ALMA-TADEMA IN PANORAMA MESDAG Hendrik Willem Mesdag (1831-1915) en zijn neef, vriend en leermeester Lawrence AlmaTadema (1836-1912) waren in hun tijd internationaal succesvolle schilders. Zij waren van huis uit zakelijk onderlegd en werden gerenommeerde kunstverzamelaars. De banden tussen hen en de internationale kunsthandel waren nauw.
Panorama Mesdag Zeestraat 65 2518 AA Den Haag T: 070-310 66 65 E:
[email protected] www.panorama-mesdag.com ----Inter-Antiquariaat Mefferdt & De Jonge Bernard Zweerskade 18 1077 TZ Amsterdam T: 020 - 664 08 41 M: 06 - 53 73 74 22 E:
[email protected] www.inter-antiquariaat.nl ----Robert Schreuder Antiquair Nieuwe Spiegelstraat 48 1017 DG Amsterdam M: 06 - 24 28 95 50 E:
[email protected] www.robertschreuder.nl
Hoewel het werk onderling sterk verschilt, in zowel onderwerp als stijl, heeft Mesdag in het begin veel aan Alma-Tadema's artistieke adviezen gehad. De twee hielden hun leven lang goed contact en schreven elkaar dikwijls. Behalve in Den Haag bezochten zij elkaar in Londen, waar Alma-Tadema sinds 1870 woonde. Mesdag heeft veel aan zijn neef te danken gehad en daarom is het bijzonder om in aanloop naar het Mesdagjaar (2015) deze fraaie tentoonstelling met prenten van Alma-Tadema te mogen presenteren. Prenten waren in de 19de eeuw een populair middel om een breed publiek te bereiken met beelden naar originele schilderijen van geliefde kunstenaars. Het was een vorm van cultureel ondernemerschap, die voor de bekendheid van kunstenaars zeer gunstig was. Van Mesdag’s werk zijn prenten gemaakt, maar het oeuvre van Alma-Tadema is uitvoerig en op prachtige wijze uitgegeven. Panorama Mesdag haalt – met trots – in samenwerking met Inter-Antiquariaat Mefferdt & De Jonge en Robert Schreuder Antiquair, Alma-Tadema weer naar Den Haag. Door deze verkooptentoonstelling wordt, net als in de tijd van de twee neven, het werk weer in samenwerking met de kunsthandel gepresenteerd. Met deze presentatie vormt Alma-Tadema, net als destijds, de inleiding tot Mesdag’s artistieke oeuvre, waarvan het publiek het komende jaar uitgebreid zal kunnen gaan genieten. De tentoonstelling is van zondag 21 september tot en met zondag 26 oktober 2014. Het museum is geopend van maandag tot en met zaterdag van 10.00-17.00 uur en op zon- en feestdagen van 12.00-17.00 uur.
Sander Uitdenbogaard Directeur Panorama Mesdag
ALMA-TADEMA EN MESDAG - NEVEN EN KUNSTENAARSVRIENDEN De Fries Lawrence (Laurens) Alma-Tadema en zijn jongere neef Hendrik Willem Mesdag uit Groningen waren beide van goede komaf en ambieerden een leven als kunstenaar. In de 19de eeuw vormden Antwerpen en Brussel belangrijke steden voor het kunstonderwijs en de eigentijdse kunsthandel. Veel Nederlanders trokken ernaartoe. Alma-Tadema kwam in 1852 op de Antwerpse academie en legde zich toe op het historiestuk. Zijn precieze stofuitdrukking werd in deze jaren ontwikkeld. Nadien zou hij naar Brussel trekken. In 1866 vraagt Mesdag zijn neef om hulp bij het begin van zijn kunstenaarschap. Alma-Tadema zorgt ervoor dat hij van 1866 tot 1869 les kan volgen bij de dan invloedrijke schilder Willem Roelofs (18221897), die in Brussel woont en ook werkte in het voor de latere Haagse School zo belangrijke Barbizon in Frankrijk. Door Roelofs leert hij goed te werken naar de natuur. Daarnaast voorziet Alma-Tadema zijn neef in de beginjaren regelmatig van adviezen, zoals bij het maken van interieurstudies en de stofuitdrukking. De kunstenaars ontwikkelen ten opzichte van elkaar een tegengestelde stijl. Alma-Tadema een traditionele, academische, gladde en kleurrijke stijl, met historische thematiek en vol van detaillering. Mesdag is de modernist, werkt ook buiten, schildert in een vlotte, tonale stijl en legt zich toe op eigentijdse thema's. Beide kunstenaars worden zeer actief en belangrijk in het sociaal-culturele leven. Echter, daar waar Mesdag zowel bij leven reeds als ook na zijn dood een grote faam geniet, verliest Alma-Tadema zijn roem na zijn dood direct en is hij pas de laatste twintig jaar weer terug in de schijnwerpers. ALMA-TADEMA EN ZIJN STAAL– EN HELIOGRAVURES In 1870 verhuisde Alma-Tadema van Brussel naar Londen. De belangrijkste Engelse kunsthandelaar van zijn tijd, Ernest Gambart, verzekerde hem van opdrachten voor schilderijen waarvoor Alma-Tadema steeds hogere prijzen kon vragen. Het interieur van zijn huis ademde de sfeer van zijn schilderijen. Gambart, diens opvolger Pilgeram & Lefèvre en Arthur Tooth waren Alma-Tadema’s voornaamste opdrachtgevers, én succesrijke uitgevers van zijn reproducties. Alma-Tadema heeft op typisch Victoriaanse manier een geïdealiseerd beeld geschapen van de Klassieke Oudheid. Zijn genretaferelen, alledaagse scènes, feesten, bijzondere gebeurtenissen en momenten geven de toeschouwer de indruk in het oude Rome te zijn, in de straten van Pompeï te lopen, of te verkeren in de villa’s van de decadente Romeinse patriciërs. Alma-Tadema combineert op onnavolgbare wijze vertelkunst met zin voor realisme en scherp oog voor detail.
Hij hanteert een verfijnd, glad penseel en onderbouwt zijn voorstellingen met archeologische eruditie en historische betrouwbaarheid. Om een groter publiek te bedienen liet de productieve Alma-Tadema van zijn meest succesrijke schilderijen gravures maken. Alleen de beste prentmakers kwamen in aanmerking om staalgravures en heliogravures te vervaardigen die aan zijn eisen konden voldoen. Zoals Auguste Blanchard en Charles Murray voor de staalgravures, terwijl de Berlin Photographic Company de heliogravures produceerde. De staalgravure is een Engelse vinding van rond 1825. Hiervoor wordt hetzelfde procedé gevolgd als bij de in Nederland beter bekende kopergravure. Alleen wordt de koperplaat verstaald, waarna onbegrensd afdrukken konden worden gemaakt. Na 1880 verdwijnt de staalgravure langzaam en komt de fotografische reproductie op: de heliogravure, waarvoor verfijnde fotochemische technieken werden gebruikt. Perfectionist als hij was, hield Alma-Tadema het reproductieproces nauwkeurig in de gaten. De meer exclusieve prenten dragen dan ook de signatuur van de schilder én de graveur, die er in zijn bewerking van het origineel een eigen artistieke waarde aan verleende. De oplagen varieerden tussen 125 en 800 exemplaren. Prenten waren verkrijgbaar in verschillende staten, van de gewone edities tot de artistieke artist’s proof. Met prijzen van £2.2s oplopend tot £10.10s toen zeer kostbaar. Na Alma-Tadema´s dood in 1912 viel zijn werk in ongenade. Het Victoriaanse tijdperk was voorbij, de 20ste eeuw al lang begonnen. ‘Moderne kunst’ maakte haar opmars. Zijn schilderijen verdwenen naar depots en de meeste prenten zijn verloren gegaan. In de jaren 1970 wordt hij herontdekt en maakt sinds dien een comeback. In 1996 organiseerde het Van Gogh Museum een blockbuster tentoonstelling van zijn werken. GRAND TOUR SOUVENIRS De Grand Tour of Groote Tour zoals hij in Holland werd genoemd, was een ontdekkingsreis uit de 18de en 19de eeuw naar de Klassieke Oudheid, kunsten en sociale omgangsvormen. Populair bij de zonen van de Britse adel, was het een sluitstuk van hun opleiding. De opgedane kennis moest de jonge mannen -en vanaf de 19de eeuw ook vrouwen- voorbereiden op sleutelposities in het openbare leven. De meeste reizigers waren jonger dan 20 jaar en waren hun wilde haren nog niet kwijt: de eerste liefdeslessen hoorden ook bij de reis. Naast Britse jongeren waren het ook Duitsers, Fransen en Nederlanders die naar het zuiden trokken. Parijs en met name Italië waren de belangrijkste bestemmingen van de Grand Tour. De Grand Tourist was een half tot vaak twee jaar onderweg. Het Carnaval in Venetië, het Paasfeest in Rome of een uitbarsting van de Vesuvius, niets wilde men missen.
De jonge reiziger kreeg een begeleider mee die al vaker in Italië was geweest en de jonge Milord wegwijs moest maken. Afhankelijk van het budget had de reiziger ook de beschikking over één of meerdere kamerheren en een koetsier. Buitenlandse relaties van ouders of lokale gidsen en handelaars in antiquiteiten zorgden voor rondleidingen en introducties. De Grand Tourist deed vele indrukken op. Er werden souvenirs aangeschaft die tastbare herinneringen vormden aan de reis, Grand Tour souvenirs. Soms originele antiquiteiten, maar de Grand Tourist kocht vooral (schaal)modellen van kunst- en bouwwerken, beelden in brons of marmer, prenten, micromozaïeken, tekeningen, schilderijen en daktyliotheken. De souvenirs kregen, eenmaal thuisgekomen, een prominente plek in het interieur. Ze gaven de reiziger status en dienden als conversation pieces tijdens diners met vrienden en familieleden. ALMA-TADEMA EN GRAND TOUR SOUVENIRS Een onverwachte combinatie op het eerste gezicht: de laat 19de-eeuwse werken van AlmaTadema en reissouvenirs uit de vroege 19de eeuw. Maar de opgravingen in Pompeï en Herculaneum in het midden van de 18de eeuw vormden het startschot voor een hernieuwde belangstelling voor alles wat de Romeinen hadden voortgebracht. De Grand Tour werd doorgetrokken naar het zuiden van Italië en de impact van de opgravingen was zo groot dat het Neoclassicisme niet kon uitblijven. Ook in de 19de eeuw bleef de Klassieke Oudheid een belangrijke inspiratiebron. Tijdens zijn huwelijksreis in 1863 bezocht Alma-Tadema Pompeï. Vanaf dat moment is er binnen de Engelse schilderkunst geen beter voorbeeld van de fascinatie voor de Oudheid te vinden dan bij Alma-Tadema. De confrontatie van Grand Tour souvenirs met de werken van Alma-Tadema toont opmerkelijke verschillen èn overeenkomsten. De sfeer van de werken van Alma-Tadema is opulent, dromerig: een geromantiseerde wereld. Heel anders dan de schilderijen die een Grand Tourist kocht rond 1800. Personen waren daar ondergeschikt: de Romeinse ruïnes en het Italiaanse landschap stonden centraal. Alma-Tadema liet Rome zien alsof het gisteren was gebouwd, ruïnes komen bij hem niet voor. Maar in de weergave van architectuur en interieurs toont Alma-Tadema een obsessieve realiteitszin: zowel historisch als archeologisch is zijn werk verbazingwekkend goed gedocumenteerd. Hier sluiten zijn schilderijen goed aan bij de objecten die een Grand Tourist mee naar huis nam: ook nauwkeurige weergaven van de opgegraven kunstwerken uit het oude Rome.
Staalgravure vervaardigd door J.H. Rennefeld naar het schilderij van Sir Lawrence Alma-Tadema (Opus XIV) uit 1861. Later met de hand gekleurd. H x B: 32,5 x 44 cm. De gravure behoort tot de vroegste los uitgegeven prenten naar werk van Alma-Tadema. De eigenaar van het schilderij was niemand minder dan de Belgische Koning Leopold. Met deze gravure kwam het ook binnen bereik van een groter publiek. Clovis was een koning uit de Frankische dynastie der Merovingers die 481-511 regeerde over Gallië. Hier zien we hoe Clovis’ echtgenote, koningin Clothilde, toekijkt hoe haar kinderen onderricht krijgen in het bijlgooien. De koningin had met de lessen een bijzondere bedoeling: ten strijde trekken tegen Gondobald, koning der Bourgondiërs, de moordenaar van haar ouders. De architecturale aankleding is bijzonder rijk: de diagonale band van de decoratief betegelde vloer van de binnenplaats verbindt op ingenieuze wijze de voor– en achtergrond. De zuilen hebben Corintische kapitelen, overblijfsel uit de Gallo -Romaanse tijd. Education of the Children of Clovis is een van Alma-Tadema’s belangrijkste Merovingische voorstellingen en was van groot belang voor zijn vroege loopbaan. Op de tentoonstelling van 1861 kreeg het lovende kritieken. Toch had Alma-Tadema’s leermeester Henri Leys, in wiens atelier het schilderij werd vervaardigd, wel enige kritiek: “Ah, het is beter dan ik dacht, maar het marmer lijkt wel op kaas.” Alma-Tadema heeft deze kanttekening ter harte genomen. Het weergeven van marmer zou uiteindelijk een van zijn specialiteiten worden, die hem de naam ‘marbellous painter’opleverde. Alma-tadema is een van de eerste kunstenaars die het doen en laten van de oude Franken meermaals als thema gebruikte, vermoedelijk juist om de reden dat het zo weinig voorbeelden kende. Hij had een volstrekt eigen onderwerp gevonden waarmee hij zich kon onderscheiden. De Merovingische tijd was een periode in de Europese geschiedenis die als geheel eigenlijk afschrikwekkend en gruwelijk is, maar waarvan de details een rijk scala aan schilderachtige motieven bieden. Alma-Tadema verklaarde over de Merovingers dat het een “miserabel volkje” was, “maar pittoresk en interessant”. 1—EDUCATION OF THE CHILDREN OF CLOTHILDE AND CLOVIS
Ets vervaardigd door Paul Rajon naar het schilderij (Opus LXXXVIII uit 1871) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Later met de hand gekleurd. H x B: 21 x 44,3 cm. Hier legt Alma-Tadema een belangrijke gebeurtenis vast uit de Romeinse politieke geschiedenis: de proclamatie van Claudius tot keizer na de moord op zijn neef, de corrupte Calligula. In plaats van traditionele Romeinse heldhaftigheid te benadrukken toont Alma-Tadema een grotestke Claudius, die zich verschult achter een gordijn terwijl de Pretoriaanse lijfwacht nadert. Ook de compositie ondermijnt de conventies van de traditionele historieschilderkunst. In het midden van het tafereel, op de plek die gewoonlijk werd ingenomen door de Romeinse held, liggen de lijken van Caligula en zijn bondgenoten schaamteloos op de grond, terwijl de handeling is verplaatst naar de rand van het werk. Links dringt een onstuimige groep gewapende bewakers en nieuwsgierige vrouwen de kamer binnen; een figuur houdt een aantal kostbare voorwerpen vastgeklemd, in de tumult geplunderd uit het paleis. In deze corrupte wereld is niet het heroïsche individu, maar de meedogenloze Pretoriaanse lijfwacht die de macht uitoefent in het Romeinse Rijk. De New York Times schrijft in december 1882: de voorstelling belichaamt het begin van het eind van het Romeinse Rijk, het moment van overgang van vitaliteit naar decadentie; dit was de eerste keer dat een keizer werd gekozen door het leger in plaats van door de senaat. Op de achterwand zien we een fresco dat de slag bij Attcum voorstelt, het memoreert aan de moed van het Romeinse verleden; de abrubte afsnijding aan de bovenkant suggereert echter dat deze herinnering niet relevant is binnen het huidige vertoon van brute kracht. Het marmeren beeld van Augustus in het midden speelt een vergelijkbare rol: zijn gebeeldhouwde gelaatstrekken zijn de enige op het schilderij die de waardigheid van een Romeinse held uitstralen—maar zijn sokkel is besmeurd met bloed. Augustus’ wereld van Romeins heldendom is vervangen door wereld van geweld temidden van buitensporige luxe, aangeduid met het overdadige paleisinterieur. 2—A ROMAN EMPEROR AD 41
Staalgravure uit 1873 van de hand van August Blanchard naar het schilderij van Sir Lawrence Alma-Tadema. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 36,5 x 86 cm. The Vintage Festival is Alma-Tadema’s eerste verkenning naar de aard van Romeinse religieuze rituelen gewijd aan de god Bacchus, die vooral werd vereerd om zijn associatie met wijn. Volgens de schrijver Livius (59 BC - 17 AD) werden Bacchanalische riten in Rome verboden omdat ze dikwijls tot ‘losbandigheid en moord’ leidden. Aanbidders moesten een speciale vergunning aanvragen en bijeenkomsten werden beperkt tot vijf personen. Inscripties getuigen echter van aanhoudende, uitgebreide cultusactiviteiten. Hoewel de figuren op de voorgrond van dit werk een serene en geordende processie houden, wekt de dansende menigte in de achtergrond het vermoeden van meer losbandig gedrag. De processie ter viering van de jaarlijkse wijnoogst wordt geleid door een priesteres. Haar haren zijn versierd met druiven en klimopbladeren. Ze wordt gevolgd door een groep muzikanten en dansende figuren. Twee mannen dragen de jonge wijn mee in amfora’s, gevolgd door een bediende met een mand druiven. Recht voor ons is een grote terracotta pot afgebeeld, gevuld met de nieuwe wijn. 3—THE VINTAGE FESTIVAL
Italië, eerste helft 19de eeuw. Zwart marmeren inktpot in de vorm van de sarcofaag van Lucius Cornelius Scipio Barbatus, met een tekst in gele verf. H x B x D: 9,8 x 17,8 x 5,8 cm De sarcofagen en altaarstukken die in Rome en Pompeï werden opgegraven vormden prachtige voorbeelden van de Romeinse architectuur. Waar van hele gebouwen vaak nog maar een paar zuilen overeind stonden, gaf een sarcofaag of altaar een nog compleet beeld. Scipio was een Romeinse consul in 298 v.Chr. en de grote overwinnaar in de slag van de Romeinen tegen de Etrusken nabij Volterra. De sarcofaag werd in 1780 ontdekt in het graf van de Scipiones aan de Via Appia en later op bevel van paus Pius VI overgebracht naar het Vaticaans museum. Een model van deze sarcofaag was een geliefd Grand Tour souvenir. Op de voorzijde van de sarcofaag vermeldt de tekst: "Cornelius Lucius Scipio Barbatus, afstammeling van Gnaeus zijn vader, een sterk en wijs man - Wiens voorkomen gelijk was aan zijn deugd, was consul, censor, en uw aedilis - Hij veroverde Taurasia en Cisauna in Samnium (in zuiden van Italië) Hij onderwierp geheel Lucania (huidige Basilicata) en nam er gijzelaars mee". I—TOMBE VAN SCIPIO
Staalgravure vervaardigd door August Blanchard in 1877 naar het schilderij van Sir Lawrence Alma-Tadema (Opus CLII). Gesigneerd met potlood door Alma-Tadema en Blanchard. Later met de hand gekleurd.H x B: 25,8 x 19,8 cm. Een jonge Romeinse vrouw hoort gefluit en ziet haar geliefde met wie zij aan de Dionysische festiviteiten zal deelnemen. De Romeinse autoriteiten probeerden herhaaldelijk dergelijke Dionysische rituelen – in duidelijker Nederlands: bacchanalen – tevergeefs onder controle te krijgen. Toen het schilderij voor het eerst werd tentoongesteld in de Grosvenor Gallery in 1878, was het vergezeld van een poëziefragment van Edmund Gosse, de zwager van Alma-Tadema: She hears the marble floor repeat, A measured sound of leopards’ feet, Nor hardly dares for sweet desire To give her wild heart time to beat. De compositie vangt de vrouw spontaan, in een schitterend marmeren interieur versierd met reliëfsculpturen, een teken wellicht dat ze een dochter is uit een rijke patriciërsfamilie. In de hoek links een gedeelte van een bas-reliëf van Apollo temidden van de drie Gratiën uit het museum van Napels, een verleidingsscène die paste bij het thema van het werk: een vrouw staat op het punt plezier te gaan maken met haar geliefde.
4—THERE HE IS (HERE HE COMES)
Paar houten medaillons waarop twee centauren gemodelleerd in gebronsd pâte. Frankrijk of Italië, laatste kwart 18de eeuw. H x B: 68 x 53 cm Eén van de twee voorstellingen is gebaseerd op de centaur gevangen door een bacchante, een fresco dat in 1748 werd opgegraven in een villa net buiten de stadspoort van Pompeï. Dit fresco werd overgebracht naar het museum van Portici en is al afgebeeld in de monumentale reeks Le Antichità di Ercolano Esposte die vanaf 1757 werd uitgegeven. De andere centaur wordt beteugeld door Amor en lijkt geïnspireerd te zijn op de Borghese Centaur, al is de afbeelding niet geheel identiek. Laatstbedoeld marmeren beeld was al aan het begin van de 17de eeuw in de Borghese collectie in Rome. Het beeld werd in 1807 door Napoleon gekocht en meegenomen naar Parijs, waar het nu te zien is in het Louvre. Pâte is een mengsel van krijt, zijdepapier, beenderlijm en water. Het materiaal is goed te verwerken en daarmee geschikt voor het weergeven van verfijnde details. Ook in de afwerking van schilderijlijsten wordt het vaak gebruikt. De houten achterwanden zijn origineel maar opnieuw met kalkverf gepatineerd, het pâte van de centauren is op een paar plaatsen gerestaureerd.
II—CENTAUREN MET EEN BACCHANTE EN AMOR
Ets van de hand van Paul Rajon naar het schilderij (Opus CXXXII) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Vervaardigd in 1876. Met potlood gesigneerd door Alma-Tadema en Rajon. Later met de hand gekleurd. H x B: 11 x 22 cm. Met deze bloemenverkoopster toont Alma-Tadema het dagelijkse leven in de Romeinse tijd. Geen belangwekkende historische gebeurtenis, maar een archeologisch gereconstrueerde genrevoorstelling gespeeld door anonieme figuranten. De afgebeelde personen in veel van Alma-Tadema’s werken lijken van Engelse komaf: een noordelijke huidskleur en rossige haren, vaak met Victoriaanse kapsels. De architectuur is op dit werk ontdaan van de meeste architectonische details en een effen marmeren muur domineert de compositie.
5—ON THE STEPS OF THE CAPITOL (THE GARLAND SELLER)
Staalgravure uit 1879 van de hand van Auguste Blanchard naar het schilderij (Opus CLXXII) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Met potlood gesigneerd door Blanchard en Alma-Tadema. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 13,5 x 33 cm. Dit is de eerste gravure naar een serie van vier schilderijen die de seizoenen voorstellen. We zien een arme familie in blauwe en donkere kledingstukken, samengekropen om een sobere maaltijd te gebruiken. Alma-Tadema was aan de serie vermoedelijk begonnen tijdens zijn bezoek aan Rome in het begin van 1876. Een recencent van de Royal Academy was vol lof: “At the foot of one of the columns of a gallery or porch are three women round a brazier, who beguile the time by conversation and a mess of some sort, which one of them stirs on the fire and another tastes. Auguste Blanchard’s engraving share in this design is perhaps the picture’s greatest triumph. The purity of the subdued tones and the texture of the marble base of the column that forms the background by the side of which we have a glimpse of the snowy landscape, are beyond all praise.”
6—THE SEASONS: A ROMAN IDYLL—WINTER (THE BLUE OF COLD)
Staalgravure uit 1879 van de hand van August Blanchard naar het schilderij (Opus CLXXIV) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Met potlood gesigneerd door Blanchard en Alma-Tadema. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 13,5 x 33 cm. In het voorjaar plukken jonge vrouwen manden vol bloemen. Een meisje in een vale tuniek staat in een veld met annemonen, ze kijkt dromend naar die ene rode klaproos. De scène zou zich kunnen afspelen in de tuinen van Villa Borghese of Villa Pamfili. De recencent van de Royal Academy beschreef het schilderij als volgt: “Young Roman maidens gathering flowers for the festa to celebrate the opening year. The flowers, that thickly cover the ground like our daisies and buttercups, are the star anemone, which attracts the attention of travellers to the Eternal City. The principal figure is a tall girl in a pale dress making, as far as the painter’s part of the work goes, perhaps the most lovely picture of the four.” Het schilderij waarnaar de gravure gemaakt is, hing tot 1944 in het Schlesisches Museum für bildende Künste in Breslau (thans het Poolse Wrocław), maar ging tijdens de Slacht om Breslau verloren. Daarmee wordt deze prent de dichtste benadering van Alma-Tadema’s werk.
7—THE SEASONS: A ROMAN IDYLL—SPRING (GREEN ON THE FIELDS / IN THE GARDENS OF THE VILLA BORGHESE )
Staalgravure uit 1879 van de hand van August Blanchard naar het schilderij (Opus CLXXIV) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Met potlood gesigneerd door Blanchard en Alma-Tadema. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 13,5 x 33 cm. We zien hier een van Alma-Tadema’s Romeinse badscènes. Met een beetje Victoriaanse ondeugdigheid gluurt een tepel langs het wateroppervlak. Verder is alles zoals het hoort: glanzend gepoetste koperen badrand, fraaie fresco’s op de muur, rozenblaadjes in het water, een gekleurde struisvogelveer om koelte mee te wuiven, een begeleidster die in de warmte van de zomer even haar ogen dicht doet. Het schilderij waarnaar de gravure gemaakt is, is in de afgelopen eeuw dusdanig slecht schoongemaakt, gerestaureerd en overgeschilderd, dat het als verloren wordt beschouwd. De kwaliteit en kleuren van de prent zullen de herinnering aan het werk hoog houden.
8—THE SEASONS: A ROMAN IDYLL—SUMMER ( THE YELLOW OF BRASS / A ROMAN BATH )
Staalgravure uit 1879 van de hand van August Blanchard naar het schilderij (Opus CLXXIII) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Met potlood gesigneerd door Blanchard en Alma-Tadema. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 13,5 x 33 cm. Een enkele bacchante danst om de wijnoogst van het jaar te vieren. Ze draagt een luipaardvel en heeft een lauwerkrans op haar hoofd, traditionele symbolen van de cultus van Bacchus. De jurk van de jonge vrouw is in Griekse stijl, die in verticale sculptuurachtige plooien om haar heen valt, evenals haar springende houding, is deze ontleend aan reliëffiguren van dansende maenaden. Gesitueerd in een Romeinse kelder, beeldt deze voorstelling evenals The Vintage Festival een huiselijk ritueel af. De bacchante brengt, uit een zgn. rhyton (marmeren drinkbeker) met een ramskop, een wijnoffer boven de brande stoof. Een gepolijst bronzen borstbeeld van Bacchus overziet het geheel. De amphora met het opschrift “Herculaneum” zou kunnen verwijzen naar de beschrijving door Plinius van bedwelmende wijn uit het gebied rond de Vesuvius, terwijl de stoppen van de kruiken die uit de zanderige keldervloer tevoorschijn komen, overeenkomen met zijn beschrijving van wijn die traditioneel werd bewaard in de grond.
9—THE SEASONS: A ROMAN IDYLL—AUTUMN (THE RED OF FIRE)
Engeland, laatste kwart 19de eeuw. H: 59,5 cm. Deze vazen zijn een goed voorbeeld van de grote belangstelling in Engeland voor Grieks-Romeins aardewerk. Al vanaf het einde van de 18de eeuw maakte Wedgwood aardewerk gebaseerd op de klassieke vazen die uit Italië naar Engeland kwamen. Naast Wedgwood waren gedurende de 19de eeuw in Staffordshire verschillende ateliers actief, zoals dat van Samuel Alcock, een pottenbakker die in de tweede helft van de 19de eeuw in greek-etruscan style werkte. De hier afgebeelde vazen zijn in een soortgelijk atelier ontstaan. Daarbij heeft de maker zich in vorm en decoratie grote vrijheid gepermitteerd, typisch voor het historisme van het Victoriaanse Engeland. Waarschijnlijk heeft de schilder de originelen nooit gezien en zich gebaseerd op catalogi van bestaande collecties. Zo vertonen een aantal van de figuren op deze vazen sterke overeenkomsten met decoraties op vazen in de collectie Jatta in Zuid-Italië, waarvan in 1869 een catalogus verscheen. De hals van de vaas vertoont een samengesteld lotuspalmetmotief dat in de archaïsche tijd (6de eeuw v. Chr.) thuishoort, terwijl de buik beschilderd is met een voorstelling die pas denkbaar is in de tweede helft van de 5de eeuw v. Chr (roodfigurige techniek). De ene vaas toont in een verkorte versie de strijd tussen de Olympische goden en het verdreven geslacht der Titanen. Zeus stormt op zijn wagen voorwaarts, terwijl een Titaan een rotsblok naar hem gooit. Op de andere vaas zien we Bellerophon op het gevleugelde paard Pegasus. Verder refereert deze tweede vaas duidelijk aan de wereld van Bacchus, god van de vruchtbaarheid, extase en dronkenschap. We zien bacchantes en satyrs, die met fakkels zwaaien, alsmede met een zogeheten thyrsusstaf en rhyton (rituele plengbeker in de vorm van een hoorn).
III—TWEE AARDEWERK VAZEN IN GRIEKS-ETRUSKISCHE STIJL
Ets vervaardigd in 1880 door Paul Rajon naar de aquarel van Lawrence AlmaTadema (Opus CXCVII). In potlood gesigneerd door Alma-Tadema en Rajon. Later met de hand gekleurd. Afm (druk): 38 x 2,6 cm. De vrolijke poses van de drie vrouwelijke naakten vormen een ritmische cirkel rond de enorme fontein, met zijn gevleugende amorino die voorover tuimelt in de kronkels van de start van een dolfijn. Het werk is de meest spelse variant van een geliefde compositievorm van Alma-Tadema met naakte, badende figuren zie ook nrs. 8 en 34. Het is een bijzonder speelse voorstelling: de amorino lijkt het gebaar van de rechter figuur te bestuderen, die haar arm schraapt met en huidkrabber, terwijl de dolfijn water spuit op de middelste naaktfiguur. Met karakteristieke aandacht voor detail worden miniscule belletjes weergegeven waar de waterstralen in het basin terechtkomen; de blote benen en voeten van de vrouwen zijn zichtbaar door de rimpels in het water. Evenals in de andere Romeinse badtaferelen, lijken de baden meer een plaats voor luxueuze verpozing dan voor hygiënische verzorging. Alma-Tadema’s reis naar Rome en Napels van maart tot mei 1878 inspireerde hem tot het maken van dit werk.
10—STRIGILS AND SPONGES
Rome, circa 1840. Glasmozaïek van de Vestatempel met op de voorgrond de Fontana dei Tritoni, in verguld houten lijst. H x B: mozaïek 24 x 17cm, lijst 40 x 33 cm. De Vestatempel op de huidige Piazza della Bocca della Verita is de oudste bewaard gebleven tempel van Rome; de toeschrijving aan de verering van Vesta is gebruikelijk maar onjuist aangezien Hercules Victor in deze tempel werd vereerd. De tempel ligt aan het Forum Boarium, vlakbij de Tiber en werd door de architect Valadier in 1809-1810 gerestaureerd waarbij het de vorm terug kreeg zoals die ook op het mozaïek is afgebeeld. De op het plein voor de tempel geplaatste fontein werd in 1715 aangelegd door de architect Carlo Bizzaccheri op last van Paus Clemens XI (Giovanni Francesco Albani) en bestaat uit een bassin in de vorm van een 8-puntige ster (onderdeel van het wapen van de familie Albani) waarboven een rots met twee tritons die een schelp dragen.
IV—MICROMOZAÏEK FORUM BOARIUM
Ets uit 1882 van de hand van C.O. Murray, naar het schilderij (Opus CCXXX) van Lawrence Alma-Tadema. Gesigneerd met potlood door Alma-Tadema en Murray. Later met de hand gekleurd. H x B: 22 x 14,2 cm. Een dame voert slabaadjes aan haar huisdieren, twee schildpadden. Afbeeldingen van levende dieren in Alma-Tadema’s werk zijn ongebruikelijk. Het tijgervel waarop de dame zit, was daarentegen een attribuut dat in zijn voorstellingen veel voorkomt. Hij had het in zijn atelier liggen en drapeerde het over een stoel of model.
11—QUIET PETS
Ets uit 1883 vervaardigd door Charles Murray, naar het schilderij (Opus CCXXXV) van Sir Lawrence Alma-Tadema, uitgegeven door de British & Foreign Artists Association. Later met de hand gekleurd. H x B: 38,8 x 20 cm. In een tuin vol bloemen staat een marmeren beeld van Silenus met Dionysos als kind op z’n schouder. De compositie is gebaseerd op Alma-Tadema’s voortuin in St. John’s Wood (Londen). Een jonge moeder speelt met haar kind na een bad, een zilveren wasbekken en grote spons liggen nog op de marmeren richel rechts. Silenus werd enerzijds gezien als figuur van de vruchtbaarheid, die zorg droeg voor het groeien en rijpen van de vruchten, zoals hij de jeugdige Dionysos had verzorgd en opgevoed. Maar anderzijds kreeg hij ook nog een hogere betekenis: men zag in hem, de leermeester van Dionysos, de bron van alle wijsheid, een wijze in de ware zin van het woord die het ijdele en dwaze streven, waarmee de meeste mensen hun leven doorbrengen, met spot en minachting bejegent.
12—CHILDISH AFFECTIONS (Young Affections / The Idyll from Ancient Rome)
Staalgravure vervaardigd in 1884 door August Blanchard naar het schilderij (Opus CCXL) van Sir Lawrence Alma-Tadema, uitgegeven in 1884 door L.H. Lefèvre te Londen. Met potlood gesigneerd door Alma-Tadema en Blanchard, later met de hand gekleurd. H x B: ca. 53,7 x 35 cm. De voorstelling is gebaseerd op een tekst (Idylle nr. 15) van de Griekse dichter Theocretius, waarin in een stedelijke omgeving vrouwen de hoofdrol spelen en ontevreden zijn over de mannen in hun leven. We zien de vluchtige afscheidskus die de oudere zuster aan de jongere geeft om naar de spelen in het Colosseum te gaan. Hun moeder wacht op de wagen die voor de deur staat. De familieleden stellen ook in werkelijkheid Alma-Tadema’s vrouw en twee dochters voor. Deze zgn. artist’s proof, d.w.z. de meest exclusieve uitgave van de gravure met de signatuur van zowel de schilder als de graveur, was toen de prent in 1884 op de markt kwam tamelijk kostbaar: £10 en 10s
13—A PARTING KISS
Frankrijk, tweede helft 19de eeuw. Brons met een lichtbruin patina op een sokkel van geel Siena marmer. H: 23 cm. Het origineel van dit beeld werd in de vroege 17de eeuw gevonden in een villa aan zee van keizer Nero, vlakbij Anzio. Het beeld maakte lang deel uit van de Borghese collectie in Rome maar werd in 1807 door Napoleon gekocht; sindsdien is het te zien in het Louvre.
V—BORGHESE GLADIATOR
Heliogravure vervaardigd rond 1885 door de Berlin Photographic Co. naar het schilderij (Opus CCLXVII) van Sir Lawrence Alma-Tadema. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 25,5 x 50,5 cm. We zien een rapsode (d.w.z. rondtrekkende zanger) met een papyrusrol, hij draagt de epische gedichten van Homerus voor aan een toegewijd publiek. Ze zijn bijeengekomen in een klein amfitheater dat uitkijkt over een turquoise Egeïsche Zee. De zetel van de lezer is ontleend aan het theater van Dionysus in Athene. De gevarieerdheid van kostuums zijn een afspiegeling van de algemene aantrekkingskracht van Homerus’ poëzie; de elegant geklede figuur, half afgesneden aan de linker kant, contrasteert sterk met de figuur in eenvoudige geitenvellen. Een criticus klaagde dat de gezichtstypen “van een lage orde” waren en niet pasten bij de waardigheid van het onderwerp. Alma-Tadema sympathiseerde echter met de negentiende-eeuwse visie van Homerus als populair, in plaats van elitair dichter. Alma-Tadema wenste wellicht ook dat zijn eigen ‘epos’ een breed publiek bereikte, en inderdaad werd Reading from Homer wijd verspreid in de vorm van losse gravures en andere reproducties. Zijn schilderijen waren door ook toen al hoge prijzen, slechts te koop voor een rijke minderheid. 14—READING FROM HOMER
Album met 100 gravures en tekst. Rome 1821. H x B: 22 x 32 cm. Bartolomeo Pinelli was een Italiaans tekenaar, etser en schilder. Hij werd geboren in 1781 in Rome en overleed daar in 1835. Voor zijn opleiding ging hij naar Bologna. Pinelli was een veelzijdig en productief kunstenaar. Hij maakte illustraties bij de werken van schrijvers uit de Oudheid en Renaissance en werd vooral bekend door zijn albums waarin hij Italiaanse volkskostuums in beeld bracht. Zijn werken verkocht hij met name aan Grand Touristen op reis in Italië. In dit prachtige album uit 1821 illustreert Pinelli de Griekse geschiedenis aan de hand van 100 gravures. Daarnaast is een uitgebreid tekstgedeelte in het Italiaans en Frans opgenomen.
VI—ISTORIA GRECA DOOR BARTOLOMEO PINELLI
Staalgravure vervaardigd door Leopold Löwenstam in 1889 naar het schilderij (Opus CCXC) van Sir Lawrence AlmaTadema. Met potlood gesigneerd door Alma-Tadema en Löwenstam. Later met de hand gekleurd. H x B: 34,5 x 46,5 cm. De mooie vrouwen worden geportretteerd in the luxury of their leisured lifestyle. Er wordt voorgelezen van een papyrus rol. De blozende wangen en de dromerige blik van het luisterende meisje doen veronderstellen dat haar gedachten bij een liefdestreurzang zijn. De muur aan de achterzijde is versierd met bronzen reliëfs die dienst doen als draaibare raampanelen, ze beelden de muzen af en benadrukken de literaire context. Op het eerste paneel zijn van een staande figuur slechts de onderbenen zichtbaar, ze zouden van Apollo kunnen zijn. De aanwezigheid van deze halfverborgen figuur roept het erotische droombeeld op waarin de vrouwelijke toehoorder volledig opgaat.
15—A FAVOURITE POET
Het open venster biedt een typisch Mediterraan zeegezicht. Er hangt een lome sfeer. Zonlicht stroomt de kamer binnen, verlicht het marmer en benadrukt het lichaam van de zittende figuur, dat door haar jurk heen zichtbaar is.
Staalgravure vervaardigd door P.J. Arendsen in 1891 naar het schilderij van Sir Lawrence Alma-Tadema (Opus CCCI). Gesigneerd met potlood door Alma-Tadema en Arendsen. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 42 x 34 cm. Afgebeeld is een Griekse dame die op het punt staat zich te verloven, ware het niet dat haar geliefde treuzelt en haar nog steeds niet ten huwelijk heeft gevraagd. Hoewel het misschien een triviaal onderwerp is, was deze periode van prille ongemakkelijke liefde van belang in AlmaTadema’s oeuvre. In zijn visie bestond het leven niet zozeer uit grootse gebeurtenissen, maar uit de gewone relaties tussen mensen.
16—ELOQUENT SILENCE
Heliogravure uitgegeven door Stephen T. Gooden in 1892 naar het schilderij (Opus CCCXII) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Met potlood gesigneerd door AlmaTadema. Later met de hand gekleurd. H x B: 38 x 51,7 cm. The Kiss geeft een vertrouwd tafereel weer van badende Romeinse vrouwen. Maar in tegenstelling tot Alma-Tadema’s gebruikelijk badscènes in nauwkeurig weergegeven klassieke gebouwen (zie The Baths of Caracalla), zijn de vrouwen op dit schilderij voor hun plezier aan het zwemmen in zee. Al verklaarde de kunstenaar dat de achtergrond was gemodelleerd naar een meer in Beieren waar hij was geweest, roepen de heldere zee en het marmer de milde Mediterrane wereld op van een reeks schilderijen waarop Romeinse aristocraten zich vermaken aan de baai van Napels. In The Kiss heeft Alma-Tadema op ingenieuze wijze het sentimentele met het gewaagde gecombineerd. De centrale groep toont een jonge vrouw die een kind een afscheidskus geeft voordat ze zich bij de zwemmers voegt. Haar identiteit is onduidelijk, evenals de vrouw op de achtergrond, maar de compositie doet denken aan Victoriaanse genretaferelen van kinderen met hun moeders en gouvernantes. In contrast met deze groep kijkt een naakte baadster, uiterst links op de voorstelling, de toeschouwer rechtstreeks aan. De kunstenaar gunt de toeschouwer een verboden blik op dit naakt als door een sleutelgat. Zoals in meer van Alma-Tadema’s latere schilderijen is ook hier de compositie niet meer overladen met kunstvoorwerpen: getoond worden alleen de vertrouwde bronzen driepoot en een relief van een satyr die op een panfluit speelt onder een boom. De satyr is een verrassende, zij het discrete indringer in een verder geheel vrouwelijke omgeving. Een erotische connotatie in een schijnbaar onschuldig tafereel. 17—THE KISS
Heliogravure uit 1892 vervaardigd door de Berlin Photographic Co. naar het schilderij (Opus CCCVII) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Later met de hand gekleurd. H x B: 40 x 76 cm. Het onderwerp is een van de bekende thema’s in de Victoriaanse genreschilderkunst. Progressive kunstcritici uit het latere Victoriaanse tijdperk klaagden hevig over de tallloze schilderijen van moeders met baby’s. Hier knielt de moeder eerbiedig om de hand van de baby te kussen. In het werk zijn archeologisch specifieke elementen uit Alma-Tadema’s repertoire verweven met de iconografie van de Victoriaanse kindertijd. Het kussen van de baby ligt op een Romeinse bank, een type dat vaak voorkomt op Alma-Tadema’s schilderijen; het babybadje, net zichtbaar tussen de gordijnen aan de rechterkant, is een in de vloer verzonken Romeins bassin. Het meest in het oog springend detail is de kleine Romeinse sandaal, prominent aanwezig op de voorgrond, een veelvoorkomend motief op Victoriaanse schilderijen van de kinderjaren. Met de voor hem karakteristieke vindingrijkheid interpreteerde Alma-Tadema het conventionele motief in termen van archeologische nauwkeurigheid. Het zelfde zou gezegd kunnen worden van het werk als geheel: het eenvoudige Victoriaanse onderwerp van een moeder met haar baby is getransformeerd in een tafereel met Romeinse grandeur. 18—AN EARTHLY PARADISE
Staalgravure door Auguste Blanchard naar een schilderij van Lawrence AlmaTadema. Uitgegeven te Londen in 1892. Met potlood gesigneerd XXX door AlmaTadema en Blanchard. In de tijd met de hand gekleurd.H x B: 49 x 94 cm. De Londense Lefèvre Gallery wijdde een speciale tentoonstelling aan het schilderij (waarnaar deze gravure gemaakt is), vervaardigd in opdracht voor de collectie van bankier Baron von Schröder. Het werk heeft een kind in de cultus van Bacchus als onderwerp. Zonlicht schijnt door de paarse baldakijn en werpt een schaduw op de plechtige figuren van gesluierde priester en priesteres die het kind opwachten voor een marmeren altaar. Naast hen bespeelt een groep muziekanten hun instrumenten. Links van het altaar wacht het kind met een menigte vereerders, waaronder vier mannen met een grote wijnzak als zoenoffer voor de goden. Een bacchante gekleed in een luipaardvel staat bij een zilveren bokaal, die gebruikt wordt voor het mengen van gewijde wijn met water. Dit is een kopie van een beroemd stuk uit de zgn. Hildesheim-schat, ontdekt in 1868, waarvan Alma-Tadema een replica bezat en die op veel van zijn schilderijen is afgebeeld. Een andere bacchante, in een tijgervel, zwaait met een tak die is versierd met bloemen, een bel en een lint. Er wordt verondersteld dat dit een variant is van de traditionele thyrsus (ook ‘Bacchusstaf’ genaamd). De twee dansende bacchanten naderen het altaar waarop zij de guirlande op traditionele wijze zullen ophangen. Een verschil tussen schilderij en gravure (die drie jaar na elkaar gemaakt zijn), is dat de guirlande op de gravure, gemaakt is van bloemen die blaadjes verliezen en op het schilderij de guirlande alleen bladgroen heeft. Nog een opmerkelijk verschil: op de gravure aan de tempel rechts zit geen fries met daarop centauren (bekend om hun onblusbare libido), ook een bronzen beeld van een centaur voor de tempel ontbreekt. Mogelijk heeft de kunstenaar verwijzingen naar de orgiën in Livius’ verslag van het Bacchanalische schandaal in 186 v. Chr., willen beperken. Deze inwijdingsscène wordt meer gekenmerkt door godsdienstigheid dan door Bacchanalische hartstocht. 19—DEDICATION TO BACCHUS
Staalgravure vervaardigd door Charles Oliver Murray in 1896, naar het schilderij van Lawrence Alma-Tadema (Opus LXXI) (ook bekend als Recovery, Intérieur Pompeien des femmes en Before Dinner). Later met de hand gekleurd. H x B: 52,2 x 34 cm. In deze blik op het leven in een Romeinse villa, een van de geliefde thema’s van Alma-Tadema, zien we (aldus een oude officiële beschrijving): “A fair young girl, recovering from an illness – enjoying the treatment of convalescense – is reclining on a couch, and listens lazily, apparently half unconciously, to the reading of an elderly Roman lady, while further to the right a pretty slave blows up a stove in which are cooking utensils. At the back are fluted Ionic columns and a marble stair, and for background we have a peep of the pillared Atrium. The interior is hung with roses in honour of the retrun to health of the daughter of the household.” Maar misschien moet het werk wel anders worden uitgelegd: de liggende jonge vrouw kijkt pips voor zich uit, eigenlijk ziet ze het liefst dat iedereen haar met rust laat. Het geheim van haar ongeluk hangt aan de zuil: een portret van haar geliefde. Ze heeft geen zin bij het feest zal zijn, waarvoor de slaven het atrium versieren. Het is een typisch voorbeeld van Alma-Tadema’s pogingen om het alledaagse leven van het oude Rome opnieuw leven in te blazen. De omgeving is archeologisch gezien accuraat, maar de personen zijn duidelijk ‘Negentiende-eeuwers in toga’.
20—THE CONVALESCENT [vert.: de herstellende]
Heliogravure vervaardigd in 1894 door de Berlin Photographic Co. naar het schilderij (Opus CLXXV) van Sir Lawrence Alma-Tadema. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 89 x 39,5 cm. Vermoedelijk draait het in Spring om een processie tijdens de Floralia, een bloemenfeest gehouden in de vroege Romeinse keizertijd van 28 april tot 3 mei. Tijdens het festival stond Flora, de godin van de bloemen en planten, centraal. Het schilderij is een van Alma-Tadema’s beroemdste en meest ambitieuze werken. De vrolijke optocht daalt af van de Palatijnse heuvel. Dienaren en dienaressen van de Tempel van Flora bespelen tamboerijn en fluit. Achter hen, onder het baldakijn, loopt een bebaarde priester, met de gelaatstrekken van Alma-Tadema zelf. Vanaf de daken van de marmeren paleizen werpen toeschouwers overvloedig bloemen. Een vers van dichter A.C. Swinburne staat op de originele schilderijlijst: In a land of clear colours and stories, In a region of shadowless hour, Where the earth has a garment of glories, And a murmur of musical flowers. De setting van het werk is fictief, architectonische details uit een groot aantal verschillende bronnen werden er voor samengebracht, waaronder muurschilderingen uit Pompeï in het balkon bovenaan de trap en de fries met strijdende centauren uit de tempel van Apollo bij Bassae op het gebouw links. Halverwege de stoet worden twee beelden van Satyrs gedragen, met in hun hand een mand met fruit en Dionysos als kind op de schouder als personificatie van de groeikracht van de aarde. Voor het schilderij Spring kreeg Alma-Tadema de Grand Prix tijdens de wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs. Het werk oogstte veel lof van de toenmalige critici, tegenwoordig is het een van de meest geliefde schilderijen van het J. Paul Getty Museum.
21—SPRING
Italië, eerste helft 19de eeuw. Rosso antico marmer op zwart marmeren basement. H: 49,5 cm De overblijfselen van deze tempel golden ten tijde van de Grand Tour als markant voorbeeld van de Romeinse bouwkunst. Modellen van de tempelruïnes op het Forum Romanum in Rome waren een gewild object voor de Grand Tourist en inspireerden, bij terugkomst in het vaderland, menig architect. Ook nu nog vormt zo'n architectuurmodel een van de geliefdste Grand Tour objecten. De Castor en Pollux tempel dateert uit de vroegste dagen van de Romeinse republiek en werd in 484 voor Chr. opgedragen aan de Dioscuri als dank voor hun hulp aan de Romeinen bij de slag tegen de Latijnen bij het meer van Regillus. De tempel werd ten tijde van keizer Hadrianus gerestaureerd.
VII—MODEL VAN DE RUÏNE VAN DE TEMPEL VAN CASTOR EN POLLUX
Heliogravure uitgegeven in 1895 door de Berlin Photographic Company naar het gelijknamige schilderij van Sir Lawrence Alma-Tadema. Linksonder door Alma-Tadema met potlood gesigneerd. Later met de hand gekleurd. H x B: 30,5 x 44,5 cm. De gefavoriseerde toont de inhoud van haar juwelenkistje aan een paar bewonderende vriendinnen. Ze weet dat ze een minnaar heeft gevonden die haar kan onderhouden op een manier waar ze aan gewend wil raken. Het marmeren beeld van de Griekse worstelaars rechts, staat in de Galleria degli Uffizi te Florence.
22—FORTUNE’S FAVOURITE (PAMPERED HAPPINES)
Frankrijk, laatste kwart 19de eeuw. Beeldengroep in brons, lichtbruin gepatineerd.H x B: 28,5 x 35 cm
Naar de marmeren groep uit de Romeinse Oudheid in de Uffizi in Florence. Gemerkt door de bronsgieter 'F. Barbedienne Fondeur' en met het 'reduction mecanique Colas' stempel.
VIII—TWEE WORSTELAARS
Heliogravure naar het schilderij (Opus CCCXXVII) van Sir Lawrence Alma-Tadema uitgegeven door Arthur Tooth in 1895. Gesigneerd door Alma-Tadema in potlood linksonder. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 37,7 x 22,7 cm. Een jong paar staat op een balkon. Hij spreekt van hartstocht. Voorouderlijke bustes overzien de Middellandse Zee. De zon verwarmt het marmer. Gaandeweg legde Alma-Tadema zich steeds meer toe op huiselijke scènes in het Romeinse keizerrijk. Steeds lichter werden daarna zijn werken, en vanaf het glorierijke moment dat hij zijn nieuwe atelier in gebruik kon nemen, met het glanzende plafond gemaakt van (toen peperduur) aluminium, schilderde hij bijna alleen nog maar buitenscènes met veel glinsterend marmer. “A marbellous painter”, had de Engelse pers hem genoemd.
23—PAST AND PRESENT GENERATIONS
Beeld in terracotta, gemerkt Chiurazzi Napoli. Napels, laatste kwart 19de eeuw. H: 37 cm. De ‘Sophocles van Lateranen’ werd in 1839 in Terracina opgegraven en door Paus Gregorius XVI opgesteld in het paleis van Lateranen. De collectie van het Museo Lateranese werd in de jaren 60 van de twintigste eeuw gesloten en vanaf 1970 toegevoegd aan die van de Vaticaanse musea. Het familiebedrijf Chiurazzi was vanaf 1870 in Napels actief als bronsgieter en, op veel kleinere schaal, als makers van beelden in terracotta.
IX—SOPHOCLES
Staalgravure uit 1897 naar het schilderij (Opus CCCXXXIX) van Sir Lawrence AlmaTadema. Gesigneerd in potlood door Alma-Tadema en de graveur. Later met de hand gekleurd. H x B: 34,4 x 20,3 cm. Het gekibbel tussen geliefden was een populair 19de-eeuws onderwerp dat zich kon afspelen in iedere gewenste historische periode of setting, in de Klassieke Oudheid, middeleeuwen, 18de-eeuw of in de moderne tijd. De mannelijk figuren in werken van Alma-Tadema hebben veelal een tamelijk emotieloze lichaamsuitdrukking, In A Difference of Opinion wijkt de man, die zijn geliefde van iets tracht te overtuigen, daar van af. Alma-Tadema verwerkte veelvuldig archeologische vondsten in zijn voorstellingen. In 1860 was men begonnen met het opgraven van Pompeï en leverde sindsdien een schat aan kunstvoorwerpen en informatie. De bronzen cherubijn met een gans die in deze voorstelling het waterbekken siert, staat thans in het Museo Nazionale te Napels.
24—A DIFFERENCE OF OPINION
Italië, laatste kwart 19de eeuw. Bronzen beeld op sokkel van zwart en rood marmer. H: 32 cm (inclusief sokkel, niet afgebeeld in catalogus). De Spinario, of Fidele, stelt een jongen voor die een doorn uit zijn voet haalt. Met name voor de kunstenaars uit de Renaissance is dit beeld een inspiratiebron geweest en er zijn dan ook diverse kopieën gemaakt in zowel steen als brons. Kleinere kopieën van de Spinario waren een geliefd Grand Tour souvenir. Kleine restauratie aan de hals.
X—SPINARIO
Heliogravure uitgegeven in 1899 door Arthur Tooth & Sons te Londen naar het schilderij (Opus CCCL) van Sir Lawrence Alma-Tadema, later met de hand gekleurd. H x B: ca. 37,5 x 82 cm. Het schilderij waarnaar deze gravure is gemaakt, was onderdeel van de Royal Academy’s Summer Exhibition in 1898 en werd vanwege z’n uitmuntende techniek en schoonheid ontvangen als meesterwerk. Kunstcriticus F.G. Stephens beschouwde The Coversion of Paula als Alma-Tademas topstuk. Kunsthandel Arthur Tooth & Sons, opdrachtgever voor het schilderij, had daarmee een nieuwe troef in handen. Volgens de brieven van Alma-Tadema aan Stephens kwam het schilderij niet zonder problemen tot stand en was hij erg content met de lofbetuiging. Paula, gekleed in een purper en amber met goud geweven gewaad, leunt achterover op een altaar gewijd aan Bacchus. Ze luistert naar de charmante maar ascetische Hiëronymus die haar vertelt over het Christendom. Later verlaat Paula de Bacchus cult om deze nieuwe religie te volgen. Het werk vertegenwoordigt een van de weinig christelijk getinte onderwerpen in Alma-Tademas oeuvre. Tien jaar eerder was hij bekritiseerd voor het gebrek aan ‘moral purpose’ in zijn schilderij The roses of Heliogabalus. 25—THE CONVERSION OF PAULA BY ST. JEROME
Heliogravure uit 1906 uitgegeven door Arthur Tooth & Sons naar het schilderij (Opus CCCLXXIX) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Met potlood door Alma-Tadema gesigneerd linksonder. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: ca. 45 x 66,5 cm. Een Romeinse dandy verleidt een lange roodharige (Victoriaanse) schoonheid. Terwijl hij haar hand kust, wendt zij zich verlegen af. Het boeket is een stille herinnering aan haar aanbidder. Het werk is geïnspireerd door “The Princess” van de fameuze Engelse dichter Alfred Lord Tennyson: “Ask me no more; thy fate and mine are sealed/ I strove against the stream and all in vain/ Let the great river take me to the main/ No more, dear love, for at a touch I yield”/ [zwijmel…] Met dit werk completeert de kunstenaar zijn serie schilderijen met het meest voorkomende thema: geliefden die elkaar ontmoeten op marmeren terrassen met zicht op de Middellandse Zee. Een terugkomend element in deze voorstellingen is de subtiele emotionele spanning tussen beiden. Liefde lijkt onbeantwoord. Het gekozen moment dat wordt weergegeven bouwt, de spanning op. De vraag of ze instemt of niet hangt in de lucht. Dat is ook bij Ask me no more het geval. 26—ASK ME NO MORE… FOR AT A TOUCH I YIELD
Heliogravure naar het schilderij (Opus CCCLVI) van Sir Lawrence Alma-Tadema, uitgegeven in 1900 door Arthur Tooth & Sons. Later met de hand gekleurd. H x B: 75,6 x 47 cm. Dit werk kwam tot stand in het jaar dat Alma-Tadema in Engeland werd geridderd. The Baths of Caracalla werd zijn belangrijkste schilderij voor de zomertentoonstelling van de Royal Academy in 1899. In The Times schreef een recensent dat dit prachtige ‘jewel-like work’ archeologisch geheel correct is. Alma-Tadema baseerde zich daarvoor op een in 1897 verschenen boek over de ruïnes en opgravingen in Rome, waarin de magnifieke zuilen en de marmeren boot (in het midden van de afbeelding) in de Thermen van Caracalla, nauwkeurig werden beschreven. Alma-Tadema zelf zei over dit werk: “It does seem to me that The Baths of Caracalla does show the different sides of my art, does exhibit its best qualities at their best... The picture, like much of my recent work, is a picture of ancient Rome as it was, and for this work of reconstruction I have had to get my information mainly from archaeological drawings. I was occupied with the picture for two years, and when it came back to my studio from the Academy I found that it wanted some altering and I worked at it again for some time with help of pencil drawings and models.” De kollossale zuil in de voorstelling moet gezien worden als een symbool van onvergankelijkheid, uittorenend boven de zorgeloze fratsen van de badende figuren. Inspiratie voor de voorstelling haalde Alma-Tadema vermoedelijk uit een gedicht van Alfred Lord Tennyson: “A Court, compact of lucid marbles, bossed with the lengths of classic frieze, with ample awnings gay, betwixt the pillars and great urns of flowers, the muses and graces, grouped in threes.” Aardig detail is dat de scène van Caracalla: AD 211 waarin Caracalla de thermen betreedt, achteraan in de voorstelling van The Baths of Caracalla wordt herhaald. 27—THE BATHS OF CARACALLA
Rome, circa 1800. H x B: 15,5 x 33 cm Inktstel in rosso antico marmer met twee vuurvergulde inktpotjes met deksel en een uitsparing met vergulde rand. Het inktstel heeft de vorm van een Romeins bad op klauwpoten met aan de voorzijde een leeuwenmasker. Het geheel staat op een zwart marmeren voet. Al vanaf het moment dat de eerste delen van de thermen van Caracalla werden blootgelegd, vormden deze een schatkist vol beelden, fresco’s en architectuurrestanten. De familie Farnese wist de concessie voor de opgravingen te bemachtigen. De opgegraven voorwerpen vormden daarmee de kern van de beroemde collectie Farnese. Sinds de 16de eeuw staan op het plein voor het Palazzo Farnese twee granieten bassins, afkomstig uit deze thermen. In de Oudheid deden de bassins dienst als bad, in hun tweede leven werden ze ingericht als fontein. Een inspiratiebron voor vele Grand Tour souvenirs. Van bad naar fontein is het hier een inktstel geworden. Uitgevoerd met grote precisie en verfijning in rosso antico marmer. Perfect voor op het bureau van een jonge Engelse Lord, schrijver of kunstenaar. XI—INKTSTEL IN DE VORM VAN EEN ROMEINS BAD
Heliogravure uitgegeven in 1902 naar het schilderij (Opus CCCLXX) van Sir Lawrence Alma-Tadema. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 30,3 x 50,7 cm. Door de moord op zijn broer wordt Caracalla in AD 211 alleenheerser over het Romeinse Rijk. Hier zien we de jonge keizer gehuld in prachtige kledij, hij doet zijn entree over een kleed van rozenblaadjes en betreedt de majestueuze aan hem opgedragen thermen. Caracalla, was de zoon van keizer Septimius Severus en was Romeins keizer van 198 tot 217. Hij staat bekend als een wrede heerser, die uiteindelijk zelf door de praetoriaanse garde werd vermoord. 28—CARACALLA: AD 211
Italië, tweede helft 19de eeuw. Beeld in serpentijnsteen op sokkel. H: 48 cm. Het beeld is gemaakt naar een Romeins beeld uit de vroege derde eeuw AD, dat op zijn beurt weer een kopie was van een verloren gegaan Grieks origineel uit de 4de eeuw voor Chr. gemaakt door Lysippos of een van zijn tijdgenoten. De Romeinse kopie was gemaakt voor de baden van Caracalla in Rome waar het in 1546 werd ontdekt. Daarna kwam het al snel terecht in de collectie van kardinaal Alessandro Farnese, kleinzoon van paus Paulus III en groot kunstliefhebber en -verzamelaar. Het beeld werd in delen opgegraven en een lange tijd stond het op benen die in 1560 door Guglielmo della Porta waren vervaardigd. Dit ondanks het feit dat de originele benen al snel na de overige delen waren gevonden. Niemand minder dan Michelangelo overtuigde Farnese ervan dat de vervangende benen net zo goed waren als de originele, wellicht om aan te tonen dat moderne beeldhouwers niet onderdeden voor die van de Oudheid. Zo heeft het beeld gedurende generaties op een binnenplaats van het Palazzo Farnese aan de oever van de Tiber gestaan, waar het een van de hoogtepunten vormde van een bezoek aan Rome. In 1787 werd het beeld overgebracht naar Napels en kreeg het zijn 'eigen' benen terug. Hercules is thans te bewonderen in het Museo Archeologico aldaar. We zien Hercules - of Herakles - leunend op zijn knots waarover de huid van de leeuw van Nemea is gedrapeerd. Hij lijkt uit te rusten na het voltooien van zijn elfde opdracht: het bemachtigen van de appels van de Hesperiden. De spierpartijen zijn indrukwekkend weergegeven, maar het hoofd neigt wat droevig naar beneden. Het lichaam rust op het rechterbeen, terwijl het linkerbeen naar voren geplaatst is. In het zwaar gespierde lichaam valt een sterke S-curve op. Herakles houdt de pas veroverde appels achter zijn rug in de hand vast.
XII—HERCULES FARNESE
Staalgravure vervaardigd door Charles Oliver Murray in 1904 naar het schilderij (Opus CCCLXXV uit 1903) van Sir Lawrence AlmaTadema. Met potlood gesigneerd door Alma-Tadema en Murray. Later met de hand gekleurd. H x B: 49 x 38 cm. Vanaf 1880 begint Alma-Tadema aan een reeks schilderijen waarop vrouwen zijn afgebeeld die zich hoog op imposante marmeren terrassen bevinden en uitkijken over een heldere Middellandse Zee. Hoewel er weinig archeologische voorwerpen zijn afgebeeld, lijken ze in een specifieke tijd en plaats te zijn gesitueerd: de Romeinse tijd aan de Golf van Napels. Klassieke bronnen beschrijven deze kustlijn als een populaire vakantie bestemming uit het vroeg Romeinse Rijk. De rijken bouwden luxe villa’s langs de baai op de randen van de klippen. De drie vrouwen op The Ever New Horizon lijken echter minder ontspannen dan de dames op het fameuze The Coign of Vantage [vert.: een gunstig uitkijkpunt] uit 1895. De vrouwen lijken door hun geliefden te zijn verlaten en hopen, uitkijkend over zee, op hun terugkomst.
29—THE EVER NEW HORIZON
Tekening in bruine en zwarte inkt met sporen van potlood. Antonio Senape, Napels, 1834. H x B: 23 x 32 cm. Kader en locatie-aanduiding in inkt, linksonder waarschijnlijk vermelding naam eerste eigenaar. Senape werd rond 1788 in Rome geboren maar was vooral werkzaam in Napels en omstreken waar hij in de periode tussen 1820 en 1840 zeer actief was in het vervaardigen van vedute voor de Grand Touristen die in Napels verbleven. Aan deze reizigers verkocht hij vaak een compleet album met tekeningen (sommige als panorama uitgewerkt) als herinnering aan hun Grand Tour. In zijn vedute dal vero lijkt Senape weinig te zijn beïnvloed door de lokale school van Posillipo. Over het leven van Senape zijn weinig gegevens bewaard gebleven, waarschijnlijk stierf hij in 1842. Werken van Senape zijn onder andere te vinden in de Nelson collectie van het National Maritime Museum in Greenwich, het Fitzwilliam Museum te Cambridge, het Museo nazionale di S. Martino te Napels en diverse privéverzamelingen. XIII—ANTONIO SENAPE: MARINA DI PALERMO
Heliogravure naar het schilderij van Sir Lawrence Alma-Tadema, uitgegeven in 1907 door Arthur Tooth & Sons. Linksonder gesigneerd met potlood door Alma-Tadema. Later met de hand gekleurd. H x B: 64 x 78,5 cm. Op Caracalla and Geta staan beide broers, zonen van Septimus Severus, omringd door familieleden in de keizerlijke loge van het Colosseum. De Spelen worden georganiseerd ter gelegenheid van het moment dat Septimus Severus in 203 AD de titel Caesar aan zijn zoon Caracalla verleent. Geta’s moeder is bezorgd dat haar tweede zoon niet de zelfde titel krijgt en geeft heimelijk intrigerende brieven aan een bode. De beren worden losgelaten, het spektakel staat op het punt te beginnen. De spanning in het amfitheater en tussen Caracalla en Geta is voelbaar. [De twee broers konden het slecht met elkaar vinden, kort na de dood van Septimus Severus laat Caracalla Geta vermoorden. Caracalla wordt daarmee de enige keizer over het Romeinse rijk.] Caracalla and Geta was het meest ambitieuze werk uit Alma-Tadema’s laatste jaren. Er staan meer dan 2.500 individueel geschilderde toeschouwers op. Als daar de figuren verborgen achter zuilen en guirlandes bij worden opgeteld en men dit extrapoleert naar de totale omvang van het Colosseum, klopt dit met de algemene aanname dat er zo’n 35.000 toeschouwers in het amfitheater konden plaatsnemen. De pers sprak in de tijd dat het schilderij gereedkwam met ontzag over dergelijke gedetailleerde kennis. Alma-Tadema was meer dan een kunstenaar alleen, de Nottingham Daily Guardian heeft het over de: “Spirit of a scientist and archaeologist [but] not an artist!” 30—CARACALLA AND GETA: BEARFIGHT IN THE COLISEUM, AD 203
A—Doos in schildpad met micromozaïek van het Colosseum. Rome, circa 1800. Doorsnede: doos 8,5 cm, mozaïek 5,9 cm Doosje voor snuiftabak in schildpad met een micromozaïek achter glas, gemonteerd in een gouden rand. De voorstelling van het Colosseum is een bijzonder fraai en verfijnd micromozaïek, opgebouwd uit zeer fijne glassteentjes (tesserae), typisch voor de vroege mozaïeken van circa 1800. Ook de opbouw in vierkante en rechthoekige steentjes wijst op een vroeg exemplaar; bij latere versies van dit populaire onderwerp werden vaak gebogen tesserae gebruikt. Het flavisch amfitheater werd gebouwd in de eerste eeuw en was het grootste theater van het Romeinse rijk. Meer bekend onder de naam Colosseum, afgeleid van het 35 meter hoge beeld, de Colossos van Nero, dat naast het theater stond. B—Doosje met micromozaïek Vestatempel in Tivoli. Rome, begin 19de eeuw. Doorsnede: 6,5 cm Schildpad doosje voor poeder of snuiftabak. Aan de bovenzijde een micromozaïek met een gezicht op de Vestatempel in Tivoli. Zowel toen als nu is het park rondom de tempel een geliefde pleisterplaats voor bezoekers aan Rome en omgeving. De tempel staat hoog op een rots boven de prachtige watervallen die de stad Tivoli omarmen. C—Micromozaïek Pantheon. Rome, begin 19de eeuw. Doorsnede: 7 cm Micromozaïek op koper: gezicht op het Pantheon. Opmerkelijk detail in dit Grand Tour souvenir zijn de twee torens op de beroemde Romeinse tempel. Deze toevoegingen uit de 17de eeuw worden toegeschreven aan de architect en beeldhouwer Bernini. Door de Romeinen werden ze destijds vaak 'de ezelsoren van Bernini' genoemd. In de 19de eeuw werden de torens weer verwijderd. Fraai is het spaarzaam gebruik van kleuren in de tesserae (glassteentjes) van dit micromozaïek: behalve een klein beetje groen is het geheel opgebouwd in bruin en grijstinten.
XIV—MICROMOZAÏKEN
Heliogravure vervaardigd in 1899 naar het schilderij van Sir Lawrence AlmaTadema. Linksonder door Alma-Tadema met potlood gesigneerd. In de tijd met de hand gekleurd. H x B: 37 x 23,5 cm. Hero is geïnspireerd op de legende van Hero en Leander, twee koningskinderen die elkaar niet konden krijgen. Leander, de mooiste jongen en Hero, mooier dan alle meisjes van het oosten, woonden in naburige steden maar de Hellespont scheidde hen. Hero is priesteres, ze woont in een toren en mag niet trouwen. Hun liefde ontvlamt natuurlijk toch. Iedere nacht zwemt (!) Leander de Bosporus over om zijn geliefde te zien. Ze houdt een lamp op om hem de weg te wijzen. Dat gaat natuurlijk niet lang goed. Plots komt er een afschuwelijk stormweer, waarbij zelfs de zeemannen de golven niet durven te beproeven. De wrede stormwinden doofden de lamp en bedolven de ongelukkige jongeman onder hoge golven. Leander haalt het niet, zijn dode lichaam spoelt aan op de kust van Hero. Uitzinnig van verdriet, stortte zij zich naar beneden van de toren.
31—HERO
Heliogravure uitgegeven door de Berlin Photographic Company naar het schilderij (Opus CCCXCI) van Sir Lawrence Alma-Tadema uit 1909. Gesigneerd in potlood door Alma-Tadema. Later met de hand gekleurd. H x B: ca. 38 x 26 cm. De voorstellingen van Romeinse thermen behoren tot de succesvolste van de kunstenaar. Op de voorgrond een koudwaterbad (frigidarium) waarin een vrouw speels een andere vrouw natspat; in de achtergrond een kleedkamer (apodyterium) met achter een gordijn een doorkijk naar een zuilengalerij. Het is grotendeels een reconstructie van de bestaande zgn. Stabiaanse thermen in Pompeï, opgegraven in 1824. Alma-Tadema heeft elementen van de verschillende kamers in de baden, die waren verdeeld in afzonderlijke gedeelten voor mannen en vrouwen, met elkaar gecombineerd. Het nauwkeurig weergegeven stucwerk boven de deur, de vorm van de kamer en de nissen rond de muren (op fantasievolle manier door de kunstenaar voorzien van genummerde kasten) zijn gebaseerd op het goed bewaard gebleven apodyterium voor mannen, terwijl het plafond is gekopieerd van het hete bad (caldarium) voor mannen. Alma-Tadema bezat foto’s van het apodyterium en van andere gedeelten van de binnen– en buitenkant van andere gedeelten van het bad. De kunstenaar heeft de omgeving luxueuzer gemaakt dan de Stabiaanse thermen, door het gebruik van marmeren muren en vloeren zoals die in de grote keizerlijke thermae van Caracalla aanwezig waren. Een paar favoriete klassieke objecten, zoals de zilveren vaas (zie ook Dedication to Bacchus) en de tafel met leeuwepoten (zie ook Roses Love’s Delight) zijn hier op toepasselijk wijzen in hun vroeg-keizerlijke setting geplaatst. Ook het schilderij was klein (66 x 45 cm) van afmeting, waarmee het potentiële effect van de gracieuse naakte vrouwen geminimaliseerd wordt. Zij zijn als het ware afgebeeld als accessoires bij een archeologische reconstructie.
32— A FAVOURITE CUSTOM (THE BATH)
Heliogravure uit 1901 uitgegeven door Arthur Tooth & Sons. naar het gelijknamige schilderij (Opus CCCLXIII) van Sir Lawrence AlmaTadema. Later met de hand gekleurd. H x B: 35 x 82,5 cm. Aristocratische meisjes en hun mannelijke begeleider luisteren naar een fluitist. Inspiratie voor de titel van het werk vond Alma-Tadema in een brief van de beroemde Engelse dichter Percy Bysshe Shelley: “We watched the ocean and sky together, under the roof of blue Italian weather”. Shelley (1792 - 1822) gold als idool voor de groep Victoriaanse en Pre-Raphaëlitische kunstenaars. Een kunstrecensent zei na het gereedkomen van het schilderij: “Its colour is so equisite and dainty; its composition and arrangement so consummately learned, whether as to perspective, linear and aerial, tone and atmosphere, and reflected lights; and the drawings of the figures and the painting of the flesh so admirable that this picture may be pronounced in some qualities superior to, or more attractive than anything the master has producted before.” 33—UNDER THE ROOF OF BLUE IONIAN WEATHER
“Tempio di Ercole - di Domiziano. Via Appia vecchia, Roma 1856”. Aquarel op papier van de hand van Carl Haag (1820 Erlangen - 1915 Oberwesel) Gesigneerd linksonder: “C. Haag”. Afkomstig uit een (reis)album: vouw over midden van het blad. H x B: 35 x 12,5 cm. Haag genoot zijn opleiding aan de academies van Nürnberg en München. In 1847 reisde hij naar Londen om zich te onderleggen in de techniek van het aquarelleren. Vanaf 1850 stelde hij zijn werken tentoon bij de Royal Watercolor Society (RWS). In 1853 schilderde hij in opdracht van Koningin Victoria en Prins Albert twee aquarellen van de hertenjachten bij Balmoral. Naar Balmoral zou hij nog in 1863 en 1864 terugkeren. In schitterende aquarellen heeft hij daar het leven van het Koninklijke paar en hun kinderen veelvuldig vastgelegd. Deze werken maken nog steeds deel uit van de Koninklijke collectie. Zijn bijdragen resulteerden er in dat hij het Britse staatsburgerschap verwierf. Vanaf 1858 reisde Haag naar Egypte waar hij samenwerkte met de Engelse schilder Frederick Goodall. Beide kunstenaars werden zeer gegrepen door het oriëntaalse leven. Haag wordt gezien als één van de belangrijkste 19de-eeuwse aquarellisten en oriëntalisten. Zijn in Italië vervaardigde werken dateren veelal van de jaren '50 van de 19de eeuw, waaronder een voorstelling van Pelgrims in Rome (Leeds, City Art Gallery). In het jaar 1856 trok Haag door de streek rond Rome: van deze reis zijn behalve onderhavige aquarel ook gezichten bekend van o.a. de Torre dei Schiavi, Tivoli en de Via Appia. XV—CARL HAAG: TEMPIO DI ERCOLE
Heliogravure vervaardigd in 1910 door Arthur Tooth & Sons naar het schilderij (Opus CCCXCVII) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Gesigneerd met potlood door Alma-Tadema. Later met de hand gekleurd. H x B: 34,8 x 83,5 cm. Het is nog fris op deze heldere ochtend. Gezeten op een halfronde marmeren bank drukt ze haar gewaad tegen zich aan. De anemonen in de weide suggereren dat het nog vroeg in de lente is. Ze kijkt dromerig, mediterend op The Voices of Spring: lachende, spelende kinderen en de tonen van een lier op de achtergrond. Op een marmeren altaar doen de geuren en het geknister van brandende dennenappels geofferd voor Bacchus, mooie herinneringen herleven. Misschien was het het gedicht “The Voice of Spring” uit 1890 van schrijfster Mary Howitt, dat Alma-Tadema heeft doen inspireren dit werk te maken: Turn thine eyes to Earth and God/ for there the Spring has given;/ clothed the Earth, and cleared skies:/ for thy pleasure of thy food,/ pour thy soul in gratitude.
34—THE VOICE OF SPRING
Italië, eerste helft 19de eeuw. In rosso antico marmer op zwart marmeren voet. H: 14 cm; doorsnede: 15,5 cm. Deze vazen zijn gemodelleerd naar een Romeins labrum: een waterbassin dat stond opgesteld in het caldarium van een badhuis. Het marmer hield het water koel: met een houten nap konden badgasten zich met het frisse water besprenkelen. Labrum (lip) verwijst naar de vorm van de bovenrand. Enkele restauraties aan de schaal.
XVI—PAAR TAZZA’S
Frankrijk of Italië, 1820-1840. Bronzen beeld van een dansende en cymbalen spelende satyr op een sokkel van geel Siena marmer. H: 21,5 cm. Met zijn rechtervoet bespeelt de satyr een kroupezion, een klepperachtig instrument. Het bruine patina is wat verweerd op de bovenbenen. Deze satyr is gemaakt naar een Romeins kopie - thans in de collectie van het Louvre - van een Grieks origineel uit de tweede eeuw voor Christus. Na de opgraving van deze antieke kopie in Rome in 1630, werd het beeld ingrijpend gerestaureerd: delen van de armen en benen, de cymbalen en de boomstronk werden aangevuld.
XVII—DANSENDE SATYR
Scagliola plaquette. Rome, laatste kwart 18de eeuw. De piramide van Gaius Cestius in trompe l’oeil. H x B: 19,5 x 15,5 cm. Al sinds de Romeinse tijd wordt de scagliola techniek toegepast: gipspoeder wordt vermengd met pigmenten en lijm en op een geprepareerde ondergrond aangebracht. Na droging wordt het gepolijst en met bijenwas afgewerkt. Behalve als imitatie van marmer in de architectuur werd het ook gebruikt om intarsia of pietre dure effecten te bewerkstelligen. Hier is de piramide van Gaius Cestius (in het italiaans Caio Cestio) in trompe l'oeil afgebeeld. Prachtig hoe de Piramide als een gravure is weergegeven, met effecten van gescheurde randen en restanten van plakband.
XVIII—SCAGLIOLA PLAQUETTE
A—Uomini Illustri: impronte door Giovanni Liberotti. Rome, circa 1840. Verzameling gipsafdrukken van intaglios in boekvorm. Het boek is gemaakt van met papier beplakt hout en karton. Op de lederen rug de vermelding 'Liberotti Impronte Uomini Illustri 2'. Verdeeld over twee vakken bevat het boek 26 gipsen afdrukken van gemmen van beroemde mannen: bustes van filosofen, dichters en staatsmannen uit de klassieke oudheid waaronder Julius Caesar, keizer Augustus, Virgilius, Cicero en Scipio. De namen zijn met inkt geschreven op de binnenzijde van de omslag aan voor- en achterkant. Slijtage en restauraties aan papier en binding van het boek. Liberotti was in het 19de-eeuwse Rome een van de meest gerenommeerde fabrikanten van verzamelingen gipsafdrukken. Zulke verzamelingen worden ook wel daktyliotheken genoemd. B—Opere di vari autori: impronte door Giovanni Liberotti. Rome, circa 1840. Verzameling gipsafdrukken van intaglios in boekvorm. Het boek is vergelijkbaar met het hierboven beschreven exemplaar met beroemde mannen. In deze versie zijn verschillende beroemde kunstwerken uit de Oudheid afgebeeld.
XIX—DAKTYLIOTHEKEN
Rome, derde kwart 18de eeuw. Afkomstig uit ‘Museo Cristiano Dehn’. H x B: 21 x 18 cm. Kleine houten doos, bekleed met groene zijde waarop 22 afdrukken van gemmen in rode zwavelpasta. In deksel een handgeschreven inventarislijst. Afkomstig uit de collectie 'Museo Cristiano Dehn'. Dehn (1700-1770) opende in 1739 een winkel in Rome waar hij zich specialiseerde in afdrukken (vaak in sulfur zoals in deze set) van antieke gemmen. Een paar intaglio's zijn vervangen.
XX—RODE INTAGLIO AFDRUKKEN
Staalgravure uit 1909 van de hand van Leopold Löwenstam naar het schilderij (Opus CCCXXXIX) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Gesigneerd in potlood door Alma-Tadema. Later met de hand gekleurd. H x B: ca. 41,3 x 31,4 cm. Een dansende Maenade viert de oogst. Een fluitspeler (zelfportret van Alma-Tadema) zorgt voor muziek. Deze nimf van Dionysus draagt lange gewaden en dierenvellen en is gekroond door wijnranken. Men is in een roes van vreugde, ongebruikelijk voor de kunstnaar die zijn personages doorgaans tamelijk sereen weergeeft.
35—THE HARVEST FESTIVAL
Heliogravure vervaardigd in 1898 door Arthur Tooth & Sons naar het schilderij (Opus CCCXLVIII) van Sir Lawrence Alma-Tadema. Later met de hand gekleurd. H x B: 61 x 26 cm.
Voor het samenstellen van deze catalogus is dankbaar gebruik gemaakt van de volgende literatuur: Rosemary J. Barrow – Lawrence Alma-Tadema, 2008
Het schilderij, wellicht het belangrijkste van Alma-Tadema uit 1897, werd bekend door de heliogravure die er een jaar later van werd gemaakt. Het schilderij werd gekocht door Tsaar Nicolas II van Rusland tijdens een tentoonstelling van Engelse kunst gehouden in St. Petersburg in de winter van 1897. De voorstelling speelt zicht af in een Romeins badhuis. In de voorgrond een schone dame aan een bewerkte marmeren tafel. Ze omarmt de rozen waar het blad vol mee ligt. Naast haar sprankelt water uit een kleine fontein. Even verderop versieren balneatrices het gebouw met bloemslingers.
O—DANSENDE SATYR
36—ROSES, LOVE’S DELIGHT
Vern G. Swanson - The Biography and Catalogue Raissone of the Paintings of Sir Lawrence AlmaTadema, 1990 Robert Verhoogt – Art in Reproduction, NineteenthCentury Prints after Lawrence Alma-Tadema, Jozef Israëls and Ary Scheffer, 2007 Edwin Becker en Elisabeth Prettejohn – tentoonstellingscatalogus Van Gogh Museum, Sir Lawrence Alma-Tadema, 1996