IK ONDERZOEK...
FLEUR BAKERMANS / A.K.V SINT-JOOST, ‘S HERTOGENBOSCH / 2015
IK ONDERZOEK...
WAT IK JE WIL ZEGGEN...
“Create a vision that makes you want to jump out of bed in the morning.”
Mijn ervaring met het verlies van een dierbaar persoon heb ik in mijn afstudeerproject om kunnen zetten naar iets positiefs waar ik anderen mee kan helpen. Wanneer ik me persoonlijk betrokken voel met het onderwerp is de motivatie groter om er iets bijzonders van te maken. Mijn afstudeerproject ging voor mij veel verder dan alleen het afstuderen voor school. Het was ook een persoonlijk proces waar ik veel van geleerd heb en waar ik trots op ben. Het heeft me in contact gebracht met hele fijne mensen en een hele interessante wereld waar ik het liefst veel in wil gaan betekenen in de toekomst. Ik wil in het speciaal graag Tineke van Asseldonk bedanken voor haar hulp, wijze raad en steun. Ik heb met veel plezier gewerkt en door dit project ontdekte ik dat vormgeving ook mensen kan helpen. Daardoor vind ik mijn vak veel waardevoller dan voorheen. Fleur Bakermans
start - Jordan Belfort -
04
INHOUDSOPGAVE
01
IK WIL JE ZEGGEN...
02
IK VROEG ME AF...
03
IK GING OP ZOEK... 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
04
Kinderen in rouw Verlaat verdriet Bespreekbaar maken Gevoelens uiten / Troosten Een visueel verhaal vertellen Bestaande middelen Rouwdeskundige - Tineke van Asseldonk Spelen is verwerken
IK DOE JE MISSEN... 4.1 Ontwerpen 1 4.2 Inhoud 4.3 Ontwerpen 2 4.4 Doe maar rouw 4.5 Reactie Tineke van Asseldonk 4.6 Vervolg
05
IK CONCLUDEER...
06
IK VAT SAMEN...
07
IK RAADPLEEGDE... 7.1
Bijlage
02 06
IK VROEG ME AF... Tijdens het afstuderen werk je aan twee projecten. Deze twee projecten worden gebaseerd op een gegeven thema en een eigen thema. Dit onderzoeksverslag gaat over mijn eigen thema. Dit thema wordt gekozen vanuit je fascinatie. Wat houdt je bezig? Waar kan je je druk over maken? Met wat voor onderwerp ben je verbonden? Waar kan jij je als ontwerper goed in uitdrukken? Wat zou je graag nog willen maken? Enzovoort. Vanuit al deze vragen probeer je een ontwerpprobleem te vinden waar jij je toe verhoud. Mijn keuze voor een thema was vrijwel meteen gemaakt. Ik wilde graag iets kunnen betekenen voor anderen vanuit ‘mijn verhaal’.
de draad weer oppakken. Met alles wat ik dat afgelopen jaar geleerd had, wilde ik iets doen voor mijn afstudeerproject. Daar ligt mijn fascinatie, mijn zwakte en mijn kracht.
Verlaat verdriet
Vanuit mijn eigen verhaal ben ik onderzoek gaan doen naar een algemeen verhaal waar ik als vormgever iets mee kan doen. Op de website van Hilda Lemaire1 vond ik veel informatie over verlaat verdriet. Wat ik ontdekt heb, is dat verlaat verdriet vaker voorkomt als kinderen op jonge leeftijd een ouder verliezen. Drie op de tien mensen verliest een ouder voor hun 23e levensjaar. Iedereen kent ook wel iemand bij wie dat gebeurt. Het verdriet delen gebeurt in veel gevallen niet. De dood wordt bij kinderen vandaan gehouden en vanuit het niet kunnen delen ontstaat het zwijgen. Als kind wil je de overgebleven ouder niet belasten. Kinderen gaan mee in het gedrag van zwijgen, flink zijn, je schouders eronder zetten, laten zien dat je een sterke meid of jongen bent die geen last bezorgt. Ook de ouder vindt het een moeilijk onderwerp om met het kind over te praten. Ouders willen graag zien wat er in het hoofd van het kind om gaat maar zijn bang om over het onderwerp te beginnen. Daarom zwijgen ouder en kind over de gebeurtenis. Het zwijgen kan heel verstikkend werken en dat kan resulteren in verlaat verdriet. Ouder en kind blijven beide met veel vragen zitten. Mijn verhaal is dus een verhaal wat meerdere mensen met mij delen. Daar zie ik mijn kans als ontwerper om iets met dit probleem te kunnen doen.
Mijn verhaal
Vorig schooljaar (2013) begon ik met afstuderen. Halverwege merkte ik dat ik geen focus meer had en dat er problemen waren met mijn geestelijke en lichamelijke gezondheid die mijn studie in de weg zaten. Na een aantal wanhopige pogingen om door te zetten met afstuderen moest ik ervoor kiezen om te stoppen met school. Ik maakte een afspraak bij de dokter en werd doorverwezen naar de psycholoog. Ik kreeg na een aantal tests de diagnose ‘depressie’ en ging in therapie. Tijdens de therapie werd al snel duidelijk vanuit welke ingrijpende gebeurtenis de depressie ontstaan was. Toen ik vijf jaar oud was is mijn moeder overleden. Er werd bij mij thuis niet veel over mijn moeder gesproken waardoor ik met veel vragen en verdriet bleef zitten. De depressie was een verlate rouwreactie oftewel verlaat verdriet. In de tijd die volgde leerde ik veel over wat voor een impact het overlijden van een ouder kan hebben op het leven. Ik studeerde als het ware mijn eigen problematiek waardoor ik meer ging begrijpen waar dit alles vandaan kwam. Wat ik merkte, is dat ik het onderwerp heel interessant vond omdat ik me er mee verbonden voelde. Na bijna een jaar therapie kon ik opnieuw starten met mijn studie en
1
Vormgever
Als vormgever ben ik altijd op zoek naar iets wat me raakt. Daarom vind ik het belangrijk om zo veel mogelijk persoonlijk betrokken te zijn bij mijn projecten. Ik probeer me altijd in de opdrachtgever te verplaatsen en een beeldende conclusie te trekken uit het verhaal wat zij/hij te vertellen heeft. Het verhaal is
Kinderen van nu
voor mij altijd van belang bij wat ik ook maak. Als vormgever kun je een verhaal zichtbaar en tastbaar maken voor anderen. Je bent de vertaler van theorie naar beeld. Ik vind het belangrijk om interdisciplinair te werken want elke opdracht is anders en vraagt om andere uitkomsten. Daarbij combineer ik graag verschillende technieken met elkaar zowel analoog als digitaal. Mijn eigen handschrift is vaak goed zichtbaar in de ontwerpen. Daarom past deze persoonlijke aanpak bij mij als ontwerper. In mijn afstudeerproject ben ik uitgegaan van mijn eigen verhaal. Het is natuurlijk niet zo dat ik een afstudeerproject maak over mezelf maar mijn verhaal is de basis waar vanuit ik iets wil gaan betekenen voor anderen die hetzelfde meemaken. Ik kijk als ervaringsdeskundige en als ontwerper naar het probleem. Als ik anderen zou kunnen helpen met hun (rouw)proces dan zou dat een waardevolle uitkomst zijn voor mijn project. Vanuit mijn eigen ervaring heb ik bekeken wat ik miste toen mijn moeder stierf en wat ik door die ervaring voor anderen kon betekenen als vormgever.
Aan de ene kant werk ik in dit project vanuit mijn eigen verhaal als ervaringsdeskundige. Aan de andere kant is het ook algemeen en zijn er meer mensen die dit met me delen. Degenen die dit met me delen, zijn kinderen die nu een ouder verliezen op jonge leeftijd. Deze kinderen zijn half wees. Dit is de doelgroep waar ik me op richt in mijn onderzoek. Bij deze kinderen kan ik misschien wel voorkomen dat er thuis niet over het onderwerp gesproken wordt. Het taboe doorbreken. Ik ben ervan overtuigd dat als je op vroege leeftijd het onderwerp bespreekbaar maakt en hulp biedt dat het later voor minder last zal zorgen.
Onderzoeksvraag
Hoe kan ik als grafisch ontwerper hulp bieden bij het rouwproces van kinderen die een ouder verliezen?
Deelvragen
- Wat is rouw? Hoe rouwen kinderen? Hoe gaan ze met de dood om? Wat zijn belangrijke stappen in een rouwproces? - Wat voor middelen worden er gebruikt voor kinderen die rouwen? Zijn er vergelijkbare middelen voor ander soort problematiek? Hoe ziet de vormgeving van rouwmiddelen eruit? - Wat is de relevantie van vormgeving van rouwmiddelen bij het rouwverwerking? - Welke deskundige zou mij meer informatie kunnen geven over rouwverwerking bij kinderen? - Hoe belangrijk is de communicatie tussen de overgebleven ouder en het kind voor het rouwproces? Welk middel zou communicatie tussen de overgebleven ouder en het kind gemakkelijker maken?
Onderzoeksverslag
In dit verslag zie je hoe ik mijn zoektocht/ proces heb doorlopen en wat ik allemaal tegen kwam onderweg. Vanaf het begin heb ik bij gehouden wat ik allemaal vond en al die vondsten hebben allen bijgedragen aan het eindresultaat. Ik geef in dit verlag inzicht in een beeldend en theoretisch onderzoek wat langs en soms door elkaar loopt. Voor theoretische ondersteuning bij mijn project heb ik hulp gezocht bij Tineke van Asseldonk. Zij is specialist op het gebied van rouw en verliesverwerking. Gesprekken met Tineke leverde me waardevolle informatie op waardoor ik als ontwerper beter inzicht kreeg in het probleem van de doelgroep. Hierdoor kon ik mijn ontwerpkeuzes beter verantwoorden. Ik probeer dit verslag op chronologische volgorde te rangschikken maar in werkelijkheid loop het onderzoek niet lineair.
Hilda Lemaire, www.doenenlaten.nl
07
08
IK GING OP ZOEK...
3.1 KINDEREN IN ROUW
Om een algemeen beeld te krijgen van wat rouw inhoudt voor kinderen wil ik dit stuk van Riet Fidelaers-Jaspers aanhalen2. Riet Fiddelaers-Jaspers is rouwdeskundige en schreef een aantal boeken over omgaan met verlies. Zij zet zich in om rouw en verlies bespreekbaar te maken. Voornamelijk in het onderwijs. In het volgende stuk tekst beschrijft Riet-Fidelaers-Jaspers op een begrijpelijke manier wat er gebeurd als een ouder overlijd.
Kinderen in rouw
Kinderen rouwen ook, hoe klein ze ook zijn. Rouw van kinderen lijkt veel op rouw van volwassenen. Op een paar punten wijkt het echter af. Tot een jaar of twaalf is hun denkproces is nog niet volledig ontwikkeld en snappen ze bepaalde dingen nog niet. Ook denken ze soms mede schuldig te zijn aan het overlijden omdat ze iets stouts gezegd, gedaan of gedacht hebben (magisch denken). Het is belangrijk dit in de gaten te houden. Hun gevoelens hebben ze minder onder controle dan volwassenen en ze houden ook minder rekening met conventies. Dus soms reageren kinderen erg explosief. Anderzijds zijn er ook kinderen die helemaal in hun schulp kruipen en nauwelijks iets laten zien van wat hen bezighoudt. Ze houden daarbij vaak rekening met hun rouwende ouders, willen onbewust hun eigen verdriet daar niet aan toevoegen. Ze zijn ook afhankelijk van de grote mensen om hen heen. Als die hen niet goed voorbereiden, informeren en betrekken dan kunnen kleine kinderen zelf ook niks. Rouw bij kinderen is vaak zichtbaar via het gedrag. ‘Lastig’ gedrag is soms een uiting van verdriet, niet wetende hoe ze die chaos aan gevoelens op een andere manier moeten uiten. Kinderen verliezen meer dan degene die dood is. Ze verliezen vaak ook hun ouder(s), althans de ouder(s) zoals zij die kenden en hun vertrouwd waren. De sfeer in het gezin verandert, allerlei vertrouwdheden vallen weg. Soms is er een tijdlang weinig aandacht voor hen. Het is dan belangrijk dat er vertrouwde anderen zijn die de ouders kunnen ondersteunen bij de opvang, zoals de leerkracht op school, een tante of oom of vrienden.
“KOMT MAMA NU NOOIT MEER TERUG?” - Fleur Bakermans -
2
06
Riet Fiddelaers-Jaspers, www.rietfiddelaers.nl
10
IK GING OP ZOEK...
3.2 VERLAAT VERDRIET
Afscheid?
In de inleiding heb ik al kort iets beschreven over verlaat verdriet. Hilda Lemaire is de eigenaar van het bureau Doen en laten. Zij werkt met de gevolgen van gemis voor volwassenen. In mijn eigen verwerkingsproces heb ik veel steun gehad aan de website3 van Doen en laten. Toen ik de teksten op de website las dacht ik: ‘Er zijn meer mensen die dit meemaken.’ En alles klonk ineens ontzettend logisch voor mij omdat deze tekst heel duidelijk aangeeft hoe verlaat verdriet kan ontstaan. Vanuit deze website start het onderzoek voor mijn afstudeerproject. Deze tekst is het fundament van mijn afstudeerproject daarom is het van belang om de gehele tekst te citeren.
Wanneer een moeder of vader jong is overleden…
Kinderen kunnen het tot zover ze een dergelijk verlies kunnen bevatten. En de rest komt later, stukje bij beetje, totdat het een geheel wordt en het integreert in hun leven. Dan is het leven al een stuk verder. Eerst is er nog die periode van zonder die ene dierbare ouder verder met elkaar leven. Wanneer moeders sterven, komt er vaak al snel (vaak binnen twee jaar na het overlijden) een nieuwe ‘moeder’, die de zorg voor de kinderen en het huishouden op zich neemt. Minder vaak een nieuwe ‘vader’. Soms is de nieuwe ‘ouder’ ook weduwe of weduwnaar geweest en komt de foto van jouw overleden vader/moeder naast die andere dode ouder… De plek die wordt ingenomen door een ander, de verliefdheid, je overbodig voelen. Beslist geen simpele tijden voor kinderen. En, ik schreef het al eerder, tegelijk willen kinderen ook zo ontzettend graag dat het leven weer gewoon wordt, zoeken de vertrouwdheid van school, het normale. Maar van binnen zijn ze ineens niet meer als hun leeftijdsgenootjes, en dat is een ontzettend moeilijk gevoel, wat kinderen ook niet kunnen omschrijven. Ook op die manier raak je eenzaam, maar heel onzichtbaar. Wat is er allemaal zichtbaar veranderd: nooit meer met z’n allen op vakantie, de lege plek aan tafel, de ongebruikte fiets, de kookboeken waarin niemand meer kijkt enz.
Het betekende ook dat je als kind verder leefde met de ouder die overbleef, en die kan: • Depressief worden • Doen alsof er niets is gebeurd, het leven gaat door • Er niet meer zijn voor het kind • Verwachten dat het kind een deel van de functie van de overleden ouder overneemt • De zorg voor de kinderen oppakken, het verdriet delen
Stil staan bij dat heel verdrietige stuk van al zo lang geleden dat je vader of moeder stierf, dat is toch echt een hele stap. Dat doe je niet zomaar. En je vraagt je ook af of je er wel wijs aan doet. Wordt het verdriet dan niet juist erger?
Eenzaam
Drie op de tien mensen verliest een ouder voor hun 23e levensjaar. Iedereen kent ook haast wel iemand bij wie dat gebeurt. Wat meestal niet wordt getoond, is de pijn die het op latere leeftijd geeft. Het lijkt allemaal zo goed te gaan, zulke sterke vrouwen en mannen, klaar staand voor een ander, niks is hun teveel. Maar wat is er allemaal vooraf gegaan? En wat speelt zich van binnen af bij die man/vrouw die zo jong zijn of haar vader/moeder verloor. Dat is een eenzaam gebied, waar maar heel weinig mensen worden toegelaten. Meestal niemand, zelfs zijzelf niet. Het wordt nooit meer gewoon. Hoe is dat zo gekomen? Wanneer je kind bent, en je vader of moeder sterft, is het verlies vaak amper te beseffen. Het leven gaat toch door, en soms was de ontstane rust, na bijvoorbeeld een lang ziekbed of meerdere opnames in bijvoorbeeld een psychiatrisch ziekenhuis, ook op een bepaalde manier prettig. Kinderen willen ook graag dat het weer allemaal ‘gewoon’ wordt. Alleen, het wordt nooit meer gewoon, nooit meer zoals het was.
Flink zijn
Het verdriet delen, gebeurt vaak niet. Zeker als we spreken over twintig jaar of langer geleden. De dood werd bij kinderen vandaan gehouden. En het verdriet is ook te groot voor iedereen. Vanuit het niet kunnen delen, ontstaat het zwijgen. Zwijgen wat op den duur zo verstikkend werkt. En vaak resulteert in verlaat verdriet. Er is geen plek voor rouw, huilen doe je in je eentje. Als kind beschik je ook nog niet over het vermogen tot delen, en de overgebleven ouder wil je ook niet extra belasten. Je gaat mee in het gedrag van zwijgen, flink zijn, je schouders eronder zetten, tonen dat je een sterke meid of een flinke jongen bent die geen last bezorgt. De beloning op het flink zijn is zo belangrijk, want het is per slot van rekening een vorm van liefde en erkenning waaraan ieder mens behoefte heeft.
3
11
Overleven en verlaat verdriet
Vanuit de pijn en de drang tot verder leven, ontstaat gedrag die je door het leven helpt. Als jong volwassene, en daarna. Overlevingsmechanismen zijn het, zoals: • Ik doe het zelf, ik heb niemand nodig • Angst voor nieuw verlies, niet echt een relatie durven aangaan, of meerdere relaties aangaan. • Angst voor nieuwe binding • Eigen werkelijkheden creëren • Stoer doen, zorgen dat niemand zich zorgen om jou gaat maken of nabij kan komen • Zorgen voor anderen, zelfvertrouwen ontlenen aan de waardering van anderen Het resulteert in niet meer goed weten wie je nu eigenlijk bent, wat je werkelijk wil en hoe daar vorm aan te geven.
Van binnen breken
Het overlevingsmechanisme houdt lang stand, maar gaat barstjes vertonen bij nieuwe ingrijpende gebeurtenissen. Ook naarmate je ouder wordt, en er blijkbaar de tijd rijp is om bij dit verlies stil te staan. Gebeurtenissen als: nieuwe relatie krijgen/ huwelijk/zelf vader of moeder worden/ scheiding/zelf ernstig ziek worden/in nabije kring een vergelijkbare situatie meemaken, je kind die de leeftijd bereikt die jij had toen je vader/moeder overleed, zelf ouder worden dan je vader of moeder ooit is geworden. Het maakt iets in je los, verlaat verdriet, wat je het liefst ook maar weer terug wil duwen.
Hilda Lemaire, www.doenenlaten.nl
12
IK GING OP ZOEK...
Het zwijgen doorbreken
3.3 BESPREEKBAAR MAKEN
In mijn eigen situatie bleef ik met heel veel vragen, verdriet en pijn zitten doordat er niet veel gesproken en of gedeeld werd over de dood van mijn moeder in de thuissituatie. Dit resulteerde later in een depressie. Omdat het een moeilijk onderwerp was om over te praten, maakte dat het ook lastig om de dood van mijn moeder te integreren in mijn eigen leven. Ik denk dat als ik op jonge leeftijd hulp had gehad met het verwerken van zo’n ingrijpende gebeurtenis dat ik later niet zo veel last zou hebben ervaren. Als we van begin af aan samen het verdriet gedeeld hadden of hulp daarbij gehad hadden dan zouden mijn vader en ik er minder alleen voor gestaan hebben. Want ook mijn vader had hulp kunnen gebruiken in het bespreekbaar maken van dit onderwerp binnen het gezin. Want hoe doe je dat als vader? Wat gaat er in het hoofd van het kind om en wat begrijpt zij of hij? Het is dus van belang dat ouder en kind gaan praten over dit onderwerp en dat het taboe doorbroken wordt ook al is het een pijnlijk en verdrietig onderwerp. Het zwijgen moet voorkomen worden. Als vormgever zou ik een communicatief hulpmiddel kunnen ontwerpen wat het gesprek over dit onderwerp makkelijker maakt.
Ik vond belangrijke bronnen die bevestigen dat praten belangrijk is voor kinderen en hun ouder als er een dierbare overlijd. Op de site van opvoed advies4 lees ik dat openheid de belangrijkste sleutel is tot het leren omgaan met verlies, zowel voor de ouders als voor het kind. ‘Het is goed te praten over het verlies en samen het verdriet te kunnen ervaren. Vooral jonge kinderen hebben uitleg nodig van de ouders om te begrijpen wat het overlijden inhoudt en voorbereid te zijn op het afscheid en de tijd die daarna gaat komen. Het is een harde boodschap voor jonge kinderen dat ‘dood gaan’ ‘voor altijd weggaan’ betekent, maar het kind heeft er niets aan als ouders dit verbloemen.’ Ook heb ik gekeken wat Leoniek van der Maarel hierover schreef5. Zij is niet alleen rouwdeskundige maar ook ervaringsdeskundige als ouder zijnde. Haar dochter was vijf jaar toen haar man overleed. Net zo oud als ik dus. Zij verteld dat het spreken met kinderen over de dood geen taboe moet zijn. ‘Praten is belangrijk “Erover praten is heel belangrijk”, zegt ze. “Verplaats je in het kind. Oordeel niet meteen, maar vraag waarom het kind boos of opstandig is. Een van de jongeren in het boek werd vroeger de klas uitgestuurd, maar de leraar kwam op de gang naast hem zitten. Dat had veel indruk gemaakt. Luister verder met je hart, herhaal en beaam wat een kind zegt, geef oprechte aandacht. En behandel ze vooral niet als zielig. Dat willen ze absoluut niet. Kinderen hebben een enorme veerkracht. Ze kunnen veel meer hebben dan wij denken, als ze maar steun ervaren.
COMMUNICATIE(MIDDEL)
KIND
Zwijgen niet goed Zwijgen is de slechtste manier van omgaan met een rouwend kind. In haar boek haalt Van der Maarel een uitspraak van een rouwdeskundige aan: Spreken is zilver, zwijgen is fout. “Niet over het overlijden praten, dat is goedbedoeld, maar het kind heeft er niets aan. Mogelijk nog fouter is als een kind iets uit zichzelf vertelt over de overleden ouder en je leidt het af: ’Kom, we gaan een ijsje eten!’ Zo leert een kind om niets meer te vertellen. Je kunt gewoon vragen of het wil praten.”’
OUDER
Riet Fiedelaers-Jaspers schrijft6 dat het een logische reactie van de ouders is om hun kind te beschermen en dat ze daardoor het kind vaak weghouden van de dood. Hierdoor kan ik bevestigen dat de ouders hulp kunnen gebruiken in het bespreekbaar maken van het overlijden van hun partner. ‘De eerste reactie van volwassenen bij een overlijden is kinderen ‘beschermen’ door hen ervan weg te houden of omhuld te vertellen wat er aan de hand is (‘het lijkt net of hij slaapt’). Terwijl kinderen juist gebaat zijn bij openheid. Als ze geen uitleg krijgen, ontstaat een gevoel van onveiligheid. Kinderen informeren, eerlijkheid en duidelijkheid (in zoverre die er is) is belangrijk zonder dat alle details gedeeld hoeven worden.’
“Spreken is zilver, zwijgen is fout.” - Leoniek van der Maarel 4 5 6
13
www.opvoedadvies.nl/rouwkind Leoniek van der Maarel (2013). Leren leven met een overleden ouder. Omgaan met de rouw van kinderen.Waar moet je opletten? www.gezondheidenco.nl Riet Fiedelaers-Jaspers en Floortje Agema (2015). Hoe wordt je dood meester? Kinderen en afscheid nemen. www.rietfiddelaers.nl
14
IK GING OP ZOEK...
Novel Hospital Toys
Als inspiratie voor mijn project
Ik ging op zoek naar middelen van andere ontwerpers die ingezet worden om moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken. Een mooi voorbeeld van een ontwerp wat een lastig onderwerp op een speelse manier bespreekbaar maakt, is Novel Hospital Toys7. Het is een set speelgoed dat bestaat uit speelgoedmodellen van machines, zoals CT, röntgen-, ECHO (echocardiograph), ECG (elektrocardiogram) en een prentenboekje dat uitlegt wat de machines doen. Dit is speelgoed wat speciaal ontwikkeld is om kinderen bekend te maken met de gebeurtenissen binnen het ziekenhuis.
Dit speelgoed heb ik als voorbeeld genomen omdat het voor kinderen een moeilijk onderwerp begrijpelijk maakt. Dat is een mooi gegeven waar ik vanuit zou kunnen werken met mijn project. Ik zou graag willen dat er op een luchtigere manier om werd gegaan met het onderwerp rouw en verlies omdat er een taboe heerst bij ouders om erover te speken met kinderen. Kinderen associëren spelen denk ik minder snel met iets naars waardoor ze sneller geïnteresseerd raken om mee te doen. Novel Hospital Toys is van invloed geweest op de gedachtegang voor mijn project. Novel Hospital Toys laat zien dat je ook spelenderwijs om kan gaan met een lastig onderwerp om het zo bespreekbaar te maken.
De vragendoos
Een ander voorbeeld om een gevoelig onderwerp te bespreken, is de vragendoos. Veel mensen van mijn leeftijd (27) kennen de vragendoos nog wel van de middelbare school. Die stond vaak voor in de klas en daar kon je anoniem vragen in stoppen over bijvoorbeeld seksualiteit, relaties, ideeën of andere onderwerpen. De vragen worden later behandeld in de les of in een persoonlijk gesprek. Dit is een manier om kinderen te laten spreken over een onderwerp waar een taboe op heerst. Kinderen voelen zich minder snel gehinderd om een vraag te kunnen stellen en de docent krijgt zo inzicht in wat er speelt in de klas.
Vragendoos seksuele voorlichting, Uitgeverij Rutgers WPF
Als inspiratie voor mijn project
Doordat er niet of nauwelijks gesproken wordt over de overleden ouder denk ik dat kinderen ook vaak met vragen blijven zitten over de ouder die gestorven is of over de dood in het algemeen. Uit eigen ervaring weet ik dat ik zo veel vragen had maar ze niet durfde te stellen. Als je hier een vragendoos voor zou kunnen gebruiken, kan dat de drempel minder hoog maken voor de kinderen om een briefje te schrijven naar de ouder.
Schets, Vraag en antwoord enveloppe
Novel Hospital Toys, Hikaru Imamura, www.hikaruimamura.sakura.ne.jp/watashi/
7
Novel Hospital Toys, www.hikaruimamura.sakura.ne.jp
15
16
IK GING OP ZOEK...
3.4 GEVOELENS UITEN EN TROOSTEN
Gevoelens uiten is belangrijk tijdens het rouwproces. Bij het verlies van een dierbare kunnen allerlei emoties opspelen. Om kinderen de emoties te leren uiten zou je ze een middel kunnen bieden waardoor ze daarin gestimuleerd worden.
Schets gevoelens envelop
In de gevoelens envelop stopt het kind de emoties die gelden voor dat moment. Het kind kan de envelop aan de ouder geven of hem op een zichtbare plek in huis hangen. Op deze manier het kind laten weten aan de ouder hoe hij/zij zich voelt en vervolgens kan de ouder daarop reageren. Andersom kan ook de ouder het kind via deze weg laten weten hoe hij/zij zich voelt.
Schets, gevoelens envelop
Schets gevoelens gezicht
Ik heb een schets gemaakt van een boekje waarin het kind op een speelse manier leert welke emoties er allemaal zijn. Het kind kan de emoties op het gezicht passend maken bij de emotie die eronder staat. Zo leert het kind om te vertellen en te herkennen hoe het zich voelt.
Schets, gevoelens gezicht
Tranendoekjes
Kinderen die een ouder verliezen, zoeken vaak troost als ze verdrietig zijn. Ik verzamelde zelf de tranen voor mijn moeder in een zakdoek die ik verstopte onder de muts van mijn knuffeldier. Als ik een tranendoekje zou vormgeven voor de kinderen die hun ouder moeten missen zou dat ze misschien troost kunnen bieden. Vrienden en familie kunnen deze doekjes cadeau doen om het kind troost te bieden. Schets, tranendoekjes
17
IK GING OP ZOEK...
3.5 EEN VISUEEL VERHAAL VERTELLEN
Omdat ik natuurlijk geen therapeut ben, moest ik op zoek naar een manier waarop ik het onderwerp als vormgever kon benaderen. Hoe voelt het nu precies om half wees te zijn? En hoe leg je een ander makkelijk uit wat het inhoudt als een kind een ouder verliest? Ik begon met het verbeelden wat de situatie was. Dit was een belangrijke stap in mijn proces omdat ik hier door middel van beeld een verhaal ging vertellen waardoor het probleem waar ik me mee bezig wou houden voor anderen in een oogopslag duidelijk werd.
Half wees
Het verhaal in pictogrammen
Doordat ik het beeld met de ballonnen had gemaakt kwam ik op het idee om de probleemstelling te vertalen naar beeld. Op deze manier hoopte ik meer grip te krijgen op het project. Ik begon met vormgeven van pictogrammen en kleine illustraties. En maakte drie beelden die in stappen vertelde wat het probleem was dat ik wilde oplossen. Doordat ik pictogrammen ging maken, merkte ik dat ik het verhaal voor mezelf steeds duidelijker kreeg. Zo ontstond er een beeldtaal waarmee ik kort en krachtig aan ook anderen uit kon leggen wat het probleem was waar ik iets aan wilde doen. Mijn gezin betstond uit mijn vader, moeder en ik.
Als je een ouder verliest, word je ‘half wees’ genoemd. Om grip te krijgen op hoe het voelt om half wees te worden of te zijn, ben ik het uit gaan beelden. Ik heb twee ballonnen genomen als verbeelding van de vader en de moeder. In de ene hand ‘ballon mama’ in de andere hand ‘ballon papa’. Een van de ballonnen wordt lek geprikt. Dit heb ik vastgelegd in twee foto’s. In deze foto’s wordt pijnlijk duidelijk dat je uit balans bent als je een ouder verliest.
Toen mijn moeder overleed bleef ik zitten met heel veel vragen omdat papa en ik niet over mama spraken.
Als ontwerper wil ik een middel maken voor kinderen die nu hun ouder verliezen, wat de communicatie tussen het kind en de overgebleven ouder makkelijker maakt.
Schets, Verhaal halfwees
Schets, Verhaal in pictogrammen
19
20
IK GING OP ZOEK...
MAMA
?
PAPA
PAPA IK
PAPA
IK
IK
In de meeste gezinnen ziet het er zo ongeveer uit: papa, mama en ik.
Als een van beide ouders komt te overlijden...
Dan zien de verhoudingen in het gezin er heel anders uit.
Nu is het alleen nog maar papa en ik.
HOE KAN IK ALS ONTWERPER IETS BETEKENEN IN HET ROUWPROCES VAN KINDEREN?
Toen ik 5 jaar oud was overleed mijn moeder.
Vorig jaar (27jaar) kreeg ik last van een depressie door verlaat verdriet.
Met alles wat ik afgelopen jaar heb geleerd over verlies en rouwverwerking zou ik graag iets willen betekenen voor kinderen die een ouder verliezen.
Hoe kan ik als ontwerper iets betekenen in het rouwproces van kinderen?
MAMA IK
PAPA
De oorzaak van verlaat verdriet is vaak dat kinderen niet met hun overgebleven ouder durven praten.
IK
PAPA
Andersom vindt de ouder het ook erg lastig om er met het kind over te praten.
IK
PAPA
Doordat het lastig is om over de overleden ouder te spreken ontstaat het zwijgen. Zwijgen kan verstikkend werken en een verlate rouwreactie of zelfs depressie veroorzaken.
IK
PAPA
Ik wil een communicatiemiddel maken wat het geprek tussen de overgebleven ouder en het kind makkelijker maakt.
IK GING OP ZOEK...
3.6 BESTAANDE MIDDELEN
Invulboekjes
Afgelopen 25 jaar is de hulp bij rouwverwerking sterk in ontwikkeling geweest. Riet FiddelaersJaspers heeft een toonaangevende rol gespeeld in het bespreekbaar maken van verlies en rouw in Nederland. Ze schreef boeken en ontwikkelde methoden om beter te leren omgaan met verlies. In het stuk ‘Omgaan met verlies start in de wieg’8 vertelt ze hoe belangrijk het is al op jonge leeftijd aandacht te schenken aan dit onderwerp. In de afgelopen 25 jaar zijn er al heel wat stappen gezet. Maar wat ik concludeerde is dat er op het gebied van vormgeving nog veel te winnen valt.
Clichébeelden
Veel van de invulboekjes die ik vond, zagen er naar mijn mening somber en saai uit. Ze bestonden vooral uit lappen tekst met hier en daar een mogelijkheid om wat in te vullen op een lijntje. Een voorbeeld van zo’n invulboek is het boekje ‘Als jij er niet meer bent’ van Riet Fiddelaers-Jaspers10. In dit boek staat erg veel tekst voor kinderen en af en toe een sombere zwart/wit illustratie. Ik denk dat dit soort invulboeken niet aantrekkelijk zijn voor kinderen omdat de vormgeving niet op hen gericht is. Als je de rouwverwerking kinderboeken vergelijkt met ‘gewone’ kinderboeken zie je veel verschillen in de vormgeving.
tekst, weinig beeld en waren vooral functionele ontwerpen. Bij prentenboeken werd er meer rekening gehouden met de belevingswereld van het kind. Ik vond ook veel therapeutische middelen die zelf geknutseld waren.
Als je onder de term rouwverwerking zoekt op google, zie je veel clichébeelden. Huilende engeltjes, tranen, in elkaar gevouwen handen, kaarsen, bloemen en voornamelijk sombere beelden. Ik vind dat er vaak te dramatisch met beeld om wordt gegaan als het gaat om de dood. Dood is iets wat bij het leven hoort en waar iedereen vroeg of laat wel mee te maken krijgt. Zelf vind ik dat er op een luchtigere manier mee om mag worden gegaan omdat het onderwerp al zwaar is. Als je rouwkaarten bekijkt zijn dat vaak beelden die je naar mijn mening absoluut niet troosten of helpen. Ik zou graag meer ondersteunende of helpende vormgeving willen maken voor degene die een dierbare verliezen.
Prentenboeken
De prentenboeken vond ik het beste aansluiten op de belevingswereld van kinderen. Deze prentenboeken bevatte veel beeld en weinig of zelfs geen tekst. Kinderen krijgen op deze manier meteen een beeld bij de gebeurtenis. Prentenboeken leggen op een kindvriendelijke en visuele manier uit wat er allemaal gebeurt als er iemand dood gaat. Een mooi voorbeeld hiervan is het boekje ‘Lieve Oma Pluis’ van Dick Bruna9. Hierin wordt kinderen met hele directe beeldtaal die voor iedereen herkenbaar is verteld wat er gebeurt als ‘Oma ’ sterft.
ROUWVERWERKING KINDERBOEKEN
- Veel tekst - Weinig beeld - Weinig kleur - Somber
GEWONE KINDERBOEKEN
- Weinig tekst - Veel beeld - Veel kleur - Vrolijk Google, Clichébeelden Als jij er niet meer bent, Riet Fiddelaers-Jaspers
Hulpmiddelen
Ik zocht naar de vormgeving van bestaande hulpmiddelen voor rouwverwerking van kinderen. Ik vond prentenboeken, invulboeken en therapeutische hulpmiddelen in veel verschillende vormen. Wat me opviel was dat bij veel hulpmiddelen dat ze of zelf gemaakt waren of de vormgeving niet heel aantrekkelijk of uitnodigend was. De middelen bevatte veel
8 9
Lieve Oma Pluis, Dick Bruna
Riet Fiddelaers-Jaspers (2014). Omgaan met verlies start in de wieg. Brabants Dagblad. Dick Bruna (1996). Lieve Oma Pluis. Mercis Publishing. www.nijntje.nl
23
10
Riet Fiddelaers-Jaspers (2005). Als jij er niet meer bent. Ten Have
24
IK GING OP ZOEK...
Therapeutische Hulpmiddelen
Reflectie
Er bestaan dus een heel aantal boeken en middelen om kinderen te helpen bij verlies. Om een overzicht voor mezelf te creëren, verdeelde ik de middelen die ik gevonden had in thema’s die ik vaak tegen kwam. Vragen stellen/bespreekbaar maken/taboe, uitleggen/educatie, herinneren/ eren, emoties uiten en troosten. Doordat ik de verzamelde afbeeldingen samen bracht, zag ik dat er meerdere manieren zijn om het onderwerp dood bespreekbaar te maken. Voor niet ieder kind zal dezelfde methode fijn en passend zijn. Iedereen verwerkt op zijn/haar eigen manier met de rituelen/middelen die daarbij passen. Misschien moet ik niet op zoek gaan naar 1 middel om vorm te geven, maar een bundel maken van meerdere middelen zodat kind en ouder verschillende manieren aangereikt krijgen om over het onderwerp te praten. Zij kunnen dan kiezen welke manier bij hun past en waar ze zich prettig bij voelen.
Verder vond ik heel erg veel middelen die toegepast konden worden bij bijvoorbeeld creatieve therapie met kinderen. Hierbij viel het me op dat er weinig vormgegeven middelen tussen zaten. Ik vond veel middelen die zelf geknutseld waren. Deze creatieve hulpmiddelen spraken me erg aan. Het zijn hulpstukken om kinderen spelenderwijs met moeilijke onderwerpen om te laten gaan net zoals bij ‘Novel Hospital Toys’. Ik zag als grafisch vormgever een kans om deze middelen, ideeën en methoden vorm te geven.
VRAGEN STELLEN / BESPREEKBAAR MAKEN / TABOE
UITLEGGEN / EDUCATIE
HERINNEREN / EREN
EMOTIE UITEN
Blog, Testy Yet Trying “Learn basic feelings”
Blog, First Grade Fresh “Talking with kids”
Website, School Counselingfiles “Learn about emotions”
Website, Domestic Goddesque “Feel strong and protected”
Blog, DSomething to talk about “Conversation Jenga”
25
TROOSTEN
Moodboards, Onderverdeling middelen
26
IK GING OP ZOEK...
3.7 ROUWDESKUNDIGE - TINEKE VAN ASSELDONK
Om meer inzicht te krijgen in rouwbegeleiding voor kinderen ben ik op zoek gegaan naar een deskundige die me kon helpen bij het afstudeerproject. Al eerder las ik artikelen, boeken en interviews van Leoniek van der Maarel. Na mailcontact bleek dat ze een te volle agenda had om me te kunnen begeleiden. Ze verwees me door naar Tineke van Asseldonk. Tineke van Asseldonk is specialist in rouw- en verliesbegeleiding. Op haar website11 las ik het volgende:
“Mijn naam is Tineke van Asseldonk. Toen ik tien jaar oud was overleed mijn moeder. Thuis werd hier nauwelijks over gepraat en ook bij vriendinnen durfde ik dat niet. Ik was bang een uitzondering te zijn. Vaak was ik eenzaam en alleen in mijn verdriet.” Dit klonk voor mij heel herkenbaar en ik heb meteen contact opgenomen. Tineke mailde enthousiast terug en vond het leuk om mee te denken met mijn project. Tineke van Asseldonk is specialist in rouw- en verliesbegeleiding. In 2003 opende ze Praktijk Verliesbegeleiding. Met veel betrokkenheid begeleidt ze daar kinderen, jongeren en jongvolwassenen die met verlies in aanraking komen. Ik deed een interview bij haar in de praktijk. Het interview heeft me veel nieuwe inzichten gegeven en informatie waardoor ik mijn (ontwerp)keuzes kon verantwoorden.
Highlights uit het interview Vakgebied
“Hoe ben je in dit vakgebied terecht gekomen? Ik ben zelf op mijn tiende mijn moeder verloren. Toen ik 35 werd ben ik daar tegenaan gelopen en heb een depressie doorgemaakt. Daar heb ik psychologische hulp voor gehad. Daarna is het idee ontstaan. Het zou zo mooi zijn als kinderen van nu geen 20 of 30 jaar wachten tot ze last krijgen van het verlies.” • Dit is een bevestiging dat het van belang is om kind en ouder zo vroeg mogelijk hulp te bieden.
Leeftijdscategorie
“Zijn er leeftijd categorieën/onderverdelingen te maken in hoe kinderen de dood beleven? Zelfs als baby kun je er iets van mee krijgen. Het zijn een soort voelsprieten die kinderen hebben voor emoties en dingen die veranderen. Kinderen vanaf 6/7 jaar kunnen de dood beter begrijpen. Deze kinderen komen vaak hier in de praktijk. Ik heb een formulier met informatie daarover.” (zie bijlage 1.) • Met deze informatie kan ik mijn doelgroep voor mijn project vaststellen op een leeftijd vanaf 6 jaar.
‘Reclame’
Hoe komen ouders en kinderen bij u terecht? “Via mijn netwerk van scholen, maatschappelijk werkers, psychologen, raad van kinderbescherming, de huisarts en kinderbescherming. Ook word ik genoemd bij begrafenisondernemers. Een ontwikkeling van de laatste tien jaar is dat begrafenisondernemers ook een stukje nazorg geven. Zeker als er kinderen betrokken zijn. Vanuit hier worden hulpmiddelen aangeboden.” • Nu weet ik waar ik mijn middel zou kunnen aanbieden.
11
Creativiteit
“Waarom heeft creatief bezig zijn een toegevoegde waarde in het rouwproces? Creatief bezig zijn, brengt het gevoel makkelijker van binnen naar buiten.” • Het is dus van belang dat mijn middel creativiteit stimuleert om gevoelens naar buiten te brengen en bespreekbaar te maken.
Vormgeving
Zijn vorm, kleur en uitstraling van een “Zijn vorm, kleur en uitstraling van een hulpmiddel belangrijk? Wat zou een grafisch vormgever daaraan kunnen toevoegen? Ik weet zeker dat het toegevoegde waarde heeft hoe iets eruit ziet. Als iets er heel grijs of kaal uitziet dan zal het niet zo snel aanspreken. Het middel moet kinderen aanspreken en ik vind daarin kleur en vorm heel belangrijk. Of je kan iets doen door het ontwerp heel spannend maken. Ze moeten niet denken dat het weer een werkblad is van school. Dan hebben ze er geen zin in. Als het er leuk uitziet willen ze er liever mee aan de slag. Ook een ruimte kan heel veel invloed hebben. Mijn praktijk is rustig, heeft ook wat kleur en is niet saai.”
• Als vormgever kun je dus wel degelijk iets betekenen in het rouwproces van kinderen door middelen aantrekkelijk te maken voor kinderen waardoor ze het makkelijker en misschien zelfs leuker vinden om hun verdriet te verwerken
Invulboekjes
“Wat voor boekjes bestaan er al voor kinderen? Er zijn veel invulboekjes te vinden. Bijvoorbeeld van Dela. Het zijn standaardboeken waar steeds dezelfde dingen in terug komen. Kijk deze is ook maar saai. Ik zou het mooi vinden als je het breder trekt. Rondom het overlijden is school actief en iedereen is er voor je maar
Tineke van Asseldonk, www.praktijkverliesbegeleiding.nl
28
IK GING OP ZOEK... na een half jaar is dat weg. De eerste weken word je bij wijze van spreken ‘dood’ gegooid met folders en boekjes. Deze werkschriftjes zijn bedoeld voor kort na de dood. Het moet geen boek zijn wat je af moet maken. En dat vind ik deze van Dela wel uitstralen. Dit zijn net schoolboeken met veel tekst. Alsof je hem in een paar dagen moet maken en dat het dan beter gaat. Kinderen moeten beseffen dat het een proces is waar ze aan kunnen werken op hun eigen manier. Dan heb je het over communicatie. Hoe kun je blijven communiceren? Ik denk dat het belangrijk is dat je het gesprek aangaat. Als kinderen en pubers dat nu als doen wordt dat later natuurlijker.”
Spiegel jezelf: Ze kijken in de spiegel en moeten dan zes kwaliteiten opschrijven. Pictogrammen: Met de pictogrammen van Riet leggen ze hun eigen verhaal neer.
• In dit antwoord zag ik duidelijk een ontwerpprobleem naar voren komen. De huidige invulboekjes zijn saai en tijdelijk. De vormgeving sluit niet aan op de belevingswereld van kinderen. Hierin kan ik als ontwerper iets betekenen. Het idee dat het boekje nooit af komt vind ik een mooi gegeven om mee te nemen in de vormgeving.
Verdrietkast: Hier kunnen ze hun verdriet in allemaal kleine doosjes een laatjes stoppen.
Kleien met je ogen dicht: Met je ogen dicht doe je veel meer vanuit je emotie. Kinderen komen weer op kracht als ze het daarna tentoon mogen stellen. Gevoelens in je buik tekenen: Ze schrijven en tekenen hier hun gevoel in de buik. Ballon die de lucht in gaat: Ik laat ze hun zorgen meegeven met een ballon die de lucht in gaat.
Spiegel jezelf, Foto Tineke van Asseldonk
Pictogrammen, Foto Tineke van Asseldonk
Kleien met je ogen dicht, Foto Tineke van Asseldonk
Krassen & kliederen, Foto Tineke van Asseldonk
Briefje met wensen, Foto Tineke van Asseldonk
Familiopstelling, Foto Tineke van Asseldonk
Hersenfabriek: Ze kijken dan wat de rotzooi is in hun hoofd. Dat gaat naar de fabriek en wordt verwerkt. En de vrachtwagen komt er weer leeg uit. Krassen en kliederen: Dit gaat over boos zijn. Ze mogen lekker krassen, kliederen en zelfs scheuren. Het hoeft niet mooi te zijn.
Middelen
“Wat voormiddelen/methoden gebruik je in de praktijk? Ik kan je wel wat foto’s laten zien van oefeningen die wij hier doen in de praktijk. Veel opdrachten zijn vanuit een werkvorm ontstaan. Ik gebruik vaak een metafoor voor de theorie. In theorie zijn er vier rouwtaken: het verhaal, gevoelens en emoties, herinneren en integreren. (zie bijlage 2.) Door spel kun je heel veel duidelijk maken. We maken het altijd een beetje leuk.” (Van sommige opdrachten heb ik geen beeld in verband met privacy.)
Briefje met wensen: Ze schrijven hun wensen op en stoppen dat in een hartje. Familieopstelling: Ze maken een familieopstelling. Zelf zijn ze het belangrijkste poppetje en mogen dan kiezen waar ze mama, papa, broers en zusjes neerleggen. Gevoelslichaam: Kinderen kunnen feilloos inkleuren waar hun gevoel zit. Ze doen dat nog heel intuïtief. Vaak zit het verdriet en de boosheid bij kinderen in hun buik.
Oefeningen: Geheime boekje: We maken met de perforator twee gaatjes in een bladzijde en doen er touwtje door. In dat boekje schijven en tekenen ze dan hun geheimen. Ze bepalen zelf of ze het papa of mama laten zien.
“Verdrietig is mijn hoofd en ik mis je is mijn hart” 29
IK GING OP ZOEK...
3.8 SPELEN IS VERWERKEN
• De middelen die Tineke gebruikt zijn zelf bedacht, verzameld, en vaak ook zelfgemaakt. Toen ik al deze middelen zag en de verhalen hoorde, begon ik meteen in vorm te denken. Wat als ik deze middelen allemaal vormgeef en bundel als een soort werkboek? Een boek wat stimuleert om te doen en te spelen. Van Tineke mocht ik alle ideeën en middelen gebruiken voor mijn project. Zo ontstond het plan om een doeboek te maken wat verder gaat dan alleen invullen. Door te doen en spelen kun je samen met je overgebleven ouder op een andere manier verwerken en levert dat ook gesprekstof op. Het idee om een bundel te maken van de vele manieren om met verlies aan de slag te gaan vond ik een hele mooie uitkomst. Zo kunnen ouder en kind op een luchtige wijze aan de slag met het onderwerp.
STELLING: HET IS VAN BELANG DAT HET ONTWERP VAN EEN ROUWVERWERKINGSMIDDEL ‘DOEN EN SPELEN’ STIMULEERT. Dat spel en creativiteit een belangrijke rol speelt voor kinderen in het verwerken van verlies had ik al een aantal keer gelezen. Op verschillende sites las ik terug dat spelen en doen belangrijk is om het gevoel los te maken en op een andere manier met het verlies aan de slag te gaan. Ook bestaat er zoiets als speltherapie. Op de website van speltherapie12 benadrukken ze dat spel ook de ouder en het kind kan verbinden en voor een andere manier van communicatie kan zorgen. Dit is van belang voor mijn project omdat dat dus een manier is om ouder en kind makkelijker te kunnen laten communiceren met elkaar. “Spel is de taal van kinderen: hun natuurlijke manier van communiceren. Zoals een volwassene ervaringen verwerkt door veel te praten, zo kan een kind ervaringen verwerken door erover te spelen. Via spel kan het kind stoom afblazen en op verhaal komen. Wat het nog niet kan zeggen, kan het in spel zichtbaar maken. Een nare ervaring kan zo verwerkt worden. In samenspel gaat het kind zichzelf begrijpen, ervaringen verwerken en experimenteren met nieuw gedrag.“ Het is dus zo dat de ouder zich door middel van spel beter kan verplaatsen in het kind. Tineke gaf me een formulier mee waarin de rouwtaken goed beschreven stonden. Ook hier las ik in dat tekenen, spel, fantasie en knutselen de middelen zijn voor een kind om te communiceren. Het is dus van belang dat mijn ontwerp dit simuleert om de kans op communicatie te vergroten.
Schets, Doeboek
“Het is belangrijk om de signalen van kinderen te leren begrijpen. Dit kan je als ouder doen door zelf een beetje kind te worden. Door open te staan voor de beleving van het kind. Want al hebben kinderen niet de juiste woorden, zij kunnen zich goed uitdrukken in tekenen, spel, fantasie en knutselen. Zij vertellen daarin hun eigen verhaal. Je kunt een kind gewoon vragen wat ze nodig hebben en hoe je ze kan helpen. Kinderen weten vaak heel goed wat goed voor ze is. Dit betekent echter niet dat ze het allemaal alleen kunnen. Ze hebben onze steun nodig.” (zie bijlage 3.)
-EEN DOEBOEK-
Spelen zorgt niet allen voor een betere communicatie tussen ouder en kind maar het zorgt ook voor de nodige afleiding. Kinderen hebben nog niet de concentratie om lang bij iets stil te staan en er uren over te praten. Ze wisselen veel sneller van onderwerp dan volwassenen. In spel kunnen kinderen zichzelf goed vinden wat ervoor zorgt dat ze niet afhaken maar toch bezig zijn met het verwerken zonder dat door te hebben.13
Jongeren dag
“Kinderen hebben er vaak baat bij actief aan de gang te gaan met het gebeurde. Spelen, poppenkast, schrijven en schilderen/ tekenen zijn goede hulpmiddelen voor kinderen. Ook speelgoed, verkleedspullen en expressiemateriaal stimuleren de verwerking. Daarnaast kunnen deze dingen ook voor enige afleiding zorgen, waardoor het kind niet voortdurend bezig is met wat er is voorgevallen. Ook kunt u als ouder actief iets doen met het gebeurde, bijvoorbeeld het huisdier begraven, het graf bezoeken van een overledenen of nog eens op de oude school op bezoek gaan na een verhuizing. Door actief aan de gang te gaan met het gebeurde wordt het verwerken gestimuleerd.”
Na de afspraak voor het interview vroeg Tineke of ik een workshop wilde geven op een jongerendag waar jongeren van 12 tot 25 bij elkaar komen die met verlies te maken hebben gehad. Ik was meteen enthousiast want nu had mijn project ook buiten school iets opgeleverd. Later in dit verslag (pagina 49/50) vertel ik hoe de ‘Doe maar rouw’ dag van belang is geweest voor mijn project.
12 13
31
www.samenspelhaarlem.nl www.opvoedadvies.nl
32
IK DOE JE MISSEN...
Redenen
1. De ouder kan zich beter verplaatsen in het kind door zelf een beetje kind te worden. 2. Kinderen kunnen zich beter uitten door te doen en spelen. Dat is hun natuurlijke manier van communiceren. Ze kunnen nog niet alles zeggen maar het wel tekenen of spelen. 3. Door te spelen en te doen komt hun gevoel sneller en makkelijker naar boven. 4. Spelen en doen maakt het bezig gaan met een moeilijk onderwerp makkelijker en luchtiger en zorg ook voor afleiding.
Conclusie
4.1 ONTWERPEN 1 Schetsen
Ik begon met het ontwerpen van pagina’s en opdrachten vanuit de vormtaal die ik gebruikt had voor de pictogrammen. Eerst maakte ik een aantal pictogrammen van de thema’s die ik in het doeboek wil behandelen. Daarna ging in aan de slag met de vormgeving van een aantal pagina’s vanuit de middelen en methoden die ik gevonden had. Door simpele lijntekeningen en symbolen te gebruiken ontstond er een duidelijk beeld.
Als mijn doeboek spelen en doen stimuleert dan zou ik de drempel tot een gesprek tussen ouder en kind kunnen verkleinen. Als ik verschillende manieren aanbied in het boek waar ze mee aan de slag kunnen geef ik ze een aanleiding om een gesprek te starten.
EDUCATIE
HERINNEREN EMOTIE UITEN
VRAGEN STELLEN TROOSTEN Schets, Thema pictogrammen
DOEBOEK
DIN MEDIUM (30% AV)
MOONFLOWER BOLD EEN LICHTJE VOOR JOU
TEKEN EEN VLAMMETJE OP DE KAARS
MAMA
Schets, overzicht
34
DOEBOEK
IK DOE JE MISSEN...
EEN LICHTJE VOOR JOU
GEVOELSLICHAAM
HERINNER POTJE
EEN HERINNERING AAN:
TEKEN EEN VLAMMETJE OP DE KAARS
BOOS BLIJ
KLEUR IN WAAR DEZE GEVOELENS ZITTEN HERINNEREN
GEVOELENS UITEN
VERDRIETIG BANG
VERZAMEL MOOIE HERINNERINGEN HERINNEREN
Schetsen, Pagina’s / Gebruik van pagina’s
Feedback
De feedback op deze ontwerpen was dat ik de illustraties beter met de hand kon illustreren in plaats van met de computer zodat het persoonlijke thema van het boek benadrukt wordt. Het Font DIN was een vreemde keus aangezien dit een snelweg lettertype is. Ter vervanging moest ik zoeken naar een andere leesletter. Verder vonden leraren dat de kleuren nogal betuttelend overkwamen omdat het zachte kleuren waren. Het doel van mijn project was juist om ‘normaal’ en zeker niet betuttelend met de kinderen te communiceren.
Schetsen, Materiaal
Schets, Herinnerpotje
35
IK DOE JE MISSEN...
4.2 INHOUD
Pagina’s
Inspiratie
Vanuit het interview met Tineke had ik al een heel aantal ideeën voor de invulling van de pagina’s. Maar ik wilde nog meer opdrachten verzamelen om het boek te kunnen vullen. Ik vond inspiratie in bestaande doeboeken, DIY opdrachten, middelen die in speltherapie toegepast werden en soms kwam ik gewoon zelf iets tegen wat ik graag zelf in het boek wilde toevoegen. Bijvoorbeeld de plantbare pagina waar, als je hem in de grond stopt, vergeet-me-nietjes uit groeien. Ik verzamelde veel afbeeldingen die me inspiratie gaven voor de vorm, bindwijze, kleuren en oefeningen om pagina’s inhoudelijk te vullen. Hieronder zie je een voorbeeld van hoe bestaande afbeeldingen me inspireerde voor de invulling van het boek. De geheimen pagina
Steeds kwam ik weer op nieuwe ideeën voor de inhoud van de pagina’s van het doeboek. Samen vormen ze een geheel maar los is elke pagina weer een nieuwe opdracht. Hieronder zie je een lijst een korte omschrijving van de ideeën voor de pagina’s. Deze lijst kan nog aangevuld worden met nieuwe oefeningen. Voor de ouders: Uitleg voor de ouders over het doeboek. Gevoelslichaam: Een lichaam van ouder en kind waarin kinderen hun gevoel kunnen aangeven met stickers. Geheime pagina: In deze pagina kunnen kinderen hun geheimen tekenen en schijven.
Inspiratie beeld, Titel
Een kaarsje voor jou: Kinderen kunnen een mooie vlam tekenen op een kaars. Spel (memory/bordspel): Even samen spelen. De afbeeldingen hebben te maken met het ovelijden.
Inspiratie beeld, Vormgeving
Notities: Een plek om even zelf aantekeningen te kunnen maken. Mijn verhaal: Een tijdlijn die ze zelf in kunnen vullen door plaatjes te plakken. Inspiratie beeld, Bindwijze
Slingertouw: Ik bind alles aan mijn slingertouw waar ik zo onzettend veel van hou.
Herrinnerpotje: Maak van een jampotje een mooi herinnerpotje. Wat stop je erin? Maskers: Teken in het ene masker hoe je je van buiten voelt en in het andere hoe je je van binnen voelt. Flessenpost: Schrijf een brief en laat hem varen. Gesprek starters: Een pagina met aanleidingen tot gesprek. Brief en enveloppe: Schrijf een brief met wat je nog had willen zeggen/vragen. Versier de enveloppe met mooie stickers. Vergeet mij niet: Deze pagina van groeipapier kan je in de grond stoppen en dan groeien er later vergeetmenietjes uit. Gedachteslinger: Een slinger waarin jij mooie herinneringen kan schrijven of tekenen. Fotopagina: Plak ik het lijstje de mooiste foto van je ouder. Kraspagina: Lekker krassen. Boos zijn is niet erg. Het hoeft niet mooi te zijn. De dag dat het gebeurde: Teken hoe de dag dat ... dood ging er uit zag. Etc.
Spiegel jezelf: Kijk in de spiegel en schrijf 6 positieve eigenschappen op. Tranenspook: Een DIY oefening om zelf een tranenspook te maken van een zakdoek.
Inspiratie beeld, DIY geheime pagina
Vragendoosje: Knip het doosje uit en zet het in de woonkamer. Hierin kun je vragen stoppen voor elkaar. Inspiratie beeld, Sleutel/slot voor pagina
37
Buikgevoel: Teken of schrijf in de buik hoe jij je voelt.
38
IK DOE JE MISSEN...
4.3 ONTWERPEN 2
Illustreren
De titel
Nu ik de inhoud van mijn doeboek bepaalt had zocht ik nog naar een passende titel. Het moest een titel zijn die meteen duidelijk maakt dat het over verlies gaat en dat het een creatief doeboek is. Ik zei: “Iets met doen en missen: Ik doe je missen.” Dat was in eerste instantie een grapje maar later besefte in dat deze titel eigenlijk alles in zich had wat ik wilde vertellen. Hij is grappig en luchtig omdat het verkeerd gespeld is. Dat verwijst naar uitspraken van kinderen die ook soms nog niet helemaal kloppen. De onwetendheid. En daarnaast gaat het natuurlijk over iemand missen en er iets mee doen. Ik heb ervoor gekozen om de titel met de hand te tekenen/schijven als logo omdat dit het persoonlijke en creatieve karakter van het boek benadrukt.
Met de hand illustreerde ik iedere pagina van het doeboek. De illustraties scande ik vervolgens in en op de computer bewerkte ik ze verder. Hieronder zie je een aantal voorbeelden van de gescande illustraties.
Schetsen logo, Ik doe je missen Scan, Illustraties
39
IK DOE JE MISSEN...
Kleur en lettertype
Naast de zachte pastel kleuren die ik in eerdere ontwerpen gebruikte wilde ik wat heldere (stoere) kleuren toevoegen om het minder betuttelend over te laten komen. Voor de leestekst koos ik leesletter Helvetica het is een duidelijk leesbare letter die ik gebruik ik om uitleg te geven over opdrachten. Daarnaast koos voor Moonflower een handgeschreven letter die op een speelse manier toegevoegd kan worden als tekst bij de illustraties.
Reactie van Tineke
Ik stuurde de foto hiernaast naar Tineke om even te peilen of ik in de goede richting aan het visualiseren was. Na aanleiding van de ontwerpen stelde ik haar een aantal vragen die van belang waren voor de vormgeving en inhoud van het boek. Klein formaat of groot formaat? “Sommige kinderen werken graag klein, voelt veiliger, andere kinderen willen juist nog de ruimte. Ik zou er ergens tussen in gaan zitten.” • Ik vind dat dit onderwerp intiem en persoonlijk is daarom wil ik het boekje op ongeveer A5 formaat maken zodat het kinderen niet afschrikt. Foto’s of illustraties? “Neig ik naar het laatste, omdat daar meer ruimte is voor fantasie.” • Dit bevestigd dat ik door kan gaan met illustreren.
Helvetica
Moonflower (bold)
Wat voor kaft spreekt aan? “De kaft mag rustiger zijn, maar je moet ook je blik erop laten vallen, nieuwsgierig worden naar de binnenkant.” • Misschien moet ik op de kaft nog iets toevoegen wat uitnodigt om in het boekje te kijken. Veel tekst of weinig tekst? “Ik zou kiezen voor weinig tekst. Ouders kunnen in andere boeken wel lezen over zesjarigen. Misschien is het wel handig dat je in je voorstukje of achteraan, wat info voor ouders schrijft, hoe een zesjarig, of jong kind rouwt.” • Ik heb ervoor gekozen om een korte uitleg bij elke opdracht te zetten in een apart kader. Verder is er veel ruimte voor de kinderen om creatief te zijn. Wat vinden kinderen interessant? “Het is moeilijk in te schatten wat kinderen van zes willen weten. vragen zijn praktisch, wie doet de dingen die de overledene deed nu. Ze fantaseren waar die persoon nu is. Dat laatste zou je ook onder de aandacht kunnen brengen in een teken, verzin pagina. Het is mooi om kinderen veel vrije ruimte te geven voor hun eigen fantasie, wel is het soms fijn om wat thema’s te noemen, dat ze daarbinnen hun gang kunnen gaan, dan geeft je een eerste “hint”. Wat ze leuk vinden is spelletjes die uitnodigen en fantasie prikkelen, waar ze zelf bij kunnen verzinnen, waar ze iets moeten zoeken, dat is spannend. Op die manier komen ze indirect toch bij hun gevoelens, overlevingskracht etc.”
“De ontwerpen zien er goed,kleurrijk en uitnodigend uit.” - Tineke van Asseldonk Schetsen, Ik doe je missen
41
42
IK DOE JE MISSEN...
GEVOELENS UITEN
Overzicht pagina’s
ZO ZIET MIJN BINNENKANT ER UIT
Hieronder een overzicht van de pagina’s die ik ontworpen heb voor ‘Ik doe je missen’. Dit zijn de visuele uitwerkingen van de pagina’s die ik eerder omschreef.
IK DOE JE MISSEN is een doe-boek voor samen. Als de ouder van een kind overlijd is dat vaak een moeilijke periode voor de overgebleven ouder en het kind. De verhoudingen binnen het gezin veranderen. Er spelen allerlei emoties en beide moeten hier een weg in zoeken om daar mee om te gaan. IK DOE JE MISSEN kan helpen om in deze moeilijke tijd samen een weg te vinden in het rouwproces.
DIT DOEBOEK IS VAN:
MASKERS MAKEN
GEVOELENS UITEN
Kijk in de spiegel. Wat zie je? Schrijf hieronder 6 goede eigenschappen van jezelf op. Waar ben jij goed in?
GEVOELENS UITEN
SPIEGEL JEZELF
VOOR DE OUDER
Het boek is geschikt voor kinderen vanaf 6 jaar en hun ouder. Er worden verschillende manieren aangereikt om over het onderwerp te praten. Er is ruimte om te tekenen, knutselen te schrijven en vooral te DOEN! Door samen te doen kunnen ouder en kind op een luchtige wijze met het onderwerp aan de slag gaan en dat verkleint de drempel tot een gesprek. Het geeft ouders inzicht in de gedachtegang van het kind en het kind kan zijn emotie, vragen en gevoelens kwijt.
EN VAN:
WIJ DENKEN AAN:
ZO ZIET MIJN BUITENKANT ER UIT
GESPREK STARTERS
SAMEN DOEN
GEVOELENS UITEN
NOTITIES SCHRIJF OF TEKEN IN DEZE SLINGER LEUKE HERINNERINGEN.
SAMEN DOEN
EEN KAARSJE VOOR JOU
ZO ZIET MIJN BINNENKANT ER UIT
Als je iemand mist kan je aan heel veel dingen denken. Soms is het lastig om over al die gedachtes te praten. Hieronder staanl gesprekstarters waardoor het misschien wat makkelijker wordt.
TEKEN EEN MOOIE VLAM OP DEZE KAARS.
NK WAAR DE JIJ AAN?
PLAK HIER DE MOOISTE FOTO VAN ...
WAAR
DENK
VRAGENDOOSJE
BESTE ...............
Wat hed je nog willen zeggen? Schijf een mooie brief naar .... Je kan natuurlijk ook een mooie tekening maken. Stop hem in de envelope en leg hem op een plek waar .... hem vast leest.
Knip deze vorm uit en vouw het doosje in elkaar. Plaats het doosje op een mooie plek in de woonkamer. Op de volgende pagina staan vragenkaartjes. Deze vragenkaartjes kun je gebruiken om je ouder te vragen wat je nog had willen weten.
PLAK STICKERS WAAR HET GEVOEL ZIT IN JE LICHAAM
EN?
WAAR IS DE FOTO GEMA
HOE OUD WAS JIJ TOEN?
AKT?
WAAROM IS
E?
DIT DE MOOIST
VERDRIETIG BANG
VERDRIETIG BANG
BOOS BLIJ
BOOS BLIJ
PEN
KNIP
Ontwerpen, Pagina’s
43
SAMEN DOEN
EEN BRIEF
WIE HEEFT DE FOTO GENOM
N?
JE AA
GEVOELENS UITEN
HERINNEREN
HERINNEREN
Gevoelens kunnen overal in het lichaam zitten. Het is goed om stil te staan bij je gevoel. Deze opdracht help om je gevoel in kaart te brangen. Hoe voel jij je vandaag?
44
R!
MAA
PLAKRAND
PLAKRAND
PLAKRAND
GEVOELSLICHAAM
PLAKRAND
KRASPAGINA START HIER
IK DOE JE MISSEN...
Knutselpakket
Naast het basis boekje wil ik een uitgebreidere versie maken van ‘Ik doe je missen’. Ik wil een knutselpakket aan te bieden met extra spelletjes, briefkaarten, stickers, touw en knutselpapier om mee te kunnen werken in het boekje. Deze verpakking maakt het leuk voor familie, kennissen of vrienden om dit cadeau te geven aan het kind.
STICKERS
KNUTSELPAPIER
eEN DOEBOEK VOOR OUDER EN KIND OM SAMEN STIL TE STAAN BIJ DE DOOD VAN EEN DIERBARE.
KLEURPOTLODEN
SPEL
BRIEFKAARTEN
Schets, Knutselpakket
45
Schets, Knutselpakket
IK DOE JE MISSEN...
Knutseltafel - Expositie
Voor de expositie wil ik graag een knutseltafel maken waar bezoekers aan de slag kunnen met het doeboek. Op de tafel komt een I-pad in een standaard met een filmpje wat het project toelicht. De bezoeker ervaart het product zoals het in veel situaties gebruikt zal worden aan tafel. Door de I-pad met bewegend beeld op tafel te plaatsen wil ik mensen sturen om dichterbij te komen.
I-pad, Film met uitleg project
Teken
6. 7.
Sfeerimpressie, Bezoeker expositie
Schets, Boekenstandaard
47
Maquette, Expositie
IK DOE JE MISSEN...
Wall of questions
??
Wall of questions is een workshop waarbij je op een actieve manier stil staat bij de vragen die de dood van een dierbaar persoon oproept. We gaan aan de gang met deze vragen door ze op een mooie manier vorm te geven en te verzamelen. De workshop wordt gegeven door Fleur Bakermans. Zij is grafisch vormgever.
ABC ??
4.4 DOE MAAR ROUW DAG
(19-04-2015)
Wall of Questions
Tijdens het interview vroeg Tineke of ik een workshop wilde geven op een jongerendag. Ik had de workshop graag willen betrekken bij mijn afstudeerproject maar dat viel lastig te combineren omdat de delgroepen veel van elkaar verschilde en ik nog niet ver genoeg was in mijn proces. Ik verzon voor de jongerendag de “Wall of Questions’. Ik presenteerde eerst mijn verhaal aan de hand van de pictogrammen. Daarna gaf ik een les typografie en vervolgens gingen de jongeren aan de slag met het bedenken van vragen over het verlies van hun dierbare. Deze vragen schetste ze op een vel en later tekende ze de vragen op een krijtmuur met krijtstiften. Ik had de dummy van mijn ‘Ik doe je missen’ bij me om tussendoor mensen feedback te vragen en een enquête (zie bijlage 4.) in te laten vullen over mijn afstudeerproject. De jongeren waren 12 tot 25 jaar en hadden allemaal iemand dierbaars verloren. Een mooie kans om deze ervaringsdeskundigen te vragen wat ze van mijn idee vonden. Uit de enquête kwamen de volgende resultaten: 85 % van de ondervraagden had iemand dierbaars verloren, 57% vond het lastig om er thuis over te spreken 28% heeft hulp gehad, 86% zou een hulpmiddel willen toepassen als dat aangeboden werd. 100% van de ondervraagde zou een degelijk hulpmiddel toepassen, 71 procent verwacht van hun ouders dat ze het graag zouden willen toepassen, 100% zou het middel aanraden aan een ander 100% denkt dat het middel een gesprek makkelijker maakt, 85% kiest voor een bedrag van 10/20 euro voor ‘Ik doe je missen’ en 15% voor 20/30 euro.
De vormgeving van ‘Ik doe je missen’ werd als volgt beoordeeld: Aantrekkelijk 71%, toegankelijk 71%, mooi 71%, speels 57%, vrolijk 42%, fijn 28%, stoer 15%, kinderlijk 15%, overzichtelijk 15%, saai 0%, meisjesachtig 0%, jongensachtig 0%, onduidelijk 0%, volwassen 0%. Op de volgende manier zou ik in contact wille n komen met ‘Ik doe je missen’: School 85%, boekenwinkel 57%, vrienden/Familie 57%, social media 42%, internet 42%, therapeut 42%, uitvaartmaatschappij 28%, dokter 15%, ouders 15%. Ik kreeg veel leuke reacties die dag. Ook van Gertie Mooren, zij begeleidt kinderen, jongeren en volwassenen die geconfronteerd zijn met rouw, verlies en trauma. Naar aanleiding van haar boek ‘Ik zet mijn masker af’ werd deze dag georganiseerd. Ze hield zich aanbevolen om het doeboek als het af was toe te passen in haar praktijk. Hieronder een aantal reacties uit de enquêtes:
• Toegankelijk en maakt het laagdempeliger. • Sluit ontzetten goed aan bij de thema’s die kinderen kunnen spelen. • Brengt je dichter bij elkaar en je kunt samen delen. • ik zou het in mijn werk als advies meegeven. • goed voor communicatie binnen het gezin. • top idee! • super! zeker toepasbaar bij jonge kinderen. • creatief en duidelijk. Foto’s en flyer, Doe maar rouw dag / Wall of questions
50
IK DOE JE MISSEN...
4.5 REACTIE TINEKE VAN ASSELDONK Tineke van Asseldonk 3-5-2015 Op 8 december 2014 kreeg ik een mail van Fleur, waarbij een paar regels mijn aandacht trokken. “Voor mijn afstudeerproject doe ik research naar het rouwproces van kinderen. Graag zou ik als ontwerper iets willen betekenen in het rouwproces van kinderen. Wat dat precies gaat zijn weet ik nog niet aangezien ik net gestart ben met mijn project.” Mooi, denk ik.. gezonde nieuwsgierigheid .. ik proef haar enthousiasme en oprechte betrokkenheid, die ik even later begrijp. “Toen ik vijf jaar was overleed mijn moeder.” Ik wilde haar graag ontmoeten en was al snel om….. Haar leergierigheid, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid in wat ze doet en wil gaan doen. Het willen leren van haar eigen ervaringen en die inzetten voor het jonge kind in rouw. Ik heb haar uitgenodigd om deel te nemen aan de Doe maar rouw dag, op 19 april 2015 in Horst. Daar heeft ze haar talent als grafische vormgever laten zien in de workshop: WALL OF QUESTIONS. Haar rustige werkhouding, met een natuurlijk overwicht op momenten dat het nodig was om uitleg te geven over de werkvorm, waardoor er intens is gewerkt aan pracht zin of woord voor op de “muur”. Ik vond het een genoegen om fleur te zien werken en verheug me nog op het uiteindelijke resultaat, welke ze mag toetsen bij een meisje van zeven jaar, die toevallig!, net als zij op haar vijfde haar moeder verloor. Tineke van Asseldonk Praktijk Verliesbegeleiding.
51
52
IK DOE JE MISSEN...
4.6 VERVOLG Vervolgstappen Puck Dinsdag twee juni ga ik samen met Puck het boek testen in de praktijk van Tineke van Asseldonk. Tineke regelde een afspraak voor mij met Puck en haar vader. Puck is 7 jaar oud en heeft haar moeder verloren toen ze 5 jaar was. Net als ik. Ik kijk er erg naar uit om aan de slag te gaan met Puck en vind het heel bijzonder om dit mee te mogen maken omdat ik nu aan haar kan teruggeven wat ik niet had. Tijdens dit test moment gaat Puck een aantal pagina’s invullen en uitvoeren en kan ik zien of het werkt. Ik mag ook filmen en foto’s maken tijdens dat Puck aan het knutselen, knippen en plakken gaat. Dit materiaal wil ik later verwerken in een filmpje wat uitlegt hoe het boekje werkt. Dit filmpje wil ik laten zien aan de bezoekers van mijn expositie. Het boekje komt nooit af… Zoals Tineke in het interview benoemde: ‘De eerste weken wordt je bij wijze van spreken ‘dood’ gegooid met folders en boekjes. Deze werkschriftjes zijn bedoeld voor kort na de dood. Het moet geen boek zijn wat je af moet maken. En dat vind ik deze van Dela wel uitstralen. Alsof je hem in een paar dagen moet maken en dat het dan beter gaat. Kinderen moeten beseffen dat het een proces is waar ze aan kunnen werken op hun eigen manier. Dan heb je het over communicatie. Hoe kun je blijven communiceren?’ Toen ik dit terug las bedacht ik dat het wel erg mooi zou zijn dat er pagina’s verdwijnen maar ook later toegevoegd kunnen worden aan ‘Ik doe je missen’. Dat je bijvoorbeeld een pagina per maand of week toegestuurd krijgt. En dat je dan een abonnement op ‘Ik doe je missen’ kan nemen. Het is voor mij ook belangrijk geweest om af en toe bezig te zijn en moeten zijn met je verdriet. Dit kan voor ouder en kind een reminder zijn om er iets mee te doen. Het maakt het ook spannend omdat je niet weet wat de volgende opdracht zal zijn die op je deurmat valt. Bindwijze bepalen Tijdens mijn ontwerpproces heb ik al een aantal dummy’s gemaakt om te kijken hoe het boekje het best gebonden kan worden. Hier ben ik nog niet helemaal uit. Doordat ik besloten heb dat er ook pagina’s toegevoegd moeten kunnen worden moet het een losbladig bindsysteem worden. Dit kan bijvoorbeeld met snelhechters, ringetjes of een map die de pagina’s bij elkaar houd. Website/Sociale media/evenementen Als het boekje ‘af’ is zou ik graag een website maken om zo ook informatie vanuit ‘Ik doe je missen’ online te kunnen verspreiden. Op deze website kun je dan bijvoorbeeld ook pagina’s en printables aanbieden om thuis uit te printen en mee te knutselen. Een Facebook pagina zou handig zijn voor promotie, evenementen en om documenten op te delen. Het lijkt me leuk om een keer op een jongeren-/kinder- evenement zoals de ‘Doe maar rouw dag’ mee te doen met een project vanuit ‘Ik doe je missen’.
53
IK CONCLUDEER...
Hoe kan ik als ontwerper iets betekenen in het rouwproces van kinderen?
en het verdriet te delen omdat de kans anders bestaat dat kinderen later last gaan ondervinden. Ik ben op zoek gegaan naar bestaande hulpmiddelen. De bestaande hulpmiddelen die ik vond waren vaak niet aantrekkelijk vormgegeven en niet aangepast op de beleefwereld van kinderen. Ik ontdekte dat er weinig ontwerpers zich bezig houden met het vormgeven van middelen voor rouwverwerking. Hier zag ik een kans voor mij als ontwerper om dat te kunnen verbeteren of toevoegen.
Deze vraag is ontstaan doordat ik zelf een depressie heb meegemaakt afgelopen jaar. Dit was een gevolg van een verlate rouwreactie ofwel verlaat verdriet omdat mijn moeder is overleden toen ik vijf jaar oud was. Bij mij thuis werd nauwelijks gesproken over de dood van mijn moeder waardoor dat later voor problemen heeft gezorgd. Vanuit mijn ervaring met verlies wilde ik graag iets kunnen betekenen voor kinderen die nu een ouder verliezen zodat ze later minder last ervaren. Ik ben ervan overtuigd dat als er vroeg hulp geboden wordt aan ouder en kind dat het de kans op verlaat verdriet kan verkleinen. Op de website van Hilda Lemaire vond ik veel informatie over verlaat verdriet. Dit heeft mij geholpen om te kunnen begrijpen waar mijn depressie vandaan kwam. Uit de tekst over verlaat verdriet bleek dat het probleem wat ik had meerdere mensen overkomt. Ik ontdekte dat ouders en kinderen het vaak lastig vinden om te spreken over hun verlies en dat daardoor het zwijgen kan ontstaan. Dit zwijgen gaat op den duur verstikkend werken waardoor er later problemen kunnen ontstaan. Het is dus van belang om het zwijgen te voorkomen en dat ouder en kind samen hun verlies en verdriet delen. Dit leidde tot de volgende vraag die ik ging onderzoeken.
Ik wilde graag meer weten over hoe kinderen met verlies omgaan dus heb ik een afspraak gemaakt met Tineke van Asseldonk. Zij is een therapeut die kinderen begeleid die met verlies te maken hebben gehad. Tineke kon me veel vertellen over de beleefwereld van kinderen en over hoe zij de dood ervaren en er mee om gaan. Tijdens de sessies in haar praktijk past ze verschillende manieren toe om met de kinderen in gesprek te gaan. Vaak gebeurd dat spelenderwijs. Ze liet me verschillende opdrachten, middelen en manieren zien die ze gebruikt. De middelen waren zelf geknutseld en verzameld maar niet vorm gegeven. Ze liet me ook een heel aantal vragenboekjes zien die naar haar mening niet aansloten op de behoeften van kinderen. Tineke benadrukte dat het van belang is hoe een middel eruit ziet omdat kinderen met aantrekkelijke middelen liever aan de gang gaan en ze daardoor dus sneller gemotiveerd zijn. Als vormgever kun je dus wel degelijk iets betekenen in het rouwproces van kinderen door middelen aantrekkelijk te maken voor kinderen waardoor ze het makkelijker en misschien zelfs leuker vinden om aan hun verdriet te werken.
Hoe kan ik de communicatie tussen de overgebleven ouder en het kind verbeteren?
Doen en spelen is een belangrijke manier voor kinderen om verlies te kunnen verwerken. Kinderen kunnen via deze weg makkelijker communiceren, gevoelens komen sneller tot uiting en het zorgt voor de nodige afleiding. Een ander voordeel van communiceren
Verschillende bronnen bevestigde dat het voor ouder en kind van belang is voor het verwerkingsproces om te praten met elkaar
55
door te spelen is dat de ouder zich op deze manier beter kan inleven in het kind. Actief en spelenderwijs aan de gang gaan met je verlies is dus een goede manier om tot gesprek te komen, het verdriet te delen en vorm te geven aan je verlies.
2 juni ga ik het doeboek testen met Puck. Puck is 7 jaar oud en heeft haar moeder verloren toen ze 5 jaar was. Net als ik. Dat is voor mij een belangrijk moment om te testen of het aansluit op wat kinderen willen. Vanuit haar reactie zou ik de vormgeving nog aan kunnen passen. Als het haar helpt bij het omgaan met haar verlies dan pas zou ik kunnen zeggen dat ik mijn onderzoeksvraag beantwoord heb.
Inmiddels had ik een hele verzameling van opdrachten, middelen en manieren om tot gesprek te komen met een kind. Alle hulpmiddelen die ik vond tijdens mijn onderzoek vond ik van belang. Juist al die verschillende manieren laten zien dat niet iedereen op dezelfde manier mijn zijn/haar verlies om gaat. Ik concludeerde dat ik niet maar 1 hulpmiddel wilde vormgeven maar een juist een bundel wou maken van verschillende middelen die samen een geheel vormen. Ouder en kind kunnen op deze manier zelf ondervinden wat bij hen past. Al deze opdrachten vormen een basis waarmee ze spelenderwijs aan de slag kunnen. Zo is het idee ontstaan om een doeboek te maken. Ik doe je missen is de titel van het doeboek. Het boek is met de hand geïllustreerd om het persoonlijke onderwerp te benadrukken. Ik gebruik illustraties omdat deze bij kinderen tot de verbeelding spreken. Iedere pagina is anders maar behoort wel tot het geheel. Het boek is bedoeld om in te schrijven, knippen en plakken. Er is zelfs een pagina die in de grond gestopt kan worden waar dan vervolgens vergeet me nietjes uit groeien. Het boek zet aan om stil te staan bij het verlies op verschillende manieren. Ik heb er bewust voor gekozen dat je nog pagina’s toe kan voegen. Dit heb ik gedaan omdat rouwverwerking een proces is wat niet eindigt. Het is iets wat je je hele leven mee draagt. Graag zou ik ter aanvulling een website maken waarop ik pagina’s aan kan bieden of zelfs een abonnement waarbij je een keer per maand een pagina toegestuurd krijgt. Dit motiveert om er weer even aan te denken en bij stil te staan.
56
IK VAT SAMEN... handvaten te geven om over de overleden ouder te communiceren. Bespreekbaar maken van het overlijden is van belang voor het verwerkingsproces van zowel de ouder als het kind.
Ik doe je missen.
Toen ik vijf jaar was verloor ik mijn moeder. Hierdoor kreeg ik later last van een depressie en moest ik stoppen met afstuderen. Nu na een jaar therapie begin ik opnieuw met afstudeerproject. Voor mijn afstuderen wil ik graag iets doen vanuit mijn eigen ervaring met verlies voor anderen. Eerst ben ik op zoek gegaan naar een algemeen verhaal over mijn problematiek. Op de website van Hilda Lemaire vond ik veel informatie over verlaat verdriet. Verlaat verdriet is een veel voorkomend verschijnsel bij kinderen die op jonge leeftijd hun ouder verliezen. Deze kinderen durven vaak niet met hun overgebleven ouder over de dood van hun vader of moeder te praten. Andersom vinden ouders het ook moeilijk om daar met hun kind over te praten. Hierdoor ontstaat het zwijgen. Het zwijgen kan op een latere leeftijd beklemmend gaan werken waardoor een verlate rouwreactie kan ontstaan. Dit uitte zich bij mij in een depressie.
Het doe-boek heet ‘Ik doe je missen’. Ik doe je missen is dus een doe-boek voor samen. Het boek is geschikt voor kinderen vanaf 6 jaar samen met hun ouder. Er worden verschillende manieren aangereikt om over het onderwerp te praten. Er is ruimte om te tekenen, knutselen te schrijven en vooral te doen! Ouder en kind op een luchtige wijze met het onderwerp aan de slag gaan en dat verkleint de drempel tot een gesprek. Het geeft ouders inzicht in de gedachtegang van het kind en het kind kan zijn emotie, vragen en gevoelens kwijt. Het ‘Ik doe je missen knutselpakket’ is een uitbreiding op het boekje met knutselpapier, stickers, potloden enzovoort. Het concept kan nog op veel manieren uitgebreid worden en ik zie mooie kansen voor de toekomst van ‘Ik doe je missen’.
Vanuit dit probleem ben ik gaan ontwerpen. In eerste instantie ben ik beeld gaan maken bij het verhaal om het probleem duidelijk uit te kunnen leggen aan anderen. Ik vond het belangrijk om iets te doen voor kinderen die nu een ouder verliezen zodat zij later misschien minder last ervaren. Het is belangrijk om het onderwerp bespreekbaar te maken binnen het gezin. Als doel wil ik de communicatie tussen de overgebleven ouder en de half wees verbeteren. Toen ik keek naar wat andere ontwerpers gedaan hadden op dit gebied kwam ik tot de conclusie dat er weinig vormgegeven werd. Ik vond dat de rouwboeken die er waren een erg sombere uitstraling hadden die helemaal niet aansloot op de belevingswereld van kinderen. Als je naar ‘normale’ kinderboeken kijkt zijn deze speels, kleurrijk en uitnodigend voor kinderen in tegenstelling tot rouwverwerkingsboeken voor kinderen. Daar zag ik een uitdaging voor mij als vormgever. Tijdens mijn onderzoek kwam ik veel creatieve middelen tegen om kinderen aan de slag te laten gaan met hun rouwproces. Het waren vaak doe opdrachten die tijdens therapie toegepast werden. De middelen waren meestal op een amateuristische manier vormgegeven of zelf gemaakt. Ik besloot ze allemaal te verzamelen en te bundelen. Om wat meer te weten te komen over hoe kinderen omgaan met rouw en wat hun beleving daarbij is maakte ik een afspraak met Tineke van Asseldonk. Zij is rouw en verliesdeskundige en heeft een eigen praktijk waar ze kinderen begeleid bij verlies. Na een gesprek/interview van anderhalf uur had ik veel aanknopingspunten verzameld om aan de slag te gaan. Ook Tineke gebruikte veel creatieve middelen om met de kinderen over dit onderwerp te spreken. Deze had ze verzameld bij cursussen of tekende/verzon ze zelf vanuit de theorie. Toen ik al deze informatie bij elkaar had bedacht ik om een bundel te maken van alle middelen en opdrachten die ik gevonden had. Dit wou ik doen in de vorm van een doe-boek. Dit boek kunnen ouder en kind samen gebruiken om met het onderwerp bezig te gaan. Spelen en doen is daarbij belangrijk omdat kinderen nog niet altijd kunnen vertellen wat ze voelen of denken maar het soms wel kunnen verbeelden of spelen. De ouder kan zich beter in de belevingswereld van het kind verplaatsen door mee te doen en te spelen. Het doel van het doeboek is om ouder en kind
57
58
IK RAADPLEEGDE...
BRONNEN Boeken
- Dick Bruna (1996). Lieve Oma Pluis. Amsterdam, Mercis Publishing. - Riet Fiddelaers-Jaspers (2005). Als jij er niet meer bent. Ten Have. - Jaklien Eyckerman (2013). 100 kindervragen. Afscheid en verlies. Stichting kunstboek. - Leoniek van der Maarel (2013). Kinderen in de spagaat. Rouw na scheiding en overlijden. Ten Have. - Gertie Mooren (2014). Ik zet mijn masker af. Wihabo, Geffen.
Artikelen
Riet Fiddelaers-Jaspers (2014). Omgaan met verlies start in de wieg. Brabants Dagblad. Leoniek van der Maarel (2013). Leren leven met een overleden ouder. Omgaan met de rouw van kinderen. Waar moet je opletten? www.gezondheidenco.nl Riet Fiedelaers-Jaspers en Floortje Agema (2015). Hoe wordt je dood meester? Kinderen en afscheid nemen. www.rietfiddelaers.nl
Internetsites
www.doenenlaten.nl www.rietfiddelaars.nl www.opvoedadvies.nl www.nijntje.nl www.hikaruimamura.sakura.ne.jp www.praktijkverliesbegeleiding.nl www.samenspelhaarlem.nl www.testyyettrying.blogspot.nl www.firstgradefresh.blogspot.nl www.schoolcounselingfiles.com www.domesticgoddesque.com www.somethingtotalkaboutslp.blogspot.nl www.googleafbeeldingen.nl www.weekvandelentekriebels.nl www.gertiemooren.nl www.daisyluiten.nl www.stichtingachterderegenboog.nl www.gezonheidenco.nl www.rouwkalender.nl www.emoties-enzo.nl www.detroostboom.nl www.indewolken.nl www.therapeutvinden.nl www.allesoveruitvaart.be www.weeswijzer.nu www.twinkelkind.nl
59
60
BIJLAGE 1.
BIJLAGE 1.
61
62
BIJLAGE 2.
BIJLAGE 3.
Tineke van Asseldonk Praktijk Verliesbegeleiding
Rouwtaken zegt het al: Rouwen is iets actiefs. Rouwen is hard werken. Rouwen is ondergebracht in 4 rouwtaken. (J.W. Worden) We doorlopen ze allemaal, zowel volwassenen als kinderen, maar de 4 taken lopen altijd door elkaar heen.
Rouw taak 1. Aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies. Je realiseren wat het verlies betekent en begrijpen wat er is gebeurd. Vragen die je kunt stellen zijn o.a. Wat is er gebeurd? Hoe is het gebeurd? Wie was er voor jou etc. Wat is er veranderd voor jou sinds het overlijden/ scheiding ? We gaan aan het werk om het verhaal vorm te geven. Dit helpt om verdriet van binnen naar buiten te halen. *Verhalen, liedjes kunnen daarbij ondersteunend zijn. We maken bijv. een tekening en ondertussen vertellen we over de veranderingen. Voor kleinere kinderen kan het veiliger zijn als een hand pop de vragen stelt. Je kunt het door bijv. duplo letterlijk in beeld brengen, hoe was het eerst en hoe is het nu? Al deze manieren helpen het nare verdrietige stukje in het leven te benoemen. Bij jongeren kun je bijv. een muzieknummer vragen, of het schrijven van een brief etc. kan helpend zijn.
Taak 2: ervaren van de pijn van het verlies. Het gaan herkennen en uitdrukken van gevoelens is van belang. Daarnaast is het belangrijk dat ze bij zichzelf deze gevoelens herkennen en leren hoe er mee om te gaan. Gevoelens zichtbaar maken door bijv: Werken met stenen, van ruw naar glad en uiteindelijk weer een beetje gaan glimmen. Hierbij doe je een beroep op hun eigen veerkracht. Tekenen van het lichaam gevoelens in kleuren aanbrengen; Gevoelsmasker. Binnen en buitenkant schilderen of andere metaforen inzetten ( koelkast/ rugzak etc. ) Niet praten over gevoelens, maar ze laten voelen en ervaren. Erkenning geven dat dit de thema’s zijn waar je tegenaan loopt, die kan heel divers zijn. ( de vier Bs boosheid, bedroefd, bang en blij) thema’s die hier uit voort kunnen komen Verdriet; soorten tranen. Boos, teleurgesteld, in de steek gelaten, loyaliteiten, woede, onmacht Angst voor verlating,
Tineke van Asseldonk, Keslaerstraat 49, 5465 RM Veghel.Tel: 0413-851416
[email protected]
63 29
29 64
BIJLAGE 3.
BIJLAGE 4. IK DOE JE MISSEN – ENQUETTE
Tineke van Asseldonk
Leeftijd:
Praktijk Verliesbegeleiding
1. Heb je wel eens meegemaakt dat er een dierbaar persoon overleed? 0 ja, namelijk ________________________________________________________ 0 nee (ga naar vraag 4.)
Man/vrouw
2. Vond je het toen lastig om er (thuis of met vrienden) over te spreken? 0 ja 0 nee
Taak 3: Aanpassen aan de omgeving zonder de overledene. Verlies verwerken doe je ook door het herbeleven van herinneringen. Hierbij ontstaat de neiging de overledene te idealiseren. Het wordt bijna onmogelijk om iemand anders iets te laten doen wat de overledene eerst deed. Het is ook gewoon niet waar dat het eerst alleen maar leuk was. We gaan werken aan herinneringen met de bedoeling om het beeld wat we hebben overeen te laten komen met de werkelijkheid. *Hiervoor zijn verschillende manieren. Dit kan door bijv. het maken van een herinnering doos, een verhaal over herinneringen, een ballonnen ritueel etc. Het is goed om herinneringen te bewaren. Vorm geven door: herinnering doosje Karakter omschrijven d.m.v dierenkaarten Rituelen geven houvast
Taak 4. Investeren in nieuwe relaties. De overledenen een plaats geven en de draad van het leven weer oppakken. Denk hierbij ook aan nieuw samengestelde gezinnen. Opnieuw relaties aangaan betekent dat je weer opnieuw iemand kunt verliezen. Dit kun je zowel omarmen als vermijden. Bijna altijd is er sprake van angst om opnieuw te verliezen. Je kunt het ook zien als een soort verraad aan de overledene, of bij scheiding aan de andere ouder. Kinderen kunnen zich eenzaam gaan voelen. Sommige kinderen durven niet zo goed over hun toekomst na te denken. Vertrouwen en zelfvertrouwen zijn de sleutelwoorden voor de opdrachten. We gaan samen kijken naar dingen waar je goed in bent, waar jezelf in gelooft. *Dit kun je doen door letterlijk een eigen plek te maken, je eigen levensverhaal op te schrijven, wensen en dromen te tekenen, een persoonlijk magisch schild maken, etc. N.a.v. van voorbeelden uit de praktijk. Tineke van Asseldonk.
3. Heb je hulp gehad? Zo ja, van wie? 0 ja, namelijk_________________________________________________________ 0 nee. Had je wel hulp kunnen gebruiken? 0 ja / 0 nee 4. Zou je een hulpmiddel toepassen om verlies van een dierbare te verwerken als dat je aangeboden werd? 0 ja 0 nee Wat vind je van de vormgeving van ‘Ik doe je missen’? (meerdere keuzes zijn mogelijk) 0 saai 0 stoer 0 fijn 0 meisjesachtig 0 kinderlijk 0 overzichtelijk 0 aantrekkelijk 0 toegankelijk 0 speels 0 vrolijk 0 mooi 0 duidelijk 0 jongensachtig 0 onduidelijk 0 volwassen 0 anders, namelijk_____________________________________________________ Voor welke leeftijd denk je dat het is? Wat vind je van de opdrachten die in het boek staan? Zou je zelf een dergelijk hulpmiddel toepassen? Of toegepast hebben? 0 ja, want____________________________________________________________ 0 nee, want__________________________________________________________ Zouden je ouders/verzorgers graag zo’n middel toepassen? 0 ja 0 nee
Zou je dit middel iemand aanraden? 0 ja 0 nee Denk je dat dit middel een gesprek makkelijker kan maken? 0 ja 0 nee Hoe zou jij in contact kunnen/willen komen met ‘Ik doe je missen’? (meerdere keuzes zijn mogelijk) 0 boekenwinkel 0 therapeut 0 internet 0 vrienden/familie 0 dokter 0 uitvaartmaatschappij 0 ouders 0 school 0 social media 0 anders, namelijk_____________________________________________________ Hoe veel geld zou je uit willen geven aan een boekje van ‘Ik doe je missen’? (meerdere keuzes zijn mogelijk) 0 5/10 euro 0 10/20 euro 0 20/30 euro 0 30/40 euro 0 40/50 euro
Tineke van Asseldonk, Keslaerstraat 49, 5465 RM Veghel.Tel: 0413-851416
Zijn er dingen die je mist, graag toe zou willen voegen of graag zou willen zien in ‘Ik doe je missen’?
[email protected]
65
66