Jazzmozaïek klasseert in deze rubriek de cd’s (nieuwe releases en heruitgaven) in alfabetische volgorde en illustreert het betere werk met de afdruk van de hoesjes. Een eenvoudig sterrensysteem staat symbool voor de globale beoordeling van iedere plaat door de ondertekenende recensent.
Redactie: Mischa Andriessen I Luc De Baets I Peter De Backer I Dirk De Gezelle I Chris Joris I Bernard Lefèvre I Jaap Lüdeke I Marc Van de Walle I René Vandewalle
* = ontgoochelend ** = kon beter *** = goed **** = beter ***** = DE
DEADLINE: Te bespreken cd’s, dvd’s en ander audiovisueel materiaal graag ten laatste op 5 mei 2008 op de redactie: Jazzmozaïek, Bruggestraat 105, 8755 Ruiselede
Consumentenbedrog!
A
lweer heel wat nieuwe labels in dit overzicht. Niet altijd een kwalitatieve verbetering. Een aantal obscure labels kunnen blijkbaar makkelijk zonder enige zorg om auteursrechten (her)uitgaven op de markt gooien, die vaak duidelijk van vroegere lp’s gekopieerd zijn of nog erger bootlegs zijn. Ook in de uitgaven van de muziek-dvd’s zit de mot er soms in met schaamteloze kopies van vroeger uitgebrachte video’s en waar vaak alle bijkomende informatie ontbreekt. Meestal laat klank- en vooral beeldkwaliteit dan ook te wensen over. Sommige van die labels zijn gewoon niet te traceren, zelfs niet via internet, wat op zichzelf al erg verdacht is. Wie onze recensies leest, zal daar op gewezen worden, indien wij het al waard vonden ze op te nemen. Het wordt tijd om deze rommel er uit te halen. Want dit is bedrog van de consument. En dat ligt niet alleen bij de producenten zelf, maar ook bij sommige distributeurs, die tegenwoordig hun aanbod ongelimiteerd en onzorgvuldig uitbreiden. Een reden te meer om gespecialiseerde platenzaken te raadplegen alvorens tot aankopen over te gaan. Luc De Baets
Ben Allison Little Things Run the World Palmetto/Codaex – 53:17
**** Op zijn veertigste heeft Ben Allison er al een mooie reeks cd’s opzitten. Op zijn debuut na, zijn ze allemaal op het uitstekende Palmetto uitgebracht. De akoestische bassist, artistiek directeur bij het Jazz Com-
posers Collective in New York, heeft een warme klank en is vooral een begenadigd componist en goochelaar met klankkleuren. Deze nieuwe cd biedt alweer sterke composities met pakkende melodielijnen die een ondefinieerbare Americana-sfeer uitademen. Luister maar naar het zich traag voortslepende Language of Love, een juweeltje, met de trompet van Ron Horton in een hoofdrol. De muziek is dit keer iets meer rockgetint, ook al door de elektrische gitaar van Steve Cardenas èn door een opvallende cover van John Lennons Jealous Guy. Met verder ook nog drummer Michael Sarin en saxofonist Michael Blake als gast op enkele stukken. Peter De Backer
Franco Ambrosetti The Wind Enja/Codaex – 48:12
*** Wie het Uri Caine trio als begelei-
dingsgroep kan strikken, moet over goede papieren beschikken. Dat doet Franco Ambrosetti (66) dan ook wel. De Zwitserse trompettist uit Lugano heeft er al een mooi palmares op zitten, met een reeks mooie cd’s op Enja en veel internationale samenwerkingen, met Dexter Gordon over Phil Woods tot Mike Stern. En nu dus met het fantastische trio van Uri Caine. Dat doet veel meer dan alleen maar begeleiden, ook al omdat Caine twee composities meebracht voor deze opname. En dat past uitstekend bij de zeer Europees klinkende trompet van Ambrosetti, die nog het dichtst bij Kenny Wheeler aanleunt. Het titelnummer is een befaamd stuk van Russ Freeman, pianist bij Chet Baker. Keith Jarrett en Fred Hersch maakten er al een solopiano versie van. Hier krijgt het een latin jasje aangemeten. Verder vier eigen composities, en enkele klassiekers, zoals Doxy van Sonny Rollins. Gezellige opname, geen spektakel maar mooi vakwerk. Peter De Backer
Sathima Bea Benjamin A Morning in Paris Ekapa Records – 43:07
*** Een historische opname uit 1963, die
voor meer dan 30 jaar in de koelkast verdween. Het is het wonderlijke moment waarop Duke Ellington de jonge Zuid-Afrikaanse zangeres en haar toekomstige echtgenoot (Abdullah Ibrahim) ontdekt in een club in Zurich en ze prompt een studioopname aanbiedt in Parijs. Voor zo-
Het Brabants Jazz Orkest & Paul Van Kemenade Freedom! hbJAZZo/ www.HetBrabantsJazzOrkest.nl
DE
Het Brabants Jazz Orkest is een dynamisch team onder het wakende oog van Jeroen Doomernik, met als eregast Paul Van Kemenade, die tekent voor twee kleurrijke composities. Voor het overgrote deel van de cd kruipt het collectief echter in de huid van het Liberation Music Orchestra van Charlie Haden en staat The Ballad Of The Fallen en Song For Ché op het programma, alsook Carla Bley’s One Way. Een hommage aan Charles Mingus met Reincarnation Of A Lovebird is schitterend op zijn plaats, daar Mingus ook veel tijd besteedde aan zijn grote formatie wildebrassen. Afgezien van het feit dat het een repertoire-herneming betreft van Haden’s orkest en je best niet eerst naar het Liberation Music Orchestra luistert, alvorens deze cd op te leggen, krijgen we toch kippenvelmomenten. Niet in het minst tijdens Van Kemenade’s ontroerende altsolo in zijn eigen stuk La Première Fois, de wondere integratie van Call (V.K.) in het geheel en natuurlijk The Ballad Of The Fallen, dat sowieso al een dijk van een stuk is. Een ontwapenende cd vol rechtgeaarde energie. Chris Joris
Jazzmozaïek 1/2008
29
vervolg ... wel Benjamin als Ibrahim, toen nog Dollar Brand, betekende dit het totaal onverwachte startschot van hun carrière. Ellington en Ibrahim spelen zelf mee op dit balladealbum en de mentor nodigde ook Billy Strayhorn uit op twee stukken. Benjamin kondigt hier haar groot talent aan, dat later zou uitgroeien tot een sterk ontroerend stemgeluid. Sakkerse vergissing van producer Duke was echter het toevoegen van Svend Asmussen (een toen populaire revivalviolist) om door elke harmonieuze ballade ronduit storende blues-licks te laten tokkelen. Chris Joris
David Borgo Initial Conditions
Circumvention/circumventionmusic.com – 57:37
****
Een trio bestaande uit sax, bas en drums is niet meteen de gemakkelijkste bezetting. Het instrument dat verticale harmonieën kan produceren (een piano bv.) ontbreekt namelijk. Zo krijgen alle bandleden hun maximale verantwoordelijkheid en inbreng in het resultaat. De ethnomusicoloog, auteur en professor aan de universiteit van San Diego realiseert met deze vijfde cd als bandleader dan ook een prestatie die collectief moet bekeken worden. De heren vliegen erin met een vrij eenvoudig thema, dat na enkele maten al helemaal opengereten wordt in ware hardbop-stijl door Borgo. Zo gaat het in veel nummers: Borgo improviseert steeds verder weg (zij het in free of andere stijlen, hij hanteert ze alle moeiteloos) van het thema, om uiteindelijk alles weer mooi op zijn muzikale pootjes te laten vallen. De muziek ontrolt zich vanuit een beginpunt, de muzikanten spinnen een breed en stevig net dat altijd harmonieus blijft. Niemand heeft schrik om flink uit te halen, maar de permanente controle over de techniek, de snelheid, het materiaal is altijd hoorbaar. Een cd waarop je de muzikanten héél duidelijk op elkaar hoort inwerken. Een cd ook waarop een pak stijlen (latin,
30
Jazzmozaïek 1/2008
bop, heerlijk gespeelde free, …) geïntegreerd worden. Dit is knap, bezielend werk dat garant staat voor veel luisterplezier. Marc Van de Walle
Wolfert Brederode Quartet Currents
ECM Records/Universal Music 58:13 ( )
** *
De Nederlandse pianist is een beetje een buitenbeentje. Hij swingt niet, houdt meer van abstract aandoende harmonieën, van melodieuze overpeinzingen. Brederode laat zijn gedachten graag losjes over de toetsen gaan. Gedachtestromen die opkomen en weer weggaan, niet altijd met een uitgesproken richting en veel ruimte latend voor invulling. De muziek suggereert. Koketteert met improvisatie. Beoogt vooral sfeerschepping. Brederode’s metgezellen, niet van de minste, ondernemen de reis met een zekere schroom. De Noorse bassist Mats Eilertsen hebben we al spannender dingen horen doen, de Italiaanse klarinettist Claudio Puntin heeft onmiskenbaar klasse maar kleurt iets te nadrukkelijk binnen de lijntjes en dat geldt ook voor de Zwitserse drummer Samuel Rohrer. Soms is zijn geritsel op de drums eerder een storende factor. We keken met verwachting uit naar dit album maar het resultaat kan ons toch niet helemaal overtuigen. Dirk De Gezelle
doorklinkt. De muziek van Ayler was in 1993 de aanleiding voor de cd Die like a dog waarop Brötzmann zeer geëigende medestanders had in Toshinori Kondo (t, e), William Parker (b) en Hamid Drake (d). In dezelfde bezetting werden nog drie cd’s opgenomen die nu samen in een box opnieuw zijn uitgebracht. Brötzmann is Brötzmann, maar de kwaliteit van het tegenspel is van grote invloed op zijn muziek. Kondo, Parker en Drake zijn verwante geesten die een uitdagend antwoord bieden op Brötzmanns dominantie. Het duo Parker-Drake is waarschijnlijk de beste ritmetandem in de vrije jazz, maar vooral Kondo is met zijn kleurrijke sound een perfecte match voor Brötzmann. Mischa Andriessen
niet echt. Het is veeleer een kamermuziekversie van een resem nummers – en daar bedoelen we niets fout mee – maar deze cd blinkt eigenlijk nergens in uit. Russell Gloyd, de producer, vat het goed samen: “I think of this cd as a documentary of Dave in a recording studio.” Daarmee is inderdaad alles gezegd. Marc Van de Walle
Brussels Jazz Orchestra The Music of Michel Herr
W.E.R.F./AMG – 2cd – 56:26 + 47:42
****
Dave Brubeck Indian Summer
Telarc/Codaex – 71:33
*** In de liner notes vind je het hele ver-
haal over de opname van deze cd. Ondertussen is Dave Brubeck 86 geworden, en dus in de ‘Indian Summer’ van zijn leven beland. En daar graviteren alle tracks rond. Deze 16 nummers – een aantal standards plus enkele originals – zijn in twee korte sessies opgenomen. Dat bewijst dat Brubeck nog lang niet is uitgeblust. Anderzijds is dit toch niet het soort cd waar je onmiddellijk warm voor loopt. Ingetogenheid en reserve domineren de hele plaat, en muzikaal is het allemaal oké, maar de gloed en de glans zijn er
Na het werk van Bert Joris in 2001, van orkestleider Frank Vaganée (Countermove in 2005), heeft het W.E.R.F. label nu de muziek van Michel Herr (zie coverstory in deze Jazzmozaïek) gedocumenteerd. De opnames van mei 2007 zijn nu uitgebracht op een dubbel-cd met als klankbord het BJO. Net als Bert Joris later is Michel Herr een muzikant, die als componist en arrangeur zijn eerste kansen heeft gekregen in het
BRT-Jazzorkest. Michel Herr heeft voor dit dubbelalbum een selectie gemaakt van 9 stukken en 2 suites, die een staalkaart zijn van zijn ganse oeuvre. Een aantal stukken zijn al eerder uitgebracht en zullen sommigen bekend in de oren klinken, maar werden voor deze opname herwerkt. Zoals Pentaprism en het dansende Extremes. De precisie van uitvoering, de subtiele nuances in het ensemblewerk maken deze fijne muziek met zijn wisselende gelaagde klankkleuren nog aangenamer. Afwisseling is er bovendien door de ruimte voor de vele solisten in dit orkest, die zich gewillig laten onderdompelen in deze muziek en zo ook een meerwaarde geven aan het werk van Herr. Voor deze opnamen is aan het BJO gitarist Peter Hertmans toegevoegd, die niet alleen solistisch, maar ook in het algemene klankbeeld een belangrijke rol vervult. Multributes is een kippenvelnummer, niet alleen omwille van de orchestrale schoonheid van dit stuk, maar evenzeer omwille van het solowerk van Kurt van Herck op sopraansax en Peter Hertmans op gitaar. Volume 1 is zonder meer top, volume 2 met de suites bevalt iets minder, maar kon uiteraard niet ontbreken in dit overzicht. Zoals Michel Herr zelf stelt moet je dit dubbelalbum degusteren met mondjesmaat om van alle finesses te genieten. Luc De Baets
Philip Catherine Guitars Two Dreyfus Jazz/ Pink Records – 54:11
****
Brötzmann/Kondo/ Parker/Drake Die like a dog
Jazzwerkstatt/Codaex – 4cd 4:29:47
****
tot
DE TOP-CD
Brötzmann is een typische ‘vent’ in de jazz. Iemand wiens muziek in de eerste plaats een representatie van zijn persoonlijkheid is. Hij heeft dat ongemeen krachtige, schurende geluid waar ook een weeklacht in doorklinkt. Een toon die het midden houdt tussen zangerig en jammerend. Een toon waarin de eigenheid ten spijt de stijl van Albert Ayler
Collega’s jazzgitaristen overal ter wereld, maar ook routiniers uit de Belgische popbusiness als Eric Melaerts en Jean Blaute, beschouwen gitarist Philip Catherine als absolute wereldtop! Hij werd ooit door Francis Marmande in Le Monde de laatste romanticus in de jazz genoemd. Guitars Two is 100% Catherine. Helemaal alleen solo, gebruikmakend van re-recording, alsof er twee of meer gitaristen samen spelen. Zijn mooie, subtiele melodieën, hier opnieuw overwegend eigen composities, geraffineerde bewerkingen en vloeiende frasering zijn een waar genot. Deze productie van Marc Moulin en Hein van de Geyn in opdracht van Francis Dreyfus, behoort tot het beste wat P.C. in vele jaren heeft uitgebracht. Luc De Baets
**** Catherine bedient zich voor dit soloproject van vier gitaren en weet in zijn typisch lyrische stijl op een heel melodische manier te bekoren. Zijn sound is uiteraard heel herkenbaar, en je hoort echo’s van vroegere jaren, hoe kan het ook anders. Maar hij blijft imponeren door zijn knappe techniek, inventieve melodieën, jazzy gekruid, vol spanning en tezelfdertijd ontspannend door de schoonheid die er vanaf straalt. Kortom, een fantastisch klinkende cd vol mooi gitaarwerk. Marc Van de Walle
Sonny Clark Tune-up
Jazzcat/Codaex – 54:38
** Sonny Clark was vanaf het einde van
de jaren vijftig zo’n beetje de huispianist bij Blue Note. Een overdosis in 1963 smoorde zijn beloftevolle carrière in de kiem. Zijn nalatenschap omvat vele opnamen als sideman en een paar platen onder eigen naam. Sonny Clark was een pianist die binnen de kaders van zijn stijl, de hardbop, zeer oorspronkelijk speelde. Een heldere sound, een prettige schwung vooral in het mid-tempo werk. De nu uitgebrachte cd Tune-up ontbeert vrijwel alle informatie. Wie op nieuw ontdekte opnamen hoopt, komt bedrogen uit; de plaat is samengesteld uit nummers van Sonny Clark trio en Dial S for Sonny. Prima platen, maar onlangs nog voor weinig geld op de markt gebracht. Het maakt deze uitgave eigenlijk overbodig, te meer daar de presentatie slordig is. Zo ontbreekt de naam van Curtis Fuller (tb) die toch wel degelijk meespeelt. Zelfs als introductie tot het werk van Clark een teleurstellend schamele cd. Mischa Andriessen
George Coleman I Could Write a Book: The music of Richard Rogers Telarc/Codaex – 59:34 ( )
*** *
De acteurs zijn: Harold Mabern (p), Jamil Nasser (cb) en de betreurde Billy Higgins (d). Regisseur en tevens hoofdrolspeler is de miskende George Coleman en Richard Rogers schreef het scenario. Aanvankelijk horen we Coleman op alto en sopraan en werkt dat wat afstandelijk. Hij wacht tot Have You Met Miss Jones om zich prijs te geven op tenor, een persoonlijke sound, die we kennen uit de Miles Davis-tijd. Het eerste deel van de cd (uit 1998) lijdt wat aan een déjà-vu stoflaagje en pleegt Harold Mabern zelfs McCoy Tynerplagiaat op My Favorite Things. Billy Higgins is sprankelend en Jamil Nasser krijgt een schitterende hoofdrol in I Didn’t Know What Time It Was. Coleman zwijgt. Heerlijk oubollig is de Caraïbische aanpak van There’s a Small Hotel. Hier glanst Mabern dan weer, omdat hij (virtuoos) de mosterd haalt bij oudere meesters (Earl Hines, Tatum) en dat maakt veel goed. George Coleman is een groot saxofonist en Billy Higgins een pure persoonlijkheid, al blijft het verhaal soms oppervlakkig. Chris Joris
Chick Corea & Gary Burton The New Crystal Silence
Concord Records/ Universal Music - 2cd – 60:59 + 61:58 ( )
*** *
Vorig jaar vierde Corea-Burton de verjaardag van de 35 jaar geleden opgenomen Crystal Silence met een tournee, die hen ook bracht op het Blue Note Records festival. Dat werd een subliem moment: de muziek dwong zoveel respect af dat het opvallend stil bleef in de festivaltent. Op deze dubbelaar is het nagenieten van het duo met live-opnames in Noorwegen (Molde Jazzz festival op
17 juli 2007) en één track Señor Mouse in Tenerife (op 13 juli). Op de andere cd hebben ze gezelschap van het Sydney Symphony wat de twee-eenheid enigszins verstoort en misschien beter als show zou uitpakken op dvd. Crystal Silence met strijkers blijft gedeeltelijk overeind, in andere stukken is de orchestrale inkleuring soms vervelend. Bernard Lefèvre
Kristen Cornwell Quintet Distant Skies
Jules Jazz-Donor Productions/ Bertus - 59:55
****
ven, zoekt Delplancq binnen kaders van de traditionele jazz naar een eigen uitingsvorm. Door zich kwetsbaar op te stellen, winnen zowel zijn zoektocht als zijn verhaal aan kracht, wat er toe leidt dat hij ondanks, of juist dankzij een aantal wringende passages blijft boeien. Delplancq vertrouwt volkomen terecht op zijn muzikale intuïtie en bewijst hier dat eerlijkheid een gouden leidraad kan zijn. Mischa Andriessen
Delta Saxophone Quartet Dedicated to you… but you weren’t listening Moonjune Records/moonjune.com – 60:06 ( )
**** *
De vocale kwaliteiten van de Australische zangeres Kristen Cornwell zijn niet minnetjes: een krachtige soepele trefzekere stem en de kunst om een verhaal uit te bouwen. Het repertoire, waar de hoofdbrok originals zijn van haarzelf en haar man, Christophe Devisscher, is vaak bitterzoet en blijft overwegend in de balladsfeer hangen. Niet echt een vrolijke plaat dus, maar wel het verhaal van Cornwell’s verhuis naar dit kleine landje aan de andere kant van de wereld. Een cd die de luisteraar beetje bij beetje inpalmt en in een nostalgische stemming brengt. Ook de versie van Monk’s Ask Me Now, hier alleen met zang en contrabas uitgevoerd, past voortreffelijk in de algemene geest van de plaat. De muzikale omkadering is bijzonder geslaagd met vibrafonist Pascal Schumacher en gitarist Frederik Leroux, die allebei zeer persoonlijk kleur geven aan dit ensemble en solistisch sterk uit de hoek komen. Bassist Christophe Devisscher en de Duitse drummer Dennis Frehse zijn de andere pionnen in dit spel. Uitschieters zijn Distant Skies en vooral I Know You By Heart (Cornwell). Verder toch een vrolijk Cheek to cheeky (Devisscher) en Past Carin’, een meerstemmig (re-recording) a capella stuk à la Bobby McFerrin. Uit op 10 april. Luc de Baets
Fred Delplancq Quartet Talisman
Talisman/freddelplancq.com 74:04 ( )
*** *
Saxofonist Fred Delplancq maakt onder meer deel uit van The Wrong Object, een Belgisch vijftal dat een voorliefde voor Frank Zappa en rock mixt met jazz. De aanpak op Talisman is traditioneler, maar niet minder gedurfd. De klassieke bezetting tenor, piano, bas en drums vraagt behalve om sterke composities om een voorman die een verhaal kan vertellen. De durf van Delplancq zit in het weglaten van alle opsmuk. Samen met zijn musici van wie zeker pianist Vincent Bruyninckx niet onvermeld mag blij-
Soft Machine Legacy Steam Moonjune Records/moonjune.com – cd – 65:36 ( )
*** *
De experimenten van Soft Machine waren in de jaren zestig en zeventig grensverleggend. De groep heeft veel verschillende stijlen geëxploreerd en ook in diverse bezettingen geopereerd. John Etheridge (g) en John Marshall (d) die nog in de laatste editie van de band actief waren en een van de prominente vroege leden Hugh Hopper (b) vormen samen met blazer Theo Travis nu Soft Machine Legacy. De groep speelt nog altijd in de geest van de originele band en toont op Steam een zeer consciëntieuze erfgenaam te zijn. Het kwartet brengt spannende muziek die echter hooguit schatplichtig is aan het experiment en zelf niet echt experimenteel meer is, laat staan baanbrekend. Het Delta Saxophone Quartet dat zijn sporen heeft verdiend met vertolkingen van hedendaags klassieke muziek brengt Soft Machines nalatenschap wat dat betreft veel krachtiger tot uiting. In zeer smaakvolle arrangementen worden de mooiste melodieën die Soft Machine op haar verkenningstocht heeft ontdekt, zo verrassend levendig en gloedvol gebracht dat lijkt alsof hier het oeuvre van een groot componist in plaats van een onbeschroomd bandje wordt uitgevoerd. Vier ijzersterke saxofonisten die respectvol maar niet te eerbiedig deze muziek een uitvoering geven, waarvan de makers destijds niet hadden kunnen dromen. Mischa Andriessen
Dena DeRose Live at Jazz Standard Volume 1 MaxJazz/Codaex – 61:02
*** Zangeressen die ook nog pianospelen hebben in het algemeen een streepje voor. Sarah Vaughan en Carmen McRae konden het, en tegenwoordig
heb je natuurlijk ook de populaire Diana Krall. Ze plukte de inspiratie ongevraagd weg bij Nat ’King’ Cole. Krall vliegt van het ene festival of club naar het andere en heeft onophoudelijk succes met haar talent en verschijning. Dat geldt in iets mindere mate voor Dena DeRose. Temidden van haar engagementen in de VS is er op gezette tijden ruimte om in Nederland les te geven aan het Prins Claus Conservatorium, onderdeel van het project www.newyorkgroningen.com. Zijn alle trainers goede voetballers geweest? Zijn alle docenten goede uitvoerende musici? DeRose zingt voorlopig beter dan ze doceert, want daarbij was ik nooit aanwezig. Punt een: ze kan swingen, ze improviseert in haar teksten, ook van standards, en haar pianospel klinkt volwassen. Met die kennis van akkoorden kan ze nog eens een zijweg inslaan en weet derhalve altijd hoe ze moet terugkeren. Wel is Dena’s stem vrij licht van timbre. De begeleiders zijn doorgaans alert. Het zijn de Duitse bassist Martin Wind en de ritmische tovenaar, nu wat ingetogen, Matt Wilson. Op slechts een stuk speelt tenorist Joel Frahm. Dat is te weinig voor deze vindingrijke saxofonist. Jaap Lüdeke
Dimami Nearby Distances
EWM – www.brandnewmusic.eu 55:46 ( )
*** *
De ritmetandem met een vol klinkende Dion Nijland op bas en de attente, swingende Makki van Engelen op drums laten de warme, soepele altsax van Miguel Boelens ten volle tot zijn recht komen. Deze drie spelen al langer samen. Ter gelegenheid van een concert in het Bimhuis in januari 2006 had dit trio Dimami twee gasten: gitarist Anton Goudsmit en tenorsaxofonist Mete Erker, die ook de basklarinet bespeelt. Deze twee zorgen voor meer leven in de brouwerij, want voor het trio en zeker voor de gasten ligt hier ook een stuk bijkomende uitdaging. Hoewel dit eigentijdse muziek is, klinkt het nergens overdone, soms wat meditatief, maar zelden ebt de spanning volledig weg. Vooral de blazers kunnen het goed met elkaar vinden. Het speel- en luisterplezier is aanwezig. De stukken – allemaal van Dion Nijland – zijn behoorlijk wisselend van kleur en sfeer, overspannen een brok jazzhistorie en zetten de deur wijd open voor Europese en andere invloeden. Een leuke veelzeggende uitsmijter is Balkannibalisme. Ook het ietwat dromerige View from Above kan boeien. Luc De Baets
Kenny Dorham Orpheus
markt wordt geslingerd. Wel gaan cd’s als deze tegen redelijke prijs naar de winkel of warenhuis. Het zijn soms verzamel-cd’s, ook in dit geval. Deze opnamen (Riverside-OJC) zijn in muzikaal opzicht dik in orde: Dorham met Sonny Rollins, Hank Jones, Oscar Pettiford en Max Roach, of Dorham met Ernie Henry, Wilbur Ware en GT Hogan. Max Roach vertelde me een keer dat hij een bijna huilende KD aan de telefoon had gehad. Dorham wilde namelijk nog eens een keer les nemen en kreeg van een stipte trompetleraar te horen dat ie vrijwel alles verkeerd deed. Roach zorgde ervoor dat de leraar destijds snel uit Dorhams leven verdween. Jaap Lüdeke
Eliane Elias Something For You Blue Note Records/EMI 63:10 ( )
*** *
Gespreid over zeventien stukken brengt zangeres/pianiste Eliane Elias, met aan haar zijde echtgenoot en bassist Marc Johnson en drummer Joey Baron, hommage aan jazzlegende Bill Evans. Voor alle duidelijkheid: niet alle opgenomen songs werden gecomponeerd door Evans maar zijn handen maakten er wel klassiekers van. Als luisteraar wordt je ondergedompeld in de leefwereld van de meester zelf. De muziek zal een breed publiek aanspreken en dat was uiteraard ook de bedoeling. Vlotte mainstream jazz voor elk moment van de dag (of van de nacht, zo je wilt). Instrumentale triostukken worden afgewisseld met vocale interpretaties. De prettig swingende openingstrack You and the Night and the Music maakt de baan vrij voor het fraaie titelnummer. Elias grijpt meteen de kans om haar vocale kwaliteiten tentoon te spreiden. De intro van het stuk wordt als uitsmijter gemixt met een origineel fragment waarop een extatische Evans eventjes zelf aan het woord komt. De instrumentale versie van But Not for Me klinkt aantrekkelijk, en ook andere klassiekers, zoals het onvermijdelijke Waltz for Debby (in een vocaal jasje) mochten uiteraard niet ontbreken. Hier en daar een blues, en tot onze vreugde ook de cover Detour Ahead en Minha (All Mine), één van de weinige Braziliaanse stukken die Evans uitvoerde. Dirk De Gezelle
3io Fiorini-LehrSardjoe Something Red In The Blue
Cypres Records/AMG - 71:47
****
Jazzcat/Codaex – 43:41
*** De herkomst van dit vreemde la-
bel is vooralsnog terug te voeren op Mexico (?). Ja, en waarom moet de muziek uit 1957 van trompettist Kenny Dorham (1924–1972) via deze omweg worden heruitgebracht? Het kan best te maken hebben met het feit dat de registratie na 50 jaar dáár en elders nu vrij van rechten is en dus zonder extra kosten op de
Fiorini liet zich al opmerken bij Aka Moon en Octurn. In dit gloednieuw gevormd trio (3io) pakt hij volledig uit met zowel vroege als re-
Jazzmozaïek 1/2008
31
Charles Gayle William Parker Rashied Ali Touchin’ on Trane
Stéphane Grappelli In Paris
****
*** De Franse reeks Jazz in Paris is op zijn minst een buitenbeentje. Met
Jazzwerkstatt/Codaex – 65:62
vervolg ...
Tuur Florizoone Aanrijding in Moscou
AZ Productions/AMG – cd 47:12
** Bij filmmuziek in het jazzgenre moet ik allereerst denken aan Miles Davis die december 1957 in
Parijs bij het zien van de beelden (Ascenseur pour l’échafaud – Louis Malle) prompt de muziek invulde. Wel had hij een paar dagen voor de opname een piano op zijn hotelkamer gekregen met wat blanco bladmuziek, maar veel heeft dat niet geholpen. Gil Evans bevond zich elders… Tuur Florizoone heeft voor deze filmmuziek (regie Christophe van Rompaey) meer tijd gebruikt en moest er echt voor aan de piano gaan zitten. En waar Miles met 26 stukken/fragmenten (complete recordings) tevoorschijn kwam deed Tuur het altijd nog met 24 fragmenten/stukken. In Café Terminal is er zowaar plaats voor de hotviool van Alexandre Cavalière en de Djangogitaar van Renaud Dardenne. Daarmee is zo ongeveer het jazzaandeel wel uit de doeken gedaan. Wat rest zijn de ongetwijfeld met veel ijver gemaakte muziekjes voor een film die ik helaas niet heb gezien. Meer syncopen zijn er te vinden op cd’s van Florizoone’s formatie Tricycle. Jaap Lüdeke
Charles Gayle is een van de meest ongrijpbare figuren in de jazz. Van zijn biografie is nauwelijks iets openbaar behalve dat hij jarenlang dakloos was. Hij is berucht vanwege lange politieke verhandelingen tijdens concerten en op grond van zijn onvoorspelbaarheid; de saxofonist trad soms ineens op als pianist met een rode clownsneus op. Daarnaast is Gayle natuurlijk bekend als een van de weinige, overgebleven fakkeldragers van de Amerikaanse freejazz. Net als David S. Ware een furieus blazer en razendsnel denker die inval na inval heeft. Touchin’ on Trane dateert alweer uit 1993. Een heel sterk album dat terecht opnieuw is uitgegeven. Waar zou vrije jazz in Amerika zijn zonder Parker? is een vraag die zich bij beluistering van deze cd meteen opdringt en ook Ali is weergaloos. Het grote voorbeeld Coltrane wordt niet nageaapt maar nagevolgd in zijn streven naar expressie. Mischa Andriessen
NEW RELEASES IGLOO - IGL 196 Gregory Houben et Julie Mossay «Après un rêve» Julie Mossay vocal, flute Greg Houben trumpet, bugle, vocal Pascal Mohy piano Quentin Liégeois guitar Matthieu Vandenabeele rhodes, keyboard, percussion Sal La Rocca double bass Stephan Pougin additional drums, percussion Lionel Beuvens drums
IGLOO IGLOO - IGL 203 Sabin Todorov Trio «Inside Story» Sabin Todorov, piano Sal la Rocca, bass Lionel Beuvens, drums
CONCERTS JAZZLAB SERIES 02/04 • Beursschouwburg (Brussels) 04/04 • Casino (Koksijde) 08/04 • Vooruit (Gent) 10/04 • De Spiegel (St Niklaas) 15/04 • cc Brasschaat (Brasschaat) 16/04 • cc De Schakel (Waregem) 19/04 • De Werf (Brugge) 25/04 • Jazzclub Onder de toren (Mol) 29/04 • Rataplan (Antwerpen) Showcase FNAC 17/04 • Fnac Bruxelles- 12h30 25/04 • Fnac Gent 16 h 26/04 • Fnac Antwerpen 17h30
32
Jazzmozaïek 1/2008
CONCERTS 12/04 • Jazzstation - Brussels 20/06 • Flanders Operastudio Vlaanderen - Bijlokekaai 6 B-9000 Gent
SOWAREX asbl • label IGLOO • bvd Léopold II, 153 • 1080 Bruxelles T 32 2 538 90 01 • F 32 2 537 57 96 •
[email protected] • www.sowarex.be
cente eigen composities. Hij is ook goed thuis in het klassieke milieu (samenwerking met Ictus). Overigens opent de cd met een Bach geïnspireerd stukje (1’46). Maar hier overheerst toch het hedendaagse en gooit hij graag wat olie op het vuur (‘red’ in the blue). Jean-Luc Lehr zet stuwende baslijnen uit (denk maar aan Hatzigeorgiou) en Chander Sardjoe vinden we gelukkig maar in enkele stukken iets te indringend op drums. De drijvende kracht is hoe dan ook Fiorini die geweldig soleert. Telkens opnieuw haalt hij verrassend uit door knappe variaties van bijna klassiek over swingende intermezzo’s tot zelfs monkiaanse sprongen. Boeiend en extra lang luisterplezier! Bernard Lefèvre
Gitanes/Universal Music – 7cd box (Jazz in Paris)
medewerking van Gitanes werden sinds 2002 meer dan 100 cd’s uitgegeven, gebaseerd op niet meer verkrijgbare lp’s, maar ook op diverse onuitgegeven opnamen. De reeks groepeert knappe, maar ook minder geslaagde sessies, maar is in zijn geheel een sterk document van de naoorlogse jazz in de lichtstad. Alle cd’s zijn uitgegeven in kleurrijke digipacks met liner-notes (van Alain Tercinet) en fotomateriaal en zijn te koop voor een zacht prijsje. Wel worden regelmatig verzamelboxen uitgebracht, waar volgens een bepaald thema de cd’s uit de reeks in een boxset opgenomen worden. Zo was er Jazz à Saint Germain des Prés (1946-1956), From Belgium with Love (Toots, Bobby Jaspar, Gus Viseur,…) enz. Deze zijn verkrijgbaar tot einde voorraad. Nu werden alle cd’s van Grappelli uit de reeks samengevoegd in een box met zeven stuks, waaronder twee met Oscar Peterson, NHOP en Kenny Clarke en een aantal met groepen van de Franse pianist Maurice Vander, organist Eddy Louis, collega-violist Stuff Smith enz. Luc De Baets
Globe Unity Orchestra Globe Unity - 40 years
Intakt Records/Codaex – 65:42
****
De paradoxale uitkomst van de zoektocht waaraan het Globe Unity Orchestra inmiddels tweeënveertig jaar geleden begon, is dat vrije improvisatie zonder structuur de muzikale mogelijkheden beperkt. Juist het contrast tussen het gecomponeerde en het geïmproviseerde geeft beide reliëf en zeggingskracht. Pianist Alexander von Schlippenbach is al sinds jaar en dag een meester in het combineren van beide en hij moet dan ook in hoge mate verantwoordelijk worden gehouden voor de hechte sound van het ondertussen flink van vers bloed voorziene orkest. Globe Unity – 40 years is een afwisselende cd geworden waarin de meeslepende melancholie van Kenny Wheelers Nodago kan volgen op de onbedaarlijke pret van Bavarian Calypso. Het concept van deze bonte bigband mag dan onderhand op leeftijd zijn, de muziek klinkt nog altijd sprankelend en niet als de invulling van een formule. Mischa Andriessen
Alano Gruarin Profondo Blu
speelt, heeft de taal van de melodie en de muzikale logica van het Italiaanse belcanto. Net als die andere vriend Michel Bisceglia met Italiaanse roots weet hij een melodie, hoe eenvoudig ook, in al zijn schoonheid te laten openbloeien. Opener is Song for Bert, dat hij samen met Michel Bisceglia heeft geschreven voor Bert Joris, die hier meteen ook solistisch zijn visitekaartje afgeeft. Verder een brede keuze van eigen stukken, een paar geheide klassiekers als Nature Boy en Alone Together en het nogal sentimentele Old Friend van Toots Thielemans. In dit laatste komt Gwen Cresens een streepje accordeon spelen. Bert Joris speelt op een viertal stukken, o.a. op het openingsnummer Song for Bert, L’Angelino Birichino, Alone Together (!) en de titelsong Profondo Blu, waarmee alle spelers samen, inclusief de twee gasten en het Kryptos Quartet dit romantisch en ontspannend album een orgelpunt bezorgen. Maar het trio van Alano Gruarin met bassist Werner Lauscher – alweer hij! – en drummer Maarten Moesen is de spil van het gebeuren. De gasten en een strijkje van het Kryptos Quartet zijn er naadloos ingepast. Een knap debuut! Luc De Baets
Benjamin Herman Campert
Roach Records/Dox – 45:32
****
Prova Music/AMG – 54:20
****
Pianist Alano Gruarin, studiegenoot en muzikale compagnon van Jef Neve, waarmee hij ook in duo
Voor de documentaire De tijd duurt één mens lang over de bekende schrijver/dichter Remco Campert maakte Benjamin Herman met een stel jonge talentvolle muzikanten de muziek. Concept en samenwerking bevielen zo goed dat de groep later opnieuw de stu-
dio indook en er nu een volwaardig album ligt. Herman heeft zich goed aan Campert kunnen spiegelen, waardoor zijn muziek aan diepgang heeft gewonnen. De Campert zo typerende combinatie van zwaarmoedige lichtheid en opgewekte ernst heeft een gedroomde verklanking gekregen in modale jazz. Speels maar intens, jachtig én beheerst. Herman overtreft zichzelf opnieuw als componist en altsaxofonist, maar is zeker niet de enige ster op cd. Zijn handlangers Sean Fasciani (b), Kasper Kalf (b), Joost Kroon (d) en Gideon van Gelder (p) leveren allen een voortreffelijke prestatie waarbij vooral van Gelder zich etaleert als een absoluut toptalent en daar komt dan nog Camperts prachtstem bovenop. Mischa Andriessen
het tweede album van de groep. De meest opvallende solist in dit kwartet is onbetwistbaar trompettist Carlo Nardozza met zijn vette en krachtige toon en zijn no-nonsense frasering. Deze man weet een verhaal te vertellen. Verder is Tom Van Acker, net als in Carlo’s Quintet, de bassist. Joonas Lorenz (D) bespeelt de synthesizers en Rhodes. Luc De Baets
Peter Hertmans Quartet Cadences
Mognomusic/AMG – 58:11
****
Jeff Herr Corporation Conspiracy WPRjazz/AMG – 51:57
*** Dit internationale kwartet o.l.v. de
Luxemburgse drummer Jeff Herr speelt stevige muziek met zoals het tegenwoordig bon ton is allemaal originals van de bandleden. Funky fusion, met elektronica, maar jazz in hart en nieren. Dit is
Gitarist Peter Hertmans (48) omringt zich in zijn nieuwe kwartet met de Waalse saxofonist Daniel Stokart (48), de Nederlandse basgitarist Theo de Jong (51) en drummer Lionel Beuvens (28).
The Roy Haynes Story A Life in Time
Dreyfus Jazz/Pink Records – 3cd + 1 dvd
**** Nagenoeg 60
jaar jazzgeschiedenis is hier vastgelegd in drie cd’s met drummer Roy Haynes als rode draad. Haynes werkte met Charlie Parker, Miles Davis, Bud Powell, Thelonious Monk, John Coltrane, Sarah Vaughan, Eric Dolphy, Stan Getz, Chick Corea, Pat Metheny, om de voornaamste te noemen. Ook met zangeressen als Ella Fitzgerald, Billie Holiday, maar het langst met Sarah Vaughan. Zijn fijnzinnige, dynamische stijl van drummen paste als een handschoen voor vele groten in de jazz. Tot op de dag van vandaag blijft Haynes spelen en zijn groep leiden. Hij is 82, maar heeft nog steeds de gaven die moeder natuur hem heeft gegeven en zijn swing en drive zijn nog voorbeeldig. Voor iemand die zijn eerste stappen zet in de jazz is deze compilatie een indrukwekkend stuk jazzhistorie. Bovendien is de keuze rigoureus gemaakt uit een twaalftal verschillende labels. Life in Time documenteert vooral de evolutie van één van de allergrootste drummers in de jazz. Merkwaardig voor de kenners zijn hier opnamen met de saxofonisten als Lester Young, Sonny Rollins, Eric Dolphy en John Coltrane met het lange My Favorite Things op het Newport Jazz Festival in 1963. En ook met pianisten als Phineas Newborn Jr., Jaki Byard, Bud Powell, Andrew Hill, Bill Evans, McCoy Tyner, Chick Corea, Michel Petrucciani en Thelonious Monk, violist Stéphane Grappelli, gitarist Pat Metheny, bassisten als Paul Chambers en Dave Holland, om nog maar te zwijgen van enkele opvallende rariteiten. Volume 1 covert de jaren 1949 tot 1963, volume 2 gaat tot 1998 en volume 3 heeft het uitsluitend over groepen onder Haynes eigen naam, de zogenaamde Hip Ensembles, van 1970 tot 2006, met o.a. Pat Metheny, Joe Henderson, David Sanchez en Roy Hargrove. Aan de klankkwaliteit, ook van de oudere opnames is veel zorg besteed, zodat ze onberispelijk klinken. Aan deze drie cd’s is een dvd toegevoegd met een paar concertuittreksels en een interview, waar Haynes zelf dieper ingaat op enkele aspecten van zijn rijk gevulde carrière. Bovendien is er een essay en gloednieuwe liner notes van auteur en jazzhistoricus Ashley Kahn. Het geheel is verpakt in een verzorgde digipack en geïllustreerd met foto’s. Een merkwaardig document, dat deze artiest ten voeten uit tekent en als voorbeeld kan dienen voor retrospectieves van heel wat groten uit de jazz. Luc De Baets
Stokart speelt alleen sopraansax en dat heel aparte geluid, waarmee Stokart soms aan Steve Lacy doet denken, bepaalt voor een groot deel de klankkleur van deze opname. Peter Hertmans pende alle composities zelf. Merci Philip roept de sfeer op van de muziek van Philip Catherine, aan wie het nummer is opgedragen. Catherine is ongetwijfeld een lichtend voorbeeld, al hoor je in Hertmans’ spel veeleer invloeden van John Abercrombie, zeker in het tweedelige titelnummer, dat een huppelend bossaritme meekrijgt. Het nummer ‘1310’ doet zelfs even aan de vroege John McLaughlin en diens eerste Mahavishnu Orchestra denken. Maar Hertmans is vooral zichzelf: met zijn soms lyrische, soms rockgetinte, maar altijd loepzuivere en heel herkenbare gitaarspel. De hele cd lang, zeker in het sterke slotnummer Dr Dre, vermoedelijk opgedragen aan Dré Pallemaerts, laat drummer Lionel Beuvens horen wat hij in zijn mars heeft. En de fluwelen basgitarist Theo de Jong heeft duidelijk goed naar Steve Swallow geluisterd. Mooie cd. Peter De Backer
Keith Jarrett, Gary Peacock, Jack DeJohnette Setting Standards – The NY Sessions
ECM/Universal Music – 3cd - 45:38 + 45:14 + 37:28
****
Dit trio kwam voor het eerst samen in januari 1983, zo’n 25 jaar geleden in de bekende Power Station studio in New York’s 53nd Street. Keith Jarrett was inmiddels vooral door zijn vele solo concerten (The Köln Concert, 1975) uitgegroeid tot een soort halfgod van de jazzpiano, die iedere keer de grenzen iets verder diende te verleggen om zijn fans te plezieren. Peacock (b) en DeJohnette (d) hadden beiden antecedenten als pianist en waren dus gedroomde partners voor Jarrett. Alle drie waren ze opgegroeid in een periode waar het standaard repertoire uit de jazz en the Great American Songbook de basis waren. Na jaren van vrije impro wilde Jarrett terug naar meer tastbare dingen. Jarrett, Peacock en DeJohnette maakten zich het basismateriaal geheel eigen en pasten het aan naar eigen inzichten, zonder melodie en harmonie uit het oog te verliezen. En ja, Jarrett kraait er vaak vrolijk bovenuit, iets wat niet iedereen kan pruimen, maar een onlosmakelijk deel van zijn persoonlijkheid uitmaakt. In deze witte ECM-box zitten twee volumes interpretaties van
Quincy Jones The Quincy Jones ABC/Mercury Big Band Sessions Mosaic Records Limited Edition Box Set – 5cd Met Basie en Ellington als voorbeeld, die in die jaren vaste prik waren op de podia, wilde de jonge trompettist Quincy Jones, die toen o.a. bij Lionel Hampton de knepen van het vak had geleerd, zijn eigen bigband vormen. Amper 23 was hij toen hij een band met een uitzonderlijke knappe bezetting samen bracht in de Beltone studios in NYC. Zijn jeugdig enthousiasme, charisma en zijn ontluikend arrangeurtalent slaagde er meteen in heel wat jonge wolven te motiveren om de band te vervoegen. Meteen zou dit één van de historische bigbandsessies worden. De opener Walkin’, bekend gemaakt door Miles Davis, zet meteen een mijlpaal met een ontspannen, sober arrangement van Jones, waar solisten als Art Farmer, Lucky Thompson, Urbie Green en Phil Woods de honneurs waar nemen. Verder nog in de bezetting van deze sessies Benny Bailey en Clark Terry (t), Herbie Mann (f), later Jerome Richardson (as, f), Hank Jones (p), Charles Mingus (b), Charlie Persip (d) en een trombonesectie met Jimmy Cleveland, Urbie Green en Frank Rehak. In andere nummers nog meer extra solisten zoals Zoot Sims (ts), speciaal voor de opname van Evening in Paris overgevlogen uit L.A. En zo gaat het verder. De line-ups van de opeenvolgende bands lijken een who’s who in jazz van het begin van de jaren zestig. Er bovenuit steken de ABC/Impulse studiosessies van 1956, van 1959 en 1960 en de live Mercury sessies, waar Jones de band kneedde naar zijn eigen inzichten. Zijn bewerkingen waren in die tijd uitdagend qua harmonie en ritmiek, maar altijd melodisch en met het accent op swing. Hij maakte in zijn schrijven ook maximaal gebruik van het niet geringe technisch potentieel van zijn jonge wolven. Het avontuur wachtte echter met de show Free and Easy, waar Jones de band voor samen stelde. De show trok naar Europa maar flopte grandioos. De band bleef echter in Europa hangen en speelde links en rechts met het gevolg ook heel wat opnamen, die hier verzameld zijn. Later volgde nog een reünie op Newport JF. Voor liefhebbers van het echte bigbandwerk is deze Mosaic-box een absolute must. Na dit bigbandavontuur werd Quincy Jones muzikaal directeur en producer en bekleedde hij in de loop der jaren leidinggevende functies in platenmaatschappijen in een tijd toen dat voor kleurlingen alles behalve vanzelfsprekend was. Op 14 maart is hij 75 geworden. Happy Birthday, Mister Jones! De box is uitgegeven in de klassieke zwarte Mosaic-doos, met alle discografische informatie, prachtig fotomateriaal en een essay van auteur Brian Priestley. Luc De Baets
DE
Jazzmozaïek 1/2008
33
Russell Malone Live At the Jazz Standard volume two
Maxjazz/Codaex – 59:32
****
vervolg ... standards à la Jarrett en een volume Changes, dat nog wat van de vrije aanpak van vroeger had, iets wat Jarrett in zijn concerten later nooit geheel zou loslaten. Na Bill Evans was er een nieuwe stap gezet in het interpreteren van standardrepertoire en was een uitzonderlijk trio geboren, waar de chemie blijvend zou zijn, vele jaren lang, tot op heden. Het eerste volume sluit af met een merkwaardige gospelachtige funky versie van God Bless The Child. In volume 2 zijn er merkwaardige interpretaties van In Love In Vain en Never Let me Go. Luc De Baets
met drummer Tony Oxley dateert van juli 1988. Toen gaf Taylor in Berlijn een reeks concerten in diverse samenstellingen, en destijds allemaal door FMP in één box samen uitgebracht, intussen een collector’s item. Solo is Taylor op zijn sterkst. Maar dit duo met Oxley heeft ook veel te bieden voor wie zich wil overgeven aan forse avant-garde piano en dito slagwerk. De kracht die van Taylors muziek uitgaat blijft uniek. Peter De Backer
Steve Lacy Five Facings
****
Jazzwerkstatt/Codaex – 77:12
G. Lesne, B. Angelini, J.P. Viret, R. Lopez Colors Zig-Zag/Harmonia Mundi 48:40
****
Eind 2006 verscheen reeds het eerste deel van deze live opname in The Jazz Standard in New York. The Jazz Standard, waar Belgische bieren – o.a. Duvel en Chimay - worden geschonken en stevige steaks en spareribs worden geserveerd, is één van de betere clubs in NYC. Ook de muziek van Russell Malone en zijn vrienden is van het stevige kaliber: hevig swingend, soepel en warm. Malone’s gitaarspel heeft heel wat van dit van Grant Green. Hier horen we zeven stukken, waar Russell Malone op één standard na (Irving Berlin’s How About Me?) kiest voor eigen werk en twee ongewone stukken waarbij Theme from Gunsmoke, dat hij een eigenzinnige, grappige draai meegeeft. Samen met pianist Martin Bejerano, bassist Tassili Bond en drummer Johnathan Blake speelt Malone hier een hartverwarmende set. Luc De Baets
compositie draagt. Op deze release treedt ze met een arsenaal slaginstrumenten (marimba, vibrafoon, gongs,…) in dialoog met saxofonist en fluitist Jan Garbarek. Marilyn Mazur maakt sinds het begin van de jaren 90 deel uit van de Garbarek Group, maar voor deze gelegenheid werden de rollen omgedraaid. Mazur laat haar instrumenten zingen, dansen, fluisteren en Garbarek improviseert op ongeveer de helft van de cd op haar ritme. Het resultaat laat zich beluisteren als een boeiende vertelling. Wie zich de duoopname nog herinnert die Charles Lloyd enkele jaren geleden maakt met Billy Higgins weet helemaal waaraan zich te verwachten. Dirk De Gezelle
Myra Melford, Mark Dresser & Matt Wilson (Trio M) Big Picture Cryptogramophone/Codaex 50:26
**** Trio M is de wat bescheiden naam
voor dit supertrio van Myra Melford (p), Mark Dresser (b) en Matt Wilson (d). Alle drie zeer bekwame, maar vooral ook zeer fantasievolle muzikanten die hier samenspelen
alsof ze nooit anders hebben gedaan. Alle drie de musici leverden composities voor deze plaat en ook in alle andere opzichten zijn de drie gelijkwaardig. Zeven avontuurlijke stukken waarin zeer alert wordt gemusiceerd. Een pianotrio dat als een geheel opereert, is natuurlijk al lang geen bijzonderheid meer, maar de manier waarop deze drie musici elkaar aanvoelen en bespelen, is niet vaak vertoond. De cd heeft een fantastische dynamiek en ondanks de vele tempo- en melodiewisselingen houden de nummers richting. Degene die de show steelt, is Mark Dresser met zeldzaam inventief baswerk, maar de andere twee zitten hem zo dicht op de hielen dat Big Picture wat dat aangaat om een finishfoto vraagt. Mischa Andriessen
Georgia Mancio Trapeze
Roomspin Records/ www.georgiamancio.com 58:51
Cecil Taylor/ Tony Oxley Leaf Palm Hand
Jazzwerkstatt/Codaex – 69:36
*** Het Duitse Jazzwerkstatt brengt twee
heruitgaven op de markt van cd’s die eerder op het Berlijnse FMP-label verschenen. Ze zijn allebei zeer de moeite waard. Five Facings is de neerslag van vijf duo’s met pianisten die sopraansaxofonist Steve Lacy tijdens een weekje Workshop Freie Musik in Berlijn speelde. De twee openingsnummers met Marilyn Crispell lukken al vrij aardig. Maar de drie nummers met Misha Mengelberg die erop volgen, zijn juweeltjes. Mengelberg is net als Lacy geobsedeerd door Thelonious Monk. Hun versies van Off Minor, Ruby My Dear en Evidence vormen het hoogtepunt van deze cd. Maar ook de rest valt best te pruimen. Vladimir Miller valt op met donkere akkoorden à la Mal Waldron, en Ulrich Gumpert laat eerder klassieke invloeden horen. En de lange improvisatie met Fred Van Hove bewijst hoe boeiend interactie tussen twee persoonlijkheden kan zijn. Van een heel andere orde is de piano van Cecil Taylor. Zijn duo-opname
34
Jazzmozaïek 1/2008
Het is een niet alledaagse combinatie: een contratenor (recht uit de klassieke wereld) die begeleid wordt door een jazzy pianotrio. Deze vier veertigers maken prachtige muziek, gebaseerd op teksten die een kleur als onderwerp hebben. Zij hanteren daarin vooral de haiku (Japanse dichtvorm met drie rijmloze regels van respectievelijk vijf, zeven en vijf lettergrepen). Het resultaat is ronduit verbluffend. De sfeer op de plaat varieert van uiterst ingetogen tot uitbundig, en de nummers geven zowel de vocalist als de muzikanten heel wat ruimte om hun kunnen te illustreren. Als je dan nog weet dat niet alle muziek uitgeschreven stond, maar dat men ook de improvisatie liet meespelen, dan wordt het helemaal boeiend. Het resultaat is ietwat sprookjesachtige sfeermuziek (ook al door de delay-effecten op de stem) die altijd van een hoog niveau is en blijft. Dat Lesne, als klassiek geschoold zanger, de composities van Angelini en Viret met veel inlevingsvermogen zingt, zorgt ervoor dat dit geen bloedloze plaat is geworden. Voorwaar een zeer origineel kwartet dat met een gedurfde aanpak een heel persoonlijke toets geeft aan het begrip ‘hedendaagse muziek’. Marc Van de Walle
*** Georgia Mancio kaapte in 2005 de
eerste prijs weg op The Brussels International Young Singers Competition. Ondertussen is ze hier aan haar tweede album toe. De Engelse zangeres heeft Italiaanse roots en grootvader en grootmoeder waren respectievelijk concertpianist en operazangeres. Ze heeft een elegant en trefzeker phrasé. Haar soepele, zachte stem leent zich uitstekend voor pure latin nummers en zo is haar debuutalbum overwegend Latijns gekleurd met songs uit Chili, Brazilië, Italië en Cuba, naast enkele jazzstandards. Het verrassende gemak waarmee ze deze stukken brengt accentueert haar natuurlijk talent. Het begeleidend kwintet speelt functioneel. Luc De Baets
Marilyn Mazur Elixir
ECM Records/Universal Music 55:00
*** De Deense percussioniste Marilyn
Mazur verzamelt al haar leven lang instrumenten uit alle mogelijke delen van de wereld en creëert er wonderlijke klanken mee. Ze werkt in orkestverband en slaat ook regelmatig haar vleugels uit in jazzensembles allerhande. Soms maakt Mazur gebruik van spaarzame kleuren, terwijl ze elders de grote trom roert en met haar inventieve spel een ganse
Steve Lacy Mal Waldron Live in Berlin Jazzwerkstatt/Codaex – 43:09
DE
Bijna vijfentwintig jaar oude opnamen van twee musici bewijzen hier opnieuw wat de kern van jazzimprovisatie is. Twee musici ook die wisten dat compositorische kwaliteiten voor de grote improvisator onontbeerlijk zijn. Gezamenlijk en afzonderlijk zoeken de sopraansaxofonist en de pianist hun weg, waarbij zij elkaar steeds weer onderweg tegenkomen. Het verbluffend gemak waarmee dat lijkt te gaan, is natuurlijk maar schijn. Live in Berlin klinkt alsof het duo elke keer de enig voorhanden zijnde optie kiest, terwijl de keuzes in werkelijkheid vanzelfsprekend legio waren. Vooral in Waldrons Snake Out raakt het publiek hoorbaar en volkomen terecht bezield van de majestueuze manier waarop muziek vanuit het schijnbaar niets vorm wordt gegeven. Waldrons ervaring als begeleider van zangeressen als Billie Holiday is een grote pre en Lacy blijft een meester op de sopraansax. Echte top. Mischa Andriessen
Frank Morgan with the Rodney Kendrick Trio Bop!
Octurn/Magic Malik _XPs [live]
*** Hij zou een van de allergrootsten
Onvoorspelbaarheid is Octurns belangrijkste streven én troef. De groep bestaat uit een vaste kern musici die voor elk project contact zoekt met andere geestverwanten. De vorige cd werd gemaakt met gitarist Pierre van Dormael. Ditmaal is de bijzondere fluitist Magic Malik van de partij. In de muziek van Octurn komen heel veel invloeden samen; er zijn raakvlakken met elektronische muziek en experimentele rockjazz, maar het belangrijkste in hun sound is het over elkaar laten schuiven van verschillende harmonische en ritmische lagen. Daardoor ontstaat een duizelingwekkend effect als een soort audio fata morgana. Wie zich daarin laat meevoeren – en moeilijk is dat niet – ontdekt de opmerkelijk rijk geschakeerde klankkleuren en ritmes, die niet meteen uitgelegd kunnen worden, maar wel gevoelsmatig begrepen. _XPs live klinkt hermetischer dan voorganger North Country Suite, maar overtuigt niet minder. Mischa Andriessen
Telarc/Codaex – 62:41
worden, maar raakte al van het rechte pad af voor zijn carrière goed en wel begonnen was. Frank Morgan verdween voor jaren van het toneel. Toch kwam hij terug en speelde tot het echt niet meer ging; hij overleed eind vorig jaar nadat hij net een Europese tournee had afgerond. Bop! dateert uit 1997. Een cd met acht overbekende standards als A Night in Tunesia, Blue Monk, 52nd Street Theme en Lover Man. Overbodig, als hij hier niet een heel bijzondere altist aan het werk was. Een man met sound, overzicht en verhaal. Morgan en zijn vakkundige band doen geen moeite om de bebop een ander gezicht te geven. Morgan speelt heel geïnspireerd en zonder wroeging in het idioom dat hem gegoten zit en dat hij had helpen vormgeven als zijn leven anders gelopen was. Mischa Andriessen
Oz Noy Fuzzy
Magnatude Records – 67:23
****
Dit Israëlische wonderkind profileert zich klaar en duidelijk als fusiongitarist. Maar dan wel één die ons bijzonder kan bekoren. Gesteund door bas, drums en keyboards zet hij op een eigenzinnige manier mooi gekleurde en gestructureerde riffs neer. Elke lijn wordt netjes opgebouwd vanuit een solo, die op de gepaste plaatsen wordt aangevuld met geharmoniseerde variaties en arpeggio’s die alles netjes in balans houden. De transparante, frisse en briljante tonaliteit – zijn sound is herkenbaar uit de duizend – werkt aanstekelijk; steeds wordt er gespeeld met een zeer gevoelige en gepaste aanslag. Zo bereikt hij een mooie dynamiek in zijn spel. Voeg daarbij een voorbeeldige interactie met de overige muzikanten (de bezetting wisselt) en je krijgt een plaat die barst van de energie. Oz Noy laat nergens het gevoel achter ook maar één moment inspiratie tekort te komen. Hier en daar moet je wel wat elektronisch gewriemel voor lief nemen, maar deze fijne plaat blijft uitblinken door haar eigenheid, door een jazzy en funky, eigentijds gedurfde aanpak. En zo horen wij het (heel erg) graag. Marc Van de Walle
Octurn/Octurn.com – 2cd 2:03:02 ( )
*** *
als Bob Dylan, Eddie Money en Pat Benatar, was een belangrijke figuur in de fusion onder meer in Tony Williams Lifetime en had daarnaast zijn eigen projecten die niet altijd onder een duidelijke noemer te vangen zijn. Op eenzelfde manier schurkt The Anti Social Club wel tegen fusion aan, maar komt door zijn vrijere, meer weidse benadering toch wel wat anders over. Hij heeft een sterke band rond zich verzameld waarin naast coryfeeën uit de rockjazz als Jimmy Haslip en Alex Acuňa en de vaste sterren uit de Cryptogramophone stal: Nels Cline en Scott Amendola ook jong talent als trompettist Ambrose Akinmusire optreden. De zeven funky composities bieden een perfect platform voor hun grote vakmanschap, maar zijn dwingend genoeg om de groep als een hechte band en niet als jamsessie te laten klinken. Mischa Andriessen
Gianluca Petrella/ Indigo 4 Kaleido
Blue Note Records/EMI – 57:09
****
Evan Parker, Barry Guy, Paul Lytton Zafiro Maya Recordings/Codaex 60:48
Les trésors du Jazz Le Chant du Monde/Harmonia Mundi
Onder de naam Les Trésors du Jazz zijn André Francis en Jean Schwartz, jazzkenners en verzamelaars, al enkele jaren bezig aan een titanenwerk. In de vloed van vele oninteressante heruitgaven die de markt overspoelen is dit werk een verademing. Dit is een degelijk en meticuleus werk van twee kenners, dat echt aan het uitgroeien is tot een ware chronologische anthologie van de jazz. Opmerkelijk zijn ook de inspanningen die vooral bij de oudere opnamen gedaan zijn om de klank digitaal te restaureren.
Les Trésors du Jazz 1956
L’histoire du Saxophone Jazz
****
****
In de sobere verzamelbox zitten 10 cd’s in genummerde mapjes, samen met een boekje met 55 blz. sobere maar essentiële informatie bij iedere track. In deze zevende uitgave zijn de auteurs in het jaar 1956 beland. Ongeveer 130 stukken in chronologische volgorde van opnamedatum. Bovendien zijn er voor ervaren collectioneurs vast nog ontdekkingen te doen. Want dit is geen verzameling van de allergrootsten alleen. Maar de kwaliteit is duidelijk een criterium. In de zeventig hier vertegenwoordigde namen, vinden we als enige Europeaan zowaar Sadi terug in het gezelschap van Martial Solal.
Eerder zijn er ook al boxen verschenen met de geschiedenis van de jazzpiano, de bigbands en met zang in de jazz. Nu is er een box uit met de geschiedenis van de saxofoon. Het mooie van de tien cd’s tellende verzameling opnames is dat de samenstellers ook de mindere goden laten horen. Niet alleen de trendsetters, maar ook diegenen die in hun schaduw speelden. Zo’n zeventig verschillende saxofonisten. Opnieuw duidelijk kwaliteit en heel veel bekende namen. Een fraai document dat echter ophoudt in 1956 om voor de hand liggende redenen.
****
Niets nieuws onder de zon, wel typische Evan Parker-muziek van de bovenste plank. Live opgenomen in Barcelona met die twee andere reuzen uit het improvisatiekamp: Barry Guy (cb) en Paul Lytton (perc). Zij zetten je brein op hoge versnelling en hanteren op ongebreidelde wijze, die andere taal, ons aangeleerd door O. Coleman, Coltrane en C. Taylor. Je weet wel, die muziek die je nu niet meer kan spelen in een jazzclub. Deze drie Britten spelen sinds een kwarteeuw in trio-vorm. Zo weet je dat woorden als interactie, parallelle energie en telepathisch groepsgedrag niet ijdel gebruikt kunnen worden. Het grappige is (voor de niet-vertrouwden) dat je met deze muziek niet kan spreken over een mooi melodietje, een walsje of een swing. Je moet er gewoon naar luisteren en meereizen als klein duimpje in wonderland. Goede reis. Chris Joris
Alan Pasqua The Anti Social Club Cryptogramophone/Codaex 56:15 ( )
*** Toetsenist*Alan Pasqua heeft zich
nooit tot een stijl beperkt. Hij speelde pop en rock met mensen
Ooit vroeg ik Mel Tormé welk instrument het dichtst bij de menselijke stem staat. Terstond antwoordde hij: “Als ik zing denk ik altijd aan de trombone.” De meningen over dat vraagstuk lopen nogal uiteen, maar maakt nu even niet uit. De Italiaanse trombonist Gianluca Petrella (1975-Bari) is van het kaliber: hedendaagse jazz, met dien verstande dat je nog duidelijk kunt horen dat bij hem thuis vast wel een flink deel van de rijke trombonetraditie in de platenkast aanwezig is en ook is gedraaid. Kortom, Petrella speelt met veel overgave. Vroeger werd dit een Gutbucket Trombone genoemd. Het is dat haast slurpende geluid, omgeven door een flinke dosis oprechte soul. De Indigo 4 is, afgaande op de datum van de vorige cd, tenminste al sinds 2004 in bedrijf en zelfs ook nog in dezelfde bezetting: Francesco Bearzatti (ts/k), Paolino Dalla Porta (b), en Fabio Accardi (d/perc). Petrella, vorig jaar ontvanger van de Paul Acket Award – North Sea Jazz, bedient zich naast de akoestische bijdragen ook van live electronics en samples. Laat dat niemand afschrikken want hij gaat ermee om met smaak en kleurt de muziek met fraaie vondsten. De zeggenschap van de leider (en uitzonderlijk componist) legt misschien wel wat druk bij de anderen, onder wie, op slidetrompet, gastsolist Steven Bernstein. Ze lijken er aardig tegenop gewassen. Als het stel (Indigo 4) bij el-
Een punt van kritiek dat we eerder al hebben geuit is dat de informatie efficiënter had kunnen samengebracht worden. De beknopte commentaar van André Francis en de technische info over de bezetting, datum en plaats van opname zijn hier opgesplitst in twee delen. Een lacune is bovendien dat men het originele label of althans de bron van deze opnamen niet vermeldt. Meer info over deze uitgave op www.chantdumonde.com/fr/label/jazz.php
Luc De Baets
Jazzmozaïek 1/2008
35
vervolg ... kaar blijft moet dat internationaal nog meer bekendheid opleveren, hoewel Gianluca Petrella zich, in welke bezetting ook, altijd wel zal manifesteren. Dat krijg je met zo’n enorm talent. Jaap Lüdeke
Gonzalo Rubalcaba Avatar Blue Note Records/EMI 65:21
****
Dianne Reeves When You Know
Blue Note Records/EMI – 53:21
** Laat het voor nu en altijd duidelijk
wezen dat we Dianne Reeves een grote dame vinden, een droom van een zangeres en ze de plaats van the next lady in jazz ruim verdient. Bovendien zijn we heerlijk verliefd op haar krachtige Mandingo aangezichtje, maar stapt ze mee in de tirannie van de grote Blue Note bazen om naar champagne ruikende producties af te leveren, vol sterrengefonkel en in gala-kleedje. Gaat het bovendien om een George Duke-productie, dan weten we dat het tijd is voor elevator music. Dat Reeves ook grandioos blijft in deze context is algemeen geweten, maar het sterrengefonkel bij onze beoordeling brandt dan toch op een laag pitje, ter algemene glorie van de jazz. Chris Joris
Jason Robinson Fingerprint
Circumvention/Circumventionmusic.com – 67:32
*** Jason Robinson is een even veelzij-
dige als bevlogen saxofonist die de drijvende kracht achter een groot aantal muzikale projecten en het Circumvention label is. Met groepen als Cosmologic en het Cross Border Trio heeft Robinson vooral de vrije improvisatie verkend. Fingerprint is ten dele traditioneler met een aantal nummers die terug lijken te wijzen naar het werk van Wayne Shorter halverwege de jaren zestig. Daarnaast experimenteert Robinson hier met stukken op de grens van compositie en improvisatie. Daarbij maakt hij gebruik van verschillende bezettingen. De composities op zich zijn sterk en Robinson lijkt als saxofonist bovendien verder gegroeid te zijn. De diversiteit van het materiaal maakt Fingerprint echter een wat fragmentarische plaat zonder duidelijke lijn. Een boeiende cd die past bij de ruimdenkende instelling van Robinson, maar denkelijk geen eindpunt in zijn ontwikkeling is. Mischa Andriessen
36
Jazzmozaïek 1/2008
vader, een pianist, werkte samen met Louis Armstrong, en ook haar moeder is professioneel met muziek bezig (zij is een uitstekende bassiste). Catherine tourde de wereld al rond met groten als Paul Simon, Steely Dan, Cyndi Lauper, Jackson Browne, e.a. Na haar debuutrelease in 2006 (Cat) speelt ze ons nu een plaat toe als een teletijdmachine. Bij beluistering zit je zo in een bruine kroeg, gevuld met New-Orleans of Dixieland. Russell heeft echt wel een one of a kind stem; wat ze zingt is authentiek en doorleefd. Echtheid is hier dé bovendrijvende karakteristiek; de cd straalt daardoor enthousiasme en gedrevenheid uit. Dat verschaft je veertien nummers ontspannen luistergenot van de bovenste plank. Er bestaat veel gesofisticeerder jazz, maar dit is echt wel the real thing, en daar ontkom je als luisteraar niet aan. Wij waren binnen enkele seconden al overtuigd dat “the lady’s got potential”. De schoonheid en kracht van de eenvoud? Marc Van de Walle
Heinz Sauer The Journey 75 Happy Birthday Toen we knielden voor de harmonische verfijning van Bill Evans, benadrukt door Hancock, de sprankeling van Tyner en de razende techniek van K. Jarrett, dachten we dat nieuwkomer Rubalcaba de zoveelste afgestudeerde kloning zou worden van deze grote voorbeelden. Hij ontstijgt echter deze speculatie en overbrugt al deze voorbeelden tezamen, onder blijvende invloed weliswaar. Toen vonden we dat de jazz te beschaafd werd, technisch veeleisend en van vele walletjes ging eten, maar de uitvoering bleek onberispelijk. Bij deze generatie verliest de jazz wat van zijn uit de buik gevoel, maar toegegeven, de complexiteit is subliem. Avatar is een gespierd kwintetalbum met o.a. Yosvany Terry (as,ss,ts) als opvallend solist, die het merendeel der stukken schreef. De Cubaanse wonderboy zelf, die tussen de complexe riffs in, nog de tijd vindt om boeiend te vertellen, verbaast ons cd na cd. Deze opname kent meerdere temperatuurschommelingen. Ik mag dit album bejubelen, maar denk aan zijn Live at Montreux en The Blessing (destijds met Charlie Haden) en weet ik wat ik mis. Hoe vuiler de dampkring, des te cleaner de muziek, valt me op, maar dit is een mooie Rubalcaba-cd, hoor. Chris Joris
Catherine Russell Sentimental Streak World Village/Harmonia Mundi – 47:03
**** Catherine Russell komt uit een buitengewoon muzikaal gezin. Haar
ACT/Challenge Records 70:31 ( )
*** *
Die 75ste verjaardag heeft de Duitse tenorist Heinz Sauer alweer achter de rug. Terugblikkend zal hij deze cd met verzameld werk uit de periode 1964-2007 van hem en bij anderen wel gewaardeerd hebben. Zo’n kado krijgt tenslotte niet iedere muzikant. Van Sauer was er genoeg materiaal voorradig om deze productie aanbevelenswaardig te maken. De eerste drie stukken maakt hij nog deel uit van de formaties op naam van de gevierde in 2005 overleden trombonist Albert Mangelsdorff. Dan blijkt Sauer al, naast zijn solistische escapades, ook een frivool componist te zijn. Tot in de jaren tachtig laat hij de ballads op de cd over aan meestercomponisten als: Thelonious Monk en Billy Strayhorn. Dus: Round about Midnight, Lush Life en Chelsea Bridge. Bij voorkeur speelt Sauer die langzame stukken in duoverband met de Amerikaanse pianist Bob Degen. Later, tot heden, is na lang zoeken pianist Michael Wollny op het toneel verschenen. In zo’n overzicht van jaren is het interessant om te constateren dat Sauer ook muzikale favorieten onder zijn collega’s had. Ze variëren van Sonny Rollins in het begin, tot Archie Shepp en zelfs Bennie Wallace, in latere jaren. Dan hoor je vinnige flageoletten en de bekende vrolijke bokkensprongen die we van Wallace en uiteraard Eric Dolphy kennen. Met inbegrip van zijn eigen aandeel is Heinz Sauer een zeer gedegen tenorist. Deze cd bewijst ook nog eens dat hij uit volle borst zijn instrumentbeheersing transponeert naar doorgaans sprankelende muziek in het veelal boeiende jazzidioom. Hij verdient tenminste in West-Europa meer aandacht, nu het nog kan… Jaap Lüdeke
Saxkartel guest Tutu Puoane Yellow Sounds & other colours W.E.R.F./AMG – 70:36 ( )
*** *
Yellow sounds & other colours is de derde cd van Saxkartel. Op deze plaat is Robin Verheyen wegens langdurig verblijf in de Verenigde Staten tijdelijk vervangen door Frank Vaganée en levert de ZuidAfrikaanse zangeres Tutu Puoane aan een aantal nummers een bijdrage. De dertien nummers zijn een aangename mix van standards als Dat Dere, Goodbye Pork-pie Hat en Caravan en eigen oorspronkelijk materiaal van baritonsaxofonist Tom van Dyck en de Nederlandse violist Oene van Geel. Het klankbeeld van de groep is bijzonder fraai en de donkerwarme stem van Puoane past daar naadloos in. Saxkartel klinkt als een hecht kwartet, maar heeft met Sara Meyer en Kurt Van Herck naast de al genoemde blazers meer dan voldoende solistische kwaliteit in huis om Yellow Sound & other colours tot een bijzonder levendige en aangename plaat te maken. Mischa Andriessen
leverde dat speurwerk de ontdekking van prachtige live opnamen van het het Charlie Mingus sextet uit 1964 op. Nu is er de release van een kort concert van het Horace Silver kwintet uit 1958. Toen nog met trompettist Louis Smith die kort daarop zou plaatsmaken voor Blue Mitchell waarmee de groep tot 1963 een vaste bezetting had bereikt. De hoestekst spreekt van een ‘masterwork uncovered’ dat is wat te veel eer, want wereldschokkend is het songmateriaal noch de prestatie van de musici vanwege het gebrek aan verrassingen niet. Dat neemt niet weg dat Live at Newport ’58 een prima plaat is en bovendien pas de tweede officiële live-cd die er van Horace Silver bestaat. Mischa Andriessen
Arnie Somogyi’s Ambulance Accident and Surgency
Linn Records/Codaex – 55:25
****
Diane Schuur Some Other Time
Heads Up/Codaex – 51:32 ( )
**** *
Deedles behoeft al lang geen introductie meer. Deze grande dame van de jazz laat elk nummer knallen en schitteren zodat elke luisterbeurt weer een waar luisterfestijn wordt. Haar ode aan de jazz van haar ouders’ generatie is érg geslaagd. De prachtige orkestratie en de krachtige stem van La Schuur zijn daar uiteraard niet vreemd aan. Dit is oerdegelijke muziek, straten oud maar vol vuur nieuw leven ingeblazen. Bij de vertolking van werk van Gershwin, I. Berlin, Vernon Duke en andere kanonnen van het genre merk je dat Schuur haar stem zonder moeite op een eenzaam hoog niveau laat zingen. Ze schalt als een trompet, klinkt ingetogen en zacht als een onschuldig engeltje, en barst daarna weer vol energie los als wil ze een leger commanderen. Binnen zijn genre is dit een absolute topper, waarvan je laid-back het allerbeste kunt smaken. Marc Van de Walle
Horace Silver Live at Newport ‘58 Blue Note Records/ EMI 44:48
*** Bij Blue Note hebben ze de laatste jaren behalve hun omvangrijke eigen archief ook de archieven van de Library of Congress afgezocht, op zoek naar interessant onuitgegeven materiaal. Vorig jaar nog
De Ambulance van Arnie Somogyi is een verrassend sextet dat instaat voor een spetterend muzikaal avontuur. Dit is geraffineerde en boeiende muziek, met zorg georchestreerd (Adrift). Kleurrijke sfeerstukken wisselen af met korte krachtige statements, als Sirenity, waar de ambulance door de kamer scheurt. In deze louter akoestische omgeving, worden enkele accenten gelegd door ‘soundscapes’ van de laptop, echter beperkt tot een zeer functionele rol. Hier krijgt de verveling geen kans. Bovendien is de klankregistratie door Linn Records zoals altijd van de bovenste plank met een ruim en gedetailleerd klankbeeld van dit knappe sextet met Eddie Henderson (t), Paul Booth en Rob Townsend (rieten), Tim Lapthorn (p), Dave Smith (d) en Arnie Somogyi (b), de leider van deze groep. Luc De Baets
Steam Team Global Heating
E-bop/jeroendoomernik.nl 50:10 ( )
** *
E-bop, zo noemt dit Nederlandse kwintet haar muziek. Hoewel de eerste associatie naar elektronica uitgaat, staat de ‘E’ volgens de groep voor eerlijk, expressief, energiek en explosief. E-bop brengt behalve de term niets nieuws. Die ‘E’ kan gerust vervangen worden door ‘hard’ want de band grijpt terug op de muziek van begin jaren zestig. Niet voor niets speelt het vijftal hier ook een nummer van Joe Henderson. Dat is helemaal niet erg, want de zelf gevonden kwalificaties zijn niet overtrokken en dekken de lading tamelijk goed. Steam Team mag
dan minder origineel zijn dan het zichzelf profileert; de musici zijn allemaal vakmensen die ook alleszins acceptabele composities afleveren waaronder een paar sterke ballads. Zeker voor een in eigen beheer opgenomen en uitgebrachte cd is de geluidskwaliteit bovendien goed. Dat is het belangrijkste verschil met de jaren zestig hardbop die als inspiratie heeft gediend. Mischa Andriessen
Aki Takase Something Sweet, Something Tender Enja/Codaex – 60:31
****
Zestig is ze intussen, de Japanse Aki Takase die door haar huwelijk met collega-pianist Alexander von Schlippenbach al vele jaren actief is op de Europese jazzscene. Zoals haar man is Takase net zo goed te vinden voor traditionele jazz als voor het straffere avant-garde werk à la Cecil Taylor. Deze zeer geslaagde solopiano-cd houdt het midden tussen de twee. Takase speelt hier telkens twee composities van grote voorbeelden als Thelonious Monk, Ornette Coleman en Carla Bley. Het titelnummer is dan weer van Eric Dolphy, ook al voer voor fijnproevers. Maar de kern van deze cd vormt haar eigen lange suite Something for A. Daarin laat ze haar brede spectrum - van jazz over klassiek tot avant-garde – ruim bewonderen. De invloed van Cecil Taylor is dan nooit ver weg, of is het die van echtgenoot Alex? Héél sterke cd. Peter De Backer
John Taylor Whirlpool
CamJazz/ZYX Records – 54:09
****
Wat een plezier om bassist Palle Danielsson nog eens te horen. Zijn warme klank en verende baslijnen sierden ooit het Scandinavische kwartet van Keith Jarrett. In het trio van de fantastische Britse pianist John Taylor speelt hij ook een vooraanstaande rol. En drummer Martin France, ooit bij bigband Loose Tubes, legt subtiele accenten. Maar de ster van dit trio is uiteraard Taylor zelf. Met een klank die zowel aan Bill Evans als Bobo Stenson doet denken, vormt Taylor de perfecte syn-
these van wat een modern pianotrio kan bieden: van supervirtuoos over ingetogen tot uitgesproken lyrisch. Taylor bracht drie eigen composities mee, en drie pareltjes van zijn vriend Kenny Wheeler. En telkens blijkt hoe mooi en ongedwongen dit trio alles aanpakt. Met Rosslyn maakte Taylor vier jaar geleden een indrukwekkende ECM-opname. Deze nieuwe op het Italiaanse CamJazz is wat minder zweverig maar even goed. Peter De Backer
Sabin Todorov Trio Inside story Igloo/AMG – 53:03
****
Sabin Todorov hebben we zijn weg zien en horen maken met zijn trio in alle mogelijke situaties, o.a. als begeleider van The Music Village International Singers Contest. Maar wat de kleine Bulgaar, al jaren vast gehuisvest in Brussel, hier uit de 88 toetsen haalt is een verrassing. Zijn sterke heldere toucher – duidelijk gevormd in een strenge klassieke opleiding in Sofia - , zijn kleurrijke melodievorming en de ongewone ritmes, zijn eigen aan de Balkan. Verder heeft zijn jazzopleiding in Brussel, waar o.m. Diederik Wissels en Nathalie Loriers hem op weg hebben geholpen, duidelijk invloeden nagelaten, Hij rekent ook Chick Corea, Fred Hersch en ‘landgenoot’ Bojan Z tot zijn favorieten.. Sabin Todorov heeft met dit debuutalbum meteen zijn visitekaartje afgegeven. De thema’s hebben vaak een Balkantintje, dansend, volks en fleurig, maar krijgen telkens een bewerking, die van Todorov een jazzpianist maakt met een apart verhaal. De intensiteit van zijn frasering en het sprekende verhaal dat hij brengt in het solowerk, maakt dat de kleine Bulgaar in ieder geval is uitgegroeid tot één van de meest beloftevolle pianisten op onze muziekscene. Dit is rijke muziek, die met de hulp van bassist Sal La Rocca en drummer Lionel Beuvens, die hier mee zorgt voor de rijke ritmische variatie, mag ingekaderd worden bij de betere producties van Igloo. Luister naar Carambole, een speels dansend niemendalletje, waar Sabin helemaal uit de bol gaat. Grandioos! Luc de Baets
Trio Grande & Matthew Bourne Un matin plein de promesses W.E.R.F./AMG – 61:10 ( )
*** *
Trio Grande, gegroeid uit Trio Bravo, heeft in de jaren van zijn bestaan zijn naam gevestigd als een soort merknaam. Vaste pionnen zijn nog steeds tubaspeler (ook trombone) Michel Massot en slagwerker Michel
Dubrulle. Saxofonist Fabrizio Cassol werd ingewisseld voor de Franse multi-instrumentist Laurent Dehors, een muzikale acrobaat van het zuiverste water. De muziek is een amalgaam van freejazz, avant-garde, eigentijds klassiek en muzikale slapstick. Het album start betrekkelijk rustig met l’Acrobate maar evolueert al snel tot een muzikale orgie. Massot en Dehors zorgen voor de meeste stukken. Met de knotsgekke Dehors verdwijnt vrij snel het laatste greintje ernst uit de muziek. Uitschieters zijn het melodische L’hypnotique en het forse Scarabée (Massot), Valence Valse en het mysterieuze Le Ciel (Dehors) en het enige stuk van gastpianist Matthew Bourne, le Bossu de Rossignol dat met Le Ciel halverwege wat rust brengt en waar het spektakel wijkt voor expressie en emotie. Met Menuet en La Fin de l’été, bijna filmische miniatuurtjes, ontpopt Dehors zich helemaal tot de Spike Jones van deze tijd. Als visueel spektakel is deze act geweldig, vanuit de speakers van de stereo-installatie is dit net een dimensie te weinig voor dit stuk muzikaal theater. Deze levendige, vrolijke en gekke muziek kan je dus het best live degusteren. Luc De Baets
McCoy Tyner Afro Blue
Telarc/Codaex – 54:31 ( )
*** *
Dit zou je een All-star cd kunnen noemen rond de sublieme McCoy Tyner met partners als Steve Turre, Gary Bartz, Giovanni Hidalgo, Claudio Roditi, Bobby Hutcherson, Stanley Clarke, Al Foster e.a. Neen hoor, ze spelen niet allen tezamen, want het gaat hier om een compilatie uit vijf Telarc-cd’s: in kwintet, kwartet, trio en solo en eentje met de Latin All Stars. Steengoede muziek, maar verzamelaars kopen de sessie-albums en i-Tunes-freaks hebben dit schijfje helemaal niet nodig. Waarom compileren labels? In de jaren ’60 bezaten The Best Of’s en de Greatest Hits nog een charme voor de verwoede labelverzamelaar of fungeerden ze voor de beginnende liefhebber als een kennismaking met de artiest. Ik zou zeggen: haal de vijf cd’s in huis om netjes in je cd-kast te koesteren en koop deze Afro Blue om in je wagen te draaien op weg naar het werk. De opnames behelzen de periode tussen 1998 en 2003, waar we Tyner’s affectie voor de latinjazz en het klassieke repertoire ervaren. De onstuimige, modale klavierstormen uit de Coltrane-
tijd hebben plaats gemaakt voor een kristallen romantiek, die alleen maar bewijst dat Tyner een tijdloos pianist is en thuishoort in de Hall Of Fame van voorgangers als Tatum, Teddy Wilson, Garner en Ellington. Chris Joris
Marcin Wasilewski Trio January
ECM Records/Universal Music 70:50 ( )
*** *
De drie Poolse musici begonnen hun carrière bij de enigmatische trompettist Tomasz Stanko. In 2005 kregen pianist Marcin Wasilewski, bassist Slawomir Kurkiewicz en drummer Michal Miskiewicz alias Simple Acoustic Trio internationale erkenning als autonoom pianotrio dankzij hun opgemerkte debuut voor ECM. Omwille van ongeschreven marketingwetten in de jazz draagt de groep nu de naam van de ‘leider’. Wasilewski is een uitstekende toondichter en een begenadigde pianist. Zijn composities, geschilderd met een impressionistisch penseel, worden meesterlijk – bijna telepathisch – aangevoeld door de bassist en de drummer, die beide telkens de juiste toets vinden om de ziel van de songs tot uitdrukking te brengen. In King Korn (Carla Bley) gaat elk zijn eigen weg, zonder het oogcontact te verliezen. De densiteit en verbondenheid waarmee deze drie avonturiers hun weg zoeken komt ook mooi tot uiting in Vignette (Gary Peacock), of in Balladyna (Tomasz Stanko). Dirk De Gezelle
Bobby Watson From The Heart
Palmetto Records/Codaex 57:15
*** Ooit stond hij in de frontlijn bij
Huong Thanh & Nguyên Lê Fragile Beauty
DE
ACT/Challenge Records – cd – 58:10 Nguyên Lê versmelt al heel lang Vietnamese met Westerse muziek (Bakida, Million Waves, Three Trios e.a.). In Tales from Vietnam werkte hij al samen met de eveneens in Parijs wonende zangeres Huong Thanh. We kennen hem als een perfectionist met een zeer aparte/heel eigen sound. Op deze schijf brengt hij twaalf Vietnamese liederen, die werkelijk prachtig be- en verwerkt zijn. Door onverwachte wendingen, jazzy harmonieën, Afrikaanse ritmes en westerse popsounds te combineren bereikt hij een uniek resultaat. Luister naar die zingende gitaar, naar het gedurfde samenspel met oude Vietnamese instrumenten (de koto, de udu, trung, verschillende fluiten). Wat een fantastische botsingen die – hoe paradoxaal ook – steeds zeer harmonieus vorm krijgen! Voeg daarbij de ronduit fantastische vocale prestaties van Huong Thanh, die in onvervalste Vietnamese zangstijl moduleert tussen basisstem en falset, en je beseft meteen de draagkracht van de titel van deze plaat. Marc Van de Walle
Art Blakey’s Jazz Messengers. Zijn glasheldere en zeer herkenbare altsaxgeluid maakt ook vandaag nog indruk. Deze nieuwe, zijn derde al voor Palmetto, valt alweer best te pruimen. Dit is een soort vrolijke neo-hardbop, vol aanstekelijke melodietjes. Het openingsnummer Wilkes BBQ straalt een fris lentegevoel uit, dat de hele cd lang blijft nazinderen. Watson pende enkele composities zelf, maar laat ook veel ruimte aan zijn muzikanten. Watson heeft zijn Live & Learngroep tot een stevig geheel gekneed, met een uitstekende pianist Harold O’Neal, vibrafonist Warren Wolf en trompettist Leron Thomas in de hoofdrol. Peter De Backer
Bugge Wesseltoft IM
Jazzland/Universal Music 49:47 ( )
*** *
Samen met landgenoot en trompettist Nils Petter Molvaer raakte de Noorse pianist Bugge Wesseltoft bekend als icoon van de Nu-jazz. Op allerlei keyboards en gedreven door hiphopritmes creëerde Wesseltoft een heel eigentijdse elektronische en zelfs dansbare jazz,
Jazzmozaïek 1/2008
37
die een meerwaarde vormen voor de Europese jazz. Peter De Backer
Lizz Wright The Orchard
Verve/Universal Music 62:19
*** Je voelt de verwantschap met Casvervolg ... waarmee hij enkele jaren geleden een opvallend jong publiek naar Jazz Middelheim lokte. Deze IM is totaal anders. In essentie is dit een solopiano-cd. Ook nu gebruikt hij wel wat elektronica, en op het sterke YOYK komt Mari Boine drummen en zingen. Maar verder blijven de hiphopritmes achterwege. Pakkend is WY, waarin niet alleen de stem van George Bush weerklinkt, maar ook die van Zawadi Mongane, een Congolese vrouw die met haar getuigenis over oorlogswreedheden Wesseltoft diep heeft geraakt. Alleen achter zijn piano maakt Wesseltoft nooit indruk met virtuoos spel. De muziek is veeleer minimalistisch, met nu en dan wat klankeffecten, en spaarzaam gebruik van elektronica. Dit moet de meest intieme cd zijn van Wesseltoft, maar het is zeker niet zijn slechtste. Peter De Backer
weerhaakjes. Een criticus schreef al dat [em] geen trio is, maar een driehoek. De scherpe kantjes zijn er inderdaad niet afgevijld en dat maakt deze muziek – vol Europese invloeden – net zo rijk en fris. Veel traditioneler van opzet is het Benjam Schaeffer trio. Alleen al omdat de pianist op twee stuks na alle composities schreef. En de muziek is ook veel toegankelijker. Veel meer mainstream, maar ook hier met een duidelijk Europese stempel. En net als bij [em] klinkt het Benjamin Schaeffer trio als een volwassen groep, die de indruk wekt al vele jaren samen te spelen. Twee trio’s
sandra Wilson, niet alleen grijpt Lizz ook terug naar haar roots in het zuiden (Hahira, Georgia), ze heeft ook opnieuw Craig Street als producer. Haar warme in blues en gospel gedrenkte stem houdt je zoetgevooisd gevangen in de kabbelende songs. De begeleiding is heel gestileerd en vooral de akoestische gitaar overheerst (vooral Chris Bruce en Toshi Reagon, die hier liefst de helft van de liedjes componeerde). Met enkele pop-covers zoals Ike & TinaTurner’s I Idiolize You, Led Zeppelin’s Thank You en Patsy Cline’s Strange zal knappe Lizz zeker een ruim publiek aanspreken. Ze is alleszins een authentieke stem en de originele diepzwarte soulballads (o.a. My Heart, Speak Your Heart) zijn hartverwarmend. Bernard Lefèvre
Wollny/Kruse/ Schaefer [em] 3
ACT/Challenge Records 50:13
****
Benjamin Schaeffer Trio Roots and Wings Enja/Codaex – 59:01
*** Michael Wollny is dertig en Ben-
jamin Schaeffer pas 27. Twee piepjonge Duitse pianisten dus, en toch stralen ze al een enorme maturiteit uit. Dat geldt zeker voor Wollny wiens trio [em] eigenlijk een groepsproject is, want bassiste Eva Kruse en drummer Eric Schaeffer spelen elk een prominente rol, ook als componist. De vorige twee cd’s van [em] werden heel positief onthaald en dat zal met deze nieuwe niet anders zijn. Dit keer is vooral drummer Schaeffer in de pen gekropen. Hij schreef zeven van de dertien composities, Wollny en Kruse elk drie. Verwacht geen rechttoe rechtaan pianotrio. Dit is bedachtzame muziek, met
38
Jazzmozaïek 1/2008
Paul Van Kemenade & Guests No Way Station www.paulvankemenade.com – 55:28 Van Kemenade’s muziek roept onmiddellijk beelden op, is heel verhalend en speels. We horen deze altist veel te weinig in België. Uitschieters zijn de composities van Van Kemenade zelf (het titelthema is een juweeltje). De warme arrangementen zijn van Niko Langenhuijsen (b), die ook het laatste stuk schreef op deze, in twee delen, opgevatte cd. In het eerste deel horen we het P. Van Kemenade Quintet met als gasten Rik Mol (bugel,t) en gitarist Ferhan Otay, onderbroken door twee duo’s sax-piano, ééntje met Stevko Busch en ééntje met de sterke Michiel Braam. In het tweede deel speelt het strijkensemble Strings get Wings met de Franse Pierre Blanchard (v) als spannend solist. Een beklijvend werkstuk dat ons door de nachtelijke straten laat dwalen van Buenos Aires, New York of…Tilburg misschien? Chris Joris
DE
DVD Chet Baker with Michel Grailler & Jean-Louis Rassinfosse Love for Sale
Jazzdoor/Codaex – 45:00 ( )
*** *
Chet Baker in Stockholm in een concert met de Belgische bassist J.L. Rassinfosse en pianist Michel Grailler op 30 juni 1985. Gezien andere concerten in die periode met Philip Catherine in trio gespeeld werden, verbaasde ons de aanwezigheid van Grailler. We belden Rassinfosse en hij vertelde dat Grailler invaller was omdat Catherine niet vrij was voor deze gig. Deze eerder op video uitgebrachte dvd van Jazzdoor is één van de betere concerten van Chet Baker. Waarschijnlijk was het rustgevend kader van dit privé-museum, waar Chet zich neervlijde in een brede comfortabele Chesterfield zetel, oorzaak van de ontspannen set van dit trio. De opener Candy is het enige stuk waar Chet zingt, voor de rest laat hij zijn trompet zingen in prachtige, uitgesponnen versies van o.a. Love For Sale en Bye Bye Blackbird. Pure balsem voor de ziel! Beeldkwaliteit en klank aanvaardbaar. Luc De Baets
David Borge Chance, Discovery and Design Electroacoustic improvisation
Circumvention Music – 58:00
en in een nog verder stadium werden daar allerlei beelden aan toegevoegd. De muziek is het resultaat van toeval, ontdekkingen en vormgeving, daar verwijst de titel uiteraard naar. De kunstenaar is de begenadigde die drie factoren in één geheel kan vatten. Bruitages, elektronische effecten, maar ook zeer elegische muziek fungeren als cornerstone. De beelden (ook foto’s) gaan mee met de muzikale sfeer, en variëren tussen caleidoscopische figuren waar je bijna duizelig van wordt en knap gemonteerde fragmenten van precisiebombardementen. De lijst van medewerkers aan deze dvd is indrukwekkend. We noteren o.a. Joe Bigham (g), Mason Bretan (d), maar ook de cello, de viool en de tuba worden gebruikt binnen deze collage. En niet te vergeten: de laptop en de algoritmische muziekgenerator spelen hier mee als volwaardige instrumenten. Dit is een zeer knap gemaakte dvd wegens het gebruikte foto- en beeldmateriaal, en de aangrijpende klanken die je bij de strot grijpen. Maar het blijft een product voor een eerder beperkt aantal echte liefhebbers van het genre, vermoeden wij. Marc Van de Walle
Brecker/Metheny/ Holland/DeJohnette/ Calderazzo The Tales from the Hudson band, live in Tokyo
**** Een prachtige dvd, helemaal in de Deze dvd bevat opnamen uit 1997 lijn van het werk van ethnomusi- *** coloog en experimentator David Borgo. Alles begon met het maken van de muziek, later werd die elektronisch bewerkt/afgewerkt,
Jazzdoor/Codaex – 63.00
toen niemand kon bevroeden dat Michael Brecker er tien jaar later niet meer zou zijn. Dat verklaart mogelijk deze gemakzuchtig ogende uitgave. In elk geval is aan de vormgeving van de hoes en het camerawerk weinig aandacht besteed, maar niet ten onrechte zal het label gedacht hebben dat deze all-star bezetting voor zich spreekt. Drie tracks van het een jaar eerder verschenen Tales from the Hudson en een van Metheny’s hitalbum 80/81. Daarnaast weinig informatieve interviews met alle musici. De muziek moet hier het verhaal doen en dat zit wel goed, zelfs al is Brecker als componist wat in de schaduw gebleven van de virtuoze solist
die hij was waardoor Metheny’s Everyday I thank you het sterkste stuk is. Verrassingen kent het concert weinig. Dat betekent dus ook dat er op zeer hoog niveau wordt gemusiceerd. Mischa Andriessen
Jaco Pastorius Live at Montreal Jazz Festival, Canada 1982
Jazzdoor/Codaex – 56:54
****
Dizzy Gillespie & Miriam Makeba A Night in Tunesia Jazzdoor/Codaex – 37:40
** Dizzy staat op het podium van het Weense jazzfestival met leden van zijn United Nations Orchestra en de cover belooft een fusie met icoon Miriam Makeba, maar Dizzy en Miriam spelen nauwelijks samen. Ze is niet goed bij stem en haar programma straalt helemaal niet de Zuid-Afrikaanse kracht uit van weleer. De credits vermelden het jaar 1999, terwijl Gillespie overleed in 1993. Een slordige uitgave, die bovendien slechts iets boven het halfuurtje duurt. Klank en beeld zijn niet optimaal, maar tenminste anekdotisch. Het enige echte pluspunt is de sterke prestatie van de Gillespie-band, die zich lekker het bloed door de aderen speelt in A Night in Tunesia, goed voor twaalf minuutjes. Dat Jazzdoor zijn collectie festivalcaptaties op dvd wil aanprijzen is op zich een goed idee, maar maak er dan eerbaar werk van en draai de muziekfan geen rad voor de ogen. Chris Joris
Phineas Newborn Jr. Trio – Duke Jordan Trio Masters of Modern Jazz Piano Impro-Jazz/AMG – 54:00 ( )
*** *
Phineas Newborn Jr is een fenomeen. Deze multi-instrumentist vestigde zijn faam als pianist en kon een van de groten zijn geworden, maar kon zich niet doorzetten tengevolge van een labiel gevoelsleven. Hij was een virtuoos van het gehalte van een Oscar Peterson, maar stierf eenzaam (1989). In deze TV-show van 1962 met o.a. bassist Al McKibbon laat hij horen en zien welke formidabele pianist hij was, culminerend in een flamboyante versie van Sonny Rollins’ Oleo. Het tweede deel van deze dvd wordt ingenomen door het trio Duke Jordan. Wijlen Duke Jordan (2006), die nog met Charlie Parker speelde, was uitgeweken naar Europa en had zich een nieuw bestaan uitgebouwd in Kopenhagen. Dit is een set opgenomen in de legendarische club Montmartre in 1985 met de bekende Deense bassist Jesper Lundgaard en de vrij onbekende Age Tandgaard op drums. Jordu, de bekendste compositie van Jordan, een soort acroniem van zijn naam - sluit deze dvd af. Behoorlijke beeld- en klankkwaliteit. Luc De Baets
Deze opname dateert van 1982, het jaar waarin Pastorius goed scoorde met zijn tweede solo-album Twins. Hij had toen al heel wat podiumervaring met uiteraard Weather Report, en was al sinds het begin van de jaren zeventig ernstig bezig met jazz. Hier zien we hem aan het werk met Peter Erskine (d), Don Alias (perc), Thello Molineaux (steel drum), Bob Mintzer (sax) en Randy Brecker (t). De opname is uiteraard gedateerd maar toch staat er niet direct een stempel op deze muziek. Ze geeft een goed beeld van de artistieke prestaties van Pastorius, maar ook van zijn kompanen. Fijn om te zien (en te horen) zijn de bassolo (toen vér zijn tijd vooruit): de fretless Fender van Pastorius heeft een knorrend persoonlijk geluid, en de technieken die hij hanteert zetten hem werkelijk apart als een uniek bassist. Niet verwonderlijk dat hij het voorbeeld werd van ontelbare jazzbassisten! De muzikanten spelen hecht samen, en klinken af en toe als een kleine bigband. Zeker als Molineaux de solopartij voert op zijn steel drum krijgt dit gezelschap een heel herkenbare sound. Na het bekijken van deze opname kun je alleen maar besluiten dat de man een mijlpaal heeft betekend voor de moderne jazz. Het is jammer dat hij zo vroeg het leven verloor (in 1987); hij was ongetwijfeld nog niet aan het einde van zijn (bas)verhaal in de jazz. Marc Van de Walle
Ferenc Snetberger with Bobby McFerrin, Arild Andersen & Paolo Vinaccia Solo, duo, trio Enja/Codaex – 45:05
*** Ferenc Snetberger is een Hon-
gaarse gitaarvirtuoos met zigeunerroots. De Hongaar, die in Berlijn woont, komt nog steeds op voor de rechten van de Roma en Sinti zigeuners. Zijn intonatie komt voort uit de zangerige zi-
geunertraditie en zijn frasering is virtuoos. Met de Noorse bassist Arild Andersen en de Italiaanse drummer Paolo Vinaccia vormt Snetberger in 2004 een nieuw trio dat speelt op het Veszprém Festival. Ook in 2005 speelt hij op dit festival. In totaal vinden we hier een viertal stukken met zijn trio, twee solostukken en twee met Bobby McFerrin als gast. Solo komt Snetberger het best uit de verf, de triostukken zijn meer gericht op vingervlugge virtuositeit, die ons ook herinneren aan John McLaughlin. Qua beeld en klank is dit een uitstekende dvd, zoals we van Enja gewoon zijn. Luc De Baets
The Definitive Lennie Tristano CopenhagenNew York-Berlin
Impro-Jazz/AMG – 68:00
****
Volgens de uitgever zijn dit zowat alle gekende gefilmde opnamen van Lennie Tristano (1919-1978). De hogepriester van de cooljazz speelt hier solo, maar ook met zijn kwintet met Lee Konitz en Warne Marsh. De blinde Tristano had een zeer persoonlijke stijl ontwikkeld die heel wat invloed heeft gehad op
de cooljazz. De dvd start met zijn bekende solo-optreden in Tivoli in Kopenhagen in 1965 met een zeer aparte versie van Darn That Dream, gevolgd door een heerlijk vloeiende versie van Lullaby of the Leaves. In een negental stukken vat Tristano hier zijn bijbel samen, waarvan interpretaties van Imagination en Tangerine een indrukwekkend slot vormen. Daarna vinden we drie stukken van een TV-uitzending vanuit de club Half Note in New York in 1964. De beeldkwaliteit laat hier veel te wensen over, maar de muziek met zijn kwintet met Lee Konitz en Warne Marsh is verbluffend. Tristano is in grote doen en jaagt dit kwintet uit de startblokken. In drie stukken, Subconscious Lee van Lee Konitz, 317 East End 32nd van Tristano en het spetterende Background Music van Warne Marsh, maken we een stuk jazzgeschiedenis mee. Verder horen we twee uittreksels uit de Berlin Jazz Piano Workshop in 1965 op 30 oktober, één dag voor Tristano in Kopenhagen optrad. Eerst een merkwaardige blues, waar achtereenvolgens Earl Hines, Teddy Wilson, John Lewis, Lennie Tristano, Bill Evans en Jaki Byard achter de piano plaatsnemen. Een who’s who in jazzpiano! De ritmetandem was NHOP op contrabas en Alan Dawson op drums. Lennie Tristano zet een punt achter deze dvd met zijn eigen Cool Blues. Vooral de solo-opnames zijn behoorlijk van beeld- en klankkwaliteit, ook deze van de Berlin Piano Workshop kunnen er mee door. Attente kijkers zullen wel doorhebben dat de tracknummering op de hoes in werkelijkheid net een nummer te weinig aangeeft. Luc De Baets
Weather Report Live in Tokyo
Jazzdoor/Codaex – 55:57
****
Alweer een dvd-productie van Jazzdoor van bedenkelijke kwaliteit: de beelden lijken niet vers van de pellicule en het klanksignaal is vrij laag. Toch blijft dit een welgekomen document, want de muziek is wat we van Weather Report mogen verwachten: krachtige, authentieke fusion, dank zij de hoogst persoonlijke aanpak van Joe Zawinul, de koning van de digitale keyboards. Hij bracht een stevige dosis wereldmuziek avant la lettre in deze materie en is (samen met Chick Corea) de enige onmiddellijk herkenbare op zijn instrumenten. Zeg maar, zoals Coleman Hawkins op zijn saxofoon. Op dit concert in Tokyo uit 1984 vermaken de leden zich kostelijk, als kwajongens, doorheen de obligate stukken. De grote zelfbeheersing van Wayne Shorter stijgt ten top in een intrigerend duet met Zawinul, die graag op bezoek gaat bij de Europese, symfonische muziek, een man van twee werelden. Omar Hakim drumt en Victor Bailey huppelt aan de bas, een frisse aanpak. Dit document kunnen we niet weghonen en vertelt ons dat de fusionmuziek droevig werd afgeroomd na Weather Report. Chris Joris
Ontdek I Beleef
Speel
Leer I Lees S n u i s t e r en doe het allemaal op
www.muziekmozaiek.be Jazzmozaïek 1/2008
39