Algemene inhoud Reeks Fiscaal Compendium
V
Ten geleide
VII
Voorwoord
IX
Algemene bibliografie
XI
DEEL I
Inleiding
HOOFDSTUK 1
Algemene inleiding
3
HOOFDSTUK 2
Historische inleiding
5
1.
Eerste fase: voor de wet van 8 augustus 1980
5
2.
Tweede fase: van de wet van 8 augustus 1980 tot aan de wet van 4 augustus 1986
6
3.
De wet van 4 augustus 1986
7
4.
De wet van 28 december 1992
8
5.
De wet van 30 maart 1994
8
6.
De wetten van 15 maart 1999 en 23 maart 1999
9
7.
De wetten van 12 maart 1998 en 4 mei 1999
9
8.
Verval van de strafvordering door betaling van een geldsom
10
9.
De Salduz-wet
10
10.
Circulaires en protocollen
10
11.
Organisatie en werking van het openbaar ministerie
11
12.
Het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar de grote fiscale fraudedossiers, het verslag van de werkgroep actualisering van het Charter van de belastingplichtige (Werkgroep Clerfayt) en de ‘Una Via’-wet van 20 september 2012
11
Kluwer – Fiscaal straf- en strafprocesrecht
Inhoud - 1
ALGEMENE INHOUD
DEEL II Toelichting bij begrippen uit het gemeen straf- en strafprocesrecht HOOFDSTUK 1
Inleiding
15
HOOFDSTUK 2 Toelichting bij enkele relevante begrippen uit het gemeen strafrecht
17
1.
Het legaliteitsbeginsel: nullum crimen sine lege
17
2. 2.1. 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.3. 2.3.1. 2.3.1.1. 2.3.1.2. 2.3.1.3. 2.3.1.4. 2.3.2. 2.4. 2.4.1. 2.4.1.1. 2.4.1.2. 2.4.1.3. 2.4.2.
Het misdrijf De constitutieve elementen van het misdrijf Uitwendige (menselijke) gedraging De wederrechtelijkheid Toerekenbaarheid en schuld Strafwaardigheid Indeling volgens materiële uitvoeringswijze Aflopende en voortdurende misdrijven Enkelvoudige en voortgezette misdrijven Indeling van de misdrijven volgens schuldvorm Opzettelijke misdrijven Algemeen opzet Bijzonder opzet Voorbedachtheid Welk opzet is vereist? Onopzettelijke misdrijven Uitbreiding der strafbaarheid: strafbare deelneming Voorwaarden voor strafbare deelneming Opzet Deelneming aan een misdaad of een wanbedrijf Wettelijke bepaalde deelnemingsvormen Bestraffing van de strafbare deelneming
18 18 18 19 19 20 20 20 21 22 22 23 23 23 23 24 25 25 25 25 25 27
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
De straffen Algemeen Verzachtende omstandigheden Schuldigverklaring Opschorting en uitstel
27 27 28 29 29
4.
De toepassing van de regels van het gemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht
30
HOOFDSTUK 3 strafprocesrecht 1.
Algemeen
Inhoud - 2
Toelichting bij begrippen uit het gemeen 33 33
Fiscaal straf- en strafprocesrecht – Kluwer
ALGEMENE INHOUD
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.5.1. 2.5.2. 2.5.2.1. 2.5.2.2. 2.5.2.3. 2.5.2.4. 2.5.3. 2.5.4.
De strafvordering Definitie Instanties bevoegd om de strafvordering in te stellen Tegen wie wordt de strafvordering ingesteld? Schorsing van de strafvordering Verval van de strafvordering Oorzaken van verval De verjaring Algemeen Stuiting Schorsing Overschrijding van de redelijke termijn Het gewijsde De minnelijke schikking voorzien in de artikelen 216bis Sv.
33 33 34 36 37 38 38 38 38 40 41 43 44 45
3. 3.1. 3.2. 3.3.
De burgerlijke vordering Ratio Voorwaarden tot uitoefening van de burgerlijke vordering De verjaring van de burgerlijke vordering
46 46 47 47
DEEL III Het opsporings- en gerechtelijk onderzoek en de procedure voor het vonnisgerecht HOOFDSTUK 1 Het opsporings- en gerechtelijk onderzoek in fiscaal strafrechtelijke zaken
51
1.
Algemeen
51
2. 2.1. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.3.
Gespecialiseerde substituten in fiscale aangelegenheden Algemeen Bevoegdheden van de gespecialiseerde substituten Ratione materiae Ratione loci Economische, financiële en sociale auditoraten
52 52 52 52 53 53
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Wijze van opsporen en vaststellen van strafbare feiten Opsporing van ambtswege Aangifte Klacht
54 54 54 54
4.
Ambtsverrichtingen tijdens het opsporingsonderzoek
55
5. 5.1. 5.2. 5.2.1. 5.2.2.
Het gerechtelijk strafonderzoek Definitie Kenmerken van het gerechtelijk onderzoek Schriftelijk karakter Geheim karakter
56 56 56 56 56
Kluwer – Fiscaal straf- en strafprocesrecht
Inhoud - 3
ALGEMENE INHOUD
5.2.3. 5.3. 5.3.1. 5.3.2. 5.3.2.1. 5.3.2.2. 5.3.2.3. 5.3.2.4. 5.3.2.5. 5.3.2.6.
Niet-tegensprekelijk karakter Verloop van het gerechtelijk onderzoek Het vatten van de onderzoeksrechter (saisine) De ambtsverrichtingen van de onderzoeksrechter Ondervraging van de verdachte Ondervraging van getuigen Aanstellen van deskundigen Huiszoeking en inbeslagneming Dwangmiddelen tegen de persoon De voorlopige hechtenis
6.
6.3.3.1. 6.3.3.2. 6.3.4. 6.3.5.
Administratieve bijstand in fiscale strafzaken, of de rol van de fiscale ambtenaren tijdens het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek Inleiding De wet van 8 augustus 1980 De wet van 4 augustus 1986 Doel van de wetswijziging in 1986 De rol van de fiscale ambtenaren in het opsporingsonderzoek Algemeen: beperking tot de rol van getuige Processen-verbaal Eerste uitzondering op de rol van getuige: wijziging doorgevoerd door de wet van 28 december 1992 Tweede uitzondering op de rol van getuige: wijziging doorgevoerd door de wet van 30 maart 1994 Derde uitzondering op de rol van getuige: ‘Una Via’-wet van 20 september 2012 Bijzondere bevoegdheid: de aangifte van misdrijven Bijzondere bevoegdheid: de vraag om advies De rol van de fiscale ambtenaren in het gerechtelijk onderzoek Algemeen: verbod om anders dan als getuige op te treden Uitzondering op deze rol van getuige Inzake douane en accijnzen Het college van procureurs-generaal
7.
Regeling van de procedure
79
8.
Vraag om inlichtingen versus fundamentele rechten van de mens
81
6.1. 6.2. 6.3. 6.3.1. 6.3.2. 6.3.2.1. 6.3.2.2. 6.3.2.3. 6.3.2.4. 6.3.2.5. 6.3.2.6. 6.3.2.7. 6.3.3.
HOOFDSTUK 2 1. 1.1. 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3.
Procedure voor de vonnisgerechten
Inleiding Kenmerken van de procedure voor de vonnisgerechten Mondeling debat Tegensprekelijk debat Openbaar debat
Inhoud - 4
57 57 57 59 59 60 60 60 62 63
64 64 64 65 65 66 66 68 69 71 72 72 74 76 76 78 78 79
85 85 85 85 85 85
Fiscaal straf- en strafprocesrecht – Kluwer
ALGEMENE INHOUD
1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.5.1. 1.5.2. 1.5.3. 1.5.4. 1.5.5.
Bewijs in strafzaken Kwalificatie van het feit Motivering van de uitspraak Overzicht van de gewone vonnisgerechten De politierechtbank De correctionele rechtbank Hof van beroep Hof van assisen Hof van Cassatie
86 86 87 87 87 87 87 88 88
2. 2.1. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.2.3. 2.2.4. 2.2.5. 2.2.6. 2.3. 2.4.
Behandeling van de strafzaak ter zitting Algemeen De bewijsproblematiek in fiscale strafzaken Bewijslast Bewijs volgens het gemeen straf- en strafprocesrecht Antigoon Wettelijke vermoedens Onwettig verkregen bewijs in het fiscaal recht Verklikking Uitstel van de uitspraak over de tenlastelegging De fiscus als burgerlijke partij
88 88 88 88 88 91 93 93 94 95 97
3. 3.1. 3.2. 3.2.1. 3.2.2. 3.2.2.1.
De straftoemeting Artikel 100 Sw. en de afschaffing van lid 2 De strafrechtelijke sancties De hoofdstraffen De bijkomende straffen Het verbod tot het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid en de sluiting van de onderneming Tweede verbod tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid/sluiting van de inrichting Beroepsverbod van KB nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen Aanplakking en bekendmaking van de veroordeling Bijzondere verbeurdverklaring Bijzondere problemen Uitstel en opschorting (wet 29 juni 1964) Vervangende gevangenisstraf Verzachtende omstandigheden Deelneming Samenloop Burgerlijke gevolgen van de veroordeling Hoofdelijk meegehouden zijn tot de ontdoken belasting Burgerlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid voor geldboeten en kosten
3.2.2.2. 3.2.2.3.
3.2.2.4. 3.2.2.5. 3.2.3. 3.2.3.1. 3.2.3.2. 3.2.3.3. 3.2.3.4. 3.2.3.5. 3.2.4. 3.2.4.1. 3.2.4.2.
Kluwer – Fiscaal straf- en strafprocesrecht
101 101 103 103 103 104 105
106 107 107 108 108 109 109 110 110 110 110 112
Inhoud - 5
ALGEMENE INHOUD
3.2.5. 3.2.5.1. 3.2.5.2. 3.2.5.3. 3.3. 3.3.1. 3.3.1.1. 3.3.1.2. 3.3.2. 3.3.2.1. 3.3.2.2. 3.3.2.3. 3.3.3. 3.3.4.
De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de “belastingconsulent” De definitie van belastingconsulent in de fiscale wetboeken Mededaderschap en medeplichtigheid van belastingconsulenten Straftoemeting in geval van medeplichtigheid en mededaderschap Administratieve sancties Administratieve sancties inzake inkomstenbelastingen Belastingverhogingen De administratieve boete Administratieve sancties inzake btw Evenredige geldboeten Vaste geldboeten Schalen inzake evenredige geldboeten Het karakter van de administratieve sancties – administratieve sanctie = straf? De bevoegdheid van de hoven en rechtbanken om administratieve sancties te milderen
DEEL IV
114 117 118 118 118 119 120 120 121 121 122 131
Fiscaal-strafrechtelijk gesanctioneerde misdrijven
HOOFDSTUK 1 1.
112 112
Het begrip fraude
137
Onderscheid geoorloofde belastingontwijking en fraude
De moeilijke grens tussen belastingfraude, wetsovertreding, simulatie, belastingontwijking en wetsontduiking 2.1. Simulatie in het burgerlijk recht – algemene beginselen en begripsomschrijving 2.1.1. Begripsomschrijving 2.1.2. Algemene kenmerken van de simulatie 2.1.3. De werking van simulatie 2.1.4. Nietigheid en simulatie 2.1.4.1. De onderliggende overeenkomst 2.1.4.2. De openlijke overeenkomst 2.2. Simulatie in het belastingrecht, meer specifiek inzake inkomstenbelastingen 2.2.1. Belastingontduiking – belastingontwijking 2.2.2. Veinzing, zoals gedefinieerd in het burgerlijk recht, werkt door in het fiscaal recht 2.2.3. Traditionele doctrine en rechtspraak – Brepols 2.2.4. Cassatie 5 maart 1999 2.2.4.1. Eerste voorwaarde: een bepaling van openbare orde werd geschonden
137
2.
Inhoud - 6
138 138 138 139 140 141 141 141 142 142 142 143 145 146
Fiscaal straf- en strafprocesrecht – Kluwer
ALGEMENE INHOUD
2.2.4.2. Tweede voorwaarde: de schending is gebeurd met het oog op belastingontwijking 2.2.5. Een rechtshandeling die strijdig is met de openbare orde is nietig 2.2.5.1. Toelichting 2.2.5.2. Het Hof van Cassatie voorziet niet-tegenstelbaarheid als sanctie
HOOFDSTUK 2 misdrijven 1. 1.1. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 2. 2.1.
148 149 149 151
Fiscaal-strafrechtelijk gesanctioneerde 153
Overtredingen van de fiscale wetten of van ter uitvoering daarvan genomen besluiten Het materieel bestanddeel van het misdrijf Moreel bestanddeel Bedrieglijk opzet Oogmerk om te schaden
153 153 154 154 154 155
2.2.4.
Valsheid in openbare handels- of private geschriften Onderscheid tussen gemeenrechtelijke valsheid en fiscaalrechtelijke valsheid in geschrifte De constitutieve bestanddelen van fiscale valsheid Het vermommen of het vervalsen van de waarheid Strafrechtelijk beschermd geschrift De valsheid in geschrifte moet gepleegd zijn met het oogmerk om een zuiver fiscaal misdrijf te plegen De mogelijkheid om nadeel te berokkenen
3. 3.1. 3.2.
Het gebruik van valse stukken Algemeen Constitutieve elementen van het misdrijf
160 160 160
4.
Overige misdrijven
163
2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.2.3.
155 156 156 158 159 159
DEEL V De samenloop tussen de fiscale en de strafrechtelijke procedure HOOFDSTUK 1
Wat voorafging
HOOFDSTUK 2 De buitengewone onderzoeks- en aanslagtermijnen van zeven jaar 1. 1.1. 1.2.
Inzake inkomstenbelastingen Artikel 333, lid 3 WIB92: de buitengewone onderzoekstermijn Artikel 354, lid 2 WIB92: de buitengewone zevenjarige aanslagtermijn
Kluwer – Fiscaal straf- en strafprocesrecht
167
169 169 169 174
Inhoud - 7
ALGEMENE INHOUD
1.3. 1.4. 2. 2.1. 2.2.
Parallellisme tussen aanslag- en onderzoekstermijnen De uitholling van het bankgeheim in geval van aanwijzigingen van belastingontduiking
174
Inzake btw Artikel 81bis WBTW: de buitengewone invorderingstermijn van 7 jaar Een buitengewone onderzoekstermijn?
176
175
176 177
HOOFDSTUK 3 De uitzonderlijke aanslag- en invorderingstermijn voor inkomsten uitgewezen door een rechtsvordering
181
1. 1.1. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3. 1.2.4. 1.2.5.
Inzake inkomstenbelastingen Artikel 358, § 1, 3° en § 2, 2° WIB92 Toepassingsvoorwaarden Eerste voorwaarde: er moet een rechtsvordering ingesteld zijn Tweede voorwaarde: de rechtsvordering moet uitwijzen Derde voorwaarde: belastbare periode Vierde voorwaarde: de aanslagtermijn Plichten van de administratie
181 181 181 182 183 187 188 190
2.
Inzake btw: artikel 81bis, § 1, lid 3, 2° WBTW
190
HOOFDSTUK 4 Het gebruik van de gegevens van het strafdossier voor de belastingheffing
193
1.
Op verzoek van de fiscus
193
2.
Op initiatief van het parket
196
DEEL VI
Witwassen van geld
HOOFDSTUK 1
Inleiding
201
HOOFDSTUK 2
De internationale context
203
HOOFDSTUK 3
Nationale reglementering
207
1. 1.1. 1.2. 1.2.1. 1.2.2.
Het preventieve luik Circulaire van de CBF Wetgeving Personeel toepassingsgebied Welke zijn de verplichtingen van deze personen en ondernemingen? 1.2.2.1. Algemene verplichting (art. 6 en 25) 1.2.2.2. Identificatie van cliënten (art. 7 tot 14) Inhoud - 8
207 207 207 208 210 210 210
Fiscaal straf- en strafprocesrecht – Kluwer
ALGEMENE INHOUD
1.2.2.3. Bewaring van documenten (art. 13 en 15) 1.2.2.4. Opstelling van verslagen (art. 14 en 15) 1.2.2.5. Interne organisatie en opleiding van het personeel (art. 16-19) 1.2.2.6. Beperkingen van betalingen in contanten (art. 20 en 21) 1.2.2.7. Aangifte van verdachte verrichtingen (art. 22 e.v.) 1.2.2.8. Verder gevolg (art. 34 en 35) 1.2.2.9. Sanctie (art. 40) 1.2.3. Materieel toepassingsgebied 1.2.4. De Cel voor Financiële Informatieverwerking 1.2.5. Controle- of toezichthoudende overheden en tuchtoverheden
211 211 212 215 216 216 220 222
2. 2.1. 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.3.1. 2.1.3.2. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.2.3. 2.2.4. 2.2.4.1. 2.2.4.2.
222 222 222 225 226 226 229 233 233 235 236 241 241 242
Het repressieve luik Het witwasmisdrijf De wet van 17 juli 1990 De wet van 7 april 1995 De wet van 10 mei 2007 Wijzigingen m.b.t. fiscale fraude als onderliggend misdrijf Algemene wijzigingen De verbeurdverklaring Verbeurdverklaring van vermogensvoordelen Verbeurdverklaring bij equivalent Cumul Opschorting en uitstel Uitstel Opschorting
211 211
Trefwoordenregister
Kluwer – Fiscaal straf- en strafprocesrecht
Inhoud - 9