De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport
Opleiding HBO-Verpleegkunde - Afstudeerfase
Algemene informatie afstudeerfase
1
Inhoudsopgave 1
Algemene informatie afstuderen ................................................................................................................... 3
2
Proeve van bekwaamheid .............................................................................................................................. 3
3
2.1
Proeve van bekwaamheid 1 .................................................................................................................. 3
2.2
Proeve van bekwaamheid 2 .................................................................................................................. 4
2.3
Het meesterproefgesprek ..................................................................................................................... 4
Blokboeken .................................................................................................................................................... 6 3.1
Digitale werkwijze ................................................................................................................................. 6
3.2
Verdeling aantal studiepunten en osiriscodes ...................................................................................... 6
3.3
Terugkomdag ........................................................................................................................................ 7
3.4
Individuele begeleiding ......................................................................................................................... 7
2
1 ALGEMENE INFORMATIE AFSTUDEREN In dit algemene deel vind je informatie over het afstuderen. De beginvereisten, de verschillende onderdelen, de digitale structuur van de afstudeerfase worden hierin beschreven. Beginvereisten Je wordt als student toegelaten tot de afstudeerfase wanneer je: - alle praktijkleerperiodes uit het 2e en 3e jaar hebt behaald - SLB van jaar 2 en 3 met een voldoende hebt afgerond - minimaal 90 studiepunten hebt behaald in de hoofdfase tot nu toe (2e en 3e jaar). Onderdelen van het afstuderen Er zijn drie belangrijke hoofdonderdelen van het afstuderen waarin je de vereiste hbo-competenties laat zien: 1. Proeve van Bekwaamheid 1, die betrekking heeft op de rollen van zorgverlener, regisseur en coach. 2. Proeve van Bekwaamheid 2, die betrekking heeft op de rollen van ontwerper, beroepsbeoefenaar. 3. Het Meesterproefgesprek: alle rollen laat je geïntegreerd zien in dit gesprek . Daarnaast word je ook beoordeeld met behulp van de competentiekaart, waarbij je alle competenties op niveau 4 behaald moet hebben. De SLB’er zal dit uiteindelijke beoordelen, waarin het advies vanuit de praktijk zwaar weegt. Mocht de SLB’er tot een ander oordeel komen dan de praktijkbegeleider, dan vindt daarover altijd overleg plaats. Ondersteunende onderdelen van het afstuderen: • Werkplaats • Supervisie
2
PROEVE VAN BEKWAAMHEID
De proeve van bekwaamheid is een afsluitende toets in een realistische context, waarmee wordt vastgesteld of je de beroepscompetenties in voldoende mate beheerst en geïntegreerd weet toe te passen. In de afstudeerfase toon je middels twee proeven van bekwaamheid aan dat je functioneert op niveau 4 van de competentiekaart en de competenties geïntegreerd kan toepassen. 2.1 PROEVE VAN BEKWAAMHEID 1 In de PvB1 gaat het om de integratie van de rol van zorgverlener, regisseur en coach als Hboverpleegkundige op niveau 4 van de competentiekaart. Zorgverlener Als de Hbo-verpleegkundige de rol van zorgverlener vervult, draagt dat bij aan de gerichtheid van de zorgverlening op de kwaliteit van leven van de patient. Ook zorgt ze ervoor dat gebruik wordt gemaakt van wetenschappelijke inzichten en praktijkkennis. Vanuit deze rol neemt de verpleegkundige ook stelling als een herstructurering van het werk leidt tot een organisatie- of professiegerichte zorg in plaats van een patiëntgerichte zorg. Deze rol vraagt van de verpleegkundige dat zij in staat is op een goede manier met morele problemen van de dagelijkse zorgpraktijk om te gaan en ook dat zij haar technische competenties kan verbinden met haar morele competenties. Ten slotte moet ze in staat zijn de rol van zorgverlener te combineren met de overige rollen.(Pool, 2011) 3
Regisseur In de rol van regisseur zorgt de verpleegkundige afhankelijk van de sector waarin zij werkt voor ‘zorgcoördinatie’ of ‘casemanagement’. In beide gevallen is bereiken en het bewaken van continuïteit een belangrijk doel. Daarbij gaat het om een samenhangend pakket van zorg te organiseren van een bepaalde patiënt of cliënt. Deze rol vraagt van de verpleegkundige dat ze de gezondheid als politiek en maatschappelijk systeem begrijpt en de patiënt of cliënt in zijn omgeving kan begrijpen en ook dat zij grensoverschrijdend kan werken, dat wil zeggen dat zij over de grenzen van het beroep, het eigen team, de eigen organisatie kan bemiddelen en onderhandelen. Hiernaast heeft zij een gevoel voor de relatie tussen materiele en immateriële zaken die met ziekte en zorg te maken hebben. (Pool, 2011) Coach De rol van coach kent vele elementen. Soms is deze rol meer expliciet. Dit is vooral het geval als er gesproken wordt over het vervullen van een voorbeeldfunctie. Deze rol kan echter ook heel expliciet worden vervuld. Hierbij kan men denken aan het begeleiden en inwerken van nieuwkomers op een afdeling maar ook aan het leiden of begeleiden van intervisie- en reflectiebijeenkomsten. De rol van coach is essentieel voor het leren op de werkplek. Ook op plaatsen waar verpleegkundigen solistisch werken, zoals in de extramurale gezondheidszorg, is intervisie en mentorschap van toepassing. (Pool, 2011) 2.2 PROEVE VAN BEKWAAMHEID 2 In de PvB2 gaat het om de integratie van de rol van ontwerper en beroepsbeoefenaar als Hboverpleegkundige op niveau 4 van de competentiekaart. Binnen PvB2 doe je praktijkgericht onderzoek. Dit vormt de basis van je aanbevelingen of het beroepsproduct wat van betekenis is voor de praktijk. Ontwerper In de rol van ontwerper wordt van een hbo-verpleegkundige verwacht dat zij kan meehelpen in het bedenken van maatregelen die kunnen worden ingezet in het verpleegbeleid. Het opstellen van vuistregels voor het denken en doen van verpleegkundigen en verzorgenden, ten aanzien van een individuele patiënt of groep patiënten, om de verpleegkundige zorg zo effectief en efficiënt mogelijk te sturen naar een patiëntgericht doel. Verpleegbeleid verwijst vooral naar voorschriften voor de dagelijkse praktijk van de zorgverlening. Op deze wijze werkt de verpleegkundige op een proactieve wijze mee aan het verbeteren en vernieuwen van de zorg. Zij maakt hierbij gebruik van informatie uit verschillende bronnen, zoals wetenschappelijk onderzoek, vakliteratuur en kennis uit andere disciplines. (Pool, 2011) Beroepsbeoefenaar De hbo-verpleegkundige werkt op een proactieve manier mee aan het formuleren van waarden en aan het ontwikkelen van strategieën om deze waarden te realiseren. De verpleegkundige heeft de wil en de kennis en creëert mogelijkheden om aan een continue kwaliteitsverhoging van het beroep te werken. De verpleegkundige zal haar beroepsgenoten die werken op het terrein van beleid, wetenschap of onderwijs dienen te voorzien van informatie uit de dagelijkse praktijk, zodat de kloof tussen beleid, wetenschap en onderwijs zo klein mogelijk blijft. (Pool, 2011)
2.3 HET MEESTERPROEFGESPREK Het meesterproef is de afsluiting van je afstudeerfase. Je dient dan ook alle onderdelen van de opleiding (exclusief een minor) te hebben behaald, voordat je de meesterproef kunt doen. 4
Tijdens dit gesprek laat je aan de hand van stellingen zien waarom jij de titel van Hboverpleegkundige mag dragen. Je schrijft vijf stellingen die betrekking hebben op de verschillende domeinen en verschillende beroepsrollen. Tijdens het gesprek ga je met 2 docenten en 1 beroepsbeoefenaar in gesprek over deze stellingen. Tijdens het gesprek laat je zien dat je beschikt over de competenties behorende bij een Hbo-verpleegkundige. Je laat zien dat je kan redeneren vanuit zowel micro-, meso- als macroperspectief en transfers kan maken tussen de diverse werkvelden waar een Hboverpleegkundige werkzaam kan zijn.
5
3 BLOKBOEKEN Voor elk(e) onderdeel/onderwijseenheid is een apart blokboek gemaakt, waarin staat beschreven wat de bedoeling is, wat de vereisten van dat onderdeel zijn en waarin ook de planning staat. Ook staan in elk onderdeel de benodigde beoordelingsformulieren. 3.1 DIGITALE WERKWIJZE Op de openingspagina van Blackboard zie je onder ‘My Organisations’ de volgende code: GZH HBO-V Afstuderen blok 2,3,4 1415. Wanneer je op deze code klikt zie in het linker menu alle cursuscodes van het eerste blok: GZH-HBOV-VP-Proeve 1-14-1415: Proeve van Bekwaamheid 1 (PvB 1) GZH-HBOV-VP- 14-Proeve 2-14-1415: Proeve van Bekwaamheid 2 (PvB 2) GZH-HBOV-VP-Werkplaats-11 -1415: Werkplaats GZH-HBOV-VP-Supervisie-11-1415: Supervisie GZH-HBOV-VP-Meesterproef-13-1415: Meesterproef Wanneer je vervolgens op één van deze codes klikt, vindt je per onderdeel van het afstuderen het blokboek, het materiaal dat gebruikt wordt tijdens het onderwijs en mededelingen van de docenten.
3.2
VERDELING AANTAL STUDIEPUNTEN EN OSIRISCODES
Jaar 4 VT Onderwijseenheid
1
Blokken 2 3 4
Studiepunten
Toetsvorm
Stage*
15
Stage*
17
VP-Proeve1-14 Verslag1
X
X
VP-Proeve2-14 Verslag1
X
X
VP-Werkplaats-11 Toets01
X
X
X
Werkcollege *
3
VP-Supervisie-11 Reflectie1: Supervisie Verslag1: Portfolio SLB
X
X
X
Supervisie bijeenkomst en*
5
X
Werkcollege
5
VP meester-13 Mondeling1
X
Werkvorm (*aanwezigheidsplicht)
Deeltoetse n Wegingsfa ctor cijfer/V/O
Toetsmoment/ herkansingsm oment
Proeve van bekwaamhei d1 Proeve van bekwaamhei d2 Participatie
100% (O/V)
4.5/ 4.9
100% (C)
3.7/ 4.1
100% (O/V)
4.6/ 4.10
Supervisie Portfolio
3 60% (O/V) 2 40% (O/V) 100% (C)
4.6/ 4.13 4.7/ 4.13
Toetsduur
Gesprek
4,8,4.9 en 4.10/ 4.13
NB: de blokken en de toetsmomenten zijn in dit schema bedoeld voor voltijd 4. In de studiegids van 2014-2015 staat voor elke variant de juiste informatie.
6
3.3 TERUGKOMDAG Op je terugkomdag heb je een dagdeel onderwijs. Het andere dagdeel is bedoeld voor het werken aan je proeve 1 of 2. Zorg dat je dit ook doet, anders kom je later in de knel met je planning en heb je onvoldoende tijd. 3.4 INDIVIDUELE BEGELEIDING Naast de groepsbijeenkomsten, waar je zoveel mogelijk met je vragen terecht kunt, krijg je ook individuele begeleiding van je SLB’er door middel van een strippenkaart. Je mag zelf, in overleg met je SLB’er, een keuze maken hoeveel tijd jij per onderdeel nodig hebt. In totaal is dat maximaal 6 uur. Plan dit goed in aan de hand van je eigen studieplanning, rekening houdend met de deadlines. In onderstaand schema is een richtlijn van de verdeling van tijd per onderdeel. Strippenkaart Onderdeel PvB 1 (maximaal 2 uur)
PvB 2 (maximaal 3 uur)
Meesterproef (maximaal 1 uur) Of: in totaal 6 uur, zelf te verdelen.
Hoeveel tijd 1. 2. 3. 1. 2. 3. 1. 2.
Gebruikt ja/nee
Mocht je niet voldoende hebben aan je individuele begeleiding, dan overleg je met je SLB’er wat je verdere traject wordt. Wij wensen jullie veel inspiratie en plezier toe tijdens de afstudeerfase van de HBO-V! Het docententeam afstudeerfase HBO-V
7
