Interventie
Alcoholpoli
Samenvatting Doelgroep De doelgroep van de interventie is jongeren tot 18 jaar en hun ouders die door overmatig alcoholgebruik een alcoholintoxicatie, een ongeval of ander letstel heb-ben opgelopen en daarmee in een ziekenhuis of op een huisartsenpost zijn beland. Doel Het primaire doel van de Alcoholpoli is het stoppen met schadelijk alcoholgebruik door jongeren tot 18 jaar (ivm verhoging leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar per 1 januari 2014) als onderdeel van de behandeling van alcoholintoxicatie of ongevallen en letsel door alcohol (door ziekenhuis of huisartsenpost). Hierdoor vermindert de kans op negatieve effecten van alcoholgebruik, zoals schade aan de ontwikkeling van de hersenen en risico's op verslaving. Daarnaast vergroot de interventie de kennis van jongeren en hun ouders ten aanzien van de effecten van alcoholge-bruik, het bewustzijn ten aanzien van het eigen gebruik en maken jongere en ou-ders een plan van aanpak met betrekking tot het drinkgedrag in de toekomst. Aanpak Het gehele traject van Alcoholpoli bestaat uit een medisch traject dat geboden wordt door het ziekenhuis of huisartsenpost en een 'Op-Maatvroeginterventie' door Tactus. De interventie van Tactus varieert in intensiteit afhankelijk van de risicotaxatie. Deze erkenning gaat over de (lichte) interventie door Tactus genaamd 'Alcoholpoli'. In het schema in de bijlage gaat het om de gele en oranje interventies. De rode interventie (behandeling) wordt ook aangeboden door Tactus indien nodig, maar valt buiten deze beschrijving. Ook de groene interventies worden verzorgd door Tactus, maar vallen ook buiten deze beschrijving. De jongeren die in het ziekenhuis of op een huisartsenpost belanden wegens een alcoholintoxicatie of ongeval en letstel in combinatie met overmatig alcoholgebruik, worden doorverwezen naar Tactus Verslavingszorg. Tactus gaat met de ouders en de jongere in gesprek, maakt een risico-inschatting voor schadelijk alcoholgebruik in de toekomst. Daarnaast geeft Tactus advies op maat over de in te zetten interventie. De zwaarte van de interventie die ingezet wordt is gebaseerd op de stepped-care gedachte; dat wil zeggen zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Hierbij wordt gebruik gemaakt van motiverende gespreksvoering om de jongere te stimuleren over zijn alcoholgebruik na te denken en zonodig hulp te accepteren bij het ombuigen van dit alcoholgebruik. Tegelijkertijd wordt Psycho-educatie gegeven om jongere en de ouders te ondersteunen bij het verantwoord omgaan met alcohol. Afhankelijk van de aard van het alcoholgebruik (het stadium van gebruik waarin de jonger zich bevindt), aanwezige overige risicofactoren en problemen zoals de genetische kwetsbaarheid en persoonlijkheidskenmerken, wordt een advies gegeven voor het stoppen of minderen van het gebruik. Materiaal De volgende materialen zijn beschikbaar: o Handleiding en Draaiboek Alcoholpoli met complete beschrijving van aanmel-ding tot verwijzing naar behandeling of externen, screenings-instrument en communicatieplan. o Folder Alcoholpoli voor jongeren en ouders o Factsheet (Tactsheet) met evaluatiegegevens 2010 en 2011 voor professionals van ziekenhuizen en huisartsenposten.
Onderzoek Er zijn geen studies voorhanden. Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering d.d 13-02-2014 Oordeel: Goed onderbouwd Toelichting: Alcoholpoli is een mooi voorbeeld van een light variant van een stepped care aanpak. De referentie naar dit document is: Mira Hannink (februari 2014). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Alcoholpoli'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies
1. Probleemomschrijving 1.1 Probleem Jongeren in Nederland drinken op te jonge leeftijd, te vaak en te veel. Vanaf 12 jaar neemt het alcoholgebruik sterk toe, zo heeft op 12-jarige leeftijd ongeveer een derde gedronken en is dit op 15 jarige leeftijd al 83% (Trimbos Instituut, 2011). Alhoewel het aantal 12- tot 15-jarige jongeren dat alcohol gebruikt is afgenomen in de periode van 2007-2011, neemt het alcoholgebruik onder de jongeren ouder dan 16 jaar nog steeds toe. De risico's van het drinken van alcohol op jonge leeftijd zijn hersenschade, risicovol seksueel gedrag, kans op verslaving, alcoholvergiftiging en ongevallen. Hersenschade Alcohol is schadelijk voor de hersenontwikkeling, aangezien deze tot na het 20e levensjaar in ontwikkeling zijn (Jolles, 2006). Alcohol op jonge leeftijd kan blijven-de nadelige gevolgen hebben voor de functies en de structuur van de hersenen en kan tot geheugen-, leer- en concentratieproblemen leiden (Tapert et al., 2004). Extra schadelijk voor de hersenen is het drinken van 5 of meer glazen alcohol per gele-genheid (bingedinken). Risicovol seksueel gedrag Jongeren die alcohol hebben gedronken zijn gemiddeld vaker seksueel actief dan niet-drinkende leeftijdgenoten (Ellickson et al., 2003). Daarnaast hangt alcoholge-bruik op jonge leeftijd samen met meer risicovol seksueel gedrag, met agressief gedrag en met een grotere kans op ongevallen en verwondingen (Verdurmen et al., 2006). Jongeren noemen het onder invloed zijn van alcohol als belangrijkste reden waarom zij geen condooms gebruikten. Het lager inschatten van risico's en het ontremmende effect van alcohol zijn mogelijke oorzaken voor het vaker (onveilig) seksueel actief zijn na het gebruik van alcohol aldus Stap (2011). Meer kans op verslaving Hoe eerder een kind begint met alcohol hoe groter de kans is dat het op latere leef-tijd verslaafd raakt of een probleemdrinker wordt (Boelema et al., 2009). Het blijkt dat jongeren die voor hun 15e zijn begonnen met alcoholconsumptie vier maal zoveel risico lopen op alcoholverslaving dan jongeren die pas op hun 21e zijn begonnen met het drinken van alcohol (Grant et al., 2007). Ook is bekend dat hoe eerder jongeren beginnen met drinken, hoe groter de kans op schadelijk drinkgedrag op latere leeftijd is en ook het risico op verslaving van ande-re risicogedragingen, zoals roken, gamen en eten is verhoogd (Ellickson et al., 2003). Factoren die meespelen bij het op jonge leeftijd beginnen met drinken zijn impulsiviteit, een sterke drang naar nieuwe ervaringen, erfelijke factoren en alco-holmisbruik door gezinsleden (Snoek. 2010). Alcoholvergiftiging (alcoholintoxicatie) Uit landelijk onderzoek blijkt dat de groep jongeren die in de gezondheidszorg is beland met alcoholintoxicatie en alcohol gerelateerde ongevallen, zoals botbreuken ten gevolge van valpartij, onderkoeling in de winter, steeds groter wordt . Het is lastig aan te geven of dit een werkelijke stijging is, of dat dit een gevolg van het beter registreren van de alcoholintoxicaties. In 2007 tot en met 2010 zijn in totaal 1818 jongeren met een alcoholgerelateerd probleem in een ziekenhuis
behandeld. In bijna alle gevallen was er sprake van een alcoholvergiftiging ook wel 'alcoholcoma' genoemd. In 2007 zijn er 297 intoxica-ties gemeld, in 2008 waren dat er 337, in 2009 ging het om 500 gevallen en in 2010 betrof het 684. Dit is een stijging van 37% t.o.v. 2009 ( van der Lely, e.a. 2011) Deze aantallen zijn een onderschatting van het aantal alcoholintoxicaties bij jonge-ren, omdat niet alle ziekenhuizen meededen aan het onderzoek, niet alle jongeren bij de kinderarts terecht komen, niet alle jongeren een ziekenhuis bezoeken, maar bijvoorbeeld ook een huisartsenpost en niet alle alcoholgeralteerde gevallen als zodanig herkend worden. Ongevallen/ongelukken Alcoholgebruik verhoogt de kans op ongevallen. Uit onderzoek van Consument en Veiligheid op basis van zelfrapportage van slachtoffers van ongevallen die op de Spoed Eisende Hulp terecht komen blijkt dat jaarlijks 24.000 ongevallen bij jonge-ren tussen 10 en 25 jaar gerelateerd zijn aan alcohol. Dit is bijna 10% van alle onge-vallen of geweldplegingen onder jongeren in deze leeftijdsklasse (Valkenberg et al., 2010). In 16.000 gevallen had het slachtoffer 3 of meer glazen gedronken in de 6 uur voor het incident. Ongeveer 11.000 slachtoffers schatten zelf de invloed van alcoholgebruik in als (zeer) belangrijk (Stichting Consument en Veiligheid, 2012). Regels en grenzen door ouders In een onderzoek uitgevoerd door de UT in 2010, is o.a. onderzoek gedaan naar de relatie tussen alcoholgebruik en opvoeding. De opvoedstijl van ouders met betrek-king tot alcoholgebruik van hun kinderen is op drie aspecten onderzocht: het toe-zicht houden, de kwaliteit van de communicatie en het stellen van regels. Uit dat-zelfde onderzoek blijkt dat alleen het stellen van alcoholspecifieke regels aantoon-baar samenhangt met het drinkgedrag van de jongeren. Hoe meer restricties ouders toepassen, hoe minder hun kinderen drinken. Ouders blijken het alcoholgebruik van hun eigen kind systematisch te onderschatten met ten minste een factor drie ten opzichte van wat hun kind rapporteert. Dit is met name het geval als het gaat om de iets oudere jeugd (15- en 16-jarigen) (Gosselt, Pieterse, van Hoof 2010). 1.2 Spreiding De leeftijd van de jongeren in bovengenoemd onderzoek varieert tussen 11 en 17 jaar met een gemiddeld leeftijd van 15 jaar. Deze jongeren zijn afkomstig uit alle provincies. Er zijn geen regio's waar significant meer jongeren zijn opgenomen. Wel blijken intoxicaties meer voor te komen in dichtbevolkte gebieden, aldus dit onderzoek. De jongeren zijn over het algemeen 'gemiddelde' Nederlandse jongeren. Het opleidingsniveau van de jongeren is een goede afspiegeling van het opleidings-niveau van de Nederlandse jeugd. In bijna alle gevallen zijn het autochtone jonge-ren, die niet behoren tot de zogenoemde 'probleemjongere'. Uit de gemeten bloedalcoholpromillages blijkt dat de jongeren die in het ziekenhuis zijn beland veel alcohol hebben gedronken. Het gemiddelde promillage bedraagt 1,8. Het bloedalcoholgehalte hangt af van de hoeveelheid alcohol, de snelheid waarmee is gedronken en het lichaamsgewicht. Hoe sneller men drinkt hoe hoger het percentage en hoe lichter men is hoe sneller een hogere percentage bereikt wordt in dezelfde tijd. Ook onderzoek van veilgheid.nl bevestigt de explosieve groei van het aantal jonge-ren dat door alcoholgebruik op de spoedeisende hulp belandt. Volgens deze cijfers worden jaarlijks worden 2.300 jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 24 jaar voor een alcoholvergiftiging behandeld op een Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis. Eén op de tien is jonger dan 15 jaar. Ruim de helft is 15 tot en 19 jaar. Bij 20 procent van de vergiftigingen is sprake van een combinatie van alcohol met drugs. Van alle slachtoffers wordt 40 procent na een behandeling op de SEH afdeling in het ziekenhuis opgenomen. In de leeftijdsgroep 15-19 jaar komen de meeste alcoholvergiftigingen voor. In de periode 2005-2010 is het percentage alcoholvergiftigingen, dat is behandeld op een SEH afdeling van een ziekenhuis, gestegen met 82 procent. Vooral de stijging onder 15-19 jarige meisjes is met 101 procent - een verdubbeling - explosief te noemen. Het percentage vergiftigingen bij jongens steeg in deze periode met 66 procent. Uitgaande van de jaarcijfers over de periode 2000-2010 is geen verdere stijging zichtbaar van het hoge aantal alcoholvergiftigingen in de jaren 2008-2010. De explosieve toename van alcoholvergiftigingen die SEH afdelingen van ziekenhuizen behandelden, heeft vooral plaatsgevonden in de jaren 2005 t/m 2007. 1.3 Gevolgen Zie probleemomschrijving.
2. Beschrijving interventie 2.1 Doelgroep Uiteindelijke doelgroep De interventie is in de eerste plaats bedoeld voor jongeren tot 18 jaar, die door overmatig alcoholgebruik een alcoholintoxicatie, een ongeval of ander letsel hebben opgelopen en daarmee in een ziekenhuis of op een huisartsenpost zijn beland. Daarnaast is de interventie bedoeld voor de ouders van de jongeren, zodat zij zich meer bewust worden van hun rol in de alcoholopvoeding en strikte alcoholregels gaan stellen. Kenmerken van de doelgroep Onderzoek van de universiteit van Twente bij kinderafdelingen in Nederlandse zie-kenhuizen geeft het volgende beeld van de achtergrondkenmerken van de jongeren die met een alcoholintoxicatie in het ziekenhuis zijn beland in de jaren 2007,2008, 2009 en 2010. De jongeren zijn over het algemeen 'gemiddelde' Nederlandse jonge-ren. Het opleidingsniveau van de jongeren is een goede afspiegeling van het opleidingsniveau van de Nederlandse jeugd. In bijna alle gevallen zijn het autochtone jongeren, die niet behoren tot de zogenoemde 'probleemjongere'. De gemiddelde leeftijd van jongeren die met alcoholgerelateerde problemen in het ziekenhuis worden opgenomen is 15 jaar. Van deze jongeren is de helft jongen en de helft meisje. De ouders die betrokken zijn bij de Alcoholpoli zijn over het algemeen slecht geïn-formeerd over de mate van alcoholgebruik door hun kind. Ze onderschatten het gebruik en zijn dan ook erg geschrokken als hun kind met een alcoholintoxicatie in het ziekenhuis belandt. Wat ook opvalt is de geringe invloed die ouders denken te hebben op het alcoholgebruik. deze bevindingen worden ook bevestigd in het onder-zoek van de Universiteit Twente in opdracht van Happy Fris (2010). De ouders staan erg positief ten opzichte van de Alcoholpoli. De houding van het medisch personeel ten opzichte van de interventie is divers. Over het algemeen is het medisch personeel blij met de Alcoholpoli, omdat men dit ziet als nazorg op het incident en de zorg door het ziekenhuis. Door de veelheid aan taken en de hectiek van de dag lukt hen niet altijd aandacht te hebben voor het probleem. Indicatie- en contra-indicatiecriteria Er zijn geen contra-indicaties bekend. De jongeren worden door het ziekenhuis of huisartsenpost geselecteerd door het alcoholgehalte in het bloed te meten, wanneer er een vermoeden is van overmatig alcoholgebruik. Alle jongeren die Tactus ziet voldoen daarom aan het criterium voor de interventie: met intoxicatie, letsel of een ongeval door overmatig alcoholgebruik in het ziekenhuis of op de huisartsenpost belanden. In principe komen alle jongeren tot 18 jaar met alcohol in het bloed in aanmerking voor de Alcoholpoli. Uit de praktijk van de uitvoering is gebleken dat de interventie geschikt is voor zowel jongens als meisjes. Er is geen seksespecifieke aanpak nodig gebleken. Toepassing bij migranten De meeste jongeren van de Alcoholpoli blijken een Nederlandse achtergrond te hebben. Hoewel de interventie niet speciaal is ontwikkeld voor migranten, kan het door het individuele en op maat karakter prima aansluiten bij de wensen en behoef-ten van mensen met een niet Nederlandse achtergrond. Intermediaire doelgroep Zie boven. Selectie van doelgroepen Zie boven. 2.2 Doel
Hoofddoel De Alcoholpoli is een interventie bestaande uit een medisch traject waarbij het acute gezondheidsprobleem van de jongere wordt behandeld door het ziekenhuis of huisartsenpost en de interventie voor het stoppen van het alcoholgebruik door Tac-tus Verslavingszorg wordt uitgevoerd. Deze beschrijving gaat over de interventie van Tactus. Doel Het primaire doel van de Alcoholpoli is het stoppen met drinken door jongeren tot 18 jaar (voorheen 16 jaar, maar door verhoging van leeftijdsgrens alcoholgebruik per 1 januari 2014 is deze leeftijd opgehoogd naar 18 jaar), als onderdeel van de behandeling van alcoholintoxicatie of ongevallen en letsel door alcohol (door ziekenhuis of huisartsenpost). Hierdoor vermindert de kans op negatieve effecten van alcoholgebruik, zoals schade aan de ontwikkeling van de hersenen en risico's op verslaving. Subdoelen Doelen voor jongeren zijn: . Jongeren hebben meer kennis over de fysieke, genetische en sociale effecten van alcoholgebruik in het algemeen en de ontwikkeling van de hersenen in het bij-zonder. . Jongeren hebben meer kennis over de ontwikkeling van een verslaving. . Jongeren zijn zich meer bewust van de nadelen van het alcoholgebruik en de effecten hiervan voor het dagelijks functioneren. . Jongeren zijn bereid kritisch te kijken naar hun drinkgedrag en zijn zich meer bewust van hun drinkgedrag. . Jongeren zijn zich meer bewust van het stadium van gebruik waarin zij zich momenteel bevinden en de risico's op verslaving. . Jongeren zijn bereid hulp te accepteren indien nodig. Afhankelijk van het stadi-um van gebruik van jongere is het doel motiveren voor het nazorgtraject van verslavingszorg: - Bij experimenteel gebruik en licht problematisch gebruik: Psycho-educatie en motiveren te stoppen met drinken. - Bij beginnend problematisch gebruik: motiveren tot een vervolg-traject om het gebruik te stoppen of te minderen. - Bij problematisch gebruik en overige problematiek: motiveren voor een doorverwijzing naar behandeling binnen Tactus Versla-vingszorg en/of een ander relevante instelling. . Jongeren zijn zich bewust van de relatie tussen overmatig alcoholgebruik en hun persoonlijkheid . Jongeren zijn zich bewust van de invloed van vrienden op hun drinkgedrag. . Jongeren zijn bereid te stoppen met drinken. Doelen voor de ouders/opvoeders zijn: . Ouders hebben meer kennis van de fysieke, genetische en sociale effecten van het alcoholgebruik in het algemeen en de ontwikkeling van hersenen in het bij-zonder . Ouders hebben meer kennis over de ontwikkeling van een verslaving. . Ouders zijn zich bewust van de invloed hun voorbeeldgedrag op het drinken voor hun kind. . Ouders zijn bereid de beschikbaarheid van alcohol thuis te beperken. . Ouders zijn zich bewust dat ouders alcoholgebruik onderschatten. . . . . .
Ouders Ouders Ouders Ouders Ouders
zijn zich bewust dat zij wel invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. zijn zich bewust dat strenge alcoholregels stellen helpt. nemen zich voor het drinken te verbieden en/of strikte regels te stellen. nemen zich voor toe te zien op het naleven van de regels. accepteren verdere (opvoed)hulp indien nodig. Afhankelijk van het sta-dium van gebruik van jongere
is het doel motiveren voor het nazorgtraject van verslavingszorg: - Bij experimenteel gebruik en licht problematisch gebruik: Psycho-educatie en motiveren te stoppen met drinken. - Bij beginnend problematisch gebruik: motiveren tot een vervolg-traject om het gebruik te stoppen of te minderen. - Bij problematisch gebruik en overige problematiek: motiveren voor een doorverwijzing naar behandeling binnen Tactus Versla-vingszorg en/of een ander relevante instelling. Bij het implementeren zijn er ook doelen voor professionals in ziekenhuizen en huisartsenpost. Deze vallen echter buiten deze beschrijving, omdat ze niet worden bereikt met de interventie zelf, maar met de
implementatie ervan. Voor de volledig-heid worden ze hier wel genoemd. Doelen voor professionals in ziekenhuis/huisartsenpost zijn: . Professionals in ziekenhuizen en huisartsenpost kennen de werkwijze van de Alcoholpoli. . Professionals in ziekenhuizen en huisartsenpost kennen en hanteren het protocol Alcoholpoli. . Professionals zijn bereid om jongeren met alcoholgerelateerde klachten of alco-holgerelateerd letsel door te verwijzen naar Tactus Verslavingszorg om een eer-ste inschatting te maken van de risico's van het alcoholgebruik en jongeren en hun opvoeders te ondersteunen bij het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik. 2.3 Aanpak Opzet van de interventie Het gehele traject van de Alcoholpoli bestaat uit een medisch traject dat geboden wordt door het ziekenhuis of huisartsenpost en een 'Op-Maat-vroeginterventie' door Tactus. De interventie van Tactus varieert in intensiteit afhankelijk van de risico-taxatie. Deze erkenning gaat over de (lichte) interventie door Tactus verslavingszorg genaamd 'Alcoholpoli'. Zie de bijlage voor schema A van dit traject. Het ziekenhuis of de Huisartsenpost is de 'leverancier' van de jongeren voor de Al-coholpoli. Wanneer een jongere wordt binnengebracht met alcoholgerelateerde klachten wordt dit gemeld bij de verslavingszorg. Dit gebeurt middels een fax of een specifiek telefoonnummer, bijvoorbeeld een 06-nummer. Het deeltraject Alcoholpoli dat door de verslavingszorg wordt uitgevoerd bestaat uit de volgende onderdelen: Voorbereiding, eerste gesprek (face-to-face), tweede ge-sprek (telefonisch of face-to-face), follow-up gesprek en afsluiting. Deze gesprekken vinden bij voorkeur plaats met jongere en ouders samen. Als de aanwezigheid van de ouders belemmerend werkt op het inventariseren van de risicofactoren, worden jongere en ouders voor dit onderdeel apart gesproken. Voorbereiding Tijdens de voorbereiding wordt informatie over de achtergronden van het incident geïnventariseerd, zoals NAW gegevens, BSN, korte beschrijving van het letsel, situatie waarin het incident heeft plaats gevonden en bloedalcoholpromillage en wordt een afspraak gepland met jongere en diens ouders. De gegevens worden geno-teerd op het intakeformulier (werkblad 1) en in het elektronisch dossier. Eerste gesprek In het eerste gesprek dat altijd face-to-face is en bij voorkeur bij de ouders en jonge-re thuis plaats vindt, maakt Tactus Verslavingszorg met de jongere en de ouders samen een risico-inschatting voor toekomstig schadelijk alcoholgebruik. Met moti-verende gespreksvoering worden jongere en ouders gemotiveerd schadelijk alcohol-gebruik te stoppen en of terug te dringen. Het gesprek vindt plaats op basis van het screeningsformulier middelengebruik, (werkblad 2). Na afloop vindt rapportage in het elektronisch dossier plaats en volgt de afstemming met hoofd behandeling. Tweede gesprek In het tweede gesprek (telefonisch of face-to-face, afhankelijk van het te geven advies), geeft Tactus Verslavingszorg advies over de benodigde inzet, op basis van de risicoanalyse. De inzet is gebaseerd op de stepped-care gedachte: zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Afhankelijk van de uitkomst vindt afsluiting van de Alcoholpoli plaats (follow-up volgt nog na drie maanden) of verwijzing naar een passende interventie. Verwijzing vindt plaats op basis van een zogenaamde 'warme overdracht'. Rapportage wordt bijgehouden in het elektronisch dossier. Follow-up gesprek In het follow-up gesprek ongeveer drie maanden na het eerste gesprek, wordt het risico op terugval besproken en zo nodig hulp geboden bij het realiseren van het gewenste gedrag. Dit follow-up gesprek vindt telefonisch plaats. Ook dit gesprek wordt genoteerd in het elektronisch dossier. Rapportage en afsluiting Er vindt via het elektronisch dossier een rapportage plaats naar verwijzer (zieken-huis of huisartsenpost) en de huisarts. Alcoholpoli module wordt in het elektronisch dossier afgesloten. Om de Alcoholpoli mogelijk te maken is samenwerking nodig tussen ziekenhuis en de verslavingszorg (Tactus
in dit geval). Er hebben gesprekken plaats gevonden tussen Tactus en artsen in een ziekenhuis, waarin de intentie tot samenwerken en de mogelijkheden zijn besproken voor het bieden van een nazorgtraject aan jongere en ouders na een incident met alcoholgebruik. Tactus heeft in teamvergaderingen bin-nen het ziekenhuis een toelichting gegeven op de werkwijze van de Alcoholpoli en vraagt hier regelmatig aandacht voor door een mailtje te sturen met het verzoek de Alcoholpoli te agenderen. Ook vindt er structureel overleg plaats tussen ziekenhuis en Tactus om de samenwerking te evalueren. Tijdens scholingsbijeenkomsten voor het ziekenhuispersoneel, wordt altijd de Alco-holpoli genoemd en wordt de werkwijze toegelicht. Aanmelden jongere De interventie begint bij het ziekenhuis of huisartsenpost. Een jongere die wordt binnen gebracht met alcoholintoxicatie of letsel onder invloed van alcohol krijgt in het ziekenhuis de benodigde medische zorg. Het ziekenhuis meet het alcoholpromil-lage in het bloed. Tot 18 jaar is de aanwezigheid van alcohol in het bloed een reden voor doorverwijzing naar Tactus. Het ziekenhuis meldt de jongere aan bij de afdeling preventie van Tactus. De ver-wijzing gebeurt schriftelijk middels een verwijsbrief van de arts in het ziekenhuis. De verwijsbrief bevat naast NAW-gegevens ook het promillage en informatie over de toedracht van het incident. De jongere hoeft dan zelf niet meer contact te zoeken met Tactus. Inventariseren basisgegevens Tactus begint met het inventariseren van de benodigde gegevens (er is hiervoor een formulier ontwikkeld waarop relevante informatie verzameld wordt alvorens men op huisbezoek gaat), het aanmaken van een dossier en het maken van een afspraak met de jongere en zijn ouders. Deze activiteiten worden doorgaans door de secretaresse uitgevoerd. Risico-inschatting maken De preventiewerker van Tactus maakt een afspraak met de jongere en diens ouders voor een huisbezoek. Hier maakt zij o.a. een inschatting van het risico op herhaling van schadelijk drinken in de toekomst. De preventiewerker brengt middels motive-rende gespreksvoering het alcoholgebruik in kaart en de relevante beschermende en risicofactoren voor verantwoord alcoholgebruik. Voor deze risico-inschatting wordt de Audit gebruikt aangevuld met vragen over risicofactoren en risicogroepen zoals gedefinieerd in het rapport 'Kwetsbare Groepen' van het IVO (Snoek, Wits e.a. 2010). Dit instrument is het Stoplichtmodel genoemd en is als bijlage opgenomen in de Handleiding en Draaiboek. Voorbeelden van risicofactoren die worden in kaart gebracht zijn genetische kwetsbaarheid (komt alcoholverslaving voor in de fami-lie?), persoonlijkheidskenmerken (is de jongere sensatiezoekend?). Volgens Patricia Conrod (Conrod PJ, Woicik P. 2002.) lopen sommige jongeren door hun persoon-lijkheid (sensatiezoekend, angstgevoelig ) meer risico op alcoholmisbruik en delin-quent gedrag dan andere jongeren. Advies en interventie op maat Nadat de informatie over mate en ernst van het gebruik en de aanwezigheid van risico - beschermende factoren is verzameld wordt advies uitgebracht over de ge-wenste inzet. Als het risico op herhaling klein is, dan is de inzet psyco-educatie zowel voor jongere als voor de ouder de minimale interventie. Is er sprake van een verhoogd risico, dan wordt bij de jongere het probleembesef versterkt. Hij wordt aan het wankelen gebracht en gestimuleerd en gemotiveerd iets aan zijn middelenge-bruik te doen. Afhankelijk van waar het probleem ligt (groepsdruk, gewoontevor-ming, of anderszins) wordt een lichte interventie op maat aangeboden gericht op het vraagstuk van de jongere en de doelen die jongere nastreeft. Tevens wordt ondersteuning geboden bij het realiseren van deze doelen. Als blijkt dat het alcoholgebruik dusdanig geïntegreerd is in het leven van de jongere en een lichte interventie niet meer toereikend is, dan wordt de jongere gemotiveerd een behandeltraject bij Tactus te volgen. De inhoud van dit behandeltraject valt buiten het bestek van deze beschrijving. Terugkoppeling verwijzer en huisarts Om de verwijzer en de huisarts te informeren over de geboden zorg, wordt een rap-portage verzorgd. De kracht van de samenwerking binnen de Alcoholpoli De kracht van de Alcoholpoli is dat de expertise van Tactus Verslavingszorg al direct wordt ingebracht door het ziekenhuis of huisartsenpost wanneer er een relatie is tussen het incident en alcoholgebruik. Verpleegkundigen en artsen zijn prima in staat voorlichting over de risico's van alcoholgebruik te geven als onderdeel van hun
behandeling. Het heeft duidelijk een meerwaarde en voordelen Tactus in een vroeg stadium te betrekken bij de behandeling van alcoholintoxicatie of letstel onder invloed van alcoholgebruik. De voordelen zijn: . Van stepped-preventie tot stepped-care Doordat Tactus de gehele zorgketen aanbiedt, is het beter mogelijk in te spelen op de behoeften van de jongere en diens ouders en daarmee getrapte zorg (stepped care) aan te bieden. Dit betekent zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Er wordt hierbij rekening gehouden met de leeftijdsfase van de jongere en de specifieke deskundigheid die is vereist om met jongeren te communiceren. Medewerkers van Tactus houden hun kennis en expertise op het gebied van jongeren en alcoholgebruik up to date, zodat op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten rondom de effecten van alcoholgebruik op de hersenen en de invloed van ouders op de alcoholopvoeding adviezen gegeven kunnen wor-den. . Integrale aanpak en lokale verslavingspreventie De Alcoholpoli kan een belangrijke rol spelen in lokale verslavingspreventie. Met de werkwijze zoals beschreven in deze beschrijving is het mogelijk om een geïnte-greerde aanpak van alcoholmatiging te realiseren. In samenwerking met de zieken-huizen en huisartsenposten in een regio is te bepalen wáár het beter kan en wat specifieke risico's zijn op gebied van alcohol en andere drugspreventie. Deze inzichten kunnen worden gedeeld met relevante partijen, die op basis hiervan preventief kunnen handelen. Als blijkt dat in een bepaalde vindplaats de regels uit de Drank- en Horecawet worden overschreden en dit resulteert in een incident voor de Alcoholpoli, dan kan de verslavingszorg deze signalen doorspelen naar andere verantwoordelijken zoals een gemeente, een discotheek, een school of een super-markt. Ook kan de afdeling Preventie van de verslavingszorg op eigen initiatief extra inzet plegen vanuit middelen voor verslavingspreventie of in samenspraak met de gemeenten verslavingsbeleid ontwikkelen. Op deze manier wordt alcoholmisbruik integraal aangepakt . De activiteiten die hieruit kunnen voortkomen vallen echter buiten het bereik van de Alcoholpoli en zijn in deze handleiding dan ook niet nader uitgewerkt. Korte samenvatting van de opzet van de Alcoholpoli: o Jongere wordt binnengebracht binnen ziekenhuis of huisartsenpost. o Jongere krijgt medische behandeling en het bloedpromillage wordt gemeten. o Jongere wordt verwezen naar Tactus voor interventie gericht op alcoholgebruik. o Tactus voert eerst een gesprek met de ouders en jongere samen. o Vervolgens vindt er een gesprek met de jongere en ouders plaats. Hierin wordt ook de risicotaxatie uitgevoerd. o De resultaten van de risicotaxatie worden besproken en jongere en ouders krij-gen psycho-eduactie en en (opvoed)tips. o Er wordt een actieplan gemaakt hoe het schadelijk alcoholgebruik terug te drin-gen en hoe ouders hierbij kunnen ondersteunen. o Er wordt een terugrapportage gedaan aan de verwijzer en huisarts. o Zonodig wordt omgeving (setting/gemeente) geïnformeerd over incidenten en bereikte resultaten met Alcoholpoli. Schematisch is het proces binnen Tactus weergegeven in de bijlage (figuur 1). Dit is het proces nadat de jongere door het ziekenhuis of huisartsenpost is aangemeld. Locatie en uitvoerders De actoren die direct betrokken zijn in het proces van signalering tot en met afronding van de interventie 'Alcoholpoli' zijn: het ziekenhuis, de Huisartsenpost en Tactus. Het ziekenhuis/huisartsenpost is de 'leverancier' van de jongeren die deelnemen aan 'Alcoholpoli'. In het project spelen twee afdelingen in het ziekenhuis een belangrijke rol: de Spoedeisende Hulp en de Kindergeneeskunde. Samen zorgen zij ervoor dat de jongeren die in aanmerking komen voor de 'Alcoholpoli' in het traject terecht komen. Tactus is de uitvoerder van de 'Alcoholpoli' waar jongeren en hun ouders motiverende gesprekken en een screening krijgen. Het doel is het stimuleren van geen of verant-woord alcoholgebruik en het bewust maken van de risico's die met alcoholgebruik samenhangen. Deze gesprekken vinden doorgaans bij de ouders en jongere thuis plaats. Verder zijn de gemeenten betrokken bij de Alcoholpoli doordat de Alcoholpoli veelal deel uitmaakt van de alcoholmatigingsprojecten die door gemeenten mogelijk worden gemaakt. Inhoud van de interventie De interventie is uitgebreid beschreven in het handboek getiteld: 'Handboek Alco-holpoli' (Tactus 2014, Gecer,
Y., Thijs, A.). Hier volgt een beschrijving van de inhoud van de interventie per onderdeel. In de toelichting per onderdeel wordt aangegeven welke activiteiten plaats vinden. Onderdelen 'voorbereiding' 1. Inventarisatie van informatie over het incident en NAW-gegevens. 2. Telefonisch of per brief afspraak maken voor de Alcoholpoli en zonodig motiveren. Toelichting bij 'voorbereiding' Ad 1: De gegevens van jongere worden via telefoongesprek met verwijzer en/of via verwijsbrief arts ziekenhuis geïnventariseerd en ingevuld in een speciaal hiervoor ontwikkeld aanmeldformulier. Ad 2: Er wordt een afspraak gemaakt voor het eerste face to face (FTF) gesprek. Middels motiverende gespreksvoering wordt geïnformeerd naar het incident en afgetast hoe het gezin op de ziekenhuisopname / SEH bezoek reageert. Bij eventuele weerstand wordt meebewogen met de weerstand zodat het gezin gemotiveerd raakt voor het Alcoholpolitraject. Bij grote bezorgdheid wordt hier kort bij stil gestaan zodat een bezorgde ouder of jongere zich gehoord voelt en gemoti-veerd blijft voor het eerste FTF gesprek. Op deze manier wordt vertrouwen ge-wonnen. Onderdelen eerste gesprek 1 Welkom heten en introductie 2 Inventarisatie van de problematiek 3 Inschatten stadium van gebruik 4 Psycho-educatie geven en motiveren: a. Bespreken van informatie over alcohol b. Zelfonderzoek: redenen voor gebruik c. Zelfonderzoek: voor- en nadelenbalans en functie van gebruik d. Onderzoeken hulpvraag en motivatie. 5 Opvoedingsondersteuning ouders. 6 Inschatten verdere aanbod. 7 Afronden eerste gesprek. Toelichting bij onderdelen eerste gesprek Ad 1: Een open houding bij jongere en ouders wordt gecreëerd en eventuele weer-standen weggehaald. De preventieve insteek van de Alcoholpoli wordt benadrukt. Ad 2: Bij de inventarisatie van de problematiek worden vragen gesteld over het incident, aard en mate van gebruik van de jongere, risicofactoren en beschermende factoren. Op basis hiervan wordt de aard van het gebruik bepaald en wordt een inschatting gemaakt van de benodigde inzet om het schadelijk alcoholgebruik te stoppen of terug te dringen. Hierbij kan het instrument ' het stoplichtmodel' dat door Tactus is ontwikkeld worden gebruikt. Dit instrument bevindt zich nog in een ontwikkelfase en zal worden doorontwikkeld en gevalideerd. Om een vertrouwensrelatie op te bouwen is het van belang te voorkomen dat het inventarisatiegesprek als een ondervraging overkomt. Ad 3: Het stadium van gebruik wordt ingeschat. Hiervoor wordt eerst informatie gegeven over de stadia van gebruik en wordt uitgelegd hoe het gebruik er in elk stadium uit ziet (zie figuur stadia van gebruik). Benadrukt wordt dat men in elk stadium kan besluiten te stoppen. Jongere en ouders worden gestimuleerd mee te denken in welke fase de jongere zit en er wordt ingegaan op wat de jongere vindt van zijn huidige gebruik. Hoe is de hoeveelheid, bij welke fase van gebruik hoort dat? Met wie en op welke momenten wordt gebruikt? De jongere wordt gestimuleerd na te denken over de gewenste verandering. Zou de jongere het gebruik willen veranderen, kunnen veranderen? En hoe ziet hij dit in de toekomst? Welke onder-steuning heeft de jongere hiervoor nodig van Tactus en van ouders. Ouders worden gestimuleerd mee te denken welke ondersteuning zij de jongere kunnen bieden bij het realiseren van de gewenste verandering. Naast het stadium van gebruik wordt ook het stadium van gedragsverandering bepaald. Dit doet men door goed te luiste-ren naar uitspraken die de jongere doet en de actie die nodig is hierop aan te passen. In het werkblad 'stadia van gedragsverandering' wordt uitleg gegeven over de stadia van gedragsverandering en worden voorbeelden van uitspraken besproken in een bepaalde fase en de benodigde actie van de begeleider hierop. Ad 4: Jongere en ouders worden Psycho-educatie gegeven, waarbij aangesloten wordt op de aanwezige kennis. Ouders spelen een belangrijke rol in het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik. Er wordt geobserveerd hoe de rolverdeling en hou-ding naar elkaar toe is en er wordt doorgevraagd naar de communicatie over alco-holgebruik in het gezin. Welk regels zijn er ten aanzien van gebruik? Deze informatie
kan later gebruikt worden bij het onderdeel opvoedingsondersteuning ouders. a. Er wordt informatie gegeven over de risico's van alcohol op de gezondheid, de invloed van alcohol op het gedrag. Deze informatie wordt niet docerend gegeven, maar op een informele wijze, waarbij veel illustraties en werk-vormen zoals een quiz, of een hersenscan. Er wordt inzicht bijgebracht in eigen alcoholgebruik en de effecten ervan op het gedrag van de jongere. b. De jongere wordt aangezet tot nadenken over redenen voor gebruik en welke positieve effecten en negatieve effecten dit alcoholgebruik heeft. c. De jongere wordt aangezet tot nadenken over de voor- en nadelen en func-tie van gebruik. Hierbij wordt een voor- en nadelenbalans opgemaakt. d. De hulpvraag en motivatie wordt onderzocht door te vragen wat de jongere zou willen met het alcoholgebruik. De jongere wordt gemotiveerd afspraken met ouders en zichzelf te maken over frequentie, hoeveelheid en mate van alcoholgebruik . Ad 5: Opvoedingsondersteuning ouders: Ouders krijgen adviezen en opvoedtips ten aanzien van alcoholgebruik, zoveel mogelijk aangepast aan de gezinssituatie. Tips en handvatten hoe men kan ondersteunen bij het stoppen of minderen en het stellen van regels worden besproken. Tevens is er aandacht voor het versterken van overige beschermende factoren waar bij dit gezin aandacht aan zou kunnen worden besteed. Er worden interessante websites, folders etc doorgegeven en zonodig wordt een vervolgaanbod opvoedingsondersteuning zoals Triple P aangeboden. Ad 6: De jongere wordt een voorlopig advies worden gegeven over een verder aanbod dat past bij de geïnventariseerde problematiek. Daarbij wordt gelet op: De aard en omvang van het gebruik (fase, hoeveelheid, frequentie en functie). De aard van overige problematiek (aanwezigheid risicofactoren). De hulpvraag en motivatie van de jongere. Ongeacht het advies voor vervolg, er wordt altijd psycho-educatie en (opvoed)tips en handvatten voor het stoppen en/of minderen gegeven. Ad 7: Afronden eerste gesprek: De bevindingen van het gesprek worden besproken en er wordt uitgelegd dat deze bevindingen intern met het team zullen worden be-sproken. Daar komt vervolgens een advies uit. Dit advies wordt in een adviesge-sprek teruggekoppeld aan het gezin door de Tactus medewerker die het gesprek heeft gedaan. Afhankelijk van het advies kan het adviesgesprek telefonisch (bij afsluiting) of mondeling (als er een vervolgtraject geadviseerd wordt) worden gedaan. Zie schema B in de bijlage voor een overzicht. Onderdelen tweede gesprek 1 Telefonische terugkoppeling advies vervolgaanbod. 2 Persoonlijke bespreking advies vervolgaanbod. Toelichting bij onderdelen tweede gesprek Ad 1: Het tweede gesprek vindt of telefonisch of face to face plaats. Het gegeven advies wordt altijd voorgelegd aan een eindverantwoordelijke (hoofd behandelaar). Als de interne check of casusbespreking aanleiding geeft voor een andere interventie dan alleen psycho-educatie en advisering dan wordt dit als advies meegegeven. Alle adviezen die afwijken van de eerste bevindingen op basis van het gesprek vinden face to face plaats. Blijft het advies na het eerste gesprek ongewijzigd, dan kan worden volstaan met een telefonische terugkoppeling. Ad 2: Persoonlijke bespreking advies vervolgaanbod. In een face-to-face-gesprek wordt aangegeven dat uit een interne bespreking gebleken is dat een aanvullende interventie noodzakelijk wordt geacht, omdat de kans op herhaling van schadelijk alcoholgebruik aanwezig is en wat deze aanvullende interventie inhoudt. Zorg voor een warme overdracht bij degene die de vervolginterventie gaat uitvoeren. Onderdelen Follow-up gesprek 1 Telefonisch gesprek over terugvalpreventie. Toelichting bij Follow-up gesprek Ad 1: Na circa drie maanden vindt er een telefonisch gesprek plaats om na te gaan hoe het gaat met het voornemen te stoppen of te minderen en welke hulp en onder-steuning men hierbij nodig is en wordt dit zonodig in gang gezet. Onderdelen Rapportage en afsluiting 1 Rapportage aan verwijzer en huisarts
Toelichting bij Rapportage en afsluiting Ad 1: Er wordt een rapportage aan verwijzer en de huisarts geschreven. Soms duikt een jongere op tijdens een andere activiteit van Tactus Preventie. Een goede interne registratie is dan helpend om een juiste inschatting te maken van de hulp die dan nodig is. Onderdelen samenwerking met het ziekenhuis (vallen buiten deze beschrijving) 1 Samenwerkingsovereenkomst 2 Trainen werkwijze en aanpak Alcoholpoli Toelichting bij samenwerking met het ziekenhuis Ad 1: Zowel de afdeling kindergeneeskunde als de afdeling SEH zijn in eerste in-stantie belangrijk in het starten van de Alcoholpoli samen met verslavingszorg. Nadat er contact is gelegd en de intentie tot samenwerking is uitgesproken kan men over gaan tot het formaliseren van de samenwerking middels een samenwerkings-overeenkomst. Ad 2: Het protocol Alcoholpoli zoals overeengekomen moet vervolgens bekendheid krijgen bij alle betrokkenen. Door middel van een korte presentatie van 30-60 minu-ten kan het belang en het protocol overlegd worden.. Bij voorkeur gebeurt dit in een teamvergadering, omdat de tijdsinvestering dan geringer is. Van belang is om de Alcoholpoli blijvend onder de aandacht te houden door regelmatig terug te komen en informatie terug te koppelen van de jongeren die zijn doorverwezen. Zie verder de handleiding en draaiboek dat als bijlage is meegezonden. 2.4 Ontwikkelgeschiedenis 2.5 Vergelijkbare interventies
3. Onderbouwing 3.1 Oorzaken Er zijn verschillende factoren te noemen die kunnen verklaren waarom jongeren over-matig alcohol gebruiken. Deze factoren kunnen worden verdeeld in factoren die te maken hebben met het individu, met de sociale omgeving en met de maatschappelijke omgeving (ITJ, 2011). Individuele factoren - Puberteit: de puberteit zelf een is belangrijk risicofactor. Door de onvolledige rijping van de hersenen zijn een aantal cognitieve en sociale vaardigheden onvoldoende ont-wikkeld die nodig zijn om goed te kunnen inschatten en overzien wat de gevolgen kunnen zijn van riskant gedrag. Samen met het gelijktijdig optredende losmakingpro-ces als belangrijke stap naar volwassen worden, verklaart dit voor een deel de drang van jongeren om riskant gedrag, waaronder alcoholgebruik te vertonen. - Genetische aanleg: Verschillende soorten genen spelen een rol in de erfelijkheid van schadelijk alcoholgebruik. Erfelijkheid bepaalt naar schatting tussen de 50% en 60% van het risico op alcoholafhankelijk (RIVM, 2013). Zo hebben kinderen van alcohol-afhankelijke ouders een verhoogde kans op het ontwikkelen van verslaving (Velle-man, 2005) - Cognities/cognitieve factoren: kennis over de schadelijkheid van alcohol voor jonge hersenen, de houding ten opzichte van alcohol en gewoontevorming spelen een rol bij alcoholgebruik (Petriatis 1995). - Startleeftijd alcoholgebruik: Hoe jonger men begint met alcohol drinken, hoe groter het risico op het ontwikkelen van probleemdrinken en alcoholafhankelijkheid op latere leeftijd (Larsman et al., 2012). Ouders kunnen een belangrijke rol hebben in het uitstellen van de startleeftijd door strikte alcoholregels en toezicht op naleving daar-van. Voor de jongeren van Alcoholpoli is het uitstellen van de startleeftijd helaas een gepasseerd station. - Psychische kenmerken: Jongeren die bepaalde psychische kenmerken hebben zoals impulsiviteit, sensatiezoekend gedrag of angstgevoeligheid hebben een hoger risico om verslaving te ontwikkelen. (Knutsch, 2004, Conrod, 2002). - Psychische stoornissen: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen spelen een rol in overmatig alcoholgebruik (Knight et al., 2009). Sociale omgevingsfactoren - Opvoedstijl ouders: Een steunende opvoedstijl (responsief, ondersteunend, warm) heeft geen enkel effect op alcoholgebruik van jongeren. Een controlerende opvoedstijl (supervisie, regels, afspraken) werkt preventief op zwaar drinken. (Engels en van der Vorst, 2006).
- Voorbeeldgedrag: Als ouders regelmatig en veel drinken, is de kans groter dat kinderen op jonge leeftijd gaan drinken en meer gaan drinken in de toekomst. Veel jongeren beginnen thuis, samen met hun ouders, te drinken. Drinkende ouders stellen minder regels, hebben minder vertrouwen in hun aanpak, onderschatten vaak wat hun kin-deren drinken. Het blijkt echter dat alle ouders (ook drinkende ouders) iets kunnen doen om te voorkomen dat hun kinderen vroeg en veel gaan drinken. (Engels, van der Vorst 2006). - Ingrijpende gebeurtenis in gezinssituatie: Bij een ingrijpende gebeurtenis in de gezins-situatie zoals echtscheiding, overlijden en conflicten binnen het gezin kunnen jongeren hierop reageren met bingedrinken. Dit wordt uiteraard mede bepaald door persoonlijk-heidsfactoren (Van de Crucht, 2013). - Sociale invloed van vrienden en groepsdruk: Ouders hebben invloed op het uitstellen van de startleeftijd, vrienden hebben later meer invloed, als jongeren al begonnen zijn met alcohol en ook buitenshuis op feestjes en in het uitgaansleven gaan drinken. Drin-ken wordt door jongeren gezien als stoer en goed voor je imago. Je hoort erbij als je drinkt, je bent een watje als je dat niet doet. Een jongere wil niet anders zijn of zich anders gedragen dan zijn vrienden, wil erbij horen en als de rest drinkt, drinkt hij dus ook: hij durft of wil geen nee zeggen (Knutsche et al., 2004, Courtney, et al., 2009, ITJ, 2011). Maatschappelijke factoren - Maatschappelijke norm: De laatste jaren is het alcoholgebruik steeds normaler gewor-den. De maatschappelijke norm voor het drinken worden bepaald door persoonlijke ervaringen met alcohol, de wijze waarop in de media wordt bericht over alcohol, re-clame, prijs en voorlichting (Bovens, 2010). - Prijs: Hoe lager de prijs is, hoe meer er wordt gedronken (ref, wagenaar et al., 2009). Dit hangt mede af van hoeveel iemand te besteden heeft. Jongeren hebben over het algemeen veel te besteden. (Nibud, 2008). - Beschikbaarheid: Hoe gemakkelijker het is om aan alcohol te komen, hoe groter de motivatie is om te drinken en hoe meer er wordt gedronken (Van Hoof, 2010). - Mate van toezicht en (sociale) controle: De reactie op het alcoholgebruik door ou-ders/opvoeders en belangrijke naasten zoals scholen, sportclubs, alcoholverstrekkers bepaalt de mate waarin wordt gedronken (Knibbe et al., 2005). 3.2 Aan te pakken factoren Welke factoren worden beïnvloed met deze interventie? Niet alle hierboven genoemde factoren zijn te beïnvloeden met deze interventie. Uit een in 2013 uitgevoerd dossieronderzoek naar de factoren waarop Alcoholpoli zich richt (van Cruchten), blijkt dat vooral de factoren die te maken hebben met de rol van de opvoeding en met de rol van cognities/ cognitieve factoren van de jongere worden beïnvloed. Hieron-der worden ze nader toegelicht. Rol van de opvoeding De meeste kinderen drinken hun eerste glas alcohol thuis in het bijzijn van hun ouders. Ouders zijn vaak niet op de hoogte van de gevaren van alcoholgebruik en ze on-derschatten de hoeveelheid alcohol die hun kind drinkt. Ze onderschatten in het algemeen ook hun invloed op het drinkgedrag van hun kind. Het blijkt dat ouders die het juiste voorbeeld geven en verantwoord gedrag laten zien ten aanzien van het alcoholgebruik de kans op het schadelijk drinken van hun kind verminderen (Knutsche et al., 2004, Velleman et al., 2005). Ouders die op een prettige manier kunnen praten over alcohol, waarbij zij dicht bij de belevingswereld van jongeren blijven, niet meteen afwijzend zijn, op een respectvolle manier reageren naar hun kind verminderen de kans op schadelijk alcoholgebruik. Verder is het stellen van goede realistische regels over het gebruik van alcohol en een verantwoorde houding van de ouders tegenover alcohol zijn van invloed op schadelijk alcoholgebruik (Knight et al., 2009, Rozin, 2011, van der Vorst, et al.,2005). De interventie richt zich op het vergroten van de kennis over deze factoren. Daarnaast leert de interventie ouders dat een duidelijke opvoedstijl, met daarin het verbieden van drinken tot 18 jaar en toezicht op het naleven van deze regels, maakt dat jongeren minder drinken. Een andere factor die aan bod komt is de beschikbaarheid van alcohol in huis: hoe meer beschikbaar hoe makkelijker jongeren dit pakken. Ook speelt het voorbeeldgedrag een rol: als ouders zelf vaak (veel) alcohol drinken is het voor de jongere logisch dit ook te doen. Rol van de cognities/cognitieve factoren Met de interventie worden jongeren zich bewust van de risico's van alcoholgebruik en de gevolgen voor de hersenen. Jongeren zijn zich bewust van de functie van het overmatig drankgebruik. Ze weten hoeveel ze drinken en wat de gevolgen daarvan zijn en betrekken deze informatie op zichzelf. Ze zien de relatie tussen hun persoonlijkheid en de gevoelig-heid om een verslaving te ontwikkelen. Ze zijn zich bewust van de invloed
van hun vrien-den op de hoeveelheid die zij drinken. In het gesprek met de ouders wordt motiverende gespreksvoering gebuikt met als doel het geven van informatie over de risico's van alcohol en de rol van opvoeding. Deze is prak-tisch en afgestemd op de gezinssituatie. Ouders worden geïnformeerd over de Alcoholpoli, zij worden zich bewust van de fysieke, genetische en sociale effecten van alcoholgebruik bij kinderen. Deze kennis kan in één gesprek worden aangeleerd. Wanneer ouders behoefte hebben aan meer informatie en het aanleren van vaardigheden, kunnen ze een oudercursus, homeparty of Triple-P interventie volgen. Het gesprek in de interventie wordt volgens de richtlijnen van motiverende gespreksvoering niet moraliserend of veroordelend gedaan, maar de jongeren en de ouders worden actief uitgenodigd om na te denken over het eigen alcoholgebruik. Dit moet ervoor zorgen dat de jongere in de toekomst verantwoorde keuze maakt met betrekking tot het alcoholgebruik en ouders leren regels te stellen en meer toezicht te houden. 3.3 Verantwoording De aanpak in de Alcoholpoli is gebaseerd op psycho-educatie en motiverende gespreksvoering. Motiverende Gespreksvoering Motiverende gespreksvoering is een veelgebruikte interactieve gespreksmethode waarbij op een respectvolle en niet veroordelende manier gewerkt wordt aan verandering en waar-bij cliënten worden gestimuleerd hulp te zoeken voor hun problemen of om hun onge-zonde levenswijze aan te pakken (Miller en Rollnick, 2007). Uit onderzoek, vooral in de verslavingszorg, blijkt dat motiverende gespreksvoering effec-tief is bij allerlei verslavingen. Een empathische en motiverende houding van hulpverleners zorgt ervoor dat cliënten actiever betrokken zijn bij de behandeling die zij krijgen aange-boden. Hierdoor boekt de hulpverlener betere resultaten. Na een training kunnen hulpver-leners motiverende gespreksvoering vrij gemakkelijk in hun bestaande werkwijze inpassen. Zelfs een kleine 'dosis' motiverende gespreksvoering heeft vaak al een positief effect op de cliënt. (Bartelink, C., 2013). De kern van deze benadering is dat mensen gaan inzien dat zij een probleem hebben en gemotiveerd raken om dit aan te pakken. Motivatie verwijst naar een innerlijke staat die een persoon aanzet tot het verrichten of nalaten van bepaalde gedragingen. In de Alcoholpoli is verandering een thema voor zowel ouders als jongere, ouders in ver-band met de opvoeding, jongere in verband met het alcoholgebruik zelf. Door empathisch in gesprek te gaan, mee te bewegen met weerstand, persoonlijke effecti-viteit te vergroten en discrepantie te ontwikkelen worden ouders en jongere aan de hand meegenomen door het veranderproces. In het gesprek met de ouders wordt motiverende gespreksvoering gebuikt met als doel het geven van informatie over de risico's van alcohol en de rol van opvoeding. Deze is prak-tisch en afgestemd op de gezinssituatie. Ouders worden geïnformeerd over de Alcoholpoli, zij worden zich bewust van de fysieke, genetische en sociale effecten van alcoholgebruik bij kinderen. Deze kennis kan in één gesprek worden aangeleerd. Wanneer ouders behoefte hebben aan meer informatie en het aanleren van vaardigheden, kunnen ze een oudercursus, homeparty of Triple-P interventie volgen. Het gesprek in de interventie wordt volgens de richtlijnen van motiverende gespreksvoering niet moraliserend of veroordelend gedaan, maar de jongeren en de ouders worden actief uitgenodigd om na te denken over het eigen alcoholgebruik. Dit moet ervoor zorgen dat de jongere in de toekomst verantwoorde keuze maakt met betrekking tot het alcoholgebruik en ouders leren regels te stellen en meer toezicht te houden. Psycho-educatie Psycho-educatie is een methodiek waarbij mensen wordt geleerd om te gaan met hun vraagstuk door het verwerven van kennis, vaardigheden in de omgang, meer zelfvertrou-wen en door psychologische verwerking van het vraagstuk. In de Alcoholpoli is het vraag-stuk het incident (alcoholintoxicatie of alcoholgerelateerd letsel) door alcoholgebruik. Wanneer ervoor wordt gezorgd dat de persoon voldoende kennis heeft over de effecten van alcohol en zich bewust wordt van zichzelf en zijn gedrag, lijkt dit de kans op overmatig drinken te verminderen (Bovens, 2009). Bovendien zijn dit factoren die beïnvloedbaar zijn (Verdurmen et al., 2006). Psycho-educatie houdt in dat de patiënt mondeling en schriftelijk (in begrijpelijke taal) wordt geïnformeerd over de aandoening, mogelijke oorzaken, symptomen, behandelmogelijkheden en het te verwachten verloop van de aandoening. Bij psycho-educatie komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: vergroten van de kennis over de 'ziekte'; de kans op een terugval verkleinen, leren zo goed mogelijk te functioneren met de ziekte en het
verwerkingsproces. Er wordt aandacht besteed aan leefstijl, zelfmanagement en (begeleide) zelfhulp. Ook wordt beter duidelijk welk gedrag een negatief effect sorteert en welk gedrag juist een positieve invloed kan hebben. Behalve een goed ziekte-inzicht biedt psycho-educatie betrokkenen een kader dat toepassing van de opgedane kennis mogelijk maakt en ruimte biedt voor de verwerking gevoelens. Psycho-educatie wordt zowel individueel als in groepsverband gegeven. Het contact met lotgenoten is vanwege herkenning en steun van grote meewaarde. Psychoeducatie geeft in de Alcoholpoli de jongeren en hun ouders theoretische en prakti-sche ondersteuning in het omgaan met het alcoholgebruik. De educatie gaat vaak hand in hand met doelen, die erop gericht zijn de communicatie tussen te verbeteren of via de training van vaardigheden ertoe bij te dragen dat de jongere in kwestie minder vaak terug-valt. Uit verschillende studies naar de effectiviteit van psycho-educatie blijkt dat enkel kennis- of informatieoverdracht nauwelijks effect heeft op gedragsverandering. Voor alternatief gedrag is motivatieontwikkeling nodig. Motivatie komt echter niet alleen voort uit cogni-ties, maar ook de eigen emoties ten aanzien van dat gedrag en de evaluatie van de eigen toestand speelt daarbij een belangrijke rol. ( Van der Stel, 2003). In de Alcoholpoli stimuleren we jongeren tot adequaat alcoholgedrag. Hierbij hebben we aandacht voor de emoties en de motivatie. Vragen die aan de orde komen zijn: welke gedachten heeft de jongere over het alcoholgebruik, wat wil de jongere zelf ten aanzien van alcoholgebruik en waarom wil hij dat, waarom drinkt de jongere en wat weerhoudt de jongere ervan iets anders te doen? In de Alcoholpoli trainen we jongeren in nieuwe vaardigheden en sluiten daarbij nauw aan op hun intenties, omdat dit de kans op succes vergroot. We sluiten zo goed mogelijk aan bij datgene wat de betrokkenen al wél kunnen. Het is juist deze mix van psycho-educatie en motiverende gespreksvoering die maakt dat de Alcoholpoli een goede aanpak is voor het probleem van alcoholintoxicatie . In de schema C in de bijlage wordt aangegeven op welke wijze de te beïnvloeden factoren in de aanpak zijn verwerkt. 3.4 Werkzame elementen De Alcoholpoli is dusdanig opgezet dat met minimale inzet maximaal effect bereikt kan worden. In principe zijn alle onderdelen gericht op de opvoeding en de cognities zoals hierboven beschreven van groot belang en noodzakelijk om het gewenste effect te berei-ken. Deze elementen mogen daarom niet ontbreken in de interventie.
4. Uitvoering 4.1 Materialen De volgende materialen zijn beschikbaar: o Handleiding en Draaiboek Alcoholpoli met complete beschrijving van aanmel-ding tot verwijzing naar behandeling of externen, screenings-instrument en communicatieplan. o Folder Alcoholpoli voor jongeren en ouders o Factsheet (Tactsheet) met evaluatiegegevens 2010 en 2011 voor professionals van ziekenhuizen en huisartsenposten. 4.2 Type organisatie Er is een naast een projectplan ook uitgebreide' Handleiding en Draaiboek' van de interventie beschikbaar. Deze omvat naast een beschrijving van het proces voor de Alcoholpoli, ook een draaiboek voor het eerste face-to-face gesprek waarin de screening plaats vindt, het screeningsinstrument en tips om de implementatiekansen voor een dergelijke interventie te vergroten. Een training van ca 3 uur voor uitvoerenden in de verslavingszorg is ontwikkeld, zodat (toekomstige) uitvoerenden de inhoud van het traject leren kennen en leren werken met het draaiboek. De interventie is overdraagbaar aan de afdelingen preventie van de verslavingszorg in Nederland. De meeste preventiewerkers voldoen aan de eisen voor uitvoering van de interventie.
4.3 Opleidingen en competenties Gezien de inhoud van de interventie wordt gekozen voor trainers of behandelaren (preventiewerkers of maatschappelijk werkers) uit Tactus met een HBO-achtergrond. Naast kennis van middelen en middelengebruik beschikken zij over vaardigheden voor het omgaan met jongeren en ouders uit verschillende sociale lagen en culturele achtergronden. Daarnaast hebben zij kennis van motiverende gespreksvoering, aangezien zij regelmatig situaties zullen tegen komen waarbij de jongere niet gemotiveerd is minder te drinken. De werkers dienen een open en niet-moraliserende houding te hebben. Ook wordt van hen verlangd dat zij kunnen werken met jongeren in de leeftijdsklasse van 12 tot 18 jaar. Ze worden allen getraind in het op de juiste wijze uitvoeren van de interventie. De uitvoerend medewerkers staan onder supervisie van een hoofd behandeling (in de praktijk is dit een GZpsycholoog), zodat gegarandeerd is dat men de juiste inschatting maakt t.a.v. het probleem en de juiste zwaarte van de interventie inzet. Er is structureel overleg tussen de uitvoerend medewerkers en het hoofd behandeling. Dit overleg is via de mail of via een casusoverleg. Als het om een eenvoudige casus gaat, dan stuurt de uitvoerend medewerker na het eerste FTF gesprek een mailtje naar het hoofd behandeling en vraagt feed-back op de inschatting die gemaakt is op basis van de gegevens in het dossier. Betreft het een complexe casus dan kan worden aangeschoven bij het wekelijkse casusoverleg onder leiding van het hoofd behandeling. De uitvoerend medewer-ker kan op eigen initiatief hier aanschuiven om de casus voor te leggen of hier-voor worden uitgenodigd op basis van het dossier. Eisen die aan de uitvoerder van de Alcoholpoli worden gesteld zijn: . Inhoudelijk deskundig zijn op het gebied van alcohol in combinatie met jon-geren en hun ouders. . Kennis up to date. . Kennis en informatie op een toegankelijke manier kunnen overbrengen. . Betrokken en nieuwsgierig zijn naar de doelgroep (jongeren en ouders) . Veilig en open klimaat creëren. . Op de hoogte zijn van het gehele traject Alcoholpoli. . Aansluiten bij de belevingswereld van de jongere en ouders, ook al wijken hun opvattingen af van die van de uitvoerder. o Motiverende gespreksvoering kunnen toepassen:Een niet moraliserende houding hebben. o Met weerstand kunnen omgaan o Persoonlijke effectiviteit signaleren en benoemen 4.4 Kwaliteitsbewaking De kwaliteit en voortgang van de interventie wordt bewaakt door overleggen tussen de uitvoerende en het hoofd behandeling. De resultaten en activiteiten worden geregistreerd in een systeem , waardoor het mogelijk is in te zien wat de vraag was en welke interventie men heeft aangebo-den. Hiervoor zijn de uitvoerenden getraind in het registreren en het rapporteren aan verwijzer (ziekenhuis en huisartsenpost) en huisarts. Er zal steeds in samenwerking met opleidingsinstituten deelstudies worden ver-richt. In 2012 vond er een evaluatieonderzoek naar het gebruikte screeningsin-strument plaats. In 2013 vond onderzoek plaats naar de determinanten en de doelgroep van de Alcoholpoli. Verderop in deze beschrijving wordt nader inge-gaan op de resultaten van dit onderzoek. Jaarlijks wordt een overzicht gegeven van de bereikt jongeren, de leeftijden, de promillages, de aangeboden vervolgtrajecten etcetera. Deze gegevens worden teruggekoppeld aan ziekenhuizen, gemeenten en andere belangstellenden. 4.5 Randvoorwaarden Zie boven. 4.6 Implementatie Zie boven. 4.7 Kosten De kosten voor het ziekenhuis en het uitvoeren van de interventie door Tactus worden betaald uit de reguliere
ziektekostenverzekering van de jongere/ouders. Hiervoor is het polisnummer van de verzekerde nodig. Tot 18 jaar worden kin-deren op de polis van de ouders meeverzekerd en worden deze kosten dan ook daar gedeclareerd. Daarnaast zijn er kosten gemoeid met het opstarten van de interventie. Hierbij gaat het om het schrijven van projectplannen, het zoeken van samenwerking met ziekenhuizen, het voeren van gesprekken met samenwerkingspartners, training van medewerkers in de uitvoering van de Alcoholpoli, coördinatiekosten, materiaalkosten enz. De kosten hiervoor zijn betaald door gemeenten in het kader van alcoholmatigingscampagnes (Happy Fris, Minder Drank, Lekker Fris, Minder Drank Meer Scoren). Het is lastig aan te geven wat de personele kosten hiervoor zijn geweest, omdat we de Alcoholpoli in het gehele werkgebied van Tactus uitvoeren en de benodigde inzet en kosten niet gespecificeerd werden. De subsidie was bedoeld voor verschillende alcoholmatigingsactiviteiten en niet alleen voor de Alcoholpoli. Tijdsinvestering per interventie is voor een Alcoholpolimedewerker ca 5,30 uur en is als volgt verdeeld: Voorbereiding: 60 min; eerste gesprek: 70-100 min, tweede gesprek: 20-30 minu-ten; follow-up gesprek: 20 minuten: En rapportage en afsluiting: 110 min. Hier komt nog reistijd bij van de Alcohol-polimedewerker naar het thuisadres van de jongere. Een deel van deze uitvoeren-de kosten wordt vergoedt uit de ziektekostenverzekering van de ouders. De voor-bereiding en rapportage vallen hier buiten. Hier komt nog tijd bij voor overleg met hoofd behandeling ca 30 min. De overige kosten zijn: Personele kosten ca 4 uur per week totaal 208 uur per jaar (à € 80- €125) coördinatie, samenwerking ziekenhuis, opstarten samenwerking, door ontwikkelen interventie (evaluatie en onderzoek) Training uitvoerenden Deskundigheidsbevordering ziekenhuispersoneel Aanpassen interventie aan de eigen organisatie Schrijven van verantwoordingen, pr-materialen, folders etc. Materialen ca € 5000,PR-materialen met cijfers en evaluatiegegevens Folder over de werkwijzen en aanpak in de Alcoholpoli.
5. Onderzoek naar praktijkervaringen In 2011 heeft Tactus een procesevaluatie laten uitvoeren door een student van de Universiteit van Twente. Voor dit onderzoek zijn alle medewerkers van Tactus geïnterviewd die betrokken zijn bij de Alcoholpoli. Hen is gevraagd wat de erva-ringen zijn met de Alcoholpoli en alle (screenings) instrumenten die daarbij ge-bruikt worden. Ook zijn bij een groot aantal medewerkers de uitvoeringen van een aantal Alcoholpoli-interventies geobserveerd. Belangrijkste succes en faalfactoren waren: - men vindt het een waardevolle interventie: de medewerkers ontvangen positieve reacties van ziekenhuispersoneel, ouders en jongeren. - We hebben op het gebied van maatregelen gericht op regelgeving en handha-ving belangrijke acties kunnen uitvoeren. Voorbeelden zijn burgemeester inscha-kelen om een discotheek aan te spreken, politie, supermarkten betrekken bij alcoholmatiging en Grolsch. - medewerkers hebben behoefte aan instructie en duidelijkheid rondom de uitvoering, om de interventie op de voorgeschreven wijze uitvoeren. - Ook werd de behoefte gesignaleerd tot meer uniformeren van de aanpak. Dit alles heeft geresulteerd in een hernieuwde beschrijving van de interventie en de ontwikkeling van een aantal materialen zoals een draaiboek, handleiding, folders en Factsheets en screeningsinstrument. Bereikcijfers van Tactus laten zien dat het aantal verwijzingen naar de Alcohol-poli groeit. Zo zijn er bij Tactus in 2010 totaal 87 verwijzingen geweest (Tactus, 2011) en in 2011 totaal 144 (Tactus, 2012a). Deze stijging valt ook gedeeltelijk te verklaren doordat in 2011 meer ziekenhuizen het samenwerkingsverband met Tactus zijn aangegaan. Het totaal aantal ziekenhuisopnames in Nederland is in de periode van 2007 tot 2010 ook fors toegenomen met 156% (van 297 naar 762 opnames) (Van der Lely, van Dalen, Pereira, & van Hoof, 2012). De gemiddelde leeftijd bij een ziekenhuisopname bij een alcoholintoxicatie ligt iets boven de 15 jaar en is in
een periode van 2 jaar is deze redelijk stabiel gebleven. (Van Hoof, Van der Lely, Bouthoorn, Van Dalen, & Pereira, 2011). De ge-middelde leeftijd bij Tactus ligt iets boven het landelijk gemiddelde, namelijk op 15.6 jaar en laat een lichte daling zien . Ondanks dat de landelijke gemiddelde promillages stabiel over de tijd blijven, is een gemiddeld promillage van 1.84 zorgelijk. De gemiddelde promillages van 1.75? (2010) en 1.95? (2011) bij Tactus schommelt ook rond dit gemiddelde. In 2013 is op basis van dossieronderzoek een uitgebreide populatiebeschrijving gemaakt van de jongeren die bij Tactus op de Alcoholpoli worden aangemeld. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre er een relatie bestaat tussen (oorzakelij-ke) factoren van schadelijk alcoholgebruik die in de literatuur worden beschreven en de jongeren die bij de Alcoholpoli worden aangemeld. Op deze manier wordt getracht om erachter te komen of de jongeren die aangemeld worden bij de Alcoholpoli over bepaalde karakteristieken beschikken en of deze onder te verdelen zijn in groepen. Deze informatie kan gebruikt worden als basis voor preventie activiteiten die gericht zijn op het terugbrengen van het alcoholge-bruik onder jongeren. Tot slot wordt bij de risicofactoren voor schadelijk alco-holgebruik in de dossiers onderzocht of de aangeboden (vervolg)interventie hierop aansluit. Hierdoor kan het begeleidingsproces worden beoordeeld opdat preventiewerkers de intensiteit van de benodigde (vervolg)interventie op basis van risico factoren juist inschatten. De resultaten van het onderzoek worden in de bijlage aangegeven.
6. Onderzoek naar effectiviteit 6.1 Onderzoek in Nederland Zie onderzoek praktijkervaringen. 6.2 Onderzoek naar vergelijkbare interventies Er is een soortgelijk landelijk project met de gelijknamige naam 'Alcoholpoli' maar met een iets andere insteek. Deze is ontwikkeld door Dr van der Lely in Delft. Onderzoek is niet beschikbaar. De werkwijze van de 'Alcoholpoli' binnen werkgebied van Tactus verschilt met die van Dr van der Lely. Binnen de 'Alcoholpoli' volgens Tactus voert Tactus zelf de interventie uit, in tegenstelling tot de Alcoholpoli volgens dr van der Lely, waar ziekenhuisme-dewerkers de mate en ernst van het alcoholmisbruik bepalen. De meeste ziekenhuizen binnen het werkgebied van Tactus geven de voorkeur aan de aanpak zoals Tactus die voorstaat, omdat dit voor hen veel voordelen biedt. Maar ook zijn er ziekenhuizen die zelf de risicotaxatie willen doen. Ook binnen Tactus zijn er verschillen te vinden voor wat betreft de inzet van medewer-kers. In de meeste regio's zijn het preventiewerkers die de eerste screening doen, maar soms wordt een hulpverlener ingeschakeld. De kracht van de Alcoholpoli zoals hier beschreven is dat de expertise van Tactus Ver-slavingszorg al direct wordt ingebracht door het ziekenhuis of huisartsenpost wanneer er een relatie is tussen het incident en alcoholgebruik, en dat het incident wordt aange-grepen om maatregelen gericht op regelgeving en handhaving te bewerkstelligen. Verpleegkundigen en artsen zijn prima in staat voorlichting over de risico's van alco-holgebruik te geven als onderdeel van hun behandeling. Zoals in onderdeel 4 is aange-geven heeft dit duidelijk meerwaarde en voordelen Tactus in een vroeg stadium te betrekken.
7. Overige informatie 7.1 Ontwikkeld door Tactus Verslavingszorg 7.2 Websites Nvt
8. Aangehaalde literatuur Ajzen, I. (1991). The Theory of Planned Behaviour. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50, 179-211.
Bartelink, C (2013), Motiverende gespreksvoering. Utrecht: Nederlands Jeugd Insti-tuut. Boelema, S., Ter Bogt, T., van den Eijnden, R., & Verdurmen, J. (2009). Fysieke, func-tionele en gedragsmatige effecten van alcoholgebruik op de ontwikkeling van 16-18 jarigen. Utrecht: Trimbos-instituut. Bovens, R. H. L. M., (2010). De preventiewerker centraal. Een eigen bijdrage aan de ontwikkeling van de verslavingspreventie. Zwolle, Christelijke Hogeschool Windes-heim, Lectoraat Verslavingspreventie. Conrod PJ, Woicik P. (2002). Validation of a four factor model of personality risk for substance abuse and examination of a brief instrument for assessing personality risk. Addiction Biol 2002;7:329-46. Courtney, K.E. & Polich, J. (2009). Binge Drinking in Young Adults: Data, Definitions, and Determinants. Psychological Bulletin, 135(1), 142-156. Donath, C., Gräßel, E., Baier, D., Pfeiffer, C., Bleich, S., & Hillemacher, T., (2012). Predictors of binge drinking in adolescents: ultimate and distal factors - a representive study. BMC Public Health, 12, 263-278. Ellickson, P.L. et al (2003). Ten-Year Prospective Study of Public Health Problems Associated with Early Drinking. In: Pediatrics. Vol. 111, No. 5, pp. 949-955. Gibbons, F.X., Gerrard. M., Blanton, H., & Rusell, D.W. (1998). Reasoned action and social reaction: Willingness and intention as independent predictors of health risk. Journal of Personality and Social Psychology, 74(5), 1164-1180. Gosselt, J., Pieterse, M., van Hoof, J. (2010). Happ Fris?! Twentse ouders en hun kin-deren over alcoholgebruik. Research Institute for Social Sciences and Technology. Grant, J.D., Scherrer, J.F., Lynskey, M.T., Lyons, M.J., Eisen, S.A., Tsuang, M.T., True, W.R. & Bucholz, K.K. (2006). Adolescent alcohol use is a risk factor for adult alcohol and drug dependence: evidence from a twin design. Psychological Medicine, 36, 109-118. Hagemann, T., (2010). Alcohol en het adolescente brein. Open Universiteit Nederland. van Hasselt, N. (2010). Preventie van schadelijk alcoholgebruik en drugsgebruik onder jongeren. Utrecht: Trimbos Instituut. Van Hoof, J.J., (2010). Sweet Sixteen and never been drunk? Adolescent alcohol use, predictors and consequences. University of Twente. Integraal Toezicht Jeugdzaken Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Vechten tegen de bierkaai? Voorkomen en verminderen van alcoholgebruik onder jongeren. Den Haag, oktober 2011. Jolles, J. (2006). www.jellejolles.nl. Over 'brein en leren' in relatie tot onderwijsont-wikkeling. Kleinjan, M. en Rutger C. M. E. Engels(2010) 'Universele preventie van middelengebruik onder jongeren'. Kind en adolescent | jaargang 31 (2010), nr. 4, p. 221-233 Knibbe, R.A., Joosten, A., Choquet, M., Derickx, M., Morin, D., Monshouwer, K. (2007). Culture as an explanation for substance-related problems: A cross-national study among French and Dutch adolescents. Social Science & Medicine, 64: 604-616. Social Science & Medicine, 64: 604-616. Kuntsche, E., Rehm, J., & Gmel, G. (2004). Characteristics of binge drinkers in Europe. Social Science and Medicine, 59, 113-127. Larsman, P., Eklof, M, & Torner, M. (2012). Adolescents' risk perceptions in relation to risk behavior with longterm health consequences; antecedents and outcomes: A litera-ture review. Safety Science, 50, 1740-1748. van Laar, M.W. (2010). Nationale Drugs Monitor. Utrecht:Trimbos Instituut Van der Lely, N., van Dalen, W., van Hoof, J., Pereira, R., (2011). Alcoholintoxicaties bij jongeren in Nederland. Een onderzoek bij kinderafdelingen in Nederlandse zieken-huizen. Cijfers van 2007, 2008, 2009 en 2010. NSCK, RdGG, Stap, TNO, Univeriteit Twente. Lely, van der N., Visser, de M., & Ligterink, J. (2011). Onze kinderen en alcohol. Am-sterdam: Nieuw Amsterdam. Miller, W.R. & Rollnick, S. (2002). Motivational interviewing: preparing people to change. New York/London:
The Guilford Press. http://www.nibud.nl/over-het-nibud/actueel/onderzoeksrapporten/nieuws/artikel/nibud-scholierenonderzoek2012-2013.html Petraitis, J., Flay, B.R., & Miller, T.Q. (1995). Reviewing Theories of Adolescent Sub-stance Use: Organizing Pieces in the Puzzle. Psychological Bulletin, 117(1), 67-86. http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/alcoholgebruik/wat-zijn-de-mogelijkeoorzaken-van-alcoholgebruik Rozin, L. & Zagonel, I.P.S. (2011). Risk factors for alcohol dependence in adolescents. Acta Paulista de Enfermagem, 25(2), 314-318. Schrijvers, C.T.M., Schoemaker C.G. (2008). Spelen met gezondheid: Leefstijl en psy-chische gezondheid van de Nederlandse jeugd. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksge-zondheid en Milieu [RIVM] Snoek, A., Wits, E., van der Stel, J., van de Mheen, D., (2010). Kwetsbare Groepen. Kwetsbare groepen jeugdigen en (problematisch) middelengebruik. Visie en interven-tiematrix. IVO. Stap, 2011, Factsheet 'Alcohol: Gezondheidsrisico's voor kinderen en adolescenten' Utrecht.. Van der Stel, J. (2003), de effectiviteit van psychoeducatie. een literatuurstudie. De Geestgronden , afdeling onderzoek & ontwikkeling. TactusVerslavingszorg (2011). Tactsheet Alcoholpoli 2010. Deventer. Tactus Verslavingszorg (2012). Tactsheet Alcoholpoli 2011. Deventer. Tapert, S.F., Caldwell, L., & Burke, C. (2004). Alcohol and the adolescent brain: Hu-man studies. Alcohol Research and Health, 28, 205?212. Trimbos Instituut (2010a). Nationale Drugs Monitor. Utrecht: van Laar M.W. Velleman, R.D.B., Templeton, L.J., & Copello, A.G. (2005). The role of the family in preventing and intervening with substance use and misuse: a comprehensive review of family interventions, with a focus on young people. Drug and Alcohol Review, 24, 93-109. Verdurmen, J.E.E., Monshouwer, K., Dorsselaer, van S.A.F.M., Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W.A.M. (2011). Jeugd en riskant gedrag 2011: kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos Instituut. Valkenberg, H., (2010). Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar. Stichting Consument en Veiligheid. Verdurmen, J., Abrahan, M., Planije, M., Monshouwer, K., Dorsselaer, S van, Schulten, I., Bevers, J., & Vollebergh, W. (2006). Alcoholgebruik en jongeren onder de 16 jaar. Schadelijke effecten en effectiviteit van alcoholinterventies. Utrecht: Trimbos-instituut. Van der Vorst, H. (2005). The role of alcohol-specific socialization in adolescents' drinking behaviour. Addiction, 100, 1464-1476.
Deze informatie is op 22 juni 2016 gedownload van www.nji.nl.
Samenwerking erkenningstraject Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.