I 11 I 10 31 augustus 2010 Jaargang 2 Tweewekelijks onafhankelijk vakblad voor de professional in de ketens werk, inkomen, zorg, welzijn en jeugdbeleid.
In gesprek met de samenleving
Taalles geeft zelfvertrouwen
Jongeren vormen de rode draad door haar carrière. Nu mag Tanja Jadnanansing zich in de Tweede Kamer met hen bezighouden. Jongeren betrekken en medeverantwoordelijk maken, is haar werkwijze. “Ik wil een netwerk van jongeren opbouwen.” > Lees verder op pagina 05.
Inburgering van werknemers op de werkvloer is in opmars. Een koploper is schoonmaakbedrijf CSU. Het bedrijf biedt inburgeringsplichtige medewerkers kostenloos een opleiding aan als voorbereiding op het verplichte examen. > Lees verder op pagina 31.
Special Schuldhulpverlening Het wetsvoorstel Gemeentelijke Schuldhulpverlening ligt nog ter behandeling bij de Tweede Kamer. De verkiezingen en het lange wachten op een nieuw kabinet hebben de voortgang (tijdelijk) stilgelegd. Het onderwerp schuldhulpverlening ‘hot’, getuige de vele discussies. Daarom nu alvast een special in Sociaal Totaal, terwijl we wachten op invoering van de wet. > Lees verder op pagina 18.
Verder Symptoombestrijding bij aanpak agressie en geweld 9 ZZP’ers gaan voor meer zekerheid 13 Leven met een gat in je hand 20 ‘Sociale’ deurwaarder moet ook streng zijn 38
09 Symptoombestrijding bij aanpak agressie en geweld Ambulancemedewerkers, buschauffeurs en baliemedewerkers. Zij halen het nieuws omdat ze worden aangevallen of geschoffeerd. Voor de Arbeidsinspectie reden genoeg om in 2010 extra in te zoomen op de omgang met agressie en geweld bij organisaties in de publieke sector. Gerard de Bruin, deskundige op het gebied van conflict en agressie, vindt de controles te vrijblijvend.
13 ZZP’ers zoeken meer zekerheid Volgens een onderzoek van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek, neemt het aantal ZZP’ers met een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) de laatste tijd sterk toe. In het verleden lieten veel kleine zelfstandigen zich afschrikken door de hoge premies. Die tijd lijkt voorbij te zijn.
16 Hogere taaleisen houden laagopgeleiden buiten de deur Veel Europese landen schroeven de eisen aan inburgeraars op. Zij moeten slagen voor inburgeringsexamens en taaltoetsen om in aanmerking te komen voor bijvoorbeeld een verblijfsvergunning of naturalisatie. Die trend is ook in Nederland zichtbaar. Lees aansluitend het verhaal over inburgeren op de werkvloer in de Best Practice!
WERK&INKOMEN
05
06 In gesprek met de samenleving Jongeren vormen de rode draad door haar carrière. Nu mag Tanja Jadnanansing zich in de Tweede Kamer met hen bezighouden. Jongeren betrekken en medeverantwoordelijk maken, is haar werkwijze. “Ik wil een landelijk netwerk van jongeren opbouwen die mij voorziet van ideeën.”
14 “Gehandicapten pesten is niet mijn hobby” “Gehandicapten pesten is niet míjn hobby.” Ze brengen hun boodschap onderkoeld en met gevoel voor ironie, de mannen die het Schiedamse sociale werkvoorzieningsbedrijf BGS leiden. Maar directeur Siep Adolfs en controller Bert Gille, beiden al jaren werkzaam in de sector, maken zich serieuze zorgen.
ZORG&WELZIJN/JEUGDBELEID
14
20
18 Gediplomeerde schuldhulp ver weg Beun de Haas heeft vrij spel als schuldhulpverlener. En voorlopig verandert daar niets aan. Het lukt niet een door alle partijen geaccepteerd systeem van certificering van de grond te krijgen.
20 “Ik heb een gat in mijn hand” Het Utrechtse Stadsgeldbeheer richt zich op (ex-)daklozen met problemen op het gebied van inkomen en/of schulden. De klanten van Stadsgeldbeheer vallen buiten de regels van de Kredietbank Utrecht. In Sociaal Totaal het verhaal van Nancy Jorden. “Ik was doodsbang voor huisuitzetting, mijn post maakte ik niet meer open. Ik schaamde me.”
04 Column Raad van Advies Willem Rietberg bespreekt de hitlijsten!
29 Column Kaj Elhorst Dubbel pech.
31 Best Practice Inburgering van werknemers op de werkvloer is in opmars. Het is ook een speerpunt van het ministerie van VROM, dat bedrijven stimuleert om allochtone werknemers de Nederlandse taal onder de knie te krijgen. Dat vergroot hun zelfredzaamheid. Steeds meer wordt hierbij in de vorm van een convenant samengewerkt met gemeenten, re-integratiebedrijven en regionale opleidingscentra (ROC’s). Een koploper is schoonmaakbedrijf CSU. Het bedrijf biedt inburgeringsplichtige medewerkers kostenloos een opleiding aan als voorbereiding op het verplichte examen.
24 Top Tien De schuldhulpverlening is volop in beweging. Daarom een top tien van vernieuwing in dit vakgebied.
27 Bescherming schuldenaar niet louter positief Geen wilde verveelvoudigingen van onbetaalde rekeningen meer. De incassokosten aan banden, de klant beschermd. Het wetsvoorstel hiertoe ligt klaar, maar gaat de consument er wel van profiteren?
38 Professionals
SPECIAL SCHULDHULP
27
Een deurwaarder met een sociaal gezicht. Dat probeert Jaap Sikkema te zijn. Maar sociaal is niet hetzelfde als een ‘doetje’ zijn, blijkt uit zijn verhaal.
IN IEDER NUMMER
31
Colofon
Sociaal Totaal, maandelijks vakblad voor de professional in de sociale zekerheid, is een uitgave van Kluwer. Redactieadres Postbus 23, 7400 GA Deventer, Tel: 0570-647 669, Fax: 0570-677 062, e-mail:
[email protected] Uitgever: Aleid Verbeke. Hoofdredactie: mr. Olga Hoekstra. Eindredactie: Josien Beele, Olga Hoekstra. Aan dit nummer werkten mee: Niels Achtereekte, Kaj Elhorst, Kristel Hurenkamp, Loek Kusiak, Dennis Mensink, Liesbeth Timmermans, Door van der Wiele. Fotografie: Caroline Brandsema (Foto Caroline), Rob Jansen, Bert Janssen. Raad van Advies Sociaal Totaal: Hans Nacinovic, Hans Ouwehand (Calder), Margriet Jongerius, Ray Geerling, Ruud IJzelendoorn, Willem Rietberg (SOSV Opleidingen), Wim Zwanenburg (Ministerie SZW / OCW). Opmaak: COLORSCAN BV, Voorhout - www.colorscan.nl. Druk: Senefelder Misset, Doetinchem Marketing: Anita Winkels (marketingmanager), Larissa van der Leer (webmarketeer) Advertentieafdeling: Reserveren advertenties tijdschrift en website e-mail:
[email protected] Tel: 0172 466 565 Advertentieverkoop: Addington Media, Pieter van der Veer, telefoon 079-3300442, e-mail
[email protected]. Abonnementen, opzeggingen en adreswijzigingen Kluwer abonnementenadministratie, Tel: 0570-673 344, e-mail:
[email protected], Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 3 maanden voor het einde van de abonnementsperiode worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Voor gratis toezending komen in aanmerking: Hbo-professionals werkzaam in de ketens werk, inkomen, zorg, welzijn en jeugdbeleid. Hoewel bij de totstandkoming van dit product uiterste zorgvuldigheid is betracht, stellen uitgever, hoofdredactie en medewerkers zich niet aansprakelijk voor eventueel gemaakte fouten of onjuistheden. Jaarabonnement voor leden buiten de doelgroep kost 95 euro per jaar. ISSN 1876-4509, © Kluwer 2010
4
RAAD VAN ADVIES
Raad van Advies
Willem Rietberg, directeur SOSV Opleidingen, Lid van de Raad van Advies van Sociaal Totaal
Hitlijsten: Sociale zekerheid als remix Als echte radioman ben ik altijd gefascineerd geweest door hitlijsten. Hitlijsten geven de voorkeuren van de radioluisteraars weer, maar geven ook geluid aan een tijdsbeeld. Denk aan maatschappijkritische liedjes over racisme, milieu en geweld van onder andere Bob Dylan, U2 of dichter bij huis van Stef Bos en Frank Boeien. Door hitlijsten te analyseren ontwikkel je een hele eigen kijk op de samenleving.
namen wordt gekozen (met Jayden als exotische uitschieter). Ik blijf er over doordenken. Wat zegt dat over onze maatschappij? Iedere ouder probeert een leuke naam voor zijn kind te bedenken en blijkbaar stonden de neuzen de afgelopen drie jaar allemaal dezelfde kant op. De veranderingen in de namenlijst zijn afgelopen jaren minimaal geweest. Parallel Doorredenerend zie ik toch wel een parallel met ontwikkelingen in de sociale zekerheid. De sociale zekerheid is de afgelopen drie jaar koersvast gebleven. Na een tijd van ingrijpende veranderingen is een duidelijke koers ingezet. Iedereen die kan steekt zijn handen uit de mouwen, in een baan of door te participeren in vrijwilligerswerk. Werk boven inkomen is op dit
Ook de sociale zekerheid heeft zijn eigen hitlijsten. Zo publiceert de Sociale Verzekeringsbank elk jaar de top twintig van meisjes- en jongensnamen. Hieronder staat de top vijf van de afgelopen drie jaar. Wat mij opvalt is dat zowel bij de jongens- als de meisjesnamen de afgelopen drie jaar met name voor korte Hollandse 2009
2008
2007
2009
2008
2007
1
Daan
Daan
Sem
Emma
Sophie
Sanne
2
Sem
Sem
Tim
Sophie
Julia
Lotte
3
Lucas
Tim
Daan
Julia
Lieke
Julia
4
Ruben
Jayden
Ruben
Lieke
Sanne
Sophie
5
Jayden
Thomas
Thomas
Lotte
Emma
Lieke
im
moment een hit en de neuzen staan dezelfde kant op. Maar zoals bij elke hitlijst, kan de lijst van favorieten van de een op de andere dag compleet veranderen. In 1999 waren Nick, Rick en Max nog favoriete jongensnamen en werden er veel Lisa’s, Annes, Romy’s en Anouks geboren. Tien jaar later zijn alleen Thomas, Tim en Sanne evergreens gebleken. De vraag is hoe het de sociale zekerheid zal vergaan.
gen ontstaan. Denk aan het ontstaan van o.a. jazz, rock and roll en rapmuziek. Ik hoop alleen wel dat het een mooie remix zal zijn, waarin het goede
De sociale zekerheid is de afgelopen drie jaar koersvast gebleven.
Kruispunt Op dit moment staat Nederland op een kruispunt. De wereldwijde economische crisis zal nog lang voelbaar blijven en ons sociale zekerheidstelsel zal nog meer onder druk komen te staan. Hoe crisisbestendig zal ons socialezekerheidstelsel zijn? En hoe zal de politiek er mee omgaan? Zullen de investeringen van de afgelopen jaren vruchten afwerpen? Remix Ik verwacht dat de komende jaren ons sociale zekerheidstelsel weer zal veranderen. Dat hoeft niet slecht te zijn, want uit veranderingen zijn mooie din-
Na een tijd van ingrijpende veranderingen is een duidelijke koers ingezet behouden blijft en niet al het oude overboord wordt gegooid. We zullen zien wat er de komende tijd gaat gebeuren. Ik houd in ieder geval de radio aan! Reageren?
[email protected]
im
TANJA JADNANANSING
JEUGDBELEID
Kersvers Kamerlid Tanja Jadnanansing: In gesprek met de samenleving Jongeren vormen de rode draad door haar carrière. Nu mag Tanja Jadnanansing zich in de Tweede Kamer met hen bezighouden. Jongeren betrekken en medeverantwoordelijk maken, is haar werkwijze. “Ik wil een landelijk netwerk van jongeren opbouwen dat mij voorziet van ideeën.”
Tekst: Door van der Wiele Foto’s: Rob Jansen “Tante Tanoes zegt: jongerenbeleid, topprioriteit!”, roept het vierjarige nichtje van Tanja Jadnanansing (1967) te pas en te onpas. Dan steekt ze haar ene armpje in de lucht en het andere plant ze in haar zij. Voetje naar voren. Jadnanansing buldert van het lachen als ze over het meisje vertelt. Toen ‘Tante Tanoes’ laatst op de televisie werd geïnterviewd als nieuw Kamerlid voor de PvdA, gaf haar nichtje kusjes
op het beeldscherm. Het was spannend, de verkiezingsuitslag. Jadnanansing was nummer 28 op de lijst. Ze had haar baan als programmamanager bij de NOS na acht jaar opgezegd. Politiek en journalistiek combineert niet, is haar overtuiging. Uiteindelijk was nummer 30, Khadija Arib, de hekkensluiter. “Had ik geen plek in de Tweede Kamer gekregen, dan had ik gewoon een baan gezocht”, zegt Jadnanansing nuchter. “Een baan in de Tweede Kamer is prachtig hoor, maar het gaat mij vooral om de
jongeren. Ik zou bijvoorbeeld ook heel graag jongerenbeleid in Amsterdam Zuidoost willen opzetten. Ik vind dat zo’n spannend stadsdeel met zoveel mogelijkheden en moeilijkheden. Mijn handen jeuken om talentvolle jongeren uit Zuidoost meer zichtbaar te maken. En dan niet alleen zij die zo vreselijk mooi kunnen zingen, maar ook jongeren die goed kunnen organiseren.” High tea Onlangs organiseerde Jadnanansing samen met een
groep jongeren uit de Amsterdamse Bijlmer een politieke high tea, Carribean style. Door de jongeren zelf bedacht. Ze hielden een debat rond de vragen: wat kan de politiek voor jongeren betekenen en wat moeten wij zelf oppakken? Oftewel: waar begint jouw eigen verantwoordelijkheid? Jadnanansing: “Wat ik ze wil leren is wat Gandhi ooit zei: ‘wees zelf de verandering die je in anderen wilt zien’. Als overheid en als maatschappij hebben we te lang gedacht dat wij voor mensen moeten zorgen. Maar dat is
5
6
JEUGDBELEID niet goed. Behalve voor mensen die het echt niet kunnen, daar moet je altijd voor zorgen. Iedereen die kán meedoen, moét ook meedoen. En het liefste op een manier die het beste uit jou haalt.” ‘Jongeren hebben recht op goed onderwijs en op het ontplooien van hun talenten’, staat op haar linkedInpagina te lezen. Dit is de missie waarmee zij de Tweede Kamer betreedt. Jadnanansing: “Jonge mensen moeten goede kansen krijgen op werk, scholing, jeugdzorg. Mijn portefeuille is hoger onder-
TANJA JADNANANSING bewust van groepen mensen in de marges van de samenleving. De ingewikkelde migrantenproblematiek deed me beseffen dat er heel veel mis is in dit mooie land. Dat kun je juridisch oplossen, maar soms heb je de politiek nodig. Ik ging in gesprek met politici en op mijn 29ste ging ik bij het landelijke Dagelijks Bestuur van de PvdA. Daarnaast werd ik communicatiedirecteur van een Amsterdams jongereninformatiecentrum, The Site, dat ik samen met een collega heb opgezet. Toenmalig wethouder Jaap van
“De migrantenproblematiek deed me beseffen dat er heel veel mis is in dit mooie land” wijs, ik ben niet de woordvoeder van al die andere gebieden. Maar ik kan me er wel tegenaan bemoeien.” Het hoger onderwijs vormt een behoorlijke kluif. Het wordt hard werken om de kwaliteit op te krikken en de hoge uitval van studenten tegen te gaan. Studenten zijn slecht geïnformeerd, stelt Jadnanansing vast. “Tegenwoordig heb je veel opleidingen die heel sexy klinken, maar in de praktijk valt het tegen. De komende tijd wil ik me met name hard maken voor het tegengaan van schooluitval.” Stem Ze was altijd al een politiek dier. Op haar twaalfde begon Jadnanansing uit eigen beweging een schoolkrant en was ze voorzitter van allerlei clubjes. “Altijd zat ik in de voorste gelederen om mijn stem te laten horen, maar ook de meningen van anderen. Ik leef niet alleen voor mijzelf, je moet anderen meenemen.” Op haar 21ste kwam ze vanuit Suriname naar Nederland voor een studie Rechten. Na haar afstuderen werkte ze een aantal jaren bij een rechtswinkel waar ze migrantenvrouwen bijstond. “In deze periode werd ik me
der Aa wilde iets doen voor die tachtig procent jongeren waar het wel goed mee gaat. Hij wilde dat er een plek kwam waar zij konden debatteren en waar ze hun talenten en sociale vaardigheden konden ontwikkelen. Daar stuitte ik op mijn grote liefde: jongeren.” Verder gaan De jongeren organiseerden veel activiteiten voor hun Amsterdamse leeftijdsgenoten. Jadnanansing: “Als je iets wilt met jongeren moet je ze betrekken, maar daar moet je verder in gaan. Maak ze medeverantwoordelijk. Dat is mijn inspiratie. Je kunt mensen wel van alles uit handen nemen, maar daarmee maak je ze niet sterk. Dan zet je ze niet in hun kracht en geef je ze niet de mogelijkheid om hun talenten te ontwikkelen.” In de twee jaar nadat Jadnanansing was vertrokken bij The Site, werkte ze bij de publieke omroep. Ze boog zich over de vraag hoe het publieke bestel de multiculturele samenleving beter kon bedienen. Ze liep steeds weer tegen hetzelfde smoesje op: we willen wel verkleuren, maar er is geen multicultureel aanbod. Jadnanansing organiseerde een
speeddate waarbij ze twintig captains of media in contact bracht met twintig multiculturele talenten. Zodoende kwam zij zelf in gesprek met Hans Laroes, de baas van het NOS journaal. Of zij een jurist kende die van jongeren houdt om zijn idee voor een nieuwsprogramma voor jongeren uit te werken? News On Tour Jadnanansing stak direct haar hand op en werkte de afgelopen acht jaar voor de NOS. Haar opdracht: breng jongeren en het nieuws nader tot elkaar. Net als bij The Site betrok ze jongeren en gaf hen veel verantwoordelijkheid. “Ik moest een nieuwsprogramma voor jongeren opzetten, dus ben ik met hen gaan praten om te horen waar zij behoefte aan hebben. Zij wilden nieuws voor jonge mensen op het internet. Dat is NOS Headlines geworden, helemaal gestuurd vanuit jongeren zelf. Laatstejaars studenten journalistiek, met professionele ondersteuning.” Daarna ging Jadnanansing de boer op, naar scholen toe. Met NOS News On Tour sprak zij op locatie met jongeren over het nut van goed geïnformeerd zijn. “De werkwijze van The Site en de NOS neem ik ook mee de Tweede Kamer in. Ik zit er nog maar net, maar ik heb al een panel om me heen verzameld van dertig jongeren in de vier grote steden. Dat is het begin, maar ik wil een landelijk netwerk opbouwen van jongeren door het hele land. Zij gaan mij voorzien van ideeën.” Valkuil Uit ervaring kent Jadnanansing de valkuil van deze manier van werken. Dit soort initiatieven trekt goedgebekte, ambitieuze jongeren aan. De gemiddelde jongere bereik je echter zo niet. Daar heeft Jadnanansing een oplossing voor bedacht. “Ik laat een mobiele stand ontwerpen, een kamerscherm dat ik op hogescholen en universiteiten uitklap. Daarin hou ik
spreekuur. Daar waar jongeren zijn: in de kantine, bij het fietsenrek. Ik kan wel op die Haagse vierkante kilometer broeden op wat er aan de hand is in de samenleving en hoe ik dat zou kunnen oplossen, maar a) dat kun je nooit in je eentje, en b) ik zal de antwoorden nooit daar vinden. In Den Haag kun je beleid bedenken en beïnvloeden, maar de problemen zijn te vinden op de scholen. Dus daar ga ik naartoe, op de fiets en in de trein met mijn kamerscherm. Met daarop mijn slogan: ‘In gesprek met de samenleving’.” Pijnpunten Tijdens het zomerreces zijn die gesprekken al volop gaande. De eerste pijnpunten tekenen zich af. Grootstedelijke problemen zoals witte en zwarte scholen dringen zich ook op binnen het hoger onderwijs. Niet alle hogescholen en universiteiten hebben daar een antwoord op. Jadnanansing: “Ik vind het prachtig dat migranten in zo’n korte tijd zo massaal het hbo en de universiteit hebben weten te bestormen. Maar negatief aan die ontwikkeling is dat ‘witte’ studenten wegblijven van gekleurde hogescholen en universiteiten. Daar moeten we een antwoord op zien te vinden.” Haar eerste Kamervragen heeft ze gesteld. Studenten met een Surinaams paspoort lieten haar weten dat zij slechts tien uur per week mogen werken. Daarmee kunnen zij niet in hun levensonderhoud voorzien. In de ogen van het ministerie hebben zij een studievisum en zijn ze niet in Nederland om te werken. Dat geldt overigens voor alle studenten uit landen van buiten de Europese Unie. Jadnanansing: “Kunnen we het niet een beetje oprekken? Dat heb ik aan de minister gevraagd, samen met Kathleen Ferrier van het CDA. Dit zijn hele concrete dingen die ik nu kan doen als Kamerlid. Ik zeg niet dat we het gaan redden met onze Kamervragen, maar
TANJA JADNANANSING
we kunnen ons wel hard maken voor jongeren met deze problemen.” Schooluitval Wat wil Jadnanansing over vier jaar hebben bereikt? Het is op het moment van schrijven van dit artikel nog onduidelijk of de PvdA mee gaat regeren, maar wat het kersverse Kamerlid betreft is over vier jaar de kwaliteit van het onderwijs duidelijk vooruitgegaan. “Vraag me nog niet hoe ik daaraan ga bijdragen, dat moet ik nog uitvogelen. Tegen die tijd zijn mijn bezoeken aan de scholen een fenomeen geworden. Het kamerscherm dat nu gemaakt wordt, is tegen die tijd versleten. En de schooluitval in het hoger onderwijs is dan echt een halt toegeroepen.” Jadnanansing wil dat jonge men-
sen beter geïnformeerd worden, ze moeten weten waar ze aan toe zijn voordat ze beginnen aan een opleiding. Dat populaire marketingsausje moet er van af in het onderwijs. Jadnanansing siddert alsof er een koude rilling door haar heen gaat. “Die marketing is echt een van de dingen waar ik me aan erger. Op basis van de juiste informatie moeten jongeren een juiste keuze kunnen maken. We moeten een discussie aangaan, over wat het effect zal zijn van het ‘ontmarkten’ van de opleidingen. Wat gebeurt er als we teruggaan naar een gedegen opleiding met minder studenten? Ik hoop dat we over vier jaar die discussie goed hebben gevoerd en op basis daarvan de docent en de student verder kunnen brengen.”
Jadnanansing gaat het druk krijgen in de Tweede Kamer. Van dinsdag tot en met donderdag is ze te vinden op het Binnenhof. “Van half tien tot acht uur is een korte dag, dat zal regelmatig half één worden. Op vrijdag ga ik het land in, met mijn kamerscherm. In gesprek
JEUGDBELEID
neem ik geen goede beslissing. Ik ben veel van rennen en doen, maar ik moet regelmatig even terug naar de basis. Waar gaat het ook alweer over? Eens in de zoveel tijd ga ik met mijn man drie, vier dagen mediteren en dan hup, de samenleving weer in. De zaterdag is voor
“Elke dag bouw ik reflectiemomenten in, anders ga ik mee in de gekte” met de samenleving. De maandag blok ik, dat is mijn dag van reflectie en dossiers lezen. Hard werken, prima. Vakantie vind ik een overgewaardeerd concept. Maar elke dag bouw ik reflectiemomenten in, anders ga ik mee in de gekte en dan
mijn nichtje. Dan gaan we een visje in een kom kopen of naar de pannenkoekenboot. Ook dat vind ik erg belangrijk.”
7
grip schuldhulpverlening Opleidingsaanbod • • • • • • •
Basisopleiding SHV Prak jkopleiding SHV NEN 8048-2 module A t/m E Schuldhulp aan ex-ondernemers VTLB (vrij te laten bedrag) Schuldhulp en eigen woningbezit Effec ef een gesprek voeren
Kijk voor meer opleidingen en de inhoud daarvan op www.grip-schuldhulpverlening.nl
NEN 8048-2 Eisen die aan de schuldhulpverlener worden gesteld, volgens de NEN 8048-2, zijn van een norma ef en informa ef karakter en gericht op het primaire proces van de schuldhulpverlening. Zij worden gesteld aan personen die werkzaam zijn bij schuldhulpverleningsorganisa es (zowel publiek als privaat) waarbij ze betrokken zijn bij een of meerdere primaire processen van de schuldhulpverlening aan natuurlijke personen. Als men zich wil cer ficeren volgens de norm NEN 8048-2 kan men zich wenden tot Grip schuldhulpverlening. Grip zorgt voor een adequate opleiding en begeleiding tot persoonscer ficering.
Schuldhulp aan ex-ondernemers Schuldhulp aan ex-ondernemers, zoals zzp’ers, eenmanszaken en v.o.f’s, is nog al jd een ondergeschoven kindje. Dit komt vooral door gebrek aan kennis en kunde op fiscale, juridische, economische en ondernemersaspecten. Jaar- en winst en verlies rekeningen die niet of nauwelijks begrepen worden. (Ex)-ondernemers zijn doorgaans zeer gemo veerd, zel ewust, zelfredzaam en par ciperen doorgaans snel weer in de reguliere arbeidsmarkt. Grip zorgt voor een adequate opleiding en begeleiding van schuldhulpverleners om schuldhulp aan ex-ondernemers tot een gewild traject te laten worden in uw organisa e.
Schuldhulp en eigenwoningbezit Schuldhulp aan mensen met een eigen woning neemt snel toe. Het is niet verwonderlijk dat er een achterstand is in kennis en kunde. Het is ingewikkelde materie die waarbij specifieke kennis nodig is. Grip zorgt voor een adequate opleiding en begeleiding van schuldhulpverleners om schuldhulp aan mensen met een eigen woning adequaat en volgens de we elijke regels te helpen.
meer
grip
Grip Dienstverlening B.V. Franklinstraat 4 4004 JK Tiel T (0344) 60 17 41 F (0344) 60 17 42 E
[email protected]
met
grip
AANPAK AGRESSIE
WERK&INKOMEN
Symptoombestrijding bij aanpak agressie en geweld Ambulancemedewerkers, buschauffeurs en baliemedewerkers. Zij halen het nieuws omdat ze worden aangevallen of geschoffeerd. Voor de Arbeidsinspectie reden genoeg om in 2010 extra in te zoomen op de omgang met agressie en geweld bij organisaties in de publieke sector. Gerard de Bruin, deskundige op het gebied van conflict en agressie, vindt de controles te vrijblijvend: “Het is symptoombestrijding.”
Tekst: Liesbeth Timmermans Foto’s: Dirk-Jan Poot ‘Voorkom problemen. Weet hoe het zit.’ Met deze slogan nodigt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkgevers, werknemers en klanten uit voor een bezoek aan de bijpassende website www.weethoehetzit.nl. Werkgevers treffen er onder meer een lijst met elf punten waarmee ze agressie kunnen voorkomen en bestrijden. Het is de lijst die leidend is bij de controles van de Arbeidsinspectie. In hoeverre dragen deze inspecties bij aan de veiligheid? “Tot op zekere hoogte”, vindt Gerard de Bruin, die in een vorig leven politieagent was en al zeven jaar organisaties adviseert en mensen traint in omgaan met agressie. “Het effect is dat werkgevers op het moment
van zo’n aankondiging geattendeerd worden. Dan denken ze: ‘Verhip, daar moet ik wat aan gaan doen.’ De aandacht van de Arbeidsinspectie is dus lonend en de controles blijven belangrijk.” Toch merkt De Bruin dat het effect doorgaans incidenteel is: “Zo’n brief zet werkgevers aan tot actie, dan nemen ze wat maatregelen tegen agressie en vervolgens gebeurt er niets meer. Je ziet de aandacht voor agressie als een plumpudding in elkaar zakken.”
dynamisch proces dat continu doorgaat. Als je dat weet, zou de controle en handhaving zich daarnaar moeten voegen.” Uit deze onderzoeken heeft De Bruin zes punten gedestilleerd die garant staan voor effectief
Onderzoeken van D.R. Kemper en L.S. de Ruig en het Finish Institute of Occupational Health laten echter zien dat structurele prioriteit voor agressiebeleid een eerste vereiste is om agressie en geweld daadwerkelijk aan te pakken. Logisch, vindt De Bruin: “Het is geen project dat je even oppakt. Het is een
agressiebeleid. “Als je beleid aan deze zes criteria voldoet, kun je daadwerkelijk het aantal incidenten verminderen. De eisen die de Arbeidsinspectie stelt zijn daarvoor te minimaal. Om bewustwording te kweken over omgaan met agressie en geweld is de aanpak van de inspectie onvoldoende.”
De Bruin vindt de elf controlepunten die de Arbeidsinspectie hanteert, er goed uit zien. “Op zich heb ik daar weinig op aan te merken. Maar als je goed leest, blijkt dat ze vrij algemeen zijn. Het zijn de minimale rand-
Gerard de Bruin: “Je ziet de aandacht voor agressie als een plumpudding in elkaar zakken”
Controlepunten Arbeidsinspectie 1. Heeft u de risico’s op het gebied van agressie en geweld in kaart gebracht? 2. Heeft u een procedure om incidenten te melden, registreren en analyseren? 3. Geeft u uw medewerkers voorlichting, instructie en training over agressie en geweld? 4. Heeft uw organisatie een protocol voor agressie en geweld? 5. Heeft u huisregels opgesteld, waaraan bezoekers en cliënten zich moeten houden? 6. Heeft u afdoende organisatorische en personele maatregelen getroffen? 7. Heeft u voldoende voorzieningen getroffen om agressie en geweld tegen te gaan? 8. Is er een goed werkend alarmsysteem met een adequate alarmprocedure? 9. Is er een regeling voor opvang, ondersteuning en nazorg na een incident? 10. Heeft u een regeling gericht op het aanpakken van de dader of daders? 11. Evalueert u periodiek uw beleid en maatregelen tegen agressie en geweld? Een uitgebreide toelichting is te vinden in de flyer ‘Agressie en geweld: waar let de Arbeidsinspectie op?’ op www.arbeidsinspectie.nl.
voorwaarden waaraan organisaties moeten voldoen.” Toch wijst de praktijk uit dat ze te vrijblijvend zijn, merkt De Bruin: “Ik zie bij organisaties vaak dat ze het agressiebeleid na een inspectie netjes voor elkaar hebben. Vervolgens schort het aan de uitvoering. Dan gebeurt er te weinig.” Het is een constatering die de Arbeidsinspectie zelf ook doet, reeds in haar jaarverslag 2006: Aspecten als te hoge werkdruk, agressie en geweld en gevaarlijke stoffen, scoren hoog als risicofactor. De aandacht vanuit branches - bijvoorbeeld in de publieke en semi-publieke sector, zoals de gezondheidszorg en het onderwijs, is ‘op papier’, vaak wel aanwezig. De doorwerking naar de werkvloer blijft er nog te veel bij achter. Neem het agressieprotocol, dat de Arbeidsinspectie verplicht stelt. De Bruin: “Overal waar ik kom, is er inderdaad zo’n protocol. Als ik dan vraag wat erin
9
10
WERK&INKOMEN
AANPAK AGRESSIE
Gerard de Bruin: “Om bewustwording te kweken over omgaan met agressie en geweld is de aanpak van de inspectie onvoldoende.” staat, dan weten ze dat niet. En, waar ze het kunnen vinden? ‘Geen flauw idee, ligt ergens onderin een la’.” Zo lijkt de Arbeidsinspectie haar doel voorbij te schieten. “Organisaties constateren ‘we zijn gecontroleerd, we hebben het, dus is het goed’. Dan schiet je dus tekort en geef je als inspectie het signaal af van: ‘laat maar zitten’. Wat heeft zo’n controle dan nog voor
zin?”, vraagt De Bruin zich hardop af. Eenzelfde gevoel bekruipt hem bij de verplichte registratieprocedure. “Ik vraag altijd naar het aantal en soort incidenten, maar managers hebben daar geen benul van. Voorvallen met agressie of geweld worden nauwelijks geregistreerd. De procedures en systemen zijn er wel, maar die worden niet gebruikt. Men vindt ze te
ingewikkeld of tijdrovend.” De Arbowet verplicht werkgevers om beleid te voeren om agressie en geweld op het werk tegen te gaan. De Arbeidsinspectie houdt de minimale kaders in de gaten. De Bruin vindt echter dat ze verder zou mogen gaan, zeker omdat werkgevers in de praktijk tekort schieten in de invulling. “Ik zie een enorme vrijblijvendheid
onder werkgevers. Iedereen bepaalt zelf hoe ze invulling geeft aan agressiebeleid. Ook ik ben voorstander van dit principe. Maar als zij hun verantwoordelijkheid niet voldoende nemen, dan moet je strakker handhaven. De normen strakker stellen. Ga als handhavingsinstantie maar eens op die uitvoering zitten. Zeker omdat je als inspectie zelf de nalatigheid van werkgevers constateert én
AANPAK AGRESSIE
WERK&INKOMEN
Effectief agressiebeleid Uit het onderzoek van D.R. Kemper en L.S. de Ruig ‘Tussen agressie en praktijk’ en ‘The Kauris-Method’ van het Finish Institute of Occupational Health zijn zes factoren te noemen voor effectief agressiebeleid. 1. Geef agressiebeleid structureel prioriteit. 2. Kies voor een bottom up benadering in plaats van top down benadering. 3. Zorg voor een koppeling tussen agressiebeleid en andere beleidsterreinen, zoals personeelsbeleid en werving & selectie. 4. Kies voor praktische maatregelen bij praktische aanleidingen.
het voorkomen en bestrijden van agressie en geweld als speerpunt hebt aangemerkt. In mijn optiek moet je dan kijken: wat kunnen we nog meer doen om werkgevers te motiveren? En, als dat niet afdoende is, hen zelfs dwingen om wel die verantwoordelijkheid te nemen. Nu is het zonde van de inspanningen van de inspectie.” De Bruin vervolgt: “Er zou in de controles meer aandacht moe-
ten zijn voor de naleving. Check bijvoorbeeld hoeveel mensen in een organisatie bekend zijn met het protocol en beoordeel of er een makkelijk leesbare versie is.” Daarnaast stelt De Bruin voor om de registratie serieuzer te nemen. “Als je strakke eisen stelt en werkgevers verplicht om incidenten te melden, creeer je een belangrijk meetpunt. Zo weet je beter in welke mate agressie en geweld aanwezig zijn op de werkvloer, wat de aard ervan is, bij welke afdelingen of personen deze voorkomen en welke risico’s er spelen.” Het grote winstpunt is dat de oorzaak in beeld komt. “Je ontdekt waar het vandaan komt en je gaat verder dan symptoombestrijding.” Uit de praktijk weet De Bruin dat dit bruikbare informatie is om het aantal incidenten terug te brengen. “Medewerkers noemen vaak de hoge werkdruk als oorzaak van agressie. Een training ‘omgaan met agressie’ haalt dan niet zo veel uit. De druk blijft immers. Je kunt beter extra personeel aannemen.” De Bruin pleit er dan ook voor dat organisaties agressie integraal benaderen en er tevens in het personeelsbeleid, de werving en selectie en de werkprocessen rekening mee houden. Hij geeft een voorbeeld uit het openbaar vervoer. “Bussen moeten steeds efficiënter rijden. Ik hoor wel eens dat een chauffeur een
5. Zorg er bij zero tolerance voor dat medewerkers en leidinggevenden stevig genoeg in hun schoenen staan om dit beleid duidelijk uit te dragen en te handhaven en elkaar hierin te ondersteunen. 6. Behandel de veiligheidsbeleving als een afzonderlijke doelstelling van het agressiebeleid. Een uitgebreide toelichting is te vinden op www.conflictenagressie.nl bij de gratis downloads ‘Succesfactoren voor een effectief agressiebeleid’.
halte voorbij rijdt om op tijd te zijn. Daar zijn passagiers natuurlijk niet blij mee. Dan kun je die chauffeurs trainen in omgaan met agressie, maar je kan ook eens naar je dienstregeling kijken.” Reactie Arbeidsinspectie De Arbeidsinspectie stelt, bij monde van woordvoerder Magda de Vetten: “Volgens ons is er sprake van een misverstand. Wij controleren juist of de werkgever de werknemer beschermt tegen agressie. Daarvoor consulteren we niet alleen de werkgever, maar gaan we ook de werkvloer op. We vragen mensen wat ze doen als er een incident is, checken of de nazorg is geregeld, of ze een
gericht te werk: “Wij vissen waar vis zit. En als we overtredingen zien, komen we terug tot het in orde is.” De Vetten wijst erop dat het geen toeval is dat de Arbeidsinspectie de omgang met agressie en geweld als speerpunt heeft aangemerkt: “Er schort veel aan. Het onderwerp leeft te weinig onder werkgevers, anders waren we deze campagne niet gestart. Bij naar schatting de helft van de instellingen zijn de werknemers niet voldoende beschermd. De verantwoordelijkheid ligt bij de werkgever. Als toezichthouder controleren wij of hij zich daaraan houdt. En dat doen we nu grootschalig. We willen hem bewust maken van zijn plicht, maar de werkge-
Magda de Vetten: “Je moet terug naar de bron om goed te zien wat er aan de hand is” training hebben gevolgd. En zoiets als een te strakke dienstregeling komen onze inspecteurs eveneens tegen. Als ze iets dergelijks constateren, geven ze dat natuurlijk door aan de werkgever. Je moet terug naar de bron om goed te zien wat er aan de hand is, anders is het symptoombestrijding.” De Arbeidsinspectie gaat risico-
ver moet zelf incidenten terugdringen. Wij informeren en inspecteren en zorgen dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt, desnoods met boetes. Toch blijkt in de praktijk dat we die sancties zelden nodig hebben. Als we een overtreding constateren, komen we na een tijdje terug om te kijken of deze verholpen is en dat is doorgaans het geval.”
11
ADVERTORIAL
Het Digitaal Klantdossier werkt beter samen. Wij als samenleving in Nederland willen dat iedereen participeert. U als professional werkt daar dagelijks aan mee. Met het Digitaal Klantdossier (DKD) wordt uw werk makkelijker en ef¿ciënter. Uw communicatie wordt overzichtelijker en duidelijker. En doordat gegevens automatisch uitwisselen, hoeft u ze niet nog eens te vragen. U ziet in één oogopslag de klantgegevens en de al genoten dienstverlening. Bij elke stap in dit proces op weg naar werk speelt DKD en de DKD producten een rol. Op de website dkd.nl kunt u zelf ontdekken hoe DKD bijdraagt aan een betere dienstverlening.
Het Digitaal Klantdossier (DKD) is een verzameling gegevens over
Waarom DKD?
werk en inkomen van klanten van verschillende overheidsinstanties.
Sinds januari 2008 is er een wet van kracht (Wet eenmalige
De instanties kunnen de gegevens delen en klanten hoeven ze
gegevensuitvraag werk en inkomen, afgekort tot WEU) die regelt
maar één keer af te geven. Welke instanties doen mee? Gemeenten
dat burgers die beroep doen op de keten Werk en Inkomen maar
(sociale zaken en sociale diensten), SVB en UWV.
één keer hun gegevens hoeven af te geven. De instanties moeten er dus voor zorgen dat die gegevens vervolgens digitaal voor iedere partij in de keten beschikbaar zijn. Het Digitaal Klantdossier is precies hiervoor ontwikkeld.
WEBSITE De vernieuwde website van DKD toont aan de hand van 7 processen ‘van werkloos tot werk’ op welke vlakken de dienstverlening en de producten van DKD meerwaarde hebben voor de professional en de burger. In beeld (¿lms) en tekst. www.dkd.nl
Een paar voorbeelden van DKD
Om klanten snel aan werk te helpen, zijn processen daar waar
Klanten schrijven zich als werkzoekende in via e-intake. Online,
mogelijk geautomatiseerd. Klanten voeren gegevens één keer in,
dus dat kan op elk uur van de dag. Dankzij voorinvulling zijn de bij
de ketenpartijen hergebruiken ze. Klanten geven fouten door met
de ketenpartners bekende gegevens al zoveel mogelijk ingevuld.
correctieverzoeken en u of uw collega’s gebruiken E-formulieren
Met Single Sign On heeft de klant in één keer toegang tot meer
voor mutaties. U houdt de vinger aan de pols met de Klantvolgfunctio-
e-dienstverlening van de overheid. De klant geeft fouten aan met
naliteit en Signalen. De klant kan zijn vastgelegde gegevens online
een correctieverzoek en maakt afspraken met de afsprakenservice.
inzien. Zo worden we steeds zorgvuldiger dankzij het DKD en kan
Allemaal makkelijk, zeker en snel dankzij DKD.
de dienstverlening nog beter afgestemd worden.
DKD WERKT BETER SAMEN Alle dienstverlening is erop gericht dat iedereen participeert. Of het nu met werk is, deeltijdwerk, of vrijwilligerswerk. Alle instanties werken daarbij zoveel mogelijk samen. DKD maakt deze integrale dienstverlening gemakkelijker en beter. Want DKD werkt beter samen.
Tot ziens op www.dkd.nl
ZEKERHEID VOOR ZZP’ERS
WERK&INKOMEN
ZZP’ers zoeken naar meer zekerheid Volgens een onderzoek van het CSV, Centrum voor Verzekeringsstatistiek, neemt het aantal ZZP’ers met een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) de laatste tijd sterk toe. In het verleden lieten veel kleine zelfstandigen zich afschrikken door de hoge premies. Die tijd lijkt voorbij te zijn.
Tekst Kaj Elhorst Woordvoerder Paul Koopman van het Verbond van Verzekeraars ziet geen hele scherpe lijn omhoog. “Maar het neemt de laatste tijd wel toe”. Hij meent dat de gezamenlijke campagne van het Ministerie van Sociale zaken en het Verbond van Verzekeraars een belangrijke stimulans heeft gegeven. Bovendien denkt hij dat het iets te maken heeft met schaalgrootte. Zo heeft de FNV voor aangesloten ZZP’ers de mogelijkheid om deel te nemen aan een collec-
schiktheidsverzekeringen toe.” Koopman denkt niet dat de huidige crisis een negatief effect heeft op de motivatie om te verzekeren. Rondvraag langs grote verzekeraars toont ongeveer hetzelfde beeld. De premies zijn aantrekkelijker geworden en collectiviteit drukt de premie. Sommige verzekeraars profiteren er bovendien van dat de AOV goed in een ‘oversluitpakket’ past. Collectief Dat de collectiviteit een belangrijke rol speelt, blijkt ook uit de
Paul Koopman: “De mensen zoeken zekerheid en de uitkeringen liggen vast” tieve verzekering. Daardoor kan de premie dalen. Een andere ontwikkeling is de groei van het aantal ZZP’ers. “Daardoor nam de vraag naar arbeidsonge-
ervaringen van The Future Group. Dit Zoetermeerse bedrijf richt zich op de ICT. Een groot aantal ZZP’ers werkt samen in The Future Group.
Oprichter en aandeelhouder Pascal de Koning laat weten dat nieuwe deelnemers van meet af aan een collectieve AOV hebben. “Maar ze kunnen elke dag uit de collectieve verzekering stappen. Dat kan met één klik op de knop.” The Future Group ondersteunt de zelfstandigen zoveel mogelijk en daarbij hoort ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering, vindt De Koning. “Door onze collectieve aanpak kunnen we een zeer lage premie bieden. De maandpremie hangt af van het te verzekeren inkomen. Voor 200 tot 300 euro per maand heb je al een redelijke vergoeding.” Sterke groei PZO is een vereniging van ZZP’ers. Voor beleidsadviseur Mieke Westing is het ook al overduidelijk dat er sprake is van een sterke groei van verzekerden. “Het beeld dat een AOV heel duur is, is verdwenen”, zegt zij.
Westing wijst op de aanbieding van verzekeraars van een budgetproduct. “Daarvoor betaal je een betrekkelijk lage premie en het heeft een beperkte looptijd. De uitkering ervan is ook niet zo hoog. Daarnaast is er een groei in het aantal collectieve AOV’s waardoor de premie ook betrekkelijk laag kan blijven.” Ook zij denkt niet dat ZZP’ers zich in crisistijd laten weerhouden van het afsluiten van een AOV. “Ze zijn zich juist meer bewust geworden van hun kwetsbaarheid. Wij sturen een enquête uit over de bereidheid om een AOV af te sluiten en wat de voorwaarden daarvoor zijn. In de enquête wordt onder meer stilgestaan bij de vraag of er een verplichte, collectieve AOV voor ZZP’ers moet komen.” Tot op heden ziet het er in elk geval naar uit dat de ZZP’er zich gestaag beter dan in het verleden aan het indekken is tegen grote risico’s.
advertentie
De Kleine Gids
0()1 7 (-"+!25 #(2($
$ +$(-$ (#1 4..0 $01 (1 $$- ' -#(&$ 5$&5()6$0 4..0 ($#$0$$- #($ $0.4$0 #$-*2 6$+%12 -#(& .-#$0-$,$0 2$ 5.0#$- .% #($ (-,(##$+1 #$ $$012$ 12 //$- (- '$2 .-#$0-$,$01"' / '$$%2 &$6$2 +1 6$+%12 -#(&$ 6.-#$0/$01.-$$+*0()&)$2$, *$-,$24$$+./ '$2$$012$&$6("'2.-!$&0()/$+()*$5$22$-0$&$+1 $-4$0/+("'2(-&$- 0# 2-($2 ++$$-$-)$3(2 '$2 &.$#$ '.32 &$1-$#$-4..0 $$- !$12 - +1 .-#$0-$,$0.$*.,)$ -*+ -2$-.$6$2 )$)$6$+%(-#$, 0*2.$4$06$*$0)$)$6$+%- 5 04..0 $6$ +$(-$ (#1 &$$%2 -25..0# ./ ++$ 40 &$- 5 0 !$&(--$-#$ 6$+%12 -#(&$- ,$$ 5.012$+$- $- &$$%2 $$- $$0+()* $- '$+#$0 !$$+# .4$06$+%12 -#(&.-#$0-$,$-(-$#$0+ -#$- .4$06("'2$+()*- 1+ &5$0*# 2./'$2!30$ 34 - $+*$!$&(--$-#$.-#$0-$,$0!(--$-' -#!$0$(* 6.3,.$2$-+(&&$-$+$(-$(#14..0$01 .$(+()*$6 *$-, **$+()*3(2&$+$
13
14
WERK&INKOMEN
SOCIALE WERKVOORZIENING
“Gehandicapten pesten is niet mijn hobby” “Gehandicapten pesten is niet míjn hobby.” Ze brengen hun boodschap onderkoeld en met gevoel voor ironie, de mannen die het Schiedamse sociale werkvoorzieningsbedrijf BGS leiden. Maar directeur Siep Adolfs en controller Bert Gille, beiden al jaren werkzaam in de sector, maken zich serieuze zorgen.
Tekst: Sandra Olsthoorn, Binnenlands Bestuur Foto: Colorscan De sociale werkvoorziening zoals we die nu kennen, waar meer dan honderdduizend mensen met een arbeidshandicap werken bij speciale bedrijven, zal zeer waarschijnlijk tot het verleden gaan behoren. Arbeidsgehandicapten moeten weg uit de veilige, afgeschermde omgeving van het sw-bedrijf. Zij moeten, onder begeleiding, aan de slag bij ‘gewone’ bedrijven. Daar krijgen ze dan betaald naar vermogen: wie 30 procent produceert, krijgt 30 procent loon. De rest wordt aangevuld met een uitkering. Het idee is door veel politieke partijen omarmd en ook in de
maar de productielijn en de medewerkers worden uitgeleend aan de fabriek zelf. “Onbegrijpelijk”, stelt directeur Adolfs. Want de cijfers laten keer op keer zien dat het een illusie is te denken dat zoveel mensen met een lichamelijke of psychische handicap een goede plek kunnen vinden bij een gewone werkgever. Financiële man Bert Gille pakt het laatste onderzoek van Research voor Beleid erbij, het bureau dat de sector jaarlijks helemaal doorlicht. “70 procent van de mensen die begeleid gaat werken bij een gewoon bedrijf, staat binnen 1 jaar weer op de wachtlijst voor de sociale werkvoorziening. De werkgever wil ze dan niet meer. Of ze kunnen het zelf niet aan”, zegt hij. “70 procent! Terwijl er al
Bert Gille: “Een groot deel van die mensen wordt in het gevoel bevestigd dat ze niet normaal zijn” sector zelf is het principe ‘van binnen naar buiten’ praktisch onomstreden. Behalve in Schiedam. Vernieuwingsdrift Met verbazing slaan directeur Siep Adolfs en controller Bert Gille van het sw-bedrijf BGS de vernieuwingsdrift van hun collega’s gaande. Die breken hun eigen productielijnen af en detacheren werknemers bij andere werkgevers. Onderdelen van fietsen worden niet meer in het sw-bedrijf gemaakt, en verkocht aan de fietsenfabriek,
jaren regelingen zijn die het voor werkgevers en werknemers aantrekkelijk moeten maken om arbeidsgehandicapten buiten aan het werk te houden, wil het maar niet lukken. Een groot deel van die mensen komt beschadigd terug. Die worden bij een gewoon bedrijf bevestigd in het gevoel dat ze niet normaal zijn, niet goed genoeg.” Koopje De sociale werkvoorziening kost veel geld. Het Rijk betaalt jaarlijks ruim 1,2 miljard euro om ruim honderdduizend ar-
beidsgehandicapten aan het werk te houden. Daarnaast staan er nog twintigduizend mensen op een wachtlijst die al wel een sw-keuring hebben gehad, maar waar geen geld voor is. Een onhoudbaar systeem, vindt de politiek. Een prima systeem, zeggen ze in Schiedam. Een systeem waar ze in andere Europese landen jaloers op zijn. En bovendien: een koopje. Gille: “Tegenover die 1,2 miljard staan allerlei besparingen. Voor een sw’er hoef je geen uitkering te betalen, en omdat ze meer dan het minimumloon verdienen betalen ze ook belasting. Als je daar rekening mee houdt gaan de netto kosten al een stuk omlaag. En dan tel ik nog niet eens mee dat mensen die werk hebben en een regelmatig leven leiden, gelukkiger zijn en minder zorg nodig hebben. Ik snap wel dat ze arbeidsgehandicapten voor minder geld bij een gewoon bedrijf willen laten werken, want daar wordt die regeling minder aantrekkelijk van. Minder mensen willen erin, dus dat bespaart geld. Maar ik voorspel dat een hoop mensen dan achter de geraniums zullen verdwijnen. Iemand met jeugdreuma heeft hele gewone wensen, die wil ook een auto, een hypotheek, een geregeld leven. Dat pak je allemaal af als de plannen worden doorgezet.” Winst Het is verleidelijk de Schiedammers weg te zetten als ondernemers met een schuin oog op het eigen bedrijf en belang. Wars van vernieuwingen. Maar daarvoor hebben ze te veel imposan-
te cijfers die voor hen spreken. In tegenstelling tot veel collegasw-bedrijven maakt BGS winst. Ook vorig jaar, toen andere swbedrijven klaagden over wegvallende opdrachten door de crisis en werknemers met spelletjes werden beziggehouden, hield BGS geld over van het rijksbudget en hadden ze geen gemeentelijke bijdrage nodig om de begroting sluitend te krijgen. De werknemers kregen zelfs, met toestemming van de gemeenteraad, een winstuitkering van 500 euro. Met 5 procent is het ziekteverzuim bij BGS een stuk lager dan gemiddeld in de sw. Hoe doen ze dat? Dat BGS maar 24 ongesubsidieerde werknemers heeft op 550 sw’ers scheelt veel in de kosten. Ze doen het ook wat dat betreft het beste van de negentig bedrijven in het land. Het geld wordt verdiend met uiteenlopende activiteiten. In een apart gebouw worden in opdracht van de gemeente mensen met een bijstandsuitkering gereïntegreerd. Maar veruit het meeste geld wordt nog steeds verdiend op een meer traditionele manier. BGS maakt verpakkingen, drukt onder meer jaarverslagen in het grafisch bedrijf, bewerkt hout en op het enquêtebureau doen medewerkers allerlei onderzoeken. Die diversiteit aan activiteiten is belangrijk, benadrukt Adolfs. “Als Philips alleen maar tv’s zou maken was dat bedrijf ook failliet.” Nevenverschijnselen Er is geen bijzondere reden dat
SOCIALE WERKVOORZIENING
WERK&INKOMEN een toekomstperspectief van de sociale werkvoorziening moest schetsen, meent dat hooguit 10 procent van de swpopulatie een beschermde werkplek in een apart bedrijf nodig heeft. De rest kan ‘naar buiten’.
“Iemand met jeugdreuma wil ook gewoon een hypotheek, een auto”, stelt Bert Gille. BGS er financieel zo goed voor staat, aldus de directeur. “We doen gewoon ons werk. Andere directeuren moeten beseffen dat ze een bedrijf leiden. En niet zeuren, beleidsplannen schrijven en overleggen. Wij hebben het ook moeilijk nu, natuurlijk. Maar er is echt nog genoeg werk, als je je niet laat afleiden door allerlei nevenverschijnselen. Ik zeg altijd: een goede sw-directeur herken je aan het eelt op zijn wijsvinger van het aanbellen bij potentiële opdrachtgevers.” De voorstanders van vernieuwing baseren zich op verkeerde
vooronderstellingen, waarschuwen Adolfs en Gille. Dat arbeidsgehandicapten zich moeten emanciperen, dat ze zelf bij gewone bedrijven wíllen werken, bijvoorbeeld. “Puur paternalisme”, zegt Adolfs. “Aan de mensen zelf wordt niks gevraagd. Als het echt het beste voor ze zou zijn, dan was niet 70 procent zo snel weer terug. Mijn ervaring hier is dat de meesten het helemaal niet willen. Ze voelen haarfijn aan dat ze in een gewone werkomgeving de uitzondering zijn. Als iemand graag begeleid wil werken in een an-
der bedrijf dan doen we er alles aan om die persoon op een mooie plek te krijgen. Maar als iemand niet wil, dan ga ik hem echt niet dwingen.” Daarbij kan het merendeel het werken in een gewoon bedrijf helemaal niet aan, is zijn stellige overtuiging. Dat is niet pamperen, zegt hij, of mensen in een hoekje zetten, maar de waarheid die niemand lijkt te willen horen. Perspectief Bert de Vries, de voormalig minister van Sociale Zaken die voor het kabinet Balkenende IV
Simpele vraag Adolfs schat het met zijn ervaring precies andersom in. “Misschien kan 10 á 15 procent zich met begeleiding goed redden. De rest is beter af bij een sociale werkvoorziening waar alles is ingesteld op werken met mensen met een arbeidshandicap. Vroeger, in de jaren zeventig en tachtig was het veel gemakkelijker om in de sociale werkvoorziening te komen dan nu. Toen lukte het al niet om sw’ers bij gewone bedrijven aan het werk te krijgen. Nu is de keuring veel strenger en toch denken ze dat het nu wél gaat lukken. Wonderlijk. Iemand meldt zich aan voor de sociale werkvoorziening omdat hij of zij blijkbaar in het gewone arbeidsproces is vastgelopen. Dan krijgt die persoon een indicatie voor de sw en nog voor de inkt is opgedroogd zou zo iemand dan alweer naar buiten kunnen. Dat is toch raar?” Nog zo’n simpele vraag, die volgens Adolfs ten onrechte niet wordt gesteld: heeft het bedrijfsleven wel behoefte aan mensen met een beperking? “Voorstanders wijzen, als je die vraag stelt, altijd naar die paar landelijke, grote organisaties die graag maatschappelijk verantwoord bezig willen. Maar ik ben ook voorzitter van de lokale ondernemersvereniging en kan je zeggen: die belangstelling is er bij de kleine ondernemers simpelweg niet. Ondanks de beschikbare subsidies. En dat is ook niet erg. Laat ondernemers doen waar ze goed in zijn en dus gewoon ondernemen. Dan doen wij waar wij goed in zijn, namelijk werken met mensen met een handicap.” Dit artikel is eerder verschenen in Binnenlands Bestuur.
15
16
WERK&INKOMEN
INBURGERAARS
Over inburgeren: Djemaa el fna!
Hogere taaleisen houden laagopgeleiden buiten de deur Veel Europese landen schroeven de eisen aan inburgeraars op. Zij moeten slagen voor inburgeringsexamens en taaltoetsen om in aanmerking te komen voor bijvoorbeeld een verblijfsvergunning of naturalisatie. Die trend is ook in Nederland zichtbaar. Het gevolg is dat laagopgeleiden minder kans hebben op toelating.
Tekst: Mirjam Janssen Foto: Colorscan Stel je voor dat je aankomt in een land waarvan je de taal niet spreekt, waarvan het schrift onleesbaar is en waar je toch aan het werk moet. Hoe red je je dan? Zestien ambtenaren die zijn betrokken bij de inburgering van immigranten mochten het een week uitproberen in Marrakech. Hun ervaringen met ‘omgekeerd inburgeren’ werden gefilmd door Noureddine Erradi, docent interculturalisatie bij ROC Tilburg. De deelnemers stuntelen als ze een Marokkaanse ambtenaar moeten uitleggen wie ze zijn en wat ze kunnen. Ze krijgen hulp van een tolk, maar wat er over hen wordt gezegd kunnen ze niet volgen. Daarna worden ze in een klaslokaal gezet waar een docent in het Arabisch lesgeeft over de Arabische taal. Razendsnel schrijft hij van rechts naar links onbegrijpelijke tekens op die ze moeten overnemen.
heid veelvoorkomende frasen op haar arm geschreven. De ambtenaren vertellen achteraf allemaal dat ze zich hulpeloos voelden. “Zonder kennis van de taal ben je niets”, zegt de een. “Je hebt mensen om je heen nodig als je wilt inburgeren”, concludeert een ander. Een derde deelnemer had zich van tevoren goed ingelezen, maar ontdekte dat het er in Marokko heel anders aan toe gaat dan ze had verwacht. De film ‘Djemaa el fna’ (de andere kant van de medaille) werd vertoond tijdens het congres Inburgering & Kwaliteit in Amersfoort dat was georganiseerd door Profiel Producties. Na afloop vertelde regisseur Erradi dat hij de gelegenheidsinburgeraars in Marokko zag veranderen. “Mensen die normaal gesproken mondig zijn, gedroegen zich in de les teruggetrokken.” De vervreemding bleek voor veel deelnemers zwaar – en dan waren het nog
Noureddine Erradi: “Mensen die normaal gesproken mondig zijn, gedroegen zich in de les teruggetrokken” Vervolgens moeten ze zich voorstellen in het Arabisch en breken ze hun tong over de klanken. Tot slot lopen ze stage als kamermeisje of als soepverkoper op de markt. Een van de cursisten heeft voor de zeker-
hoogopgeleiden die gewend waren te leren. Erradi concludeerde dan ook dat integratie van twee kanten moet komen: het gastland moet de nieuwkomers ook verwelkomen. De inburgering in Nederland is vol-
gens hem te eisend. Hij vraagt zijn echte inburgeringscursisten aan het ROC Tilburg regelmatig naar hun ervaringen. Steeds verklaren zij volgens hem dat er te veel druk op hen wordt uit-
inmiddels alweer is herzien, en vanaf dat jaar worden toetsen afgenomen waaraan consequenties verbonden zijn. Het recht op huwelijk, gezinshereniging en Nederlanderschap
Op inburgeringscursisten wordt teveel druk uitgeoefend, volgens docent Noureddine Erradi geoefend. Zij willen wel leren, maar dan voor zichzelf en niet omdat er rechten aan verbonden zijn. Door aanwezigen in de zaal werd daar tegenin gebracht dat verplichtingen soms nodig zijn om de vrijblijvendheid te doorbreken. Hogere eisen Henk Kuijper, toetsontwikkelaar bij Cito in Arnhem en aangesloten bij een internationaal samenwerkingsverband van toetsinstituten (ALTE), schetste de ontwikkeling van het Nederlandse inburgeringsbeleid. Al sinds de jaren zestig is Nederland een land dat immigranten van over de hele wereld trekt. Inmiddels hebben ruim drie miljoen mensen een allochtone achtergrond. Toch is Nederland pas eind jaren tachtig beleid gaan formuleren, alsof het heel lang niet wilde toegeven dat het een immigratieland is. Aanvankelijk werden weinig eisen aan immigranten gesteld. De laatste jaren begint dat sterk te veranderen. In 2007 werd de Wet Inburgering van kracht, die
hangt mede af van de uitkomsten van de testen. De toetsen moeten bijdragen aan de integratie en participatie van de immigranten door hen te laten starten op een zo hoog mogelijk taalniveau. Dit is een internationale trend. Europese regeringen vragen toetsinstituten steeds vaker toetsen te maken voor immigranten. De regeringen zelf hebben volgens Kuijper vaak geen idee hoe zo’n toets in elkaar moet zitten en aan welke eisen die moet voldoen, ze zijn vooral op zoek naar een middel om de toestroom te beperken. Dat roept bij de makers van de toetsen ethische vragen op: toetsen worden eigenlijk gemaakt ter afsluiting van een leertraject en niet als selectiemechanisme. Bovendien zou het stellen van eisen voor gezinshereniging of gezinsvorming in strijd kunnen zijn met mensenrechtenverdragen. Een andere vraag is welke kennis van de samenleving moet worden vereist en getoetst. Kuijper verwijst naar een beperkt onderzoek onder een
INBURGERAARS groep autochtone Nederlanders die de KNS-test kreeg voorgelegd. Deze test is bedoeld voor inburgeraars en toetst hun kennis van de Nederlandse samenleving. Slechts 58% van de autochtonen bleek te slagen voor deze test. Hetzelfde probleem doet zich voor bij de gevraagde kennis
vwo’ers voor de centrale leesexamens maar 35% B2-niveau in het Engels, 15% lukt dat voor Duits en slechts 5% voor Frans. Meer geduld De Europese regeringen bereiken met het opschroeven van de eisen overigens wel wat ze willen: het aandeel laagopgelei-
Nederland is pas eind jaren 80 immigratiebeleid gaan vormen, alsof het niet wilde toegeven dat het een immigratieland is... van het Nederlands. De taalniveaus zijn tegenwoordig ingedeeld volgens een internationale schaal en lopen van A1 tot C2-niveau. A1 is het laagste niveau. Wie een taal op dat niveau beheerst, kan een zeer eenvoudig gesprek over een alledaagse kwestie voeren. C1 en C2-niveau zijn het hoogst, vergelijkbaar met hbo- of universitair niveau. Net als andere Europese landen stelt Nederland eisen aan de taalvaardigheid. De meeste landen stellen kennis op A1-niveau als voorwaarde voor binnenkomst in hun land. De eisen voor verblijf en integratie variëren van A1 tot B2. Om voor naturalisatie in aanmerking te komen verschillen de eisen van A2- tot B2-niveau. Vooral Enge-
een collectie kinderboeken en eenvoudige boeken voor volwassenen. De inburgeraars kunnen gratis lid worden en mogen de boeken extra lang, zes weken, houden. Inmiddels hebben 380 inburgeraars de weg naar de bibliotheek gevonden. Al lezend verbeteren de inburgeraars hun taal, meent Van Duijn. “Maar ze ontwikkelen ook nieuwe wortels in de samenleving en ze leren de codes.”
den onder de immigranten begint te dalen. Kuijper pleit liever voor meer geduld. Hij wees erop dat het drie generaties duurt om helemaal in te burgeren. Schooladviezen aan kinderen van allochtonen laten al een stijgende lijn zien. Turkse, Marokkaanse en Surinaams/Antilliaanse kinderen krijgen steeds vaker een havo-/vwo-advies. Ze beginnen daarmee een voorsprong te nemen op laagopgeleide autochtonen, waarvan de kinderen al jarenlang nauwelijks meer vooruitgang boeken. Jip en Janneke Lydia van Duijn, consulent laaggeletterde volwassenen bij de Stadsbibliotheek in Haarlem, vertelde hoe ze de taalverwer-
Henk Kuijper: “Veel autochtonen bereiken bij het leren van een andere, moderne taal ook zelden de hogere niveaus” land (B1), Duitsland (B1) en Denemarken (B2) zijn streng. Nederland is relatief mild met eisen op A1-/A2-niveau, maar een nieuwe regering zou die kunnen verhogen. Kuijper wees er – ter vergelijking - op dat veel autochtonen bij het leren van een andere, moderne taal ook zelden de hogere niveaus bereiken. Zo haalt van de
WERK&INKOMEN
ving van inburgeraars heel praktisch aanpakt. Zij heeft met steun van de gemeente Haarlem op drie plaatsen in de stad ‘NL Pleinen’ ingericht met speciaal leesmateriaal voor inburgeraars en andere laaggeletterden. Zij kunnen er van methodes en beeldwoordenboeken gebruikmaken om Nederlands te leren. Verder is er
Sommige volwassenen moeten volgens haar even slikken om kinderboeken te gaan lezen, maar het werkt wel. De boeken hebben grote letters, korte zinnen en bevatten ondersteunende afbeeldingen. Vooral informatieve kinderboeken kunnen heel nuttig zijn. Er valt bijvoorbeeld in te lezen hoe alle lichaamsdelen heten of hoe de vuilnisophaaldienst functioneert. En wie doorzet kan dan ver komen, meent Van Duijn. “De bekende IraansNederlandse schrijver Kader Abdolah heeft Nederlands geleerd uit Jip en Janneke.”
17
18
SPECIAL
Special Schuldhulpverlening Het wetsvoorstel Gemeentelijke Schuldhulpverlening ligt nog ter behandeling bij de Tweede Kamer. De verkiezingen en het lange wachten op een nieuw kabinet hebben de voortgang (tijdelijk) stilgelegd. Het onderwerp schuldhulpverlening ‘hot’, getuige de vele discussies. Daarom nu alvast een special in Sociaal Totaal, terwijl we wachten op invoering van de wet.
Gediplomeerde schuldhulp nog ver weg Beun de Haas heeft vrij spel als schuldhulpverlener. En voorlopig verandert daar niets aan. Het lukt niet een door alle partijen geaccepteerd systeem van certificering van de grond te krijgen.
Tekst: Sandra Olsthoorn, Binnenlands Bestuur Foto: Colorscan Voor de schulphulpverlening is wel een officiele NEN-norm vastgesteld, maar er is voortdurend discussie over de inhoud daarvan. Intussen waagt bijna niemand zich aan een examen. Onlangs trok één van de twee bedrijven waar schuldhulpverleners een certificaat kunnen behalen zich terug van de markt. Het betref-
fende bedrijf, DNV, stopt met het afnemen van examens voor individuele schuldhulpverleners. Alleen organisaties kunnen zich er nog laten certificeren. DNV (de letters staan voor Det Norske Veritas, een wereldwijd opererende dienstverlener op het gebied van risicomanagement) vindt dat de NEN-normen waar hun examenkandidaten aan moeten voldoen te weinig met de dagelijkse praktijk van schuldhulpverleners te maken hebben. Erik van der Vaart van DNV: “We zijn aan de
Gediplomeerde schuldhulpverlening lijkt, ondanks inspanningen, nog ver weg.
slag gegaan met de door de normcommissie opgestelde normen. Maar al vrij snel kwamen we erachter dat praktijkzaken daarin nauwelijks aan de orde komen. Hoe help je ex-ondernemers? Hoe begeleid je een cliënt in gesprekken? Het is nu allemaal erg juridisch. Wij proberen een bepaalde kwaliteitsnorm te hanteren en vonden dat we het in dit geval niet meer voor onze rekening konden nemen.” Sinds de NEN-normen in 2008 zijn ingevoerd heeft DNV bij zo’n vijftig mensen een
SPECIAL examen afgenomen. Daarvan is een derde geslaagd. Van der Vaart: “Ook dat is voor ons een signaal dat er met die normen wat mis is. Schuldhulpverleners met jaren ervaring kwamen er niet doorheen.” KIWA is het andere bedrijf dat examens voor organisaties en individuele schuldhulpverleners mag afnemen. Zij gaan wel door met de persoonscertificering, maar vinden ook dat de normen nu niet goed zijn. Michael van der Vlies: “Voor echt goede schuldhulp is het belangrijk dat niet alleen de organisatie zijn processen op orde heeft, maar dat ook de medewerkers een bepaald niveau hebben. Daarom gaan we wel door. Maar het klopt dat de eindtermen nu niet aansluiten bij de praktijk. Wij gaan zelf veranderingen doorvoeren en eigen diploma’s uitgeven.” Normen De certificering van de schuldhulpbranche is een vurige wens van de Tweede Kamer. Het ministerie van Sociale Zaken stelde 150.000 euro beschikbaar om een systeem van de grond te krijgen. Maar het afhaken van DNV is slechts de zoveelste indicatie dat het maar niet wil lukken.
In 2007 werd de normcommissie gevormd, waarin partijen als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Vereniging van Banken en de Raad voor de Rechtsbijstand zitting hebben. Na het openbaar maken van de normen bleven de leden van de commissie openlijk met elkaar ruziën over de inhoud ervan. Zo was er onenigheid over
In totaal hebben 47 personen een certificaat gehaald de vraag hoe lang een schuldhulptraject mocht duren en wordt er nog steeds gediscussieerd over de noodzaak van gelijktijdige certificering van organisaties en medewerkers. Kostbaar NEN-certificering is een kostbare aangelegenheid: een individuele schuldhulpverlener die op alle onderdelen examen doet is circa 2.000 euro kwijt. Voor veel organisaties, waaronder gemeenten, een fors bedrag. De normcommissie nam onlangs een voor-
lopig besluit om persoons- en organisatiecertificatie los te koppelen. Een organisatie kan dan een certificaat krijgen zonder dat alle medewerkers een diploma hebben. Wanneer dat besluit definitief wordt, kan een NEN-woordvoerster niet zeggen. Voor certificeerder DNV was dit, naast de vermeende slechte kwaliteit van de normen, nog een reden om geen examens meer af te nemen. Omdat het rond de certificering geen moment rustig is geweest, kiezen de organisaties en personen waarop het examen is gericht intussen eieren voor hun geld. In de ruim anderhalf jaar dat de normen officieel van kracht zijn heeft pas één organisatie het aangedurfd zich te laten certificeren. In totaal 47 personen hebben tot nu toe een certificaat gehaald. Minister Donner van Sociale Zaken lijkt nu ook ongeduldig te worden. Een woordvoerder meldt dat de minister na de zomervakantie in overleg wil om te zien “waar we nu staan met de certificering”. Dit artikel verscheen eerder in Binnenlands Bestuur.
advertentie
.&'/
5 &+ )03
!&0&"
De Kleine Gids
""!".)+!/"0))"."+"+2".0.,13!.("+*"0!""!".)+!/"/*"+)"2&+$.,2".$0%"0&'&+1.$".&+$ "4")"&+"&!/+1.$".&+$&/$"/ %."2"+2,,.2.""*!")&+$"+!&"*,"0"+&+1.$"."+*.,,(2,,.*"+/"+&+ %1+,*$"2&+$"+2,,.*"+/"+!&"-.,#"//&,+"")&'&+1.$".&+$"0.,(("+4&'+4,)/*"!"3".("./2+$"*""+0"+,# *0/ %--")&'("&+/0+0&"/"0,"('""%+!")0&+"$.&'-")&'("0)))"/30".&'&+1.$".&+$(,*0(&'("+&"*,"0 ,#*$".&+1.$"."+04&'+!"." %0"+"+-)& %0"+2+2.""*!")&+$"+!&"&+1.$"."+0!,"0!"$"*""+0"- !"4""++!"."2.$"+2&+!01&+!")"&+"&!/+1.$".&+$%"0+03,,.!+%")!"."0)4,+!".&+$"3&((")!"'1.&!&/ %" 0".*"+*.*"0%+!&$"2,,."")!"+0&-/"+,2".4& %0")&'("0"))"+,.0,*")"&+"&!/+1.$".&+$,"&)&'(" 4("+*((")&'(1&0$")"$!
19
20
SPECIAL
SCHULDREGELING
Nancy Jorden zit in een schuldenregeling bij Stadsgeldbeheer
Leven met een gat in je hand Het Utrechtse Stadsgeldbeheer richt zich op (ex-)daklozen met problemen op het gebied van inkomen en/of schulden. De klanten van Stadsgeldbeheer vallen buiten de regels van de Kredietbank Utrecht. In Sociaal Totaal het verhaal van Nancy Jorden. Na een geschiedenis van verslaving, psychische en lichamelijke problemen en een flink schuldenprobleem, zit ze inmiddels in een schuldsaneringstraject. Consulente Andrea Lenis: “Er komen vaak mensen binnen bij wie te veel naar de beslaglegger gaat, soms wel de helft van het inkomen. Dat proberen we dan direct aan te pakken, zodat er meer overblijft voor de maandelijkse betalingen.”
Tekst: Door van der Wiele Foto: Caroline Brandsema Vijf jaar geleden verliet Nancy Jorden (45) haar toenmalige vriend en ging met hun zoontje, toen acht jaar, wonen in een appartement in het Utrechtse Zuilen. Zij leeft van een bijstandsuitkering, want astma, longproblemen en psychische klachten belemmeren haar om te werken. Jorden heeft het flink te verduren gehad in haar jeugd, vanaf haar vijfde woonde zij in een reeks van kindertehuizen en pleeggezinnen. Haar moeder kon niet voor haar zorgen en overleed op vrij jonge leeftijd na een zeer problematisch leven. Na drie maanden in haar nieuwe huis, had Jorden nog geen cent huur betaald. Zij gaat heel impulsief om met haar geld. Zodra haar uitkering binnen is, geeft ze het binnen een paar dagen uit aan leuke spulletjes voor haar huis. Toen zij nog bij haar ex woonde, had ze al een schuld opgebouwd van een kleine tienduizend euro bij de Wehkamp, Neckermann, Otto, voor een mobiel telefoonabonnement, bij de belastingdienst en de bank. Jorden: “Ik heb adhd, één van de symptomen daarvan is dat ik heel impulsief ben. Dat impulsieve is niet goed als het om geld gaat. Ik kocht kleding, een computer met printer en scanner, mobieltjes, ik bleef maar bestellen.” Doodsbang “Ik was doodsbang voor huisuitzetting, mijn post maakte ik niet meer open. Ik schaamde me. Daarom ben ik nu zo blij dat ik bij Stadsgeldbeheer zit, ik heb geen omkijken meer naar mijn vaste lasten.” In 2006 verwees haar hulpverlener bij Centrum Maliebaan, waar zij ondersteund wordt voor haar cocaïneverslaving, Jorden door naar Stadsgeldbeheer. Een jaar lang stond zij op de wachtlijst, een jaar waarin veel deurwaarders aanbelden. Jorden: “Ik kon ze afhou-
den omdat ik op de wachtlijst stond. Al met al hebben de deurwaarders drie jaar moeten wachten, afgelopen mei is mijn schuldenregeling pas van start gegaan.” Nieuwe schulden “Bij nieuwe cliënten pakken we de eerste drie tot zes maanden de schulden nog niet aan. We doen dan alleen inkomensbeheer”, zegt Andrea Lenis, de consulente van Jorden. De uitkering of het salaris wordt direct overgemaakt naar Stadsgeldbeheer. Na de intake opent Stadsgeldbeheer drie bankrekeningen: een waar het inkomen op wordt gestort, daarvandaan worden de vaste lasten overgemaakt. Een spaarrekening voor de schulden, reserveringen en onvoorziene uitgaven. En ten slotte een betaalrekening waarvan de cliënt een pasje heeft. Daarop wordt wekelijks het leefgeld gestort. De hoogte van het leefgeldbedrag is afhankelijk van wat de cliënt overhoudt na de betaling van de vaste lasten en de reserveringen. Wil hij extra geld opnemen, dan kan hij bellen met Stadsgeldbeheer.
Nancy Jorden: “Ik was doodsbang voor huisuitzetting” “Als de mensen er in die eerste drie tot zes maanden schulden bij maken, dan kunnen wij niet zoveel voor ze betekenen om ze schuldenvrij te maken”, zegt Lenis. Zij ziet het vaak gebeuren, cliënten bij wie de schulden zich opstapelen. Drugsverslaafden bijvoorbeeld, die in openbare ruimtes gebruiken. Zij krijgen regelmatig boetes. “Wat wij doen is de boel stabiliseren door huisuitzetting en afsluiting van elektriciteit en water te voorkomen. Daarnaast bekijken we of er niet teveel wordt ingenomen van het inkomen. Veel cliënten geven hun inko-
mensgegevens niet op aan de deurwaarder, zodoende wordt er een inschatting gemaakt die nadelig kan uitvallen. Er komen vaak mensen binnen bij wie te veel naar de beslaglegger gaat, soms wel de helft van het inkomen. Dat proberen we dan direct aan te pakken, zodat er meer overblijft voor de maandelijkse betalingen.” Impulsief In 2008 waren alle schuldeisers van Jorden aangeschreven, haar schuldenregeling zou bijna van start gaan. Op dat moment kreeg Jorden er een schuld bij en werd het traject afgeblazen. “Ik had bronzen elfjes besteld bij Lecturama. Gekkigheid. Ik kan heel moeilijk nee zeggen tegen mensen die mij opbellen. Dat vind ik zo lullig. Ik maak me er zorgen om dat ik andere mensen kwets, terwijl ik daarmee mijzelf kwets. Ik vul wel eens een enquête in op internet en zodoende worden mijn adresgegevens naar allerlei bedrijven gestuurd die mij vervolgens suf bellen. Ik ben erin getuind.” Het begon met twintig euro. Jorden deed haar bestelling niet teniet, maar betaalde evenmin. Dat liep op tot honderdtwintig euro. “Ik denk er niet over na. Laatst weer, komt er iemand aan de deur van een energiebedrijf met een heel verhaal over groene en grijze stroom. Geen idee wat dat is. Het zou me honderden euro’s besparen. Aardige gozer, vlotte babbel. Dan zeg ik ja.” Dit keer heeft Jorden de boel wel afgeblazen. Zij wapent zich nu tegen dit soort situaties. Op haar deur zit tegenwoordig een colportagesticker en ze heeft zich ingeschreven bij het bel-me-niet-register. Toch is ze nog niet helemaal gevrijwaard van financiële tegenvallers. In plaats van de honderd euro weekgeld dat zij normaal gesproken ontvangt, moet ze het nu een periode zien te rooien met tachtig euro. Wekelijks wordt er twintig euro ingehouden vanwege een hoog opgelopen telefoon-
SCHULDREGELING
SPECIAL
Nancy Jorden: “Ik bleef maar bestellen.” rekening. Jorden grinnikt: “Mijn zoon had laatst een vriendinnetje waarmee hij eindeloos zat te bellen met onze huistelefoon. Ik kreeg een telefoonrekening van vierhonderd euro.” Die tachtig euro per week is niet genoeg, zegt Jorden. “Mijn zoon groeit enorm, hij heeft steeds grotere voeten en langere benen. Gelukkig koopt zijn vader af en toe kleding voor hem.” Minnelijke schikking “Als Nancy Jorden de komende drie jaar niet meer op afbetaling koopt en zich aan de afspraken houdt, dan is zij over drie jaar
schuldenvrij”, zegt Lenis. De consulente heeft een minnelijke schuldenregeling voor Jorden getroffen. Voor deze regeling heeft zij afspraken gemaakt met de zeven schuldeisers van haar cliënte. “Vaak doen we een voorstel voor betaling van tien tot twintig procent van de totale schuld en vragen hen de rest kwijt te schelden.” De reactie van schuldeisers lopen uiteen. Sommigen zijn blij dat ze in ieder geval een deel van hun geld ontvangen, anderen staan erop dat zij het volledige bedrag ontvangen. Gaan de schuldeisers niet akkoord, dan kan Stadsgeldbeheer proberen om een
dwangakkoord aan te vragen. Dat is een verzoek aan de rechter om de schuldeisers te dwingen alsnog akkoord te gaan. Lukt dat niet, dan is er de mogelijkheid om een wettelijke schuldsanering aan te vragen, via de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Die wordt uitgesproken door de rechter en daar kunnen de schuldeisers niet omheen. Lenis kan niet voor al haar cliënten doen wat nodig is om hun financiën op orde te krijgen. Niet iedereen komt in aanmerking voor een schuldentraject. Iemand mag eens per tien jaar gebruikmaken van de WSNP.
21
SCHULDREGELING
SPECIAL
bovenop komt nog een boete van dertig euro, die niet wordt ingelost op de bestaande schuld. Lenis: “Onze cliënten hebben schulden op veel gebieden. Ik heb clienten bij wie de zorgtoeslag en de huurtoeslag worden ingehouden, en die daarbovenop een bronheffing hebben op het inkomen inclusief een verzwaring van dertig euro boete. Soms weet ik niet hoe ik dat moet rondbreien.” Overlever Nancy Jorden is zeer te spreken over de steun die zij ontvangt van Lenis. Zij zien elkaar niet vaak, maar bellen en mailen regelmatig. “Ik kan rustig een keertje ontevreden zijn, dan tik ik alles op wat er in mijn gedachten komt. De volgende dag belt Andrea Lenis me: ‘Ik ben toch een beetje geschrokken van je e-mail.’ Dan zeg ik sorry, dat ik het niet zo bedoelde. Soms raak ik gefrustreerd en geprikkeld, maar zij kan het wel hebben dat ik af en toe uit mijn dak ga.”
Consulente Andrea Lenis ziet sommige cliënten verder wegzakken. Wie zo’n traject heeft afgebroken, kan niet meer terug. Lenis: “Wij kunnen dan niet zoveel met de schulden die er zijn. Soms komt er een deurwaarder die beslag wil leggen op de inboedel en wij kunnen dat niet altijd voorkomen. Dat is dan heel wrang.” Door nieuwe manieren van geld innen, ziet Lenis een aantal van haar cliënten verder wegzakken onder hun schuldenlast. Tegenwoordig kan de belastingdienst inhoudingen doen op de huur- en zorgtoe-
slag, die mensen met een belastingschuld ontvangen. Dat kan een enorm tekort in de hand werken aan de inkomstenkant, waarschuwt Lenis. Want mensen kunnen dan hun uitgaven niet meer betalen. Een andere zorgwekkende ontwikkeling is de bronheffing. Heeft iemand al meer dan een half jaar zijn premie ziektekostenverzekering niet voldaan, dan kan de verzekeraar de premie rechtstreeks innen via de werkgever of de uitkerende instantie. Daar-
Stadsgeldbeheer Het Utrechtse Stadsgeldbeheer richt zich op (ex-)daklozen met problemen op het gebied van inkomen en/of schulden. De klanten van Stadsgeldbeheer vallen buiten de regels van de Kredietbank Utrecht. Het streven is maatschappelijk herstel door middel van budgetbeheer en schuldhulpverlening. De cliënt krijgt een vast contactpersoon en een budgetconsulent of schuldhulpverlener. De trajecten budgetbeheer en schuldhulpverlening gaan hand in hand. De begeleiding richt zich op de verschillende levensgebieden van de cliënt, eventueel kan de schuldhulpverlener doorverwijzen naar externe hulpverlening. Stadsgeldbeheer start altijd met budgetbeheer en het betalen van de meest dringende schulden of betalingsachterstanden. Huurachterstand bijvoorbeeld, zodat de cliënt in ieder geval kan blijven wonen. Het volledige schuldenpakket wordt niet direct aangepakt, eerst moet de situatie duidelijk zijn. De consulent probeert eerst zicht te krijgen op: maakt de cliënt nog nieuwe schulden, is de woon- en inkomenssituatie stabiel, enzovoorts. Maakt de cliënt er in die periode geen schuld bij, dan kan hij starten met een schuldsaneringtraject.
Beslag is niet altijd te voorkomen... Jorden vindt het prima dat Stadsgeldbeheer haar vaste lasten en weekgeld overmaakt. “Het haalt voor mij zoveel zorgen weg. Ik heb een gat in mijn hand, bij mij is geld zo weer weg. Ik denk er niet over na dat ik geld moet reserveren voor uitgaven die eraan zitten te komen. Als over drie jaar mijn schulden zijn afgelost, dan wil ik graag bij Stadsgeldbeheer blijven. Nu heb ik de zekerheid van elke week geld. Als ik maandelijks mijn geld binnenkrijg, dan is het binnen vier dagen op. Zie dan maar de rest van de maand door te komen.” Haar huurschuld was voor Jorden het dieptepunt. Ze was bang dat ze met haar zoon op straat zou komen te staan. En dan zouden de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg zich met haar gaan bemoeien. Hulpverleners kijken nu mee over haar schouder, maar dat ervaart Jorden wel als prettig. Redt ze het niet, dan trekt zij aan de bel. “Mijn ultieme angst is dat ik de zeggenschap en de voogdij over mijn zoon verlies.” Jorden kijkt even peinzend voor zich uit en zegt: “Maar toch is mijn angst niet zo erg dat ik denk ‘ik moet toch eens wat beter op mijn geld gaan letten’. Want ik denk dan ‘ach, er is altijd wel iemand die mij gaat helpen’. Ik ben een overlever...”
23
TOP TIEN
VERNIEUWING IN DE SCHULDHULPVERLENING
Vernieuwde schuldhulp Steeds meer mensen hebben problematische schulden. Onder meer een gevolg van de recessie. Er zijn meer aanvragen en langere wachtlijsten voor schuldhulpverlening. Daar moet verandering in komen. Het kabinet Balkenende IV heeft liefst 460 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor armoedebeleid en schuldhulpverlening. Het is tijd voor vernieuwing.
Iedereen welkom
Tekst: Niels Achtereekte en Kristel Hurenkamp
Schuldhulpverlening Nieuwe Stijl Binnen de schuldhulpverlening moet meer vraaggericht en resultaatgericht gewerkt worden. Het probleem van de klant en de oplossing daarvoor zijn leidend. Maatwerk is hiervoor de oplossing. Met een budgetanalyse kan een plan op maat gemaakt worden voor de klant. Aan de hand van die analyse wordt een plan van aanpak opgesteld: de hulpverlener maakt een keuze uit het productenpakket en kijkt welke oplossing het beste past bij de vraag van de klant en welke leidt tot een blijvend financieel evenwicht. De voorkeur gaat uit naar herfinanciering. Als sprake is van een stabiele financiële situatie, is schuldregelen zinvol. Als herfinanciering of betalen via betalingsregelingen niet mogelijk is, start het minnelijk traject. De hulpverlener mag de klant nooit aan zijn lot overlaten. Er moet meer aandacht zijn voor preventie, coaching en nazorg. Preventie speelt een belangrijke rol in de schuldhulpverlening Nieuwe Stijl.
Stabilisatietraject Hulpverlening voor mensen met schulden duurt te lang en schuldeisers stellen zich te hard op. Dat vindt de NVVK (de vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren). Sociale kredietverlening en budgetbeheer sluiten niet goed aan op de feitelijke problemen. Bovendien is de aanpak te technisch en bureaucratisch. Het aantal mensen met financiële problemen dat daadwerkelijk geholpen wordt, daalt hierdoor. De NVVK wil daarom een aanpak die de financiële rust en stabiliteit van klanten voorop stelt. Dit verhoogt de kans op een geslaagde schuldregeling en een blijvende oplossing van de financiële problemen. Een ‘stabilisatietraject’ moet de bestaande hulpverlening ondersteunen. Dit is een intensieve vorm van budgetbeheer. Samen met de gemeente worden de eerste levensbehoeften zeker gesteld. Dit gebeurt op basis van een analyse van de financiën die helpt inkomsten en uitgaven beter in zicht te krijgen en op elkaar af te stemmen. Schuldeisers worden in een vroeg stadium betrokken.
In 2007 en 2008 heeft de gemeente Apeldoorn gewerkt aan een nieuwe aanpak van de schuldhulpverlening. Iedereen met financiële problemen kan nu voor hulp en advies terecht bij de gemeentelijke Stadsbank, dus niet alleen maar die mensen die problematische schulden hebben. Preventie en het stabiliseren van de financiële situatie van personen krijgen nu veel meer aandacht dan voorheen het geval was bij de gemeente.
Laagdrempeligheid Ook de gemeente Venray heeft zich gericht op veranderingen binnen de schuldhulpverlening. Laagdrempeligheid speelt hierbij een belangrijke rol. Bij de gemeente hebben ze drie dagdelen per week gedurende de openingstijden een open spreekuur voor mensen met financiële problemen. Melding en intake gebeuren door dezelfde persoon, dit is voor de klant en de consulent een groot voordeel. Bovendien is ook hier meer aandacht gekomen voor nazorg en informatie. Overige producten zijn opnieuw tegen het licht gehouden en herschreven. De gemeente betrekt de medewerkers actief bij het veranderingsproces. Per discipline denken zij mee over hoe ze met maatwerk en creativiteit de dienstverlening en communicatie met de klant kunnen verbeteren.
Extra personeel In juni is door het college van Burgemeester & Wethouders besloten het team Schuldhulpverlening van de gemeente Alkmaar tijdelijk met drie fulltime banen uit te breiden. Zo kunnen ze wachttijden terugdringen en inwoners beter en sneller helpen om eerder uit hun schulden te komen. Dit besluit is genomen omdat er sprake is van een groter aantal aanvragen en een onacceptabele lange wachttijd van gemiddeld zes maanden tussen het eerste gesprek bij de budgetwinkel en het daadwerkelijk in behandeling nemen door de consulent schuldhulpverlening. De gemeente loopt met de maatregel vooruit op de wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening waarover nog een besluit moet worden genomen.
VERNIEUWING IN DE SCHULDHULPVERLENING
Ambassadeur van de armoede Onlangs maakte minister Donner bekend dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een speciale ‘Armoedecoalitie’ heeft gevormd. Dit team wil gemeenten laten zien hoe zij ervoor kunnen zorgen dat meer mensen gebruikmaken van voorzieningen waar zij recht op hebben. Op verzoek van de minister gaan oudpremier Ruud Lubbers en tafeltennisser Trinko Keen zich in Nederland inzetten als ambassadeur van de armoede. De komende maanden vragen zij bij diverse gelegenheden aandacht voor activiteiten in Nederland in het kader van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale aansluiting.
Kortere wachttijden Gemeenten mogen nog maar maximaal vier weken uittrekken om tot actie over te gaan wanneer iemand een verzoek tot schuldhulp heeft ingediend. Alleen de ‘bedreigende schulden’, bijvoorbeeld schulden die betrekking hebben op de levering van energie, water of de huur van een woning, zijn hierop een uitzondering. Daarvoor wordt een maximale wachttijd van drie dagen in de nieuwe wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening opgenomen. Uiteindelijk moet dit leiden tot een individueel plan waarbij niet alleen aandacht is voor het oplossen van het probleem, maar ook voor de omstandigheden waaronder het probleem is ontstaan. De gemeenteraad krijgt de wettelijke taak om toe te zien op de kwaliteit.
Budgetbuddy In Alkmaar hebben ze een goedkope oplossing gevonden voor de schuldhulpverlening. De stichting Learncare leidt vrijwilligers op in het budgetbeheer zodat zij niet alleen hun eigen financiën op orde kunnen houden maar ook buurtbewoners hierbij kunnen ondersteunen in de functie van Budgetbuddy. Learncare noemt deze oplossing simpel en doeltreffend. De Budgetbuddy bezoekt bewoners uit de wijk gewoon thuis. Hij maakt dan samen met de medewijkbewoner een budgetplan en zorgt ervoor dat de persoon afspraken die hierin staan nakomt. Een budgetbuddy kan inzicht geven in de financiële huishouding en dat moet rust brengen in het gezin, aldus de initiatiefnemers.
TOP TIEN
Schuldsanering voor jongeren Ook veel jongeren hebben schulden. Volgens onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken gaat het landelijk om 30 procent van alle jongeren. Helaas kunnen veel jongeren niet terecht in de reguliere schuldhulpverlening. Amsterdam is daarom in juli gestart met een proef om schoolgaande jongeren tot 27 jaar in staat te stellen hun schulden af te lossen. Tijdens een proefperiode wordt gekeken of het schuldsaneringskrediet een oplossing voor hen is. Als dit een succes blijkt, moet het landelijk ingevoerd worden.
Efficiënter én goedkoper Het Cliënten Beraad Almere (CBA), de organisatie die de belangen behartigt van inwoners met een minimuminkomen, stelt in een advies aan het college van Burgemeester & Wethouders dat schuldhulpverlening efficiënter en goedkoper kan. De oplossing hiervoor zou zijn: de schuldhulpverlening onderbrengen in één organisatie. Een deel van de uitvoering wordt gedaan door het Budget Bureau Almere (BBA), onderdeel van de gemeente. Zij sturen de schuldenaar vervolgens schuldregelklaar door naar de financiële schuldhulpverlener. Het BBA moet de zinloze aanvragen eruit halen, maar dat gebeurt vaak niet. Daardoor moeten veel mensen twee keer hun verhaal vertellen. De verantwoordelijkheid van de twee organisaties om een schuldregelklaardossier samen te stellen wordt steeds tussen hen heen en weer geschoven. Dubbel werk en dus dubbele kosten. Met een andere werkwijze en een betere organisatie kan de gemeente geld besparen.
Studiecentrum Kerckebosch
Congresoverzicht Najaar Praktijkdag Budgetbegeleiding en verandering van financieel gedrag 15 september 2010 - Jaarbeurs Utrecht Leer hoe u het financieel gedrag van uw cliënt duurzaam kunt veranderen.
Congres Schuldhulpverlening aan (ex-)ondernemers 7 oktober 2010 - Oud London Zeist Alles wat schuldeisers en schuldhulpverleners moeten weten van de aanpak van financiële problemen van ex-ondernemers en ondernemers in financieel zwaar weer.
Praktijkdag Beslaglegging bij problematische schulden 4 november 2010 - Jaarbeurs Utrecht De gehele procedure met alle ins en outs op een rij. Met speciale aandacht voor de Overheidsvordering.
13e Jaarconferentie De Aanpak van Problematische Schulden (APS) 9 december 2010 - Zonheuvel Doorn Dé jaarlijkse ontmoetingsplek voor professionals werkzaam in de schuldhulpverlening en schuldsanering. Voor de volledige programma’s, meer informatie en aanmelden
www.kerckebosch.nl 4UVEJFDFOUSVN,FSDLFCPTDIt1PTUCVTt"$;FJTUtTtE
[email protected]
Ieder mens is het waard om in te investeren Learncare Academy
7FSEFSNFUEF QSPGFTTJPOBMJTFSJOH WBOVXNFEFXFSLFST KFVHECFMFJEJO
,MVXFSCJFEUJOFFOEJWFST QBLLFUBBOPQMFJEJOHFOBBO;PXFM PQFOJOTDISJKWJOHFOBMTNBBUXFSL 8JKIFCCFOTBNFONFU#.$ "EWJFTNBOBHFNFOUEFNBBUXFSL USBJOJOHAKFVHECFMFJEJOEFQSBLUJKL WPPSVPOUXJLLFME%F[FCJFEFOXJK PPLJODPNQBOZBBO O0QFOJOTDISJKWJOHFODVSTVTTFO O5SBJOJOHFOPQNBBU O7BLJOGPSNBUJF
Beroepsopleidingen Budgetcoach...
Workshops Ethiek...
Expertise modules Belasting...
Budgetcoach.nl Detacheren
Mens en Wijk Budgetbuddy
Finivitaal.nl Budgetkasboek
® Learncare Academy
School voor mensontwikkeling
Vraag onze opleidingsbrochure aan T T. 072 - 564 33 75 E. info@lea f rncare.nl I. www.learncare.nl
7PMMFEJH BGHFTUFNE PQVX XFOTFO
-FFTBMMFTPWFSEFNBBUXFSLUSBJOJOHAKFVHECFMFJEJOEFQSBLUJKLPQ
XXXLMVXFSOMPQMFJEJOHFO
SPECIAL
Bescherming schuldenaar niet louter positief Geen wilde verveelvoudigingen van onbetaalde rekeningen meer. De incassokosten aan banden, de klant beschermd. Het wetsvoorstel hiertoe ligt klaar, maar gaat de consument er wel van profiteren?
Tekst: Dennis Mensink en Niels Achtereekte Foto’s: Colorscan De ministerraad stemde in maart dit jaar in met het voorstel van minister Hirsch Ballin (Justitie) om de incassokosten aan banden te leggen. Het wetsvoorstel incassokosten dat daaruit voortvloeide, ligt momenteel bij de Tweede Kamer. Een wet over incassokosten heeft grote impact op alle partijen in de keten, van incassobureau tot deurwaarder. En van leverancier tot finale consument. Martijn Groot, medeoprichter van credit management-specialist Cwize, legt uit wat er nu precies gaat veranderen als het wetsvoorstel wordt aangenomen. Wanneer mag je straks kosten doorberekenen aan de debiteur? “De vergoeding voor incassokosten wordt straks berekend als percentage van het totale openstaande bedrag dat de schuldenaar aan de schuldeiser is
verschuldigd, met een minimumbedrag van 40 euro. De hoofdsom van de vordering(en) van de schuldeiser is bovendien de enige bepalende factor”, aldus Groot. “Als de leverancier besluit zelf kosten in rekening te brengen, dan moet het incassobureau hier rekening mee houden in het bepalen van de incassokosten.” Op het eerste gezicht een
Wet heeft grote impact op alle partijen goede bescherming van degene die schulden maakt. Voor de schuldeiser minder positief. “De leverancier moet namelijk wel in staat zijn om te factureren conform ‘balance brought forward’, op basis van openstaand saldo en niet meer per factuur.” Niet-BTW-plichtige opdrachtgevers hebben daarnaast een extra kostenpost, want de
BTW mogen de incassobureaus binnenkort niet meer bij de debiteur in rekening brengen. Groot: “Dit alles gaat impact hebben op budgetten voor de incassokosten 2011, dat is duidelijk. Niet alleen gaan voor hen de kosten omhoog, maar doordat de inkomsten van de incassobureaus dalen zal dit ook impact hebben op de rendementen. Dat worden lastige discussies tussen de afdelingen finance en credit management met de incassopartners.” Toename gerechtelijke procedures De partijen in de markt zijn zonder uitzondering groot voorstander van het feit dat wettelijk dingen worden vastgesteld, zo bleek onlangs tijdens een kenniscongres dat aan het wetsvoorstel gewijd werd. De cowboys in incassoland verpesten het nogal eens voor de bonafide bedrijven, die zich netjes houden aan de regels van de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemin-
27
28
SPECIAL
De kosten voor het gerechtelijk traject zullen toenemen. Die kosten komen voor een belangrijk deel bij de consument terecht.
gen (NVI). Dat wil overigens niet zeggen dat iedereen zich ook kan vinden in de voorgestelde veranderingen. Want hoe je ook naar de nieuwe wet kijkt, het komt erop neer dat de debiteur minder zal gaan betalen. Dat is op het eerste gezicht gunstig voor de consument, maar niet voor partijen die van incasso’s moeten leven. Het betekent immers een afname van de opbrengst. Bovendien zal het aantal gerechtelijke procedures toenemen, ofwel het aantal keren dat de gerechtsdeurwaarder op pad gaat. Die wordt immers eerder ingeschakeld, omdat het incassobureau voor het relatief lage bedrag dat hij ontvangt niet veel handelingen meer kan verrichten. Dus geeft hij de zaak eerder uit handen aan de deurwaarder. En de kosten voor de gerechtelijke trajecten
zullen dus ook toenemen en die kosten komen voor een belangrijk deel weer bij de consument terecht. Die dankzij de wetswijziging duurder uit kan zijn dan voorheen. Creativiteit vereist “We zullen het incassobeleid moeten verscherpen en ons afvragen bij wie het rendabel is. Bij een hogere vordering kan het bijvoorbeeld wel uit, maar dan zullen we sneller op de stoep staan”, stelt Bas Koster, die bij waterbedrijf Vitens eindverantwoordelijk is voor de afdeling credit management. Het beperkte budget om actie te ondernemen, vraagt met name om creativiteit in de benadering van late betalers. Wellicht met mogelijkheden voor nieuwe media. “Nu sturen we een brief voor een kleine opho-
ging van het te betalen bedrag van bijvoorbeeld twaalf euro vijftig, maar een sms’je of mailtje is voordeliger.” Een specifiek plan hiervoor is er echter nog niet. Een van de waarschijnlijke veranderingen die Vitens ziet is groei van de post ‘dubieuze debiteuren’, de bedragen die nog openstaan maar waarvan niet duidelijk is of ze betaald worden. “Klanten zijn minder snel geneigd om te betalen, want ze krijgen minder prikkels. Je kunt door de kostenbeperking niet je hele apparaat inzetten.” Momenteel is het iets minder dan 1 procent van de klanten dat te maken krijgt met naincasso. Vitens is als waterbedrijf gerechtigd om klanten af te sluiten als er na meerdere vormen van benadering nog niet betaald is. Dat gebeurt gemiddeld na
SPECIAL Column Kaj Elhorst, freelance journalist 90 dagen, maar volgens Koster komt dat de keten niet ten goede. Hij onderkent de tegenstrijdigheid in het beleid. “De wet beschermt het individu, maar het is afwachten of bepaalde bedrijven niet de afweging moeten maken om er helemaal mee te stoppen.” Penny wise pound foolish Jeanine van Noordenne, algemeen secretaris van de NVI, is blij dat door de wet duidelijkheid ontstaat voor iedereen maar is niettemin niet erg gelukkig met de nieuwe wet. “We zien het ook als een gemiste kans. Er wordt namelijk helemaal niets geregeld op het gebied van kwaliteit.” Dat is nu net waar de NVI erg op inzet, onder meer met een eigen keurmerk. “Omdat het minnelijke traject door de lagere opbrengsten onder druk komt te staan, verwachten wij dat de kwaliteit van deze incassodiensten wordt aangetast.” Van Noordenne denkt, net als veel andere mensen in de branche, dat het aantal gerechtelijke procedures zal toenemen, waardoor de debiteur gemiddeld genomen wel eens duurder uit kan zijn. “Dat vrezen wij zeker. Penny wise pound foolish dus eigenlijk.” Verschillende aanwezigen bij het kenniscongres maakten zich zorgen over hoe de wetgever straks omgaat met vorderingen van verschillende werkmaatschappijen. Worden die straks als één bedrijf gezien waardoor je maar één keer administratie- en incassokosten mag rekenen? Volgens Mark Gerard de Jong, directeur-eigenaar van M.G. de Jong Gerechtsdeurwaarders, hangt het ervan af of het verschillende vennootschappen betreft. “Dan zijn het aparte schuldeisers”, aldus De Jong, die behalve als panellid ook optrad als spreker. “Met de nieuwe wet komt er een einde aan de onduidelijkheid en de rechtsongelijkheid. Het is voor rechters niet meer mogelijk om ‘iets te vinden’ van de incassokosten die conform de incassowet in rekening worden gebracht.” Duit in het zakje Wat de praktische uitwerking van deze rechtsgelijkheid is, blijft vooralsnog onduidelijk. Een rekening van een tientje zal in ieder geval geen buitensporige incassokosten met zich meebrengen. Maar als de marktwerking haar duit in het zakje doet, zullen schuldenaars hun onkosten op een andere manier terugverdienen.
Wet griffiekosten Mark Gerard de Jong, directeur-eigenaar van M.G. de Jong Gerechtsdeurwaarders, vroeg tijdens het kenniscongres van Cwize aandacht voor een andere wijziging, namelijk die met betrekking tot de griffiekosten. Dit is een wet die weliswaar apart wordt behandeld door de Kamer, maar wel degelijk sterk samenhangt met de wet Incassokosten. De wet, die zelfs bij veel mensen uit het vakgebied nog niet of nauwelijks bekend is, moet de gang naar de rechter voor natuurlijke personen eenvoudiger en goedkoper maken. Voor rechtspersonen wordt het volgens De Jong juist duurder, wat de risico’s alleen maar vergroot. “Bedrijven gaan zich afvragen: met welke zaken gaan we nog naar de rechter en welke laten we zitten? Er is een gerede kans dat een goedwillende klant uiteindelijk meer gaat betalen dan nu het geval zal zijn voor de reguliere diensten. Dat kan de minister niet hebben bedoeld.”
Dubbel pech Vorig jaar april verviel de laatste termijn van mijn hypotheek en daarmee had ik geluk. Het duurde niet lang of de vermaledijde crisis klopte aan de deur. Het scheelde natuurlijk een stevige en smakelijke slok op een borrel dat ik niet meer maandelijks hoefde bij te dragen aan de bonus van de CEO van Nationale Nederlanden. Geld maakt niet gelukkig maar niet betalen wel. Tussen geld en geluk ligt een enorme kloof die het beste wordt uitgedrukt door datzelfde gezegde: ‘Geld maakt niet gelukkig’. Kortgeleden las ik bij iemand anders de opmerking: ‘Geen geld maakt wel ongelukkig’. Dat kon wel eens waar zijn. Het leven wordt een stuk ingewikkelder als je niet over geld beschikt. Bhutan Hoewel, niet overal in de wereld maken ze zoveel heisa om geld. In Bhutan bijvoorbeeld denken ze daar heel anders over. In dat dwerg- en bergstaatje op de grens van India en Tibet meet de overheid niet het Bruto Nationaal Product maar het Bruto Nationaal Geluk. Vraag me niet hoe je zoiets meet, want ik ben geen Bhutanees. Hoe dan ook, het is duidelijk dat geluk daar veel hoger in aanzien staat dan geld. Het gaat er niet om wat je hebt (geld), maar om wat je bent (gelukkig). Ook daar in Bhutan staan geld en geluk dus mijlenver van elkaar af. Toch lijkt het soms of geld en geluk elkaar raken. Ik moest daaraan denken toen ik hoorde dat een arrangement voor vier dagen Zuid-Afrika ten tijde van de WK-gekte 3.500 euro p.p. kostte. Met z’n tweeën
vier dagen van huis levert dus een kostenpost van 7000 euro op. Tegelijkertijd hoorde ik ook dat er een stormloop was op arrangementen: in verband met de voetbalfinale van die zondag. Crisis of geen crisis, die centen moesten er voor velen komen. Ze kieperden de spaarpot van de kinderen om, verkochten de vriezer en de droger en leenden wat bij… Alles voor die 8.000 euro voor vier dagen (je hebt naast reisgeld ook biergeld nodig). Dat komt neer op 2000 euro per dag. Nou daar kun je veel lol voor hebben. Bijvoorbeeld als met een beetje geluk (of beter, met bergen geluk) Oranje zou winnen in die finale. Hoe dan ook, je moet in je eigen geluk durven investeren. Dat zeggen die Bhutanezen ook altijd. Dus Hup Holland Hup. Men gooide er 8.000 geleende pegels tegenaan. Investeren is durven, dat is ons altijd geleerd. Investeren is risico’s nemen. Het grootste risico was natuurlijk dat Oranje ging verliezen op die zondag. Dan zouden al die fans de rekening ontdekken van hun laatste lening. Dat zou dan dubbel pech worden: geld weg, geluk weg. Helaas heeft zich dit zwarte scenario vertrokken. Toch bleek dat Nederlanders nog iets van de Bhutanezen weg hebben. Het (verliezende) elftal werd gehuldigd met een groot en uitbundig feest in de Amsterdamse grachten. Als de rouwstemming was blijven hangen, had ik het ergste gevreesd. Dan zouden niet alleen de schuldhulpverleners, maar ook de psychologen hun handen nu vol hebben...
Reageren? Mail naar:
[email protected]
29
&#!#!& ''%" $ --&*/3&/05436"/%&#&(2*11&/(&9".&/-*+,&)5*3)05%*/(&/ %5529"".(&3$)&*%&/-&6&/&/%&*.1"$401%&)00(4&6"/)&4 5*4,&2*/(3#&%2"( "/%6"44&/0.#&3-5*4&/#&4&24&,5//&/.04*6&2&/%"/7&- ""/4&6&$)4&/ &-""434&34"/%6"/9",&/*/%&+52*3125%&/4*& &312&,&2*3&&/%002(&7*/4&2%&&81&24 5*.4&6002)&46002-&((&/6"/5762"(&/&/9*&/37*+9&/
!$ 00'%2&%"$4&526"/)&4"/%#0&,6"/$)5-*/$,
""!
3&14&.#&2 &("2%9"*&42&$)4 /06&.#&2 &("2%9&-&&(&-3*/%)06&/
# ! #" ''"""!! $" ""!! &5*460&2*/(6"/%&.020&1462"(&/01 02%&/#&3-5*4&/4&25*460&2*/(6"/"24*,&- .0"-4*+%!60- (&40&434 "()&412*.""46"/)&4$0--&$4*&'6&260&2702%&/(&)"/4&&2% &-,&&*3&/34&-4%&.0""/%&)00(4&6"/)&4 "(#*+&&/#06&/2&(*0/""-$0/4"$4!%2&*(&/%&6&2&&/9".*/( &&/40&43*/(3$2*4&2*5.9*+/ "()&40/4#2&,&/6"/&&/.&%*3$)&/00%9"",&&/ "'7*+9*/(3(20/%9*+/ 0240.)0&6&22&*,4%&$0.1&/3"4*&1-*$)4
" ## &-'34"/%*(%0$&/40$*"-& &,&2)&*%/((5/&/#52( 01-&*%*/("%6*&3
""!
3&14&.#&2 &("2%9&-&&(&-3*/%)06&/
0,40#&2 &&4*/(-"9"42&$)4
#$%%%#%
BEST PRACTICE Onderwijs, gemeenten en CSU werken aan integratie op de werkvloer
Taalles geeft inburgeraars vertrouwen en zelfstandigheid Inburgering van werknemers op de werkvloer is in opmars. Het is ook een speerpunt van het ministerie van VROM, dat bedrijven stimuleert om allochtone werknemers de Nederlandse taal onder de knie te laten krijgen. Dat vergroot hun zelfredzaamheid. Steeds meer wordt hierbij in de vorm van een convenant samengewerkt met gemeenten, re-integratiebedrijven en regionale opleidingscentra (ROC’s). Een koploper is schoonmaakbedrijf CSU, dat sociaal verantwoord ondernemen hoog in het vaandel heeft staan. Het bedrijf biedt inburgeringsplichtige medewerkers kostenloos een opleiding aan als voorbereiding op het verplichte examen.
Tekst: Loek Kusiak Foto: Bert Janssen “Thuis blijven zitten en niets doen is niet netjes. Je moet je eigen kost verdienen, want dat maakt jouw toekomst”, zegt Ilenge Matabaro (30). Hij is vier jaar geleden samen met zijn drie zussen als vluchteling uit de Republiek Congo naar Nederland gekomen. Een asielzoekerscentrum in Amersfoort was zijn eerste onderdak. Nu bewoont Matabaro in Maastricht een klein appartement en maakt hij op het station treinen schoon. Hij is trots op zijn werk en zijn dienstverband bij het schoonmaakbedrijf CSU. Het contract biedt hem de economische zelfstandigheid, die hij miste in de jaren dat hij afhankelijk was van een bijstandsuitkering. Door een tip van een vriend, ook een politiek vluchteling en al werkzaam bij het bedrijf, rolde Matabaro in het schoonmaakvak. “Mensen denken vaak dat dit vies werk is, maar dat is niet zo. Het is heel belangrijk en leuk werk. Het moet gewoon gebeuren. Ik ben ook nooit ziek en ben tevreden met wat ik verdien. Mijn collega’s zijn vriendelijke mensen. Door te werken heb je ook afleiding. Veel vluchtelingen hebben heimwee en verdriet, omdat ze geen werk vinden of krijgen”, legt hij uit. In het gesprek concentreert hij zich op ieder woord dat hij rustig en nauwkeurig uitspreekt. Al flitst er soms nog een woordje Frans tussendoor, zijn beheer-
sing van de Nederlandse taal is er op vooruit gegaan vindt hij, sinds hij bij Arcus College, een regionaal opleidingscentrum (ROC) in Heerlen, een jaar lang de cursus Nederlands voor inburgeraars op ‘niveau 2’ heeft gevolgd. Daarbij behaalde hij ook nog, mede door een stage bij de ggz-instelling Mondriaan, het diploma Zorghulp niveau 1. De taalopleiding was hem aangeboden door zijn werkgever, die haar allochtone werknemers aanmoedigt om de Nederlandse taal (beter) te leren beheersen. “Ik had enkele dagen per week zes tot acht uur taalles, met daarnaast huiswerk. Het was moeilijk, maar ik heb mijn uiterste best gedaan. Ik heb mijn diploma gehaald. Nu ik wat beter Nederlands spreek, heb ik meer vertrouwen en kan ik me beter redden.” Communicatie Inburgering op de werkvloer is sinds dit jaar een ‘speerpunt’ van het ministerie van VROM, dat werkgevers stimuleert om werknemers van allochtone komaf de kans te bieden de Nederlandse taal beter te leren. Daarmee wordt in de pas gelopen met de taakstelling van gemeenten om voor bepaalde groepen burgers verplichte en/ of vrijwillige inburgeringstrajecten en het bijbehorende examen te organiseren. De werkgever van Ilenge Matabaro, het schoonmaakbedrijf CSU, sloot in 2009 al een convenant met de gemeente Til-
burg over inburgering en het via een vakopleiding laten opdoen van werkervaring door uitkeringsgerechtigde inburgeraars. Maastricht was de tweede stad waar een convenant met CSU tot stand kwam over inburgering. En deze zomer tekende het bedrijf zo’n overeenkomst op basis van de Wet inburge-
beheersen samen met de gemeenten uit voor een informatiebijeenkomst. “Als ze vrijwillig inburgeren, kunnen ze ook vrijwillig een taalles volgen. Weigeren mag, maar dat doet bijna niemand. Daarnaast zijn er mensen die vanuit het buitenland hier zijn komen wonen en waarvoor de
Ilenge Matabaro: “Thuis blijven zitten en niets doen is niet netjes. Je moet je eigen kost verdienen, want dat maakt jouw toekomst” ring met de gemeenten Heerlen en Landgraaf, UWV en taalaanbieders- en re-integratiebedrijven Arcus College, Agens en CBB. Jeroen Heijmans, manager personeel en organisatie bij CSU: “Wij sluiten deze convenanten af omdat we maatschappelijk verantwoord willen ondernemen. Ons personeelsbestand telt veel mensen van allochtone afkomst. Wij vinden het belangrijk dat zij in de communicatie op de werkvloer en met leidinggevenden het basisniveau van de Nederlandse taal machtig zijn. Daardoor worden onze medewerkers weerbaarder en krijgen ze meer zelfvertrouwen. Het mes snijdt aan twee kanten: het is goed voor de medewerkers maar ook voor onze klanten.” CSU nodigt medewerkers waarvan het bedrijf vindt dat ze het Nederlands (nog) niet goed
eisen zijn aangescherpt. Ook daar kunnen medewerkers van ons bij zitten. Zij melden zichzelf bij de gemeente aan om vervolgens verplicht in te burgeren.” De eigen bijdrage van 270 euro die de werknemer normaal voor de taalles (kosten circa 3000 euro) moet betalen, neemt het schoonmaakbedrijf voor haar rekening. Heijmans hierover: “Het geld mag geen reden voor de werknemer zijn om af te haken. Het mooie van een convenant is bovendien dat je samenwerkingsverbanden creëert met partijen die kunnen helpen bij je personeelsproblematiek, zoals UWV en re-integratiebedrijven. Als er bij ons vacatures zijn, kunnen mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt sneller aan werk geholpen worden en meteen taalles krijgen.”
31
32
BEST PRACTICE
Ilenge Matabaro is trots op zijn werk als schoonmaker, dat hem in de gelegenheid stelt zelfstandig te leven. Schoonmaakwerk staat als laaggekwalificeerd werk te boek. Maar wie aan de onderkant van de arbeidsmarkt functioneert, heeft er juist extra belang bij om sociaal-maatschappelijk een stem te
hebben. En dat is een derde overweging volgens Heijmans. “De allochtone medewerkers die de taal goed spreken en kunnen lezen blijft een sociaal isolement bespaard. Denk aan ouders die zonder taalles ook
niet op de school van hun kind goed en begrijpelijk over de voortgang van de leerling zouden kunnen meepraten. Neem bijvoorbeeld het invullen van formulieren en het op de hoogte zijn om ergens bezwaar
tegen te kunnen indienen. Noem maar op...” De gemeente Maastricht biedt dit jaar totaal 348 burgers een verplicht of vrijwillig inburgeringstraject van 40 weken aan.
BEST PRACTICE
taald werk worden geholpen. De voorwaarde hiervoor is dat ze wel bereid moeten zijn om de Nederlandse taal te leren. “Iemand die moet inburgeren”, zegt beleidsmedewerker sociale zaken en inburgering Bianca Vaessen, “maar de taal niet spreekt zal moeilijker aan werk komen, maar zal ook op andere gebieden moeite krijgen om te participeren. Een bewonersvergadering in de wijk, een ouderavond op school, een koffieochtend in het buurthuis, dit zijn allemaal momenten waarop mensen elkaar ontmoeten en met elkaar praten. Goed de taal spreken, is dan wel het voertuig naar partcipatie. Spreek je de taal niet of slecht, dan blijf je er buiten staan. Participatie is niet alleen het doel van inburgering, maar participatie is ook vaak een middel om ingeburgerd te raken.” Maastricht probeert inburgeraars ook aan vrijwilligerswerk te helpen. Vaessen: “Op die manier blijven ze met de taal bezig. Maar je moet wel werven. Een team van acht ambtenaren heeft eind juni dagmarkten in de stad bezocht om mensen met gesprekjes en flyers te verleiden tot een inburgeringscursus en taalles.”
Hierbij zitten ook de medewerkers van CSU die in Maastricht wonen. Daarbij omvat de groep inburgeraars ook potentiële werknemers. Zij kunnen, zodra het bedrijf vacatures heeft, via een re-integratietraject aan be-
Oudkomers Meer dan helft van de vrouwen uit etnische minderheidsgroepen, vooral van Turkse en Marokkaanse afkomst, zijn oudkomers. Ze verblijven al geruime tijd in Nederland, maar zitten in een kwetsbare positie doordat ze geen uitkering of betaalde arbeid hebben en de taal slecht of niet spreken. “Daarvan zijn er in Maastricht ongeveer 5700. En ook hen proberen we bijvoorbeeld via buurtzorg te bereiken om door
middel van onderwijs inburgering te bevorderen. We horen van leerkrachten van scholen dat ouders van allochtone kinderen niet of veel minder naar school dan Nederlandse ouders komen om over de prestaties van hun kind te praten. De taal blijkt dan de hobbel te zijn. Maar ook het niet zelfstandig met je kind naar een consultatiebureau gaan, of niet zelf de dokter bezoeken omdat je de taal niet spreekt, is vreselijk. Vooral als je iets mankeert wat je liever niet met anderen deelt”, vertelt Vaessen. Twee banen Kinkin Ponika-Mulder (40) uit Heerlen kwam achttien jaar
zoveel mogelijk zelfstandig zijn.” Dat laatste moest ook wel, want Ponika’s echtgenoot verblijft een aantal maanden per jaar in Indonesië. Sinds enkele maanden volgt ze op verzoek van CSU een taalcursus Nederlands, die haar vijf tot zes uur per dag kost. “Ik kreeg het aanbod om gratis die lessen te kunnen volgen en heb er meteen ja op gezegd”, zegt ze terwijl ze trots de huiswerkopdrachten laat zien die ze heeft gemaakt. “Ik heb er lol in en ga goed vooruit. Ik dacht: ‘Als ik kan leren fietsen en brommer rijden, dan moet het ook lukken om goed Nederlands te kunnen lezen, schrijven en praten’. Lezen deed ik wel al
Bianca Vaessen: “Goed de taal spreken, is het voertuig naar participatie” geleden vanuit Bandoeng (Indonesië) met haar echtgenoot naar Nederland. In haar geboorteland had ze de Mavo doorlopen, maar in Nederland raakte ze door gebrek aan werk en het niet beheersen van de Nederlandse taal in een isolement. Haar leven bestond vooral uit zorg voor haar zoon, die nu 14 jaar is. Totdat ze vier jaar geleden besloot het schoonmaakwerk in te gaan, wat inmiddels geresulteerd heeft in twee banen, één bij Hago en één bij CSU, verdeeld over de avond- en ochtenduren. De ene keer staat ze te poetsen in een warenhuis, de volgende keer neemt ze de prullenbakken, burelen en toiletten van het Centraal Bureau voor de Statistiek in Heerlen onder handen. “‘Ik wilde contacten buiten de deur, maar ook economisch
af en toe, vooral damesbladen. Maar als er dan een brief van school kwam die over mijn zoon ging, wist ik niet wat er stond. Daar moest mijn man mij dan weer bij helpen. Dat voelt onvrij en afhankelijk. Nu leer ik hoe ik ook een brief kan terugschrijven en hoe ik voor mijn zoon een studiefinanciering moet aanvragen. Doordat ik de taal ontdek en leer over de Nederlandse samenleving en er iedere dag door studie mee bezig ben, merk ik dat mijn wereld en mijn zelfvertrouwen groter worden.” De gemeente Heerlen spant zich inmiddels in om ook inburgeringsconvenanten af te sluiten met een vleesverwerkend bedrijf en een ijzergieterij, waar ook veel Heerlenaren van allochtone afkomst werken.
33
34
WET Deskundige informatie mag komen van afhankelijke instanties
Toch bijzondere bijstand voor
De onpartijdigheid van deskundige in het geding. Rechter mag deskundige informatie inwinnen bij afhankelijke instanties.
Rechtbank Amsterdam, 10 juni 2010 AWB 10/754
Belanghebbende is in het kader van een herbeoordeling onderzocht door een verzekeringsarts, waarna UWV de WAO-uitkering naar beneden heeft herzien. De rechtbank heeft een revalidatiearts benoemd als deskundige voor het instellen van een onderzoek naar het verschil van mening tussen partijen over de bevindingen in de Functionele Mogelijkheden Lijst. De CRvB ziet in het tijdsverloop van ruim acht maanden tussen het onderzoek van de revalidatiearts en het uitbrengen van het deskundigenverslag op zichzelf geen reden het onderzoek onzorgvuldig te achten. Voor wat betreft de aangevoerde grond van belanghebbende, dat de deskundige ook regelmatig expertises verricht voor UWV, overweegt de CRvB dat de Leidraad medische deskundigen in bestuursrechtelijke zaken niet meer beoogt te geven dan informatie aan een deskundige en derhalve geen verderstrekkende (juridisch) betekenis heeft. Het niet of niet volledig handelen van de deskundige overeenkomstig de Leidraad betekent niet dat de rechtbank de conclusies van de deskundige niet zou moeten volgen. De CRvB wijst voorts op de MvT op artikel 8:34 Awb die voorschrijft dat de deskundige zijn opdracht onpartijdig en naar beste weten vervult. De CRvB heeft geen aanwijzingen voor een structurele relatie van de deskundige met UWV. Centrale Raad van Beroep, Meervoudige kamer, 7 mei 2010, nr. 09/1214 WAO; LJN BM3862 Algemene wet bestuursrecht (Awb) art: 8:34
Voorlopige teruggaaf en verzekeringspolis van belang Voorlopige teruggaaf en polis van belang voor recht op bijstand. Belanghebbenden kunnen redelijkerwijs over gegevens beschikken. Het college heeft belanghebbenden in het kader van een aanvraag om bijstand verzocht om ontbrekende gegevens te overleggen. Het betreft beschikkingen Voorlopige Teruggave van de Belastingdienst over twee jaar, alsmede een verkeerspolis. Nadat deze gegevens niet binnen de hersteltermijn werden aangeleverd, heeft het college de aanvraag buiten behandeling gesteld. De CRvB oordeelt dat genoemde gegevens van belang zijn voor de beoordeling van het recht op bijstand. Het college heeft dan ook terecht om deze gegevens verzocht. Belanghebbenden hebben niet aannemelijk gemaakt dat zij redelijkerwijs niet over deze gegevens konden beschikken. Het ligt op hun weg om de gevraagde gegevens zelf op te vragen en eveneens om binnen de gegeven hersteltermijn om verlenging van de termijn te verzoeken. Het een noch het ander is in dit geval gebeurd. De grief van belanghebbenden dat het college contact met hen en met de verzekeringsmaatschappij op had moeten nemen, slaagt dan ook niet. Het college heeft in redelijkheid gebruik kunnen maken van haar bevoegdheid om de aanvraag om bijstand buiten behandeling te stellen. Centrale Raad van Beroep, Meervoudige kamer 29 juni 2010 nrs. 08/4146 WWB e.a.; LJN BM9814 Wet werk en bijstand (WWB) artt: 17, 53a Algemene wet bestuursrecht (Awb) art: 4:2, 4:5
Tekst: Sandra Olsthoorn, Binnenlands Bestuur Kinderen van rechtmatig in Nederland verblijvende asielzoekers kunnen recht hebben op bijzondere bijstand. De uitkering die zij van het Centraal Orgaan Asielzoekers krijgen, een zogenoemde Rvb-voorziening, kan niet worden gezien als vergoeding van kosten van huisvesting en energie. Gemeenten mogen bijzondere bijstand dan ook niet weigeren omdat er al een Rvb-voorziening wordt verstrekt. Dat staat in een uitspraak van de Amsterdamse rechtbank. Gedeclareerd De uitspraak is gedaan in de zaak van een moeder en haar twee kinderen die verblijven in een opvanghuis in de hoofdstad. Voor alle drie was bijzondere bijstand aangevraagd. Amsterdam weigerde die te verlenen omdat het gezin al andere inkomsten heeft; de kinderen krijgen een Rvb-voorziening en de kosten voor verblijf in de opvang zouden gedeclareerd kunnen worden bij het zogenaamde Koppelingsfonds (fonds voor financiële compensatie aan hulpverleners die onverzekerde vreemdelin-
VNG waarschuwt: Gemeenten draaien op voor de gevolgen gen helpen). Volgens de rechtbank gaat deze redenatie echter niet op. De voorziening van de kinderen moet volgens de rechter worden beschouwd als een “passende en toereikende voorziening in de algemene bestaansvoorwaarden”. Maar kosten voor huisvesting en energie vallen daar in de redenatie van de rechtbank niet onder. Daarvoor heeft het gezin dus andere inkomsten nodig. Een verwijzing naar het Koppelingsfonds gaat volgens de rechtbank niet op, omdat de kinderen niet zelf rechtstreeks een beroep kunnen doen op dat fonds. Voorziening te laag Inlia, een organisatie die hulp biedt aan asielzoekers, ziet de uitspraak als bevestiging dat de Rvb-voorziening te laag is om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Het ministerie van Justitie moet de uitkering verhogen, vindt de stichting. John van Tilborg van Inlia schat dat de uitspraak consequenties heeft voor “enkele tientallen” kinderen. Er zijn wel gemeenten die bijzondere bijstand aan asielzoekerskinderen verstrekken, zegt hij, maar meestal wordt het standaard geweigerd. De Rvb is enkele jaren geleden in het leven geroepen toen de Centrale Raad van Beroep stelde dat asielzoekerskinderen die rechtmatig in Nederland verblijven, recht hadden op financiële bijstand. De Rvb werd gecreëerd om de kosten bij gemeenten weg te houden. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten stelt het in een reactie op deze uitspraak vreemd te vinden dat de voorziening van het Rijk door de rechter als niet voldoende hoog wordt gezien en dat gemeenten opdraaien voor de gevolgen.
WET
r asielkinderen
Compensatieplicht hangt samen met het lokaal verplaatsen Aan de aanwezigheid van voor de belanghebbende belangrijke bovenregionale contacten komt op zichzelf geen dan wel slechts in bijzondere situaties een beslissende betekenis toe. Het college heeft de financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten na medisch onderzoek door de GGD verlaagd. De belanghebbende is in aanmerking gebracht voor gebruik van de regiotaxi. De CRvB stelt voorop dat de compensatieplicht betrekking heeft op het zich lokaal verplaatsen. Dit betekent dat de aanwezigheid van voor belanghebbende belangrijke bovenregionale contacten op zichzelf geen, dan wel slechts in bijzondere situaties een beslissende betekenis toekomt. Van een dergelijke bijzondere situatie is geen sprake. Gelet op haar ruime regionale vervoersbehoefte is niet aannemelijk dat belanghebbende in een toestand van sociaal isolement of vervreemding zal raken, indien zij haar bovenregionale contacten (waaronder het bezoeken van haar broer) niet persoonlijk kan bezoeken. De CRvB stelt vast dat belanghebbende ongeveer 2.400 kilometer per jaar kan reizen met haar eigen aangepaste auto. Met de toegekende rolstoel kan zij zich in de woonomgeving verplaatsen. Bovendien kan ze de rolstoel meenemen in haar auto. De financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten en de rolstoelvoorzieningen stellen haar in staat om in haar lokale vervoersbehoefte te voorzien. Daarnaast kan zij gebruikmaken van de regiotaxi. Centrale Raad van Beroep, meervoudige kamer 23 juni 2010, nr. 08/5422 Wmo; LJN BN0775 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) art: 4
Afronding van aantal kinderen moet op groepsniveau Het ontbreken van eenduidig handhavingsbeleid maakt niet dat de besluitvorming inzake de handhaving van kwaliteit van kinderopvang onrechtmatig is.
Nieuwe beslissing Amsterdam laat weten de situatie opnieuw te gaan beoordelen, zegt woordvoerder Carmen Westra. “In heel bijzondere gevallen, als echt niet op andere wijze in de kosten kan worden voorzien, dan verstrekken wij bijzondere bijstand aan deze groep
De uitspraak geldt voor enkele tientallen kinderen kinderen.” De uitspraak van de rechter ziet Amsterdam niet als een afwijzing van het beleid. Alleen de redenering van de gemeente die het Koppelingsfonds als inkomen zag, is door de rechter afgestraft. Maar de gemeente kan nog steeds per geval beoordelen of er sprake is van een noodsituatie, zegt Westra. Of dat in dit geval zo is, is volgens haar nog de vraag. “Als verblijfkosten worden betaald, hoe dan ook, is het de vraag of er sprake is van absolute nood.” Dit artikel verscheen eerder in Binnenlands Bestuur.
Het dagelijks bestuur van de deelgemeente heeft het kindercentrum de aanwijzing gegeven om de getalsmatige verhouding tussen leidsters en kinderen in een stamgroep in het kinderdagverblijf binnen veertien dagen op orde te brengen. De partijen zijn verdeeld over de wijze van afronding van het in artikel 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang bedoelde rekenkundige gemiddelde. Volgens het dagelijks bestuur heeft de afronding betrekking op het aantal kinderen per stamgroep. Volgens het kindercentrum heeft de afronding betrekking op het aantal kinderen per leidster. De wijze van afronding heeft gevolgen voor het aantal kinderen dat per leidster in een stamgroep van verschillende leeftijdscategorieën mag worden opgevangen. Het door het kindercentrum gegeven rekenvoorbeeld heeft betrekking op een stamgroep van drie verschillende leeftijdscategorieen en dient ertoe aannemelijk te maken dat toepassing van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang in bepaalde gevallen onredelijk uitwerkt. Deze situatie doet zich in het door het kindercentrum gehouden kinderdagverblijf niet voor. De Afdeling oordeelt dat afronding van het aantal kinderen dat aanwezig mag zijn in de stamgroepen - zoals bij het kindercentrum aangetroffen - moet plaatsvinden op groepsniveau en niet middels de berekening per leidster. Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, meervoudige kamer, 17 maart 2010, nr. 200905463/1/H2; LJN BL7782
35
36
WIE IS WIE
Agenda 1 23 september:
Gezondheid 2.0 Het Leids Congres Bureau houdt op 23 september 2010 in samenwerking met Nictiz een landelijke studiedag over gezondheid 2.0. Gezondheid 2.0 stelt de patiënt centraal door hem in de gelegenheid te stellen te participeren in de gezondheidszorg met behulp van internettechnologie. Maar hoe geeft u uw patiënten die mogelijkheid? Wat levert het u als zorgaanbieder op? Wie zijn uw samenwerkingspartners? Tijdens deze studiedag met voorbeeldprojecten voor starters en gevorderden krijgen de deelnemers antwoord op deze en meer vragen.De dag heeft plaats in Regardz Planetarium te Amsterdam Zuid-Oost. Meer info en aanmelden: www.leidscongresbureau.nl. 2 30 september:
Landelijke studiedag OGGZ 10e Landelijke Studiedag 1 ster: leuk
OGGZ; naar hoogwaardige, 1 4 tot en met 8 oktober: samenhangende hulpverlening Studiereis Ierland voor mensen met multiprobleDeze studiereis naar Belfast, matiek en zorgmijdend gedrag. Ierland biedt nieuwe inzichten De openbare geestelijke geop vraag- en gebiedsgerichte zondheidszorg (OGGZ) biedt invulling van dienstverlening. zorg aan mensen die hulp noSNAP staat voor Strategic dig hebben, maar daar zelf niet Neighbourhood Action Proom vragen, of die zelfs ieder gramme. Het is een methode aanbod van hulp weigeren. Dit om diensten op wijkniveau te kenmerk van deze - overigens leveren die inspelen op de bemoeilijk af te bakenen - doelhoeften van wijkbewoners. In groep staat lijnrecht tegenover Belfast zijn in diverse wijken het huidige idee van zorgverledoor middel van het SNAP ontnen, waarin de nadruk ligt op staan. De samenwerking met vraaggericht werken. De comde gemeenten moet hierin vorm plexiteit van de doelgroep krijgen. Tijdens deze studiereis maakt dat lang niet altijd duidekrijgen deelnemers inzicht in de lijk is welke hulpverlenende pareffectiviteit van de investeringen tijen betrokken zijn of zouden vanuit het gemeentelijk- en moeten zijn. Tijdens deze stubewonersperspectief. diedag wordt voor de tiende Meer info en aanmelden: keer de actualiteit besproken. www.stimulansz.nl De dag wordt gehouden in Aristo te Utrecht. 2 13 oktober: Seminar Meer info en aanmelden: Omgaan met medische www.leidscongresbureau.nl. gegevens Per 1 mei 2010 is de Gedragscode verwerking persoons-
2 sterren: zeker gaan
gegevens financiële instellingen vastgesteld. De nieuwe gedragscode leidt tot veel vragen bij personen die binnen (of namens) het verzekeringsbedrijf te maken hebben met verwerking van dit soort gegevens. Om deze vragen te beantwoorden houdt NIBE-SVV in samenwerking met het Verbond van Verzekeraars, het GAV (Nederlandse Vereniging van Geneeskundig Adviseurs in particuliere Verzekeringszaken) en de NVvA (Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen) op 13 oktober het seminar Omgaan met medische gegevens. Het seminar behandelt de praktische consequenties van de nieuwe gedragscode. De kosten voor deelname bedragen 225 euro. Meer info en aanmelden: www.nibesvv.nl
3 sterren: absoluut niet missen
KoppenSNELlers Particuliere jeugdzorg mogelijk niet veilig De toename in het particuliere zorgaanbod voor jongeren brengt “onaanvaardbare risico’s’’ met zich mee. Dat meldt de Inspectie Jeugdzorg. Het particuliere zorgaanbod valt niet onder de Wet op de jeugdzorg, waardoor er geen waarborg is voor de kwaliteit van de zorg en toezicht van de inspectie. Voor zover bij de inspectie bekend, zijn er in Nederland meer dan honderd organisaties met een particulier zorgaanbod voor jongeren, waar de verschillende
bureaus jeugdzorg gebruik van maken. Omdat het aanbod niet onder de Wet op de jeugdzorg valt, is niet te zeggen of de geboden zorg veilig, verantwoord en deskundig is. Dat jongeren toch bij die instellingen geplaatst worden, komt volgens de Inspectie onder meer omdat er niet voldoende capaciteit is in de reguliere jeugdzorg. Donner waarschuwt voor grotere problemen pensioen Demissionair minister Piet Hein Donner (SZW) waarschuwt dat problemen groter worden als
zwakke pensioenfondsen te veel worden ontzien. Op verzoek van SP kwam de Kamer terug van zomerreces om te praten over de onrust die is ontstaan nadat de minister vorige week met De Nederlandsche Bank (DNB) bekendmaakte dat bij veertien fondsen kortingen dreigen op de uitkering van in totaal 150.000 tot 170.000 gepensioneerden. SPKamerlid Paul Ulenbelt verwijt Donner paniek te zaaien. Vooral de SP en GroenLinks, maar ook de PvdA en SGP betwijfelen of wel zo fors ingegrepen
moet worden gezien de lage rente. Als de rente gaat stijgen, zijn de buffers van de fondsen straks weer meer waard. Ulenbelt: “Je moet je niet rijk rekenen, maar je moet je ook niet arm rekenen.’’ Kamer wil pensioenfondsen horen Een meerderheid van de Tweede Kamer wil de bestuurders horen van de veertien pensioenfondsen die mogelijk moeten korten op de uitkeringen. Een verzoek van VVD-Kamerlid Stef Blok voor een hoorzitting
WIE IS WIE
Opleidingen Met kennis en kunde meer Grip ‘Met kennis en kunde meer Grip’ is voor de schuldhulpverlener een waarheid als een koe. Schuldhulpverleners merken steeds meer dat alleen inwerken of een dagcursus niet volstaat om ‘goede’ en adequate schuldhulpverlening toe te passen. In de markt zijn verschillende aanbieders van opleidingen die kunnen leiden tot meer kennis. Daarentegen zijn er maar enkele partijen die opleiden tot meer kunde. Patrick Verbaarschot is een gecertificeerde schuldhulpverlener en één van de docenten bij Grip Schuldhulpverlening. Hij heeft jaren praktijkervaring die hij gebruikt in de opleidingen die hij geeft. Dat maakt de opleidingen praktijkgericht, waarmee kennis en kunde met elkaar verbonden worden. Het gaat erom dat schuldhulpverleners competent zijn en hun vaardigheden op orde hebben. Dan kunnen zij
efficiënt en adequaat schuldhulpverlening bieden. De NEN 8048-2 persoonscertificering is een uitstekend en noodzakelijk middel om deze kennis en kunde te toetsen en te waarborgen. Deze persoonscertificering is erop gericht schuldhulpverlening op een hoger plan te brengen. Veel gemeenten en organisaties zijn geneigd om goedkope oplossingen te vinden en te beknibbelen op de ontwikkeling en opleiding van startende en ervaren schuldhulpverleners. Erg verleidelijk maar op de korte termijn gericht. Gelukkig komt men daar steeds meer op terug en willen de meeste gemeenten en organisaties gecertificeerde schuldhulpverleners. De opbrengst van schuldhulpverlening voor de maatschappij wordt aanmerkelijk verhoogd door het niveau van schuldhulpverlening verder te verbeteren. Daar heeft iedereen die werkzaam is in de schuldhulp-
verlening een verantwoordelijkheid in. Bovendien verhoog je je plezier in je werk als je beter weet hoe je in de praktijk kunt omgaan met bepaalde situaties. Meer info en aanmelding: www.grip-schuldhulpverlening.nl Gezamenlijke huishouding in de sociale zekerheid Wetgeving in de sociale zekerheid bevat bepalingen over situaties waarin personen mede als gehuwd of als echtgenoot worden aangemerkt. Dit heeft belangrijke gevolgen. Hierover leren cursisten alles in de studiemiddag die op 14 september in Regardz la vie, te Utrecht en op 4 november 2010 in Regardz gele kegels, te Eindhoven van 13.00 tot 16.30 uur gehouden wordt. Mr. Hans Nacinovic praat deelnemers bij over het begrip ‘gezamenlijke huishouding’ in de sociale zekerheid. Meer info en aanmelden: www. kluwer.nl/opleidingen.
Prakijkcursus Jeugdstrafen jeugdbeschermingsrecht Het jeugdstrafrecht anno 2010 is niet eenvoudig. Een goed begrip is echter onmisbaar om het beste resultaat te behalen in vaak zeer lastige situaties. Deze cursus helpt deelnemers om het jeugdstrafrecht snel en op een praktische wijze onder de knie te krijgen. De cursus vindt plaats van 17 tot 24 november in Meeting Plaza te Utrecht. Meer info en aanmelden: www. euroforum.nl/jeugdstrafrecht
Uw evenement of opleiding ook vermeld in de agenda van Sociaal Totaal? Neem contact op met de redactie door een e-mail te sturen naar:
[email protected].
www.sociaaltotaal.nl
wordt gesteund door PvdA, CDA, SP, D66 en GroenLinks. Eerder werd bekend dat afstempelen dreigt bij veertien pensioenfondsen om hun buffers op orde te krijgen. In de Kamer is grote onvrede over de onrust die nu is ontstaan. Enige wethouder Trots op Nederland stapt op Wethouder Paul Walgering van Trots op Nederland is uit het college van burgemeester en wethouders in Den Helder gestapt. Dat heeft de gemeente dinsdag bekendgemaakt. Den
Helder was de enige gemeente waar de partij van Rita Verdonk in het college zat. Onbekende schenkt zorgcentrum 20.000 euro Revalidatiecentrum ‘Instelling Revalidatie Friesland’ uit het Friese Beetsterzwaag heeft een postpakketje met 20.000 euro aan biljetten ontvangen. Dat heeft de voorzitter van de raad van bestuur, Gerrie Eikelboom, bekend gemaakt. “We weten niet van wie het komt’’, aldus Eikelboom. “Ik weet ook niet of ik wel wil weten van wie het
komt, diegene wil het zelf blijkbaar ook niet, anders was er wel een afzender.’’ De gift wordt erg gewaardeerd. Telefonische consults huisartsen opmerkelijk gestegen Huisartsen hebben in de eerste helft van dit jaar opvallend veel meer telefonische consulten gedeclareerd bij zorgverzekeraars dan vorig jaar. Dat bevestigde een woordvoerder van branchevereniging Zorgverzekeraars Nederland (ZN) naar aanleiding van een bericht in De Telegraaf. Bij zorgverzekeraar Agis is het
aantal declaraties voor telefonische consults met 30 procent gestegen. ZN krijgt signalen dat dit bij andere verzekeraars ook het geval is, aldus de zegsman. Hij noemt de stijging “opmerkelijk’’. Mogelijk heeft de toename te maken met een verandering in de declaratieregels. Voorheen konden huisartsen 4,50 euro declareren voor een herhaalrecept, net zoveel als voor een telefonisch consult. Sinds dit jaar is de vergoeding voor herhaalrecepten opgenomen in het inschrijftarief en kunnen zij geen aparte declaraties indienen.
37
38
PROFESSIONALS
Deurwaarder zonder norsheid of lange grijze jas Deurwaarder Jaap Sikkema: zacht als het kan, hard als het moet... Deurwaarders met een menselijk gezicht, typeert deurwaarder Jaap Sikkema zijn dienstverlening. “Maar als mensen de boel flessen, zijn we ook niet te beroerd om er flink tegenaan te gaan, hoor.”
Tekst: Door van der Wiele Foto: Rob Jansen Veel van de bedrijven en particulieren die deurwaarder Jaap Sikkema (34) bezoekt, zijn het niet eens met hun schuld en weigeren te betalen. Het gaat dan om een factuur die ze niet volledig hebben betaald uit onvrede met het werk dat de aannemer heeft afgeleverd. Of over een autoreparatie die naar hun mening niet goed is uitgevoerd. Vaak gaat het om zo’n duizend euro, bedragen die te overzien zijn. Maar daar moet je mee oppassen, waarschuwt Sikkema. “In mijn kandidaatsperiode heb ik wel eens de fout gemaakt door te zeggen dat het verschuldigde bedrag wel meeviel. Maar tweehonderd euro op een inkomen van achthonderd euro, is enorm.” Met regelmaat stuit hij op schrijnende gevallen met hoog opgelopen schulden. Stapels ongeopende post, het overzicht volledig zoek. Bij één van zijn eerste publieke verkopen zat het debiteurenstel huilend op de bank terwijl hun spullen verkocht werden. Dat was wel even heftig. “De policy van ons bedrijf is dat we een menselijk gezicht tonen,” benadrukt Sikkema. “Ik hoor regelmatig terug dat we consequent zijn, op een prettige manier. Ik heb meerdere schuldeisende klanten die ik voorheen bezocht als debiteur. Sommige deurwaarders beantwoorden wel aan het beeld van stoffigheid, norsheid en een lange grijze jas. Als ik
Deurwaarder Jaap Sikkema: “Een deurwaarder die ook incassozaken doet, heeft twee petten op.” langs de deuren ga heb ik altijd een spijkerbroek aan.” Belangenverstrengeling Deurwaarder Sikkema, beëdigd in juni 2008, is eigenaar van De Schout Gerechtsdeurwaarders B.V. in Hilversum. Zijn kantoor bedient hoofdzakelijk de regio’s Amsterdam, Utrecht, het Gooi en Flevoland. De Schout doet uitsluitend het ambtelijk traject: uitbrengen van dagvaardingen en beslagleggingen op salaris, inboedel, boot etc. “Die keuze heb ik bewust gemaakt om belangenverstrengeling te voorkomen,” zegt Sikkema. “Een deurwaarder die ook incassozaken doet, heeft twee petten op. Deurwaarders met veel incassozaken genereren werk voor hun ambtelijke praktijk. Wij werken veel voor advocaten, zij willen dat je direct ingaat op hun vra-
gen. Wij bieden die flexibiliteit.” Het gebeurt vaak dat een bezoek van de deurwaarder emoties losmaakt, soms wordt het schreeuwen. Als jochie wist Sikkema al de angel uit conflicten te trekken. “Als iemand boos is, ga ik naast hem staan, leg uit wat er aan de hand is en stel vragen waar hij over na moet denken. Dat brengt hem terug op een rationeel niveau. Veel mensen verontschuldigen zich dan. Met een beetje begrip kun je veel verschil maken, dat maakt dit werk zo leuk.” Debiteuren proberen continu uit hoe ver ze kunnen gaan. Standaardzin: “De directeur van het bedrijf is in bespreking, hij belt terug”. Dat gebeurt dan niet. Door schade en schande wijs geworden, blijft Sikkema de regie houden over de procedure.
Eén keertje niet terugbellen, oké. Maar een volgende keer laat hij via de secretaresse weten dat hij de volgende dag beslag legt op de bankrekening, als de directeur die middag niet belt. Dat heeft Sikkema moeten leren. In zijn kandidaatsperiode zat hij soms twintig minuten aan de telefoon maar kwam geen steek verder. “Hoe vond je het gaan?” vroeg een ervaren collega. “Dit was niks.” Dan bespraken ze waar het in zijn gesprekstechniek aan schortte. Op dezelfde manier helpt Sikkema nu zijn kandidaatscollega verder. “De fouten die ik heb gemaakt, maakt zij ook.” Lam leggen “Als mensen de boel flessen, zijn we ook niet te beroerd om er flink tegenaan te gaan, hoor,” nuanceert Sikkema het beeld van hem als sociale deurwaarder. “Ik kan door beslaglegging een heel bedrijf leeghalen.” Een autohandelaar die wekelijks duizend euro moest betalen, onttrok zich aan deze plicht. Sikkema belde gemiddeld vier keer om iedere betaling te innen. “Ik ga niet meer achter je aanlopen”, liet hij de autohandelaar weten. Sikkema: “Toen op vrijdag het geld weer niet binnen was, heb ik maandagochtend beslag laten leggen bij de bank. Zijn hele betalingssysteem lag lam. De debiteur ging door het lint. Soms moet je de druk opvoeren.” Daarna kon de autohandelaar trouwens zijn bankzaken al snel weer gewoon regelen.
VACATURES
Volgende editie “Psychopathie is het grootste psychische probleem in de samenleving”
Bulgaren en Roemenen leiden moeizaam bestaan aan onderkant van de arbeidsmarkt
Wie psychopaat zegt, zegt moordenaar. Toch is dat een groot misverstand, want lang niet elke psychopaat slaat de hand aan zijn medemens. Naar schatting lijdt één op de twintig mensen aan deze psychische stoornis, en dat zijn meestal mensen die ‘gewoon’ functioneren in de maatschappij. In het boek ‘Destructieve relaties op de schop; psychopathie herkennen en hanteren’ beschrijft Jan Storms de psychopathische stoornis vanuit de vedische psychologie. Het boek wekt herkenning op, ook in de reguliere gezondheidszorg. “Psychopathie vormt één van de grootste gevaren voor de moderne samenleving”, aldus Storms, die binnenkort van start gaat met het geven van workshops aan hulpverleners.
De uitbreiding van de EU heeft geleid tot een toename van Bulgaren en Roemenen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Ze zijn opvallend zichtbaar in het straatbeeld. Sommige gemeenten beginnen hen zelfs beperkingen op te leggen. Moet er nieuwe regelgeving komen die het deze mensen makkelijker maakt de kost te verdienen?
De volgende editie van Sociaal Totaal verschijnt op 28 september.
Vacature-index
In de vacature-index treft u een overzicht aan van alle vacatures die deze week zijn opgenomen in het tijdschrift of op de website van Sociaal Totaal.
Gemeente Ede
beleidsmedewerker onderwijs en jeugd
www.sociaaltotaal.nl
Gemeente Heiloo
coördinator maatschappelijke zaken / projectleider wmo
www.sociaaltotaal.nl
JS Consultancy/Dienst Werk en Inkomen Gemeente A'dam
manager dienstencentrum
www.sociaaltotaal.nl www.sociaaltotaal.nl
JS Consultancy/Gemeente Oss
twee strategisch (beleids)adviseurs
Regio Noord-Veluwe
sociaal rechercheur
www.sociaaltotaal.nl
SV Land
klantmanager wwb
www.sociaaltotaal.nl
Wilt u ook een optimaal bereik binnen de sociale sector? Plaats dan nu uw vacature in Sociaal Totaal en sta ook op www.sociaaltotaal.nl, www.jobnews.nl en www.jobtrack.nl. Bel Addington Media, telefoon 079-3300447
39
U heeft zich nóg niet ingeschreven? Schrijf u dan nú in, er zijn nog enkele plekken voor onze leergangen en modulen!
Kijk snel op
www.sosv.nl
SOSV Opleidingen (036) 5482222