ALS ENGELEN ONS WAKKER SCHUDDEN…. Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 5 januari 2014 Epifanie
Engel verschijnt aan Jozef, Rembrandt van Rijn
1ste schriftlezing: Jesaja 60:1-6 Evangelielezing: Mattheüs 2:1-12
Gemeente van Onze Heer Jezus Christus,
Ik zou u in de eerste plaats willen bedanken voor alle goede wensen, die we met kerst mochten ontvangen. Gezegende kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar stond er vaak te lezen. Merry Christmas and a happy new year. Soms ook een wens, die tot nadenken stemde: iemand wenste ons een liefdevol nieuwjaar toe. Anderen een gezond en blij 2014. Een gezond, hartverwarmend en inspirerend 2014, een liefdevol, actief en hoopvol 2014. Ik ga ze niet allemaal opnoemen. Maar wel die van een vriend, die ons al bijna twintig jaar een regenboogkaart met een gedicht toestuurt. Geen witte kerst dit jaar De kindermoord van Bethlehem herhaald Geen sneeuwmantel kan deze gruwel ooit bedekken. Een toekomst eerder uitgewist dan Maya’s ons voorspelden. De maand december huilt zich naar het einde.
Dan toch weer een nieuw jaar, de terugkeer van het licht. De lente komt, alles wordt groen, de kleur van hoop leven ontwaakt, De toekomst ligt weer open, Vol van verlangen dat ’t hart sneller doet slaan.
De terugkeer van het licht is voor deze ouders, die ooit een kind verloren, bron van hoop.
De lente komt, alles wordt groen, de kleur van de hoop. En toen ik dat op me in liet werken, vroeg ik me af: waar put ik eigenlijk hoop uit? Waar haal ik de hoop vandaan? En als ik u die vraag zou stellen? Waar put u de hoop uit? Wat geeft u reden tot hoop? De kranten? Wat u ziet op televisie? Wat u leest op internet? Misschien ben ik geabonneerd op de verkeerde krant, maar ik ontdek er weinig reden tot hoop in. De koersen van uw aandelen dan, de Dow Jones, de AEX, uw banksaldo, uw vermogen, uw eigen huis? Nee, hoop halen we niet uit materiële dingen; we ontlenen er hooguit een bestaanszekerheid aan. Maar juist zij, die zich hopeloos voelen, juist zij, die de hoop verloren hebben, juist zij die wanhopig zijn, weten dat er voor hoop meer nodig is.
Ik zou willen wensen dat de wereld een sprookje was, dan zouden alle slechte koningen worden gestraft.
Dan zouden de boze wolven door jagers worden gedood, maar alle eerlijke mensen worden beloond.
Dan zouden alle heksen verdwijnen in het cachot en kregen boze feeën voor eeuwig een spreekverbod.
Ik zou willen wensen dat de wereld een sprookje was, dan liepen alle verhalen allemaal goed af.
Dan zouden alle Assepoesters met een prins zijn getrouwd. En alle stiefmoeders spijt hebben en diep berouw
Dan was Roodkapjes moeder nooit meer ongerust en zouden alle Doornroosjes wakker worden gekust.
Dat zou ik wensen, als ik zo'n ster zou zien: ieder leefde dan lang en gelukkig met kinderen, misschien.1
Dit is een liedje uit de musical De spiegel van Herodes, die we vorig jaar hebben uitgevoerd . Gezongen door Jessica, een klein meisje.
1
Uit de kerstmusical: De Spiegel van Herodes Gerard Rinsma
Ze hoopt op een vallende ster. Want als ze zo’n vallende ster zou zien, zou ze eens wens mogen doen. En als ze die ster dan inderdaad ziet, dan wenst ze dat het verhaal, dat haar vader haar voorleest, inderdaad goed zal aflopen. Welk verhaal? Het verhaal dat we zonet gehoord hebben. Over wijzen, die uit het oosten zijn komen reizen, een ster zijn gevolgd. En bij het paleis van Herodes aan kloppen om te vragen of daar misschien de koning van de Joden geboren is. Als haar vader dat verhaal voorleest, dan wordt Jessica onrustig. Want als er niets gebeurt, en niemand ingrijpt, dan zullen die wijzen uit het oosten de vindplaats van Jezus aan Herodes overbrieven. En zoveel heeft Jessica wel van Herodes begrepen, dat hij dan zeker niet zal komen om het kind eer te bewijzen. Maar wie waarschuwt de wijzen? En wie houdt Herodes tegen? Ja, we zijn zo vertrouwd met het verhaal, dat we ons niet verbazen over een engel, die naar de wijzen wordt gezonden. Dat weten we al, zolang als we dit verhaal kennen. Maar beseffen we dat dit een noodgreep is? Zoals Mattheus het beschrijft? Een noodgreep uit de hemel? Nee, zou Calvijn zeggen, het ligt allemaal van te voren vast. Het gaat allemaal volgens Gods plan, het is allemaal van te voren beschikt. Dus ook de kindermoord te Bethlehem, zou Jessica uit de musical misschien vragen? Wat gemeen. Wat verschrikkelijk gemeen. Hoe kunt u zeggen dat het verhaal goed afliep! Ja, misschien voor Jezus en zijn vader en moeder, maar toch niet voor de andere kinderen in Bethlehem? Want, zo leest haar vader voor: toen Herodes begreep dat hij door de magiërs misleid was, werd hij verschrikkelijk kwaad, en afgaande op het tijdstip dat hij van de magiërs had gehoord, gaf hij op-
dracht om in Bethlehem en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen. 2
Even tussendoor: Het is de vraag of het verhaal van de kindermoord historisch juist is. De historici hebben daarvoor geen aanwijzingen kunnen vinden. 3 2
Matth. 2:16 Wikipedia: Er zijn geen andere historische of archeologische bronnen over deze gebeurtenis. De zaak-Herodes Door: Afke van der Toolen HN nr. 12/2012 De zaak tegen Herodes lijkt sterk, maar een eerlijk tribunaal geeft ook ruimte aan de verdediging. Daarvoor kan Flavius Josephus nog even in het getuigenbankje blijven zitten. Een van zijn geschiedenisboeken, De oude geschiedenis van de Joden, bericht gedetailleerd over Herodes’ regeerperiode, en wie het goed leest, leert dat Herodes geen gewetenloze gek was die altijd over lijken ging. Neem om te beginnen de executies van Mariamme en haar zoons. Herodes ging daarbij bepaald niet overhaast te werk. Sterker nog: hij ondernam pas actie na langdurige, soms zelfs jarenlange twijfel en weerstand tegen geruchten en beschuldigingen, en ten koste van grote wroeging. Bovendien gaf het achterbakse gedrag van zijn familieleden veel aanleiding tot wantrouwen. Herodes doodde hen uiteindelijk, en vele, vele anderen ook. Maar Josephus vertelt dat Herodes zich vaak genoeg genadig toonde in situaties waar een waarlijk nietsontziend man dat niet zou hebben gedaan. Met de karakterpsychologische argumentatie kan het, kortom, twee kanten op. Sterker is het binnenlands-politieke argument dat de verdediging tot haar beschikking heeft. Josephus verhaalt hoe Herodes vanaf dag één zijn uiterste best deed om de gunst van het Joodse volk te winnen. Hij ambieerde geen terreurbewind; hij wilde echt koning van de Joden zijn. Dat charmeoffensief begon hij direct nadat hij met hulp van de Romeinen Jeruzalem ingenomen had. De Romeinse soldaten gaven zich over aan een grootscheepse moordpartij die bijna klinkt als een voorafschaduwing van de vermeende Bethlehemse kindermoord: ‘Kleine kinderen, bejaarden, vrouwen, hoe zwak ze ook waren, niemand werd ontzien.’ Herodes wilde er niets mee te maken hebben. Als eerste regeringsdaad stuurde hij zijn eigen troepen om het moorden te stoppen. Dat lukte niet, maar de intentie was er. Zo zijn er meer voorbeelden. Josephus vertelt niet alleen over Herodes’ eerzucht en hardvochtigheid, maar ook over zijn vrijgevigheid en ‘de weldaden die hij aan alle mensen bewees’. Toen er een hongersnood en een vernietigende epidemie heersten, organiseerde hij een massale import van hulpgoederen, die hij uit eigen zak betaalde. Alles om het volk voor zich te winnen, en inderdaad sloeg de publieke opinie om. Zou iemand die zoveel moeite deed om als koning van de Joden geaccepteerd te worden het later zo onhandig willen verspelen? Het zijn tegenwerpingen die Herodes in een ander licht plaatsen, maar hem nog niet vrijspreken. Centraal in het requisitoir van de aanklager stond immers een overtuigend onderbouwd motief. Wat kan daar nog tegen in worden gebracht? Het antwoord op die vraag is: het is in dit geval irrelevant. Een motief is alleen van belang als de misdaad ook echt heeft plaatsgevonden. Daar nu is geen enkel bewijs voor. Niets dan alleen het verhaal van een man die een paar generaties later leefde. 3
Wel was Herodes ongekend wreed; hij liet hij zijn eigen vrouw ter dood brengen, zijn beide zonen wurgen 4, 300 officieren van het leger doden 5en zelfs ook het Sanhedrin. 6Dat dan weer wel. Maar de enige die de kindermoord vermeldt, is de evangelist Mattheüs en of dat zo betrouwbaar is, waag ik te betwijfelen. 7Het lijkt er eerder op dat Mattheüs er veel aan is gelegen om Herodes als een tweede farao af te schilderen en Jezus als een tweede Mozes (in een biezen mandje)8 Maar vroeg ik me bij het schrijven de musical af: had Mattheüs niet iets anders kunnen bedenken? In plaats van de kindermoord? Als hij een reddende engel stuurt naar de wijzen, als er aan Jozef in een droom een engel van de Heer verschijnt, die hem waarschuwt, waarom dan niet naar de andere kinderen van Bethlehem? Mattheüs kan zo niet schrijven. Mattheüs is een realist. Mattheüs kan het kwaad niet negeren. In zijn tijd werd de stad Jeruzalem door de Romeinen verwoest, in zijn tijd vluchtten de eerste christengemeentes uit de belegerde stad vandaan naar Pella, een plaats aan de overzijde van de Jordaan.9 En kan het zijn dat Mattheüs met de vlucht van Jozef en Maria naar Egypte daar op zinspeelt? En dat hij bij Herodes ook denkt aan de wreedheden van de Flavius Josephus kan het getuigenbankje verlaten; nergens in zijn gedetailleerde geschriften wordt de massale kindermoord genoemd. Ook andere klassieke geschiedschrijvers zwijgen erover. Zelfs in het Nieuwe Testament komt de slachting nergens anders voor dan bij Matteüs. In het licht van de omvang van de vermeende moordpartij is dat hoogst merkwaardig. En een heel goede reden om aan de betrouwbaarheid van Matteüs’ getuigenis te twijfelen. Maar waarom zou hij zoiets verzonnen hebben? Terug naar de precieze bewoordingen van zijn beschuldiging. Wat opvalt, is dat Matteüs geen beschrijving geeft van de moordpartij zelf. Hij noemt alleen Herodes’ opdracht om in Bethlehem en omgeving alle baby’s om te brengen. Wat er direct op volgt is dit: ‘Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: “Er klonk een stem in Rama, luid wenend en klagend. Rachel beweende haar kinderen en wilde niet worden getroost, want ze zijn er niet meer”’ (Matteüs 2:17-18). Het verhaal van de kindermoord is niet meer dan een vrij doorzichtige poging om elementen uit Jezus’ leven te verbinden met profetieën uit het Oude Testament, met het doel om er religieuze geloofwaardigheid aan te geven. Matteüs was niet bezig met de beoefening van feitelijke geschiedschrijving; hem ging het erom zo veel mogelijk mensen te overtuigen van zijn boodschap. Wikipedia duits 4 29 v. Chr. wurde Mariamne, auch auf Anstiftung von Salome, wegen angeblicher Untreue von Herodes hingerichtet. Herodes fiel darauf in eine tiefe Depression. Auch Alexandra wurde kurze Zeit später zu Tode gebracht. Später ließ Herodes auch seine Söhne aus der Ehe mit Mariamne hinrichten, da er wohl befürchtete, dass diese ihre Mutter rächen könnten. Die tragischen Ereignisse inspirierten zu vielen literarischen Bearbeitungen, am bekanntesten das Drama Herodes und Mariamne von Christian Friedrich Hebbel, 1844. 5 Simon Sebag Montefiori, Jeruzalem, 2012, pg. 128 6 Simon Sebag Montefiori, Jeruzalem, 2012, pg. 116 Koning Herodes vierde zijn overwinning van Jeruzalem door 45 van de 71 leden van de Sanhedrin te vermoorden. 7 Simon Sebag Montefiori, Jeruzalem, 2012, pg. 130 De k indermoord en de ontsnapping naar Egypte zijn duidelijk geinpsireerd door het verhaal van Pesach. Een van de tien plagen was de noord op de eerstgeborene. 8 Exodus 1:22, 2:1-3Toen gaf de farao aan heel zijn volk het bevel om alle Hebreeuwse jongens die geboren werden in de Nijl te gooien; de meisjes mochten in leven blijven. Een man uit de stam Levi trouwde met een vrouw uit diezelfde stam. 2 Zij werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. Het was een mooi kind en ze hield het verborgen, drie maanden lang. 3 Toen ze geen kans zag haar zoon nog langer verborgen te houden, nam ze een mand van papyrus, bestreek die met pek en teer, legde het kind erin en zette de mand tussen het riet langs de oever van de Nijl. 9 Den Heijer, De Messiaanse Weg pg. 316, pg, 350
Romeinse veroveraars van Jeruzalem? Want wat duidelijk is: in zijn tijd is Palestina evenzo verscheurd door geweld en oorlog als ten tijde van de geboorte van Jezus als nu. En dan is de vraag bij dit alles: waar is God? Is er überhaupt nog wel een God te bekennen? Speelt God überhaupt nog wel een rol op het wereldtoneel? Komt God er überhaupt nog wel aan te pas? Waar was God in het nieuws van 2013, luidde de titel van een t.v. programma. Ik heb het niet gezien, maar het zette me wel aan het denken. En ik dacht: als ze het mij zouden vragen, zou ik het niet weten. Maar als ze mij zouden vragen: waar was het kwaad in het nieuws van 2013? Dan zou ik zeggen: man, het nieuws leeft ervan. Mattheüs geeft daar ook geen antwoord op: het kwaad is er, als een bitter raadsel, als een macht, die de goede schepping van God probeert kapot te maken, die telkens Gods plan met de wereld doorkruist. En wie er door getroffen wordt: Jacob, als hem de bebloede mantel van zijn zoon Jozef wordt getoond, Job, Naomi, Rachel: ze weigeren zich te laten troosten. Ze weigeren zich te laten troosten. Weet u wat dat betekent: ze weigeren te erkennen dat het kwaad een bedoeling zal hebben, een betekenis, een zin. Ze weigeren in het kwaad iets goeds te zien, zo van: ooit later zul je ontdekken waar het allemaal goed voor is geweest. Nee, zegt Jacob, rouw dragend zal ik tot mij zoon neerdalen in het dodenrijk.10 Noem mij maar Mara, de verbitterde 11. Rachel weigert zich te laten troosten.12 Maar waar is dan God? Ik zal het u zeggen, waar ik denk dat God is. Althans: in het verhaal dat Mattheüs schrijft. God laat zich kennen, vinden in de droom. God komt tot de mensen in hun dromen. Via de engel des heren verschijnt God in hun dromen, in de dromen van Jozef, in de waarschuwende droom aan de wijzen. Als je het evangelie van Mattheüs goed leest, de eerste drie hoofdstukken, dan kun je er niet om heen hoe God via zijn engel de mensen in hun dromen benadert. “Zie een engel des Heren verscheen Jozef in de droom”, het staat er viermaal toe en elke keer geeft die engel in de droom beslissende aanwijzingen 10
Genesis 37:35 Al zijn zonen en al zijn dochters deden hun best hem te troosten, maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Neen, rouw dragend zal ik tot mijn zoon in het dodenrijk neerdalen. En zijn vader beweende hem. 11 Ruth 1:20-22 Maar zij zeide tot haar: Noemt mij niet Noömi; noemt mij Mara, want de Almachtige heeft mij veel bitterheid aangedaan. 21 Vol ben ik heengegaan, maar leeg heeft mij de HERE doen terugkeren. Waarom zoudt gij mij Noömi noemen, daar de HERE tegen mij heeft getuigd en de Almachtige mij kwaad heeft aangedaan? 22 Zo keerde Noömi terug met Ruth, de Moabitische, haar schoondochter, die met haar uit het veld van Moab meegekomen was. En zij kwamen te Bethlehem aan in het begin van de gersteoogst. 12 Jeremia 31:15 Zo zegt de HERE: Hoor, te Rama klinkt een klacht, bitter geween: Rachel weent om haar kinderen, zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat er geen meer is. Psalm 77:3 Ten dage mijner benauwdheid zoek ik de Here, des nachts is mijn hand uitgestrekt en zij wordt niet moede, mijn
aan Jozef. Om zijn ondertrouwde vrouw niet te verlaten13, om naar Egypte te vluchten14 en tenslotte om uit Egypte naar Israël terug te keren, om zich tenslotte in Galilea te vestigen.15 God komt tot mensen in hun dromen, spreekt tot hen in hun dromen, zowel de wijzen als ook Jozef. Dromen maken mensen wakker. 16 ziel weigert zich te laten troosten. 13 Mattheüs 1:20 Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest. 14 Mattheüs 2:12-13 En van Godswege in de droom gewaarschuwd om niet tot Herodes terug te keren, trokken zij langs een andere weg naar hun land terug. 13 Toen zij weggetrokken waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf aldaar, totdat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen. 15 Mattheüs 2:19-22 Toen Herodes gestorven was, zie, een engel des Heren verschijnt in de droom aan Jozef in Egypte, 20 en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en reis naar het land Israël, want zij, die het kind naar het leven stonden, zijn gestorven. 21 En hij stond op en hij nam het kind en zijn moeder en kwam in het land Israël. 22 Toen hij echter hoorde, dat Archelaüs koning over Judea was in de plaats van zijn vader Herodes, vreesde hij daarheen te gaan. En van Godswege in de droom gewaarschuwd, ging hij naar het gebied van Galilea, 16 Trouw 11 maart 2010 Theoloog Koet: Dromen maken mensen wakker Monic Slingerland − In veel oude teksten spelen dromen een rol. Voor theoloog Bart Koet zijn ze een bron van kennis. Een collega van hem onderzoekt de dromen van de taliban. Pas een dag of wat werkte Bart Koet in de Bijlmerbajes. Als justitiepastor kreeg hij een man voor zich die een zwaar misdrijf begaan had. Wat dat was, doet er nu niet toe. „Hij was mijn tweede cliënt”, zegt Koet. „Hij kwam bij me, een vrome man met een verdrietig verhaal, en begon een droom te vertellen. In dat droomverhaal kwam een slang voorbij en een boek.” Herkenbare beelden voor Bart Koet, met zijn christelijke theologische achtergrond. Koet houdt morgen zijn oratie als bijzonder hoogleraar vroegchristelijke letterkunde. Hij is verbonden aan het Centrum voor Patristisch Onderzoek, een samenwerkingsverband tussen de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Faculteit Katholieke Theologie in Tilburg. Hoe kan een serieuze wetenschapper zich wijden aan zoiets vaags als dromen? Koet: „Alle wetenschap is altijd interpretatie. Als een oncoloog bij een patiënt onderzoek doet, moet hij de resultaten van het laboratorium altijd interpreteren. Vanaf dat punt begint de wetenschap. Ik interpreteer teksten en dromen, dat is eigenlijk eenzelfde terrein, eenzelfde semantisch veld, zoals dat heet. In veel oude teksten kom je dromen tegen, of dat nu de Dode Zeerollen zijn, gevonden in Qumran, of de teksten van kerkvaders als Augustinus en Hiëronymus, of middeleeuwse teksten. Als je die droomteksten overslaat, mis je een stukje van de pointe. Dromen spelen een sleutelrol in de ’Belijdenissen’ van Augustinus.” Staat de wetenschap tegenwoordig meer open voor onderzoek naar minder concrete materie als dromen? Koet: „Filosofen gebruiken altijd al metaforische taal. Pindarus, een filosoof uit de vijfde eeuw voor Christus, noemde de mens ’de schaduw van een droom’. Dus zo nieuw is het niet. Er bestaat zelfs een World association of studies of dreams. Ik ben daar als theoloog wel een uitzondering, al mag ik voorzitter van de programmacommissie zijn voor een groot congres, in Nederland. Een ander lid van die organisatie, Iain Edgar, een Britse antropoloog, zal op het symposium, voorafgaand aan mijn oratie, vertellen over zijn onderzoek naar de rol van dromen bij de taliban. Dat onderzoek was mede in opdracht van de Engelse regering. Maar het is wel waar, dat ik vroeger vaker de opmerking kreeg, of dat nou nodig was, die dromen bestuderen.” De ene droom is de andere niet. Koet vertelt dat Monica, de moeder van Augustinus, onderscheid maakte tussen ware en valse dromen. Ware dromen geven volgens haar een heldere kijk op de werkelijkheid. De andere dromen zijn het gevolg van teveel eten, bijvoorbeeld. Koet: „Dromen maken mensen wakker.”
Dat heeft Rembrandt uitgebeeld. U ziet het hier voor u. In het midden van het schilderij, daar waar alle licht op valt, bevindt zich de engel. Die engel is meer dan decoratie. Het is de handelende persoon; door deze engel wordt het verhaal, Jozef, de vader, in beweging gezet. En als je erop let, zie je vaker zulke engelen bij Rembrandt terug. Ze vervullen dan een opdracht, ze hebben een functie in het verhaal.17 Maar misschien zelfs meer dan dat: misschien geloofde Rembrandt zelf in engelen en liet hij zich er ook door leiden.18 Zoals in de musical ‘De spiegel van Herodes’ Jessica wakker wordt geschud door twee engelen, die haar toezingen:
Wie volgt er zijn geweten en luidt de torenklok? Wie weigert de bevelen en volgt ze niet langer op?
17
A. Spijkerboer, Rembrandts Engel, 2006 pg. 13 Verschillende malen zien we engelen van opzij, maar slechts een enkele keer betrappen we ze in achteraanzicht. Waren de middeleeuwse engelenvleugels vooral decoratief, bij Rembrandt spreken ze een eigen taal. Behalve dat je er duidelijk waarneembaar mee kunt vliegen, geven ze vaak ook een hoedanigheid van de engel aan, zorgzaamheid, alertheid, majesteitelijke aanwezigheid of zelfs machogedrag. In tegenstelling tot de middeleeuwse engelen die maar tot op zekere hoogte traceerbare lichaamsvormen vertonen, hebben die van Rembrandt benen, voeten en zichtbare spieren. 18 A. Spijkerboer, Rembrandts Engel, 2006 pg. 12 Als je Rembrandts werk goed bekijkt, moet je wel tot de conclusie komen dat hij een goede genius heeft gehad die hem tot bij zijn laatste schilderij begeleid heeft: zijn eigen engel. Tegelijk heeft hij zo’n prachtige, swingende en levendige manier van het schilderen, etsen en tekenen van engelen, dat je de indruk krijgt dat hij zich juist bij deze onwerkelijke wezens tussen God en mens in het meest op zijn gemak voelde.
Wie durft er de waarheid te zeggen, wie waarschuwt er voor het gevaar. Wie durft er tegen de koning en zijn trawanten in te gaan.
Als jij dan niet op durft te staan Ja, wie dan wel?
Als jij dan niet naast hen gaat staan. Ja, wie dan wel?
Kijk eens naar de sterren aan het gewelf; en dan in de spiegel naar jezelf.
Wie durft zijn stem te laten horen tegen haatzaaierij. Wie durft de leugens te doorboren van de zittende partij.
Wie durft er te protesteren tegen bruut geweld. Wie weigert er te marcheren naar weer een nieuw slagveld.
Als jij dan niet op durft te staan Ja, wie dan wel?
Als jij dan niet naast hen gaat staan. Ja, wie dan wel?
Kijk eens naar de sterren aan het gewelf; en dan in de spiegel naar jezelf. 19
Zo wordt dat meisje Jessica op haar beurt de reddende engel en waarschuwt de wijzen: “Hee jullie slaapkoppen. Ga in geen geval naar Herodes terug. En zorg dat niemand je ziet. Vertrek daarom, als het donker is en kies een andere route. Want Herodes is niet te vertrouwen. Hij wil het kind dood maken.” en daarna Jozef. “Als jij de vader van het kind bent, sta op en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.” Waar zouden we zijn zonder zulke reddende engelen? Waar zouden we zijn, als God ons niet keer op keer zulke engelen had gestuurd? Waar zouden we zijn, als mensen niet zouden opstaan om ons op tijd te waarschuwen? Dat is wat ik ons zou wensen; dat is waar ik op hoop; dat God ons dromen zendt, die ons wakker schudden en we engelen worden, die anderen redden. Zoals Jessica in de musical. Zoals de engelen in het evangelie. Amen.
19
Uit de kerstmusical: De Spiegel van Herodes Gerard Rinsma