Agressie bij kinderen: oorzaken, aanpak en preventie!
Inleiding Het lijkt wel of agressie steeds meer en meer voorkomt. Zo zien we op televisie vaak geweld. Toch moeten we het niet steeds zo ver gaan zoeken. Kijk maar eens in je eigen omgeving. Hoe vaak wordt er niet getoeterd als iemand niet onmiddellijk vertrekt aan een groen licht? Op welke speelplaats wordt er niet gepest? Waar wordt er geen ruzie gemaakt? Bestaat agressie enkel uit geweld of zijn er nog andere vormen van agressie? Wat is agressie eigenlijk? Wat kan men doen als een kind agressief gedrag stelt? Dit zijn enkele vragen waarop deze brochure een antwoord zal trachten te geven.
2
1. Wat is agressie? De omgeving speelt een belangrijke rol in het aanvoelen en ontstaan van probleemgedrag. Men kan eigenlijk zeggen dat probleemgedrag op zich niet bestaat, maar dat het altijd bekeken moet worden in zijn geheel. Wat in een bepaald gezin als probleemgedrag van de kinderen wordt ervaren (bijvoorbeeld: niet blijven zitten aan tafel tijdens de maaltijd) kan in een ander gezin bekeken worden als gezellige drukte. Niet alleen gezinnen kunnen een verschillende kijk hebben op probleemgedrag, maar dit kan ook verschillen bij ouders uit hetzelfde gezin. Verder hoeven ouders zich zeker geen zorgen te maken als hun kind éénmaal agressief gedrag stelt. Het is niet omdat je kind eens schopt omdat het zijn zin niet krijgt, dat het een agressief kind is. Probleemgedrag is ongewenst gedrag dat gedurende een geruime tijd vaak voorkomt. Agressie kunnen we definiëren als:
Het toebrengen van schade aan een ander, de ander aanvallen of bedreigen met psychisch en/ of fysiek geweld. In deze definitie ligt de klemtoon vooral op de gevolgen van agressie voor het slachtoffer. In de aanpak van agressie is het 3
echter even belangrijk om te zoeken naar de betekenis (motivatie) van de agressie voor de dader. Een beter begrip van deze betekenis leidt immers tot een betere aanpak van dit gedrag omdat men de oorzaken kan aanpakken. Agressief gedrag is een mogelijke manier waarop kinderen met hun boosheid omgaan. Vooral jonge kinderen reageren zonder nadenken. Ze hebben een volwassene nodig om te leren dat ze eerst moeten nadenken voor ze iets doen. Kinderen gaan zich agressief gedragen wanneer ze zich bedreigd voelen, wanneer ze op hun donder krijgen, wanneer ze niet kunnen voldoen aan bepaalde verwachtingen of wanneer ze bedreigd worden door iemand anders. Agressie bij kinderen ontstaat dan ook meestal uit angst. Voor hen is de beste manier om niet bang te zijn zelf de agressor (diegene die agressief gedrag stelt) te zijn. Als je klein bent, kan alles angstaanjagend zijn. Iedereen lijkt alles beter te kunnen, lijkt meer macht te hebben en is groter en sterker. Daarom is het belangrijk om met je kind te spreken. Dan kan je nagaan waar die agressie vandaan komt. Als het te maken heeft met het uiten van bepaalde gevoelens, kan je het kind ondersteunen om zijn gevoelens te verwoorden. Daarnaast kan je samen bespreken hoe het kind anders zou kunnen 4
omgaan met deze gevoelens. Hoe dan ook, eens je weet hoe de agressie ontstaat, kan men de oorzaak aanpakken. Het is belangrijk om daar de nadruk op te leggen in plaats van het kind alleen te straffen voor zijn agressief gedrag.
5
2. Vormen van agressie Als men aan iemand vraagt wat die denkt bij het woord agressie, dan zal die persoon waarschijnlijk geweld als antwoord geven. Slaan, schoppen, vechten,… zijn voorbeelden die bij de meeste mensen opkomen als ze aan agressie denken. Toch is dit niet de enige vorm van agressie. Zo is een kind dat een ander kind ‘onnozelaar’ noemt evengoed een voorbeeld van agressie, meer bepaald van verbale agressie. We zetten de verschillende vormen even op een rijtje.
2.1. Verbale agressie Dit is agressie die geuit wordt door gebruik te maken van woorden. Het gaat hier om eerder onschuldige vormen zoals negatieve opmerkingen maken tot zwaardere vormen zoals scheldwoorden met kwetsende bedoelingen.
-
Jan noemt Mieke een trut.
-
Mohammed vraagt een koek aan mama, maar krijgt deze niet. Hij roept tegen haar en noemt haar “een stomme”.
6
2.2. Agressie naar materiaal toe Hier gaat het om alle negatieve omgangsvormen ten aanzien van de omgeving: op een ruwe manier omgaan met materiaal, de omgeving niet verzorgen, materiaal vernielen. Dikwijls gaat het over het vernietigen van materiaal waarvoor men
geen
verantwoordelijkheid voelt, zoals vandalisme
tegenover bushokjes.
-
Jan heeft ruzie met zijn zus. Hij is zo boos dat hij haar cd’s neemt en ze stuk trapt.
-
Yousra komt terug van school. Ze heeft geen leuke dag gehad op school. Ze gaat meteen naar boven en slaat hierbij de deur heel hard dicht.
2.3. Fysieke agressie Dit is waarschijnlijk de meest duidelijke vorm van agressie. Duidelijk omdat ze het meeste zichtbaar is. Het gaat hierbij immers om fysieke aanvallen op personen. Hiernaast is het ook duidelijk omdat het de meest bedreigende vorm van agressie is voor het slachtoffer.
7
-
Twee vriendinnen maken ruzie met elkaar. De ene wil met de poppen spelen en de andere wil tekenen. Ze worden zo boos op elkaar dat ze elkaar bij de haren trekken.
-
De kleuterleidster wil een kleuter in de hoek zetten omdat hij iets fouts gedaan heeft. Als ze naar hem gaat, slaat hij haar.
2.4. Automutilatie Dit is fysieke agressie waarbij men zich niet op een andere persoon richt, maar wel op zichzelf. -
Met het hoofd tegen een muur bonken.
-
De eigen haren uittrekken.
2.5. Psychische agressie Het gaat hier meestal om minder zichtbare en dus minder herkenbare vormen van geweld of agressie. Voorbeelden hiervan zijn: -
Vernederen, onder druk zetten om iets te bereiken, achterbaks gedrag, subtiele bedreigingen, afkoopgedrag,…
-
Mehdi en Jan praten over de nieuwe leerling. Ze zeggen dat hij dom en helemaal niet leuk is. Als de nieuwe bij hen komt staan, laten ze niets merken en praten ermee alsof het de beste vrienden zijn. 8
-
Mieke kijkt naar haar broer die in de zetel zit. Hij kijkt naar haar en wrijft met zijn gestrekte wijsvinger over zijn hals. Hiermee wil hij haar duidelijk maken dat ze ‘dood is’.
9
3. Waar komt agressie vandaan? Agressie kan verschillende oorzaken hebben. Er kan geen alleenstaande oorzaak
aan verbonden
worden. Daarom
trachten we enkele oorzaken weer te geven.
3.1. Biologie Kinderen verschillen sterk in temperament of karakter. Bij baby’s ziet men al een verschil in prikkelbaarheid en onvoorspelbaarheid.
Een
prikkelgevoelige,
onvoorspelbare
baby kan zich ontwikkelen tot een angstig, hyperactief, maar ook agressiever kind. Agressie kan ook gezien worden als een onderdeel van de ontwikkeling. Zo gaat de koppigheidsfase van een tweejarige vaak gepaard met hevige driftbuien wanneer ‘iets niet mag’. Vanaf 4 jaar neemt agressie doorgaans af om rond de puberteit weer iets toe te nemen.
3.2. Aangeleerd gedrag Kinderen kunnen leren om agressief te zijn. Ze nemen het agressieve gedrag over uit hun omgeving. ‘Modellen’ uit de omgeving, belangrijke anderen zoals de ouders, andere 10
familieleden, kinderen uit de buurt of op school, kunnen verbaal en/of fysiek agressief omgaan met hun omgeving. Kinderen nemen dit gedrag gemakkelijk over omdat ze denken dat het gedrag een zekere ‘winst’ oplevert. Zo kan het zijn dat jonge
kinderen
oudere
kinderen
zien
vechten
op
de
speelplaats. Aangezien ze opkijken naar oudere kinderen zullen ze dit gedrag imiteren door ook met elkaar te vechten. Kinderen nemen veel waar in hun omgeving. Ze leren aan de hand van datgene dat ze rondom hen zien. Ouders spelen dus een belangrijke rol in het gedrag dat het kind stelt. De manier waarop ouders en opvoeders omgaan met hun gevoelens, hindernissen, frustraties, conflicten,… zijn een voorbeeld voor de kinderen. Zij zullen hieruit lessen trekken aangezien ze ervan uitgaan dat het gedrag van de ouders en opvoeders de juiste manier is. Uiteraard kan men niet altijd een perfect mens zijn. Iedereen durft wel eens te vloeken of enorm kwaad te worden. Wees echter niet terughoudend om hierover te praten met uw kind. Durf toegeven dat je jezelf even niet onder controle had. -
Mama stoot haar been tegen de tafel: “Godverdomme!”. Haar kinderen hebben dit gehoord. Als mama gekalmeerd is, gaat ze naar hen toe en legt uit dat ze zich pijn gedaan heeft. Omdat ze zo kwaad was op de tafel heeft ze gevloekt. Dit mag 11
normaal niet, want het is een lelijk woord. Daarom excuseert mama zich.
-
De opvoeder heeft genoeg van het lawaai in de groep. Hij slaat zijn handen hard op tafel en roept: “Is het nu gedaan?” De kinderen schrikken en er begint zelfs ééntje te wenen. De opvoeder beseft dat hij zich even niet onder controle had en reageert onmiddellijk: “Sorry, ik had niet zo mogen roepen en slaan op tafel. Soms vind ik het lawaai in de groep zo vervelend dat ik heel boos word.” Kinderen kunnen zich agressief gedragen als ze merken dat dit gedrag winst oplevert. Zo kunnen kinderen leren dat ze door middel van agressie hun zin kunnen krijgen. Hierdoor gaan ze zich altijd agressief gedragen om iets te verkrijgen.
-
Michael is met zijn mama aan het winkelen. Aan de kassa ziet hij snoepgoed dat hij wil hebben. Mama verbiedt dit echter. Hierdoor begint Michael te schreeuwen en te stampen. Mama voelt zich beschaamd, want er zijn mensen die naar haar gillende zoon kijken. Ze geeft hem vlug een snoepje. Michael kalmeert. Die avond wil Michael niet naar bed. Als mama hem probeert aan te sporen, begint Michael te schreeuwen en te slaan. In de winkel heeft hij zijn zin gekregen door te 12
schreeuwen dus probeert hij dit opnieuw. Zorg er dus steeds voor dat het agressief gedrag van je kind geen winst oplevert. Het is moeilijk om door te zetten, maar ga niet in op de eisen van je kind. Blijf consequent nee zeggen. Het kind zal eerst agressiever gedrag stellen, maar zal uiteindelijk leren dat het hem niets oplevert. Hiervoor moet men eerst op de tanden bijten en een scène in een winkel doorstaan. Het is echter niet nodig om hiervoor schaamte te voelen. Elke ouder en opvoeder kent dit. Denk niet dat uw kind hierin een uitzondering is. Ondanks de moeite van de ouders en opvoeders is het soms onvermijdelijk dat agressief gedrag positieve gevolgen heeft. Zo kan het zijn dat het agressief gedrag in een groep voordelen oplevert. Het is immers stoer om met elkaar te vechten.
Als
men
wint,
krijgt
men
zelfs
nog
meer
bewondering. De straf van de leerkracht is de bewondering ook waard. In een dergelijk geval spreekt men best de kinderen aan. Men moet het vechten bespreekbaar maken. Verder kunnen kinderen agressief gedrag ook aanleren via mediakanalen. Welke invloed hebben geweld op televisie en in computerspellen? Hier is al onderzoek naar gedaan. Het is zeker dat de confrontatie met geweld een negatieve invloed 13
heeft op korte termijn. Kinderen die geweld zien via de media of computerspellen zullen zich hierna agressiever opstellen. Dit kan o.a. veroorzaakt worden doordat ze hun favoriete helden willen nadoen. Onderzoek heeft echter nog geen effecten op lange termijn aangetoond. Kinderen komen hoe dan ook in aanraking met geweld via deze kanalen. Zelfs als het thuis verboden wordt, kunnen ze het tegenkomen bij bijvoorbeeld vrienden. Daarom is het belangrijk dat je het bespreekbaar maakt. Praat met het kind over geweld op televisie en in computerspellen. Leg het verband naar de realiteit. Geweld is niet geweldig als het jezelf overkomt. Dus is het dat ook niet voor anderen.
3.3.
Agressie
als
reactie
op
bepaalde
gevoelens Agressie kan vooral bij kinderen een reactie op angstgevoelens zijn. Kinderen die angstig zijn hebben soms agressieve reacties. Zij vinden dit een goede manier om met hun angsten om te gaan. Agressie helpt hen om hun angst onder controle te houden en dus zo meester te worden van hun angst. Met andere woorden: agressie helpt hen om de angst niet te voelen. 14
-
Jan heeft een speelgoed van zijn grote broer kapot gedaan. Als zijn broer naar hem toekomt begint hij hem te slaan. Hij doet dit eigenlijk omdat hij schrik heeft voor de reactie van zijn broer.
-
Zakaria scheldt zijn juffrouw uit. Hij doet dit op het moment dat de juffrouw een test aankondigt. Zakaria voelt zich angstig omdat hij denkt de test niet te zullen kunnen. Hij kan dit echter niet verwoorden, maar uit het via agressie. Het is goed om angsten van kinderen te bespreken en vooral serieus te nemen. Geruststellen en uitleggen is belangrijk in de omgang
met
angsten:
vertrouwen
bieden,
het
kind
aanvaarden, maar ook uitleggen wat echt is en wat niet (spoken bijvoorbeeld). Dit dient te gebeuren in een klimaat waarin opvoeders en / of ouders sleutelfiguren zijn. Om de kinderen goed te kunnen helpen is het belangrijk dat ouders zich
verplaatsen
in
de belevingswereld van het kind.
Vervolgens proberen ze de angstgevoelens die daar bij horen te benoemen, te bespreken en uit te leggen.
15
Een andere variant van agressie als reactie op bepaalde gevoelens die men ervaart, is frustratieagressie. Kinderen kunnen agressief reageren op frustraties die zij ondervinden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld boos worden als ze een bepaalde taak niet kunnen uitvoeren. Je kunt het kind hier bijstaan door even te helpen. Eens het op weg geholpen is, kan je het opnieuw zelfstandig laten werken. Agressie kan ook voorkomen bij kinderen wanneer ze zich vervelen. Ze weten niet goed wat ze moeten doen en vinden verveling geen leuk gevoel. Hierbij kan men het kind op weg helpen om iets te doen. Laat het knutselen, een spel spelen of meehelpen met je eigen taken in de mate van het mogelijke. Nu we al beter weten wat agressie juist is, welke vormen er bestaan en wat de oorzaak ervan kan zijn, gaan we kijken hoe we deze kunnen aanpakken. Hoe kan men met agressie bij het kind omgaan?
16
4. Preventieve acties Hierbij denken we aan alles wat een ouder of begeleider kan doen om de agressie te vermijden.
4.1. Uitlokkende factoren verminderen Het betreft hier alle mogelijke factoren die bepaalde vormen van agressie vergemakkelijken. Zo zal een ruimte met kapot materiaal agressieverhogend werken op het gebied van materiaalagressie. Als er iets kapot is, haalt men dit best weg of herstelt men dit onmiddellijk. Verder moet men begrijpen waarom het kind agressief is om de
uitlokkende
factoren
te
verminderen.
Zo
kan
het
bijvoorbeeld zijn dat het kind agressief wordt als er mensen praten terwijl hij naar televisie kijkt. Dit is meestal het geval wanneer er mensen op bezoek komen. Dan blijft de televisie aanstaan terwijl moeder en vader met het bezoek spreken. Als men ziet dat het kind het hier moeilijk mee heeft, kan men dit best benoemen ‘Ik zie dat je het niet zo leuk vindt dat er mensen praten terwijl je naar televisie kijkt. Dat begrijp ik best’.
17
Het benoemen en erkennen van de frustratie die het kind op dat moment ondervindt, wil echter niet zeggen dat je daarom alles naar de zin van je kind moet aanpassen. Overleg met het kind wat een oplossing kan zijn. ‘Wat zouden we kunnen doen, wij willen graag in de living wat praten maar jij wil rustig naar televisie kijken. Hoe kunnen we dit oplossen? Kan jij je programma opnemen en later bekijken?’
4.2. Gewenning tegengaan Aan alles wat veel voorkomt raken mensen - en dus ook kinderen - gewend. Dit geldt zowel voor positief als negatief gedrag. Als kinderen bijvoorbeeld elke dag mooi aan tafel zitten, kan men het wel eens vergeten om dit te belonen. Ze doen dit immers elke dag en men is het dan ook zo gewoon. Gewenning kan echter ook voorkomen bij negatief gedrag. Zo kan een kind bijvoorbeeld heel hard roepen als hij boos is. Hij doet dit altijd en daarom wordt men het gewoon. Men zegt er zelfs niets van. Na verloop van tijd zal het kind straffere dingen moeten doen om een opmerking te krijgen en dat zal het ook uitproberen.
18
Geef dus altijd een opmerking als je kind iets fout doet en blijf het zeker altijd belonen voor wat het goed doet. -
Hatim vloekt altijd als hij iets laat vallen. Zijn ouders zijn dit gewoon van hem en zeggen hier niets op. Hatim begint echter steeds stoutere vloekwoorden te gebruiken. Op den duur is het niet meer aanvaardbaar. De ouders willen dit duidelijk maken aan Hatim, maar hij luistert niet. Hij heeft toch altijd mogen vloeken?
-
Jan maakt elke dag zijn bed op. Hiermee stopt hij echter als zijn ouders niet elke dag opnieuw hierover een positieve opmerking maken.
4.3. Duidelijke regels Het is belangrijk dat er regels aan kinderen gegeven worden. Men maakt de kinderen best duidelijk wat toelaatbaar is en wat niet, wat kan en wat niet kan. Hierbij moeten de gevolgen duidelijk zijn. Wat gebeurt er met het kind als hij toch een regel overtreedt? Wordt het gestraft en zo ja, welke straf krijgt het dan opgelegd? Hiernaast is het even belangrijk of zelfs belangrijker dat kinderen beloond worden als ze goed gedrag stellen. Dit hoeft niet altijd een materiële beloning te zijn zoals 19
snoep of een cadeautje. Men kan kinderen ook belonen door een compliment te geven, aandacht te schenken of samen een spel te spelen. Vergeet ook niet om de regels te herhalen. Om de regels voor kinderen duidelijker te maken, kan men samen met hen overlopen welke er van kracht zijn. Deze kan men opschrijven in een soort contract dat het kind moet ondertekenen. Hierdoor wordt de verantwoordelijkheid van het kind verhoogd. Het neemt immers zelf de beslissing om zich aan de regels te houden. Zowel ouders als kinderen kunnen het contract bij de hand nemen als er een beloning of straf moet
uitgevoerd
worden.
Hierdoor
worden
discussies
vermeden.
-
Zeg niet: ” Ik wil dat je braaf bent.”. Zeg wel: “Ik wil dat je mooi op je stoel zit, met mes en vork eet en niet praat. Als je dit doet, krijg je een lekker dessert.”
-
Zeg niet: “Wees niet zo druk.”. Zeg wel: “Zit stil en hou op met zo veel te praten. Dan kan ik met jou een spel spelen.”
20
4.4. Verveling vermijden Men kan agressie voorkomen door ervoor te zorgen dat kinderen zich niet lang vervelen. Men kan met kinderen spellen spelen, hen laten knutselen,… Verveling kan ook vermeden worden door kinderen te betrekken in bijvoorbeeld het huishouden. Samen de afwas doen, kan gezellig zijn. Als het kind te klein is om te helpen, kan je tonen wat je doet en er uitleg over geven.
4.5. Een stappenplan Men kan het kind aanleren om gewenst gedrag te stellen. Hierbij kan een individueel programma aangeboden worden om het kind hierbij te steunen:
Stap 1: motivatiegesprekken Het kind moet zich bewust worden van het feit dat zijn agressie hem op korte of lange termijn verlies zal opleveren. Daarnaast moet ook worden aangegeven wat het kind kan ‘winnen’ om aan het programma mee te werken. Dit kan een beloning zijn.
21
Aan deze stap moet voldoende tijd besteed worden. Het is immers belangrijk dat het kind zelf aanvaardt dat er een probleem is.
Stap 2: uitlokkende factoren beschrijven Samen met het kind gaat men op zoek naar de dingen die agressie bij hem oproepen. Deze worden samengebracht op een lijst. Het samenstellen van deze lijst, geeft al een eerste zicht op het gedrag van het kind.
Stap 3: gevoelens verwoorden Hier wordt gezocht naar wat het kind denkt en voelt bij het voorkomen van de uitlokkende factoren. Het voordeel van deze fase is dat het kind bewust gemaakt wordt van datgene wat zijn reactie meebepaalt. In dit onderdeel kunnen betekenissen van het agressieve gedrag naar voren komen. Het kind leert zicht krijgen op wat er zich binnen in hem afspeelt.
Stap 4: zoeken van gedragsalternatieven Eénmaal duidelijk is wat de agressie veroorzaakt, wordt samen met het kind gezocht naar alternatief gedrag. Als het kind oud 22
genoeg is, kan men het stimuleren om mee te zoeken naar alternatieven. In de mate van het mogelijke kan de volwassene deze alternatieven aanvaarden. Zo heeft men een grotere kans dat het toegepast zal worden. Het kind staat er dan immers achter. Van deze alternatieven wordt ook een lijst gemaakt. Om de kans op succes te verhogen wordt gezocht naar steun die de volwassene kan geven. Een mogelijkheid hierbij is dat er een signaal wordt gegeven op het moment dat het kind met uitlokkende factoren in aanraking komt. -
Bert heeft soms momenten waarop hij heel kwaad wordt. Dan schopt hij tegen de muren, scheldt naar zijn moeder en durft hij zijn vader wel eens te slaan. Daarom praat hij met zijn ouders. Samen hebben ze ontdekt dat Bert dit doet als hij moet stoppen met een activiteit die hij graag doet. Samen zoeken ze een oplossing. Bert stelt voor dat hij eerst verwittigd wordt voordat hij moet stoppen. Mama en papa stellen voor dat ze na de verwittiging een klokje opstarten. Als het alarm afgaat, betekent dit dat Bert moet stoppen. Ze vragen wat Bert kan doen als hij toch kwaad wordt. Bert geeft zelf aan dat hij naar zijn kamer kan gaan om op een kussen te slaan.
Hiermee
is
iedereen
akkoord
en
alles
wordt
opgeschreven.
23
Een laatste element is dat er een beloning wordt afgesproken indien het kind kiest voor alternatief (en dus beter) gedrag. -
Als Bert stopt met de activiteit en eventueel op een kussen slaat om zijn woede te uiten, krijgt hij een sticker. Dit wordt op zijn beloningsblad geplakt. Als hij vijf stickers heeft behaald, gaan mama en papa samen met hem een uitstapje maken of een spel spelen. Deze tips kan men gebruiken om agressie te vermijden. Soms kan men agressie niet voorkomen en moet men ze zelf aanpakken. Hierover hebben we het in het volgende punt.
24
5. Agressie aanpakken Bij het voorkomen van agressie moet men steeds vlug reageren. Door deze vlugge reactie vermijdt men dat de situatie verergert. Men geeft tegelijkertijd de boodschap dat men zich niet snel uit het lood laat slaan. Het is heel belangrijk om het kind meer te belonen dan te straffen. Als het kind gewenst gedrag stelt, geef het dan bijvoorbeeld een compliment. Als men toch moet straffen, mag men het kind niet afwijzen. Het moet voor het kind duidelijk zijn dat het gestraft wordt omwille van zijn gedrag, maar niet voor zijn persoon. -
Karim slaat met zijn handen op de tafel. Hij doet dit steeds harder en harder. Als mama zegt dat hij vervelend is en daarmee moet stoppen, zal Karim dit niet leuk vinden. Hij denkt dat mama hem altijd vervelend vindt. Het is beter als mama zegt: “Karim, sla niet met je handen op tafel. Ik vind dat vervelend om te horen.” Verder volgen er enkele tips die men kan gebruiken op het moment dat een kind agressief gedrag stelt.
25
5.1. Bewust negeren Dit kan men enkel doen als er sprake is van beginnend storend gedrag. Verder moet het gaan om gedrag dat gebruikt wordt om de aandacht te trekken. Men kan het kind even negeren. Hierdoor kan het storende gedrag in de kiem gesmoord worden. Er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat het gedrag eerst zal toenemen. Het kind wil je aandacht hebben en zal beter zijn best doen als je niet reageert. Na een tijdje van negeren, zal het hiermee echter stoppen. Als het gedrag extreem wordt, dient men echter wel in te grijpen. Als het kind pijn doet, materiaal vernietigt,… is negeren geen oplossing. -
Zohra is kwaad op haar moeder omdat ze niet naar televisie mag kijken. Ze slaat met haar hand op tafel. Moeder reageert hier niet op. Daarom slaat ze harder en harder, maar er komt geen reactie. Daarom stopt ze er maar mee.
-
Elke noemt de opvoeder stom. Hij is haar vriend niet meer. Ze blijft hem stom noemen, maar wordt genegeerd. Uiteindelijk geeft ze het op en stopt hier mee.
-
Peter slaat met zijn handen op de zetel. Dit wordt genegeerd door zijn ouders. Plots slaat hij zijn zus. Dit gaat te ver 26
waardoor de ouders hem niet meer negeren, maar erop reageren. Ze zetten hem in de hoek.
5.2. Naam noemen Hardop de naam van het kind dat agressief gedrag stelt, roepen en die steeds herhalen is een uitdrukking van nabijheid. Verder kan het noemen van de naam leiden tot een bewustwording bij het kind. Hij zal beseffen waarmee hij bezig is. Als men een antwoord krijgt op het noemen van de naam, kan men vragen stellen. Dit leidt het kind af van de situatie omdat je een beroep doet op zijn denken. Formuleer eenvoudige vragen die met ja en neen kunnen beantwoord worden. -
Mohammed roept vuile woorden naar zijn vriend. Hij blijft ze herhalen zonder te pauzeren. De meester noemt meerdere malen zijn naam totdat hij antwoordt. Dit is de aanleiding om vragen te stellen. “Ben je boos? Ja? Op je vriend? Scheld je hem daarom uit met die stoute woorden? Kan je hem dat niet gewoon vertellen?,…” Hierdoor kalmeert Mohammed. Hij stopt met woorden op te noemen, omdat hij nu moet nadenken. Waar is hij mee bezig? Wat was de aanleiding ook alweer voor deze ruzie? 27
5.3. Signalen geven Wanneer men als ouder of opvoeder in de gaten krijgt dat er agressief gedrag aan het ontstaan is, kan men door het geven van een eenvoudig signaal voorkomen dat het erger wordt. Men maakt gebruik van simpele lichaamstaal: een veel betekende blik, een gebaar met hand of vinger, een beweging die de aandacht trekt en afleidt van het agressieve gedrag. Hierdoor wordt het kind zich bewust van zijn gedrag. Aangezien het gaat om beginnend agressief gedrag kan het kind zich nog inhouden.
-
Mama ziet dat zoonlief een tik wil geven aan zijn zus. Ze steekt haar vinger op en kijkt in zijn ogen. Hierdoor voelt hij zich betrapt en hij slaat haar niet.
-
In een klas praten veel kinderen door elkaar. Enkelen schijnen ruzie te hebben. De meester klapt heel hard in zijn handen waardoor iedereen schrikt. De ruzie is hierdoor plots gestopt.
28
5.4. Hulp bij hindernissen Wanneer kinderen gefrustreerd worden door de moeilijkheid van een opdracht kan men hierbij helpen. Men helpt het kind totdat het weer verder kan. Hierdoor zal zijn boosheid slechts beperkt blijven. De frustratie is namelijk van korte duur. -
Hassan wordt vaak boos als hij zijn huiswerk moet maken. Dan begint hij te slaan en te schoppen. Dit is veranderd sinds papa hem helpt. Hassan heeft het moeilijk met de maaltafels. Als hij deze moet gebruiken in een oefening helpt zijn vader hem. Nu verloopt het huiswerk maken zonder problemen. Kinderen kunnen ook gefrustreerd raken omdat ze bepaalde vaardigheden nog niet bezitten. Hierbij kan men het kind ook helpen. Leer het die vaardigheden onder de knie te krijgen.
-
Hassan vraagt nog niet zelf om hulp. Dit vindt papa een belangrijke sociale vaardigheid. Daarom helpt hij Hassan niet meer spontaan bij zijn huiswerk. Hij moet dit eerst vragen. Hij leert dit aan Hassan door hem te negeren als hij niets vraagt. Zelfs als hij begint te roepen, reageert de vader niet. Als Hassan om hulp vraagt, gaat hij echter onmiddellijk helpen. Hij beloont Hassan hiervoor met een compliment: “Goed hoor dat je hulp vraagt!”
29
5.5. Verbazing Het gaat hier om iets totaal onverwachts of geks te doen. De overtuiging waarmee dat gebeurt, is vooral bepalend voor het effect. Het verrassingselement kan de gespannen situatie zelfs veranderen in een komische. -
Twee broers hebben ruzie met elkaar. Ze beginnen elkaar te slaan totdat ze opeens hun moeder een liedje horen zingen. Hierdoor zijn ze totaal in de war en moeten erom lachen.
5.6. Afzondering Hierbij wordt het kind in een open en prikkelarme ruimte gebracht met als doel het kind tot rust te laten komen. Dit kan gebeuren in de eigen kamer, een rustkamer,… Nadat men het kind afgezonderd heeft, maakt men best een praatje met het kind. Hierbij moet men duidelijk maken dat het kind niet op de kamer gezet is om het te straffen, maar om een kans te geven om te kalmeren. Het gaat immers over een moment waarbij het kind door het lint gaat. Als men op dit moment een straf zou geven, zou de situatie verergeren. Eens het kind kalm is, kan men bespreken wat er gebeurd is. Dit is ook het moment waarop men de gevolgen van het gedrag kan meedelen. Dit
30
kan een straf zijn of een rechtzetting zoals het aanbieden van excuses of het opruimen van de gemaakte rommel. -
Liana mag van de opvoedster de badkamer niet in. Hierdoor wordt ze heel boos. Ze schreeuwt heel luid enkele scheldwoorden en schopt heel hard tegen de deur. Daarom neemt de opvoedster haar mee naar haar kamer. Hier blijft Liana totdat ze kalm geworden is. De opvoedster laat Liana zich bij haar excuseren en neemt de tijd om samen met haar het voorval kort te bespreken.
-
Sofie maakt haar zus uit voor ‘vuile hoer’. Moeder kan dit niet aanvaarden en wil haar in de hoek zetten. Sofie gaat nu door het lint en slaat haar mama. Daarom wordt ze naar haar kamer gebracht waar ze uiteindelijk rustig wordt. Hierna praat moeder met haar en legt haar een straf op. Ze mag vandaag niet meer televisie kijken.
5.7. Time-out Hierbij wordt het kind tijdelijk uit een voor hem vertrouwde omgeving gehaald met als doel het agressieve gedrag te verminderen. Men zet het in een andere ruimte waar men niet
31
bijblijft. Het kind wordt dan eigenlijk gestraft door de afwezigheid van aandacht. -
Youssef vloekt als hij gemorst heeft. Hij gebruikt hiervoor een vuil woord. Zijn ouders reageren hierop, maar dat doet hem niets. Hij scheldt nu zijn ouders uit. Daarom wordt hij naar de woonkamer gebracht. Daar moet hij blijven zitten totdat zijn ouders hem halen. Ze geven hem even geen aandacht meer waardoor hij gestraft is.
5.8. Vastnemen Bij zeer agressief gedrag van kinderen, dat zelfs bedreigend is voor anderen, zal men over moeten gaan tot lichamelijke bedwinging. Tijdens een woedeaanval of driftbui kan men immers moeilijk praten met het kind. Het beste is dan om het kind lichamelijk in bedwang te houden en tegelijkertijd kalmerend op het kind in te spreken. Zo kan de ouder of opvoeder laten merken dat hij zich kan voorstellen dat het kind heel kwaad is. Een bepaalde manier van lichamelijke bedwinging is de zogenaamde ‘holding’. Een soort fysieke dwangbuis. Hierbij gaat de ouder of opvoeder achter het kind staan, pakt met zijn rechterhand de linker pols van het kind vast en met de 32
linkerhand de rechter pols. Op deze manier trekt hij het kind tegen zich aan. Het kind heeft nu zijn armen gekruist voor zijn lichaam en kan hier niets meer mee doen. De woede zal even toenemen, maar daarna langzaam afnemen. Wanneer je voelt dat het kind minder agressief wordt, kan je de greep ook losser maken. Terwijl men het kind vasthoudt, spreekt men het zacht en rustig toe. Het is namelijk de bedoeling dat het kind kalmeert. Als men zelf roept, zal het kind hierdoor agressiever worden. Daarom is het belangrijk om rustig met het kind om te gaan.
33
Hulp of informatie nodig? Solidariteit voor het Gezin – Afdeling Hopon A.&M. Hellinckxstraat 45 – 1083 Ganshoren Tel.: 02/421.79.91 - E-mail:
[email protected] www.solidariteit.be
Meer lezen? Voor ouders en leerkrachten:
Opvoeden is een groeiproces. Peter Adriaenssens, Lannoo.
Peuteropvoeding. Moeders vertellen. 18 problemen, 425 oplossingen. Karin Amstutz. Uitgeverij Kimio.
Speels omgaan met agressie. Spelletjes en oefeningen om op een creatieve manier conflicten op te lossen. Rosemarie Portman, Uitgeverij Panta Rhei.
Spelen om problemen op te lossen. Groepsspelen voor kinderen van 6-12 jaar om individuele en onderlinge problemen op te lossen. Bernd Badegruber. Uitgeverij Panta Rhei. 34
Omgaan met agressie. Geuk Schuur, Bohn Stafleu van Loghum.
Tel dan eerst even tot 10. Voorkomen van agressief gedrag. John Jeninga.
Hoe coach ik mijn klas. De basis voor klassenmanagement. Danny Wyffels, Lannoo.
Probleemgedrag in de klas en agressie op school. Een praktische handleiding. Juliaan Van Acker, Uitgeverij De boeck.
Het explosieve kind. Over het opvoeden en begrijpen van snel gefrustreerde en chronisch inflexibele kinderen. Ross W. Greene, Uitgeverij Nieuwezijds.
Waarom doet mijn kind zo moeilijk? Moeilijk gedrag begrijpen – efficiënt straffen en belonen. Peter Prinzie, Lannoo.
Hoe minder straffen? Een boek over eisen, straffen en belonen voor ouders, leerkrachten en andere opvoeders. Ludo Driesen, Garant.
Kinderen opvoeden. Een antwoord op de meest gestelde vragen. Stef Desodt.
Kinderen van de lagere school. De 100 meest gestelde vragen van ouders over kinderen van 6 tot 12 jaar. Stef Desodt, Globe. 35
Nee zeggen. Waarom het belangrijk is voor jou en je kind. Ascha Phillips, Houtekiet.
Straffen? Ludo Driesen, Garant.
Voor hulpverleners
Teamcoaching in de jeugdhulpverlening. Anders omgaan met regel- en normovertredend gedrag. Geert Stroobant, Garant.
Professioneel omgaan met gedragsproblemen. John Jeninga, HB Uitgevers.
Agressie. Praktijkboek voor hulpverleners, begeleiders en leerkrachten. Erik Van Tilburg, Garant.
Zelfcontrole. Een sociaal-cognitief interventieprogramma voor kinderen met agressief en oppositioneel gedrag. Teun van Manen, Bohn Stafleu van Loghum.
Voor kinderen
Vechten om het piratenschip. Berdie Memel Saris, Kwintessens.
Wat voel ik? Oscar Brenifier, Davidsfonds/Infodok.
36
Je zit er maar mee. Vragen van kinderen van 9 en 10 jaar. Sociale vaardigheden.
Uil plus Leeuwerik. Ianka Fleerackers; Sebastiaan Van Doninck. Uitgeverij De Eenhoorn.
Vogel. Martine Delfos. Bussum.
Vriendinnen voor Isa. Nanda Roep. Uitgeverij Leopold.
Websites: www.gezondheid.be http://tvgeweld.nl/tvgeweld/albert.html
Bovenstaande boeken werden gebruikt bij het opmaken van deze brochure. Ze zijn eveneens ontleenbaar in onze bibliotheek. Deze brochure is een realisatie van Solidariteit voor het Gezin.
37