Amandla, Vol. 16, No. 2 http://www.aluka.org/action/showMetadata?doi=10.5555/AL.SFF.DOCUMENT.nizap2c00189
Use of the Aluka digital library is subject to Aluka’s Terms and Conditions, available at http://www.aluka.org/page/about/termsConditions.jsp. By using Aluka, you agree that you have read and will abide by the Terms and Conditions. Among other things, the Terms and Conditions provide that the content in the Aluka digital library is only for personal, non-commercial use by authorized users of Aluka in connection with research, scholarship, and education. The content in the Aluka digital library is subject to copyright, with the exception of certain governmental works and very old materials that may be in the public domain under applicable law. Permission must be sought from Aluka and/or the applicable copyright holder in connection with any duplication or distribution of these materials where required by applicable law.
Aluka is a not-for-profit initiative dedicated to creating and preserving a digital archive of materials about and from the developing world. For more information about Aluka, please see http://www.aluka.org
Amandla, Vol. 16, No. 2 Alternative title
Amandla
Author/Creator
Amandla
Publisher
Amandla
Date
1992-02-00
Resource type
Magazines (Periodicals)
Language
Dutch
Subject Coverage (spatial)
Netherlands
Coverage (temporal)
1992
Source
Netherlands Institute for Southern Africa (NIZA)
Relation
Angola bulletin, BOA bulletin, Kairos-berichten merged in 1977; continued by Amandla (1977-1996); continued by Zuidelijk Afrika (1997-...)
Rights
By kind permission of Boycot Outspan Aktie (BOA), Kairos, and Komitee Zuidelijk Afrika/Holland Committee on Southern Africa (KZA).
Format extent (length/size)
24 page(s)
http://www.aluka.org/action/showMetadata?doi=10.5555/AL.SFF.DOCUMENT.nizap2c00189
http://www.aluka.org
maandbla over ziei
maandbla over ziei Ho godhtga i eerst -ij~ <S.aast
váOS
n dit nummer: Thabo Mbeki, voorman van het ANC, houdt een inleiding op de conferentie 'Changing South Africa, Challenge for Europe', die eind januari in Rotterdam werd gehouden. In het midden minister Pronk. Foto: José Melo Pagina 4-11 De regering van QwaQwa is trots haar prestaties. Ook op een aantal nieuwgebouwde vierkamerwoningen. Twee Kairos-stafleden die rondkeken, ontdekten een groot contrast tussen PR en werkelijkheid in Zuid-Afrika's kleinste 'thuisland'. Foto: Hans Hartman Pagina 12 Wat te doen, âls de apartheid echt verdwijnt PR en werkelijkheid in QwaQwa, Zuid-Afrika's kleinste 'thuisland' Inhoud Lubbers wil de eerste zijn en zal de laatste worden pagina 3. Redactioneel: blank vetorecht pagina 4. Conferentie 'Changing South Africa, Challenge for Europe': Inleiding pagina 4. De deprimerende staat van de Zuidafrikaanse economie pagina 4. Interview met Mamphela Ramphele: 'We moeten weer onderdeel van Afrika worden' pagina 6. Culturele betrekkingen: 'Wij spreken jullie taal nièt' pagina 8. Universitaire samenwerking mag geen eenrichtingsverkeer zijn pagina 10. Reisverslag uit QwaQwa pagina 12. Je moet er geweest zijn pagina 16. De toekomst van de anti-apartheidsgroepen: werk zat, maar wie gaat dat betalen? pagina 18. Literatuur in Amandla: 'De dood van Karel Viviers' door Koos Prinsloo, zwart schaap pagina 20/21. Colofon
Zestiende jaargang, nummer 2, februari 1992 Redactieadres: Oudezijds Achterburgwal 173, 1012 DJ Amsterdam Telefoon: (020) 623 22 29 Uitgave van: -Boycot Outspan Aktie, Oude Vest 79, 2312 XT Leiden Telefoon: (071) 14 21 24 - Komitee Zuidelijk Afrika Oudezijds Achterburgwal 173 1012 DJ Amsterdam Telefoon: (020) 627 08 01 - Werkgroep Kairos, Kromme Nieuwegracht 10 3512 HG Utrecht Telefoon: (030) 31 97 14 Een jaarabonnement kost f22,50; België Bfr. 450; rest van Europa f35,-; per luchtpost buiten Europa f50, Voor wijze van abonneren en doorgeven van adreswijzigingen zie pagina 23/24. Redactie: Sietse Bosgra, Ditty Eimers, Brenda Filippo, Hanne Obbink en Luuk Obbink Eind- en bureauredactie: Arie van Dalen Vormgeving: Maarten Messie Layoutontwerp: Van Dalen, Karsten & Messie Aan dit nummer werkten verder mee: Erik van den Bergh, Annet Berntsen, Robert Dorsman en Caroline van Dullemen Druk en zetwerk: Meboprint Amsterdam HET BEZOEKAAN ZUID-AFRIKA Lubbers wil de eerste zijn en zal de laatste worden 'We moeten een zekere evenwichtigheid nastreven. We kunnen ons niet permitteren de positie van een van beide partijen in de onderhandelingen te beschadigen of aan te tasten.' Zo sprak premier Lubbers in de Tweede Kamer over het inmiddels veelbesproken Nederlandse bezoek aan Zuid-Afrika. Ook voor Haagse begrippen waren deze woorden nogal hypocriet. De meest opzichtige blunder in de hele affaire was natuurlijk van minister Van den Broek. Die versprak zich tijdens een receptie en zo kwam het nieuws van het voorgenomen bezoek eerst in de kranten. Van den Broek is inmiddels ongeveer een decennium minister van buitenlandse zaken en als iemand met zo'n ruime ervaring zich verspreekt, loont het de moeite eens na te gaan of hij dat misschien met opzet deed. Wat wij onze hersens ook pijnigen: we kunnen ons niet voorstellen welk belang Van den Broek bij het uitlekken van het plan zou hebben. En dus dringt de conclusie zich op: het was simpelweg een levensgrote blunder. Minder in het oog springend, maar ook minder lachwekkend is een andere fout van de Nederlandse regering - en deze fout maakt de woorden van Lubbers zo hypocriet. Toen het nieuws van het voorgenomen bezoek uitlekte, was er alleen nog overleg gevoerd met de Zuidafrikaanse regering. En vanuit het ministerie van buitenlandse zaken wordt verteld dat het ook in het geheel niet in de bedoeling lag het ANC te raadplegen: het zou voor een voldongen feit worden gesteld. Overleg met de regeringDe Klerk en vervolgens een mededeling aan het ANC, dat zou de procedure zijn. Niks 'evenwicht'. De prestigestrijd die het CDA rondom het nieuws over de reisplannen is gaan voeren met de PvdA is welhaast kolderiek te noemen. Wat er in deze strijd te berde werd gebracht, bood een onthullend kijkje in het denken in kringen van het CDA. Zo kwam Kamerlid Aarts weer eens aanzetten met de 'stamverwantschap' tussen blank Nederland en blank ZuidAfrika als argument om toch maar snel naar de Kaap af te reizen. Voor Aarts lijkt er overigens niet alleen
prestige op het spel te staan in de strijd met de PvdA, maar ook ten opzichte van het ANC. In zijn beleving is het ondenkbaar dat de Nederlandse regering zou moeten wijken voor de opvattingen van het ANC. Ook dat is onthullend: Aarts wil de regering-De Klerk -nog steedswel serieus nemen, maar het ANC... ? Wat is het ANC nu helemaal? Ook de rede waarmee De Klerk het Zuidafrikaanse 'parlement' geopend heeft, is een rol gaan spelen in deze tragi-komedie. Lubbers had het wel of niet doorgaan van zijn reis min of meer afhankelijk gemaakt van de inhoud van deze rede. En dùs waren Lubbers en Van den Broek vol lof over de rede van De Klerk. Wat opmerkelijk mag heten, want ieder ander zag in de rede slechts een pas op de plaats of, en niet ten onrechte, een terugval. De Klerk kondigde immers aan dat de uitkomst van de onderhandelingen op de Conventie voor een Democratisch Zuid-Afrika (Codesa) getroffen kunnen worden door een veto van de blanke kiezers. Lubbers en Van den Broek vinden het uitstékend - het is haast zielig om te zien. Ongeloofwaardig Het is de vraag waarom Lubbers en Van den Broek nu zo nodig naar Zuid-Afrika moeten. Om het proces van onderhandelingen steun te geven, luidt de officiële lezing. Maar overtuigend klinkt dit niet. Wie met dit doel naar Zuid-Afrika wil, maakt zich wel zéér ongeloofwaardig als hij slechts met één onderhandelingspartner van tevoren overlegt. De kans van slagen is nu in ieder geval voorgoed verkeken: de twee hebben zich onmogelijk weten te maken bij een keur ,aan Zuidafrikaanse organisaties: niet alleen het ANC, maar ook vakbonden, kerken en noem maar op. De reis is van een groot economisch belang, wordt er ook wel geroepen. Maar ook deze motivatie van het bezoek is niet overtuigend. Op het ministerie van economische zaken was men in het geheel niet enthousiast toen men hoorde van de reisplannen. En waarom zóu men ook? In maart gaat er een delegatie van het Nederlandse bedrijfsleven naar Zuid-Afrika, onder leiding van staatssecretaris Van Rooij. En tijdens déze reis zullen de echte zaken worden gedaan. Het lijkt erop dat er slechts één reden is waarom Lubbers en Van den Broek per se snel op reis willen: prestige. Want Lubbers zou, als de reis doorgaat, de eerste Westerse regeringsleider sinds decennia zijn die ZuidAfrika bezoekt. Maar wat een gedoe om niets. De eerste regeringsleider, het mocht wat. Lubbers zou vooral de laatste zijn: de laatste die bij een apartheidspresident op de thee komt. Hanne Obbink Lubbers tijdens het Kamerdebat van 21 januari Foto: Roei Rozenburg Amaia De blanke Zuidafrikanen kunnen bij referendum hun veto uitspreken over de uitkomsten van de Conventie voor een Democratisch ZuidAfrika (Codesa), waaraan met uitzondering van enkele 'links-' en 'rechts'-radicale organisaties alle belangrijke politieke groeperingen deelnemen. Dat vertelde de Zuidafrikaanse president De Klerk bij de opening van weer een jaar apartheidsparlement, op 24
januari, tevens de derde en laatste dag van de conferentie 'Changing South Africa, Challenge for Europe' (Veranderend Zuid-Afrika, een uitdaging voor Europa) in het Rotterdamse World Trade Centre. De Klerks mededeling hield de gemoederen in Rotterdam danig bezig. Door de blanke minderheid een vetorecht te geven, verhoogt de regering-De Klerk de druk op haar Codesaonderhandelingspartners om toch vooral de blanke belangen en sentimenten te ontzien. De conferentie in Rotterdam was nu juist opgezet vanuit de gedachte dat een fundamentele verandering ten goede in Zuid-Afrika aanstaande is, zodat de tijd aanbreekt om de strijd tegen de apartheid om te zetten in actie NEDERLAND MOET WACHTEN M, De deprimerende s de Zu idafri kaanse e 'Over drie kwartier worden wij geacht met aanbevelingen te komen over hoe Nederland kan bijdragen aan de economische wederopbouw van Zuid-Afrika. Laten we stoppen met algemene theoretische beschouwingen over de economie en ons tot dit onderwerp beperken. Wat kunnen wij als anti-apartheidsgroepen doen?' Een hartekreet, geslaakt in de werkgroep vakbonden/bedrij fsleven van de conferentie 'Changing South Africa, Challenge for Europe'. De aanbevelingen kwamen er uiteindelijk wel, maar wereldschokkend waren ze niet. De suggestie om voortaan maar met borden te gaan staan waarop wordt opgeroepen om Zuidafrikaanse wijn te kopen werd van de hand gewezen. Het inventariseren van de problemen waarvoor de Zuidafrikaanse economie staat is een deprimerende bezigheid. Grofweg de helft van de zwarte beroepsbevolking heeft geen werk. Van degenen die wel een baan hebben, leeft een aanzienlijk deel onder het bestaansminimum. Het aantal nieuwe banen dat door de economische groei ontstaat, is veel lager dan de jaarlijkse toename van het aantal nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Bijna negentig procent hiervan vindt geen officiële baan. Kortom, ZuidAfrika bevindt zich in economisch opzicht in een neerwaartse spiraal. Als die niet wordt doorbroken blijft het democratiseringsproces steken in het verwerven van stemrecht. 'Wat hebben onze mensen aan stemrecht als in hun basisbehoeften niet wordt voorzien?' vroeg algemeen secretaris Jay Naìdoo van de vakbondsfederatie Cosatu zich af. Grote jongens Nog minder opwekkend is het om na te denken over een oplossing van die problemen. Volgens Bob Tucker, die enige tijd geleden het blanke establishment versteld deed staan met een in opdracht van het Zuidafrikaanse bedrijfsleven opgestelde nogal progressieve - analyse van de Zuidafrikaanse economie, zal economische groei op zich nooit voldoende zijn om Zuid-Afrika uit het dal te trekken: 'De Zuidafrikaanse economie is in handen van een stuk of vijftig grote jongens. Deze heren zeggen een groei van vier procent te kunnen genereren. Als het al lukt en dat is zeer de vraag - blijft het werkelijk niets voorstellen. Gezien de bevolkingstoename is een dergelijke groei nodig om de huidige levensvoor een nieuw en rechtvaardig Zuid-Afrika.
Of dat keerpunt echt snel wordt bereikt, is dus nog maar de vraag. Niet alleen vanwege de kans op een blank veto, maar ook omdat het ANC en de overige deelnemers aan Codesa hun strategie weleens zouden kunnen herzien, nu iedereen gelijk wordt in ZuidAfrika,maarsommigenkennelijktochmeergelijkblijvendananderen. Dit voorbehoud moet u in gedachten houden bij lezing van de artikelen over de conferentie in Rotterdam (en trouwens ook van de rest van dit nummer). Meer dan tweehonderd vertegenwoordigers van ontwikkelings- en solidariteitsorganisaties en van poitieke en andere groeperingen uit Zuidelijk Afrika en Europa namen deel aan de conferentie over de toekomstige relatie van Nederland en de Europese Gemeenschap met Zuid- en Zuidelijk Afrika. Tal van thema's kwamen daarbij aan de orde. Webesteden opdeze ende volgende zes pagina's aandacht aan wat te berde werd gebracht op het gebied van cultuur, onderwijs en economie. Dat laatste onderwerp is tevens het hoofdthema van een interview met de wetenschapster Mamphela Ramphele, die aan de conferentiedeelnam en onder (veel) meer een i ng zoeknaarde armoedeinZuid-Af uth - Africa op haar naam heeft staan. De conferentie werd georganiseerd for Europe door het Standing Committee of NGO's in Brussel en het Komitee Zuidelijk Afrika, in samenwerking id.....-. met de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties Novib en Hivos. Het 'Standing Committee' is het samen- .owerkingsorgaan van de Westeuropese organisaties die betrokken zijn bij de hulp van de Europese Gemeenschap aan Zuid-Afrika. :N MET ZAKENDOEN e staat van eleconomie standaard alleen te handhaven. We hebben minstens tien tot twaalf procent groei nodig en dat zit er niet in.' Tucker vreest dat buitenlandse steun en de te verwachten beperkte economische groei slechts de pijn wat verzachten, waardoor de economische machtsverhoudingen juist bestendigd worden. 'We moeten onze koloniale in zichzelf gekeerde economie volledig herstructureren, dat is de uitdaging waar we voor staan. En we moeten een manier zien te vinden om tot een radicale herverdeling te komen. Een paar procent economische groei draagt daar niets aan bij, eerder versterkt het de bestaande situatie. Dat is het grote gevaar dat ons bedreigt. En dat geldt ook voor steun die uit het buitenland komt. We beschikken in Zuid-Afrika over meer middelen, geld en infrastructuur dan jullie ooit zouden kunnen en willen bieden. Hoe denken jullie als solidariteitsbeweging iets bij te kunnen dragen zonder -overigens met de beste bedoelingen - ook bij te dragen aan het voortbestaan van de huidige toestand?' In de gaten houden Een klemmende vraag, waar bij de presentatie van de conclusies van de werkgroepen niet echt een verrassend antwoord op kwam. Wachten met investeringen, daar was iedereen het wel over eens. Als het moment van investeren is aangebroken, moeten deze investeringen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het land, op het gebied van huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg. Verder moeten het ANC en Cosatu worden geraadpleegd als het
Nederlandse bedrijfsleven investeringsplannen maakt. Van deze bedrijven zou kunnen worden verlangd dat zij -eenmaal actief in Zuid-Afrikavoornamelijk of uitsluitend zaken doen met 'zwarte' bedrijven. Een en ander zou in de gaten gehouden kunnen worden door de Nederlandse solidariteitsbeweging. Deze zou ook op informeel niveau gesprekken kunnen aangaan met Nederlandse bedrijven die vertegenwoordigd zijn op de handelsbeurs die in maart in Johannesburg wordt gehouden. Een delegatie van ANC en Cosatu nam op de laatste dag van de conferentie vast een voorschotje op deze laatste suggestie. De delegatie werd ontvangen door een clubje werkgevers, onder leiding van VNO-voorzitter Rinnooy Kan. Na afloop was er een persconferentie. 'Konden we thuis maar zo open en eerlijk met werkgevers praten', aldus Jay Naidoo, 'het zou een voorbeeld kunnen zijn.' Rinnooy Kan was vooral blij te weten hoe de standpunten van de Zuidafrikaanse vakbeweging liggen. Om de achterban beter te kunnen informeren. Naldoo moest nog één keer uitleggen waarom hij niet tegen de handelsbeurs van komende maand is: 'De bedrijven mogen komen kijken, onderzoeken en wat mij betreft zelfs onderhandelen. Maar met zaken doen moeten ze nog even wachten tot de interim-regering is geinstalleerd.' Jay Naidoo, algemeen secretaris van de vakbondskoepel Cosatu Foto: José Melo Luuk Obbink Amandi A MAMPHELA RAMPHELE: 'We moeten weer onderdeel van Afrika worden' De armoede in Zuid-Afrika is een politieke kwestie, aldus de Zuidafrikaanse arts en wetenschapster, Mamphela Ramphele, vurig pleitbezorgster van een fundamentele herstructurering van de sociaal-economische verhoudingen. Voorzover dat valt na te gaan, is de kloof tussen arm en rijk nergens ter wereld groter dan in Zuid-Afrika. Caroline van Dullemen sprak op de conferentie in Rotterdam met Ramphele. In het in 1989 verschenen boek 'Uprooting Poverty', een verslag van een omvangrijke studie die Mamphela Ramphele heeft verricht samen met econoom Francis Wilson, komt ze tot de conclusie dat armoede de gehele Zuidafrikaanse samenleving heeft aangetast, zowel op individueel als op maatschappelijk niveau. Op weg naar een post-apartheid samenleving voorziet ze problemen die voortkomen uit twee erfenissen. De zwarte bevolking is opzettelijk onderontwikkeld, waardoor het menselijk potentieel aanzienlijk is verzwakt. Maar het dehumanisingprocess (het ontmenselijkingsproces), dat bedoeld was om de onderdrukkers te bevoordelen, heeft nog een ander nadelig gevolg. Een groot aantal blanke Zuidafrikanen, in het bijzonder ambtenaren, is volgens de onderzoekster niet toegerust om een belangrijke rol te spelen in komende ontwikkelingen. Andere houding De tweede erfenis komt voort uit de strategie, die de bevrijdingsbeweging
-noodgedwongen- volgde. Het doel was immers de pijlers van het bestaande systeem te vernietigen. De Amand[a toekomst vereist echter dat mensen A mr -fi 1992 juist een constructieve houding aannemen. Ramphele, die momenteel onderzoek doet onder jongeren in de krottenwijk New Crossroads, voorziet dat veel Zuidafrikanen, zeker onder de jeugd, met die verandering de grootste moeite zullen hebben. Hebzucht Hoe komt het toch dat mensen niet inzien dat armoede iedereen ongelukkig maakt - ook de rijken, die gewapend en verscholen achter hoge muren krampachtig hun verworvenheden trachten te beschermen? 'Hebzucht', antwoordt Ramphele resoluut. 'Verstandelijk weet iedereen het. Maar kennis werkt nu eenmaal niet op die manier, zeker niet als het machtsrelaties betreft. Groepen die de macht in handen hebben, denken altijd beter af te zijn door meer macht te vergaren, meer rijkdom. Ook al weten ze dat, als mensen te arm zijn, de mogelijkheid van een opstand bestaat, waarbij hun rijkdom wordt afgepakt en vernietigd. Doordat de bevoorrechten er alles aan doen hun privileges te behouden, ondermijnen ze hun belangen op lange termijn. Op alle fronten bestaat een groot onvermogen om hetgeen mensen weten te vertalen in een rechtvaardig sociaal beleid. De macht en de rijkdom mòèten worden herverdeeld om een vreedzaam Zuid-Afrika tot stand te brengen. Vandaag of over tien jaar het is onvermijdelijk.' Twee gezichten De Zuidafrikaanse economie heeft twee gezichten. Aan de ene kant is de groei afgenomen, neemt de werkloosheid toe en wordt de arme bevolking steeds armer. Anderzijds neemt de papieren economie, de handel op de beurs en op de optiemarkten, een geweldige vlucht en schieten de koersen omhoog. Een paradoxale situatie. Maar deze boom, deze explosieve groei met navenante winsten voor enkelen, is schijn. Als Westerse ontwikkelingsorganisaties nu afzonderlijke projecten opzetten voor de arme zwarte bevolking, zonder rekening te houden met deze macro-economische verhoudingen, heeft dat een averechts effect, zo waarschuwen sommige deskundigen. Mamphela Ramphele is het daarmee eens: 'Ja, het bestrijden van armoede is namelijk geen kwestie van liefdadigheid. Het gaat om het structureel veranderen van machtsrelaties. Ontwikkelingsorgansaties moeten participeren in het veranderingsproces in ZuidAfrika als geheel. Daarmee bedoel ik niet dat zij het Zuidafrikaanse systeem moeten gaan bevechten. Het gaat erom om tijdens de ontwikkeling van een overgangsbeleid druk uit te oefenen op hun regeringen en op de multinationals die in hun land opereren, om er zeker van te zijn dat bij hun activiteiten in ZuidAfrika de ontwikkeling naar een rechtvaardige maatschappij vooropstaat.' 'Het gaat om een geïntegreerde aanpak. We hebben veranderingen op macro-niveau nodig om ruimte te scheppen voor ontwikkelingen op micro-niveau. We moeten niet wachten op politieke veranderingen om andere ontwikkelingen op gang te brengen. Deze moeten hand in hand gaan.' Naïef 'Tot nu toe is de sociaal-economische kwestie met opzet sterk verwaarloosd. Dat is ingegeven door de wens van de bevrijdingsbeweging om eerst controle te
krijgen over de ontwikkelingen. Daarom was de houding steeds: "Laten we eerst de politieke macht veroveren, dan zijn we in staat sociaal-economische veranderingen op gang te brengen". Dat is ook het uitgangspunt dat Jay Naidoo (leider van de vakbondsfederatie Cosatu, red.) huldigt. Ik vind het naïef om te denken dat een regering omdat zij democratisch is automatisch in staat zal zijn om de gewenste sociaaleconomische veranderingen tot stand te brengen en om aan de wensen van de bevolking te voldoen. Het gaat om een gigantische opgave.' 'Het probeem van de bevrijdingsbeweging is natuurlijk dat, als je op dit moment economische veranderingen of ontwikkelingsprojecten in gang zet, deze onder auspiciën van de huidige regering worden uitgevoerd. En daaraan wil ze geen enkele legitimiteit geven. Maar ik ben van mening dat het in gang zetten van sociaaleconomische veranderingen niet per definitie de Zuidafrikaanse regering legitimeert. Als je haar dwingt iets te doen, kan dat een overwinning zijn.' Zwart bewustzijn De wetenschapster is ook bestuurslid van de Independent Development Trust (IDT), het ontwikkelingsfonds dat vorig jaar van de regering-De Klerk twee miljard rand (bijna anderhalf miljard gulden) kreeg toegewezen uit de belastinggelden. Het fonds moet de huizenbouw stimuleren, scholen opzetten en medische voorzieningen financieren. Hoe verhoudt deze rol zich tot de Black Consciousnessideologie? Mamphela Ramphele, voormalig vriendin van Steve Biko, de vermoorde voorman van de zwartbewustzijn-beweging, en moeder van zijn zoon Hlumelo (Xhosa voor 'loot van een dode boom'), was lange tijd verbannen om politieke redenen. 'Ik beschouw mijzelf niet als een "black consciousness"-persoon', zegt ze ernstig, 'ik beschouw mezelf als een Zuidafrikaan. Ik denk dat de zwartbewustzijn-beweging een belangrijke bijdrage levert om zwarten en blanken in het reine te laten komen met hun racistische verleden. Wie dat ontkent, wie probeert onder de vlag van de antirassehaat te geloven dat het allemaal vanzelf goedkomt, leeft in een fool's paradise, een denkbeeldig paradijs. Het is even verkeerd om te blijven hameren op "zwart" en "wit". Daarmee blijft de nadruk liggen op verschillen in plaats van op eenheid.' 'We moeten daarnaast ook erg voorzichtig zijn om niet, omdat we antiracistisch zijn, vooral banden met Europa en Noord-Amerika aan te gaan - en niet met de rest van Afrika. Een dergelijke eurocentrische houding onder diezelfde vlag van antiracisme is een reëel risico. Het zal nog erg moeilijk worden om onze ontwikkeling zo te sturen dat ze tegemoet komt aan de noden van Zuidelijk Afrika en de rest van het continent. We kunnen mooie retorische woorden wijden aan de SADCC (Zuidelijk Afrika's economisch samenwerkingsverband, red.), maar lid daarvan worden stelt niets voor als we ons niet actief inspannen om onderdeel van Afrika te worden.' Afrikaans feminisme? Geldt een dergelijk gevaar van eurocentrisme ook voor de strijd van vrouwen of is er een rol weggelegd voor een specifiek Afrikaans feminisme? Ramphele: 'Ik geloof niet dat er zoiets bestaat als Afrikaans of Westers
feminisme. Er bestaat feminisme en daarvan zijn verschillende interpretaties, al naar gelang de historische context. Ik ben het niet eens met de kritiek die voornamelijk door zwarte mannen wordt geuit, dat feminisme verkeerd is omdat het uit een foute hoek komt. Ze vinden het fout omdat het hun belangen bedreigt.' 'Omdat Afrikaanse vrouwen niet het voortouw hebben genomen, worden de ideeën als "buitenlands" verworpen. Maar ze zijn niet buitenlands. Als je met gewone vrouwen praat, merk je dat sommigen al lang van feministische gedachten uitgingen. Maar ze hadden nooit de kracht deze ook uit te spreken. Het sterker maken van vrouwen is altijd belangrijk geweest in mijn werk. Zelfs nu ik werk met kinderen is het noodzakelijk hen bewust te maken van het gevaar van overheersing tussen de seksen. Want dat tast niet alleen de menselijkheid van vrouwen aan, maar ook die van mannen.' Caroline van Dullemen Mamphela Ramphele spreekt op een plenaire zitting van de conferentie in Rotterdam Foto: José Melo Hein Willemse (midden) in gesprek in de wandelgangen van De organisatie van de conferenhet World Trade Cen- tie 'Changing South Africa, tre Ft: oM Challenge for Europe' kon kennelijk niet om de tijdgeest heen. Werd de conferentie al in het yupse World Trade Centre van de bruisende wereldstad Rotterdam gehouden, de laatste dag van de bijeenkomst kreeg welhaast een 'New Age'-tintje. De Zuidafrikaanse dichter en literatuurwetenschapper Hein Willemse vervulde volgens eigen zeggen de rol van seculier priester. Aan het begin van de laatste conferentiedag werd hem verzocht een gedicht voor te dragen. Bij wijze van bezwering en om een zegen af te smeken voor het welslagen van de conferentie? Nog meer humor tijdens de conferentiedagen. Verzucht een Zuidafrikaan: 'Ja, iedereen in Zuid-Afrika ziet uit naar de komst van Ruud... eh... Gullit'. En een Nederlandse Amandl a deelnemer aan het onderdeel cultuur febrari 1992 stelt voor de eerste regel van het pa'Wij spreken triottische volkswijsje 'Waar de blanke top der duinen...' te vervangen door 'Waar de witte top der duinen...', als kleine bijdrage aan de strijd tegen het racisme. De discussie over cultuur werd ingeleid door Vernie February en Hein Willemse, beiden hoogleraar aan de progressieve Universiteit van WesKaapland, die de grootste faculteit Afrikaanse taal- en letterkunde van Zuid-Afrika bezit. In de discussie stond de vraag centraal: hoe kunnen we vermijden dat nieuwe contacten met Zuid-Afrika in de sfeer komen van de bloedverwantschap, waarvan CDApolitici nu al weer gretig gewag maken? De mythe dat 'wij iets hebben met ZuidAfrika' omdat men ginds onze taal spreekt, is er niet uit te slaan. Aan die mythe moet snel een eind worden gemaakt volgens Hein Willemse. 'Culturele betrekkingen met Zuid-Afrika liggen voor jullie kennelijk problematisch, maar jullie moeten af van dat patriarchale idee dat wij jullie taal
spreken. Want dat doen we niet. Jullie moeten het Afrikaans niet voor jullie opeisen.' Hij merkte op dat Afrikaners zelf een mythe hebben opgebouwd over hun geschiedenis, hun cultuur en hun taal. De bekende Afrikaner dichter N.P. van Wyk Louw kon nog zeggen dat Nederland een venster op Europa was, daarmee voor het gemak zevenduizend kilometer Afrika over het hoofd ziend. Mythen zijn er om bestreden te worden. Het Afrikaans is niet de taal van de witte Afrikaners. Het aantal zwarte Zuidafrikanen dat Afrikaans spreekt is veel groter, en dat dringt in Nederland niet door. 'Die swartAfrikaanssprekendes' eisen hun geschiedenis, hun taal nu voor zichzelf op. Blunders, beledigingen en blikvernauwing De geschiedenis van de culturele betrekkingen met Zuid-Afrika, zo betoogde February, is er een van blunders, beledigingen en blikvernauwing. Denk aan de verkeerde bezoeken van Hermans en Reve, die zich verlaagden tot heulen en hielenlikken en zich zelfs lieten verleiden tot racistische uitspraken. Niets nieuws onder de zon. In het begin van iullie taal nièt deze eeuw was het de gereformeerde voorman Abraham Kuyper die zijn mannenbroeders in Zuid-Afrika opriep een 'baken van de beschaving' te zijn in donker Afrika. In 1931 benadrukte de steile anti-revolutionaire premier Colijn de bloedverwantschap tussen Nederland en ZuidAfrika. De socialistische voorman Drees deed in 1951 na zijn bezoek aan het land niet anders. Nu is 't het CDAKamerlid Harry Aarts die dezelfde fout maakt. En dat alleen omdat Jan van Riebeeck de Zuidafrikaanse bankbiljetten siert? Het Cultureel Akkoord dat in de jaren vijftig tussen Nederland en ZuidAfrika tot stand kwam en pas in de jaren zeventig eenzijdig door Nederland werd verbroken, richtte zich uitsluitend op de blanke Afrikaners. Dat alleen al was een grove belediging voor de zwarte meerderheid van de bevolking. En zelfs nu nog staat in Nederlandse vertalingen van boeken van Afrikaner auteurs: vertaald uit het Zuidafrikaans door... Fout! Zuid-Afrika kent zo'n 24 talen en het Afrikaans is er slechts een van. Wij laten ons in onze contacten met ZuidAfrika leiden door onwetendheid, onkunde en vooroordeel. Is het ons wel ernst? vroeg Vernie February. De in Nederland wonende Zuidafrikaanse schrijfster Emma Huismans pleitte ervoor de culturele betrekkingen vooral te richten op de basis en te waken voor elitisme. Hein Willemse betoogde dat de culturele verschillen tussen de talen niet langer benadrukt moeten worden, maar dat juist gekeken moet worden naar wat Zuidafrikanen bindt. De ene taal moet niet boven de andere worden gesteld. Veel aandacht moet worden besteed aan het opleiden van mensen die in staat zijn literaire werken te vertalen in alle talen van Zuid-Afrika. Dit aspect is lange tijd verontachtzaamd omdat alleen Engels en Afrikaans de officiële talen waren en de apartheid een scheidend element was. Festival De toekomstige cultuurbetrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika moeten, willen we de fouten uit het verleden vermijden, in de alternatieve sfeer komen te liggen en bij voorkeur niet door middel van een Cultureel Akkoord worden geregeld.
Dat werkt bevoogding in de hand. Er bestaan al contacten tussen de democratische Zuidafrikaanse schrijversorganisatie COSAW (Congress of South African Writers) en de Nederlandse pendant, de VVL (Vereniging van Letterkundigen/Vakbond van schrijvers). Ook op filmgebied bestaan plannen. De Antilliaanse regisseur/producent Sherman de Jesus zal naar alle waarschijnlijkheid een (zwarte) Zuidafrikaanse speelfilm gaan produceren. Van 7 tot 21 maart gaan Nederlandse schrijvers en toneelmakers naar Zuid-Afrika om te proberen althans iets weg te nemen van de schade die de culturele boycot heeft teweeggebracht. Zij doen dat in het kader van het festival 'Mensen maken cultuur, doorbreek de barrières', dat georganiseerd wordt door het progressieve Zuidafrikaanse opinieblad het Vrye Weekblad, in nauwe samenwerking met het Komitee Zuidelijk Afrika. Freek de Jonge, dichter Bert Schierbeek, toneelschrijfster Thea Doelwijt en Vernie February zullen optreden en workshops begeleiden en toneelgroep De Nieuw Amsterdam zal in Kaapstad en Johannesburg onder regie van Rufus Collins in het Nederlands 'Antigone' opvoeren. Er zijn plannen om later een Zuidafrikaanse delegatie van kunstenaars en schrijvers naar Nederland te laten komen. En nu maar hopen dat we er ook iets van zullen leren... Robert Dorsman Vernie February (rechts) wordt hartelijk begroet Foto: José Melo Amandla iind 1992 UNIVERSITAIRE SAMENWERKING Geen eenrichtingsverkeer Boven: Kennetheo Clarke van de bond u de academische boycot is opvan progressieve aca- geheven, bestaat er bij een aantal Nedemici Udusa derlandse onderwijsinstellingen Rechts: Lindilwe (vooral universiteiten) grote belangMabandla van de afstelling voor contacten met Zuiddeling onderwijs van Afrika. Ze plegen intensief overleg het ANC met progressieve Zuidafrikaanse onFoto's: José Melo derwijsorganisaties. Iedereen die zich een beetje in de onderwijsproblematiek van beide landen verdiept, zal ook beseffen dat er een groot gat waart tussen wat het Nederlandse onderwijssysteem biedt en wat ZuidAfrika op onderwijsgebied nodig heeft. Wil men die kloof overbruggen, dan moeten er voorzichtige stappen genomen worden. Het proces waarin afstemming en samenwerking tot stand komt, is minstens zo belangrijk als het project zelf. Bewustwording van de sterke politieke dimensie die het onderwijs voor de zwarte Zuidafrikanen heeft, maakt deel uit van dat proces. Jarenlang hebben zij opzettelijk inferieur onderwijs gekregen en dat heeft een demoraliserende uitwerking gehad. In de woorden van Alex Mbata van het ANC: ouders hebben hun kinderen onderwijs zien volgen waarin ze het eerste jaar werd geleerd tot vijf te tellen, in het tweede jaar tot tien en A mandia in het derde jaar tot vijftien. De verte1fýo-fl,992 genwoordigster van de eerste echt
niet-raciale studentenorganisatie Sasco, mevrouw Levy, benadrukte dan ook de dringende behoefte van zwart Zuid-Afrika om mee te denken én te beslissen over de inhoud van een niet-raciaal, niet seksistisch en democratisch onderwijssysteem. Dat samenwerking, zoals het woord al zegt, van twee kanten moet komen, werd beaamd door de op de conferentie aanwezigde vertegenwoordigers van Nederlandse universiteiten. Het was de misschien meest concrete invulling die zij gaven aan een 'gedragscode' voor hun samenwerking met Zuid-Afrika. Voor geen van de aanwezigen was het een punt van discussie dat samenwerking met Zuid-Afrika moet bijdragen aan de opheff'mg van de onderwijsachterstanden die door de apartheid zijn gecreëerd. Uitgewerkte visie Het belangrijkste platform op onderwijsterrein in Zuid-Afrika is (al jaren) het NECC, waarin scholieren, ouders, onderwijzers en academici zijn vertegenwoordigd. Deze organisatie werkt hard aan een uitgewerkte visie op onderwijsbeleid. Op basis daarvan kunnen in Zuid-Afrika zelf, duidelijker dan tot nu toe mogelijk was, prioriteiten gesteld worden, ook op het terrein van internationale samenwerking. Gebrek aan coördinatie en afstemming van onderwijsactiviteiten speelt Zuid-Afrika nu al parten. Op de conferentie werd geschat dat er op het ogenblik zo'n veertig alfabetiseringsprogramma's naast en langs elkaar heen lopen, die alle door buitenlandse organisaties gefinancierd worden. Er werd, door de Zuidafrikaan Karaki, een initiatief voor een computergestuurd netwerk gepresenteerd, waarin informatie over 'alternatieve', niet-reguliere onderwijsactiviteiten verzameld en doorgegeven kan worden. In een dergelijk systeem zouden ook internationale onderwijsactiviteiten kunnen worden opgenomen. De behoefte aan coördinatie van initiatieven en informatie is er ook in Nederland. Buiten de steeds talrijker universitaire contacten staan er hier slechts een paar projecten op stapel. De Stichting Volwasseneneducatie bood het ANC haar diensten aan op het gebied van curriculumontwikkeling voor het onderwijs voor volwassenen. Aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle zullen het komend studiejaar drie Zuidafrikanen gaan studeren. In de werkgroepen werd ook gepoogd de grootste noden op onderwijsgebied te inventariseren. Zo rees de vraag welke universiteiten in Zuid-Afrika de meeste steun nodig 1~ AMANDLA-LEZING Carl Niehaus over de Afrikaners hebben: de zwarte, zogenaamde 'bush-universiteiten', of de liberale instituten, die vaak al veel betere voorzieningen ter beschikking hebben? Kenneth Clarke van Udusa, de bond van progressieve academici, wees op de vele voetangels en klemmen, die het hele tertiaire onderwijs in ZuidAfrika kenmerken: 'Er zijn universiteiten die slechter onderwijs bieden dan middelbare scholen'. Hij stelde dat de huidige regering op dit gebied in het geheel geen beleid of visie heeft, maar zei de universiteiten toch niet te willen vragen met samenwerking te wachten. Er is een enorme behoefte aan meer deskundigheid, met name in de bèta-vakken en bij de opleidingen voor onderwijzers, aldus de Udusa-
vertegenwoordiger. Ook Clarke noemde zorgvuldige consultatie noodzakelijk om stap voor stap die samenwerking op te bouwen. De ongelijke verhoudingen tussen blank en zwart op zogenaamde zwarte universiteiten en de betere arbeidsvoorwaarden voor blank personeel leiden op dit moment tot conflicten tussen staf en studenten. Als universiteiten hier een overeenkomst sluiten met een Zuidafrikaanse instelling zonder van deze problemen op de hoogte te zijn, lopen zij het risico dat studenten en zwart personeel zich keren tegen die samenwerking. Nederlandse universiteiten kunnen progressieve studenten en stafleden helpen door hun streven naar een ander beleid te ondersteunen. Verder blijft het belangrijk, aldus Clarke, dat Zuidafrikaanse studenten de kans wordt geboden tijdelijk in Nederland te studeren. Beroepsonderwijs Evenals Clarke benadrukte Lindilwe Mabandla van de afdeling onderwijs van het ANC de noodzaak om het tertiair onderwijs in Zuid-Afrika te herstructureren. Beroepsonderwijs moet een serieus en gerespecteerd alternatief worden naast de mogelijkheid om aan een universiteit of technisch instituut een hogere opleiding te volgen. Van Nederlandse onderwijsorganisaties vroegen Mabandla en Clarke deskundige ondersteuning bij het trainen van zittende leerkrachten, het opleiden van nieuwe docenten, het opbouwen van nieuwe, democratische onderwijsstructuren en de verbetering van de curricula. Op ieder terrein is meer kennis en deskundigheid nodig, maar, zo zeiden beiden, wel op de voorwaarden en in het tempo van de mensen en organisaties in Zuid-Afrika. Annet Berntsen Het Komitee Zuidelijk Afrika, Pax Christi Nederland en de Werkgroep Kairos zijn de organisatoren van een reeks Amandla-lezingen. Deze voordrachten zullen ongeveer vier keer per jaar plaatsvinden en zijn bedoeld om inzicht te geven in de snel veranderende situatie in Zuid-Afrika. De Afrikaner Carl Niehaus, woordvoerder van het ANC, zal de reeks op donderdag 13 februari openen. 'Afrikaners op weg naar een nieuw ZuidAfrika?' is de titel van Niehaus' voordracht over onder meer de onderhandelingen over de toekomst van ZuidAfrika, de rol van president De Klerk en de Nationale Partij en de relatie van Afrikaners met het ANC. Niehaus spreekt in het Engels. De inleiding wordt gevolgd door discussie. De lezing is gratis toegankelijk en vindt plaats in het Pax Christi Centrum, Hoog Catherijne, Godebaldkwartier 74, Utrecht. Aanvang 20.00 uur. Nadere informatie: KZA (telefoon 020-6270801), Pax Christi (030333346) en Kairos (030-319714). Carl Niehaus Foto: Kairos Amand a 1 96 gezinnen werden uit hun shacks verjaagd en verblijven nu in het Community Centre. De meesten moeten er op de grond zitten. 12 12
et gaat in het 'thuisland' Boven op een berg in Phuthaditjhaba staan de regerings- en parlementsgebouwen van QwaQwa. Hoogverheven boven alle aardse ellende en goed afgeschermd van de werkelijkheid. Het uitzicht is fraai. Een massieve bergketen domineert ZuidAfrika's kleinste 'thuisland'. De stevig bewapende wachtpost vraagt of we wapens bij ons hebben. Na een ontkennend antwoord mogen we doorrijden. Verdere vragen of onderzoek blijven achterwege. Niets staat het eerste bezoek van de twee stafleden van Kairos aan het regeringscentrum van QwaQwa meer in de weg. Pieter van Zyl is regeringswoordvoerder in QwaQwa en onmiskenbaar Afrikaner. Als we zijn kantoor worden binnengeleid is hij druk bezig om -in rap Afrikaansnog enkele extra forellen te regelen voor de 'braai' die het politie-orkest die middag hoopt te genieten. Zijn takenpakket is kennenlijk veelzijdig. Is het niet wat merkwaardig -zo vragen we Van Zyl- om als blanke Zuidafrikaan op te treden als woordvoerder voor de zwarte 'thuisland'-regering? Het antwoord wordt zonder enige aarzeling verstrekt: voor de regering van QwaQwa doen verschillen in ras, huidskleur of cultuur absoluut niet terzake. Er wordt uitsluitend gekeken naar de geschiktheid voor de betreffende functie. Als we na het gesprek door de regeringsgebouwen wandelen valt op dat nagenoeg alle verantwoordelijke functies door blanke Afrikaners vervuld worden. Van Zyls verhaal over alle positieve ontwikkelingen in QwaQwa is even glad en glimmend als de folders die hij aanbiedt. Huisvesting, vertelt hij, is een absolute prioriteit. Er is een De (enige) weg naar QwaQwa Links het regeringscentrum, rechts Mandelapark Foto's: Erik van den Bergh Aandia grootscheeps woningbouwprogramma. Eigen-huis-bezit wordt krachtig bevorderd. Nee, cijfers over woningzoekenden zijn helaas niet beschikbaar. Werkgelegenheidscijfers zijn er daarentegen wel. Het gaat prima. Veel mensen hebben werk gevonden buiten het 'thuisland', maar ook in QwaQwa hebben zich veel bedrijven gevestigd. Het werkloosheidspercentage van 6 procent is het laagste van heel Zuid-Afrika, meldt Van Zyl trots. Ten slotte benadrukt de woordvoerder hoe stabiel de situatie is: geen onlusten, geen stakingen, geen geweld. Als onze vragen concreet worden slaat de stemming om. Van Zyl blijkt echter ook zeer bedreven in het doorverwijzen, relativeren, omzeilen en het vrij interpreteren van vragen. Gymzaal Na het gesprek met de regeringsvertegenwoordiger zijn we opnieuw de gasten van Steve Phohlela, de voorzitter van de civic, de bewonersorganisatie. Hij toont de andere kant van het thuisland en beschrijft vele gevallen van corruptie en wanbestuur. Huisvesting als absolute prioriteit. We zien vele schrijnende gevallen. Dieptepunt van ons verblijf in QwaQwa is een bezoek aan het Community Centre, het gemeenschapsAmandla huis. We luisteren naar het verhaal
fr,1992 92 over 96 gezinnen die op 7 augustus 1991 verjaagd zijn uit hun shacks. De avond tevoren had een deel van hen bericht ontvangen -gedateerd op 5 augustus- dat die schamele onderkomens de volgende dag ontruimd zouden worden. Sommige gezinnen bewoonden een stukje land vlak bij de zeer luxueuze buitenhuizen van de lokale machthebbers. Voor de ontruiming werd, á raison van 29.000 rand, zo'n twintigduizend gulden, een speciaal team uit Natal ingehuurd. De groep had niets meer: de schaarse persoonlijke bezittingen waren in beslag genomen. Andere huis2 xe t t r vesting was niet beschikbaar. Dankzij hulp van de civic kon onderdak in het Community Centre en voedsel worden geregeld. Het centrum heeft veel weg van een gymzaal. Er staan wat stoelen en enkele grote pannen. Veel mensen zitten op de grond. Sommigen proberen te slapen. De leeftijden lopen sterk uiteen: er zijn tenminste twaalf kinderen, maar ook nog wat bejaarden. Enkele vrouwen zijn zwanger. We krijgen het verhaal van de ontruiming zeer gedetailleerd te horen. Veel rond te leiden valt er niet. De r Nr. 124, een van de vierkamerhuizen waarop de QwaQwa Housing Corporation zo trots is... Foto: Erik van den Bergh Deelnemers aan een werklozenproject in de hoofdstad Phuthaditjhaba houden een modeshow voor, de twee Kairos-stafleden die op bezoek zijn Foto: Erik van den Bergh groep leeft in één ruimte. Naast de zaal van circa tien bij twintig meter is een piepkleine ruimte, waar gelegenheid tot wassen te creëren is. 'Sommige vrouwen hebben soms even behoefte aan privacy', zegt onze gids bijna verontschuldigend. Sanitaire voorzieningen ontbreken nagenoeg geheel. Uitzicht op een oplossing is er evenmin. Advocaten uit Bloemfontein zagen weinig heil in de zaak. Voor het Legal Resource Centre (Centrum voor Rechtsbijstand) in Johannesburg is de afstand van honderden kilometers een probleem bij het bieden van adequate rechtsbijstand. Nu, een half jaar, later zit het grootste deel van de gezinnen nog steeds in het Community Centre. Krotten zo ver het oog reikt Leden van de civic brengen ons naar Mandelapark, een van de gebieden waar de gezinnen in het Community Centre tot augustus gewoond hebben. Het land blijkt 'gekraakt'. Nieuwe shacks zijn verrezen. Zo ver het oog reikt zien we krotten. Riolering ontbreekt, water is er nauwelijks. Hoe uitzichtloos is de situatie voor deze mensen. Hoe lang zal het duren voor zij iets merken van een nieuw Zuid-Afrika? We bezoeken vervolgens
Monontsha. Daar wordt volgens het jaarverslag van de QwaQwa Housing Corporation, de overheidsdienst voor huisvesting, gebouwd aan de toekomst. Fraaie vierkamerhuizen konden er onlangs in gebruik worden genomen. Of in de bloemrijke taal van het jaarverslag: 'In maart 1990 konden de eigenaren, geselecteerd in samenwerking met Chief Polane Mopeli, zich de vrucht van het bezitten van een huis laten smaken'. Ook hier blijkt de werkelijkheid geheel anders. We zien een kaal en dor gebied waar de wegen vrijwel onbegaanbaar zijn, winkels ontbreken en andere voorzieningen evenmin aanwezig zijn. We stoppen bij nr. 124. Het huisje telt inderdaad vier kamers. De voorgevel vertoont een forse scheur boven de voordeur, die slechts gedeeltelijk open kan. Binnen in dit ruim een jaar oude huis zien we geen wand zonder gaten of scheuren; de betonnen vloer is verzakt, het dak biedt uitzicht op de hemel. Helaas blijkt het huis geen uitzondering. Ook andere gegevens die Van Zyl ons verstrekt heeft, blijken een laag realiteitsgehalte te hebben. Bij het arbeidsbureau en de QwaQwa Development Corporation (ontwikkelingsdienst) horen we totaal andere werkloosheidscijfers en wordt een volledig ander beeld geschetst van de sociale ontwikkeling. Medewerkers van de vakbond Nehawu vertellen hoe hun bond ondanks alle repressie toch grote stakingen heeft kunnen organiseren. Doodgeslagen Ook de afwezigheid van geweld blijkt helaas zeer betrekkelijk. Jospeh Thabang Dlamini, medewerker van een werklozenproject dat wij bezocht hebben, werd enkele weken na ons bezoek door twee politieagenten letterlijk doodgeslagen. Ondanks getuigenverklaringen zijn de betreffende politieagenten zelfs niet geschorst. Een bezoek aan QwaQwa is deprimerend. Geen enkele regering zal de enorme problemen op korte termijn kunnen oplossen. Maar de huidige 'thuisland'regering is niet verder gekomen dan de eigen huisvestingsproblemen op te lossen: de ambtswoningen vormen een schril contrast met de onderkomens van de bevolking. Op de lange termijn zullen organisaties zoals de civic, het ANC en de vakbonden moeten proberen een toekomst voor alle bewoners te realiseren. Zij zijn met die taak niet te benijden. Erik van den Bergh ml Woordvoerder Van Zyl Foto: Hans Hartman ... met een grote scheur boven de deur die maar gedeeltelijk open kan. Het is ruim een jaar na de opleveringlang niet het enige gebrek aan de woning. Foto: Erik van den Bergh Amnd199 In Zuid-Afrika lijkt op een aparte manier een einde te komen aan de dienstplicht voor blanke jongens. Van de dertigduizend teenagers die in januari onder de wapenen moesten komen, is waarschijnlijk nog niet de helft komen opdagen, aldus antidienstplicht activisten. Van degenen die op herhaling moesten, meldde
zich slechts dertig procent. Een groot succes voor de End Consciiption Campaign (ECC), de antidienstplicht organisatie, die al een aantal jaren stevig aan de weg timmert. Dat succes moet vooral worden toegeschreven aan de afschaffing van de Wet op de Bevolkingsregistratie. Daardoor is de racistische grondslag van de dienstplicht -namelijk: alleen voor blanken- weggevallen. De ECC wijst iedere dienstplichtige die informatie inwint nadrukkelijk op de mogelijkheden die dat biedt. Minister van defensie Roelf Meyer ging in een reactie wel heftig tekeer tegen de ECC, maar weersprak niet dat hij door de wettelijke tegenstrijdigheid weinig kan uitrichten tegen het nietopkomen, noch dat zovelen van de mazen in de wet gebruikmaken. Bijna was het uitstapje van 22 Zuidafrikaanse studenten naar Nederland niet doorgegaan. De NederlandsZuidafrikaanse Vereniging (NZAV), die de reis voor de zestiende keer organiseerde, kreeg het niet voor elkaar de benodigde dertigduizend gulden op tafel te leggen. Gelukkig heeft de NZAV rijke vrienden. Philips Nederland en de NV A mandla Nederlandse Gasunie waren bereid f *b-f, 1992 ieder vijfduizend gulden ter beschikking te stellen, zo meldt het blad Zuid-Afrika van de NZAV. 'Ik kan niet achterhalen of dat klopt', zegt woordvoerder Van Schagen van Philips, 'maar het zou best kunnen. Maar ik heb helemaal geen zin om in discussie te gaan over de criteria die wij hanteren als wij een subsidieverzoek binnen krijgen.' Wel weet hij te melden dat het om een raciaal gemengde groep studenten ging. Minder prikkelbaar is woordvoerder Kroeger van de Gasunie. 'Bij ons werkt iemand van Zuidafrikaanse komaf, die zich erg inzet voor verbetering van de betrekkingen tussen Zuid-Afrika en Nederland. We hebben in het verleden wel vaker geholpen, door groepen te ontvangen, maar we zijn nooit eerder ingegaan op verzoeken om fimanciële steun. Dat lag altijd een beetje gevoelig omdat er een politiek tintje aan zat.' Dat tintje is er volgens Kroeger af, nu het in Zuid-Afrika wat beter lijkt te gaan. 'Nee, anti-apartheidsclubs zouden van ons geen geld krijgen, dat zit weer te veel in de politieke sfeer.' Het evangelie dient te worden verkondigd tot in alle uithoeken van de wereld, zo staat geschreven. Een van die uithoeken is Nederland. Daarom komt binnenkort de Zuidafrikaanse dominee Marius Storm naar Nederland, tenminste als hij een verblijfsvergunning krijgt. 'Dat is nog allerminst zeker', zegt Huib Mojet, 'de aanvraag is in eerste instantie afgewezen en we zijn nu in beroep gegaan.' Mojet is vice-voorzitter van de Stichting Kinderevangelisatie Genootschap, die de dominee heeft gepolst. 'Hij heeft zich onderscheiden op het gebied van kerkelijk jeugdwerk. In Nederland is een nijpend tekort aan mensen die zondagsschoolwerkers kunnen instrueren. Dat zal zijn taak worden.' Volgens Mojet wordt Nederland onder de blanke gemeenschap in Zuid-Afrika gezien als een belangrijk zendingsgebied, omdat de normvervaging hier wild om zich heen heeft geslagen. 'Vooral de gemiddelde leeftijd waarop kinderen voor het eerst seksueel contact hebben schijnt nogal af te steken bij Zuid-Afrika', zegt Mojet. Concrete plannen om de verloedering aan te pakken heeft Marius Storm nog niet. 'Eerst maar afwachten of het allemaal doorgaat', laat hij weten.
Als drie gezanten Gods om een gunst vragen, zegt men niet zomaar nee, zeker niet als deze verbonden zijn aan een organisatie die onder meer opkomt voor het lot van Zuidafrikaanse straatkinderen. Het evangelische ontwikkelingsfonds Tear Fund besloot dan ook twee landbouwdeskundigen naar Zuid-Afrika te sturen, toen een drietal Zuidafrikaanse dominees namens Sacco -de organisatie in kwestie kwam vragen om financiële steun voor een aantal landbouwprojecten. De twee deskundigen reisden op kosten van Tear Fund af naar Zuid-Afrika om een haalbaarheidsonderzoek te doen. Van Sacco hadden ze bij Tear Fund nog nooit gehoord, 'maar de folders die de dominees bij zich hadden zagen er mooi uit', zegt Tear Fund-directeur Jaap Bogaards. Het was dan ook een grote en onaangename verrassing toen uit een publikatie in de oppositiekrant Weekly Mail bleek dat Sacco nauwe banden heeft met het Zuidafrikaanse leger. Bovendien blijkt Sacco de koepel van allerlei christelijke organisaties die propaganda maken voor de Nationale Partij. 'Het schijnt zelfs zo te zijn dat die dominees helemaal geen dominees waren', zegt Jaap Bogaards nu. 'Na alle stof die het heeft doen opwaaien heb ik geen enkele behoefte meer aan contact met deze organisatie. Voorlopig krijgen ze van mij het nadeel van de twijfel', aldus Bogaards. Tear Fund had argwaan kunnen hebben. In het novembernummer van Zuid-Afrika Nu, het periodiek van de Nederlands-Zuidafrikaanse Werkgemeenschap, een pro-apartheidsclub, wordt opgeroepen tot financiële steun aan een Sacco-project voor opvang van'straat- en weggooikinders'. 'Van harte aanbevolen ontwikkelingsprojecten', juicht het blad. Hoe gemakkelijk kan het zijn om foute clubs te ontmaskeren. In oktober vorig jaar lanceerde het Mozambikaanse leger een campagne om mensen die zich aan hun dienstplicht onttrekken in te lijven. Hoewel hun namen en adressen bekend zijn zoekt het leger hen echter niet thuis op. In plaats daarvan pikt het leger met grote willekeur jongeren, die min of meer in de dienstplichtige leeftijd zijn, van de straat op. Bovendien ondergaan ze vaak vernederingen. Ze worden dan kaalgeschoren, moeten hun hemd en schoenen uittrekken en worden aan elkaar vastgebonden. In sommige gevallen zijn zelfs scholieren en leraren uit scholen gesleurd. Het persbureau AIM, dat jarenlang de trouwe spreekbuis van het regerende Frelimo was, wijdde aan het optreden van de militairen een scherp commentaar. Daarin werd er ook op gewezen dat het leger in de toekomst, als er een staakt-het-vuren met de rebellen van Renamo is bereikt, juist sterk zal moeten worden ingekrompen en niet langer 35 tot veertig procent van de rijksbegroting zal kunnen opslokken. Het was voor het eerst dat AIM een dergelijk commentaar publiceerde. Ook in Mozambique waait de wind van de verandering, met de vorming van oppositiepartijen en glasnost. Het apartheidsregime heelt een nieuwe man in Denemarken gestationeerd. Een 'kleurling'. Dat gegeven konden ze bij de Deense anti-apartheidsbeweging wel gebruiken. Ze startten een campagne waarin aan de kaak wordt gesteld dat de man thuis geen stemrecht heeft. 'De nadruk ligt op publiciteit', legt voorzitter Goam Gunneasen uit. 'Laatst had een tamelijk conservatieve krant de kop "Spreekbuis
zonder stem". Je kunt dus wel stellen dat de campagne goed loopt. Nee, ik weet niet of de ambassadeur er blij mee is.' 'Ik heb een kranteknipsel uit ZuidAfrika ontvangen waarin sprake is van een dergelijke campagne', laat ambassadeur Conrad Sidego desgevraagd weten. 'Maar verder weet ik er niks van. Weet u, het punt is dat ik geen Deens kan lezen. Ik had wel verwacht dat er contact met me zou worden opgenomen, maar dat is niet gebeurd. Ik zal vanmiddag bellen, daarna kan ik u een reactie geven.' Daags daarna heeft de man zonder stem geïnformeerd naar de speciale reden van de aandacht voor zijn persoon. 'Het klinkt mij in de oren als een buitengewoon positieve campagne: vóór democratie en dat is precies wat we willen in Zuid-Afrika. Ik sta er volledig achter en heb aangeboden de actie te ondersteunen.' Geen gebruikelijk standpunt voor een Zuidafrikaanse ambassadeur. Verschilt hij nu veel van zijn voorganger? 'Ah, nu brengt u mij in een lastig parket. Ik heb hem nooit ontmoet en kan daar dus niet over oordelen.' Wel wil hij kwijt dat hij het gevoel heeft al voor de overgangsregering in Kopenhagen te zitten: 'Goed, ik ben aangewezen door de regerende Nationale Partij, maar ik wil het hele politieke spectrum vertegenwoordigen en mijn werk doen namens elke regering die werk maakt van de wederopbouw van Zuid-Afrika.' Gunneasen en Sidego zijn nog niet uitgepraat: binnenkort start de dialoog. Zo heeft Denemarken zijn eigen 'Codesa'. A mand la f.b,..,i 1992 DE TOEKOMST VAN DEANTI-APARTHEIDSGROEPEN Werk zat, maar wie gaat dat betalen? 'Opheffen is het stomste wat je kunt doen', kopte Amandla bijna twee jaar geleden boven een artikel over de toekomst van de antiapartheidsclubs. Ook nu is er nog steeds genoeg te doen, vinden de meeste organisaties, maar hun financiële armslag dreigt drastisch af te nemen. Een fusie tussen de twee grootste clubs wordt niet meer uitgesloten. De stand van zaken, twee jaar na de 'wending' die optrad met de vrijlating van Mandela. Voor de strijd tegen de apartheid is naar alle waarschijnlijkheid over een aantal jaren geen 'markt' meer, simpelweg omdat het apartheidssysteem dan afgeschaft zal zijn. Nu al beginnen de inkomsten van de antiapartheidsgroepen terug te lopen. Er komt minder binnen aan donaties en ook de NCO (Nationale Commissie voorlichting en bewustwording Ontwikkelingssamenwerking) schroeft haar subsidies terug. 'Zuid-Afrika begint langzaamaan een gewoon land te worden', zegt woordvoerder Piet van Ham van de NCO. 'Stel nu eens dat wij jaarlijks vier clubs zouden subsidiëren die zich met zeg Brazilië bezighouden. Dat zou toch te gek zijn.' 'Zuid-Afrika is jarenlang verreweg het belangrijkste land geweest in de solidariteitsbeweging. En dat is logisch. Maar de kansen om de aandacht van het publiek blijvend vast te houden zullen de komende jaren aanzienlijk afnemen. Dus gaan wij daar ook minder geld aan uitgeven, temeer omdat er nog meer landen in de wereld zijn.' De NCO moet scoren, al wil Van Harn die term niet in
de mond nemen. iN mand!a Meer en meer raakt de vraag over het febuaýi 1992 toekomstig werkterrein van de groepen gekoppeld aan de vraag waar het geld daarvoor vandaan moet komen. Want over één ding zijn de clubs het wel eens: de apartheid is nog lang niet afgeschaft en ook als dat wel het geval zal zijn, dan heeft Zuidelijk Afrika nog een lange weg te gaan. En daarbij kan steun van buitenlandse solidariteitsgroepen goed van pas komen. Of er nu kan worden gescoord of niet. Maar wat zit er nog in de knip? En hoelang nog? Levenstaak De hardste financiële klap heeft de Boycot Outspan Actie (BOA) te verduren gekregen. Voor 1991 kreeg de organisatie slechts een afbouwsubsidie van de NCO. Coördinator Esau du Plessis is naarstig op zoek naar andere financieringsbronnen, want de BOA heeft wel degelijk vastomlijnde plannen voor de toekomst. 'De bestrijding van racisme is een levenstaak', zegt Du Plessis, 'daar kun je niet zomaar mee ophouden omdat er geen geld meer is.' 'We zijn indertijd in Leiden begonnen met de stedenacties, Leiden tegen apartheid. Dat model hebben we vervolgens toegepast in 55 andere steden. Wat we nu gaan doen is in al die steden anti-racisme-platforms opzetten, weer te beginnen in Leiden. Want het racisme in Nederland zit weer sterk in de lift.' Du Plessis is niet al te pessimistisch over de financiële situatie. 'Maar het gedoe rond het geld heeft wel een enorm vertragende werking op de activiteiten.' Dat geldt ook voor de Werkgroep Kairos, die eveneens te maken heeft met een dreigend tekort door teruglopende inkomsten. Volgens Kairosvoorzitter Cor Groenendijk hakt de organisatie binnenkort knopen door over de toekomst: 'De staf heeft eens geroepen dat de club een jaar of twee nadat er vrije verkiezingen zijn geweest in Zuid-Afrika zou moeten stoppen. Maar tijdens hun reis door ZuidAfrika hebben de twee stafleden van Kairos zoveel waardering voor het werk van Kairos ondervonden, dat we ons afvragen of we niet gewoon moeten doorgaan. In ZuidAfrika werd keer op keer gewezen op de blijvende noodzaak van het werk van organisaties als Kairos. Ik vind wel dat daar binnenkort een beslissing over moet vallen.' Volgens stafmedewerker Hans Hartman zal de nadruk bij het werk van Kairos vooral moeten liggen op de ondersteuning van veelal nieuwe organisaties. 'Het gaat om ondersteunend werk voor de slachtoffers van de apartheid. Dat blijft belangrijk, ongeacht wat voor regering er aan de macht is. Wij beschikken over een schat aan kennis en informatie en we kunnen groepen met elkaar in contact brengen. Een organisatie als "Artsen Zonder Grenzen" klopt bijvoorbeeld bij ons aan voor informatie over Zuid-Afrika.' Met hangen en wurgen heeft Kairos de begroting voor het komend jaar rond gekregen, maar op de langere termijn kan zich een ernstig financieel probleem aandienen. 'Als Kairos doorgaat moet er een heel goed plan worden gemaakt. Met dat plan moet je naar de subsidieverstrekkers gaan en dan zal het van onze overtuigingskracht afhangen of we daarmee succes boeken. Dat kan wel moeilijk worden, maar laten we nu eerst maar eens beslissen of we het zelf willen', aldus Groenendijk. Fusie?
De Anti-Apartheidsbeweging Nederland (AABN) zegt heel wat minder financiële problemen te hebben. De inkomsten uit donaties en subsidies zijn nog niet dramatisch teruggelopen, aldus de AABN, maar de identiteitscrisis is er niet minder om. Voorzitter Conny Braam was na de vrijlating van Mandela de eerste om te roepen dat de organisatie wellicht snel kon worden opgedoekt. 'Daar wordt binnen de organisatie verschillend over gedacht', zegt coördinator Peter Hermes. 'De meest voor de hand liggende optie is dat we samen met het Komitee Zuidelijk Afrika een nieuwe organisatie op poten gaan zetten. We zijn nu samen aan het inventariseren op welke terreinen we mi goed kunnen samenwerken en waar de verschillen liggen.' Het belangrijkste struikelblok lijkt voorlopig een verschil van opvatting over de taken van de nieuwe organisatie. De AABN stelt voorlichting en bewustwording in Nederland voorop, het Komitee Zuidelijk Afrika (KZA) wil daarnaast doorgaan met zijn ontwikkelingsprojecten. 'Wij hebben het idee dat het KZA een verloren strijd voert als het zich vooral als een ontwikkelingsorganisatie wil profileren. De Nederlandse ontwikkelingswereld zit helemaal vol. Bestaande organisaties zullen nooit toelaten dat er nog een bij komt. Daar komt bij dat, als Zuid-Afrika straks een legitieme regering heeft, regering en EG hulpgelden via bilaterale contacten zullen laten lopen, en niet via clubs als het KZA.' Hermes ziet meer in politieke lobby, informatie en research. 'Die research en informatie kunnen desnoods commerciëler worden aangepakt. Voor een aantal mensen binnen de AABN is het werk niet meer interessant als de politieke angel eruit is, maar het merendeel wil verder met de expertise die we in huis hebben. Het uitgeven van boeken en brochures kost nu bijvoorbeeld meer dan dat we er aan overhouden, dat zal ook wel gelden voor het KZA. Ik denk dat dat best anders kan. Dat soort dingen wordt op dit moment uitgezocht.' Meerwaarde 'Misschien is er inderdaad uiteindelijk maar plaats voor één Zuidelijk Afrikaclub', zegt Gertjan van Bruchem van het KZA. 'De belangstelling kan gaan teruglopen, de inkomsten lopen nu al terug. We zijn nu door de NCO met een ton gekort en dat komt best hard aan. Uiteindelijk kan dat betekenen dat we moeten inkrimpen. We praten daarom bijvoorbeeld niet alleen met de AABN, maar ook met de Eduardo Mondlane Stichting, die ontwikkelingswerk doet in Angola en Mozambique.' Het laten verdwijnen van de ontwikkelingspoot van het KZA is voorlopig onbespreekbaar voor Van Bruchem: 'De hulp is haast een voorwaarde om Zuid-Afrika iets te bieden te hebben en om een goede informatiestroom in stand te houden. We hebben goed contact met een hoop organisaties in ZuidAfrika en dat gebruiken we voor voorlichting in Nederland en voor fondswervende activiteiten. Ik zie niet hoe je dat los van elkaar kunt zien. We hebben juist besloten daar duidelijker dan voorheen een koppeling tussen aan te brengen.' Daarvoor is het wel nodig dat de EG en de Nederlandse regering bereid zijn hulpgelden via organisaties als het KZA naar Zuidelijk Afrika door te sluizen. 'Daarover is nu met de EG en buitenlandse zaken een strijd gaande', zegt Van Bruchem. 'Dat betekent dat we als KZA bij projectaanvragen
onze meerwaarde zullen moeten aantonen. Ik denk dat we meer te bieden hebben dan andere medefinancieringsorganisaties, doordat we veel verstand hebben van ZuidAfrika.' De AABN lijkt deze strijd nog even af te wachten. 'Als het KZA ons kan overtuigen van de haalbaarheid van de plannen, willen we daar best concessies in doen. Het voordeel van een ontwikkelingspoot is dat het een vrij solide financiële basis biedt. Politiek gezien zitten we niet ver uit elkaar en bij beide organisaties bestaat een behoorlijk brede basis voor het voeren van onderhandelingen.' Zo'n basis is er niet bij Kairos. 'Nee, fusie of verdergaande samenwerking is voor Kairos tot nu toe geen serieuze optie geweest', zegt voorzitter Groenendijk. 'Om te beginnen passen Ilfebruari 1990: feest op het voor de gelegenheid tot Mandelaplein omgedoopte Leidseplein in Amsterdam. Twee jaar na de 'wending' die optrad met de vrijlating van Nelson Mandela kampen de anti-apartheidsgroepen met teruglopende inkomsten, terwijl ze nog veel willen doen. Foto: José Melo A mandla $,b-fl, 1992 Vervolg van pagina 19 KZA en AABN wat beter bij elkaar: ze zitten allebei wat ter linkerzijde van de samenleving. Wij hebben een totaal andere, kerkelijke achterban.' Kairos hecht vooral aan haar kerkelijke contacten in Zuid-Afrika. Die zijn belangrijk, want de kerken spelen een grote rol in de Zuidafrikaanse samenleving. 'En ach, KZA en AABN hebben al zo vaak en zo lang met elkaar gepraat, dat ik weleens blij ben dat ik mijn tijd aan nuttiger zaken heb kunnen besteden', aldus Groenendijk. Eindstation Misschien is het Shipping Research Bureau (SRB) wel de enige organisatie in anti-apartheidsland die precies weet waar het eindstation ligt. Sinds 1980 registreert het bureau nauwgezet welke schepen met olie op ZuidAfrika afstomen. 'We sluiten de tent als het olie-embargo is opgeheven', zegt directeur Richard Hengeveld. 'Maar kort geleden is in de Verenigde Naties nog met een overweldigende meerderheid besloten dat dit embargo gehandhaafd moet blijven, dus voorlopig gaan we gewoon door. In NRC Handelsblad heeft Nelson Mandela ook onlangs nog gezegd dat het embargo pas mag worden opgeheven als er een nieuwe democratische grondwet is.' Ook voor de Lota (Lagere overheden tegen apartheid) is dat het moment waarop de organisatie ophoudt te bestaan. Maar coördinator Hans Buis sluit niet uit dat het werk op een of andere manier wordt voortgezet, hoewel er dan wel een nieuwe organisatie moet worden opgezet. Voorlopig heeft Buis wel wat anders aan zijn hoofd. Wegens geldgebrek heeft de Lota het personeelsbestand moeten halveren tot anderhalve arbeidsplaats. Van bloeiende contacten tussen civics, de bewonersorganisaties in Zuid-Afrika, en Nederlandse gemeenten is het tot op heden ook nog niet gekomen. 'Eerst maar eens zorgen dat er überhaupt iets van de grond komt', zegt Buis enkele uren voor hij voor een werkbezoek naar A mndia Zuid-Afrika vertrekt.
februad 1992 Luuk Obbink Koos Prinsloo woont in Hillbrow, Zuid-Afrika's eerste 'gemengde' wijk in Johannesburg, waar vele kunstenaars huizen. Hij heeft een appartement in een flatgebouw met de inspirerende naam Gainsborough Park. Vergane glorie. Het witte en vroeger ongetwijfeld statige gebouw, dat dateert van rond de eeuwwisseling, vertoont nu tekenen van verval. Voor Prinsloo een ideale omgeving om zijn verhalen te schrijven. Voor het overwegend puriteinse Afrikaner lezerspubliek was de verschijning van Die hemel help ons, Prinsloo's tweede bundel korte verhalen die door Amber in Nederland Zwart schaap wordt uitgegeven, ronduit een schandaal. Zijn uitgever weigerde publikatie wegens een aanstootgevende passage over de toenmalige president P.W. Botha en Prinsloo was op slag 'die swart skaap' van de Afrikaner letterkunde. Prinsloo: 'Ik ben ideologisch nog in conflict met mijn achtergrond. InJonkmanskas, mijn debuut, rebelleerde ik tegen gezag, tucht en orde. Het was het begin van een proces waarin ik probeerde te breken met het Afrikanerdom. In "Die hemel help ons" wordt dat proces voortgezet. Dat de Zuidafrikaanse lezers problemen hebben met wat ik schrijf komt waarschijnlijk doordat De dood van Karel Viviers door Koos Prinsloo De verpleegster die overdag voor Karel Viviers zorgde, is vroeg in de avond naar huis gegaan nadat ze hem heeft gewassen en ervoor heeft gezorgd dat hij gemakkelijk in bed ligt. Voordat ze wegging heeft ze het water in de karaf op het nachtkastje ververst en de gordijnen voor het grote slaamkamerraam opengeschoven. Dit was een weelderig vertrek in een flat op de 21ste verdieping met uitzicht over de stad. Onder het raam stond een chaise-longue, bekleed met oosters borduurwerk. 'Een Loyd-Paxton-ontwerp,' placht Karel tegen de bezoekers te zeggen die ernaar vroegen. Rechts daarvan hing een antieke Perzische zijden sjerp. Hij werd in de zeventiende eeuw tijdens de Sefavid-dynastie in Isfahan geweven, had de bebaarde handelaar gezegd die de doekjaren geleden aan hem had verkocht. Karel lag voor zich uit te kijken, langs het geschilderde beeldhouwwerk vanJohn Chamberlain in de hoek en zag hoe de schemering viel over de stad. De lichten in de flatgebouwen begonnen een voor een aan te gaan. Achter het Ellispark-stadion flitste in rode en witte neonletters Beeld is NIEUWS op. Zo, met het licht van de leeslamp dat over zijn uitgeteerde dode lichaam viel, vond de nachtverpleegster hem een uur later. In het kastje bij zijn bed lag een verhaaltje dat hij nagelaten had. De zelfmoord Giel Rousseau had nooit leren praten. Wel met zijn moeder, toen hij klein was, maar niet met zijn vader en niet met zijn vrouw en twee kinderen. Want Giel was,
zoals zijn oma Bet het noemde, een eenkennig kind, van kleins af aan al. (Hij was een nakomertje en groeide alleen op in een boerderij bij Oudtshoorn waar zijn vader struisvogels fokte). En eenkennig bleef hij, zijn leven lang. Behalve op vrijdagavond om de twee weken in de sauna waar hij en Karel Viviers elkaar al acht jaar ontmoetten, en altijd deden of ze elkaar nooit eerder ik onverbloemd over homoseksualiteit schrijf en niet terugdeins voor taboes, waarvan we er in Zuid-Afrika nog wel een aantal hebben.' Koos Prinsloo werd in 1957 in Kenia geboren en groeide niet op in de kleine, afgeschermde wereld van de Afrikaner familie. 'Ik heb me nooit ergens thuisgevoeld. De manier waarop de Afrikaners zich identificeren met hun land en hun taal is mij volkomen vreemd. Ik ben goddank niet opgegroeid met de absolute zekerheden van het calvinisme, zoals veel van mijn leeftijdgenoten. Ik wijs die patriarchale wereld af, ik wil voor het machismo en de verkniptheid van de Afrikaner iets anders in de plaats stellen.' Schaven Prinsloo, telg uit een geslacht van grootwildjagers ('ook niet iets om trots op te zijn'), studeerde in Pretoria Afrikaans, Engels en Nederlands. Hij wil trouw blijven aan het korte verhaal en aan zijn eigen thematiek. 'Ik zal nooit een roman kunnen schrijven. Ook dat is voor mij een vorm van verzet. André Brink vindt dat we, nu de apartheid verdwijnt, dikke romans moeten gaan schrijven. Ik sukkel al met een verhaal. Meestal doe ik er jaren over, ik blijf schaven.' Anders dan schrijvers als Brink, Breytenbach en Nobelprijs-winnares Nadine Gordimer, zegt Prinsloo niet te boek te willen staan als 'politiek betrokken' schrijver. Dat is opzienbarend in een land waar schrijvers zich doorgaans ontpopt hebben als ijveraars voor de rechten van de mens en als activist. Prinsloo: 'Engagement moet voor een schrijver geen voorschrift zijn. Maar ook ik ontkom niet aan de politieke realiteit om mij heen. "Die hemel help ons" gaat over die werkelijkheid. De schrijfdaad is voor mij een bevrijding van mijn eigen denken, van mijn eigen vooroordelen.' In Zuid-Afrika wordt Prinsloo beschouwd als de voornaamste vertegenwoordiger van de 'tachtigers', een groep Afrikaner schrijvers die zich - mede onder druk van de politieke situatie in de jaren tachtigtoelegden op het korte verhaal. Voor de einzelgänger Prinsloo is literaire erkenning echter een schrikbeeld. 'Op het moment dat je in een literair hokje wordt gestopt, word je onschadelijk gemaakt. Dan ben je "de ander" geworden, met andere woorden: niemand hoeft zich meer aan je te storen. Ik ben naast schrijver journalist en als journalist ervaar je de Zuidafrikaanse werkelijkheid op een vervreemdende manier. Vanuit die achtergrond beschouwd is het leven in Zuid-Afrika volkomen gefragmenteerd en onvoorspelbaar. Kijk maar naar de verontmenselijking op de televisie. Het is die verbijstering, die ontreddering van het bestaan die ik wil beschrijven.' Robert Dorsman Amandia gezien hadden. Aanvankelijk uit schuchterheid. Later werd het een spelletje. Zoals gewoonlijk lag Giel die avond in het kleine kamertje waarin slechts een eenpersoonsbed paste. Het was donker binnen, het flauwe ganglicht scheen door
de halfopen deur. De klamme, witte badhanddoek lag los over zijn heupen gedrapeerd; zijn hand op het kruis van zijn 42-jarig atletische lichaam. Zo viel hij in slaap, onbewust van zijn omgeving, waar het voller en voller werd, van de gezichten die nieuwsgierig naar binnen loerden en weer doorliepen. Toen hij later zijn ogen opendeed, was de deur dicht en was Karel, voormalig journalist en aspirant-schrijver, bezig de badhanddoek van zijn lichaam weg te halen. 'You've got style. Are you American?' vroeg Giel die de badhanddoek uit Karels hand trok en zijn onderlichaam weer bedekte. 'Nee, Benoni,' antwoordde Karel. Dit was de standaard-opening van hun tweewekelijks ritueel. 'Sit.' Giel bood hem een sigaret aan, die hij weigerde met het gebruikelijke: 'Mijn opa heeft zich dood gerookt.' '0. Weet je, ik heb mijn opa nooit gekend,' zei Giel. 'Hij is drie weken voor mijn vader geboren is, gestorven; in de oorlog.' 'Ja?' vroeg Karel quasi nieuwsgierig, want deze dialoog kenden ze van buiten. 'Hij is verdronken. Mijn moeder vertelde dat hij te laat overboord was gesprongen...' 'Heldendaden...' zei Karel. 'Wat?' 'Heldendaden. Iemand heeft ooit gezegd dat ze niet vaak voorkomen.' 'Wie?' vroeg Giel. 'Een dichter.' '0.1 'Ja. Heeft je moeder je dat verteld?' spoorde Karel hem aan. '0 ja... en door het zinkende schip ontstond er een trechter in de zee, een draaikolk waarin mijn vader verdwenen is.' 'Is het zo gegaan?' 'Zo is het gegaan. Ik weet niet hoe zij het weet, zeker van mijn oma gehoord...> De deur ging op een kier open. Buiten stond iemand met zijn baddoek te wriemelen. 'Piss off. Wanker!' zei Giel. De deur werd dadelijk dichtgeduwd. 'Je bent slecht gemutst vanavond,' zei Karel. 'Ja.' 'Kijk, mijn overgrootvader was schapenboer in de Karoo,' zei Karel, 'en in de crisisjaren is hij op een ochtend naast de dip* gaan staan, is erin gevallen en verdronken...' 'Is het zo gegaan?' wilde Giel weten. 'Houd je me voor de gek?' vroeg Karel. 'Nee.' 'Okay. Nee, zo is het niet gegaan. Hij heeft zichzelf eerst doodgeschoten voor hij in de dip viel.' 'Kom nou.' Giel lachte. 'Jij beweert, dat je het verhaal over je dooie opa van je moeder hebt gehoord,' herinnerde Karel hem.
'Ach ja... misschien was het van een van mijn tantes. Mijn vader had een hele sleep zussen.' 'Hij was enige zoon,' 'Ja, en niet een uitgesproken kerel.' 'Jij ook niet, al lijkje op een bootwerker.' 'Ik ben toch getrouwd?' Giel lachte, waarop Karel woedend opstond en wegliep zonder Giel te vertellen dat hij aan het sterven was. De verpleegster die overdag voor Karel Viviers zorgde, is vroeg in de avond naar huis gegaan nadat zij hem heeft gewassen en ervoor heeft gezorgd dat hij gemakkelijk in bed ligt. Voor ze wegging heeft ze het water in de karafop het nachtkastje ververst en de gordijnen voor het grote slaapkamerraam opengeschoven. Dit was een weelderig vertrek in een flat op de 21ste verdieping met uitzicht over de stad. Onder het raam stond een chaise-longue, bekleed met oosters borduurwerk. 'Een Loyd-Paxton-ontwerp,' placht Karel tegen de bezoekers te zeggen die ernaar vroegen. Rechts daarvan hing een antieke Perzische zijden sjerp. Hij werd in de zeventiende eeuw tijdens de Sefavid-dynastie in Isfahan geweven, had de bebaarde handelaar gezegd die de doekjaren geleden aan hem had verkocht. Karel lag voor zich uit te kijken, langs het geschilderde beeldhouwwerk van John Chamberlain in de hoek (een zoenoffer van een Amerikaanse minnaar) en zag hoe de schemering viel over de stad. De lichten in de flatgebouwen begonnen een voor een aan te gaan. Achter het Ellispark-stadion flitste in rode en witte neonletters Beeld is NIEUWS op. Hij schrok wakker van een lop op de voordeur. Moeizaam stond hij op en strompelde in zijn pyjama, stok in de hand, naar de deur. Buiten stond Giel. In zijn armen een bos Sint Josefslelies en een fles wijn. De volgende ochtend plaatste Beeld op bladzijde tien een kort bericht. TWEE mannen, de een vermoedelijk een AIDS-patiënt, hebben zich gisteravond met een zijden sjerp aan elkaar vastgebonden en zijn uit het raam van hun flat op de 21ste verdieping van het Ponte-flatgebouw in Berea, Johannesburg, gesprongen, heeft de politie meegedeeld. De sjerp was om hun heupen gebonden. De buren zeiden dat een van de twee, de heer Karel Viviers (43), waarschijnlijk leed aan het Acquired Immune Deficiency Syndrome (AIDS). De politie heeft bevestigd dat de heer Karel Viviers en de andere man, de heer Giel Rousseau (42), die getrouwd was, op slag dood waren. Uit: 'Die hemel help ons', Koos Prinsloo. Uitgeverij Amber,f25, - . Vertaling: Riet deJong-Goossens. Geul in de grond met ontsmettingsvloeistof voor het vee Ama a KOMITEE ZUIDELIJK AFRIKA NIEUWS OP DE EIGEN PAGINA Uw steun bl ijft onontbeerlijk!
Een Zuidafrikaanse regering met een of meer ministers van het ANC? Enkele jaren geleden was zoiets onvoorstelbaar. Nu lijkt een regering die de belangrijke politieke stromingen vertegenwoordigt steeds dichterbij te komen. Betekent dit het definitieve einde van de apartheid? Het Komitee Zuidelijk Afrika denkt dat er nog een lange weg te gaan is eer dit ideaal wordt verwezenlijkt. Daarom heeft het KZA ook voor 1992 een aantal activiteiten op het programma staan. Voor het realiseren daarvan is uw financiële steun onontbeerlijk. Vlak voor het verschijnen van dit nummer van Amandla hebt u een accept-giro in de bus gekregen, waarmee u uw bijdrage kunt overmaken aan het Komitee Zuidelijk Afrika. Wij hopen dat we op uw steun mogen rekenen, want de apartheid is nog lang niet verdwenen. Natuurlijk is het van groot belang dat een aantal apartheidswetten is afgeschaft, dat politieke gevangenen zijn vrijgelaten en dat de regering en het ANC onderhandelen over een interim-regering en over vrije verkiezingen. De apartheid in zijn juridische en meest flagrante vorm brokkelt af. Dit wil echter nog lang niet zeggen dat apartheid weldra tot het domein van de geschiedenisboekjes behoort. De landwetten zijn afgeschaft, maar zwarte boeren die minder dan twintig jaar geleden van hun land werden verdreven, krijgen hun land niet terug! Ze hebben het recht om land te kopen. Maar wat heb je aan dat recht als je geen geld hebt? De apartheid krijgt een ander karakter. Daarom verandert ook het karakter van de strijd tegen de apartheid. We zijn niet langer alleen maar tegen iets, maar steeds meer ook voor iets. De nadruk van de strijd verschuift steeds meer naar het steunen van de opbouw van een vrij en democratisch ZuidAfrika. Een Zuid-Afrika waarin geen plaats is voor racisme en seksisme. Voor het Komitee Zuidelijk Afrika is er dus nog volop werk. Belangrijke activiteiten van het KZA in 1992 zijn de conferentie 'Changing SouthAfrica, Challenge for Europe' (Veranderend Zuid-Afrika, een uitdaging voor Europa), die eind januari in Rotterdam werd gehouden, de Voorjaarscampagne, het Vrije Weekblad Festival en de steun aan de civics, de Zuidafrikaanse basisorganisaties van bewoners. Aan den lijve Op de conferentie in Rotterdam werden de toekomstige relaties tussen Nederland en de Europese gemeenschap met Zuid- en Zuidelijk Afrika besproken. Elders in dit nummer vindt u uitvoerige informatie over deze groots opgezette conferentie. In de periode van 25 april tot 20 juni organiseert het KZA in samenwerking met plaatselijke en regionale anti-apartheidsgroepen een Voorjaarscampagne. Doelstelling van deze campagne is het steunen van organisaties die een belangrijke rol spelen in de opbouw van een vrij en democratisch Zuid-Afrika. Voorbeelden van dergelijke organisaties kunnen regionale ANC-kantoren en civics zijn, maar ook instellingen op het gebied van onderwijs. Er worden manifestaties, concerten, house-parties, sportevenementen, lezingen, literaire avonden, loterijen en collectes georganiseerd. Op straat zal de aandacht van winkelend publiek worden gevraagd door middel van straattheater, muziek en informatiestands. Speciaal voor deze campagne schrijven Emma Huismans en Kees Neefjes een aantal verhalen, waaruit blijkt dat de zwarte bevolking in ZuidAfrika de apartheid nog dagelijks aan den lijve ondervindt. De verhalen worden
op verschillende gelegenheden voorgedragen en worden in een bundeltje gepubliceerd. Het Vrije Weekblad is een progressief Zuidafrikaans opinieblad. In samenwerking met het ANC en het KZA organiseert dit blad in maart een cultureel festival in Kaapstad en Johannesburg. Niet alleen Zuidafrikaanse, ook Nederlandse artiesten en schrijvers nemen aan het festival deel. Motto van het festival is: 'Mensen maken cultuur, doorbreek de barrières'. Door de barrières tussen culturen te doorbreken hopen de organisisatoren dat dit festival een bijdrage levert aan de opbouw van een Zuid-Afrika, dat niet-raciaal verdeeld is. Ons land wordt vertegenwoordigd door de multi-culturele theatergroep 'De Nieuw Amsterdam', die in Zuid-Afrika het stuk 'Antigone' in première laat gaan. Freek de Jonge, die in het verleden regelmatig een bijdrage leverde aan antiapartheidsacties, is eveneens van de partij. Bert Schierbeek, Thea Doelwijt en Ton Anbeek, allen schrijvers en deskundigen op het gebied van de literatuur, gaan eveneens. Zij worden vergezeld door schrijver, dichter en letterkundige Vernie February, een Zuidafrikaan die in Nederland in ballingschap leeft. Het festival moet worden gezien als een start van een nieuwe culturele relatie tussen Nederland en een non-raciaal Zuid-Afrika. Speciale aandacht Het KZA is ook betrokken bij de steun aan civics. Civics zijn bewonersorganisaties die opkomen voor betere leefomstandigheden in de zwarte en gekleurde townships van Zuid-Afrika. Begin jaren tachtig ontstonden zij, als reactie op de gehate Black Local Authorities (zwarte gemeentebesturen), die als verlengstuk van de blanke minderheidsregering werden gezien. Huur- en andere boycots waren daarbij de belangrijkste middelen in de strijd. Vanaf 1990 hebben de civics steeds meer ruimte gekregen en worden ze steeds vaker beschouwd als representatieve gesprekspartner. Op veel plaatsen zijn onderhandelingen met naburige blanke gemeenten gestart. De eisen blijven dezelfde: meer land voor goedkope woningbouw, betere voorzieningen, meer en betaalbare Amandla f,bna 1992 woningen en de vorming van één gemeente met de naburige blanke wijk. Daardoor kan een rechtvaardiger verdeling plaatsvinden van de belastingopbrengsten en van publieke voorzieningen. Alhoewel de kwesties zeer basisgericht zijn, zijn de onderhandelingen ook zeer politiek geladen. Belangrijk kenmerk van de civics daarbij is dat ze zich nadrukkelijk onafhankelijk van elke politieke partij opstellen. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat voor bepaalde zaken coalities worden gesloten en dat het ANC daarbij het meest voor de hand ligt als partner. Een vraag is hoe de civics zich zullen opstellen nadat er op lokaal niveau democratische gemeenteraden zijn geïnstalleerd. Vooralsnog zijn de civics van mening dat ook dan onafhankelijke organisaties nodig blijven om de behoeften van de bewoners te verwoorden en hun verlangens kracht bij te zetten. Gemeenten
Vanwege deze nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden hebben de civics veel ondersteuning nodig en die verdienen zij ook. Met dat doel zijn in Zuid-Afrika verschillende organisaties actief, zoals 'Planact' in de omgeving van Johannesburg. Vanuit het buitenland kan echter ook het nodige worden gedaan. Concreet gaat het daarbij om de volgende zaken: steun voor het opzetten en versterken van de organisatie van civics; steun aan projecten die door de civics worden opgezet; en tot slot technische assistentie op allerlei gebied. Verschillende gemeenten en lokale anti-apartheidgroepen in Nederland zijn reeds bij de steun aan civics betrokken of bereiden die voor. Eerder werd in Amandla al melding gemaakt van het initiatief van Enschede tegen Apartheid om de civic in Alexandra te ondersteunen. Door fondswerving en een eigen bijdrage is inmiddels zo'n fl8.000,- beschikbaar gekomen. Waarschijnlijk zullen de gemeenten Enschede en Amsterdam dit voorbeeld volgen. Het COS in Eindhoven heeft besloten f20.000,beschikbaar te stellen voor een onderwijsproject van de civic in de Vaalregio. Mogelijk zal ook hier de gemeente het voorbeeld volgen. Het KZA speelt een belangrijke rol in het leggen van contacten tussen civics in Zuid-Afrika en gemeenten en antiapartheidgroepen in Nederland. Het KZA heeft besloten aan civics speciale aandacht te geven in de Voorjaarscampagne. Ook op de conferentie in Rotterdam waren zij een belangrijk onderwerp. Het KZA heeft ook in 1992 een aantal belangrijke activiteiten op stapel staan, die elk een belangrijke bijdrage leveren aan het verdwijnen van de apartheid en de opbouw van een vrij en democratisch Zuid-Afrika. Uw steun blijft ook dit jaar onontbeerlijk! Giften en legaten Het Komitee Zuidelijk Afrika is voor zijn werk in de eerste plaats afhankelijk van bijdragen van de Nederlandse bevolking. Velen maken bij de jaarlijkse abonnementsbetaling voor Amandla een extra bijdrage over. Het is in dit verband nuttig om te weten dat het KZA in belastingtechnische zin erkend is als een 'het algemeen nut beogende instelling'. Dat betekent dat giften aan het KZA fiscaal aftrekbaar zijn. Als u dat doet en u betaalt bijvoorbeeld 50 procent belasting, dan betekent dit dat u de helft van uw gift betaalt en de fiscus de andere helft. - Als u per bank of giro een gift overmaakt, is deze aftrekbaar van de inkomstenbelasting, mits al dergelijke giften in het kalenderjaar meer dan 1 procent en minder dan 10 procent van uw onzuivere inkomen bedragen. Dit minimum en maximum vervalt als u bij notariële akte aan het KZA schenkingen doet gedurende minstens vijf jaar. De bij notariële akte afgesproken gift kan volledig van de inkomstenbelasting worden afgetrokken. - Legaten aan het KZA zijn vrijgesteld van successie- en schenkingsrecht. Voor een legaat geldt dat voor bedragen tot f13.998, voor schenkingen tot f6.999. Bij grotere bedragen moet het KZA over het meerdere 11 procent belasting betalen. Abonnementen/Adreswijzigingen Het abonnementsgeld 0f22,50 in Nederland, Europa f35, - en buiten Europa f50, -) moet worden overgemaakt naar giro 600657 van het KZA te Amsterdam. Belgische abonnees betalen Bfr. 450 en
moeten dit overmaken naar giro 000-1638579~55 in België, ten name van Komitee Zuidelijk Afrika, Amsterdam. Door meer te storten steunt u het werk van het Komitee. Het doorgeven van adreswijzigingen bij voorkeur schriftelijk door terugzending van het gecorrigeerde adresbandje. Bestelling materiaal/informatie Materiaal is te bestellen door overmaking van het noodzakelijke bedrag op giro 600657 van het Komitee Zuidelijk Afrika te Amsterdam onder vermelding van het gewenste materiaal. Er is een lijst beschikbaar met informatie- en actiemateriaal die u telefonisch kunt opvragen: 020-6270801. 24