Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding
algemene economie en bedrijfseconomie
Deze toetsgids is een handleiding bij de landelijke kennistoetsen algemene- en bedrijfseconomie voor de tweedegraads lerarenopleiding. Hierin onder meer uitleg over: toetsmatrijs aantal toetsvragen duur van de toets toegestane hulpmiddelen
Studiejaar 2015-2016
●●
●●
juli 2015
●●
●●
Versie 2015/2016-1
Inleiding Welke kennis en vaardigheden vraagt de landelijke kennistoets algemene economie en bedrijfseconomie van studenten? Wat zijn de eisen van deelname aan de landelijke kennistoets? Waar gaan de vragen over en hoe zien ze er uit?. Deze toetsgids geeft daarop antwoord. Daarbij gaat het om zaken als: ●● toetsmatrijs ●● aantal toetsvragen ●● duur van de toets ●● toegestane hulpmiddelen Als bijlage bij deze toetsgids is het Onderwijs- en Examenreglement Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen studiejaar 2015-2016 gevoegd. Deze OER-tekst geldt voor deze landelijke kennistoets. Deze OER-tekst maakt onderdeel uit van deze toetsgids en bevat bijvoorbeeld regels over aanmelden, deelname en uitslag. Vanzelfsprekend geldt de actuele versie van de toetsgids. Het versienummer staat vermeld op de voorpagina. De meest actuele versie is te vinden op de website www.10voordeleraar.nl. De inhoud van de landelijke kennistoets algemene economie en bedrijfseconomie is gebaseerd op de betreffende kennisbasis. Deze is te vinden op www.10voordeleraar.nl/ publicaties.
De vakcommissie heeft de toetsmatrijs, de blauwdruk voor iedere toets, vastgesteld. Ook het Landelijk Vakoverleg heeft zich over de toetspraktijk gebogen. Samenstelling vakcommissie: ●● Hans Goudsmit, Landelijke Expertisecentrum Economie en Handel ●● Jo Gardeniers, Fontys Lerarenopleiding Sittard ●● Cor Oudijn, Driestar Hogeschool
2
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Toetsgids 1 - De inhoud van de toets 1.1 - drie toetsen De student heeft de keuze uit drie mogelijkheden: ●● de toets algemene economie ●● de toets bedrijfseconomie ●● de toets algemene economie en bedrijfseconomie De keuze is afhankelijk van het opleidingsprofiel van de student.
1.2 - de vragen De vragen in de toets gaan over de inhoud van de kennisbasis. De toets is opgesteld in de Nederlandse taal. De toets algemene economie bevat 70 vragen: ●● 56 generieke economie vragen ●● 14 specifieke vragen over algemene economie De toets bedrijfseconomie bevat 70 vragen: ●● 56 generieke economie vragen ●● 14 specifieke vragen over financiële administratie en bedrijfseconomie De toets algemene economie en bedrijfseconomie bevat 84 vragen: ●● 56 generieke economie vragen ●● 14 specifieke vragen over algemene economie ●● 14 specifieke vragen over financiële administratie en bedrijfseconomie De toets bestaat uit meerkeuzevragen met 3 of 4 antwoordalternatieven. Een antwoord is ofwel goed, ofwel fout. Een goed antwoord levert 1 punt op. Een fout antwoord of geen antwoord 0 punten. In totaal zijn er 70 punten dan wel 84 punten te behalen.
3
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
1.3 - de toetsmatrijzen De vakcommissie economie heeft de toetsmatrijzen vastgesteld. Hierin is aangegeven welke domeinen van de kennisbasis geschikt zijn voor landelijke digitale toetsing. Per domein staat vermeld hoeveel vragen ervan in de toets voorkomen. Van onderdelen uit de kennisbasis die niet in de toetsmatrijs staan opgenomen, vindt toetsing op instellingsniveau plaats. Toetsmatrijs algemene economie Generieke vragen zijn vragen voor zowel de bevoegdheid algemene economie als bedrijfseconomie. Daarnaast zijn er ook specifieke vragen, vragen die uniek zijn voor de bevoegdheid algemene economie. Toetsmatrijs in aantallen vragen: Domein
toetsvragen per toets uit het domein
toetsvragen specifiek
Algemene economie
13
14
Financiële administratie
13
Bedrijfseconomie
13
Inkoop-Verkoop administratie
0
Marketing
6
Recht
4
Wiskunde/Statistiek
7
Totaal aantal vragen
56
14
Domein Algemene economie
4
Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
A.1 Arbeid
A.1.1 Beroepsbevolking Omvang, samenstelling en mobiliteit beroepsbevolking, arbeidsverdeling, (on)betaald werk, maatschappelijke opvattingen over werken A.1.2 Arbeidsmarkt Werkgelegenheid, werkloosheid (soorten, ontstaan, meten, gevolgen, bestrijding), krappe/ ruime arbeidsmarkt, loon-prijsspiraal, arbeidskosten, concurrentiepositie A.1.3 Arbeidsvoorwaarden CAO, werkgevers- en werknemersorganisaties, overheid (wetgeving als leer- en pensioenplicht, minimumloon, tijdelijk of vervroegd uittreden), nominaal en reëel inkomen, loonruimte, prijscompensatie
A.2 Internationale ontwikkelingen
A.2.1 Internationale handel Opstelling Nederlandse betalingsbalans en samenhang onderdelen, open en gesloten economieën, in- en uitvoerquote, motieven en maatregelen voor vrijhandel en protectie, dekkingspercentage, de internationale concurrentiepositie, ruilvoet, productiestructuur, vormen van econ. integratie (vrijhandelszone, douane-unie, gemeenschappelijke markt, economische unie, monetaire unie), OESO, WTO A.2.2 Valutamarkt Internationale liquiditeiten, internationale sleutelvaluta, valutarisico’s, appreciatie/depreciatie, zwevende/vaste wisselkoersen, spilkoersen en bandbreedte, interventiekoers, devaluatie/ revaluatie, (in)directe interventie op de valutamarkt. EMU
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Algemene economie - vervolg A.2.3 Ontwikkelingseconomie Kenmerken, oorzaken, en maatregelen tegen onderontwikkeling, internationale en lokale economische afhankelijkheidsrelaties, internationale arbeids-, inkomens- en welvaartverdeling, internationale armoede-, schuld- en milieuproblematiek, soorten en effecten van ontwikkelingssamenwerking, IMF, Wereldbank, UNCTAD A.2.4 Europese integratie Ontstaan van EU en haar instellingen, contributie lidstaten, doelstellingen, instrumenten en gevolgen van: landbouwbeleid, structuurbeleid, sociaal-economisch beleid, mededingingsbeleid, monetair beleid, ontwikkelingsbeleid, interne markt.+ subsidiariteit, supranationaal of federaal Europa
5
A.3 Geld en bankwezen
A.3.1 Geldverkeer en geldbeleid Ontwikkeling betalingsverkeer, directe en indirecte ruil, eigenschappen van geld, functies en risico’s van geld, chartaal en giraal geld, techniek van het betalen. A.3.2 Financiële instellingen Banken en andere financiële instellingen: functies, soorten, diensten, werking, risico’s en toezicht, lliquiditeit en solvabiliteit.,DNB, ECB, AFM, BIS A.3.3 Financiële markten Beleggen, opties, risico’s, dividend, koersen, koersbepaling A.3.4 Inflatie Inflatie: oorzaken ,bepaling: CPI, soorten: bestedings-, kosten-, winst-, importinflatie en effecten op: koopkracht, sparen, vermogen, internat. concurrentiepositie en wisselkoers, nominale- en reële waarden
A.4 Consumptie
A.4.1 Schaarste en behoeften Welvaart, schaarste, behoeften, ruil A.4.2 Consumentengedrag Prijs-, inkomens- en kruislingse prijselasticiteit van de vraag, vraag- en aanbodcurve (individueel en collectief), Engelcurve, beïnvloeding vraaggedrag via reclame, consumentisme en overheidsbeleid, grafische interpretaties van consumenten gedrag. A.4.3 Budgetteren (huishoud)budgetplan, financieringssituatie bij tekorten en overschotten, kostprijscalculaties, prijsindexcijfer, consumentenbond A.4.4 Verzekeren Motieven verzekeren, soorten verzekeringen, levensloop, risico, premie, wettelijke verplichting
A.5 Productie
A.5.1 Productieproces Interne organisatie, toegevoegde waarde, bedrijfskolom A.5.2 Productiefactoren Arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit, technologische ontwikkeling, inkomen(verschillen), uitputting natuurlijke hulpbronnen A.5.3 Producentengedrag Doelstelling van onderneming, kosten-, opbrengsten- en winstfuncties, grafische interpretaties van producenten gedrag A.5.4 Elementaire bedrijfscalculatie Verband tussen kosten, opbrengsten, winst en verlies en eenvoudige berekeningen hiermee A.5.5 Economische groei Conjunctuur(golf), innovatie, werkloosheid (vormen, oorzaken, gevolgen), duurzame ontwikkeling, externe effecten, milieuvervuiling A.5.6 Werking markten Marktvormen: eigenschappen, voorbeelden en werking (kwalitatief) van de 4 marktvormen
A.6 Overheid en bestuur
A.6.1 Taken van de overheid Allocatiefunctie (( (quasi) collectieve goederen, externe effecten, budgetmechanisme, marktregulering), stabilisatiefunctie ( conjunctuurbeleid, structuurbeleid) (her)verdelingsfunctie ( inkomensverdeling, (de)nivelleren, loonregelingen, prijs- en tariefbeleid, belasting en premiebeleid), motieven overheidsingrijpen, milieubeleid A.6.2 Sociale zekerheid Stelsel sociale zekerheid ( verzorgingsstaat, sociale verzekeringen/voorzieningen, collectieve lastendruk, wig, volks/werknemersverzekeringen, waardevast/welvaartsvast), afwentelen/ ontduiken/ontwijken/oneigenlijk gebruik sociale zekerheid A.6.3 Openbare financiën Inkomsten en uitgaven rijksoverheid, beginselen belastingheffing, systeem inkomstenbelasting, tekort/overschot rijksoverheid, staatsschuld ( functie, omvang, gevolgen)
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Algemene economie - vervolg A.9 Leergebied M&M
A.9.1 Kerndoel M&M 42 Consumeren en budgetteren A.9.2 Kerndoel M&M 45 Europese samenwerking, EU A.9.3 Kerndoel M&M 46 Verdeling welvaart en armoede
Domein Financiële administratie Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
F.1 Boekhoudkundige cyclus
F.1.1 Dubbel boekhouden: boekingsregels Beginbalans, financiële feiten, boekingsdocumenten, journaliseren, grootboek, kolommenbalans, voorafgaande journaalposten, subadministratie, decimale rekeningenstelsel , dagboeken
F.2 Ondernemings- vormen
F.2.1 Eenmanszaak / VOF Privé, specifieke eigen vermogensrekeningen, winstverdeling,
F.3 Permanence
F.3.1 Kosten / uitgaven Loonbetalingen, vooruit betaald, nog te betalen F.3.2 Opbrengsten / ontvangsten Vooruit ontvangen, nog te ontvangen F.3.3 Voorzieningen Onderhoud, garantie, debiteuren, voorraad, dynamische methode
F.4 Inkoop- en verkoop administratie
F.4.1 Boekingen inkoop- verkoopfacturen Omzetbelasting, korting, creditnota’s F.4.2 Voorraadwaarderingssystemen Vaste verrekenprijs
F.6 Duurzame productiemiddelen
F.6.1 Aanschaf Aanschafprijs F.6.3 Buitengebruikstelling Buitengebruikstelling F.6.2 Afschrijvingen Met en zonder rekening 0 Afschrijvingen
Domein Bedrijfseconomie
6
Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
B.1 Kosten
B.1.1 Kosten/offers Kostenbegrip, kosten en uitgaven, opbrengsten en ontvangsten B.1.2 Kostenindelingen Constant-variabel, direct-indirect B.1.3 Kostensoorten Grondstoffen, hulpstoffen, arbeid, duurzame productiemiddelen, diensten van derden, belastingen, vermogenskosten, lineaire afschrijving, afschrijven met een percentage van de boekwaarde, economische levensduur, technische levensduur, complementaire kosten, ijzeren voorraad, optimale bestelgrootte, gemiddelde voorraad B.1.4 Kostprijs Voorcalculatie, nacalculatie, homogene massaproductie, heterogene massaproductie, stukproductie, integrale kostprijsberekening, differentiële kostprijs, opslagmethode B.1.5 Resultaatberekeningen Absorption costing, direct costing,break even omzet, break even afzet, veiligheidsmarge, prijsverschillen, effiencyverschillen, bezettingsresultaten B.1.7 Beslissingscalculaties maken of kopen, huren of kopen, leasen of kopen
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Bedrijfseconomie - vervolg B.2 Financiering
B.2.1 Investeringsbegroting Vaste activa, vlottende activa, vermogensbehoefte B.2.2 Financieringsplan Eigen vermogen NV, eigen vermogen BV, eigen vermogen Eenmanszaak, eigen vermogen VOF, vreemd vermogen lang: obligatielening, hypothecaire lening, tante Agaath, achtergestelde lening, onderhandse lening, vreemd vermogen kort: leverancierskrediet, rekening courant B.2.3 Liquiditeitsbegroting Permanence, uitgaven, ontvangsten B.2.4 Winst-en-verliesrekening Categorale indeling, functionele indeling, permanence, kosten, opbrengsten, omzet, kostprijs van de omzet, inkoopwaarde van de omzet, brutowinst, bedrijfskosten, bedrijfsresultaat, nettowinst, gewaardeerd loon, economisch resultaat, resultatenbegroting, B.2.5 Kengetallen Liquiditeitsratio’s, netto werkkapitaal, solvabiliteit, rentabiliteit, omloopsnelheden, kredietduren, weerstandsvermogen
B.3 Verslaglegging
B.3.1 Jaarrekening Begripsmatig: jaarrekening, deelneming, consolidatie
Domein Marketing
7
Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
M.1 Marketingbeleid
M.1.1 Definitie van marketing Productieconcept, productconcept, marketingconcept, bedrijfskolom, bedrijfstak, branche, behoefte, vraag, doelgroep, concurrent, imago M.1.2 Beleid Missie, visie, ondernemingsdoelstelling, marketingdoelstelling, doelstelling hiërarchie, strategische planning, tactiek M.1.3 Ondernemingsstrategie en marketingstrategie Marketingplan, macro-omgevingsfactoren, meso-omgevingsfactoren, SWOT-analyse, confrontatiematrix, groeistrategie, marktpenetratie, productontwikkeling, marktontwikkeling, diversificatie M.1.4 Marktsegmentatie en doelgroep bepaling Initiële vraag, vervangingsvraag, additionele vraag, uitbreidingsvraag, totale vraag, potentiele vraag, segmentatievoorwaarden, segmentatiecriteria (demografisch, geografisch, psychografisch, gedragscriteria), segmentatie strategieën (ongedifferentieerde marketing, geconcentreerde marketing, gedifferentieerde marketing, niche, positionering M.1.5 Marketing varianten Dienstenmarketing, business-marketing, internationale marketing, internet en marketing
M.2 Marketingmix
M.2.1 Productbeleid Type goederen, productontwikkeling, productlevenscyclus, kwaliteit, service, merk, garantie, vormgeving, verpakking, assortiment M.2.2 Prijsbeleid Prijsbepaling bij nieuwe producten, prijsdoelstellingen, prijsstrategieën binnen het assortiment, kosten georiënteerde, vraag georiënteerde en concurrentie georiënteerde prijszetting. prijsbepaling en marktvormen M.2.3 Promotiebeleid Methoden om het communicatiebudget te bepalen, reclame, pr, sponsoring, sales promotions, persoonlijke verkoop, direct marketing, sales management M.2.4 Distributiebeleid Distributie analyse, distributie intensiteit, distributiekengetallen (marktspreiding, gewogen distributie, selectie-indicator, omzetaandeel, marktaandeel), distributiekanaalbeheer, e-commerce, marketing in de detailhandel, fysieke distributie, push versus pull strategie
M.3 Consumenten- gedrag
M.3.1 Koopbeslissingsproces, vormen van aankoopgedrag/oriëntatie Evoked set, cognitieve dissonantie, routinematig aankoopgedrag, beperkt probleemoplossend aankoopgedrag, uitgebreid probleemoplossend gedrag, hoge betrokkenheid, lage betrokkenheid, impulsaankoop M.3.2 Invloeden op consumentengedrag Persoonlijke omstandigheden (demografische kenmerken, levensstijl en situationele omstandigheden), psychologische factoren (behoeften en motieven, perceptie, leerprocessen, persoonlijkheid en attitudes), sociale factoren (cultuur, sociale klasse, referentiegroepen en gezinsinvloeden), piramide van Maslov M.3.3 Koopgedrag van organisaties (DMU) Rollen bij inkoop (beslisser, beïnvloeder, gatekeeper, gebruiker), typen koopsituaties (straight rebuy, modified rebuy, new task)
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Marketing - vervolg M.4 Marktonderzoek
M.4.1 Wat is marktonderzoek? Definitie van marktonderzoek, doel van marktonderzoek, marktonderzoeksproces, formuleren van de probleemstelling, bepalen van onderzoeksopzet M.4.2 Verzamelen van gegevens Desk research, fieldresearch, kwalitatieve gegevens, kwantitatieve gegevens M.4.3 Structurering van het vraaggesprek Ongestructureerd interview, half gestructureerd interview, gestructureerd interview, diepte- interview, open vragen, gesloten vragen M.4.4 Primaire versus secundaire gegevens Enquête (schriftelijk, mondeling, telefonisch, on-line-enquête), motivatieonderzoek (projectietechniek, groepsdiscussie), observatie (mysterie shopper), experimenten (veld, laboratorium), continuonderzoek (omnibusonderzoek, panelonderzoek) M.4.5 Eisen aan een steekproef Aselecte steekproef, gestratificeerde steekproef, quota steekproef M.4.6 Representativiteit Nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, validiteit
Domein Recht Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
R.1 Algemeen
R.1.1 Algemene concepten in het recht Rechtsbronnen, rechtsgebieden, materieel en formeel recht, rechtspraak
R.2 Publiekrecht
R.2. Bestuursrecht Organisatie en werkwijze overheid, verhoudingen tussen overheden verhouding tussen overheid en publiek, beschikkingen, subsidies
R.3 Privaatrecht
R.3.1 Overeenkomsten / verbintenissenrecht Consumentenrecht, consumentenkoop, ruilen, garantie. Huurrecht, huurcontract, borg Arbeidsovereenkomstenrecht, CAO, arbeidsvoorwaarden, (on)bepaalde tijd, proeftijd, ontslag, verzekeringenrecht, polis, onderverzekering, no-claim, eigen risico R.3.2 Ondernemingsrecht Rechtspersonenrecht, aansprakelijkheid, ondernemingsvormen Faillissementsrecht, surseance, curator
R.4 Belastingrecht
R.4.1 Belastingen Inkomstenbelasting: boxensysteem, tarieven, heffingskortingen Loonbelasting: tarieven, loon Vennootschapbelasting tarieven Omzetbelasting: BTW, accijns, tarieven Dividendbelasting, voorheffing, tarief, vrijstelling, teruggave Formeel belastingrecht: kenmerken en doel van belasting, bronnen bel.recht, object, subject, aanslag, aangifte, bezwaar, beroep R.4.2 Sociale verzekering Sociale verzekeringen: volksverzekeringen, werknemersverzekeringen, ZVW
Domein Wiskunde en Statistiek
8
Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
W.1 Wiskunde
W.1.1 Algemene rekenvaardigheid Rekenen met machten, breuken, letters en cijfers, procenten, schattend rekenen, afronden, wortels, rekenregels W.1.2 Vergelijkingen 1e en 2e graads vergelijkingen opstellen, onbekenden berekenen, substitutie - en eliminatiemethode, functies (lineair/exponentieel), ontbinden in factoren, merkwaardige producten, nul-punten berekenen, richtingscoëfficiënt, snijpunten berekenen, differentiëren, vergelijkingen tekenen, tekenverloopfunctie, functieonderzoek
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Wiskunde en Statistiek - vervolg W.2 Statistiek
W.2.1 Indexcijfers Enkelvoudig, samengesteld, Paassche, Laspeyres W.2.2 Tabellen en grafieken Enkelvoudige en samengestelde lijn/staaf grafieken en tabellen, frequentiedichtheid, ongelijke klassen, polygoon, relatieve frequentieverdelingen W.2.3 Beschrijvende statistiek Klassenindelingen, centrummaten: gemiddelde, modus, mediaan, standaarddeviatie, normale verdeling, chikwadraattoets, correlatie, Excel toepassingen
W.3 Renteberekeningen
W.3.1 Enkelvoudige interest Eindkapitaal, beginkapitaal, huurkoop, kredietprijs, gemiddelde looptijd, disconto, interest delen van jaren, spreadsheet W.3.2 Samengestelde interest Contante waarde, eindwaarde, bepaling: looptijd en percentage, gelijkwaardige percenten, interest delen van jaren, spreadsheet W.3.3 Renten Contante waarde, eindwaarde, bepaling: looptijd en percentage, gelijkwaardige percenten, interest delen van jaren, spreadsheet, pre- en postnumerando renten, gewijzigde rentepercentages, eeuwig durende renten, schuldomzetting W.3.4 Annuïteiten Elementaire annuïteiten berekening, verband aflossingsbestanddelen, schuldrest bepaling, afgeronde annuïteiten
W.4 Handelsrekenen
W.4.1 Factuurcalculaties Rabat, betalingskortingen, leveringscondities, berekeningen vreemde valuta W.4.2 Verzekeringen No-claim, provisie, premieberekening, onder- en oververzekering, eigen risico
Domein Algemene economie Specifiek
9
Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
A.1 Arbeid
A.1.1 Beroepsbevolking Persoonlijke keuzes t.a.v. werk, zorg, recreëren, verkeer en milieu A.1.2 Arbeidsmarkt Loonvorming, arbeidsproductiviteit, rendement
A.2 Internationale ontwikkelingen
A.2.1 Internationale handel Absolute en relatieve kostenverschillen, invoersubstitutie, wederinvoer A.2.2 Valutamarkt Afdekken valutarisico’s, intrestpariteit, koopkrachtpariteit, relatie valutakoers en betalingsbalans, valutatermijnmarkt A.2.3 Ontwikkelingseconomie Ontwikkelingstheorieën
A.4 Consumptie
A.4.2 Consumentengedrag Nut(maximalisatie), wet van dalend grensnut, inkomen(slijn), isonutcurve, optimum consument, expansiepad A.4.4 Verzekeren Pensioenfondsen, kapitaaldekkingsstelsel, omslagstelsel, solidariteit, dekkingspercentage
A.5 Productie
A.5.3 Producentengedrag Wet afnemende meeropbrengst, productiefunctie, budgetlijn, isoquant, winst- en opbrengstmaximalisatie, optimum producent, marginale kosten- en opbrengstenfuncties, aanbodcurve A.5.5 Economische groei Theorieën over beïnvloeding van de welvaart A.5.6 Werking markten Speltheorie bij volledige mededinging en monopolie
A.6 Overheid en bestuur
A.6.1 Taken van de overheid Analyseren werking van instrumenten van economische politiek A.6.2 Sociale zekerheid Analyseren hoe arbeidsparticipatie vergroot kan worden en beroep op sociale zekerheid verkleind kan worden A.6.3 Openbare financiën Analyseren gevolgen hoge staatsschuld voor toekomstige begrotingen, rentestand en inflatie
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Algemene economie Specifiek - vervolg A.7 Modellen
A.7.1 Vraagmodellen Keynesiaans model open economie, IS-LM model, monetair en budgettair beleid van de overheid. A.7.2 Aanbod / groeimodellen Gestage groei, Harrod-Domar groeimodel, spaarquote, kapitaalquote, evenwichtige groei, klassiek groeimodel A.7.3 Kringloop Geld en goederenkringloop, Nationale rekeningen, staat van middelen en bestedingen
A.8 Economie en maatschappij
A.8.1 Geschiedenis van het economisch denken Scholastiek, Fysiocraten, Mercantilisme, Klassieken, Marxisme, Neo-klassieken, Keynes, Nieuw- klassieken. A.8.2 Economische orde Allocatie, coördinatie, motivatie, ideaaltypen van Van den Doel, eigendomsrechten, optimum regime, transformatie
A.9 Leergebied M&M
A.9.1 Kerndoel M&M 42 Consumeren en budgetteren A.9.2 Kerndoel M&M 45 Europese samenwerking, EU A.9.3 Kerndoel M&M 46 Verdeling welvaart en armoede
Deze publieksversie van de toetsmatrijs algemene economie is met grote zorg samengesteld. Daarmee is het een goed hulpmiddel bij het voorbereiden op de toets. Gebruik naast deze toetsmatrijs ook de Kennisbasis economie. Aan deze publieksversie kunnen geen rechten ontleend worden.
10
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Toetsmatrijs bedrijfseconomie Generieke vragen zijn vragen voor zowel de bevoegdheid algemene economie als bedrijfseconomie. Daarnaast zijn er ook specifieke vragen, vragen die uniek zijn voor de bevoegdheid bedrijfseconomie. Toetsmatrijs in aantallen vragen: Domein
toetsvragen per toets uit het domein
toetsvragen specifiek
Algemene economie
13
Financiële administratie
13
5
Bedrijfseconomie
13
9
Inkoop- Verkoop administratie
0
Marketing
6
Recht
4
Wiskunde/Statistiek
7
Totaal aantal vragen
56
14
Domein Algemene economie Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
A.1 Arbeid
A.1.1 Beroepsbevolking Omvang, samenstelling en mobiliteit beroepsbevolking, arbeidsverdeling, (on)betaald werk, maatschappelijke opvattingen over werken A.1.2 Arbeidsmarkt Werkgelegenheid, werkloosheid (soorten, ontstaan, meten, gevolgen, bestrijding), krappe/ruime arbeidsmarkt, loon-prijsspiraal, arbeidskosten, concurrentiepositie A. 1.3. Arbeidsvoorwaarden CAO, werkgevers- en werknemersorganisaties, overheid (wetgeving als leer- en pensioenplicht, minimumloon, tijdelijk of vervroegd uittreden), nominaal en reëel inkomen, loonruimte, prijscompensatie
A.2 Internationale ontwikkelingen
A.2.1 Internationale handel Opstelling Nederlandse betalingsbalans en samenhang onderdelen, open en gesloten economieën, in- en uitvoerquote, motieven en maatregelen voor vrijhandel en protectie, dekkingspercentage, de internationale concurrentiepositie, ruilvoet, productiestructuur, vormen van econ. integratie (vrijhandelszone, douane-unie, gemeenschappelijke markt, economische unie, monetaire unie), OESO, WTO A.2.2 Valutamarkt Internationale liquiditeiten, internationale sleutelvaluta, valutarisico’s, appreciatie/depreciatie, zwevende/vaste wisselkoersen, spilkoersen en bandbreedte, interventiekoers, devaluatie/ revaluatie, (in)directe interventie op de valutamarkt. EMU A.2.3 Ontwikkelingseconomie Kenmerken, oorzaken, en maatregelen tegen onderontwikkeling, internationale en lokale economische afhankelijkheidsrelaties, internationale arbeids-, inkomens- en welvaartverdeling, internationale armoede-, schuld- en milieuproblematiek, soorten en effecten van ontwikkelingssamenwerking, IMF, Wereldbank, UNCTAD A.2.4 Europese integratie Ontstaan van EU en haar instellingen, contributie lidstaten, doelstellingen, instrumenten en gevolgen van: landbouwbeleid, structuurbeleid, sociaal-economisch beleid, mededingingsbeleid, monetair beleid, ontwikkelingsbeleid, interne markt.+ subsidiariteit, supranationaal of federaal Europa
11
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Algemene economie - vervolg A.3 Geld en bankwezen
A.3.1 Geldverkeer en geldbeleid Ontwikkeling betalingsverkeer, directe en indirecte ruil, eigenschappen van geld, functies en risico’s van geld, chartaal en giraal geld, techniek van het betalen. A.3.2 Financiële instellingen Banken en andere financiële instellingen: functies, soorten, diensten, werking, risico’s en toezicht, lliquiditeit en solvabiliteit.,DNB, ECB, AFM, BIS A.3.3 Financiële markten Beleggen, opties, risico’s, dividend, koersen, koersbepaling A.3.4 Inflatie Inflatie: oorzaken ,bepaling: CPI, soorten: bestedings-, kosten-, winst-, importinflatie en effecten op: koopkracht, sparen, vermogen, internat. concurrentiepositie en wisselkoers, nominale- en reële waarden
A.4 Consumptie
A.4.1 Schaarste en behoeften Welvaart, schaarste, behoeften, ruil A.4.2 Consumenten-gedrag Prijs-, inkomens- en kruislingse prijselasticiteit van de vraag, vraag- en aanbodcurve (individueel en collectief), Engelcurve, beïnvloeding vraaggedrag via reclame, consumentisme en overheidsbeleid, grafische interpretaties van consumenten gedrag. A.4.3 Budgetteren (Huishoud)budgetplan, financieringssituatie bij tekorten en overschotten, kostprijscalculaties, prijsindexcijfer, consumentenbond A.4.4 Verzekeren Motieven verzekeren, soorten verzekeringen, levensloop, risico, premie, wettelijke verplichting
A.5 Productie
A.5.1 Productie-proces Interne organisatie, toegevoegde waarde, bedrijfskolom A.5.2 Productie-factoren Arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit, technologische ontwikkeling, inkomen(verschillen), uitputting natuurlijke hulpbronnen A.5.3 Producenten-gedrag Doelstelling van onderneming, kosten-, opbrengsten- en winstfuncties, grafische interpretaties van producenten gedrag A.5.4 Elementaire bedrijfscalculatie Verband tussen kosten, opbrengsten, winst en verlies en eenvoudige berekeningen hiermee A.5.5 Economische groei Conjunctuur(golf), innovatie, werkloosheid (vormen, oorzaken, gevolgen), duurzame ontwikkeling, externe effecten, milieuvervuiling A.5.6 Werking markten Marktvormen: eigenschappen, voorbeelden en werking (kwalitatief) van de 4 marktvormen
A.6 Overheid en bestuur
A.6.1 Taken van de overheid Allocatiefunctie (( (quasi) collectieve goederen, externe effecten, budgetmechanisme, marktregulering), stabilisatiefunctie ( conjunctuurbeleid, structuurbeleid) (her)verdelingsfunctie ( inkomensverdeling, (de)nivelleren, loonregelingen, prijs- en tariefbeleid, belasting en premiebeleid), motieven overheidsingrijpen, milieubeleid A.6.2 Sociale zekerheid Stelsel sociale zekerheid ( verzorgingsstaat, sociale verzekeringen/voorzieningen, collectieve lastendruk, wig, volks/werknemersverzekeringen, waardevast/welvaartsvast), afwentelen/ ontduiken/ontwijken/oneigenlijk gebruik sociale zekerheid A.6.3 Openbare financiën Inkomsten en uitgaven rijksoverheid, beginselen belastingheffing, systeem inkomstenbelasting, tekort/overschot rijksoverheid, staatsschuld ( functie, omvang, gevolgen)
A.9 Leergebied M&M
A.9.1 Kerndoel M&M 42 Consumeren en budgetteren A.9.2 Kerndoel M&M 45 Europese samenwerking, EU A.9.3 Kerndoel M&M 46 Verdeling welvaart en armoede
12
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Financiële administratie Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
F.1 Boekhoudkundige cyclus
F.1.1 Dubbel boekhouden: boekingsregels Beginbalans, financiële feiten, boekingsdocumenten, journaliseren, grootboek, kolommenbalans, voorafgaande journaalposten, subadministratie, decimale rekeningenstelsel , dagboeken
F.2 Ondernemings- vormen
F.2.1 Eenmanszaak / VOF Privé, specifieke eigen vermogensrekeningen, winstverdeling,
F.3 Permanence
F.3.1 Kosten / uitgaven Loonbetalingen, vooruit betaald, nog te betalen F.3.2 Opbrengsten / ontvangsten Vooruit ontvangen, nog te ontvangen F.3.3 Voorzieningen Onderhoud, garantie, debiteuren, voorraad, dynamische methode
F.4 Inkoop- en verkoop administratie
F.4.1 Boekingen inkoop- verkoopfacturen Omzetbelasting, korting, creditnota’s F.4.2 Voorraadwaarderingssystemen Vaste verrekenprijs
F.6 Duurzame F.6.1 Aanschaf productiemiddelen Aanschafprijs F.6.3 Buitengebruikstelling Buitengebruikstelling F.6.2 Afschrijvingen Met en zonder rekening 0 Afschrijvingen
Domein Bedrijfseconomie Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
B.1 Kosten
B.1.1 Kosten/offers Kostenbegrip, kosten en uitgaven, opbrengsten en ontvangsten B.1.2 Kostenindelingen Constant-variabel, direct-indirect B.1.3 Kostensoorten Grondstoffen, hulpstoffen, arbeid, duurzame productiemiddelen, diensten van derden, belastingen, vermogenskosten, lineaire afschrijving, afschrijven met een percentage van de boekwaarde, economische levensduur, technische levensduur, complementaire kosten, ijzeren voorraad, optimale bestelgrootte, gemiddelde voorraad B.1.4 Kostprijs Voorcalculatie, nacalculatie, homogene massaproductie, heterogene massaproductie, stukproductie, integrale kostprijsberekening, differentiële kostprijs, opslagmethode B.1.5 Resultaatberekeningen Absorption costing, direct costing,break even omzet, break even afzet, veiligheidsmarge, prijsverschillen, effiencyverschillen, bezettingsresultaten B.1.7 Beslissingscalculaties Maken of kopen, huren of kopen, leasen of kopen
B.2 Financiering
B.2.1 Investeringsbegroting Vaste activa, vlottende activa, vermogensbehoefte B.2.2 Financieringsplan Eigen vermogen NV, eigen vermogen BV, eigen vermogen Eenmanszaak, eigen vermogen VOF, vreemd vermogen lang: obligatielening, hypothecaire lening, tante Agaath, achtergestelde lening, onderhandse lening, vreemd vermogen kort: leverancierskrediet, rekening courant B.2.3 Liquiditeitsbegroting Permanence, uitgaven, ontvangsten B.2.4 Winst-en-verliesrekening Categorale indeling, functionele indeling, permanence, kosten, opbrengsten, omzet, kostprijs van de omzet, inkoopwaarde van de omzet, brutowinst, bedrijfskosten, bedrijfsresultaat, nettowinst, gewaardeerd loon, economisch resultaat, resultatenbegroting, B.2.5 Kengetallen Liquiditeitsratio’s, netto werkkapitaal, solvabiliteit, rentabiliteit, omloopsnelheden, kredietduren, weerstandsvermogen
B.3 Verslaggeving
B.3.1 Jaarrekening Begripsmatig: jaarrekening, deelneming, consolidatie
13
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Marketing Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
M.1 Marketingbeleid
M.1.1 Definitie van marketing Productieconcept, productconcept, marketingconcept, bedrijfskolom, bedrijfstak, branche, behoefte, vraag, doelgroep, concurrent, imago M.1.2 Beleid Missie, visie, ondernemingsdoelstelling, marketingdoelstelling, doelstelling hiërarchie, strategische planning, tactiek M.1.3 Ondernemingsstrategie en marketingstrategie Marketingplan, macro-omgevingsfactoren, meso-omgevingsfactoren, SWOT-analyse, confrontatiematrix, groeistrategie, marktpenetratie, productontwikkeling, marktontwikkeling, diversificatie M.1.4 Marktsegmentatie en doelgroep bepaling Initiële vraag, vervangingsvraag, additionele vraag, uitbreidingsvraag, totale vraag, potentiele vraag, segmentatievoorwaarden, segmentatiecriteria (demografisch, geografisch, psychografisch, gedragscriteria), segmentatie strategieën (ongedifferentieerde marketing, geconcentreerde marketing, gedifferentieerde marketing, niche, positionering M.1.5 Marketing varianten Dienstenmarketing, business-marketing, internationale marketing, internet en marketing
M.2 Marketingmix
M.2.1 Productbeleid Type goederen, productontwikkeling, productlevenscyclus, kwaliteit, service, merk, garantie, vormgeving, verpakking, assortiment M.2.2 Prijsbeleid Prijsbepaling bij nieuwe producten, prijsdoelstellingen, prijsstrategieën binnen het assortiment, kosten georiënteerde, vraag georiënteerde en concurrentie georiënteerde prijszetting. prijsbepaling en marktvormen M.2.3 Promotiebeleid Methoden om het communicatiebudget te bepalen, reclame, pr, sponsoring, sales promotions, persoonlijke verkoop, direct marketing, sales management M.2.4 Distributiebeleid Distributie analyse, distributie intensiteit, distributiekengetallen (marktspreiding, gewogen distributie, selectie-indicator, omzetaandeel, marktaandeel), distributiekanaalbeheer, e-commerce, marketing in de detailhandel, fysieke distributie, push versus pull strategie
M.3 Consumenten- gedrag
M.3.1 Koopbeslissingsproces, vormen van aankoopgedrag/oriëntatie Evoked set, cognitieve dissonantie, routinematig aankoopgedrag, beperkt probleemoplossend aankoopgedrag, uitgebreid probleemoplossend gedrag, hoge betrokkenheid, lage betrokkenheid, impulsaankoop M.3.2 Invloeden op consumentengedrag Persoonlijke omstandigheden (demografische kenmerken, levensstijl en situationele omstandigheden), psychologische factoren (behoeften en motieven, perceptie, leerprocessen, persoonlijkheid en attitudes), sociale factoren (cultuur, sociale klasse, referentiegroepen en gezinsinvloeden), piramide van Maslov M.3.3 Koopgedrag van organisaties (DMU) Rollen bij inkoop (beslisser, beïnvloeder, gatekeeper, gebruiker), typen koopsituaties (straight rebuy, modified rebuy, new task)
M.4 Marktonderzoek
M.4.1 Wat is marktonderzoek? Definitie van marktonderzoek, doel van marktonderzoek, marktonderzoeksproces, formuleren van de probleemstelling, bepalen van onderzoeksopzet M.4.2 Verzamelen van gegevens Desk research, fieldresearch, kwalitatieve gegevens, kwantitatieve gegevens M.4.3 Structurering van het vraaggesprek Ongestructureerd interview, half gestructureerd interview, gestructureerd interview, diepte- interview, open vragen, gesloten vragen M.4.4 Primaire versus secundaire gegevens Enquête (schriftelijk, mondeling, telefonisch, on-line-enquête), motivatieonderzoek (projectietechniek, groepsdiscussie), observatie (mysterie shopper), experimenten (veld, laboratorium), continuonderzoek (omnibusonderzoek, panelonderzoek) M.4.5 Eisen aan een steekproef Aselecte steekproef, gestratificeerde steekproef, quota steekproef M.4.6 Representativiteit Nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, validiteit
14
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Recht Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
R.1 Algemeen
R.1.1 Algemene concepten in het recht Rechtsbronnen, rechtsgebieden, materieel en formeel recht, rechtspraak
R.2 Publiekrecht
R.2.1 Bestuursrecht Organisatie en werkwijze overheid, verhoudingen tussen overheden verhouding tussen overheid en publiek, beschikkingen, subsidies
R.3 Privaatrecht
R.3.1 Overeenkomsten / verbintenissenrecht Consumentenrecht, consumentenkoop, ruilen, garantie. Huurrecht, huurcontract, borg Arbeidsovereenkomstenrecht, CAO, arbeidsvoorwaarden, (on)bepaalde tijd, proeftijd, ontslag Verzekeringenrecht, polis, onderverzekering, no-claim, eigen risico R.3.2 Ondernemingsrecht Rechtspersonenrecht, aansprakelijkheid, ondernemingsvormen Faillissementsrecht, surseance, curator
R.4 Belastingrecht
R.4.1 Belastingen Inkomstenbelasting: boxensysteem, tarieven, heffingskortingen Loonbelasting: tarieven, loon Vennootschapbelasting tarieven Omzetbelasting: BTW, accijns, tarieven Dividendbelasting, voorheffing, tarief, vrijstelling, teruggave Formeel belastingrecht: kenmerken en doel van belasting, bronnen bel.recht, object, subject, Aanslag, aangifte, bezwaar, beroep R.4.2 Sociale verzekering Sociale verzekeringen: volksverzekeringen, werknemersverzekeringen, ZVW
Domein Wiskunde en Statistiek Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
W.1 Wiskunde
W.1.1 Algemene rekenvaardigheid Rekenen met machten, breuken, letters en cijfers, procenten, schattend rekenen, afronden, wortels, rekenregels W.1.2 Vergelijkingen 1e en 2e graads vergelijkingen opstellen, onbekenden berekenen, substitutie - en eliminatiemethode, functies (lineair/exponentieel), ontbinden in factoren, merkwaardige producten, nul-punten berekenen, richtingscoëfficiënt, snijpunten berekenen, differentiëren, vergelijkingen tekenen, tekenverloopfunctie, functieonderzoek
W.2 Statistiek
W.2.1 Indexcijfers Enkelvoudig, samengesteld, Paassche, Laspeyres W.2.2 Tabellen en grafieken Enkelvoudige en samengestelde lijn/staaf grafieken en tabellen, frequentiedichtheid, ongelijke klassen, polygoon, relatieve frequentieverdelingen W.2.3 Beschrijvende statistiek Klassenindelingen, centrummaten: gemiddelde, modus, mediaan, standaarddeviatie, normale verdeling, chikwadraattoets, correlatie, Excel toepassingen
W.3 Renteberekeningen
W.3.1 Enkelvoudige interest Eindkapitaal, beginkapitaal, huurkoop, kredietprijs, gemiddelde looptijd, disconto, interest delen van jaren, spreadsheet W.3.2 Samengestelde interest Contante waarde, eindwaarde, bepaling: looptijd en percentage, gelijkwaardige percenten, interest delen van jaren, spreadsheet W.3.3 Renten Contante waarde, eindwaarde, bepaling: looptijd en percentage, gelijkwaardige percenten, interest delen van jaren, spreadsheet, pre- en postnumerando renten, gewijzigde rentepercentages, eeuwig durende renten, schuldomzetting W.3.4 Annuïteiten Elementaire annuïteiten berekening, verband aflossingsbestanddelen, schuldrest bepaling, afgeronde annuïteiten
W.4 Handelsrekenen
W.4.1 Factuurcalculaties Rabat, betalingskortingen, leveringscondities, berekeningen vreemde valuta W.4.2 Verzekeringen No-claim, provisie, premieberekening, onder- en oververzekering, eigen risico
15
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Financiële administratie specifiek Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
F.2 Ondernemings- vormen
F.2.1 Eenmanszaak / VOF Goodwill F.2.2 Kosten / uitgaven Specifieke eigen vermogensrekeningen: aandelenuitgifte, winstverdeling, reserves, uitgifte en plaatsing obligatielening, interestbetaling obligaties, aflossen obligatielening, converteerbare obligatielening
F.3 Permanence
F.3.3 Voorzieningen Statische methode F.3.4 Gemengde rekening Goederen, kosten en opbrengsten, het zuiver maken van de gemengde rekening per balansdatum
F.6 Duurzame productiemiddelen
F.6.1 Aanschaf Aanschafprijs, bijkomende kosten F.6.2 Afschrijvingen Met en zonder rekening 0 Afschrijvingen F.6.3 Buitengebruikstelling Buitengebruikstelling, buitengebruikstelling met inruil
F.4 Inkoop- en F.4.2 Voorraadwaarderingssystemen verkoop- Fifo administratie F.4.3 Scheiding van ontvangen en verzenden van formulieren en goederen Ontvangst en verzenden facturen, ontvangst en verzenden goederen, voorfacturering, nafacturering, afstemregister F.5 Industriële boekhouding
F.5.1 Verbijzonderingmethoden Opslagmethode, kostenplaatsmethode, direct costing, integrale kosten F5.2 Vormen van productie Stukproductie, massaproductie, projectadministratie, uitval, afval F5.3 Budgetteren Indirecte kostenbudgetten, seizoenscorrectie op de constante kosten, budgetboekhouding
Domein Bedrijfseconomie specifiek Hoofdonderwerp
Subonderwerp en omschrijving
B.1 Kosten
B.1.1 Kosten/offers Opportunity costs B.1.3 Kostensoorten Afvalkosten, uitvalkosten, capaciteitsberekeningen, afschrijving met behulp van annuïteiten, afschrijving met sum of the year digits, economische voorraad, technische voorraad, waarderingssystemen: historische- en vervangingswaarde, IJzeren voorraad, IFRS (International Financial Reporting Standards). B.1.4 Kostprijs Variabele kostprijsberekening kostenplaatsmethode B.1.6 Budgetteren Vast budget, variabel budget, gemengd budget, masterbudget, lange- en korte termijn planning B.1.5 Resultaatberekeningen Winstbepalingsstelsels
B.2 Financiering
B.2.4 Winst-en-verliesrekening Winstbepaling stelsels B.2.5 Kengetallen Du pont chart B.2.6 Investeringsselectie Netto contante waarde, intern rendement, terugverdienmethode, gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit B.2.7 Kasstroomoverzicht Kasstromen uit operationele activiteiten, investeringsactiviteiten, financieringsactiviteiten
B.3 Verslaggeving
B.3.1 Aarrekening Interne verslaggeving, externe verslaggeving, jaarrekening, deelneming, consolidatie, ebit, ebitda, materiële activa, immateriële activa, financiële activa, analyse jaarrekening, staat van herkomst en besteding van middelen, intrinsieke waarde, rentabiliteitswaarde, kapitalisatie, financiële reorganisatie en fusie (onder- en overkapitalisatie en aandelenfusie). begripsmatig: jaarrekening, deelneming, consolidatie
16
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Domein Bedrijfseconomie specifiek - vervolg B4 Management en organisatie
B.4.1 Organisatiestructuur, leiderschapsstijlen,
B.5 Ondernemings plan
B.5.1 Integratie bedrijfseconomie, marketing en recht.
Deze publieksversie van de toetsmatrijs bedrijfseconomie is met grote zorg samengesteld. Daarmee is het een goed hulpmiddel bij het voorbereiden op de toets. Gebruik naast deze toetsmatrijs ook de Kennisbasis economie. Aan deze publieksversie kunnen geen rechten ontleend worden.
17
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
1.4 - de taxonomie van Romiszowski Leraren beheersen hun vak op verschillende niveaus. Ze hebben niet alleen de vereiste feitenkennis, maar komen op basis daarvan ook tot doordachte oplossingen. Taxonomie, zo heet de indeling van kennis naar verschillende niveaus. De redactie gebruikt de taxonomie van Romiszowski. De indeling van deze Britse onderwijskundige is: ●● ●● ●●
●●
feitelijke kennis, zoals: herinneren of herkennen begripsmatige kennis betreft het inzicht, grensbepalingen reproductieve vaardigheden, zoals eenvoudige activiteiten en standaardprocedures productieve vaardigheden, het geleerde toepassen in nieuwe situaties
De landelijke kennistoets test vooral de beheersing van feitelijke en begripsmatige kennis.
18
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
2 - Het afnemen van de toets 2.1 - toetsomgeving De afname van de toets gebeurt in een beveiligde, digitale omgeving. Studenten loggen in met een eigen wachtwoord. Zolang de toets loopt, is het niet mogelijk om internet of andere computerprogramma’s te gebruiken. Bij een storing blijven de gegeven antwoorden opgeslagen. Om daarna verder te gaan is opnieuw inloggen voldoende. De toets is opgebouwd uit een aantal blokken. Studenten kunnen naar iedere gewenste vraag binnen een blok navigeren. Daar zijn drie knoppen voor: ●● ●● ●●
vorige volgende examennavigator
(vorige vraag) (volgende vraag) (direct een vraag kiezen)
Wanneer studenten op de knop ‘naar het volgende blok’ klikken, sluiten ze het blok af. Als niet alle vragen binnen het blok beantwoord zijn, wordt de student hiervoor gewaarschuwd. Pas daarna verschijnt de eerste vraag van het volgende blok in beeld. Terugkeren naar een eenmaal afgesloten blok is niet mogelijk. Met twee knoppen rechts bovenin het scherm kunnen studenten de leesbaarheid verhogen: ●● om het lettertype te vergroten ●● om het contrast te verhogen 19
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
2.2 – timer, duur van de toets en afsluiting ●● ●● ●● ●● ●● ●●
timer op het beeldscherm balk die de voortgang in de toets toont duur van de toets algemene economie: twee uur duur van de toets bedrijfseconomie: twee uur duur van de toets algemene economie en bedrijfseconomie: twee en een half uur afsluiten met ‘toets beëindigen’
Op het beeldscherm is een timer afgebeeld met de tijd die nog rest tot afsluiting van de toets. Een balk toont de voortgang: het aantal beantwoorde vragen ten opzichte van het totaal aantal vragen. Vragen die na twee respectievelijk twee en een half uur niet zijn beantwoord, gelden als fout. Na twee (respectievelijk twee en een half) uur krijgen de studenten van de surveillant de instructie om op de knop ’toets beëindigen’ te drukken. Na afsluiting zijn de antwoorden opgeslagen en niet meer te wijzigen. De surveillanten geven tweemaal informatie over de nog beschikbare toetstijd. De eerste keer een half uur voor, en de tweede keer vijf minuten voor afsluiting van de toets.
2.3 - hulpmiddelen Bij het maken van alle drie de toetsen voor het vak economie mogen studenten een rekenmachine gebruiken. Dit mag geen grafische rekenmachine zijn. Studenten dienen de rekenmachine, evenals pen en potlood zelf mee te nemen. Het gebruik van kladpapier is toegestaan. De surveillant reikt dit uit en neemt het na afloop ook weer in.
2.4 - voorzieningen voor studenten met een studiebeperking Alle studenten kunnen gebruik maken van de algemene schermaanpassingen: het vergroten van de letters en het veranderen van het contrast. Daarnaast hebben sommige studenten recht op extra toetstijd. De examencommissie van hun opleiding beslist daarover.
2.5 - toiletbezoek Studenten mogen de toetsruimte niet verlaten, ook niet om naar de wc te gaan. Een uitzondering op deze regel geldt voor studenten die een medische aandoening hebben en die hierdoor toestemming hebben verkregen van de examencommissie om wel de toetsruimte te verlaten.
Volgorde vragen Binnen een blok kunnen studenten zelf de volgorde waarin ze vragen beantwoorden kiezen.
20
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
3 - De uitslag 3.1 - voldoende of onvoldoende Toetsdeskundigen en vakexperts bepalen de grens tussen zakken en slagen. Deze zogeheten cesuurstelling heeft een wetenschappelijk fundament. Meer informatie over deze cesuurstelling is te vinden op de site van 10voordeleraar.
3.2 - uitslag Studenten krijgen de uitslag via hun opleiding. De uitslag wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 t/m 10. Daarnaast ontvangen studenten hun individuele scores per domein.
3.3 - inzage, beroep en aantal toetsdeelnames per student per studiejaar Regels over inzage, beroep en aantal toetsdeelnames staan vermeld in de OER-tekst die als bijlage is opgenomen.
Voorbeeldvragen Via de website www.10voordeleraar.nl zijn voorbeelden van toetsvragen beschikbaar. Ook bestaat de mogelijkheid daarmee te oefenen.
21
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Bijlage Onderwijs- en examenregeling landelijke kennistoetsen
Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar 2015-2016 Onderdeel 1 (Algemeen: geldt voor tweedegraads lerarenopleidingen en pabo)
Inleiding landelijke kennisbases en kennistoets lerarenopleidingen In 2008 hebben de hogescholen met lerarenopleidingen met de staatssecretaris van OCW de Meerjarenafspraak Krachtig Meesterschap afgesloten. In die overeenkomst staat het verhogen van de kwaliteit van de lerarenopleidingen centraal. Zoals afgesproken in de Meerjarenafspraak heeft elke lerarenopleiding een kennisbasis opgesteld die in een ‘landelijk examen’ wordt getoetst. Vanaf het studiejaar 2013-2014 zijn de landelijke kennistoetsen voor deze opleidingen en de genoemde pabo-vakken een verplicht onderdeel van de hoofdfase geworden. Aan iedere landelijke kennistoets is één studiepunt verbonden. Elke student van een lerarenopleiding, tweedegraads of pabo, moet geslaagd zijn voor de landelijke kennistoets (tweedegraads) of landelijke kennistoetsen (pabo) voordat hij of zij gediplomeerd de opleiding kan verlaten. De hogescholen hebben de kennisbases en kennistoetsen gezamenlijk in eigen beheer ontwikkeld. Er is per lerarenopleiding een landelijke kennisbasis samengesteld. De vragen van de kennistoets gaan over die kennisbasis. Tijdens de opleiding wordt deze kennisbasis behandeld. De opleiding bereidt de student voor op de kennistoets(en). Meer informatie over de landelijke kennisbasis en de landelijke kennistoets lerarenopleidingen is te vinden op www.10voordeleraar.nl. Daar zijn ook de landelijke kennisbasis en een oefentoets te vinden, evenals een toetsgids per vak dat een landelijke toets kent.
De organisatie 10voordeleraar De organisatie 10voordeleraar is door de lerarenopleidingen belast met de organisatie van de ontwikkeling van kennisbases, toetsvragen, de digitale toets en de totstandkoming van de uitslag. De digitale toetsen worden op de hogescholen afgenomen. De organisatie 10voordeleraar en de hogescholen met lerarenopleidingen zorgen er samen voor dat de landelijke kennistoetsen objectief en betrouwbaar zijn. Om te zorgen dat studenten, bij welke hogeschool zij hun opleiding ook volgen, dezelfde kansen hebben, hanteren alle hogescholen dezelfde regels: de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen-OER. Hierin staan de relevante regels voor studenten. Voor de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen gaan de bepalingen van deze landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen OER boven de regels die gelden voor de overige toetsen van de opleiding.
23
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Om het landelijke, uniforme karakter van de landelijke kennistoets te waarborgen, volgen hogescholen de landelijke afspraken met betrekking tot deelname, de aanmelding voor de toets, de toetsafname en bekendmaking van de resultaten. Dat houdt onder andere in dat hogescholen verplicht zijn om de toetsen te plannen in de overeengekomen tijdsloten. Toetsafnames buiten de overeengekomen tijdsloten zijn niet mogelijk. Vanwege het landelijke karakter van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen kunnen er specifieke maatregelen getroffen worden. Het gaat hierbij om de volgende maatregelen (niet limitatief): 1. Er kan, op initiatief van 10voordeleraar of de betrokken hogeschool, besloten worden dat de betrokken hogeschool niet kan deelnemen aan een toetsafname. Een dergelijke maatregel kan bijvoorbeeld genomen worden als de betrokken hogeschool niet een veilige toetsafname kan garanderen. Hierover worden de studenten door de betrokken hogeschool voorafgaand aan de toetsafname geïnformeerd. Deze hogeschool kan deelnemen aan de eerstvolgende toetsafname. Studenten dienen zich hiervoor opnieuw in te schrijven; 2. Als de toetsafname op het overeengekomen tijdstip is verstoord, zal door 10voordeleraar een nieuwe datum voor deze toetsafname worden bepaald. Deze nieuwe toetsafname vindt vervolgens idealiter plaats binnen de toetsweek of toetsweken van de eerder geplande toetsafname datum doch uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafname datum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; 3. In het geval van fraude1 met de landelijke kennistoetsen kunnen er maatregelen op landelijk niveau genomen worden. Zo kan bijvoorbeeld de toetsafname uitgesteld worden. Er wordt in dat geval een nieuw toetsmoment gepland, uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafname datum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover;
In het kader van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen wordt onder fraude in ieder geval verstaan:
1
a. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student gebruik maakt, of gebruik heeft gemaakt van hulpmiddelen waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; b. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student kijkt of gekeken heeft naar/op/in het werk van (een) andere student(en); c. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student aanleiding/mogelijkheden heeft gegeven aan andere studenten zijn of haar werk in te zien; d. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname informatie geeft of heeft gegeven aan andere studenten over de inhoud en uitwerking van de landelijke kennistoets; e. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname onjuiste of valse informatie geeft of heeft gegeven over zijn of haar identiteit; f. w anneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student zich door iemand anders heeft laten vertegenwoordigen; g. het zich voor de datum of het tijdstip waarop de toetsafname zal plaatsvinden, in het bezit stellen van de vragen of opgaven van de desbetreffende kennistoets.
24
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
4. Er kan besloten worden dat, bijvoorbeeld bij identiteitsfraude (een student heeft deelgenomen onder een andere naam dan die van de student zelf) de uitslag van de landelijke kennistoets niet wordt verstrekt. Het besluit daartoe wordt uiterlijk 5 werkweken na de datum van de toetsafname genomen. De betrokken hogeschool informeert de student(en) hierover; 5. Indien er bij studenten fraude wordt geconstateerd, is de examencommissie van de lerarenopleiding in kwestie bevoegd maatregelen te nemen jegens de betrokken student.
Regels voor aanmelding, deelname en uitslag 1. Een student meldt zich bij de eigen opleiding digitaal aan voor deelname aan de kennistoets en ontvangt daarvan een bevestiging. 2. In het geval een aangemelde student niet deelneemt aan de toets dan geldt de aanmelding als een toetsdeelname en kan de hogeschool administratiekosten in rekening brengen. 3. De landelijke kennistoetsen worden op de hogeschool en alleen in digitale vorm afgenomen. Voor studenten met een handicap of chronische ziekte waardoor het afleggen van de toets onder de standaardafnamecondities duidelijk negatief wordt beïnvloed, kan de examencommissie verzoeken de tijdsduur van de toetsafname te verlengen. De lettergrootte en het contrast van het beeldscherm kunnen vergroot worden. Het verzoek tot tijdsduurverlenging moet door de examencommissie gelijktijdig met de aanmelding ingediend worden. 4. De geldigheidsduur van de uitslag van de digitale landelijke kennistoetsen is bepaald op vijf jaar nadat de uitslag is opgenomen in de studentenadministratie van de hogeschool. Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij overstap ook op een andere hogeschool. 5. De opleiding ontvangt van 10voordeleraar 21 werkdagen na afloop van de toetsperiode een overzicht van de resultaten (inclusief een cijferlijst) van de studenten die hebben deelgenomen aan de toets. De opleiding deelt de student het behaalde cijfer mee uiterlijk drie werkdagen nadat de hogeschool het overzicht van de resultaten van 10voordeleraar heeft ontvangen . 10voordeleraar hanteert voor het bepalen van wat werkdagen en vakantieweken zijn het schoolvakantieoverzicht, zoals dat jaarlijks wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ schoolvakanties/.
25
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
6. N adat de uitslag van een landelijke kennistoets bekend is gemaakt, kunnen studenten die hun toets willen inzien zich aanmelden op de website www.10voordeleraar.nl. De inzage vindt plaats op een locatie die door 10voordeleraar wordt vastgesteld. Bij de inzage is er geen inhoudelijke toelichting. De reiskosten voor de inzage komen voor rekening van de student. 7. Beroep: Studenten kunnen tegen de uitslag van de toets beroep aantekenen. Dat moet binnen twee weken nadat de landelijke inzage periode is afgelopen, bij de ‘toegankelijke faciliteit’ (ook wel ‘Loket’ of ‘Klachtenloket’ genoemd) van de eigen hogeschool conform de procedures en reglementen van de eigen opleiding.
Regels voor de toetsafname Bij de afname van de landelijke kennistoets gelden de volgende regels: 1. Studenten moeten zich legitimeren door middel van een geldige collegekaart in combinatie met een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart. Alleen in het geval een hogeschool bij de identificatie van haar studenten geen collegekaart-systeem hanteert, volstaat een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart voor legitimatie. Jassen, tassen, horloges, telefoons en andere middelen waarmee elektronische informatieoverdracht mogelijk is, moeten buiten het toetslokaal blijven, of vóór in de toetsruimte. 2. De surveillanten delen nadat de student achter de pc is gaan zitten aan elke student zijn/haar inlogbrief uit. Deze inlogbrief bevat een unieke inlognaam (deelnemer ID), een uniek wachtwoord en de URL voor de toets. Deelnemen onder een andere identiteit / inlognaam is niet toegestaan. 3. Studenten moeten minimaal 30 minuten blijven zitten alvorens ze de toetsruimte mogen verlaten. De toets moet in alle gevallen afgerond worden vóór het voor de toets vastgestelde eindtijdstip. 4. Studenten mogen geen andere dan de toegestane hulpmiddelen gebruiken. De toegestane hulpmiddelen staan vermeld in de toetsgids van de landelijke kennistoets. 5. Bij het afsluiten van de toets moet de student de toets daadwerkelijk afsluiten (knop ‘toets beëindigen’) en uitloggen. De inlogcode, het kladpapier en eventueel andere uitgereikte hulpmiddelen moeten weer ingeleverd worden. 6. S tudenten mogen niets meenemen waarop informatie over de vragen staat. 7. Alle gangbare regels van het tentamenreglement van de hogeschool zijn van toepassing voor zover ze niet in strijd zijn met deze regels voor de landelijke kennistoetsen.
26
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar 2015-2016 Onderdeel 1a (Specifiek: geldt voor tweedegraads lerarenopleidingen)
Vooraf: 1. Voor de tweedegraads lerarenopleidingen Nederlands, Engels, Duits, Frans, geschiedenis, aardrijkskunde, algemene economie, bedrijfseconomie, maatschappijleer, gezondheidszorg en welzijn, omgangskunde, wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie geldt het volgende: de vakdidactische en vakinhoudelijke kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken, is vastgelegd in de kennisbases die landelijk zijn overeengekomen. 2. Per studiejaar zijn er twee toetsrondes. Deelname is verplicht voor alle hogescholen die de desbetreffende lerarenopleiding aanbieden. Toetsdata worden voor aanvang van het studiejaar gepubliceerd. Artikel 1 Voor de vakken Nederlands, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, algemene economie, bedrijfseconomie, wiskunde en natuurkunde geldt dat een digitale kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan deze kennistoets is één studiepunt verbonden.2 a. Aan deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar 2011-2012 ingestroomd zijn. Alleen studenten vermeld in artikel 1 sub b zijn uitgesloten van deelname . b. Studenten van een kopopleiding met een vooropleiding die vermeld staat in de verwantschapstabel (zie artikel 6a.1 van de Regeling Studiefinanciering 2000) zijn uitgesloten van deelname aan de landelijke kennistoets. Artikel 2 Voor de vakken Duits, Frans, maatschappijleer, gezondheidszorg en welzijn, omgangskunde, biologie en scheikunde geldt dat een digitale kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan deze kennistoets is één studiepunt verbonden.3 a. A an deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar 2012-2013 ingestroomd zijn. Alleen studenten vermeld in artikel 2 sub b zijn uitgesloten van deelname . b. Studenten van een kopopleiding met een vooropleiding die vermeld staat in de verwantschapstabel (zie artikel 6a.1 van de Regeling Studiefinanciering 2000) zijn uitgesloten van deelname aan de landelijke kennistoets.
Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is de kennistoets
2
voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid. Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is de kennistoets
3
voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid.
27
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1
Artikel 3 Er kan pas deelgenomen worden aan de digitale landelijke kennistoets als de student: a. de propedeuse heeft behaald en; b. tenminste 65% van de studiepunten heeft behaald behorende bij de onderwijseenheden van de kennisbasis en deze onderwijseenheden geheel heeft doorlopen en; c. deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt. d. Wanneer de opleiding geen propedeutisch examen kent, geldt lid a van dit artikel niet. Artikel 4 Een student mag, mits voldaan is aan de voorwaarden voor deelname, elk studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan een digitale landelijke kennistoets. Artikel 5 Sinds het studiejaar 2013-2014 geldt voor het vak Engels dat het behalen van het Certificate of Proficiency in English (CPE) onderdeel is van de toetsing in het kader van 10voordeleraar. Voor het studiejaar 2015-2016 geldt voor de vakken Duits, Frans en Spaans dat een landelijk overeengekomen internationale toets onderdeel is van de toetsing in het kader van 10voordeleraar. Het betreft achtereenvolgens het GoetheZertifikat, de Test de Connaissance du Français (TCF) en het Diploma de Español como Lengua Extranjera (DELE). Aan elke internationale toets is één studiepunt verbonden.4 Artikel 6 De geldigheidsduur van het Certificate of Proficiency in English (CPE) is bepaald op vijf jaar. Hetzelfde geldt voor het Goethe-Zertifikat (Duits), het TCF (Frans) en het DELE (Spaans). Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij een eventuele overstap naar een andere hogeschool ook op deze andere hogeschool.
Een aantal hogescholen heeft gekozen de internationale taaltoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is de
4
kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid.
28
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding algemene economie en bedrijfseconomie - Versie 2015/2016-1