Agenda Algemeen bestuur Op 3 oktober 2007, aanvang 09.30 uur Plaats: Hof van Breda
Nummer : *07I002231* Barcode : *07I002231* Agenda agendapunt Cie / Woordvoerder
Onderwerp
1.
Opening Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming
Opmerkingen
2.
Mondeling Instellen Commissie voor onderzoek van de Bijlage geloofsbrieven en onderzoek van de benoemingsbescheiden van de heer M. van Osch. Besluit: Het AB wijst de heren Schots, Poppelaars, Spierings en Jochems aan voor de Commissie Geloofsbrieven.
3.
Bijlage Besluit inzake toelating tot lid van het algemeen bestuur. Besluit: Het AB besluit de heer M. van Osch te Roosendaal per 3 oktober 2007 toe te laten als lid van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta ter vervulling van de opengevallen plaats in de belangencategorie Ingezetenen, kiesdistrict 3.
4.
Afleggen Eed/Belofte
5.
Bijlage Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst van het algemeen bestuur van 27 juni 2007. Besluit: het algemeen bestuur stelt de notulen en de besluitenlijst vast.
Mondeling
6.
Mededelingen a. overzicht van juridische procedures in 2006 en 2007 (t/m 15 augustus 2007) b. Rapportage Integrale gebiedsanalyses. c. Structuurvisie West-Brabant. d. Interreg IVa projectvoorstel. e. Kwaliteitsplan Juridische Kwaliteitszorg. f. Vergaderingenoverzicht 2008 g. Klanttevredenheidsonderzoeken 2007; verbeteracties en vervolgaanpak Besluit: het algemeen bestuur neemt de mededelingen voor kennisgeving aan.
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Nazending Nazending
7.
Ingekomen stukken a. Brief ZLTO afdeling Drimmelen inzake communicatie Binnenpolder met korte toelichting van het DB. b. Op verzoek van AB-lid Van der Burg het antwoord van de provincie inzake ‘verzoek tot afkeuring jaarcijfers 2006 van waterschap Brabantse Delta’. c. Muskus- en beverrattenbestrijding jaarverslag 2006. Besluit: het algemeen bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan.
Bijlage
Bijlage
Bijlage
8.
Verslagen Regiocommissies Bijlage a. Verslag regiocommissie Oost d.d. 25 juni 2007 Bijlage b. Verslag regiocommissie West d.d. 28 juni 2007 c. Verslag regiocommissie Midden d.d. 26 juni Bijlage 2007 Besluit: het algemeen bestuur neemt de verslagen voor kennisgeving aan.
9.
Verslagen AB-commissies Besluit: het AB neemt de verslagen voor kennisgeving aan.
Nazending
10.
Personele wijziging in AB-commissie Bestuur & Middelen Door het ontslag van mevrouw Demirel vindt er een personele wijziging plaats in deze commissie voor de categorie Ingezetenen. Besluit: het AB benoemt: als lid van de commissie Bestuur en Middelen: ……………………….
Nazending
11.
Managementletter 2007-3
Nazending
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf.
-2-
12.
Bestuur en Middelen / A. Dielissen
Bijlage Vaststelling ambitie Duurzaam Ondernemen In het bestuursprogramma 2005 – 2008 kiest het algemeen bestuur voor een actieve rol in de samenleving. Het bestuur is van mening dat het waterschap een maatschappelijk betrokken organisatie dient te zijn. Besluit: Het algemeen bestuur kiest ervoor de hieronder geformuleerde ambitie te hebben ten aanzien van de bedrijfsvoering: “Waterschap Brabantse Delta heeft de ambitie om in zijn bedrijfsvoering de principes toe te passen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en maakt dit tot onderdeel van zijn missie. Dat houdt in dat de organisatie verantwoordelijkheid neemt voor de lange termijn consequenties van haar handelen op sociaal, ecologisch en economisch gebied in de hele keten, daar verantwoording over aflegt en de dialoog aangaat met de belanghebbenden. Het waterschap is hierin vernieuwend en vat zijn kerntaken ruim op, passend bij het versterken van het strategisch vermogen van de organisatie. Dit vindt plaats door een zorgvuldige afweging van maatschappelijke kosten en baten op de lange termijn”.
13.
Bestuur en Middelen/ J. Coppens
Bijlage Herijking buitenlandbeleid Vanuit het bestuur is de vraag gerezen of het niet goed zou zijn als het waterschap zich zou herbezinnen op het huidige buitenlandbeleid. Deze nota geeft een overzicht van argumenten en criteria die een rol spelen bij het uitzetten van de bakens voor het internationaal beleid. Vervolgens worden er drie opties uiteengezet aan de hand waarvan het bestuur richting kan geven aan het buitenlandbeleid. Besluit: het AB stemt – zonder optie B geheel uit te sluiten - in met optie C voor de herijking van het buitenlandbeleid en reserveert daarvoor een jaarlijks bedrag van € 125 000,op de exploitatiebegroting.
14.
Beheer en Onderhoud/ P. Oonincx
Bijlage Inzet van agrarisch natuurbeheer bij ecologische verbindingszones Het algemeen bestuur conform toezegging van het DB informeren over de mogelijkheden voor het inzetten van agrarisch natuurbeheer bij ecologische verbindingszones. Besluit: het AB stemt in met het voortzetten van het huidige vastgestelde beleid op dit terrein.
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf.
-3-
15.
Beleid en Investeringen / J. v.d. Aa
Inrichtingsplan Voorbos/Broekloop Bijlage Het 'voorlopig' ontwerp Inrichtingsplan Voorbos/ Broekloop heeft van 26 maart tot en met 9 mei 2007 ter inzage gelegen en er zijn 6 reacties binnengekomen. In de bijlage zijn de reacties verwoord en is de beoordeling gedaan. Op een enkele aanpassing na kan het ontwerp 'definitief' vastgesteld worden. Na controle van de situatie ter plaatse wordt de ophoging van de beekbodem in de Broekloop minder hoog uitgewerkt. Besluit: het AB stemt in met de inspraaknota inzake Voorbos/Broekloop en stelt het Inrichtingsplan Voorbos/Broekloop vast.
16.
Beleid en Investeringen / J. v.d. Aa
Inrichtingsplan 5 deelgebieden in projectgebied Chaamse beken Op verzoek van de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau heeft het waterschap voor 5 deelgebieden een inrichtingsplan opgesteld. Het betreft de volgende gebieden: Zwartlaag, Chaams Broek, Zuidzijde Chaam, Staartenweg en (een deel van de) Strijbeekse Heide. Het plan is vooruitlopend op de Integrale Gebiedsanalyse (IGA) tot stand gekomen ('geen-spijt-maatregel'). Met de uitvoering van dit plan worden uiterlijk medio 2008 de volgende doelen uit het Bestuursprogramma 2005-2008 gerealiseerd: 55 ha verdrogingsbestrijding, 32 ha herstel natte natuurparels, 8 ha waterberging, 3 km beekherstel Besluit: het AB stemt in met het inrichtingsplan voor de 5 deelgebieden (activiteit 157), gelegen in het projectgebied "Chaamse Beken".
Bijlage
17.
Beleid en Investeringen / P. de Gier
Bijdrage aan irichtingsplan waterberging/EVZ Molenbeek Roosendaal fase 1 Van de activiteit Waterberging/EVZ Molenbeek Roosendaal (IP nr. 7901) wordt de eerste fase uitgevoerd. Trekker van deze activiteit is de gemeente Roosendaal aangezien een belangrijk deel van de werkzaamheden in het Molenbeekpark van Roosendaal plaatsvindt. Het waterschap is, samen met Staatsbosbeheer, partner in het project. Het project omvat de aanleg van recreatie en verkeersvoorzieningen, waterberging, ecologische inrichting van de Molenbeek en de aanleg van een vispassage. Besluit: het AB stemt in met de bijdrage aan de inrichting van Molenbeek fase 1 ten behoeve van de genoemde doelrealisatie , waarbij de gemeente Roosendaal trekker is van het project en het waterschap partner.
Bijlage
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf.
-4-
18.
Beleid en Investeringen / P. de Gier
Bijlage Inrichtingsplan Tonnekreek - Keenehaven Voor het samengestelde project Integrale aanpak kreken en EVZ’s is een inrichtingsplan opgesteld voor kreekherstel, realisatie EVZ, waterberging en natuurontwikkeling op gronden van Staatsbosbeheer en het waterschap. In het projectgebied 6, Tonnekreek-Keenehaven spelen diverse activiteiten die in onderstaande nota worden toegelicht. Voor de deelprojecten Integrale aanpak kreken en EVZ’s, herstel grachten Fort Sabina en Vispassage Aalskreek wordt extra krediet aangevraagd. Besluit: het AB stemt in met: x het inrichtingsplan "Integrale aanpak Tonnekreek" en neemt voor kennisgeving aan de stand van zaken van project 6: “TonnekreekKeenehaven”; x het beschikbaar stellen van extra krediet, ten behoeve van de deelprojecten Herstel grachten Fort Sabina , Vispassage Aalskreek en Integrale aanpak kreken en EVZ’s Tonnekreek.
19.
Beleid en Investeringen / P. de Gier
Bijdrage aan Inrichtingsplan West-Brabantse waterlinie Zuid Het waterschap werkt samen met de gemeente Bergen op Zoom, Brabants Landschap en Evides aan de inrichting van de West Brabantse Waterlinie. De gemeente Bergen op Zoom is trekker van deze activiteit. Hoofddoel is cultuurhistorie; het herstel van het zuidelijk deel van de West Brabantse Waterlinie. Aangezien vernatting van de waterlinie een belangrijk onderdeel is van het plan is het waterschap hierbij betroken. Voor het waterschap zijn de te bereiken doelstellingen verdrogingbestrijding en waterberging. Besluit: het AB stemt in met met de bijdrage aan het plan voor herstel van de West Brabantse Waterlinie Zuid ten behoeve van de waterdoelen waterberging en verdrogingbestrijding. Het plan wordt onder leiding van de gemeente Bergen op Zoom uitgevoerd.
Bijlage
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf.
-5-
Bijlage
20.
Beleid en Investeringen / J. v.d. Aa
Uitvoering Inrichtingsplan Castelré (Merkske) Het waterschap trekt op verzoek van de landinrichtingscommissie Baarle Nassau de natuurbouw in het gebied Castelré. De natuurbouw volgt op de kavelaanvaardingswerken in het kader van de ruilverkaveling Baarle-Nassau. De kavelaanvaardingswerken zijn voor Castelré dit voorjaar afgerond. De natuurbouw omvat de plannen voor natuurontwikkeling als ontwikkeld in het kader van de ruilverkaveling Baarle-Nassau aangevuld met maatregelen vanuit de IGA het Merkske. Belangrijke doelrealisatie is de ontwikkeling van 168 ha natte natuurparel. De start van de uitvoering is gepland voor najaar 2007. Het werk is naar verwachting begin 2008 voltooid. Besluit: het AB stemt in met de uitvoering van het inrichtingplan Castelré (Natuurbouw) van de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau.
21.
Beleid en Investeringen / J. v.d. Aa
Bijlage Project Hazenmeren - Langematen fase 1 In het projectgebied 11 'Turfvaart/Bijloop' wordt het project 'Hazenmeren/Langematen fase 1' volledig ingericht. Het project behelst het herstel van het Hazenmeersven (3 ha), het verontdiepen en dempen van een aantal waterlopen (herstel natte natuurparel) en de aanplant van bos (2 ha). De gronden waarop het project zal worden gerealiseerd zijn in eigendom van Brabants Landschap en Trappistenklooster “Maria Toevlucht". Met beide partijen inmiddels overeenstemming over de uitvoering van de plannen. Het definitief ontwerp is gereed en er is gestart met het opstellen van het bestek en bestekstekeningen. Besluit: het AB stemt in met het definitief ontwerp voor het project 'Hazenmeren/Langematen fase 1' en de verdere uitwerking en uitvoering hiervan.
22.
Beheer en Onderhoud/ P. Oonincx
Aanvraag UVK rwzi Bath, renovatie sliblijn Het projectdoel betreft de instandhouding van de slibverwerking op de rwzi Bath. Hiertoe dienen diverse versleten en verouderde onderdelen te worden vervangen. Daarnaast bestaat het project uit capaciteitsuitbreidingen in de sliblijn om te kunnen voldoen aan vergunningseisen inzake het tegengaan van slibuitspoeling. Besluit: het AB stemt in met de renovatie van de sliblijn van de rwzi Bath volgens project 2045 en het daarvoor benodigde uitvoeringskrediet.
Bijlage
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf.
-6-
23.
Beheer en Onderhoud/ P. Oonincx
Aanvraag UVK rwzi Halsteren korte termijn maatregelen De lozingsnorm van de zuivering Halsteren wordt regelmatig overschreden doordat er slibuitspoeling plaatsvindt vanuit de nabezinktank. Over enkele jaren wordt de zuivering naar aanleiding van de uitkomst van de OAS-studie aanzienlijk aangepast/uitgebreid. De frequente overschrijding van de lozingsnorm kan relatief snel voorkomen worden door een drietal maatregelen te nemen. Door deze maatregelen op korte termijn te treffen, wordt voorkomen dat de lozingseis nog jaren wordt overschreden. Besluit: het AB stemt in met de realisatie van de korte termijn maatregelen op de rwzi Halsteren en stelt daartoe een uitvoeringskrediet beschikbaar.
Bijlage
24.
Beheer en Onderhoud/ P. Oonincx
Aanvraag UVK Overdiepse Polder In het kader van Ruimte voor de Rivier wordt de Overdiepse Polder ingericht om eens in de 25 jaar als meestromende berging te fungeren. Hiertoe wordt de huidige primaire waterkering verlaagd, een nieuwe dijk aangelegd en de waterhuishouding aangepast. Als beheerder is het waterschap bij de voorbereidende activiteiten betrokken. De voorbereiding eindigt volgens planning in 2011. Besluit: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de begeleiding en advisering in het project Overdiepse Polder voor de periode t/m 2011
Bijlage
25.
Beheer en Onderhoud/ P. Oonincx
Bijlage Aanvraag UVK Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) Goedkeuring uitvoeringskrediet en aangaan overeenkomst met Stichting GBKN-Zuid voor aanschaf, ingebruikname en onderhoud van de Grootschalige BasisKaart Nederland. Dit is de meest gedetailleerde topografische kaart van Nederland, beschikbaar voor het gehele beheergebied en binnenkort een van de authentieke basisregistraties voor de overheid. Gebruik door de overheid is dan verplicht. Gebruik van de GBKN zal de kwaliteit en uniformiteit van de watersystemen aanzienlijk verbeteren. Besluit: het AB stemt in met: 1. het per 1 januari 2008 beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 90.000,voor aanschaf, ingebruikname en onderhoud van de GBKN. Deze investering is in het investeringsplan 2008-2012 opgenomen voor het jaar 2009, maar de GBKN is recent voor het gehele beheergebied beschikbaar gekomen. De initiële aanschafkosten en de onderhoudskosten zijn structureel lager dan begroot. 2. het sluiten van een overeenkomst met Stichting GBKN-Zuid voor aanschaf en onderhoud van de GBKN.
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf.
-7-
26.
Beheer en Onderhoud/ P. Oonincx
Bijlage Aanvraag aanvullend UVK oplossen wateroverlast Oudeweg Aanleiding voor het project is dat er wateroverlast problemen zijn voorgekomen in de watergang langs de Oudeweg te Lage Zwaluwe. Met name op 10 en 11 september 2005 is er extreem veel neerslag gevallen en zijn ook delen van de kern van Lage Zwaluwe onder water komen te staan. Door het waterschap is aan de bewoners en gemeente toegezegd prioriteit te geven aan het uitvoeren van de benodigde maatregelen om wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Met dit pakket van maatregelen kan de frequentie van optreden van wateroverlast worden beperkt. Besluit: AB stemt in het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor het oplossen van de wateroverlast in Lage Zwaluwe.
27.
Beheer en Onderhoud/ P. Oonincx
Bijlage Aanvraag aanvullend UVK wateroverlast Vosdonk In december 2005 heeft Grontmij een studie uitgevoerd naar aanleiding van de wateroverlast op industieterrein Vosdonk-zuid. De conclusie van de studie is dat de wateroverlast kan worden teruggedrongen door middel van de aanleg van een automatische stuw benedenstrooms van een bestaande retentievoorziening. De retentievoorziening wordt hierdoor aanzienlijk beter benut (5.500 m³ extra berging). In het AB van 6 december 2006 is reeds een uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld voor de uitvoering. De aanbesteding wijst echter uit dat een aanvullend krediet benodigd is. Besluit: het AB stemt in met een aanvullend uitvoeringskrediet voor de realisatie van een automatische stuw op industrieterrein Vosdonk te Etten-Leur .
28.
Beheer en Onderhoud / P. Oonincx
Bijlage Motie Design and Construct Op 24 augustus 2007 heeft het DB een motie ontvangen van het AB-lid Van der Kallen inzake design and Construct bij aanbestingsbeleid. De motie verzoekt het AB uit te spreken dat het dagelijks bestuur het klaarblijkelijke nieuwe aanbestedingsbeleid (inzake Design and Construct) middels een nieuwe nota aanbestedingsbeleid dient voor te leggen ter vaststelling aan het algemeen bestuur. De visie van het DB op deze motie is eveneens bijgevoegd. Advies: Het DB ontraadt het AB het aannemen van de motie Van der Kallen inzake Design and Construct.
29.
Rondvraag
30.
Sluiting
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen en de verslagen van de AB-commissies kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf.
Breda, 31 augustus 2007
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf.
-8-
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I001945 Barcode: 07I001945 Onderwerp: Onderzoek geloofsbrieven de heer M. van Osch Sector en afdeling: Directie- en concernstaf Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 2 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: -Aan het algemeen bestuur Ingevolge uw opdracht van 3 oktober 2007 heeft de Commissie voor Onderzoek van de Geloofsbrieven overeenkomstig het bepaalde in het reglement van orde voor het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta de geloofsbrieven onderzocht van de heer M. van Osch te Roosendaal ter vervulling van de opengevallen plaats door het ontslag van mevrouw Z. Demirel te Bergen op Zoom. In het kader van haar onderzoek heeft de commissie onderzocht of de heer Van Osch voldoet aan de vereisten van het lidmaatschap voor het algemeen bestuur (artikel 31 Waterschapswet), dat wil zeggen: de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt; niet krachtens artikel B5, eerste lid van de Kieswet, van het kiesrecht is uitgesloten; geen betrekking bekleedt van ambtenaar aangesteld door of vanwege het waterschap of daaraan ondergeschikt. Ook is onderzocht of hij geen met het lidmaatschap onverenigbare functies bekleedt (artikel 33 Waterschapswet), dat wil zeggen: advocaat, procureur of adviseur zijn ten behoeve van de wederpartij van het waterschap of ten behoeve van het waterschapbestuur in geschillen; gemachtigde zijn ten behoeve van de wederpartij van het waterschap in geschillen; gevolmachtigde of adviseur zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten (bijvoorbeeld overeenkomst tot aannemen van werk ten behoeve van het waterschap). De commissie komt eensluidend tot het oordeel dat de heer Van Osch voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap en dat hij geen met het lidmaatschap onverenigbare functie bekleedt. Ook overigens zijn ons geen redenen bekend die een toelating van de heer Van Osch tot lid van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta in de weg staan. Advies: Wij adviseren u de heer Van Osch te Roosendaal toe te laten tot het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta. De Commissie voor onderzoek van de Geloofsbrieven,
Th.J.J.M. Schots
C.A.J. Jochems
H.J.M. Poppelaars
W. Spierings
Nummer : *07I001946* Barcode : *07I001946* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gezien het advies van de Commissie voor Onderzoek van de geloofsbrieven van 3 oktober 2007; gelet op artikel 61 van het Kiesreglement waterschappen provincie Noord-Brabant 2004;
BESLUIT: De heer M. van Osch te Roosendaal per 3 oktober 2007 toe te laten als lid van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta ter vervulling van de opengevallen plaats in de belangencategorie Ingezetenen, kiesdistrict 3. Dit besluit treedt direct in werking en wordt op de voorgeschreven wijze bekend gemaakt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Agendapunt 5
Nummer : *07I002201* Barcode : *07I002201* Notulen van de vergadering van het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta d.d. 27 juni 2007 om 09.30 uur te Breda Aanwezig: De voorzitter: J.A.M. Vos De leden: J.J.M. van der Aa, A.P.H. Aarts, Ph.A. Aertssen, E.C. Baartmans, P.J.N.M. van Bavel, D.J.P.M. van den Berg, W.J.H. de Boer, L.A.C.M. Brooijmans, J.A.M. Bruurs, A.J.J. de Bruijn, J.D.G. van der Burg, C.A.A. Coppens, J.G. Coppens, J.M. van Dalen, J.H.C. Dielissen, J.J.M. van der Heijden, P.C. de Geuze, P. de Gier, J.J.M. van der Heijden, P.M.N. Hendrickx, C. Huijssoon, C.A.J. Jochems, A.J. Jongevos, L.H. van der Kallen, M.L.P.L. Knipscheer, C.C.F. Mureau, D.A. Notenboom, P.W.C.M. Oonincx, H.J.M. Poppelaars, E.H.N. Rokx, C.G.J.J. Rubbens, J.N.M. Schrijen, Th.J.J.M. Schots , J.A.M. Slenders, W. Spierings, R. van der Wal en A.A.F.M. Wijnen De secretaris-directeur: H.T.C. van Stokkom Notulist: H. Mutsaerts van Het Notuleercentrum Afwezig met kennisgeving: A.M.E. Castelein-Hoogeveen, G.H.M. De Jong, C.J.A. Welten, S.W.M.M. Dresen-Hoogvelt, R.J.M. van den Broek, J.A. van Riet, C.W.F.M. Ooms en A.C.L.M. SpronkSchölvinck.
1. Opening De voorzitter: dames en heren, van harte welkom op onze AB-vergadering. Ik stel voor met de agenda te beginnen. Ik heb een brief ontvangen van mevrouw Demirel dat zij stopt met haar lidmaatschap van het bestuur. Haar brief is in goede orde ontvangen. Wij hebben de procedure opgestart ter opvolging en de volgende vergadering veronderstellen wij de nieuwe kandidaat aan u te kunnen voorstellen. Verder zijn afwezig de heren De Jong, Ooms, Welten, Van Riet en Van den Broek en mevrouw Dresen, Spronk en Castelein. Het is misschien goed aan het begin van deze vergadering nog even terug te komen op de nieuwbouw stand van zaken. U heeft gisteren het persbericht van de gemeente Breda ontvangen waaruit blijkt dat het college van B en W de monumentenvergunning heeft verleend. Ook het besluit als zodanig is verstrekt en ziet er ogenschijnlijk solide uit. Wij zijn daar blij mee, omdat wij er met u van overtuigd zijn dat wij een goed plan hebben ontwikkeld dat voorziet in de behoeften van het waterschap, maar zeker ook groot respect heeft voor de cultuurhistorische waarde van Bouvigne. Ik constateer dat de wethouder in het persbericht een persoonlijk gevoel legt, in de zin dat hij zich gedwongen voelt vanuit de wetgeving deze vergunning te verlenen. Dat vind ik jammer, maar ik ga ervan uit dat de verhouding met Breda op zich niet verstoord hoeft te zijn. Wij hebben veel mooie dingen samen te doen. Vorige week nog hebben de Huisvestingscommissie en het DB een gesprek gehad met de fractievoorzitters van de gemeenteraad van Breda. Zij hebben enerzijds toelichting gevraagd op onze plannen en anderzijds aandacht gevraagd voor de onrust die in de stad aanwezig is. Wij hebben daar diepgaand met elkaar over gesproken en afgesproken dat het waterschap de komende periode haar best zal doen om de beeldvorming correct te krijgen. Ons is duidelijk geworden dat heel veel burgers niet goed weten wat er gaat gebeuren. Die ervaringen hebben wij ook persoonlijk gehad, bijvoorbeeld bij de Kastelendag op Tweede Pinksterdag waar toch 6.000 mensen op afkwamen. Hier is gebleken dat heel veel mensen een algemeen gevoel van zorg hebben. Als je op basis van tekeningen uitlegt wat er gaat gebeuren, krijg je wel begrip voor de ideeën. Wij hebben een goed verhaal en plan, maar tot nu toe hebben wij dat kennelijk niet goed weten over te brengen. Wij hebben misschien ook last van beelden die door anderen zijn ingebracht. Wij hebben afgesproken om de komende weken en maanden ons te blijven presenteren. Hiervoor hebben wij een plan gemaakt dat inhoudt dat op een aantal zaterdagen Bouvigne kan worden bezocht om zowel het complex te bezoeken als om de nieuwbouwplannen uitgelegd te krijgen. Wij hopen veel mensen binnen de poort te krijgen. De stand van zaken is nu dat de monumentenvergunning is verleend. Deze ligt 6 weken ter visie. Na de 6 weken zal er wel beroep tegen zijn aangetekend. Dit moet de bestuursrechter beoordelen. Wij hebben nauw overleg met onze juridische adviseur. Wij veronderstellen dat in januari, februari volgend jaar de procedure moet zijn afgerond. Dan kan
er een situatie ontstaan waarbij opschorting niet meer aan de orde kan zijn. Wij zullen de commissie Huisvesting raadplegen, zodat wij u zo snel mogelijk kunnen informeren over de termijnen en de risico’s. De heer Aertssen: de wethouder geeft zijn persoonlijke gevoelens aan, maar hij geeft ook aan dat opnieuw een vertraging van 2 jaar kan optreden. Ik had begrepen dat dit soort vertragingen niet meer aan de orde zouden zijn. De heer Jochems: je kunt toch als waterschap een schorsende werking vragen. Dan hoef je niet perse te wachten tot begin volgend jaar. De heer Van Dalen: het andere artikel schrijft dat er in het bestuur geen leden uit de gemeente Breda zijn. Is dat zo? De voorzitter: een aantal mensen van het AB woont in Breda. In het DB zitten er ook twee. Wij hebben vorige week uitgebreid gesproken over termijnen. Daarom heb ik bij de mededelingen aangegeven dat wij het traject op papier willen zetten, mogelijkheden en onmogelijkheden, risico’s en zekerheden en dat goed door te spreken met de Huisvestingscommissie en dit te verstrekken aan het AB. Onze jurist zegt dat 2 jaar niet aan de orde is, maar daar heeft u niets aan als dat niet onderbouwd wordt. Wij zullen dit voor u uitwerken. Spreekrecht De voorzitter: er hebben zich geen insprekers gemeld. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming De voorzitter: ik bepaal de primus bij hoofdelijke stemming. Dat is nummer 38, de heer Baartmans.
2. Notulen en besluitenlijst van 4 april 2007 De voorzitter: er zijn 2 opmerkingen bij gemaakt door de heer Van Riet die vraagt op bladzijde 2 bij onderwerp 6.b. de volgende wijzigingen aan te brengen: 'ik spreek namens de ingezetenen mijn …'. In een andere zin staat 'ook in de Voorjaarsnota van vorig jaar…'. Op een ander moment: wij pleiten ervoor om nu ook AB-leden bij dit proces te betrekken. Bij 7.e. wil hij toevoegen na 'terwijl': bedoelt werd op de nieuwe toegevoegde situatie en/of. Bij onderwerp 27, de rondvraag, wil hij de volgende tekst wijzigen: 'te worden bij de studie van de provincie Noord-Holland of de muskusratbestrijding overbodig is…'. Wij zullen de notulen overeenkomstig aanpassen. De heer Van Bavel heeft bij agendapunt 11, Voorjaarsnota, waar hij aan het woord is ongeveer halverwege zijn betoog, na de zin: 'de positieve aandacht zal zeker bijdragen aan succes', te beginnen met het woord onteigenen, dit woord toevoegen; en drie regels lager waar staat 'de Waterschapswet staat dit niet toe en er is enige tariefsdifferentiatie mogelijk, zoals bij onroerende zaken gelegen in bemalen gebieden, waterbergingsgebieden volgens de legger'. deze zin toe te voegen. Na het vraagteken twee regels lager, toevoegen: telkens zoeken naar een goede balans wat maatschappelijk verantwoord is. Dit is in de gebieden waar geen watertoevoer mogelijk is, moeilijk uit te leggen. Er zal begrip nodig zijn bij de ingelanden. Besloten: het algemeen bestuur stelt de notulen met deze aanpassingen en de besluitenlijst van 4 april 2007 vast. 3. Mededelingen a. b. c. d. e. f. g.
Jaarverslag Calamiteitenzorg 2006 Overzicht ontvangen klachten 2006 Evaluatie 2006 beheer & onderhoud IBA’s Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische werken 2006 Masterplan duurzaam haven- en industrieterrein Moerdijk (2007-2010) Mededeling inzake Vlaanderen Uniformering onttrekkingverbod uit oppervlaktewater
De heer Jochems: er staat bij dat het AB de ontwerpen uniformering onttrekkingverbod uit oppervlaktewater, dan staat er categorie a, b en c. Het is voor ons onduidelijk, in die zin je moet gaan zoeken op die kaart. De enige vraag is om a, b en c in te kleuren, dat is klantvriendelijk en geeft duidelijk de gebieden aan. De voorzitter: wij zullen rekening houden met uw suggestie. h. Resultaten klanttevredenheidsonderzoeken
-2-
De heer Spierings: wij krijgen bij ons op het moment in de regio veel klachten van burgers en boeren over het slechte onderhoud en de hoge waterstand. Het is gemeld aan de districtsmanager. De voorzitter: bedankt voor het signaal. Wij hebben onderkend dat het nieuwe beleid voor onderhoud mogelijk vragen kon opleveren. Wij hebben intussen extra mensen beschikbaar om toelichting en antwoord te geven op verzoeken. Het wordt onderkend en er wordt maximaal ingezet op het kweken van begrip voor het nieuwe beleid en ook te kijken of dat onevenredige knelpunten oplevert waarmee iets moet gebeuren. De heer Spierings: mooie ambities, maar de mensen zijn gebaat bij droge voeten en de laatste weken is er een natte periode. Misschien kunnen hier en daar extra machines worden ingezet. De voorzitter: het lijkt mij niet voor de hand liggen dat het hem daar in zit. Als er geen achterstand in termijnen is, dan heeft het te maken met het niet begrijpen van het nieuwe beleid van het waterschap. Wij willen kijken om het beleid overeind te houden en redelijk antwoord te kunnen geven op de behoefte in het veld. De heer Spierings: wij zijn later begonnen met schouwen. Door de overvloedige regen zitten wij behoorlijk in de penarie bij ons in het gebied. De voorzitter: wij nemen er serieus kennis van. De heer Wijnen: de laatste dagen en weken zijn er veel klachten binnengekomen, ook bij collega bestuurders. Wat er op dit moment in het veld gebeurt, is onacceptabel. Er is een nieuw beleid ontwikkeld, maar dat mag geen wanbeleid worden. Als men ziet hoe de sloten gemaaid worden, dat er niet geklepeld gaat worden, dat men ruwweg niet kijkt waar het gras wordt weggegooid, half in het talud, half op de kant, dat men gaat rijden op pas ingezaaide grasstroken. U weet hoe nat het is en welk beeld dit geeft. Dan vraag je je toch af of dit de doelstelling van het waterschap is. De vraag is en dat geldt ook voor de gemeente, waar de bermen nog niet zijn gemaaid door de gemeente, wordt het gemaaide gras uit de sloten op de niet gemaaide bermen gegooid. Wie gaat dit opruimen en betalen? Zijn wij verplicht die massa als ingelanden te ontvangen? Hoe gaan we daar nu mee om en in de toekomst? Wie gaat het betalen? Wat is de reden dat de aannemer zelf kan beslissen of je wel of niet klepelt? Dat is een vrijbrief voor degene die het maaiwerk heeft aangenomen. Europees aanbesteden is allemaal heel leuk, maar de aannemers komen steeds verder van huis. Men zegt dat het goedkoper wordt, maar het wordt alleen maar slechter. Ik ondervind het bij de gemeente en zoals het nu gebeurt is niet normaal. De voorzitter: het DB kan uw vragen nu niet concreet beantwoorden. Wij zijn gehouden vanuit wetgeving om Europees aan te besteden. Dat hebben wij zorgvuldig gedaan. Er is nieuwe wetgeving bij de Flora- en Faunawet. Dit proberen wij te combineren met het halen van doelen ook ten gunste van grondeigenaren, maar ook in relatie tot onze keur waar de ontvangstplicht in staat. Wij hebben hier in het DB ook bij stilgestaan. Het lijkt mij makkelijk overdreven, het DB probeert een helder beeld te krijgen en als het nodig is, aan te passen. U mag erop vertrouwen dat de komende dagen en weken hier energie in wordt gestopt en toch de wetgeving en de keur te respecteren en anderzijds oplossingen te vinden voor knelpunten. De heer Huijssoon: mensen vragen hoe zit het nou in een bebouwd gebied. Je krijgt de indruk dat mensen van het waterschap naar de gemeente worden gestuurd en andersom. In bebouwd gebied moet het waterschap zorgen dat er gemaaid wordt, maar het maaisel moet door de gemeente worden opgeruimd. Dat blijft nogal eens lang liggen. Daar zijn toch problemen. Het beste zou het zijn dat dit in een hand zat. Dat is anders geregeld. De mensen worden van hot naar her gestuurd. De heer Wijnen: wij zijn het eens met de wetgever en de aanbesteding. Dat de aannemer de vrijheid krijgt van wel of niet klepelen, moet nagekeken worden. Op dit moment worden de ingelanden geconfronteerd met massa gras wat uit de sloten komt van het talud wat half in het talud ligt, en op de slootkant ligt. Hoe moet dat opgelost gaan worden, want je kunt er niet aan. Wanneer gemaaid gras op het talud ligt, daar groeit gras doorheen, dat wordt een grote puinhoop. Datzelfde geldt voor bermen die niet gemaaid zijn en waar het slootvuil opgegooid wordt. De gemeente is aan zet om dit op te ruimen. Wie draait op voor de kosten? Ik zou daar binnen een paar dagen graag antwoord op hebben. De voorzitter: het DB zal serieus met deze problematiek omgaan. Ik begrijp uit de notitie dat op ons verzoek de aannemer is gaan klepelen, en dat heeft alles te maken met de natte omstandigheden van het moment. Dus zo zijn er altijd weer verschillende beelden. De heer Van der Kallen: ik vind dit toch raar. Er is een bestek gemaakt en dat aanbesteed. Als nu de opdracht wordt gegeven om te gaan klepelen, is dat allemaal meerwerk. Dit soort discussies over vrijheid van maaien of klepelen, dat vind ik een rare discussie, want het bestek dient op dit punt helder te zijn en ook dient helder te zijn wie de bevoegdheid heeft om voor een andere werkwijze te kiezen. En daarop lijkt mij dat vandaag een redelijk antwoord wordt gegeven.
-3-
De voorzitter: nu dreigen wij spontaan een discussie te gaan voeren. Dat lijkt mij niet handig. De heer Wijnen vraagt om alles op een rijtje te zetten. Dat zullen wij doen. Het is een belangrijke taak van het waterschap. Wij zullen u informeren over het totale verhaal. De heer Rubbens: ook bij de akkerranden die niet gemaaid zijn door de eigenaren, wordt dat maaisel opgelegd en wij hebben een verwijderingplicht. Hoe moeten wij daarmee omgaan? De akkerranden moeten wij maaien en afvoeren. Dat kan zo niet. De voorzitter: dit vraagstuk is eerder aangekaart. Er is een zorg bij u over de gang van zaken in het veld. Dit zullen wij helder maken. Het signaal is duidelijk. i. Atlas van lokale lasten COELO j. Stand van zaken reglementswijziging/nieuwe Waterschapswet Besloten: het algemeen bestuur neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. 4. Ingekomen stukken a. Brief Vereniging Vrienden van het Markdal + antwoord dagelijks bestuur b. Brief Brabantse Milieufederatie + antwoord dagelijks bestuur Besloten: het algemeen bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. 5. Verslagen Regiocommissies a. Verslag regiocommissie West d.d. 19 april 2007 b. Verslag regiocommissie Oost d.d. 16 april 2007 c. Verslag regiocommissie Midden d.d. 17 april 2007 Besloten: het AB neemt de verslagen voor kennisgeving aan. 6. Verslagen AB-commissies a. Beleid en investeringen b. Beleid en onderhoud c. Bestuur en middelen. De voorzitter: hierop heeft u een aanpassing ontvangen, dus inclusief de aanpassing. Besloten: het AB neemt de verslagen voor kennisgeving aan. 7. Managementletter 2007-2 De heer Schots: een tweetal opmerkingen. Wij hebben gezien dat de informatie over projecten en projectbeheersing gaandeweg uitgebreid en verbeterd wordt. Daar zijn wij heel blij mee. Bij de ontwikkeling van de resultaten over dit jaar maakt u melding van een overschrijding of een tegenvaller van de begroting van 1,7 miljoen. Wij hebben gezien op bladzijde 19 van de management letter dat een 3 of 4 ton zit in een toename in de kosten in de sector middelen, bij alle andere sectoren zien wij de kosten op planniveau zitten. Wat zit er achter de kostenstijging in de sector middelen van 41,7 naar bijna 42 miljoen? De heer Van Bavel: ik heb een vraag over de uitkering van de NWB. Deze plus zouden wij eventueel kunnen bestemmen voor de reserves. De calamiteitenreserves zouden wij tegen het licht houden en het daarbij zetten. Ten aanzien van het positieve resultaat, de Europese aanbesteding, daar zijn wij dit jaar mee begonnen. Is hier ervaring mee opgedaan en zijn hier voordelen mee behaald? Komt het bedrag van 10,5 miljoen euro dit of volgend jaar in de exploitatie in zijn geheel terecht of wordt deze uitgesmeerd over meerdere jaren? De heer Poppelaars: ik heb een soortgelijke opmerking. Over de uitkering van de Waterschapsbank hebben wij aandacht gevraagd in vorige vergaderingen voor de tariefontwikkeling, wellicht dat deze meevaller daarin verwerkt kan worden om die tariefsprong met name in 2010 af te vlakken. De heer Aertssen: in bijlage 2 staat ook een toelichting. Ik heb in de commissie gevraagd bij agendapunt 12 naar de samenwerking met de gemeente. Ik lees in de toelichting onder 0013, Kreek Steenbergen, en dat is in tegenstelling met de opmerkingen die tijdens de excursie zijn gemaakt, dat het in Bergen op Zoom wat moeilijk loopt op dit moment en dat de gemeente Steenbergen geen prioriteit meer geeft aan wateractiviteiten. Dit staat haaks op hetgeen in het verslag staat en op wat ik gehoord heb tijdens de excursie. Dat vind ik jammer. Wat klopt er nou niet, er is toch iets aan de hand.
-4-
De heer Coppens: op de eerste plaats de vragen van de heer Schots over de 1,7 miljoen. De afwijking betreft de ongeveer 1 miljoen minder belastingopbrengsten en de 400.000 die ongeveer in de jaarstukken zitten. Daar komen we wel uit. De tweede vraag over de 41,7 miljoen is mij niet duidelijk. Waar heeft dit betrekking op? De heer Schots: op bladzijde 19 van de management letter geeft u aan dat in het jaarplan 2007 de kosten voor de sector middelen op 41,7 miljoen geraamd zijn en in de prognose wordt gesproken over 42 miljoen. Dit is de enige sector met een kostenstijging. Bij de anderen zitten wij ongeveer op plan. De heer Coppens: dat houdt verband met de indirecte toerekening van personeelskosten. Dat doen wij handmatig en niet vanuit het systeem. Het betreft hier de toerekening van personeelskosten aan projecten. Ik kom er op terug. Er zijn vragen gesteld over de 10,5 miljoen van de Waterschapsbank. Ik denk dat wij daar nu niet over moeten discussiëren. Het is een eenmalige uitkering die wij zullen verantwoorden over 2007. Bij de aanbieding van de begroting 2008 komen wij terug op hoe wij daarmee omgaan. Dan kan een discussie in breder verband gevoerd worden over de totale begroting. Hetzelfde geldt voor de SNB, de 325.000 euro, wat op jaarbasis ongeveer 4,5 ton betekent. Dat betekent ook dat voor ons de verwerkingskosten voor het slib dat wij aanvoeren bij SNB, ongeveer met 5,5 euro per ton verlaagd gaan worden. Dat is een mooie meevaller. Voor 2007 betekent dat 325.000 euro, omdat het een deel van het jaar betreft en voor het gehele jaar is dat 4,5 ton voordeel aan de verwerkingskosten van slib. De vraag over de samenwerking met de gemeente Steenbergen en Bergen op zoom, ik heb begrepen van het DB dat de samenwerking met alle gemeenten goed verloopt. Ook al heeft Steenbergen een andere prioriteit, dat betekent niet dat de samenwerking niet goed zou zijn. Er is een extra opdracht voor het DB om te proberen om de zorg die wij hebben over te brengen aan het gemeentebestuur van Steenbergen. Daar komen wij wel uit. Op de lijst van bijlage 2 komen zulke dingen naar voren. Daar is de management letter voor om hoe het zit met de samenwerking met de gemeenten. De samenwerking met de gemeentebesturen verloopt grosso modo goed. Onze zorg die wij hebben is verplicht in de management letter kenbaar te maken en deze zorg te verbeteren. De heer Van der Kallen: ik schiet iedere keer in de stress. De samenwerking met de gemeenten verloopt goed. Ik roep al 10 jaar in dit huis en haar rechtsvoorgangers dat het DB te aardig is voor gemeenten. Afgelopen week mochten wij in de media constateren dat ook een rechter in het land dit vindt en niet in het minste geval. Als je altijd lief en aardig bent, dan heb je die indruk. Op pagina 6 van de management letter wordt gesteld dat in 2007 wordt nagegaan wat gemeenten vinden van onze dienst, het beoordelen van plannen en wat wij kunnen verbeteren. Dat staat er weer heel aardig. Wij willen verbeteren en willen nog liever worden voor de gemeenten. Als ik naar de geschiedenis kijk, van het wel of niet halen van de basisinspanning, dan constateer ik dat ons waterschap een armzalige positie inneemt als het gaat over het percentage van gemeenten die de basisinspanning heeft gehaald. Wij worden aardig gevonden door de gemeenten en gaan er als DB prat op dat de samenwerking grosso modo goed verloopt. Daar zit mijn pijn. De samenwerking verloopt zo goed omdat wij zo aardig zijn. Ik vraag het DB nogmaals, zeker nadat ook een rechter zich heeft uitgesproken, om eens iets minder aardig te zijn en desnoods minder samen te werken, maar wel meer resultaten op dat gebied te halen. De voorzitter: U houdt uw betoog een keer per vergadering. Dat mag hoor! Er moeten twee rollen worden onderscheiden: bevoegd gezag en partner. Als bevoegd gezag is uw pleidooi helder. Zorg maar dat ze voldoen aan de basisinspanning en durf maar eens een keer door te bijten als DB. Ik denk dat wij ook vorderingen maken en niet schuwen om dit toe te passen bij gemeenten die het nodig hebben. De andere rol als partner betekent het samen realiseren van projecten. Dat kunnen wij niet afdwingen. Dan zie je wel dat gemeenten in hun prioriteitafweging soms meer last hebben om capaciteit vrij te maken voor dit soort projecten dan wij dat kunnen. De heer Van der Kallen: de gemeente Steenbergen neemt politieke besluiten in het openbaar die in strijd zijn met wet- en regelgeving. Je kunt dan als waterschap heel lief en aardig blijven, maar je kunt ook de provincie en het rijk hierop opmerkzaam maken en zeggen van, geef ons eens een middel om daar een einde aan te maken en leg de politiek in Steenbergen uit dat zij weliswaar een zekere autonomie hebben, maar dat zij binnen die autonomie zij binnen wet- en regelgeving dient te blijven. De voorzitter: ik constateer over de riolering buitengebied dat het even geduurd heeft, maar Steenbergen heeft alle adressen aangesloten. Ik houd graag de scheiding tussen beide rollen. Wij hebben het signaal van Steenbergen gekregen dat er ambtelijk geen capaciteit was. Ik heb een gesprek gehad met het bestuur, de nieuwe gemeentesecretaris. Er wordt een notitie geschreven over de behoefte aan capaciteit om dit soort projecten door te kunnen trekken. Wij reageren daar meteen op en krijgen dingen gedaan uiteindelijk. Bergen op Zoom, ik zou willen dat alle 21 gemeenten zoveel energie stoppen in water als Bergen op Zoom. De heer Aertssen: ik vind het jammer dat dergelijke opmerkingen in zo’n toelichting komen te staan. Dat moeten wij zien te vermijden.
-5-
De voorzitter: het zijn formeel stukken van het DB. Het zijn penvoerders die het ervaren. Onze projectleiders ervaren dit in hun veld. 8. Jaarrekening 2006 De heer Schots: over de jaarrekening is uitgebreid gesproken in de subcommissie Financiële jaarstukken en wij hebben hierover uitvoerig van gedachten gewisseld met de accountant. Onze vragen zijn beantwoord. Onzerzijds ligt er een positief standpunt en de jaarstukken kunnen wat ons betreft goedgekeurd worden. De heer Van der Burg: ik spreek op persoonlijke titel. De belastingbetalers hebben 3,1 miljoen teveel belasting betaald. Ik ben van mening dat teveel betaalde belasting moet worden teruggegeven aan de ingelanden. Dat gebeurt niet. Er wordt namelijk 2,3 miljoen initiële bouwkosten van Bouvigne weggepoetst uit de overschotten. Ik vind dit een onbegrijpelijke zaak. Bouwkosten zijn bouwkosten. Die moet je niet optisch verlagen door een stuk van de teveel betaalde belasting hiervoor te gebruiken. Ik kan de jaarrekening niet goedkeuren. Ik vind het een onjuiste zaak dat bouwkosten optisch verlaagd worden met 2,3 miljoen, wat geld is dat de belastingbetaler hoort terug te krijgen. De heer Van Bavel: wij geven als categorie ongebouwd de complimenten voor de duidelijke weergave. Deze jaarrekening laat zien dat wij op koers liggen of komen te liggen. Onze ambities zijn erg hoog. Het tussentijds bijstellen van onze kompassen naar meer realistische inzichten zal het proces versnellen, waardoor wij vertrouwen hebben in het behalen van onze taakstelling. De jaarrekening is in verschillende situaties uitvoerig behandeld waarbij het advies van de accountant een rode draad vormt voor de aanbevelingen en verbeterpunten. Onze categorie heeft in deze commissies twee punten aangekaart, die in de organisatie onder de aandacht zijn. Wij zullen deze volgen en vertrouwen erop dat deze zoveel mogelijk uitgevoerd worden. Onze categorie ongebouwd kan instemmen met het voorstel om het exploitatiesaldo van 813.000 euro te besteden aan het voorliggende voorstel ten aanzien van reserveringen en wachtgeldaanspraken. De heer Coppens: ik constateer dat de heren Schots en Van Bavel een stemverklaring afgeven en instemmen met de jaarrekening. Ik kom terug op de opmerking van de heer Van der Burg. Op 6 december vorig jaar hebben wij als AB het besluit genomen om een bedrag van 2,3 miljoen van de investeringskosten rond de huisvesting van Bouvigne in een keer af te schrijven. Dat voorstel heeft het AB unaniem genomen met uitzondering van de heer Van der Burg. Vervolgens is hetgeen in de jaarrekening is verwerkt, een uitkomst van het besluit wat genomen is. U pleit ervoor om dit aan de belastingbetaler terug te geven. Als we het al toegevoegd hadden aan de egalisatiereserve volgens uw voorstel en niet extra zouden hebben afgeschreven, zouden we er langer over hebben kunnen doen om het terug te betalen aan de belastingbetaler. Nu schrijven we het in een keer af. De belastingbetaler heeft er geen last meer van. Wij komen daarmee tegemoet aan uw wens, zij het dat het qua periodiciteit anders is, het is in een keer of in de loop van een aantal jaren. De heer Van der Burg: Bouwkosten zijn bouwkosten, die moeten als zodanig opgevoerd worden. Ik begrijp niet dat de accountant dit goed gevonden heeft. Ik zal de accountant daarop aanspreken en tevens is dit reden om voor een rekenkamer te stemmen. Dit hoort niet op deze wijze weggepoetst te worden. U zegt, het is unaniem aangenomen, ik was er toen ook op tegen. Ik kan deze jaarrekening niet goedkeuren. De voorzitter: u stelt de jaarrekening vast met uitzondering van de heer Van der Burg die heeft tegengestemd. Besloten: Het AB stelt de jaarrekening over 2006 vast en stemt in met de onderstaande verdeling van het positieve exploitatiesaldi over 2006 van € 813.000,-. : € 219.000,- te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkering; € 619.000,- toe te voegen aan de egalisatiereserve waterkwantiteit; € 197.000,- te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkwaliteit; € 100.000,- toe te voegen aan de calamiteitenreserve waterkwaliteit; € 510.000,- toe te voegen aan de wachtgeldaanspraken personeel; met de aantekening dat het AB-lid Van der Burg geacht wordt tegen te hebben gestemd.
-6-
9. Investeringsplan 2008-2012 De heer Nooteboom: onze fractie heeft een opmerking en een verwachting. De opmerking heeft te maken met de nieuwe opzet van het Investeringsplan. Wij kunnen ons daarin vinden. Veel informatie is terug te vinden in de Voorjaarsnota. Wat van belang is, is dat als er relevante wijzigingen ten opzichte van de Voorjaarsnota zijn, dat deze goed worden verwoord in het Investeringsplan. Ik verwijs naar de titel van het Investeringsplan, professionalisering van onze ramingen. Daar is onze verwachting op gebaseerd. In de commissie is discussie geweest over de tegenraming. De tegenraming is teruggebracht van 50 naar 30%, dat heeft te maken met de professionalisering. Onze verwachting van de fractie is dat deze tegenraming volgend jaar zou kunnen zakken naar 20%. Wij stemmen in met het overall plan. De heer Mureau: onze fractie kan instemmen met het Investeringplan en spreken onze waardering uit voor de beknopte vorm die goed aansluit bij de Voorjaarsnota. Wij steunen de professionalisering binnen de organisatie. Wij zullen de vinger aan de pols houden door de voortgang te toetsen. Reserveringen voor grondaankopen kunnen wij niet helder terugvinden in het Investeringsplan. Kunt u dat even toelichten? De meningen binnen onze fractie zijn enigszins verdeeld over de relatief forse uitgaven voor het in stand houden van cultuurhistorische werken. Als investeringen gedaan moeten worden, moeten deze benut worden om het imago van het waterschap te verbeteren. De heer Van der Wal: de categorie ingezetenen kan zich vinden in de gekozen opzet van het Investeringsplan en de keuze voor de professionalisering. Welke rol wil het DB aan het IP geven binnen de planning en control cyclus, omdat deze veranderd is. De heer Van Bavel: de categorie ongebouwd is blij met het beknopte heldere verslag. Het geeft een goede doorkijk in het bestuursprogramma. De levenscycluskosten en asset management zijn een meerwaarde en een basis onder maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het Investeringsplan is een uitvloeisel van het bestuursprogramma met eventuele aanpassingen van inzicht en taakstellingen. Zeker ten aanzien van de Kaderrichtlijn Water is er nog veel onduidelijk. Dit plan is ook in de voorgaande commissies uitvoerig behandeld en van opmerkingen voorzien. Wij gaan voor een pragmatische aanpak, onze primaire taak van voldoende goede kwaliteit water die goed beheerst wordt. Door deze doelen na te streven zal een kettingreactie ontstaan naar een duurzame leefomgeving. Onze categorie heeft de eigenschap om met een nuchtere kijk de doelen te beoordelen. Het Investeringsplan tot 2012 zal door aanpassingen van inzicht en taakstellingen in 2012 anders zijn. Desondanks maakt onze categorie ongebouwd zich zorgen over de tariefontwikkeling na deze bestuursperiode. Een wakend oog en het voorkomen van onaangename verrassingen zijn hierbij zeker op zijn plaats. Voorzitter, onze categorie kan instemmen met het Investeringsplan met eerder genoemde opmerkingen. Wij volgen kritisch en in de tijdgeest het Investeringsplan en het zal de toets der kritiek moeten doorstaan. De heer De Gier: meneer Nooteboom, ook wij streven er naar om de tegenraming zo laag mogelijk te maken. Ik kan nu niet toezeggen dat deze volgend jaar 20% zal zijn, maar u kunt ervan overtuigd zijn dat wij het streven om het zo laag mogelijk te krijgen, delen. De heer Mureau vraagt waar hij de reserveringen grondaankopen kan vinden; dat weet ik niet. Dat had u even in de commissie moeten vragen. Dan had ik het ook niet geweten, maar dan waren er mensen die dat hadden kunnen beantwoorden. Ten aanzien van de cultuurhistorische investeringen, daar hebben wij in de commissie ook al argumenten over gewisseld. Het DB is van mening dat het een niet substantiële investering is, maar een investering die recht doet aan het totaal van investeringen aan het belang van het in stand houden van cultuurhistorische werken en wij delen met u het belang van het imago van ons waterschap. De heer Van der Wal vraagt wat de plaats is van dit Investeringsplan binnen de planning en control cyclus. Die verandert niet wezenlijk. De heer Van Bavel heeft waardering namens zijn fractie en verwacht een kettingreactie naar een duurzame samenleving. Daar staan wij allemaal achter. Uw zorgen voor de tariefontwikkeling worden door het DB gedeeld. Deze zal in de volgende begroting tot uiting komen hoe wij daar vorm aan geven. De voorzitter: zullen wij de heer Mureau toezeggen per e-mail antwoord te geven op zijn vraag? Het Investeringsplan is vastgesteld. Besloten: het AB stemt in met het voorliggende Investeringsplan 2008-2012 10. Beschrijving waterstaatsgeschiedenis gebied Brabantse Delta De heer Jochems: doe je het wel of niet? De meerderheid staat achter het standpunt om het wel te doen. Je kunt de nuttigheid niet meten. Je doet dit weer, het is toch een bedrag van 260.000 euro. Wij vinden dat je het wel moet doen, in ieder geval voor het nageslacht. Misschien zegt men over 30, 40 jaar, ze hebben het goed gedaan. Dat kunnen wij op dit moment niet beoordelen. De noodzaak kun je niet bepalen. Wij stemmen er wel mee in. De heer Huijssoon: mijn fractie stemt in. Op persoonlijke titel heb ik een vraag. Ik heb in de commissie wat boeken meegebracht. Er wordt steeds meer aan geschiedschrijving gedaan over het waterschap. Mijn
-7-
boekenplank staat vol. Ik heb de vraag of ik al die boeken heb gelezen, niet beantwoord. Ik zie reikhalzend uit naar dit boek. De heer Coppens: ik ben blij dat uw bestuur kan instemmen met dit voorstel. Het is lang geleden, dat moet ik toegeven. Een geschiedenisleraar heeft eens tegen mij gezegd: kennis van het verleden is de basis van de toekomst. Laat dit een bijdrage zijn in het ongewisse. Je kunt het niet meten. Ik hoop, meneer Huijssoon, dat uw boekenplank nog ruimte heeft voor één boek erbij. Besloten: het AB stemt in met een opdracht aan de historicus dr. J. van de Noort tot het beschrijven van de waterstaatsgeschiedenis van het gebied van Brabantse Delta. 11. Samenvoeging van de laboratoria waterschap Hollandse Delta en waterschap Brabantse Delta De heer Hendrickx: het is toch een belangrijke stap die gezet wordt. Wij zetten nu een beslissende stap in de samenvoeging van beide laboratoria, welke leidt tot schaalvergroting. Schaalvergroting is geen doel op zich, maar biedt voordelen naar verdere specialisatie en meer efficiency en innovatief vermogen. In dit rapport is dit uitgewerkt. Het is een gedegen uitwerking van de samenvoeging. Ook voor het personeel komt meer duidelijkheid en perspectief. De ambitie van de nieuwe organisatie is om ook voor externe opdrachtgevers werk te verrichten. Dit is een goede ambitie, want daardoor krijg je een goede prijs/kwaliteitsverhouding. De situatie nu is dat we externe opdrachtgevers hebben met een tarief dat ligt onder de kostprijs. Dat is een erfenis uit het verleden die via de verevening wordt verrekend. De nieuwe organisatie zal hard moeten werken om zijn ambitie waar te maken. De heer Van der Burg: namens de fractie kan ik u meedelen dat wij zeer positief staan tegen deze fusie. Het is misschien een eerste zet. De fractie zou het op prijs stellen als ook Rivierenland er bij zou kunnen komen. Een opmerking op persoonlijke titel: ondergetekende vindt het een slechte zaak dat bij een fusie tussen twee bedrijven geen knopen worden doorgehakt over de locatie waar een nieuw laboratorium wordt gebouwd om in de toekomst mee verder te gaan. Nu wordt gebouwd voor 5 of 10 jaar, in de hoop dat er geen boekverlies komt. Het is een slechte oplossing. Bij een fusie moet je het ijzer smeden als het heet is. Het op twee locaties doorgaan en pas over 5 of 10 jaar in een laboratorium verder gaan, is een te trage gang van zaken. Mevrouw Dielissen: ik ben blij met het vertrouwen van de fractie ongebouwd in het succes van de samenvoeging. Ook het DB vertrouwt dat alle geschetste voordelen behaald zullen worden. Het werk voor externe opdrachtgevers onder de kostprijs wordt voor een deel opgelost door de verevening. Dit wordt een grote uitdaging voor de nieuwe organisatie om dat probleem op te lossen. De organisatie zal sterk genoeg zijn om dit aan te kunnen. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Van der Burg om Rivierenland hierbij te betrekken, is de opzet zodanig dat sprake is van een mogelijkheid van zwaan kleef aan. Of dit Rivierenland is of een andere organisatie, feit is dat er straks een aantrekkelijk laboratorium zal zijn waar zeker derden interesse in zullen hebben. De desintegratiekosten, uw standpunt is neem ze in een keer en ga over tot volledige integratie. Wij hebben er voor gekozen deze kosten niet te nemen en door middel van twee locaties voor de eerste 5 tot 10 jaar de desintegratiekosten te vermijden. Wij vertrouwen erop dat dit een goede oplossing is. Vandaar het voorstel op deze manier. De heer Van der Burg: ik vind dit geen goede oplossing en kan dit niet goedkeuren en zal tegen het hele voorstel stemmen. Besloten: Het AB stemt in met de conclusies van het rapport; - het oprichten van een gemeenschappelijke regeling laboratoriumorganisatie per 1 mei 2008 waarin zowel het fysisch-chemisch laboratorium (inclusief metalen en organisch onderzoek), een deel van de monstername als het hydrobiologisch onderzoek worden ondergebracht; - opdrachtverlening aan het DB een en ander uit te werken en voor te bereiden; - het daartoe instellen van een Stuurgroep waarin de Secretaris-Directeur en het Sectorhoofd SBO zullen plaatsnemen vanuit waterschap Brabantse Delta. Vanuit waterschap Hollandse delta nemen de Algemeen Directeur en de Directeur RL deel; Onder de voorwaarde van positieve besluitvorming door het AB, stemt het DB in met: 1. het verlenen van volmacht aan de Stuurgroep voor het aantrekken van een kwartiermaker; 2. het verlenen van mandaat aan de stuurgroep voor: - het voorbereiden van hetgeen inzake sociaal statuut, het plaatsingsreglement en overige personele regelingen aan het AB ter besluitvorming moet worden gebracht; - het vaststellen van functiebeschrijvingen, functiewaarderingen en statusbepalingen van medewerkers; 3. het verevenen van verschillen in uitgangspositie van beide laboratoria in financiële zin conform een gezamenlijk overeen te komen methodiek en over de periode 2008 tot en met 2010, met de aantekening dat het AB-lid Van der Burg geacht wordt tegen te hebben gestemd..
-8-
11a. Verordening Bijzonder Georganiseerd Overleg Besloten: het AB stemt in met de verordening. 11b. Benoeming leden BGO Besloten: het AB stemt in met de benoeming. 12. Voortgang IP 7910: KRW, waterbeheerplan en beheerplan waterkeringen Besloten: het AB stemt in met het voorstel om het bestaande Beheerplan Waterkeringen 2004-2008 geldig te houden en een actieprogramma op te stellen voor het jaar 2009. Het AB neemt de voortgang van IP7910 voor kennisgeving aan en stemt in met het voorstel voor de bestuurlijke agenda 2007 tot en met 2009. 13. Beschrijving bestuursroute uitvoeringsprogramma De heer Aertssen: het gaat over het bestuurlijk traject wat moet worden afgelegd om tot IGA’s te komen. Op bladzijde 3 van het voorstel staat dat het DB geen formeel advies gaat vragen aan de gebiedscommissie aan het einde van het traject. Het lijkt mij verstandig dat wel te doen, want in de gebiedscommissie zijn alle partijen vertegenwoordigd. Heb je zo’n formeel advies, dan kan je er goed mee aan de slag. Als je dat niet doet, kunnen instanties bezwaar aantekenen. Dat zou een keus kunnen zijn, maar ik ben het daar niet mee eens. Je kunt beter vooraf formeel advies vragen om allerlei procedures achteraf te voorkomen. Dit zou tijdverlies opleveren, ik vind overigens ook dat we moeten opschieten. Ik heb dit aan de voorzitter van de gebiedscommissie de Baronie gevraagd. Hij heeft gezegd dat het verstandig zou zijn. Ik blijf een beetje bij de opmerking. Op zich kan ik met het voorstel goed uit de voeten. Ik raad u aan toch op een bepaald moment een formeel advies te vragen aan de gebiedscommissie. De heer Van der Kallen: het klinkt logisch. Een IGA is een moeilijk en lastig proces. Ik heb zelf op 14 en 19 juni 3 workshops bijgewoond in mijn eigen gebied. Hierbij zijn veel partijen aanwezig waardoor men tot een evenwichtig IGA komt. Tegelijkertijd zijn al die workshops toegankelijk voor de commissieleden uit de regio. Van de commissie West waren soms maar 1 of 3 leden aanwezig op de workshops, terwijl de gehele commissie was uitgenodigd. Eigenlijk vind ik het een doublure. Als regiocommissieleden invloed willen uitoefenen in de IGA-workshops, dan kan dat. De praktijk is dat men niet deelneemt. Als men een IGA procedure zou doorlopen, waar veel partijen aan zet zijn, dat denk ik dat het niet zo kan zijn dat als je allerlei workshops hebt doorworsteld en dat doe ik dan meestal, de regiocommissie dan nog nee zou zeggen. Ik ben erg voor de beschreven bestuursroute. De regiocommissieleden kunnen invloed uitoefenen als ze dat willen. De voorzitter: de heer Aertssen vraagt naar de positie van de reconstructiecommissie/ gebiedscommissie. De heer Van der Kallen vraagt naar de regiocommissie. De heer Van der Kallen: die is ook aanwezig, als het goed is. De heer De Gier: wij hebben argumenten gewisseld, meneer Aertssen, die staan in het verslag. Wij blijven bij ons standpunt, ondanks het standpunt van de voorzitter van de gebiedscommissie, omdat wij menen dat ambtelijk van tevoren goed naar de plannen gekeken kan worden. Wij kiezen voor slagkracht en menen dat in formele zin de gebiedscommissie aan haar taak kan toekomen. Kortheidshalve stel ik voor dat wij op deze wijze de argumenten wisselen, anders ga ik alles uit de commissie herhalen. Ik dek dat wij het hier niet met elkaar eens zijn. Het DB heeft alle vertrouwen in een goed evenwicht tussen enerzijds de democratische verantwoording en anderzijds de slagkracht die het algemeen bestuur vraagt bij het tot uiting brengen van ons investeringsprogramma. De heer Aertssen: ik ben blij met de reactie van de heer Van der Kallen. Ik heb het antwoord van de heer De Gier ook in de commissie gehoord. De voorzitter van de Reconstructiecommissie vindt het verstandig toch het formele proces af te werken. Ik laat mij vandaag overtuigen door wat u en Van der Kallen zeggen. Ik hoop dat het allemaal goed loopt en dat we geen problemen krijgen met dat er over een paar maanden bezwaar wordt aangetekend. De heer De Gier: bedankt voor uw bereidheid om ten aanzien van de besluitvorming enigszins in te schikken. Mocht het zo zijn dat u onverhoopt gelijk krijgt, want we gaan dit 18 of 20 keer meemaken, dat het een omissie is dat de gebiedscommissie niet geconsulteerd wordt, dan zullen wij de procedure wijzigen. Dat zeg ik u toe. De voorzitter: een aantal DB-leden is in deze gebiedscommissies vertegenwoordigd. Zij kunnen hierover communiceren met de betreffende voorzitter.
-9-
Besloten: het AB neemt voor kennisgeving aan de beschrijving bestuursroute uitvoeringsprogramma. 14. Vaststellen juridisch instrumentarium waterberging en legger Albano De heer Van Bavel: wij kunnen als categorie hiermee instemmen. In de commissie Middelen heb ik opmerkingen gemaakt over de nulsituatie. Hier bestaat een bepaald risico als de nulsituatie verandert, dat mensen die niet georganiseerd zijn, er langs pakken. Als dit zich voordoet, dan pleit ik er voor dat betrokkenen op perceelsniveau daarin benaderd worden. Verder kunnen wij hiermee instemmen. Mevrouw Dielissen: het is in de commissie naar voren gekomen dat het niet zo kan zijn dat de nulsituatie wordt vastgesteld, vervolgens de toekomst ingaan en nergens meer naar kijken. Dat moeten wij goed monitoren. Ik heb zelf goede ervaring met informatiebijeenkomsten voor alle betrokkenen in het gebied, zij worden persoonlijk met een brief uitgenodigd. Als er significante wijzigingen zijn in de nulsituatie, zullen de mensen opnieuw in kennis worden gesteld en beoordelen wat er de gevolgen van zijn. De heer Spierings: in de regiocommissie Oost is dit onderwerp ook aan de orde gesteld. Toen werd de vraag gesteld: wie heeft er geen spijt van de geen spijt maatregelen? Is dat het waterschap of zijn dat de ingelanden? De voorzitter: zullen wij hierover nadenken? Besloten: het AB besluit tot het vaststellen van de Keur waterberging, de Verordening nadeelcompensatie bergingsgebieden, de legger bergingsgebied Albano 2006 en de nota van inspraak. Het AB stemt in met de Beleidsnota waterberging en schade en het AB neemt over de reactie van het dagelijks bestuur op de adviezen van de regiocommissies. 15. Wijziging plan Vierde Bergboezem De heer Van der Kallen: ik kan mij natuurlijk vergist hebben op 7 december 2005, maar nu viel mij op het design en constructcontract. Als rekenkamerman heb ik al bij zo’n 7 gemeenten het aanbestedingsbeleid doorgelicht. Design en construct is een prachtige methode als je iets moeilijks gaat doen, als je zelf niet de kennis in huis hebt om het bestek te maken, maar het is ook een goede methode om meer geld kwijt te zijn dan strikt noodzakelijk is. Uit het antwoord op vragen van mijn collega in de commissie heb ik begrepen dat er een capaciteitsprobleem bij het waterschap is en dat dit heeft geleid tot het design en constructcontract. Ik betreur dat, zeker bij dit soort dingen die niet zo ingewikkeld zijn moet dat in eigen huis kunnen worden voorbereid om optimaal de aanbestedingsvoordelen binnen te harken. Bij uitbesteding van dit soort activiteiten leidt dit tot een kennisgat binnen de eigen organisatie. Ik zal niet tegen dit inrichtingsplan c.q. de aanpak stemmen, maar vraag hier aandacht voor. Voor dit soort projecten vind ik een design en constructcontract bij de aanbesteding echt niet de geëigende weg. Noch om kennis- noch om financiële redenen is dat iets wat je als waterschap zou moeten willen. Als uitzondering voor een capaciteitsprobleem kan ik het billijken. Maar dit soort problemen moet zich zo min mogelijk voordoen. De heer Van der Aa: de heer Van der Kallen gaat in op het fenomeen van het werken met een design en constructcontract, alsof de formatie daar debet aan is. Dat is een van de redenen om slagvaardig te kunnen werken. Wij werken met een in het leven geroepen projectorganisatie. In de uitvoering geldt dat men met deze vorm kan werken om het een geheel te houden voor slagvaardigheid in de uitvoering. Het is geen uitzondering. Wij willen dit in meerdere gebiedsgerichte projecten gaan toepassen. De heer Van der Kallen: dan verandert mijn betoog. Ik heb geen overleg gehad met mijn fractie. Ik vind het een verkeerde uitzondering. Slagvaardigheid is goed. Iets incidenteels als uitzondering voor een project is te accepteren. Maar het toepassen hiervan in een normaal taakgebied van jezelf, dan zijn wij als organisatie op de verkeerde weg. Je hebt kennis nodig in huis om dingen goed te doen. Design and constructcontracten. Ik heb al 7 onderzoeken gedaan. Mijn conclusie is dat je jezelf hierbij in de vingers snijdt. Ik kan incidenteel slagvaardig werken billijken. Als de dijk breekt, moet hij dicht. Bij dit soort zaken is kennis in eigen huis belangrijk, vooral voor kerntaken. Een optimale aanbestedingsprocedure die gericht is op kwaliteit, een goed bestek en tegen een zo laag mogelijke prijs is mijn prioriteit. Ik vraag op persoonlijke titel, om die reden uw antwoord en het voornemen van het DB wat niet in het algemeen bestuur is besproken, en als het DB een eigen invulling gaat geven aan het door het AB voorgestelde aanbestedingsbeleid, dit een nieuwe discussie vergt in het AB, om te billijken: zijn wij het met dit soort trends als AB eens? Het gaat verder dan een incident op basis van capaciteitsproblemen. In de commissie zijn capaciteitsargumenten naar voren gekomen. Als het gaat om een beleidswijziging, verwacht ik hier in dit huis een discussie over dit onderwerp. De voorzitter: het AB formuleert beleid en stelt budgetten beschikbaar voor te bereiken doelen door middel van projectuitvoering. Het DB moet daarbij een moderne wijze van aanbesteding benutten. Het AB behoeft zich niet tekort gedaan te voelen. In algemene zin, ik moet dan terug naar de bouwfraude en de wijze waarop overheden in Nederland aanbesteden. Hieruit is het beeld naar voren gekomen dat met name de
-10-
waterschappen weinig meegegroeid waren in een modernere manier van aanbesteden. Daar is een landelijk project voor opgestart met een mooie term, Piano. Hier zitten verschillende koepels in waaronder de waterschappen, die samen met het bedrijfsleven zoeken naar efficiëntere en modernere wijzen van aanbesteding, waarbij de kennis en kunde van het bedrijfsleven op een gezonde manier wordt ingezet, met behoud van zelfstandigheid van de opdrachtgever en behoud van kaderstelling en financieel scherp. Dat is een algemeen beeld in Nederland. Wij doen daar op onze manier aan mee om kennis uit het bedrijfsleven in te zetten om slimmer, beter, efficiënter en goedkoper de klus te doen. Design and construct is een van de manieren, maar het is een containerbegrip. In een geval, zoals in dit geval, is het laten schrijven van een bestek, in een ander geval is het meedenken aan een technische oplossing. Ik wil u vragen ons niet te dwingen enkel de klassieke manier van aanbesteden te hanteren, maar juist ook andere vormen toe te passen om nieuwe invloeden en kennis binnen te halen en niet om kennishiaten te gaan ontwikkelen door ons afhankelijk te maken van het bedrijfsleven. Ik begrijp de vrees voor het afhankelijk worden qua kennis van het bedrijfsleven. Er moet voldoende kennis in huis blijven om opdrachten te beoordelen. Als je meent in uw beleving daar niet goedkoper mee uit te komen, dan doet men iets niet goed. Die verplichting voelen wij om ondanks deze vormen, snelheid te maken en slim te acteren en goedkoper te zijn. De heer Van der Kallen: het AB stelt financiële kaders. Twee jaar geleden heeft het AB een aanbestedingsnota vastgesteld. Hiermee dient het bestuur bij de uitvoering rekening te houden. Ik constateer en u bevestigt dat in uw betoog ook, dat dit technisch niet een hoogstaand iets is. Het komt neer op het schrijven van een bestek, wat helemaal niet moeilijk is. Daar zit mijn pijn. Op het moment dat je deze werkzaamheden uitbesteedt, lever je je over aan een deel van het bedrijfsleven wat best correct zijn werk zal doen, maar je neutraliseert een brok concurrentie op niet iets wat technisch hoogstaand is. In de commissie werd gesteld dat er een incidenteel capaciteitsprobleem was. De voorzitter geeft aan dat het om een andere vormgeving van het aanbestedingsbeleid gaat. Dan moet eerst dit nieuwe aanbestedingsbeleid in het AB aan de orde gesteld worden. Ik verwacht van u een nieuw aanbestedingsbeleidvoorstel. De voorzitter: ik veronderstel dat het niet strijdig is met het aanbestedingsbeleid. In de notitie worden alle regels beschreven, daar houden wij ons aan. De offerteaanvraag en de introductie van design and construct is niet strijdig met dat beleid. Ik veronderstel dat het AB het DB de ruimte geeft om snelheid te maken maar ook om moderne manieren te hanteren om tot eindresultaten te komen. U kunt ons afrekenen op het bereiken van doelen binnen de financiële kaders. De heer Van der Kallen: ik zal een motie indienen bij de komende AB-vergadering. Besloten: het AB stemt in met wijziging van het definitieve plan voor de Vierde Bergboezem conform bijgevoegd besluit met de aantekening dat de heer Van der Kallen geacht wordt tegen te hebben gestemd. 16. Project “De Ham” inrichtingsplan EVZ Spoorzone e.a. De heer Mureau: ik heb dit met veel belangstelling gelezen. Het gebied gaat mij aan het hart. Ik ben blij met de kwaliteitsimpuls die gegeven wordt op deze manier. Een aantal opmerkingen, ook namens mijn fractie. Er is geen wandelpad ingetekend. Onze fractie is van mening dat dit er wel moet liggen. Vanuit de gemeente en andere gebiedspartijen, zoals Eigen Huis Natuurvereniging, is al in een eerder stadium aangedrongen op het realiseren van een wandelpad. Tijdens een bijeenkomst op 19 juni werd door een vertegenwoordiger van het waterschap aangegeven dat zo’n pad niet mogelijk zou zijn vanwege een mogelijke verstoring van de natuurwaarden en de EVZ. Tweemaal per dag rijdt daar een goederentrein over het spoor. Die verhouding tussen verstoring door een wandelaar en een goederentrein is niet helemaal helder te krijgen. Wij besturen op hoofdlijnen. Onze fractie is van mening dat als met belastinggeld natuur wordt gerealiseerd, deze natuur ook voor de burgers toegankelijk moet zijn mits dit vanuit de ecologie mogelijk is. Door het aanleggen van een wandelpad langs de spoorzone wordt hieraan voldaan. De gemeente Drimmelen neemt het initiatief voor overleg over waar en hoe wandelpaden kunnen worden aangelegd. Wij geven het DB de opdracht mee dat de vertegenwoordiger van het DB een actieve rol speelt en zich sterk maakt voor de aanleg. De heer Van der Wal: de fractie ingezetenen wil graag duidelijkheid over de medefinanciering van de gemeente Drimmelen voordat met uitvoering van het project wordt begonnen. De heer Van Bavel: ik sluit mij aan bij de vorige spreker. Wij moeten eerst zekerheid hebben van de gemeente Drimmelen over de bijdragen. Anders beperken wij ons tot onze primaire taakstelling om zelf de EVZ wat betreft ons gedeelte, in te richten. Het overige is dan voor de gemeente. De heer Van der Aa: ik ben blij met de opmerkingen van de heer Mureau over de kwaliteitsimpuls. Hij refereert aan de bijeenkomst van vorige week die goed bezocht was met 60 belanghebbenden die aanwezig waren. Het wandelpad was daar ook een item. Wij hebben aangegeven dat vanwege de strook langs de spoorlijn, dit is een strook van tussen de 25 en 32 cm, als ik me niet vergis maximaal, twee keer per dag een trein langskomt. Dat is bekend. Het openstellen van het wandelpad, de openstelling kan bijdragen aan de verstoring en dat is van een grotere orde dan een trein. Een trein verstoort gedurende enkele minuten en het
-11-
wandelpad kan dat gedurende een heel etmaal doen. Dat was de reden. Wij hebben willen aangeven om te kijken in samenwerking met de gemeente of er een alternatief is in de omgeving van de spoorzone voor een recreatief wandelpad in plaats van langs de spoorlijn. Wij hebben in overleg met de gemeente Drimmelen het zogenaamde groenfonds ingesteld. Het is nog niet volledig gevuld. Wij gaan de komende maanden extra inzet plegen om met de gemeente Drimmelen een overeenkomst te sluiten om garanties te hebben over de financiering van de uitvoering. Ik stel voor dat u daarover een rapportage krijgt, ook via de management letter. Daarin kon u al lezen over het onderwerp in totaliteit. Mijn antwoord is om u daarover over 3 tot 4 maanden te informeren. De heer Mureau: onze fractie sluit zich aan bij de andere fracties over de medefinanciering door de gemeente Drimmelen. Een uitvoeringskrediet moet als voorwaarde gehanteerd worden. Ik ben geen ecoloog, dus ik kan niet beoordelen of de verstoring van een goederentrein groter of kleiner is dan van wandelaars. Dit is een grote kans. Die grond is in eigendom van het waterschap. Het is moeilijk om elders grond te verwerven. Het lijkt mij een utopie om op een andere plek een pad aan te leggen. De kans ligt er nu, dus pak hem nu. De heer Van der Kallen: ik heb een suggestie. Wij hebben hier vaker discussies over de menging van waterschapstaken en toeristisch recreatieve functies. Laten we eens een keer op excursie gaan naar het waterschap Rijn en IJssel. Hier is dit beleid omgezet in een concreet beleid in samenwerking met gemeenten maar ook met grondeigenaren, waarbij zaken als wandelpaden, kano- en ruiterroutes uitstekend gecombineerd kunnen worden op veel punten. Dat leidt ertoe dat er binnen een gebied meer draagvlak is voor activiteiten van het waterschap, zeker wanneer boeren meer ruimte krijgen in toeristisch recreatieve functies. Dan werkt dat samen. Ik geef het DB in overweging deze excursie te doen, zodat het DB en het AB kan zien dat het kan werken, zowel op natuur- en ecologisch gebied, maar ook economisch in de zin van stimuleren van toerisme en recreatie, respectievelijk draagvlak creëren bij grondeigenaren inclusief agrarische grondeigenaren. De heer Huijssoon: ik wil het ondersteunen. Ik vertoef nogal eens in dat gebied op de fiets. Ik heb daar nog nooit een trein gezien De heer Van der Aa: ik kan met de heer Van der Aa instemmen dat het een mooi gebied is. Het idee van een excursie nemen wij mee. Het is inderdaad een mooi gebied. Ik ben ook geen ecoloog. Om reden van verstoring door wandelaars, al of niet met huisdieren, past niet binnen het nagestreefde natuurdoeltype. Daarom wordt het voorstel gedaan om in overleg met de gemeenten te zoeken naar een alternatief in de nabije omgeving. Dat wil ik u in dit verband antwoorden. De heer Mureau: de grondverwerving is heel moeilijk. Dat zal niet zomaar lukken. Als natuur wordt gerealiseerd met belastinggelden, moet de natuur ook toegankelijk zijn voor de burger. De heer Van der Aa: ik kan u niet toezeggen om reden van het natuurdoeltype af te wijken van het uitgangspunt. De voorzitter: ik begrijp dat het inrichtingsplan verder ontwikkeld kan worden op voorwaarde dat de gemeente Drimmelen bijdraagt. Als dit onverhoopt niet lukt, moet het waterschap zich terugtrekken op de eigen taak. Met deze opmerking kunnen wij leven, want wij gaan er van uit dat Drimmelen meedoet. De heer Mureau: ik stem tegen het voorstel, en ik hoor dat van meerdere mensen van mijn fractie vanwege het ontbreken van het wandelpad en het ontbreken van de bereidwilligheid om dit serieus te overwegen. De voorzitter: er zit een principiële kant aan. Wilt u de taak van het waterschap verbreden tot toeristisch recreatieve taken of wilt u zich beperken tot waterstaatskundige en ecologische doelen? Als er een afweging gemaakt moet worden tussen natuur en recreatie, wat heeft dan het primaat. Ik zou het jammer vinden als u hier tegen zou zijn. De vraagstelling vraagt vanuit het principe aandacht. Daarover moeten we met elkaar nadenken om dit hanteerbaar te maken. Dit gaat in meerdere projecten terugkomen. De heer Mureau: wij moeten geen recreatieschap worden. Wij moeten maatwerk leveren en waar mogelijk, functies combineren. Dit is hiervoor een uitgelezen kans. Het zou jammer zijn om op basis van fundamentele argumenten te zeggen, dit doen we maar niet. De heer Jochems: ik wil de heer Mureau ondersteunen namens de fractie gebouwd. Het is moeilijk om gronden te verwerven, de gronden liggen er, dus dat pad moet aangelegd worden. De voorzitter: ik schors de vergadering voor een paar minuten voor intern beraad binnen het DB. De voorzitter: het DB heeft zich beraden. Het is misschien toch goed, ook gezien de reactie van de heer Van der Kallen, en dat zeg ik nu toe, om een notitie te maken over hoe het waterschap omgaat met recreatie en toerisme en hoe misschien mooie koppelingen te maken zijn met onze projecten en onze doelen en onze positie daarin helder zien te krijgen voor de toekomst, zodat deze discussies niet onnodig vaak hoeven te
-12-
worden gehouden. Dit project heeft zijn traject gehad. Wij staan nu voor de formele vaststelling van het inrichtingsplan, wij stellen voor dit toch te besluiten, met de aantekening dat de fractie gebouwd tegenstemt en dit plan tot uitvoering te brengen. De heer Mureau: ik heb de mening van mijn fractie gepeild. Ik wil het graag anders insteken. Het wandelpad ontbreekt in het plan. Ik pleit voor een aangepast inrichtingsplan waarin de optie van het pad is opgenomen. De realisatie hiervan moet afhankelijk worden gesteld van de bijdrage van de gemeente Drimmelen, want wij zijn geen recreatieschap. De voorzitter: het standpunt van het DB is om niet met de stemverklaring mee te willen gaan. De discussie hebben wij gevoerd. Wij waren aan besluitvorming toe. Wij kunnen helaas niet met uw stemverklaring meegaan. Ik stel voor het inrichtingsplan vast te stellen en constateer dat de fractie gebouwd tegenstemt. De heer Huijssoon: wij vinden ook dit pad mee te nemen in de onderhandelingen om hierover on speaking terms te blijven. De gemeente Drimmelen moet aanjager zijn. Wij moeten als waterschap niet entameren om overal wandelpaden aan te gaan leggen. Wij zijn geen recreatieschap. Wij willen de toezegging hebben dat het meegenomen wordt, want er zou best een win-win situatie kunnen ontstaan als er een mooi wandelpad aangelegd gaat worden en als de gemeente Drimmelen daarvoor de financiën over heeft. De voorzitter: ik zit qua procedure in de knel. Wij hebben twee termijnen achter de rug. Toen was er het signaal van een fractie. De overige fracties konden akkoord gaan. De schorsing was naar aanleiding van de stemverklaring, en u heeft dat aangegrepen om de discussie te heropenen. Ik wil nu een termijn accepteren voor een discussie. De heer Mureau: ik had een motie kunnen voorbereiden, maar meer bereidwilligheid van het DB verwacht. De heer Aertssen: ik spreek op persoonlijke titel. Ik heb het antwoord van het DB na de schorsing gehoord. Ik wil een stemverklaring afleggen eventueel vooruitlopend op een hoofdelijke stemming. Met de toezegging van het DB kan ik uit de voeten. De heer Hendrickx: wij vinden dat de heer Mureau met zijn vraag een heel eind in de goede richting is gekomen. Wij kunnen dit volgen om die optie open te houden met name als de gemeente mee gaat werken en steunen het voorstel van de heer Mureau. De heer Van der Kallen: wij zijn voor het aangaan van een principiële discussie over dit onderwerp. Binnen onze categorie zijn zeker stemmen om ons te houden aan onze kerntaken. De andere taken zijn verantwoordelijkheden van andere overheden. Het andere is nevenzaak c.q. een taak van andere overheden. Over dit specifieke onderwerp, dit heeft zijn traject gelopen. Wij willen toch tempo maken. Wij zijn enthousiast over de principiële discussie. Wij steunen het voorstel zoals het hier ligt. De heer Huijssoon: ik wacht de reactie van de portefeuillehouder af. Wij staan achter het voorstel van de heer Mureau. De heer Van der Burg: als de gemeente Drimmelen niet wil betalen, dat is dan jammer. Wij hebben overlegd en er moet een hoofdelijke stemming komen voor het plan van de heer Mureau. De voorzitter: ik zie dit als een amendement om overleg te plegen met de gemeente Drimmelen. Op voorwaarde dat de gemeente Drimmelen voor zo’n pad is, kan dit ingepast worden in het inrichtingsplan op voorwaarde dat Drimmelen betaalt. Het DB wil het huidige plan voortzetten. Kan het met handopsteken? Wie is voor het voorstel van de heer Mureau? Dat is een overgrote meerderheid en daarmee een opdracht aan het DB. Wij nemen het amendement over. Besloten: het AB stemt in met het definitief ontwerp Inrichtingsplan "EVZ Spoorzone" waarin de optie van een wandelpad langs de spoorzone is opgenomen. De realisatie van dit wandelpad wordt afhankelijk gesteld van de bijdrage van de gemeente Drimmelen. Het AB stemt voorts in met de verdere uitwerking en uitvoering van het Project “De Ham” inrichtingsplan EVZ Spoorzone e.a. 17. Aanvraag UVK voor de plaatsing van een kantelstuw Vierbundersweg (IP 8237; voorheen verplaatsing stuw Tichelrijt) Besloten: het AB stemt in met toekenning van een uitvoeringskrediet voor uitvoering van de plaatsing van stuw Vierbundersweg. 18. Aanvraag UVK waterbodemsanering de Donge (IP 6263)
-13-
Besloten: het AB stemt in met de uitvoering van de onderhoudsbaggerwerkzaamheden (waterbodemsanering) aan de Donge en stelt hiervoor een uitvoeringskrediet beschikbaar. 19. Aanvraag UVK aanpassing scheepvaartklasse 4 Mark en Dintel Besloten: het AB stemt in met de toekenning van een uitvoeringskrediet voor de werkzaamheden die nodig zijn voor de aanpassing van de scheepvaartklasse op riviervak II van de Mark 20. Aanvraag UVK mechanische slibindikking rwzi Dongemond De heer Huijsson: dit voorstel van bijna 3 miljoen daar moeten we 1,7 miljoen bijramen en dat komt dan door een scopewijziging. Nou is een scope een wijdere blik geloof ik. Hoera, het waterschap krijgt een wijdere blik. Een tweede reden zijn de calculatieonnauwkeurigheden. Nou gaat het met name om het tweede. Dat er een scopewijziging is, dan komt er een andere slibindikconfiguratie. Wij hopen dat de verhoging meer komt door de scopewijziging dan door de calculatieonnauwkeurigheden. De heer Oonincx: hierover is in de commissie uitgebreid gecommuniceerd. Het is een en-en situatie. Het is een wijziging van het plan met een calculatiecorrectie. Wij zitten in dit soort projecten vrij hoog met ons percentage calculatie. Naarmate het plan dichterbij komt, wordt dat bijgesteld. U moet er op vertrouwen dat wij daar op toezien. De heer Huijssoon: Het voorstel is in ieder geval transparant, daarvoor waardering. Besloten: het AB stemt in met de realisatie van project mechanische slibindikking rwzi Dongemond en stelt daartoe een uitvoeringskrediet beschikbaar. 21. Aanvraag UVK voor instandhouding Zimpro-installatie rwzi Nieuwveer tot 2011 De heer Wijnen: wij hebben het in de commissie hierover gehad. Wij begrijpen niet dat dit niet gewoon bij het reguliere onderhoud had gestaan. Dan hadden wij hier geen besluit over hoeven te nemen. De heer Oonincx: het is een instandhouding van een installatie vooruitlopend op een nieuwbouwproject wat wij willen gaan inplannen. Of je dat in het onderhoudsprogramma drukt of niet. Op het reguliere onderhoud bestaat meer grip en zekerheid. Dit is een onzekere situatie geworden wat meer middelen voor het onderhoud vraagt. De termijn is gesteld op 4 jaar om dit project aan de praat te houden. Het is heel simpel als het in het normale onderhoudspakket was opgenomen had dit wel meer of minder gekost. Hier is een speciale actie op gezet om dit meer in de publiciteit te krijgen in het onderhoudspakket en meer aandacht te geven, want als het uitvalt dan heb je een groot probleem. Wij hebben dit meer naar ons toe getrokken. De heer Van der Kallen: in strikte zin voor onderhoud had dit niet gehoeven, maar het is een investering vanwege Arbo, en daarom valt het buiten het strikte onderhoudsbudget. Dat komt niet tot zijn recht in de toelichting bij het agendapunt. Dat is de reden waarom het besluit hier voorligt. De heer Oonincx: daar heeft de heer Van der Kallen gelijk in. Besloten: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een krediet voor de korte termijn instandhouding van de Zimpro installatie tot 2011. 22. Aanvraag VBK nieuwbouw slibverwerking rwzi Nieuwveer vanaf 2011 Besloten: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ten behoeve van de vervanging van de slibverwerkinginstallatie op de rwzi Nieuwveer. 23. Rondvraag De heer Van der Kallen: binnen mijn fractie is men nieuwsgierig naar hoe het gaat met de watertoets. In de managementrapportage hebben wij iets kunnen lezen. Hier wordt niet gesproken over de watertoets, maar over het insteken van 5 fte in de beoordeling van artikel 19-plannen, ruimtelijke en overige plannen. Dit lijkt vruchten af te werpen. Aan het eind van het jaar wordt dit door elke waterbeheerder geëvalueerd met de gemeente. Dit lijkt of dit een landelijk project is, want u spreekt over elke waterbeheerder. Mij valt op, er staat: met de gemeenten, terwijl toch ook meespeelt dat de echte toets door de provincie gebeurt. Wij zien als fractie uit naar deze evaluatie. Hier wordt door het waterschap veel energie ingestopt. Het gaat over belangrijke zaken. Mijn waarneming is dat niet iedere opmerking van het waterschap wordt gehonoreerd. Het is een afweging. Het is van belang te kijken hoe dit wordt ingevuld. Als er gemeenten zijn die onze adviezen in de verste verte niet willen honoreren, dan moet je als waterschap de durf hebben om naar de provincie te gaan. Evalueren met gemeenten is een element, het evalueren met de provincie en de terugkoppeling naar
-14-
ons van in hoeverre zijn het eetbare vruchten die afgeworpen worden, zien wij met belangstelling tegemoet. Ik hoop dat ik deze zinnen op de juiste wijze heb geïnterpreteerd. De voorzitter: wij zullen de evaluatie verbreden zoals u beoogt. Dat spreken we nu af. De heer Schots: wij zijn nieuwsgierig naar het project van de uitbreiding bij de vijfde lijn SNB. Wij hebben hierover twee jaar geleden gesproken. Men heeft een paar keer naar de voortgang gevraagd, maar men hoort er niets meer van. Kunt u er iets over vertellen? De voorzitter: onlangs hebben wij een aandeelhoudersvergadering gehad bij SNB. Ik begrijp dat enerzijds de technische kant van de vijfde lijn wordt voortgezet. Vergunningen worden verkregen. Technieken zoals optimalisatie van energieopwekking worden onderzocht. Bij de aanbodkant veranderen de situaties per keer, heb ik de indruk. Als dominant gegeven kan genoemd worden dat de vergistinginstallatie in Mierlo voor de grote zuiveringsinstallatie van de Dommel is afgeblazen. Dat betekent dat er een enorme extra hoeveelheid naar SNB zal blijven komen. Op dit moment gaat er een hoeveelheid naar Duitsland omdat SNB dat niet kan verwerken. Hier moet een oplossing voor komen nu de investering zou leiden tot een mindere toevoer, niet doorgaat. Ik weet dat in ieder geval op zijn minst een waterschap in haar AB het voorstel heeft liggen om aandeelhouder te worden van SNB. Dat is één van de randvoorwaarden die u als AB ook gesteld heeft. Het is een momentopname. De directie en raad van commissarissen heeft de aandeelhoudersvergadering voorgehouden in de herfst met een concreet voorstel te willen komen, passend binnen de randvoorwaarden die de AB’s hebben gesteld. Daar wachten wij op. De heer Van der Burg: zijn er resultaten bekend van het Siemensprocedé? Ik ben geen aandeelhouder van Siemens. Als het waarheid wordt en de markt gaat op termijn krimpen met 70% dan moet je als aandeelhouder tegen uitbreiding stemmen. Op 8 juni heeft half Kaatsheuvel onder water gestaan. Ik heb hier allerlei vragen over gekregen van ingelanden. Is er iets mis gegaan met het rioleringssysteem? De voorzitter: op uw eerste vraag hebben wij al eerder antwoord gegeven. Ik heb daar nu geen concreet antwoord op in hoeverre dat idee concreet gaat worden. Het is goed te weten dat u daar alert op bent. Uw tweede vraag, er is geen rioleringstelsel mogelijk of watersysteem dat antwoord geeft op elke regenbui. In Nederland zijn daar normen voor ontwikkeld. Bebouwd gebied moet bijvoorbeeld een systeem kennen dat een bepaalde bui aankan. Als de norm wordt overschreden, komt er water op straat te staan. In Kaatsheuvel was er 70 mm water in een uur gevallen. Geen enkel rioleringstelsel heeft daar een goed antwoord op. Dat zullen we met elkaar moeten accepteren. Natuurlijk moet men leren van deze situaties, maar er zitten geen zwakke plekken in het systeem. De heer Jochems: namens de fractie gebouwd, wil ik een mededeling doen. U bent niet de pers, maar ik stoor mij als voorzitter c.q. woordvoerder van de fractie gebouwd iedere keer in de pers dat er een dissident aanwezig is van de fractie gebouwd. De heer Van der Burg is geen dissident, hij heeft gewoon een andere mening. De heer Van der Burg heeft altijd gezegd, ik ben tegen en daar blijf ik bij. Dit woord mag en kan niet gebruikt worden. Verder hebben wij een uitstekende samenwerking. De voorzitter: ik neem hier kennis van. De term wordt niet van onze kant gebruikt. De heer De Boer: als AB worden wij nooit of vrijwel nooit geïnformeerd over juridische procedures waarin het waterschap betrokken is. Ik zou graag een overzicht krijgen, niet over alle ins en outs, maar of het over een omvangrijke problematiek gaat. Kortom, kunt u ons daar een overzicht van verschaffen hoe groot die problematiek is en wat het belang is van die zaken. In het verlengde hiervan herinner ik mij dat er 2 procedures spelen waar de belangen voor het waterschap wel heel groot zijn, een met het havenschap Moerdijk over de betaling van waterschapslasten als ik het goed heb. Ik wil graag horen hoe het hiermee staat. Wanneer wordt de uitspraak verwacht? Een aantal inwoners van de gemeente Moerdijk heeft zich verenigd en is een procedure gestart tegen de gemeente over de aanleg van IBA’s in het buitengebied. Ik hoorde dat in de gemeente Steenbergen alle IBA’s zo ongeveer zijn aangelegd. Hoe staat het daarmee? De voorzitter: elke procedure rond bezwaar en beroep gaat eerst langs de commissie Bezwaarschriften van ons waterschap zelf. U krijgt een jaaroverzicht via het jaarverslag van deze commissie. Dus u weet over welke zaken mensen procedures opstarten. Ik weet niet of in dit overzicht ook blijkt hoeveel zaken doorgaan naar de rechtbank of Raad van State. Misschien kan het jaarverslag van de commissie op dit punt verbeterd worden. Uit mijn hoofd, het vraagstuk wie verantwoordelijk is voor het waterbeheer op het terrein van het havenschap, daar wordt een procedure over gevoerd. Onlangs is een uitspraak gekomen die het waterschap op alle punten in het gelijk heeft gesteld. Dat dossier is gesloten. Wij heffen al twee jaar, het bedrijfsleven heeft zich daar nooit zo tegen verzet, wel de organisatie van het havenschap, maar die hebben hun procedure verloren. Over de riolering buitengebied en Moerdijk, is het volgens mij zo dat de vereniging procedeert tegen het waterschap en niet tegen de gemeente. De heer Van der Burg: loopt er ook nog een belastingprocedure?
-15-
De voorzitter: ongetwijfeld! De heer De Boer: dank voor uw toezegging dat het jaarverslag van de commissie Bezwaarschriften uitgebreid wordt met zaken die bij de rechter terecht zijn gekomen. Wij stellen daar allemaal belang in. Dank voor uw mededeling over het havenschap. Ik ben blij dat wij dat gewonnen hebben. Over die andere procedure wil ik graag in de toekomst het besluit horen. De heer Spierings: ik heb een opmerking over agendapunt 16, over de suggestie van een excursie naar Rijn en IJssel. Ik stel voor om dan bij waterschap Rivierenland langs te gaan om te bekijken en van elkaar te leren van het beheer en onderhoud van het watersysteem. De voorzitter: ik heb de indruk dat ze liever bij ons zouden horen! De heer Van Bavel: bij de management letter heb ik gevraagd naar of ervaring is opgedaan met de Europese aanbestedingen. Ik heb een vraag over het onderhoud. In het tevredenheidonderzoek blijkt dat het landelijk gebied slecht scoort. Dat is jammer. Over 2 jaar moeten wij dit onderwerp alsnog specifiek evalueren of er verbeterpunten gekomen zijn, anders heeft een evaluatie weinig zin. De nieuwsbrief die aan alle ingelanden is gestuurd die langs de weg- en waterlopen liggen, ik lig er zelf ook langs, maar ik kan mij niet herinneren dat ik deze ontvangen heb. Wilt u dat nagaan? De voorzitter: Europees aanbesteden, het lijkt dat u veronderstelt dat het een nieuw fenomeen is waar wij voor het eerst mee geconfronteerd zijn. Ook het waterschap is gehouden zoals elke partij in Nederland boven bepaalde budgetten Europees aan te besteden. Wij hebben hier goede ervaring mee al een aantal jaren. Voor het beheer van waterlopen is de Europese aanbesteding achter de rug. Het is een wettelijke verplichting. U moet niet direct veronderstellen dat er kosten worden bespaard. Het is een wetgeving waaraan wij moeten voldoen. Er kan niet direct gezegd worden dat het veel geld op zal leveren. Over het klanttevredenheidsonderzoek, vooral onze medewerkers trekken het zich aan, het bestuur ook uiteraard, dat hier een 6,5 staat. Wij gaan voor hoger, dat staat in het plan, wij willen daar een 7 van maken, daar wordt nu echt op geïnvesteerd. Naast de resultaten wordt een plan van aanpak gemaakt hoe dit aan te pakken en dit te verbeteren. Het is een goede suggestie dat weer een keer te herhalen en te kijken of de doelen bereikt zijn. De vraag over de brief kan ik niet beantwoorden. Wij hebben geprobeerd aan alle belanghebbenden de brief te sturen. Het is gelukkig niet overal mis gegaan. De heer Wijnen: ik heb een suggestie om mee te geven zowel bij de gemeente als het waterschap, om te bekijken of er een nieuwe samenwerking kan komen wat het schouwvoeren, sloten schoonmaken en maaien betreft. Nou rijden er diverse ondernemers over de wegen en door de velden. Als dit gezamenlijk op elkaar afgestemd wordt, dan werkt het gemakkelijker in het veld en krijg je niet de wantoestanden die we nu hebben. Ik verzoek dit een keer bij de gemeenten en bij het waterschap aan de orde te stellen. De voorzitter: ik zie er weinig in op dit moment, maar we zullen het erover hebben in het DB. 24. Sluiting De voorzitter: Hiermee hebben wij het? Bedankt u allen. Een goede vakantie en tot de volgende vergadering.. Ik sluit de vergadering om 11.45 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 3 oktober 2007. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-16-
Actielijst algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta Uit vergadering
Actie
Tijdstip
AB 4 april 2007
Lijstje met nog openstaande beslispunten voor het AB die voortvloeien uit de nieuwe Waterschapswet en daarmee samenhangende regelgeving toezenden aan de AB-leden.
Meteen zodra voorhanden Loopt
AB 4 april 2007
Geen standpunt inbrengen bij de Unie van waterschappen over het rapport Financiering primaire waterkeringen (commissie Vellinga) vóórdat dit een AB is behandeld.
AB 3 oktober 2007 of later
AB 4 april 2007
Notitie over de inzet van agrarische natuurverenigingen
AB 3 oktober 2007 Afgehandeld
AB 27 juni 2007
Aan het AB helder beeld verstrekken inzake de huidige uitvoering van het onderhoud aan de waterlopen waarbij een toetsing zit aan het geldende beleid.
via separate mededeling Afgehandeld
AB 27 juni 2007
Berichten over reserveringen grondaankopen
Via separate email Afgehandeld
AB 27 juni 2007
Adviesnota aan AB inzake de houding van het waterschap in het kader van recreatieve ontwikkelingen en voorzieningen waaronder recreatief medegebruik waterschapseigendommen
AB december 2007 Loopt
AB 27 juni 2007
Mededeling inzake evaluatie / stand van zaken Watertoets waarbij AB december 2007 naast de relatie met gemeenten ook wordt ingegaan op de relatie met Loopt provincie
AB 27 juni 2007
Aan het AB een samenvattend overzicht verstrekken van rechtszaken en bezwaar- en beroepsprocedures met stand van zaken/ uitslag procedure.
-17-
AB 3 oktober 2007 Afgehandeld
Vergadering algemeen bestuur d.d. 3 oktober 2007 Agendapunt 5
Nummer : *07I001836* Barcode : *07I001836*
Besluitenlijst d.d. 27 juni 2007 Agendapunt
Onderwerp
1.
Opening Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming
2.
Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst van het algemeen bestuur van 4 april 2007. Besloten: het algemeen bestuur stelt de gewijzigde notulen en de besluitenlijst vast.
3.
Mededelingen a. Jaarverslag Calamiteitenzorg 2006 b. Overzicht ontvangen klachten 2006 c. Evaluatie 2006 beheer & onderhoud IBA’s d. Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische werken 2006 e. Masterplan duurzaam haven- en industrieterrein Moerdijk (2007-2010) f. Mededeling inzake Vlaanderen (Opgenomen in Managementletter) g. Uniformering onttrekkingsverbod uit oppervlaktewater h. Resultaten klanttevredenheidsonderzoeken i. Atlas van lokale lasten COELO j. Stand van zaken reglementswijziging/nieuwe Waterschapswet Besloten: het algemeen bestuur neemt de mededelingen voor kennisgeving aan.
4.
Ingekomen stukken a. Brief Vereniging Vrienden van het Markdal + antwoord dagelijks bestuur b. Brief Brabantse Milieufederatie + antwoord dagelijks bestuur Besloten: het algemeen bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan.
5.
Verslagen Regiocommissies a. Verslag regiocommissie West d.d. 19 april 2007 b. Verslag regiocommissie Oost d.d. 16 april 2007 c. Verslag regiocommissie Midden d.d. 17 april 2007 Besloten: het AB neemt de verslagen voor kennisgeving aan.
6.
Verslagen AB-commissies d.d. 6 juni 2007 a. Verslag commissie Beleid en Investeringen b. Verslag commissie Beheer en Onderhoud c. Verslag commissie Bestuur en Middelen Besloten: het AB neemt de verslagen voor kennisgeving aan.
7.
Managementletter 2007-2 Besloten: Het AB neemt de Managementletter 2007-2 voor kennisgeving aan.
8.
Jaarrekening 2006 Het waterschap heeft per saldo een positief saldo gerealiseerd van € 813.000,-. Gemeld kan worden dat het waterschap de voorgenomen activiteiten op exploitatiebasis voor het overgrote deel heeft uitgevoerd. Besloten: Het AB stelt de jaarrekening over 2006 vast en stemt in met de onderstaande verdeling van het positieve exploitatiesaldi over 2006 van € 813.000,-: € 219.000,- te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkering; € 619.000,- toe te voegen aan de egalisatiereserve waterkwantiteit; € 197.000,- te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkwaliteit; € 100.000,- toe te voegen aan de calamiteitenreserve waterkwaliteit; € 510.000,- toe te voegen aan de wachtgeldaanspraken personeel; met de aantekening dat het AB-lid Van der Burg geacht wordt tegen te hebben gestemd.
9.
Investeringsplan 2008-2012 Het investeringsplan geeft aan welke projecten de komende 5 jaar uitgevoerd gaan worden, voor welk bedrag en wanneer binnen de planperiode. Jaarlijks wordt het investeringsplan geactualiseerd waarbij een nieuwe jaarschijf wordt meegenomen. Besloten: het AB stemt in met het voorliggende investeringsplan 2008-2012
10.
Beschrijving waterstaatsgeschiedenis gebied Brabantse Delta Op basis van een vooronderzoek is het dagelijks bestuur tot de conclusie gekomen dat het een goede zaak zou zijn om aan een historicus opdracht te geven tot het beschrijven van de waterstaatsgeschiedenis van het gebied van Brabantse Delta. Voor dit gebied is nog geen complete wetenschappelijke geschiedschrijving van de waterstaatsgeschiedenis voorhanden en het dagelijks bestuur vindt – mede gelet op de maatschappelijke rol van het waterschap op dit terrein – een dergelijke geschiedschrijving zeer belangrijk. Besloten: het AB stemt in met een opdracht aan de historicus dr. J. van de Noort tot het beschrijven van de waterstaatsgeschiedenis van het gebied van Brabantse Delta.
-2-
11.
Samenvoeging van de laboratoria waterschap Hollandse Delta en waterschap Brabantse Delta Om redenen van efficiency, vermindering van de kwetsbaarheid in de toekomst, en de mogelijkheden voor continue kwaliteitsborging, -verbetering en innovatie is opschaling van het laboratorium sterk gewenst. Samenvoeging met het laboratorium van waterschap Hollandse Delta biedt hiertoe, als eerste stap naar verdere schaalvergroting, een goede mogelijkheid. Inhoudelijk levert de samenvoeging door de schaalvergroting en specialisatie de gewenste voordelen op. Dit is uitgewerkt in de bijgesloten rapportage. Uitgangspunt bij de samenvoeging is dat de huisvesting in Rotterdam en Breda in elk geval de komende 5 tot 10 jaar in gebruik blijven door het gezamenlijke laboratorium; dit om desintegratiekosten zoveel als mogelijk te voorkomen. Besloten: Het AB stemt in met: de conclusies van het rapport; - het oprichten van een gemeenschappelijke regeling laboratoriumorganisatie per 1 mei 2008 waarin zowel het fysisch-chemisch laboratorium (inclusief metalen en organisch onderzoek), een deel van de monstername als het hydrobiologisch onderzoek worden ondergebracht; - opdrachtverlening aan het DB een en ander uit te werken en voor te bereiden; - het daartoe instellen van een Stuurgroep waarin de Secretaris Directeur en het Sectorhoofd SBO zullen plaatsnemen vanuit waterschap Brabantse Delta. Vanuit waterschap Hollandse delta nemen de Algemeen Directeur en de Directeur RL deel; Onder de voorwaarde van positieve besluitvorming door het AB, stemt het DB in met: 1. het verlenen van volmacht aan de Stuurgroep voor het aantrekken van een kwartiermaker; 2. het verlenen van mandaat aan de stuurgroep voor: x het voorbereiden van hetgeen inzake sociaal statuut, het plaatsingsreglement en overige personele regelingen aan het AB ter besluitvorming moet worden gebracht; x het vaststellen van functiebeschrijvingen, functiewaarderingen en statusbepalingen van medewerkers; 3. het verevenen van verschillen in uitgangspositie van beide laboratoria in financiële zin conform een gezamenlijk overeen te komen methodiek en over de periode 2008 tot en met 2010; met de aantekening dat het AB-lid van der Burg geacht wordt tegen te hebben gestemd.
-3-
11a.
Verordening Bijzonder Georganiseerd Overleg In de AB van 27 juni 2007 neemt het algemeen bestuur een besluit over het samenvoegen van de laboratoria van de waterschappen Brabantse Delta en Hollandse Delta. Als men tot samenvoeging besluit is het efficiënt om zaken als het plaatsingstraject, het sociaal statuut en de lokale regelingen met de vakbonden te kunnen bespreken in een Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) (in plaats van twee afzonderlijke Commissies voor Georganiseerd Overleg). Voorwaarde voor formeel overleg in een BGO is het vaststellen van bijgevoegde Verordening BGO. Besloten: Het AB stelt de Verordening Bijzonder Georganiseerd Overleg vast.
11.b
Voordracht werkgeversleden BGO met plaatsvervangers Op grond van artikel 2, tweede lid, van Verordening BGO benoemt het AB op voordracht van het DB twee leden met hun plaatsvervangers als lid van het Bijzonder Georganiseerd Overleg. Besloten: Het AB-lid Schots, met als plaatsvervanger het AB-lid Bruurs, en het AB-lid Slenders, met als plaatsvervanger het AB-lid Jochems, worden door het AB, op voordracht van het DB, aangewezen om zitting te nemen in het BGO conform bijgevoegd concept-besluit.
12.
Voortgang IP 7910: KRW, waterbeheerplan en beheerplan waterkeringen Het proces van het waterbeheerplan en de KRW verlopen conform “Plan van aanpak waterbeheerplan en KRW stroomgebiedbeheerplan” (goedgekeurd door het AB op 6 december 2006). In de nota wordt de stand van zaken toegelicht en een voorstel gedaan voor de bestuurlijke agenda (2007 tot en met 2009). Het nieuwe beheerplan waterkeringen wordt integraal onderdeel van het waterbeheerplan 2010-2015. Het huidige beheerplan waterkeringen loopt tot 1 januari 2009. Voor het overgangsjaar 2009 wordt in de nota een voorstel gedaan. Besloten: het AB stemt in met het voorstel om het bestaande Beheerplan Waterkeringen 2004-2008 geldig te houden en een actieprogramma op te stellen voor het jaar 2009. Het AB neemt de voortgang van IP7910 voor kennisgeving aan en stemt in met het voorstel voor de bestuurlijke agenda 2007 tot en met 2009.
13.
Beschrijving bestuursroute uitvoeringsprogramma In deze nota wordt mede aan de hand van een tabel en een stroomschema de bestuursroute van het uitvoeringsprogramma beschreven. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in tien stappen: 1. bestuursprogramma 2. opstellen IGA 3. voteren uitvoeringskrediet per gebiedsgericht project 4. opstellen ontwerp-inrichtingsplan 5. opstellen inspraaknota 6. vaststelling definitief inrichtingsplan 7. eventueel verschuivingen binnen uitvoeringskrediet tussen verschillende activiteiten binnen gebiedsgericht plan 8. in uitvoering nemen plan 9. oplevering 10. beheer, monitoring en evaluatie. Besloten: het AB neemt voor kennisgeving aan de beschrijving bestuursroute uitvoeringsprogramma.
14.
Vaststellen juridisch instrumentarium waterberging en legger Albano In de vergadering van 19 december 2006 heeft het DB het juridisch instrumentarium waterberging en de legger voor bergingsgebied Albano in ontwerp vastgesteld. De stukken hebben vervolgens van 16 januari tot en met 26 februari 2007 ter inzage gelegen waarbij op onderdelen zienswijzen konden worden ingediend. Daarnaast hebben de regiocommissies adviezen uitgebracht. Nu is de definitieve vaststelling van het instrumentarium en de legger Albano door het AB aan de orde. Besloten: het AB besluit tot het vaststellen van de Keur waterberging, de Verordening nadeelcompensatie bergingsgebieden, de legger bergingsgebied Albano 2006 en de nota van inspraak. Het AB stemt in met de Beleidsnota waterberging en schade en het AB neemt over de reactie van het dagelijks bestuur op de adviezen van de regiocommissies.
-4-
15.
Wijziging plan Vierde Bergboezem Het inrichtingsplan voor de Vierde Bergboezem dat in het AB van 7 december 2005 is vastgesteld dient te worden gewijzigd. Aangepast moeten worden de buitengrenzen die in het oorspronkelijke besluit soms buiten de begrenzingen van het reconstructieplan de Baronie vielen. Hierdoor is de planologische doorwerking van het reconstructieplan niet gewaarborgd. Daarnaast toonde nadere berekening aan dat de kades vanwege opwaaiing 40 cm hoger moeten zijn dan eerder berekend. Met de genoemde voorgenomen wijzigingen is het plan in de inspraak geweest. Hierop zijn echter geen zienswijzen ingediend. Besloten: het AB stemt in met wijziging van het definitieve plan voor de Vierde Bergboezem conform bijgevoegd besluit, met de aantekening dat het AB-lid Van der Kallen geacht wordt tegen te hebben gestemd.
16.
Project “De Ham” inrichtingsplan EVZ Spoorzone e.a. In het projectgebied 19 "De Ham" wordt de EVZ spoorzone volledig ingericht, daarbuiten worden drie stapstenen langs andere EVZ's gedeeltelijk ingericht. Bijbehorende gronden zijn in eigendom dan wel worden ze op dit moment verworven. Het inrichtingsplan is gereed en er is gestart met het opstellen van het bestek. Besloten: het AB stemt in met het definitief ontwerp Inrichtingsplan "EVZ Spoorzone" waarin de optie van een wandelpad langs de spoorzone is opgenomen. De realisatie van dit wandelpad wordt afhankelijk gesteld van de bijdrage van de gemeente Drimmelen. Het AB stemt voorts in met de verdere uitwerking en uitvoering van het Project “De Ham” inrichtingsplan EVZ Spoorzone e.a.
17.
Aanvraag UVK voor de plaatsing van een kantelstuw Vierbundersweg (IP 8237; voorheen verplaatsing stuw Tichelrijt) Aanvraag van een uitvoeringskrediet voor de plaatsing van kantelstuw Vierbundersweg tussen het industrieterrein Tichelrijt en het achterliggend landbouwgebied in de gemeente Dongen. Besloten: het AB stemt in met toekenning van een uitvoeringskrediet voor uitvoering van de plaatsing van stuw Vierbundersweg.
18.
Aanvraag UVK waterbodemsanering de Donge (IP 6263) In een gedeelte van de Donge tussen rijksweg A59 en het separatiepunt in de gemeente Oosterhout en gemeente Geertruidenberg en twee zuidelijk gelegen waterlopen bevindt zich 31.400 m3 verontreinigde baggerspecie. De kwaliteit van de baggerspecie is onderzocht en blijkt klasse 2, 3 en 4 te zijn. Om het afvoerend vermogen van de Donge weer te herstellen wordt het profiel tot het leggerprofiel uitgebaggerd. Concreet houdt dit in dat er 19.800 m3 verontreinigde onderhoudsbaggerspecie verwijderd wordt en dat er 11.600 m3 verontreinigde waterbodem onder het leggerprofiel aanwezig blijft. Besloten: het AB stemt in met de uitvoering van de onderhoudsbaggerwerkzaamheden (waterbodemsanering) aan de Donge en stelt hiervoor een uitvoeringskrediet beschikbaar.
19.
Aanvraag UVK aanpassing scheepvaartklasse 4 Mark en Dintel Aanvraag uitvoeringskrediet voor het opwaarderen van de scheepvaartklasse op riviervak II van de Mark. Besloten: het AB stemt in met de toekenning van een uitvoeringskrediet voor de werkzaamheden die nodig zijn voor de aanpassing van de scheepvaartklasse op riviervak II van de Mark.
20.
Aanvraag UVK mechanische slibindikking rwzi Dongemond De slibgisting op de rwzi Dongemond is overbelast. Volgens de strategische slibstudie van 2004 kan het probleem het beste opgelost worden door middel van het installeren van een mechanische bandindikker. Uit doelmatigheidsoverweging zijn er in het project enkele andere ontwikkelings- en instandhoudingsinvesteringen ondergebracht. Besloten: het AB stemt in met de realisatie van project mechanische slibindikking rwzi Dongemond en stelt daartoe een uitvoeringskrediet beschikbaar.
-5-
21.
Aanvraag UVK voor instandhouding Zimpro-installatie rwzi Nieuwveer tot 2011 In het AB van 4 april 2007 is het principe-besluit genomen de Zimpro-installatie Nieuwveer te vervangen door slibgisting en slibontwatering met een planning gericht op inbedrijfstelling met ingang van 2011. Tot het moment dat de nieuwe voorzieningen in bedrijf worden genomen zal de huidige installatie bedrijfszeker en conform vergunningsvereisten in bedrijf moeten blijven. Het benodigde uitvoeringskrediet daarvoor wordt hierbij aangevraagd. Besloten: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een krediet voor de korte termijn instandhouding van de Zimpro installatie tot 2011.
22.
Aanvraag VBK nieuwbouw slibverwerking rwzi Nieuwveer vanaf 2011 In het AB van 4 april 2007 is het principebesluit genomen de Zimpro-installatie Nieuwveer te vervangen door een nieuw te bouwen slibgisting en slibontwatering. Deze moet in 2011 in bedrijf genomen worden. Voor de voorbereiding van deelstudies, een voorontwerp, een definitief projectplan en het ontwerp inclusief aanbesteding is een voorbereidingskrediet van € 800.000,-- nodig. Volgens planning zal dan in juni 2008 een uitvoeringskrediet aangevraagd kunnen worden. Realisatie moet in 2009 en 2010 plaatsvinden. De installatie kan dan begin 2011 in bedrijf gesteld te worden. Besloten: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ten behoeve van de vervanging van de slibverwerkingsinstallatie op de rwzi Nieuwveer.
23.
Rondvraag
24.
Sluiting om 11.45 uur
De actielijst van het algemeen bestuur vindt u voortaan direct onder de notulen van de vorige vergadering.
-6-
Nummer : *07I002208* Barcode : *07I002208* Mededeling 6a voor het algemeen bestuur van 3 oktober 2007 Onderwerp: procedures in 2006 en 2007 (tot en met 15 augustus 2007) In de vergadering van het algemeen bestuur van 27 juni jl. is verzocht om een overzicht van juridische procedures waarin het waterschap betrokken is. Specifiek is gevraagd naar twee procedures waarbij de belangen van het waterschap groot zijn. Het betreft een procedure met het Havenschap Moerdijk en een procedure die een Moerdijkse belangenvereniging heeft gestart tegen het waterschap. Hierbij treft u aan een overzicht van de procedures uit 2006 en 2007. Hiermee is tevens voldaan aan de wettelijke verplichting om procedures bij het AB te melden. De bezwaarprocedures zijn in het overzicht niet meegenomen, behalve in het geval dat het waterschap zelf bezwaar heeft gemaakt. De commissie Bezwaarschriften zorgt ieder jaar voor een verslag van de behandelde bezwaren (uitgezonderd de fiscale bezwaren). De fiscale bezwaren zijn ieder jaar zeer omvangrijk (enkele duizenden). In het overzicht zijn alleen de fiscale beroepsprocedures opgenomen. Een aantal procedures is hieronder nader toegelicht. Het betreft procedures waarbij de belangen van het waterschap (in juridisch, financieel, bestuurlijk of anderszins) aanzienlijk kunnen zijn. Het nummer van de hieronder vermelde procedures correspondeert met het nummer van bijgevoegde lijst van procedures. Bij de Jaarrekening zal voortaan jaarlijks een actueel overzicht van procedures worden verstrekt. Havenschap Moerdijk (nr. 58) In het verleden is een overeenkomst afgesloten tussen waterschap Land van Nassau en het Havenschap Moerdijk. In deze overeenkomst is vastgelegd dat het Havenschap geen omslag hoeft te betalen. Waterschap Brabantse Delta heeft aanvang 2004 voorgesteld deze overeenkomst te beëindigen. Het Havenschap ging hiermee niet akkoord. Het Havenschap heeft de zaak aan de rechter voorgelegd. De rechtbank heeft zowel in een kort geding procedure als in de bodemzaak het waterschap gelijk gegeven. De overeenkomst is beëindigd en het waterschap heft belasting zowel van het Havenschap als van de daar gevestigde bedrijven. Dit betekent extra inkomsten voor het waterschap van minimaal € 300.000 per jaar. Moerdijkse belangenvereniging (nr. 13) Het betreft hier het beroep van een belangenvereniging uit de gemeente Moerdijk. De vereniging heeft beroep ingesteld tegen enkele tientallen besluiten op bezwaar van ons dagelijks bestuur. Deze besluiten op bezwaar waren gericht aan de diverse leden van de vereniging en hadden betrekking op het niet toestaan door het waterschap van een kleinere voorziening dan een 6m3 septic tank voor het lozen van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater. De vereniging moest bij het instellen van de beroepen bij de Raad van State voor iedere zaak apart griffierecht betalen. Hiermee ging de vereniging niet akkoord. Om die reden heeft de vereniging slechts voor één lid de beroepsprocedure bij de Raad van state doorgezet. Dit beroep is gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond verklaard. Met andere woorden de vereniging heeft geen gelijk gekregen van de rechter. Nieuwbouw Bouvigne (nr. 1) Het betreft hier twee procedures die van belang zijn: o
Het besluit tot aanwijzing van Bouvigne als historische buitenplaats (Ministerie OC & W). Het waterschap heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Dit bezwaar is ongegrond verklaard. Het waterschap heeft hiertegen beroep ingesteld.
o
Weigering van de gemeente Breda op het eerste verzoek om een monumentenvergunning. Hiertegen is door het waterschap beroep ingesteld bij de rechtbank. Dit beroep is ongegrond verklaard. Het waterschap heeft hoger beroep ingesteld. Deze procedure loopt nu.
Beëindiging anti-afhaakcontract met een bedrijf in Breda (nr. 57) Het waterschap heeft een overeenkomst afgesloten voor een periode van tien jaar (tot 1 januari 2008) met een bedrijf en in deze overeenkomst is bepaald dat gedurende deze periode een bepaalde hoeveelheid afvalwater door het bedrijf wordt aangeleverd (via de riolering) op de rwzi van het waterschap. Voortijdig heeft het bedrijf echter de levering van zijn afvalwater gestopt. Hierdoor mist het waterschap een aanzienlijk bedrag aan verontreinigingsheffing, terwijl de vaste lasten gewoon gelijk blijven. Door de rechtbank is in een zogenaamd tussenvonnis vastgesteld dat het bedrijf schadeplichtig is. Op dit moment wordt de hoogte van de schade door de rechtbank bepaald. De eis van het waterschap is omvangrijk. Verzoek om nadeelcompensatie (nr. 63) Door een aantal boeren is gezamenlijk een verzoek om nadeelcompensatie ingediend bij het waterschap voor een bedrag van € 230.000,-. Het verzoek betreft een vergoeding van geleden schade als gevolg van wateroverlast in de jaren 2000, 2002 en 2003. De wateroverlast heeft betrekking op de waterlopen Moersloot en Raamloop (tussen Zundert en Rijsbergen). Het verzoek om nadeelcompensatie is in eerste instantie niet in behandeling genomen door het waterschap, omdat de brief door het waterschap was aangemerkt als een aansprakelijkstelling (civiel recht). Daarnaast was het verzoek buiten de daarvoor geldende termijn ingediend zonder verschoonbare redenen. Op grond van een rechterlijke afspraak in 2005 is het waterschap alsnog verplicht de zaak in behandeling te nemen als een verzoek om nadeelcompensatie. Behandeling vindt nu plaats. Naast dit verzoek om nadeelcompensatie zijn deze boeren tevens een procedure bij de rechtbank gestart (civiele procedure). In deze procedure hebben zij geëist dat het waterschap maatregelen moet nemen om de wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Deze vordering is door de rechtbank afgewezen (juni 2007). Door de boeren wordt nu overwogen om in hoger beroep te gaan. Strafzaak rwzi Bath (nrs. 61 en 62) Het waterschap is betrokken geweest in een strafrechtelijke procedure met betrekking tot de zuivering Bath. Het waterschap werd verdacht van het handelen in strijd met de aan het waterschap verleende Wvovergunning. In deze strafzaak is het waterschap vrijgesproken. Daarna is door het waterschap bij het gerechtshof een verzoek ingediend om de proceskosten (waaronder kosten van rechtsbijstand) vergoed te krijgen. Aan dit verzoek is voldaan. Het waterschap heeft een bedrag van € 32.540,- vergoed gekregen van het Openbaar Ministerie. Verzoeken om vergoeding gewassenschade (nrs. 35, 36 en 37) Er lopen op dit moment enkele procedures waarbij het waterschap aansprakelijk is gesteld voor gewassenschade als gevolg van wateroverlast in 2001. De gevorderde schadevergoeding bedraagt per zaak niet meer dan € 14.000.
-2-
rechtsgebied
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
Nr
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
belanghebbende
belanghebbende
appellant
positie waterschap
overig
overig
overig
onderwerp in het kort
bouwvergunning windwatermolen Breda
beroep tegen keur
weigering monumentenvergun ning Bouvigne
nadere omschrijving
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
demping sloot
overkluizing
demping sloot
demping sloot
kade en evz Leurse Haven
Pagina 1 van 6
personele zaken
personele zaken
personele zaken
keurontheffing
keurontheffing
keurontheffing
keurontheffing
administratief beroep besluit aanleg of verbetering waterstaatswerk
administratief beroep besluit aanleg of verbetering 18 maal administratief waterstaatswerk 4e bergboezem
bezwaar
beroep
beroep
verbijzondering procedure
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
GS
GS
B. en W. Breda
Rechtbank
Rechtbank
wie doet uitspraak
Procedures afgerond in de periode 2006 t/m 15 aug 2007
ongegrond
ongegrond
gedeeltelijk gegrond
ongegrond
gegrond
gegrond
gegrond
ongegrond
ongegrond
niet-ontvankelijk
ongegrond
ongegrond
uitspraak
gewonnen
gewonnen
gedeeltelijk gewonnen
gewonnen
verloren
verloren
verloren
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
verloren
gewonnen/ verloren
rechtsgebied
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
Nr
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
positie waterschap
verzoek om voorl voorziening
verzoek om voorl voorziening
verzoek om voorl voorziening
verzoek om voorl voorziening
verzoek om voorl voorziening
hoger beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
verbijzondering procedure
voorschriften
voorschriften
demping sloot
demping sloot
overtreding wvovergunning
demping sloot
overstort
voorschriften
voorschriften
voorschriften
scheepvaartafmetin gen
verzoek kleinere IBA voorziening
nadere omschrijving
Pagina 2 van 6
WVO-vergunning
WVO-vergunning
keurontheffing
keurontheffing
bestuursdwang
keurontheffing
WVO-vergunning
WVO-vergunning
WVO-vergunning
WVO-vergunning
scheepvaartbesluit
overig
onderwerp in het kort
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Rechtbank
Rechtbank
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Rechtbank
Afd. Rechtspraak
wie doet uitspraak
Procedures afgerond in de periode 2006 t/m 15 aug 2007
afwijzing verzoek om voorlopige voorziening
verzoek ingetrokken
ingetrokken
verzoek ingetrokken
gedeeltelijk gegrond
gegrond
ongegrond
ongegrond
gedeeltelijk gegrond
gegrond
beroep ingetrokken
niet-ontvankelijk
uitspraak
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gedeeltelijk gewonnen
verloren
gewonnen
gewonnen
gedeeltelijk gewonnen
verloren
gewonnen
gewonnen
gewonnen/ verloren
rechtsgebied
bestuursrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
Nr
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
positie waterschap
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
verzoek om voorl voorziening
verbijzondering procedure voorschriften
nadere omschrijving
Pagina 3 van 6
combi-aanslag
combi-aanslag
aanslag verontreinigingsheffi ng
aanslag verontreinigingsheffi ng
aanslag verontreinigingsheffi ng
aanslag verontreinigingsheffi ng
aanslag verontreinigingsheffi ng
aanslag verontreinigingcheffin ng
aanslag gebouwd
aanslag gebouwd
aanslag gebouwd
WVO-vergunning
onderwerp in het kort
Hof
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Hof
Rechtbank
Hof
Rechtbank
Afd. Rechtspraak
wie doet uitspraak
Procedures afgerond in de periode 2006 t/m 15 aug 2007
ongegrond
beroep ongegrond
ingetrokken
beroep ingetrokken
gedeeltelijk gegrond
gedeeltelijk gegrond
ongegrond
ongegrond
beroep ingetrokken
ongegrond
verzoek ingetrokken
verzoek ingetrokken
uitspraak
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gedeeltelijk gewonnen
gedeeltelijk gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen/ verloren
rechtsgebied
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
Nr
'37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
positie waterschap
beroep
beroep
administratief beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
verbijzondering procedure
nadere omschrijving
Pagina 4 van 6
invorderingskosten
invorderingskosten
invorderingskosten
verzuimboete
combi-aanslag
combi-aanslag
combi-aanslag
combi-aanslag
combi-aanslag
combi-aanslag
combi-aanslag
combi-aanslag
onderwerp in het kort
Rechtbank
Rechtbank
DB
Hof
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
wie doet uitspraak
Procedures afgerond in de periode 2006 t/m 15 aug 2007
gedeeltelijk gegrond
niet-ontvankelijk
ongegrond
ongegrond
ingetrokken
gegrond
niet-ontvankelijk
ongegrond
ongegrond
ongegrond
ongegrond
niet-ontvankelijk
uitspraak
gedeeltelijk gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
verloren
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen/ verloren
rechtsgebied
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
Nr
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
gedaagde
gedaagde
gedaagde
gedaagde
eiser
derde-belanghebbende
derde-belanghebbende
verweerder
belastingplichtige
belastingplichtige
verweerder
verweerder
positie waterschap
civiele procedure
kort geding
civiele procedure
civiele procedure
hoger beroep
civiele procedure eerste aanleg
civiele procedure eerste aanleg
beroep
bezwaar
bezwaar
beroep
beroep
verbijzondering procedure
beëindiging pacht
personele zaken
opzeggen bestuursovereenkomst
anti-afhaakcontract
beëindiging pacht
bezwaar tegen correcties bvr
nadere omschrijving
Pagina 5 van 6
pachtzaak
overig
schadeclaim
overig
pachtzaak
schadeclaim
toewijzing eigendom ruilverkaveling
combi-aanslag
aanslagen gemeentel belastingen
aanslag verontreinigingsheffi ng
invordering
invordering
onderwerp in het kort
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Hof
Rechtbank
Rechtbank
Hof
B. en W.
Bureau rijksheffingen
Rechtbank
Rechtbank
wie doet uitspraak
Procedures afgerond in de periode 2006 t/m 15 aug 2007
pacht verlengd
ingetrokken
ongegrond
schadeplichtig held bedrijf erkend
eis ingetrokken
eis toegewezen
eis afgewezen
ongegrond
gegrond
gegrond
niet-ontvankelijk
niet-ontvankelijk
uitspraak
verforen
schikking
gewonnen
gewonnen
schikking
verloren
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen
gewonnen/ verloren
rechtsgebied
strafrecht
privaatrecht
Nr
61
62
eiser
verdachte
positie waterschap
hoger beroep
appel
verbijzondering procedure
proceskosten strafr. procedure
gestelde overtreding wvo-vergunning
nadere omschrijving
Pagina 6 van 6
proceskosten
gestelde overtreding
onderwerp in het kort
Hof
Hof
wie doet uitspraak
Procedures afgerond in de periode 2006 t/m 15 aug 2007
eis waterschap toegewezen
vrijgesproken
uitspraak
gewonnen
gewonnen
gewonnen/ verloren
rechtsgebied
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
bestuursrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
appellant
positie waterschap
onderwerp in het kort
keurontheffing
keurontheffing
dwangsom
dwangsom
keurontheffing
WVO-vergunning
WVO-vergunning
WVO-vergunning
bestuursdwang
WVO-vergunning
monumentenvergunning
aanslag gebouwd
aanslag ongebouwd
aanslag verontreinigingsheffing
aanslag verontreinigingsheffing
WVO-vergunning
verzoek om nadeelcompensatie
Pagina 1 van 3
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
hoger beroep
verbijzondering procedure
Overzicht lopende procedures
ontbreken omslagklasse bos en natuur
nadeelcompensatie
demping
Bouvigne
nadere omschrijving
Rechtbank
Rechtbank
Hof
Hof
Afd. Rechtspraak
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
Afd. Rechtspraak
wie doet uitspraak
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
fiscaalrecht
21
22
23
24
25
26
27
28
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
31
32
33
34
privaatrecht
fiscaalrecht
20
privaatrecht
fiscaalrecht
19
29
fiscaalrecht
18
30
rechtsgebied
Nr.
gedaagde
eiser
derde-belanghebbende
derde-belanghebbende
derde-belanghebbende
derde-belanghebbende
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
verweerder
positie waterschap
onderwerp in het kort
schadeclaim
overig
eigendomstoedeling ruilverkaveling
eigendomstoedeling ruilverkaveling
eigendomstoedeling ruilverkaveling
eigendomstoedeling ruilverkaveling
aanslag verontreinigingsheffing
overig
aanslag verontreinigingsheffing
aanslag gebouwd
aanslag verontreinigingsheffing
aanslag verontreinigingsheffing
aanslag verontreinigingsheffing
aanslag verontreinigingsheffing
aanslag verontreinigingsheffing
aanslag verontreinigingsheffing
aanslag verontreinigingsheffing
Pagina 2 van 3
civiele procedure eerste aanleg
beroep
civiele procedure eerste aanleg
civiele procedure eerste aanleg
civiele procedure eerste aanleg
civiele procedure eerste aanleg
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
verbijzondering procedure
Overzicht lopende procedures
onderhoud watergang
toewijzing perceel in rvk
toewijzing perceel in rvk
toewijzing perceel in rvk
toewijzing perceel in rvk
verzet tegen uitspraak
ingenomen water te hoog
woonruimte
aftrek
kamerverhuur
nadere omschrijving
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
wie doet uitspraak
rechtsgebied
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
privaatrecht
Nr.
35
36
37
38
39
40
41
gedaagde
gedaagde
gedaagde
gedaagde
gedaagde
gedaagde
gedaagde
positie waterschap
Pagina 3 van 3
civiele procedure eerste aanleg
civiele procedure
civiele procedure
civiele procedure
cassatie
beroep
beroep
verbijzondering procedure
schadeclaim
invorderingskosten
overig
schadeclaim
schadeclaim
schadeclaim
schadeclaim
onderwerp in het kort
Overzicht lopende procedures
verzet dwangbevel verbeurde dwangsom
wateroverlast etten-leur
nadere omschrijving
Rechtbank
Rechtbank
Rechtbank
DB
Hoge Raad
Hof
Hof
wie doet uitspraak
Nummer : *07I002210* Barcode : *07I002210* Mededeling 6b aan het algemeen bestuur van 3 oktober 2007 Onderwerp: rapportages Integrale gebiedsanalyses Het algemeen bestuur heeft in december 2005 opdracht gegeven voor het uitvoeren van integrale gebiedsanalyses, om ten behoeve van het uitvoeren van de doelen in het bestuursprogramma, een gestructureerde aanpak mogelijk te maken. Op x x x x
dit moment zijn een viertal IGA’s afgerond, te weten: Turfvaart-Bijloop; Bremer; Bovenmark; Oude Prinslandse Polder.
Deze rapportages zijn opgesteld in samenspraak met de hiervoor ingestelde klankbordgroepen waarin diverse betrokken partijen in de streek vertegenwoordigd zijn en worden u bij deze ter informatie aangeboden.
Nummer : *07I002181* Barcode : *07I002181* Mededeling 6c voor het algemeen bestuur van 3 oktober 2007 Onderwerp: Structuurvisie West-Brabant Achtergrond Op 30 januari 2007 hebben de 18 West-Brabantse gemeenten plus Tholen een bestuursconvenant ondertekend, waarin is afgesproken om in de periode 2006-2010 samen te gaan werken. Dit samenwerkingsverband heet de ‘West-Brabantse Vergadering’. Deze samenwerking heeft geresulteerd in het opstellen van de Strategische Agenda West-Brabant 2008-2011. Het doel van de samenwerking is door beter met elkaar samen te gaan werken gemeentelijke en regionale doelen te kunnen realiseren én om WestBrabant effectiever op de kaart te zetten bij provincie, Rijk en Europa. Het waterschap is geen lid van de stuurgroep van dit samenwerkingsverband van gemeenten maar neemt wel deel aan de begeleidingsgroep. Een uitvloeisel van de Strategische Agenda West-Brabant is het opstellen van een structuurvisie voor WestBrabant waarin de ruimtelijke ambities van de regio tot uitdrukking komen. Deze structuurvisie wordt geen formele structuurvisie maar een document dat het eigen ontwikkelingsperspectief van de regio weergeeft en tegelijkertijd het “bod van West-Brabant” zal worden richting provincie en Rijk ten behoeve van het nieuwe ‘streekplan’ en de nieuwe ‘Nota ruimtelijke ordening’. Naast een ruimtelijk beeld met tijdshorizon 2030, zal de visie een lijst met concrete ontwikkelingen gaan bevatten, waar de regio zich de komende jaren voor in wil gaan zetten. De structuurvisie voor West-Brabant zal opgebouwd worden uit drie lagen die samen één integrale ruimtelijke visie vormen: een ‘rood-grijze’ laag, een ‘sociale en voorzieningen’ laag en een “blauw-groene’ laag. De rood-grijze laag zal betrekking hebben op wonen, werken en infrastructuur. De sociale en voorzieningenlaag zal betrekking hebben op leefbaarheid van kernen, het voorzieningenniveau in gemeenten etc. De blauw-groene laag tenslotte zal betrekking hebben op de waterhuishouding en natuur. Het waterschap heeft ambtelijk aangeboden niet alleen betrokken te willen zijn bij het uitwerken van de blauwgroene laag, maar actief het trekkerschap op zich te willen nemen. Dit aanbod is vanuit de gemeenten positief ontvangen. Voor het waterschap biedt het gemeentelijke initiatief om een ruimtelijke visie voor West-Brabant goede mogelijkheden om eigen ambities te verwezenlijken. Het waterschap heeft de wens geuit om zich proactiever en strategischer bezig te houden met ruimtelijke ordening en daar een ontwikkeling in door te maken. Tevens wil het waterschap zich vanuit de missie en visie profileren als dé waterautoriteit. Vanuit die invalshoeken gezien is dit initiatief een goede gelegenheid om die ambities te verwezenlijken. Daarom heeft het waterschap al in een vroeg stadium contact gezocht met de gemeenten om tot samenwerking te komen. Hierbij kwam al snel de optie ter sprake om als waterschap het trekkerschap van de blauw-groene laag op zich te nemen. Aangezien het gebied van Alm en Biesbosch ook onder het convenant valt, is contact gezocht met waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland heeft toegezegd te willen participeren, ervan uitgaande dat waterschap Brabantse Delta trekker van de blauw-groene laag zal zijn. Aanpak en planning van de Blauw-groene laag De drie lagen in de ruimtelijk visie voor West-Brabant komen alle drie tot stand door het organiseren van werkateliers. Vervolgens worden deze drie deelvisies in één overkoepelend werkatelier samengesmeed tot één integrale ruimtelijke visie. Om die werkateliers te ondersteunen en uit te werken zullen gerenommeerde landschapsarchitecten ingehuurd worden. De voorgestelde werkwijze met werkateliers lijkt overigens op de wijze waarop het waterschap recent de visie voor cultuurhistorie en waterberging heeft opgesteld. In de concept Bestuuropdracht West-Brabantse Vergadering van de convenantgemeenten (zie bijlage) is de aanpak nader omschreven, inclusief planning en financiën. De werkateliers zullen plaatsvinden in de periode oktober 2007 tot en met mei/juni 2008, met als einddoel het aanbieden van de structuurvisie aan GS in december 2008. In de concept Bestuuropdracht West-Brabantse Vergadering is een uitgebreidere planning opgenomen. Het waterschap kan niet de trekkersrol op zich nemen van één van de drie pijlers onder het proces, zonder ook financieel een geloofwaardige partner te zijn. Het waterschap zal daarom het opstellen van de blauw-
groene laag bekostigen. De financiële inbreng zal bestaan uit het inhuren van de landschapsarchitect voor de blauw-groene laag (circa €50.000,-) en de interne ondersteuning door middel van een ingehuurde projectleider (max. €20.000,-.) Dit laatste is nodig omdat er te weinig ruimte is om de volledige organisatie op te pakken naast de overige reguliere werkzaamheden binnen de afdeling. De verdere inbreng van het waterschap zal bestaan uit personele inzet. Naast het financieren van de blauw-groene laag zal het waterschap (gelijk de gemeenten) bijdragen aan de overheadkosten van het totale project met een bedrag van €25.000,-. Dat bedrag is vergelijkbaar met de inbreng van de gemeenten, die samen (specifiek voor dit project) €50.000 euro inbrengen. De totaalkosten voor het waterschap bedragen dus maximaal € 95.000,-. Het waterschap heeft voor het opstellen van de blauw-groene laag een subsidieaanvraag (circa € 70.000,directe kosten) ingediend bij het programma ‘Leven met Water’. Het programma ‘Leven met Water’ is een landelijk subsidieprogramma op het gebied van innovatie en kennisontwikkeling van ruimtelijke ordening en waterbeheer (zie ook: www.levenmetwater.nl). Indien de subsidie wordt toegekend, dient alleen rekening gehouden te worden met de overheadkosten en kosten voor personele inbreng (€ 25.000,-) Stand van zaken Er zijn op dit moment nog geen concrete stappen gezet voor de inhuur van de landschaparchitect of de externe projectleider. De procedure om de subsidie van het programma ‘Leven met Water’ te verkrijgen is al opgestart, om voortvarend aan de slag te kunnen. Ook de gemeenten moeten nog instemmen met het plan van aanpak voor de structuurvisie voor West-Brabant inclusief het kostenplaatje. In de maanden september en oktober zullen de colleges van de 19 convenantgemeenten zich uitspreken over de bestuursopdracht (zie bijlage) en daarmee het plan van aanpak. Communicatie Voor de werkateliers zullen naast de projectpartners en de gemeenten nog een groot aantal externe partijen uitgenodigd worden, zoals bijvoorbeeld ZLTO, BMF, terreinbeheerders, etc. De resultaten van het blauwgroene atelier zullen door het waterschap worden aangeboden aan de Stuurgroep op een wijze die bijdraagt aan de positieve beeldvorming van het waterschap als regionale waterautoriteit. Het subsidieprogramma ‘Leven met Water’ is gericht op kennisontwikkeling, dus is ook het uitdragen van de resultaten en kenniservaringen erg belangrijk. Dit zal worden opgepakt door publicaties in vakbladen (RO én waterbeheer) en het geven van lezingen. Bijkomend voordeel is dat het waterschap zich daarbij (ook bestuurlijk) op een positieve en innovatieve manier kan profileren.
Nummer : *07I002166* Barcode : *07I002166* Mededeling 6d voor het algemeen bestuur van 3 oktober 2007 Onderwerp: Interreg IVa projectvoorstel In de DB-vergadering van 21 augustus 2007 heeft het DB besloten deel te gaan nemen aan het Interreg IVa programma ‘Interactieve Watersystemen in het Benelux Middengebied’. Samen met andere partners uit het Benelux Middengebied wordt momenteel een projectvoorstel opgesteld. Dit project is een voortzetting van reeds afgeronde Interreg IIIA project duurzame watersystemen waar waterschap Brabantse Delta ook in heeft deelgenomen. Waterschap Brabantse Delta ziet kansen om activiteiten in te dienen voor het Interreg IVa project die een bijdrage leveren aan de realisatie van a) het bestuursprogramma; b) ‘KRW altijd goed’maatregelen; c) de kennisontwikkeling en -uitwisseling met (Vlaamse) partners. Het Interreg-programma is een initiatief van de Europese Commissie dat subsidie verstrekt aan projecten waarin partijen uit verschillende landen samenwerken aan ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Iedere zes jaar wordt er een nieuw programma geformuleerd, met daarin doelstellingen, voorwaarden en budgetten. Het Interreg-programma bestaat uit drie onderdelen: A) grensoverschrijdende samenwerking binnen regio’s; B) transnationale samenwerking ter bevordering van integratie tussen verschillende regio’s; C) interregionale samenwerking tussen regionale overheden met andere publieke partijen. Partijen uit verschillende lidstaten kunnen gezamenlijk projectvoorstellen indienen om in aanmerking te komen voor subsidiegelden. Waterschap Brabantse Delta heeft in het verleden succesvol deelgenomen aan de voorganger van dit Interreg-programma (Schuddebeurs en het project Integrale Aanpak Stroomgebied de Mark (IASM)). In de nota buitenlandbeleid waterschap Brabantse Delta (vastgesteld in de AB-vergadering van april 2006) is de intentie uitgesproken om het buitenlandbeleid met name te richten op grensoverschrijdende projecten en de subsidiemogelijkheden hiervoor optimaal te benutten. Vandaar dat samen andere partners uit de grensregio de mogelijkheden voor een Interreg IVa project momenteel nader worden verkend. De provincie Noord-Brabant heeft het initiatief genomen om partners bij elkaar te brengen in het project ‘Interactieve Watersystemen in het Benelux Middengebied’. De doelstelling van het project luidt als volgt: “Een bijdrage leveren aan het realiseren van grensoverschrijdend interactief waterbeheer.” Hoofdpijlers: 1. gebiedsgericht herstel van het waterkwantiteitssysteem; 2. gebiedsgericht herstel van het waterkwaliteitssysteem; 3. ontwikkeling van landbouwmethoden die bijdragen aan de verbetering van de natuurlijke bodemvruchtbaarheid en de natuurlijke omgeving en daarmee de gebiedswaterhuishouding. ZLTO voert de projectleiding en administratie. Daarnaast participeert ZLTO ook als belangenorganisatie in het project. Tenminste één deelproject wordt door ZLTO getrokken en bij een aantal andere deelprojecten is zij partner. Overige leden van de projectgroep zijn: x provincies: Limburg (NL), Antwerpen, Limburg (BE), Vlaams-Brabant; x waterschappen: Aa en Maas, De Dommel, Peel en Maasvallei, Roer en Overmaas en Brabantse Delta; x watering De Dommelvallei; x landbouwbelangenverenigingen: ZLTO, LLTB (Limburgse Land- en Tuinbouw Bond), LIB (Stuurgroep Landbouw Innovatie Noord-Brabant) en de Boerenbond (BE); x VMM, afdeling Water (Vlaamse Milieu Maatschappij); x gemeente Hoegaarden. Waterschap Brabantse Delta is voornemens om deel te nemen in vijf activiteiten. Het streven is activiteiten in het projectvoorstel in te passen die reeds in het investeringsplan zijn opgenomen, een bijdrage leveren aan de realisatie van het bestuursprogramma en tegelijkertijd de grensoverschrijdende samenwerking met Vlaanderen bevorderen. Het project Maatjes-Matjes is een voorbeeld van een dergelijke activiteit.
Op de tweede plaats zijn er voorstellen geformuleerd voor gebiedspilots en demonstratieprojecten. Deze activiteiten leggen niet de nadruk op uitvoering van geplande maatregelen, maar streven naar gezamenlijke kennisontwikkeling en uitwisseling hiervan. Een extra aandachtspunt bij deze activiteiten is de realisatie van KRW doelstellingen. Deelname aan deze activiteiten vindt met name plaats door middel van het beschikbaar stellen van personele inbreng en uren. Voorstellen waar waterschap Brabantse Delta interesse voor heeft zijn ‘peilgestuurde drainage’ (beter bekend als het ‘Van Ierselsysteem’), ‘uitmijnen fosfaat’ (een ‘KRW altijd goed’-maatregel), het ontwikkelen van spoelplaatsen voor landbouwmachines en ‘Water vasthouden bij de bron’. Dit laatste project is ingebracht namens de gezamenlijk waterschappen in het Projectbureau revitalisering landelijk gebied. De nota ‘Gezamenlijk onderzoeken ‘waterberging en natuur’ en ‘water vasthouden’’ (ook voor deze vergadering op de agenda) gaat inhoudelijk in op dit projectvoorstel. De activiteiten worden in een later stadium, bij het aanvragen van uitvoeringskredieten, ter besluitvorming voorgelegd aan het algemeen bestuur.
-2-
Nummer : 07I002220 Barcode : 07I002220 Mededeling 6e voor het algemeen bestuur van 3 oktober 2007 Onderwerp: kwaliteitsplan juridische kwaliteitszorg (JKZ) In uw vergadering van 4 april 2007 is uw algemeen bestuur via een mededeling geïnformeerd over de implementatie van een juridisch kwaliteitszorg systeem bij Brabantse Delta. Inmiddels is in dit kader het Kwaliteitsplan JKZ 2007 op 3 juli 2007 vastgesteld. Dit plan is gebaseerd op de 28 aanbevelingen uit de externe Legal audit, die u op 4 april eveneens ter kennis is gebracht. Het plan omvat de door de integraal managers/productbeheerders (voor)genomen acties en maatregelen, waarmee zij in 2007 invulling geven aan genoemde 28 aanbevelingen. Zij dragen immers in eerste instantie de integrale verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun producten en diensten en dus ook voor de juridische kwaliteit daarvan. Het juridisch kwaliteitszorg systeem is een cyclisch systeem. Door de koppeling aan de bij Brabantse Delta bestaande planning en control-cyclus van de product- en procesverantwoordelijken behoeft enerzijds geen nieuw instrument te worden ingevoerd en wordt anderzijds voor alle integraal verantwoordelijken de mogelijkheid gecreëerd om jaarlijks JKZ-acties en maatregelen te plannen en over de uitvoering daarvan te rapporteren en verantwoording af te leggen (plan, do, check, act). Om de samenhang van de acties en maatregelen op het terrein van JKZ in beeld te brengen/houden wordt jaarlijks vanuit de rol van concern- c.q. JKZ-control een bijgesteld Kwaliteitsplan JKZ opgesteld. De daarin op te nemen acties en maatregelen kunnen worden overgenomen uit de productjaarplannen van de lijnmanagers aangevuld met ante-control (kaderstelling en normering) en post-control- (audits/scans) acties en maatregelen. Op deze wijze kunnen voorstellen worden opgesteld in de richting van lijnmanagers en/of MT, DB over de ontwikkeling van het JKZ-systeem en de juridische risicobeheersing als geheel. In de eerste helft van 2008 zal opnieuw een externe audit plaatsvinden die de stand van zaken van de juridische kwaliteitszorg bij Brabantse Delta op dat moment in beeld zal brengen. Het Kwaliteitsplan JKZ 2007 ligt voor belangstellenden ter inzage bij de concernstaf.
Agendapunt 8a
BESPREKINGSVERSLAG Nummer Barcode
: :
*07I001942*
Betreft
:
regiocommissie Oost
Datum
:
25 juni 2007
Plaats
:
's Gravenmoer
Aanwezig
:
De heren: J. van der Aa (voorzitter), J. Rombouts (secretaris), G. de Jong, A. Jongevos, P. de Leeuw, H. van der Linden, R. Mutsaers, C. Segers, W. Spierings, C. Weterings,
Afwezig
:
De heren B. Dankers, C. Schonewille, A. Theuns en mevrouw S. Dresen
*07I001942*
Opgesteld door :
mevr. A. Michielsen
Kopie aan
aan- en afwezigen, de heren L. van den Broek, concernstaf, regiomanagers, archief
:
Agenda Verslag punt
1.
Opening en mededelingen De vergadering wordt om 13.00 uur geopend. Berichten van verhindering zijn ontvangen van de heren Dankers, Schonewille en Theuns en van mevrouw Dresen. De voorzitter maakt melding van een gezamenlijke themabijeenkomst KRW op 31 oktober gevolgd door een excursie.
2.
Relatie woningbouw-waterschap(toelichting door H. van der Linden, behandeld na punt 5) De heer Van der Linden is lid van de woningbouwcommissie Waalwijk. Bij de oprichting van de regiocommissie heeft hij de woningstichting benaderd met de vraag of er interesse bestond om zitting te nemen. Na enige uitleg over wat het waterschap precies doet werd hierop bevestigend geantwoord. De afspraak is gemaakt om elkaar op de hoogte te houden van ontwikkelingen maar in de praktijk is gebleken dat er geen intensieve contacten met achterban zijn. De indruk bestaat dat het waterschap nauwelijks leeft bij de achterban, in dit geval de woningstichting. De vraag is nu hoe mensen warm te krijgen voor het waterschap. Ideeen zijn: Een referendum te houden of discussieavonden. Maak gebruik van de kandidaten die zich verkiesbaar hebben gesteld voor de verkiezingen maar niet gekozen zijn. Van hen mag in ieder geval aangenomen worden dat zij betrokken zijn bij het waterschap. Meer naar buiten komen in de media, niet alleen bij calamiteiten. De voorzitter geeft aan dat er een communicatieplan bestaat waarin aandacht wordt besteed aan achterban en belangenorganisaties. Zijn indruk is dat hierbij de woningbouwcoöperaties minder aandacht hebben gekregen. Aan de andere kant is het zo dat woningbouwcoöperaties bekendheid zouden moeten hebben met het waterschap ivm de watertoetsen en de daarbij horende relatiebeheerders van het waterschap. De heer De Jong: woningbouw heeft de plicht om in leefbaarheid te investeren. Hij stelt voor om als waterschap de woningbouwverenigingen te benaderen i.h.k.v. leefbaarheid om projecten mede te financieren.
Actie door
Agenda Verslag punt
Actie door
De voorzitter geeft aan dat de voorgestelde ideeën in overweging genomen zullen worden.
3.
Inrichtingsplannen project de Ham De ambtelijke nota is een overzicht van de diverse activiteiten binnen het project de Ham en is bedoeld om een zo volledig mogelijk beeld te geven van de stand van zaken in het gebied. De heer De Leeuw zet vraagtekens bij de afwerklaag van gemaal Schuddebeurs. De heer Mureau merkt op dat het hier gaat om een onderhouds- en wandelpad welke is afgewerkt met puingranulaat. Voor het overige neemt de commissie kennis van de nota.
Ontwerp inrichtingsplan Zwaluws Getij De nota is ter advisering aan de regiocommissie gezonden. De heer Mureau geeft een presentatie. Het inrichtingsplan is onderdeel van project Gat van de Ham. Het plangebied strekt zich uit tot de haven van Hoge Zwaluwe met aan weerszijden regionale keringen. Het gebied is aangewezen als EVZ, beek en kreekherstel en onderdeel van natte natuurparel. De heer Segers vraagt wat precies de doelstelling is van de inrichting met name ivm de getijdenwerking die haaks zou kunnen staan op bepaalde natuurtypen/ doelsoorten zoals genoemd in de EHS. Bij getijdenwerking bestaat de kans op inlaat van vervuild water wat een gevaar zou kunnen betekenen voor de natuurkwaliteit. De heer Mureau antwoordt dat het in de eerste instantie gaat om getijdenwerking zoals genoemd in de natuurdoelwaarden. Inrichting van de gronden ten noorden van de Vloedspui vindt in een later stadium plaats. Loopt nu nog niet met project mee. De heer Weterings geeft aan dat zijn voorkeur uitgaat naar gelijktijdig inrichten omdat onderhoud dan beter plaatsvindt. De heer Mureau geeft aan dat de onderhandelingen met de eigenaren nog lopende zijn. Mede hierdoor kan inrichting nog niet meteen plaatsvinden. De heer Jongevos vraagt hoe het zit met financiering. Zijn de lasten alleen voor waterschap of ook voor provincie/gemeente? De voorzitter antwoordt dat het inrichtingsplan onderdeel is van het totale project Gat van de Ham waarvoor in het AB reeds krediet is aangevraagd. De heer Segers geeft aan dat het plan er goed uitziet, er worden voorzieningen getroffen voor vissers en andere recreanten. Uitvoering zoals geschetst heeft zijn instemming. De regiocommissie adviseert positief op het ontwerp-inrichtingsplan Zwaluws Getij maar verzoekt uitdrukkelijk om de kaarten van deelgebied 4 en 5 conform besproken onderdelen aan te passen/corrigeren en betrokkenen goed te informeren en betrekken bij de verdere uitwerking van het plan. In het gebied speelt op dit moment een kavelruil. Betrokkenen hebben recht op inzicht in zowel de geplande als toekomstige inrichting. Aangegeven is dat het de voorkeur heeft om ook gebied ten noorden van de Vloedspui bij de inrichting te betrekken en de betrokkenen bij de kavelruil hierover te informeren. De commissie vindt het erg belangrijk dat de gemeente Drimmelen haar financiële verplichting (met betrekking tot de 15 meter evz) invult.
Inrichtingsplan EVZ spoorzone. De nota is ter informatie aan de commissie gezonden en zal worden behandeld in de AB van 27 juni. Op 19 juni is een voorlichtingsavond gehouden over het onderwerp voor belanghebbenden. Met name de inrichting van het perceel achter de spoorzone aan de Spoorstraat te Hoge Zwaluwe zorgde bij de bewoners voor veel vragen. Een gedeelte van het perceel is in eigendom bij het waterschap en heeft een laag van ongeveer 50 cm vervuilde grond welke zal moeten worden afgevoerd. De commissie vindt communicatie over het onderhoud van de EVZ belangrijk. Het moet geen ruigte worden waarbij de agrariers overlast ondervinden. De heer Waijers geeft een presentatie die ook voor de informatieavond gehouden is.
-2-
Agenda Verslag punt
Actie door
Buiten de EVZ Spoorzone zal ook een waterberging worden gerealiseerd. Alle in te richten gronden zijn of worden eigendom van het waterschap. Het onderhoudspad ligt in eigendommen van waterschap. Bij leggerwatergangen geldt de ontvangstplicht conform de keur. Uitvoering is eind 2007 voorzien. De heer Weterings vraagt naar de afspraken met de gemeente vwb financiering. De heer Waijers antwoordt dat in een later stadium nadere afspraken worden gemaakt over co-financiering. De heer De Jong: tijdens de informatieavond op 19 juni zijn vragen gesteld over het opnemen van wandelpaden in de plannen. Is daar al meer over bekend. De heer Waijers geeft aan dat het een relatief smalle strook EVZ betreft, waarbij verstoring van organismen ongewenst is. Wandelpaden langs de spoorlijn zijn daarom niet in de planvorming opgenomen. De voorzitter dankt de heer Waijers voor zijn presentatie.
4
Informatiebrief resultatenonderzoek Binnenpolder van Terheijden. De informatiebrief is gezonden aan belanghebbenden en heeft betrekking op een vervolg resultatenonderzoek naar het effect op gewasproductie als gevolg van de wijziging in de grondwaterstand. Er wordt met name ingegaan op de schadevergoeding en te hanteren drempelbedragen per belanghebbende. De heer Mutsaers vraagt wat te doen als na 20 jaar blijkt dat schade groter is dan door het waterschap vergoed is. De voorzitter antwoordt dat in dat geval een beroep gedaan kan worden op de nadeelcompensatieregeling tenzij het schade bedrag in een keer is afgekocht. De commissie neemt verder kennis van de informatiebrief.
5.
Beschrijving bestuursroute uitvoeringsprogramma De regiocommissie neemt kennis van de voorgenomen bestuurlijke behandeling.
6.
Resultaten klanttevredenheidsonderzoek Onderzoek is gedaan naar klanttevredenheid. Ingezet op 4 onderwerpen te weten Vergunningen, Belastingen, Onderhoud waterlopen en Bereikbaarheid. Op het onderdeel Onderhoud waterlopen is een 6,5 gescoord. Het bestuur heeft aangegeven met verbeterplannen te gaan werken. Dit zal extra inzet vragen van o.a. opzichters om (meer en beter) te communiceren met ingelanden. De heer Weterings vindt het risico van gedifferentieerd Beheer en Onderhoud steeds groter worden. Hij vindt het onderhoud van de waterlopen slecht. Vorig jaar werd door het waterschap aangegeven dat de oorzaak lag bij het extreem slechte weer. Waar ligt de oorzaak dit jaar? Hij geeft aan zich zorgen te maken over het onderhoud. De heer Spierings: deelt de zorg die de heer Weterings uitspreekt. Er is vooral te laat begonnen. De voorzitter geeft aan dat opmerkingen een bevestiging zijn van de uitslag van het klanttevredenheidsonderzoek. Door de veranderende omstandigheden (zoals Flora- en Faunawet en hydraulische afvoer) kon later begonnen worden, wat als een oorzaak aangegeven zou kunnen worden. Door het bestuur wordt het behalen van een score van 7 nagestreefd. Het probleem heeft bestuurlijk en ambtelijk de actuele aandacht. De voorzitter roept op om met klachten eerst naar waterschap te komen vooraleer verdere stappen te ondernemen.
7.
Uitspraak Raad van State mbt Reconstructie. Uitspraak van de Raad van State mbt de reconstructie Baronie heeft in ons gebied minder impact. Art. 27 van de Rwc is van toepassing verklaard op: de werking van de integrale zonering intensieve veehouderij Voorts is de begrenzing van bestaande inundatiegebieden, in te richten waterbergingsgebieden en van de natte natuurparels en de 500 meter zones daar omheen bevestigd, evenwel zonder planologische doorwerking. De commissie neemt kennis van de uitspraak van de Raad van State.
-3-
Agenda Verslag punt
Actie door
8
Plaatsing stuw Vierbunderweg (voorheen stuw Tichelrijt)
9
Vervangen gemaal de Schans
10.
Watak
De commissie neemt de nota voor kennisgeving aan.
De commissie neemt de nota voor kennisgeving aan.
De heer Dankers heeft telefonisch zijn zorg uitgesproken over het vervallen van de inlaatpunten Wilhelminakanaal in combinatie met de geplande kanaalverruiming. Water invoeren vanuit Dongen wordt hiermee ook uitgesloten. Aandacht voor “gooi het kind niet met het badwater weg” in Watakaccoord. Voor het overige neemt de commissie de nota voor kennisgeving aan.
11.
Verslag 16 april De heer Weterings merkt op blij te zijn met de benoeming van een nieuwe opzichter in district de Ham. De heer Van der Linden verzoekt om de uitdraai van de presentatie mbt gedifferentieerd maaibeheer van de vorige vergadering. Mevr. Michielsen zal de presentatie toezenden. Voor het overige stemt de commissie in met het verslag.
12.
Persberichten Naar aanleiding van het krantenbericht over noodweer met wateroverlast als gevolg vraagt de heer Jongevos wie verantwoordelijk is. Naar zijn mening is wateroverlast een verantwoording van het waterschap. De heer Rombouts antwoordt dat indien er een probleem in een wijk ontstaat bij bv. gescheiden stelsels, het een verantwoordelijkheid van de gemeente is. Het waterschap kan d.m.v. een watertoets de gemeente hierin slechts adviseren. Overstorten en bergingen zijn een zaak van het waterschap, vastgelegd in de hydraulische randvoorwaarden.
13.
Rondvraag De heer Mutsaers: heeft nieuwe Waterwet nog invloeden op het waterschap. Voorziter: een van de gevolgen is dat het algemeen bestuur in ieder geval terug gaat van 45 naar 30. Er zal gewerkt gaan worden met een lijstenstelsel waarvoor de provincie met een reglement zal komen in het voorjaar 2008. De heer Weterings: pleit voor het voortbestaan van de regiocommissie. De voorzitter verwacht dat het oude bestuur met een voorstel zal komen en dat het nieuwe bestuur zal besluiten.
14
Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 16.00 uur. Volgende vergadering op 1 oktober 2007 om 13.30 uur
-4-
A. Michielsen
Vergadering regiocommissie West, 5 oktober 2007 Agendapunt 2
Agendapunt 8b
BESPREKINGSVERSLAG Nummer Barcode
: :
*07I001791*
Betreft
:
Overleg regiocommissie West
Datum
:
28 juni 2007
Plaats
:
Kantoor regio West te Heerle
Aanwezig
:
R. Lambregts (secretaris), C.A.A. Coppens (voorzitter), E. Buijs (namens ZLTO), L.A.C.M. Brooijmans (namens categorie ingezetenen), R.G. van Engelen (namens HISWA/KvK), L.H. van der Kallen (categorie bedrijfsgebouwd), O. Kavelaars (namens ZLTO), C.G. Schreuders (namens de georganiseerde sportvisserij), C. Stoutjesdijk (namens ZLTO), A. Vos (namens Bosgroep) P. Polak voor agendapunt 4
Afwezig
:
H. Baptist (namens BMF), J.J.M. van der Heijden (namens categorie ongebouwd), G. Kamp (namens woningbouwvereniging West-Brabant), C.W.M.F. Ooms (namens categorie gebouwd,
*07I001791*
Opgesteld door :
S. Peeters
Kopie aan
Aanwezigen, afwezigen, Regiomanagers Oost en Midden, Concernstaf
1.
:
Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij geeft aan een afmelding te hebben van de heren Kamp en Van der Heijden. Verder zijn ook de heren Baptist en Ooms niet aanwezig. Mededelingen: bijeenkomst KRW voor de gezamenlijke regiocommissies op 31 oktober in de Kapelzaal op Bouvigne, gevolgd door een excursie die aansluit bij de KRW-bijeenkomst de bijeenkomst van de regiocommissie van 4 oktober wordt verplaatst naar 5 oktober ivm een DB-excursie op 4 oktober. Bijgekomen mededeling: in ‘het Waterschap’ stond een artikel over de Flora- en faunawet, met daarin de onderstaande link naar een Stowa-rapport. http://themas.stowa.nl/Uploads/FF%20pdf/Folder%20Aan%20het%20werk%20met%20de%20g edragscode.pdf
2.
Verslag en actiepuntenlijst In de actielijst, achtste aandachtsbolletje wordt gesproken over eelkanten. Dit moet gewijzigd worden in eeuwkanten. Het verslag wordt inhoudelijk en tekstueel vastgesteld met dank aan de samensteller. Geïnformeerd wordt naar de stavaza met betrekking tot de intentie van de heer Baptist om bezwaar te maken tegen het besluit tot wijziging van het wateraanvoerbeleid. De voorzitter geeft aan dat het geen taak of bevoegdheid van het waterschap betreft en dat het een persoonlijke actie betreft van de heer Baptist waar de regiocommissie geen actiehouder in is.
Nav actielijst: x Planning baggeren haven Roosendaal: Het project baggeren stedelijk water Roosendaal bestaat uit 2 fasen. De eerste fase betreft het baggeren van de stedelijke waterpartijen (niet zijnde leggerwatergangen, bijvoorbeeld Dijkwetering). Deze fase is nagenoeg afgerond. Een zeer beperkt gedeelte van de Dijkwetering moet nog worden afgerond. Dit werk is vanwege de Floraen Faunawet stilgelegd. Wanneer dit wordt hervat is nog onbekend. De tweede fase betreft het baggeren van de Haven van Roosendaal. Vanwege benodigd nader onderzoek aan damwanden is het project iets vertraagd. De planning is nu dat in augustus de aanbesteding wordt aangekondigd en dat begin oktober kan worden aanbesteed. De uitvoering kan dan worden gestart in oktober/november. Het werk is gereed in het voorjaar (maart/april). x Tekeningen 2 varianten A4: tekeningen hangen aan de wand en kunnen bestudeerd worden in de pauze of na de vergadering x Uitnodigen leden voor KRW bijeenkomst: is gebeurd x Op agenda: Water uit de Wal / zoet-zoutverhaal Krammer Volkerak: staat deze vergadering op de agenda x Niet bezorgen Steenbergse Bode in buitengebied: In Steenbergen wordt gepubliceerd in BN/De Stem, in Steenbergse Bode en in Steenbergse Courant. Deze laatste wordt wel bezorgd in het buitengebied. x Noodgemaal Zuidlangeweg: momenteel wordt bekeken of het gemaal nog een functie heeft. Zo niet dan wordt het verwijderd. Is het wel nodig dan moet wellicht gekozen worden voor een permanente oplossing. x Opgehoogde kanten Ligne: er is geen sprake van opgehoogde kanten en van dubbel werk x Eeuwkanten Nauwbeek: locatie is nog onbekend x Sluisbedieningen door RWS: Oriënterend contact met RWS plaatsgevonden. Na schutseizoen mogelijkheden bekijken. Ook de overheid is bezig met het oprichten van grote regionale bedieningscentra waarin e.e.a. mogelijk zou kunnen worden meegenomen. Voor de sociale veiligheid zou nog wel een brugwachter aanwezig moeten zijn. 3.
Stand van zaken IGA’s De secretaris deelt een overzicht uit van de stavaza van een aantal IGA’s. Dit overzicht is bijgevoegd. Ontbrekende IGA’s op het lijstje zijn Cruijslandse Polders en Langewater/Rietkreek. M.b.t. KBG IGA Brabantse Wal geeft de voorzitter aan dat de informatie vanuit Grontmij erg slecht bleek. Het materiaal waarmee gewerkt wordt moet wel correct zijn. Dat is de aanleiding geweest om te gaan praten met alle vier bureaus. De heer Buijs informeert wat de provincie doet als er in een gebied weinig animo bestaat om mee te werken (IGA OPP) De voorzitter geeft aan dat 50% van de maatregelen voor 2008 een aanvang genomen moeten hebben. De meeste natte natuurparels vallen binnen de EHS. Getracht wordt om op vrijwillige basis draagvlak te creëren. Verder heeft de provincie op grond van de EHS een onteigeningstitel die ze kan inzetten als bijvoorbeeld het grootste deel wel medewerking verleent maar een enkeling niet. In de uitstralingszone probeert het waterschap op vrijwillige basis oplossingen te bieden aan de grondgebruikers. Gedacht moet worden aan ruiling van grond of aan afkopen van schade. Met betrekking tot de IGA OPP wordt aangegeven dat de natuurdoelstelling voor dit gebied niet logisch is. Gestreefd wordt naar een brak/zoute Potmarkreek in een verder zoete omgeving waardoor de kreek geïsoleerd moet worden. De heer Schreuders merkt op dat in alle plannen aandacht is voor vistrek via de gemalen maar dat er in veel gevallen stroomopwaarts geen maatregelen voor vismigratie zijn. Toegezegd wordt dat de secretaris uitzoekt wat de visie van het waterschap in dezen is. Advies aan het dagelijks bestuur: De leden van de regiocommissie hebben hun twijfels bij de haalbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid van IGA OPP. Dit geldt dan met name voor het punt van de kreekisolatie. Draagvlak ervoor ontbreekt.
-2-
4.
Water uit de Wal Aan hand van een presentatie geeft de secretaris de stavaza van eind december. Piet Polak is aanwezig voor de meest actuele stavaza. De presentatie zal in de vorm van handouts bij het verslag worden gevoegd. Discussiepunten: x Verdroging op de Wal oorzaken oplossingen x Waterbehoefte eigen gebied x Hoe stelt het waterschap zich op t.o.v. Evides Verdroging op de Wal Een klein gedeelte van de verdroging op de Wal wordt veroorzaakt door waterwinning (ca. 20%). Het grootste deel van de verdroging wordt veroorzaakt doordat het water te snel wordt afgevoerd. Verder is het Groote Meer lek, d.w.z. dat er gaten zitten in de leemlaag van het Groote Meer. Vanwege de grondwateronttrekking door drinkwatermaatschappij en het aanwezige landbouwareaal in het gebied zou alleen het uitvoeren van anti-verdrogingsmaatregelen in het gebied niet afdoende zijn. Deze stelling wordt echter niet in ieders optiek afdoende onderbouwd. Feit is dat vroeger het water vanuit het Kleine Meer, het gebied rondom Huijbergen, afstroomde naar de Groote Meer in plaats van naar de Brabantse Wal zoals nu. De Belgische grondwateronttrekking stopt, de vergunning wordt over 10 jaar ingetrokken. De Nederlandse grondwateronttrekkingmaatschappij heeft een eeuwigdurende vergunning. De onttrekking door de Belgische maatschappij betreft wel een ondiepe winning die rechtstreeks effect heeft op de verdroging. De Nederlandse onttrekking vindt plaats op een diepte van 150 – 200 m. Waterbehoefte Brabant Het plan is om een buffer te creëren onder aan de Brabantse Wal en niet in de Noordpolder. Er blijft dan echter steeds minder grond over voor agrarisch gebruik. ZLTO is er voorstander van om binnen de Noordpolder een buffer te creëren voor de agrariërs in Woensdrecht, afgestemd op de waterbehoefte van de natuur en de agrariërs in Woensdrecht. Het overige water kan voor Zeeland gebufferd worden op Zeeuws grondgebied. Een goede locatie daarvoor kan bijvoorbeeld zijn in de omgeving van Rilland waar de Ossendrechtse en Woensdrechtse Kil bij elkaar komen net voor het kanaal. Knelpunt is wel dat twijfels bestaan of de berging in de Noordpolder voldoende groot is voor de landbouw Woensdrecht. Overigens betreft het een opdracht van Brabant aan de Grontmij. De provincie Zeeland wordt een beetje gemist in het hele verhaal. Van daaruit komen weinig initiatieven. Evides is wel een serieuze partner, een actieve partij met een positieve instelling. Wellicht kan er een win-win situatie gecreëerd worden bijvoorbeeld dat Evides minder onttrekt op de Brabantse Wal of dat de grens van het waterschap verlegd wordt naar bijvoorbeeld het kanaal. Evides is waarschijnlijk op zoek naar zekerheid voor de toekomst, de waterwinning op de Brabantse Wal zal uiteindelijk verdwijnen met daarbij de problematiek rondom het Biesboschwater en de vraag vanuit Antwerpen. Opstelling waterschap t.o.v. Evides: Er is sprake van een werkgroep bestaande uit 7 leden, t.w. Provincie Brabant, Provincie Zeeland, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Zeeuwse Eilanden, gemeente Woensdrecht, Brabant Water en Evides. Advies: Regiocommissie West is van mening dat: de IGA-maatregelen om verdroging op de Brabantse Wal tegen te gaan uitgevoerd moeten worden er een buffer gecreëerd dient te worden voor de natuur en dat daarbij eveneens berekend dient te worden welke hoeveelheid water nodig is voor de landbouw in de Noordpolder een buffer gecreëerd dient te worden aan de westkant van het kanaal voor het overtollige water t.b.v. Zeeland. Er wordt genuanceerd gedacht over het volledig bufferen aan Brabantse zijde ten behoeve van de Zeeuwse zoetwatervoorziening. een commerciële partij als Evides betrokken is en dient te blijven van de provincie Zeeland een actieve(re) rol verwacht mag worden
-3-
5.
Inrichtingsplan Noordpolder Ossendrecht Het concept Inrichtingsplan van de Noordpolder Ossendrecht bestaat uit een totaalplan, twee deelplannen en een Quick scan. Het beheer komt te liggen bij Natuurmonumenten. Bij het inrichtingsplan wordt ook een onderhoudsplan opgesteld waarin is opgenomen hoe de feitelijke uitvoering dient plaats te vinden. ZLTO wil voldoende buffering voor de landbouw ook opgenomen zien in het totaalplan zodat niet ook nog buiten de Noordpolder een aantal ha ingeleverd dient te worden voor berging. Advies: Regiocommissie West stemt in met deelplan 1 en 2, rekening houdend met het opnemen van de buffering in de Noordpolder voor de landbouw in het totaalplan. De regiocommissie wil het totaalplan inclusief aanpassing graag terug zien in een volgende bijeenkomst.
6.
Inrichtingsplan Integrale Aanpak Tonnekreek De leden geven aan dat het plan nog te weinig concreet is om een inrichtingsplan te noemen. Het heeft nog de status ‘visie’, de grondaankopen zijn nog niet rond, de plannen nog niet concreet. De voorzitter geeft aan dat hij bij een informatiebijeenkomst is geweest en dat hij geschrokken is van de weerstand bij de lokale bevolking. De ZLTO is actief betrokken bij het plan en bekijkt de mogelijkheid voor het opstarten van een kavelruilproject. Herstel van Fort Sabina zal worden inzet voor verdrogingsbestrijding. De heer Schreuders geeft aan dat het afvissen van brasems en karpers een discussiepunt is op de agenda van de VBC en verzoekt dit niet als concrete maatregel te noemen. De heer Vos merkt op dat de onrust en negatieve houding van de ingelanden mogelijk veroorzaakt wordt door de manier waarop de mensen worden benaderd door het externe bureau dat daarvoor is ingeschakeld. Als de informatie op een andere manier gebracht zou worden, bijvoorbeeld door mogelijk te maken dat verdrogingsbestrijding ook kan op percelen die bij hen in eigendom blijven dan zal de weerstand waarschijnlijk een stuk minder zijn. Niet vergeten moet worden dat er plannen gemaakt worden voor andermans grond. Daar moet voorzichtig mee worden omgegaan en het gesprek moet creatief binnen de grenzen worden aangegaan. Advies: Regiocommissie West adviseert positief over het Inrichtingsplan Integrale Aanpak Tonnekreek.
7.
Beschrijving bestuursroute uitvoeringsprogramma Dit agendapunt wordt zonder discussie voor kennisgeving aangenomen.
8.
Uniformering onttrekkingsverbod uit oppervlaktewater In reactie op een opmerking vanuit de regiocommissie wordt aangegeven dat het onder normen vermelde ‘dan kan het waterschap…’ gelezen kan worden als ‘dan heeft het waterschap de bevoegdheid om …’ Zonder discussie wordt het agendapunt verder voor kennisgeving aangenomen.
9.
Masterplan Duurzaam Haven- en Industrieterrein Moerdijk De secretaris geeft aan dat er een wat bijzondere relatie bestaat met het Industrie- en Havenschap Moerdijk en de gemeente Moerdijk. Er bestaat nogal wat discussie over wat tot wiens verantwoordelijkheden behoort aangaande rioleringsplan, aansluitvergunning, OAS. Het waterschap heeft in januari jl. scherper gesteld de gemeente als enig aanspreekpunt voor bovenstaande verantwoordelijkheden te zien. Er is wat getwijfeld over de ondertekening van het Masterplan gezien de huidige relatie met gemeente. Toch is om strategische redenen besloten te ondertekenen. De gemeente heeft inmiddels hun verantwoordelijkheid mbt het IHM erkent. Het Masterplan heeft grotendeels betrekking op het reeds bestaande industrieterrein maar de intenties voor het duurzame karakter zullen waarschijnlijk ook wel van toepassing zijn op het nieuwe gedeelte Moerdijkse Hoek. De heer Buijs geeft nog mee dat het waterschap een afweging zou moeten maken tussen het ‘duur’ afvoeren van koelwater middels zuiveringen en hoge lozingskosten of het aanbrengen van een decentrale zuivering (bijvoorbeeld een lamellenfilter) om zodoende rechtstreeks zonder problemen op het Hollands Diep te kunnen lozen.
-4-
10.
Instellen drempelwaarde overeenkomsten natte natuurparels De voorzitter geeft aan op een vraag vanuit de commissie dat het alleen vernattingsschade betreft en geen wildschade. Verder deelt hij mede dat het landbouwbelang gezekerd is. Desnoods zal in gebieden met een drainageverbod het uitstralingsgebied worden beperkt. Het agendapunt wordt verder voor kennisgeving aangenomen.
11.
Resultaten klanttevredenheidsonderzoek Onderhoud waterlopen blijft achter in het klanttevredenheidsonderzoek. Gemiddelde waarderingscijfer is een 7, het cijfer voor onderhoud waterlopen is een 6,5. Met name de communicatie wordt als onvoldoende beschouwd. Wat momenteel speelt in het gebied is dat in bepaalde delen van het gebied in plaats van klepelen gevolgd door maaien nu alleen gemaaid wordt. Het volume van het maaisel dat nu op de kant gezet wordt is aanzienlijk groter dan met de ‘oude’ methode. Daarbij is het erg krom dat het waterschap richting agrariërs aangeeft dat zij maar 1 x per jaar mogen maaien, dat het maaisel ivm verschraling van de akkerranden moet worden afgevoerd en dat het waterschap vervolgens zelf uitkomend materiaal wel op de akkerranden deponeert. Ook bestaat er in het gebied veel moeite met de Europese aanbesteding omdat de ‘gebruikelijke’ loonwerkers bekend zijn in het gebied en oog hebben voor particuliere sloten. Om het particulier slootonderhoud ook uit te laten voeren door het waterschap heeft veel consequenties en daarvoor is binnen het bestuur weinig steun. De voorzitter geeft aan dat het waterschap beseft dat draagvlak richting de grondgebruikers gecreëerd moet worden. De medewerkers zijn meegenomen in het nieuwe beleid. Het is geen slecht idee om dat traject te vervolgen richting grondgebruikers door voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren. Overigens is op 2 april een brief verzonden aan de grondgebruikers over het gewijzigde onderhoudsbeleid en daarop is geen enkele reactie gekomen. Nu het waterschap aan de slag gaat met het gedifferentieerde onderhoud komen er heel veel reacties. De voorzitter deelt mede dat de sloten die dienen voor afvoer van water normaal onderhouden worden en aan de overgedimensioneerde watergangen wordt gedifferentieerd beheer en onderhoud uitgevoerd. Als er toch een knelpunt blijkt te zijn dan kan (telefonisch) contact worden opgenomen met het regiokantoor. De opzichter maakt dan de afweging de waterloop terug op de schouwkaart te plaatsen, maakt een meerwerkopdracht en dan wordt de waterloop terug op de kaart geplaatst.
12.
Persberichten en nieuwsbrieven De persberichten geven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. De secretaris geeft de stavaza met betrekking tot de blauwalg. In stedelijk water is blauwalg aanwezig In het Volkerak-Zoommeer is aan Zeeuwse kant blauwalg aanwezig Er is geen sprake van inlaatproblemen Indien mogelijk (afhankelijk van hoeveelheid neerslag) worden de peilen wat opgezet om water te sparen Nachtsluiting Dintelsas
13.
Rondvraag De heer Buijs deelt mede dat hij als gevolg van de inrichting van natte natuurparels erg veel last heeft van wildschade door ganzen. Hij vraagt hoe hij daarmee moet omgaan. De voorzitter adviseert hem het probleem weg te leggen bij de ZLTO en de provincie. Het is een bekend probleem, maar het waterschap is daarin geen partij omdat het grond van Staatsbosbeheer betreft. Hij zegt toe dit mee te nemen binnen de Kring. De voorzitter brengt aan de orde dat er veel telefoontjes komen over het onderhoud van sloten en dat er een wezenlijk verschil lijkt te zijn tussen bemalen en onbemalen gebied. De ingelanden van Halderberge hebben de wens uitgesproken om het bemalen gedeelte van hun gemeente onder te brengen bij regio West en het onbemalen gebied bij Midden te laten. Hij wil de mening van de leden van de regiocommissie daarover polsen voordat hij deze vraag doorsluist naar het DB. De leden van de regiocommissie geven aan dat zij daar blij mee zouden zijn, enerzijds omdat het gebied dan als bemalen gebied wordt gezien en anderzijds omdat er dan sprake zou zijn van een praktische grens in plaats van de regiogrens te leggen op de gemeentegrens. De voorzitter neemt het verzoek van de ingelanden uit Halderberge mee naar het DB.
14.
Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 12.10 uur.
-5-
Actie door:
Actiepuntenlijst Regiocommissie West
x Uitzoeken visie waterschap mbt maatregelen vismigratie in plannen waterschap
RLa
x Inlichten regiomanager als knelpunt in schouw blijkt
Leden
x Vraag hoe om te gaan met wildschade als gevolg van de aanleg van natte natuurparels meenemen naar Kring ZLTO
Voorzitter
x Voorleggen aan DB verzoek ingelanden Halderberge om bemalen gedeelte van hun gemeente onder te brengen bij regio West en het onbemalen gebied bij Midden te laten
Voorzitter
x
-6-
Tijdstip beantwoording
Besluitenlijst regiocommissie West bij verslag van 28 juni 2007 IGA OPP De leden van regiocommissie West hebben hun twijfels bij de haalbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid van IGA OPP. Dit geldt dan met name voor het punt van de kreekisolatie. Draagvlak ervoor ontbreekt.
Advies Water uit de Wal Regiocommissie West is van mening dat: de IGA-maatregelen om verdroging op de Brabantse Wal tegen te gaan uitgevoerd moeten worden er een buffer gecreëerd dient te worden voor de natuur en dat daarbij eveneens berekend dient te worden welke hoeveelheid water nodig is voor de landbouw in de Noordpolder een buffer gecreëerd dient te worden aan de westkant van het kanaal voor het overtollige water t.b.v. Zeeland. Er wordt genuanceerd gedacht over het volledig bufferen aan Brabantse zijde ten behoeve van de Zeeuwse zoetwatervoorziening. een commerciële partij als Evides betrokken is en dient te blijven van de provincie Zeeland een actieve(re) rol verwacht mag worden
Advies Inrichtingsplan Noordpolder Regiocommissie West stemt in met deelplan 1 en 2, rekening houdend met het opnemen van de buffering in de Noordpolder voor de landbouw in het totaalplan. De regiocommissie wil het totaalplan inclusief aanpassing graag terug zien in een volgende bijeenkomst.
Advies Inrichtingsplan Integrale Aanpak Tonnekreek Regiocommissie West adviseert positief over het Inrichtingsplan Integrale Aanpak Tonnekreek.
-7-
Voortgang IGA’s in regio West t.b.v. regiocommissievergadering op 28 juni
Oude Prinslandse Polder Op 14 juni heeft de afsluitende klankbordgroep plaatsgevonden. De laatste wijzigingen worden nu doorgevoerd in het Technisch achtergrond rapport en het Hoofdrapport. De eerste maatregelen kunnen op korte termijn uitgewerkt worden. Waar onder een proef voor het isoleren van de Potmarkreek. De ideeën over de Derriekreek neemt het waterschap mee in de uitwerking van het AFC bij Dinteloord.
Tonnekreek-Keenehaven De afsluitende klankbordgroepbijeenkomst heeft plaats gehad in 2006. Daarna is afgesproken met TNO dat de rapportage van de Tonnekreek opgesteld zou worden na de Oude Prinslandse Polder. Dit is een ongelukkige afspraak gebleken, omdat de oplevering van de Oude Prinslandse Polder wat vertraagd is en daarmee ook de oplevering van de rapportage van de Tonnekreek. Dit heeft thans de volle aandacht. Wel zijn de rekenresultaten uit de IGA gebruikt in het ontwerp van het inrichtingsplan integrale aanpak Tonnekreek. Dit inrichtingsplan staat ook op de agenda van de regiocommissie. Afronding van de IGA is nu beoogd in het vierde kwartaal van 2007.
Niervaert-Bloemendaal Deze Integrale gebiedsanalyse is onlangs opgestart en er heeft nog geen klankbordgroepbijeenkomst plaats gevonden. Deze IGA is net als voorgaande IGA’s van belang voor ondermeer het opstellen van peilbesluiten.
Brabantse Wal De tweede klankbordgroep is niet naar tevredenheid verlopen. Het materiaal van Grontmij was niet compleet en er kon niet goed geantwoord worden op vragen van de deelnemers. Om het geheel weer op de rit te zetten, worden op dit moment individuele gesprekken gevoerd met een aantal personen uit de klankbordgroep, om de knelpunten toch goed op een rij te krijgen. Op 21 juni vindt een interne workshop plaats waar het totaaloverzicht aan knelpunten bekeken wordt en een groslijst van maatregelen opgesteld wordt. De maatregelen worden in de zomer doorgerekend. In september zal een volgende klankbordgroepbijeenkomst plaatsvinden. De IGA Brabantse Wal moet in 2007 afgerond worden.
-8-
Agendapunt 8c
BESPREKINGSVERSLAG Nummer
:
*07I001928*
Betreft
:
overleg regiocommissie Midden
Datum
:
26 juni 2007
Plaats
:
kantoor Ulvenhout
Aanwezig
:
de dames J.H.C. Dielissen, en S. Schokker en de heren J.B.A. de Beer, D.H. van Bruggen, P.N.M. Hendrickx, M.A.J. van Koulil, J.C.M.M. Pijs en J.S.A.S. Rombouts
Afwezig
:
Mevrouw M.L.P.L. Knipscheer, de heren E.C. Baartmans, T.C.E. Hendriks, C.A.J. Jochems, H.H. Reininga, H. Schep en E. Tilborghs
Opgesteld door :
Mieke Peeters
Kopie aan
aan- en afwezigen, mevrouw J.L.C.M. Genet-Flipsen, de heren J.C.M. de Beer, L.C.M. van den Broek (DB/concernstaf), J.P. van Hal, A.P. Lambregts, E. Pompe, RAB
:
Agenda punt Verslag
1.
Opening en mededelingen De voorzitter, mevrouw Dielissen, opent om 13:30 uur deze laatste vergadering voor de zomervakantie en heet de aanwezigen van harte welkom. Een bericht van verhindering is binnengekomen van mevrouw Knipscheer en de heren Baartmans, Jochems, Reininga en Schep. De heer Hendrickx sluit later bij de vergadering aan. De nieuwe regiomanager, de heer De Beer, wordt geïntroduceerd als opvolger van de heer Rombouts. De heer J. de Beer, begint per 1 juli en is de nieuwe secretaris van de regiocommissie. Hij stelt zich aan de vergadering voor. De voorzitter wenst Johan veel succes in deze regio. Het hoofdkantoor zal straks het besluit van B&W van Breda op de aanvraag Monumentenvergunning, dat vanmorgen genomen is, via de voorzitter doorgeven aan de vergadering. Woensdag 31 oktober a.s. is een gezamenlijke themabijeenkomst en vervolgens een excursie voor de drie regiocommissies samen gepland waarbij een presentatie en toelichting zal worden gegeven op de Kaderrichtlijn Water (KRW). Gevraagd wordt deze datum, ochtend en middag, te reserveren in de agenda. Over de exacte invulling van de dag wordt de regiocommissie te zijner tijd nader geïnformeerd.
2.
Verslag en actiepuntenlijst en lijst adviezen en respons van 17 april 2007 De voorzitter stelt het verslag zowel tekstueel als inhoudelijk aan de orde. De volgende aanvullingen worden besproken. Blz. 3, punt 11. Gemeentelijk RioleringsPlan Halderberge: Het waterschap heeft een positief advies gegeven ten aanzien van dit plan. Mevrouw Schokker vraagt of op de gemeentelijke rioleringsplannen nog een vervolg komt in relatie tot de KaderRichtlijn Water, m.n. voor de gemeente Breda. Ook voor wat betreft afvalwater dienen in het kader van de KRW eind dit jaar maatregelenpakketten per stroomgebied te worden vastgesteld door het Regionaal Bestuursoverleg Maas. Hierin zijn ook de maatregelen die de gemeenten moeten treffen opgenomen wat kan resulteren in kostenbesparing. De gemeenten zijn verplicht eenmaal in de vier jaar de GRP’s te herzien, het is dus een continue
proces. In de nieuwe GRP’s worden steeds meer maatregelen opgenomen in relatie tot de KRW. Hoe zit het daarmee? De voorzitter merkt op dat het verstrekken van informatie over de voortgang van de eigen KRWverplichtingen aan de eigen achterban een verplichting voor iedere organisatie is. Overigens werken Brabantse Delta en de gemeenten samen op het gebied van het opstellen van Optimalisatie Studies Afvalwater (OAS) in dit kader. De regiocommissie zal in de themabijeenkomst van 31 oktober a.s. hierover verder worden geïnformeerd. Woensdag 27 juni a.s. houdt de ZLTO een voorlichtingsbijeenkomst over de KRW. Bijlage 2.2: Lijst adviezen en respons: Aanpassing scheepvaartklasse 4 Mark en Dintel: het dagelijks bestuur heeft “kennisgenomen” van het advies van de regiocommissie in plaats van ”aangenomen”. Het verslag wordt met inachtneming van de voorgaande aanvullingen/wijziging vastgesteld. 3.
Berichten uit regio Midden voor Brabantse Delta De voorzitter licht dit punt toe als volgt. Om nog beter op de hoogte te raken van wat in de maatschappij leeft wat van belang zou kunnen zijn voor het waterschap, wordt dit een vast punt op de agenda. Ieder commissielid wordt gevraagd een onderwerp dat leeft in de regio of van belang is vanuit het belang dat hij of zij vertegenwoordigt, toe te lichten of te vermelden. Op deze manier kan het waterschap beter inspelen op de signalen die worden ontvangen van buiten af. De heer Van Bruggen: De contacten met het waterschap en de hengelsportvereniging zijn vrij nauw en hij ervaart de werksituatie met het waterschap als zeer prettig. De voorzitter zegt dat verbeteringen altijd welkom zijn. De hengelsportverenging viert in het jaar 2008 haar 100-jarig bestaan. De heer Hendrickx: De OAS-studie (Optimalisatie Afvalwater Studie) voor de gemeente Zundert is afgerond en vastgesteld. Dit is een eerste deelstudie in het gebied Brabantse Delta die is afgerond. Opvallend is dat de gemeente Zundert heel positief heeft gereageerd op de studie; het levert nieuwe inzichten en kostenbesparingen op. De heer Pijs heeft zitting in de klankbordgroep IGA Noord-Rand Midden. Voor de uitvoering hiervan dient in Prinsenbeek veel grond aangekocht te worden. Bewoners in dit gebied zijn hiervoor nog niet benaderd. Bovendien is de maatregelenkaart bijna gereed. De heer Rombouts legt uit dat de gronddruk in Prinsenbeek vrij hoog is; er liggen prangende vragen van ondernemers. Zij vragen om duidelijkheid. Ook heeft het waterschap in dit gebied met meerdere aankopers en aankoopstrategieën te maken. De projectmanager is hiervan op de hoogte. Afgesproken wordt het signaal nogmaals aan de projectorganisatie door te geven. De heer Van Koulil: Vanuit een aantal ZLTO-leden komt de klacht dat recentelijk uitgevoerde werkzaamheden niet goed worden afgestemd met de grondeigenaren. Hierop wordt later in dit overleg teruggekomen. Mevrouw Schokker vindt het jammer dat in de brochure Wonen aan Water, door het waterschap uitgegeven, niets is opgenomen over botulisme/waterverontreiniging. Deze zorg leeft erg bij de mensen. In het kader van de volksgezondheid vraagt mevrouw Schokker, net als vorig jaar, aandacht hiervoor en vindt goede informatie en communicatie vanuit het waterschap naar de bewoners toe heel belangrijk. De voorzitter deelt mee dat indien er geen borden zijn geplaatst de bewoners kunnen aannemen dat de kwaliteit van het water goed is en het een ‘normale’ situatie betreft. De voorzitter is het ermee eens dat als dat niet duidelijk is, hierover beter dient te worden gecommuniceerd. Aan de afdeling communicatie wordt de suggestie gedaan de bevindingen van het monitoren van de waterkwaliteit voor het hele gebied op de site van het waterschap te plaatsen. Vanuit de natuurorganisaties informeert mevrouw Schokker naar de stand van zaken m.b.t. het waterschap in relatie tot gemeenten voor wat betreft de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De voorzitter zegt dat met het in werking treden van de nieuwe wet er veel gaat veranderen. Het waterschap zal veel proactiever moeten optreden naar de gemeenten toe. Een voordeel is dat de overlegstructuren met de gemeenten al tot stand zijn gekomen. Het waterschap moet goed bewaken dat de gemeenten de verplichte watertoets aanvragen. Ook de provincie moet van te voren bij de gemeenten kenbaar maken wat het beleid is. Momenteel speelt de vraag of de provincie op basis van de nieuwe wet, een nieuwe provinciale verordening in zal stellen. Mevrouw Schokker vraagt
-2-
of ons waterschap hierbij betrokken is en is van mening dat het waterschap vanwege het waterbelang bij de provincie moet aandringen op een dergelijke verordening. Vanuit de natuurorganisaties geeft mevrouw Schokker het signaal af dat de waterbelangen van het waterschap duidelijk moeten worden weergegeven in de verordening en wat de consequenties van de nieuwe wetgeving zijn voor het waterschap. Of dit inmiddels in de organisatie de aandacht heeft is niet bekend. De voorzitter zegt dit na te gaan en komt hierop terug. 4.
Beschrijving bestuursroute uitvoeringsprogramma Met deze notitie wordt de regiocommissie geïnformeerd over de verschillende stappen binnen de bestuursroute van het uitvoeringsprogramma. Tevens wordt ingegaan op de status van de IGA’s. De heer Hendrickx vraagt of met het vaststellen van de IGA ook de GGOR is vastgesteld. Als voorbeeld wordt de IGA Turfvaart-Bijloop genoemd. De resultaten hiervan zijn naar de provincie gestuurd en opmerkingen hierop worden op het moment met de provincie doorgenomen. Vooralsnog kan het voorliggende product de GGOR-toets dus “nog” niet doorstaan. Zodra deze pilot is afgerond kunnen de andere GGOR slagen aansluitend aan de IGA’s al dan niet los van het proces worden gemaakt. De regiocommissie wordt over het ontwerpplan in een eerder stadium advies gevraagd, wat qua timing, tussen het dagelijks en het algemeen bestuur inzit. Mevrouw Schokker vraagt zich af hoe hierover gestemd gaat worden binnen de Regiocommissie. De voorzitter antwoordt dat volgens het reglement ieder lid een volwaardig lid is, met daarnaast het verzoek om enige terughoudendheid van de AB-leden. Mocht het advies verdeeld zijn dan is het mogelijk dit onderscheid in het advies aan te geven. Dit past ook in de lijn die tot nu toe is aangehouden. Allen gaan hiermee akkoord. Na besluitvorming komt het plan in de inspraak. Daarbij heeft iedere burger een mogelijkheid in te spreken, zo ook alle leden van de commissie.
5.
Resultaten klanttevredenheidsonderzoek In het kader van het klanttevredenheidsonderzoek zijn er van januari tot en met april 2007 voor de producten Vergunningen, Belastingen, Onderhoud waterlopen en Bereikbaarheid elf deelonderzoeken uitgevoerd middels persoonlijke, telefonische en schriftelijke enquêtes. Het gemiddelde rapportcijfer dat de klant het waterschap heeft gegeven over de vier producten is een 7. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten kiest het dagelijks bestuur ervoor om vooral te focussen op de onderdelen die nog ruimte laten voor verbetering en op het vasthouden van de huidige tevredenheid. De verbeteringen worden vooral gezocht in de hoek van de drie speerpunten: snelle en duidelijke informatie, correct contact en afspraken nakomen. Om de score van het product ‘onderhoud waterlopen’ te verbeteren (gemiddelde van 6,5) is direct naar een oplossing gezocht. Via de website van het waterschap kan nu direct informatie per perceel worden verkregen over de maaimethoden en periode van uitvoering. Eigenaren die aan een leggerwatergang zijn gelegen hebben een schrijven hierover ontvangen met verwijzing naar deze website én een telefoonnummer van de betreffende coördinator beheer en onderhoud. Er komen ook advertenties in de huis aan huis bladen met een link naar deze pagina. De volgende vergadering worden de concrete maatregelen die uit het onderzoek naar voren komen naar de commissie teruggekoppeld. Mevrouw Schokker vindt het jammer dat ook deze informatie niet in de brochure ‘Wonen aan water’ wordt vermeld. De heer Van Bruggen complimenteert het waterschap met deze uitslag. De complimenten zullen worden doorgegeven.
6.
Inrichtingsplan Vierde Bergboezem en besluit tot wijziging plan Vierde Bergboezem Met deze notitie wordt de regiocommissie geïnformeerd over de planwijzigingen Vierde Bergboezem, voor uitvoering conform de Reconstructiewet. Deze wijzigingen op het plan zijn weer ter visie gelegd, er zijn echter geen zienswijzen op de wijzigingen binnengekomen. De heer Van Bruggen informeert naar de vermelding ´archeologisch monument´in de legenda van bijgevoegd kaartje. De secretaris zegt dat het hier om plaatsen gaat, welke provinciaal zijn vastgelegd, waar zich iets in de bodem bevindt en noemt als voorbeeld nederzettingen.
-3-
In dit gebied streeft men ernaar dat alle gronden worden verworven. Inmiddels zijn al veel gronden verworven. Men verwacht dat de verwerving voorspoedig verloopt en dat dit geen problemen oplevert. 7.
Uniformering onttrekkingsverbod uit oppervlaktewater (definitieve versie) Tijdens de waterschaarste in de zomer van 2006 is gebleken dat de normen voor het afkondigen van een onttrekkingsverbod uit oppervlaktewater niet uniform zijn. Met ingang van de zomer van 2007 worden aangepaste normen en stroomgebieden, welke zijn vastgelegd in een beleidsregel, voor het gehele beheersgebied van waterschap Brabantse Delta doorgevoerd. Deze nota is vorige keer al besproken. Dit is de definitieve versie met een paar kleine wijzigingen op het oorspronkelijke plan. Het principe is hetzelfde gebleven.
8.
Reconstructie De Baronie: uitspraak Raad van State Met deze notitie wordt de regiocommissie geïnformeerd over de uitspraak van de Raad van State betreffende de beroepen tegen het reconstructieplan de Baronie, met hierin de belangrijkste onderdelen van de uitspraak opgenomen. De heer Hendrickx staat ervan te kijken dat er veel punten zijn vernietigd. Er moet toch nogal het een en ander worden hersteld. De voorzitter zegt dat de uitspraak van de Raad van State niet direct problemen oplevert voor het waterschap. We moeten wel alert zijn op tegenvallers in de toekomst. Door de uitspraak hebben we in de streek wel meer werk, maar kan ook meer maatwerk worden geleverd. Mevrouw Schokker maakt zich zorgen over de ontwikkelingen in het reconstructiegebied en dat gronden kunnen worden aangekocht door particulieren. Met betrekking tot punt e., begrenzing en werking van de natte natuurparels en de 500 meter zones, stelt mevrouw Schokker voor dit met de gemeente te communiceren. Met het overnemen van het reconstructieplan was bescherming daarvan geregeld. Omdat dit nu niet het geval is vraagt zij vanuit het waterschap er bij gemeenten op aan te dringen voor deze gebieden een voorbereidingsbesluit te nemen. De voorzitter geeft aan dat deze doelrealisatie in het overleg met de gemeenten altijd een punt van overleg is. Mevrouw Schokker vindt het van groot belang dat de belangen van het waterschap worden duidelijk gemaakt aan de gemeenten.
9.
Evaluatie Trippelenberg In het rapport wordt het reeds afgeronde project Natuurontwikkeling Trippelenberg uitvoerig geëvalueerd. Door het sterk gewijzigde subsidiebeleid heeft het lang geduurd voordat er een sluitend financieringsplan vastgesteld kon worden. Ook de grondverwerving in dit gebied was een probleem. Mevrouw Schokker vraag zich af of er inmiddels maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat bij een volgend project het budget weer wordt overschreden door zaken die niet op elkaar aansluiten. Zij is benieuwd naar de ervaring hoe nu de subsidie loopt voor de inrichting van het landelijk gebied. De heer De Beer vraagt dit na en komt hier volgende vergadering op terug.
10.
Instellen drempelwaarde overeenkomsten natte natuurparels Met deze notitie wordt de regiocommissie geïnformeerd over het instellen van een drempelwaarde voor het aanbieden van een privaatrechtelijke overeenkomst voor de afkoop van schade bij natte natuurparels van 45 euro per jaar per betrokkene.
11.
Vergunningverlening in 500 meterzones natte natuurparels Met deze notitie wordt de regiocommissie geïnformeerd over het hanteren van de afwijkingsbevoegdheid bij vergunningsaanvragen binnen de 500 meterzone, maar buiten de werkelijk gebleken hydrologische invloedssfeer rond een natte natuurparel. Dit voorbeeld is aan de orde bij Rooskensdonk-Weimeren. De Provincie heeft alle voorstellen overgenomen behalve bij Rooskensdonk. Nu blijkt dat daar de vergunningen echter niet geweigerd hoeven te worden. Daarom is gekozen voor een pragmatische oplossing; het hanteren van de afwijkingsbevoegdheid. Bij een volgende informatiebijeenkomst over Rooskensdonk zal dit aan de betrokkenen bekend gemaakt worden.
-4-
12.
Stand van zaken huisvesting Bouvigne De voorzitter geeft een toelichting op de huidige stand van zaken huisvesting Bouvigne. Zojuist is het bericht binnengekomen dat de monumentenvergunning door het college van B&W aan het waterschap is verleend. Het vervolg hierop is een beroepstermijn van zes weken. Als beroep wordt ingesteld heeft dat een schorsende werking op de vergunning. Vervolgens kan een bodemprocedure worden ingesteld en opheffing van de schorsende werking gevraagd worden. Als dit wordt toegestaan wordt er hopelijk rond januari/februari uitspraak gedaan en bekendgemaakt of daadwerkelijk aan de slag kan worden gegaan. Vorige week is er een bijeenkomst geweest met de gemeentelijke fractievoorzitters en het dagelijks bestuur. Alle partijen waren het er over eens dat in de publiciteit door de actiegroep een scheef beeld is gevormd bij een deel van de Bredase bevolking. De afspraak is gemaakt dat het waterschap de situatie beter zal uitleggen ten behoeve van deze mensen. De heer Hendrickx betreurt het dat het waterschap in het beginstadium niet beter heeft gecommuniceerd over de plannen.
13.
Nieuwsbrieven/persberichten Voorafgaand aan deze vergadering is tussentijds een aantal nieuwsbrieven aan de regiocommissie toegezonden, t.w.: x Nieuwsbrief maaibeleid spaart Flora en Fauna x Persbericht onttrekkingsverbod
14.
Rondvraag De heer De Beer vond het een interessante discussie en weet nu hoe hij zich moet voorbereiden voor de volgende vergadering. Met het oog op de bestuursverkiezingen in november 2008 vindt mevrouw Schokker het van belang dat in dit stadium al gestart wordt met de communicatie met de burgers. Ook dienen verbeterpunten te worden aangedragen om een betere opkomst te kunnen genereren. Via de Unie van Waterschappen is gekozen voor een landelijke aanpak, waar mogelijk. Landelijk zal ook een voorlichtingscampagne gehouden worden. De heer Van Koulil vraagt uitleg over de aanbesteding van de onderhoudswerkzaamheden. De heer Rombouts legt uit dat Regio midden is opgedeeld in drie percelen, die zijn aanbesteed. Het onderhoud in de gebieden De Markgronden en De Bovenmark wordt door de fa. Kanters uit Gemert uitgevoerd en in het gebied Aa of Weerijs door fa. De Bruijn. Er zijn inmiddels ook (plaatselijke) onderaannemers actief. Er is rekening mee gehouden dat, waarschijnlijk voornamelijk het eerste jaar, klachten kunnen komen over o.a. de wijze van uitvoering, het ontbreken van gebiedskennis en het gedifferentieerd beheer en onderhoud. Om dit te kunnen begeleiden is extra capaciteit binnen de sector Watersystemen en Waterkeringen vrijgemaakt. Ook de begeleiding van de aannemers vraagt extra tijd. Deze aanbesteding is een jaar geldig, met een optie voor meerdere jaren, afhankelijk van gedrag en kwaliteit. Het is wel de bedoeling dat in de toekomst voor meerdere jaren wordt aanbesteed. Of de aanbesteding uiteindelijk een besparing heeft opgeleverd is nu nog moeilijk te zeggen, mede door de invoering van het gedifferentieerd beheer en onderhoud. Aan de externe leden wordt de veldgids beheer en onderhoud toegezonden.
15.
Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 15:45 uur.
-5-
Aktiepuntenlijst: x x
x x x x
Het plaatsen van resultaten kwaliteitsmonitoring op de website. Nogmaals doorgeven aan projectorganisatie dat bewoners in het gebied Noord-Rand Midden nog niet benaderd zijn voor grondaankoop, terwijl de maatregelenkaart bijna gereed is. Waterbelangen i.v.m. Wet op de Ruimtelijke Ordening/instellen provinciale verordening Terugkoppeling maatregelen klanttevredenheidsonderzoek Subsidie bij projecten Toesturen veldgids beheer en onderhoud
-6-
JdB
JdB Voorzitter JdB JdB MP
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002196 Barcode: 07I002196 Onderwerp: Vaststelling ambitie Duurzaam Ondernemen Sector en afdeling: Concernstaf Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 12 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen:-Aan het algemeen bestuur, Inleiding In het bestuursprogramma 2005 – 2008 kiest het algemeen bestuur voor een actieve rol in de samenleving. Het bestuur is van mening dat het waterschap een maatschappelijk betrokken organisatie dient te zijn. In 2006 is daar onder andere invulling aan gegeven door, samen met een viertal andere waterschappen, een pilot project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) te starten. Dat project was erop gericht relevante thema’s te identificeren als een waterschap met het thema MVO aan de slag wil. De rapportage van die pilot is reeds in uw bezit. Waterschap Brabantse Delta was hiermee een voorloper binnen de waterschapswereld. Inmiddels is een volgend tiental waterschappen met de ontwikkelde methodiek aan de slag gegaan. Ook de Unie van Waterschappen heeft zich bereid getoond om, na daartoe een verzoek te hebben ontvangen, de aspecten die in de pilot zijn ontwikkeld mee te nemen bij het verzamelen van benchmarkgegevens. In drie bijeenkomsten over dit thema hebben vertegenwoordigers van de vier fracties samen met een aantal medewerkers over dit onderwerp gesproken. Het resultaat van de derde bijeenkomst was de formulering van de ambitie die u in deze notitie ter vaststelling wordt aangeboden. De basis voor de discussie vormden de criteria voor MVO zoals die worden gehanteerd voor het resultaatgebied maatschappij in het INK- managementmodel. x x x x x x x x x
MVO is een bewuste keuze, vastgelegd in visie, missie, strategie en beleid. MVO gaat verder dan de kerntaken en wettelijke verplichtingen. Bij de kerntaken is het vooral van belang op welke wijze je die uitvoert. De taakinkleuring is grensverleggend. De resultaten zijn duidelijk zichtbaar. De organisatie is bereid er verantwoording over af te leggen. MVO wordt beoordeeld op resultaten. MVO heeft aantoonbare toegevoegde waarde voor de organisatie en de maatschappij. De organisatie heeft de plicht tot voortdurend vernieuwen en verbeteren.
Het resultaat was de volgende formulering: “Waterschap Brabantse Delta heeft de ambitie om in zijn bedrijfsvoering de principes toe te passen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en maakt dit tot onderdeel van zijn missie. Dat houdt in dat de organisatie verantwoordelijkheid neemt voor de lange termijn consequenties van haar handelen op sociaal, ecologisch en economisch gebied in de hele keten, daar verantwoording over aflegt en de dialoog aangaat met de belanghebbenden.
Het waterschap is hierin vernieuwend en vat zijn kerntaken ruim op, passend bij het versterken van het strategisch vermogen van de organisatie. Dit vindt plaats door een zorgvuldige afweging van maatschappelijke kosten en baten op de lange termijn”. Deze formulering biedt voldoende ruimte voor een zorgvuldige afweging. Anderzijds zit er voldoende afbakening in om te voorkomen dat MVO een bodemloze put wordt. Op 23 augustus was het onderwerp maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de orde in een thema bijeenkomst van het algemeen bestuur waarin ook de sector Zuiveringsbeheer haar ambities voor de toekomst presenteerde. Ambities die een goed voorbeeld zijn van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vraagstelling De organisatie heeft behoefte aan een uitspraak van het bestuur over de ambitie die het waterschap heeft op het terrein van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Strategie De ontwikkelingen en inzichten ten aanzien van taken en verantwoordelijkheden van overheden brengen met zich mee dat de blik nadrukkelijk moet worden gericht op de toekomst. Klimaatverandering is daar een voorbeeld van. Daarom moet ook rekening worden gehouden met andere plaatsen op aarde en generaties na ons. Het waterschap dient te werken aan zijn strategisch vermogen, aan het ontwikkelen van de organisatie van de toekomst. Tijdens de hiervoor genoemde derde bijeenkomst bleek dat de meerwaarde van MVO voor Brabantse Delta met name is gelegen in het aspect duurzaamheid. Ook steeds meer medewerkers vinden het belangrijk dat hun werkgever aandacht heeft voor een maatschappelijk verantwoorde vorm van ondernemen. In het pilot project is geconcentreerd op het ontwikkelen van een benchmark om te meten in hoeverre waterschappen maatschappelijk verantwoord ondernemen op de aspecten People, Planet en Profit. Na vaststelling van de ambitie zal nog dit jaar een masterplan MVO aan het bestuur worden voorgelegd met daarin voorstellen voor het ontwikkelen van beleid op specifieke terreinen zoals: duurzaam inkopen, energiebesparing, maatschappelijke kosten en baten analyse, kennisontwikkeling, realistisch investeren, terugdringen van de CO2 uitstoot, participatie van vrouwen en herbezinning van het buitenland beleid. Voorkomen moet worden dat MVO zich beperkt tot een aantal specifieke projecten. In het masterplan zal worden beschreven hoe ervoor wordt gezorgd dat medewerkers zich in al hun handelen bewust zijn van de bredere maatschappelijke implicaties. Een traject om het denken vanuit MVO perspectief tussen de oren te krijgen om van daaruit plannen en voorstellen te ontwikkelen. MVO moet in alle haarvaten van de organisatie doordringen om de ambitie waar te kunnen maken. Beoordeling x Financiële gevolgen ja, namelijk keuzes voor duurzaamheid kunnen soms leiden tot hogere kosten. In de voorstellen die het betreft zal worden aangegeven wat de extra baten zijn voor de lange termijn en wat dat betekent voor de kosten. x
Juridische gevolgen niet van toepassing
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Indien het bestuur het besluit neemt dat waterschap Brabantse Delta kiest voor duurzaam ondernemen, ligt het voor de hand daar zowel intern als extern ruchtbaarheid aan te geven. Tenslotte is dit waterschap dan weer één van de koplopers in waterschapsland. Het zou het imago van het waterschap ten goede komen als gemeld kan worden dat het is gelukt het autogebruik door ambtenaren flink terug te dringen of dat energie duurzaam wordt ingekocht. Een belangrijke rol is weggelegd voor interne communicatie waar het gaat om het bevorderen van het MVO bewustzijn bij alle medewerkers.
Advies Het algemeen bestuur kiest ervoor de hieronder geformuleerde ambitie te hebben ten aanzien van de bedrijfsvoering: “Waterschap Brabantse Delta heeft de ambitie om in zijn bedrijfsvoering de principes toe te passen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en maakt dit tot onderdeel van zijn missie. Dat houdt in dat de organisatie verantwoordelijkheid neemt voor de lange termijn consequenties van haar handelen op sociaal, ecologisch en economisch gebied in de hele keten, daar verantwoording over aflegt en de dialoog aangaat met de belanghebbenden. Het waterschap is hierin vernieuwend en vat zijn kerntaken ruim op, passend bij het versterken van het strategisch vermogen van de organisatie. Dit vindt plaats door een zorgvuldige afweging van maatschappelijke kosten en baten op de lange termijn”. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het Algemeen Bestuur Registratienummer: 07I002163 Barcode: 07I002163 Onderwerp: herijking buitenlandbeleid Brabantse Delta Sector en afdeling: SBO Beleid Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 13 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: -Aan Algemeen Bestuur Inleiding In april 2006 is door het waterschap de nota buitenlandbeleid waterschap Brabantse Delta vastgesteld. In dat besluit is vastgelegd dat het waterschap zich met name richt op grensoverschrijdende samenwerking. Het primaire doel is het op orde brengen van het watersysteem in het eigen beheergebied (binnen de eigen Euregio) en het opbouwen van een grensoverschrijdend netwerk aan contacten. Dat betekent dat we ons terughoudend opstellen bij het inzetten van eigen capaciteit in projecten van internationale samenwerking. Hoewel dit besluit pas vrij recent is genomen, zijn er (onder andere vanuit het bestuur) geluiden waar te nemen dat een herbezinning op dit standpunt wellicht wenselijk is. Diverse ontwikkelingen liggen daaraan ten grondslag. De discussie over klimaatverandering roept de vraag op wat het waterschap kan doen aan het beperken van de mondiale klimaatverandering en aan de mogelijk schadelijke gevolgen daarvan. Het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking vraagt inzet van de waterschappen bij de realisatie van de Millennium Development Goals. In de Werkgroep en de Commissie Internationale Zaken van de Unie van Waterschappen horen we over ontwikkelingen op het gebied van internationale samenwerking. Verder zien we interessante projecten bij andere waterschappen. Verschillende instanties richten stimuleringsfondsen en subsidieprogramma’s op en we worden door organisaties/instanties benaderd om te participeren in internationale projecten (denk aan het ministerie van LNV, UNESCO-IHE, Partners for Water). Vanuit verschillende hoeken worden we zodoende aangespoord om verder te kijken dan alleen samenwerking in de grensstreek. Vraagstelling Op welke wijze wil het waterschap zich positioneren in het internationale speelveld? Strategie Op 26 juni 2007 heeft er een thema DB plaatsgevonden, waarin gediscussieerd is over een mogelijke herijking van het buitenlandbeleid. De wens om het buitenlandbeleid verder uit te bouwen werd duidelijk herkend door de aanwezigen. De belangrijkste argumenten daarvoor zijn als volgt weer te geven: 1. maatschappelijke verantwoordelijkheid met het oog op de toestand in minder ontwikkelde landen; 2. ontwikkeling van de eigen organisatie (kennisontwikkeling, ontwikkeling van personeel en versterking imago); 3. bijdragen aan de groei van de export van de Nederlandse watersector. De bovenstaande opsomming kan gehanteerd worden als criterialijst waaraan projectvoorstellen moeten voldoen. Daarnaast kwamen in de discussie nog andere randvoorwaarden naar voren die in het algemeen gelden voor internationale projecten: x We moeten ons voldoende zelfstandig profileren, projecten met een eigen gezicht. Bij voorkeur opereren we niet als kleine schakel in een project met twintig partners, maar we nemen liever zelf het initiatief. Dit betekent niet dat we nooit in internationale samenwerkingsverbanden zullen meewerken. Denk aan Interreg-projecten waar we met vele partners een project uitvoeren. De motivatie voor dergelijke projecten is echter anders. Daar ligt de focus namelijk op gezamenlijke kennisontwikkeling en – uitwisseling.
x
x x x x
Het waterschap is zich er van bewust dat we niet de enige instantie zijn die zich in het internationale speelveld bevindt. Vanuit de Rijksoverheid zijn er bijvoorbeeld stimuleringsprogramma’s waarin ‘focuslanden’ zijn benoemd: projecten in die landen komen eerder in aanmerking voor subsidies. Een goede communicatie tussen waterschappen (via de Unie) maar ook met andere instanties kan eraan bijdragen dat initiatieven worden verspreid over verschillende landen. Bovendien kunnen we leren van ervaringen van bijvoorbeeld andere waterschappen. Het is dus belangrijk om goed te communiceren met andere instanties die internationaal opereren. Eén van de mogelijkheden om aan te sluiten bij een dergelijke netwerk is lid te worden van het Netherlands Water Partnership (NWP). Deze netwerkorganisatie versterkt de samenwerking tussen partijen in de Nederlandse watersector, biedt mogelijkheden voor kennisuitwisseling over (internationale) projecten en ze vertegenwoordigd de Nederlandse watersector in internationale gremia. De projecten dienen aan te sluiten bij onze primaire taken, namelijk bescherming tegen hoogwater en zuivering van afvalwater. De ondersteuning zal met name bestaan uit de inzet van menskracht. Het belang van het ontvangende land dient voorop te staan. Het waterschap dient transparant te zijn over de kosten en inzet. Vanuit het DB is de suggestie gedaan om zelfs het aantal fte’s hierin mee te nemen. Een zodanig transparante verslaglegging van de kosten die gepaard gaan met internationale activiteiten is uniek. Uit een korte verkenning is gebleken dat bij andere waterschappen de inzet van fte’s vaak is verspreid over andere begrotingsposten. Volgens de boeken investeren deze waterschappen jaarlijks tussen de € 10 000,- en de € 25 000,- in internationale projecten. Daarbij dient dan vaak nog 1 à 2 fte’s te worden opgeteld. Brabantse Delta wil alles onder één begrotingspost brengen.
Mogelijke ontwikkelingsrichtingen buitenlandbeleid Brabantse Delta Met inachtneming van de bovenstaande overwegingen, wordt het bestuur gevraagd de onderstaande mogelijkheden af te wegen en tot een besluit te komen in welke richting we ons buitenlandbeleid willen ontwikkelen. Mogelijkheid A Een eerste mogelijkheid kan zijn dat het bestuur er niets voor voelt om het huidige beleid, één jaar na vaststelling, te herzien. We dienen ons te richten op onze primaire taak, namelijk het beheren en onderhouden van waterlopen in het eigen beheersgebied. Ontwikkelingshulp is belangrijk, maar behoort niet tot onze taak. Samenwerking dient alleen plaats te vinden met partijen die direct invloed uit oefenen op ons beheersgebied (zoals Vlaamse waterbeheerders). Mogelijkheid B Een tweede strategie is om de internationale samenwerking uit te breiden tot (nieuwe) EU-lidstaten. Het motief voor dergelijke samenwerking is vooral gelegen in gezamenlijke kennisontwikkeling, het creëren van afzetmarkten voor de eigen bedrijven en het versterken van de eenheid op Europees niveau. Mogelijkheid C Een derde mogelijkheid is om het buitenlandbeleid uit te breiden tot meer ontwikkelingsgerichte projecten in zogenaamde focuslanden. De term ‘ontwikkelingsgericht’ heeft betrekking op projecten die de nadruk leggen op ondersteuning van het ontvangende land, in plaats van winst halen voor het eigen waterschap. Met ‘focuslanden’ worden die landen bedoeld die door het EVD (een agentschap van het ministerie van Economische zaken) zijn aangemerkt als landen waar we ons op moeten concentreren bij buitenlandse activiteiten (deze lijst met ‘focuslanden’ is overgenomen door Unie). Weging aan de hand van de criteria De drie mogelijkheden hebben in toenemende mate gevolgen voor het buitenland beleid: mogelijkheid A wijkt het minst af, en mogelijkheid C het meest. Gelet op de motieven/criteria die eerder in deze nota staan beschreven, scoort mogelijkheid C het beste op deze punten. Variant A draagt nauwelijks bij aan het nemen van extra maatschappelijke verantwoordelijkheid, ontwikkeling van het eigen personeel, imagoverbetering en groei van de export van de Nederlandse watersector. Variant C scoort maximaal op deze punten. Deze variant vraagt wel om extra veranderingen, waarmee ook hogere kosten gepaard gaan. Mogelijkheid B schetst een alternatief: aangezien de samenwerking zich richt op EU-landen, dragen projecten ook bij aan het eigen watersysteembelang. In schema ziet de afweging er als volgt uit: Variant A Maatschappelijke verantwoordelijkheid Ontwikkeling personeel Imago Export watersector Toename kosten Belang voor eigen watersysteem - = negatief effect 0 = neutraal
0 0 0 0 0 + + = positief effect
Variant B
Variant C
+ + + + 0/+
++ ++ ++ + 0
Uit het bovenstaande kan de conclusie worden getrokken dat mogelijkheid C een nieuwe weg opent voor het buitenlandbeleid, die past bij de heersende trend om verder te kijken dan de eigen regio. Een herijking van het buitenlandbeleid leidt op verschillende manieren tot een versterking van ons imago. Naar aanleiding van geluiden vanuit andere waterschappen en een inventarisatie van de Unie is het gevoel ontstaan dat we als Brabantse Delta enigszins achterblijven op het gebied van internationale samenwerking in verhouding tot de andere Nederlandse waterschappen. De keuze voor mogelijkheid C leidt ertoe dat het waterschap zich naar buiten toe kan profileren met een eigenstandig internationaal beleid. NB: de keuze voor mogelijkheid C geeft aan dat het bestuur de voorkeur geeft aan ontwikkelingsgerichte projecten in focuslanden. Indien zich een projectvoorstel aandient in de strekking van optie B, maar dat toch interessant is voor het waterschap, kan het bestuur besluiten hier aan deel te nemen. Beoordeling x Financiële gevolgen: Het voorstel is om een jaarlijkse reservering van maximaal € 125.000,- op te nemen in de exploitatiebegroting. Bestaande uit: - € 50.000,- projectkosten (waaronder lidmaatschap NWP: € 3000,- per jaar); - anderhalf fte op jaarbasis voor de ontwikkeling en uitvoering van het buitenlandbeleid. De kosten hiervoor zijn ongeveer € 75.000,- (één fte kost per jaar gemiddeld € 50.000,-). Projectkosten (waaronder lidmaatschap NWP € 3 000,-)
€ 50.000,-
1,5 fte op jaarbasis
€ 75.000,-
Totaal Jaarlijkse reservering op de exploitatiebegroting:
€ 125.000,-
x
Juridische gevolgen niet van toepassing
x
Personele gevolgen Er wordt voorgesteld om jaarlijks anderhalf fte beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling en uitvoering van het buitenlandbeleid. Bijkomend effect is dat personeelsleden meer mogelijkheden krijgen om zich te ontwikkelen, het waterschap heeft meer te bieden aan haar personeel (aantrekkelijke werkgever).
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf De communicatie zal enerzijds plaatsvinden volgens de reguliere wijze waarop het waterschap over haar projecten communiceert. Anderzijds is het belangrijk om de projecten ook op hoger schaalniveau goed te communiceren. Dit kan bijvoorbeeld via lidmaatschap van het NWP. Deze netwerkorganisatie stimuleert en faciliteert kennisuitwisseling over internationale projecten. Daarnaast dienen de projecten goed richting de Unie te worden gecommuniceerd, om optimaal gebruik te kunnen maken van dit netwerk. Voor wat betreft de communicatie is belangrijk dat we: 1) duidelijk een eigen rol vervullen in projecten; 2) de hieraan verbonden kosten duidelijk in beeld brengen. Advies: het AB stemt – zonder optie B geheel uit te sluiten - in met optie C voor de herijking van het buitenlandbeleid en reserveert daarvoor een jaarlijks bedrag van € 125.000,- op de exploitatiebegroting. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *07I002151* Barcode: 07I002151 Onderwerp: inzet van agrarisch natuurbeheer bij ecologische verbindingszones Sector en afdeling: SBO, afdeling Beleid en Middelen, afdeling Juridische Zaken Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 14 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: -Aan het algemeen bestuur Inleiding Tijdens de vergadering van het algemeen bestuur van 4 april 2007 zijn vragen gesteld over de mogelijkheden om agrarisch natuurbeheer toe te passen bij het realiseren en beheren van ecologische verbindingszones. Door het dagelijks bestuur is toegezegd hierop in de vergadering van 3 oktober 2007 op terug te komen door middel van deze bestuursnota. Vraagstelling Wat zijn de mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer bij ecologische verbindingszones? Strategie Onder agrarisch natuurbeheer wordt verstaan het aanleggen en onderhouden van een natuur- of landschapelement door een agrariër op vrijwillige basis en tegen een vergoeding. Agrarisch natuurbeheer kan op twee verschillende manieren gebruikt worden bij het realiseren en onderhouden van ecologische verbindingszones (evz): 1. realiseren en vervolgens onderhouden van een evz op percelen van agrariërs (blauwe dienst); 2. het uitvoeren van het onderhoud van een evz in eigendom van het waterschap. 1 Realiseren en onderhouden van een evz op percelen van derden Het waterschapsbeleid voor het realiseren en vervolgens onderhouden van een evz op gronden van derden heeft het waterschap vastgesteld in de beleidsnota ‘Beschikbaar krijgen van gronden voor waterdoelstellingen’. Deze nota is op 4 april jongstleden in het AB besproken. Op basis van een uitgebreide analyse van de mogelijke instrumenten, de doelstellingen, randvoorwaarden en ervaringen is ten aanzien van de realisatie van evz’s afgewogen welke mogelijkheden er zijn voor ondermeer blauwe diensten. Immers, zodra men spreekt van agrarisch natuurbeheer, spreekt men in feite over een vorm van blauwe diensten. De conclusie in de beleidsnota is dat het inrichten en onderhouden van evz’s door middel van een blauwe dienst niet geschikt is om op grote schaal toe te passen. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat de taakstelling is om evz duurzaam te realiseren en daar onomkeerbare inrichtingsmaatregelen bij nodig zijn én de evz in de meeste gevallen ook ingewikkeld onderhoud met zich meebrengt. Een blauwe dienst is echter alleen geschikt voor niet structurele, vrijwillige en eenvoudige maatregelen. Voor de volledige argumentatie wordt naar de onlangs vastgestelde beleidsnota ‘Beschikbaar krijgen van gronden voor waterdoelstellingen’ verwezen die reeds in uw bezit is. Het recent vastgestelde beleid van het waterschap gaat er daarom vanuit van een voorkeur voor aankoop waarbij blauwe diensten alleen in bijzondere gevallen waar er concreet uitzicht is op latere aankoop en definitieve inrichting van een evz als overbrugging een mogelijkheid is. 2 Het uitvoeren van het onderhoud van een evz in eigendom van het waterschap Een tweede mogelijkheid is dat agrariërs of een vereniging voor agrarisch natuurbeheer door het waterschap ingeschakeld wordt om het onderhoud aan een evz in eigendom van het waterschap uit te voeren. De desbetreffende agrariër of vereniging treedt dan feitelijk op als een aannemer. In dergelijke gevallen geldt dat het onderhoud van een evz dan conform de vastgestelde aanbestedingsregels van het waterschap moet
worden aanbesteed. Agrariërs en verenigingen voor agrarisch natuurbeheer kunnen hierbij gewoon meedingen naar de opdracht of worden uitgenodigd een offerte uit te brengen. Ervaringen met agrarisch natuurbeheer Bij het afwegen van de inzetbaarheid van agrarisch natuurbeheer moeten ook ervaringen die op dit gebied al zijn op gedaan worden meegenomen. Deze ervaringen zijn in het land niet onverdeeld positief. Zoals ook in de eerder genoemde beleidsnota ‘Beschikbaar krijgen van gronden voor waterdoelstellingen’ is aangegeven, heeft het waterschap in het verleden een paar proeven op dit gebied gedaan en niet positief zijn uitgevallen zoals een evz bij Dongen. Dit komt voornamelijk doordat agrarisch natuurbeheer vooral geschikt is voor relatief eenvoudig te onderhouden natuurdoelen zoals bloemrijk grasland, terwijl voor de evz’s veeleisende natuurdoelen nagestreefd worden. In de praktijk blijkt dat de natuurdoelen waar het uiteindelijk om gaat niet of nauwelijks gerealiseerd kunnen worden, ook als het overeengekomen beheer goed wordt uitgevoerd. Deze bevindingen worden onderstreept door een onderzoek van het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) die de Regeling Beheer van het ministerie van LNV heeft geëvalueerd. Het MNP concludeert uiteindelijk dat het wel het landschap verbetert, maar dat de ecologische doelen niet gehaald worden (zie Staatscourant maandag 14 mei 2007). Beoordeling x Financiële gevolgen niet van toepassing x
Juridische gevolgen ja, namelijk: indien agrariërs ingeschakeld worden voor het verrichten van onderhoud aan evz’s in eigendom van het waterschap, zijn de aanbestedingsregels van toepassing.
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Extra communicatie naar aanleiding van deze nota is niet nodig, omdat het hier genoemde reeds vastgesteld beleid van het waterschap is. Advies: het AB stemt in met het voortzetten van het huidige vastgestelde beleid op dit terrein. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002156 Barcode: 07I002156 Onderwerp: Inrichtingsplan Voorbos/Broekloop Sector en afdeling: WW, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 15 Ter inzage bij de concernstaf: inrichtingsplan Voorbos/Broekloop inclusief inspraaknota en aanpassingen Bijlagen: inspraaknota (inclusief kaartjes) en besluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Het reconstructieplan De Baronie vormt het kader voor de inrichting van het stroomgebied van de Bavelsche Leij en daarmee ook voor de 'Verdrogingsbestrijding Voorbos en inrichting Broekloop'. Het maakt deel uit van het project Chaamsche Beken. In samenwerking met Staatsbosbeheer en gemeente Breda wordt voorgesteld het grondwaterpeil te verhogen, faunamigratie te verbeteren en het beekdal natuurlijk in te richten. Het Ulvenhoutse Bos en haar omgeving is aangemerkt als EHS en Natura 2000 gebied en heeft te kampen met verdroging. De Broekloop, die langs de oostzijde van het bos loopt, is in het verleden rechtgetrokken en ingericht voor landbouw. Het Ulvenhoutse Bos bestaat al sinds de 16de eeuw en is zo'n honderd jaar geleden door Staatsbosbeheer in gebruik genomen voor houtproductie. De huidige greppel- en slotenstructuur is daar een restant van. De bijzondere diversiteit in de bodemgesteldheid heeft geleid tot een gebufferd grondwater met waterkwaliteit waar de bosanemoon, dalkruid, rapunzel en dergelijke in het voorjaar goed op gedijen. Door de jarenlange ontwatering van het bos en het zakken van de grondwaterstand is deze vegetatie echter achteruit gegaan. Door de aangekochte gronden (6 van de 10 ha doelstelling) langs deze beek is het nu mogelijk het beekdal volgens de natuurdoeltypen van de EHS in te richten. De Deken dr. Dirckxweg die het Ulvenhoutse Bos scheidt van Wolfslaer is een knelpunt voor de migratie van de fauna. In het ontwerp zijn drie faunapassages voorzien, verspreid over de migratiestrook, waarmee invulling wordt gegeven aan de ecologische doelstelling. Met het ontwerp willen waterschap, Staatsbosbeheer en gemeente Breda het grondwaterpeil verhogen faunamigratie verbeteren en het beekdal natuurlijk inrichten en waterberging mogelijk maken. In bijgevoegde inspraaknota zijn 6 reacties van belanghebbenden opgenomen. Bij een aantal zijn de reacties voor het overzicht onderverdeeld in subnummers. Samenvatting uit de inspraak: 6 personen hebben hun zienswijzen ingebracht via email, persoonlijk gesprek of telefoon. 1a) De grens van het projectgebied klopt niet en nader inzicht wordt gevraagd voor het uitstralingseffect naar de omgeving buiten het bosgebied. -> gewijzigd kaartje en nadere toelichting is verzonden, geen aanleiding voor aanpassen plan. 1b) verzoek voor het plaatsen van een grondwaterpeilbuis in tuin. -> grondwaterpeilbuizenplan was al gereed en tactisch ingericht, via de provincie kan een verzoek ingediend worden om gesubsidieerd peilbuizen te plaatsen uit het programma 'elk huis een buis'.
1c) Verzoek voor nadere infomatie over vergunning en inspraak procedures. -> via email de locaties op het internet aangewezen. 1d) Verzoek om kaartje te ontvangen met de uitstralingseffecten van het verhogen van het grondwaterpeil in de eindsituatie na 30 jaar. -> kaartje van presentatie informatieochtend toegezonden. 2abc) veehouder en begraafplaats in beekdal wensen geen nadelige effecten te hebben als de beekbodem van de Broekloop wordt opgehoogd. -> met een aanvullende waterpassing is bepaald dat de waterbodemophoging tot maximaal de hoogte van de uitmondende duikers mag zijn. De ophoging loopt tot aan de begraafplaats. Het ontwerp wordt hier aangepast en de wijzigingen worden doorgevoerd in de ontwerpbeschikking van de keurvergunning en het op te stellen bestek. Met behulp van een grondwaterpeilbuis zal de grondwaterstand op een van de percelen gemonitord worden. Een laag gedeelte van het perceel zal indien mogelijk opgehoogd worden. 3 en 4) bewoners van de woonwijk Kraaijenberg hebben navraag gedaan naar de beheer- en onderhoudstatus van de scheidingssloot tussen de houtwal van de Kerkdreef langs het bos en de woonwijk. -> de scheidingssloot is in beheer en onderhoud bij Hocla BV en dient nog overgedragen te worden aan de gemeente en Staatsbosbeheer. Deze partijen zijn via een brief op de hoogte gebracht. De betreffende sloot valt buiten de scope van het project. 5) landbouwer wil liever geen recreanten op zijn privépad en eigendom hebben, gelegen tegenover het landgoed Wolfslaar. 6) wandelaar is buitengewoon geïnteresseerd in het project en vraagt nadere toelichting over diverse onderwerpen. -> de vragen zijn nader toegelicht en geven in andere woorden uitleg over het inrichtingsplan en de diverse onderzoeken die uitgevoerd zijn. Een van de opmerkingen was: Het bos wordt in het voorjaar als nat ervaren, terwijl er sprake is van verdroging. Deze opmerking is tijdens de informatiebijeenkomst ook voorgekomen. Door regenval blijft het water op de paden en bosgedeelten liggen doordat de leemachtige bovengrond het moeilijk doorlaat. De ondergrond wordt uit langdurige monitoring juist verdrogend ervaren. Voor overige opmerkingen treft u in de bijlage de toelichting. Vraagstelling Zijn de reacties dusdanig afgewogen en beoordeeld dat het inrichtingsplan Voorbos/Broekloop breedgedragen de voorbereidingsfase in kan gaan voor de uiteindelijke realisatie? Strategie Op de informatieochtend (zaterdag 24 maart 2007) hebben de bewoners en landbouwers uit de omgeving van Ulvenhout kennis kunnen nemen van de voorgenomen maatregelen in het Ulvenhoutse Bos (Voorbos) en het beekdal van de Broekloop. Aansluitend op de bijeenkomst heeft een boswandeling plaatsgevonden waarbij Staatsbosbeheer en waterschap nadere uitleg hebben gegeven over de waarden en gevoeligheden in het gebied. Deze bijeenkomst heeft ook zorgpunten opgeleverd die samen met de ingekomen schriftelijke reacties zijn voorgelegd aan het projectteam. De inspraaknota is hiervan het product. Door een degelijke voorbereiding met extra onderzoeken zijn de zorgpunten op een verantwoorde manier beoordeeld en verantwoord. Over het algemeen hebben de reacties geen gevolg voor de procedure volgens de keurvergunning en Algemene wet Bestuursrecht, echter reactie 2a is bij nader inzien en na aanvullend veldonderzoek ontvankelijk voor aanpassen van het ontwerp. De verhoging van de waterbodem in de Broekloop zal minder hoog uitgevoerd worden, zodat de nieuwe bodem op de hoogte van de uitstromende duikers komt te liggen. Ter hoogte van de begraafplaats zal geen bodemophoging plaatsvinden omdat de begraafplaats bij nadere studie al een kritisch niveau bereikt heeft voor haar drainagesysteem en afvoerpomp op de Broekloop. Een bijkomend facet is dat het bosgebiedje tegenover de begraafplaats nu al zijn einddoel bereikt heeft voor wat betreft natte natuurinrichting. Deze aanpassing op het ontwerp zal in beperkte mate een lagere natuurdoelstelling bewerkstelligen. Een belangrijke doelstelling in het kader van Natura 2000 gebieden is dat uitstraling naar de omliggende gebieden beheerst moet worden. Vandaar dat een monitoringsplan met duidelijke rapportage en verklaring van de werkwijzen naar de belanghebbenden voorzien is. Hierbij is sprake van korte en lange termijn maatregelen.
Beoordeling x Financiële gevolgen ja, namelijk Het minder ophogen van de beekbodem in de Broekloop heeft tot gevolg dat benendenstrooms de waterbodem van de nieuwe meander dieper uitgegraven zal worden. Dit zal in beperkte mate meer kosten met zich meebrengen. Omdat het bestek nog nader uitgewerkt gaat worden is nog niet duidelijk of het budget overschreden gaat worden. x
Juridische gevolgen geen
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Regiocommissie Midden: Het inrichtingsplan is op 15 augustus 2007 besproken in de regiocommissie Midden. De regiocommissie adviseert positief aan het dagelijks bestuur. Communicatieparagraaf Op dit moment wordt aandacht besteed aan het monitoringsplan. In het plan zal naast het plan van aanpak voor monitoring, analyse, beoordeling en uitvoeringsmaatregelen ook de rapportage naar de belanghebbenden een aandachtspunt zijn. Gedurende de looptijd (30 jaar) van de uitvoering van de maatregelen, om het bos geleidelijk te vernatten, zullen regelmatig op jaarbasis de bevindingen gepubliceerd worden via nieuwsbrieven en de internetpagina van het inrichtingsplan Voorbos/Broekloop. Advies: het AB stemt in met de inspraaknota inzake Voorbos/Broekloop en stelt het Inrichtingsplan Voorbos/Broekloop vast. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Verwijzingsbron niet gevonden.
Reactie van: Dr. J.M. Verzijl Julianalaan 40 4854AD Ulvenhout T 06-53784247
Dr. J.M. Verzijl Julianalaan 40 4854AD Ulvenhout T 06-53784247
Nr 1a
1b
2) maken van afspraak voor het plaatsen van een grondwaterniveaumeetpunt zoals door u is aangegeven, tevens in overleg met de heer Coppens. Wilt u deze info ook aan hem doormailen. Ik heb zijn e-mail adres niet.
Ad 2) Voor de goede orde meld ik u hierbij mijn reactie die ik u gaf aan het eind van de wandeling. In uw buurt is al een grondwaterpeilbuis geplaatst in de tuin van een particulier. En ik heb u gezegd dat we niet overal grondwaterbuizen plaatsen omdat dit te kostbaar gaat worden. Na ruggespraak met mijn collega van onderzoek kan ik u melden dat de peilbuis in uw buurt als representatief voor de situatie langs de gehele westelijke grens van het bos met de woonwijk kan worden beschouwd. Wat ik voor u wel ga onderzoeken is dat via de provincie een
In uw onderstaande bericht heeft u een aantal vragen en opmerkingen geplaatst waarop ik hierbij namens het waterschap een korte reactie zal geven. Uw bericht is bij ons ingeboekt onder kenmerk 07E001400 met de datum 4-4-2007. Zoals ik u al gemeld had wordt uw onderstaande reactie opgenomen in de zienswijzenlijst die samengesteld wordt en voorgelegd wordt aan het dagelijks bestuur van het waterschap. Mocht u naar aanleiding van deze reactie nog aanvullingen willen doen kunt u dat altijd schriftelijk of via de email doen. Ad 1) Bij het maken van het wandelkaartje en andere kaarten maken wij gebruik van de zogenaamde topografische kaart 10000 van het kadaster te Emmen. Dit is een product dat wij onder licentie gebruiken en de vorm en weergave is niet onze verantwoording. Dat uw perceel groen gekleurd is heeft waarschijnlijk de reden dat het bebost is en als bosgebied is aangeduid. Aangaande de grens van het projectgebied is dit abusievelijk gebeurd. Ik heb de projectgebiedsgrens aangepast en nauwkeuriger op de kadastrale erfgrens tussen uw perceel en het bos afgestemd en op de formele kaart van de overheid waarop de Natura2000 gebieden zijn vastgesteld. (zie bijlage 1)
E-mail van 2 april 2007: ingeboekt onder nummer 07E001400:
Naar aanleiding van uw presentatie in de Fazantarie d.d. 24 maart j.l. stuur ik u een email om u te herinneren aan uw toezegging om in onze tuin een extra meetpunt voor de grondwaterhoogtemeting te komen plaatsen. Dit ook in overleg met de heer Sjef Coppens. Zoals u in het plenaire overleg heeft gemerkt maak ook ik mij zorgen over in de hand houden van het grondwater om te voorkomen dat ons huis in de gevarenzone terecht komt. Garanties worden niet door het waterschap en staatsbosbeheer gegeven, zoals ik in het overleg begrepen heb, dus dien ik zekerheden in te gaan bouwen. De volgende punten wil ik graag met u bespreken: 1) de uitgereikte plattegrond/tekening van het project “natte bossen, droge voeten” van het voorbos is niet correct. U heeft ons huis en tuin groen ingekleurd. Dit zou betekenen dat wij op de grond van het Ulvenhoutse bos zouden wonen, hetgeen natuurlijk niet correct is. Tevens is uw projectlijn (rode gearceerde strepen) dwars door onze tuin en huis getekend, hetgeen ook zou betekenen dat ons huis en grond meedoet met het project. Hetgeen natuurlijk ook onjuist is. Verzoek om deze tekening aan te passen voor de kleuring en voor rode lijnengebied. Ik wil na correctie 2 nieuwe exemplaren van u ontvangen ter bevestiging van de aanpassingen. Voor andere woongebieden grenzend aan het bos, is dit nml wel correct wit getekend.
Beoordeling Op 18 april 2007 via e-mail geantwoord: (07E001490):
Reactie
Op 9 mei 2007 heeft de werkgroep met E. Jansen, L. Weterings en F. van den Ring de binnengekomen reacties geïnventariseerd en beoordeeld.
Inspraaknota: Inrichtingsplan Voorbos/Broekloop Inspraakprocedure AwB, van 26 maart tot en met 7 mei 2007 Ter visie procedure Keur, van 11 april tot en met 9 mei 2007
Nummer : ** Barcode : Fout
Nadere informatie: Terrein ligt gemiddeld op 5,00 m +NAP en heeft en zal geen ‘overlast’ hebben van
Afgehandeld conform reactie,
Zie bijlage 1
Advies Afgehandeld conform reactie.
Reactie van:
Dr. J.M. Verzijl Julianalaan 40 4854AD Ulvenhout T 06-53784247
Dr. J.M. Verzijl Julianalaan 40 4854AD Ulvenhout T 06-53784247
Nr
1c
1d
Hopende op een snelle reactie van uw kant, teken ik,
Het moge duidelijk zijn, wij staan niet te springen voor dit project. Wij zijn niet overtuigd door uw gehouden betoog. Zelfs bij de rondleiding waren meer dan voldoende bosanemonen te aanschouwen!! die mogelijk voorrang hebben voor alle mooie eiken (ook in onze tuin), wild, en andere nieuwe onzekerheden die met dit project worden geïntroduceerd.
4) ontvangen van de powerpointpresentatie, waarbij mijn interesse vooral uitgaat naar de tekening waar in het voorbos de 2 natste plekken werden getoond (waarvan de linkerdeel overlap vertoont met mijn grondgebied).
3) informatie waar ik alle informatie rondom de vergunningsaanvraag kan opvragen. Gezien het grote persoonlijke belang (zeker ook financieel en gezondheidstechnisch voor mijn hele gezin) wil ik de uit te komen publicaties (keurvergunning, inspraak AWBR) ontvangen ter bestudering. Als dit niet mogelijk is (hetgeen ik gezien mijn verhoogde risico op schade en onvrijwillig participant van dit project niet juist zo vinden) wil ik van u exact te weten komen hoe en wanneer en waar ik in desbetreffende regiokantoor de juiste informatie kan opvragen. U begrijpt dat ik aan risicoreductie bezig ben voor mogelijke schade door verhoging grondwaterniveau. Mogelijk is het bij u bekend dat mijn huis ook een kelder heeft die perfekt droog is (en zo ook moet blijven).
Reactie
Na onderzoek en metingen blijkt dat uw tuin minimaal op 5,00 meter + NAP ligt en de Dreefloop ligt met de oevers op 3,40 meter + NAP. Als u hierover nader geïnformeerd wil worden ben ik bereid met u een afspraak te maken om uw situatie ter plekke te beoordelen en uitleg te geven. Uw zorg is duidelijk en mijn taak namens het waterschap is dat volgens het beleid rondom Natura2000 gebieden ongewenste effecten zoveel mogelijk voorkomen worden. Mijn vraag aan u is om aan te geven op welke hoogte de keldervloer ligt, bij voorkeur in meters t.o.v. NAP (bouwtekening?) Ad 4) Bijgevoegd treft u de impressie aan van de effectenkaart zoals het model dat berekend heeft. Hierbij gaat het om de eindsituatie na 30 jaar als zonder tussentijdse bijsturing het bos vernat wordt. Op dit kaartje ziet u bij uw perceel dat er geen grondwaterstand verandering optreedt.(het blijft wit) Het moge duidelijk zijn dat ik van alle mogelijke informatie voorzien heb. Zoals ik al aangeboden heb wil ik u graag een en ander in een opname bij uw tuin nader uiteenzetten. Het gaat natuurlijk niet alleen om de bosanemoon. Het gehele bos is niet voor niets aangemerkt door de overheid als natura2000 gebied. Met andere woorden het gebied is bijzonder vanwege de aanwezige natuurlijke waarden dat het dringend nodig is om nu actie te ondernemen. Het moet alleen een nauwgezette gestuurde
Het doet mij goed te horen dat uw kelder droog is. Want op circa 100 meter van uw tuin ligt de Kerkdreefloop waar we de maatregelen gaan monitoren op de huidige situatie.
Op www.brabantsedelta.nl/het_bestuur/verordeningen Keur = item 0522 Ontheffingenbeleid = item 0523 Verordening nadeelcompensatie = item 0425
Ad 3) De door u gevraagde informatie wordt na bekendmaking ter inzage gelegd. Er is voldoende informatie te vinden op de internet site van het waterschap: www.brabantsedelta.nl klik op ‘meer weten over’ en verder op ‘beleid’ en ‘inspraak’ via ‘vergunningen’ kunt u ook informatie aantreffen over de ‘keur’ verder treft u ook een onderdeel ‘klachten/bezwaar maken’ aan
Zie bijlage 4
Afgehandeld conform reactie,
Zie bijlage 3
In monitoringsplan zal hier voldoende borging plaatsvinden om de grondwatersituatie te monitoren en effecten te voorkomen. Eventuele aanwijsbare schade is via nadeelcompensatie regelingen te vergoeden
zie bijlage 2 Afgehandeld conform reactie,
Advies eventuele peilaanpassingen in boswaterloop.
Beoordeling mogelijkheid is om particulieren die bezorgd zijn om de effecten op de grondwaterstand onder bepaalde voorwaarden een peilbuis kunnen krijgen met een tegemoetkoming in de kosten. U kunt dan zelf de grondwaterstand opmeten. Dit is niet mogelijk met de peilbuizen die wij professioneel geplaatst hebben.
Reactie van:
De heer A.J.M. Schoenmakers Deken dr. Dirckxweg 23 4854 AA BAVEL T 0161 431893
De heer A.J.M. Schoenmakers Deken dr. Dirckxweg 23 4854 AA BAVEL T 0161 431893
De heer A.J.M. Schoenmakers Deken dr. Dirckxweg 23 4854 AA BAVEL T 0161 431893
Nr
2a
2b
2c
dr. J.M. Verzijl Julianalaan 40 4851 AD Ulvenhout
[email protected] eventueel 06-53784247
hoogachtend,
Vrijdag 20 april heb ik gesproken met de meetploeg die de opname van de sloten langs uw percelen deze week zal uitvoeren. U kunt binnenkort een aankondiging van hen
uw percelen een peilbuis te plaatsen zodat het effect van het inrichtingsplan op de grondwaterstand van uw percelen gemeten en beoordeeld kan worden.
Waterschap stelt verder voor om op een van
beekbodem opgehoogd worden om het verval na verwijderen ervan op te vangen. Zal het westelijk gelegen gedeelte van het laag gelegen perceel niet nog natter worden? afspraak: waterschap zal onderzoeken of hier een oplossing voor is.
Ter hoogte van de huidige stuw zal de
dient gewaarborgd te blijven. afspraak: de meetploeg van het waterschap zal de ligging van de sloten inmeten en op basis daarvan zal vastgesteld worden of de afwatering in de nieuwe situatie gewaarborgd blijft.
De afwatering van de percelen in het beekdal
Hierbij bevestig ik uw uitgesproken zorgpunten en de daarop gemaakte afspraken:
Brief met bevestiging bezoek van 16 april 2007, ingeboekt onder nummer 07U002846: Op 16 april 2007 hebben de heren S. Diepenbroek en F. van den Ring aan het woonadres van de heer A.J.M. Schoenmakers de percelen in het beekdal van de Broekloop bij het Ulvenhoutse Bos bezocht.
Reactie
Beoordeling
Zie bijlage 6
Afgehandeld conform reactie,
Zie bijlage 6 Met perceeleigenaar zal locatie nader bepaald worden.
Afgehandeld conform reactie,
De terreinen liggen in de Ecologische Hoofdstructuur. Er zijn diverse opties mogelijk die eerst persoonlijk voorgelegd worden aan de eigenaar. In ieder geval is het mogelijk de lage hoek van het perceel op te hogen.
Zie bijlage 5
Aanpassing heeft tevens positief effect voor afwatering begraafplaats.
Keurvergunning zal hierop aangepast worden.
Afgehandeld conform reactie,
Advies
Met perceeleigenaar zal overleg plaatsvinden om een passende oplossing te vinden.
De nieuwe bodemhoogte van de Broekloop zal hierop aangepast worden. Gezien de ontwateringsdiepte van de perceelsloten en de verhanglijn ervan naar de Broekloop zal weinig effect optreden voor langdurige vernatting van landbouwpercelen. In drogere perioden heeft het een klein positief effect op de waterstand in de perceelsloten. Alle perceelsloten hebben een goede afwatering
Bij drie duikers die uitmonden is de uitstroomopening nader verkend en opgemeten. Van boven- naar benedenstrooms langs de Broekloop: Duikernummer: hoogte B.O.B. in NAP 27 2,314 m NAP 31 2,014 m NAP 32 1,939 m NAP
Volgens afspraak is een waterpassing uitgevoerd van de perceelsloten langs de betreffende percelen.
Ik vertrouw erop u hierbij voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben en mocht u nadere informatie wensen dan verneem ik dat graag van u.
Ik ben momenteel bezig met het opstellen van een informatievoorziening via het internet voor dit project. Zie www.brabantsedelta.nl / werk in de buurt / ...
Binnen het project is daarom ook voorzien in een vooronderzoek om de huidige grondwaterstanden door het seizoen heen vast te leggen.
maatregel zijn waarbij effecten die niet gewenst zijn, voorkomen dienen te worden.
Reactie van:
Hetty van HeckPeereboom Acaciadreef 23 4851 BL Ulvenhout T 076 5613127
Nr
3
Bijlage: kaartje met situatie beekdal Broekloop E-mail aan afdeling communicatie van 3 april 2007 ingeboekt onder nummer 07E001401: Geachte mevrouw Pelgrim, Graag even contact in verband met informatie over werkzaamheden die, zoals aangekondigd in de Nieuwsbrief de komende jaren gepland zijn. Ons huis staat in het plan Kraayenberg, Ulvenhout, de wijk die grenst aan genoemd bos. De eigenaar van de aangrenzende bosstrook heeft in 2006 de aanliggende bewoners delen hiervan te koop aangeboden. De bedoeling was dat koop (na uitzetten door kadaster e.d. nog in 2006 zou gebeuren. Sindsdien zijn er diverse gesprekken met HOCLA Beheer geweest o.a. om te horen wat er aan achterstallig onderhoud (zowel bos als sloot, gegraven in 1995) zou gebeuren) 23 maart jl. liet Hocla Beheer ons weten voorlopig te moeten afzien van verkoop omdat gebleken zou zijn dat Staatsbosbeheer in januari 1994 aan de toenmalige gemeente Nieuw-Ginneken zou hebben bedongen dat deze 'bossingel' aan hen zou worden overgedragen. Nu mijn vraag: de sloot tussen tuin en bosperceel is in de afgelopen 12 jaar nooit onderhouden. De destijds aangebrachte houden paaltjes zijn inmiddels verrot en liggen grotendeels in genoemde sloot. Langzamerhand is echter ook flink wat grond langs de rand in deze sloot aan het verdwijnen (de aanwezige pijpen zijn al flink aan het dichtslibben). Is het de bedoeling hier de komende jaren ook wat mee te doen ? Bij de bouw van de huizen in dit plan hebben de kopers een bedrag van fl.20.000.- moeten betalen om deze sloot aan te leggen om (via een dubbel aangelegde riolering ) te voorkomen dat het 'hemelwater' niet meer het bos zou kunnen bereiken en dit dus zou
Waterschap Brabantse Delta, projectleider ing. F.J.A. van den Ring
Met vriendelijke groet,
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben en wacht uw reactie met belangstelling af.
Ik wil voorstellen dat deze brief toegevoegd wordt aan de lijst met zienswijzen die opgesteld wordt in het kader van de behandeling van de keurvergunning die nu ter inzage ligt. Dit betekent dat u binnen enkele weken na 7 mei 2007 een reactie namens het bestuur van het waterschap ontvangt omtrent de gestelde punten.
verwachten.
Reactie
J.J.M.R. Stoutjesdijk, ecoloog gemeente Breda directie Buitenruimte, afd. Technisch & Maatschappelijk Beheer tel: 076-5294769, mobiel doorgeschakeld fax:076-5294964 e-mail:
[email protected] postadres:pb 3106, 4800 DC BREDA bezoekadres: stadskantoor, Claudius Prinsenlaan 10 Breda
Jeroen Stoutjesdijk
M. vr. gr.
Via Riekje Pelgrim en onze afdeling communicatie kreeg ik uw bericht doorgestuurd. De problemen met de sloot zijn bij ons bekend. Wij doen ons best om deze complexe zaak zo spoedig mogelijk in samenspraak tussen alle betrokken partijen tot een oplossing te brengen. Vervolgens zullen wij hierover met u en de andere aanwonenden contact opnemen.
Geachte mw Van Heck,
Reactie van gemeente Breda op deze email:
Beoordeling
Speciale aandacht voor het zoeken naar een gemeenschappelijk gedragen oplossing in overeenstemming met aanliggende bewoners
Waterschap volgt proces via projectgroep waar SBB en gemeente Breda in vertegenwoordigd zijn.
Afgehandeld conform reactie,
Advies
Reactie van:
De heer P.C. Verbunt Essendreef 17 4851BM Ulvenhout T 076 5613501
Nr
4
Waterschap Brabantse Delta, projectleider
Met vriendelijke groet,
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende ingelicht te hebben.
Voor de goede orde meld ik u nog dat de bewuste sloot buiten het project Voorbos / Broekloop valt.
Tot slot merk ik op dat uw buurvrouw, mevrouw van Heck, via email ook gereageerd heeft. Zij heeft van de heer J. Stoutjesdijk van de gemeente Breda de volgende reactie gehad: ‘De problemen met de sloot zijn bij ons bekend. Wij doen ons best om deze complexe zaak zo spoedig mogelijk in samenspraak tussen alle betrokken partijen tot een oplossing te brengen. Vervolgens zullen wij hierover met u en de andere aanwonenden contact opnemen.’
Met deze brief wil ik uw opmerking vaststellen en met u afspreken dat ik de gemeente Breda en Staatsbosbeheer op de hoogte breng hiervan. Zij ontvangen een kopie van deze brief.
Ik heb u ook nog gesproken en uw opmerkingen aangehoord. U heeft uitgesproken dat het beheer en onderhoud van de sloot langs de tuinen van de wijk Kraaijenberg / houtwal Ulvenhoutse Bos te wensen overlaat. Het huidige eigendom blijkt bij HOCLA te zijn.
Bevestiging gesprek van 16 april 2007, ingeboekt onder nummer 07U002849: Op maandag 16 april 2007 heb ik met mijn collega de heer I. Diepenbroek bij uw perceel langs het Ulvenhoutse Bos een opname gedaan om te sloot te inventariseren. Wij hebben uw vrouw daarover gesproken en u bleek op het regiokantoor van het waterschap te zijn om het inrichtingsplan Voorbos / Broekloop in te zien.
'verdrogen'. Nu blijkt dat het grondwaterpeil toch nog te laag is. In afwachting van verdere informatie, met vriendelijke groet Hetty van Heck-Peereboom Acaciadreef 23 4851 BL Ulvenhout E-mail:
[email protected] Telefoon:076-5613127
Reactie
Zie reactienummer 3
Beoordeling
Speciale aandacht voor het zoeken naar een gemeenschappelijk gedragen oplossing in overeenstemming met aanliggende bewoners
Waterschap volgt proces via projectgroep waar SBB en gemeente Breda in vertegenwoordigd zijn.
Afgehandeld conform reactie,
Advies
Reactie van:
De heer A. Boeren Kleine Wolfslaer 13 4854PJ BAVEL T 0161 432570
De heer G.J. de Wilde Schoutenlaan 20 4854AW Bavel
Nr
5
6a
Gedeelte uit brief aangaande Voorbos/broekloop: 3e Met mijn hond loop ik sinds 1998 heel regelmatig in het Ulvenhoutse Bos. Dus het korte verhaaltje over de nieuwe kronkels in de Broekloop sprak mij wel aan. Echter…… van verdroging van dit bos is (voor zover ik dat kan constateren) geen sprake. Ieder jaar weer bloeien de bosanemonen en de dotterbloemen uitbundig. En dan bedoel ik echt op diverse plekken in het bos. Ik juich het opnieuw laten meanderen van de Broekloop zeker toe, maar ik vind wel dat het waterschap met eerlijke argumenten moet komen. Haal niet iets uit de kast dat het al goed doet. Ik hoop ook dat “het flink op de schop nemen” niet tot gevolg heet dat de dotters zullen verdwijnen. Graag hoor ik wat de echte argumenten voor deze aanpassing zijn. Je weet het nog wel: Elke verandering hoeft nog geen verbetering te zijn.
Gedeelte uit brief van 30 maart 2007 gericht aan mevrouw R. Pelgrim van afdeling Communicatie: Ingeboekt onder nummer 07B003459:
Telefoonnotitie opgemaakt door: F. van den Ring
Op het ontwerp staat een wandelbrug over de Bavelsche Leij die deze twee gebiedjes met elkaar verbind. Hij wil voorkomen dat wandelaars op zijn eigendom komen en via het landweggetje ‘Appeldreef’,wat zijn privé-eigendom is, verder wandelen.
Betrokkene heeft zijn bedenkingen geuit over het recreatief medegebruik van het terrein D gelegen tussen zijn perceel en het landgoed Wolfslaar.
Heeft op 7 mei 2007 telefonisch gereageerd op het plan.
ing. F.J.A. van den Ring
Reactie
Aanvullend: Tijdens de informatiebijeenkomst is duidelijk uitgelegd dat delen van het bos verdrogen/verdroogd zijn en dat hier aandacht aan besteed moet worden willen we voorkomen dat we later de natuurwaarden verliezen. Het uitvoeringsplan in het bos wordt omzichtig aangepakt met een duidelijk monitoringsplan waarbij de huidige grondwaterstand in beeld gebracht wordt. Op basis hiervan worden met eenvoudige middelen in het bos sloten en greppels voorzien van drempels waardoor het slootwaterpeil geleidelijk hoger wordt en het grondwaterpeil beïnvloed wordt. Periodiek gedurende 30 jaar zullen via meten, analyseren, concluderen en aanpassen de geplande maatregelen al of niet
Geachte heer de Wilde, Ik heb vernomen dat uw interesse toont in het inrichtingsplan Voorbos / Broekloop. Volgende week is het helaas niet mogelijk dat ik een afspraak met u kan hebben. Uw brief van 30 maart heb ik gehad van mijn collega. Ik stel voor om deze te beantwoorden. Het project is in goede handen en uw opmerkingen zijn onderbouwd door gedegen studies en onderzoeken. Voor de duidelijkheid, het gaat niet alleen om de bosanemoon, maar ook om andere waardevolle vegetatie in het bos. En we willen ook voor de toekomst dit bijzondere bos veiligstellen, niet voor niets komt het binnenkort op EU-kaart als Natura2000 gebied. Bedankt nogmaals voor uw interesse en belangstelling.
Via email is kort gereageerd:
Bij het uitwerken van het ontwerp zal rekening gehouden worden met dit verzoek, zodat de recreatie op de juiste manier begeleid wordt en niet op privé percelen terecht kan komen.
Beoordeling
Afgehandeld conform reactie,
Afgehandeld conform reactie,
Advies
De heer G.J. de Wilde Schoutenlaan 20 4854AW Bavel
De heer G.J. de Wilde Schoutenlaan 20 4854AW Bavel De heer G.J. de Wilde Schoutenlaan 20 4854AW Bavel
6b
6c
De heer G.J. de Wilde Schoutenlaan 20 4854AW Bavel
De heer G.J. de Wilde Schoutenlaan 20 4854AW Bavel
De heer G.J. de Wilde Schoutenlaan 20 4854AW Bavel
6e
6f
6g
6d
Reactie van:
Nr
Beoordeling
De opmerking is juist. De maatregelen in de Broekloop alleen hebben weinig effect op het bosgebied, maar wel degelijk voor de natuurwaarden in het beekdal zelf. De maatregelen ondersteunen wel de maatregelen in het bos zelf. In bijlage 1 is een duidelijk kaartje opgenomen op basis van de topografische kaart 10.000 van het Kadaster met de bossloten die voorkomen in het bos. De fijnere greppelstructuur is niet weergegeven maar wel degelijk aanwezig. De Dreeflopen worden voornamelijk gevoed door het sloten/greppelstelsel in het bos en via de verbeterd gescheiden riooloverstort van de wijk Kraaijenberg in het zuiden Ze worden in zoverre verbeterd dat op een aantal plaatsen in de dreeflopen op basis van monitoring en analyse drempels aangelegd worden om het waterpeil te verhogen. Naast water vast houden zullen de Dreeflopen met kunstwerken, zoals buizen onder wandel- en fietspaden, opgeschoond worden om de afwatering te verbeteren naar de Bavelsche Leij. Volgens het aanlegplan voor de wijk Kraaijenberg zijn in het bos benedenstrooms van de riooloverstort wateropvang locaties ingericht om het water op te vangen en vertraagd af te voeren. Deze situatie blijft onveranderd. Met de aanleg van drempels in de sloten van het bos wordt in de sloten zelf water vast gehouden tot het niveau van het Gewenste Voorjaars Grondwaterpeil (GVG). Het instellen van dit peil gebeurt gefaseerd over een periode van 30 jaar om de bestaande vegetatie aan te laten passen aan het wijzigende peilregime. Het vernatten van het bos heeft juist een vernattende uitstraling op de omgeving. Volgens de beleidsregels van de provincie en het rijk mogen aanliggende percelen van landbouw en bewoning geen nadelige effecten ondervinden. In het beekdal van de Broekloop zal gematigd vernatting plaatsvinden in het kader van de doelen voor de ecologische hoofdstructuur. Hier vindt juist vernatting plaats die geen negatief effect mag hebben op de omgeving.
2. De Broekloop is een beekje dat slechts in beperkt gedeelte van het jaar een substantiële afvoer heeft. Hoe wilt u van dit beekje het water zodanig afleiden dat vernatting van het U.B. daadwerkelijk effect sorteert.
3. Op het kaartje staan een aantal beken (zoals Huisdreefloop en Kerkdreefloop) ingetekend, maar hoe zij worden gevoed is niet te zien. Graag zag ik dit op een duidelijker kaartje aangegeven
6. Hoe wordt er door de boeren van de aanliggende wei- en bouwlanden gedacht over deze vernatting van het U.B.? want waar op de ene plaats water naar toe gebracht wordt, daar zal men op een andere plaats dit water moeten missen?
5. Wordt water in het U.B. opgeslagen? Zo ja waar en hoe?
4. worden deze beken ook ‘verbeterd’?
De verdroging wordt grotendeels veroorzaakt het al meer dan 100 jaar beheren van het bos als productiebos met een fijne greppelstructuur. Het is een kleinschalige verdroging die zich uit in het verdrogen van de klaklagen in de bodem. Als deze nog meer verdrogen dan treedt sulfaat omzetting plaats wat nadelig is voor de bodemkwaliteit/grondwaterkwaliteit. Het bos als nat ervaren heeft ook andere oorzaak. De afwatering stagneert en de herinrichting van het bos jaren geleden heeft de bovenlaag afgesloten van de onderlaag. Paden blijven hierdoor nat. In het bso staan grondwaterpeilbuizen die al decennia lang bemeten worden en gemonitord worden door TNO.
verder uitgevoerd worden. Een bepaald doel kan al bereikt zijn of dient bijgesteld te worden.
1. graag zou ik onderbouwd willen zien waardoor de verdroging van het Ulvenhoutse Bos (U.B.) wordt veroorzaakt. Over hoeveel meetgegevens beschikt u? Volgens mijn waarnemingen staan in het U.B. ieder jaar – gedurende het voorjaar – grote gedeelten onder water. Over hoeveel jaar heeft u gegevens tot uw beschikking.
Reactie
Afgehandeld conform reactie,
Afgehandeld conform reactie,
Afgehandeld conform reactie,
Afgehandeld conform reactie,
Voor kennisgeving aangenomen
Afgehandeld conform reactie,
Advies
7. Ik verwacht dat deze hele vernatting van het U.B. een wens van Staatsbosbeheer is. Daarom mijn vraag: waarom trekt het waterschap deze kar?
Reactie
Beoordeling Er wordt geëist dat compenserende maatregelen uitgevoerd worden om dit te voorkomen. Deze maatregelen worden vormgegeven door de bestaande sloten aan de rand van het bos in te richten als buffersloot om het uitstralende grondwater op te vangen en af te voeren via de zogenaamde ‘dreeflopen’. Het waterschap trekt deze juist omdat het een waterschapstaak is om de waterbeheersing in haar beheergebied afgestemd op de doelen toe te passen en te beheren. Het waterschap is beheerder van alle oppervlaktewateren in haar gebied.
met juiste begrenzing natura2000 gebied met doorsnede vanaf tuin van dhr. Verzijl het bos in met hoogteligging tuin dhr. Verzijl met locatie doorsnede (bijlage 2) zoals toegezonden aan dhr. Verzijl met effect op grondwaterstand volgens langdurige modelberekening (na 30 jaar) met weergave waterpassing perceelsloten dhr. Schoenmakers zoals verzonden aan dhr. Schoenmakers met voorstel peilbuis en dergelijke
De heer G.J. de Wilde Schoutenlaan 20 4854AW Bavel
6h
Bijlagen: 1 kaartje 2 kaartje 3 kaartje 4 kaartje 5 kaartje 6 kaartje
Reactie van:
Nr
Afgehandeld conform reactie,
Advies
bijlage 1
bijlage 2: (voor locatie zie bijlage 3)
bijlage 3
Bijlage 4:
Bijlage 5:
Bijlage 6:
Nummer : *07I002143* Barcode : *07I002143* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 21 augustus 2007; gezien het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 12 september 2007; gelet op de Inspraakverordening waterschap Brabantse Delta; Overwegingen x gelet op het besluit van het DB van 20 maart 2007 waarbij het concept inrichtingsplan Voorbos/Broekloop voor een periode van 6 weken voor eenieder ter inzage gelegd is. x gelet op de binnengekomen zienswijzen tijdens de periode van inspraak;
BESLUIT: in te stemmen met de Inspraaknota Voorbos/Broekloop en vast te stellen het Inrichtingsplan Voorbos/Broekloop, met kenmerk R001-4471305RFE-mfv-V01-NL inclusief bijlagen Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002158 Barcode: 07I002158 Onderwerp: Inrichtingsplan 5 deelgebieden in projectgebied Chaamse beken Sector en afdeling: W&W, Plannen en Projecten Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 16 Ter inzage bij de concernstaf: Definitief ontwerp Chaamse Beken, Vijf deelgebieden, d.d. 27 juni 2007 Bijlagen:
1) Kaart projectgebied met lopende activiteiten 2) nota “inrichtingsmaatregelen 5 deelgebieden”. 3) besluit
Aan het algemeen bestuur Inleiding In 2006 heeft de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau het waterschap gevraagd om voor 5 deelgebieden de verdere planuitwerking én uitvoering over te nemen. De benodigde gronden – het betreft Ecologische Hoofdstructuur - waren op dat moment reeds beschikbaar. Omdat hiermee de mogelijkheid ontstond om doelrealisaties vanuit het Bestuursprogramma versneld uit te voeren, heeft het waterschap daarmee ingestemd. Bij de planuitwerking heeft het waterschap zich laten adviseren door een breed-samengestelde Begeleidingsgroep, waarin alle betrokken actoren vertegenwoordigd waren. Najaar 2006 heeft het waterschap het Voorontwerp voor advies voorgelegd aan de Reconstructiecommissie De Baronie. De Reconstructiecommissie heeft vastgesteld dat het ingediende plan past binnen de kaders van het Reconstructieplan de Baronie en dat met de uitvoering van dit inrichtingsplan invulling gegeven wordt aan de uitvoering van reconstructiedoelstellingen. De Reconstructiecommissie heeft het College van Gedeputeerde Staten daarom positief geadviseerd. Inmiddels is het definitief ontwerp gereed (bijgevoegd); momenteel wordt het bestek uitgewerkt op basis van dit ontwerp. De vergunningenprocedures (onder andere in het kader van de Ontgrondingenwet en de Keur) zijn of worden op korte termijn aangevraagd. Naar verwachting kan het inrichtingsplan in het voorjaar 2008 uitgevoerd worden. In het definitief ontwerp is rekening gehouden met de onderhoudsvisie van het waterschap. Het bijbehorende onderhoudsplan wordt verder uitgewerkt in afstemming met de regio en is gereed voor afronding van het project. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het Inrichtingsplan voor de 5 deelgebieden (activiteit 157), gelegen in het projectgebied "Chaamse beken" (definitief ontwerp)? Strategie Het voorliggende ontwerp maakt deel uit van het projectgebied “Chaamse beken” en omvat de stroomgebieden van het Chaamse bekenstelsel, Strijbeekse Beek en van de Bavelsche Leij. Voor dit projectgebied zijn ambitieuze waterdoelstellingen geformuleerd. Nagenoeg alle beken hebben de functie waternatuur; benedenstrooms liggen grote arealen (verdroogde) natuurgebieden (natte natuurparels, Cork fase 1). Een groot deel van het projectgebied ligt in het landinrichtingsproject Baarle-Nassau; een kleiner deel ligt in landinrichting Ulvenhout-Galder.
Vanwege het belang van dit projectgebied in het kader van het bestuursprogramma is de afgelopen periode de samenwerking met de landinrichtingscommissies geïntensiveerd. Daar waar de commissies onvoldoende capaciteit en middelen ter beschikking hebben om de uitvoering voortvarend op te pakken, wordt in overleg met waterschap en provincie (als opdrachtgever van de landinrichtingscommissies) bezien welke taken door het waterschap overgenomen zouden kunnen worden. Zo is het trekkerschap voor de verdere planuitwerking én voor de uitvoering van de “5 deelgebieden” in 2006 bij het waterschap gekomen. Vrij recent (juni 2007) is ook overeenstemming bereikt over de overname door het waterschap van het deelgebied “Ulicoten-Noord”. De besprekingen over de mogelijke overname van overige water- en natuurprojecten lopen nog. In het projectgebied zijn de volgende activiteiten te identificeren: 1 landinrichting Baarle-Nassau (PSD-nr 157), bestaande uit de volgende natuur- cq waterprojecten: “Chaamse beken 1” (ook wel de “5 deelgebieden” genoemd); het waterschap heeft in 2006 het trekkerschap overgenomen van de Landinrichtingscommissie; “Ulicoten-Noord”; het waterschap heeft onlangs (juni 2007) het trekkerschap overgenomen; “Chaamse beken 2” resterende natuur- en waterprojecten; de landinrichtingscommissie heeft hier het trekkerschap; over een mogelijke overname door het waterschap wordt nog gesproken. 2 landinrichting Ulvenhout-Galder, bestaande uit de volgende kavelruil- en inrichtingsprojecten (PSD 6764): Chaamse beken, zuidelijk van A58; het voortouw ligt bij de landinrichtingscommissie; Strijbeekse Beek, de landinrichtingscommissie heeft onlangs enkele kavelruilen gerealiseerd, waardoor langs de Strijbeekse Beek (natte natuurparel) de vrijgekomen percelen ingericht kunnen worden. Het waterschap is met Dienst Landelijk Gebied in gesprek om hiervoor een inrichtingsplan te maken om vervolgens de uitvoering op te pakken. 3 Voorbos/Broekloop (PSD 6320): In de AB-vergadering van 3 oktober 2007 wordt voorgesteld om het definitieve inrichtingsplan vast te stellen op basis van de inspraaknotitie. Uitvoering is voorzien in najaar 2007. 4 Bavelsche Leij Loevesteijn (PSD 6727): Ligt in stedelijke omgeving; gemeente Breda trekt deze activiteit. Vertraging als gevolg van problemen met grondverwerving. 5 Landgoederenzone (PSD 156): Betreft een aaneengesloten natuurgebied (natte natuurparel, Cork fase 1), deels in eigendom bij natuurbeherende instanties, deels particulier eigendom. Waterschap werkt momenteel (juli 2007) een overkoepelende uitvoeringsstrategie uit voor dit gebied. 6 Chaamse boswachterij (nog geen PSD-nummer), inclusief het gebied ten noorden van Baarle-Nassau. Het betreft allemaal zogenaamde “geen-spijt-maatregelen”. De IGA voor de Chaamse beken is juli 2006 opgestart en wordt in november 2007 afgerond. Om te voorkomen dat met de uitvoering van deze activiteiten desinvesteringen gedaan worden, zijn/worden alle activiteiten hydrologisch doorgerekend met de IGA-modellen, die inmiddels operationeel zijn. Op basis van de IGA-rapportage wordt een overall-inrichtingsplan opgesteld voor het hele projectgebied “Chaamse beken”. In dit plan worden naast de waterhuishoudkundige aspecten ook archeologie, cultuurhistorie, landschap en recreatie geïntegreerd en dienen de opgaven voor de verschillende deelgebieden in onderlinge samenhang beschreven te worden. Afwenteling dient voorkomen te worden. Op grond van dit overall-inrichtingsplan kan beoordeeld worden of in deelgebieden -waar inmiddels uitvoering heeft plaatsgevonden- nog sprake is van een aanvullende inrichtingsbehoefte op waterhuishoudkundig gebied en kan dus de samenhang tussen de verschillende deelgebieden bewaakt worden. In figuur 1 is een en ander schematisch weergegeven. Op basis van de Definitieve inrichtingsplannen (DO’s) voor de verschillende deelgebieden vindt de uitvoering plaats.
IGA STROOMGEBIED CHAAMSE BEKEN
VOORONTWERP INRICHTING STROOMGEBIED CHAAMSE BEKEN
Definitief Inrichtingsplan voor deelgebied 1
Figuur 1.
Definitief Inrichtingsplan voor deelgebied 2
Definitief Inrichtingsplan voor deelgebied 3
etc
Relatie tussen Integrale Gebiedsanalyse, het inrichtingsplan op stroomgebiedsniveau en de inrichtingsplannen op deelgebiedsniveau.
Definitief Ontwerp Chaamse Beken, Vijf Deelgebieden: Het “Definitief ontwerp Chaamse Beken, Vijf Deelgebieden” heeft betrekking op de volgende deelgebieden: 1 Zwartlaag, 2 Chaams Broek noord en zuid (bij de rwzi), 3 (een deel van) de Strijbeekse Heide, 4 Zuidzijde Chaam en 5 Staartenweg. In bijgevoegde nota “inrichtingsmaatregelen 5 deelgebieden” is een situatieschets opgenomen met de ligging van de verschillende deelgebiedjes. Nagenoeg alle gebieden zijn gelegen in de EHS en zijn/worden (her)ingericht ten behoeve van de natuur. De provinciale natuurdoeltypen, zijn leidend geweest voor het inrichtingplan. Ook worden enkele beektrajecten heringericht, of omgeleid. Daarbij is rekening gehouden met de functie waternatuur, die aan de beken is toegekend. De inrichtingsmaatregelen zijn erop gericht om de juiste waterhuishoudkundige condities te verkrijgen. In bijgevoegde nota zijn voor de verschillende deelgebiedjes de ontwerpen opgenomen en wordt een beschrijving gegeven van de voorgenomen maatregelen. Met voorgestelde maatregelen worden de volgende doelen gerealiseerd (de vetgedrukte doelen, zijn doelen uit het bestuursprogramma 2005-2008):
Doel
Totaal
Natuur met verbeterde waterbeheersing Natuurvriendelijke oever Herstel fosfaatverzadigde gronden
65,4 ha 2,9 km 13,4 ha
Herstel natte natuurparels (Cork fase 1) Verdrogingsbestrijding Beekherstel Waterberging Verbetering waterkwaliteit
32,3 ha 55 ha 2,9 km 7,8 ha 11 ha
Regiocommissie Midden Op 15 augustus heeft de regiocommissie het inrichtingsplan besproken. De regiocommissie midden adviseert positief aan het dagelijks bestuur met de kanttekening dat voor aanliggende percelen maatwerkoplossingen mogelijk zijn als er sprake is van uitstraling van de vernatting De gevraagde maatwerkoplossingen ingeval er sprake is van ongewenste vernatting kan en zal geleverd worden daar waar dat aan de orde is. In voorkomende gevallen wordt contact gelegd met de desbetreffende grondeigenaren –gebruikers en wordt gehandeld volgens eerder vastgesteld beleid (“juridische aanpak ontwikkeling natte natuur”). Beoordeling x Financiële gevolgen ja, In het voorontwerp zijn de totale projectkosten geraamd op € 3,6 miljoen. Inmiddels is 50% rijkssubsidie (€ 1,8 miljoen) toegekend. In het kader van de bestuursovereenkomst tussen provincie en waterschap financiert ieder de helft van de resterende 50% (€ 0,9 miljoen). Op 4 april 2007 heeft het AB een uitvoeringskrediet van € 8.742.000,= beschikbaar gesteld voor het hele projectgebied “Chaamse beken”. De waterschapsbijdrage (25% van de totale projectkosten) aan activiteit 157, zijnde een bedrag van € 900.000,= kan hieruit gefinancierd worden. Op basis van de besteksuitwerking kan dit bedrag nog bijgesteld worden. x
Juridische gevolgen ja, het inrichtingsplan is inhoudelijk beoordeeld op de criteria die voortvloeien uit de Inspraakverordening. Op basis daarvan is geconcludeerd dat op dit project géén verplichting ligt in het kader van de Inspraakverordening. De belangen van belanghebbenden worden meegenomen in het kader van de diverse vergunningenprocedures.
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Het waterschap werkt met de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau de communicatie richting de streek verder uit. Er wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd; via de het “landinrichtingsbulletin” wordt eveneens bekendheid gegeven aan dit project. Advies: het AB stemt in met het inrichtingsplan voor de 5 deelgebieden (activiteit 157), gelegen in het projectgebied “Chaamse Beken”. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Activiteiten Bavelsche Leij (Loevestein) 6727 Kavelruil Chaamse Beek 6764
Bavel
Landgoederen 156
Bavelsche Leij (Loevestein)
Voorbos/Broekloop 6320 Herinrichting Ulvenhout Galder Ruilverkaveling Baarle Nassau 6321/157
Voorbos/Broekloop Ulvenhout
Kavelruil Chaamse Beek
Landgoederen Chaam
Legenda Aangelegde vispassage al gerealiseerd in wateren met de functie Viswater Knelpunten: moet vispassage komen in wateren met de functie Viswater Waternatuur vlakken Waternatuur-Viswater
Baarle-Nassau
Gerealiseerd Waternatuur-Viswater Gerealiseerd viswater Beek-en-kreekherstel Gerealiseerde Beek- en kreekherstel EVZ
Baarle-Hertog
Gerealiseerd EVZ Verdroogde gebieden
Gebiedskaart
Waternatuur
Chaamse Beken
Natte natuurparels eerste planperiode Natte natuurparels tweede planperiode Viswater
Versie
2006
Gecorrigeerd
Datum
04-07-2007
Gezien
Tek.formaat
Getekend
Afd Geo
In te richten waterbergingsgebied Reserveringsgebied 2050 Herinrichting Ulvenhout Galder
A3
Schaal 1:45000
Ruilverkaveling Baarle Nassau 6321/157
N
0
1.8 km
: *07I001784*
Barcode
BIJLAGE BIJ AB-NOTA VERGADERING 3 OKT 2007
INRICHTINGSMAATREGELEN “VIJF DEELGEBIEDEN” IN HET PROJECTGEBIED CHAAMSE BEKEN
: *07I001784*
Nummer
1 2 3 4 5
Zwartlaag Chaams Broek Strijbeekse Heide Zuidzijde Chaam Perceel Staarteweg
3
2
2 4 5
1
6-8-2007
1,2 km G:\SBO-G eoInformati e\Project \ez o\arc9 2\200 7\Plan&Project\PJans sen\deelgeb iedch aam.mxd
0
Schaal 1:30.000
Tek.nr.
N
Datum
Versie
Gezien
Afd Geo Gecorrigeerd
Getekend
Situatieschets ligging 5 deelgebieden
CHAAM
ZWARTLAAG
Figuur Ontwerp Zwartlaag
1
2
3
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
A
A’
schraalgrasland gecreëerd. De aanwezige poelen worden vergroot..
5
4
afgestemd te worden op landbouwkundige eisen van de in de omgeving aanwezige landbouwpercelen. In het lage deel van het gebied wordt vochtig
dam geplaatst en de beekbodem van de oude beek wordt verhoogd om drainerend effect te verminderen. De ontwaterende functie van de oude beek dient
ARCADIS
worden verlegd en worden aangesloten op de nieuwe beek. De oude beek blijft aanwezig, maar wordt alleen in gebruik genomen bij piekafvoeren. Er wordt een
In Zwartlaag is er sprake van kwel. Doel is creëren van een natte zone als leefgebied voor met name amfibieën, in het bijzonder Boomkikker. De Schoutenloop zal
INRICHTINGSMAATREGELEN
3
Bodem 7,1-6,75 m+NAP
m+NAP
Huidige mv 8,5-8,0
Waterstand Q20
Waterstand Q100
Noordzijde
Zuidzijde
1:5
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
20 meter. De overige oppervlakte blijft grasland. Door extensief beheer middels begrazing wordt hier een bloemrijk grasland nagestreefd.
ARCADIS
schraalgrasland gecreëerd. Daarnaast worden laagtes aangelegd zodat plas-drassituaties ontstaan. Ten noordoosten van hiervan wordt een poel aangelegd van 40 bij
geaccentueerd door de aanleg van houtsingels. In het noordelijk deel, naast het al heringerichte deel van de beek wordt vochtig bloemrijk grasland en vochtig
Er wordt een moeraszone gerealiseerd welke zich kan ontwikkelen tot moerasbos. Ten zuiden hiervan wordt een poel aangelegd en worden oude perceelsgrenzen
slingerend verloop.
voorkomen, wordt op een deel van het traject de huidige loop gehandhaafd en de beekbodem verhoogd. Vervolgens wordt een nieuwe loop gegraven met een
beekloop in zuidelijk deel van het deelgebied loopt een brandstofleiding. Om negatieve effecten van de aanleg van een nieuwe beekloop op deze leiding te
beek krijgt een slingerende loop. In de nieuwe beek worden een drietal verbredingen aangelegd om variatie in de stroomsnelheid te krijgen. Onder de huidige
de landinrichting. De ‘oude’ beek wordt gehandhaafd om wateroverlast op naastgelegen landbouwgronden te voorkomen. De stuw wordt verwijderd. De nieuwe
Het gebied Chaams Broek wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een licht slingerende beek: de Laagheiveltse beek welke reeds is vergraven in het kader van
CHAAMS BROEK
Voor het realiseren van het natuurdoeltype vochtig schraalgrasland dienen de percelen, vanwege de hoge fosfaatgehalten, te worden afgegraven
Dwarsdoorsnede beekprofiel
Op basis van de ontwerp-gegevens is het principe profiel getekend. Voor de beek is uitgegaan van een flauwe slingering met een factor 1,5.
INRICHTINGSMAATREGELEN
4
Noordelijk deel
Ontwerp Chaams broek,
Figuur
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
1
ARCADIS
INRICHTINGSMAATREGELEN
5
2
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
Zuidelijk deel
Ontwerp Chaams broek,
Figuur
ARCADIS
INRICHTINGSMAATREGELEN
6
Chaams broek
Huidig mv 9,5-7,5
m+NAP
Bodem 7,44-6,23
m+NAP
Waterstand Q20
Waterstand Q100
Westzijde 1:5
Oostzijde
worden afgegraven.
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
ARCADIS
vochtig schraalgrasland te kunnen realiseren. Het maximaal haalbare lijkt hier een vochtig bloemrijk grasland. Voor het overige deel dient gemiddeld 25 cm te
worden afgegraven. Uit het fosfaatonderzoek is naar voren gekomen dat een deel van de beoogde oppervlakte ver onder de bouwvoor teveel fosfaat bevat om
noorden van het gebied wordt vochtig schraalgrasland nagestreefd. Voor het realiseren van het natuurdoeltype vochtig schraalgrasland dienen de percelen te
oppervlakte te worden afgegraven, waarbij het ook bij lage grondwaterstanden nat blijft. Er dient daarom ongeveer 70-90 centimeter te worden afgegraven. In het
verkregen en worden er verschillende habitat gecreëerd. Om moeras te realiseren en te voorkomen dat het gebied direct overgaat in een broekbos dient de
gecreëerd. Op een drietal locaties wordt de beekloop verbreed waardoor verschillen in stroomsnelheid ontstaan. Hierdoor wordt meer variatie in vegetatie
De aan nieuw te leggen beek (bypass) loopt met een licht slingerende loop op 8 à 10 meter afstand van de oude beek. Aan één zijde wordt een flauwe oever
Dwarsdoorsnede beekprofiel
een hoger waterpeil te realiseren.
westzijde krijgt een steil talud. Aan de oostzijde wordt een flauwe oever gerealiseerd. De nieuwe lengte is een vereiste om verval van stuw op te kunnen vangen en
In onderstaand figuur is op basis van de ontwerp-gegevens het principe profiel getekend. Voor de beek is uitgegaan van een flauwe slingering met een factor 1,5. De
INRICHTINGSMAATREGELEN
7
Ontwerp traject waterzuivering
Figuur
voorkomen.
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
flauwe slingering met een factor 1,5. De oevers krijgen een zeer flauw talud, zodat een brede inundatiezone ontstaat, om wateroverlast in de kern Chaam te
ARCADIS
nagestreefd, maar wordt op dit deel een poel aangelegd. Op basis van bovenstaande gegevens is het principe profiel getekend. Voor de beek is uitgegaan van een
van een leiding in het gebied wordt niet over het gehele traject de beek slingerend aangelegd. Daarnaast wordt ten zuidoosten van deze leiding geen moeras
inunderen. Ten noorden en oosten van het perceel wordt beplanting aangelegd dan wel hersteld. De beek krijgt ook hier een slingerend verloop. Vanwege de ligging
plaats en doet het perceel dienst als waterberging. Omdat het gebied ook dient als stapsteen wordt een poel gerealiseerd. De poel dient visvrij te blijven en mag niet
Ter hoogte van de waterzuivering wordt een perceel ingericht waarbij het natuurdoel moeras wordt nagestreefd. Hier vindt een eerste zuivering van het water
CHAAMS BROEK - TRAJECT WATERZUIVERING
INRICHTINGSMAATREGELEN
8
Waterstand Q20
Waterstand Q100
.
Westzijde
Oostzijde
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
geplagd en er wordt een poel aangelegd ten behoeve van Vinpootsalamander.
ARCADIS
droogvallen. Om het gebieden controleerbaar te vernatten worden drie stuwen aangelegd in de waterlopen ten noorden van het ven. Een deel van het terrein wordt
van het plangebied oorspronkelijk een ven is geweest wordt er gestreefd naar het ontwikkelen van een ven. Alleen in zeer droge perioden kan het ven tijdelijk
Het ontwerp beperkt zich in deze fase op de aanleg van het ven. In het Natuurgebiedsplan is de locatie aangewezen als vochtig bloemrijk grasland. Gezien een deel
Ontwerp Strijbeekse heide
Figuur
m+NAP
Bodem 8,16-8,01
9,0 m+NAP
Huidig mv 9,5-
STRIJBEEKSE HEIDE
Dwarsdoorsnede beekprofiel
Figuur 5.8
INRICHTINGSMAATREGELEN
9
ZUIDZIJDE CHAAM
scheiding vormt tussen het gebied en de woonwijk. Hierdoor wordt voorkomen dat recreanten het gebied gaan
Ontwerp Zuidzijde Chaam
Figuur
zuidzijde vormt de grens met de landbouwpercelen.
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
ARCADIS
Er wordt een nieuwe beek door het gebied aangelegd. De stuw wordt daarmee verwijderd. Langs de beek wordt een moeraszone gecreëerd. Een sloot aan de
gebruiken als hondenuitlaatgebied. De dam wordt verwijderd. Recht van overpad is niet aan de orde. Het gebied blijft goed beleefbaar vanaf de naastgelegen weg.
van braam en andere struweelplanten een
Ten zuiden van Chaam worden twee percelen heringericht. De huidige beekloop blijft aanwezig. Deze oude loop wordt beperkt beheerd zodat door de ontwikkeling
INRICHTINGSMAATREGELEN
10
Chaam
m+NAP
Bodem 7,83-7,70
m+NAP
Huidig mv 9,5
Waterstand Q100 Waterstand Q20
Westzijde
Oostzijde 1:5
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
ARCADIS
weg. De huidige sloot wordt gedempt. Hier wordt een houtwal aangelegd. Het overige deel van het terrein wordt bloemrijk grasland. De inrichtingsmaatregelen sluiten aan bij de wens van de gemeente om ter verbetering van mogelijkheden voor recreatie, de natuur dichter bij de bevolking te brengen .
hergeprofileerd. Daar waar het terrein het hoogst is, wordt de huidige beekloop gehandhaafd. Er wordt een moeraszone en een laagte aangelegd nabij de huidge
Vlakbij het terrein aan de zuidzijde van Chaam (grens stedelijk/landelijk gebied) ligt het plan Perceel Staartenweg. De beek wordt gedeeltelijk gedempt en
PERCEEL STAARTENWEG
Langs de bermsloot wordt een moeraszone gecreëerd. Hierin kunnen soorten als Zwanebloem en Dotterbloem zich verder uitbreiden.
moeraszone langs de beek te realiseren dient 1,1 meter te worden afgegraven (op basis van Q20). Indien beekverhoging wordt nagestreefd kan dit verminderen.
De beek wordt verlegd en gaat slingerend door het gebied. Aan één zijde van de beek wordt een plas-drassituatie gecreëerd zodat een moeraszone ontstaat. Om een
Dwarsdoorsnede beek Zuidzijde
Figuur
Op basis van de ontwerpgegevens is het principe profiel getekend. Bij het profiel is uitgegaan van een flauw talud aan beide zijden. de poel aangegeven. .
INRICHTINGSMAATREGELEN
11
Ontwerp Perceel Staartenweg
Figuur
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
ARCADIS
INRICHTINGSMAATREGELEN
12
m+NAP
m+NAP
Bodem 9,17-8,50
Waterstand Q20
Waterstand Q100
Buitenbocht
Binnenbocht
1:5
leefgebied voor verschillende amfibieën en planten.
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
ARCADIS
De slingerende beek geeft een meer natuurlijk karakter aan het gebied. Er ontstaat variatie in oevers waar fauna van kan profiteren. De poel en laagte bieden
Perceel Staartenweg
Huidig mv 10,50
Onderstaand is het principe profiel getekend. Hierbij is uitgegaan van een steil profiel in de buitenbocht en een flauw talud.
Dwarsdoorsnede beekprofiel
Figuur
INRICHTINGSMAATREGELEN
13
Nummer : *07I002203* Barcode : *07I002203* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 21 augustus 2007; gezien het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen d.d. 12 september 2007;
BESLUIT: vast te stellen het Inrichtingsplan voor de 5 deelgebieden, gelegen in het projectgebied Chaamse Beken, d.d. 3 augustus 2007 met kenmerk 110502.201461 met bijlagen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002152 Barcode: 07I002152 Onderwerp: Bijdrage aan inrichtingsplan waterberging/EVZ Molenbeek Roosendaal fase 1 Sector en afdeling: W&W, Plannen en Projecten Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 17 Ter inzage bij de concernstaf: Inrichtingsplan Molenbeek Zuidelijke Stadsrand Roosendaal Bijlagen:
- kaart ligging activiteit IP nr. 7901 - kaart inrichting Molenbeekpark - kaart inrichtingsplan Molenbeekbos en perceel Willem Dreesweg
Aan het algemeen bestuur Inleiding Van de activiteit Waterberging/EVZ Molenbeek Roosendaal (IP nr. 7901) wordt de eerste fase uigevoerd. Dit is een samenwerking tussen het waterschap, de gemeente Roosendaal en Staatsbosbeheer. De gemeente Roosendaal is trekker van het project omdat een belangrijk deel van de werkzaamheden plaatsvindt in het Molenbeekpark. Staatsbosbeheer is eigenaar van het Molenbeekbos dat ook deel uitmaakt van de eerste fase. In de bijlagen worden respectievelijk kaartjes gepresenteerd met het inrichtingsplan voor het Molenbeekpark, het Molenbeekbos en het perceel Willem Dreesweg. De inrichting van fase 1 omvat: o
voor het Molenbeekpark: x recreatie en verkeersvoorzieningen; x aanpassing van de beplanting; x ecologische verbindingszone langs de Molenbeek.
o
voor het Molenbeekbos: x aanleg van een vispassage (vistrap) welke tevens een functie heeft als waterberging; x recreatieve fiets- en wandelroute.
o
voor het perceel Willem Dreesweg: x zandvang; x waterberging; x recreatieve voorzieningen.
De vispassage is benedenstrooms voorzien van een afsluitbare duiker zodat deze bij hoge afvoeren van de Molenbeek ook als waterberging kan dienen. Bij een oppervlakte van het Molenbeekbos van 12,5 ha zal ongeveer 3 ha dienen als waterberging. De o o o
doelrealisatie van belang voor het waterschap is: ecologische verbindingszone 2 km; waterberging 8 ha; vispassage 1X.
De kosten van het project zijn begroot op circa € 3,4 miljoen. Het waterschap draagt hier maximaal € 1,25 miljoen aan bij. Over dit bedrag wordt 50% subsidie verworven. Subsidies zijn aangevraagd bij de provincie voor de ecologische inrichting van de Molenbeek en de waterberging. De kosten voor de ecologische verbindingszone worden na aftrek van subsidies tussen de gemeente en het waterschap verdeeld volgens de verhouding 60% gemeente en 40% waterschap. De bijdrage van het waterschap valt binnen het toegekende uitvoeringskrediet voor de activiteit Waterberging/EVZ Molenbeek Roosendaal van € 2,7 miljoen.
De voorbereidingen voor de uitvoering van een volgende fase van de inrichting van de Molenbeek is inmiddels gestart met aankopen van gronden langs de Molenbeek. Een volgende fase richt zich op het inrichten van de resterende ecologische verbindingszone en vispassages bij de bestaande stuwen. Het waterschap zal daarom trekker zijn. Naar verwachting zal in de tweede helft van dit jaar op basis van de verworven gronden een inrichtingsplan voor de tweede fase worden opgesteld. Vraagstelling Het algemeen bestuur wordt gevraagd kennis te nemen van de uitvoering van de fase 1 van de aanleg waterberging en EVZ Molenbeek Roosendaal. Strategie In samenwerking met de gemeente en Staatsbosbeheer wordt de eerste fase uitgevoerd. Tegelijkertijd wordt met deze partijen gesproken over een volgende fase. Aangezien hier het aandeel van het waterschap groter in zal zijn zal het waterschap ook trekker van deze activiteit zijn. Beoordeling x Financiële gevolgen: bijdrage waterschap past binnen verleende uitvoeringskrediet. x
Juridische gevolgen niet van toepassing
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Communicatie over de eerste fase is gevoerd door de gemeente Roosendaal in de vorm van informatieavonden, klankbordgroep bijeenkomsten en publicaties in de lokale pers. Het waterschap is bij de communicatie betrokken geweest. Advies: het AB stemt in met de bijdrage de inrichting van Molenbeek fase 1 ten behoeve van de genoemde doelrealisatie, waarbij de gemeente Roosendaal trekker is van het project en het waterschap partner. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Roosendaal
Kruisstraat
Legenda evz-taak
Ligging inrichtingsplan Molenbeek Roosendaal fase 1
Zevenbergen
Dinteloord
Steenbergen
Ou denbosch Breda Et ten-Leur
Getekend
Afd Geo
Versie
Roosendaal Bergen op Zoom
Gecorrigeerd
Datum
Gezien
Tek.nr.
22-8-2007
Schaal 1:9.400 N
0
0,4 km
G:\SBO-G eoInformati e\Project\ezo\arc9 2\2007 \Plan&Project\HBlaas \ac tivmol enbeek.mxd
Inrichtingsplan Molenbeekpark
Inrichtingsplan voor het Molenbeekbos en Willem Dreesweg
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *07I001602* Barcode: 07I001602 Onderwerp: aanvraag aanvullend UVK Inrichtingsplan Tonnekreek - Keenehaven Sector en afdeling: Watersystemen en waterkeringen, plannen en projecten Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 18 Ter inzage bij de concernstaf: inrichtingsplan Integrale aanpak Tonnekreek Bijlagen: Besluit, Toetsingslijst en Investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Voorliggende nota dient drie doelen, namelijk: het vaststellen van het inrichtingsplan Integrale aanpak Tonnekreek; het geven van een toelichting op de algehele stand van zaken van project 6, Tonnekreek – Keenehaven; aanvraag extra uitvoeringskrediet. Achtereenvolgens worden deze onderwerpen behandeld. Inrichtingsplan “Integrale aanpak Tonnekreek In het kader van project 6, Tonnekreek-Keenehaven van het bestuursprogramma is binnen het gehele gebied een faunaknelpunten onderzoek uitgevoerd voor de circa 36 kilometer waterlopen met de functie EVZ. Uit dit onderzoek is een prioriteitenlijst opgesteld. In de eerste fase van de inrichting binnen dit project is op basis van voornoemde prioriteitenlijst en de beschikbare gronden van Staatsbosbeheer en het waterschap het inrichtingsplan Integrale aanpak Tonnekreek opgesteld. Hieronder wordt een toelichting gegeven op het inrichtingsplan. Inrichtingsplan Op circa 10 ha terrein en langs circa 5 km waterlopen zullen de eerste maatregelen volgens dit plan uitgevoerd worden in het voorjaar van 2008.
Gemaal Tonnekreek
Fijnaart Figuur 1: ligging van de terreinen die worden ingericht
Voor het project staat in onderstaande tabel weergegeven welke doelrealisatie was geraamd en welke doelrealisatie in het inrichtingsplan zit (zie ook figuur 2): Thema EVZ Kreekherstel Waternatuur Viswater Verdrogingsbestrijding Natte natuurparel Waterberging
2006 Bron: UVK 5 km 4 km 2 km 2 km 19 ha 19 ha 10 ha
2007 Bron: inrichtingsplan 2 km 5 km 5 km 5 km 19 ha 13 ha 10 ha
De doelstelling voor EVZ wordt nog niet gehaald, omdat de grondverwerving een lastig punt is. Dit geldt ook voor het restant van de natte natuurparel. De toename van doelrealisatie van kreken, waternatuur en viswater is toe te wijzen aan de benutting van gronden die in eigendom zijn van Staatsbosbeheer. Gunstig is dat de gronden van staatsbosbeheer grotendeels benut kunnen voor waterberging. Uit berekeningsresultaten van de IGA blijkt dat juist op dit tracé waterberging gewenst is. Op 12 maart 2007 heeft een afweging plaatsgevonden voor dit project met de afdeling Juridische Zaken en is geconcludeerd dat voor dit inrichtingsplan geen inspraak nodig is volgens de Algemene wet Bestuursrecht. Met het aanvragen van de keurvergunning en andere benodigde vergunningen zal wel de gebruikelijke ter inzage procedure gevolgd worden. In het inrichtingsplan zijn een aantal terreinen nog niet beschikbaar om in te richten en hebben een status als visie mee gekregen. Over deze terreinen zal eerst met de betrokken eigenaren een overleg plaatsvinden om na te gaan of de doelen daar te realiseren zijn. Uit de IGA komt naar voren dat de behoefte aan waterberging met name in dit gebied gelegen is. Het gaat hierbij ondermeer om het kreekgedeelte tussen de Stadsedijk en de A59. Vanwege de vlakke ligging van het gebied is vooral verlagen van het maaiveld een effectieve maatregel. In het basisscenario van de IGA Tonnekreek-Keenehaven wordt voor het plangebied voorgesteld om 12 ha maaiveld te verlagen ten behoeve van waterberging. Na doorrekenen van deze maatregelen blijkt in de betreffende peilvakken nog 8 ha niet te voldoen aan de NBW-normering. Door het extra van de percelen langs de kreek wordt de situatie meer verbeterd en wordt ambitieus invulling gegeven aan kreekherstel en het realiseren van de gewenste natuurdoeltypen: Rietmoeras/Grote zeggenmoeras/Natte ruigte. Voor de financiële consequenties wordt verwezen naar onderstaande paragraaf. Toelichting stand van zaken project 6: Tonnekreek-Keenehaven In figuur 1 zijn de diverse waterdoelen en de in voorbereiding zijnde activiteiten weergegeven. Hieronder volgt een toelichting op de diverse activiteiten. 1: Integrale gebiedsanalyse Tonnekreek-Keenehaven In de IGA Tonnekreek-Keenehaven wordt een analyse gemaakt van de diverse waterdoelen in het gebied. Het plangebied bestaat uit de bemalingsgebieden Tonnekreek en de Dintel en ligt in het westen van projectgebied 6. Uit de eerste resultaten blijkt dat het gebied qua NBW-normering niet geheel op orde is. Tegelijkertijd met de analyse is ook gestart met het maken met een inrichtingsplan voor de activiteit “Integrale aanpak kreken en EVZ’s”. Regelmatig vindt afstemming plaats tussen de afzonderlijke activiteiten en het opstellen van de IGA, zodat de producten eenduidig en consistent zijn. De planning was oorspronkelijk om de IGA af te ronden in december 2006, maar inmiddels is dit verschoven naar september/oktober 2007. 2: Integrale gebiedsanalyse Niervaart-Bloemendaal Deze gebiedsanalyse is in mei 2007 opgestart en behelst de twee bemalinggebieden Niervaert en Bloemendaal in het oosten van projectgebied 6. Afronding is voorzien in januari 2008. Deze IGA is – gezien de geringe aanwezigheid van waterdoelen - met name interessant met het oog op de NBW-normering, de GGOR voor het agrarisch en stedelijk gebied en het peilbesluit. 3: Integrale aanpak kreken en EVZ’s Voor inhoudelijke informatie over deze samengestelde activiteit wordt verwezen naar voorgaande tekst. 4: Vispassage Aalskreek De vispassage is bijna gerealiseerd en wordt binnenkort opgeleverd. Met deze vispassage worden twee grote wateroppervlakten met elkaar verbonden en ontstaat een groot leefgebied voor vissen, waardoor een gevarieerde vispopulatie duurzaam kan voortbestaan. De Aalskreek heeft een functie als kreek en is gedeeltelijk al ingericht voor deze natuurfunctie. 5: Herstel gracht Fort Sabina De grachten van Fort Sabina hebben een slechte waterkwaliteit, waardoor soms vissterfte optreedt. Het project heeft dan ook tot doel om de waterkwaliteit te verbeteren. Verbetering is mogelijk door het verwijderen van de baggerlaag, aanleg natuurvriendelijke oevers, verdieping en afvissen van brasem en karpers. Omdat ook de gemeente Moerdijk wensen heeft om het fort te exploiteren vindt ambtelijk afstemming plaats tussen beide initiatieven. Bij het maken van ontwerp van de grachten is de monumentale status van het terrein een belangrijk aandachtpunt. Alle voorgestelde maatregelen moeten afgewogen
worden tegen dit aspect. Het project wordt volgens het principe van E&C aanbesteed. Dit betekent dat de opdrachtnemer op basis van een ontwerp en een vraagspecificatie de uitvoering ter hand neemt. Traditioneel wordt gewerkt met een conventioneel bestek, maar in dit geval is ook E&C een bruikbare werkwijze. 6: Grondverwervingsactiviteiten In het projectgebied is grondverwerving een belangrijk onderdeel in het realiseren van EVZ’s en kreekherstel. Het waterschap heeft op drie plaatsen ruilgrond beschikbaar met in totaal een oppervlakte van ± 15 ha, dat als “smeermiddel” kan dienen bij de grondverwervingactiviteiten. Thans speelt het volgende: Ten noorden van Klundert is in de afgelopen periode geprobeerd om het ruilperceel in te zetten voor de realisatie van de EVZ. Dit heeft echter niet tot concrete resultaten geleid. Het perceel - dat overigens ten dele al is ingezet voor inrichting van een EVZ - ligt namelijk weinig strategisch voor agrarische doeleinden. De beste optie lijkt nu om het perceel te verkopen aan een landgoedontwikkelaar onder (ondermeer) de voorwaarde dat deze 300 meter EVZ realiseert. De landgoedontwikkelaar heeft tot doel om een fort van de Hollandse waterlinie uit de 17e eeuw terug te brengen in het landschap, het zogenaamde Fort Hollandia. Momenteel worden langs de EVZ de Keenehaven alle grondeigenaren benaderd om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor kreekherstel en inrichting van de EVZ. Uit de eerste gesprekken blijkt dat er wel interesse is voor de ruilgrond van het waterschap en dat er kansen liggen. De inventarisatie is inmiddels afgerond en aan de grondeigenaren die hebben aangegeven grond te willen verkopen worden binnenkort concrete voorstellen gedaan. Daarna zal via grondruil getracht worden om de gronden op de juiste plaats te krijgen. Verder zijn een aantal grondeigenaren langs de Tonnekreek op eigen verzoek benaderd door het waterschap. Daarnaast zijn ten behoeve van de projectdoelen een aantal grondgebruikers met “strategische” gronden actief benaderd. Met sommige lopen thans onderhandelingen en zijn concrete voorstellen gedaan. Het is de bedoeling dat in 2007 alle grondgebruikers langs de EVZ’s in het projectgebied Tonnekreek- Keenehaven zijn benaderd door het waterschap. 7: Samenwerking met de gemeente Moerdijk Vanaf begin 2006 is er ambtelijk contact geweest over samenwerking bij de realisatie van EVZ’s. Onlangs heeft Moerdijk besloten dat besluitvorming over de bijdrage aan EVZ’s en in het bijzonder aan het project Integrale aanpak Tonnekreek gekoppeld wordt aan het waterplan. Besluitvorming over het waterplan vindt naar verwachting plaats begin 2008. De omvang van de percelen grond die het waterschap heeft verworven voor kreekherstel en de inrichting van een ecologische zone passen binnen de taakstelling van het waterschap. In twee gevallen is de zone gemiddeld 10 meter breed en in één geval gaat het om een kleine stapsteen van 0.5 hectare die primair bedoeld is voor kreekherstel. Voor kreekherstel ligt de ambitie van het waterschap hoger dan voor EVZ’s, zodat deze stapsteen in zijn geheel binnen de taakstelling van het waterschap past. De gewenste bijdrage van de gemeente Moerdijk aan het project “Integrale aanpak kreken en EVZ’s” is vooral bedoeld voor de realisatie van faunapassages bij wegen. Indien de gemeente financieel niet participeert zullen de faunapassages niet uitgevoerd worden. Aanvraag extra uitvoeringskrediet In het projectgebied Tonnekreek zijn thans drie activiteiten in voorbereiding. Het betreft de activiteiten:Vispassage Aalskreek (Ipnr: 7911), Herstel gracht Fort Sabina (Ipnr: 6223) en de samengestelde activiteit Integrale aanpak Tonnekreek. In de figuur worden de locaties van de activiteiten weer gegeven. De samengesteld activiteit bestaat uit de volgende losse IP-activiteiten: 153: herstel natte natuurparel Tonnekreek; 154: integrale aanpak kreken en EVZ’s Tonnekreek; 155: waterberging Tonnekreek. De kosten voor deze activiteiten zijn hoger dan in eerdere instantie was geraamd. Hieronder wordt dit per activiteit nader toegelicht. Vispassage Aalskreek (Ipnr: 7911), In september 2005 heeft het AB € 140.000,- uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld voor het realiseren van een vispassage in de Aalskreek in Klundert. Uitgangspunt bij het verkrijgen van dit krediet was dat het project voor 50% van de kosten gefinacieerd zou worden uit provincionale subsidies (Subsidieverordening uitvoering waterhuishoudigsplan 2003-2006 = SVUW). Omdat vispasages in EVZ in principe niet in aanmerking komt voor subsidie toekenning is de subsidie aanvraag/beschikking moeizaam verlopen. Uiteindelijk is er pas in het voorjaar van 2006 besloten € 73.750,- subsidie toe te kennen. Dit nadat het project opgenomen was op de projectenlijst van de bestuurovereekomst en gezamelijk het voornemen uitgesproken is, om de Aalskreek in het volgende WHP (waterhuishoudingsplan) van de provincie de functie viswater te geven. In de huidige situatie heeft de Aalskreek al de functie kreek.
Nadat de subsidie beschikt was is de voorbereiding van het project weer opgepakt. Hiervoor moest de reeds opgestelde werkomschrijving uit 2005 uitgebouwd worden naar een volwaardig RAW bestek. Tijdens dit proces bleken de projectkosten die in 2005 geraamd waren voor de verdere planvoorbereiding en realisatie van de vispassage te laag. Oorzaken hiervan waren: 1. In de werkomschrijving waren de zaken nog niet in detail uitgewerkt, dit zou volgens het adviesbureau tijdens de uitvoering tot veel meerwerk leiden. 2. Het elecktrisch/mechanisch gedeelte van de retour bemaling was onvoldoende uitgewerkt. 3. Extern toezicht en directie in de plaats van eigen inzet (uren). 4. Hogere kosten aansluiting nutsvoorzieningen. 5. Kostenverhoging in verband met prijsstijging door later uitvoeren van de werkzaamheden 2007 in plaats van 2005. Het projectteam heeft toen besloten het project toch openbaar aan te besteden (in combinatie met vispassage Watermolen) met als hoop dat een lage inschrijving de budget overschrijding zou minimaliseren. De gecombineerde aanbesteding met watermolen heeft voor de Aalskreek geleid tot een toename van de aanneemsom van € 45.000,- hoewel dit niet met volledige zekerheid te zeggen is. De kosten van deze extra aanbestedingsronde en de hierboven genoemde oorzaken hebben geleid tot een budgettekort van € 105.000,-. De provincie heeft in hun SVUW subsidiebeschikking aangegeven dat de subsidie een maximum bedrag is. Desondanks zal door het waterschap geprobeerd worden deze extra kosten ook voor subsidie in aanmerking te laten komen en zo het reeds toegezegde(beschikte) subsidiebedrag te verhogen. In week 34 heeft de provincie informeel te kennen gegeven positief te zullen reageren op een aanvullend subsidieverzoek. Willemstad Fort Sabina (Ipnr: 6223) Het project Fort Sabina staat sinds 1999 op het investeringsplan van het waterschap. Mede door de ambitie van het huidige bestuursprogramma wordt de activiteit momenteel verder uitgewerkt. De planning sluit goed aan bij de wensen van de gemeente Moerdijk om het Fort op te knappen en te “vermarkten”. De uitvoering van beide werkzaamheden stroken niet met elkaar in de tijd, maar kunnen wel los van elkaar uitgevoerd worden. Deze werkwijze is dan ook gezamenlijk gekozen. Voor het ontwerp van de gewenste inrichting van de grachten wordt gebruik gemaakt van de toekomstvisie Fort Sabina, die in 2003 is opgesteld. In de visie wordt voorgesteld om ten behoeve van de waterkwaliteit de gracht plaatselijk te verdiepen, deze uit te baggeren en natuurvriendelijke oevers aan te leggen. In het verleden is op grond van de toekomstvisie de waterstand in de gracht al verhoogd door het plaatsen van een stuw. Dit is niet alleen gunstig voor de waterdiepte, maar ook voor de vochtigheid van de winterverblijven van de op het fort overwinterende vleermuizen. Als werkwijze voor het project is gekozen voor een E&Ccontract. Dit betekent dat de realisatie van het project op basis van een ontwerp en een vraagspecificatie aanbesteed en gegund zal worden. In de toekomstvisie waren de kosten geraamd op € 270.000,- voor bovengenoemde maatregelen. Dit is echter exclusief voorbereidingskosten - en begeleidingskosten. Bovendien bestaat de wens om binnen het project de visstand te reguleren, omdat deze gekenmerkt wordt door een eenzijdige samenstelling, waarin brasem domineert. Daarnaast moet bij het ontwerp rekening gehouden worden met de rijksmonumentenstatus van het Fort. Onduidelijk is thans welke meerkosten dit met zich mee zal brengen. In het investeringsplan is abusievelijk rekening gehouden met een uitvoeringsbedrag van € 230.000,-. Een bedrag dat niet overeenstemt met de eerdere raming en de huidige inzichten. Om het plan volwaardig uit te kunnen voeren wordt voorgesteld om het uitvoeringskrediet te verdubbelen, waarbij als voorwaarde geldt dat 50% subsidie gegeven wordt op het project. Indien dit niet het geval is, wordt voorgesteld om het budget op het huidige niveau van € 230.000,- te handhaven en de ambities naar beneden bij te stellen. Samengestelde activiteit Integrale aanpak Tonnekreek (IP153, 155, 155). In het UVK is uitgegaan van een benodigd budget van € 1.642.000,-. Bij het bepalen van de kosten van het inrichtingsplan zijn de afvoerkosten van de grond een behoorlijk onzeker punt. In de verdere uitwerking van het plan wordt uitgegaan van een gronddepot en wordt getracht zoveel mogelijk grond in de buurt te benutten voor het ophogen van percelen. Een tweetal concrete locaties zijn inmiddels in beeld. Indien de grond vervalt aan de aannemer, dan is het benodigd krediet € 3.152.000,-. Op grond hiervan wordt voorgesteld om een extra krediet aan te vragen van € 1.500.000,-. Opgemerkt wordt dat de kosten vooral hoger uitvallen doordat veel grond afgegraven wordt ten behoeve van de benodigde waterberging. De gemeente Moerdijk participeert vooralsnog niet in de realisatie van EVZ’s, maar zal hierover uitsluitsel geven in het nog op te stellen waterplan. Rijkswaterstaat zal na uitvoering van het project binnen 2 maanden een raster aanleggen om klein wild en amfibieën richting de faunapassage te geleiden die onder de rijksweg A59 ligt. Deze kosten, € 50.000,- vallen buiten de projectbegroting.
Samenvatting kosten
Projectnr.
Herstel Natte Natuurparel Tonnekreek* Integrale aanpak kreken en EVZ’s* Waterberging Tonnekreek* Totaal: Integrale Aanpak Kreken Fort Sabina Willemstad Vispassage Aalskreek Totalen:
UVK – 2006 Prognose t/m 2008 Kredietwijziging Euro’s Euro’s (verhoging) Euro’s 153 57.000 154 1.350.000 155
6223 7923
235.000 1.642.000 230.000 140.000 2.012.0.000
3.152.000 460.000 245.000 3.875.000
1.500.000 230.000 105.000 1.835.000
* vanaf 2007 zijn deze projecten samengevoegd tot het project “Integrale Aanpak Kreken”. Vraagstelling Kan het inrichtingsplan worden vastgesteld om de doelstelling voor dit gedeelte binnen het projectgebied van de Tonnekreek-Keenehaven af te bakenen en als uitgangspunt voor de realisatie dienen? Hoe kan het algemeen bestuur geïnformeerd worden over de diverse activiteiten binnen project 6, Tonnekreek-Keenehaven? In de inleiding is beschreven dat het beschikbare krediet voor een aantal activiteiten binnen het projectgebied Tonnekreek-Keenehaven ontoereikend is. Het betreft de activiteiten: 153: herstel natte natuurparel Tonnekreek; 154: integrale aanpak kreken en EVZ’s Tonnekreek; 155: waterberging Tonnekreek. Om de doelstellingen te halen is extra krediet gewenst. Kan het algemeen bestuur instemmen met het beschikbaar stellen van een extra krediet ter grootte van € 1.835.000,- voor de uitvoering van de in de inleiding beschreven doelen? Strategie Het voorliggende inrichtingsplan creëert een optimale inrichting van de beschikbare percelen van Staatsbosbeheer en het waterschap, waarmee voornoemde doelstellingen worden behaald. Middels de bijlage van voorliggende notitie wordt het bestuur geïnformeerd over de stand van zaken in projectgebied 6, Tonnekreek-Keenehaven. Bij de bepaling van de uitvoeringskosten van de diverse activiteiten zijn de bestaande ambities ten aanzien van de waterdoelen als uitgangspunt beschouwd. Hierdoor zijn de kosten van de activiteiten een gevolg van de ambities in het gebied. Mede op grond van dit gegeven is een toename van de uitvoeringskosten te verwachten en thans wordt het voorstel gedaan voor het beschikbaar stellen van een extra uitvoeringskrediet. Beoordeling x Financiële gevolgen ja, namelijk zie toetsingslijst x
Juridische gevolgen Voor het project Integrale aanpak Tonnekreek is geen inspraakprocedure volgens de Algemene Wet Bestuursrecht nodig. Er is namelijk geen sprake van peilwijzigingen of de aanleg van een waterstaatswerk. Dit is getoetst door de afdeling juridische zaken van het waterschap. Wel zullen diverse andere inspraakprocedures doorlopen worden voor de keurvergunning, ontgrondingvergunning, bestemmingsplanprocedure etc.
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Een gebiedsgericht communicatieplan is opgesteld in overleg met de afdeling Communicatie.
Advies: het AB stemt in met - het inrichtingsplan "Integrale aanpak Tonnekreek" en neemt voor kennisgeving aan de stand van zaken van project 6: “Tonnekreek-Keenehaven” - het AB stemt in met het beschikbaar stellen van extra krediet, namelijk € 1.835.000,- , ten behoeve van de deelprojecten Herstel grachten Fort Sabina, Vispassage Aalskreek en Integrale aanpak kreken en EVZ’s Tonnekreek. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Figuur 2: waterdoelen en activiteiten project 6: Tonnekreek-Keenehaven
Willemstad
Gemaal Tonnekreek
EVZ /kreek: Tonnekreekstelsel Stadsedijk
Gemaal Niervaert
Klundert
A59
Fijnaart
Zevenbergen
EVZ /kreek: AalskreekKeenehaven
Gemaal De Dintel
Gemaal Bloemendaal
Standaardbuiten
Willemstad Fort Hollandia
Herstel gracht Fort Sabina
Integrale aanpak kreken en EVZ’s
Vispassage Aalskreek Klundert
Zevenbergen Fijnaart
Standaardbuiten
Nummer : *07I002204* Barcode : *07I002204* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 21 augustus 2007; gezien het advies van de AB-commissie beleid en Investeringen van 12 september 2007;
BESLUIT: in te stemmen met het Inrichtingsplan Integrale aanpak Tonnekreek d.d. 20 april 2007 met kenmerk 07B004138 inclusief bijlagen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Nummer : *07I001570* Barcode : *07I001570*
TOETSINGSLIJST
Hoofdprojectnr.: 6
Projectnaam:
Tonnekreek -Keenehaven 1e fase Aanvullend krediet t.b.v. de volgende activiteiten: 154 Integrale aanpak kreken en EVZ Tonnekreekstelsel 6223 Fort Sabina Willemstad 7911 Vispassage Aalskreek
Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen 3430 Verwijderen en verwerken niet verspreidbare baggerspecie 3510 Aanleg en verwerving kunstwerken Projectmanager:
W. de Vries
Investeringsbesluit: 2007-26 (alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - projectgever: - projectnemer
98 % kwantiteit/2% kwaliteit 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen 2007-2008 1 januari 2009 positieve bijdrage aan het behalen van ecologische doelstellingen conform aanbestedingsbeleid J. van Hal W. de Vries
Financieel a. investeringsbedrag:
project 154: € 1.500.000,project 6223: € 230.000,project 7911: € 105.000,totaal: € 1.835.000,-
b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen:
€ 865.000,30 jaar (EVZ) 20 jaar (elektro-mechanisch) 40 jaar (bouwkundig)
d. rentepercentage: e. nauwkeuringheidsmarge
4,5% ± 30 % (ontwerpfase)
Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h):
€ 59.200,-,-,-,€ 59.200,-
k. effect op de heffing: % aandeel van het tarief 2009:
Kwantiteit : 0,19% Kwaliteit : < 0,01%
Kwantiteit: +0,19% Kwaliteit: < 0,01% n.v.t. worden opgenomen in de begroting 2009.
% stijging tarieven 2009 t.o.v. MJR 2007-2011: l. te ramen netto lasten voor 2007: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2008-2012 is met dit aanvullend krediet geen rekening gehouden. Door het algemeen bestuur is voor 1e fase van het hoofdproject Tonnekreek-Keenhaven reeds € 2.216.600,beschikbaar gesteld. Met het aanvullende krediet van € 1.835.000,- wordt het totale uitvoeringskrediet voor de 1e fase € 4.051.600,-. De projecten 153 Herstel natte natuurparel Tonnekreek en 155 Waterberging Tonnekeek zijn samengevoegd met project 154 Integrale aanpak kreken en EVZ Tonnekreekstelsel.
-2-
Nummer : *07I001567* Barcode : *07I001567*
INVESTERINGSBESLUIT
Hoofdprojectnr.: 6
Projectnaam:
Tonnekreek -Keenhaven (fase 1)
Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen 3430 Verwijderen en verwerken niet verspreidbare baggerspecie 3510 Aanleg en verwerving kunstwerken
BESLUITNUMMER: 2007-26
Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 augustus 2007;
gezien het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 12 september 2007;
gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen;
BESLUIT:
te voteren een aanvullend uitvoeringskrediet groot € 1.835.000,- ten behoeve van het uitvoeren van de eerste fase van het hoofdproject Tonnekreek-Keenhaven. Hierbij wordt uitgegaan van € 865.000,- aan subsidies en bijdragen van derden. Aldus vastgesteld in het algemeen bestuur Van 3 oktober 2007 De dijkgraaf De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan algemeen bestuur Registratienummer: 07I002153 Barcode: 07I002153 Onderwerp: Bijdrage aan Inrichtingsplan West Brabantse Waterlinie Zuid Sector en afdeling: W&W, Plannen en Projecten Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 19 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: Kaart met inrichtingsplan West Brabantse Waterlinie Zuid Aan het algemeen bestuur Inleiding Het waterschap werkt samen met de gemeente Bergen op Zoom, Brabants Landschap en Evides. De activiteit wordt getrokken door de gemeente Bergen op Zoom. Belangrijkste doelstelling is het herstellen van de cultuurhistorische waarden en kenmerken van de waterlinie. Veel van de daartoe benodigde maatregelen betreffen vernatting door verlagen van het maaiveld op het opzetten van peilen. Hiermee worden ook de waterschapsdoelstellingen verdrogingbestrijding en waterberging gerealiseerd. Het waterschap is daarom partner in de activiteit. De samenwerking tussen de partijen is bekrachtigd in een samenwerkingsovereenkomst. Het concept inrichtingsplan voor de West Brabantse Waterlinie is weergegeven in bijlage 1. Voordat een definitief inrichtingsplan kan worden opgesteld moet eerst de oorspronkelijke maaiveldhoogte uit de tijd van de waterlinie worden vastgesteld. Hiervoor loopt nu een archeologisch onderzoek dat eind juli zal zijn afgerond. Op basis hiervan kunnen de diepte van de ontgravingen tot historische waarden vastgesteld worden. De oppervlakte waterberging zal van deze ontgravingdiepte afhangen en zullen, zodra de hoogtes bekend zijn, worden berekend. De oppervlakte verdrogingbestrijding wordt momenteel geschat op 117 ha, maar zal ook nader berekend moeten worden op basis van de historisch maaiveld hoogtes. Volgens de planning zal de uitvoering van het plan starten in het najaar van dit jaar. Risico hierbij is met name de bestemmingsplanprocedure die nog niet geheel is afgerond. Voorwaarde bij de verkregen subsidies is dat het project voor eind 2008 moet zijn afgerond. De totale kosten voor de inrichting bedragen € 1,7 miljoen; hiervan is circa € 1,0 miljoen begroot voor waterberging en verdrogingbestrijding. Hiervoor zijn subsidietoezeggingen in het kader van SGB en de bestuursovereenkomst verkregen. Vanwege het cultuurhistorisch karakter is er voor de ingrepen ook een subsidie in het kader van instandhouding cultuurhistorisch erfgoed en dragen de partners ook bij. De netto bijdrage van het waterschap bedraagt € 150.000,=. Voor het Herstel van de West-Brabantse Waterlinie was door het AB een uitvoeringskrediet van € 500.000,= goedgekeurd. Hierbij zou gestreefd worden naar 50% subsidie. De bijdrage past dus ruim binnen dit bedrag. Het plan voor de waterlinie zou in eerste instantie ook het herstel van de Grote Melanen omvatten, maar de planvorming hiervoor vraagt meer tijd en daarom is besloten de Melanen als een aparte activiteit uit te voeren en te bekostigen uit het restant van het uitvoeringskrediet. Hiervoor zal een aparte activiteit worden geformuleerd. Vraagstelling Het AB wordt gevraagd in te stemmen met de genoemde bijdrage van het waterschap ten behoeve van de waterdoelen waterberging en verdrogingbestrijding en kennis te nemen van het inrichtingsplan voor de West-Brabantse Waterlinie Zuid. Strategie Toezeggen van de genoemde bijdragen en het volgen van de voortgang van de activiteit als lid van de projectgroep West-Brabantse Waterlinie. Beoordeling x Financiële gevolgen niet van toepassing
x
Juridische gevolgen Het definitieve plan zal uiteindelijk vastgesteld worden door de gemeente Bergen op Zoom als trekker van dit project.
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Communicatie wordt getrokken door de gemeente en het waterschap is hierbij betrokken. In de gemeente is inmiddels een informatiecentrum West Brabantse Waterlinie ingericht en een informatieavond voor bewoners gehouden. Advies: het AB stemt in met de bijdrage aan het plan voor herstel van de West Brabantse Waterlinie Zuid ten behoeve van de waterdoelen waterberging en verdrogingbestrijding. Het plan wordt onder leiding van de gemeente Bergen op Zoom uitgevoerd.
Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002154 Barcode: 07I002154 Onderwerp: uitvoering Inrichtingsplan Castelré, Merkske (Natuurbouw) Sector en afdeling: W&W, Plannen en projecten Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 20 Ter inzage bij de concernstaf: - definitief ontwerp (Natuurbouw Castelré) - inrichtingsplan Het Merkske Bijlagen: kaartje Aan het algemeen bestuur Inleiding Waterschap Brabantse Delta voert op verzoek van de landinrichtingscommissie Baarle-Nassau de natuurbouw Castelré uit. Castelré is onderdeel van de ruilverkaveling Baarle-Nassau en vormt het westelijk deel van het projectgebied het Merkske. In Castelré zijn dit voorjaar de kavelaanvaardingswerken uitgevoerd. De natuurbouw Castelré omvat naast de natuurherstelwerkzaamheden opgesteld in het kader van de ruilverkaveling ook werkzaamheden die voorkomen uit de Integrale Gebiedsanalyse (IGA) het Merkske. Deze maatregelen zijn vooruitlopend op de afronding van de IGA opgenomen in het inrichtingsplan Castelré. De aanvullende werken richten zich met name op het herstel van de natte natuurparel wat niet was voorzien in de ruilverkaveling. De werkzaamheden natuurbouw omvatten: x inrichting EVZ 2,4 km; x waternatuur lijnvormig 0,4 km; x waternatuur oppervlakte 1 ha; x opheffen verdroging 100 ha; x inrichten viswater 7 km; x herstel natte natuurparel 168 ha; x beek- en kreekherstel 0,4 km. Herstel van de natte natuurparel en verdrogingbestrijding vindt plaats op gronden in eigendom van Staatsbosbeheer. In de ruilverkaveling is het niet gelukt alle gronden aangewezen als natte natuurparel of verdroogd gebieid toe te wijzen als verdroogd gebied. Een deel van deze gronden is nog in eigendom van (Belgische) particulieren en de vernattingsmaatregelen kunnen hier niet uitgevoerd worden. De belangrijkste werkzaamheden omvatten aanbrengen van beplanting en verflauwing van de oevers van het Merkske, verwijderen van drainage of het dempen van sloten in de natuurgebieden, graven van poelen op de Castelrése heide. Ook het plaatsen van afrastering rond de natuurgebieden valt onder het bestek natuurbouw. De totale kosten voor de uitvoering zijn begroot € 2.638.268,-. De bijdrage vanuit subsidies en de bijdrage van het waterschap zijn als volgt: SGB subsidie € 1.283.159,-; Provincie Bestuursovereenkomst € 527.307,-; ILG ten behoeve van afrastering € 348.985,-; bijdrage waterschap € 478.818,-. De provincie is gevraagd een financieringsbron te vinden voor de kosten van de afrastering te vinden aangezien het plaatsen van afrastering geen waterschapstaak betreft. De bijdrage van het waterschap betreft alleen de waterschapsdoelen. ./.
Een kaart met inrichtingsplan voor Castelré is bijgevoegd.
De start van de uitvoering van de natuurbouw Castelré is gepland voor het najaar van 2007. De afronding is naar verwachting in het begin van 2008. Vraagstelling Kan het algemeen bestuur instemmen met de uitvoering van het inrichtingsplan voor Castelré (Natuurbouw) van de landinrichtingscommissie Baarle Nassau? Strategie De regiocommissie midden adviseert aan het dagelijks bestuur om aan te blijven dringen bij de Vlaamse overheid op natuurherstellende maatregelen aan Vlaamse zijde van Het Merkske. Dit geld met name voor de aangrenzende ruilverkaveling Zondereigen. Daartoe zullen contacten gelegd worden met de Vlaamse Landmaatschappij. Beoordeling x Financiële gevolgen ja, namelijk een bijdrage van het waterschap van € 478.818,x
Juridische gevolgen ja, namelijk het is een plan van derden
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf In het kader van de ruilverkaveling Baarle-Nassau heeft communicatie over de natuurbouw Castelré plaatsgevonden. In de landinrichtingscommissie Baarle Nassau is het plan toegelicht. Advies: het AB stemt in met de uitvoering van het inrichtingplan Castelré (Natuurbouw) van de Landinrichtingscommissie Baarle Nassau. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
water
heide
weiland
Bouwhoeve
bouwland De Dijk
gemengd bos
naaldbos
loofbos
Legenda
Beemden
Castelre
Het Merkske
ijk
Roosendaal
Ett en-Leur
Oudenbosch Breda
Oost erhout
Castelreesche Heide
Zevenbergen
Poeleinde
Wortel Krabbershoek
Hald
Hal
Dongen
Afd Geo
N
22-8-2007
0
0,9 km
Staakheuvel
Schaal 1:22.000
Tek.nr.
Datum
Versie
Castelre
G:\SBO-G eoInformati e\Project \ez o\arc9 2\200 7\Plan&Project\HBlaas \activc astel re.mxd
Gezien
Gecorrigeerd
Getekend
Ligging inrichtingsplan
Haldijk
Adviesnota aan algemeen bestuur Registratienummer: 07I002160 Barcode: 07I002160 Onderwerp: Hazenmeren/Langematen fase 1 definitief ontwerp Sector en afdeling: WW/P&P Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 21 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: Definitief ontwerp Hazenmeren/Langematen fase 1 en besluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Het plangebied van het project 'Hazenmeren/Langematen fase 1' maakt deel uit van het project TurfvaartBijloop. Het plangebied ligt binnen de EHS en de gronden zijn grotendeels in eigendom van Brabants Landschap. In de bijlage wordt de ligging van het projectgebied getoond. In het kader van de reconstructiedoelen is het zuidelijk beekdalsysteem Turfvaart-Bijloop opgenomen als Natte Natuurparel. Dit betekent dat herstel van waterafhankelijke natuur prioriteit heeft. Als belanghebbenden in het deelgebied Hazenmeren/Langematen fase 1 hebben Waterschap Brabantse Delta, het Trappistenklooster “Maria Toevlucht” en Brabants Landschap de koppen bij elkaar gestoken om invulling te geven aan een aantal gebiedsdoelen, zoals deze in het Reconstructieplan van de Baronie zijn weergegeven. De provincie Noord-Brabant heeft de Dienst Landelijk Gebied gevraagd om de bovengenoemde projectpartners te ondersteunen bij het opzetten en uitvoeren van het project. Het project kan worden beschouwd als een verdere uitwerking van de Integrale Gebiedsanalyse (IGA) Turfvaart – Bijloop die in opdracht van het waterschap is opgesteld. Het natuurontwikkelingsproject 'Hazenmeren/Lange Maten' wordt ook in IGA genoemd. Daarnaast sluit het project direct aan op het natuurherstelproject De Drenk – De Lokker, waarbij vernatting van de natte natuurparel gecombineerd wordt met beekherstel van de Bijloop, waterberging en het nemen van ontsnipperingsmaatregelen. In oktober 2007 zal een toelichting gegeven worden op het totale projectgebied Turfvaart-Bijloop. Op dat moment zal het concept-inrichtingsplan voor het project Turfvaart-Bijloop zuid beschikbaar zijn. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het definitief ontwerp voor het project Hazenmeren/ Langematen fase 1? Strategie Het project Hazenmeren/Langematen is in verband met de uitvoerbaarheid gesplitst in een drietal fasen. Fase 1 wordt in het definitief ontwerp 'Hazenmeren/Langematen fase 1' nader toegelicht en is op basis van de eigendomsituatie uitvoerbaar. Kort samengevat worden in het kader van het project 'Hazenmeren/Langematen fase 1' de navolgende werkzaamheden uitgevoerd: - herstel van het Hazemeersven (ca. 3 ha); - het dempen, verontdiepen en vergraven van diverse waterlopen binnen het plangebied; - het aanplanten van bos (2 ha); - het ophogen van de akker, die in eigendom is van het Trappistenklooster “Maria Toevlucht”, met de grond die vrijkomt bij de aanleg van het ven.
Als gevolg van de uitvoering van fase 1 zullen de volgende doelrealisaties worden behaald: - 40 ha verdrogingsbestrijding; - 40 ha herstel natte natuurparel. Fase 2 behelst vernatting/waterconservering in het dal van de Lange Matenloop. Voor de uitvoering van deze fase moet een stroomafwaarts gelegen perceel nog verworven worden. Op dit moment wordt tevens naar andere mogelijkheden gezocht om overeenstemming te verkrijgen met de betreffende belanghebbende. Fase 3 omvat het herstel van het Kievitsven gecombineerd met vernattingmaatregelen. Tevens wordt waterberging en waterzuivering nagestreefd op percelen die in eigendom zijn van de Maatschappij van Welstand. De uitvoerbaarheid van deze fase is echter afhankelijk van de medewerking van verschillende partijen en de resultaten van een nog uit te voeren hydrologisch onderzoek in het kader van het project Turfvaart-Bijloop Zuid. De grondverwerving verloopt op dit moment moeizaam. Ten behoeve van de projecten wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld waarin de verantwoordelijkheden en (financiële) verplichtingen van de betrokken partijen uiteengezet worden. De samenwerkingsovereenkomsten zullen op korte termijn worden opgesteld. De uitvoering van het project Hazenmeren/Langematen fase 1 vindt zal eind 2007 starten. De volgende kostenverdeling wordt beoogd: Subsidie (ILG/BsW): € 150.000,Brabants Landschap: € 25.000,Waterschap: € 125.000,Totale kosten € 300.000,Voor het project De Drenk/Hazenmeren is in de vergadering van het algemeen bestuur van 5 april 2006 reeds een uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld van € 1.400.000,- waarbij de kosten voor het project Hazenmeren/Langematen (fase 1 t/m 3) geraamd waren op € 750.000,-. Voor het project dienen de volgende vergunningprocedures te worden doorlopen: - ontgrondingsvergunning (reeds aangevraagd); - keurontheffing; - aanlegvergunning; - melding bouwstoffenbesluit. Beoordeling x Financiële gevolgen niet van toepassing x
Juridische gevolgen ja, namelijk het project is inhoudelijk beoordeeld door medewerkers van de afdeling juridische zaken. Zij concluderen dat er voor het project Hazenmeren/Langematen fase 1 géén verplichting in het kader van de inspraakverordening is gelegen. Voor het graven, dempen en verontdiepen van de waterlopen in het plangebied zal een keurontheffingen worden aangevraagd waardoor belanghebbenden de kans krijgen om hun zienswijzen in te dienen.
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Regiocommissie: Het inrichtingsplan is op 15 augustus 2007 behandeld door regiocommissie Midden. de regiocommissie Midden adviseert positief aan het dagelijks bestuur. Daarbij in aanmerking nemende dat uit aanvullende informatie is gebleken dat in het Beheer- en onderhoudsplan genoemde grondeigenaren uitsluitend bestaan uit de terreinbeheerders en het Trappistenklooster en het geen derden betreft. Dit in verband met het feit dat in het plan (pagina 18) staat dat over beheer en onderhoud met grondeigenaren nog nadere afspraken gemaakt moeten worden.
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Het waterschap zal in samenwerking met de projectpartners een informatiebijeenkomst voor de belanghebbenden organiseren. Aanvullend zal er door middel van een nieuwsbrief, persbericht en projectborden met de streek worden gecommuniceerd.
Advies: het AB stemt in met het definitief ontwerp voor het project 'Hazenmeren/Langematen fase 1' en de verdere uitwerking en uitvoering hiervan. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
DEFINITIEF ONTWERP HAZENMEREN / LANGE MATEN FASE 1 WATERSCHAP BRABANTSE DELTA
29 augustus 2007 110502.201548
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Inhoud 1
2
3
Inleiding _____________________________________________________________________ 3 1.1
Aanleiding _______________________________________________________________ 3
1.2
Doelstelling ______________________________________________________________ 3
1.3
Leeswijzer _______________________________________________________________ 3
Gebiedsbeschrijving ____________________________________________________________ 4 2.1
Inleiding_________________________________________________________________ 4
2.2
Onderzoeksgebied _________________________________________________________ 4
2.3
Landschap, cultuurhistorie en archeologie ______________________________________ 4
2.4
Abiotische situatie _________________________________________________________ 4
2.5
Landbouw _______________________________________________________________ 6
2.6
Maatregelenkaart __________________________________________________________ 6
Beleid en onderzoeken __________________________________________________________ 7 3.1
Inleiding_________________________________________________________________ 7
3.2
Beleid___________________________________________________________________ 7
3.3
3.2.1
Natuurgebiedsplan __________________________________________________ 7
3.2.2
Natte natuurparel____________________________________________________ 8
Onderzoeken _____________________________________________________________ 9 3.3.1
4
Archeologisch onderzoek ____________________________________________ 11
3.3.3
Locatie voormalig ven ______________________________________________ 12
3.3.4
Conclusies NEN-onderzoek __________________________________________ 12
3.3.5
Flora- en faunawet _________________________________________________ 13
Ontwerp_____________________________________________________________________ 14 4.1 4.2
Inleiding________________________________________________________________ 14 Onderbouwing ___________________________________________________________ 14 4.2.1
5
Hydrologisch onderzoek ______________________________________________ 9
3.3.2
Hydrologie _______________________________________________________ 14
4.2.2
Ven _____________________________________________________________ 14
4.2.3
Bos _____________________________________________________________ 15
4.2.4
Bloemrijk grasland _________________________________________________ 16
4.2.5
Akker____________________________________________________________ 16
Beheer en onderhoud __________________________________________________________ 18 5.1
Inleiding________________________________________________________________ 18
5.2
Beheer en onderhoud______________________________________________________ 18
110502.201548
ARCADIS
2
DEFINITIEF ONTWERP
HOOFDSTU
1.1
1
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Inleiding
AANLEIDING In het kader van het reconstructieplan De Baronie wordt natuurherstel beoogd in het gebied de Hazenmeren / Lange Maten. Het reconstructieplan stelt doelen om het buitengebied een kwaliteitsimpuls te geven, o.a. op het gebied van water, natuur, landschap, cultuurhistorie en landbouw. Het gebied Hazenmeren/Lange Maten is aangewezen als natte natuurparel. Voor het gebied Hazenmeren/Lange Maten wordt venherstel en verdrogingsbestrijding nagestreefd. Op basis van de maatregelenkaart opgesteld door Dienst landelijk gebied hebben verschillende onderzoeken plaatsgevonden. De onderzoeken zijn vervolgens vertaald in een definitief ontwerp.
1.2
DOELSTELLING Opstellen van een ecologisch optimaal ontwerp ten behoeve van herstel natte natuurparel en verdrogingsbestrijding, waarbij omliggende landbouwgronden geen negatieve uitstralingseffecten mogen ondervinden.
1.3
LEESWIJZER In hoofdstuk 2 wordt een korte gebiedbeschrijving gegeven en wordt er aangegeven welke beleidsdoelen van toepassing zijn op het gebied. Hoofdstuk 3 beschrijft het huidige provinciale beleid wat van toepassing is op het gebied en resultaten van verschillende aanvullende onderzoeken. In hoofdstuk 4 wordt het ontwerp gemotiveerd. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 beschreven welke voorwaarden aan beheer en onderhoud gesteld worden.
110502.201548
ARCADIS
3
DEFINITIEF ONTWERP
HOOFDSTU
2.1
2
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Gebiedsbeschrijving
INLEIDING Het project Hazenmeren/Lange Maten is in verband met de uitvoerbaarheid gesplitst in een drietal fasen. Fase 1 wordt in dit ontwerp verder uitgewerkt en kan op basis van grondeigendom uitgevoerd worden. Fase 2 betreft vernatting/waterconservering in het dal van de Lange Matenloop. Fase 3 omvat de mogelijke aanleg van waterbergingslocaties gecombineerd met vernatting en herstel van het Kievitsven. Fase 2 en 3 worden in dit ontwerp niet verder behandeld.
2.2
ONDERZOEKSGEBIED De onderzoekslocatie is gelegen ten noordwesten van Zundert. Het onderzoeksgebied wordt begrensd door de natuurgebieden Ketelmeren en Pannenhoef/de Lokker. Ten zuidoosten vormt de Bijloop de grens van het onderzoeksgebied. Ten zuiden grenst het gebied aan het Sterrenbos, behorende tot het kloostergemeenschap Maria Toevlucht. De percelen zijn op dit moment in agrarisch gebruik. Het plangebied bestaat uit grasland en akker. De akker in het zuidwesten van het plangebied is in eigendom van het Trappistenklooster. Een aantal percelen zijn in eigendom van het Brabants Landschap. Alleen op een deel van deze percelen vindt natuurherstel plaats. De overige percelen blijven in gangbaar agrarisch gebruik door een pachter van Brabants Landschap. De weiden en akkers waar natuurherstel plaatsvindt, waren tot voor kort in gangbaar agrarisch gebruik. De botanische waarden van deze percelen zijn op dit moment zeer beperkt. De akker van de kloostergemeenschap dient als belangrijk foerageergebied voor aanwezige fauna. Enkele sloten in het plangebied zorgen voor ontwatering van het onderzoeksgebied. De sloot nabij de akker in het zuidwesten van het plangebied watert af naar het noorden, de overige naar het zuidoosten van het gebied.
2.3
LANDSCHAP, CULTUURHISTORIE EN ARCHEOLOGIE In de situatie 1838-1857 is het onderzoeksgebied weergegeven als moeras en is duidelijk het ven terug te vinden. Op de historische kaart van 1905 is het onderzoeksgebied grotendeels weergegeven als moeras en heide.
2.4
ABIOTISCHE SITUATIE De onderzoekslocatie ligt globaal op een hoogte van 10 m+NAP. Volgens de grondwaterkaart van Nederland (TNO, Zanden van Kattendijk, 1967) wordt de bovenste bodemlaag gevormd door het 1e watervoerende pakket, behorende tot de formatie van
110502.201548
ARCADIS
4
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Tegelen en Kedichem. Het 1ste watervoerende pakket bestaat uit matig tot zeer fijn zand met leem of zandige klei en heeft een dikte van circa 30 meter (10 m+NAP tot 20 m–NAP). Het 2e watervoerende pakket heeft een dikte van ongeveer 30 meter (20 m–NAP tot 50 m–NAP). Dit 2e watervoerende pakket behoort tevens tot de formatie van Tegelen en Kedichem en bestaat uit matig fijn tot matig grof zand. Onder het 2e watervoerende pakket begint op een diepte van circa 50 m –NAP de 1e scheidende laag, behorend tot de afzetting van Kallo. De scheidende laag is circa 20 m dik (50 m–NAP tot 70m –NAP). Het belangrijkste watervoerende pakket in het gebied ligt onder de 1ste scheidende laag, behorend tot de Zanden van Kattendijk. Dit pakket heeft een dikte van circa 40 m (80 m –NAP tot 120 m – NAP). Op de Bodemkaart van Nederland (Kaartblad 50 West, Breda, Stiboka, 1964) is de onderzoekslocatie gekarteerd als Veldpodzolgronden. Deze gronden bestaan voornamelijk uit lemig fijn zand met een toevoeging op de onderzoekslocatie van oude klei, beginnen tussen 40 en 120 cm, met een dikte van minstens 20 cm. De heersende grondwatertrap op de onderzoekslocatie is grondwatertrap V. Dit betekent dat de gemiddeld hoogste Figuur 2.1
grondwaterstand (GHG) zich maximaal op 40 cm beneden maaiveld bevindt. De gemiddeld
Hoogteligging, bodemkaart en
laagste grondwaterstand (GLG) bevindt zich dieper dan 120 cm beneden maaiveld.
watersysteem
In het gebied zijn een aantal watergangen aanwezig. Het gebied watert in de huidige situatie af naar west en oost. De oostelijke hoofdwatergang is de Bijloop, de westelijke de Langematen Loop. Van de waterlopen zijn geen waterstanden bekend. Een tweetal watergangen zijn in beheer van het waterschap Brabantse Delta. Het betreft de watergangen MHDO3.9016 en MHDD3.9002. Het gebied watert in de huidige situatie in
110502.201548
ARCADIS
5
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
westelijk richting af. Daarnaast snijdt de hoofdwatergang ten noorden van het agrarische perceel zeer diep in het landschap.
2.5
LANDBOUW De akker van de Abdij blijft in landbouwkundig gebruik. Deze is en blijft in eigendom bij de Abdij, aangezien het perceel essentieel is voor de ecologische bedrijfsvoering. Op het perceel wordt tevens extensieve graanteelt toegepast in het kader van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN). Wijzigingen in waterhuishouding en reliëf zijn in het kader van deze subsidieregeling niet zonder ontheffing toegestaan. Een verzoek tot ontheffing bij wijziging in waterhuishouding en reliëf dient aangevraagd en verleend te worden door Dienst Regelingen. Hierover is reeds contact geweest met Dienst Regelingen.
2.6
MAATREGELENKAART Ten behoeve van de natuurontwikkeling wordt de ontwatering van het gebied gewijzigd. De inrichtingsmaatregelen omvatten onder andere het dempen en graven van een aantal waterlopen. Daarnaast wordt een waterloop verontdiept, een voormalig ven hersteld en bos aangelegd. Door Dienst landelijk gebied is een maatregelenkaart opgesteld. Deze heeft als basis gediend voor de verdere ontwikkeling van de plannen. De onderstaande kaart geeft de maatregelen weer. Het plan voorziet in de aanleg van bos, het graven van een ven en het dempen van sloten Uit historische gegevens blijkt dat er vroeger een ven in het gebied aanwezig is geweest. De vergraven grond wordt mogelijk (deels) op de naast gelegen akker gebracht. De haalbaarheid van de maatregelen zijn getoetst en vertaald naar een ontwerp. Op basis van deze kaart heeft het ontwerp verder vorm gekregen. Naar aanleiding van
Figuur 1.2
verschillende onderzoeken zijn een aantal maatregelen aangepast.
Maatregelenkaart DLG
110502.201548
ARCADIS
6
DEFINITIEF ONTWERP
HOOFDSTU
3.1
3
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Beleid en onderzoeken
INLEIDING De maatregelenkaart van Dienst Landelijk Gebied geeft de wensen weer van betrokken organisaties en beleid van de provincie. Het natuurgebiedsplan, herstel van de Natte natuurparel en verdrogingsbestrijding zijn belangrijke beleiddoelstellingen. Daarnaast hebben verschillende onderzoeken plaatsgevonden om te bepalen of er beperkingen dan wel mogelijkheden zijn betreffende de voorgenomen maatregelen.
3.2
BELEID
3.2.1
NATUURGEBIEDSPLAN Dienst landelijk Gebied heeft naar aanleiding van de uitwerking van de maatregelen een verzoek ingediend bij de Provincie Noord-Brabant natuurdoelen te wijzigen. Het verzoek tot wijzigen is door de provincie één-op-één overgenomen in het ontwerpbesluit ‘Hernieuwde vaststelling natuurgebiedsplannen en beheersgebiedplan Noord-Brabant en wijziging natuurgebiedsplannen en beheersgebiedsplan Noord-Brabant-procedure 2007. Dit ontwerpbesluit is op 26 april 2007 vastgesteld. De onderstaande kaart geeft een overzicht van na te streven natuurdoelen zoals de Provincie Noord-Brabant deze voornemens is op te nemen in het natuurgebiedsplan.
110502.201548
ARCADIS
7
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Figuur 3.3 Natuurdoelen (Provincie NoordBrabant, april 2007)
3.2.2
Bloemrijk grasland
: ongewijzigd, oranje weergegeven
Ven (ongebufferd)
: locatie 3a en c
Reservaatakker
: locatie 3d, e, f en g
Berken-eikenbos (v)
: locatie 3b
NATTE NATUURPAREL Op plankaart 1 van het reconstructieplan is te zien dat vrijwel het gehele plangebied is aangemerkt als natte natuurparel. Verdroging dient hier te worden teruggedrongen door zoveel mogelijk gebiedseigen water vast te houden. Figuur 2.4 geeft de aanwijzing als Natte natuurparel weer.
110502.201548
ARCADIS
8
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Figuur 2.4 Groene arcering: Natte Natuurparel (RLG-atlas Provincie Noord-Brabant)
Onderzoeksgebied
3.3
ONDERZOEKEN
3.3.1
HYDROLOGISCH ONDERZOEK Voor de maatregelen zijn een aantal varianten besproken met het waterschap Brabantse Delta en Brabants Landschap. De uiteindelijk beschreven variant is de meest optimale ten behoeve van de vernatting en is afgestemd met het waterschap Brabantse Delta en het Brabants Landschap. Effecten venherstel Uit het uitgevoerde milieukundig bodemonderzoek en de bodemkaart blijkt dat ter plaats ven het voormalig ven een kleilaag aanwezig is. Deze kleilaag werkt storend op de verticale grondwaterstroming. De aanwezige sloten ter plaatse van het voormalig ven worden gedempt, zodat geen water wordt afgevoerd. De sloten die zich midden in het ven liggen, komen te vervallen tijdens het uitgraven van het ven. Omdat het voormalig ven reeds het laagst gelegen deel van het plangebied vormt zal het dempen van de slopen alleen lokaal effect hebben op de grondwaterhuishouding. Deze oppervlakte waar deze effecten optreden bedragen circa 7,0 ha. Effecten akker zuidwesten Het ecologisch verbouwen van maïs en graan op de akker is mogelijk bij een minimale ontwatering van 0,5 m-mv (bron: Cultuurtechnisch Vademecum). De ontwatering is de afstand tussen het maaiveld en de optredende grondwaterstand. In de huidige situatie is het noordelijk deel van het perceel reeds nat, met grondwaterstanden tot 0,30 m-mv. Om de ontwatering te verbeteren kan het perceel worden opgehoogd met 0,3 m in het noordelijk deel tot 0,1 m in het zuidelijk deel. Hierdoor wordt het perceel ook enigszins geëgaliseerd.
110502.201548
ARCADIS
9
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Om de huidige grondwaterfluctuatie en bewerkingsdagen te handhaven, wordt aanbevolen om na ophoging, de bestaande slootbodem in stand te houden. Het betreft de sloot evenwijdig aan de westkant van het perceel. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat op deze wijze voldoende ontwatering en drooglegging ontstaat zodat geen drainage aangelegd hoeft te worden. De huidige slootbodem ligt op circa 10,45 m+NAP. Het aanleggen van drainage vanwege de hydrologische maatregelen in het kader van dit project is niet noodzakelijk. Mocht na enige jaren blijken dat drainage gewenst is doordat vernatting optreedt vanwege maatregelen die niet tot dit project behoren, dan kan ervoor gekozen worden om deze alsnog aan te brengen. Er kan dan waarschijnlijk volstaan worden met standaard drainage (80 cm-mv). De afvoersloot ten noordwesten van het perceel stroomt in de toekomstige situatie af naar het oosten richting het beekdal. De slootbodem van deze sloot kan worden opgehoogd tot 10,40 m+NAP nabij het perceel tot 10,25 m+NAP aan de noordwestpunt van het Sterrebos. De afvoersloot wordt aan de noordzijde van het Sterrebos doorgetrokken en aangesloten op de schouwsloot. De bodemhoogte dient hier af te lopen van 10,25 tot 10,00 m+NAP bij de aansluiting op de schouwsloot. Op deze wijze kan het agrarische perceel afwateren richting de beek in het oosten. De sloot die het water in de huidige situatie naar het westen afvoert kan dan worden gedempt. Lokaal, in de directe omgeving van de afvoersloot kan de grondwaterstand stijgen tot maximaal 0,40m. Het ophogen van de akker met 0 tot 0,4 m zorgt voor een stand-still ter plaatse van de akker. De lokale waterhuishouding van de akker blijft gelijk aan de huidige situatie. Verwacht wordt dat de effecten van het verontdiepen van de afvoersloot ten noordwesten van het perceel op de akker nihil zijn. Effecten bloemrijk grasland In de toekomstige situatie watert het agrarische perceel in oostelijke richting af. Hierdoor kan de diepe afwateringssloot naar het westen, die door het bloemrijk grasland loopt, worden gedempt. Indien ook de overige eventueel aanwezige greppels op het bloemrijk grasland worden gedempt, treedt op het gehele oppervlak een vernatting op, omdat de afwatering verdwijnt. Deze oppervlakte bedraagt circa 11,0 ha. Op basis van de aanwezige GHG en GLG en de bodemhoogte van de te dempen sloot kan de te verwachten grondwaterstandstijging worden ingeschat. Tijdens winterperiodes bedraagt de gemiddelde grondwaterstandstijging circa 0,6 m ter plaatse van de te dempen sloot. Dit wordt veroorzaakt doordat de drainerende werking van de sloot wordt opgeheven. Op basis van de formule van Hooghoudt is de effectafstand van het dempen van de sloot bepaald. Deze bedraagt 100 tot 150 meter uit de sloot in de wintersituatie. Tijdens de zomerperiode is de grondwaterstand lager. Effecten agrarisch gras- en bouwland Op dit moment is het perceel in het oosten van het plangebied in gebruik als grasland. Op deze percelen vindt wisselteelt plaats (gras en snijmaïs). Dit perceel is niet gedraineerd. Voor grasland is een minimale ontwatering van 0,3 m-mv nodig. Het perceel watert nu deels in westelijke en deels in oostelijke richting af. In de toekomstige situatie watert het perceel volledig naar het oosten. Hierdoor kan de watergang aan de zuidoostzijde van het voormalig ven worden gedempt.
110502.201548
ARCADIS
10
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
De watergang in het midden van het perceel grasland dient te worden gehandhaafd ten behoeve van de afwatering. De benodigde bodemhoogte van 10,5 m+NAP in het westen tot 10,3 m+NAP in het oosten. Hierdoor stroomt het water volgens het bodemverhang naar het oosten. De hoogte van 10,5 m+NAP komt overeen met de huidige bodemhoogte. De ontwateringssituatie verandert niet ten opzichte van de huidige situatie. Effecten ten zuidoosten van het Sterrenbos Het verleggen van de watergang in het zuidoosten heeft weinig effect op de grondwaterstand. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat dit deel van de watergang in het lager gelegen beekdal ligt. In dit deel zijn de grondwaterstanden hoger en is het drainerend effect van de watergang dus minder. De watergang ten zuidoosten van het Sterrebos tot aan het te verleggen deel wordt verontdiept. Uitgaande van een droogleggingseis (afstand tussen slootpeil en maaiveld) van 0,7 m voor grasland dient de slootbodem te worden aangelegd op 9,5 m+NAP nabij het Sterrebos tot 7,8 m+NAP nabij de aansluiting op de te verleggen sloot. De dimensionering van de nieuw aan te leggen sloot richting de Rigge dient afgestemd te worden op het deel van de sloot die gedempt wordt. Als gevolg van de binnen dit project te nemen maatregelen vindt op circa 20 hectare verdrogingbestrijding en herstel Natte Natuurparel plaats. Daarnaast zijn er door het waterschap nog maatregelen voorzien aan de Bijloop, de Langematen Loop en aan de noordzijde van het gebied. Deze maatregelen leiden eveneens naar verdrogingbestrijding en herstel van de Natte natuurparel binnen het plangebied. Als gevolg van de uit te voeren maatregelen binnen het plangebied en de voorziene maatregelen rondom het plangebied wordt een in totaal een doelbijdrage van ca. 40 hectare verdrogingsbestrijding en herstel natte natuurparel behaald voor het plan Hazenmeren/langematen fase 1. Door de vernattingsmaatregelen wordt een verbeterde gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand (GVG) verwacht. Met name de GVG is van belang voor de ontwikkeling van vochtafhankelijke vegetaties.
3.3.2
ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK Raap heeft in maart 2007 een bureauonderzoek uitgevoerd in verband met herstel van het Hazenmeren. Het onderzoek geeft het volgende weer (RAAP, 2007). Het plangebied behoorde tot het begin van de 20ste eeuw tot een uitgestrekt heidegebied met vele natte laagtes. Uit de bodemprofielen kan afgeleid worden dat het Hazenmeren eerder geïnterpreteerd mag worden als een depressie waar de waterafvoer omwille van de lemige ondergrond sterk belemmerd werd. De dunne of zelfs ontbrekende venbodem duidt erop dat het water ondiep was. Tijdens de natste perioden kende het meer dan ook zijn grootste omvang, tijdens droge perioden kon het geheel droog vallen. Er zijn tijdens het booronderzoek geen profielen waargenomen die aanleiding geven voor monsternames van pollenanalyses. Bij ontginningen in de 20ste eeuw is het plangebied geschikt gemaakt voor akker en/of grasland. Het plangebied is ten behoeve hiervan opgehoogd door een deel van de noordelijke landduin af te schuiven. Op basis van de natte bodemprofielen en de verstoringen in het noordelijk deel van het plangebied worden in het plangebied geen nederzettingsterreinen verwacht. Toch heeft de typische fauna en flora van het plangebied ervoor gezorgd dat het gebied in het verleden een grote aantrekkingskracht heeft gehad. Er
110502.201548
ARCADIS
11
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
kunnen in het plangebied nog relicten van activiteiten als jager-verzamelaarsattributen en rituele deposities bewaard zijn gebleven. De betonnen drinkbakken dienen te worden gehandhaafd als cultuurhistorisch element in het landschap. Er wordt aanbevolen het vervolgonderzoek te laten plaatsvinden door middel van archeologische begeleiding waarbij een archeoloog tijdens de graafwerkzaamheden de graafvlakken regelmatig komt controleren op de aanwezigheid van archeologische resten. De begeleiding heeft het karakter van een prospectief onderzoek. Tevens wordt gekeken of er alsnog gunstige profielen aanwezig zijn voor pollenonderzoek.
3.3.3
LOCATIE VOORMALIG VEN Op basis van de zintuiglijke inkadering is de locatie van het voormalig ven ingetekend. Tijdens uitvoering van de veldwerkzaamheden is meermalen een humus-, slib- of plantenhoudende grondlaag aangetroffen op een diepte tussen circa 1,0 en 1,5 m-mv. De oude waterbodem is niet als zodanig duidelijk herkenbaar terug te vinden in het bodemprofiel. De bovengrond is sinds het dempen van het ven vanzelfsprekend door menselijk toedoen geroerd. Hierdoor is het profiel van de oude waterbodem in de huidige bovengrond verstoord en is niet of minder goed waarneembaar geworden.
Figuur 3.5 Venonderzoek; liggingen op basis van veldonderzoek, historisch onderzoek en indicatie van DLG
3.3.4
CONCLUSIES NEN-ONDERZOEK Er bevinden zich binnen de onderzoekslocaties geen verdachte deellocaties. Op circa een kilometer afstand, hebben in het verleden enkele ontgravingen plaatsgevonden, die
110502.201548
ARCADIS
12
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
opgevuld zijn met onbekend (mogelijk verdacht) materiaal. Dit is niet van invloed geacht op de milieuhygiënische kwaliteit van de onderzoekslocatie. In de zandige waterbodem van de noordwestelijke waterloop (ter plaatse van het voormalig ven), is een lichte verontreiniging aangetoond met koper. De lemige waterbodem in niet verontreinigd. In de waterbodem van de zuidoostelijke waterloop is geen verontreiniging aangetoond. De aangetoonde concentraties in de grondmonsters van de land- en waterbodemmonsters, geven geen aanleiding tot nader onderzoek. Conform de NEN 5740 dienen de peilbuizen waarbij nikkel en zink boven de tussenwaarde zijn aangetoond te worden herbemonsterd. Verhoogde concentraties zware metalen in het grondwater, met name zink, komen vaker voor in de regio. Er is geen aanwijsbare bron voor de aangetoonde verhoogde concentraties. Mogelijk is deze toe te schrijven aan (een combinatie van) natuurlijk verhoogde achtergrondwaarden en het agrarisch gebruik van de locatie. In het grondwater zijn verhoogde concentraties metalen aangetoond. Plaatselijk zijn zink en nikkel in concentraties boven de tussenwaarde aangetoond. In overleg met de gemeente Zundert is overeengekomen dat de aangetoonde verhoogde concentraties zware metalen in het grondwater geen aanleiding geven tot nader onderzoek .In overleg met de gemeente Zundert is bepaald dat, mede gelet op de toekomstige situatie, de aangetoonde concentraties geen aanleiding tot nader onderzoek geven. Herbemonstering van de peilbuizen wordt niet kosteneffectief geacht en kan in het kader van de herontwikkeling van het voormalig ven achterwege blijven. Hergebruik van de vrijkomende grond dient in principe binnen de kaders van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Zundert plaatsvinden. Gelet op de aangetoonde concentraties bestaan geen milieuhygiënische bezwaren ten aanzien van hergebruik binnen de locatie zelf.
3.3.5
FLORA- EN FAUNAWET In het kader van het Natuurontwikkelingsproject Hazenmeren – Langmaten Fase 1 heeft ARCADIS een quickscan natuurwetgeving uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek heeft een ecoloog van Waterschap Brabantse Delta een aanvullende studie verricht. Geconcludeerd wordt dat de biotopen voor amfibieën niet in het plangebied maar in de omgeving ervan liggen. Daarnaast wordt het werk uitgevoerd in een periode dat volwassen dieren en larven niet meer in het water aanwezig zijn. Omdat de greppels niet altijd watervoerend zijn, vormen ze geen geschikte habitat voor vissen zoals de kleine modderkruiper. De conclusie is dan ook dat een ontheffing in het kader van de natuurwetgeving niet nodig is, indien wordt gewerkt op basis van de gedragscodes die Waterschap Brabantse Delta zichzelf oplegt.
110502.201548
ARCADIS
13
DEFINITIEF ONTWERP
HOOFDSTU
4.1
4
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Ontwerp
INLEIDING Op basis van de voorgenomen inrichting, opgesteld door Dienst landelijk gebied, hebben verschillende onderzoeken plaatsgevonden. Het betreft archeologisch onderzoek, bodemkundig onderzoek, hydrologisch onderzoek en onderzoek naar effecten van de maatregelen op de akker. Op basis van de resultaten van deze onderzoeken is het definitief ontwerp opgesteld. Figuur 4.7 geeft de kaart weer waarop de ruimtelijk de doelen zijn weergegeven.
4.2
ONDERBOUWING
4.2.1
HYDROLOGIE Om het natuurgebied te vernatten worden sloten gedempt en verontdiept. Uit het hydrologisch onderzoek is naar voren gekomen welke sloten gedempt kunnen worden. De sloten rondom het natuurgebied waarin het ven is gesitueerd kunnen grotendeels gedempt worden. Er treedt op deze locatie vernatting op waardoor een hoger waterpeil in het ven verkregen wordt. Uitzondering is de waterloop nabij de akker van de Abdij. Deze afvoersloot wordt verontdiept en watert af naar het oosten. De slootbodem wordt opgehoogd tot 10,40 m+NAP nabij het perceel tot 10,25 m+NAP aan de noordwestpunt van het Sterrebos. De afvoersloot wordt aan de noordzijde van het Sterrebos doorgetrokken en aangesloten op de Schouwsloot. De bodemhoogte dient hier af te lopen van 10,25 tot 10,00 m+NAP. De watergang ten zuidenoosten van het Sterrebos kan vervolgens verontdiept worden op 9,5 m+NAP nabij het Sterrebos tot 7,8 m+NAP. De overige sloten dienen gehandhaafd te blijven om de omliggende percelen in landbouwkundig gebruik te behouden. Daarbij worden delen van de percelen, daar waar deze in de huidige situatie reeds nat zijn, opgehoogd met grond vrijkomend uit het graven van het ven. Uiteindelijk watert het gehele gebied af naar het oosten.
4.2.2
VEN De historische kaart geeft aan dat er een ven heeft gelegen in het gebied. Tijdens het veldbezoek is onderzocht of de oude venbodem nog aanwezig is en is een schatting gemaakt hoe het ven was gesitueerd. De uitlopers zoals op de historische kaart zijn aangegeven, zijn waarschijnlijk met het bewerken van de percelen (ploegen) verloren gegaan. Waarschijnlijk zijn deze vroeger wel aanwezig geweest. De verdere ligging en vorm komen overeen. Tijdens het graven van het
110502.201548
ARCADIS
14
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
ven dient onder deskundig toezicht afgegraven te worden tot op de venbodem. Daar waar de ‘uitstulpingen’ volgens de historische kaart zijn gelegen worden ook deze vergraven. De percelen ten oosten van het ven zijn in eigendom van particulieren en blijven in landbouwkundig gebruik. In het ontwerp wordt het ven op deze locatie aangepast, waarbij 20 meter uit de kavelgrens het ven wordt aangelegd vanwege bereikbaarheid bij onderhoud. Als de venbodem kan worden uitgegraven en hersteld, dan zal het ven hydrologisch geïsoleerd zijn van het grondwater. Mocht de venbodem op plaatsen zijn doorbroken, dan zal de waterspiegel gelijk zijn aan de grondwaterfluctuatie in het gebied. Tijdens de inmeting van peilbuizen in juni 2007 is gebleken dat de grondwaterstand beneden de oude venbodem circa 3,0 m-mv stond. Om te zien hoe het ven zich ontwikkeld na aanleg worden geen aanvullende maatregelen getroffen om water vast te houden. De bodem wordt afgegraven tot 80 cm om geen groot hoogteverschil met de omgeving te creëren. Bovendien is het een regenwaterafhankelijk ven en is het ven afhankelijk van het neerslagoverschot. Te diep afgraven leidt tot een grotendeels leegstaand ven.
Figuur 3.6 Indicatieve doorsnede ven
Er is maar in beperkte mate een venbodem aangetroffen. Herstel tot op deze aangetroffen laag betekend het afgraven van 1 tot 1,5 meter – maaiveld. Het voorkomen van een oude zaadbank lijkt maar in beperkte mate aanwezig. De vegetatie moet spontaan in het ven terug komen.
4.2.3
BOS De aanplant van de bosstrook dient als verbinding tussen het gebied ten zuidwesten en het gebied ten noordoosten van de Sprundelsebaan. Met name kleine zoogdieren, marterachtigen, vleermuizen en amfibieën hebben baat bij deze verbinding. Het natuurdoel van de provincie Noord-Brabant voor het bos op deze locatie is vochtig Berken-eikenbos. De boomlaag wordt gedomineerd door Zomereik, en verder Ruwe berk en soms Zachte berk. De struiklaag is gering en bestaat uit Sporkehout en Lijsterbes. Gezien de beperkte oppervlakte van het bos (2 hectare) is de ontwikkeling van een mantel en zoomvegetatie lastig. Ook een goed ontwikkeld bostype met kenmerkende soorten wordt vanwege de randinvloeden niet verwacht.
110502.201548
ARCADIS
15
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Het ontwikkelen van het bos vindt plaats door middel van aanplant. Op dit moment betreft het grasland. Het deel grasland dient voorafgaand aan de inplant eerst gescheurd te worden. Vervolgens dient het terrein geploegd te worden. Het beheer van de bosstrook is gericht op de ontwikkeling van opgaand bos. Voor realisatie van het bostype dient overbegrazing door vee en/of grof wild te worden voorkomen. Dit is funest voor de verjonging van het bos en daarmee de instandhouding.
4.2.4
BLOEMRIJK GRASLAND Gezien het bodemtype en waterhuishouding is de ontwikkeling van een grasland met bijzondere soorten beperkt. Afgraven of een zeer intensief verschralingsbeheer levert waarschijnlijk maar een beperkt resultaat. Daarbij heeft de provincie het gebied aangewezen als bloemrijk grasland. De vegetatieontwikkeling van het bloemrijk grasland is sterk afhankelijk van de hoeveelheid fosfaat in de bodem, verstoring van bodemeigenschappen door verandering in waterhuishouding en beheer. Door de verandering in waterhuishouding en mogelijk hoge fosfaatgehalten kan een verstoringsvegetatie ontstaan met Pitrus. Om te voorkomen dat Pitrus zich sterk gaat ontwikkelen wordt geadviseerd de eerste jaren het terrein twee maal per jaar te maaien (juni/juli en september). Afhankelijk van de ontwikkeling kan vervolgens overgegaan worden naar een extensiever beheer van begrazen of maaien.
4.2.5
AKKER Het dempen en verontdiepen van de sloten zal vernatting in het gebied veroorzaken. Door mogelijke ophoging van de akker zal het effect van de verhoogde grondwaterstand ten opzichte van de huidige situatie verminderen. Het ecologisch verbouwen van maïs en graan op de akker is mogelijk bij een minimale ontwatering van 0,5 m-mv (bron: Cultuurtechnisch Vademecum). Om de ontwatering te verbeteren kan het perceel worden opgehoogd met 0,3 m in het noordelijk deel tot 0,1 m in het zuidelijk deel. Het ophogen van de akker met 0,1 tot 0,3 m zorgt voor een stand-still ter plaatse van de akker. De lokale waterhuishouding van de akker blijft gelijk aan de huidige situatie. Het perceel kan worden opgehoogd met de humeuze bovengrond, dat vrijkomt bij het uitgraven van het ven. De ophoging dient zorgvuldig te worden uitgevoerd. Het ophoogmateriaal moet worden gemengd met de ondergrond zodat een geleidelijke overgang ontstaat en een verdichte scheidingslaag wordt voorkomen.
110502.201548
ARCADIS
16
110502.201548
Lange Maten
Definitief ontwerp Hazenmeren /
Figuur 4.7
DEFINITIEF ONTWERP
ARCADIS
HAZENMEREN / LANGE MATEN
17
DEFINITIEF ONTWERP
HOOFDSTU
5.1
5
HAZENMEREN / LANGE MATEN
Beheer en onderhoud
INLEIDING Het beheer en onderhoud is gelegen bij twee organisaties: waterlopen door het waterschap en het beheer en onderhoud van het natuurterrein door Brabants Landschap. Gezien Brabants Landschap het beheer zal afstemmen op de mogelijkheid tot verkrijgen van beheerssubsidie via subsidiestelsel Programma Beheer worden de pakketvoorwaarden van de Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer weergegeven. De weergegeven beheerssubsidie is gebaseerd op het prijspeil 2007.
5.2
BEHEER EN ONDERHOUD WATERGANGEN
Voor het toekomstig beheer en onderhoud van de waterlopen dienen er, voordat tot de uitvoering wordt overgegaan, afspraken gemaakt te worden met omliggende grondeigenaren. Deze afspraken worden vastgelegd in een beheer- en onderhoudplan. In dit beheer- en onderhoudsplan dient o.a. te worden vastgelegd waar het onderhoudpad gesitueerd wordt en of de aangrenzende grondeigenaren het maaisel en bagger willen ontvangen. Dit laatste is noodzakelijk aangezien het ongewenst is maaisel en bagger in het natuurterrein te ontvangen. BOS
Voorwaarden de beheerseenheid bestaat uit bos of natuurterrein minimaal 75% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit een houtopstand waarvoor een herplantplicht geldt zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Boswet de verjongingsvlakten zijn maximaal 2 hectare groot Beheersvoorschriften regulier beheer voor de instandhouding van het bos Beheersbijdrage € 53,87 per hectare per jaar BLOEMRIJK GRASLAND
Voorwaarden minimaal 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland of kwelder in geval van grasland zijn in het 6e jaar van het eerste tijdvak, en in alle volgende tijdvakken waarvoor subsidie wordt verleend, op de beheerseenheid minimaal 15 inheemse
110502.201548
ARCADIS
18
DEFINITIEF ONTWERP
HAZENMEREN / LANGE MATEN
plantensoorten inclusief mossen aanwezig per 25 m2 maximaal 10% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met Pijpestrootje of Bochtige smele Beheersvoorschriften in geval van grasland jaarlijks minimaal 90% van het gewas afvoeren via maaien of beweiden in de periode van 1 juli tot 1 april is een veebezetting van maximaal 3 GVE per hectare op enig moment toegestaan bemesting met ruige mest of kalk is toegestaan als dit voor het beheernoodzakelijk is Beheersbijdrage € 138,06 per hectare per jaar VEN
Voorwaarden minimaal 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water maximaal 40% van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt bedekt door kroossoorten of Kroosvaren de beheerseenheid maakt maximaal 90% deel uit van een terrein, waarvan de overige delen voldoen aan één of meer van de andere basis- of pluspakketten van de regeling, met uitzondering van pakket ‘Natuurlijke eenheid’ Beheersvoorschriften regulier onderhoud voor de in standhouding van de plas Beheerbijdrage €`17,96 per hectare per jaar
110502.201548
ARCADIS
19
Nummer : *07I002202* Barcode : *07I002202* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 21 augustus 2007; gezien het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 12 september 2007;
BESLUIT: in te stemmen het Inrichtingsplan Hazenmeren/Langematen fase 1, d.d. 27 augustus 2007 met kenmerk 110502.201548. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002209 07I002209 Barcode: Onderwerp: aanvraag UVK Rwzi Bath, renovatie sliblijn Sector en afdeling: Zuiveringsbeheer - Bouwzaken Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 22 Ter inzage: -Bijlagen: Toetsingslijst en Investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding De rioolwaterzuiveringsinstallatie Bath is gebouwd in de periode 1982-1983; de slibverwerking dateert van 1985-1990. De installatie zuivert het afvalwater dat wordt aangevoerd door de leiding Moerdijk-Bath (AWP) waarop een aantal woonkernen en industrieterreinen in westelijk Noord-Brabant is aangesloten. Het effluent wordt bij Waarde geloosd op de Westerschelde. De rwzi Bath is qua capaciteit de grootste installatie van het waterschap. In 2001-2003 is de waterlijn van de rwzi Bath aangepast om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen inzake stikstofverwijdering en uitgebreid (van 8 naar 10 straten) in verband met toename van de hydraulische en biologische belasting. In de sliblijn zijn indertijd geen werkzaamheden verricht. De grondslag voor dit project is de in 2004 door het AB vastgestelde algemene slibstrategiestudie. In de initiatieffase van het project zijn de knelpunten in de sliblijn van de rwzi Bath nader geïnventariseerd en zijn de projectstartdocumenten vervaardigd. Vervolgens zijn de te nemen maatregelen nader uitgewerkt. Vraagstelling De gebouwen, machines en apparatuur ten behoeve van de slibindikking (primair en secundair slib), slibgisting en slibontwatering in de rwzi Bath zijn 14 tot 22 jaar oud. De voorzieningen zijn verouderd en/of versleten waardoor de bedrijfszekerheid van de mechanische en elektrotechnische apparatuur onvoldoende is. De procesbesturing voldoet niet aan de huidige automatiseringseisen. Verder voldoen diverse voorzieningen niet geheel aan de huidige eisen qua arbo en veiligheid en liggen de prestaties en rendementen van de huidige systemen voor slibindikking en slibontwatering op een relatief laag niveau. Daarnaast verloopt het slibgistingproces in de rwzi Bath niet optimaal door overbelasting. Deze overbelasting leidt tot een te korte verblijftijd in de gistingtanks waardoor de afbraak van organische stof en daarmee de biogasproductie onvolledig plaats vindt. Naast instandhouding en optimalisatie van de slibverwerking bevat het project ontwikkelingsaspecten. Bij verdere uitwerking van project 2045 bleek de noodzaak om de capaciteit van de secundair-slibindikking te vergroten om piekbelastingen op te kunnen vangen. Het tekort aan verwerkingscapaciteit heeft tot gevolg dat in de waterlijn niet altijd voldoende slib aan het proces kan worden onttrokken waardoor slibdeeltjes uitspoelen met het effluent en de kwaliteitsnorm voor de lozing daarvan (tijdelijk) niet gehaald wordt of dreigt te worden overschreden. Verder kan niet altijd worden voldaan aan de voorwaarde van de WMvergunning om in het weekend en op feestdagen geen afvoer van ontwaterd slib per as (zwaar transport) te laten plaatsvinden doordat de huidige buffercapaciteit te klein is. Strategie Algemeen In algemene zin is het kwaliteitniveau van de nieuwe werken gericht op een onderhoudsarme, storingsvrije en op afstand te bedienen automatische slibindikking en slibontwatering. Bij de systeemkeuze voor de nieuwe voorzieningen is vermindering van het energieverbruik een belangrijk aspect. Verder geldt als specifieke randvoorwaarde voor de uitvoeringsfase van het project de doelstelling dat de huidige voorzieningen operationeel moeten blijven tijdens de bouw van de nieuwe werken.
Instandhouding De voorzieningen in de sliblijn van de rwzi Bath kunnen door revisie of vervanging in stand worden gehouden. De mechanische apparatuur van de primair-slibindikking wordt gereviseerd; de daarbij behorende roostervuilverwijdering wordt vervangen. Voor verschillende te vervangen onderdelen wordt overgestapt op een verbeterd of nieuw systeem omdat daarmee rendementsverbeteringen zijn te bereiken en optimale oplossingen qua veiligheid en arbo kunnen worden gerealiseerd. Het sinds 1983 in bedrijf zijnde systeem van flotatie voor indikking van secundair slib wordt vervangen door een filtratiesysteem omdat daarmee betere indikprestaties kunnen worden bereikt zodat de verblijftijd in de gisting wordt vergroot. De slibontwatering wordt gerenoveerd door de vier stuks zeefbandpersen en slib(koek)afvoerpompen met bijkomende voorzieningen en apparatuur één-voor-één te reviseren of te vervangen. Op deze wijze kan de slibontwateringsfunctie tijdens de ombouwfase in tact blijven. Tevens worden de bouwkundige voorzieningen gerenoveerd en/of verbeterd. Het ontwerp van de nieuwe voorzieningen is gericht op een relatief hoge ontwateringsgraad en de mogelijkheid meerdere dagen (lang weekend) te overbruggen zonder afvoer van ontwaterd slib, overeenkomstig de voorwaarden van de WM-vergunning. Uitbreiding (ontwikkeling) Voor de in capaciteit uit te breiden secundair-slibindikking (piekbelastingen) wordt op een andere locatie op het zuiveringsterrein een nieuwe behuizing gebouwd omdat de bestaande bouwkundige voorzieningen te klein en ongeschikt zijn om de nieuwe apparatuur in onder te brengen. Daarmee wordt tevens de instandhouding van deze functie tijdens de (om)bouwfase veilig gesteld. Het toe te passen filtratiesysteem bestaat uit vier bandindikkers met bijkomende en bijbehorende apparatuur en randvoorzieningen. In het nieuwe gebouw wordt tevens de proces/bedrijfswaterfiltratie en de elektrotechnische apparatuur ondergebracht. De nieuwbouw voorziet in bufferkelders voor effluent/proceswater en gefilterd bedrijfswater. Het gebruik van effluent als proceswater heeft tot doel het verbruik van drinkwater te minimaliseren. Het slibgistingproces wordt verbeterd door de toepassing van slibdesintegratie via de innovatieve methode van ultrasonatie. De resultaten van de nog lopende desintegratietesten in STOWA-verband ontwikkelen zich positief. Met het systeem van ultrasonatie wordt de structuur van het slib “gekraakt” met het doel de afbraak in de gisting en de ontwaterbaarheid te verbeteren. Deze methode stimuleert bovendien de biogasproductie waarmee (via omzetting) een besparing wordt bereikt op het verbruik van elektrische energie. Beoordeling x Financiële gevolgen Project 2045 in opgenomen in het investeringsplan 2008-2012 voor een bedrag van 12,7 miljoen euro en inbedrijfname 1e kwartaal 2009. Op grond van het actuele projectplan wordt de benodigde investering geraamd op een bedrag van 12 miljoen euro; in bedrijfname 3e kwartaal 2009. Van het benodigde uitvoeringskrediet van 12 miljoen euro heeft 9,8 miljoen het karakter van een vervanginginvestering; 2,2 miljoen euro betreft een ontwikkelingsinvestering. x
Juridische gevolgen niet van toepassing
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig Risico Ten aanzien van de geraamde investeringskosten ten bedrage van 12 miljoen euro moet worden onderkend dat de huidige marktsituatie financiële onzekerheid teweegbrengt. Door spanning op de bouwmarkt zijn er minder gegadigden die daadwerkelijk inschrijven op projecten hetgeen een prijsopdrijvend effect heeft. Het risico op enigszins hogere aanneemsommen dan waarop thans wordt gerekend is aanwezig.
x
Communicatieparagraaf Informatie en communicatie verloopt via de gebruikelijke lijnen. Het project zal worden toegelicht op de website van het waterschap. Voorts zal een projectbord worden geplaatst nabij de ingang van de rwzi. Bij de start van de uitvoering van het werk zal een persbericht worden uitgegeven. Aangezien voor de werken een WM-vergunning en een bouwvergunning benodigd zijn moet regelmatig overleg worden gepleegd met de gemeente Reimerswaal als vergunningverlener.
Advies: het AB stemt in met de renovatie van de sliblijn van de rwzi Bath volgens project 2045 en het daarvoor benodigde uitvoeringskrediet van € 12.000.000,--. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
TOETSINGSLIJST
Nummer : *07I001848* Barcode : *07I001848*
Projectnr.: 2045
Projectnaam:
Rwzi Bath, renovatie slibbehandeling
(Ondersteunend) beheerproduct: 4310 Bouw en verwerking slibverwerkingsinstallaties Projectleider:
Hans Proost
Soort investering
Instandhoudingsinvestering
Investeringsbesluit: 20 (alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: -
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: projectgever: projectnemer:
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen:
d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge Gemiddelde lasten over een vol jaar: e. kapitaallasten op basis van annuïteit: f. (hogere) overige exploitatiekosten: g. wegvallende/verminderde kosten: h. inkomsten: i. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): f. effect op de heffing: % aandeel tarief kwaliteit % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2007 en MJR 2007-2011: j. te ramen netto lasten voor 2007: k. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
100 % kwaliteit Beleidsveld 4000: Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken mei 2008 - september 2009 september 2009 Voorkomen slibuitspoeling met effluent Conform aanbestedingsbeleid R. Vingerhoeds H. Proost € 12.000.000 geen Bouwkundig € 3.460.000 (40 jr) Mechanisch/electrisch € 7.890.000 (20 jr) Procesautomatisering € 650.000 (5 jr) 4,5 % 10 % (voorbereidingsfase) € 943.000 0 €0 € 943.000 1,433 % - 0,02 % n.v.t Opgenomen in meerjarenraming 20082012
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2008-2012 is project 2045 opgenomen met een investering van € 12.700.000,- en lasten van € 1.009.345,Besluitvorming Omdat de investering meer dan €3.000.000,- bedraagt, vindt besluitvorming plaats in het AB.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *07I001847* Barcode : *07I001847*
Projectnr.: 2045
Projectnaam:
Rwzi Bath, renovatie slibbehandeling
(Ondersteunend) beheerproduct: 4310 Bouw en verwerving slibverwerkingsinstallaties BESLUITNUMMER: 20
2007
Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 augustus 2007 gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud van 12 september 2007; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen;
BESLUIT:
te voteren een uitvoeringskrediet groot € 12.000.000,ten behoeve van de renovatie slibbehandeling rwzi Bath Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002161 Barcode: 07I002161 Onderwerp: aanvraag UVK rwzi Halsteren, korte termijn maatregelen Sector en afdeling: sector Zuiveringsbeheer, afdeling Bouwzaken Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 23 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur, Inleiding In het IP 2008-2012 is onder projectnummer 5047 de aanpassing en eventueel uitbreiding van de rwzi Halsteren opgenomen. De zuivering is een relatief kleine zuivering met één beluchtingcircuit en één nabezinktank. De zuivering heeft een hydraulische capaciteit van 650 m3/h en een biologische capaciteit van 14.000 i.e. Momenteel loopt er een studie OAS en de verwachting is dat de belasting van de rwzi zal toenemen waardoor de zuivering Halsteren uitgebreid zal moeten worden. Op dit moment heeft de rwzi Halsteren last van slibuitspoeling uit de nabezinktank, waardoor regelmatig de lozingsnorm wordt overschreden. Er zijn metingen verricht en in samenwerking met een externe adviseur is de problematiek in kaart gebracht. De problemen zijn samengevat: te kleine inlooptrommel in de nabezinktank en slecht functionerende retourslibonttrekking; in dwa-perioden vindt bezinking van slib plaats in het beluchtingcircuit; de aan/uitregeling van de influentvijzel veroorzaakt schokgolven. Vraagstelling Kan het AB instemmen met de realisatie van de korte termijn maatregelen en daartoe een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen van € 250.000,--? Strategie Om de overschrijding van de lozingsnorm voor de komende jaren te voorkomen worden de volgende maatregelen getroffen: de inlooptrommel van de nabezinktank wordt vervangen door een grotere trommel; de nabezinktank wordt voorzien van een deflectieschot; er worden voortstuwers in het beluchtingcircuit geplaatst; de influentvijzel wordt voorzien van een aandrijving door middel van een frequentieomvormer. De maatregelen worden gezien als een ontwikkelingsinvestering en zullen ook in de toekomt bij de aanpassing en/of uitbreiding van de rwzi nuttig blijven. Beoordeling x Financiële gevolgen: de geraamde kosten voor de korte termijn maatregelen worden geraamd op € 250.000,--. Voorgesteld wordt dit bedrag nu reeds te voteren en te zijner tijd op te nemen in het uitbreidingsproject 5047. x
Juridische gevolgen niet van toepassing
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig: niet van toepassing
Communicatieparagraaf Niet van toepassing. Advies: het AB stemt in met de realisatie van de korte termijn maatregelen op de rwzi Halsteren en stelt daartoe een uitvoeringskrediet beschikbaar van € 250.000,--. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
TOETSINGSLIJST
Nummer : *07I001706* Barcode : *07I001706*
Projectnr.: 5047
Projectnaam:
rwzi Halsteren Uitbreiding Korte termijn maatregelen
(Ondersteunend) beheerproduct: 4210 Bouw en verwerving zuiveringsinstallaties Projectleider:
T. Slob
Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2007-30 Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager):
100 % Kwaliteit
-
beleidsveld:
4000 Zuiveringtechnische werken
-
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: projectgever: projectnemer:
2007 1-juli-2008 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid C. Monsieurs H. Proost voor het gehele project, T. Slob voor het onderdeel Korte termijn maatregelen
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2009 % daling/stijging tarief 2009 t.o.v. MJR 2007-2011 l. te ramen netto lasten voor 2007: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan
€ 250.000 € 0,Mechanisch 20 jaar 4,5 % 20-30 % Voorbereidingsfase € € € € €
19.200,0,0,0,19.200,-
Kwaliteit 0,03 % Kwaliteit 0,30 % € 0,Wordt opgenomen in Begroting 2008
In het IP 2008-2012 is het project 5047 opgenomen met een totale investering van € 2.500.000,- in bedrijf januari 2011. De lasten a € 200.000,- zijn opgenomen vanaf 2011. Het totale project is een ontwikkelingsinvestering. Besluitvorming Omdat het een ontwikkelingsinvestering betreft is goedkeuring van het algemeen bestuur vereist.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *07I001705* Barcode : *07I001705*
Projectnr.: 5047
Beheerproducten:
Projectnaam:
rwzi Halsteren korte termijn maatregelen
4210 Bouw en verwerving Zuiveringsinstallaties
BESLUITNUMMER: 2007-30
Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 augustus 2007; gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud van 12 september 2007; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen;
BESLUIT:
te voteren een deel-uitvoeringskrediet groot € 250.000,- ten behoeve van het uitvoeren van het project korte termijn maatregelen RWZI Halsteren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007 De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002162 Barcode: 07I002162 Onderwerp: aanvraag UVK Overdiepse polder Sector en afdeling: WW, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 24 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: overzichtskaartje, toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Het project Overdiepse Polder, gelegen ten zuiden van de Bergsche Maas tussen Raamsdonksveer en Waalwijk, omvat de herinrichting van de polder zodat deze polder een keer in de 25 jaar als meestromende berging voor de Bergsche Maas kan fungeren. Het betreft een project in het kader van Ruimte voor de Rivier waarbij het Rijk toekomstige waterstandsverhogingen als gevolg van toenemende rivierafvoeren zoveel mogelijk wil voorkomen of reduceren. Daartoe zal de huidige waterkering worden verlaagd tot een hoogte van ca 2,50 m + N.A.P. zodat de polder vrij kan instromen en zal ter beveiliging van het achterliggende gebied een nieuwe primaire waterkering worden aangelegd aan de noordzijde van het Oude Maasje. Tegelijkertijd zullen enkele waterhuishoudkundige maatregelen worden getroffen om de polder na overstroming weer zo snel mogelijk voor gebruik vrij te geven. Het project wordt voorbereid onder regie van de provincie Noord-Brabant. Als beheerder (waterkering/waterkwantiteit/waterkwaliteit) is het waterschap nauw betrokken bij dit project. De inzet van het waterschap bestaat uit het adviseren en begeleiden van een aantal zaken. Deze inzet is vastgelegd in een regionale overeenkomst, die in 2005 gesloten is tussen provincie, waterschap en de gemeenten Geertruidenberg en Waalwijk. Daarin is opgenomen dat het waterschap voor eigen rekening menskracht ter beschikking stelt in de planfase. Deze planfase eindigt naar verwachting in 2011. Voor het project is in het IP 2007 (projectnummer 74) een bedrag van € 329.000,-- opgenomen gebaseerd op een verwachte personeelsinzet tot 2011. Hierin is begrepen de inzet van projectleider, beheerders en materiedeskundigen. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 329.000,-- . Strategie De personeelsinzet is vastgelegd in een overeenkomst tussen provincie, waterschap en betrokken gemeenten. Voor het waterschap betreft dit de inzet van personeel tijdens de planfase voor advisering en begeleiding van het project Overdiepse Polder. Beoordeling x Financiële gevolgen ja, namelijk zie bijgevoegde toetsingslijst. x
Juridische gevolgen ja, namelijk het verlagen en verleggen van de primaire waterkering kan slechts na het doorlopen van de daartoe geëigende procedure volgens de Wet op de Waterkering. Deze procedure is in de planfase voorzien.
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Voor de planstudie Overdiepse Polder is door de provincie in samenwerking met het waterschap een communicatieplan opgesteld. Te zijner tijd zal aan de regiocommissie hierover mededeling worden gedaan. Advies: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 329.000,-- voor de begeleiding en advisering in project Overdiepse Polder voor de periode t/m 2011.
Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Adviesnota variantkeuze (SNIP 2a), d.d. 16 maart 2007
Voorkeursalternatief Rivierverruiming Overdiepse Polder
TOETSINGSLIJST
Nummer : *07I001640* Barcode : *07I001640*
Projectnr : 15
Projectnaam:
Overdiepse Polder (t/m 2011) bestaande uit de activiteiten: 74 Algemene kosten 74 IGA 8442 Overdiepse Polder
Beheerproduct: 2210 Aanleg en verwerving primaire waterkeringen 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider:
K. Verbart
Investeringsbesluit: 2007-29 Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
(alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: -
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: projectgever: projectnemer:
Financieel a. investeringsbedrag:
b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeuringheidsmarge Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f tot en met i): k. effect op de heffing: % aandeel van het tarief 2012:
49% kering/40% kwantiteit/11% kwaliteit 2000 Aanleg en onderhoud waterkering 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen 2006 t/m 2011 1 januari 2012 n.v.t. n.v.t. J. van Hal K. Verbart
project 74 : € 7.000,- (algemene kosten) project 74: € 13.000,- (IGA) project 8442: € 309.000,€ 329.000,4 jaar (project 8442: betreft plan) 30 jaar ( project 74) 4,5% ± 30% (ontwerpfase) € 87.400,-
€ 87.400,Kering: 0,70% kwantiteit: 0,10% kwaliteit: 0,01%
Kering: +/+ 0,71% Kwantiteit: +/+ 0,10% Kwaliteit: +/+ 0,01%
% stijging tarieven 2012 t.o.v. MJR 2007-2011
l. te ramen netto lasten voor 2007: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
n.v.t. Ten laste van nieuw beleid.
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Bovengenoemde activiteiten zijn in het IP 2008-2012 voor een totale investering van € 547.000,- opgenomen; datum gereed: 01-01-2015. Voor de activiteit 8442 is een voorbereidingskrediet van € 25.000,- beschikbaar gesteld. De investering van € 13.000,- voor de integrale gebiedsanalyses van dit gebied wordt in mindering gebracht op het eerder toegekende voorbereidingskrediet van € 2.500.000,- voor de Integrale Gebiedsanalyses (project 6800).
Besluitvorming Omdat het een ontwikkelingsinvestering betreft is goedkeuring van het algemeen bestuur vereist.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *07I001641* Barcode : *07I001641*
Projectnr.: 15
Beheerproducten:
Projectnaam:
Overdiepse Polder periode 2007-2011
2210 Aanleg en verwerving primaire waterkeringen 3210 Aanleg en verwerving waterlopen
BESLUITNUMMER: 2007-29
Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 augustus 2007; gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud van 12 september 2007; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen;
BESLUIT:
te voteren een uitvoeringskrediet groot Overdiepse Polder.
€ 329.000,- ten behoeve van het uitvoeren van het project
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007 De dijkgraaf De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan algemeen bestuur Registratienummer: 07I002213 Barcode: 07I002213 Onderwerp: Aanvraag UVK Grootschalige Basiskaart Nederland (GBNK) Sector en afdeling: SBO/Geo-Informatie Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 25 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: Toetsingslijst, Investeringsbesluit en samenwerkingsovereenkomst Aan het algemeen bestuur Inleiding De grootschalige basiskaart Nederland, -kortweg ‘GBKN’ is precies wat de naam aangeeft: x een digitale topografische kaart met een vast gedefinieerde minimale inhoud en precisie, waarop de belangrijkste topografie in het terrein staat aangegeven (gebouwen, wegen, waterlopen); x een grootschalige kaart: Dankzij deze grote schaal kunt u veel details zien; x een basiskaart, die als ondergrond dient en geschikt is voor uiteenlopende bedrijfsprocessen/ toepassingen, zoals raadpleging (wat ligt waar), presentatie (IGA's-wateroverlast-calamiteitenovertredingen-etcetera), registratie (alle beheerobjecten en installaties), ontwerpen (nieuwe objecten en installaties) en als basis voor alle bestaande en nieuwe GIS-toepassingen (onder andere IRIS). Gebruikers kunnen desgewenst zelf informatie toevoegen; x sinds kort beschikbaar van het gehele beheergebied van Brabantse Delta. Het argument is: éénmalige inwinning, meervoudig gebruik. Het is per slot van rekening een enorme verspilling van tijd en geld als meerdere partijen grootschalige topografische bestanden maken die in de kern hetzelfde zijn. Daarom werd in 1975 bij Koninklijk Besluit vastgelegd dat er één grootschalige basiskaart voor Nederland zou komen, die binnen afzienbare tijd de status van authentieke basisregistratie zal hebben. Gebruik door waterschappen wordt dan verplicht. Aanschaf, ingebruikname en structurele bijhouding van de GBKN door waterschap Brabantse Delta vindt plaats bij overeenkomst van Toetreding en bijhouding met Stichting GBKN-Zuid. Vraagstelling Alle beheerregisters van Brabantse Delta zijn momenteel nog geografisch gerelateerd aan de Topografische Kaart 1:10.000. Dit betekent dat de beheergegevens niet op een nauwkeurigere schaal kunnen worden gebruikt. Veel werkprocessen verwachten echter wel een nauwkeurigere geografische vastlegging van de gegevens. In het project "Verhogen kwaliteit en uniformiteit watersystemen" (project 9621) kan nu de geometrie van alle beheerobjecten (waterlopen en kunstwerken) op de GBKN worden ingepast. Hierdoor zal de kwaliteit, van alle beheersregisters tot het noodzakelijke bedrijfsniveau verbeteren. Tevens zal het inpassen van de beheersobjecten op de GBKN een besparing opleveren voor wat betreft het inmeten van de ligging van deze objecten. Ook de grootschalige luchtfoto's zullen prima passen binnen deze GBKN waardoor de informatieve waarde van beide producten wordt geoptimaliseerd. De aanschaf en structurele ingebruikname van de GBKN past volledig binnen de organisatorische uitgangspunten van waterschap Brabantse Delta. Strategie In het Informatieplan 2007-2011 wordt Geo-Info als een van de vier ICT-domeinen van de informatiehuishouding erkend. Binnen voornoemd domein is de GBKN een door de afdeling Geo-Informatie te beheren en implementeren centrale basisregistratie voor ondersteuning van bijna alle primaire bedrijfsprocessen benoemd. Met de implementatie van de GBKN wordt een structurele en grote stap gezet om te komen tot een passende integrale informatiehuishouding van waterschap Brabantse Delta.
Implementaie van de GBKN wordt projectmatig en resultaatgericht aangepakt en heeft een doorlooptijd van enkele maanden. Beoordeling x Financiële gevolgen ja, namelijk 1. een éénmalige investering voor aanschaf en implementatie van de GBKN; 2. jaarlijkse bijhoudingskosten van € 37.000,- voor het gehele beheergebied; 3. jaarlijkse besparingen op de huidige bestaande kosten voor het inmeten van de geografische ligging van de beheerobjecten. 1 jaar na ingebruikname van de GBKN kunnen hiervoor concrete bedragen begroot worden; 4. jaarlijkse besparingen op voornoemde bijhoudingskosten, indien het waterschap zelf gegevens kan aanleveren aan de Stichting GBKN-Zuid die opgenomen kunnen worden in de GBKN. 1 jaar na ingebruikname van de GBKN kunnen hiervoor concrete bedragen begroot worden. 5. Mogelijk jaarlijkse besparingen op de huidige bestaande kosten voor het gebruik van de Topografische Dienst kaarten. 1 jaar na ingebruikname van de GBKN kunnen hiervoor concrete bedragen begroot worden, omdat deze kaart momenteel veel gebruikt wordt als ondergrond en het komende jaar onderzocht wordt of de GBKN hier ook aan kan voldoen. x
Juridische gevolgen ja, namelijk Aanschaf en ingebruikname van de GBKN kan alleen maar door een overeenkomst aan te gaan met de Stichting GBKN-Zuid, die verantwoordelijk is voor de distributie en bijhouding van de GBKN-Zuid.
x
Personele gevolgen ja, namelijk 1. Er gaat een structurele uitwisseling komen van geografische data tussen de Stichting GBKN-Zuid en waterschap Brabantse Delta die volgens vastgelegde procedures en specificaties moet plaatsvinden. Dit zal een aanvullende taak voor de afdeling Geo- Inormatie. 2. De landmeters zullen gegevens die voor uitwisseling met de GBKN in aanmerking komen volgens vastgestelde specificaties moeten inwinnen. 3. Door het inzetten van de GBKN zal met name het uitbesteden van landmeetkundige werkzaamheden gaan afnemen. Op de bestaande personele bezetting heeft de implementatie van de GBKN geen consequenties.
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Na goedkeuring van het uitvoeringskrediet voor de aanschaf en ingebruikname van De GBKN zal de projectorganisatie worden ingevuld en bekend gemaakt. De direct betrokkenen zullen worden geïnformeerd over verantwoordelijkheden, planning en activiteiten. De introductie van de GBKN zal organisatiebreed worden gecommuniceerd en geïntroduceerd. Advies: het AB stemt in met: 1. het per 1 januari 2008 beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 90.000,- voor aanschaf, ingebruikname en onderhoud van de GBKN. Deze investering is in het investeringsplan 2008-2012 opgenomen voor het jaar 2009, maar de GBKN is recent voor het gehele beheergebied beschikbaar gekomen. De initiële aanschafkosten en de onderhoudskosten zijn structureel lager dan begroot. 2. het sluiten van een overeenkomst met Stichting GBKN-Zuid voor aanschaf en onderhoud van de GBKN. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
TOETSINGSLIJST
Nummer : *07I002004* Barcode : *07I002004*
Projectnr.: 9622
Projectnaam:
Implementatie GBKN
Ondersteunend beheerproduct: 610 Centrale Geografische Informatie Projectleider:
Peter van Rhee
Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 35
Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager):
beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever:
25% waterkering, 45% waterkwantiteit, 5% vaarwegen, 25% waterkwaliteit. 600 Ondersteunend SBO 4e kwartaal 2007 januari 2008 n.v.t. n.v.t. Hoofd Geo-Informatie
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge:
€ 90.000 0 5 jaar (software) 4,5% 30% (ontwerpfase)
-
Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief
% daling/stijging tarief t.o.v. begr 2007 en MJR 2007-2011
€ 20.500,€ 37.000,hoogte bedrag is nog onzeker € 57.500,Kering 0,26 % Kwantiteit 0,09 % Kwaliteit 0,02 % Kering 0,23% Kwantiteit 0,08% Kwaliteit 0,02%
l. te ramen netto lasten voor 2007: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
n.v.t. Begroting en meerjarenraming 2008
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Dit project is opgenomen in het IP 2008-2012 met een investering van € 166.000,- en een datum ingebruikname van december 2009 en structurele lasten van €30.000,- per jaar. In het IP 2007-2011 is de investering opgenomen voor € 166.000,- en een datum ingebruikname van december 2008 en structurele lasten van € 30.000,- per jaar. Besluitvorming Omdat het ontwikkelingsinvestering betreft, dient besluitvorming door het AB plaats te vinden.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *07I002005* Barcode : *07I002005*
Project: 9622
Projectnaam:
Aanschaf en onderhoud GBKN Zuid
Beheerproduct: 610 Centrale (geo)grafische informatie
BESLUITNUMMER: 2007-35
Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 augustus 2007; gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud van 12 september 2007; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen;
BESLUIT:
te voteren een uitvoeringskrediet groot € 90.000,ten behoeve van de aanschaf en het onderhoud van de GBKN-Zuid (grootschalige basiskaart Nederland-Zuid Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 3 oktober 2007 De dijkgraaf De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Bijlage bij agendapunt 25
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002159 Barcode: 07I002159 Onderwerp: aanvraag aanvullend UVK oplossen wateroverlast Oudeweg Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, Regio Oost Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 26 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: Kaart oplossingsmaatregelen Oudeweg Lage Zwaluwe, Toetsingslijst en Investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Aanleiding voor het project is dat er wateroverlast problemen zijn voorgekomen in de watergang langs de Oudeweg te Lage Zwaluwe. Met name op 10 en 11 september 2005 is er extreem veel neerslag gevallen en zijn ook delen van de kern van Lage Zwaluwe onder water komen te staan. Door het waterschap is aan de bewoners en gemeente toegezegd prioriteit te geven aan het uitvoeren van de benodigde maatregelen om wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Met dit pakket van maatregelen kan de frequentie van optreden van wateroverlast worden beperkt. In de voorbereidingsfase is de huidige situatie en de toekomstige situatie (na afkoppelen van bestaande riolering) doorgerekend. Op basis van de resultaten van de berekeningen worden maatregelen voorgesteld om de voorgenoemde knelpunten in de toekomst te voorkomen. De maatregelen zijn vervolgens doorgerekend in een hydraulisch model (Duflow) en waar nodig verfijnd. De benodigde maatregelen bestaan uit: Voor het creëren van extra berging wordt de watergang langs de Oudeweg tussen de Kruisstraat en de Griendwerkerstraat met circa 2 meter verbreed. In de sloot langs de Oudeweg tussen de Kruisstraat en de woonwijk worden vijf duikers verwijderd (tijdelijk worden 2 dammen met een grotere duiker teruggebracht ten behoeve van de toegankelijkheid van de percelen en de bouw van de nieuwe woonwijk). Voor het vergroten van de afvoercapaciteit van de watergang in situaties met hevige neerslag wordt een extra verbinding middels een zinker (was in eerdere plannen een duiker) gemaakt tussen de watergangen ten noorden en zuiden van de Oude Weg. Het water wordt vervolgens afgevoerd en opgevangen in de waterberging Schuddebeurs. De afvoercapaciteit van de watergang ten zuiden van de Oudeweg dient nog onderzocht te worden (zat niet in de eerdere plannen). De werkzaamheden aan deze watergang worden aan het project toegevoegd (scopewijziging). Om snel te kunnen reageren bij hoge waterstanden of calamiteiten wordt de bestaande handmatige stuw vervangen door een automatische kantelstuw. De overstort aan de Flierstraat wordt over een lengte van circa 2 meter overkluisd tot aan de bestaande duiker onder de Oudeweg. Aansluiting vindt plaats middels een betonput. Op een aantal punten is gebleken dat de werkzaamheden complexer en duurder zijn dan aanvankelijk is aangenomen. De meerkosten worden voornamelijk veroorzaakt doordat: er onderzoek is gedaan naar het grotere oppervlaktewatersysteem waarvan de watergang ten noorden van de Oudeweg onderdeel uitmaakt. Als uitkomst hiervan moet de watergang ten zuiden van de Oudeweg ook vergroot worden. Hiervoor dient grond aangekocht te worden; in eerste instantie een duiker onder de Oudeweg doorgeperst kon worden, maar uit nader onderzoek is gebleken dat een zinker noodzakelijk is. Hiervoor dient dan de weg afgezet en opengebroken te worden. Daarnaast is bronbemaling nodig voor het aanbrengen van de zinker;
-
uit onderzoek is gebleken dat de te overkluizen riooloverstort gedeeltelijk herlegd dient te worden om het juiste verhang te kunnen realiseren; er meer voorbereiding nodig is voor het opstellen van het bestek.
Vraagstelling Is het algemeen bestuur bereid aanvullend uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen voor het treffen van maatregelen voor het oplossen van de wateroverlast? Strategie De noodzaak voor het nemen van maatregelen is door het optreden van wateroverlast in 2005 voldoende aangetoond. Het nut van de maatregelen is middels berekeningen onderbouwd. Daarnaast zijn er afspraken met de gemeente Drimmelen gemaakt om de wateroverlast op te lossen. Beoordeling x Financiële gevolgen ja, namelijk aanvullend krediet van € 135.000,--. Daarmee komen de totale kosten op € 230.000,-x
Juridische gevolgen ja, namelijk voordat het werk wordt uitgevoerd dienen de benodigde vergunningen/ontheffingen te worden aangevraagd, zoals een Keurontheffing voor het plaatsen van een automatische stuw, het verwijderen van duikers en het verbreden van de watergang.
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig ja, namelijk voor het verbreden van de watergang zal de gemeente Drimmelen grond verwerven. Een en ander kan leiden tot fasering binnen het project.
Communicatieparagraaf Er is een werkgroep communicatie gestart met daarin vertegenwoordigers van het waterschap en de gemeente Drimmelen. Via de werkgroep zal het project Oudeweg worden gecommuniceerd naar de bewoners van Lage Zwaluwe. Er zal een toelichting van het project op het intranet en de website geplaatst worden. De regiocommissie zal hierover te zijner tijd worden geïnformeerd. Advies: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een aanvullend uitvoeringskrediet van € 135.000,-voor het oplossen van de wateroverlast in Lage Zwaluwe. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
!
i
i
i
Ou d
i
ew e g !
De Zw in
!i
i
!
i
i
!
i
i
!
!
!i
Gezien
Gecorrigeerd
Getekend
Waterloop (Profiel)
Duikers
Stuwen
Overstorten
Legenda
Verbreden watergang en verwijderen duikers
i
ge l
Plaatsen automatische kantelstuw
Aanbrengen zinker onder Oudeweg
Verbreden watergang
i
!
i
!
i
i
i
ijk otsd de B
i
Dirk
!
i
i
Lage Zwaluwe
i
i
Treffersm
i
Local
N
0
240 m.
03-07-2007
Schaal 1:6.000
Tek.nr.
Datum
Versie
Oplossingsmaatregelen
Wateroverlast i Oudeweg Lage Zwaluwe
Gr
Overkluizen riooloverstort en verwijderen schuifstuw
i
i
i
i
Kru is s tra at
raa t ien dw erk ers t i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
TOETSINGSLIJST Nummer : *07I002155* Barcode: *07I002155* Activiteitnr.: 8208
Naam activiteit:
Waterhuishouding Oudeweg Lage Zwaluwe (aanvullend krediet)
Beheerproduct : 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing Projectleider:
M. Treffers
Investeringsbesluit: 2007-33 Soort investering:
Instandhouding
(alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - projectgever: - projectnemer: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2009 % stijging tarief 2009 t.o.v. MJR 2007-2010 l. te ramen netto lasten voor 2007: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
100 % kwantiteit 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen voorjaar 2008 1 juli 2008 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid J. Rombouts M. Treffers
€ 135.000,- (aanvullend krediet) 30 jaar 4,5% 30 % (ontwerpfase) € 8.300,-
n.v.t. € 8.300,Kwantiteit: 0,03% Kwantiteit: 0,03% n.v.t. moeten opgenomen worden in de meerjarenraming 2008-2012.
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Het aanvullend krediet is niet opgenomen in het IP 2007-2011 en het IP 2008-2012. Voor dit project is in de vergadering van het algemeen bestuur van 4 april 2007 reeds € 95.000,- gevoteerd. Het totale uitvoeringkrediet komt daarmee op € 230.000,-. Besluitvorming Deze investering is niet vermeld op de overzichten instandhoudingsinvesteringen 2007-2008 waartoe het dagelijks bestuur is gemandateerd;goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist.
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *07I002157* Barcode : *07I002157*
Project: 8208
Projectnaam:
Waterhuishouding Oudeweg Lage Zwaluwe
Beheerproduct: 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing
BESLUITNUMMER: 2007-33
Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 augustus 2007; gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud van 12 september 2007; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen;
BESLUIT:
te voteren een aanvullend uitvoeringskrediet groot € 135.000,ten behoeve van het uitvoeren van maatregelen tegen wateroverlast Oudeweg te Lage Zwaluwe. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur Van 3 oktober 2007 De dijkgraaf De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan algemeen bestuur Registratienummer: 07I002164 Barcode: 07I002164 Onderwerp: aanvraag aanvullend UVK wateroverlast Vosdonk Sector en afdeling: WW/P&P Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 27 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: Overzichtskaartje Vosdonk, Toetsingslijst en Investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding In 2005 is er een modelstudie uitgevoerd voor bedrijventerrein Vosdonk-zuid. Reden hiervoor was de wateroverlast die meerdere malen is opgetreden. Daarbij leefde de ervaring dat de retentievoorziening langs de rijksweg vaak nog niet helemaal gevuld was, terwijl er al inundaties optraden benedenstrooms van het bedrijventerrein bij de Stuw Vosdonk. Uit de studie is gebleken dat door het plaatsen van een stuw benedenstrooms van de retentie langs de rijksweg, de retentievoorziening beter benut kan worden. De huidige stuw Vosdonk, helemaal benedenstrooms van het bedrijventerrein kan niet hoger ingesteld worden (3,8+ m/NAP) in verband met de maaiveldhoogte ter hoogte van deze stuw. Bovenstrooms van de Lokkerdreef ligt het maaiveld echter behoorlijk hoger, de waterloop is veel dieper ingesneden en het peil kan daar opgezet worden tot 5,10+ m/NAP. Hierdoor wordt een extra berging van 5.500 m³ behaald. Voor het project is in de AB vergadering van 6 december 2006 reeds een uitvoeringskrediet van € 60.000,beschikbaar gesteld. Er is op dit moment echter al € 26.000,- van dit uitvoeringskrediet uitgegeven aan het uitvoeren van de maatregelenstudie en interne kosten. Uit het resultaat van de aanbesteding blijkt dat het restant van het krediet, zijnde € 34.000,-, ontoereikend is. De laagste prijsaanbieding voor de realisatie van de stuw is namelijk € 96.069,89 inclusief BTW. Rekening houdend met de interne kosten is er een aanvullend krediet van € 70.000,- benodigd. Vraagstelling Stemt het AB in met een aanvullend uitvoeringskrediet van € 70.000,- voor de realisatie van een automatische stuw op industrieterrein Vosdonk te Etten-Leur? Strategie De kosten voor de stuw vallen aanzienlijk hoger uit dan in eerste instantie was voorzien. Dit wordt deels veroorzaakt door de constructie (stuw met een constructiehoogte van meer dan 2 meter en een breedte van 2 meter), maar ook omdat er gekozen is voor een volledig geautomatiseerde stuw. Er spelen een tweetal onzekerheden in het gebied die sturing van het peil wenselijk maken. De bestaande drempels van de regenwateroverstorten zitten op 4,0 + m/NAP. Deze komen bij het opzetten van het peil in de retentie volledig onder water te staan. Dit is besproken met de gemeente en op basis van hun gegevens en de ervaring met wateroverlast is de verwachting dat dit geen extra problemen op zal leveren. Er is echter geen rioleringsmodel in het kader van de studie gemaakt. Daardoor is er sprake van enige mate van onzekerheid omtrent de gevolgen van het opzetten van het waterpeil. Via de retentievoorziening langs de rijksweg wordt ook een agrarisch gebied van ruim 300 ha afgevoerd. De uitgevoerde modelstudie is beperkt van omvang geweest en geeft geen inzicht in de effecten op het bovenstroomse gebied als gevolg van het opzetten tot een maximaal waterpeil van 5,10+ m/NAP. Om het risico op schade te vermijden, moet het mogelijk zijn om het peil automatisch te kunnen regelen.
Bovendien heeft de automatische stuw het voordeel dat de hoeveelheid afvoer aangepast kan worden. Het leeglopen van de retentie kan versneld of vertraagd worden door de stuw te laten zakken/stijgen. Dit kan in bepaalde situaties nodig zijn omdat het stedelijk gebied sneller reageert dan het landelijk gebied. Het gebied dat via de te plaatsen stuw afvoert is voor een groot deel landelijk gebied. Het overige gebied dat loost op de benedenstroomse stuw Vosdonk is voornamelijk stedelijk gebied (onder andere Grauwe Polder, Vosdonk-zuid fase 1). Met de aanleg van een automatische stuw, is het mogelijk het maximale peil in te stellen op 5,10+ m/NAP waardoor een extra berging van 5.500 m³ wordt behaald ten opzichte van de huidige situatie. Het voorstel is te kiezen voor een volledig geautomatiseerde stuw om maximale waterberging te realiseren. Voor het project dienen de volgende vergunningprocedures te worden doorlopen: keurontheffing (reeds aangevraagd); melding Bouwstoffenbesluit. De uitvoering van het project Vosdonk kan eind 2007 starten. De totale uitvoeringskosten voor het project bedragen € 130.000,-. De kosten komen in zijn geheel voor rekening van het waterschap. Beoordeling x Financiële gevolgen ja, namelijk zie toetsingslijst x
Juridische gevolgen niet van toepassing
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Er zal door middel van een nieuwsbrief, persbericht en projectborden met de streek worden gecommuniceerd. Advies: het AB stemt in met een aanvullend uitvoeringskrediet van € 70.000,- voor de realisatie van een automatische stuw op industrieterrein Vosdonk te Etten-Leur. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Mu n
ei
Handelsweg
er e Pold
rh
w ds
w Grau
ve
g
eg
der
n Pen
ingw
eg
Penningweg
aat
n Rij
Duk
de Gou
Florijnstr
Nij
at
we
arsweg
llel
ts tra
al
Industriedw
Vossenda
aats
Mon Plaisir
traa
Vosdonk
t r
n Kroo
Mon Plaisi
straa t ald Da
erw
eg
n st
weg
o Kro
e Pauvr
at t ra
untw
eg
t
weg
A58 Rijks weg A58
tje straa
Legenda aa str de r
Ett ensewe
Polderstraat
t
ke Broe
Automatische stuw
Vosdonk-zuid te Etten-Leur Po l
eg
straa
se w
n Kroo
tweg
m Hage
Munnikenhei weg
Rijks
Ett enseweg
onk
eg
eg
m un
gA 58
enw
enw
traat
nheiweg
we
Hage
Soevereins
Munnike
ks
ld Gu
ld Gu
Vos d
onk
Ecu s
eg
t
rew
uv Pa
Lokkerdreef
raa
Vosdonk
Vosdonk
Rij
Vos d
ra Pa
Nijverheidsweg
eg llelw N58 Para weg Rijks
maatregelen tegen wateroverlast
g
Getekend
Afd Geo
Versie
Karin Moll
Tek.nr.
Polderstraa
Gecorrigeerd Gezien
Datum
3-7-2007
Schaal 1:7.500
t
N
0
0,3 km
TOETSINGSLIJST
Nummer : *07I001769* Barcode : *07I001769*
Project: 8309
Projectnaam:
Maatregelen tegen wateroverlast Vosdonk-Zuid Etten-Leur
Beheerproduct: 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing
Projectleider:
L. Frijters
Investeringsbesluit: 2007-32 Soort investering:
Instandhoudinginvestering
(alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: -
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: projectgever: projectnemer:
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeuringheidsmarge Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten j. netto jaarlijkse lasten (e t/m i) k. effect op de heffing: % aandeel van het tarief 2008: % stijging tarieven 2008 t.o.v. MJR 2008-2011 l. te ramen netto lasten voor 2007: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
100 % kwantiteit 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen najaar 2007 1 januari 2008 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid regiomanager Midden L. Frijters € 70.000,- (aanvullend krediet) 40 jaar 4,5% ± 10% (realisatiefase) € 3.800,-
€ 3.800,kwantiteit: 0,01% kwantiteit: 0,01% n.v.t. moeten worden opgenomen in de begroting 2008.
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Het aanvullend krediet is niet opgenomen in het IP 2007-2011 en het IP 2008-2012. Voor dit project is in de vergadering van het algemeen bestuur van 6 december 2006 reeds € 60.000,gevoteerd. Het totale uitvoeringkrediet komt daarmee op € 130.000,-.
Besluitvorming Deze investering is niet vermeld op de overzichten instandhoudingsinvesteringen 2007-2008 waartoe het dagelijks bestuur is gemandateerd;goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *07I001770* Barcode : *07I001770*
Project: 8309
Projectnaam:
Maatregelen tegen wateroverlast Vosdonk-Zuid Etten-Leur
Beheerproduct: 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing
BESLUITNUMMER: 2007-32
Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 augustus 2007; gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud van 12 september 2007; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen;
BESLUIT:
te voteren een aanvullend uitvoeringskrediet groot € 70.000,ten behoeve van het uitvoeren van maatregelen tegen wateroverlast in Vosdonk-Zuid te EttenLeur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur Van 3 oktober 2007 De dijkgraaf De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: 07I002230 Barcode: 07I002230 Onderwerp: motie Design and Construct Sector en afdeling: Concernstaf Datum behandeling: 3 oktober 2007 Agendapunt: 28 Ter inzage bij de concernstaf: Aanbestedingsbeleid waterschap Brabantse Delta Bijlagen: Motie Van der Kallen inzake Design and Construct Aan het algemeen bestuur Inleiding Op 24 augustus 2007 heeft het DB een motie ontvangen van het AB-lid Van der Kallen inzake design and Construct bij aanbestedingsbeleid. De motie treft u als bijlage aan. De motie verzoekt het AB uit te spreken dat het dagelijks bestuur het klaarblijkelijke nieuwe aanbestedingsbeleid (inzake Design and Construct) middels een nieuwe nota aanbestedingsbeleid dient voor te leggen ter vaststelling aan het algemeen bestuur. Hieronder treft u onze visie aan op deze motie. Vraagstelling Wat is de visie van het dagelijks bestuur ten aanzien van deze motie? Strategie Wat is design and construct? Design & Construct betekent letterlijk "Ontwerp en constructie" (in jargon "aangenomen werk"), en houdt in dat de aannemer verantwoordelijk is voor zowel ontwerp als uitvoering. In de meest basale vorm krijgt de aannemer een functionele omschrijving van het te realiseren project met daarbij een programma van eisen (PVE). Hij dient op basis van die omschrijving en eisen een detailontwerp te vervaardigen en de constructie op zich te nemen. Soms krijgt de aannemer een basis ontwerp en dient dat als basis van zijn opdracht. De opdrachtgever toetst het ontwerp, de kwaliteit en bouwmethodiek op basis van PVE, gelden normen en richtlijnen alsmede afgesproken kaders (voorwaarden, kwaliteitsplan, veiligheidsplan, enz.). Uitgangspunt van de contractvorm is dat een vaste prijs wordt aangeboden om het geheel te realiseren. De aannemer heeft een verregaande verantwoordelijkheid, grote vrijheid (binnen de kaders van het PVE), en is kosten- en tijdgedreven. De opdrachtgever heeft idealiter een lichtere taak dan bij een regie of bouwteam contractvorm, omdat slechts toetsend mag worden toegezien. De voordelen van Design and Construct zijn: 1. Het ontwerp is volledig afgestemd op de uitvoeringsmogelijkheden; 2. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de uitvoerende partij c.q. het consortium; 3. Zekere prijsgarantie voor de opdrachtgever; 4. Opdrachtgever heeft weinig risico’s; 5. Ruimte voor innovatie en nieuwe technologie; 6. Goede afweging tussen prijs en kwaliteit. Een nadeel van deze contractvorm is voor de opdrachtgever dat controle c.q. toezicht van de opdrachtgever minimaal is, en dat wijzigingen relatief duur zijn. Er wordt dus veel vertrouwen gesteld in de aannemer. Daarom wordt in het verwervingstraject veel aandacht besteed aan ervaring, kennis en kunde van de aannemer.
Kortom dit type aanbesteding is op het lijf van innovatieve projecten geschreven aangezien de aannemer dan in volle omvang zijn creativiteit in het ontwikkel- en ontwerpproces kan inbrengen, en dus een forse toegevoegde waarde kan bieden. Het dagelijks bestuur beschouwt deze vorm van aanbesteding een verrijking van de aanbestedingsvormen. Strookt de toepassing van Design en Construct met het huidige aanbestedingsbeleid? De toepassing hiervan zou niet stroken met het huidige aanbestedingsbeleid. In de nota aanbestedingsbeleid is een aparte paragraaf 4.3.4 opgenomen met als titel: Aandacht voor innovatief aanbesteden. Onder innovatief aanbesteden wordt verstaan: een aanbestedingsprocedure waarbij maximaal gebruik gemaakt wordt van de kennis en innovatiekracht die in de markt aanwezig is. Door functioneel te specificeren in de vorm van een te behalen eindresultaat (in plaats van concreet voor te schrijven wat wordt verlangd) kunnen marktpartijen zelf de beste oplossing kiezen en vooraf de risico’s inschatten en dragen. Design en Construct is zo’n vorm van innovatief aanbesteden. De nota aanbestedingsbeleid geeft aan dat innovatief aanbesteden uitsluitend wordt toegepast voor opdrachten die zich daarvoor lenen en de keuze wordt voorgelegd aan het dagelijks bestuur. De toepassing van Design en Construct als aanbestedingsvorm is dan ook niet in strijd met het aanbestedingbeleid omdat dit beleid innovatief aanbesteden toelaat (na goedkeuring door het DB). De afweging voor het DB om de aanbestedingsvorm Design en Construct toe te passen kunnen onder meer zijn: er is wel een beeld van het te behalen eindresultaat maar niet over de manier hoe dit bereikt kan worden; de (financiële) risico’s van het project zijn vooraf niet goed te overzien en hier moet vooraf zekerheid over zijn; de wens om het ‘klassieke bestekswerk’ uit te besteden; ervaring opdoen met deze aanbestedingsvorm. De keuze hangt dan ook niet samen met de grootte van het project of het budget. Zodoende kan ook voor kleine projecten Design en Construct een oplossing bieden en kunnen ook kleinere partijen inschrijven. Het project Vierde Bergboezem heeft de naam een Design en Construct project te zijn maar is dit strikt genomen niet. Daarvoor is bij het uitschrijven van de opdracht toch nog teveel vooraf aangegeven hoe de opdracht uitgevoerd zou moeten worden. Een beter voorbeeld is het succesvolle pilot-project Onderhoudsbaggeren Rietkreek te Nieuw Vossemeer waar door drie - overigens regionale - aannemers, binnen het budget, met een verschillende oplossing op is ingeschreven. Op dit moment wordt bekeken of de ervaring die met dit project is opgedaan kan worden toegepast op het baggeren van De Zoom. De (on-)bereikbaarheid van deze waterloop vraagt namelijk ook om een innovatieve aanpak. Aanbestedingsbeleid, de bevoegdheid van het DB of AB? Op basis van artikel 15, onderdelen f en g van het Reglement van waterschap Brabantse Delta behoren tot de bevoegdheden van het dagelijks bestuur in ieder geval: de vaststelling van de bestekken en van de voorwaarden van aanbesteding van voor het waterschap uit te voeren werken en te verrichten leveringen en van de voorwaarden van verkopingen, voorzover het algemeen bestuur zich die vaststelling niet heeft voorbehouden; het houden van alle aanbestedingen van werken, diensten, leveringen en verkopingen, tenzij het algemeen bestuur anders heeft beslist. Op grond van Algemene wet bestuursrecht kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheid. Het vaststellen van het aanbestedingsbeleid is op dit moment (nu het AB het aanbestedingsbeleid tot op dit moment niet expliciet heeft voorbehouden) de bevoegdheid van het DB. Een en ander laat natuurlijk onverlet de verantwoordingsplicht die het DB altijd heeft aan het AB.
De visie van het DB op de motie Gelet op het voorgaande kan over de motie het volgende worden opgemerkt: x De keuze voor Design and Construct hangt niet samen met de grootte van het project of het budget. Zodoende kan ook voor kleine projecten Design en Construct een oplossing bieden en kunnen ook kleinere partijen inschrijven. Ervaring heeft al uitgewezen (Pilot Rietkreek) dat voor lokale projecten waarbij met Design and Construct wordt aanbesteed ook zeker regionale bedrijven hierop inschrijven. Dat uitsluitend grotere landelijk opererende aannemers deze werken krijgen toegewezen zoals de motie stelt, is niet waar. Wat wellicht voor andere overheden geldt, is zeker nog niet gebleken bij waterschap Brabantse Delta. x Het aanbesteden met Design and Construct past binnen het door het DB vastgestelde aanbestedingsbeleid van innovatief aanbesteden en is daar zeker geen fundamentele wijziging van of daarmee strijdig. Design and Construct is daarentegen een verrijking van de aanbestedingsvormen. x Het vaststellen van het aanbestedingbeleid is op dit moment (nu het AB het aanbestedingsbeleid tot op dit moment niet expliciet heeft voorbehouden) de bevoegdheid van het DB. x Gelet op zijn taakomschrijving is het niet aan het waterschap om via het vastgestelde aanbestedingbeleid (dat conform wet- en regelgeving is) een economische politiek of werkgelegenheidsbeleid te voeren. Beoordeling x Financiële gevolgen niet van toepassing x
Juridische gevolgen niet van toepassing
x
Personele gevolgen niet van toepassing
x
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf Niet van toepassing. Advies: Het DB ontraadt het AB het aannemen van de motie Van der Kallen inzake Design and Construct. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom