weinig patiënten tellen en waarvoor het commercieel gezien niet aantrekkelijk is geneesmiddelen te ontwikkelen. We kennen tegenwoordig gelukkig stimuleringsprogramma’s van diverse overheden die het mogelijk maken ook voor deze ziekten medicijnen te ontwikkelen.’ Een continue uitdaging, besluit Smits, blijft het vergroten van de marge tussen werking en bijwerking van de geneesmiddelen, de zogeheten therapeutische marge. ‘Ieder middel kent bijwerkingen; voor de praktijk is het van belang dat die bijwerkingen pas optreden bij een dosis die ver boven de dosis ligt waarbij het bedoelde genezende effect van het middel optreedt. Aan het einde van de middeleeuwen stelde Paracelsus reeds “Dosis sola facit venenum”, ofwel “Slechts de dosis maakt het gif ”. Een mooi voorbeeld daarvan vormt het botulinetoxine, een van de sterkste giffen voor de mens die de natuur kent. Indien ver genoeg verdund is het een uitstekend middel om spierspasmen mee te behandelen. Of, in de cosmetische industrie, om rimpels mee weg te werken.’ n
r e por t a g e
De crisis in de hartchirurgie kreeg onlangs weer de volle aandacht. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid lichtte nog een keer het hele doopceel. Aan het onderzoek, dat ruim anderhalf jaar duurde, werkte de huidige Raad van Bestuur ruimhartig mee. Hiervoor werden opnieuw veel medewerkers gehoord. Het rapport van de Onderzoeksraad ‘Een onvolledig bestuurlijk proces’ is te vinden via www.onderzoeksraad.nl/rapporten of via intranet.
Onderzoeksraad haalt uit naar bestuur
Eind april presenteerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid onder voorzitterschap van Pieter van Vollenhoven het onderzoek naar de crisis in de hartchirurgie. De Onderzoeksraad keek vooral naar de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het medisch inhoudelijk proces en het toezicht daarop. Vooral de toenmalige Raden van Bestuur kregen veel kritiek. Maar ook het toezicht van de overheid laat volgens de onderzoeksraad te wensen over.
hebben een andere Raad van Bestuur met andere competenties en een andere attitude. Veilige zorg is bij ons een tweede natuur. Hetzelfde geldt voor de huidige leden van het Stafconvent en de Verpleegkundige Advies Raad (VAR). Zodra er misstanden zijn op de werkvloer zien wij dit als een potentieel gevaar voor de patiëntveiligheid.’ Lohman die vanaf zijn aantreden al predikte dat een Raad van Bestuur bovenop het medisch proces moet zitten kreeg het gelijk aan zijn kant, want ook de Onderzoeksraad vindt dat een Raad van Bestuur moet kunnen aantonen en toetsen dat het veilige zorg kan bieden. Maar komt hiermee de autonomie van de arts niet in het gedrang? ‘Zodra dit het geval is moeten artsen ogenblikkelijk op hun achterste benen gaan staan. Zij weten immers wat goede en veilige zorg is. De Raad van Bestuur is wel eindverantwoordelijk. De een kan niet zonder de ander. Dat is ook de synergie die er moet zijn tussen de wet BIG en de Kwaliteitswet, waarvan de OVV zegt dat die momenteel veelal ontbreekt.’ Volgens de wet BIG ligt de kwaliteit en veiligheid primair in handen van de medische professional en is in de Kwaliteitswet Zorginstellingen de Raad van Bestuur eindverantwoordelijkheid voor de borging van kwaliteit en veiligheid van de instelling. Maar waar liggen de grenzen van die verantwoordelijkheden? De Onderzoeksraad constateert een gevaarlijke kloof. Die is er ook tussen het toezicht van de Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) en dat van de instelling. Het IGZ opereert reactief en is niet in staat het toezicht in de geest van de wet waar te maken. Ook het NIAZ (Nederlands Instituut voor Accreditatie Ziekenhuizen) komt er niet goed vanaf. In de accreditatie komt de core business van ziekenhuizen onvoldoende naar voren. En aan de spelregels van de Medische Specialisten Registratie Commissie en de visitaties valt nog veel te verbeteren, aldus de OVV.
De Onderzoeksraad vindt ook de rol die het Stichtingsbestuur van het Radboud destijds speelde laakbaar. Die wist niet precies hoe het gesteld was met de kwaliteit van zorg, had daar weinig aandacht voor en hield geen actief toezicht. Gaat dat nu veranderen? Lohman: ‘Dat is inmiddels een stuk de goede kant op gegaan. Los van de crisis in de hartchirurgie zijn we hard bezig om good governance met goed toezicht in onze organisatie voor elkaar te krijgen. Zeer binnenkort worden op dit punt de resultaten hiervan zichtbaar. De samenstelling van de Raad van Toezicht zal daardoor ook in personele zin sterk wijzigen.’
Niet verhullen In de nieuwe organisatie van het UMC St Radboud is het afdelingshoofd voortaan integraal verantwoordelijk voor de medische kwaliteit. Hij zal rechtstreeks verantwoording afleggen aan de Raad van Bestuur. Voorheen deden
‘Wij en geen enkele andere zorginstelling kunnen om de aanbevelingen heen’
N e l l e k e Di n n iss e n
Alle pijnlijke fouten en misstanden worden door de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) opnieuw benoemd. Heeft zo’n onderzoek nog meerwaarde? ‘Aanvankelijk leek het mij wat mosterd na de maaltijd. Maar de Onderzoeksraad heeft heel zorgvuldig gekeken, niet alleen naar wat er is misgegaan, maar vooral naar hoe het heeft kunnen gebeuren’, concludeert Emile Lohman, voorzitter Raad van Bestuur. ‘Het is een onderzoek over het Radboud heen, dat van waarde is voor de hele bedrijfstak. Er wordt gewezen op de mazen in de wet, bestuurlijke dwalingen en onvoldoende overheidstoezicht. De hele kwestie is naar een hoger plan getild. De aanbevelingen gaan niet alleen ons aan, maar ook de overheid en alle collega-ziekenhuizen. Had dit onderzoek niet plaatsgevonden, dan was het boek gesloten en hadden we gezegd: dat nooit meer. Maar hadden we er dan voldoende lessen uitgetrokken? Het gaat hier wel over patiënten en die moeten er zeker van zijn dat ieder ziekenhuis zijn stinkende best doet om veilige zorg te leveren. Wij en geen enkele andere zorginstelling kunnen om de aanbevelingen van de Onderzoeksraad heen.’
Laakbaar bestuur en toezicht De toenmalige Raden van Bestuur krijgen veel kritiek van de Onderzoeksraad. Die hadden geen aandacht voor verantwoorde zorg en waren niet toegerust om risico’s te inventariseren. De veiligheid van de patiënt was het domein van medisch specialisten, waar het bestuur geen bemoeienis mee had. Onverantwoord besturen, vindt de Onderzoeksraad. Is met de huidige Raad van Bestuur dit gemis aan controle afgedicht? ‘Ja, wij menen van wel. We
Op de dag dat het rapport van de Onderzoeksraad uitkwam, waren er voorlichtingsbijeenkomsten voor medewerkers.
8
r a d bo d e 8 - 2 0 0 8
en toezicht de clusterbesturen dat, die over de muren van afdelingen heenkeken. Hoe controleert de Raad van Bestuur of zij de juiste informatie krijgt van een afdelingshoofd? ‘Alle afdelingshoofden zijn recent getoetst op hun nieuwe rol, onder andere door een assessment. Daarna hebben zij een benoeming gekregen als afdelingshoofd nieuwe stijl. Van de afdelingshoofden nieuwe stijl vragen wij openheid, transparantie en eerlijkheid. Daarnaast wordt de RvB uitstekend geïnformeerd door het Stafconvent en de VAR. Bovendien is transparantie en openheid al ver doorgedrongen in de organisatie. Wij krijgen van alle kanten informatie. Zaken onder de pet houden is verleden tijd.’ Inmiddels heeft het Radboud ook een klokkenluidersregeling, zodat medewerkers veilig kunnen melden. ‘Nog beter zou zijn als zo’n regeling helemaal niet nodig is’, meent Lohman. Met een proactieve aanpak wil de Raad van Bestuur potentiële risico’s in de kiem smoren. Daarom lanceerde de Raad onlangs de oprichting van een onafhankelijk Instituut voor Waarborging van Kwaliteit en Veiligheid (IWKV) dat uniek is in Nederland. Lohman: ‘Nieuw hierin is dat de Raad van Bestuur samen met professionals verantwoordelijk is voor de verbetering en de toetsing van de kwaliteit van zorg. Er is een onafhankelijke Raad van Advies die bestaat uit externe deskundigen en afgevaardigden van patiëntenverenigingen.’ (zie artikel Radbode 7). Het wordt een organisatie die ‘lean’ (mager) is en die in- en externe professionals gaat inhuren voor interne audits. Lohman is ervan overtuigd dat hierdoor kwaliteit en veiligheid bij alle professionals voortdurend op het netvlies staan. n
Voorzitter Stafconvent prof.dr. Didi Braat: ‘Onze professionaliteit is de basis voor het vertrouwen van onze patiënten.’
‘We hebben wel degelijk te maken met elkaars kwaliteit’ Daags na het verschijnen van het rapport ‘Een onvolledig bestuurlijk proces. Hartchirurgie UMC St Radboud’ reageert prof. dr. Didi Braat, voorzitter Stafconvent, namens haar achterban. Bij dokters wordt vooral de samenhang tussen de Wet BIG en de Kwaliteitswet Zorginstellingen veel besproken.
W a l t h e r V e rho e v e n
Belangrijkste thema uit het rapport betreft de verantwoordelijkheid voor kwaliteit en veiligheid van medische zorg. Is de dokter eindverantwoordelijk of het ziekenhuisbestuur? Volgens prof.dr. Didi Braat hebben beiden een eigen verantwoordelijkheid, en is de vraag betreffende de eindverantwoordelijkheid vooral voor algemene ziekenhuizen heel belangrijk: ‘Daar werken de artsen veelal vanuit zelfstandige maatschappen. Dan heeft de Raad van Bestuur maar beperkte invloed op de inhoud van het zorgproces. In de universitair medische centra en andere ziekenhuizen waar de artsen in loondienst werken, is er een duidelijke hiërarchie. Een arts legt verantwoording af aan het afdelingshoofd en die weer aan de Raad van Bestuur. Toch geldt ook voor artsen in loondienst de Wet BIG. Die stelt dat de individuele beroepsbeoefenaar zelf ter verantwoording kan worden geroepen. En dat is maar goed ook!’
Hand in eigen boezem
Foto: Jan van Teeffelen
Foto: Jan van Teeffelen
Begin mei 2006, kort na het stilleggen van de hartchirurgie voor volwassen patiënten en het aftreden van de Raad van Bestuur, trad ook het bestuur van het Stafconvent terug. Meteen werd een nieuw stafconventsbestuur samengesteld, onder voorzitterschap van Braat, afdelingshoofd Verloskunde en Gynaecologie. ‘Wij staken eerst de hand in eigen boezem, herinnert zij zich, ‘want het vertrouwen in de medische kwaliteit van het Radboud stond op het spel. De gebeurtenissen in de hartchirurgie hadden hun weerslag op het imago van het hele ziekenhuis. Vooral de andere snijdende specialismen merkten dat, ook in mijn vakgebied. In contacten met collega’s elders in het land werden wij aangesproken op de Radboudaffaire, want er bleek een ziekenhuisbreed probleem aan ten grondslag te liggen.’ Het nieuwe bestuur van het Stafconvent stelde meteen een ambitieus kwaliteitsprogramma op. Opvallend onderdeel daaruit vormde de kwaliteitsaudit, die elke ziekenhuisafdeling periodiek ondergaat. ‘Met de audits willen wij voor eens en altijd voorkomen, dat een afdeling ongemerkt haar scherpte verliest’, licht Braat toe. ‘We
9
hebben geleerd dat we wel degelijk te maken hebben met elkaars kwaliteit, ook van andere afdelingen en andere zorgketens. Die audits zijn gebaseerd op peer review: dokters houden elkaar de spiegel voor, in alle openheid en kwetsbaarheid. We moeten ons onderling volledig toetsbaar durven opstellen, ons aan elkaar verantwoorden in het belang van onze patiënten. Ik vind het echt geweldig dat de artsen daar samen voor hebben gekozen. Het is goed dat de kwaliteitsaudits nu worden geborgd in het Instituut voor Waarborging van Kwaliteit en Veiligheid (IWKV), zolang de dokters er zelf verantwoordelijk voor kunnen blijven. Onze professionaliteit is de basis voor het vertrouwen van onze patiënten. Dat kan niet worden vervangen door instanties zoals het IWKV of Raad van Bestuur. We moeten het dus zo organiseren dat dokters zich zowel onderling als aan hun afdelingshoofd en de Raad van Bestuur kunnen verantwoorden. En natuurlijk op de eerste plaats aan onze patiënten. ’
Elkaar scherp houden Volgens de Onderzoeksraad is het toenmalige Stafconvent destijds tekortgeschoten. Er was sprake van een papieren werkelijkheid van richtlijnen en protocollen, die losstond van de realiteit. Het huidige Stafconventsbestuur trekt zich dat aan, maar voelt zich ook gesteund door het rapport, stelt Braat. ‘Gelukkig sluiten de recente conclusies en aanbevelingen van de Onderzoeksraad helemaal aan bij het beleid dat het Stafconvent sinds het voorjaar 2006 voert. Behalve het houden van audits gaan we na of complicatiebesprekingen en jaargesprekken plaatsvinden en spreken elkaar hier op aan als dat niet of niet goed gebeurt. We willen nog meer aandacht besteden aan de samenhang in behandelprogramma’s en zorgketens, aan samenwerking en communicatie. We zijn actief in de verbetering van de samenwerking met huisartsen. Daar beginnen we al resultaten van te merken. Doel is om samen optimale kwaliteit van zorg te kunnen bieden.’ Zal het voldoende zijn om het vertrouwen in het Radboud te herstellen? Didi Braat is stellig: ‘Natuurlijk gaat dat lukken, maar dat is wel een zaak van lange adem. Ook al zijn de resultaten van onze hartchirurgie nu beter dan waar ook in Nederland of misschien wel Europa, het kost veel tijd om weer een sterk imago als toonaangevend hartcentrum op te bouwen. Dat geldt voor het hele Radboud. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. We moeten elkaar scherp houden en er echt heel hard aan blijven werken. En dat zullen we doen ook, in het belang van onze patiënten. n
o n d e rzo e k
Gezondheidszorg is geen gebruiksvoorwerp Gasthoogleraar prof. dr. Sheila Leatherman: ‘De reden dat ik vooral buiten de VS actief ben, is omdat ik niet geloof in het Amerikaanse marktsysteem.’
Komende twee jaar is de Amerikaanse prof. dr. Sheila Leatherman als gasthoogleraar verbonden aan de afdeling Kwaliteit van Zorg. Daarmee wordt een al langer bestaande samenwerking geïntensiveerd. Net als de UMC-afdeling onderzoekt ze de effecten van maatregelen die de kwaliteit van de gezondheidszorg beogen te bevorderen. Wat werkt en wat werkt niet? Eén ding is duidelijk: ‘Er zijn geen silver bullets.’ Paul van Laere
De Amerikaanse hoogleraar gezondheidsmanagement prof. dr. Sheila Leatherman heeft een uitgebreide staat van dienst. Ze was algemeen directeur van verschillende nationale gezondheidsorganisaties in de VS, leidde een van Amerika’s grootste zorginstellingen, en werd eind jaren negentig door premier Tony Blair gevraagd de Engelse regering te adviseren over de hervorming van de National Health Service. Sinds die periode bekleedt ze ook twee leerstoelen: aan de Universiteit van North Carolina en aan de London School of Economics. Daar is recent nog een tijdelijke leerstoel bijgekomen. Prof. dr. Richard Grol, hoofd van de afdeling Kwaliteit van Zorg (de WOK), wist de gerenommeerde onderzoekster te strikken om gedurende twee jaar een gasthoogleraarschap aan het UMC St Radboud te bekleden. Gedurende die periode zal de Amerikaanse met enige regelmaat in Nijmegen vertoeven. Een speciaal onderzoeksproject heeft ze niet voor ogen. ‘Het komt neer op het meekijken en meedenken op terreinen waarin ik expertise heb. En misschien kunnen we onderzoekers van hier in contact brengen met collega’s elders in de wereld die in hetzelfde veld werken. Dus ik ga praten met de mensen, me verdiepen in wat ze doen, samen brainstormen.’ Het zal zeker geen eenrichtingsverkeer zijn, benadrukt ze. ‘Ik kom hier niet eventjes vertellen hoe het moet. Dit centrum behoort tot de internationale top in het onderzoek naar zorgkwaliteit.’
Ideologie Dat Nijmeegse onderzoek draait uiteindelijk om de vraag welke kwaliteitsbevorderende maatregelen werken en welke niet. Het is niet toevallig het onderwerp van de conferentie die de afdeling Kwaliteit van Zorg op 10 september organiseert onder de titel: ‘Betere kwaliteit en
veiligheid in de zorg: wat werkt (echt)?’. Het is ook voor Leatherman een centraal thema. Gevraagd naar een paar voorbeelden van wat werkt, noemt ze de toepassing van klinische standaarden, en de inzet van informatietechnologie die bijvoorbeeld garandeert dat de juiste persoon wordt geopereerd en medicijnen in de correcte dosering worden toegediend. ‘Maar de echte boodschap is: Iedereen zoekt naar die
‘Het verrassende is dat wanneer de patiënt meer betrokken wordt bij de eigen behandeling, deze veiliger en goedkoper wordt’ ene ‘silver bullet’ om de kwaliteit te verbeteren. Maar zo gemakkelijk gaat dat niet. Vereist zijn een heleboel acties, beleidsmaatregelen, afspraken etcetera op hetzelfde moment, in dezelfde richting.’ Toch is het heilig verklaren van die ene oplossing wijdverbreid, constateert Leatherman. Een voorbeeld: ‘Bijna alle landen omarmen het idee dat we de patiënt een geïnformeerde gebruiker van de gezondheidszorg moeten maken. Men gelooft dat als gegevens over de prestaties van ziekenhuizen openbaar zijn, patiënten naar die
10
Foto: Frank Muller
informatie kijken en zeggen: ‘OK, voor een nieuwe heup ga ik liever naar hospitaal A dan naar B, want A levert de beste kwaliteit. Zowel in de VS als in Engeland wordt dit concept erg aangehangen. Maar de realiteit is – en ik heb er veel research naar gedaan de laatste 15 jaar - dat dit in de praktijk nauwelijks zo werkt. Toch slaan alle landen deze weg in, Nederland incluis. Het is een goed voorbeeld van hoe ideologie het wint van hard bewijs en gezond verstand. Welke patiënt gaat nu al die gegevens napluizen? Overigens doen ziekenhuizen zelf dat wel, die willen niet onderaan zo’n prestatielijstje bungelen.’
Marktwerking Nog zo’n actuele silver bullet: de marktwerking. Ook hier toont Leatherman zich sceptisch. ‘De reden dat ik vooral buiten de VS actief ben, is omdat ik niet geloof in het Amerikaanse marktsysteem. Het idee dat gezondheidszorg een gebruiksvoorwerp is dat je kunt kopen op de markt, zoals een koelkast of een wasmachine, is het verkeerde concept. Zorg is eerder vergelijkbaar met zoiets als onderwijs. Het is een dienst en het betreft het algemeen welzijn.’ Winststreven doet in de gezondheidszorg meer slecht dan goed, meent Leatherman. ‘Veel Amerikaanse ziekenhuizen zijn gewoon bedrijven. Ze hebben aandeelhouders en alles draait om geld verdienen. Dan doe je niet zo makkelijk langetermijninvesteringen. Dat denken op de korte termijn helpt de gezondheidszorg niet vooruit. Overigens zijn er wel specifieke marktmechanismen die zinvol kunnen zijn. Het hele issue is erg complex.’ Wel een positieve ontwikkeling is het actief betrekken van de patiënt bij de behandeling. ‘We weten bijvoorbeeld dat diabetespatiënten het beter doen wanneer ze in een patiëntengroep zitten en feedback krijgen van andere patiënten. Dus niet alles moet gericht zijn op de dokter. Er zijn veel technieken om de last van de schouders van de dokter te halen en de patiënt meer verantwoordelijk te maken. Het lijkt vanzelfsprekend, maar zo werd geneeskunde traditioneel niet bedreven.’ Het verrassende is dat wanneer de patiënt meer betrokken wordt bij de eigen behandeling, deze veiliger en goedkoper wordt. ‘Wanneer patiënten de keus wordt voorgelegd: je kunt chirurgie krijgen, maar het is niet zeker dat de ingreep je probleem oplost, of we kunnen zes maanden afwachten, dan blijkt dat patiënten vaak het laatste kiezen. Het geloof bestaat dat patiënten altijd meer zorg willen, en dat daarom de kosten stijgen. Maar ook hier wijst onderzoek in een andere richting.’ n
r a d bo d e 8 - 2 0 0 8
Koninklijke onderscheiding voor UMC-medewerkers
prijzen en benoemingen
Drie medewerkers van het UMC St Radboud hebben een koninklijke onderscheiding gekregen uit handen van hun burgemeester. De gedecoreerden zijn: prof. dr. Henk Boonstra, prof. dr. George Padberg, beiden Officier in de Orde van Oranje Nassau en prof. dr. Ben de Pauw, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Rien Jordens
P r o f . d r. H e n k B o o n s t r a
D r. F o l k e r t M e i j b o o m Dr. Folkert Jan Meijboom (1955, Rotterdam) is met ingang van 1 februari 2008 benoemd tot hoogleraar met als leeropdracht Kindergeneeskunde, in het bijzonder aangeboren hartafwijkingen. Deze aanstelling is een unicum in Nederland, want er zijn wel enkele hoogleraren Kindercardiologie in Nederland en er is één hoogleraar Congenitale Cardiologie voor volwassenen, maar er was tot nu toe geen leerstoel die patiënten met aangeboren hartafwijkingen ook tot latere leeftijd blijft volgen.
t
Professor Boonstra (hoogleraar Gynaecologische oncologie) heeft sinds zijn aanstelling in 1998 de afdeling Gynaecologische oncologie in het UMC St Radboud uitgebouwd tot een centrum voor topzorg. Gedurende zijn hele loopbaan heeft Boonstra veel tijd en energie gestoken in de medische zorg in derdewereldlanden. Hij onderhoudt nog steeds nauwe banden met de Zitulele gemeenschap in Tanskei, Zuid-Afrika, waar hij van 1967 tot 1972 als zendingsarts werkte. Vanuit het medisch comité Nederland-Vietnam was Boonstra betrokken bij een langjarige samenwerking, waarin hij Vietnamese artsen begeleidde bij de opsporing en behandeling van baarmoederhalskanker. Dit heeft geleid tot een goedlopend screeningsprogramma, met name in Zuid-Vietnam. Samen met drie anderen stichtte Boonstra in 1979 een kindertehuis in Jakarta waar veertig kinderen onderdak vinden. Voor zijn uitmuntende operatieve kwaliteiten ontving Boonstra in 1996 een prijs van vakgenoten. Boonstra is sinds 2005 met emeritaat.
D r. M a r i a n v a n d e r W e i d e Dr. Marian van der Weide, afdeling Urologie, heeft op 26 april in Nice de ”Best Thesis” award 2008 ontvangen voor haar proefschrift getiteld “Lower urinary tract dysfunction after renal transplantation in children and adults”. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt tijdens het congres van de European Society for Pediatric Urology (ESPU).
P r o f . d r. G e o r g e P a d b e r g
t
Professor Padberg (hoogleraar Neurologie) is hoofd van de afdeling Neurologie en voorzitter van het Neurosensorisch Cluster van het UMC St Radboud en een gerenommeerd deskundige op het gebied van de neuromusculaire ziekten. Hij combineert een grote wetenschappelijke productie met specialistische patiëntenzorg en een wijze van leidinggeven die tal van jonge mensen in staat heeft gesteld zich te ontwikkelen tot vooraanstaande wetenschappers. Veel van zijn medewerkers hebben de afgelopen jaren prijzen gewonnen. Padberg geeft regelmatig lezingen en adviezen aan leden van de patiëntenvereniging voor mensen met een spierziekte. Hij is reviewer van de meest vooraanstaande internationale tijdschriften op het gebied van de Neurologie.
D r. N i e l s R i k s e n Dr. Niels Riksen, internist in opleiding en destijds cum laude gepromoveerd, doet nu onderzoek in het Hatter Institute for Cardiovascular Research (University College London Medical Schools) in Londen. Onlangs kreeg hij een aantal wetenschapsprijzen: de proefschriftprijs van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Farmacologie & Biofarmacie (NVKF&B), de Einthoven Dissertatieprijs van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) en het Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland (ICIN) almede een “eervolle vermelding” bij de uitreiking van de Dr. Roosprijs van de Nederlandsche Internisten Vereeniging.
P r o f . d r. B e n d e P a u w
Benoemingen Per 1 mei is dr. Ruud Bekkers benoemd tot Chef de Clinique Gynaecologie en dr. Roy Kessels tot hoogleraar Neuropsychologie. Deze leerstoel is ondergebracht in het Nijmegen Institute for Cognition and Information (NICI).
t
Professor De Pauw, hoogleraar Supportieve zorg in de oncologie, die tevens hoofd is van de afdeling Bloedtransfusie en Transplantatie immunologie, combineert al meer dan dertig jaar wetenschappelijk werk van een hoog niveau met een medische praktijk. Hij introduceerde nieuwe behandelingstechnieken die nu standaard zijn in de patiëntenzorg. De Pauw was een van de eersten die de grote risico’s onderkende van infecties voor kankerpatiënten die een chemotherapie ondergaan. Door zijn wetenschappelijke prestaties is het overlijdensrisico van deze grote groep patiënten substantieel gedaald. Jarenlang heeft hij klinische studies verricht ter verbetering van de zorg voor deze kwetsbare groep patiënten. Zijn werk behoort tot de internationale top.
Rien Jordens, expertverpleegkundige op de dialyseafdeling, publiceerde in drie achtereenvolgende edities van het tijdschrift landelijke vereniging dialyse en transplantaties over het meten van bloeddruk specifiek tijdens de dialysebehandeling. Dit is zodanig gewaardeerd dat tijdens de NND (Nederlandse Nefrologie Dagen) vermeld is, dat een kwartaaleditie van de richtlijnen uitgegeven wordt.
Promoties, oraties, afscheidsredes*
Foto's: Jan van Teeffelen
Rectificatie In de vorige Radbode is een verkeerde foto geplaatst bij het artikel over nieuwe zorg op Neonatologie. Dr. Djien Liem, kinderarts: ‘Soms zijn er pasgeborenen die een ICplaats Neonatologie bezet houden omdat ze eigenlijk nog nét niet naar de High Care Neonatologie kunnen. Daarvoor hebben we nu een tussenoplossing: de post IC-HC. Dit gebeurt in samenhang met de afdeling Verloskunde.’
- Oratie prof. dr. M.J.F.J. Vernooij-Dassen, hoogleraar Psychosociale aspecten van zorg voor kwetsbare ouderen, donderdag 22 mei om 15.45 uur. Titel: Het is zaliger te geven dan te ontvangen - Promotie mw. drs. A.A. van Kuijk, dinsdag 27 mei om 13.30 uur. Titel: Prediction and monitoring upper-extremity motor recovery after severe stroke. Clinical and neurophysiological studies - Promotie mw. drs. C.M.J. Potting, dinsdag 27 mei om 15.30 uur. Titel: Oral mucositis. A nurse’s perspective - Promotie drs. B.F.J. Wanschers, donderdag 29 mei om 13.30 uur. Titel: Rab proteins specify motorized vesicle transport - Promotie drs. J.J.W. van der Burg, vrijdag 30 mei om 10.30 uur. Titel: Drooling in children with cerebral palsy: Impact and behavioural treatment - Promotie mw. drs. J. Buijs, vrijdag 30 mei om 13.30 uur. Titel: Bacterial morphology and cytokine responses during initial treatment of gramnegative sepsis * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
Foto: Jan van Teeffelen
11
Nieuwe jas te koop!
Nieuw: energielabel! BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Meer weten over ‘Beter worden in het Radboud’?
Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
Wilsonstraat 26, Millingen
Kijk op intranet.
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i
Past dit huis u als een nieuwe jas? E 399.000,- k.k.
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `ÛiÃ
Ùw huis onze Hoofdzaak
Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen | T (024) 360 69 00 E
[email protected] | I www.beaufortmakelaars.nl
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
Speciale behandeling
NIJMEGEN Groesbeekseweg 182
Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
Nabij universiteit en op loopafstand van centrum, schouwburg, concertgebouw, scholen en bos, ligt aan een van de karakteristieke straten van Nijmegen dit vooroorlogs herenhuis met veel authentieke elementen. Indeling: Kamer en suite, luxe keuken, 5 slaapkamers, 2 badkamers, kelder en zolder. Fraaie voortuin en achter een gezellige ommuurde stadstuin op het zuidwesten met achterom en berging. Bouwjaar 1928, inhoud ca. 680 m3, woonoppervlakte ca. 200 m2, perceeloppervlakte inclusief achterom 208 m2.
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
Vraagprijs € 579.000,Telnr. 024-3606060
www.jacobs-makelaardij.nl
Ùw huis onze Hoofdzaak
assurantiën | pensioenen | hypotheken | financieel advies
Tot 0,3% rentekor ting!
Een mooie woning? Een Radboud Hypotheek! De Radboud Hypotheek Gaat u een huis kopen, uw woning verbouwen of wilt u besparen op uw maandelijkse hypotheeklasten? Als medewerker van het UMC St Radboud kunt u profiteren van de Radboud hypotheek. Dit exclusieve hypotheekarrangement wordt aangeboden door Alpha Hypotheken. Profiteer onder andere van de volgende kortingen: N Tot 0,3% rentekorting en/of tenminste 25% korting op afsluitprovisie N N N
50% korting op taxatiekosten 25% korting op makelaarskosten 10% besparing op notariskosten Agneta Nijsse - Hypotheekadviseur Radboud Financieel Informatie Punt (FIP)
Het Radboud Financieel Informatie Punt (FIP) Wilt u meer weten over de Radboud Hypotheek? Neem dan contact op met Agneta Nijsse van het Radboud Financieel Informatie Punt (FIP). Als medewerker kunt u gratis gebruik maken van de diensten van het FIP. U krijgt daar advies over al uw financiële zaken. Daarnaast kunt u profiteren van collectieve personeelskortingen op uw hypotheek en verzekeringen.
Direct meer weten?
Kom langs of maak een afspraak:
Bereken zelf uw voordeel:
Bel onze speciale Radboudlijn:
U vindt ons in het UMC St Radboud
Kijk op www.akkermansvanelten.nl
0481-367077 op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur
(vlakbij het PIP en FLEXPUNT):
gebruikersnaam: radboud
kamer 1.04, routenummer 526, 527
wachtwoord:
Openingstijden: maandag van 11.30 tot 17.00 uur
Onze website is ook bereikbaar via het
en vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur
12
voordeel
intranet van het UMC St Radboud
r o nderwijs a d bo d e 8 - 2 0 0 8
‘Onderwijs over kwaliteit moet levendiger worden’ Het onderwijs in de studie Geneeskunde over kwaliteit en veiligheid in de zorg wordt door de studenten te abstract bevonden. De theorie over kwaliteit beklijft niet. Casuïstiek die laat zien wat er allemaal mis kan gaan als gevolg van slechte zorg daarentegen wel, aldus twee Nijmeegse studenten. Ze bezochten onlangs een congres in Parijs, waar ze met Europese studenten spraken over veiligheid en kwaliteit van zorg.
G i j s M u n n i c hs
‘De veiligheid en kwaliteit van de patiëntenzorg moet overal ter wereld verbeteren. Het is daarom belangrijk dat er vroeg in de studie Geneeskunde aandacht voor is’, zegt Hub Wollersheim, internist en werkzaam bij de afdeling Kwaliteit van Zorg in het UMC St Radboud. Hij nodigde drie Geneeskundestudenten uit voor een vier-
daags congres in Parijs om ideeën op te doen om het onderwijs over kwaliteit en veiligheid te verbeteren. Uit Nijmegen gingen vierdejaars Susan van Erp en AnneMartine Storm van Leeuwen mee.
Leidmotief Onder de 2200 bezoekers waren vijfentwintig Europese studenten die lezingen volgden en casuïstiek bespraken. Ze kregen onder andere een video te zien van een hoogzwan-
gere vrouw, die met hevige rugpijn moet worden opgenomen. Er is drukte op de afdeling, communicatie verloopt slecht. Na een spoedkeizersnede moet de baby worden gereanimeerd. Het loopt fataal af: in de chaos injecteert een verpleegkundige een fout dodelijk middel. ‘Deze video maakte veel indruk’, vertelt Susan. ‘Iedere student moest vanuit een ander perspectief kijken: door de ogen van patiënt, familielid, arts of verpleegkundige. Dit was ontzettend leerzaam. Door dit voorbeeld kom je erachter hoe belangrijk goed samenwerken en communicatie is.’ ‘Het bieden van goede, veilige zorg moet een leidmotief zijn voor elke arts’, zegt Wollersheim. ‘Hoe communiceer je als arts met je patiënten? Gebruik je richtlijnen voor het medisch handelen? Heb je oog voor risico’s van een behandeling? Allemaal vragen die spelen bij kwaliteit en veiligheid. Het is lastig om goed onderwijs hierover te geven. Studenten moeten leren kijken naar het hele zorgproces, terwijl ze meer gewend zijn feiten te leren zoals bij anatomie.’ Het onderwijs over kwaliteit is momenteel te theoretisch, blijkt uit evaluaties onder studenten. ‘Tabellen met cijfers van mortaliteit als gevolg van slechte zorg beklijven nauwelijks’, aldus Wollersheim. Sprekende voorbeelden daarentegen wel, aldus Anne-Martine. ‘Met name als er van alles misgaat’, zegt ze. ‘Dan zie je dat bijvoorbeeld slecht samenwerken écht fatale gevolgen kan hebben.’
Europees onderwijsblok
Geneeskundestudenten Anne-Martine (derde links) en Susan spraken in Parijs met andere Europese studenten over veiligheid en kwaliteit van zorg.
Naar aanleiding van het congres zullen de studenten suggesties doen om het onderwijs te verbeteren. ‘Door hun open en onbevangen blik kunnen zij goed aangeven wat er beter kan’, aldus Wollersheim. Hun bevindingen worden gebruikt om het onderdeel over kwaliteit en veiligheid in het blok Medisch Professionele Vorming aan te passen. ‘Een advies is om de video van de zwangere vrouw op te nemen in het curriculum’, zegt Anne-Martine. ‘Maar laat ook studenten in de praktijk kijken naar de kwaliteit van zorg, bijvoorbeeld door op een poli mee te lopen.’ De twee studenten rapporteren over het congres in de studenteneditie van het British Medical Journal. Ook worden ze betrokken bij een samenwerking van het UMC St Radboud met universiteiten in Noorwegen en Zweden om gezamenlijk een onderwijsblok op te zetten over kwaliteit en veiligheid. In maart 2009 wordt dit Europese blok gepresenteerd op een congres in Berlijn. n
Pilot digitaal trainingsprogramma over calamiteitenplan Medewerkers moeten op de hoogte zijn van het calamiteitenplan van het UMC St Radboud. Een mogelijkheid is om dit via e-learning (onderwijs via de computer) te toetsen. Onlangs is er op drie afdelingen in het Radboud een pilot geweest van een digitaal trainingsprogramma op gebied van veiligheid en calamiteiten.
werkomgeving ziet’, zegt Angelique van Ewijk, senior verpleegkundige Polikliniek voor Kinderen en Jeugdigen. Ze is erg enthousiast over de training. ‘Veiligheid vinden we op de kinderpoli ontzettend belangrijk. Het digitale
onderwijsprogramma is een goede manier om de kennis van je medewerkers hierin te toetsen en op peil te houden. Ik zou het een goed idee vinden als de training UMC-breed uitgerold wordt.’ GM Foto: Flip Franssen
De afdeling Dermatologie, de Polikliniek voor Kinderen en Jeugdigen en het laboratorium van Antropogenetica namen deel aan de pilot. Zo’n negentig medewerkers volgden op de computer een training over het calamiteitenplan. Daarna moesten ze op de pc vragen hierover beantwoorden, toegespitst op de eigen afdeling. In de training komt bijvoorbeeld aan bod hoe je een blusdeken moet gebruiken, wat de manier is om een ruimte te ontruimen en hoe je adequaat alarmeert. ‘Over het algemeen waren de deelnemers heel enthousiast over de computertraining’, zegt Fons van Gompel van Staf Calamiteiten, die de pilot coördineerde. ‘De voordelen van e-learning is dat je makkelijk grote groepen kunt trainen. Daarnaast heb je hiermee automatisch geregistreerd wie de training heeft gevolgd en welke score iemand heeft behaald. Met de training kun je nieuwe medewerkers inwerken, maar ook het kennisniveau van je huidige medewerkers toetsen.’
Foto’s en filmpjes Het bijzondere aan de training is dat hierin foto’s en filmpjes van de eigen afdeling gebuikt kunnen worden. ‘Dat maakt deze training heel waarheidsgetrouw. Bovendien beklijft de kennis beter als je situaties van je eigen
Hoe te handelen bij een calamiteit? Via e-learning kunnen medewerkers hun kennis van het calamiteitenplan toetsen.
13
r a d bo d e 8 - 2 0 0 8
Eén afdeling voor alle dagbehandelingen ‘interne’ De “Dagbehandeling E10/498” is een nieuwe afdeling binnen het UMC St Radboud, waar alle dagbehandelingen van de inwendige specialismen gaan plaatsvinden. Vanaf 19 mei is de afdeling open voor patiënten. De concentratie van dagbehandelingen biedt voordelen voor de patiënt en voor de organisatie rondom de zorg.
De “Dagbehandeling E10/498” is vernoemd naar de locatie: de eerste verdieping in het E-gebouw; 498 is het routenummer ernaar toe. Vanaf 19 mei worden hier alle dagbehandelingen gegeven van de inwendige specialismen: Medische Oncologie, Hematologie, Maag-, Darm-, en Leverziekten, Algemene Interne Geneeskunde, Nierziekten, Reumatologie, Longziekten, Endocriene Ziekten en Palliatieve Zorg. ‘Patiënten komen hier bijvoorbeeld voor chemotherapie, medicatie of bloedtransfusies’, zegt Rosemarie Jansen, seniorverpleegkundige op de nieuwe afdeling. ‘Ook gaat de hemaferese (vorm van bloedafname), die voorheen bij de dialyseafdeling werd gedaan, hier
plaatsvinden. Daarnaast zijn er kamers waar patiënten na een endoscopische ingreep kunnen uitslapen. Nieuw is dat er vier bedden zijn voor hematologie- en oncologiepatiënten die met spoed opgenomen moeten worden. Tot slot komen er ook twee bedden voor palliatieve zorg.’ Een groot deel van de patiënten die naar de nieuwe dagbehandeling komen, werden voorheen behandeld op “post rood” van de verpleegafdeling/poli Inwendige Specialismen.
Voordelen Het concentreren van alle ‘interne’ dagbehandelingen biedt voordelen. ‘Protocollen van behandelingen kunnen beter op elkaar afgestemd worden’, aldus Jansen. ‘Dit kan leiden tot betere kwaliteit van zorg. Ook de doorstroom van patiënten is sneller. We krijgen veel chronische patiënten die vaak naar het ziekenhuis moeten komen. Het is fijn dat ze daar nu minder tijd mee kwijt zijn. Een ander voordeel is dat de dagbehandeling minder een ziekenhuisuitstraling heeft dan bijvoorbeeld ver-
mensen
Jo van Zanten
Huub Peeters
Ed Hartman Onlangs heeft dr. Ed Hartman (1959), plastisch chirurg, het UMC St Radboud verlaten. Het ziekenhuis en de afdeling zijn hem dankbaar voor de bijdrage die hij heeft geleverd. Het betreft enerzijds zijn functie als chef de clinique en plaatsvervangend afdelingshoofd binnen de patiëntenzorg en anderzijds de ontwikkeling van deelgebieden daarin, zoals het facialisteam en microchirurgische reconstructies. Zijn chirurgische vaardigheden verdienen in dit kader veel lof. Daarnaast heeft hij een essentiële en gewaardeerde rol gespeeld bij de automatisering van de afdeling plastische chirurgie. Dit heeft geresulteerd in een ziekenhuisbreed OKAPI plannings- en registratiesysteem. Ook heeft hij medeverantwoordelijkheid gedragen voor het onderwijs en de opleiding als plaatsvervangend opleider. Het wetenschappelijk onderzoek heeft hij vorm gegeven vanuit de ‘tissue engineering’ waarvan zijn promotie in 2004 met als titel: “Prefabricated flaps for bone reconstructive surgery” één van de tastbare uitkomsten is. Bijzonder te waarderen vanuit maatschappelijk perspectief is zijn ambassadeursfunctie in het buitenland voor de behandeling van Nomapatiënten en zijn inzet voor Interplast. Het Clusterbestuur CSS wenst hem alle goeds voor zijn toekomst.
Henk Janse Op 1 juni zal de heer Henk Janse, logistiek medewerker Textielservice binnen het Facilitair Bedrijf, na ruim 25 jaar het UMC St Radboud gaan verlaten. Hij zal gebruik maken van de FPU-regeling. Wij nodigen u uit om dit afscheid met hem te vieren op woensdag 28 mei aanstaande van 16.00 – 18.00 uur in het Personeelrestaurant, route 535. Wij bedanken Henk voor zijn inzet tijdens deze 25 jaar en wensen hem, samen met zijn gezin, nog vele gezonde en fijne jaren toe. Jeannette Rutten v.d. Snoek, Hoofd Logistiek
Op 1 mei 2008 is het vijfentwintig jaar geleden dat Huub Peeters in dienst trad van het Orthopaedic Research Lab, toen nog Biomechanica geheten. Enerzijds heeft hij zich zeer actief ingezet voor de ondersteuning van experimenten die de stabiliteit van nieuwe orthopedische reconstructies bepalen; anderzijds heeft hij zich bezig gehouden met de organisatie rond de registratie van klinische behandelingen. Huub staat altijd klaar te helpen/assisteren, wie het ook vraagt. Het Lab en klinische stafleden feliciteren Huub met zijn jubileum en we hopen dat hij nog lang onderdeel van ons team zal uitmaken. Prof. dr. P. Buma
Margo van den Brink Donderdag 24 april hebben wij onze collega Margo van den Brink vanwege haar 25 jarig jubileum in het zonnetje gezet. In 1983 is ze haar loopbaan gestart als researchanalist bij Tandheelkunde en in 1985 is ze overgestapt naar het controle laboratorium van het Centraal Dierenlaboratorium( CDL). Daar heeft zij zich ontwikkeld tot microbiologisch coördinator. Sinds 2002 heeft zij een grote bijdrage aan de totstandkoming van QM Diagnostics geleverd, dat momenteel als afdelings-BV in oprichting is. Margo is erg betrokken bij haar werk, is zeer klantgericht, ziet altijd mogelijkheden tot verbetering en pakt nieuwe kansen met beide handen aan. Momenteel volgt ze een HBO opleiding bedrijfskunde, waarmee ze hoopt haar functie binnen QM Diagnostics nog beter te kunnen vervullen. We wensen haar succes met haar studie en hopen dat ze met veel plezier binnen QM Diagnostics en het CDL zal blijven werken. Namens alle collega´s Dr. Wieke de Bruin, Wetenschappelijk laboratoriummedewerker CDL
C o l o f o n Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie) , Gijs Munnichs, Walther Verhoeven Aan dit nummer werkten mee: Coby Admiraal, Rian Bos, Marten Dooper, Flip Franssen, Paul van Laere, Pieter Lomans, Marlies Mielekamp, Frank Muller, Daan Van Speybroeck, Jan van Teeffelen, Rietje van Vliet E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat, Patrick Voskuilen Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. Verschijningsdata zie intranet, button Radbode.
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
pleegafdelingen. De wachtkamers zijn bijvoorbeeld uitgerust met pc’s waar patiënten kunnen mailen.’ Behalve verbeteringen die de patiënt zal opmerken, zijn er meer (organisatorische) voordelen. ‘Voorheen moesten we op de verpleegafdeling ruimte vrijmaken voor onze patiënten voor de dagbehandeling. Dat was vaak passen en meten’, zegt Jansen. ‘Voor sommige patiëntgroepen hadden we faciliteiten voor enkele dagdelen, nu hebben we vijf dagen per week ruimte voor ze.’ Overigens is de “Dagbehandeling E10/498” iedere doordeweekse dag geopend van 8.00 tot 17.30 uur. De nieuwe afdeling kan ook zorgen voor betere afstemming in de zorgketen. Jansen: ‘Op de begane grond van het E-gebouw huist de verpleegafdeling Hematologie. De nieuwe dagbehandeling is slechts één verdieping hoger, wat de ketenzorg voor dit specialisme ten goede komt.’ Op 15 mei is de “Dagbehandeling E10/498” feestelijk geopend voor betrokken medewerkers. Op 19 mei worden er de eerste patiënten ontvangen. GM
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
14
Op 1 juni gaat na een dienstverband van 33 jaar, Jo van Zanten gebruik maken van de FPU-regeling. Jo is in 1975 begonnen als glazenwasser en heeft in 1984 de overstap naar de eindbeurtengroep gemaakt. Als dank voor zijn inzet wordt hem een receptie aangeboden. Deze zal plaatsvinden op vrijdag 23 mei van 16.00 - 18.00 uur in het Restofant. Wij nodigen u van harte uit om bij dit afscheid aanwezig te zijn. Jo, zijn vrouw en familie wensen wij het beste voor de toekomst. Gerrit Jan Heeroma, Interim hoofd afdeling Schoonmaak
Loes van Hees Loes heeft 35 jaar op de operatiekamers heelkunde/kinderchirurgie gewerkt. Op 1 mei heeft zij ons verlaten om gebruik te maken van de FPU regeling. Loes is een hardwerkende collega die altijd aanwezig was en in 35 jaar 21 ziektedagen had. Geweldig! Als team hebben we op zaterdag 12 april, op zeer sportieve wijze, haar afscheid gevierd. Op maandag 14 april werden, op een besloten receptie, haar jaren van bewezen diensten bekroond met een radboudpluim! Namens al je collega’s. Maria Steeghs, Operationeel Manager, Heelkunde/Kinder chirurgie
Martin Radstaat Op 1 juni aanstaande verlaat Martin Radstaat, thans Logistiek medewerker Afvalmanagement binnen het Facilitair Bedrijf, na ruim 29 jaar het UMC St Radboud. Hij maakt gebruik van de FPU-regeling. Wij nodigen u uit om dit afscheid met hem te vieren op donderdag 22 mei aanstaande van 16.00 – 18.00 uur in de kantine van het Studiecentrum, route 76. Wij bedanken Martin voor zijn inzet gedurende deze 29 jaar en wensen hem, samen met zijn gezin, nog vele gezonde en fijne jaren toe. Jeannette Rutten v.d. Snoek, Hoofd Logistiek
opi n i e r a d bo d e 8 - 2 0 0 8
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
P&O verbetert procedure werving, selectie en aanstelling
Actueel In de nieuwe CAO, ingang 1 januari 2008, zijn afspraken gemaakt over o.a. beperking buiten gewoon verlof. : medewerker ➔ pip on line ➔ actueel ➔ Nieuwe CAO voor de 8 universitair medische centra ➔ bijlage 1 (pag.6 punt C)
Salaris De uitbetaling van het salaris is 23 mei.
PIP tip Met ingang van 1 januari 2008 is voor de Universitaire Medische Centra de nieuwe Arbeidstijdenwet van kracht. In principe geldt de Arbeidstijdenwet voor iedereen die in het UMC werkzaam is, dus voor alle medewerkers, inclusief stagiaires, uitzendkrachten en gedetacheerden. : medewerker ➔ pip on line ➔ arbeidsvoorwaarden ➔ arbeidsduur en werktijden ➔ arbeidstijdenwet UMC Tijdens een bijeenkomst op 24 april presenteerden medewerkers van P&O elkaar de ‘quick wins’ per deelgebied.
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en op het presentatiebord bij PIP.
Vacaturetip Voor een ervaren secretaresse die op zoek is naar een nieuwe uitdaging 08383 Senior secretaresse, stafsecretariaat Heelkunde : werken bij het UMC ➔ vacatures
F LE X Ben je student en op zoek naar een afwisselende bijbaan? Neem contact op met FLEX, het intern uitzendbureau. Voor meer uitleg over inzet in diverse functies kun je ons bellen of mailen. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk T (024) 361 03 03,
[email protected] route 534, interne post 536 ma t/m vrij 09.00-16.30 uur
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen gericht op ontwikkeling, professionalisering en deskundigheidsbevordering voor medewerkers. Voor een compleet overzicht zie intranet. In september gaat de nieuwe Radboud Leergang voor Leidinggevenden (RLL) van start. Raadpleeg intranet voor meer informatie en brochure! U kunt nog inschrijven voor het leertraject Coördineren met resultaat, start eind augustus 2008. Inschrijving kan via het inschrijfformulier op intranet. : medewerker➔ leren bij het UMC➔ opleidingsaanbod
De inhoud van deze pagina valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
Tot voor kort duurde het gemiddeld 19 weken voor de procedure van werving, selectie en aanstelling van nieuwe medewerkers rond was, soms duurde het zelfs een half jaar. Die tijd is per 1 mei teruggebracht naar 30/35 dagen. Hoe? ‘Door kritischer naar de eigen processen te kijken en in te zetten op ‘quick wins’. En dan merk je dat het veel klantgerichter kan,’ zei Nienke Verhagen tijdens een presentatie voor P&O-medewerkers.
J a n n i e M e u ss e n
Personeelsadviseurs, personeelsassistenten en medewerkers van staf P&O hebben enthousiast samengewerkt om de procedure van werving, selectie en aanstelling te verbeteren. ‘We hebben knelpunten geanalyseerd, ook
In memoriam
Piet Hubbers Op 6 mei jl. is onze collega Piet Hubbers op 58-jarige leeftijd overleden. Eind februari meldde Piet zich ziek met buikklachten en al snel bleek dat hij een ernstige ziekte had. Zijn gezondheid ging vlug achteruit en Piet bereidde zich met zijn gezin voor op het naderbij komende afscheid. Zijn overlijden treft ons diep. Piet was niet alleen als schoonmaakspecialist doch ook als mens sterk betrokken bij “zijn” afdeling E00. Soms werd de band met de patiënten hem wat te veel en zorgden een paar vrije uurtjes ervoor dat de batterij weer werd opgeladen. De werkzaamheden werden door Piet op eigen wijze ingevuld. Sinds 1974 werkte Piet in het ziekenhuis. Hij was een zeer gewaardeerd medewerker en collega. Wij zullen Piet erg missen. Bep, kinderen en kleinkinderen wensen wij veel sterkte bij het verwerken van dit verlies. Namens alle collega’s van het Facilitair Bedrijf. Gerrit Jan Heeroma, Hoofd afdeling Schoonmaak Ali Wiegman, Teamleider
kleine boodschap Gratis, niet commerciële, advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail:
[email protected]. Op intranet (www.umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU) student nummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700,-.
15
bij leidinggevenden en nieuwe medewerkers ons oor te luisteren gelegd, en gekeken welke punten we snel kunnen verbeteren,’ vertelt Nienke Verhagen. ‘Hierdoor is niet alleen de doorlooptijd versneld, het proces verloopt ook simpeler en prettiger voor sollicitant én vacaturehouder.’ De werving van medewerkers is teruggebracht van 6 tot 9 weken naar 16-21 dagen vertelt Maret Kloek. ‘Tot voor kort keken we maar één keer per week naar de voorrangskandidaten. Dat vertraagt enorm. Nu matchen we dagelijks tussen voorrangskandidaten en vacatures en werven we via de site zelfs direct in- én extern. Vóór de vacaturemelding checkt de p-adviseur op voorrangskandidaten. Hiervoor heeft hij vijf dagen de tijd. Vervolgens worden dagelijks ‘verse’ vacatures op de site gezet en nogmaals aan het vacatureoverleg voorgelegd ter controle op voorrangskandidaten. Reageren kan daarna binnen 14 dagen. ‘De doorlooptijd van de selectie is teruggebracht van 6 weken naar 10 dagen,’ vertelt Shira Hurenkamp. ‘Door een betere planning vooraf, we leggen voortaan direct vast wanneer de brieven de deur uitgaan en wanneer met wie gesprekken plaatsvinden. En de communicatie met de sollicitanten verloopt voortaan per e-mail. Digitale correspondentie gaat sneller en het bespaart ook werk. Bovendien is alle overlap uit de correspondentie gehaald. Sollicitanten hoeven niet telkens weer dezelfde informatie in te vullen.’ De doorlooptijd van de aanstelling is verkort van vier weken naar vier dagen, onder meer door een betere afstemming met de verschillende ‘spelers’, vertelt Marly Korsten. ‘Het concept-contract kan de sollicitant bijvoorbeeld direct na de selectie meenemen. De berekening van bruto/nettosalarissen en reiskosten zijn voortaan standaard beschikbaar. De planning van het AMD-gesprek vindt in principe op dezelfde dag plaats als het aanstellingsgesprek. En er wordt standaard als nazorg een gesprek vastgelegd, kort nadat de nieuwe medewerker zijn werk heeft opgepakt.’ Na de presentatie werden er kritische vragen gesteld. Is het niet iets voor de OR? ‘Die weet er uiteraard van, het is echter geen kwestie van ander beleid, maar een andere vorm voor hetzelfde doen.’ ‘We moeten wel voorkomen dat deze procesverbetering de interne mobiliteit in de weg staat, nu er direct in- en extern wordt geworven. Laat interne gegadigden niet ondersneeuwen door externe belangstellenden. En voorrangskandidaten moeten zeker voor blijven gaan,’ benadrukt Trees van Bohemen. Kloek: ‘Dat laten we natuurlijk niet gebeuren. Personeelsadviseurs kunnen daar proactief een rol in spelen. Feit is nu dat er voor 80 procent van de vacatures géén voorrangskandidaten zijn. Op 80 procent reageren géén interne kandidaten. Alleen werven via de site levert 80 procent van de kandidaten op.’ n
r a d bo d e 8 - 2 0 0 8
Goed gedrag OK-personeel essentieel bij infectiepreventie Onlangs werd voor de 8e keer het symposium peri-operatieve zorg in het Auditorium van het UMC St Radboud gehouden. Inspecteur voor Gezondheidszorg Marijke Bilkert en orthopedisch chirurg Patrick Maathuis openden met lezingen over infectiepreventie op de OK. Gezien de zaken die de inspectie bij onderzoek vond, méér dan nodig om juist hier de aandacht op te vestigen...
M a r l i e s M i e l e k a mp
Orthopeed Patrick Maathuis uit het UMC Groningen weet dat over orthopedisch chirurgen vaak gesproken wordt als ‘die notoire zeikerds’. Maar legt meteen uit waarom orthopeden zo kritisch op infectiepreventie op de operatiekamer (OK) zijn. ‘Orthopeden werken vaak met kunstmateriaal, als patiënten daarbij een infectie oplopen zit er niets anders op dan de kunstprothese te verwijderen. Uiteindelijk valt het percentage primair op de OK opgelopen infecties bij chirurgische protheses met 1 tot 3 procent mee, maar je zult net die patiënt zijn. Dat is een ramp.’
Protocol naleven Maathuis deed over dit onderwerp zijn promotieonderzoek ‘Direction, prevention and direct post-operative intervention in orthopedic implant infection’. Hij vond dat de belangrijkste bronnen van besmetting de huid van de patiënt en luchtdeeltjes afkomstig van het OK personeel zijn. Daarom gebruiken ze in Groningen een muts die alleen het aangezicht vrij laat; haren, oren, nek en schouders zijn bedekt. ‘Zo voorkom je ook dat er bacteriën uit oren en oksels door de lucht naar de patiënt zweven’, legt Maathuis uit. Ook laat Maathuis met dia’s door middel van een ‘rookmachine’ zien hoe door verstoring van de luchtstroom de totale lucht op de OK verontreinigd wordt. Hij pleit er dan ook voor die luchtstroom zo min mogelijk te verstoren. ‘Verder mogen in het plenum (de luchttoevoeropening, die vanuit het plafond schone lucht naar beneden blaast, red.) alleen ‘scrubbed’ teamleden staan en alleen steriel instrumentarium aanwezig zijn. Het team dient zo min mogelijk te bewegen en te praten. Buiten het plenum dienen zo min mogelijk mensen aanwezig te zijn en weinig wisselingen plaats te vinden. Mensen moeten zich ervan bewust worden dat een goed plenum slecht gedrag niet kan compenseren.’ De uiteindelijke conclusie in zijn proefschrift is dat op de OK een keten van zorg geboden moet worden. ‘Daarom dient er een protocol te zijn, dat ook voor de nazorg op de verpleegafdeling geldt. Gedrag blijft belangrijk en elk half jaar zal daarom naleving van het protocol getoetst en eventueel bijgesteld moeten worden. Eigenlijk is wat ik stel oude wijn in nieuwe zakken, maar het blijft belangrijk mensen met de neus op de feiten te drukken’, betoogt de orthopeed.
ethiek Ter lering ende vermaak? Van instellingen die de gemiddelde Nederlander probeert te vermijden, staan politiebureaus, rechtbanken en ziekenhuizen hoog op het lijstje. Het is dan ook op zijn minst opmerkelijk te noemen dat zo’n groot deel van de televisieprogramma’s zich juist daar afspeelt. Zo kan de liefhebber uren per week doorbrengen in de fictieve ziekenhuizen van Grey’s Anatomy, ER, House en Scrubs. Naast de nodige soap- en detective-elementen wordt de kijker met een flinke dosis medische informatie overspoeld. Deze is niet altijd even waarheidsgetrouw; als we af zouden gaan op de patiënten op televisie lijken mensen vaker in botsing te komen met helikopters en veerboten dan dat ze van hun fiets vallen en blijkt koorts doorgaans te duiden op exotische aandoeningen als ebola of pokken. Je kunt er donder op zeggen dat iedere hoofdpersoon minstens eenmaal in levensbedreigende toestand wordt opgenomen, om de week erna weer kerngezond aan
Waar ze bij de inspectie vooral van schrokken was het aantal onnodige deurbewegingen.
Ongewenste intimiteiten... Hoe belangrijk gedrag op de OK is vond ook inspecteur voor de gezondheidszorg Marijke Bilkert tijdens het tweede deel van het inspectieonderzoek ‘Toezicht operatief proces’. Onder de titel ‘(Goed) gedrag gewogen’ gaf zij een impressie van het onderdeel infectiepreventie van het inspectieonderzoek. Om te beginnen stuurde de inspectie een enquête naar honderd ziekenhuizen. Volgens de enquête hadden 42 ziekenhuizen een luchtbeheersplan en 83 ziekenhuizen bleken een goed hepatitis-B beleid te hebben voor ‘risicovormers’. Daarnaast ging de inspectie bij twintig ziekenhuizen op bezoek. En daar was het soms schrikken. In slechts 30 procent van de ziekenhuizen droeg het OK-personeel geen sieraden, in het merendeel van de ziekenhuizen zag de inspectie enkele tot meerdere personeelsleden met sieraden aan de handen en onderarmen, vooral ringen. ‘De raarste smoes die we hoorden was ‘dat de trouwring omhouden hielp tegen ongewenste intimiteiten’’, vertelt Bilkert. De aanwezigen op het symposium moeten erom lachen. Met het mond-neusmasker was ook vaak iets mis, soms hing het om de nek in plaats van op de ervoor bestemde plaats. Ook schoeisel bleek vaak niet goed te reinigen. Een ander opvallend feit was dat in ruim 30 procent van de onderzochte ziekenhuizen de handwasvoorschriften niet klopten of verouderd waren. Waar ze bij de inspectie vooral van schrokken was het aantal onnodige deurbewegingen: in 70 procent van de ziekenhuizen zag de inspectie dit. ‘Tijdens een kleine ingreep van
het werk te gaan. En het maakt helemaal niet uit dat je arts een aan pijnstillers verslaafde hork is; hij komt toch met de juiste diagnose? Mensen snappen uiteraard dat ze niet naar een documentaire kijken maar naar een bedachte serie. Toch blijken televisieseries grote invloed te hebben op ideeën over geneeskunde en gezondheidszorg. Zo is
bekend dat de alertheid op aandoeningen als baarmoederhalskanker toeneemt, wanneer deze in het plot van een medische serie worden opgenomen. Het stigma op HIV-besmetting bleek onder televisiekijkers afgenomen nadat een persoon met dit virus uitgebreid aan bod kwam in een ziekenhuissoap. Niettemin werken deze programma’s ook de nodige misverstanden in de hand. Het grote succes dat met
16
30 minuten ging de deur soms 26 tot 48 keer open. We hebben ook meegemaakt dat iemand niet met een loodschort bij de doorlichting wilde zijn en zes keer naar buiten ging. Dat betekent dat de deur twaalf keer onnodig openging en dit veroorzaakt natuurlijk de nodige wervelingen met alle bacterierisico’s van dien’, stelt de inspecteur.
Plan van aanpak Om de veiligheid van patiënten te waarborgen vindt de inspectie dat een aantal zaken moet verbeteren. Zo moet op de OK het gedrag verbeterd worden, het luchtbehandelingsysteem beter benut, en is bij- en nascholing geboden. Wellicht is het verstandig om postoperatieve wondinfectie steeds terug te koppelen naar de OK-staf zodat de staf geïnformeerd is over dit cijfer. Ook op landelijk niveau is actie noodzakelijk zoals het periodiek bijstellen van landelijke richtlijnen en het ontwikkelen van scholingsmodules infectiepreventie voor de beroepsopleidingen van alle OK-personeel. ‘De ziekenhuizen zullen in een plan van aanpak moeten tonen hoe zij het infectiepreventiebeleid op de OK gaan verbeteren. De inspectie zal dan nagaan of de doelen in het plan van aanpak gerealiseerd worden en eventueel handhaven met haar ter beschikking staande middelen’, besluit Bilkert. n
Meer informatie: Omstreeks juli 2008 is het landelijk rapport Toezicht Operatief Proces te vinden op www.igz.nl. Dat zal naast infectiepreventie ook over overdracht en communicatie gaan.
reanimatie geboekt wordt in Britse en Amerikaanse TV-series zorgt ervoor dat televisiekijkers de overlevingskansen van reanimatie flink overschatten. Negatieve ideeën over orgaandonatie worden onder meer veroorzaakt door het beeld dat in series geschetst wordt. Het zijn echter de subtiele boodschappen in dit soort programma’s die wellicht de grootste invloed hebben op onze maatschappij. Mythes die bij een deel van de bevolking leven over de zorg worden in stand gehouden doordat ze in TV-series bevestigd worden: hoe meer hoogtechnologische interventies, hoe beter; artsen nemen het leeuwendeel van de zorg voor hun rekening en verpleegkundigen zijn slechts op de achtergrond aanwezig; nieuwe, experimentele medicijnen zijn altijd beter dan de oude middelen, etcetera. Zelfs wanneer mensen doorhebben dat ze naar fictie kijken, wordt hun denken over de zorg er toch sterk door beïnvloed. Televisie is een invloedrijk medium. Wat “dichterlijke vrijheid” is geen probleem – het blijft tenslotte entertainment en geen voorlichtingscampagne – maar wat meer oog voor de medische realiteit om deze zo meer recht te doen, zou de makers niet misstaan. Anke Oerlemans
Foto: Frank Muller