Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. Wij prijzen hem, vragen hem om hulp, vergeving en leiding en geloven in hem en vertrouwen op hem. Wij zoeken toevlucht bij Allah tegen het kwaad van onszelf en tegen onze slechte daden. Wie door Allah is geleid, niemand kan hem doen dwalen en wie Allah tot dwaling brengt, niemand kan hem leiden. En ik getuig dat er geen ware god is dan Allah. Hij is een en kent geen enkele deelgenoot en ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en boodschapper is. "Hij (Allah) heeft hem (Mohammed) gestuurd met de Leiding en de ware godsdienst (d.w.z de Islam) om deze boven alle (andere) godsdiensten te laten prevaleren, ook al hebben de veelgodenaanbidders hier een afkeer van." (Hoofdstuk 9:33) "O jullie die geloven, vrees Allah, zoals Hij gevreesd moet worden. En sterf niet, behalve als moslims." (Hoofdstuk 3:102) "O mens, vrees jullie Heer die jullie heeft geschapen uit een ziel (Adam) en daaruit zijn echtgenote (Hawwa) heeft geschapen en uit hen beiden heeft Hij vele mannen en vrouwen geschapen. En vrees Allah aan wie jullie vragen en (verbreek niet de relaties van) de baarmoeders (d.w.z. de bloedverwantschap). Voorzeker, Allah ziet voortdurend op jullie toe." (Hoofdstuk 4:1) "O jullie die geloven, Vrees Allah en spreek het ware woord. Hij (Allah) zal jullie goede daden aanvaarden en jullie je zonden vergeven. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt: waarlijk, hij heeft een grandioze overwinning behaald." (Hoofdstuk 33:70-71) Smeekbede: "O Allah laat ons allen behoren tot de welslagende op de dag dat wij u zullen ontmoeten, O meest genadevolle, O heer der Werelden." Voorts: De meest waarachtige woorden zijn die van Allah, de Verhevene. En de beste leiding is die van Mohammed (vrede zij met hem). De meest verwerpelijke zaken zijn de geinnoveerde zaken. En elke vorm van nieuwlichterij is een innovatie en elke (religieuze) innovatie is een afdwaling. En elke dwaling eindigt in het vuur. Smeekbede: "O Allah redt ons met uw vergiffenis van de bestraffing van het vuur." Beste broeders en zusters in het geloof, Onderwerp vrijdagpreek (ghotba): tegenslagen in het leven en de oplossingen volgens de Sunnah van de profeet (vrede zij met hem).
Onze Heer (alle lof zij hem) zegt: Voorzeker, in de Boodschapper van Allah is (er) voor jullie een goed voorbeeld, voor degene die op (de Ontmoeting met) Allah en de laatste Dag hoopt, en (voor degene die) Allah veelvuldig gedenkt. (Hoofdstuk 33:21) Allah vertelt ons in deze vers dat de Profeet (vrede zij met hem) een voorbeeldfiguur voor ons is. Wanneer mensen hem volgen in gedrag en daden zal Allah hen goed beschermen en onder de hoede van hem zijn. Tevens zal Allah diegenen helpen en voor hen zal Allah voldoende zijn als helper. Wanneer men het gedrag van de profeet volgt dan zal Allah diegenen hiermee leiden en hen hiermee laten overwinnen in het wereldse en het hiernamaals. En men zal hier hierdoor slagen voor onder andere verleidingen (fitna) en wereldse tegenslagen en ongehoorzaamheid etcetera. Een aantal geleerden zeggen: gelukzaligheid in het wereldse leven en het hiernamaals is inherent (samengaand) aan het volgen van de profeet (vrede zij met hem). Met andere woorden als men de profeet (vrede zij met hem) volgt in gedrag en daden dan zal men het wereldse leven en hiernamaals gelukkig doorstaan. En het tegengestelde van gelukzaligheid is ellendigheid dat zal worden ervaren indien men niet de Profeet (vrede zij met hem) als voorbeeld volgt wat zal leiden tot een ongelukkig leven in het wereldse en het hiernamaals. Dus de volgelingen zullen hiermee geleid worden en zij zullen ( )األم نAl-‘amn ar-roehi ervaren. Hiermee wordt bedoelt de rust die de ziel ervaart als een vorm van veiligheid. Dit zoals Allah zegt: “Degenen die geloven en hun geloof niet met onrecht vermengen, voor hen is er veiligheid. En zij behoren tot de recht geleiden”. (Hoofdstuk 6:82) Tevens zal Allah diegenen ondersteunen en succes schenken bij zaken van aanbidding, gehoorzaamheid en goedheid. En Allah zal hun een goed leven schenken zoals hij zegt: “Degene die goede daden verricht, man of vrouw, en (die) een gelovige is, zullen Wij zeker een goed leven laten leiden. En Wij zullen hen zeker belonen met hun (verdiende) beloning (die) in overeenstemming (zal zijn) met het beste van wat zij deden”. (Hoofdstuk 16:97) Allah zegt in het laatste gedeelte van vers 157 van Soerah al-A’raaf: “En degenen die in hem geloven, hem eren, hem helpen en het Licht (Koran en Sunnah) volgen dat met hem is neergezonden, zij zijn degenen die succesvol zijn”. Dit vers geeft aan dat degenen die de profeet volgen en bijstaan zullen welslagen. Een moslim moet altijd in ogenschouw hebben hoe het gedrag was van de profeet (vrede zij met hem), en de wijze waarop de profeet (vrede zij met hem) nederig omging met de mensen en hij was niet hoogmoedig. De profeet schreeuwde niet en gebruikte geen geweld met de mensen maar hij was uiterst zachtmoedig met hen in de omgang. Hij was vergevingsgezind met hen en hij had geduld met degene die hem onrechtvaardig behandelden. Hij was medelevend en barmhartig met hen. Weinigen waren vergevingsgezind behalve die door Allah zijn opgevoed. De profeet (vrede zij met hem) bezit over een verheven gedragscode zoals Allah zegt: “En voorwaar, jij beschikt zeker over een geweldig karakter”. (Hoofdstuk 68:4)
Voorbeelden en situaties van de profeet Mohammed (vrede zij met hem): We zullen een aantal voorbeelden aanhalen van de profeet (vrede zij met hem) zodat wij hier lering uit kunnen trekken om onze problemen vandaag de dag mee op te lossen. Hadith 1 Een jongeman van de stam Qoraysh kwam naar de profeet (vrede zij met hem) en hij vroeg aan hem: “o Boodschapper van Allah, geef mij toestemming om ontucht / overspel te plegen". De metgezellen van de Profeet (vrede zij met hem) liepen naar de jongeman en maanden hem vol verontwaardiging te stoppen. De Profeet (vrede zij met hem) werd niet boos en vroeg hen de jongeman dichterbij te brengen. Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: "Zou je dit (het plegen van ontucht/overspel) je moeder toewensen?" Hij (de jongeman) zei: "Nee Wallah, moge Allah mij voor jou opofferen." Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: "Ook de mensen willen dit niet voor hun moeders. Zou je het voor je dochter willen?" Hij (de jongeman) zei: "Nee Wallah, moge Allah mij voor jou opofferen." Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: "Ook de mensen willen dit niet voor hun dochters. Zou je het voor je zus willen?" Hij (de jongeman) zei: "Nee Wallah, moge Allah mij voor jou opofferen." Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: "Ook de mensen willen dit niet voor hun zussen. Zou je het voor je tante aan vaders zijde willen?" Hij (de jongeman) zei: "Nee Wallah, moge Allah mij voor jou opofferen." Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: "Ook de mensen willen dit niet voor hun tantes. Zou je het voor je tante aan moeders zijde willen?" Hij (de jongeman) zei: "Nee Wallah, moge Allah mij voor jou opofferen." De profeet ging door met het noemen van meerdere familieleden, waarop de jongeman dezelfde antwoorden gaf. Hierop plaatste de profeet zijn hand op de borst van de jongeman en zei : "O Heer, vergeef hem zijn zonden, reinig zijn hart, en behoed zijn kuisheid." De profeet (vrede zij me hem) had in deze situatie een ander doel voor ogen in tegenstelling tot die van de metgezellen. Hij behandelde de jongen met zachtaardigheid en stelde hem vragen met goede vermoedens en wees hem niet af als zijnde een slecht persoon. De jongeman wou weliswaar een slechte daad verrichten maar het is wellicht een goed persoon. Hij ging met hem in dialoog en confronteerde de jongeman met zijn vrouwelijke familieleden waarmee hij wilde laten zien dat mensen de slechte daad niet zullen accepteren. Zo werd de jongeman overtuigd van het feit dat dit een slechte daad is. De jongeman wenste daarna geen overspel of ontucht meer te willen plegen. Dit is een voorbeeld van de profeet (vrede zij met hem) voor ons om heer lering uit te trekken bij het oplossen van dergelijke situaties. De omgang van de profeet hoe wij iemand dienen te beoordelen of te behandelen als diegene Allah ongehoorzaam is: Hadith 2: Een van de vrouwen van de stam Al Ghamdiyya kwam een dag bij de Boodschapper van Allah, en vertelde hem: "o Profeet, ik heb overspel (zina) gepleegd en raakte hierdoor zwanger. Reinig mij (van mijn zonde)!" De profeet stuurde haar voor de eerste keer terug omdat de baby nog niet ter wereld is gekomen en stelde haar boetedoening uit. Nadat de baby geboren was is ze teruggekeerd naar de profeet (vrede zij met hem) waarop hij haar aangaf dat ze de baby dient te spenen tot maximaal 2 jaar. Nadat dat is volbracht is ze teruggekomen voor de derde keer waarop een islamitische vonnis
tegen haar is opgelegd. En metgezel heeft een uitspraak gedaan nadat de vonnis is voltrokken wat niet op zijn plaats was en werd gewezen op deze uitspraak door de profeet (vrede zij met hem), en hij zei: "Vervloek haar niet. Zij heeft hiermee berouw (taubah) verricht en als we haar berouw (taubah) zouden verdelen over 70 huizen van gezinnen van Medinah, dan zou dit voldoende zijn". Zij had een zuivere intentie en heeft oprecht berouw getoond en daarmee is haar zonden weggeveegd. De straf in het wereldse leven neemt de plaats in van de straf in het hiernamaals. Hoe dient onze kijk hierop te zijn. Hadith 3: Overgeleverd door Aboe Hurairah: “een man werd gebracht bij de profeet die dronken was en er werd bevolen om hem te slaan. Sommige van ons sloegen hem met de handen en sommige met hun schoenen en sommige met hun kledingstukken (gebruikende als een zweep) en toen de dronken man wegging zei een man tegen hem, moge Allah je te schande maken! Daarop zei de Profeet (vrede zij met hem): “Zeg dat niet, omdat je zo de shaytaan helpt om hem te overmeesteren”. Maar zeg: “o Allah vergeef hem en o Allah wees hem genadig”! De lessen die getrokken kunnen worden uit deze situaties is de manier waarop gekeken wordt naar iemand die zondes heeft begaan. We moeten hem niet uitschelden en belachelijk maken maar Allah vragen om zijn leiding en vergeving voor hem. Wij moeten zijn daden hekelen en niet als persoon hekelen. De omgang van profeet met iemand die jou onrechtvaardig behandeld in persoon of bezit: Overgeleverd door Anas ibn Malik: “Ik was met de Profeet en hij droeg een ruwe mantel. Een plattelander (A’rabi) kwam naar de Profeet en trok zo gewelddadig aan zijn kraag dat ik de tekenen ervan in zijn nek zag. Toen zei de bedoeïen: “Geef me wat van de rijkdom die Allah jou gegeven heeft op die twee kamelen want deze rijkdom is niet van jouw en niet van je vader. De profeet bleef een moment stil en beantwoorde hem met: de rijkdom is van Allah en ik ben zijn dienaar. De profeet gaf de plattelander aan dat hij hetzelfde met hem gaat doen zoals hij met hem deed. Vervolgens beantwoorde de plattelander met nee! Waarop de profeet zei: waarom dan niet? De plattelander zei hierop: “je moet het slechte niet bestrijden met het slechte”. De Profeet richtte zich tot hem en glimlachte en beval hem iets te geven van zijn graan en dadels dat op de beide kamelen werd vervoerd. ” De plattelander die trok de profeet hard aan zijn mantel en behandelde de profeet niet respectvol. Vervolgens sprak hij de profeet (vrede zij met hem) aan met Yaa Mohammed, wat niet mag volgens Allah. En ook de grove manier hoe hij de profeet vroeg om zijn rijkdom getuigde niet van respect en neigde naar een bevel. Er overgeleverd aan Aisha: als iemand de profeet onrecht aandeed, nam de profeet nooit wraak voor zichzelf. Maar als het ging om de grenzen van Allah die worden overschrijden, dan ondernam hij wel actie. De profeet heeft nog nooit iemand geslagen (met uitzondering van het slagveld), geen vrouw, dienders, dienaar of kat. Dit is de barmhartigheid van de profeet die wijdverspreid is onder moslims en niet-moslims, vrienden, vijanden, oude mensen, jonge mensen , dieren, slaven en vrije mensen. Dit zoals Allah zegt: En Wij hebben jou (o Mohammed) slechts gestuurd als genade voor de werelden. (Hoofdstuk 21:107) en Allah zegt: Voorzeker, er is een boodschapper uit jullie midden tot jullie gekomen. Het valt hem zwaar dat jullie lijden. Hij bekommert zich om jullie. Voor de gelovigen (is hij) zachtaardig (en) genadevol. (Hoofdstuk 9:128)
Onze voorbeeldfiguur is de profeet (vrede zij met hem) en de voorbeeld van de profeet is Allah de Verhevene. Een van de namen die toebehoort aan Allah is Ar-rahman (meest de barmhartige) wat hem maakt tot de meest genadevolle in het hiernamaals en de meest barmhartige in het wereldse leven. De barmhartigheid geldt voor elke schepsels (gelovig en niet-gelovig). De profeet verduidelijkt de barmhartigheid van Allah middels een voorbeeld: De profeet zag op een slagveld een vrouw die opzoek was naar iets en deze vrouw vond een kind en gaf hem speen. De profeet zei: zien jullie deze vrouw en haar kind? Zou zij hem in het vuur kunnen gooien? De metgezellen antwoorden met: nee. Waarop de profeet zei: dat Allah meer barmhartig is over de dienaren dan deze vrouw met haar kind. De profeet legt middels deze voorbeeld uit dat de barmhartigheid van Allah velen malen groter is ten opzichte van ons in vergelijking met bovenstaande situatie. Een gelovige is dus altijd afhankelijk van de barmhartigheid van Allah. En dat een gelovige altijd barmhartig moet zijn met anderen mensen. Tevens is het zo dat wie geen barmhartigheid kent ook niet barmhartig wordt behandeld. Wees barmhartig met degenen op aarde en dan zal degene in de hemelen jullie barmhartig zijn. De gelovige dient niet alleen barmhartig te zijn met gelovigen wat prioriteit heeft maar ook met nietgelovigen. De profeet zei: jullie zullen niet daadwerkelijk geloven tot jullie barmhartig zullen zijn. Wij zijn allemaal barmhartig zeiden de metgezellen. Waarop de profeet aangaf dat het de algemene barmhartigheid betreft. Allah zegt: En behoorde hij vervolgens maar tot degenen die geloofden en elkaar tot geduld aanspoorden en elkaar tot genade aanspoorden. (Hoofdstuk 90:17) Een gelovige is ook barmhartig met dieren en hij moet Allah hiervoor vrezen. Hij moet ze te eten geven en drinken geven. Er is overgeleverd dat het Paradijs haar poort opent voor een prostituee die zag dat een dorstige hond om een put heen liep. Ze schepte met haar schoen wat water uit de put en gaf de hond te drinken. Om deze daad vergaf Allah haar zonden. Er is overgeleverd dat de Hel zijn poort opent voor een vrouw die een kat had opgesloten en haar geen drinken of eten gaf en ze liet haar ook niet naar buiten om te jagen voor haar eigen voedsel, hierdoor is de kat gestorven. Als dit een bestraffing is voor de daad van de kat, hoe zou dan de bestraffing zijn van de mensen onderling die worden opgesloten en hen wordt eten en drinken ontzegd. Deze bestraffing zal enorm zijn. De moslim behoort een levend, zachtaardige hart te hebben. Wanneer hij of zij een verdrietige persoon ziet dan heeft hij of zij daar medeleven mee. Een gelovige neemt afstand van onrechtvaardigheid en kwaadaardigheid. Hij neemt afstand van misdaad en misdadigers. Hierdoor is hij een bron van goedheid voor de mensen en dieren in zijn omgeving. Een moslim moet proberen zich de eigenschappen van Allah eigen te maken. Hij moet Allah(Ar-rahman) als voorbeeld nemen Er is overgeleverd dat een man kwam naar de profeet (vrede zij met hem), zweerde hem trouw en vroeg toestemming om de Hijra te plegen. Zijn ouders moesten hierdoor huilen. De profeet antwoordde: keer terug en laat ze lachen zoals je ze hebt laten huilen.
Tweede deel vrijdagpreek: Allah zegt: En (gedenk) toe Ibraahiem zei: “Mijn heer, maak dit land (d.w.z Mekka) tot een veilige plaats en houd mij en mijn zonen af van het aanbidden van afgodsbeelden.(Hoofdstuk 14:35) Allah zegt: Mijn Heer, voorwaar zij hebben vele mensen doen afdwalen. Maar wie mij volgt, voorwaar, hij behoort tot mij. En wie mij ongehoorzaam is, waarlijk, U bent Meest Vergevingsgezind, Meest Genadevol. (Hoofdstuk 14:36) Allah zegt: Als u hen bestraft, waarlijk, zij zijn Uw dienaren. En als U hen vergeeft, voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze. (Hoofdstuk 5:118) Abdallah ibn Amr Ibn l’aas overlevert dat te profeet zijn handden naar de hemel verhief en zei : “ummati, ummati” en huilde. Allah spoorde jibriel aan om naar de profeet toe te gaan en hem te vragen waarom hij huilt en Allah is alwetend. De profeet huilde en smeekte om barmhartigheid voor zijn ummah. Allah antwoordde: “We houden jouw tevreden over jouw natie (en wij zullen je niet teleurstellen)”. Imaam An-nawawi gaf aan: dat deze hadith een aantal leringen heeft: -
De zachtaardigheid van de profeet was van immens niveau. Hij was bezorgd om de toekomst(uitslag) van de leden van zijn ummah. De aanbevolenheid van het heffen van de handen bij de du’aa. Het verheugende nieuws(tijding) voor de ummah.