HOOGLIED 2,7,8 Hooglied 2 (zij over hem) 3 Als een appelboom tussen de bomen van het bos, zo is mijn lief tussen de jongens. Ik verlang in zijn schaduw te zitten, met mijn tong wil ik zijn zoete vruchten proeven. 4 Hij brengt mij in het wijnhuis, boven mij zijn vaandel van liefde. 5 Verkwik me met rozijnen, verfris me met appels, want ik ben ziek van liefde. 6 Mijn hoofd rust op zijn linkerarm, met zijn rechterarm omhelst hij mij 7 Meisjes van Jeruzalem, ik bezweer je bij de gazellen, bij de hinden op het veld: wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil. 8 Hoor! Mijn lief! Kijk! Hij komt, springend over de bergen, dansend over de heuvels. 9 Als een gazelle is mijn lief, als het jong van een hert. Kijk! Hij staat al bij de muur. Hij blikt door het venster, tuurt door de spijlen. 10 Mijn lief roept mij toe: ‘Sta op, vriendin! Mooi meisje, kom! 11 Kijk! De winter is voorbij, voorbij zijn de regens, weggegaan. 12 De bloemen zijn verschenen op het veld, nu breekt de zangtijd aan, het koeren van de duif klinkt op het land. 13 De vijgenboom is al vol vruchten, de wijnstok rankt en geurt. Sta op, vriendin, Mooi meisje, kom! 14 Mijn duif in de rotskloof, verscholen in de bergwand, laat mij je gezicht zien, laat mij luisteren naar je stem, want je stem is zo lieflijk, je gezicht zo bekoorlijk.’ (hij en zij samen) 15 Vang voor ons de vossen, vang die kleine vossen. Ze vernielen de wijngaard, onze wijngaard vol bloeiende ranken. (zij over hem)
16 Mijn lief is van mij, en ik ben van hem. Hij weidt tussen de lelies. 17 Nu de dag weer ademt en het duister vlucht– ga nu weg, mijn lief. Spring als een gazelle, als het jong van een hert over de geurige bergen. Hooglied 7 (hij over haar) 1 Wat zijn je voeten mooi in je sandalen, koningskind! Je heupen draaien sierlijk rond, de schepping van een kunstenaar. 2 Je navel is een ronde kom, die gevuld is met kruidige wijn. Je buik is een bergje tarwe, dat door lelies wordt omzoomd. 3 Je borsten zijn als kalfjes, als de tweeling van een gazelle. 4 Je hals is als een toren van ivoor, je ogen als de vijvers van Chesbon, bij de poort van Bat–Rabbim. Je neus is als een toren van de Libanon, die uitkijkt over Damascus. 5 Je hoofd rijst op als de Karmel, omkruld door purperen lokken, waarin een koning ligt verstrikt. 6 Wat ben je mooi, wat ben je bekoorlijk, liefde en verrukking, dat ben jij. 7 Als een palm is je gestalte, je borsten zijn als druiventrossen. 8 Ik dacht: Laat ik die palm beklimmen, ik wil zijn bladeren grijpen. Laten jouw borsten als trossen van de wijnstok zijn, je adem als de geur van appels, 9 je tong als zoete wijn waarin mijn kussen baden, mijn lippen en tanden gedompeld zijn. 10 Ik ben van mijn lief, en hij verlangt naar mij. (zij tot hem) 11 Kom, mijn lief, laten we het veld in gaan, en tussen de hennabloemen slapen. 12 Laten we de wijngaard in gaan, morgenvroeg, en kijken of de wijnstok al is uitgebot, zijn bloesems al ontloken zijn, de granaatappel al bloeit. Daar zal ik jou beminnen.
Hooglied 8 (zij tot hem) 6 Draag mij als een zegel op je hart, als een zegel op je arm. Sterk als de dood is de liefde, beklemmend als het dodenrijk de hartstocht. De liefde is een vlammend vuur, een laaiende vlam. 7 Zeeën kunnen haar niet doven, rivieren spoelen haar niet weg. Zou een man met al zijn rijkdom liefde willen kopen, dan werd hij smadelijk veracht.
1 Timotheus 4:4-5 4 Alles wat God geschapen heeft is goed. Niets hoeft te worden verworpen als het onder dank wordt aangenomen, 5 want het is geheiligd door het woord van God en door het gebed.
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Hooglied, in het Hebreeuws, "lied der liederen", zal het veel zijn gelezen aan tafel bij het eten, zal er veel over gepreekt zijn? Hooglied, het is één groot loflied op de liefde, of beter gezegd, het zijn lofliederen op de geliefde. Er zijn twee geliefden die elkaar bezingen, ik en jij, de jongen en het meisje, de man en de vrouw, ze branden van verlangen naar elkaar. Hij zegt van haar, dat zij is als een besloten hof met exotische planten, kostbare vruchten en prikkelende geuren en zij zegt dan: "mijn lief moet in zijn hof komen, laat hij daar zijn zoete vruchten proeven". (hst. 4) Duidelijker kan het niet. Je moet soms even wennen aan de beelden waarmee de schoonheid van de vrouw en de man worden uitgedrukt. Zij zegt van hem: je hebt een hoofd als goud, ogen als duiven, wangen als balsemtuinen, lippen als lelies, benen als zuilen van albast, alles is begeerlijk aan je..(5) Hij zegt van haar: je navel is een ronde kom waar wijn in kan, je buik een berg tarwe omzoomd door lelies, je beide borsten zijn als kalfjes, als de tweeling van een gazelle, als druiventrossen, als trossen van de wijnstok, alles is schoon aan je (7). We komen in de buurt van de erotiek, maar dan tegelijkertijd teder, kuis en vol bewondering over die ene geliefde. Hooglied, lied der liederen, past het nu zo'n zinnelijk liefdeslied in de kerk te lezen en erover preken? Waarom staat het eigenlijk in de Bijbel? De naam van God valt niet eens! Vaak is de liefde tussen de jongen en het meisje anders gelezen.
De minnaar zou de Here God zijn, die zijn liefde betuigt aan zijn volk, de minnares. De minnaar zou de bruidegom Christus zijn en de bruid dan de kerk. Men heeft gezegd dat de liefdesbetuigingen over en weer spraken over de eenwording van de gelovige ziel met God, of met Christus. En zo zijn er ook monniken en nonnen geweest die in bijna erotische taal over hun relatie tot God en tot Christus spraken. Men heeft zelfs getracht in elk woord een diepere zin te ontdekken: de twee borsten van het meisje waren volgens Joodse uitleggers Mozes en Aäron en volgens christelijke uitleggers het Oude Testament en het Nieuwe Testament. (hadden elke borst dan een een verschillende afmeting?) Maar voordat deze verheven gedachten hadden postgevat ging het in Hooglied gewoon om de (lichamelijke) liefde met zijn onweerstaanbare aantrekkingskracht tussen man en vrouw. Dat mag er ook zijn, de mens en zijn lichaam, zijn seksualiteit. William Blake zei al: het lichaam is dat deel van de ziel dat gezien kan worden. Geen bron van viezigheden, dus. Nu zal iemand zeggen: dat weten we nu wel, want we zijn de tijd van de valse schaamte voorbij. En toch is het maar de vraag, want van seks in technische zin weten velen op jonge leeftijd wel aardig wat, maar de kaders waarbinnen laten wel eens te wensen over. En er is ook veel een verkramping op dat terrein: wie opgevoed is met geheimzinnigheid daaromtrent of alleen maar verhalen hoorde over misbruik kan een soort blijf-van-mijn-lijf mentaliteit krijgen. Weer anderen worden daardoor integendeel geobsedeerd door extreme uitingen en overspannen verwachtingen op het gebied van seks. En, o wee als die twee uitersten elkaar treffen in een echtelijk bed! Rampen zijn dan niet te overzien! De vraag is, of in onze samenleving plaats is voor de liefde van het boek Hooglied. In Hooglied komt tot driemaal toe dat vers voor: "meisjes van Jeruzalem, ik bezweer je, wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil". Het zijn woorden uit de mond van het meisje op ogenblikken dat de liefde als overmachtig beleefd wordt. Juist dan is er een besef, dat de hartstocht, de passie, de lust, ook een macht is, die iets verwoestends kan krijgen. ‘Sterk als de dood is de liefde’, lazen we en daar wordt mee bedoeld, dat evenals de dood een onverbiddelijke macht is waartegen geen mens zich beveiligen kan, zo ook de gepassioneerde liefde. En het is die macht die de huiskamers binnen dringt via tv en pc en de geesten bant: u weet wel, lichamelijk genot en het geeft niet hoe, wanneer en met wie... terwijl leegte en eenzaamheid het gevolg is. Hoe verwoestend kan seksualiteit zijn, niet alleen buiten een duurzame relatie maar ook erbinnen. Eenderde van de echtscheidingen zou daar mee te maken hebben en teruggaan op seksuele problemen.
Kunnen we iets leren over de liefde van het Hooglied? In de eerste plaats: liefde, ook in zijn lichamelijke uitingsvorm mag er zijn, is niet iets van minder waarde, of iets waar je je voor moet schamen. Zonde zit niet in het lichaam, niet in het genot, niet in de seksualiteit op zich. Het ligt er maar aan hoe je ermee om gaat. En daar valt natuurlijk wel iets over te zeggen Als man kom je letterlijk en figuurlijk in het meest intieme domein van de ander en als vrouw laat je die ander toe op het meest persoonlijke terrein van jouw bestaan. Dat is niet niks. Dat is zelfs heel ingrijpend. Veel ingrijpender dan de seksindustrie je laat geloven, veel mooier, veel liefdevoller dan porno. Als de minnaar naar het lichaam van zijn geliefde kijkt ziet de liefde geen mooi vlees, maar de ziel van de geliefde. Als ik het boekje Hooglied beluister dan hoor ik dit: het gaat niet over de liefde van zomaar een jongen en zomaar een meisje, maar over twee die voor elkaar gekozen hebben, hij en zij en jij en ik. ‘Als een lelie onder de distels’ noemt de jongen het meisje ergens, d.w.z jij bent het helemaal. Jij bent die ene en niet inwisselbaar voor een ander: "mijn lief is van mij en ik van hem". De Bijbel heeft dan ook voor de meest intieme levensvereniging tussen man en vrouw het woordje "kennen", geestelijk en lichamelijk. Seks is dus niet zomaar een techniek of een standje. Het is communicatie! Wat verder opvalt in Hooglied is de volstrekte gelijkwaardigheid tussen de beide partners. Want het meisje zegt "donker ben ik" (1:5) en van de jongen zegt ze: mijn geliefde is blank en rood (5:10). Hier kennen twee rassen elkaar! Verder valt op, dat niet alleen de jongen, maar ook het meisje de schoonheid van haar geliefde bezingt en zij ook de initiatieven neemt en de jongen uitnodigt bij haar te komen. Bijzonder! Want in het oude oosten vinden we genoeg liederen waarin de man de schoonheid van zijn vrouw bezingt en vandaag horen we niet anders uit de mond van mannelijke zangers en alle commerciële seks lijkt ook door mannen bedacht... Maar in Hooglied komt het van twee kanten. Liefde moet ook van twee kanten komen, uit vrije wil geschieden en alle dwang moet afwezig zijn. Geen geweld, geen verkrachting, maar ook geen chantage en manipulatie lees ik in het Hooglied. Daarom heeft ook geduld en wachten waarde: ‘wek de liefde niet en laat haar niet ontwaken voordat ze het wil...’, zegt het meisje. En dat is niet gemakkelijk in een samenleving waar alles op afroep moet geschieden... en we de seksuele honger stillen door snel bij elkaar in bed te kruipen... In het Hooglied beluister ik respect voor de ander, het geluk zoeken van de ander, de vrijheid eerbiedigen van de ander.
En naast zoeken en verlangen, betekent dat ook geduld beoefenen, wachten. Het gaat erom dat rekening wordt gehouden met het feit dat die ander anders in elkaar zit dan jij. De man is wat betreft de hartstocht wel eens vergeleken met een gasfornuis: hij is snel heet en koelt snel af. En de vrouw is meer een oven; ze wordt langzaam warm en koelt ook langzaam. Dat betekent ook veel in de relatie. Maar binnen bovengenoemde kaders mag er genoten worden van de door God ingeschapen verlangens en begeerten. Want alles wat God geschapen heeft is goed en niets daarvan is verwerpelijk als het met dankzegging aanvaard wordt zegt de apostel. Zo aards en lichamelijk spreekt het Hooglied over liefde. Nu heeft de kerk in haar uitleg dat aardse en lichamelijke aspect niet altijd benoemd. Of de kerk daarin fout is geweest? Wel, ik denk dat de kerk toch wel op iets belangrijks heeft gewezen door Hooglied voornamelijk geestelijk te duiden en te zeggen: zoals de geliefden elkaar bezingen, zo is God. Hooglied wordt dan ook gelezen op het Joodse paasfeest, de uittocht uit Egypte waar God zijn liefde aan heel Israël bewees. En dat is toch een belangrijk gegeven. Hooglied gaat niet uitsluitend over liefde tussen man en vrouw Misschien zitten er wel mensen in de kerk die die liefde uit het Hooglied niet kennen. Wat zeg je als je zoon vertelt: pa, ik heb een vriend. Zeg je dan: ‘dat je wel eens een slecht cijfer haalt is erg genoeg, maar dit slaat alles!?’ Of zeg je: ‘jongen, welke weg je ook gaat, Gods is er ook voor jou, Hij sluit jou niet uit! en zorg dat je relatie met God niet beschadigd wordt!‘ Krijg je zo niet een goed gesprek over God, de Bijbel, de liefde? En wat doe je met het Hooglied als je alleen bent? Is de preek van vanmorgen dan niet voor jou, of voor u? Wordt je buitengesloten en zit je al ongemakkelijk in de kerk? Ik zou dit willen zeggen: wie de liefde van het Hooglied niet of niet meer kent, moet zichzelf niet als incompleet zien. We zullen ook niet te hoog van de aardse liefde van het Hooglied opgeven, omdat ook die liefde zijn grenzen kent. De schoonheid waarvan de geliefden zingen is van tijdelijke aard, vergankelijk; er is ouderdom en aftakeling; en er zijn ziekten en handicaps... Het volledig opgaan in elkaar houdt meestal niet het hele leven stand. We kunnen elkaar verliezen aan het leven, of aan de dood. En laten we eerlijk zijn: als man en vrouw alleen opgaan in elkaar kunnen de medemensen en de wereld achter de horizon verdwijnen. Misschien is het goed om voor ogen te houden dat Jezus Zelf de (lichamelijke) liefde van het Hooglied niet gekend schijnt te hebben. Zou zijn liefde zo groot en omvattend zijn, dat Hij die aan meer dan aan één man of vrouw kwijt moest?
Wie de liefde van het Hooglied niet of niet meer kent kan dat als pijnlijk ervaren, maar schaam je daar niet voor (ook niet als je seksuele gevoelens hebt), maar besef wel: de zin van het leven gaat niet op in de lichamelijke liefde van het Hooglied. Eros (van erotiek) is niet de god waarin we geloven, maar de God van Israël, de Vader van Jezus Christus. En Hij maakt alleenstaanden en getrouwden, homofielen en heterofielen tot broeders en zusters van elkaar, smeedt ze samen tot geliefden, tot één lichaam. Zo komen we toch ook weer bij een geestelijke en bredere uitleg van het Hooglied. Van de minnaars uit Hooglied leer ik dat we elkaar maar meer moesten leren prijzen en eren. Binnen de gemeente, in het gezin, op het werk binnen je relatie, je huwelijk. Wie de ander prijst lost veel problemen op, ook seksuele problemen op. Want seksuele problemen zijn vaak communicatieproblemen. Eer die ander, prijs die ander. En laat ons gezamenlijk God prijzen, eren en respecteren, want Hij heeft ons lief in Christus, de bruidegom en werft ons tot zijn bruid. Amen
Zingen: Psalm 133:1,2 Stilte-votum groet Zingen: Psalm 133:3 Gebed Zingen: Gezang 381:1,2,4,5 Genadewoord en leefregel Zingen: Gezang 473:1,9,10 Gebed 57 kinderen naar voren Zingen: EL 422 Lezing OT: Hooglied 2 Zingen: Gezang 434:3,4 Lezing OT: Hooglied 7,8 Zingen: Gezang 369:1,2 Lezing NT 1 Timotheus 4:4,5 Verkondiging Zingen: Gezang 481:1,4 Collecte Gebeden Zingen: Gezang 443 Zegen