Afval is geen
N O R B E RT V Ö LL , W O O R DVO E R D E R E N
MICHAEL HEYDE, D I R E C TE U R TE CH N I E K & O NT W I KK E L I N G VA N D U A L E S S Y S T E M DEUTSCHLAND OVER DE KRINGLO O P VA N V E R PA K K I N G S M AT E R I AAL – DER GRÜNE PUNKT
41
probleem Het is een niet meer weg te denken onderdeel van het Duitse straatbeeld. Je ziet ze overal, in Duitse winkelcentra en op de perrons van de Duitse stations: de afvalbakken die in felle kleuren aangeven welk afval waarin mag worden weggegooid. In 1991 werd in Duitsland een wet aangenomen die bepaalde dat verpakkingsmateriaal in het ver-
volg moest worden ingezameld, en zoveel mogelijk moest worden gerecycled, om het milieu te ontlasten. Om dat mogelijk te maken werd Der Grüne Punkt, Duales System Deutschland, Gesellschaft für Abfallvermeidung und Sekundärrohstoffgewinnung GmbH opgericht. Een hele mondvol die tegenwoordig wordt afgekort tot DSD.
Norbert Völl is woordvoerder voor DSD. ‘DSD staat voor Duales System Deutschland,’ legt hij uit. ‘Dat betekent in feite: een “tweede systeem”. De afvalstroom in Duitsland wordt in tweeën gesplitst – enerzijds is er de afvalstroom waarvoor door de consument belasting wordt betaald en die door de gemeente wordt afgehandeld, anderzijds is er het duale systeem waarvoor de producenten betalen en dat door particuliere bedrijven wordt gerund.’ TUSSENPERSOON ‘Ons systeem werkt als volgt: een fabrikant maakt verpakkingen en levert die aan een bedrijf. Dat bedrijf vult de verpakking met zijn product – van shampoo tot televisies – en geeft vervolgens door aan DSD hoeveel verpakkingen er zijn gevuld. Ze betalen een bedrag en krijgen daarvoor een licentie om op hun verpakkingen ons logo te mogen afdrukken: Der Grüne Punkt. De winkels die een eigen merk voeren, doen hetzelfde voor de verpakkingen die zij voor hun huismerk gebruiken. En de fabrikant die de verpakkingen maakt betaalt ons zelf alleen voor de verpakkingen die uiteindelijk door de consument worden gevuld: de plastic tasjes bijvoorbeeld.
VÖLL
Het geld dat bij ons binnenkomt, gebruiken wij om afvalverwerkingsbedrijven te betalen voor het inzamelen, sorteren en recyclen van de verschillende soorten afval. Wij zijn dus als het ware een tussenkantoor dat alles regelt. Niet alleen door de inzameling en recycling van plastic komt er nu veel minder in de natuur terecht dan vroeger. Omdat fabrikanten en bedrijven betalen voor het gewicht aan verpakking dat ze op de markt brengen, gaan ze nadenken over lichtere materialen, en manieren om er minder van te gebruiken. We hebben gezien dat daar in de loop der jaren al veel is veranderd.’ G E E N M O N O P O LI E M E E R ‘Tot 2003 was Der Grüne Punkt het enige “tweede systeem” in Duitsland, maar de Europese Commissie en de Duitse overheid hebben het monopolie opengebroken en competitie aangemoedigd. Inmiddels zijn er negen verschillende “tweede systemen” in Duitsland die dit werk doen. Sinds begin 2009 zijn bedrijven bij wet verplicht om al hun verpakkingen aan te melden. De introductie van een systeem dat verpakkingsmateriaal recyclet, leidt automatisch tot de vraag wát nu precies verpakking is. Als plastic deel van een product uitmaakt, hoeft een bedrijf niet aan ons te betalen; voor verpakking betalen ze wél. Dus is het gunstig voor producenten als plastic als productonderdeel wordt beschouwd. Zo is er een hele discussie gevoerd of een lollystokje nou als verpakking geldt of een deel is van de lolly. We zijn tot de conclusie gekomen dat het steeltje bij het product hoort, want je moet de lolly eerst opeten voordat het stokje vrijkomt.’ H E E L E U R O PA E E N G R O E N E P U N T ‘De Europese Unie heeft richtlijnen opgesteld waarin staat hoeveel verpakkingsmateriaal gerecycled zou moeten worden. Op basis daarvan zijn er in heel Europa allerlei verschillende recyclesystemen opgezet om die doelen te halen. Het is niet eenvoudig te verklaren waarom de verschillende Europese landen er allemaal verschillende systemen op nahouden – waarom het ene land bijvoorbeeld wel plastic inzamelt en het andere niet. Maar het is wel mooi om te zien dat ons logo, de Groene Punt, in vierentwintig landen wordt gebruikt om aan te geven dat een product is aangemeld bij een recyclesysteem.
42
Mensen klagen wel eens dat ons systeem duur is in vergelijking met systemen die in andere Europese landen draaien. Dat is maar hoe je het bekijkt. Sommige overheden hebben bijvoorbeeld een bepaald bedrag voor verpakkingen in hun belastingsysteem opgenomen – dus daar wordt ook betaald. Bovendien recyclen we veel meer materiaal dan de doelen die de Europese Unie heeft gesteld. Neem plastic: volgens de Europese norm zouden we in 2012 22,5% van de plastic consumentenverpakkingen moeten recyclen. Wij hebben ons doel op 60% gesteld en recyclen zelfs veel meer dan dat. Er zijn nog steeds verpakkingen op de markt die zich niet bij ons hebben aangemeld – en die recyclen we ook: als je kijkt naar hoeveel verpakkingen wij registreren, en hoeveel we uiteindelijk verwerken, dan recyclen we zelfs meer dan 100% van de geregistreerde verpakkingen. Hoe het komt dat ons systeem zo voorloopt op de rest van Europa? Sommige mensen zeggen dat de Duitsers altijd meer willen doen dan anderen. Wie weet… Maar het voordeel is dat ons systeem – juist omdat wij het zo groot hebben opgezet en onafhankelijk zijn van de overheid – gemakkelijker in stand is te houden dan kleinere projecten of projecten die bijvoorbeeld door overheden worden gerund. Dat is inmiddels wel bewezen. Het Institut der Deutschen Wirtschaft doet nu onderzoek naar de economische voordelen van recycling in Duitsland. Nu levert het al een jaarlijkse besparing op van 3,5 miljard euro, en dat bedrag groeit jaarlijks. Op een gegeven moment zal een recyclingsysteem zichzelf kunnen bedruipen – dan worden de kosten gedekt door de verkoop van het gerecyclede materiaal. Maar dat zal nog wel even duren.’ VA N A F VA L T O T B A S I S M AT E R I A A L ‘De consument brengt de eerste scheiding in het afval aan. We hebben wel geëxperimenteerd met één afvalbak waar alles in mocht worden gegooid, maar het afval werd erg vuil en het sorteren was zeer kostbaar. Daarom wordt iedereen in Duitsland gevraagd zijn afval gescheiden aan te leveren. Er is een wit-groen-bruine glasbak die uit drie delen bestaat: één voor wit, één voor groen en één voor bruin glas. Er is een blauwe papierbak. Er is een gele bak voor lichtgewicht verpakkingen: van plastic tot blikjes en melkpakken. En er is een grijze bak voor het restafval zoals luiers en zo.
P
L
A
S
T
I
C
S
O
E
P
De verschillende afvalstromen worden op verschillende manieren verwerkt. Glas wordt nog verder gesorteerd en uiteindelijk tot helder gekleurde glasgranulaten gemaakt. Papier wordt ook gesorteerd om gerecyclede papiersoorten te kunnen maken van verschillende kwaliteit. De gele bak – die voor de lichtgewicht verpakkingen – wordt uitgesplitst: aluminium gaat naar een aluminiumfabriek, blik gaat naar een staalfabriek. Van composieten, die bestaan uit verschillende materialen die zo zijn samengesteld dat ze niet met de hand uit elkaar gehaald kunnen worden – denk aan een melkpak van plastic en papier – wordt onder andere sterk karton gemaakt. Ook plastic wordt nog verder gesorteerd: in folies (zoals plastic tasjes), polyetheen, polypropyleen, polystyreen, PET en gemengd plastic. Uiteindelijk bevindt zich in iedere afvallading materiaal waar je niets mee kunt. Dat wordt verbrand. Het is in Duitsland verboden om afval te storten. Omdat verbranden duur is, loont het de moeite om zoveel mogelijk herbruikbaar materiaal te scheiden.’ M E E R DAN R E C YC LE N Voor DSD houdt het niet op bij het bemiddelen tussen producenten en afvalverwerkingsbedrijven. We helpen ook mee om recycletechnieken te verbeteren. In de jaren negentig hadden we daar speciaal experts voor in dienst. Tegenwoordig geven we sorteerfabrieken een bonus als ze de sortering verfijnen; daardoor worden ze gestimuleerd om hun proces te verbeteren. We zijn ook met professor Braungart een project begonnen om verpakkingen te ontwerpen volgens het Cradle to Cradle-principe. Veel van onze klanten zijn daarin zeer geïnteresseerd. Wij vragen ze om eerst te kijken waarvan hun verpakking precies is gemaakt – dat weten ze meestal niet eens. Als we het materiaal hebben geanalyseerd, bekijken we samen wat de consequentie van de samenstelling is: op welke manier maken de toevoegingen aan het plastic het recyclen ervan moeilijker? Welke gevolgen hebben ze voor onze gezondheid? Vervolgens bestuderen we hoe we het beter kunnen maken: welke alternatieven kunnen we toepassen om de verpakking uiteindelijk gifvrij en probleemloos voor de recycling te produceren?
43
VÖLL
De derde stap is dan de samenstelling van het materiaal te veranderen: uiteindelijk krijgen we een totaal nieuw verpakkingsmateriaal. We zijn ervan overtuigd dat de nieuwe samenstelling van verpakkingen op zijn minst even goedkoop is als de oude versie, en waarschijnlijk zelfs nog goedkoper – bijvoorbeeld doordat de alternatieve toevoegingen, of het productieproces zelf, goedkoper zijn dan bij het oude materiaal. Maar het belangrijkst is dat het nieuwe materiaal veiliger is voor mens en milieu, en gemakkelijker te recyclen, zodat we de plastic kringloop kunnen sluiten.’ H E T S O RTE R E N Een van de bedrijven waar het afval uit de gele zakken wordt gesorteerd, is de Duale Abfallwirtschaft und Verwertung Ruhrgebiet. Jörg Beyer, zaakwaarnemer technische leiding, geeft een rondleiding door de fabriek. Vrachtwagens leveren de afvalzakken aan, bulldozers scheppen het vuilnis de installatie in en vervolgens gaat het afval via een hele reeks aan lopende banden door zeven, langs magneten, door luchtblazers en andere systemen die het afval scheiden. Overal hoor je het geraas van de machines, het gek-
link van metalen die worden gesorteerd, het vallen van de verschillende soorten materialen… Op verschillende plekken langs de lopende band staan mannen en vrouwen die met de hand het plastic en de andere materialen scheiden die de machines over het hoofd hebben gezien. Het is een proces dat geen moment wordt onderbroken. ‘Wij werken hier vierentwintig uur per dag – in drie shifts – vijf dagen in de week. Als er door de week een feestdag valt, halen we die in het weekend in. Er wordt namelijk vijf dagen in de week afval opgehaald, dus we moeten wel. Als we een dag niet draaien blijft het afval van een dag liggen.’ En dat afval is een berg. ‘Aan lichtgewicht verpakkingsmateriaal verbruikt een persoon in Duitsland gemiddeld 27 tot 30 kilo per jaar,’ legt Jörg Beyer uit. ‘Daarvan bestaat ongeveer 35 tot 40% uit pure plastic verpakkingen en de rest uit aluminium, blikjes, verpakkingen die uit een mix van materialen bestaan, en wat restafval.’ Het gesorteerde materiaal wordt opgehaald door DSD – of een ander duaal systeem waarmee de fabriek een contract heeft – die het vervolgens weer als grondstof
44
P
L
A
S
T
I
C
S
O
E
P
45
VÖLL
voor nieuwe producten doorverkoopt aan fabrieken, of aan een bedrijf waar het tot brandstof wordt verwerkt voor energieopwekking. VO E L J E V E R ANT W O O R D E LIJ K Michael Heyde is directeur van de afdeling Techniek en Ontwikkeling van DSD. ‘Ik zeg altijd: “Afval is geen probleem!”,’ verklaart hij. ‘Plastic afval is geen probleem – het probleem is waar het terechtkomt. Als ieder land een goed functionerend afvalverwerkingssysteem zou hebben, en als de lieden op schepen zich zouden gedragen, zou er geen probleem zijn met plastic in de oceanen. Mensen moeten bereid zijn voor hun omgeving te zorgen. Ze moeten bereid zijn om iets te betalen zodat een man langs de weg het afval op kan halen. Uiteindelijk werkt dat stimulerend, want in een schoon landschap zal iemand minder snel iets zomaar weggooien dan wanneer er toch al allerlei rotzooi langs de kant van de weg ligt. Ruim vijftien jaar geleden begon DSD met meerdere kleine verwerkingsfabrieken, verspreid door het land, waar tussen de 3.000 en 8.000 ton afval per jaar werd verwerkt. Het scheiden gebeurde allemaal met de hand. Om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en de economische efficiëntie te verhogen, is vanaf het begin gezocht naar mogelijkheden om het sorteringsproces te automatiseren. Daar begon beweging in te komen toen er een manier werd uitgevonden om drinkbekertjes uit het afval te scheiden. Vervolgens kwam er een techniek waardoor het plastic apart kon worden gehouden. Sinds begin 2000 is het voor ons mogelijk om plastic verder te scheiden: de rigide plastics kunnen we naar soort sorteren, de flexibele plastics scheiden we in stukken die groter zijn dan een A4-tje – dat is vrijwel altijd LDPE – en de kleinere fragmenten waarvoor we voorlopig nog geen speciale bestemming hebben gevonden, worden tot brandstof verwerkt. Jaarlijks belandt er nu zo’n 2,2 miljoen ton lichtgewicht verpakkingsmateriaal in de gele inzamelingsbakken. Ongeveer de helft daarvan bestaat uit plastic – dat is de helft van de totale hoeveelheid verpakkingsplastic voor consumentengebruik die in Duitsland wordt geproduceerd. Van de andere helft wordt onder meer een deel naar het buitenland geëxporteerd.’
GEEN KRINGLOOP MAAR TRAPSGEWIJS OMLAAG ‘Het is op dit moment economisch niet haalbaar om plastic zo te recyclen dat het in dezelfde kwaliteit producten kan worden teruggebracht als waartoe het in een vorig leven diende. De verpakking van voedsel moet aan de allerhoogste eisen voldoen. Daarom wordt voor de productie van dit soort plastic nog de meeste ruwe olie gebruikt. Juist omdat dit plastic van zo’n hoge kwaliteit is, leent het zich na een eerste leven uitstekend voor de productie van bijvoorbeeld auto-onderdelen. Dat plastic is eventueel nog eens te recyclen. Maar het hoeft ook niet eeuwig mee – in het plastic is nog steeds de olie opgeslagen waarvan het aanvankelijk is gemaakt. Uiteindelijk kan het plastic – dat meerdere malen dienst heeft gedaan – verwerkt worden als brandstof. Als we dit soort producten kunnen gebruiken en recyclen tot en met de laatste gecontroleerde verbranding, dan is plastic – inclusief de chemicaliën die bij het maken ervan zijn toegevoegd – veilig te gebruiken. Alles eindigt als koolstofdioxide en water…’