Algemene regels schoolexamens d’Oultremontcollege 2015 – 2016 Afdeling MAVO
1
ALGEMENE REGELS SCHOOLEXAMENS VMBO Voor u liggen de algemene regels schoolexamens en het PTA van 4 mavo van het d’Oultremontcollege. Dit ter verduidelijking van en aanvulling op het examenreglement van OMO Scholengroep De Langstraat. Regel 1 1. Het d'Oultremontcollege maakt deel uit van de OMO scholengroep de Langstraat. 2. De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, d.i. het bestuur van de vereniging O.M.O., het eindexamen af. 3. Waar in dit reglement sprake is van de directeur, wordt daaronder ook diens plaatsvervanger verstaan. 4. De directeur wijst een van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. Secretaris voor het VMBO is mevrouw A. van Laarhoven. Regel 2 Samenstelling examencommissie De examencommissie bestaat uit de secretaris van het eindexamen en de adjunct-directeur van de betreffende afdeling en een door de directeur aan te wijzen personeelslid. Regel 3 Indeling eindexamen; sectorwerkstuk 1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen, dan wel uit beide. Maatschappijleer 1, lichamelijke oefening, kunstvakken 1 en die vakken die in het derde leerjaar worden afgesloten omdat ze niet gekozen worden als examenvak in leerjaar vier, sluiten af met alleen een schoolexamen. 2.Het schoolexamen omvat in de theoretische leerweg mede een sectorwerkstuk, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in de desbetreffende sector. 3.Het sectorwerkstuk heeft betrekking op tenminste één vak uit de desbetreffende sector en heeft bovendien een vakoverstijgend karakter.
2
Regel 4 In het programma van toetsing en afsluiting (PTA) wordt aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma bij het schoolexamen worden getoetst, de verdeling van de examenstof over de toetsen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt, alsmede de regels die aangeven op welke wijze het cijfer voor het schoolexamen van een kandidaat tot stand komt. Regel 5
Rekentoets (zie examenreglement artikel 20)
1. Met ingang van het eindexamenjaar 2014 is iedere leerling verplicht om de officiële rekentoets als onderdeel van het eindexamen af te leggen. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) stelt de regels vast voor de uitvoering van de rekentoets. 2. De rekentoets kent alleen een centraal deel dus het cijfer voor de rekentoets is tevens het eindcijfer.
Het eindcijfer wordt bepaald op een heel cijfer. 3. De rekentoets wordt afgenomen in het voorexamenjaar. In het examenjaar heeft de kandidaat recht op drie herkansingen.
4. Het cijfer voor de rekentoets doet vanaf het schooljaar 2015-2016 mee in de slaag-/zakregeling. Regel 6 1. Indien en voor zover een proef in een vak op een mondelinge wijze plaatsvindt, kan dit geschieden in aanwezigheid van een andere docent of een van buiten de school aangetrokken deskundige. Deze docent of deskundige mag, in overleg met de examinator, ook vragen stellen en kan meespreken bij het bepalen van het toe te kennen cijfer, maar de mening van de examinator is doorslaggevend. Het in dit artikel vermelde geldt ook m.b.t. proeven die schriftelijk plaatsvinden. 2. De perioden waarin de proeven, deel uitmakend van het schoolexamen, worden afgenomen staan vermeld in de bijlagen. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het centraal examen. Kandidaten kunnen alleen dan aan het centraal examen deelnemen als het schoolexamen als geheel is afgesloten. Regel 7 Beoordeling 1. Van iedere beoordeling van een proef, die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk op de hoogte. Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. 2. Het eindcijfer voor het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de proeven van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. In de bijlagen is de regeling ter zake per afzonderlijk vak opgenomen.
3
3. Bij de bepaling van het gemiddelde als bedoeld in regel 7.2 wordt het verkregen cijfer afgerond op een decimaal, met dien verstande dat deze decimaal met 1 verhoogd wordt indien de 2e decimaal zonder afronding 5 of hoger is (bijv. 5,44 wordt 5,4; 5,45 wordt 5,5). In afwijking van het eerste lid wordt het sectorwerkstuk niet met een cijfer beoordeeld maar met “voldoende” of “goed”. 4. Als in enig vak in het schoolexamen een opdracht wordt aangemerkt als handelingsdeel, dien dit naar behoren te zijn uitgevoerd; zulks ter beoordeling van de vakdocent. Voor zover de school de mogelijkheid biedt, kan de kandidaat in 8 i.p.v. 7 vakken eindexamen doen. Regel 8 Het examendossier Na iedere periode van schoolexamens zullen de behaalde resultaten schriftelijk op de in de jaarplanning aangegeven datum aan de kandidaten en hun ouder(s)/verzorger(s) worden uitgereikt. Tot uiterlijk vijf werkdagen daarna bestaat de mogelijkheid tot het aantekenen van bezwaar bij de examensecretaris. Daarna zijn de vermelde resultaten definitief. Regel 9 Onvolkomenheden en geschillenregeling 1. Indien een kandidaat tijdens de afname van een onderdeel van het schoolexamen meent te worden benadeeld door onvolkomenheden zoals het uitvallen van een koptelefoon bij een luistertoets of een onjuiste vraagstelling in de opgaven, dient hij dit te melden bij de surveillant. Indien een onvolkomenheid na afloop van het onderdeel wordt geconstateerd, dan dient de kandidaat dit binnen 2 werkdagen te melden bij de betrokken de docent/examinator. 2. Na melding aan de surveillant respectievelijk de docent/examinator worden na onderzoek zo nodig maatregelen getroffen. Die maatregelen worden genomen door de directeur. Mededeling hiervan geschiedt schriftelijk door de directeur binnen 5 werkdagen. 3. Indien de kandidaat meent desondanks nog steeds ernstig in zijn belangen geschaad te zijn, kan hij bezwaar maken bij de Examencommissie van de school. Zie artikel 14 van het examenreglement. Regel 10 Herkansingen bij de schoolexamens Op nader door de school vast te stellen tijdstippen wordt aan iedere kandidaat die daartoe de wens te kennen geeft, de gelegenheid geboden om maximaal één eerder gemaakt deelonderzoek per vak, naar keuze van de kandidaat, te herkansen. Dit met een maximum van in totaal twee herkansingen per kandidaat. Wordt van de herkansing gebruikt gemaakt, dan geldt het hoogste cijfer. Regel 11 Tijdens het maken van schoolexamens zijn mobiele telefoon uitgeschakeld en zitten deze in de tas. De tassen staan vervolgens voor in het lokaal. Het dragen van een smartwatch is niet toegestaan.
4
Regel 12 De kandidaten zijn verplicht op tijd aanwezig te zijn en deel te nemen aan alle proeven die tot het schoolexamen en het centraal examen behoren. Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet kan deelnemen aan een proef, moet dit vóór of uiterlijk op de dag van het schoolexamen vóór aanvang van het schoolexamen door de ouders, verzorgers of voogd worden gemeld aan de directeur. Dit dient zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd te worden. Gemiste schoolexamens moeten zo spoedig mogelijk gemaakt / afgelegd worden. Daartoe neemt de kandidaat contact op met de vakdocent. Niet tijdig gemaakt of zonder geldige reden niet ingeleverd werk wordt beschouwd als onregelmatigheid. Alsdan kan het gestelde in artikel 5 (zie examenreglement) van toepassing zijn. De directeur kan in geval van ziekmelding van een kandidaat een controlerend arts inschakelen. Regel 13 Alleen kandidaten, die om geldige redenen, dit ter beoordeling aan de directeur, verhinderd zijn, hebben het recht een verzuimde proef in te halen. Regel 14 Indien naar het oordeel van de betreffende vaksectie de afname van een proef is mislukt, kan de directeur aan alle kandidaten een nieuwe proef opleggen. Regel 15 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de directeur na overleg met de secretaris en examinatoren. In spoedeisende gevallen beslist de directeur na betrokkene(n) gehoord te hebben.
5
TOEGESTANE HULPMIDDELEN
Bij de schriftelijke examens mag gebruik gemaakt worden van: - woordenboek Nederlands, of eventueel woordenboek Nederlands naar vreemde taal NIET: bij cspe’s en bij het cpe beeldend TL - schrijfmateriaal - tekenpotlood - blauw en rood kleurpotlood - liniaal met millimeterverdeling - passer - geometrische driehoek of windroos - elektronisch rekenapparaat - vlakgum - voor Frans, Duits en Engels woordenboek(en) naar en vanuit de vreemde taal - voor Nse en Nst zorgt de school voor een Binas 2e editie (ISBN 978.90.01.80069.7 ) - er mag bij het C.E. geen gebruik gemaakt worden van een digitaal woordenboek. Bij een enkel S.E. uitsluitend, als dit vooraf is aangegeven - bij aardrijkskunde mag géén gebruik gemaakt worden van een atlas. Let op: - Het is verboden om met Tipp-ex te werken. - Er moet met zwarte of blauwe pen geschreven worden, niet met potlood. - Er mag op geen enkele wijze gebruik gemaakt worden van een mobiele telefoon of een Smartwatch! De regeling legt de toegestane hulpmiddelen vast voor het centraal examen. Er is geen voorschrift dat bij alle schoolexamens van een vak dezelfde hulpmiddelen zouden moeten worden voorgeschreven als bij het centraal examen. De school kan gegronde redenen hebben om bijvoorbeeld vast te leggen dat bij kleinere toetsen in de moderne vreemde talen geen woordenboek is toegestaan. De school kan omgekeerd ook bij schoolexamentoetsen hulpmiddelen toestaan die in het centraal examen niet zijn toegestaan. Schoolexamens en examens 4 vmbo 2015-2016 Schoolexamen 1 Schoolexamen 2 Schoolexamen 3 Examen (CSE) vmbo GT Tijdvak 1 Tijdvak 2 Digitaal examen vmbo BK
6 t/m 13 november 2015 18 t/m 22 januari 2016 11 t/m 18 maart 2016 12 t/m 26 mei 2016 21 t/m 24 juni 2016 12 t/m 20 mei 2016
Examentrainingen Vmbo BKGT 9, 10 en 11 mei 2016
6