Alles onder Controle!
VPB 2010 Het consultatiedocument Maurice de Clercq & Gunther Hoffmann 25 november 2009
Programma • • • •
Inleiding Groepsrentebox Renteaftrekbeperkingen Laagbelaste beleggingsdeelneming
Inleiding
Aanleiding • Internationale ondernemingen spelen in op tariefsverschillen door allocatie groepsvorderingen en groepsschulden – renteopbrengsten in land X tegen laag tarief belast – rentelasten in land Y tegen hoog tarief aftrekbaar
• Voorkeur voor financiering Nederlandse onderneming met vreemd vermogen – rente over financiering is aftrekbaar – geen aftrekbare vergoeding (dividend) bij financiering met eigen vermogen
Aanleiding • Voorkeur voor financiering aankoop (buitenlandse) deelnemingen met vreemd vermogen – rentelasten aftrekbaar in Nederland – opbrengsten vrijgesteld in Nederland als gevolg van de deelnemingsvrijstelling
Kortom: ongewenste uitwerking huidige wetgeving
Consultatiedocument Vennootschapsbelasting 2010 • Voorstellen tot wijziging Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 • Vervolg op voorstellen 2007: extra impuls Nederlands vestigingsklimaat voor bedrijven • Consultatiedocument bevat voorgestelde wetteksten met beknopte toelichtingen • Nog geen status van wetsvoorstel
Consultatiedocument Vennootschapsbelasting 2010 Doelstellingen: • Verbeteringen voor financieringsactiviteiten en investeringen in Nederland • Voorkomen en bestrijden grondslagverschuiving of grondslaguitholling voor belastingheffing
Voorgestelde wijzigingen 1. Invoering verplichte groepsrentebox 2. Aanpassing renteaftrekbeperkingen; twee varianten: ►Variant 1: specifieke renteaftrekbeperkingen: A. aftrekbeperking deelnemingsrente B. beperking renteaftrek bedrijfsovername ►Variant 2: algemene renteaftrekbeperking (‘earnings-strippingmaatregel’)
3. Aanpassing en vereenvoudiging laagbelaste deelneming in deelnemingsvrijstelling
Groepsrentebox
Groepsrentebox X BV
g / o g n Leni ln €4m 100%
Y BV (laagbelast) • •
Len ing € 1 0 u/g mln 100%
Z BV (hoogbelast)
Huidige situatie: ontvangen en betaalde rente regulier belast bij X B.V. Nieuwe situatie: saldo ontvangen / betaalde rente effectief belast tegen 5%
Huidige groepsrentebox • Nederland moet aantrekkelijker worden voor concernfinancieringsactiviteiten • Fiscaal meer gelijke behandeling voor rente op leningen (vreemd vermogen) en dividenduitkeringen (op eigen vermogen) in concernverband • Saldo van betaalde en ontvangen rente op groepsleningen effectief belast met 5% • Keuzevrijheid voor toepassing groepsrentebox • Nog niet in werking getreden sinds voorstel 2007 • Goedkeuring Brussel alleen bij een verplichte groepsrentebox → geen keuzevrijheid
Nieuwe groepsrentebox (12c Vpb) • Verplichte toepassing! • Groepsrente voor berekening belastbare grondslag voor (ongeveer) 20% in aanmerking nemen • Effectieve heffing groepsrente 5% • Geldt voor: – Rente, kosten en waardemutaties (inclusief valutaresultaten) van geldleningen verstrekt aan een verbonden lichaam; – Rente, kosten en waardemutaties (inclusief valutaresultaten) van geldleningen direct of indirect verschuldigd aan een verbonden lichaam; – Opbrengsten en kosten van kortlopende beleggingen aangehouden met het oog op verwerving van deelnemingen (overnamekassen)
Nieuwe groepsrentebox (12c Vpb) Verbonden lichaam:
1. 2. 3. 4. D D
De inlener heeft de doorslaggevende zeggenschap of meerderheid van de stemrechten in de uitlener en vice versa Een andere vennootschap (moeder) heeft doorslaggevende zeggenschap of meerderheid stemrechten ten aanzien van inlener én uitlener Toerekening zeggenschapsrechten bij samenwerkende groep lichamen Geen verbondenheid inlener en uitlener via natuurlijk persoon Uitgangspunt is zeggenschap Aansluiting bij commerciële criteria voor commerciële jaarrekening (IAS 27)
Groepsrentebox X BV
g / o g n Leni ln €4m 100%
Y BV • • • • • • •
Len ing € 1 0 u/g mln 100%
Z BV
Stel ontvangen en betaalde rente bedraagt 6% Te ontvangen rente X BV € 600.000, te betalen rente € 240.000; saldo € 360.000 Totale winst X BV bedraagt € 1 mln (inclusief rente) Grondslag voor belastingheffing is 5/25,5 * € 360.000 = € 70.588. Effectieve belastingheffing bedraagt 25,5% van € 70.588 = € 18.000 = 5% Belastingheffing over totale winst bedraagt (inclusief rentebox) € 170.200 Zonder toepassing rentebox zou € 244.000 verschuldigd zijn
Groepsrentebox X BV
g / o g n Leni ln m 0 1 € 100%
Y BV • • • • • • •
Len ing u/g €4 mln 100%
Z BV
Stel ontvangen en betaalde rente bedraagt 6% Te ontvangen rente € 240.000, te betalen rente € 600.000; saldo € 360.000 negatief Totale winst X BV bedraagt € 1 mln (inclusief rente) Grondslag voor belastingheffing is 5/25,5 * -/- € 360.000 = -/- € 70.588 Effectief belastingvoordeel renteaftrek: 25,5% * € 70.588 = € 18.000 = 5% Belastingheffing over totale winst bedraagt (inclusief rentebox) € 317.800 Zonder toepassing rentebox zou € 244.000 verschuldigd zijn
Nieuwe groepsrentebox (12c Vpb) Welke geldleningen komen in aanmerking? • Vorderingen of schulden die voortvloeien uit overeenkomst van geldlening of een daarmee vergelijkbare overeenkomst (huurkoop, financial lease) • De financieringscomponent in lease- en huurbedragen voor ter beschikking gestelde materiële vaste activa (verhuur, operational lease) • Geldleningen die feitelijk functioneren als eigen vermogen (deelnemerschapsleningen; geen aftrek bij de schuldenaar!) • Externe geldlening die verband houdt met de verkrijging van opbrengsten waarop de groepsrentebox van toepassing is (uitbreiding!)
Nieuwe groepsrentebox (12c Vpb) Uitgezonderde geldleningen: • Kunstmatige groepsvorderingen – omzetting normaal belaste ondernemingsresultaten in laagbelaste groepsrente (overdracht van activa binnen de groep tegen schuldigerkenning) – tegenbewijsmogelijkheid bij zakelijke motieven – niet van toepassing bij overdracht deelneming (met toepassing deelnemingsvrijstelling) en groepsvorderingen
• Groepscrediteur leent extern – doorlenen externe lening binnen groep toegestaan – groepsrente wordt aangemerkt als volledig aftrekbare derdenrente – direct historisch verband vereist (parallelliteitseis)
Conclusie groepsrentebox (12c Vpb)
Groepsrentebox gunstig voor kapitaalimport uit hoogbelaste landen Groepsrentebox leidt niet tot kapitaalexport
Conclusie Groepsrentebox X BV
/g o g n i n e L 100% Tarief 20%
Tarief 5%
Y BV
• Groepsrentebox gunstig
Len ing o/
g
100%
Z BV
Tarief 40%
Conclusie Groepsrentebox g n i n Le
X BV
u/g 100%
Tarief 20%
Tarief 5%
Y BV
• Groepsrentebox ongunstig
Le nin g
u/g
100%
Z BV
Tarief 40%
Renteaftrekbeperkingen
‘BOSAL-gat’ Exter ne len ing
bank
X BV 100%
Y BV
Buitenland
Hedge funds Hedge fund 100%
Externe lening bank
X BV FE
100%
Y BV
Buitenland
Renteaftrekbeperkingen Algemeen • Bestrijding van uitholling belastbare grondslag met externe schulden en groepsleningen • Algemene drempel renteaftrek: € 250.000 per jaar • Artikel 10a lijkt te worden gehandhaafd – bestrijding van winstdrainage binnen concernverband met sanctie van uitsluiting renteaftrek bij besmette schulden en transacties
• Thincapregeling van artikel 10d vervalt – uitsluiting aftrek rentelasten bij een overmatige financiering met vreemd vermogen ten opzichte van eigen vermogen
Renteaftrekbeperkingen Variant 1A
Renteaftrekbeperkingen Variant 1A
Exter ne len ing
bank
X BV 100%
Y BV • Aankoop deelneming door X BV • Financiering aankoop met behulp van externe lening bank • Huidige situatie: – rente (in beginsel) aftrekbaar bij X BV – opbrengsten voor X BV vrijgesteld als gevolg van deelnemingsvrijstelling
• Nieuwe situatie: renteaftrek beperkt bij X BV
Variant 1A Deelnemingsrente (artikel 13L Vpb) • Beperking aftrek rente en kosten van leningen in verband met financiering deelnemingen en groepsvorderingen • Toepassing rekenregels op basis van gemiddelde (fiscale) balanswaarden • Geen beperking renteaftrek, indien berekende financieringskosten niet meer bedragen dan € 250.000
Variant 1A Financieringsschuld • Financieringschuld voor deelnemingen en groepsvorderingen is het deel van de waarde deelnemingen en groepsvorderingen dat het (gecorrigeerd) eigen vermogen overtreft • Eigen vermogen wordt geacht primair te zijn gebruikt voor financiering van deelnemingen en groepsvorderingen • Historisch verband lening en deelneming niet van belang • Samenloop met groepsrentebox: niet in aanmerking genomen groepsvorderingen (ongeveer 80%) worden voor toepassing van artikel 13l beschouwd als deelnemingen (groepsschulden worden voor (ongeveer 80%) behandeld als eigen vermogen) • Rekenregel financieringsschuld voor deelnemingen en groepsvorderingen: SDG = (D+VG) + (VA x F/V) – (EV+SG)
Rekenregel variant 1A SDG = (D + VG) + (VA x F/V) – (EV + SG): Bepalende factoren (7 stuks): – Gemiddelde boekwaarde deelnemingen met toepassing deelnemingsvrijstelling (D) – Gemiddelde boekwaarde geldleningen verstrekt aan een verbonden lichaam (VG) – Gemiddelde boekwaarde bepaalde materiële vaste activa (VA) – Financieringscomponent in vergoedingen voor het ter beschikking stellen of daarvan krijgen van materiële vaste activa aan of van een verbonden lichaam (F)
Rekenregel variant 1A Bepalende factoren: (vervolg) – Gezamenlijk bedrag vergoedingen als bij F (V) – Gemiddeld eigen vermogen van het jaar -/- fiscaal toelaatbare reserves + nog verrekenbare verliezen (EV) – Gemiddelde boekwaarde geldleningen direct of indirect verschuldigd aan een verbonden lichaam (SG)
• SDG = (D + G) + (VA x F/V) – (EV + SG) = financieringsschuld
Variant 1A Financieringskosten • Financieringskosten voor deelnemingen is het deel van het totale bedrag aan rente en kosten, in verhouding tot de berekende financieringsschuld voor deelnemingen en groepsvorderingen en de totale verschuldigde geldleningen • Rekenregel financieringskosten voor deelnemingen en groepsvorderingen: SDG/S x R • Geen beperking renteaftrek indien berekende financieringskosten voor deelnemingen en groepsvorderingen niet meer bedragen dan € 250.000
Rekenregel variant 1A Toepassing rekenregel financieringskosten – SDG: Financieringsschuld voor deelnemingen en groepsvorderingen – S: gemiddelde boekwaarde van de verschuldigde geldleningen – R: gezamenlijk bedrag rente en kosten van geldleningen van het jaar – Niet aftrekbaar deel totale rente = SDG/S x R, voor zover meer dan € 250.000
Exter ne len 9 mln ing bank (6%)
Variant 1A X BV 100%
Activa: • Deelneming Y BV • Overige activa Passiva: • Eigen vermogen • Lening bank
11 mln 1 mln 3 mln 9 mln
Y BV • • • • •
Aankoop deelneming door X BV (overnamesom € 11 mln) Rentelast externe lening bank bedraagt € 540.000 ‘Besmette schuld’ bedraagt (€ 11 mln -/- € 3 mln =) € 8 mln ‘Besmette rentelast’ bedraagt (€ 8 mln / € 9 mln * € 540.000 =) € 480.000 Na toepassing drempel is ( € 480.000 -/- € 250.000 =) € 230.000 niet aftrekbaar bij X BV
Renteaftrekbeperkingen Variant 1B
Renteaftrekbeperkingen Exter Variant 1B ne len in g ban k
X BV FE
100%
Y BV
• • • •
Aankoop deelneming door X BV, gevolgd door vorming fiscale eenheid Financiering aankoop met behulp van externe lening bank Huidige situatie: rentelasten X BV te compenseren met resultaat Y BV Nieuwe situatie: rentelasten X BV alleen te compenseren met ‘eigen winst’
Variant 1B • Beperking renteaftrek bij overnameholdings (art. 15ad Vpb) • Rentelasten in verband met overname slechts verrekenbaar met ‘eigen winst’ van de overnameholding • Alleen rentelasten boven drempelbedrag van € 250.000 zijn aan beperkingen onderworpen • Naast groepsleningen ook bij leningen van derden (i.t.t. art. 15ad Vpb oud) – economische dubbele heffing? – artikel 15ad Vpb oud: tijdelijke rente temporisering bij geldlening van verbonden lichaam/natuurlijk persoon voor aankoop aandelen die in een fiscale eenheid zal worden opgenomen. Bij geldlening van derden geen beperkingen
Exter ne len ing
Variant 1B bank
X BV FE
100%
Activa: • Deelneming Y BV • Overige activa Passiva: • Eigen vermogen • Lening bank
11 mln 1 mln 3 mln 9 mln
Y BV
• • • •
Aankoop deelneming door X BV (overnamesom € 11 mln) Rentelast externe lening bank bedraagt € 540.000 Rentelast X BV alleen verrekenbaar met ‘eigen winst’ X BV Indien ‘eigen winst’ nihil, dan bedraagt de niet aftrekbare rente na toepassing drempel ( € 540.000 -/- € 250.000) € 290.000
Variant 1B • Tegenbewijsregeling 15ad, lid 2, onderdeel b: – Renteaftrekbeperking geldt alleen bij bovenmatige financiering met vreemd vermogen; – Geen sprake van bovenmatige financiering als verhouding gemiddeld EV : gemiddeld VV < 1 : 3 (balans FE!) – Betreft ‘alles of niets’ bepaling
Tegenbewijsregeling Balans X BV voor voeging Deelneming Y BV Overige activa
11 mln 1 mln
Eigen vermogen Lening Bank
3 mln 9 mln
Balans Y BV Onderneming
11 mln
Eigen vermogen
11 mln
Balans X BV (FE) na voeging Onderneming Overige activa
• • •
11 mln 1 mln
Eigen vermogen Lening Bank
Na voeging bedraagt verhouding EV : VV (balans FE) 1:3 Tegenbewijsregeling biedt uitkomst Niet-aftrekbare rente is nihil, alles aftrekbaar
3 mln 9 mln
Variant 1B • Goodwill gat: op fiscale balans van fiscale eenheid staat geen goodwill deelneming opgenomen – effect op fiscaal vermogen → vermogenssprong bij voeging (daling!) – leidt sneller tot renteaftrekbeperking
• Goodwill gat beperkt mogelijkheden van de tegenbewijsregeling
Goodwill gat Balans X BV voor voeging Deelneming Y BV Overige activa
11 mln 1 mln
Eigen vermogen Lening Bank
3 mln 9 mln
Balans Y BV Onderneming
9 mln
Eigen vermogen
9 mln
Balans X BV (FE) na voeging Onderneming Overige activa
• • •
9 mln 1 mln
Eigen vermogen Lening Bank
1 mln 9 mln
Na voeging bedraagt verhouding EV : VV (balans FE) 1:9 Tegenbewijsregeling biedt geen uitkomst als gevolg van goodwill gat Niet-aftrekbare rente blijft gehandhaafd op € 290.000 (niet-aftrekbare rente variant 1A € 230.000)
Variant 1B • Geen tegenbewijsregeling op basis van commerciële ratio • Vergelijkbare bepalingen van toepassing bij juridische splitsing (artikel 14a) en bij juridische fusie (artikel 14b)
Renteaftrekbeperkingen Variant 2
Renteaftrekbeperkingen Variant 2 ‘Earningsstrippingregeling’ • Algemeen werkende renteaftrekbeperking • Geldt óók voor externe geldleningen • Niet van toepassing als belastingplichtige geen deel uitmaakt van groep (art. 2:24b BW) • Geldt niet voor fiscale beleggingsinstellingen
Renteaftrekbeperkingen Variant 2 (vervolg)
• Koppeling renteaftrek aan ‘gecorrigeerde’ belastbare winst – betreft de winst vóór renteaftrek en afschrijvingen en vóór toepassing octrooibox – renteaftrek wordt verder beperkt bij winstdaling
• ALS saldo verschuldigde en ontvangen groeps- en derdenrente meer dan 30% van winst DAN rente voor meerdere deel niet aftrekbaar • Doorschuiving niet aftrekbare rente naar negen volgende jaren (geldt ook in verliessituaties)
Renteaftrekbeperkingen Variant 2 (vervolg) • Alleen beperking rente aftrek indien saldo verschuldigde en ontvangen rente hoger is dan € 250.000 • Uitzondering op basis van groepsratio: – geen beperking renteaftrek indien het gemiddeld vreemd vermogen van de belastingplichtige niet uitgaat boven haar gemiddeld eigen vermogen vermenigvuldigd met een factor overeenstemmend met de vermogensverhouding van de groep
Exter ne len 9 mln ing bank (6%)
Variant 2 X BV 100%
Activa: • Deelneming Y BV • Overige activa Passiva: • Eigen vermogen • Lening bank
11 mln 1 mln 3 mln 9 mln
Y BV
• • • •
Aankoop deelneming door X BV (overnamesom € 11 mln) Rentelast externe lening bank bedraagt € 540.000 Indien winst X BV nihil → totale rentelast niet aftrekbaar (30% van nihil is nihil) Aftrek bedraagt echter minimaal € 250.000 → € 290.000 niet aftrekbaar
Laagbelaste beleggingsdeelneming
Deelnemingsvrijstelling 2009 • Sinds 2007 onderscheid tussen actieve en passieve deelnemingen • Passieve deelneming: deelnemingsvrijstelling uitgesloten voor laagbelaste beleggingsdeelneming (heeft status van deelneming, maar deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing) • Voorwaarden laagbelaste beleggingsdeelneming: – bezittingen van de deelneming bestaan grotendeels (>50%), middelijk of onmiddellijk uit vrije beleggingen (bezittingentoets); en – de deelneming is niet onderworpen aan een belasting naar de winst die resulteert in een heffing van minimaal 10% over een naar Nederlandse maatstaven bepaalde belastbare winst (onderworpenheidstoets).
• Voor laagbelaste beleggingsdeelneming geldt deelnemingsverrekening (forfaitaire verrekening van 5% winstbelasting)
Beleggingsdeelneming (OFM 2010) • Wijzigingen uit consultatiedocument voor laagbelaste beleggingsdeelneming thans opgenomen in belastingpakket 2010 (overige fiscale maatregelen 2010) • OFM 2010: begrip laagbelaste beleggingsdeelneming komt te vervallen → niet-kwalificerende beleggingsdeelneming • Oogmerktoets: nieuwe toets in OFM 2010 – net als voorheen ‘niet-als-belegging-eis’ – oogmerk van belang – bij gemengd oogmerk: zwaartepunt bij ondernemen of beleggen?
• Aanpassing onderworpenheidstoets • Aanpassing bezittingentoets
Onderworpenheidstoets (OFM 2010) • Nieuwe onderworpenheidstoets: de deelneming is onderworpen aan een naar Nederlandse begrippen reële heffing – Alleen winstbelasting van belang (bronheffingen niet!) – Focus toets ligt op heffing van passieve inkomsten – Tarief van 10% is voldoende, tenzij bijzondere grondslagafwijkingen – FBI en VBI zijn (bijvoorbeeld) laagbelast
Bezittingentoets (OFM 2010) • Nieuwe bezittingentoets: de bezittingen van de deelneming bestaan voor minder dan de helft uit laagbelaste vrije beleggingen – vrije beleggingen zijn bezittingen die niet noodzakelijk zijn in het kader van de onderneming
Vrije beleggingen (OFM 2010) • Gewone beleggingen: – richtlijnen wanneer een vermogensbestanddeel een vrije belegging is – afhankelijk van feitelijke situatie beoordelen
• Groepsvorderingen zijn vrije beleggingen, tenzij: – sprake is van actieve financieringswerkzaamheden ex artikel 2a Uitv. Besl. Wet Vpb 1969; of – de groepsvorderingen voor meer dan 90% met externe geldleningen zijn gefinancierd
Vrije beleggingen (OFM 2010) •
Ter beschikking gestelde bedrijfsmiddelen zijn vrije beleggingen, tenzij: – de bedrijfsmiddelen worden gehouden door een lichaam met actieve terbeschikkingstellingswerkzaamheden; of – de bedrijfsmiddelen met ten minste 90% externe geldleningen zijn gefinancierd
•
Onroerende zaken zijn geen vrije beleggingen
Bezittingentoets X BV 100%
Onroerend goed België
Y BVBA
- Notionele interestaftrek EV - Afschrijving onroerend goed
• Huidige bezittingentoets: onroerend goed ten minste 90% van activa (vastgoeddeelneming) → geen laagbelaste beleggingsdeelneming → deelnemingsvrijstelling • Nieuwe bezittingentoets: onroerend goed is geen vrije belegging → kwalificerende beleggingsdeelneming → deelnemingsvrijstelling
Beleggingsdeelneming (OFM 2010) Toepassing nieuwe toetsingscriteria: 1. Oogmerktoets -
oogmerk is ondernemen → deelnemingsvrijsteling oogmerk is beleggen → beleggingsdeelneming → onderworpenheidstoets
2. Onderworpenheidstoets -
reële heffing (≥ 10%) → alsnog deelnemingsvrijstelling geen reële heffing (< 10%) → bezittingentoets
3. Bezittingentoets -
bezittingen < 50% laagbelaste vrije beleggingen → alsnog deelnemingsvrijstelling bezittingen ≥ 50% laagbelaste vrije beleggingen → geen toepassing deelnemingsvrijstelling → niet-kwalificerende beleggingsdeelneming
Overige wijzigingen deelnemingsvrijstelling (OFM 2010) • Consolidatie- en doorkijkbepalingen • Tegengaan balansverlenging – Geen middel meer om kwalificatie beleggingsdeelneming te voorkomen
Vragen?
ESJ Accountants & Belastingadviseurs
www.esj.nl
ESJ Accountants & Belastingadviseurs