20e jaargang maart 2009
1
Aios in het middelpunt
1
Cu r s u s : ‘De financiële jungle vo o r d e s t a r t e n d e m e d i s c h s p e c i a l i s t’
Uw bestaan als arts in opleiding zit er bijna op. Gaat u daarna als jonge klare werken in het vrije beroep? Kiest u voor een baan in loondienst in een algemeen of academisch ziekenhuis? De keuze is aan u. Om u bij deze belangrijke keuze te helpen, verzorgt Sibbing & Wateler c.s. op 4 april 2009 in Burgers’ Zoo te Arnhem de cursus ‘De financiële jungle voor de startende medisch specialist’. Belangrijke financiële en juridische aspecten komen deze ochtend aan bod. Uw gezin is op deze dag van harte welkom voor een bezoek aan Burgers’ Zoo.
Schrijf u nu in! • Praktijkvestigingen
• Maatschapscontracten
Kijk op www.sibbing.nl voor een inschrijfformulier en meer informatie over de cursus. Na inschrijving ontvangt u het programma, het uitgebreide cursusmateriaal en een routebeschrijving. Eerstvolgende cursusdatum: 4 april 2009
• Praktijkfinancieringen
• Financiële planning
&
SIBBING WATELER C.S. ‘n hele zorg minder®
• Verzekeringen
• Pensioenen
• Hypotheken
Storkstraat 33 • 3905 KX Veenendaal Postbus 915 • 3900 AX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 • Fax: (0318) 543 843 E-mail:
[email protected] • Internet: www.sibbing.nl Sibbing & Wateler is hoofdsponsor van de LVAG.
VOORWOORD
Colofon Redactie Erna Beers, hoofdredacteur Daniëlle Jansen, eindredacteur Saskia Bulk Nanda Glimmerveen Lisette Kunz Jocea Michels Robert Minnee Janine Nuver Ralph Hartman, adviseur Redactieadres Bureau LAD public relations Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 02 F (030) 670 27 00 E
[email protected] Dagelijks bestuur LVAG Bram Jacobs, voorzitter a.i. Renske Scheenstra, vicevoorzitter Sjoerd Lagarde, penningmeester Ingrid Desar, secretaris Annemarie van den Berg, lid Monika Kerckhoffs, lid Addy van de Luijtgaarden, lid Tessa Nizet, lid Secretariaat LVAG Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 01 F (030) 670 27 00 E
[email protected] I www.lvag.nl
Een nieuwe AIOS ligt voor je, de eerste van de twintigste jaargang. Achter de schermen werken zo lang al, keer op keer, bestuursleden, redactieleden en geïnterviewden, keihard om elk nummer interessante artikelen te schrijven. Artikelen voor jou, als aios. Deze keer staat AIOS boordevol onderwerpen, die niet voor elkaar onder doen qua prioriteit. Een selectie. Het opleidingsbudget komt aan bod (hoeveel komt er van dat geld bij jou terecht?); evenals hoe je een goed dienstrooster maakt, dat aan de wettelijke eisen voldoet. Ook is er nieuws uit Europa, goed nieuws (!), over de Arbeidstijdenwet. En maar liefst vier enthousiaste nieuwe bestuursleden stellen zich aan je voor, zo ook de nieuwe hoofdsponsor van de LVAG: Sibbing & Wateler. Verder kun je lezen over een bijzonder initiatief om de beste medische zorg voor iedereen mogelijk te maken: Best Doctors. Het leven van Duchenne (van de spierdystrofie) wordt besproken; evenals het ‘wilde leven’ van Linda MacLennan, de I will survive-zangeres van de Hermes House Band (in de rubriek Bijtanken). Een meester- en een leerling-revalidatiearts komen aan het woord. En twee physician assistants leggen uit wat zij precies kunnen en doen. Tot slot is er ook nog een herkenbare column van Jocea over het teveel aan e-mail. Kortom: veel leesplezier, van kaft tot kaft! Erna Beers
Uitgever LVAG, Utrecht Pre-press en drukwerk Drukkerij Het Centrum Utrecht BV Fotografie omslag Jeroen van den Boer Ontwerp Advertentie-exploitatie Toverspreuk Creatieve Communicatie Sabine Kaim Marieke Stegenga Hooghiemstraplein 121 3514 AZ Utrecht T (030) 271 43 30 F (030) 271 02 65 M 06 21 81 57 88 E
[email protected] I www.toverspreuk.com
Inhoud LVAG-nieuws Problemen op of vragen over je werk en/of opleiding? Bijtanken … met Linda MacLennan Het opleidingsbudget: persoonlijk of voor het ziekenhuis? Best Doctors - uitmuntende artsen bieden hun diensten aan De Meester en de Leerling Nieuwe eisen beoordeling opleiding Tikje bijsturen? Sibbing & Wateler hoofdsponsor LVAG! Nieuwe bestuursleden stellen zich voor Hoofdredacteur m/v gezocht 145 richtlijnen op oncoline.nl en pallialine.nl De Jonge Orde helpt aios met het controleren van dienstroosters Aios-nieuws uit Europa www.lvag.nl: dé site voor aios Geneesheer: Guillaume Benjamin Amand Duchenne de Boulogne Physician assistant: geneeskundige assistentie binnen de medische staf Column: You’ve got mail
pag. 2 3 4 6 8 10 13 14 15 16 18 19 21 22 23 24 26 28
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
1
VERENIGINGSNIEUWS
Zoals altijd drukke tijden aan het ‘aios-front’! Het Opleidingsfonds, de arbeidstijden, nieuws uit Europa. Het LVAG-bestuur zet hieronder alles kort voor je op een rij.
LVAG-nieuws Arbeidsomstandigheden en arbeidstijden Europa Goed nieuws uit Europa! Een korte samenvatting: het Europees Parlement heeft een voorstel om de Europese Arbeidstijdenwet (EWTD) te wijzigen, afgewezen. En dat is goed nieuws voor aios omdat er in dit voorstel voor werd gepleit om inactieve uren tijdens aanwezigheidsdiensten niet te beschouwen als werktijd en een opt-outclausule mogelijk te maken, waardoor aios 60-65 uur per week in plaats van 48 uur per week zouden mogen werken. Verder werd voorgesteld de referentieperiode waarover een gemiddelde werkweek wordt berekend te verlengen en om compensatie niet meer verplicht binnen 72 uur na de gewerkte dienst te hoeven roosteren. En dit alles is dus door het Europees Parlement afgewezen! Zie voor uitgebreidere berichtgeving pagina 22 in deze AIOS. Nederland Helaas is er minder goed nieuws uit Nederland zelf. Bovenstaand besluit van het Europees Parlement is voor onze werkgevers NVZ vereniging ziekenhuizen en NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra) aanleiding geweest om bij de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) te pleiten voor een overgangsregeling waarin aios nog twee jaar gemiddeld 52 in plaats van 48 uur per week zouden mogen werken.
2
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
Daar is de LVAG het niet mee eens! Samen met andere belangenbehartigers van aios, zoals de LAD en De Jonge Orde, doen wij er alles aan om dit tegen te gaan! We houden je op de hoogte … Onderzoek door Arbeidsinspectie en Inspectie voor de Gezondheidszorg Afgelopen jaar hebben de Arbeidsinspectie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg in een aantal perifere ziekenhuizen en umc’s een onderzoek gedaan naar de werktijden en -omstandigheden van aios. De resultaten moeten nog gepresenteerd worden. Wij zien deze met interesse tegemoet en gaan ervan uit dat we je in de volgende AIOS meer hierover kunnen vertellen! Parttime werken tijdens je opleiding Parttime werken tijdens de opleiding is voor steeds meer aios een wens, maar nog niet voor iedereen mogelijk. Veel collega’s stuiten op weerstand wanneer zij een verzoek tot deeltijdwerk indienen. Het dagelijks bestuur is begonnen aan een nieuwe inventarisatie van de huidige stand van zaken en eventuele problemen m.b.t. parttime werken. Daarom zijn alle juniorverenigingen gevraagd hiernaar bij hun achterban te informeren. Heb je zelf vragen of problemen? Mail die dan naar
[email protected] of
[email protected].
Opleiding Opleidingsfonds Over het Opleidingsfonds is het laatste woord zeker nog niet gesproken. Steeds meer aios berichten de LVAG hoe zij tijdens hun opleiding door het Opleidingsfonds gehinderd worden. Voorbeelden hiervan zijn problemen bij het regelen van (buitenlandse) stages en de zogenaamde ‘overtallige aios’ (dit zijn aios die wel een toezegging voor een opleidingsplaats kregen waarvoor later geen financiering bleek te zijn). Niet alleen het Opleidingsfonds zelf, maar ook het gebrek aan kennis hierover blijkt een knelpunt te zijn. Om de kennis over het Opleidingsfonds te vergroten en een aantal knelpunten te benadrukken heeft het bestuur een artikel in Medisch Contact geschreven (MC; 5 december 2008; 63 (49): 2048 e.e.). En in de vorige AIOS kon je ook al alles lezen over het Opleidingsfonds. Heb je nog vragen of problemen, neem dan vooral contact op met het bestuur van de LVAG! Opleidingsbudget Na een inventarisatie door de LVAG is gebleken dat er veel verschillen zijn in de mate waarin (verplichte) opleidingskosten van aios worden vergoed. Dat verschilt zowel per specialisme als per ziekenhuis. Ook is er onduidelijkheid over welke opleidingsactiviteiten verplicht zijn, welke kosten hiervoor gemaakt worden en welke kosten überhaupt niet vergoed worden.
VERENIGINGSNIEUWS
Ziekenhuizen ontvangen veel geld van het Opleidingsfonds om aios op te leiden. Hiervan zou een deel voor opleidingskosten beschikbaar moeten zijn, wat bij het instellen van het Opleidingsfonds ook een van de uitgangspunten was. Medisch Contact schreef een Nieuwsreflex over dit item naar aanleiding van de inventarisatie door de LVAG; de juniorverenigingen kunnen hier nu verder mee aan de slag. In dit nummer is meer over het opleidingsbudget terug te vinden op pagina 6. Opleidingsmodernisering Al vaker rapporteerde het bestuur over de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe opleidingsplannen. Inmiddels hebben alle wetenschappelijke verenigingen een nieuw opleidingsplan ingediend bij het Centraal College Medische Specialismen (CCMS), waarvan er inmiddels twaalf zijn goedgekeurd om de zogenaamde adviesronde in te gaan. De deadline voor het gehele traject is gesteld op 1 januari 2010; dan dienen alle opleidingsplannen te zijn goedgekeurd en in wetgeving te
zijn gegoten. Vervolgens kan gestart worden met de implementatie.
Kwaliteit & Wetenschap Kwaliteitsindicatoren Ook de kwaliteitsindicatoren blijven een ‘hot item’. Eerder berichtten we al over de vragenlijsten PHEEM en D-RECT, die een indruk moeten geven van de kwaliteit van een opleiding en het opleidingsklimaat binnen een specialisme in een ziekenhuis. Aanvankelijk was minister Klink (VWS) van plan een aantal opleidingsplaatsen op basis van de resultaten van de D-RECT-vragenlijst te verdelen: in eerste instantie alleen bij 20 procent van de opleidingsplaatsen van interne geneeskunde en heelkunde (nieuwe instroom). Na veel commentaar is dit plan ingetrokken en werd de desbetreffende 20 procent van de opleidingsplaatsen niet meer toegekend. Beide betrokken juniorverenigingen zijn hierover in overleg met het ministerie van VWS getreden, gesteund door de LVAG. Intussen werkt een projectgroep vanuit het College voor Beroepen
en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) verder aan de ontwikkeling en implementatie van de kwaliteitsindicatoren. De LVAG is hier nauw bij betrokken.
Overig nieuws Website De nieuwe website is online! Check www.lvag.nl en laat ons weten wat je ervan vindt! De website is nog niet geheel gevuld, maar dit komt de komende maanden helemaal goed. Meer over de nieuwe website vind je op pagina 23. Sponsoring De LVAG heeft een hoofdsponsor: financieel adviesbureau Sibbing & Wateler. In dit nummer lees je op pagina 15 meer hierover. Met de bijdrage van deze sponsor wordt het de LVAG mogelijk gemaakt om nog beter voor haar achterban op te komen! Bram Jacobs, voorzitter a.i. Ingrid Desar, secretaris
Problemen op of vragen over je werk en/of opleiding? De LVAG vertegenwoordigt aios en anios in verschillende gremia. Hierdoor zijn wij in staat problemen waar je op je werk en/of tijdens je opleiding tegenaan loopt, bij de juiste personen aan te kaarten. Heb je vragen over of problemen op één of meerdere van onderstaande gebieden? • • • • •
werktijden en regelgeving (bijvoorbeeld: parttime werken en zwangerschapsverlof); opleidingsfonds en toewijzing van opleidingsplaatsen; problemen tijdens de opleiding en/of met de opleider; regelgeving van medisch specialistische vervolgopleidingen; de vernieuwde opleidingsplannen en kwaliteitsindicatoren van opleidingen.
Neem dan contact op met een van de leden van het dagelijks bestuur of ons secretariaat: per telefoon (030) 670 27 05 of per e-mail
[email protected].
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
3
BIJTANKEN
… met Linda MacLennan Als voormalig skileraar kon ik mij geen betere omgeving en atmosfeer bedenken voor dit interview, namelijk het Onze Lieve Vrouwe Gasthuisskiweekend (OLVG-skiweekend) in Flaine, Frankrijk. Tussen het skiën en de après-ski was er even tijd voor een gesprek met Linda MacLennan, aios plastische chirurgie en oud-bandlid van de Hermes House Band.
verliet. Ook zij ‘pushte’ me om hieraan deel te nemen. De auditie bestond uit vele rondes en aan het einde trad ik een keer live op met de band. Uiteindelijk kwam ik in de band en ik kan me nog steeds bijna niet voorstellen, dat ik daarover getwijfeld had. Dit is tot nu toe de mooiste tijd in mijn leven geweest.”
“Ik dacht geen tijd voor een band te hebben.” De Hermes House Band is opgericht in 1982 als huisband van de Sociëteit Hermes in Rotterdam. Vanaf het begin geldt voor de Hermes House Band dat een bandlid stopt zodra de studie eindigt. De band bestaat uit tien bandleden waarvan er drie zingen: twee zangeressen en één zanger. “Eigenlijk”, vertelt Linda, “zong ik volgens mij al voordat ik praatte. Ik stond zingend op, zong onder de douche en ging zingend op mijn fiets naar school. Mijn eerste optreden was bij een uitvoering op de middelbare school; het ging daarbij om een competitie tussen verschillende middelbare scholen. Dat vond ik heel erg leuk. Door deze wedstrijd te winnen ontving ik een geldbedrag, dat ik aan iets cultureels kon uitgeven. In mijn geval was dat zangles.”
“Ik zong al voordat ik praatte.” Hermes House Band “In 1997 ging ik in Rotterdam economie studeren. In datzelfde jaar waren er audities voor de Hermes House Band. In eerste instantie dacht ik daar geen tijd voor te hebben. Mijn studie en commissiewerk voor de Economische Faculteitsvereniging Rotterdam kostte namelijk veel tijd en inspanning. Maar mijn clubgenoten bleven aandringen om met deze auditieronde mee te doen. De doorslag gaf een ‘belletje’ van de zangeres die de band
4
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
“Eenmaal in de band, was het qua podium, geluid en bandkleding goed geregeld. Tijdens de optredens had ieder zijn eigen solonummers en coupletten en zongen we de meeste refreinen driestemmig. Daarnaast konden we onze eigen nummers schrijven. In die tijd brachten we een eigen cd uit met de titel Voel jij het al. Dit was een geweldige ervaring. Op de cd stonden eigen geschreven Nederlandstalige nummers. De presentatie ervan was in de Calypso in Rotterdam, voor een volle zaal met vrienden en familie. Erg spannend allemaal. Uiteindelijk zat ik drieënhalf jaar in de band.” “Vanwege de frequente optredens had ik een periode last van mijn stem door overbelasting. Je moet je voorstellen: we traden donderdag, vrijdag en zaterdag op en op dinsdag repeteerden we. Meestal op studentenfeesten; dus niet voor zessen thuis! Een fantastische tijd! Maar eenmaal ingeloot voor geneeskunde (de rest van mijn bezetting van de band ging ook weg), ben ik in 2001 gestopt met de Hermes House Band.”
Buitenland “Ook werden we in het buitenland gevraagd. We zijn in de loop der jaren in Singapore, Nigeria, Kenia, Tanzania, Curaçao, Bonaire, Duitsland, Madrid en London geweest. Dit was vaak op uitnodiging van ambassades, voor Nederlandse clubs in het buitenland en voor Van der Valk Hotels.” “De Hermes House Band had ook een internationale tak. Judith Ansems zong voor deze internationale band. Een keer viel ik voor haar in omdat zij stemproblemen had. Dit was een ervaring, die ik nog niet eerder had meegemaakt: last minute naar Duitsland overgevlogen waar we door enorme kerels met dikke bierpullen opgewacht werden. Eenmaal op het podium bleken tienduizenden mensen naar het concert gekomen te zijn. Na het optreden wilde een grote menigte een handtekening (van Judith, maar wisten zij veel!). Dat was helemaal geweldig! Daarbij kwam dat ik met dit optreden mijn hele ‘vakantie’ had verdiend; niet slecht voor een student! De platenmaatschappij vroeg mij, toen Judith stopte, of ik haar wilde opvolgen, maar daar koos ik uiteindelijk niet voor. Zingen geeft mij veel ontspanning, maar het ís en blíjft een hobby.”
van de familie Van der Valk op Bonaire. Het leuke is dat we tien jaar geleden met de Hermes House Band ook al bij hen zijn geweest en nu zien we ze weer.”
The Wedding Sensations De bandleden die na hun studie stopten met de Hermes House Band, richtten direct in 2001 een nieuwe band op: The Wedding Sensations. Deze negenkoppige formatie treedt voornamelijk bij bruiloften op.
“De plastische chirurgie was liefde op het eerste gezicht.”
Plastische chirurgie Op dit moment werkt Linda MacLennan als artsassistent chirurgie in het OLVG. Volgend jaar start ze met de vierjarige vervolgopleiding plastische chirurgie in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. “Aan het einde van de basisschool had ik besloten dat ik dokter wilde worden. Ik kwam niet uit een familie van doktoren. Alleen mijn oom was huisarts. Ik had het zelf bedacht. Ik was altijd een doener. Eerst werd ik drie keer uitgeloot voor geneeskunde, maar in 2000 kon ik dan toch van start gaan.” “Tijdens mijn studie dacht ik eraan algemeen chirurg te worden. Echter, gedurende de coschappen ontstond mijn interesse voor fijnere chirurgie. Tijdens een vakantie liep ik een week lang mee op de afdeling Plastische Chirurgie. Ik was gelijk verkocht. Het was liefde op het eerste gezicht. De plastische chirurgie had alles waar ik naar zocht; het is een dynamisch, creatief en uitdagend vak.”
“Als ik zou moeten kiezen tussen zingen en opereren dan is chirurgie mijn grootste passie, zonder twijfel. Ik wil een goede operateur worden en zijn. Eerst wil ik met veel plezier mijn opleiding hier in Amsterdam afronden. Daarna zou ik graag in deze regio werkzaam blijven. Naast mijn werk zal ik altijd blijven zingen, omdat het mijn grootste hobby is en mij veel ontspanning geeft.” Robert Minnee Bronnen 1. www.hermeshouseband.nl 2. www.hermeshouseband.com 3. www.weddingsensations.nl
“Vorig jaar traden we ongeveer twee keer per maand op. Dit jaar draaien we op een lager pitje met ongeveer één à twee keer een optreden per maand, aangezien een aantal bandleden kinderen heeft. Ook met de huidige band gaan we naar het buitenland. Dit jaar hebben we een optreden op de bruiloft van de oudste dochter
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
5
VERENIGINGSNIEUWS
Het Opleidingsfonds blijft de gemoederen bezighouden. Een van de onderdelen dat de laatste tijd prominent wordt bediscussieerd, is het (persoonlijk) opleidingsbudget. Het betreft dat deel van de vergoeding uit het Opleidingsfonds dat uitgekeerd wordt aan de opleidingsinrichting per aios en bedoeld is voor (directe) opleidingsactiviteiten. Te denken valt hierbij aan cursussen en congresbezoek. De vraag is nu: krijgt iedere aios wel een evenredige vergoeding? Met andere woorden: komt dit geld wel terecht bij de aios of blijft het hangen bij de opleidingsinstelling?
Het opleidingsbudget: persoonlijk of voor het ziekenhuis? Sinds 1 januari 2007 verloopt de bekostiging van alle medisch specialistische vervolgopleidingen via het Opleidingsfonds. Met de nieuwe manier van bekostigen streeft het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) een transparant vergoedingensysteem en een effectiever capaciteitsbeleid na. Datzelfde ministerie stelt de totaalbedragen van de opleidingskosten vast. Zij geeft niet aan hoe dit geld verder (intern) verdeeld moet worden. De totaalbedragen voor de opleidingskosten zijn voor 2008 als volgt vastgesteld: • algemene ziekenhuizen met 1-50 opleidingsplaatsen: 149.000 euro per fulltime aios; • algemene ziekenhuizen met 50-150 opleidingsplaatsen: 138.700 euro per fulltime aios; • algemene ziekenhuizen met 150 of meer opleidingsplaatsen: 111.000 euro per fulltime aios; • universitair medische centra: 111.600 euro per fulltime aios.
6
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
Bij het instellen van het Opleidingsfonds is door de veldpartijen wel vastgesteld dat een deel hiervan besteed dient te worden aan opleidingsgerelateerde activiteiten. Een dwingend vastgestelde hoogte van dit bedrag is er overigens niet. Twee voorbeeld-rekensommetjes. Een algemeen ziekenhuis met veertig fulltime aios krijgt 5.960.000 euro per jaar (40 * 149.000 euro). Een academisch ziekenhuis met vierhonderd fulltime aios krijgt 44.640.000 euro per jaar (400 * 111.600 euro). Met deze bedragen verwacht je dat zoiets als een persoonlijk opleidingsbudget meer dan voldoende geregeld zou moeten zijn. Dit blijkt helaas niet (altijd) zo te zijn. Dit leert een inventarisatie van de LVAG onder de juniorverenigingen. Hieraan werd ook aandacht besteed in AIOS nummer 4 van vorig jaar en in Medisch Contact (12 december 2008; 63 (50): 2076).
Grote verschillen vergoeding opleidingsgerelateerde kosten De rondgang langs juniorverenigingen laat grote verschillen zien in hoeverre de kosten voor het volgen van verplichte cursussen, niet-verplichte doch gewenste cursussen en het bijwonen van congressen worden vergoed. Enkele wetenschappelijke verenigingen (bijvoorbeeld die van de klinische genetica en radiologen) hebben het intern goed geregeld waarbij alle verplichte bijeenkomsten en cursussen vergoed worden of ten minste een acceptabel budget beschikbaar is. Daarnaast zijn er wetenschappelijke verenigingen die het aan de lokale opleider overlaten hoeveel geld er voor deze activiteiten voorhanden is, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij neurologie. De inventarisatie laat ook zien dat er tussen verschillende opleidingsinstellingen en tussen de afdelingen binnen eenzelfde instelling forse verschillen bestaan. In de meerderheid van de gevallen worden verplichte cursussen en bijeenkomsten
VERENIGINGSNIEUWS
voor 100 procent vergoed, maar dit is zeker geen algemeen goed. Verder zijn er helaas wetenschappelijke verenigingen, afdelingen en opleidingsinstellingen die slechts enkele honderden euro’s voor de gehele opleiding beschikbaar stellen. En waarbij dus een groot deel van de gemaakte kosten voor rekening van de individuele aios komt. Gelimiteerd opleidingsbudget ontoereikend Tijdens een recente LVAG-vergadering waren alle vertegenwoordigers van de juniorverenigingen van mening dat een in hoogte gelimiteerd opleidingsbudget voor aios ontoereikend is. Er is binnen het Opleidingsfonds voldoende geld beschikbaar om voor de aios verplichte cursussen en bijeenkomsten volledig te vergoeden. Dat aios slechts met een budget van 200 tot 300 euro per jaar verplicht cursussen moeten volgen of (internationale) symposia moeten bijwonen is onacceptabel. Het probleem is dat de raden van bestuur en opleiders doorgaans geen zicht hebben op of geen inzicht willen geven in hetgeen ze allemaal met het geld doen. Jullie opleidingsgeld! Vergoeding opleidingsactiviteiten volgens cao’s De vergoedingsverplichting van de opleidingsinstellingen voortvloeiend uit de cao’s speelt eveneens een rol. Zowel de universitair medische centra (umc’s) als de algemene ziekenhuizen krijgen (naar rato) hetzelfde budget per aios. De cao verplicht de umc’s echter in geval van verplichte opleidingsactiviteiten de aios 70 procent van de gemaakte kosten te vergoeden i.p.v. de 100 procent die de algemene ziekenhuizen verplicht zijn te betalen aan de aios. De universitair medische centra verschuilen zich vooralsnog maar al te graag achter deze cao-bepaling.
Vergoeding opleidingsactiviteiten volgens LVAG Wat is een verplichte opleidingsactiviteit? Wat is een gewenste doch niet verplichte opleidingsactiviteit? Hierover bestaat nog veel discussie. In het Kaderbesluit Centraal College Medische Specialismen (Kaderbesluit CCMS) is over deze opleidingsactiviteiten een aantal bepalingen opgenomen. Daarnaast krijgt ieder specialisme in het kader van de opleidingsmodernisering een eigen opleidingsplan waarin deze activiteiten verder worden omschreven. Per specialisme zal de juniorvereniging, bij voorkeur samen met de wetenschappelijke vereniging, een lijst dienen op te stellen met de verplichte en (zeer) gewenste opleidingsactiviteiten (bijvoorbeeld cursussen en congressen) die in aanmerking komen voor volledige vergoeding uit het Opleidingsfonds.
jullie bovenstaande informatie gebruiken in een overleg met de raad van bestuur, de centrale opleidingscommissie, wetenschappelijke verenigingen en opleiders. Betrokkenheid van een lokale aios-vereniging kan in deze ook zeer nuttig zijn. Mocht je er niet uitkomen of vragen hebben, neem dan contact op met de LVAG via
[email protected]. Bram Jacobs, voorzitter a.i. Ronne Mairuhu, oud-voorzitter
Wanneer er problemen zijn ten aanzien van de opleidingsbudgetten of bezuinigingen hierop dan kunnen
De LVAG is verder van mening dat: •
•
•
•
De in het Kaderbesluit CCMS en het opleidingsplan per specialisme genoemde verplichte cursussen, symposia, (internationale) congressen en andere opleidingsactiviteiten volledig vergoed dienen te worden, los van de bepalingen in de cao. De niet-verplichte opleidingsactiviteiten, die echter voor de opleiding wel zeer gewenst zijn, ook volledig vergoed dienen te worden. Er geen argumenten zijn om van het bovenstaande af te wijken. Immers, opleidingsinstellingen krijgen een zeer ruime financiële vergoeding voor het opleiden van aios. Er geen argumenten zijn om te bezuinigen op opleidingsgerelateerde activiteiten en opleidingsbudgetten. Immers, het ministerie van VWS heeft tevens niet bezuinigd op het bedrag dat beschikbaar is voor het Opleidingsfonds en de hieruit voortvloeiende vergoeding van de opleidingsplaatsen. Er geen vast, gelimiteerd bedrag voor aios beschikbaar moet zijn. Maar dat het wel wenselijk is om een bepaald budget aan de aios beschikbaar te stellen, om buiten de verplichte activiteiten om, naar eigen inzicht aan aanvullende opleidingsactiviteiten te kunnen besteden.
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
7
Best Doctors - uitmuntende artsen bieden hun diensten aan Het begint met twee Amerikaanse artsen met een visie. Ze willen de beste medische kennis beschikbaar maken voor iedereen in de wereld. In twintig jaar tijd leggen ze een bestand aan van vijftigduizend medisch specialisten die op verzoek hun licht laten schijnen over complexe patiënten. Het resultaat: in meer dan de helft van de gevallen wordt een afwijkend behandelplan voorgesteld en in 22 procent van de gevallen stelt de topspecialist een andere diagnose. Blijkbaar weten twee meer dan één!
De twee Amerikaanse artsen Kenneth H. Falchuk en Jose Halperin zijn werkzaam aan de gerenommeerde Harvard University School of Medicine. Zij vinden dat patiënten met een ernstige aandoening antwoord moeten kunnen krijgen op belangrijke (en begrijpelijke) vragen als: Klopt de gestelde diagnose? Wat voor soort behandeling heb ik nodig? Waar kan ik die vinden? Omdat Falchuk en Halperin vinden dat het voor iedereen, waar dan ook ter wereld, mogelijk moet zijn om de beste en meest geschikte medische zorg te krijgen die beschikbaar is, richten ze in 1989 Best Doctors op.
“When you need to be absolutely sure, Best Doctors is there.” Anno 2009 Twintig jaar later is Best Doctors uitgegroeid tot een internationale onderneming die met meer dan 260 verzekeraars, werkgevers en andere collectieve groepen werkt, waardoor er meer dan tien miljoen mensen in dertig landen worden bediend. In het wereldwijde gegevensbestand staan de namen van vijftigduizend vooraanstaande medisch specialisten in meer dan vierhonderd verschillende disciplines. In de Medical Advisory Board zitten twee Utrechtse medisch specialisten. In Nederland is Best Doctors sinds medio 2007 actief. De oude Ziekenfondswet, die voor die tijd nog bestond, hield een wereldwijde aanspraak op zorg tegen. Bovendien moesten de Nederlandse artsen, net als collega’s in andere landen, wennen aan het idee dat bij hen in de keuken wordt gekeken door een internationaal erkend medisch expert. Die scepsis begint af te nemen nu duidelijk wordt dat niet alleen de patiënt, maar ook de behandelend arts baat kan hebben bij deze vorm van
8
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
second opinion. Immers, de expert blijft te allen tijde beschikbaar voor intercollegiaal overleg. En dat is natuurlijk niks nieuws onder de zon!
Peer-to-peer-selectie Om een best doctor te kunnen worden, moet je in hoog aanzien staan bij je collega’s in je eigen land. Door middel van het voortdurend houden van enquêtes onder artsen worden de namen van de experts per vakgebied bekend. Het stemproces is anoniem en vertrouwelijk. De informatie uit de enquêtes levert gedetailleerde profielen op van elke arts, inclusief zijn of haar praktijk, onderzoekprogramma’s en diagnostische en behandelprocedures. Artsen betalen niet om te worden opgenomen in het bestand en Best Doctors betaalt hun niet om deel te nemen aan de enquête. Het oordeel van de collega’s is wat telt. In elk land waar dit onderzoek wordt gedaan, worden slechts drie tot vijf procent van de artsen geselecteerd om best doctor te worden.
“Een wereldwijd netwerk van ’uitmuntende artsen’ dat zijn gelijke niet kent.” De patiënt Een patiënt kan via zijn ziektekostenverzekering contact leggen met Best Doctors als er een (ernstige) medische aandoening is gediagnosticeerd. Onder deze ernstige medische aandoeningen vallen: kanker; ernstig trauma; verbrandingen; beroerte; nierfalen; orgaantransplantatie; stoornissen van het hart, de ogen, het gehoor, de spraak, de longen en de botten; ziektes van het zenuwstelsel zoals de ziektes van Alzheimer en
Parkinson; multiple sclerose; aandoeningen in het eindstadium; hiv en aids; coma; verlamming en ‘andere aandoeningen die ernstig ongemak veroorzaken en een gezond en productief leven bemoeilijken’. Door het multidisciplinaire team van Best Doctors worden alle medische gegevens verzameld en geëvalueerd. Dit team wijst op zaken die eerder mogelijk over het hoofd zijn gezien. Op basis van deze evaluatie wordt een van de experts geraadpleegd die de vragen van de patiënt en van het multidisciplinaire team het beste kan beantwoorden. De geraadpleegde medisch specialist schrijft een verslag over zijn bevindingen en geeft aanbevelingen voor het behandelplan. Dit verslag wordt naar de eigen specialist en de patiënt gestuurd. Eventuele vervolgvragen kunnen altijd aan de expert worden gesteld. De patiënt hoeft dus niet de halve wereld over te reizen om op consult te gaan bij de expert. Het bijzondere is verder dat de patiënt de regie heeft over het proces: hij of zij benadert zelf het team van Best Doctors en krijgt gedurende het hele proces te horen wat de bevindingen zijn. Mocht de patiënt dit willen, dan worden de bevindingen niet naar zijn of haar behandelaar gestuurd.
Nederland In Nederland heeft een patiënt toegang tot de service van Best Doctors als hij of zij verzekerd is bij zorgverzekeraar CZ. De heer A. Prince, neuroloog n.p. en medisch adviseur bij CZ vertelt: “Het recht op een second opinion is bij wet geregeld, maar het recht op een second opinion bij Best Doctors wordt alleen via CZ aangeboden en is voor alle klanten gratis. CZ is al jaren de zorgverzekeraar die primeurs weet te behalen voor Nederland. Zo boden we ver vóór de invoering van het recht op second opinion deze dienst al aan net als behandeling in buitenlandse ziekenhuizen, indien de zorg in Nederland ontoereikend was.”
DIT DOET CZ “In 27 procent van de gevallen stelt de topspecialist een andere diagnose.” Resultaten Het intercollegiale overleg op topniveau levert in meer dan de helft van de gevallen (deels) een ander behandelplan op. Ook de diagnose wordt kritisch beoordeeld. In Nederland zijn in 2008 ruim 470 casus behandeld. In maar liefst 27 procent van de gevallen stelde de geraadpleegde best doctor een andere diagnose. Dit is een aanzienlijk percentage. De conclusie is echter niet dat Nederlandse artsen onvoldoende kennis hebben. Zeker niet. Onze gezondheidszorg is van prima kwaliteit. Maar in een databank van vijftigduizend medisch specialisten is simpelweg altijd wel een collega te vinden die nog meer weet! Erna Beers Bronnen 1. www.bestdoctors.com 2. www.bestdoctors.com/bd/netherland/quienes.php 3. www.cz.nl
BEST DOCTORS: verzekerden van CZ kunnen een second opinion krijgen van internationale topspecialisten. ZIEKENHUISVERGELIJKER: een applicatie op cz.nl die wachttijden, patiëntenervaringen en medisch inhoudelijke kwaliteit van ziekenhuizen in Nederland toont. KINDVRIENDELIJKE ZIEKENHUIZEN: CZ vindt het belangrijk dat ziekenhuizen kindgericht zijn en werkt daaraan, samen met vereniging Kind en Ziekenhuis. WACHTLIJSTBEMIDDELING: voor poliklinische behandelingen streeft CZ naar een maximale wachttijd van 5 dagen, voor langere opnames 10 dagen.
www.cz.nl www.cz.nl/zorgaanbieders
Zorg kan altijd beter
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
9
De meester & De leerling PERSONALIA Hans Arendzen, 60 jaar Getrouwd, twee dochters en een zoon (oudste dochter is in 2000 overleden)
Hanneke van der Krogt, 31 jaar Getrouwd, geen kinderen
WERKADRES LUMC, afdeling Revalidatiegeneeskunde, sinds 2001
LUMC, afdeling Revalidatiegeneeskunde, doet sinds februari 2008 fulltime onderzoek
STUDIE 1966-1972 geneeskunde Rijksuniversiteit Groningen
1996-1997 gezondheidswetenschappen Universiteit Maastricht 1997-2003 geneeskunde Universiteit Leiden
OPLEIDING 1980-1983 revalidatiegeneeskunde Rijksuniversiteit Groningen
2007-2014 aios ko revalidatiegeneeskunde LUMC
PROEFSCHRIFT 1989 Percutane thermocoagulatie van perifere zenuwen voor de behandeling van spasticiteit
2008 Nationaal multicenteronderzoek naar functieherstel van spastische paresen aan de bovenste extremiteiten na een CVA (EXPLICIT-stroke)
BEWONDERT Patiënten die ondanks ernstige fysieke schade door ongeval of ziekte met enorme mentale veerkracht het leven weer oppakken.
Mensen die ondanks tegenslagen hun doel bereiken.
ERGERT ZICH AAN Telefonerende mensen in de trein. KLEINE GENOEGENS Rustig werken tijdens treinreizen. Lange wandelingen met de hond, golfen.
Onnodig papierwerk. Het mooie vriesweer. En als iets lukt zoals je voor ogen hebt.
GAAT IN TWEEDE LEVEN Dierenarts worden, tijdens mijn studie ontdekte ik dat dit ook bestond.
Iets creatiefs doen: tekenen, muziek of koken.
MEEST ONTSPANNENDE Boek lezen, goede film of ‘crimi’ kijken. ACTIVITEIT Zeezeilen, zelfs bij een wedstrijd.
Met een goed boek in bad liggen.
ONHEBBELIJKHEDEN Ik ben redelijk chaotisch, eigenwijs en kan slecht dingen weggooien. BESTE EIGENSCHAP Iets opbouwen met anderen. Ik ben een ‘bruggenbouwer’ en kan mensen enthousiasmeren.
10
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
Eigenwijsheid.
Nieuwsgierigheid, zelfstandig werken.
Wat maakt het vak revalidatiegeneeskunde zo interessant? Arendzen: Een huisarts is generalist en zo werkt de revalidatiegeneeskunde ook. Het is een combinatie van techniek zoals biomechanica en een interessante mengeling van anatomische, fysiologische, neurologische en psychologische invalshoeken bij het bewegen. Het vak is meer dan orthopedie, gaat verder dan neurologie en heeft grensvlakken met bewegingswetenschappen. Door een verstoring in het bewegingssysteem wordt pas duidelijk hoe en waarom iemand beweegt. Het inspireert mij: mensen met beschadigingen van hun bewegingssysteem kunnen door mentale krachten toch verder met het leven. Van der Krogt: Revalidatiegeneeskunde is een praktisch en technisch vak en verliest de sociale kant van een patiënt niet uit het oog. Ik ben altijd al fan geweest van het bewegingsapparaat: het waren de leukste colleges en practica, en het leek mij interessant om me daarin verder te specialiseren. Je werkt hulpvraaggericht: mensen willen iets bereiken ondanks hun handicap en je helpt hen daarbij met training of psycho-educatie. Meestal zijn patiënten erg gemotiveerd om weer een dagbesteding te hebben en zin aan het leven te geven. Wat is over tien jaar de belangrijkste ontwikkeling in de revalidatiegeneeskunde? Arendzen: Het wetenschappelijk onderzoek in ons vakgebied is nu vooral gericht op symptoombestrijding, zorgprocessen en determinanten van herstel. Waarom ontstaan bepaalde bewegingsstoornissen en reageren het zenuwstelsel en de spieren zo? Het feedbacksysteem van de zenuw naar de hersenen en weer terug moeten we begrijpen op neuromusculair en neuromechanisch niveau. Deze basale kennis onderzoeken we in een samenwerkingsverband met de Technische Universiteit in Delft en gebruiken we om in te spelen op de schade en voor nieuwe behandelstrategieën. Van der Krogt: De komende jaren zullen we nog meer hulpvraaggericht gaan werken. Ook zullen meer technische ontwikkelingen plaatsvinden, bijvoorbeeld in de robotica*. Robots zullen goedkoper en meer beschikbaar worden. Hopelijk kan hiermee binnenkort onderscheid worden gemaakt of een bewegingsstoornis wordt veroorzaakt door schade in de neurologische besturing of aan de mechanica (zoals spieren, pezen en gewrichten). Experimentele trainingen van patiënten met robots worden al op verschillende plaatsen gegeven. Onderzoek, onderwijs of patiëntenzorg? Arendzen: Alle drie zijn ze belangrijk en spelen een rol in de revalidatiegeneeskunde. Onderzoek neemt op dit moment de meeste tijd in beslag. Hierbij gaat het om een kleine vakgroep waar een groot onderzoek loopt. Patiëntenzorg is belangrijk binnen het ziekenhuis, ook op financieel gebied. Het moet nu een beetje tussendoor, maar ik vind het erg leuk en zou het niet willen missen. Onderwijs geven is slechts een bescheiden deel, toch geniet ik ervan. Het is heerlijk om jonge, zeer gedreven mensen enthousiast te zien en te maken.
Van der Krogt: Ze zijn alle drie belangrijk. Het ene kan ook niet zonder het andere: je onderzoeksresultaten moet je doorgeven aan andere mensen en heb je nodig bij de behandeling van patiënten. Het liefst doe ik patiëntenzorg: je ontmoet inspirerende mensen en het geeft de meeste voldoening.
&
Hoe omschrijft u uw assistententijd? Arendzen: Toen ik net begonnen was, miste ik mijn huisartsenpraktijk op Curaçao (waar ik van 1975 tot 1979 werkte): ik hoorde te veel geneuzel. Mijn opleider Willem Eisma, een enthousiaste revalidatiearts, heeft mij veel ruimte gegeven om mijzelf te ontwikkelen. Uiteindelijk heb ik een geweldige tijd gehad. We maakten onderwijsmateriaal voor nieuwe assistenten, dat kostte veel tijd, maar je werd er door gestimuleerd. Van der Krogt: Je moet hard werken en je leert met mensen en emoties om te gaan. Het leuke is dat je bijna elke dag weer iets nieuws leert. Dit is, behalve het patiëntencontact, een van mijn belangrijkste drijfveren. Iets wat je wilt beheersen, maar nog niet kan. Hoe omschrijft u de ander? Arendzen: Hanneke is een heldere meid, die goed oplet en zich vlot dingen eigenmaakt ondanks de moeilijke materie. Ze is proactief, collegiaal, goed op communicatief gebied en heeft snel een antwoord klaar. Het is een ideale aios ko, ik ben erg tevreden. Van der Krogt: We hebben een informele relatie, ik kan zo binnenlopen en hij geeft me altijd goede raad. Hij is een ‘bruggenbouwer’: hij heeft deze afdeling weer opgebouwd, nadat het een tijd had stilgelegen. Door hem zijn de banden met andere revalidatiecentra en binnen het opleidingscircuit aangehaald. In een vergadering stelt hij altijd scherpe vragen, maakt goede samenvattingen en trekt zo het gesprek weer vlot. Hij is erg sociaal en laat zich niet afleiden van zijn doel als hij iets wil bereiken. Hoe ziet de ideale leerling resp. meester eruit? Arendzen: De ideale leerling is alert, snel, slim, ambitieus, communicatief vaardig, collegiaal en moet kunnen afzien. De ideale meester is zorgzaam, laagdrempelig en coach. Je moet doen wat je belooft en bij dipjes de aios weer kunnen enthousiasmeren. De aios moet geen angst voelen om iets te zeggen. Je bewaakt de rechte lijn van het onderzoek zonder te veel af te wijken. Van der Krogt: De leerling moet doorhebben dat het een leerproces is. Je moet feiten van iemand kunnen aannemen en stilstaan bij wat je hebt geleerd uit een bepaalde situatie, omdat je daar beiden wat aan hebt. De ideale meester heeft veel geduld en moet de kans en vrijheid geven om iets te doen, al gaat dat misschien fout. Dan moet hij mensen motiveren om weer verder te gaan. Lisette Kunz * Robotica is de tak van de mechatronica die zich bezighoudt met theoretische implicaties en praktische toepassingen van robots in de ruimste zin van het woord.
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
11
Meer mogelijk maken DE VOORDELEN OP EEN RIJ Met een Preferred Banker heeft u: + Eén aanspreekpunt voor al uw financiële zaken. + Uw eigen persoonlijke adviseur. + Kennis van de medische sector. + Kwalitatief advies wanneer het u uitkomt. + Specialistische producten voor medici.
12
INGEZONDEN
Nieuwe eisen beoordeling opleiding Het verwerven van competenties conform het CanMEDS-model (zie www.knmg.nl/hetnieuweopleiden) staat centraal in de nieuwe vervolgopleidingen. Dit competentiegericht opleiden vergt van de opleider een andere manier van toetsing en beoordeling van jou als aios.
De ontwikkeling van competenties verloopt op vele manieren en in verschillende tempo’s. Niet iedereen zal even snel de vereiste competenties ontwikkelen. Om een goed beeld te krijgen van je ontwikkeling als aios zijn diverse toetsinstrumenten ontwikkeld, zoals de KPB (korte praktijkbeoordeling), de CAT (Critical Appraised Topic) en de 360 graden feedback. Het vastleggen van toetsmomenten gebeurt in het portfolio. Dit biedt jou en je opleider inzicht in je vorderingen en maakt het mogelijk om die regelmatig te bepreken, te beoordelen en bij te sturen. Aanpassen beoordelings- en toetsingssystematiek Nieuwe toetsinstrumenten (KPB, CAT en kennistoets) maken een structureel onderdeel uit van de opleidingsplannen die door de wetenschappelijke verenigingen bij het Centraal College Medisch Specialismen (CCMS) zijn ingediend. De behoefte om vaker een waardering en oordeel uit te spreken wordt hiermee groter. Het CCMS volgt deze ontwikkelingen en heeft daarom de huidige beoordelings- en toetssystematiek op onderdelen aangepast. Een behoorlijke mate van vrijheid voor verdere invulling per specialisme blijft bestaan. Jaarlijkse geschiktheidsbeoordeling In de huidige beoordelingssystematiek, die al jaren geldt, word je op drie momenten tijdens de opleiding op geschiktheid beoordeeld (aan het einde van het eerste opleidingsjaar, halverwege de opleiding en aan het einde van de opleiding). Deze beoordelingen zullen in de toekomst jaarlijks plaatsvinden. Daarbij oordeelt de opleider over jouw competentieontwikkeling. Dit oordeel dient logischerwijs voort te vloeien uit de eerder gehouden voortgangsgesprekken, beoordelingsgesprekken, toetsen, het portfolio en alles wat bijdraagt aan de beoordeling van je competentieniveau. Hierdoor kun je in principe niet door een negatieve beoordeling worden overvallen.
Geïntensiveerd begeleidingstraject Nu kan de opleiding alleen aan het eind om opleidingsinhoudelijke redenen worden verlengd. De nieuwe eisen maken het mogelijk dat bij een vertraging in de competentieontwikkeling tussentijds kan worden besloten tot een geïntensiveerd begeleidingstraject. Doel daarvan is om je de mogelijkheid te bieden via intensieve begeleiding te bekwamen in de competenties waarover twijfel is uitgesproken. In de nieuwe eisen wordt een aantal voorwaarden gesteld aan een dergelijk traject. Vanaf wanneer gaan de nieuwe eisen gelden? Per opleidingsjaar moeten ten minste tien KPB’en zijn gegeven en ten minste tweemaal een CAT en eenmaal een kennistoets zijn afgenomen. De nieuwe eisen zullen worden opgenomen in het Kaderbesluit CCMS dat momenteel op een aantal onderdelen wordt aangepast vanwege de modernisering van de medisch specialistische opleidingen. De verwachting is dat de wijzigingen in de loop van dit jaar definitief zullen worden vastgesteld. Wil je meer weten over de modernisering van de opleiding kijk dan op www.knmg.nl/hetnieuweopleiden. mr. Vivienne Schelfhout-van Deventer, secretaris colleges KNMG
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
13
VERENIGINGSNIEUWS
Onder de titel Tikje bijsturen schreven ondergetekende en oud-voorzitter Ronne Mairuhu een artikel in Medisch Contact.1 Hierin geven wij onze visie op het Opleidingsfonds en de problemen die eruit lijken voort te vloeien. En we dragen een aantal mogelijke oplossingen aan. Een knuppel in het hoenderhok misschien. Maar het artikel heeft de discussie wel verder doen oplaaien, getuige diverse positieve en enkele negatieve reacties.
Tikje bijsturen? In het artikel wijzen wij op een aantal problemen dat op dit moment samenhangt met het Opleidingsfonds. De belangrijkste hiervan zijn: het gebrek aan flexibiliteit (wijzigingen in een opleidingsschema voor het aankomende jaar dienen in het huidige jaar al voor 31 oktober te worden doorgegeven aan de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC)); bij uitval van de aios (zwangerschap en stage elders) heeft de afdeling geen geld meer voor vervanging van de aios; buitenlandstages worden niet vergoed en de aanname dat de aios productieneutraal is. Bedrijfsvoering in de verdrukking Een en ander leidt er nogal eens toe dat een (verdiepings)stage van een aios, waarvoor het opleidingsschema dient te worden gewijzigd, geen doorgang kan vinden. Het Opleidingsfonds krijgt dan de ‘schuld’; overigens vaak niet terecht. Meestal is de achtergrond van het afwijzen van een stage (elders) dat de bedrijfsvoering van de afdeling in de verdrukking komt als de aios, al dan niet tijdelijk, vertrekt. En met de aios verdwijnt de vergoeding vanuit het Opleidingsfonds. Wij vinden dat de bedrijfsvoering nooit een reden mag zijn om een aios een stage te weigeren. Voorts pleiten we voor meer flexibiliteit en zien als mogelijke oplossing voor de
14
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
problematiek in de bedrijfsvoering het ‘weghalen’ van het salaris van de aios uit het Opleidingsfonds.
Bram Jacobs, voorzitter a.i. (mede namens Ronne Mairuhu, oudvoorzitter)
In gesprek met VWS Een van de wat minder positieve reacties werd recent gepubliceerd in Medisch Contact.2 De auteur dicht ons het volgende toe: het aan het ongelooflijke grenzende naïviteit, minachting van de achterban en het ontbreken van realiteitszin. Daarnaast zouden wij de zijde van het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) kiezen. Waarvan akte! Helaas draagt de auteur zelf geen enkele oplossing voor de problemen aan en geeft de overheid overal de schuld van. Dus weinig constructief. Om wél te komen tot opbouwend overleg zal de LVAG een brief sturen aan alle betrokken veldpartijen, inclusief het ministerie van VWS. Om zo oplossingen te bereiken zodat het Opleidingsfonds nog beter kan worden aangewend door de aios om zijn of haar opleiding verder te verbeteren. Ook bespreken wij de problemen die bij ons worden gemeld geregeld met het departement.
Referenties 1. Tikje bijsturen. Medisch Contact, 5 december 2008, 63 (49): 20482050. 2. Brieven. Dr. V.T.H.B.M. Smit, Medisch Contact, 29 januari 2009, 64 (5): 212.
Kom je dus problemen tegen die mogelijk voortvloeien uit het Opleidingsfonds meld die dan aan ons via
[email protected], zodat wij ermee aan de slag kunnen.
VERENIGINGSNIEUWS
Al bijna vijftig jaar behartigt de LVAG de belangen van aios. Als vereniging is de financiële steun van onze sponsoren hierbij welkom. Zo kunnen we ons optimaal inzetten voor verbetering van arbeidsomstandigheden, werktijden en de kwaliteit van de opleiding. Financieel adviesbureau Sibbing & Wateler onderstreept het belang van die aandachtspunten. Daarom presenteren we met trots … onze nieuwe hoofdsponsor!
Sibbing & Wateler hoofdsponsor LVAG! Op vrijdag 6 februari werd het wederzijds vertrouwen tussen Sibbing & Wateler en de LVAG feestelijk benadrukt. Op die dag tekenden vennoot Jan Mark Huibers en voorzitter a.i. Bram Jacobs de hoofdsponsorovereenkomst. Een primeur in de geschiedenis van de LVAG! Ondersteuning bij financiële vraagstukken Ook voor de individuele aios pakt deze overeenkomst goed uit. Het
onafhankelijke adviesbureau kan jou - zowel zakelijk als privé ondersteunen bij financiële vraagstukken die tijdens je opleiding aan de orde komen. Het door Sibbing & Wateler georganiseerde seminar De financiële jungle voor de startende medisch specialist bereidt je voor op vraagstukken die je straks als specialist tegenkomt. Ben je bijna klaar met je opleiding? Consulteer dan de ‘USB-dokter’ van Sibbing & Wate-
ler. Vraag deze USB-stick aan via
[email protected] o.v.v. ‘aanvraag USBdokter’. Vermeld in de e-mail je naam, adres, einddatum van je opleiding en je huidige werksituatie. Meer informatie? Kijk dan op www.sibbing.nl.
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
15
VERENIGINGSNIEUWS
Het bestuur van de LVAG verwelkomt vier nieuwe bestuursleden: Annemarie van den Berg, Monika Kerckhoffs, Sjoerd Lagarde en Tessa Nizet. Wie schuilen er achter deze personen en wat kun je van hen verwachten? Een korte introductie.
Nieuwe bestuursleden stellen zich voor Annemarie van den Berg
modernisering van de specialistische opleidingen. Zelf begin ik pas volgend jaar aan mijn opleiding. Toch wil ik mij nu al, als lid van het dagelijks bestuur, inzetten voor een goede kwaliteit van de opleidingen en de positie van iedere aios daarin. Monika Kerckhoffs
woordelijkheid voor. Als aios heb ik in de perifere ziekenhuizen waarin ik heb gewerkt, op ‘kleine schaal’ mijn best gedaan om de opleiding te verbeteren. Als LVAG-bestuurslid zal de opleiding mijn speerpunt zijn. Daarnaast neem ik als adviserend lid deel aan de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC). Er komen spannende jaren aan, met de discussie rondom het Opleidingsfonds waarin het de taak van de aios én de LVAG is om de kwaliteit van de opleiding te bewaken. Ik heb er in ieder geval zin in!
Mijn naam is Annemarie van den Berg (26 jaar) en sinds januari 2009 ben ik lid van het dagelijks bestuur van de LVAG. In 2007 heb ik mijn studie geneeskunde in Leiden aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) afgerond. Sindsdien ben ik als arts-onderzoeker verbonden aan het HagaZiekenhuis in Den Haag waar ik promotieonderzoek doe naar diabetes bij patiënten met cystic fibrosis. In 2010 zal ik in hetzelfde ziekenhuis starten met de opleiding tot longarts. Binnen het dagelijks bestuur zal ik verschillende taken gaan vervullen. Zo zal ik binnenkort namens de LVAG zitting nemen in de Kamer Dienstverband van de Orde van Medisch Specialisten. Momenteel vinden er vele veranderingen plaats als gevolg van de
16
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
Sjoerd Lagarde
Als ‘vers’ toegetreden bestuurslid van de LVAG, stel ik me graag voor. Ik ben Monika Kerckhoffs (30 jaar) en aios interne geneeskunde in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Hier heb ik van 1997-2004 gestudeerd en ben ik in 2005 aan mijn opleiding begonnen. In april van dit jaar ga ik me richten op mijn aandachtsgebied, de intensive care (IC). Vormgeven aan een goede opleiding vind ik leuk en erg belangrijk. Het is ónze opleiding en wij dragen daar samen met het ziekenhuis en de specialisten een grote verant-
Per 1 januari van dit jaar ben ik (32 jaar) begonnen als penningmeester bij de LVAG. In 1995 ging Vervolg op pagina 18
LANDELIJKE AIOSDAG VOOR AANKOMEND MEDISCH SPECIALISTEN ZATERDAG 13 JUNI 2009 DOMUS MEDICA, UTRECHT
Stel je eigen programma samen Je kunt kiezen uit de volgende workshops: • Werken als universitair medisch specialist • Werken als medisch specialist in dienstverband • Onderhandelen over een goed dienstverband • Deeltijdwerken • Werken als medisch specialist in vrij beroep: contracten & goodwill
• • • • • •
Meld je aan op www.dejongeorde.nl
Werken als psychiater in vrij beroep Financiering in de gezondheidszorg Werken als psychiater in dienstverband Pensioenen dienstverband Kwaliteit van de beroepsuitoefening Pensioenen vrij beroep
Vervolg van pagina 16
Tessa Nizet
ik studeren aan de Universiteit van Amsterdam (UvA); daarna heb ik in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis als agnio gewerkt en ben ik in 2008 gepromoveerd op de chirurgische behandeling van oesophaguscarnicoom aan de UvA. Inmiddels ben ik derdejaars aios heelkunde in het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam. Op dit moment ben ik werkzaam in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, ook in Amsterdam. Ik ben bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van AssistentGeneeskundigen in de Heelkunde (VAGH). Deze levert ieder jaar een penningmeester voor de LVAG. De komende twee jaar zal ik de financiën van de LVAG op mij nemen.
Ik ben Tessa Nizet (32 jaar) en sinds januari 2009 lid van het dagelijks bestuur van de LVAG. Na het afronden van mijn studie geneeskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen (1994-2001) heb ik mij beziggehouden met promotieonderzoek
op de afdeling Longziekten van het Rijnstate Ziekenhuis te Arnhem. In 2007 ben ik gepromoveerd; de titel van mijn proefschrift was Induction of metabolic acidosis in chronic hypercapnic COPD patients. In 2005 ben ik begonnen met de opleiding tot longarts. Mijn vooropleiding interne geneeskunde heb ik gevolgd in het Máxima Medisch Centrum te Veldhoven. Sinds 2007 ben ik bezig met de vervolgopleiding longziekten in het Ziekenhuis Rijnstate in Arnhem. In al deze jaren heb ik de discussies gevolgd over o.a. de modernisering van de opleidingsstructuur, het opleidingsklimaat en arbeidstijden. In mijn bestuursfunctie wil ik een actieve bijdrage leveren aan verdere verbetering van de medisch specialistische vervolgopleidingen, alsook mijn horizon verbreden.
VACATURE
Hoofdredacteur m/v gezocht AIOS is het tijdschrift voor alle artsen in opleiding tot medisch specialist in Nederland. Het kwartaalblad van de LVAG besteedt aandacht aan onderwerpen die alle aios aangaan: arbeidsomstandigheden, opleiding, rechtspositie en onderzoek. Over deze onderwerpen schrijven de bestuursleden van de LVAG. Daarnaast is er een redactie van enthousiaste aios, die elk nummer artikelen schrijven tot lering ende vermaak. Interviews, columns, themaartikelen, het komt allemaal aan bod. De redactie bestaat uit zes redacteuren, een hoofdredacteur en een eindredacteur. Deze laatste coördineert de totstandkoming van het tijdschrift en bewaakt de productiestroom en de deadlines. Hij of zij is ook verantwoor-
18
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
delijk voor de juistheid en foutloosheid van een uitgave. Taken: Als hoofdredacteur geef je leiding aan de redacteuren en de eindredacteur. De hoofdredacteur en redacteuren werken allen op vrijwillige basis (onkosten worden vergoed). Je zet het beleid uit voor het blad, zoveel mogelijk samen met de redactie. Je bepaalt welke artikelen worden geplaatst. Ook beoordeel je de artikelen op (medisch-)inhoudelijke correctheid. Vier maal per jaar zit je de redactievergadering in Utrecht voor. Je schrijft zoveel mogelijk zelf mee aan het blad. Je bepaalt samen met de redactie de onderwerpen voor de verschillende aankomende nummers. Daarnaast onderhoud je contact met de eindredacteur. De werkbelasting verloopt in pieken,
gezien het feit dat het tijdschrift vier keer per jaar verschijnt. Reken op vier keer ca. veertig uur per jaar. Profiel: je bent een enthousiaste arts met schrijfervaring, die zijn/haar gedachten helder kan verwoorden en inspirerend leiding kan geven aan een groep gedreven collegae. Een vlotte schrijfstijl is een must, evenals een sociaal karakter. Tot slot is een dosis humor een pré, gezien de ongedwongen sfeer waarin de redactie altijd vergadert. Interesse? Mail vóór 30 april je sollicitatiebrief met cv naar
[email protected]. Meer informatie? Neem dan contact op met Erna Beers, hoofdredacteur, via
[email protected].
PERSBERICHT
145 richtlijnen op oncoline.nl en pallialine.nl Maar liefst 110 richtlijnen voor de oncologische zorg en 35 richtlijnen voor de palliatieve zorg zijn voor iedereen eenvoudig bereikbaar via internet. De Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) plaatste al deze landelijke richtlijnen op haar websites www.oncoline.nl en www.pallialine.nl. In 2008 trokken deze websites 700.000 bezoekers: professionals die richtlijnen willen inzien en downloaden; die gebruikmaken van de mailinglijst; die via de richtlijnen de bijbehorende literatuur in PubMed vinden. De VIKC ondersteunt professionals en hun wetenschappelijke verenigingen in de ontwikkeling van richtlijnen. Richtlijnen worden ontwikkeld indien deze aan de volgende criteria voldoen: • de ziekte of het symptoom komt in hoge incidentie of prevalentie voor; • de diagnostiek en behandeling vinden zowel in academische als algemene ziekenhuizen plaats;
•
•
de diagnostiek en/of behandeling zijn multidisciplinair: meerdere (para-)medische en/of verpleegkundige disciplines zijn erbij betrokken; de betrokken professionals ervaren knelpunten in de praktijk.
Implementatie en onderhoud richtlijnen Zorgverleners hebben aangegeven geen nieuwe richtlijnen meer nodig
Richtlijnontwikkeling in 2009: Tumorspecifieke richtlijnen Bot en weke delen • Weke delen tumoren (revisie) Gastro-enterologie • Maagcarcinoom (revisie) • Pancreascarcinoom (revisie) • Oesofaguscarcinoom (revisie, start in 2009) Gynaecologie • Behoud van ovariële functie na de behandeling met chemotherapie (nieuw) • Epitheliaal ovariumcarcinoom (revisie) • Diverse gynaecologische tumoren (borderline-ovariumtumoren, cervixcarcinoom, (niet-epitheliale) maligniteiten van ovarium en tuba, molazwangerschap, trofoblast (persisterend) en choriocarcinoom en vaginacarcinoom, consensus-based revisie) • Endometriumcarcinoom (revisie, start in 2009) Hoofd-hals • Diagnostiek verdachte halslymfeklieren (nieuw)
te hebben: alle belangrijke aandachtsgebieden zijn voorzien. De VIKC heeft daarom besloten zich voorlopig te richten op implementatie en onderhoud van de richtlijnen. Daarbij valt aan de volgende activiteiten te denken: • De richtlijnen worden in de regionale tumorwerkgroepen besproken. • De integrale kankercentra (IKC’s) zetten projecten op om
Long • Niet-kleincellig longcarcinoom (revisie) Neuro-oncologie • Hersenmetastasen (revisie) Urologie • Niercelcarcinoom (revisie, start in 2009) Niet-tumorspecifieke richtlijnen • Detecteren behoefte aan psychosociale zorg • Nacontrole en nazorg bij kanker • Oncologische revalidatie • Voedingstekort bij kankerpatiënten Richtlijnen voor de palliatieve zorg • In ontwikkeling: angst, COPD, delier, palliatieve zorg voor kinderen, palliatieve zorg voor verstandelijk gehandicapten, spirituele zorg en existentiële crisis, urogenitale problemen, fistels, loze aandrang en tenesmi • Start in 2009: Dementie, COPD, psychiatrie, pijn bij kinderen
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
19
Melden moet!
•
zorgverleners te stimuleren en te ondersteunen bij het toepassen van de richtlijnen in hun praktijk. De kankerregistratie van de IKC’s meet door middel van een beperkt aantal indicatoren de naleving van de richtlijnen in zogeheten documentatieprojecten. De resultaten hiervan worden vervolgens ingezet voor verdere implementatie van de richtlijn en eventueel voor revisie ervan.
Informatie Voor nadere informatie kunt u zich richten tot dr. N. Feller, drs. L.M. Tilma, drs. S. Strano of drs. S.M.C. Kersten, beleidsmedewerkers Richtlijnen & organisatie oncologische zorg van de VIKC, via (030) 230 55 30 of
[email protected].
Revisie vindt plaats wanneer de geldigheidsduur van een richtlijn verloopt of als zich nieuwe ontwikkelingen in de praktijk voordoen. De VIKC houdt toezicht op de geldigheidsduur van richtlijnen en landelijke tumorwerkgroepen besluiten of een richtlijn nog actueel is of aangepast moet worden.
Artsen en apothekers moeten ernstige bijwerkingen bij Lareb melden. Dat staat in de Geneesmiddelenwet. Het melden van bijwerkingen is van belang voor het bewaken van de veiligheid van geneesmiddelen. Alleen door kennis met elkaar te delen, krijgen we inzicht in de voor- en nadelen van een geneesmiddel in de praktijk.
In ziekenhuizen komen veel ernstige bijwerkingen voor! Ernstige bijwerkingen zijn bijwerkingen die hebben geleid tot ziekenhuisopname of verlenging daarvan, tot aangeboren afwijkingen, tot invaliditeit of tot overlijden van de patiënt. Als u niet weet of het wel een bijwerking is, geldt bij twijfel: wel melden! Melden kan gemakkelijk op www.lareb.nl
de specialist samen omgaan met bijwerkingen
Financiële expertise vind je bij veel banken. Het AIOS pakket niet. Als arts in opleiding tot medisch specialist verkeer je financieel gezien in een bijzondere positie. CenE Bankiers beseft dat als geen ander. Daarom is er het AIOS pakket: een breed pakket met bancaire diensten en verzekeringen, speciaal voor AIOS. Aantrekkelijke voordelen van het pakket zijn o.a. een kosteloze rekening-courant met ruime kredietmogelijkheden en uitstekende voorwaarden voor op de toekomst afgestemde hypotheekmogelijkheden. Tijdens je periode als AIOS is deze hypotheek volledig aflossingsvrij, zodat je kosten zo laag mogelijk blijven. Wil je meer weten, bel dan Daphne Jansen, telefoon (030) 659 90 45 of kijk op www.cenebankiers.nl.
CenE Bankiers is onderdeel van Van Lanschot Bankiers.
VOOR PROFESSIONALS IN DE MEDISCHE SECTOR
20
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
De Jonge Orde helpt aios met het controleren van dienstroosters Elke arts in opleiding tot medisch specialist (aios) kent het belang van het rooster. De meeste roosters zijn historisch zo ‘gegroeid’ en de invulling ervan is grotendeels in handen van de aios zelf. Hoe maak je een rooster, klopt het met de wet en wat mag wel en wat niet? Dat is voor de meeste roosteraars onbekend. Degenen die niet roosteren, laten het een en ander maar gebeuren en hopen dat de roosterende aios er het beste van maakt. Een rooster moet voldoen aan allerlei wetten en regels. Daarnaast dient het goede kwaliteit en continuïteit te garanderen, zowel voor de patiëntenzorg als voor de opleiding. Voorts behoort een rooster te voldoen aan de eisen van een veranderde maatschappij, waarin aios gezinstaken op zich nemen en meer oog voor hun rechten (naast hun plichten) hebben gekregen. WTE Leden van De Jonge Orde kunnen sinds kort laten controleren of hun rooster voldoet aan de geldende weten regelgeving. Dat is het resultaat van een samenwerkingsovereenkomst tussen Déhora, De Jonge Orde en de Orde van Medisch Specialisten.
een excel-bestand dat op de website van De Jonge Orde staat. Het ingevulde bestand stuurt de aios of aios-groep naar De Jonge Orde; hier vindt controle met de WTE plaats door onze arbeidsjurist Dino Jongsma. Het resultaat hiervan (inclusief eventuele overtredingen en waarschuwingen) wordt naar de aios teruggestuurd. Zij kunnen dan het rooster aanpassen. Een tweede optie is zelf een nieuw rooster te maken (zoals het praktijkvoorbeeld) en daarbij rekening te houden met de wensen van de vakgroep, aios en de wet, en deze vervolgens op bovenstaande wijze op te sturen.
Praktijkvoorbeeld
De Jonge Orde als beroepsbelangenvereniging voor en door aios heeft gekozen voor de planningssoftware Working Time Evaluator (WTE) van Déhora, omdat hiermee een rooster gelijktijdig getoetst kan worden aan de Arbeidstijdenwet (ATW), het Arbeidstijdenbesluit (ATB) én aan regelingen uit de cao’s voor ziekenhuizen, universitair medische centra en de geestelijke gezondheidszorg. Uiteindelijk wil De Jonge Orde haar leden die roosters maken een Déhora-instructie aanbieden. De praktijk Roosters kunnen aan de hand van de WTE beoordeeld worden door het bestaande aios-rooster in te voeren in
Binnen een vakgroep kindergeneeskunde bestaat de wens om een nieuw rooster te maken dat klopt met alle wettelijke en cao-bepalingen. Het oude rooster was namelijk op een aantal punten (o.a. maximale dienstduur > twaalf uur en te korte rusttijden tussen de diensten) in strijd met de wet. Aios kindergeneeskunde die lid zijn van De Jonge Orde opperen twee alternatieven te laten checken door de WTE via de website van De Jonge Orde. Dit initiatief wordt ondersteund vanuit de vakgroep door de opleider. Aan de hand van de door de check gevonden knelpunten wordt een nieuw rooster gemaakt, dat na een laatste check met de WTE wordt ingevoerd.
Meer informatie is te vinden op www.dejongeorde.nl. dr. Léon Winkel, aios kindergeneeskunde en bestuurslid De Jonge Orde
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
21
VERENIGINGSNIEUWS
Ook in Europa gebeurt er van alles wat voor jou als aios interessant is. De belangrijkste zaken zetten we hier voor je op een rij.
Aios-nieuws uit Europa Europese wetgeving arbeidstijden Er is goed nieuws als het over de werktijden van aios gaat. In december 2008 stemde het Europees Parlement niet in met een voorstel over aanpassingen van de werktijden van aios. En dat is gunstig voor aios, want het nu afgewezen voorstel hield onder meer in: • Het maken van onderscheid tussen actieve en inactieve uren tijdens een dienst. Gewerkte uren tijdens diensten worden beschouwd als werktijd. Inactieve uren tijdens diensten worden alleen beschouwd als werktijd als dit op nationaal niveau via wetgeving dan wel door afspraken tussen sociale partners (cao’s) is geregeld. • De maximaal gemiddelde werktijd per week blijft 48 uur, tenzij de werknemer instemt met een opt-outclausule. In dat geval is de maximale werktijd 60 uur als de inactieve uren niet worden meegerekend en 65 uur als de inactieve uren wel worden meegerekend. • De referentieperiode waarover de gemiddelde maximale werkweek wordt berekend, wordt verruimd van drie naar twaalf maanden. • Invoeren van de mogelijkheid om via nationale wetgeving en/of cao’s te bepalen wat een redelijke termijn is om dienstcompensatie (rusttijd) op te nemen na een gedraaide dienst in plaats van de huidige verplichting om een dienst binnen 72 uur na het einde ervan te compenseren. De LVAG is dan ook erg blij met dit resultaat. Er is zowel op nationaal
22
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
als internationaal niveau veel werk verzet om tot deze gunstige stemming te komen. NVZ en NFU willen werkweek aios verlengen Inmiddels zijn de NVZ vereniging van ziekenhuizen en de NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra) met een tegenreactie gekomen. Zij hebben de minister gevraagd of ze gebruik mogen maken van een overgangsregeling die in de Europese Arbeidstijdenwet staat. Volgens die wet zou per 1 augustus 2009 de gemiddelde werkweek van aios 48 uur per week moeten zijn. De overgangsregeling stelt dit met twee jaar uit. Dat betekent dat aios in de komende twee jaar nog gemiddeld 52 uur per week zouden moeten werken. En dat is niet de bedoeling! De LVAG is hiertegen: dit voegt niets toe aan de kwaliteit van de opleiding van aios en is onwenselijk gezien de resultaten van eerdere onderzoeken naar werkdruk en stress onder aios. Ondanks ons protest bij de minister is er een verzoek gedaan aan de Europese Commissie om deze overgangsregeling te gebruiken. Daarbij is de voorwaarde gesteld dat: de overgangsregeling alleen dan mag worden toegepast als er een goed plan van aanpak komt, zodat over twee jaar ook écht elke aios gemiddeld 48 uur per week werkt. En dus staan we als aios sterk in deze discussie: het is aan NVZ en NFU om ons ervan te overtuigen dat wij er baat bij hebben om hieraan mee te werken! Leuke weetjes uit Europa Er wordt een medical manpoweronderzoek uitgevoerd in Europa waarin gekeken wordt naar zaken
als werkgelegenheid onder artsen, het aantal toegelaten en afgestudeerde studenten, de man/vrouwverdeling, (pensioen)leeftijd etc. Ook wordt er onderzoek gedaan naar de verschillen in beloning van de Europese aios. En die salarissen lopen sterk uiteen! Zo verdienen onze collega’s in bijvoorbeeld Estland slechts enkele honderden euro’s. En onze collega’s in Litouwen moeten in ruil voor hun opleiding nog twintig (!) jaar bij hun baas blijven werken. De eindresultaten van het onderzoek volgen nog. Er wordt gewerkt aan twee cursussen voor aios; een over leiderschaps- en managementvaardigheden, en een over hoe een aios leermomenten creëert tijdens zijn werkzaamheden. Daarnaast is er momenteel veel aandacht voor ‘zorg over de grenzen’. Dit gaat met name over de mogelijkheden van zowel patiënten als artsen om te kiezen voor de zorg in een ander land dan in het eigen thuisland. Wil je meer weten over aios in Europa? Kijk dan eens op de site van de PWG (Permanent Working Group of European Junior Doctors, vergelijkbaar met een Europese artsassistentenvereniging) www.juniordoctors.eu of mail naar Ingrid Desar (
[email protected]). Zij vertegenwoordigt samen met directeur Alex van Bolderen van de LAD de Nederlandse aios in de PWG. Ingrid Desar, secretaris
VERENIGINGSNIEUWS
Zo goed mogelijk alle aios informeren. Dat is het streven van de LVAG. Vandaar dat je op www.lvag.nl alle belangrijke informatie bij de hand hebt. Op een - als we zo bescheiden mogen zijn - prachtige nieuwe website! Klaar voor de ‘grand tour’?
www.lvag.nl: dé site voor aios Bij ‘aios issues’ vind je informatie over onder andere verlof, deeltijdwerk, cao’s, regelgeving omtrent de opleiding en het Opleidingsfonds. Via ‘MedNet nieuws’ check je elke dag het laatste medische nieuws. En www.lvag.nl biedt meer! Aantrekkelijk zijn de kortingen in de ‘webshop’. Boeken, tijdschriften en PDA software … Verder lees je online het ‘tijdschrift AIOS’ en herinneren we je aan de belangrijkste bijeenkomsten en symposia in de ‘agenda’. Opleiding bijna afgerond? Bij ‘vacatures’ check je direct waar je aan de slag kan.
“Kan ik u helpen of kijkt u alleen even rond?” Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum selecteert geregeld de nieuwste boeken, tijdschriften en PDAuitgaven. Mét een mooie korting! Tot en met 31 maart vind je in de webshop van www.lvag.nl de volgende aanbiedingen:
Magazine Huisarts Vademecum
€ 79,Boek 20% korting Diagnose en Therapie € 127,50
Boek 50% abonnementskorting Geneeskundig Jaarboek € 46,60
€ 23,30
€ 79,-
PDA Software 20% korting Farmacotherapeutich kompas € 38,50 € 30,-
Abonnementen AIOS is het tijdschrift van de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in opleiding (LVAG). Het wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aios in Nederland. Als u AIOS niet ontvangt , neem dan contact op per email
[email protected]. Abonnementen: Nederland € 18,15 incl. btw. Overig buitenland € 25. Losse nummers € 5,67 incl. btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres. Oplage: 5.000 ISSN: 0928-611X. © 2007 LVAG. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van LVAG c.q. AIOS. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
23
GENEESHEER
Guillaume Benjamin Amand Duchenne de Boulogne Genetici weten ondertussen beter, maar voor veel artsen geldt nog steeds het one gene, one diseaseconcept. Het prototype van een aandoening waarbij dat onjuist is, is dystrofinopathie. De artsen Duchenne en Becker hebben, met een tussenpoos van bijna honderd jaar, allebei een X-gebonden erfelijke spierziekte gedefinieerd. Beide aandoeningen bleken gebaseerd te zijn op mutaties in hetzelfde gen (DMD-gen). Het verschil tussen de aandoeningen is de leeftijd waarop de mutatiedrager rolstoelafhankelijk is (onder de dertien jaar: diagnose Duchenne spierdystrofie; boven de dertien jaar: Becker spierdystrofie). Een ander verschil is dat Becker een weinig spannende arts was, over wie niet veel te vertellen valt. Hij leefde van 1908 tot 2000 en deed onderzoek naar spieraandoeningen waarbij hij in 1955 de Becker spierdystrofie beschreef. Duchenne daarentegen heeft een veel boeiender biografie. Oftewel, Geneesheer gaat deze keer over Guillaume Benjamin Amand Duchenne de Boulogne.
“Charcot noemde hem ‘de meester’ vanwege zijn begaafdheid als clinicus.” De arts Duchenne werd geboren in 1806. Ondanks zijn relatief eenvoudige afkomst (zijn vader was scheepskapitein) studeerde hij geneeskunde in Parijs. Hij kreeg les van grote namen zoals Laënnec (van de stethoscoop) en Dupuytren (van de contractuur). Zijn studieprestaties waren middelmatig. Na zijn studie keerde hij terug naar zijn provinciestadje (Boulogne-sur-Mer) om er gedurende een jaar of tien te praktiseren. Zijn echtgenote overleed daar aan kraamvrouwenkoorts na de bevalling van hun zoontje. Zijn schoonmoeder bazuinde rond dat Duchenne zijn echtgenote om zeep geholpen had. Als gevolg van deze roddels verlieten de patiënten zijn praktijk en in 1842 vertrok Duchenne naar Parijs om daar onderzoek te doen. In deze stad was hij in eerste instantie niet populair, als provinciaal met accent. Toch bouwde hij een particuliere praktijk op waaraan hij genoeg verdiende om ook zijn wetenschappelijke interesses in het klinisch onderzoek te bevredigen. Zijn ‘studieobjecten’ verzamelde hij in de armenziekenhuizen, waarvan hij er verschillende afliep om interessante casus te vinden en het beloop van hun aandoeningen te vervolgen. Ook hield hij gratis spreekuren voor de
24
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
“Hij zou zijn echtgenote om zeep geholpen hebben.” armen (gezien het voorgaande waarschijnlijk niet met primair altruïstische drijfveren…). Duchenne is nooit aan een universiteit geaffilieerd geweest; het was tenslotte een provinciaal zonder connecties. Toch wist hij met zijn kunde als clinicus en diagnosticus een grote reputatie te vestigen en raakte bevriend met de grote Franse neurologen en artsen uit zijn tijd, onder anderen met Charcot (van CharcotMarie-Tooth ) en Broca (van het Broca-centrum in de hersenen). Duchenne overleed in 1875 aan de gevolgen van een hersenbloeding. Hij bleef een observator tot het einde van zijn leven; hij beschreef zelf zijn uitvalsverschijnselen.
“Duchenne gebruikte de armen als proefpersonen.” De wetenschapper Duchenne is vooral bekend geworden door zijn vermogen de electrofysiologie en het klinisch neurologisch onderzoek te gebruiken om diagnoses bij zijn patiënten te stellen. Indertijd was het nog niet gebruikelijk om een uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek af te nemen bij patiënten. Duchenne was echter een groot
voorstander om zoveel mogelijk informatie bij de patiënt zelf te verkrijgen. Kun je het je voorstellen: de stethoscoop was pas in 1816 uitgevonden; de reflex van Babinski werd pas in 1896 beschreven. Oftewel, bijna alle kennis die voor ons standaard is, bestond nog niet eens. En praten met patiënten was een nieuw en schokkend concept. Overigens, Duchenne was ook een van de eerste artsen die foto’s van opvallende bevindingen bij zijn patiënten maakte. Het proces van de daguerreotype, de voorloper van de foto, werd in 1831 ontdekt. In het begin van de negentiende eeuw werd uitgebreid geëxperimenteerd met de mogelijkheden van elektriciteit en werd duidelijk dat spieren door middel van externe stimulatie tot contractie of tetanus bewogen konden worden. Duchenne ontdekte dat elektrisch onderzoek van spieren ook als diagnosticum gebruikt kon worden. Met behulp van elektrostimulatie onderzocht Duchenne gelaatsuitdrukkingen en stelde hij vast dat bij een echte glimlach niet alleen de spieren van de mondhoek betrokken (m. zygomaticus major) zijn, maar ook de spieren rondom de ogen (m. orbicularis oculi). Een echte glimlach heet dan ook een ‘Duchenne-glimlach’. Duchenne beschreef het verschil tussen directe stimulatie van de spier en de indirecte stimulatie via de zenuw. Als logisch voortvloeisel van zijn elektrofysiologisch onderzoek nam hij ook als eerste arts een biopt van het spierweefsel van een levende patiënt. Hiervoor moest hij alleen even zelf de biopsienaald uitvinden. Dit onderzoek was zo schokkend dat er een discussie optrad in de lekenpers over de morele aspecten van het histologisch onderzoek van ‘levend’ weefsel. Histopathologisch onderzoek was tot dan alleen mogelijk als de patiënt dood was. In 1861 beschreef Duchenne zijn eerste patiënt met een spieraandoening die overerfde via de vrouwelijke lijn. Hij gaf de klinische beschrijving van de bijpassende spierhypertrofie van met name de kuitspieren en publi-
ceerde de eerste foto van een patiëntje met de aandoening. Later werd deze ziekte Duchenne spierdystrofie genoemd. Achteraf lijken er al eerder (in 1838, 1839 en 1852) beschrijvingen van spierdystrofie geweest te zijn. Maar ja, wetenschap is niet eerlijk.
“Het eerste spierbiopt op een levende patiënt.” Overigens is in de wetenschap wel meer niet eerlijk. Het onderliggende gen voor Duchenne spierdystrofie is eind jaren tachtig van de twintigste eeuw ontdekt door positional cloning. Binnen een jaar na de ontdekking van het gen voor de ziekte van Duchenne werd bekend dat zowel Becker als Duchenne spierdystrofie door mutaties in hetzelfde gen veroorzaakt werden. Maar naar wie werd het gen vernoemd? Naar Duchenne (het eiwitproduct dystrofine wordt gecodeerd door het gen DMD - Duchenne muscular dystrofia locus), en die arme Becker kreeg alleen een eponiem voor ‘zijn’ ziekte. Toch is er een kleine mate van gerechtigheid voor Becker: gentherapie lijkt mogelijkheden te gaan bieden voor de behandeling van Duchenne spierdystrofie. Hoe? Door de mutatie bij patiënten met Duchenne te gaan opheffen met een stuk DNA waarin Becker spierdystrofie ingebouwd zit (zie ook www.dmd.nl ). Saskia Bulk
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
25
Physician assistant: geneeskundige de medische staf Sinds 2001 zijn in Nederland physician assistants (PA’s) werkzaam. Dit beroep heeft zijn intrede gedaan in de stroom van de opkomende taakherschikking. De behoefte aan taakherschikking is ontstaan om de toenemende vraag naar zorg (door onder andere de vergrijzing) en specifieke knelpunten in de zorg het hoofd te bieden.
In dit artikel vertellen ondergetekenden, beiden werkzaam als physician assistant en lid van het bestuur van de Nederlandse Associatie Physician Assistants (NAPA), over de stand van zaken met betrekking tot dit beroep. Het beroep De physician assistant heeft een hbomasteropleiding tot geneeskundig ondersteuner afgerond. Physician assistant laat zich nog niet zo goed vertalen, hoewel de term arts-assistent zou passen, omdat de term voor en door artsen steeds minder gebruikt wordt. De PA werkt binnen het medische team van specialist en aios/anios, waar hij gedelegeerde medische taken zelfstandig uitvoert. Simone Kwant aan het werk als PA.
De opleiding De hbo-master is een tweeënhalf jaar durende opleiding met een brede en duale opzet, gekoppeld aan een fulltime werktijdverband bij een gezondheidsinstelling. Het onderwijsprogramma bestaat enkel uit vakken die gericht zijn op de medische beroepsuitoefening zoals anatomie, fysiologie, pathologie en farmacotherapie binnen de belangrijkste specialismen. Net als bij de studie geneeskunde leert de physician assistant vaardigheden als consultvoering, anamnese, lichamelijk onderzoek en klinische probleemanalyse. Daarnaast is een belangrijke plaats ingeruimd voor wetenschappelijke vorming. De PA loopt
26
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
stages binnen specialismen zoals heelkunde, interne geneeskunde, neurologie, kindergeneeskunde en binnen het specialisme waarvoor hij is aangenomen. De physician assistant wordt hierdoor zowel specifiek als generiek opgeleid. De PA kan solliciteren naar een opleidingsplaats als hij minimaal een hbo-opleiding in de gezondheidszorg heeft - bijvoorbeeld fysiotherapie of verpleegkunde en minimaal twee jaar werkervaring in patiëntenzorg heeft. De PA-opleiding is niet te vergelijken met die van nurse practitioner (NP) of verpleegkundig specialist. Vanaf de aanvang van de opleiding werkt de PA niet meer in een functie die gerelateerd is aan zijn initiële opleiding. Hij wordt breed medisch opgeleid om een afdeling of medisch specialist te ondersteunen. De NP verleent specialistische verpleegkundige zorg binnen een bepaalde patiëntencategorie. Daarbij gaat het om enkele medische taken. Vooral in de Verenigde Staten is veel ervaring met de PA opgedaan. In dat land zijn, vanaf midden jaren zestig, meer dan zeventigduizend physician assistants opgeleid en werkzaam. Brede inzet De physician assistant is inmiddels werkzaam binnen alle denkbare specialismen. Simone Kwant is bijvoorbeeld werkzaam als PA cardiothoracale chirurgie. Haar taken zijn dezelfde als die van de zaalarts: visite lopen, assisteren bij operaties en het doen van diensten. Quinten van den Driesschen werkt als PA huisarts en neemt een deel van het brede huisartsenspreekuur over. De feitelijke inzet van de PA wordt bepaald door de behoefte op de werkplek en de mate waarin taken zijn af te bakenen en te delegeren. Huidige stand van zaken Met de introductie van de physician assistant is Nederland voortrekker geweest in Europa. De opleiding wordt in Nederland door vijf hogescholen verzorgd. Op dit
assistentie binnen moment zijn er 150 PA’s afgestudeerd en 250 in opleiding. In 2008 is in Birmingham, Engeland, gestart met een PA-opleiding. België en Duitsland hebben inmiddels ook hun interesse getoond. Voordelen De ervaringen van specialisten in ziekenhuizen en huisartspraktijken, die een of meer physician assistants inzetten, zijn zeer positief. De workload binnen de medische staf wordt ontlast, specialisten - én aios hebben meer tijd voor complexe zorg en opleiding. Er is steeds meer aandacht voor werktijden van artsen en aios; het inzetten van de PA is daarbij een van de mogelijkheden om knelpunten in de zorg op te vangen. Er is meer tijd voor patiënten en er ontstaan kortere wachttijden. Dat laatste komt doordat de productie wordt verhoogd. De physician assistant zorgt voor meer continuïteit; hij voert taken uit die anders door frequent wisselende artsen worden gedaan. Knelpunten Natuurlijk zijn er bij een nieuwe ontwikkeling knelpunten en weerstanden. Onbekend maakt immers onbemind. Sommigen zien de PA als een bedreiging voor de arbeidsmarkt. De physician assistant concurreert echter niet. Hij werkt in dienst van de medisch specialist en vervangt niet - één op één - een aois of specialist. De bekostiging van de PA, zeker na opleiding, is nog wel eens een discussiepunt. Tijdens de opleiding is er een gedeeltelijke bekostiging op subsidiebasis. Het salaris van de PA is niet opgenomen in het Opleidingsfonds. De juridische status van de PA moet nog beter worden onderbouwd, maar daar wordt hard aan gewerkt. Tot nu toe waren voor de PA voorbehouden handelingen niet geregeld binnen de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Wetgeving Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bereidt wetgeving voor die de medische handelingen van de PA een plaats geven in de Wet BIG. Dit jaar zal daartoe voor een periode van vijf jaar een experimenteerartikel worden ingevoerd. De physician assistant zal dan, mits bekwaam, bevoegd zijn om onder andere zelfstandig medicatie voor te schrijven en laagcomplexe heelkundige handelingen uit te voeren. Voor beide geldt: voor zover gangbaar binnen het specialisme waar hij werkt. De physician assistant is dan volledig verantwoordelijk voor de medische handelingen die hij verricht. Zijn supervisor is verant-
woordelijk voor de kaders waarbinnen hij taken aan de physician assistant delegeert: duidelijke supervisieafspraken en afbakening van taken en complexiteit. Tevens komt er een voorlopige tuchtregeling zodat de PA rechtstreeks kan worden aangesproken. Kwaliteit De beroepsgroep timmert inmiddels flink aan de weg om volwaardige kwaliteitsPA Simone Kwant verricht een venectowaarborgen te realimie. seren. Er is een diploma- en kwaliteitsregister opgezet, en nascholing wordt geregistreerd via de Gemeenschappelijke Accreditatie Internet Applicatie (GAIA). Ook moet de PA per vijf jaar tweehonderd punten halen om zijn registratie te behouden. Daarnaast is een Commissie Beroepsontwikkeling in het leven geroepen die de voortgang van functies en taken nauwlettend gaat volgen. Toekomst Wij verwachten dat het aantal PA’s geleidelijk zal toenemen. Samen met de specialist en de arts in opleiding tot specialist speelt de physician assistant in op de vele ontwikkelingen in de gezondheidszorg. De website www.napa.nl geeft informatie over allerlei zaken met betrekking tot het beroep PA, opleidingen, verenigingsactiviteiten en het kwaliteitsregister. Simone Kwant, bestuurslid NAPA Quinten van den Driesschen, bestuurslid NAPA
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
27
COLUMN
You’ve got mail Jocea Michels is bezig met haar opleiding tot reumatoloog. In deze column houdt ze ons op de hoogte van het wel en wee tijdens haar werk als aios.
Mijn man de zakenman heeft een BlackBerry. Omdat hij vaker ’bij klanten’ zit dan ‘op kantoor’. Zo heeft hij altijd toegang tot zijn mailbox, waar dagelijks tientallen mailtjes binnenkomen, die (sub)acute afhandeling vereisen. Handig hoor, alleen wordt zo’n BlackBerry ook een verslaving. Thuisgekomen wordt hij braaf op het aanrecht of de schouw gelegd, maar nadat ondergetekende en zoon geknuffeld zijn, klinkt er altijd wel weer een piepje of een bliepje, wat de aankondiging is van een e-mail, sms of een ‘echt-heel-belangrijke-taak-vergeet-het-nou-alsjeblieft-niet-zeg’. Zonder mail zou het zakenmannenleven onmogelijk zijn. Het doktersleven is mailtechnisch gesproken een stuk eenvoudiger. Patiënten hebben een algemeen mailadres dat ze kunnen mailen. Een enkeling daargelaten, hebben ze mijn rechtstreekse mailadres godzijdank nog niet achterhaald. Dus die categorie valt af. Blijft over de onderlinge mail met collega’s over patiënten, ruilen van diensten en de laatste roddels. Junkmail wordt redelijk gefilterd in ons ziekenhuis. Dus geen stress zou je denken. Ware het niet dat er nog een andere categorie bestaat, die ik de ‘moeten-jullie-toch-even-weten’of ‘misschien-voor-jullie-ook-wel-interessant’-categorie noem. Veelal mails van secretaresses, die je wel of niet kent en IT-medewerkers. Onderwerpen? Dat het systeem er vanavond van 20.30 tot 20.31 uur uit zal liggen. Alsof het systeem het de andere 1439 minuten van de dag wel doet. Dat de refereerlunch niet doorgaat. Dat de refereerlunch toch wel doorgaat. Wat het onderwerp zal zijn van de refereerlunch. Dat de refereerlunch toch niet doorgaat. Dat we ons kerstcadeau kunnen ophalen. Dat niemand nog zijn kerstcadeau heeft opgehaald (6 december). Waarom niemand zijn kerstcadeau gvd nog heeft opgehaald (7 december). Dat het toch wel erg jammer is dat niemand nog zijn kerstcadeau heeft opgehaald (ook 7
28
AIOS 1 - 20e jaargang maart 2009
december). Of iedereen toch écht alsjeblieft zijn kerstcadeau wil komen ophalen (8 december). De datum van de kerstborrel (drie keer van verschillende secretaresses); het tijdstip van de kerstborrel (idem); de officiële uitnodiging voor de kerstborrel, met tijd en datum (weer in drievoud). En zo kan ik nog wel even doorgaan. De vraag rijst of we met z’n allen niks beters te doen hebben dan dit soort mails te versturen, te lezen en te beantwoorden. Kunnen we niet gewoon ouderwets een briefje ophangen bij de koffieautomaat: haal je kerstcadeau op, tijdens de kerstborrel? Hoppekee, één kopietje (misschien nog één bij de toiletten) en klaar. Is het nodig elkaar zo te overstelpen met informatie die we niet of nauwelijks lezen? Maar ja, als we het niet weten, worden we daar weer boos om. Probeer je net in die ene minuut dat het systeem eruit ligt, de labuitslagen van een patiënt te bekijken. Ook lullig. Laten we als goed voornemen proberen niet te veel nutteloze informatie te versturen. Mijn voorstel is een bonus uit te loven voor de persoon die de minste mails verstuurt in 2009. Ik ben benieuwd wat het nieuwe jaar brengt. Tot nu toe pas drie mails gehad over de nieuwjaarsborrel. Jocea Michels
ALS AIOS KUN JE WEL EEN PREFERRED BANKER GEBRUIKEN Als AIOS zit u in de fase van uw carrière waarbij alles samenkomt. Een druk privéleven. Promoveren. Het inkopen in een maatschap. Uw (eerste) koopwoning. Allemaal belangrijke zaken die u moet combineren met extreem lange werkweken. Om het leven makkelijker te maken, doen wij u een exclusief aanbod. Als AIOS kunt u voortaan
gebruik maken van een Preferred Banker. Zo heeft u één aanspreekpunt voor al uw financiële zaken. Een expert die thuis is in de medische wereld. Ga voor meer informatie over de voordelen van Preferred Banking naar www.abnamro.nl/AIOS en ontdek wat Preferred Banking voor u als AIOS te bieden heeft.
Voor de kroon op uw onderzoek Gildeprint is specialist in het drukken van proefschriften, wetenschappelijke publicaties en boeken. Wij zijn meer dan 25 jaar de drukker van afstuderenden en promovendi van universiteiten in heel Nederland. Vraag ‘Het drukken van proefschriften en wetenschappelijke publicaties’ aan. Een behartigenswaardig boekwerkje over alles wat bij het drukken van uw proefschrift aan de orde komt.
Javastraat 123 7512 ZE Enschede
Postbus 40100 7504 RC Enschede
T 053 4800530 F 053 4304777
[email protected] www.gildeprint.nl
De tijden veranderen… en wij ook
Voor u als medisch specialist
Al vanaf 2002 werken Raadgevers en Kuijkhoven intensief samen in ons gezamenlijke volmachtbedrijf Raadhoven. Deze samenwerking is zo succesvol verlopen dat wij hebben besloten haar uit te breiden. Per 1 januari zijn wij volledig gefuseerd en gaan verder onder de naam Raadgevers Kuijkhoven. In onze nieuwe samenstelling zullen wij de specifieke kennis van onze doelgroepen en de kwaliteit van onze dienstverlening nog verder gaan uitdiepen.
Als startende of gevestigde medische professional kunt u rekenen op onze deskundige adviezen en een betrokken begeleiding. U profiteert daarbij van onze kennis van de financiële en medische wereld. Zo adviseren wij u op financieel, fiscaal, juridisch en verzekeringstechnisch gebied, en begeleiden wij u tijdens uw waarneemperiode, dienstverband en vestiging van uw praktijk.
De tijden veranderen niet… en wij ook niet
De adviseurs van het medisch specialistenteam zijn u graag van dienst: Douwe de Vries, Niels ter Kuile, Boudewijn Haccou, Arjen Blankenstein
Persoonlijk contact en langetermijnadvisering blijven net zo belangrijk voor ons als altijd. U houdt dan ook uw eigen adviseur en contactpersonen.
Wilhelminalaan 1-3 3732 GJ De Bilt Postbus 36 3730 AA De Bilt
Telefoon 030 252 54 20 Telefax 030 252 54 98
[email protected] www.raadgevers.nl