Agenda Commissie Ruimtelijke Ontwikkeling Maandag 12 oktober 2015
Locatie: Aanvang: Voorzitter: Commissiegriffier: 1. 2. 3. 4.
Gemeentehuis, Raadszaal 19.30 uur – 21.30 uur De heer B. van Loo Mevrouw H.H. van Arken
Opening Vaststellen agenda Verslag vorige vergadering De actiepuntenlijst
Ter bespreking:
Portefeuillehouder
Ambtenaar
Genodigden/ opmerkingen
5.
Wijziging bestemmingsplan autobedrijf Wijnne. De wijziging van dit bestemmingsplan heeft krap een jaar geleden ook op de agenda gestaan. Vanuit de buurt kwamen toen bezwaren. De aanvrager is met de buurt in gesprek gegaan, dit heeft geleid tot het nu voorliggende voorstel.
J. Polinder
W. Vierhuizen
Dhr. Wijnne en omwonenden
6.
Grondverkoop Broeklanden. Het betreft de verkoop van een aantal percelen op Broeklanden t.b.v. een transportbedrijf. De verkoopprijs ligt onder het door de raad vastgestelde tarief en gaat daarmee buiten de kaders van de raad.
J. Polinder
A. Sinke
7.
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven. Op verzoek van het CDA, gesteund door AB, is dit onderwerp opgewaardeerd tot bespreekstuk.
M. Boukema
S. Kiewiet
8.
MPB 2016-2019: het gaat om de indicatoren en streefcijfers van de programma’s 3: ROV 4: Bouwen en Milieu 6: Verkeer 8: Economie
J. Polinder M. Boukema H. Wessel
A. Klein
9. Rondvraag 10. Sluiting
De MPB wordt nagezonden en ontvangt u uiterlijk 1 oktober.
Gemeente Elburg Commissie Ruimtelijke Ontwikkeling
Datum vergadering: Plaats:
21 september 2015 Raadszaal, Gemeentehuis Elburg
Aanwezig: Voorzitter: Commissiegriffier: Fractie AB: Fractie CDA: Fractie CU: Fractie Elburg Beleid: Fractie PvdA: Fractie VVD: Fractie D66: Fractie SGP: Portefeuillehouder: Insprekers: Ambtenaren: Gastsprekers:
de heer B. van Loo mevrouw M.C. Luiting de heer G. Visscher de heer J.A. Neijzen de heer C.L.W Wijnolts de heer T.C. Pouwels de heer W. Bijl de heer D.A. van Velthuysen de heer M. Smulders de heer A.J. Klein wethouder M. Boukema mevrouw S. Kiewiet de heer H. Roossien en de heer M. Hansen
Agendapunten: Nr.
Onderwerp
Besluit
1.
Actualisatie havenonderzoek
Bespreekstuk in de volgende commissie
Openstaande vragen: CDA: De aanwezigheid van wethouders in de commissies Korte weergave vragen en antwoorden* infosessie: * de antwoorden staan cursief, direct achter de vragen. 1.
Opening
2. Vaststellen agenda De heer Neijzen vindt het spijtig dat het haalbaarheidsonderzoek haven niet ter bespreking is geagendeerd. De heer Visscher steunt dit betoog. De vergadering besluit het onderwerp op te waarderen tot bespreekonderwerp voor de volgende commissievergadering. 3. Verslag vorige vergadering De heer Neijzen vraagt om de datum van 8/juli toe te voegen in zinnetje onder punt 7 Dhr Neijzen “.. in een gespreksverslag van vergadering op 8/7 dat ……”. Met die toevoeging wordt het verslag vastgesteld. 4. --
Actiepuntenlijst
2
5. Presentatie jeugdleden Hanzedagen De heren Haye Roossien en Michiel Hansen geven een presentatie over de jeugdhanzedagen in Estland. Ze houden een pleidooi voor het blijven meedoen aan deze jeugdhanzedagen, in ieder geval tot in Kampen om zo Elburg te promoten. 6. Rondvraag De heer Neijzen vraagt of voortaan alle RO-wethouders in de commissie kunnen zijn, zeker wanneer ze vragen in de rondvraag kunnen verwachten. Nu de desbetreffende portefeuillehouder er niet is, kan hij zijn vragen niet stellen. De voorzitter geeft aan dat dit wordt meegenomen. De voorzitter beëindigt de vergadering om 20.00 uur.
Actiepuntenlijst RO versie 1 september 2015 NR
Onderwerp
Ontstaan op
Gepland voor
Domein
1
evaluatie handelsreclame eind 2014
raad 16 dec 2013
Eind 2014
R/D
R1531
Vragen CDA over verrekening kosten evenementen op de havengelden (vervolgvraag op R1508)
Mail 30/4
B
R1534
Motie SGP: bespreken voorwaarden verhuur commerciële ruimte havenkantoor
Raad 11 mei 2011
R
R1535
De wethouder zegt toe dat de gemeente zal meewerken aan aspecten van duurzaamheid bij scola binnen de mogelijkheden van de bouwvergunning en alles in het werk zal stellen om financiering rond te krijgen.
Raad 11 mei 2015
Afgedaan met pilot duurzaamheid
R1536
Op verzoek van de VVD zal in het presidium worden doorgesproken over de 20/80 regel en hoe we hiermee verder moeten. Op verzoek van D66 zal het college schriftelijk ingaan op de stelling van de VVD dat het met de 20/80 regel niet goed zit.
Raad 11 mei 2015
VVD en wethouder hebben gesprek gehad. Komt memo naar presidium
R1537
De wethouder zegt toe via het verslag van het jaarlijkse gesprek met de stakeholders, de woonvisie te agenderen in de commissie RO en eens in de twee jaar een evaluatie te organiseren met cie RO en de stakeholders.
Raad 11 mei 2015
R 1539
Detailhandelsplan ontwikkelen voor de hele gemeente
Cie RO 18 mei 2015
R
R 1540
Bedrijventerrein De Glinde: Uitkomsten Ladder-onderzoek en reactie ontwikkelaar voorleggen aan de commissie
Cie RO 18 mei 2015
R
R1541
Huisvestingsverordening: prestatieafspraken met stakeholders t.k.n. naar de commissie
Cie RO 18 mei 2015
R
R1543
Duur van de vergaderingen bespreken eind augustus
Cie RO 18 mei 2015
Grif
R1545
Welke afspraken zijn gemaakt met VAC
Raad 8 juni
R
R1546
Bestrating historische bruggen aanpassen met kinderkopjes
Raad 8 juni
R
R1548
Scan uitvoeren van gemeentelijke gebouwen op duurzaamheid (toezegging weth. Wessel)
Cie 15 juni Raad 29 juni
R1550
Herziening grondexploitaties voortaan bespreking in besloten cie RO
Auditcie 17 juni
R1551
Accommodatiebeleid
Raad 29 juni
R1552
Motie duurzaamheid CU
Raad 6 juli
Dec 2015
R
R1553
Motie afval D66
Raad 6 juli
Dec 2015
R
R1554
Motie D66 revolverend fonds
Dec 2015
R
R1559
VVD vraagt naar voortgang nrs. 1, R1535 en R1536
Cie RO 31 aug
R/SL/D
R1560
CDA: vragen over de Glinde n.a.v. nieuwsbrief wijkcomité
Mail 15/9 van J. Neijzen
R
R1561
Creëren valhoutvoorziening na storm (EB)
Raad 14/9 toegezegd
R
R1562
Verkeerslichten Eperweg in najaar weg (CU)
Toegezegd raad 14/9
R
R1563
Onderzoek foto’s handhavingszaak Vestingval (VVD)
Toezegging Raad 14/9
D
R1564
Onderzoek riool ivm wateroverlast ’t Harde komt begin 2016 (SGP)
Toezegging raad 14/9
R
Mei 2016
Dec 2015
R/SL
SL
R
R Grif R
D E
R A A D
D E R
G E M E E N T E
E L B U R G
Portefeuillehouder: J. Polinder Commissievergadering: 12 oktober 2015 Raadsvergadering :
AAN
DE
2 november 2015
RAAD
Onderwerp: verzoek om herziening van het bestemmingsplan ten behoeve van Autobedrijf Wijnne. Wij stellen u voor: in principe in te stemmen met de gevraagde herziening van de bestemmingsplannen ‘Doornspijk & Hoge Enk’ en ‘Buitengebied Elburg 2012’. Beschrijving probleem of maatschappelijke wens Autobedrijf Wijnne, gevestigd aan de Oude Harderwijkerweg 73, heeft de ambitie om de locatie waarop het bedrijf is gevestigd aan te passen, zodat voor de komende decennia een gezonde en efficiënte bedrijfsvoering mogelijk is. Het autobedrijf ligt op de grens van het bestemmingsplan ‘Doornspijk en Hoge Enk’ en het bestemmingsplan ‘Buitengebied Elburg 2012’. Beide plannen zijn door uw raad vastgesteld op 24 juni 2013. De voorgenomen herinrichting is op een aantal punten strijdig met beide bestemmingsplannen. Oorzakenanalyse Het bedrijf ligt aan de noordelijke rand van de kern Hoge Enk, aan de Oude Harderwijkerweg. Het perceel wordt aan de noord- en oostzijde begrensd door agrarisch gebied. Aan de westzijde grenst het perceel aan de woningen aan de Bijenkamp en aan de zuidoostzijde aan een rij vrijstaande en dubbele woningen aan de Oude Harderwijkerweg. De bedrijfslocatie is voor een groot deel verhard ten behoeve van de stalling van te verkopen auto’s. De verharding eindigt op sommige plaatsen vrij abrupt en sluit aan op het agrarisch gebied. In het verleden werden de zomer-/ winterbanden op de zolder van de werkplaats opgeslagen. Vanwege de brandveiligheid is dit niet langer toegestaan, reden waarom het bedrijf extra zeecontainers heeft geplaatst. Op grond van de huidige planologische regeling is dit, op die plaats althans, niet toegestaan. Wat willen we bereiken / indicatoren? Het bedrijf een effectieve en duurzame bedrijfsvoering voor de toekomst bieden en in dat opzicht de planologische belemmeringen wegnemen. Oplossingsrichtingen Om in de komende jaren de bedrijfsvoering op een goede en efficiënte wijze ter plaatse te kunnen voortzetten, is in overleg met ons college en buurtbewoners een plan opgesteld om de inrichting van het terrein op een aantal punten aan te passen en het bedrijf te laten uitbreiden. Met dit plan wil het bedrijf werken aan een kwaliteitsverbetering voor de bedrijfslocatie. Om dat doel te kunnen bereiken, wordt een strook agrarische grond met een breedte van plm. 20 meter ten oosten van de werkplaats toegevoegd aan de bedrijfslocatie, evenals een gebiedje aan de noordzijde van de werkplaats. Het doel hiervan is om 12 parkeerplaatsen voor bezoekers van het autobedrijf te realiseren en extra opstelplaatsen voor de te verkopen auto’s. Ook de plaats van de zeecontainers wordt daarmee voorzien van een passende bedrijfsbestemming. Met het aanplanten van een groenzone, in combinatie met infiltratievoorzieningen van hemelwater, met een breedte van 8 meter wordt de overgang naar het landschap minder abrupt en zijn de auto’s vanuit het omliggende agrarisch gebied niet langer zichtbaar.
2
Aan de voorzijde van het bedrijf worden de bebouwingsmogelijkheden ingeperkt met 627 m2 en de bedrijfsbestemming ten behoeve van het stallen van auto’s wordt, binnen de richtafstanden die hiervoor gelden op grond van milieunormen, beperkt uitgebreid met 114 m2. Aan de achterzijde van het bedrijf worden de bebouwingsmogelijkheden uitgebreid met 400 m2. De totale bedrijfsterrein uitbreiding bedraagt (114 + 2254) 2368 m. Voorts is het, mede om milieutechnische redenen, gewenst om aan te geven binnen welke grenzen de handel in auto’s mag plaatsvinden. Hiervoor dient de gebiedsaanduiding ‘detailhandel’ binnen de bestemming ‘Bedrijf’ te worden opgenomen. De geldende woonbestemming ten behoeve van de (bedrijfs)woning Oude Harderwijkerweg 73a blijft gehandhaafd. Aan deze bestemming wordt, conform de feitelijke situatie en eigendomsverhouding, 196 m2 toegevoegd. Bestaande inspanningen Het nu voorliggende inrichtingsplan is in overleg met gemeente en met buurtbewoners tot stand gekomen. Uit een eerste globale toetsing blijkt niet dat er op voorhand planologische belemmeringen bestaan over de uitvoering van het overgelegde inrichtingsplan, wel dient de watertoets nog doorlopen te worden. Het realiseren van infiltratievoorzieningen hoeft ter plaatse geen probleem te zijn. Reacties Reacties van een aantal buurtbewoners zijn zo veel als mogelijk gerespecteerd. Eén buurtbewoner is tegen elke vorm van bedrijfsuitbreiding aan de voorzijde van het bedrijf. Planning Bij een positieve benadering van uw raad zal een ontwerpbestemmingsplan worden opgesteld en in procedure worden gebracht. Te zijner tijd zal het (ontwerp)bestemmingsplan aan uw raad ter vaststelling worden aangeboden. Communicatieparagraaf De procedure voor de vaststelling van een bestemmingsplan is geregeld in de Wet ruimtelijke ordening. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. Het ontwerpbestemmingsplan zal te zijner tijd worden gepubliceerd en ter inzage worden gelegd, waarbij een ieder in de gelegenheid wordt gesteld om een zienswijze bij uw raad in te dienen. Een bestemmingsplan is tijdens de openbare voorbereidingsprocedure digitaal raadpleegbaar. Financiële paragraaf Het wijzigen van de geldende bestemming heeft geen financiële gevolgen voor de gemeente. De initiatiefnemer betaalt leges voor het in behandeling nemen van een verzoek om planherziening. Eventuele planschade komt voor rekening van initiatiefnemer. Hierover worden bindende afspraken gemaakt. Om die reden hoeft er geen exploitatieplan, zoals bedoeld in artikel 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening, te worden vastgesteld. Elburg, 15 september 2015. Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, de burgemeester, de secretaris, F.A. de Lange.
J.K.C. van der Jagt.
De raad der gemeente Elburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2015 b e s l u i t : in principe in te stemmen met de gevraagde herziening van de bestemmingsplannen ‘Doornspijk en Hoge Enk’ en ‘Buitengebied Elburg 2012’ ten behoeve van Autobedrijf Wijnne, Oude Harderwijkerweg 73, Hoge Enk. Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 2 november 2015 de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
BenW-
advies
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
J. Polinder
Domein
Ruimte
Advies van
Wim Vierhuizen
Datum advies
7-9-2015
Advies O.R.
B
Nee
W
Nee
w
I.o.m. I.o.m. wijkcontactambtenaar
0.
á r
W Beslissing d . d .
15-9-2015
Nummer
w
Conform voorstel.
Besluit
Openbaar
Persbericht
Nee
Commissie
Ja
Ter bespreking
Raad
Ja
Ter b e s l u i t v o r m i n g
to
Onderwerp Hernieuwde aanvraag om wijziging b e s t e m m i n g s p l a n t . b . v . uitbreiding A u t o b e d r i j f W i j n n e , Oude H a r d e r w i j k e r w e g 73 Hoge E n k / D o o r n s p i j k . Voorstel «
Agendacommissie voorstellen het o n d e r w e r p te agenderen voor de raadscommissie d . d . 12 oktober 2 0 1 5 , met het voorstel in principe m e d e w e r k i n g te verlenen aan het ( h e r n i e u w d e ) v e r z o e k ;
«
I n s t e m m e n met bijgevoegd concept raadsvoorstel en - b e s l u i t .
Toelichting
1
Op 21 juli 2015 is door Autobedrijf Wijnne een hernieuwde aanvraag om wijziging van het geldend bestemmingsplan voor de locatie Oude Harderwijkweg 73 ingediend. Dit verzoek vervangt het eerdere verzoek d . d . 29 september 2014 dat op l ũ oktober 2014 is behandeld in de commissie RO. Tijdens de behandeling van dit onderwerp werd door een inspreker gewezen op een private overeenkomst d.d. 4 april 1997 tussen een aantal buurtbewoners en Autobedrijf Wijnne. Enkele bewoners aan de Bijenkamp zijn gekant tegen elke vorm van uitbreiding aan de ' v o o r z i j d e ' van het bedrijf en zijn dan ook tegen het voorstel van uw college d . d . 21 oktober 2014 om in principe medewerking te verlenen aan het ( o o r s p r o n k e l i j k ) verzoek. Op advies van de commissie (debat in de raad) heeft de agendacommissie daarop besloten om het verzoek expliciet aan de raad voor te leggen voor een principe b e s l u i t / s t a n d p u n t . Omdat de overeenkomst tussen enkele buurtbewoners en Autobedrijf Wijnne uit 1997 voor enige c o m m o t i e zorgde en bilateraal overleg tussen Autobedrijf Wijnne en de b u u r t b e w o n e r s gewenst was vóórdat het onderwerp op 24 november 2014 in de raad aan de orde zou k o m e n , heeft A u t o b e d r i j f Wijnne op 12 november 2014 het oorspronkelijk verzoek opgeschort c.q. i n g e t r o k k e n . Vanaf 18 december 2014 heeft meerdere keren overleg plaatsgevonden tussen Autobedrijf Wijnne en de gemeente nadat het bedrijf daarvóór al overleg met de bewoners van Bijenkamp 2,3 en 5 heeft g e h a d . In het bedoelde overleg met de b u u r t , op basis van een overgelegde i n d e l m g s t e k e n i n g , werd geen consensus bereikt. Op 14 april 2015 heeft opnieuw overleg plaatsgevonden tussen Autobedrijf Wijnne en de g e m e e n t e . In dit overleg zijn de verschillende scenario's voor uitbreiding van het bedrijf besproken met als uitgangspunt dat de v i s i e / m e n i n g van de buurt zo goed mogelijk gerespecteerd zou w o r d e n . Afgesproken is dat Autobedrijf Wijnne opnieuw met de buurt zou gaan overleggen en hiervoor een aangepast plan op tafel zou leggen. Autobedrijf Wijnne heeft hier gevolg aan gegeven en in totaal 9 o m w o n e n d e n uitgenodigd voor een hernieuwd overleg op 30 april 2 0 1 5 . Bewoners van Bijenkamp 2, 3 en 5 hebben gehoor gegeven aan de uitnodiging van het bedrijf en zij hebben in het overleg een plattegrond van de plannen m e e g e k r e g e n . Vervolgens hebben zij twee weken de tijd gekregen om te reageren op de notulen van deze b i j e e n k o m s t en op het v o o r s t e l . Uit de brief van A u t o b e d r i j f W i j n n e , d . d . 13 j u n i 2015 aan de betreffende b u u r t b e w o n e r s , b l i j k t dat enkel de bewoner van Bijenkamp 3 van deze gelegenheid gebruik heeft g e m a a k t en mondeling te kennen heeft gegeven dat wanneer het a u t o b e d r i j f de geplande uitbreiding aan de voorzijde á 131 m2 zou i n t r e k k e n , hij geen bezwaar zou maken tegen een verdere uitbreiding aan de z i j k a n t van het bedrijf. NB. Later bl ijkt dat echter dat de uitbreiding aan de voorzijde maar 114 m2 bedraagt.
Het plan is n.a.v. deze reactie niet aangepast.
Uit het bovenstaande b l i j k t dus dat met één b u u r t b e w o n e r geen consensus is bereikt over de aanpassing en uitbreiding van het a u t o b e d r i j f . De betreffende b u u r t b e w o n e r accepteert aan de voorzijde van het bedrijf geen enkele uitbreiding t . b . v . het stallen van auto's ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Hoe zien de plannen er nu uit? Hierna v o l g t , onder v e r w i j z i n g naar de overgelegde tekening van bouwkundig tekenbureau R. van Dorp d . d . 2 8 - 0 8 - 2 0 1 5 , een globale o p s o m m i n g : « Het b e d r i j v e n t e r r e i n k r i j g t een uitbreiding van in totaal 2368 m 2 . Aan de ' v o o r z i j d e ' 114 m2 en aan de ' a c h t e r z i j d e / z i j k a n t ' 2254 m2 ( h o o f d z a k e l i j k ) t . b . v . het stallen van auto's voor de verkoop; « Het geldend bebouwingsvlak (3847 m2) w o r d t aan de voorzijde m e t 627 m2 t e r u g g e d r o n g e n ; » Aan de achterzijde w o r d t een uitbreiding van het bebouwingsvlak voorgesteld van 400 m2 ten behoeve van een mogelijke t o e k o m s t i g e uitbreiding van de werkplaats en voor legaliseren van «
de reeds geplaatste zeecontainers; Aan de achter- en z i j k a n t w o r d t het bedrijf ' i n g e p a k t ' met een g r o e n b u f f e r á 900 m2 welke tevens kan dienen v o o r infiltratievoorzieningen van het h e m e l w a t e r ( w a d i , greppel of iets dergelijks á 132 m 3 ) ;
2
« »
De woning Oude Harderwijkerweg 73a behoudt de reguliere w o o n b e s t e m m i n g en hieraan w o r d t 196 m2 toegevoegd, conform de huidige situatie en eigendomsgrens t . n . v . de heer G. W i j n n e ; Tussen de woning Oude Harderwijkerweg 73a én de bedrijfsuitbreiding b l i j f t een buffer á 840 m2 behouden met een agrarische b e s t e m m i n g . NB. Het is het bedrijf bekend dat deze gronden niet gebruikt mogen worden voor bedrijfsactiviteiten, anders dan t.b.v. agrarische bedrijfsvoering. Voorgeste l d wordt om aan deze 'buffer' een Tuin-bestemming toe te kennen omdat van een puur agrarisch gebruik in de praktijk waarschijn l ijk geen sprake zal zijn.
Met betrekking t o t de nu voorliggende ontwikkeling k a n , in aansluiting op wat is g e r a p p o r t e e r d op het eerdere verzoek ( a m b t e l i j k rapport d . d . 1 0 - 1 0 - 2 0 1 4 ) , worden vermeld dat deze niet ' L a d d e r p l i c h t i g ' is. Hierover is advies ingewonnen bij Stee Groep BV. Wel dient duidelijk opgenomen te worden dat de uitbreiding aan bebouwingsmogelijkheden maximaal 400 m2 bedraagt en dat g e b r u i k s m o g e l i j k h e d e n scherp worden afgebakend. In dit geval kan verwezen worden naar de uitspraak van de Raad van State nr. 2 0 1 3 0 6 1 8 3 / 1 / R 3 . De hernieuwde aanvraag om wijziging van het bestemmingsplan is acceptabel en planologisch aanvaardbaar. Het betreft een bestaand bedrijf; u i t k o o p / u i t p l a a t s i n g is financieel niet realistisch. Het bedrijf zal op de huidige locatie gevestigd blijven en dient daar voor de komende 10 j a r e n voldoende mogelijkheden te h e b b e n / k r i j g e n om b e d r i j f s m a t i g gezond te b l i j v e n . Omdat het verzoek aan de gemeenteraad is en gericht en de raad het bestuursorgaan is dat bestemmingsplannen vaststelt, wordt voorgesteld o m het onderwerp te agenderen voor de raadscommissie RO met het voorstel in principe in te stemmen met het hernieuwde verzoek van Autobedrijf Wijnne. Communicatieparagraaf Het doorlopen van een bestemmingsplanprocedure kent een zelfstandige proces met de nodige publicaties e t c , waarbij een ieder t . z . t . de gelegenheid k r i j g t om (zonodig) zienswijzen bij de gemeenteraad in te dienen. Financiële paragraaf N.v.t. Voor het in behandeling van het wijzigīngsverzoek betaald de i n i t i a t i e f n e m e r een tarief op grond van de Legesverordening 2 0 1 5 . Risicoparagraaf N.v.t. Met de initiatiefnemer zal t . z . t . een planschadevergoedingsovereenkomst worden gesloten.
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Concept r a a d s v o o r s t e l ; Concept raadsbesluit; Hernieuwde aanvraag van A u t o b e d r i j f Wijnne d . d . 2 1 j u l i 2 0 1 5 ; Brief van A u t o b e d r i j f Wijnne aan bewoners Bijenkamp 2,3 en 5 d . d . 13 juni 2015 + notulen b i j e e n k o m s t d . d . 30 april 2 0 1 5 ; Tekening t e r r e i n i n r i c h t i n g van R. van Dorp d . d . 2 8 - 0 8 - 2 0 1 5 ; Uitwerking 'Ladder voor d u u r z a m e v e r s t e d e l i j k i n g ' door Buro Hoogstraat d . d . 14 j u l i 2 0 1 5 ; a. NB. Deze is niet actueel (meer) i.v.m. l aatst gewijzigd l p an d.d. 28-08-2015. Second opinion uitwerking Ladder voor a u t o b e d r i j f Hoge Enk, door Stee Groep BV d . d . 2 s e p t e m b e r 2015. A m b t e l i j k e rapportage (in pdf.) d.d. 1 0 - 1 0 - 2 0 1 4 op eerder verzoek d . d . 29 september 2 0 1 4 ;
3
Aan bewoners Bijenkamp: Dhr. J. Zwep, Bijenkamp 3 Hoge Enk Dhr. G.J. Klompenburg, Bijenkamp 5 Hoge Enk Mevr. A.A.G. Bakker, Bijenkamp 2 Hoge Enk
Doornspijk, 13 Juni 2015
Geachte buren,
Aangezien u gehoor gegeven heeft aan een uitnodiging bij ons op het bedrijf voor een toelichting op de aanvraag voor uitbreiding bestemmingsplan locatie Oude Harderwijkerweg 73 doen wij u dit schrijven toekomen. Bijgevoegd de notulen van de bijeenkomst d.d. 30 april. We spraken af dat u gedurende 2 weken de tijd had om te reageren op ons voorstel. Slechts dhr. J. Zwep heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Zijn mondelinge verzoek was dat wij het verzoek met betrekking tot de 131 m2 aan de voorkant in zouden trekken. In dat geval zou hij geen bezwaar maken met de verdere uitbreiding aan de zijkant. Op verzoek van dhr. G.J. Klompenburg tijdens het overleg hebben wij besloten in de aanvraag het bouwvlak terug te trekken in een rechte lijn. In tweede bijlage treft u een copie aan van de hernieuwde aanvraag.
Op wijziging aanpassing bouwvlak na zien wij geen aanleiding het plan op andere punten aan te passen. Helaas bereiken we hiermee met dhr. Zwep geen volledige overeenstemming. Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van dit schrijven dan horen we dit graag.
Met vriendelijke groet,
Hennie Verkruyssen- Wijnne Autobedrijf Wijnne
C.C. College B en W; Dhr. J. Polinder
Notulen bijeenkomst 30 april
Aanwezig: Dhr. J. Zwep, Bijenkamp 3 Hoge Enk Dhr. G.J. Klompenburg, Bijenkamp 5 Hoge Enk Mevr. A.A.G. Bakker, Bijenkamp 2 Hoge Enk
Dhr. G.J. Wijnne, Autobedrijf Wijnne Mevr. H. Wijnne, Autobedrijf Wijnne
Dhr. J.L. Wierda, Buro Hoogstraat bv Olst
In het kort zijn de aanleiding en het doel van de bijeenkomst toegelicht. De aanleiding van deze bijeenkomst is dat de raadscommissie in het najaar van 2014 opdracht heeft gegeven om voordat medewerking kan worden verleend aan de uitbreiding van Autobedrijf Wijnne overleg met de omwonenden dient plaats te vinden. Het doel is om de omwonenden te informeren over de laatste stand van zaken. Hiertoe zijn de naaste buren van het autobedrijf uitgenodigd. Een aantal hebben te kennen gegeven dat ze geen problemen hebben met de ontwikkelingen rondom het bedrijf en niet te komen. Van anderen (de meesten) is geen afmelding ontvangen. Na de inleiding is een tekening op tafel gelegd waarop globaal de uitbreidingsplannen van het autobedrijf zijn ingetekend. Deze tekening is ook in het overleg met de wethouder van 14 april 2015 besproken. Met dit plan is rekening gehouden met de lopende handhavingszaak, de geldende milieurichtlijnen en de landschappelijke inpassing. De reacties hierop waren over het algemeen positief, omdat de uitbreiding van het bedrijf zich hoofdzakelijk aan de achterzijde bevind. Alleen de heer Zwep heeft bezwaar tegen de geringe uitbreiding (ca. 130 m2) aan de voorzijde. Hier is tegen in gebracht dat met deze uitbreiding wordt voldaan aan de geldende milieurichtlijnen (30 m). Verder zijn een aantal andere punten naar voren gebracht die de uitbreiding beter inpasbaar maken voor omwonenden:
-
-
Inperken bouwmogelijkheden voor een showroom aan de voorzijde van het perceel, eventueel door een verschuiving van een deel van het bouwvlak van de voorkant naar de zijkant; Plaatsing van lichtmasten en hinder van licht; Landschappelijke inpassing.
De tekening is meegegeven aan de buren. Afgesproken is dat zij met een reactie hierop terugkomen. Verder is afgesproken dat indien er ontwikkelingen of stappen worden gemaakt de omwonenden worden geïnformeerd.
Buro Hoogstraat Kerkplein 5 8121 BM Olst T 0570 563083
Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk
Opdrachtgever: Autobedrijf Wijnne
Projectcode: ABW00115
Project: Elburg inrichtingplan en onderbouwing Autobedrijf Wijnne in Doornspijk Datum: dinsdag 14 juli 2015
Status:
Referentie: ABW00115\150609_111449_RAPPORT LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING
Naam JOOSTW
Paraaf
Datum dinsdag 14 juli 2015
Inhoudopgave 1. Inleiding .................................................................................................. 3 1.1 Aanleiding ............................................................................................... 3 1.2 Wettelijk kader ........................................................................................ 3 1.3 Werking ‘Ladder voor Duurzame verstedelijking’ ................................................. 4 1.4 Leeswijzer .............................................................................................. 4 2. Bestaande situatie ...................................................................................... 5 2.1 Inleiding ................................................................................................. 5 2.2 Ligging plangebied ..................................................................................... 5 2.3 Geldend bestemmingsplan ........................................................................... 5 2.4 Activiteiten van het autobedrijf ..................................................................... 6 3. Voorgenomen ontwikkelingen ......................................................................... 7 3.1 Inleiding ................................................................................................. 7 3.2 Toekomstige situatie .................................................................................. 7 3.3 Gevolgen voor het bestemmingsplan ............................................................... 8 4. Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ ............................................... 9 4.1 Inleiding ................................................................................................. 9 4.2 Bestaand stedelijk gebied ............................................................................ 9 4.3 Nieuwe stedelijk ontwikkeling ....................................................................... 9 4.3.1 Uitspraak 201401648/1/R1 ......................................................................... 9 4.3.2 Uitspraak 201306183/1/R3 ........................................................................ 10 4.4 Conclusie ............................................................................................... 10 5. Conclusie ................................................................................................ 12
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
2
1. Inleiding 1.1 Aanleiding Autobedrijf Wijnne, gevestigd aan de Oude Harderwijkerweg 73 op de Hoge Enk in de gemeente Elburg, heeft de ambitie om het perceel waarop het bedrijf is gevestigd aan te passen zodat een gezonde en efficiënte bedrijfsvoering voor de komende jaren verzekerd is. Onderdeel van de toekomstplannen is uitbreiding van het oppervlak ten behoeve van de verkoop van auto’s op het agrarische perceel ten oosten van het autobedrijf. Het autobedrijf is hiertoe al geruime tijd in gesprek met zowel de gemeente Elburg als omwonenden van het bedrijf. Omdat er sprake is van uitbreiding van het autobedrijf, kan de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ een belangrijke rol spelen bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor het terrein van het autobedrijf. In dit document wordt op voorhand onderzocht welke consequenties de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ heeft voor de voorgenomen ontwikkelingen.
1.2 Wettelijk kader Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd en is de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ daaraan toegevoegd. Overheden dienen op grond van het gewijzigde Bro bij het opstellen van bestemmingsplannen, inpassingsplannen, wijzigings- en uitwerkingsplannen en projectafwijkingsbesluiten nieuwe stedelijke ontwikkelingen te motiveren met behulp van drie opeenvolgende stappen. Deze stappen borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkeling wordt gekomen. De ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ is verankerd in artikel 3.1.6 van het Bro. In de toelichting is deze wijziging als volgt gemotiveerd: ‘Een zorgvuldige benutting van de beschikbare ruimte voor verschillende functies vraagt om een goede onderbouwing van nut en noodzaak van een nieuwe stedelijke ruimtevraag en een zorgvuldige ruimtelijke inpassing van de nieuwe ontwikkeling. Daarom voegt artikel II van dit besluit een tweetal nieuwe leden toe aan artikel 3.1.6 van het Bro, op grond waarvan overheden - indien zij een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk willen maken - standaard een aantal stappen dienen te zetten die borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkeling wordt gekomen. Deze stappen zijn geen blauwdruk voor een optimale ruimtelijke inpassing van alle nieuwe ontwikkelingen. Dat zou voorbij gaan aan de specifieke lokale omstandigheden, die van invloed zijn op de inpassing van ruimte vragende functies en het regionale maatwerk dat de overheden moeten kunnen leveren. De stappen bewerkstelligen dat de wens om een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken, nadrukkelijk wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor de ontwikkelingsbehoefte van een gebied, maar ook met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte, en voor de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt’. De voor ‘Ladder duurzame verstedelijking’ is geen blauwdruk voor een optimale ruimtelijke inpassing van alle nieuwe ontwikkelingen, maar bewerkstelligt dat de wens om in een nieuwe stedelijke ontwikkeling te voorzien aan de hand van het toetsingskader van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro nadrukkelijk in de plantoelichting wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor de ontwikkelingsbehoefte van een gebied en met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte en de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt. De stappen schrijven geen vooraf bepaald resultaat voor, omdat het optimale resultaat moet worden beoordeeld door het bevoegd gezag dat de regionale en lokale omstandigheden kent en de
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
3
verantwoordelijkheid draagt voor de ruimtelijke afweging met betrekking tot die ontwikkeling. Definities In artikel 1.1.1 Bro worden voor de uitwerking van de ‘Ladder’ relevante begrippen gedefinieerd. De twee meest relevante begrippen zijn ‘nieuwe stedelijke ontwikkeling’ en ‘bestaand stedelijk gebied’, de definities hiervoor luiden: stedelijke ontwikkeling: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen; bestaand stedelijk gebied: bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur. Jurisprudentie In een aantal recente uitspraken heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State deze definities nader uitgewerkt. Zo is in een aantal zaken concreet bepaald wat een ‘nieuwe stedelijke ontwikkeling’ is. Aard en omvang van de ontwikkeling spelen hierbij een rol. Verder is de definitie van ‘bestaand stedelijk gebied’ nader uitgewerkt met verwijzingen naar de oorspronkelijke bestemmingen in het geldende bestemmingsplan.
1.3 Werking ‘Ladder voor Duurzame verstedelijking’ De ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ bestaat uit drie treden. Trede 1 vraagt de regionale ruimtevraag (kwantitatief én kwalitatief) voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen te bepalen. Kort gezegd is de vraag gelijk aan de behoefte minus het aanbod (in plannen én in de bestaande voorraad met eenzelfde kwaliteit als de gevraagde kwaliteit). Met de regionale ruimtevraag in beeld kan worden beoordeeld of een voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Zo ja, dan is trede 2 aan de orde. Trede 2 motiveert of de beoogde ontwikkeling plaats kan vinden binnen het bestaand stedelijk gebied. Dit kan door op lege plekken de ruimte ‘in te vullen’, een andere bestemming te geven aan een gebied, door herstructurering van bestaande terreinen of door transformatie van bestaande gebouwen of gebieden. De motivering vraagt om te inventariseren wat de potentiële ontwikkelingslocaties zijn waar in de behoefte kan worden voorzien en om een inschatting van de (financiële) haalbaarheid daarvan. Kan de vraag volledig opgevangen worden binnen bestaand gebied dan is de ladder succesvol doorlopen en is de motivering na de afronding van deze stap klaar. Wanneer de regionale ruimtevraag niet of niet geheel binnen bestaand stedelijk gebied opgevangen kan worden, is trede 3 aan de orde. Trede 3 vraagt om een locatie te zoeken die multimodaal ontsloten wordt of kan worden.
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de bestaande situatie, waarbij de planologische, ruimtelijke en de bedrijfsmatige situatie worden beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de voorgenomen ontwikkelingen. In hoofdstuk 4 wordt de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ op trede uitgewerkt. De voorgenomen ontwikkelingen worden in dit hoofdstuk tevens in het juridische kader van de in paragraaf 1.2.1 genoemde definities geplaatst. Het document wordt in hoofdstuk 5 afgesloten met een beknopte conclusie, waarin onder meer de een aantal uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan voor het autobedrijf worden gegeven.
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
4
2. Bestaande situatie 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de bestaande situatie met betrekking tot het autobedrijf. Zo komen de ruimtelijke en de planologische situatie aan bod en wordt een beschrijving gegeven van de activiteiten van het bedrijf.
2.2 Ligging plangebied Het autobedrijf is gevestigd op de Hoge Enk, een dorp dat circa twee kilometer ten zuiden van Elburg ligt. Het perceel van het bedrijf ligt langs de noordelijke rand van het dorp aan de Oude Harderwijkerweg. Het perceel wordt aan de noord- en oostzijde omgeven door agrarisch gebied. Aan de westzijde grenst het perceel aan het woonbuurtje langs de Bijenkamp en aan de zuidoostzijde aan een rij vrijstaande woningen van grotendeels agrarische oorsprong.
Ligging van het plangebied in de bebouwingskern van Hoge Enk.
2.3 Geldend bestemmingsplan Het plangebied ligt op de grens van het bestemmingsplan 'Doornspijk en Hoge Enk' en het bestemmingsplan 'Buitengebied Elburg 2012', beide van de gemeente Elburg. Beide bestemmingsplannen zijn vastgesteld op 24 juni 2013. Voor het plangebied geldt grotendeels de bestemming 'Bedrijf', waar bedrijven in de categorie 1 en 2 van de VNG Bedrijvenlijst zijn toegestaan. Voor de noordrand van het plangebied geldt de bestemming 'Tuin'. Ter plekke van deze bestemming zijn tuinen met daaraan onderschikt nuts- en groenvoorzieningen toegestaan. Tevens geldt voor het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'.
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
5
Het terrein ten westen, noorden en oosten van het bedrijf heeft de bestemming ‘Agrarisch met waarden’.
Planologische situatie ter plekke van het plangebied.
2.4 Activiteiten van het autobedrijf Autobedrijf Wijnne is een merkonafhankelijk autobedrijf met vestigingen in Hoge Enk en Nijmegen. Het bedrijf richt zich op de verkoop van gebruikte en nieuwe auto’s en beschikt in beide vestigingen over een moderne werkplaats voor onderhoud en reparatie van alle automerken. Daarnaast beschikt het bedrijf over een werkplaats voor schadeherstel. Autobedrijf Wijnne is gespecialiseerd in de verkoop van jong gebruikte auto’s. Het specialisme richt zich op auto’s tot 80.000 kilometer en van maximaal 5 jaar oud. Met name de hoge aantallen verkopen voor de helft particulier maar ook een handelsfunctie voor andere vaak kleinere universele autobedrijven die zelf niet de ingangen en aankoopkanalen hebben in de regio maakt het een specifieke bedrijf. Autobedrijf Wijnne is aangesloten bij branchevereniging voor autobedrijven BOVAG. In Nederland zijn ongeveer 3.400 autobedrijven aangesloten bij de BOVAG. Daarnaast is het autobedrijf aangesloten bij Bosch Car Service. Deze formule hanteert richtlijnen die erop neer komen dat er in een landelijk gebied zoals het noordelijke deel van de Veluwe per regio slechts ruimte is voor één Bosch Car Service-vestiging. Met de formule heeft het autobedrijf toegang tot software, trainingen en opleiding op een hoog niveau waarmee het bedrijf ‘het’ alternatief is voor de dealer. Deze formule sluit goed aan bij het segment van de ‘jong gebruikte auto’ dat door het autobedrijf wordt bediend met hun in toenemende mate specifieke software problematiek.
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
6
3. Voorgenomen ontwikkelingen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden op beknopte wijze de voorgenomen ontwikkelingen beschreven.
3.2 Toekomstige situatie De voorgenomen ontwikkelingen bestaan kortweg uit een uitbreiding van het bedrijf met 2.377 m² aan de voor-, zij en achterkant van het huidige bedrijfsperceel. Deze uitbreiding valt uiteen in drie deelgebieden. De uitbreiding van deelgebied a en b (voor- en achterkant) vindt plaats binnen de huidige bestemming ‘Tuin’ en hebben een oppervlakte van respectievelijk 131 en 531 m². Uitbreiding van deelgebied c (zijkant) vindt plaats binnen de huidige bestemming ‘Agrarisch met waarden’ en heeft een oppervlakte van 1.715 m². Met deze uitbreiding worden nieuwe verharding aan het bestaande toegevoegd en worden geen nieuwe bebouwingsmogelijkheden gecreëerd.
Uitbreidingsplan voor Autobedrijf Wijnne.
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
7
De uitbreidingen ter plekke van de deelgebieden a en b hebben tot doel het bestaande, in strijd met het geldende bestemmingsplan zijnde, gebruik te legaliseren. De uitbreiding ter plekke van deelgebied c heeft tot doel een toekomstige gezonde en efficiënte bedrijfsvoering voor het autobedrijf te generen door het oppervlakte ten behoeve van de verkoop van auto’s.
3.3 Gevolgen voor het bestemmingsplan Om de gewenste uitbreiding te kunnen realiseren dient ter plekke van de deelgebieden a en b de bestemming ‘Tuin’ gewijzigd te worden in de bestemming ‘Bedrijf’. Ter plekke van deelgebied c dient de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ gewijzigd te worden in de bestemming ‘Bedrijf’. De invulling van de bestemming ‘Bedrijf’ wordt toegespitst op het gebruik ten behoeve van het autobedrijf. Hierbij wordt zo veel mogelijk aangesloten op de huidige planologische regeling.
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
8
4. Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aan de hand van de treden de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ voor de voorgenomen ontwikkeling uitgewerkt.
4.2 Bestaand stedelijk gebied Uitgaande van de definitie voor ‘bestaand stedelijk gebied’ uit het Bro en de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan worden gesteld dat de uitbreiding met de deelgebieden a en b (gezamenlijk 662 m²) plaatsvinden in bestaand stedelijk gebied. Van de uitbreiding ter plekke van deelgebied c (1.715 m²) vindt plaats buiten bestaand stedelijk gebied, namelijk ter plekke van de bestemming ‘Agrarisch met waarde’.
4.3 Nieuwe stedelijk ontwikkeling Alvorens de ‘Ladder’ uit te werken dient eerst de vraag beantwoord te worden of de voorgenomen ontwikkeling is aan te merken als een ‘nieuwe stedelijke ontwikkeling’ in de zin van artikel 1.1.1 Bro. Volgens de definitie in artikel 1.1.1 Bro is er sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling indien een bestemmingsplan of ander ruimtelijk voorziet in de ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. In recente jurisprudentie heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een ondergrens bepaald wanneer er bij uitbreiding of nieuwvestiging van een bedrijventerrein sprake is van een stedelijke ontwikkeling of niet. In dit kader zijn een aantal uitspraken relevant. Deze worden hieronder in aparte paragrafen kort behandeld. 4.3.1 Uitspraak 201401648/1/R1 Het bestemmingsplan voorziet in een long stay parkeerplaats ten behoeve van de stalling van opleggers van een goederenwegvervoerbedrijf. Het plangebied ligt ten noorden van het bestaande bedrijventerrein. Het plan voorziet in een verharding van gronden met een oppervlak van ongeveer 20.700 m² voor de beoogde long stay parkeerplaats en daarmee in een wijziging van de agrarische functie naar een bedrijfsfunctie. Aan de gronden is de bestemming ‘Bedrijf’ toegekend. Tegen het besluit van de raad wordt ingebracht dat het plan is vastgesteld in strijd met artikel 3.1.6 van het Bro. De raad stelt zich op het standpunt dat het bestemmingsplan niet voorziet in een stedelijke ontwikkeling zoals bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro, omdat het bestemmingsplan niet voorziet in bebouwing. De afdeling stelt dat, gelet op de voorziene wijziging van de agrarische functie van de gronden naar een long stay parkeerplaats ten behoeve van een goederenwegvervoerbedrijf alsmede de aanzienlijke omvang van die parkeerplaats, terecht wordt betoogd dat het bestemmingsplan voorziet in een stedelijke ontwikkeling zoals bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro. De omstandigheid dat de ontwikkeling een uitbreiding van een bestaand bedrijventerrein betreft, maakt dit niet anders. Voor zover de raad betoogt dat de voorziene ontwikkeling niet kan worden aangemerkt als een stedelijke ontwikkeling, omdat nagenoeg geen bouwmogelijkheden zijn voorzien, wordt door de Afdeling overwogen dat deze omstandigheid er niet aan afdoet dat de voorziene functiewijziging een stedelijke ontwikkeling is. De agrarische gronden kunnen voortaan immers worden gebruikt ten behoeve 14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
9
van de bedrijfsactiviteiten van het goederenwegvervoerbedrijf. Er wordt in dit verband dan ook terecht betoogd dat het toetsingskader van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro onvoldoende in de plantoelichting is betrokken, zodat het bestemmingsplan in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro is vastgesteld, waarmee het betoog slaagt. Conclusie In deze uitspraak zijn de volgende aspecten van belang: - wijziging van de agrarische functie van de gronden naar een long stay parkeerplaats; - de aanzienlijke omvang van de parkeerplaats van 20.700 m²; - geen bouwmogelijkheden. De eerste twee aspecten maken dat, volgens de afdeling, de voorgenomen ontwikkeling, ondanks dat er geen nieuwe bebouwing mogelijk wordt gemaakt, aan te merken valt als een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de definitie in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro. 4.3.2 Uitspraak 201306183/1/R3 Het bestemmingsplan voorziet in gebruiksmogelijkheden voor een bedrijf en in bouwmogelijkheden voor een bedrijfsgebouw ter plaatse van de percelen Krompatte (ongenummerd), ten zuiden van de kern Enter. Tegen het besluit van de raad wordt ingebracht dat het plan is vastgesteld in strijd met artikel 3.1.6 van het Bro. De Afdeling stelt dat het begrip ‘bedrijventerrein’ in de omschrijving van het begrip ‘stedelijke ontwikkeling’ in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro niet nader is gedefinieerd in het Bro. Voorts ontbreekt in de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling (nota van toelichting; Stb. 2012, 388) een toelichting op de definitiebepaling van het begrip stedelijke ontwikkeling. Verder stelt de Afdeling dat het plan voorziet met de bestemming ‘Bedrijf’ in het gebruik voor onder meer bedrijfsdoeleinden van de percelen en ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’ in een bedrijfsgebouw met een oppervlakte van maximaal 400 m². Het plandeel met de bestemming ‘Bedrijf’ heeft een oppervlakte van ongeveer 2.360 m². Gelet op de kleinschalige bedrijfsbebouwing die het plan mogelijk maakt en de beperkte omvang en de beperkte gebruiksmogelijkheden van het plandeel met de bestemming ‘Bedrijf’, is de Afdeling van oordeel dat de raad er in dit geval terecht vanuit is gegaan dat het plan niet voorziet in een bedrijventerrein of een andere stedelijke voorziening als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro. De in het plan voorziene ontwikkeling kan dan ook niet worden aangemerkt als een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in deze bepaling van het Bro, zodat artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro niet van toepassing is. Het betoog dat het plan in strijd met artikel 3.1.6 van het Bro is vastgesteld faalt. Conclusie In deze uitspraak zijn de volgende aspecten van belang: - kleinschalige bedrijfsbebouwing met een maximale oppervlakte van 400 m²; - beperkte omvang van het plandeel met de bestemming ‘Bedrijf’ van circa 2.360 m²; - beperkte gebruiksmogelijkheden van het plandeel met de bestemming ‘Bedrijf’. Deze aspecten maken dat, volgens de afdeling, de voorgenomen ontwikkeling niet is aan te merken als een bedrijventerrein of een andere stedelijke voorziening als bedoeld in de definitie in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro.
4.4 Conclusie In algemene zin kan worden gesteld dat de nieuwvestiging of uitbreiding van een bedrijf met een beperkte omvang, met beperkte bebouwings- en gebruiksmogelijkheden niet is aan te merken als een stedelijke ontwikkeling. Deze lijn wordt met name gevolgd in de laatste uitspraak.
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
10
In de eerste uitspraak wordt juist de omvang van de uitbreiding van 20.700 m² door de Afdeling van belang geacht om deze ontwikkeling als een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de definitie in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro te beschouwen. In de tweede uitspraak wordt er door de afdeling op gewezen ondanks dat er per saldo geen sprake is van een toename aan bedrijventerrein er toch sprake is van een stedelijke ontwikkeling ter plekke van de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein. Wellicht dat de voorgenomen ontwikkeling als gevolg van de toegekende bestemming ‘Bedrijventerrein’ direct aansluit op de definitie van het begrip ‘stedelijke ontwikkeling’ als bedoeld in de definitie in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro.
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
11
5. Conclusie De derde uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State sluit goed aan bij de voorgenomen ontwikkeling van Autobedrijf Wijnne. Het autobedrijf wordt uitgebreid met een totale oppervlakte 2.377 m². De uitbreiding van de bestemming ‘Bedrijf’, ten koste van de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ (buiten bestaand stedelijk gebied) bedraagt 1.715 m². Er worden geen nieuwe bebouwingmogelijkheden gecreëerd. De gebruiksmogelijkheden van het perceel worden middels een specifieke aanduiding beperkt tot autobedrijf. In die zin is, de uitspraak van de Afdeling volgend, er geen sprake van een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de definitie in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro. Derhalve is een uitwerking van de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ in een nieuw bestemmingsplan voor het autobedrijf niet van toepassing.
14 juli 2015 | Uitwerking ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ Autobedrijf Wijnne Hoge Enk | Buro Hoogstraat bv, Olst
12
Ben W -
advies
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
J. Polinder
Domein
Ruimte
Advies van
André Sinke
Datum advies
3-9-2015
Advies O.R.
Nee
I.o.m.
A r j a n Bruijnes - Financieel adviseur
I.o.m. wijkcontactambtenaar
Nee
w Beslissing d . d .
5-9-2015
Nummer
G w
Conform v o o r s t e l .
Besluit
Openbaar
Persbericht
Nee
Commissie
Nee
Raad
Ja
Ter kennisname
Onderwerp Grondverkoop Broeklanden Voorstel Over gaan t o t 1. verkoop van de percelen b e d r i j v e n t e r r e i n gelegen aan de B r o e k l a n d s t r a a t en de Moerasstraat cf. bijgaande concept u i t g i f t e o v e r e e n k o m s t e n ; 2. reserveren van het perceel aan De Rietkraag cf. bijgaande concept brief; 3. v e r h u u r van het perceel aan de Moerasstraat cf. bijgaande concept o v e r e e n k o m s t . 4. aan de raad t e r kennisname v o o r l e g g e n . Toelichting
Vanmorgen 3 september 2015 is er opnieuw gesproken met Jan Bakker, ( t r a n s p o r t - ) o n d e r n e m e r uit Oldebroek, over de eventuele verkoop van enkele percelen b e d r i j v e n t e r r e i n , gelegen op Broeklanden (De Rietkraag, Broeklandstraat en Moerasstraat). Eerdere besprekingen over dit onderwerp hebben plaatsgevonden in april 2 0 1 5 . Op het toenmalige bod van Jan Bakker (afgerond 16,4 7o lager dan grondprijs cf. de vastgestelde exploitatieopzet) is destijds door de v e r a n t w o o r d e l i j k wethouders in principe positief gereageerd. De onderhandelingen zijn beëindigd o m d a t Jan Bakker ook met de gemeente Oldebroek aan tafel zat en er voor koos de vrachtwagens en kantoor, weliswaar op twee locaties, in Oldebroek te willen houden. De planologische haalbaarheid van de locatie in het b u i t e n gebied (vrachtwagens) blijkt nu echter onder druk te staan. Er wordt nu t e r u g g e k o m e n op zijn eerder genomen besluit. 0
Jan Bakker deelde vandaag mee dat hij alsnog bereid is de volgende percelen grond af te nemen en kwam met het volgende v o o r s t e l : 1.
2.
3.
Voor de stalling van vrachtwagens: de twee kavels b e d r i j v e n t e r r e i n gelegen aan de Broeklands t r a a t , respectievelijk ter grootte van 4.000 m2 en 3.531 m 2 . Akte passeren binnen de normaal gebruikelijke voorwaarden (ca. 2 maanden) Een kavel b e d r i j v e n t e r r e i n gelegen aan de Moerasstraat ter grootte van 3.101 m 2 . Deze kavel wordt binnen u i t e r l i j k twee j a a r a f g e n o m e n . Dus een k o o p o v e r e e n k o m s t opstellen met u i t g e stelde levering en betaling. Deze kavel wil hij echter op zeer korte t e r m i j n , vooruitlopend op de akte van o v e r d r a c h t (juridische levering) al wel in gebruik nemen voor de opslag van gefreesd asfalt. Tot 1 m a a r t 2016 optie op een kavel b e d r i j v e n t e r r e i n aan De Rietkraag, g r o o t 2.430 m2 voor de bouw van een kantoor, werkplaats c a . Dit in afwachting van de planologische haalbaarheid op een locatie in Oldebroek e n / o f bedrijfskeuze van de o n d e r n e m e r .
Condities: » «
het oorspronkelijke bod (april 2 0 1 5 ) van e 1,7 miljoen voor 3 percelen b l i j f t g e h a n d h a a f d . hij is bereid in totaal C 1,2 miljoen te betalen voor de onder 1 en 2 genoemde kavels b e d r i j v e n terrein;
« «
zijn aanbod geldt t o t 10 september 2015 o m 12.00 u u r ; indien de g e m e e n t e Elburg akkoord gaat, wil hij per 14 september 2015 al gebruik maken van de onder 2 genoemde kavel. Vanaf deze d a t u m worden de werkzaamheden g e s t a r t om delen van de Zuiderzeestraatweg Oost en West van nieuw asfalt voorzien. Het hiervoor eerst te v e r w i j d e r e n asfalt kan hij goed gebruiken als fundering voor het op de kavels onder 2 aan te leggen p a r k e e r t e r r e i n . Daarna kan het t e r r e i n zich zetten en zal het m e t klinkers worden bestraat; hij wenst de kavels door drie verschillende kopers laten afnemen (Jan Bakker Beheer, Jan Bakker T r a n s p o r t , Jan Bakker p r i v é ) . Tenaamstelling moet in nader overleg met Jan Bakker u i t g e w e r k t worden in de definitieve o v e r e e n k o m s t .
«
Beoordeling van het v o o r s t e l : De hierboven genoemde percelen op het b e d r i j v e n t e r r e i n Broeklanden zijn v r i j van afspraken en dus in principe beschikbaar. Intussen is de herziening van het bestemmingsplan Broeklanden 2015 onherroepelijk geworden (16 j u l i 2 0 1 5 ) . De vastgestelde g r o n d p r i j s van de genoemde percelen, allen deel u i t m a k e n d van het perceel kadastraal bekend g e m e e n t e Elburg Sectie nr. 5 8 0 , b e d r a a g t : Perceel 1 ca. 7 5 3 1 m à C 1 5 0 , - - = e 1 . 1 2 9 . 6 5 0 , - - excl. B T W ^ min 16,4^0 k o r t i n g = e 944.387,40 Perceel 2 ca. 3 1 0 1 m à C 1 5 0 , - - = C 4 6 5 . 1 5 0 , - - excl. B T W ^ min 16,4 Xo k o r t i n g = ĉ 388.865,40 Subtotaal te ve rkope n pe rce le n (afge rond) e 1.333.252,80 Perceel 3 ca. 2430 m à C 1 8 0 , - - = C 4 3 7 . 4 0 0 , - - e xcl. B T W ^ min 16,4^0 k o r t i ^ g = e 365.666,40 Totaal C 1.698.919,20 Bod be draagt ĉ 1.700.000,-2
2
0
2
Verschil door afronding (te ve rhale n via he t pe rce e l in o p t i e )
C
1.080,80
De m o t i v e r i n g voor e e n lage re g r o n d p r i j s kan worde n b e a r g u m e n t e e r d vanuit de c o m m e r c i ë l e kant me t name de boe kwaarde van dit comple x van de g r o n d e x p l o i t a t i e . De boe kwaarde be draagt pe r 3 1 december 2014 C 1.381.448.
2
Deze boekwaarde zal dit j a a r oplopen in verband met het woonrijp maken en andere kosten (o.a. uren) in het complex. De raming hiervoor bedraagt C 4 5 0 . 0 0 0 . Totaal geraamde boekwaarde is dan afgerond C 1.830.000. De korting op de grondprijs (voor kavels 1 en 2) heeft voor de exploitatie als gevolg dat het g e r a a m d resultaat afgerond uiteindelijk C 30.000 minder positief wordt doordat de geplande uitgifte naar voren gehaald wordt t . o . v . de planning in de exploitatie. Een tweede a r g u m e n t is dat er een grote oppervlakte in een keer wordt afgenomen waarbij het gaat om twee percelen welke zich, door de grote diepte (87 m ) , niet g e m a k k e l i j k laten opknippen in k l e i n e r e . Bij opknippen ontstaat per perceel een lange pijpenla en het risico op de afzetbaarheid van de kavels w o r d t g r o t e r . Een mogelijk alternatief is een insteekweg maar dat gaat ten koste van te verkopen t e r r e i n w a t ook nog aangelegd moet w o r d e n . Dubbele kosten zijn het gevolg ( m i n d e r opbrengst grond en meer kosten aanleg en onderhoud voor die g r o n d ) . Afzetbaarheid is in deze t i j d overigens toch al een risico door a a n m e r k e l i j k verminderde v r a a g . Gezien de grote af te nemen oppervlakte (meer dan 5.000 m ) is er een derde a r g u m e n t aan te voeren voor een aangepaste g r o n d p r i j s . Het bestemmingsplan gaat als basis uit van kavels van max. 5.000 m . 2
2
Dit kan als standaard gezien worden en dat geldt dan ook voor de vastgestelde g r o n d p r i j s . Toetsing van het bestemmingsplan geeft aan dat vestiging van het t r a n s p o r t b e d r i j f mogelijk is. Er kan conform artikel 3 . 3 . 1 . van de bestemmingsregels (handelend over de g r o n d o p p e r v l a k t e van een bouwperceel) afgeweken worden van het bepaalde in artikel 3 . 2 . 1 . onder c van de b e s t e m m i n g s r e g e l s . Een perceel met een g r o n d o p p e r v l a k t e van meer dan 5.000 m doch maximaal 7.500 m is m o g e l i j k , mits dit voor een doelmatige inrichting of verkaveling gewenst is. 2
2
Gezien de wens om het onder 2 genoemde perceel (aan de Moerasstraat) t i j d e l i j k te gebruiken voor de opslag van gefreesd asfalt kan dit perceel het beste v e r h u u r d w o r d e n . Wel dient de heer Bakker voor het toepassen van dit materiaal het te laten keuren of het aan de eisen voor de beoogde toepassing voldoet. Voor de huursom kan worden uitgegaan van de waarde van de grond en het rentepercentage wat als basis gerekend w o r d t voor erfpachten en dit bedraagt 1,85 zb. Op basis hiervan is de h u u r s o m dan afgerond C 7 . 2 0 0 , - - per j a a r . 0
Het perceel gelegen aan De Rietkraag k a n , ingaande 14 september 2015 t o t 1 m a a r t 2016 gereserveerd conform bijgaande concept brief. Uiterlijk 10 september 2015 12.00 uur reactie aan de heer Bakker geven en daarna zullen de concept o v e r e e n k o m s t e n in overleg m e t de heer Bakker nader u i t g e w e r k t en ondertekend moeten w o r d e n . Gezien de spoed is dit een a f w i j k e n d proces van de normale gang van zaken. Op zich hoeft dat geen bezwaar te z i j n . I n f o r m e r e n raad. Het voorstel voldoet aan nagenoeg alle criteria van de lijst van private rechtshandelingen waarover de raad niet van te voren geïnformeerd hoeft te worden ( d e l e g a t i e ) . Uitzondering is de g r o n d p r i j s o m d a t die niet voldoet aan de door de raad vastgestelde g r o n d p r i j s (er is i m m e r s sprake van k o r t i n g op de door de raad vastgestelde p r i j s ) . Gezien het financiële belang van het voorstel voor de g e m e e n t e (zekere in deze t i j d ) ben ik van mening dat we deze verkoop niet kunnen laten lopen. Bovendien zou er gediscussieerd kunnen worden of het voorstel van zodanig ingrijpende aard is dat de raad van te voren geïnformeerd zou moeten worden alvorens uw college besluit. I k ben van mening dat het voorstel niet van ingrijpende aard is o m d a t het gaat o m het vestigen van een bedrijf op een daartoe bestemd en ingericht perceel. Financiële paragraaf De totale v e r k o o p o p b r e n g s t k o m t ten gunste aan het complex 35 Broeklanden. Een v e r k o o p van een dergelijke o m v a n g heeft een positief effect op de b o e k w a a r d e . Dit heeft vervolgens weer een positief effect op de r e n t e t o e r e k e n i n g in 2 0 1 6 . De h u u r o p b r e n g s t ad C 7.200 per j a a r k o m t eveneens ten goede aan het complex.
3
B en W - advies
I
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
M. Boukema
Domein
Ruimte
Advies van
Simone Kiewiet
Datum advies
14-8-2015
Advies O.R.
Nee
I.o.m. domein(en) I team(s)
Ruimte, team beleid
I.o.m. wijkcontactambtenaar
Nee
\ W
w Beslissing d . d .
25-8-2015
Nummer
w
Conform voorstel.
Besluit
Openbaar
Persbericht
Nee
Commissie
Nee
Raad
Ja
NA
Ter kennisneming
Onderwerp Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg Voorstel 1. 2. 3.
Kennisnemen van het r a p p o r t van de Anteagroup d . d . 16 j u l i 2 0 1 5 , zijnde een actualisatie van het haalbaarheidsonderzoek uit 2012 voor de haven van Elburg; Het r a p p o r t gebruiken als input bij de verdere b e s l u i t v o r m i n g over de uitbreiding van de haven van Elburg. De raad via Ris over dit besluit te i n f o r m e r e n .
1
Toelichting Het project "Havengebied Elburg en o m g e v i n g " is (o.a. voor de cofinanciering in het kader van het Stads- en Regiocontract 2012 - 2105) opgedeeld in een aantal d e e l p r o j e c t e n : 1.
De aanleg van een nieuwe parkeerplaats achter de Havenkade. Dit project is gerealiseerd.
2.
De herinrichting van de huidige parkeerplaats aan de Havenkade. De bouw van een nieuw
3. 4.
sanitairgebouw annex havenkantoor maakt hier deel van uit. De bouw van een hotel aan de Flevoweg, tegenover Veluwe S t r a n d b a d . Het wijzigingsgebied op Kruismaten.
In het kader van het tweede deelproject wordt al geruime t i j d gesproken en onderzoek gedaan naar het uitbreiden van de huidige j a c h t h a v e n . In de vergadering van 9 december 2014 heeft uw college ingestemd met de stedenbouwkundige verkenning van het Gelders Genootschap d . d . 20 oktober 2 0 1 4 , waarin een minimale en maximale uitbreiding van de haven is o p g e n o m e n . Dit plan was voor de Vereniging Havenbelang een belangrijke reden o m het door hen ingestelde beroep tegen de aanleg van de nieuwe parkeerplaats in te t r e k k e n . De gemeente heeft de intentie uitgesproken o m "te onderzoeken of het mogelijk en haalbaar is o m meteen de meest maximale variant van de uitbreiding van de haven te realiseren" maar heeft dat niet toegezegd. In 2012 heeft ingenieursbureau Oranjewoud een rapport uitgebracht over de kostendekkendheid van de haven. In dit kader is ook gekeken naar de behoefte aan het uitbreiden van de haven. Met de resultaten van dit rapport is de gemeente v o o r t v a r e n d aan het werk gegaan. Op dit m o m e n t w o r d t de bestaande haven heringericht om te voldoen aan de vraag naar grotere ligboxen. Ook zijn er vergaande plannen om het innen van de havengelden te digitaliseren. Inmiddels is er op het gebied van de w a t e r s p o r t een en ander v e r a n d e r d . De algemene tendens is dat de groei van de w a t e r s p o r t in Nederland stagneert en dat het vaargedrag v e r a n d e r t . Om goed inzicht te hebben in de huidige o n t w i k k e l i n g e n in de w a t e r s p o r t en de daadwerkelijke behoefte aan meer ligplaatsen in de haven van Elburg, is aan de Anteagroup (voorheen O r a n j e w o u d ) gevraagd om een actualisatie van het rapport uit 2012 met als specifieke opdracht " h e t inzichtelijk maken van de verwachte g r o e i / v r a a g naar ligplaatsen (positief of negatief) in het algemeen en in het bijzonder voor de haven van Elburg, teneinde a n t w o o r d te geven op de vraag of e n , zo j a , in welke mate een uitbreiding van de haven gewenst is". Dit rapport d . d . 16 j u l i 2015 t r e f t u bijgaand aan. In het rapport w o r d t in hoofdstuk 3 ruim aandacht besteed aan de trends in de w a t e r s p o r t . Vervolgens w o r d t ingezoomd op de haven van Elburg. Op verzoek van de Klankbordgroep "Havengebied Elburg en o m g e v i n g " is onderzoek gedaan naar het aantal passanten vanaf 2 0 0 6 . Uit het overzicht b l i j k t dat het aantal bezoekers van de haven van Elburg v r i j constant is. Vanaf 2 0 1 1 is een groei zichtbaar, maar dit heeft vooral de maken m e t het aantal camperaars dat de haven bezoekt. Dit aantal groeit nog steeds, t e r w i j l het aantal passanten gelijk b l i j f t . Dit is in o v e r e e n s t e m m i n g m e t de landelijke t e n d e n s , in die zin, dat in veel havens het aantal passanten daalt. Elburg is en b l i j f t een a a n t r e k k e l i j k e plaats om te v e r b l i j v e n . Dat heeft Elburg met een paar andere havenplaatsen aan de Veluwerandmeren voor op veel andere havens. Die reden, en het feit dat de g e m e e n t e Elburg gaat investeren in de k w a l i t e i t van de haven, onder andere door het realiseren van een nieuw sanitair gebouw en voorzieningen zoals e l e k t r a , water en w i f i , maakt dat een stabilisatie dan wel lichte groei van het aantal passanten realistisch is. In hoofdstuk 6 van het rapport zijn de volgende aanbevelingen o p g e n o m e n : a.
Gelet op het feit dat slechts 1/4 deel van de personen op de w a c h t l i j s t een ligplaats in de haven van Elburg accepteert, vooralsnog niet inzetten op de m a x i m a l e uitbreiding van de j a c h t h a v e n C + 50 l i g p l a a t s e n ) , maar uit te gaan van een behoefte van 56 : 3 = 18 nieuwe ligplaatsen met een kleine uitbreiding naar 24 ligplaatsen. De minimale uitbreiding van de haven kan hierin
b.
voorzien. Onderzoek doen naar de ' h a r d h e i d ' van de huidige w a c h t l i j s t . Dat wil z e g g e n : alle mensen op de w a c h t l i j s t aanschrijven met de vraag of ze op de w a c h t l i j s t willen blijven staan, zo j a , naar
2
wat voor soort ligplaats de belangstelling uitgaat en op welke t e r m i j n ze over een ligplaats c.
d.
willen beschikken. De legesverordening aanpassen in die zin dat het mogelijk is voor het innemen van een plaats op de wachtlijst administratiekosten te v r a g e n , zodat alleen serieuze gegadigden op de wachtlijst staan. Een regeling opstellen (zoals bij het toewijzen van w o n i n g e n ) , waarbij consequenties worden verbonden aan het meerdere malen afwijzen van een passende ligplaats.
Voorgesteld w o r d t kennis te nemen van het rapport van de Anteagroup en deze informatie te gebruiken als input bij de verdere besluitvorming over het uitbreiden van de haven van Elburg. De volgende stap is nu om de financiële haalbaarheid van een minimale dan wel maximale uitbreiding van de haven vast te stellen, rekening houdend met de kostendekkendheid van de haven. Daarvoor is a opdracht verleend aan InTerra. Daarna zal een finale voorstel aan uw college en de gemeenteraad worden v o o r g e l e g d .
Communicatieparagraaf Zowel de raad als de Klankbordgroep "Havengebied Elburg en o m g e v i n g " van dit r a p p o r t op de hoogte stellen. Financiële p a r a g r a a f Niet van toepassing. Risicoparagraaf Niet van toepassing.
3
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
SEQ Part \r0 \h ColofonInhoud Kop 1 Bijlage
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
projectnummer 402714 definitief revisie 02 16 juli 2015
Auteur(s) G. Slats
Opdrachtgever Gemeente Elburg Postbus 70 8080 AB Elburg
Colofon
Colofon
Contactgegevens: Tolhuisweg 57 8443 DV HEERENVEEN Postbus 24 8440 AA HEERENVEEN
E.
[email protected] Copyright © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inhoud
Blz.
1
Inleiding
1
2
Doelstelling
2
3
Trends watersport
3
3.1 3.2
Algemeen Haven Elburg
3 6
4
Ontwikkelingen in Havengebied
8
4.1 4.2 4.3
Ontwikkelingen in de haven Ontwikkelingen rondom de haven Havenuitbreiding
8 9 9
5
Analyse
11
5.1 5.2 5.3 5.4
Categorie-indeling Verwachte groei/vraag naar ligplaatsen Noodzaak tot havenuitbreiding Afweging minimum- en maximumvariant
11 11 13 13
6
Conclusies en aanbevelingen
16
6.1 6.2
Conclusies Aanbevelingen
16 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Inleiding
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
1
Inleiding De gemeente Elburg heeft de haven aan de Flevoweg te Elburg in eigendom en exploitatie. De haven heeft ongeveer 260 ligplaatsen, waarvan 200 vaste ligplaatsen en 60 passantenligplaatsen. De haven ligt gunstig, enerzijds door de directe verbinding met de Veluwerandmeren en anderzijds door de ligging tegen de oude binnenstad van Elburg aan. De haven heeft een goede bezettingsgraad. Nagenoeg alle vaste ligplaatsen zijn bezet. In de haven vinden jaarlijks ruim 17.000 overnachtingen plaats, vanaf 2011 verspreid over boten en campers. Er is een wachtlijst voor vaste ligplaatsen, waarbij er vooral behoefte is aan extra ligplaatsen voor grotere en luxere boten. In de afgelopen jaren bleek de exploitatie van de jachthaven niet kostendekkend. De gemeente Elburg heeft daarom in 2012 aan Ingenieursbureau Oranjewoud opdracht gegeven om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren, waarin de mogelijkheden voor een sluitende exploitatie zijn verkend. In het haalbaarheidsonderzoek zijn oplossingsrichtingen voorgesteld om een kostendekkende bedrijfsvoering te kunnen bereiken. De oplossingsrichtingen zijn vertaald naar mogelijke maatregelen, gericht op het verruimen van bestaande ligboxen, uitplaatsen van de grote rondvaartboot, creëren van nieuwe ligboxen bij de loswal, uitbreiding van de haven op het parkeerterrein en het verhogen van de havengelden voor zowel passanten- als vaste ligplaatsen. Uitgaande van deze maatregelen zijn 4 scenario’s met kostenberekeningen uitgewerkt, namelijk: - Scenario 0: aanpassen havengelden - Scenario 1: meer grote boxen in bestaande haven - Scenario 2: uitplaatsen grote rondvaartboot - Scenario 3: havenuitbreiding Sinds 2012 heeft zich een aantal ontwikkelingen in het Havengebied van Elburg voorgedaan, zoals de aanleg van een nieuw parkeerterrein achter de Havenkade, verkoop van gemeentegrond aan de Industriestraat, hotelontwikkeling op de ‘Kop’ van de Haven en plannen voor de herontwikkeling van de huidige parkeerplaats aan de Havenkade. Tevens is het Beheerplan haven Elburg vastgesteld. De haven is nu 100% kostendekkend. Ook de marktvraag is gewijzigd, zowel in de wachtlijst voor vaste ligplaatsen als een aantal algemene trends in de watersportrecreatie. Door de verplaatsing van het parkeerterrein aan de Havenkade naar het ijsbaanterrein zijn er kansen voor havenuitbreiding aan de Havenkade. Om een weloverwogen keuze te maken over het wel of niet uitbreiden van de haven heeft de gemeente aan AnteaGroup opdracht gegeven om het haalbaarheidsonderzoek uit 2012 te actualiseren. Centraal in de opdracht staat de vraagstelling welke uitbreidingscapaciteit van de haven op grond van de actuele en toekomstige vraag vanuit de waterrecreatie gewenst is. Het behouden van een kostendekkende havenexploitatie voor de korte en langere termijn is hierbij een belangrijke randvoorwaarde.
Pagina 1 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Doelstelling
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
2
Doelstelling Doelstelling van de actualisatie van het haalbaarheidsonderzoek is het inzichtelijk maken van de verwachte groei/vraag naar ligplaatsen (positief/negatief) in het algemeen en in het bijzonder voor de haven van Elburg, teneinde antwoord te geven op de vraag of en, zo ja, in welke mate een uitbreiding van de haven gewenst is.
Pagina 2 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Trends watersport
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
3
Trends watersport
3.1
Algemeen Ontwikkelingen in de watersport Waterrecreatie Advies B.V. heeft in de afgelopen jaren diverse onderzoeken gedaan naar de ontwikkeling van de watersport in Nederland. Als algemene trend constateert Waterrecreatie Advies dat de groei van de watersport in Nederland stagneert en dat het vaargedrag verandert. Het aantal bootvakanties in Nederland is in 10 jaar tijd (2002-2012) bijna gehalveerd, namelijk van 920.000 naar 520.000. Uitzondering op deze trend is de toename van het aantal vakanties met huurboten. Na een dip in 2010 heeft de huurmarkt zich hersteld en lijkt het dieptepunt van de recessie te zijn gepasseerd. Naast een terugloop van het aantal plezierjachten in Nederland en een verschuiving van koopnaar huurjachten is er ook een trend gesignaleerd, dat er minder gevaren en langer gelegen wordt. Er is hierbij een relatie tussen de aantrekkelijkheid van het verblijfsklimaat en de lengte van de verblijfsduur van de vaartoeristen. Verder staat de dekkingsgraad van de jachthavens onder druk, mede door een stagnatie in de verkoop van boten. De botenbezitter veroudert en jongere generaties zijn minder genegen om een eigen boot te willen bezitten. Per regio zijn er grote verschillen. De ligging van een jachthaven (wel of niet in een toeristisch sterke regio; wel of niet op een recreatief sterke plek of aan groot water) wordt steeds belangrijker, omdat de consument de jachthaven steeds vaker ziet als recreatieplek. Onderzoek naar kwaliteit van jachthavens en watersportkernen In het rapport Recreatievaart in het IJsselmeergebied (Waterrecreatie Advies B.V., januari 2014) zijn de resultaten van een onderzoek onder 787 passanten en ligplaatshouders in 13 havens naar de kwaliteit van jachthavens en watersportkernen beschreven. Vastgesteld is dat de kwaliteit van een vaargebied niet alleen wordt bepaald door de vaarmogelijkheden. De kwaliteit, sfeer en belevingswaarde van de aangrenzende steden, dorpen en jachthavens, de bezienswaardigheden en verhoudingen met het achterland spelen een steeds belangrijker rol. Voor jachthavens is het belangrijk dat de ligplaatshouders en passanten tevreden zijn over het aanbod aan voorzieningen, de kwaliteit, de prijs en de dienstverlening. Dit geldt ook voor de watersportkernen zelf. Als dat goed is, komt men terug en/of blijft men langer liggen. De ondervraagde personen gaven aan gemiddeld 1,8 nachten in de haven te willen verblijven. De keuze voor een jachthaven als bestemming wordt vooral bepaald door voorzieningen op de haven (19 %), goede ervaringen/aanbevolen (17 %), sfeer/gezelligheid (16 %), leuke stad, winkels, horeca (16 %) en goede prijs-kwaliteitverhouding (15 %). De keuze voor een stad/dorp als bestemming wordt, behalve door de jachthaven, in belangrijke mate bepaald door het aanbod aan horeca, winkels, musea, historie en cultuur.
Pagina 3 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Trends watersport
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
Uit het onderzoek (2013) komt een gemiddelde uitgave van passanten van € 119 per boot per dag naar voren. Dit is een toename van de besteding ten opzichte van 2002, toen passanten van zeiljachten en motorboten gemiddeld € 72 respectievelijk € 78 per dag besteedden. In 2013 werden de belangrijkste bestedingen gedaan aan lig- en passsantengeld (17 %), boodschappen/supermarkt (23 %) en horeca (35 %). Ten opzichte van 2002 zijn de relatieve bestedingen aan lig- en passantengeld en horeca gestegen en aan boodschappen/supermarkt gedaald. De dagelijkse besteding van vaste ligplaatshouders bedroeg in 2013 € 101. Deze besteding is lager dan van passanten, omdat het liggeld van de ligplaatshouders die in de eigen haven geen lig- of passantengeld hoeven te betalen, buiten de berekening is gelaten. Andere noemenswaardige resultaten uit het onderzoek naar de kwaliteit van jachthavens en watersportkernen zijn onder meer: - Sinds 1993 is er een forse vergrijzing in de watersport, waarbij nu 74 % van de booteigenaren ouder is dan 50 jaar. - Met name de generatie tot ca. 35 jaar is niet meer geïnteresseerd in het bezit van een boot. - Het aantal vaardagen is in 10 jaar tijd met ruim 10 % gedaald. - De schepen zijn in de laatste 20 jaar bijna 1 meter langer geworden. - Van de passantenboten is 5 % gehuurd of geleend. - Watersport is belangrijk voor het in stand houden van voorzieningen en woon- en werkklimaat. - Bijna 60 % van de bestedingen gaat naar horeca en boodschappen/supermarkt. - Slechts 5 % van 719 jachteigenaren wil van ligplaats veranderen; 11 % misschien. - Een tevreden passant is in 16 % van de gevallen een potentiële ligplaatshouder. Boatsharing Een nieuwe trend in de watersport is ‘boatsharing’. Bij boatsharing delen maximaal vier eigenaren een boot met elkaar. Voordelen zijn: lagere kosten, meer comfort en behoud van plezier (eigen boot gevoel). Via boatsharing krijgen bijvoorbeeld bestaande watersporters een kans om voor minder geld in een groter jacht te varen. De HISWA Vereniging bemiddelt, als brancheorganisatie van de watersport, bij het regelen en vastleggen van rechten en plichten bij boatsharing. Hierbij wordt een standaard HISWAovereenkomst als uitgangspunt aangehouden. Perspectief In de publicatie ‘Rabobank Cijfers & Trends, branche-informatie Jachthavens’ (27 mei 2015) is onderstaand perspectief voor jachthavens voor de korte en middellange termijn geschetst. Voor 2015 verwacht de RABO-bank een verdere stagnatie van de vraag. De capaciteit aan ligplaatsen is in de afgelopen jaren toegenomen door uitbreiding en nieuwbouw, terwijl het botenbezit afneemt. Ruim 30.000 boten staan inmiddels te koop. De wachtlijsten verdwijnen langzaam en de bezettingsgraden zijn bij veel havens inmiddels onder de grens van 90 % gedaald. De huidige, en belangrijkste, doelgroep vergrijst en het aanboren van nieuwe doelgroepen is hoe dan ook van belang. Het sentiment voor 2015 is neutraal gezien de relatief stabiele vraag. De prognose voor de middellange termijn blijft neutraal. Als er geen professionaliseringsslag gemaakt wordt, zullen de nodige problemen ontstaan. Om de consument aan boord te krijgen en te houden, moet de ondernemer samen met stakeholders duidelijke keuzes maken. Bied de consument een unieke belevenis, bekijk de mogelijkheden van duurzaam ondernemen en speel
Pagina 4 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Trends watersport
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
in op de snel veranderende wensen van de watersporter. Naast investeren in extra voorzieningen, gemak en luxe biedt samenwerking met vakantieparken, dagrecreatie en horeca mooie kansen. Nieuwe doelgroepen kunnen aangeboord worden door in te spelen op de trend ‘hebben, maar niet houden’, waardoor mensen liever een boot huren dan aanschaffen. Uiteindelijk moet de haven de ‘toegangspoort’ tot het water worden; voor watersporters, waterrecreanten, dagjesmensen en buitenlandse toeristen.
Pagina 5 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Trends watersport
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
3.2
Haven Elburg Ontwikkeling in regio Recent onderzoek (2014, 2015) van Waterrecreatie Advies laat voor het IJsselmeergebied, waaronder de Veluwerandmeren, een sterke daling van het aantal bootovernachtingen zien, afgezet tegen een lichte krimp van het aantal boten en een lichte stijging van het aantal ligplaatsen. Hierdoor daalde de gemiddelde bezettingsgraad, alsook de wachtlijsten voor de ligplaatsen. Elburg vormt een uitzondering op deze ingezette negatieve trend in de regio, gezien de vrijwel volledige bezetting van de vaste ligplaatsen en de groeiende wachtlijst (zie hierna). Uit metingen van het aantal sluispassages (o.a. Roggebotsluis en Nijkerkersluis) volgt een forse afname van het aantal vaarbewegingen in de afgelopen jaren. Daarentegen is de verblijfstijd van passanten in de havens (nu gemiddeld 1,8 dagen) langer geworden. Het aantal bootovernachtingen in de haven van Elburg is vanaf 1994 vrijwel constant gebleven met gemiddeld 8.500 bootovernachtingen per jaar. In onderstaand overzicht zijn vanaf 2006 de ontwikkelingen van het aantal overnachtingen in de haven van Elburg te zien. Uitgaande van 2 personen per boot c.q. camper (vanaf 2011) is op basis van deze gegevens ook het aantal boten c.q. campers berekend. 92% van de bezoekers komen samen. Opvallend is dat het aantal overnachtingen weliswaar is toegenomen, maar dat duidelijk een link te leggen is met de aanwezigheid van de campers. Deze zorgen voor de groei in het aantal overnachtingen. Dat van de boten blijft constant. Overzicht inkomsten toeristenbelasting Haven Elburg vanaf 2006
Jaar
Aantal overnachtingen
Aantal boten/campers uitgaande van 2 personen
Opmerkingen
2006
15.798
7.899
Alleen boten
2007
17.267
8.633
idem
2008
16.841
8.420
idem
2009
17.315
8.657
idem
2010
17.025
8.512
idem
2011
18.378
9.189
Boten en 5 camperplaatsen
2012
16.097
8.048
Idem – 10 camperplaatsen
2013
17.250
8.265
idem
Pagina 6 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Trends watersport
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
2014
18.089
2015 tot en met juni
5.770
Gemiddeld:
9.044
Idem – 18 camperplaatsen idem
ruim 17.000 overnachtingen per jaar = 8.518 boten/campers per jaar
De trend van het aantal passantenovernachtingen in de omliggende havens (Harderwijk en Nijkerk) is vanaf ongeveer 2002 dalend. Bunschoten-Spakenburg heeft evenals Elburg een constant aantal overnachtingen in de afgelopen jaren gehad.
Uit de vrijwel volledige bezetting van het aantal vaste ligplaatsen, de groeiende wachtlijst en de constante hoeveelheid passanten mag worden afgeleid dat de watersportrecreanten tevreden zijn over het aanbod aan voorzieningen, de kwaliteit, de prijs en de dienstverlening van zowel de haven als de stad Elburg zelf.
Wachtlijst In de periode 2012-2014 is de wachtlijst voor vaste ligplaatsen gestegen van 44 (2012) naar 47 (2014). De aanvragen betreffen vooral boten met een lengte groter dan 10-12 meter. Op dit moment (stand per 26 mei 2015) staan 56 booteigenaren op de wachtlijst voor een vaste ligplaats. Hiervan hebben 13 aanvragers een boot tot 6 meter, 37 aanvragers een boot met afmeting tot 10-11 meter en 14 aanvragers een bootlengte groter dan 12 meter. Van deze 64 aanvragers zijn er 32 benaderd. Er zijn 8 ligplaatsen toegewezen; 24 eigenaren hebben een aangeboden ligplaats afgewezen, toonden geen belangstelling of reageerden niet. 1 op de 4 mensen van de wachtlijst heeft dus een ligplaats geaccepteerd. Met aftrek van de 8 toegewezen ligplaatsen zou de wachtlijst nu nog uit 56 aanvragers bestaan. Omdat niet alle benaderde aanvragers serieuze belangstelling toonden, zal de werkelijke vraag naar vaste ligplaatsen naar verwachting lager zijn dan 56. Overzicht wachtlijst 26-05-2015 Bootlengte Aantal op wachtlijst Afmeting tot 6 meter 13 Afmeting tot 10 meter (in 37 de praktijk 11 meter) Afmeting vanaf 12 meter 14 woonboot 1
Aantal benaderd 10 18
Aantal toegewezen 4 3
Aantal geweigerd 6 15
4 geen
1
3
De redenen waarom mensen een ligplaats weigeren, zijn volgens informatie heel divers. Mensen reageren niet op een aanbod of ze vinden de aangeboden plaats niet fijn. Er zijn ook mensen die op korte termijn geen belangstelling hebben voor een ligplaats, maar wel op de lijst willen blijven staan. Dit heeft invloed op de ‘hardheid’ van de cijfers op de lijst.
Pagina 7 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Ontwikkelingen in Havengebied
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
4
Ontwikkelingen in Havengebied
4.1
Ontwikkelingen in de haven Beheerplan Gemeentelijke Haven 2015-2019 De scenario’s 0 (verhogen havengelden) en 1 (bestaande haven optimaliseren) uit het haalbaarheidsonderzoek van 2012 zijn door de gemeente verder ter hand genomen en uitgewerkt in het Beheerplan 2015-2019 (Afdeling Beheer, november 2014). Uitgaande van een kostendekkende exploitatie van de bestaande haven is een meerjarenonderhouds- planning met kostendekkingsplan tot 2034 in beeld gebracht. In het Beheerplan zijn de volgende toekomstplannen opgenomen: - alle ligplekken zullen worden voorzien van electra en water; - aan de criteria voor de Blauwe vlag zal worden voldaan; - er wordt een digitaal registreer- en betaalsysteem geïmplementeerd en - er wordt een wasserette toegevoegd aan de sanitaire voorzieningen. Verhogen voorzieningenniveau In 2012 zijn 2 toiletunits vervangen. In 2013 is ca. 400 m1 beschoeiing vernieuwd. Verder is in 2014 een hotspot (Wifi) aangelegd bij het havenkantoor. In 2015 worden alle ligplaatsen voorzien van elektra door het plaatsen van 21 nieuwe elektrazuiltjes. Tevens worden 50 kranen bijgeplaatst, waardoor in de nabijheid van alle ligplaatsen water aanwezig zal zijn. Met de beschikbaarheid van Wifi, elektra en water zal het passantentarief in 2016 worden verhoogd van € 1,15/m1 naar een marktconform tarief van € 1,30/m1. Door de aanschaf van een modern betaalsysteem in 2015 kan een verlaging van de exploitatiekosten door formatiebesparing worden bereikt. In 2016 zal het “boxentarief” ingevoerd worden. Nieuw havenkantoor Omdat het havenkantoor verouderd is en niet meer aan de eisen van deze tijd voldoet, heeft de gemeente besloten om een nieuw havenkantoor te bouwen. De sanitaire voorzieningen van het havenkantoor worden uitgebreid met een wasserette. Het huidige havenkantoor zal worden gesloopt. Gelet op de toekomstige uitbreiding van de jachthaven, is ervoor gekozen het nieuwe havenkantoor op een andere locatie te bouwen. Optimaliseren bestaande haven Om beter in te kunnen spelen op de vraag naar ligplaatsen voor grotere boten zal de bestaande haven stapsgewijs geoptimaliseerd worden. Deze optimalisatie bestaat uit de ombouw van kleine naar grotere boxen door het verzetten van stootpalen en de toevoeging van dwarssteigers. Deze ombouw is relatief goedkoop, kan binnen de huidige havenexploitatie gerealiseerd worden en levert een jaarlijkse meeropbrengst op. Op dit moment zijn de T-steigers langs de Flevoweg vervangen door steigers met vingersteigers en stootpalen, waarmee een aantal bestaande ligplaatsen geschikt is gemaakt voor langere boten.
Pagina 8 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Ontwikkelingen in Havengebied
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
4.2
Ontwikkelingen rondom de haven Havenkade De aanleg van het nieuwe parkeerterrein op de ijsbaanlocatie achter de Havenkade is afgerond. Het huidige parkeerterrein aan de Havenkade verliest hiermee vanaf september 2015 zijn parkeerfunctie. In mei 2013 is door de gemeente met de klankbordgroep ‘Havengebied en omgeving’, waarin bewoners en andere belanghebbenden zijn vertegenwoordigd, een brainstormsessie over de herinrichting van de parkeerplaats aan de Havenkade gehouden. Er is belangstelling getoond voor het exploiteren van een museum met palingrokerij op het parkeerterrein aan de Havenkade (tegen het dijkje). ‘Kop’ van de Haven Met de verkoop van grond voor een hotelbestemming komt de uitplaatsing van de grote rondvaartboot naar de ‘kop’ of een andere locatie in de nabijheid van de Elburgerbrug nadrukkelijker in beeld. Er zijn hierover gesprekken met de exploitant van de rondvaartboot gevoerd. Na de bouw van een hotel annex zalencentrum wil de gemeente een aantrekkelijke verbindingsroute tussen de ‘Kop’ en de haven realiseren Kruismaten De gemeente voert regelmatig gesprekken met de eigenaren van gronden (grenzend aan het Havenkanaal) op Kruismaten. Om de plannen exploitabel te maken, moeten woningen worden toegevoegd. Uit het oogpunt van milieucirkels in samenhang met bedrijvigheid is op veel plaatsen in Kruismaten geen woningbouw toegestaan. Wel heeft de gemeente onlangs een strook grond aan de Industriestraat verkocht, waardoor 4 vaste ligplaatsen komen te vervallen. Deze zijn inmiddels overgeplaatst naar ligplaatsen, die ongunstig lagen voor passanten.
4.3
Havenuitbreiding Met het vrijkomen van de parkeerplaats aan de Havenkade en het besluit tot slopen en elders terugbouwen van het havenkantoor zijn er twee varianten voor havenuitbreiding mogelijk, namelijk een minimum- en maximumvariant. In het werkboek ‘Havenplein Elburg’ (Gelders Genootschap, 20 oktober 2014) is een stedenbouwkundige verkenning van beide varianten gemaakt. Bij zowel de minimum- als maximumvariant wordt de bestaande jachthaven richting de stad uitgebreid. Nabij de Peilschaal/dijkje komt mogelijk een nieuw museum annex palingrokerij. Het nieuwe havenkantoor is gesitueerd bij de entree van Elburg vanaf de Flevoweg/Havenkanaal. Beide varianten passen binnen de stedenbouwkundige uitgangspunten van het Havenplein, met multifunctioneel gebruik, bij de stad en de jachthaven buiten de stad. Er komt ruimte voor een doorlopende, brede parkzone tussen de Flevoweg, Havenkade en jachthaven. Het museum markeert de oostelijke kop van deze groen-parkzone. Bij de variantenvergelijking wordt in het Werkboek opgemerkt dat de jachthaven en het verblijfsgebied elkaar beconcurreren bij de herinrichting van de beschikbare ruimte van de huidige parkeerplaats aan de Havenkade. Een verblijfsgebied met b.v. speelvoorzieningen op
Pagina 9 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Ontwikkelingen in Havengebied
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
deze plek bij de haven zal een belangrijke bijdrage leveren aan de attractiviteit van de haven in Elburg. Minimumvariant In deze variant worden 24 ligplaatsen voor grote boten aangelegd. Langs de buitensteiger komen 5 ligboxen voor kleine (< 6 meter) boten en 20 m1 lengte aan passantensteiger te vervallen. De minimumvariant levert derhalve netto 19 extra vaste ligplaatsen op. De totale investeringskosten zijn geraamd op € 1.220.000. Voor deze havenuitbreiding zijn gronden in de westelijke hoek van het parkeerterrein benodigd. Ruimtelijk gezien blijft er een groot havenplein voor multifunctioneel gebruik over. In de toekomst is er de mogelijkheid om de haven richting de stad verder uit te breiden. Maximumvariant Deze variant levert een netto uitbreiding met 50 boxen voor grote en middelgrote boten op. In deze variant vervalt de aanlegsteiger van de grote rondvaartboot, alsook 5 ligplaatsen voor kleinere (< 7 meter) boten en 20 m1 passantensteiger. De havenuitbreiding wordt eveneens aansluitend aan de binnenhaven gerealiseerd. De nieuwe jachthaven is relatief erg groot ten opzichte van de huidige havenkom. Deze variant beslaat ongeveer de helft van het huidige parkeerterrein aan de Havenkade. De investeringskosten voor de maximumvariant zijn geraamd op € 2.063.000. Ruimtelijk gezien blijft er aan de stadskant van het parkeerterrein een klein havenplein voor multifunctioneel gebruik over. Onderzocht moet worden of deze variant uit het oogpunt van externe veiligheid (milieuvergunning Auto Janse) te verantwoorden is.
Pagina 10 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Analyse
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
5
Analyse
5.1
Categorie-indeling Bij de analyse van de verwachte groei/vraag naar ligplaatsen, noodzaak tot havenuitbreiding en afweging van de minimum- en maximumvariant moet onderscheid worden gemaakt tussen verschillende bootafmetingen. Hierbij is aangesloten bij de door de gemeente gehanteerde categorie-indeling van ligboxen op basis van bootlengte en –breedte. Omdat een groot deel van de ligboxen in de haven kleiner is dan aangegeven in het haalbaarheidsonderzoek van Oranjewoud uit 2012, heeft de gemeente een categorie E toegevoegd. De categorie-indeling voor ligboxen in de haven van Elburg is hiermee als volgt: Boxcategorie Cat. A Cat. B Cat. C Cat. D Cat. E
Lengte (m) < 15 < 12 < 10 <7 <6
Breedte (m) < 5,5 < 4,5 <4 <3 < 2,5
De huidige 205 vaste ligplaatsen in de haven kunnen als volgt in box-categorieën worden onderverdeeld: Boxcategorie Cat. A Cat. B Cat. C Cat. D Cat. E Totaal
5.2
Aantal ligplaatsen 9 23 2 68 103 205
Verwachte groei/vraag naar ligplaatsen De algemene trend laat zien dat de groei van de watersport in Nederland stagneert en dat het vaargedrag verandert. De vaartoeristen varen minder en liggen langer, waarbij er een relatie is tussen de aantrekkelijkheid van het verblijfsklimaat en de lengte van de verblijfsduur. Het verblijfsklimaat voor de vaartoerist wordt zowel bepaald door de jachthaven (voorzieningen, prijs/kwaliteit en dienstverlening) als door de kern zelf (aanbod horeca, winkels, musea, historie, cultuur, e.d.). De trend wordt gesignaleerd dat er relatief meer boten gehuurd dan gekocht worden. Ook het gedeeld eigenaarschap van een boot (boatsharing) is in opkomst.
Pagina 11 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Analyse
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
De beschikbare onderzoeksrapporten geven verwachte trends in de watersport. Concrete cijfers over groei/vraag naar aantallen ligplaatsen worden niet gegeven. Schattingen inzake toekomstige groei/vraag naar ligplaatsen kunnen daarom het beste worden gemaakt, uitgaande van cijfers over bezettingsgraden, wachtlijsten (vaste ligplaatsen) en bootovernachtingen (passanten) in de afgelopen jaren voor de haven van Elburg in combinatie met trends voor het IJsselmeergebied en de Veluwerandmeren. Vooraf kan worden geconstateerd dat Elburg populair is onder watersporters, gezien de vrijwel volledige bezetting van het aantal vaste ligplaatsen, de wachtlijst en de constante hoeveelheid passanten in de afgelopen jaren. Onderstaand is op basis van genoemde cijfers voor de haven van Elburg voor de korte en lange termijn de groei/vraag naar ligplaatsen ingeschat, zowel voor vaste ligplaatsen als voor passanten. Korte termijn vraag naar vaste ligplaatsen De wachtlijst voor vaste ligplaatsen bedraagt op dit moment 56 aanvragers. De werkelijke vraag zal kleiner zijn, omdat een aantal aanvragers bij navraag weinig serieuze belangstelling voor een vaste ligplaats hebben getoond. Dit vraagt om nader onderzoek door alle aanvragers van de wachtlijst te benaderen met de vraag of zij op de lijst willen blijven staan. In de analyse is uitgegaan van een werkelijke huidige vraag naar 18 vaste ligplaatsen, overeenkomend met de trend die afgelopen jaar zichtbaar is geworden, dat slechts 1 van de 4 gegadigden op de wachtlijst, een aangeboden ligplaats accepteert. De bezettingsgraad van de bestaande haven is op dit moment bijna 100 %. Om de wachtlijst weg te werken, zijn in ieder geval 18 extra ligplaatsen nodig, vooral in de categorieën A, B en C. Langere termijn vraag naar vaste ligplaatsen De verwachting is dat elk jaar een klein percentage van de vaste liggers zijn abonnement zal opzeggen, waardoor boxen vrijkomen. Ook zullen jaarlijks nieuwe aanvragen voor vaste ligplaatsen blijven komen. Omdat de boten steeds langer worden, zullen er op termijn meer grote boxen (categorie A, B en C) nodig zijn en meer kleinere boxen (categorie D en E) overbodig worden. De algemene trend van de watersport in Nederland laat zien dat het aantal plezierjachten terugloopt, zodat geen netto toename van het aantal vaste ligplaatsen in de Elburger haven verwacht mag worden. Korte termijn vraag naar passantenligplaatsen Het aantal bootovernachtingen van passanten is de afgelopen 20 jaar constant geweest, gemiddeld 17.000 per jaar. Verwacht mag worden dat deze vraag naar passantenligplaatsen op korte termijn niet wijzigt. Via ‘dubbel-liggen’ kunnen piekbelastingen van passanten worden opgevangen. Langere termijn vraag naar passantenligplaatsen De trend voor de langere termijn geeft, vanwege de terugloop van het aantal plezierjachten en de afname van het aantal bootovernachtingen in omliggende havens, geen aanleiding om het aantal passantenligplaatsen uit te breiden. Middels ‘dubbel-liggen’ kan, indien nodig, gemakkelijk extra capaciteit worden gecreëerd.
Pagina 12 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Analyse
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
5.3
Noodzaak tot havenuitbreiding De boxen in de haven zijn op dit moment bijna allemaal bezet. Gesteld kan daarom worden dat de indeling van de haven goed aansluit bij de bootafmetingen van de huidige vaste liggers. De boten op de wachtlijst zijn, overeenkomstig de landelijke trend, overwegend van grotere afmetingen (categorieën A, B en C). Het binnen de huidige haven ombouwen van de kleine naar grotere ligboxen is goed mogelijk, maar zal stapsgewijs moeten worden uitgevoerd om te voorkomen dat het abonnement van vaste liggers moet worden opgezegd. Op drie plaatsen in de bestaande haven zijn er mogelijkheden om door het verzetten van stootpalen en het toevoegen van langssteigers kleine ligboxen (categorie D en E) om te bouwen naar grotere boxen (categorieën A, B en C), namelijk bij 10 T-steigers langs de Flevoweg, aan de buitensteiger bij het havenkantoor en langs de loswal (in geval van uitplaatsing rondvaartboot). De situatie voor en na ombouw is dan als volgt: Ombouw bestaande ligboxen 10 T-steigers langs Flevoweg Buitensteiger bij havenkantoor Loswal (uitplaatsen rondvaartboot)
Oude indeling
Nieuwe indeling
Cat. D 20 stuks Cat. E 30 stuks Cat. D 1 stuks Cat. E 27 stuks 50 m1 passanten
Cat. B 17 stuks Cat. C 20 stuks Cat. B 15 stuks Cat. A 11 stuks Cat. B 2 stuks Cat. D 8 stuks
Naar verwachting zullen jaarlijks ca. 5 vrijkomende boxen van klein naar groot kunnen worden aangepast. Dit houdt in dat het huidige wachtlijst van 56 gegadigden voor vaste ligplaatsen over 11 jaar is afgewerkt. Omdat uit de praktijk blijkt dat slechts 1 van de 4 gegadigden belangstelling heeft voor een ligplaats, kan worden uitgegaan van een behoefte aan 14 ligplaatsen en een periode van 3 tot 4 jaar.
5.4
Afweging minimum- en maximumvariant Minimumvariant Bij de minimumvariant wordt, direct aansluitend op de binnenhaven, een havenuitbreiding met 24 vaste ligplaatsen voor de categorieën A en B gerealiseerd. Er vervallen 5 ligplaatsen categorie D, alsmede 20 m1 passantensteiger. De uitbreiding en vermindering bij de minimumvariant is in onderstaande tabel samengevat. Oude indeling Vermindering Cat. D 5 stuks Passanten 20 m1
Nieuwe indeling Uitbreiding Cat. A 11 stuks Cat. B 13 stuks
Plussen:
Pagina 13 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Analyse
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
*Met de minimumvariant wordt direct een derde van de vraag naar 56 vaste ligplaatsen weggewerkt. Dit geldt vooral voor ligplaatsen in de categorieën A en B met een vraag van 37 resp. 14 vaste ligplaatsen. Wanneer in de tijd tot realisatie van de havenuitbreiding tenminste 5 ligboxen van categorie D of groter in de bestaande haven zouden vrijkomen, dan kan aan de abonnementhouders van deze 5 ligboxen een vervangende box worden aangeboden. In aansluiting op de havenuitbreiding volgens deze variant zou in de jaren daarna, via ombouw van ligboxen in de bestaande haven, op de toenemende vraag naar grote boxen (in combinatie met de afnemende vraag naar kleine boxen) kunnen worden ingespeeld. * Deze variant levert weinig risico’s voor (toekomstige) overcapaciteit van de haven op. * Bovendien resteert ten opzichte van de maximumvariant een relatief groot havenplein voor diverse verblijfsfuncties. * Omdat de havenuitbreiding kan worden gecombineerd met de ombouw van ligboxen in de bestaande haven (met meeropbrengst), is de kostendekkendheid van de haven op korte en langere termijn met grote waarschijnlijkheid gezekerd. De ombouw is noodzakelijk om de huidige haven 100% bezet te houden en geeft nauwelijks een meeropbrengst, omdat hierin ook geïnvesteerd moet worden. * De loswal blijft intact. Als de grote rondvaartboot is uitgeplaatst, kunnen daar minimaal 15 boxen worden gerealiseerd, zonder al te hoge kosten. Minnen: *Als de haven later moet worden uitgebreid naar de maximum variant, is de kostprijs voor de uitbreiding veel hoger. Maximumvariant Bij de maximumvariant wordt, op de gronden van het huidige havenkantoor en de westelijke helft van de parkeerplaats aan de Havenkade, een uitbreiding met 55 vaste ligplaatsen in de categorieën A, B en C gerealiseerd. Er komen 5 vaste ligplaatsen voor kleine boten (categorie D) te vervallen, alsook 20 m1 aan passantensteiger en de aanlegsteiger voor de grote rondvaartboot. De uitbreiding en vermindering bij de maximumvariant is in onderstaande tabel samengevat. Oude indeling Vermindering Cat. D 5 stuks Grote rondvaartboot Passanten 20 m1
Nieuwe indeling Uitbreiding Cat. A 11 stuks Cat. B 26 stuks Cat. C 18 stuks
Plussen: * Met de maximumvariant zou direct de volledige wachtlijst zijn opgelost. * De aanvragers van klein ligplaatsen, namelijk 1 ligplaats van categorie D en 3 ligplaatsen van categorie E, zouden tijdelijk in een grote box geplaatst kunnen worden en/of via herrangschikking op een plek in de bestaande haven. *In de tussentijd kan de wachtlijst slechts door geleidelijke ombouw naar grote ligboxen in de bestaande haven (ca. 5 boxen per jaar) worden verkleind. Minnen: * Omdat niet alle gegadigden een ligplaats willen accepteren, is er sprake van een overcapaciteit van 36 ligboxen.
Pagina 14 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Analyse
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
* De maximumvariant is niet direct uitvoerbaar vanwege het uitplaatsen van de grote rondvaartboot. Pas nadat het hotel aan de Flevoweg is gebouwd en/of een nieuwe aanlegplaats nabij de Elburgerbrug is gerealiseerd, zal de exploitant van de grote rondvaartboot bereid zijn tot uitplaatsing. * De havenexploitatie is bij realisatie van de maximumvariant in elk geval in de komende jaren niet kostendekkend vanwege de hoge investeringskosten. Voor deze variant zullen derhalve extra middelen moeten worden vrijgemaakt. Een ander nadeel is dat er een relatief klein havenplein voor diverse verblijfsfuncties resteert. * Er is bij de maximumvariant op termijn het risico van leegstand van (kleine) ligboxen in de bestaande haven door vraaguitval.
Pagina 15 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Conclusies en aanbevelingen
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
6
Conclusies en aanbevelingen Doelstelling van de actualisatie van het haalbaarheidsonderzoek is het inzichtelijk maken van de verwachte groei/vraag naar ligplaatsen (positief/negatief) in het algemeen en in het bijzonder voor de haven van Elburg, teneinde antwoord te geven op de vraag of en, zo ja, in welke mate een uitbreiding van de haven gewenst is.
6.1
Conclusies a. Bezoekersaantallen Gelet op de trends en ontwikkelingen in de watersport (hoofdstuk 3), kan worden geconcludeerd dat in het algemeen de groei/vraag naar ligplaatsen terug loopt. Elburg is daarop een uitzondering, in die zin dat het aantal bezoekers stabiel blijft. Een explosieve groei van de vraag naar ligplaatsen is niet te verwachten, omdat ook Elburg de effecten zal merken van de geconstateerde stagnatie in de watersport. Elburg heeft vooral als voordeel dat de jachthaven dicht bij de Vesting ligt. De keuze voor een jachthaven als bestemming wordt vooral bepaald door voorzieningen op de haven, goede ervaringen/aanbevolen, sfeer/gezelligheid, leuke stad, winkels, horeca en een goede prijskwaliteitverhouding (zie pagina 5). Elburg heeft veel van deze kwaliteiten in zich. De verwachting is dat de nieuwbouw van het havenkantoor annex sanitair gebouw en het uitbreidingen van de voorzieningen per ligplaats, ervoor zullen zorgen dat het afnemende aantal botenbezitters, nog wel zullen kiezen voor het bezoeken van de haven van Elburg. Om die reden wordt uitgegaan van een stabiel blijvende situatie wat bezoekersaantallen betreft. Dat is gunstig voor vooral de ondernemers in de binnenstad. b. Noodzaak tot uitbreiding Het is echter niet logisch om voor het huidige aantal passanten de jachthaven (fors) uit te breiden. Deze passanten komen nu ook al en kunnen binnen de huidige voorzieningen worden opgevangen. Soms houdt dit in dat boten dubbel of zelfs driedubbel moeten liggen en niet iedere booteigenaar vindt dit prettig. Dat kan een reden zijn om naar een andere jachthaven uit te wijken. Het credo van de havenmeester is dat hij niemand uit de haven van Elburg wegstuurt, hij probeert altijd een oplossing te vinden. De drukke periode duurt maar acht weken in het hoogseizoen. Daarvoor en daarna zijn er voldoende ligplaatsen in de haven van Elburg aanwezig. Om een uitbreiding van de jachthaven aannemelijk en vooral exploitabel te maken, moet er sprake zijn van een groeiende vraag naar vaste ligplaatsen. Of deze vraag er is, blijkt uit de wachtlijst die de gemeente hanteert. Feit is dat slechts 1 op de 4 personen die op de lijst staan in aanmerking wil komen voor een ligplaats in de haven van Elburg. De vraag is of de wachtlijst voldoende betrouwbaar is om een maximale uitbreiding van de haven te onderbouwen.
Pagina 16 van 17
Actualisatie haalbaarheidsonderzoek haven Elburg
Conclusies en aanbevelingen
projectnummer 402714 16 juli 2015, revisie 02
6.2
Aanbevelingen a. Gelet op het feit dat slechts 1/4 deel van de personen op de wachtlijst een ligplaats in de haven van Elburg accepteert, vooralsnog niet inzetten op de maximale uitbreiding van de jachthaven (+ 50 ligplaatsen), maar uit te gaan van een behoefte van 56 : 4 = 14 nieuwe ligplaatsen met een kleine uitbreiding naar 24 ligplaatsen. De minimale uitbreiding van de haven kan hierin voorzien. b. Onderzoek doen naar de ‘hardheid’ van de huidige wachtlijst. Dat wil zeggen: alle mensen op de wachtlijst aanschrijven met de vraag of ze op de wachtlijst willen blijven staan, zo ja, naar wat voor soort ligplaats de belangstelling uitgaat en op welke termijn ze over een ligplaats willen beschikken. c. De legesverordening aanpassen in die zin dat het mogelijk is voor het innemen van een plaats op de wachtlijst administratiekosten te vragen, zodat alleen serieuze gegadigden op de wachtlijst staan. d. Een regeling opstellen (zoals bij het toewijzen van woningen), waarbij consequenties worden verbonden aan het meerdere malen afwijzen van een passende ligplaats.
Pagina 17 van 17
D E
R A A D
Portefeuillehouder: Boukema, M. Krooneman, S.W. Lange, F.A. de Polinder, J. Wessel, H.
D E R
G E M E E N T E
Commissievergadering: Raadsvergadering :
AAN
DE
E L B U R G
12/14 oktober 2015 2 november 2015
RAAD
Onderwerp: Meerjarenprogrammabegroting 2016-2019.
Wij stellen u voor: 1. de programmabegroting 2016 en de daaraan gekoppelde meerjarenprogrammabegroting 20162019 vast te stellen; 2. de 1 e begrotingswijziging 2016 vast te stellen. Toelichting: Conform artikel 190 van de Gemeentewet bieden wij u hierbij de meerjarenprogrammabegroting 20162019 (MPB) aan. Bij het opstellen van dit MPB zijn de Voorjaarsnota 2015 en de MPB 2015 -2018 leidend geweest. De motie omtrent subsidie Vestingval Elburg is opgenomen in dit MPB. De voorstellen nieuw beleid en wijzigingen bestaand beleid zijn zeer beperkt van aard. Mede hierdoor is het mogelijk om ombuigingsvoorstellen achterwege te laten. De in de vorige MPB voorgestelde extra belastingverhogingen zijn voor 2016 en 2017 daardoor zelfs terug gedraaid. Het bij de meicirculaire 2015 verstrekte meerjarenperspectief omtrent de integratie -uitkering sociaal domein is budgettair neutraal in deze meerjarenbegroting verwerkt. Dat betekent dat de toegewezen taken, ondanks de geraamde lagere integratie-uitkering van ca. € 1,9 miljoen in 4 jaar tijd, binnen de beschikbare budgetten voor de Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet uitgevoerd moeten gaan worden. Hierin ligt een grote opgave voor de gemeente welke gepaard gaat met een flinke inspanningsverplichting op de diverse onderdelen. Een cijfermatige toelichting is opgenomen onder programma 1 waar de 3 transities in het sociale domein als afzonderlijke beleidsvelden zijn opgenomen. De begroting 2016 is in evenwicht en sluit met een voordeel van € 45.114. In meerjarenperspectief resteert in 2019 een structureel overschot van € 18.545. Onderstaand zijn de saldi op een rij gezet. Jaar
Saldo
2016 2017
45.114 91.400
V V
2018 2019
40.762 18.545
V V
Planning Op grond van artikel 191 van de Gemeentewet wordt de MPB voor 15 november 2015 ter kennisname aan Gedeputeerde Staten toegezonden. Communicatieparagraaf De MPB 2016-2019 wordt onder de aandacht van de bevolking gebracht middels de huis -aan-huis voorlichtingspagina. Het boekwerk wordt in het gemeentehuis ter inzage gelegd en op internet geplaatst.
2
Risicoparagraaf Wij verwijzen u graag naar de in het boekwerk opgenomen paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. In deze paragraaf zijn de op basis van de BBV de verplicht gestelde financiële kengetallen opgenomen en toegelicht. Financiële paragraaf Voorgesteld wordt de 1 e begrotingswijziging 2016 vast te stellen. Deze begrotingswijziging betreft alle in de MPB 2016-2019 opgenomen voorstellen uit de 1 e jaarschijf (2016).
Tot slot spreken wij de wens uit, dat het bestuurlijk handelen van deze gemeente ook in 201 6 gedragen mag worden door wederzijds begrip en vertrouwen en dat ons werk onder Gods zegen mag staan.
Elburg, 29 september 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, de burgemeester, de secretaris, F.A. de Lange.
J.K.C. van der Jagt.
De raad der gemeente Elburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2015; gezien de meerjarenprogrammabegroting 2016-2019; gelet op artikel 191 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
1. 2.
de programmabegroting 2016 en de daaraan gekoppelde meerjarenprogrammabegroting 20162019 vast te stellen; de 1 e begrotingswijziging 2016 vast te stellen.
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 2 november 2015 de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
Ben W -
advies
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
S.W. Krooneman I H. Wessel I J. Polinder F.A. de Lange Į M. Boukema
Domein
Bedrijfsvoering
Advies van
Alex Klein
Datum advies
23-9-2015
Advies O.R.
Ja
I.o.m.
Alle domeinen
I.o.m. wijkcontactambtenaar
Nee
Beslissing d . d .
29-9-2015
CL w w
Nummer
Conform voorstel.
b W
Besluit
Openbaar
Persbericht
Ja
Commissie
Ja
Ter bespreking
Raad
Ja
Ter b e s l u i t v o r m i n g
Onderwerp M e e r j a r e n p r o g r a m m a b e g r o t i n g 2 0 1 6 - 2 0 1 9 (MPB) Voorstel 1. Akkoord gaan met de concept-MPB 2 0 1 6 - 2 0 1 9 . 2. De MPB 2 0 1 6 - 2 0 1 9 ter vaststelling voorleggen aan de raad. 3. Akkoord gaan met bijgevoegd concept-raadsvoorstel en - b e s l u i t . 4. Agendacommissie voorstellen dit o n d e r w e r p te agenderen voor de begrotingsvergadering van 2 november 2 0 1 5 . Toelichting
1
Bijgaand o n t v a n g t u de concept-MPB 2 0 1 6 - 2 0 1 9 . Voor een toelichting wordt verwezen naar de aanbiedingsbrief in het boekwerk. De besluitvorming van de raad bij de voorjaarsnota 2015 is in deze MPB v e r w e r k t . De motie o m t r e n t subsidie Vestingval Elburg is daarmee ook opgenomen in dit MPB. Afwijkende voorstellen ten opzichte van de voorjaarsnota worden afzonderlijk toegelicht. De p r o g r a m m a - i n d e l i n g is onveranderd waarbij de 3 transities Wmo 2 0 1 5 , Jeugdwet en Participatiewet in het sociaal domein in programma 1 worden toegelicht. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn de sinds j u l i verplicht op te nemen financiële kengetallen ingevuld en toegelicht. De uitkomsten en de voorstellen van de meicirculaire zijn opgenomen in deze MPB. In meerjarenperspectief worden de volgende eindcijfers gepresenteerd.
2016 2017
45.114
V
2018
91.400 40.762
V V
2019
18.545
V
In meerjarenperspectief resteert cumulatief een overschot van C 18.545 in 2019. Septembercirculaire
2015
De septembercirculaire v o r m t geen onderdeel van deze MPB. De u i t k o m s t e n van deze circulaire zullen separaat aan de raad ter kennis worden gebracht. Vaststelling MPB 2016-2019 Voorgesteld wordt in te s t e m m e n met het voorliggende concept-MPB 2 0 1 6 - 2 0 1 9 en deze ter vaststelling voor te leggen in de begrotingsvergadering van 2 november 2015. Zie ook bijgevoegde conceptraadsvoorstel en - b e s l u i t .
Communicatieparagraaf
Financiële paragraaf
Risicoparagraaf
2
Programmabegroting 2016
MeerjarenProgrammaBegroting voor de planperiode 2016 – 2019
Zuiderzeestraatweg Oost 19 - Postbus 70, 8080 AB Elburg Telefoon 0525 688 688 Fax 0525 688 699 E-mail:
[email protected] Internet: www.elburg.nl
Inhoudsopgave Aanbieding Aanbieding Meerjarenprogrammabegroting 2016-2019
De programma’s 1 Sociaal domein 2 Onderwijshuisvesting en -vervoer 3 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 4 Bouwen en milieu 5 Veiligheid 6 Verkeer en openbare ruimte 7 Cultuur, sport, recreatie en toerisme 8 Economische structuur 9 Bestuur 9A Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien De paragrafen A Weerstandsvermogen en risicobeheersing B Onderhoud kapitaalgoederen C Financiering D Bedrijfsvoering E Verbonden partijen F Grondbeleid G Lokale heffingen H Subsidies I Bezuinigingen
3
10 18 20 23 26 29 32 36 39 44
48 55 62 66 74 90 95 99 101
Bijlagen 1 2 3 4 5 6 7
1
Programmabegroting 2016-2019 Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019 Overzicht geplande investeringen 2008-2015, nog niet aangevraagd Producten op programmaniveau Kerngegevens 2015-2019 Reserves en voorzieningen 2015-2019 Begrotingsuitgangspunten
103 106 108 109 113 114 115
2
Aanbieding
Aanbieding Inleiding Hierbij bieden wij u de Meerjarenprogrammabegroting 2016-2019 (MPB) aan. De MPB schetst de hoofdlijnen van beleid en wordt door uw raad vastgesteld. De daarin opgenomen programma’s worden door ons college vertaald in ramingen op productniveau. Uw besluitvorming omtrent de eerste jaarschijf van de MPB wordt daarin opgenomen. De volgende stukken vormen de basis voor deze MPB 2016-2019: Voorjaarsnota 2015. Rapportage meicirculaire 2015 algemene uitkering Gemeentefonds. MPB 2015-2018.
Samenvatting In meerjarenperspectief zijn de uitkomsten van deze MPB 2016-2019, inclusief de uitkomsten van de meicirculaire 2015, redelijk in lijn met de voorjaarsnota 2015. Alle 4 begrotingsjaren hebben een positief saldo. Op basis van voorliggende MPB is er een geraamd overschot van € 18.545 in 2019. De in de voorjaarsnota gedane voorstellen nieuw beleid, wijziging bestaand beleid en ombuigings-voorstellen zijn in deze MPB opgenomen. In dit MPB is rekening gehouden met de besprekingen zoals die bij de behandeling van de voorjaarsnota zijn gevoerd. De motie omtrent subsidie Vestingval Elburg is daarmee ook opgenomen in dit MPB. Zoals aangegeven in de voorjaarsnota zijn de voorstellen nieuw beleid en wijzigingen bestaand beleid zeer beperkt van aard. Mede hierdoor is het mogelijk om ombuigingsvoorstellen achterwege te laten. De in de vorig e MPB voorgestelde extra belastingverhogingen zijn voor 2016 en 2017 daardoor zelfs terug gedraaid. Het bij de meicirculaire 2015 verstrekte meerjarenperspectief omtrent de integratie -uitkering sociaal domein is budgettair neutraal in deze meerjarenbegroting verwerkt. Dat betekent dat de toegewezen taken, ondanks de geraamde lagere integratie-uitkering van ca. € 1,9 miljoen in 4 jaar tijd, binnen de beschikbare budgetten voor de Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet uitgevoerd moeten gaan worden. Hierin lig t een grote opgave voor de gemeente welke gepaard gaat met een flinke inspanningsverplichting op de diverse onderdelen. Een cijfermatige toelichting is opgenomen onder programma 1 waar de 3 transities in het sociale domein als afzonderlijke beleidsvelden zijn opgenomen.
Opbouw De opzet van de programma’s is in deze MPB niet veranderd. Per programma is bij het onderdeel middelen de financiële vertaling weergegeven van de voorjaarsnota 2015. Om de in de voorjaarsnota opgenomen voorstellen makkelijker in deze MPB terug te kunnen vinden, wordt voor de in het exploitatieoverzicht opgenomen voorstellen het volgnummer uit de voorjaarsnota vermeld. Per programma vindt u cijfermatig een totaalbeeld weergegeven ten aanzien van de gevolgen van bestaand beleid en nieuw beleid (inclusief MPB 2015-2018). Naast deze 9 programma’s zijn 8 paragrafen opgenomen die een dwarsdoorsnede vormen van de begroting en u inzicht verschaffen in heel specifieke onderwerpen (zoals bedrijfsvoering, lokale heffingen, financiering, risico’s en weerstandsvermogen). Een recapitulatie van de totalen per programma is opgenomen in bijlage 1 waarbij het saldo van baten en lasten, de mutaties in de reserves en de resultaten per jaar worden gepresenteerd. De voorgenomen investeringen zijn verwerkt in het MIP 2016-2019 (bijlage 2) en in het overzicht geplande investeringen, nog niet aangevraagd (bijlage 3). Bijlage 4 geeft de productenramingen op programma- en beleidsveldniveau weer. In bijlage 5 worden de kerngegevens 20152019 opgesomd. In bijlage 6 is een meerjarig overzicht van de reserves en voorzieningen opgenomen. Tot slot zijn in bijlage 7 de begrotingsuitgangspunten vermeld. Beleidsindicatoren Naar aanleiding van het rapport van de Adviescommissie Vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten (commissie Depla) is geadviseerd om een basisset van indicatoren voor alle gemeenten voor te schrijven. Het wordt steeds belangrijker voor gemeenten om te kunnen sturen op basis van meetbare prestaties. Gemeenten moeten bij de besteding van de beschikbare middelen goed onderbouwde keuzes kunnen maken om te kunnen bijsturen als de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. De raad, en ook burgers, bedrijven, organisaties, media en andere belanghebbenden in gemeenten, hebben er belang bij de beleidsresultaten ook te kunnen vergelijken met de beleidsresultaten in andere gemeenten. Dit betekent wel dat gemeenten zoveel als mogelijk en wenselijk is, dezelfde indicatoren moeten gebruiken. Een werkgroep van VNG heeft een basisset van circa 50 indicatoren voor de gemeenten opgesteld . Naast opname in de begroting en verantwoording zullen deze indicatoren van het gemeentelijk domein in de toekomst digitaal beschikbaar gesteld worden op de website www.waarstaatjegemeente.nl. De nieuwe indicatoren zullen worden opgenomen in wet- en regelgeving. In de eerstvolgende begroting zullen de indicatoren voor een groot deel vervangen zijn. 3
Aanbieding
Meicirculaire 2015 De uitkomsten van de meicirculaire 2015 maken onderdeel uit van deze MPB. De rapportage om trent de meicirculaire is na de voorjaarsnota verschenen. Alle geraamde mutaties voor de jaren 2016 -2019 zijn verwerkt en opgenomen in deze MPB. Ten opzichte van de voorjaarsnota zijn de saldi voor de jaren 2017 en 2018 flink gedaald als gevolg van de meicirculaire. Onderstaand worden nog enkele belangrijke onderwerpen uit die meicirculaire toegelicht. 1. De rijksbudgetten voor de 3 transities (Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet) zijn voor de jaren 2015 -2019 bekend gemaakt. Deze integratie-uitkering sociaal domein wordt toegelicht in programma 1 waar de uitgaven en inkomsten budgettair neutraal zijn opgenomen. 2. In 2015 en 2016 wordt per jaar voor huishoudelijke hulp toelage (HHT) € 216.050 extra ontvangen via een decentralisatie-uitkering. De middelen HHT worden aan de gemeenten beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. Uiteraard blijven deze extra middelen voor dit doel beschikbaar. 3. Gezien het akkoord met de bonden is voor de loonontwikkeling in 2016 een extra stijging van 0,75% geraamd. Voor 2016 wordt al gerekend met een loonstijging van 1,5% waardoor de geraamde loonstijging voor dat jaar 2,25% bedraagt. Voor de jaren 2017 t/m 2019 wordt gerekend met een loonstijging van 2%. Dit betekent een stijging van jaarlijks 0,5% ten opzichte van de voorjaarsnota.
Begrotingsjaar 2016 In de eerste jaarschijf 2016 is er sprake van een positief saldo van € 45.114. Dit saldo is inclusief nieuw beleid, wijzigingen bestaand beleid en de reeds geplande ombuigingen voor 2016. Voorjaarsnota In het saldo van de begroting 2016 (bestaand beleid) zijn enkele posten uit de voorjaarsnota al primitief meegenomen. Deze worden dus niet opnieuw in de programma’s opgenomen. He t gaat om de volgende in de voorjaarsnota 2015 opgenomen posten: 2 e fase groot onderhoud 2016 (1a) Bespaarde rente aanwending algemene weerstandsreserve (4, 10 en 11) Vrijval kapitaallasten (10, 11 en 20) Uitbreiding formatie streekarchivariaat ivm verplichte archiefinspectie (15) Terugdraaien extra OZB-stijging van 1,50% voor eigenaren (19) Om praktische redenen zijn de posten 1a en 19 niet opgenomen in programma 9a omdat er geen mutatie meer op plaats vindt (per saldo nihil). De bespaarde rente en vrijval van kapitaallasten worden qua bedrijfsvoering primitief in de begroting verwerkt. De meerjarenbegroting 2016-2019 van de gemeenschappelijke regeling streekarchivariaat is al goedgekeurd door de deelnemende gemeenten waardoor de extra bijdrage een verplic hte uitgaaf is. In de voorjaarsnota is onder punt 3 nog een p.m.-post herijking minimabeleid geraamd in verband met de te voeren raadsbrede discussie over dit onderwerp. In de voorliggende MPB gaan wij ervan uit dat de door uw raad nog vast te stellen nota minimabeleid binnen de geraamde middelen uitgevoerd kan worden. Herziening BBV-verslaggevingsregels grondexploitaties De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. De reden hiervoor is een aantal ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties. Namelijk: de forse afboekingen van gemeenten op grondposities in de afgelopen jaren, de aanbevelingen uit het rapport Vernieuwing BBV over transparantie en vergelijkbaarheid, en de aankomende Omgevingswet. De afbakening is ook onvermijdelijk in het kader van de aankomende vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb). De commissie BBV heeft een aantal voorstellen uitgewerkt die leiden tot wijzigingen in het BBV. Uiteindelijke doel van de wijzigingen is te komen tot meer transparantie, eenduidigheid en een vermindering van de administratieve lasten. De wijzigingen moeten (met terugwerkende kracht) per 1 januari 2016 gaan gelden en hebben gevolgen voor de begroting 2016. De rentetoerekening aan in exploitatie genomen gronden moet worden gebaseerd op de werkelijke rente over het vreemd vermogen. Deze is lager dan de in de begroting gehanteerde omslagrente. Op niet in exploitatie genomen gronden mogen geen rente of andere kosten meer toegerekend worden vanaf 2016. Deze gronden moeten verantwoord worden onder de materiële vaste activa als ‘strategische gronden’. Deze wijziging van de voorschriften is primitief verwerkt in de begroting 2016. De nadelige financiële gevolgen van deze aanpassing van de richtlijnen BBV hebben wij in de MPB 2016 -2019 kunnen opvangen.
4
Aanbieding
Meerjarenperspectief 2016-2019 Bij de voorjaarsnota 2015 hebben wij u een beeld gegeven van het verwachte financiële meerjarenperspectief. Bij deze eerste globale financiële uitwerking is er toen een overschot in 2019 gepresenteerd van € 29.050. Nu de MPB 20162019 in concept gereed is en op programmaniveau het meerjarenperspectief in beeld is gebracht komt het meerjarig cumulatief saldo, inclusief onderstaande wijzigingen, uit op € 18.545 positief. Afwijkingen ten opzichte van de voorjaarsnota Zoals al verwoord zijn de uitkomsten van de meicirculaire in deze MPB in meerjarenperspectief verwerkt. Er zijn diverse kleinere voor- en nadelen primitief verwerkt. Daarnaast zijn er op onderdelen uit de vorige MPB voor de jaren 20162018 marginale aanpassingen gedaan vanwege ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan. Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019 De nieuwe meerjareninvesteringsplanning is opgesteld met inachtneming van de voorjaarsnota 2015. De nettolasten die uit het MIP voortvloeien zijn in de programma’s verwerkt. De investeringen in het begrotingsjaar 201 6 zijn primitief verwerkt. Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018 De financiële gevolgen van de genomen besluiten op basis van de meerjarenprogrammabegroting 2015-2018 zijn in de programma’s opgenomen onder de noemer MPB 2015-2018. Uitkomsten in meerjarenperspectief Na verwerking van bovenstaande informatie ziet de MPB 2016-2019 er als volgt uit: Jaar
Saldo
2016 2017
45.114 91.400
V V
2018 2019
40.762 18.545
V V
In meerjarenperspectief resteert cumulatief een overschot van € 18.545 in 2019.
Ombuigingen Voor het eerst na jaren zijn er geen nieuwe ombuigingen opgenomen. Gezien de verwachte ontwikkelingen van het gemeentefonds is daar nu geen noodzaak toe. Om een beeld te schetsen van de tot dusver doorgevoerde ombuigingen is een overzicht ‘Bezuinigingshistorie 2011-2019’ toegevoegd (onderverdeeld in uitgavenvermindering, inkomstenverhoging en bedrijfsvoering). In deze MPB zit nog een besparing aan formatie van 3,14 fte. Vertaald naar salariskosten gaat het dan om een bedrag van € 240.750.
Belastingen en heffingen In deze MPB 2016-2019 worden voor de inwoners en bedrijven binnen de gemeente Elburg de tarieven van belastingen en heffingen in 2016 verhoogd met het inflatiepercentage van 1,4%. Voor de jaren 2017-2019 wordt eveneens gerekend met een inkomstenstijging van 1,4%. Uitzondering daarop vormen de tarieven voor de OZB, reinigingsrechten en rioolheffingen. Voorgesteld is om de tarieven voor reinigingsheffingen en rioolheffingen in de jaren 2016 en 2017 te bevriezen. De hoogte van de geraamde kosten en de saldi in de betreffende voorzieningen/reserves geven daar de mogelijkheid toe. Voor 2018 en 2019 wordt het inflatiepercentage van 1,4% gehanteerd. Voor de OZB wordt een verhoging van 2% gehanteerd voor de jaren 2016-2018. Voor 2019 wordt het inflatiepercentage van 1,4% gehanteerd. Van de in de MPB 2015-2018 voorgestelde extra verhoging OZB van 1,5% voor eigenaren wordt voorgesteld deze voor de jaren 2016 en 2017 terug te draaien. De belastingdruk neemt voor de burger op deze wijze niet meer toe dan het inflatiepercenta ge. De gemeente blijft op deze wijze bij de 25% goedkoopste gemeenten van Nederland behoren. Belastingdruk De belastingdruk wordt bepaald door de OZB, afvalstoffenheffing en rioolrechten op te tellen en het in bezit hebben van een woning met een gemiddelde waarde van € 232.000. De voorgestelde tariefstijgingen (in procenten) zien er voor de komende 4 jaar als volgt uit:
5
Jaar
OZB
Afval
Riool
2016 2017
2 2
0 0
0 0
2018 2019
2 1,4
1,4 1,4
1,4 1,4
Aanbieding
Er is in 2016 sprake van een stijging van de lokale lastendruk met gemiddeld ca. 0,7%. Deze stijging vertaalt zich in een verhoging van ca. € 4,50 per jaar. Deze is zo laag door bevriezing van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolrechten in 2016. Voor de jaren 2017-2019 betekenen bovenstaand voorstel dat de lastendruk in die jaren met respectievelijk 0,70%, 1,63% en 1,40% stijgt. Dit komt neer op een stijging van respectievelijk € 4,50, € 10,50 en € 9,00. In de Coelo Atlas wordt vermeld dat de gemeente Elburg in 2015 in de categorie voor laagste woonlasten plaats 77 bezet (nummer 1 is laagste woonlasten). In 2014 was dit plaats 80.
Septembercirculaire gemeentefonds De septembercirculaire 2015 vormt geen onderdeel van deze MPB. De uitkomsten zullen separaat aan uw r aad ter kennis worden gebracht.
Toezicht Door de provinciaal toezichthouder wordt van de gemeente Elburg niet verwacht dat er bij de MPB al dekking is geregeld voor eventuele tekorten die verband houden met de septembercirculaire. De gemeenten zijn niet verplicht de septembercirculaire in de MPB 2016-2019 op te nemen. Zonder opneming van de septembercirculaire kan de provincie toch repressief toezicht van toepassing verklaren. De uitgangspunten om voor het begrotingsjaar 2016 voor het repressieve toezicht in aanmerkin g te komen zijn: a. de begroting 2016 dient naar het oordeel van de provincie in reëel en structureel evenwicht te zijn of als dat niet het geval is, dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht in 2019 uiterlijk tot stand zal worden gebracht; b. de jaarrekening 2014 behoort in structureel en reëel evenwicht te zijn. Indien de jaarrekening niet in evenwicht is zal het structureel tekort betrokken worden bij het onderzoek van de begroting 2016. Dit betekent dat in de jaarrekening inzicht moet worden gegeven in het structurele en incidentele aandeel van het resultaat; c. de vastgestelde jaarrekening 2014 en de begroting 2016 dienen tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november 2015, aan de provincie te zijn toegezonden. Met het begrip structureel evenwicht wordt bedoeld dat in de begroting structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Het reëel evenwicht houdt in dat onderzoek wordt gedaan naar de realiteit van de ramingen. Daarbij hoort de begroting/meerjarenraming uiteraard volledig te zijn. Toetsing Toetsingsaspecten waar de provincie in het kader van reëel en materieel evenwicht ook op let zijn (zie de begrotingsbrief 2016-2019 van 1 april 2015): 1. Incidentele baten en lasten In de voorliggende MPB zijn de incidentele lasten danwel baten benoemd in bijlage 1 (Overzicht geraamde incidentele baten en lasten). Het betreft slechts incidentele lasten welke afnemen van € 380.000 in 2016 naar € 50.000 in 2019. Dit laatste bedrag wordt overigens gedekt door de algemene reserve. 2. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves Uit de MPB moet op grond van de BBV duidelijk blijken wat de structurele toevoegingen en onttr ekkingen aan de reserves zijn. In bijlage 1 is een overzicht voor de jaren 2016-2019 opgenomen. 3. Negatieve reserves Uit het meerjarige overzicht van de reserves en voorzieningen (bijlage 6) blijkt dat geen van de reserves in de begrotingsperiode 2016-2019 negatief zal worden. Ook wordt door de toezichthouder onderzocht of dekkingsreserves kapitaallasten gerealiseerde investeringen gedurende de gehele afschrijvingstermijn gedekt zijn. 4. Taakstellende bezuinigingen Belangrijk is dat de opgenomen bezuinigingen concreet op programmaniveau ingevuld moeten zijn. De provincie wil deze kunnen beoordelen en kunnen volgen. De paragraaf bezuinigingen geeft de nodige informatie hierover. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing worden bij het bepalen van de specifieke risico’ s 3 taakstellende bezuinigingen (totaal voor een bedrag van € 112.000) genoemd. Deze vragen nog wel om concrete invulling. Verwezen wordt naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. 5. Loon- en prijscompensatie Bij de beoordeling of sprake is van een materieel sluitende meerjarenbegroting wordt gekeken of loon- en prijsstijgingen zijn opgenomen conform de in de meicirculaire 2015 opgenomen inflatiepercentages. Hier wordt aan voldaan. In bijlage 7 zijn de begrotingsuitgangspunten opgenomen. 6
Aanbieding
6. Onderhoud kapitaalgoederen (wegen, riolering, water, groen en gebouwen) Bezuinigingen op het jaarlijks onderhoud worden alleen positief beoordeeld indien aannemelijk wordt gemaakt dat het verlagen van het kwaliteitsniveau niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en/of juridische claims. Gezien de aanwezigheid van een reserve openbare ruimte zullen er op de aspecten wegen en groen (in deze zin) geen onderhoudsachterstanden ontstaan. Voor de riolering (en water), haven en gemeentelijke gebouwen (waaronder monumenten, dorps- en gemeenschapscentra en het zwembad) geldt in feite hetzelfde vanwege de aanwezigheid van voorzieningen voor onderhoud riolering, haven, monumenten, dorpshuizen, zwembad en overige gebouwen. 7. Grondexploitatie Omtrent de rentetoerekening is een en ander al toegelicht. De provincie beoordeelt risico’s op de bouwgrondexploitatie op basis van de jaarrekening en de paragraaf grondbeleid in de begroting. 8.
Financiële kengetallen
Naar aanleiding van het rapport van de Adviescommissie Vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten (commissie Depla) is er op het onderdeel financiële kengetallen (één van de 8 adviezen van de commissie) al besluitvorming afgerond. Aanleiding is de wens om met het gebruik van kengetallen de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad te versterken. Ingevolge artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeente (BBV) worden kengetallen opgenomen voor: de netto schuld quote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. De kengetallen maken het de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie. Voorgeschreven is dat deze kengetallen worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. In deze paragraaf is per kengetal aangegeven wat met het kengetal wordt weergegeven en hoe ze worden vastgesteld. De provincie zal de voorgeschreven kengetallen beoordelen vanuit haar rol als toezichthouder. De kengetallen geven niet alleen zicht op de financiële positie van de gemeente maar bieden tevens de mogelijkheid om gemeenten te vergelijken.
Financiële positie Het feit dat in de meerjarenbegroting in 2019 een reëel en materieel evenwicht gepresenteerd kan worden is een goed resultaat. Voor het totale beeld van de financiële positie is dit ui teraard een belangrijk onderdeel. Presentatie van de voorgeschreven kengetallen omtrent schuld- en vermogenspositie zijn daarin ondersteunend en geven daarmee een completer beeld. Bij het beoordelen van de financiële positie werd al gebruik gemaakt van kengetallen als hulpmiddel. In de auditcommissie van 22 januari 2014 is het document ‘Kengetallen voor het bewaken van de financiële positie’ vastgesteld. Dit document is destijds ook opgesteld om uw raad op een eenvoudige wijze inzicht te geven in de financiële positie. Deze set kengetallen wordt sindsdien in de bestuursrapportages opgenomen om de ontwikkeling van de financiële positie in meerjarig perspectief te volgen. Om verwarring te voorkomen tussen het gebruik van de wettelijk voorgeschreven kengetallen en de eigen vastges telde kengetallen wordt nu ter beoordeling van de financiële positie alleen ingegaan op de nieuwe wettelijk voorgeschreven kengetallen. In de paragrafen worden ook de gebruikelijke kengetallen dit jaar nog gepresenteerd. In onderstaande tabel worden de voorgeschreven kengetallen in één oogopslag gepresenteerd. Kengetallen Netto schuldquote Netto schuldquote gecorrigeerd met verstrekte leningen Solvabiliteitsratio Structurele exploitatieruimte Grondexploitatie Belastingcapaciteit
Verslag 2.014 52% 32% 55% 0,0% 21% 89%
Raming 2.015 46% 36% 52% 0,0% 13% 87%
Raming 2.016 45% 35% 55% 0,9% 7% 89%
Uit bovenstaande blijkt dat de financiële positie van de gemeente Elburg ruimschoots op orde is. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing worden de kengetallen, onder andere gebruik makend van de normering van de provincie, als voldoende gekwalificeerd. Op de belastingcapaciteit na zijn alle kengetallen ten opzichte van 2015 verbeterd. De wijze waarop de kengetallen meewegen in de uiteindelijke beoordeling van de financiële positie is voorbehouden aan uw raad. Het is aan de raad om een normering vast te stellen voor genoemde kengetallen. Bij de nog op te stellen nota weerstandsvermogen en risicobeheersing zal dit zijn beslag moeten krijgen. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt dieper ingegaan op de bovenstaande kengetallen. 7
Aanbieding
Financiële risico’s Belangrijk is dat er ook voldoende oog is voor de risico’s die door de gemeente gelopen worden . In welke mate de, naar verwachting, achter ons liggende recessie nog van invloed zal zijn op de gemeentelijke financiën is onduidelijk. Verwachting is wel dat het eind daarvan nog niet in zicht is. Met name in het kader van de bouwgrondexploitatie en als afgeleide daarvan de bouwleges zal de gemeente hiermee voorlopig geconfronteerd blijven worden. Voor een verdere opsomming van de financiële risico’s wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. In deze paragraaf worden de risico’s geïnventariseerd en vervolgens gekwantificeerd op basis van het risicoprofiel. De reservepositie van de gemeente is zodanig dat de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om deze gekwantificeerde risico’s op te kunnen vangen. De gemeente heeft een voldoen de ratio bij de berekening van het structurele weerstandsvermogen en een ruime voldoende bij de bepaling van het eenmalige weerstandsvermogen . Gemeentefonds Hoewel daarover geen zekerheid te krijgen is, wordt er in de begroting geen rekening gehouden met nieuwe bezuinigingen op de algemene uitkering. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is en blijft een immer onzekere factor in de financiële huishouding van de gemeente. De integratie-uitkering sociaal domein zal de komende jaren echter wel met flinke kortingen te maken krijgen. De kortingen zijn van dien aard dat het uitgangspunt waarbij de taken worden uitgevoerd binnen de beschikbare middelen niet van risico ontbloot is. De mate waarin dit gaat lukken hangt mede af van de al dan niet gelukte transformatieopgave. Slotsom De gemeente Elburg heeft de meerjarenbegroting goed op orde. Geconstateerd kan worden dat: inkomsten en uitgaven reëel en materieel in evenwicht zijn, de schuldpositie zich ruim binnen de daarvoor gestelde marges bevindt en dat de reserves ruim voldoende zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. Wij blijven echter voorzichtig opereren om te voorkomen dat er in de toekomst opnieuw bezuinigingen doorgevoerd moeten worden. Bij voortzetting van het voorzichtige financiële beleid kunnen wij ook in de toekomst onze begroting in meerjarenperspectief sluitend houden. Tot slot spreken wij de wens uit, dat het bestuurlijk handelen van deze gemeente ook in 201 6 gedragen mag worden door wederzijds begrip en vertrouwen en dat ons werk onder Gods zegen mag staan.
Voorstel Voorgesteld wordt het MPB 2016-2019 ongewijzigd vast te stellen.
8
De programma’s 1
Sociaal domein
2
Onderwijshuisvesting en -vervoer
3
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
4
Bouwen en milieu
5
Veiligheid
6
Verkeer en openbare ruimte
7
Cultuur, sport, recreatie en toerisme
8
Economische structuur
9
Bestuur
9A
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
9
1: Sociaal Domein
Programma 1
Sociaal domein Beleidsvelden Uitkeringen, werkgelegenheid, gemeentelijk minimabeleid, maatschappelijke begeleiding en advies, ouderenbeleid, vrijwilligersbeleid, WMO maatwerkvoorzieningen, openbare gezondheidszorg, Participatiewet (transitie), WMO begeleiding (transitie), Jeugdbeleid, jeugdgezondheidszorg, Jeugdwet (transitie) Portefeuillehouder: Domein:
Wethouder S.W. Krooneman Samen leven
Algemene informatie A. Visie: Onze gemeente streeft naar economische zelfstandigheid, zelfredzaamheid, menswaardige deelna me aan het maatschappelijk verkeer voor iedereen en naar een gezonde bevolking. B. Ontwikkelingen en trends: De economische situatie leidt tot stijging van het aantal gerechtigden met gemeentelijke uitkering voor levensonderhoud en toenemend gebruik gemeentelijk minimabeleid waaronder schuldhulpverlening. Het ontslagrecht en de WW zijn aangepast. Door de Wet werk en zekerheid wordt de toegang tot de IOAW geleidelijk afgebouwd. Alleen mensen die geboren zijn voor 1965 kunnen dan nog een beroep doen op de IOAW. De IOW (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen), uitgevoerd door UWV, blijft bestaan tot 2020. Per 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. De toegang tot de Wajong wordt beperkt tot mensen die duurzaam geen arbeidsmogelijkheden hebben. Daarnaast is de Wet sociale werkvoorziening afgeschaft per 1 januari 2015. Na deze datum is geen instroom meer mogelijk. Burgers die voorheen in aanmerking kwamen voor de Wajong en Sociale werkvoorziening doen vanaf 2015 een beroep op de Participatiewet en vallen onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Voor de gemeente Elburg betekent dit tot 2018 naar verwachting een aanzienlijke toename van het uitkeringsbestand. Om meer mensen in een reguliere werkomgeving een kans t e bieden heeft het kabinet in het voorjaar van 2013 een zogenoemd ‘sociaal akkoord’ gesloten met vertegen woordigers van werkgevers en werknemers. Er is afgesproken dat er landelijk minimaal 125.000 extra banen gecreëerd worden voor mensen met een arbeidsbeperking. Per 1 januari 2016 treedt de Wet taaleis Participatiewet in werking. De beheersing van de Nederlandse taal wordt als extra verplichting toegevoegd aan de bestaande verplichtingen die gelden voor bijstandsgerechtigden. Gemeenten moeten zowel voor nieuwe aanvragers van bijstand als voor het zittend bestand bijstand sgerechtigden de Nederlandse taalbeheersing gaan beoordelen. Niet voldoende taalbeheersing kan gevolgen hebben voor de uitkering. Voor het zittende bestand gaat de wet in op 1 juli 2016. Sinds januari 2015 wordt de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uitgevoerd. Gemeenten zijn nu ook verantwoordelijk voor begeleiding bij wonen en werken. Daarnaast is de gemeente ook verantwoordelijk voor mantelzorgwaardering en –ondersteuning en voor beschermd wonen. Nu de implementatie is afgerond komt er meer accent op het verder doorvoeren van innovatie. Wil de nieuwe Wmo op termijn duurzaam uitgevoerd worden dan zullen andere accenten gelegd moeten worden, zoals het faciliteren en benutten van individueel en maatschappelijk talent, integrale ondersteuning vanuit de leefwereld, preventieve inzet, meer collectieve inzet en het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid. Deze bewegingen zijn op een aantal onderdelen al ingezet. De extramuralisering zet verder door. Dat maakt dat meer kwetsbare mensen thuis wonen, met meer risico’s op eenzaamheid en onmaatschappelijk gedrag. Antwoorden op deze beweging zijn er soms nog onvoldoende. Het staat vast dat contact en samenwerking tussen het netwerk en informele en professionele organisaties noodzakelijk is, naast vernieuwing in het extramurale zorgaanbod. Deze ontwikkeling stelt ook andere eisen aan de woningmarkt. Cliëntondersteuning is belangrijk voor het zo zelfstandig mogelijk functioneren. Daarbij is gebruik van informele kanalen belangrijk. Dat vraagt om meer afstemming. Ook de nieuwe breedte van cliëntondersteuning (ook voor GGZ, ook voor mantelzorg) vergt nog aandacht. Alle ontwikkelingen hebben veel organisatorische veranderingen in gang gezet. Voor het sociaal team Doe’th ligt er een belangrijke rol om deze ontwikkelingen mee vorm te geven en de afstemming te stimuleren. Basismobiliteit: De provincie draagt per 1 januari 2017 het Wmo-vervoer (de regiotaxi) over aan de gemeente. Naar aanleiding van deze overdracht wordt in overleg met de regiogemeenten en de provincie de mogelijkheid onderzocht om het openbaar vervoer, leerlingenvervoer, (regio) taxivervoer en Wmo-vervoer te integreren tot basismobiliteit. De bedoeling is dat dit zoveel mogelijk in 2017 haar beslag krijgt.
10
1: Sociaal Domein
De Maatwerkvoorziening inkomenssteun valt per 1 januari 2015 onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit betreft een samenvoeging van de tegemoetkomingen van de WTCG en CER die voorheen via het CAK liepen. Ter vervanging is de bestaande collectieve zorgverzekering als maatwerkvoorziening uitgebreid met extra dekkingen voor minima en mensen met hoge zorgkosten. De komende jaren moet blijken of deze doelgroep voldoende tegemoet gekomen kan worden via deze regeling. De privacy van de burger moet gewaarborgd zijn, wanneer professionals gegevens met elkaar delen. Dit kan een spanningsveld opleveren. In de Regio Noord Veluwe wordt regionaal het privacy project `De Leertuin Zorg en Veiligheid´ gestart om in het sociale domein, samen met de partners van gemeenten en zorgverleners, hier een weg in te vinden. Vanaf 1 januari 2015 is de uitvoering van de Jeugdwet de verantwoordelijkheid van de gemeente. Het h ele pakket aan ondersteuning en hulp aan jeugdigen en hun ouders is onderdeel van deze wet. Het hele pakket van Jeugd - en opvoedhulp, jeugd-GGZ en de zorg voor jongeren met een beperking is in de Jeugdwet opgenomen. De jeugdwet vraagt (boven)regionale samenwerking die wordt vormgegeven binnen de RNV en op G6 (6 Gelderse regio’s) niveau. In 2016 vindt de verdeling van de jeugdzorgmiddelen door het rijk niet meer plaats op basis van het historische verdeelmodel, maar wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd . Voor Elburg en de RNV betekent dit dat we minder middelen ontvangen. Nu de transitie een feit is, ligt de focus op de gewenste transformatie binnen het jeugdveld. De focus ligt op het normaliseren en ontmedicaliseren en op het terugdringen van de inzet v an zwaardere vormen van zorg. We willen het aantal onder toezicht stellingen en uithuisplaatsingen terugdringen. Ook preventie en vroegsignalering zijn belangrijke thema’s. Stichting Jeugd Noord Veluwe is opgericht voor de toegang van de niet -vrij toegankelijke jeugdhulp. De opdracht van de Stichting is om in CJG verband vindplaatsgericht te werken, tijdig ondersteuning te bieden en waar nodig specialistische hulp in te zetten. Op 1 augustus 2014 is de Wet op passend onderwijs in werking getreden. De scho len in onze regio hebben met elkaar een ondersteuningsplan opgesteld. Het vraagstuk hoe het speciaal onderwijs vorm krijgt binnen de regio is binnen het onderwijs nog een bespreekpunt. Daardoor zijn de effecten voor de zorgstructuur, leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting nog niet duidelijk. De verwachting is dat deze duidelijkheid er in 2016 wel zal komen. In de regio Veluwe zijn de gemeenten Elburg, Nunspeet, Oldebroek, Ermelo, Harderwijk en Putten JOGG -gemeenten geworden. Dit betekent dat de gemeenten voor de jaren 2014 t/m 2016 met elkaar gaan samenwerken om samen met de provincie Gelderland het overgewicht onder jongeren terug te dringen. Hiervoor wordt de methodiek Jongeren op Gezond Gewicht ingezet. De rol van leerplicht wordt in het kader van transitie jeugdbeleid en jeugdzorg opnieuw bekeken. De bestuursopdracht voor de projectgroep ‘Transitie Leerplicht’ luidt: In 2015 is Leerlingzaken getransformeerd en heeft ze een rol binnen jeugdzorg en passend onderwijs; voor 2016 moet de structurele finan ciering van Leerlingzaken geregeld zijn.
Gemeentelijke beleidskaders 11
Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Elburg (2015) Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ (2015) Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Elburg (2015) Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Elburg (2015) Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Elburg (2015) Verordening Tegenprestatie Participatiewet gemeente Elburg (2015) Verordening Declaratiefonds en participatie schoolgaande kinderen (2015) Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Elburg (2015) Beleidsregel Peuterspeelzalen (2013) Beleidsregels bijzondere bijstand Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering en verhaal (2015) Verordening Wet Inburgering gemeente Elburg 2012 (2012) Beleidsplan WMO + addendum Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Elburg 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Elburg 2015 Beleidsregel Maatwerkvoorzieningen Wmo gemeente Elburg Uitvoeringsregels persoonsgebonden budget (PGB) in de Wmo en de Jeugdwet 2015 Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke belastingen Nota Vrijwilligerswerk Nota preventief Jeugdbeleid (2014) Nota sturing en bekostiging jeugdhulp (2014) Beleidskader jeugdhulp 2015-2018 “In één keer goed” Verordening Jeugdhulp (2015) Uitvoeringsprogramma jeugdhulp (2015) Regionaal Transitie-arrangement jeugdhulp (2014)
1: Sociaal Domein
Calamiteitenprotocol jeugd en wmo (2015) LEA 2015-2018 Gezondheidsnota “Gezondheid Dichterbij: Goed Bezig 2012-2015” Nota Voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Elburg (2013-2016) Visiedocument Jeugdzorg “Positief Jeugdbeleid” (2012) Leerplichtinstructie (regionaal beleid) Nota Kwaliteit handhaven in de kinderopvang (2013) Nota peuterspeelzalen in de gemeente Elburg
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Economische zelfstandigheid: Bevorderen arbeidsparticipatie.
Achterstandspositie arbeidsmarkt van minderheden en 45-plussers verkleinen.
Taalprojecten Re-integratie projecten gericht op verschillende doelgroepen. Sollicitatietraining bijstandscliënten.
Verbeteren van de uitgangspositie van werkzoekenden.
Toetsen taal en rekenen in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, met, indien nodig, een aanbod voor een cursus ter verbetering van het taal- en rekenniveau. Opleggen verplichtingen Wet taaleis Participatiewet.
Minder mensen in de bijstand.
Intensiveren van poortwachtersfunctie en inzet jobcoach Projecten tegenprestatie. Re-integratie projecten gericht op verschillende doelgroepen. Regionale werkgeversdienstverlening.
Huidig voorzieningenniveau voor mensen met een laag inkomen zoveel mogelijk handhaven.
Maatwerkvoorziening inkomenssteun evalueren en doorontwikkelen
De basis voor het minimabeleid blijft 110% van de bijstandsnorm.
Computer voor schoolgaande kinderen
2. Zelfredzaamheid: Burgers zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk laten functioneren in hun eigen sociale omgeving.
Bevorderen van adequate woon- en leefomgeving voor zorgbehoevenden en mensen met een beperking.
Versterken gebruik thuistechnologie voor zoveel mogelijk zorgvragen (ook voor GGZ)
Bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer.
Tegengaan van vereenzaming.
Waarborgen dat elke burger in zijn levensonderhoud kan voorzien.
Realiseren algemene en collectieve voorzieningen
Kleinere zorgvraag d.w.z. minder beroep doen op de professionele hulpverlening en meer inzet van onderling dienstbetoon, vrijwilligers en de mantelzorg. Personen met een beperking compenseren met kwalitatief goede voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.
De voorzieningen op elkaar laten aansluiten, zodat maatwerk altijd mogelijk is op alle levensgebieden.
Huidig voorzieningenniveau voor mensen met een beperking zoveel mogelijk handhaven.
Meer inzetten op Algemene en collectieve voorzieningen als dat kan, waardoor de individuele voorzieningen beschikbaar blijven voor mensen die niet zonder kunnen.
3. Zelfstandig functionerende volwassenen: Vormen van de jeugd tot volwassen burgers die zelfstandig functioneren in de samenleving.
Streven niemand zonder diploma van school.
Opzetten vereenvoudigde financiering bij gecombineerde voorzieningen dagbesteding. In het kader van de transitie Jeugdzorg en Passend onderwijs wordt het jeugdveld opnieuw ingericht en getransformeerd. Uitvoering nieuwe activiteiten jeugdparticipatie
4. Maatschappelijke participatie: Bevorderen maatschappelijke participatie, ook van de minima.
Behoud en versterken van het vrijwilligerswerk.
5. Gezonde samenleving: Bewustwording en hebben van een gezonde, actieve levensstijl.
12
Maatschappelijke betrokkenheid van de jeugd vergroten. Zinvolle vrijetijdsbesteding voor de jeugd.
Jongeren al jong kennis laten maken met vrijwilligerswerk. Versterken van het gemeenschapsleven. Versterken van het culturele leven. Versterken van het sport- en verenigingsleven. Minder overgewicht bij de jeugd. Minder alcohol- en drugsgebruik en gokken (misbruik van middelen).
Uitvoeren buurtplannen via “Plan de toekomst van je buurt”
1: Sociaal Domein Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
6. Zelfstandig functionerende volwassenen: Vormen van de jeugd tot volwassen burgers die zelfstandig functioneren in de samenleving Vrije schoolkeuze aansluitend aan de eigen opvoeding
Streven niemand zonder startkwalificatie van school.
Door de ontwikkelingen op het terrein van passend onderwijs en jeugdhulp wordt de keten van zorg voor kwetsbare jongeren steeds meer sluitend gemaakt. Ook in het kader van het VSV-convenant worden nieuwe afspraken gemaakt over het behalen van de startkwalificatie door jongeren en over de aansluiting met de arbeidsmarkt.
Kinderopvang Vergroten kwaliteit en gebruik voorschoolse voorzieningen.
Voorbereiding aanscherpen kwaliteitseisen kinderopvang, ingang per 1-1-2017
Integreren van het lokaal onderwijsbeleid binnen het totaal van het lokaal jeugdbeleid door samenwerking en gerichte inzet van middelen voor onderwijsbegeleiding.
Door de komst van passend onderwijs en de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdwet is het veld behoorlijk in beweging. Er is een nieuwe LEA vastgesteld. In het bijbehorende uitvoeringsprogramma worden afspraken gemaakt met het onderwijs over de verdere aansluiting. Door de doorgevoerde bezuinigingen op de middelen voor onderwijsbegeleiding is deze post zo klein geworden dat de integratie op een andere manier vorm gegeven moet worden dan via de middelen voor onderwijsbegeleiding. Voor de inzet van de resterende middelen voor onderwijsbegeleiding wordt nog overleg gevoerd met het onderwijs.
Het bieden van een basisvoorziening voor kinderen van 2-4 jaar voor spelen, ontwikkelen en ontmoeten in georganiseerd verband binnen peuterspeelzalen.
VVE – doorontwikkeling resultaatafspraken en ouderbetrokkenheid
Persoonlijke ontplooiing en het maatschappelijk functioneren van volwassenen in dreigende achterstandssituaties door ontwikkeling van kennis, inzicht en vaardigheden.
Indicatoren Doel
Omschrijving
Soort
Bron
indicator Output
Intern
1
Aantal personen met een periodieke uitkering voor levensonderhoud (WWB/ IOAW/IOAZ/Bbz)
2
Aantal ouderen waarbij ouderenadviseur kortdurende begeleiding biedt
Output
St. WIEL
3
Bereik jeugdwerk, activiteiten:
Output
St. WIEL
jongerencentra per week
meidenwerk
tienermoeders
Bereik jeugdwerk, jongeren
Output
NHSJJ
Kinderen
4
13
% inwoners dat vrijwilligerswerk doet
Output
St. WIEL
% jongeren die lid zijn van een sportvereniging of sportclub
Output
Emovo
Realisatie
Streefwaarde
Getal 210 197 180 162
Jaar 2014 2013 2012 2011
2016 221
186 167 150 ** 1.490 650 ** 125 185 ** 47 35 ** 0 1 ** 310 335 ** 681 706 ** 25% 25%
2013 2012 2011 2013 2012 2011 2013 2012 2011 2013 2012 2011 2013 2012 2011 2013 2012 2011 2013 2012 2011 2013 2012 2011
170
* 68%
2015 2011
600
116
273
0
230
650
25%
70%
Toelichting Prognose obv nieuwe wetgeving
1: Sociaal Domein Doel
Omschrijving
5
6
* **
Soort indicator
Bron
% jongeren die wel eens dronken of aangeschoten zijn geweest % jongeren met overgewicht
Output
Emovo
Output
Emovo
% jongeren die dagelijks roken
Output
Emovo
% jongeren die eens hasj/wiet hebben gebruikt
Output
Emovo
Aantal voortijdig schoolverlaters
Output
Leerlingzaken
Aantal herplaatste schoolverlaters
Output
Leerlingzaken
% kinderen 2-4 dat gebruik maakt van peuterspeelzaal
Output
PSZ
% kinderen dat gebruik maakt van kinderopvang
Output
KDV
Realisatie Getal Jaar
Streefwaarde 2016 Toelichting
* 30% * 17% * 10% * 6%
2015 2011 2015 2011 2015 2011 2015 2011
30%
** 49 24 ** 5 5 29 32 37 19 20 37
2013 2012 2011 2013 2012 2011 2013 2012 2011 2013 2012 2011
20
14% 10% 3%
10
45
Cijfers opgevraagd bij kinderopvang
35
Cijfers opgevraagd bij kinderopvang
In 2015 wordt door de GGD voor de 3 e keer het Emovo onderzoek uitgevoerd. Cijfers Hervormde stichting jeugd en jongerenwerk, stichting Wiel en Leerlingzaken nog niet bekend.
Middelen Sociaal Domein Vanaf 2015 zijn gemeenten op grond van de WMO 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. De middelen voor het sociaal domein worden beschikbaar gesteld in de vorm van een integratie-uitkering Sociaal Domein in het gemeentefonds. Gemeenten mogen zelf bepalen hoe de middelen besteed en verdeeld worden over de taken die in de Jeugdwet, de WMO 2015 en de Participatiewet zijn opgedragen. Met ingang van 2016 zijn de objectieve verdeelmodellen voor de Wmo 2015 en de Jeugdwet van toepassing. Meerjarenoverzicht Formeel worden de middelen voor alle 3 decentralisaties middels één integratie-uitkering Sociaal Domein aan de gemeenten uitgekeerd. Vooralsnog blijft het mogelijk de bedragen voor de 3 te splitsen naar deelbudgetten. Genoemde deelbudgetten uit het sociaal domein worden als 3 afzonderlijke beleidsvelden. Het overzicht op grond van de meicirculaire 2015 ziet er als volgt uit: 2015
2016
2017
2018
2019
Wmo 2015
3.358.740
3.102.929
2.913.348
2.797.035
2.762.634
Jeugdwet
4.905.642
4.533.148
4.443.162
4.470.174
4.478.921
Participatiewet
3.925.294
3.682.396
3.435.908
3.211.713
3.051.712
12.189.676
11.318.473
10.792.418
10.478.922
10.293.267
IU Sociaal Domein
Deelbudgetten Wmo, jeugd en participatie Het deelbudget Wmo zal in de jaren tot en met 2019 met een korting van € 596.106 (ten opzichte van 2015) te maken krijgen. Het domein Samen Leven heeft aangegeven genoemde bedragen middels de ingezette innovatiepunten in de toekomst te zullen/kunnen bezuinigen. De innovatieve lijn kenmerkt zich onder andere door het vergroten van de maatschappelijke inzet, het organiseren van laagdrempelige voorzieningen dichtbij burgers en preventie. Het deelbudget jeugd zal in de jaren tot en met 2019 met een korting van € 426.721 (ten opzichte van 2015) te maken krijgen. In 2016 en 2017 zal de jeugdhulp eveneens in solidariteit met de andere 5 RNV -gemeenten worden uitgevoerd. De transformatie zal de komende jaren nog flink ‘handen en voeten’ gegeven moeten worden om deze bezuiniging te kunnen realiseren. Hiertoe is in regionaal verband een transformatie-agenda opgesteld. Om de afbouw van zwaardere zorg (bovenregionaal) vorm te geven is een landelijk document opgesteld "Ruimte voor Jeugdhulp". Op basis hiervan wordt met de bovenregionale aanbieders gewerkt aan een transformatieplan. Om de grote (financiële) opgave te realiseren is het noodzakelijk zwaardere zorg af te bouwen en hiervoor lichtere vormen van zorg in de plaats te stellen. Daarnaast wordt met de aanbieders gewerkt aan v erkorting van de behandelduur. Ook realisatie van een hoogwaardige toegang is hiervan een onderdeel. Het deelbudget participatie zal in de jaren tot en met 2019 met een korting van € 873.582 (ten opzichte van 2015) te maken krijgen. Middels uitstroom van cliënten zal deze korting de komende jaren opgevangen moeten worden. Ook op dit onderdeel wordt van de gemeente een flinke inspanning gevraagd om de taakstellingen in dit kader te halen.
14
1: Sociaal Domein
Slotsom Al met al staat de gemeente de komende jaren voor een flinke uitdaging om de taken binnen het sociaal domein goed uit te voeren binnen de daarvoor beschikbaar gestelde budgetten. Voor alle 3 deelbudgetten geldt overigens dat hierop in de toekomst nog wel loon- en prijsbijstellingen op plaats zullen vinden. Alle kortingen/bezuinigingen over de jaren worden in de gemeentebegroting budgettair neutraal verwerkt. Uitgangspunt blijft dat de extra taken in het sociaal domein worden uitgevoerd met de toegekende budgetten. De reserve sociaal domein is er om eventuele financiële tegenvallers op te vangen. Voorjaarsnota 2015 Jeugdbeleid en ouderenzorg In de MPB 2015-2018 zijn per 2016 een tweetal taakstellende bezuinigingen opgenomen. Het gaat om een taakstellende bezuiniging van € 32.000 op ouderen en € 50.000 op jeugd. Bij de vaststelling van deze bezuinigingen was het idee dat door de middelen die worden ontvangen in het kader van de transities deze bezuinigingen hierin een plek konden krijgen. Inmiddels is duidelijk dat deze bezuinigingen vooralsnog niet ingevuld kunnen worden binnen de macrobudgetten voor de transities die van het rijk worden ontvangen. De komende jaren speelt allereerst de transformatieopgave waarbij binnen de gekorte budgetten de zorg gecontinueerd moet worden. De opgenomen kortingen nu doorvoeren zou dat proces bemoeilijken. Het doorzetten van de taakstellende bezuinigingsopgave per 2016 zal betekenen dat de benodigde middelen gezocht zullen worden binnen de preventiebegrotingen. Vanwege de transformatie die we willen bewerkstelligen binnen het sociaal domein en het belang dat we hechten aan preventie is dat een onwenselijke ontwikkeling. Juist binnen preventie moet de komende jaren ‘winst’ gemaakt worden om op ‘zorg’ te kunnen besparen. Vooralsnog wordt voorgesteld deze taakstellende bezuiniging voor 2016 en 2017 niet in te vullen en binnen het sociaal domein het nadeel van € 164.000 incidenteel te dekken uit de reserve sociaal domein. Voor 2018 en verder blijft deze structurele bezuiniging gehandhaafd. MPB 2015-2018 Invoering Participatiewet In het kader van de participatiewetgeving en de bijbehorende overgangsfase is in totaal een eenmalig bedrag van € 217.500 beschikbaar uit de jaren 2015 en 2016 (respectievelijk € 72.500 en € 145.000). Vanaf 2017 zijn deze gelden niet meer beschikbaar en wordt er vanuit gegaan dat de toegekende middelen uit het deelfonds sociaal domein afdoende zullen zijn ter bekostiging van de uitgaven in dit kader. Uitvoeringskosten Participatiewet Onder de nieuwe Participatiewet zal de gemeentelijke doelgroep toenemen. Voor de extra uitvoeringskosten Participatiewet van de nieuwe doelgroep voegt het rijk middelen toe aan het gemeentefonds. De structurele middelen hiervoor nemen jaarlijks toe van € 8.250 in 2016 tot € 22.000 in 2019. Individuele studietoeslag In het kader van de Participatiewet is de individuele studietoeslag geïntroduceerd. Het betreft een aanvullende inkomensondersteuning voor bepaalde groepen studerenden. De structureel beschikbare bedragen hiervoor nemen jaarlijks toe van € 8.250 in 2016 tot € 24.250 in 2018. Onderwijsbegeleiding Op onderwijsbegeleiding wordt (evenals in 2014 en 2015) in 2016 nog eens € 20.000 bezuinigd (totaal € 60.000). Dit betekent dat scholen zelf minder tijd en gelegenheid hebben om aandacht te besteden aan de zorgaspecten van leerlingen. Vroegsignalering, snelle doorverwijzing en goede samenwerking met instanties, met name het CJG, wordt meer dan ooit een must. Algemeen Maatschappelijk Werk Betreft een taakstellende bezuiniging van 10% op het budget voor de Stichting Maatschappelijk Werk Veluwe. In 2014 en 2015 is al een bedrag van € 10.900 (jaarlijks 2,5%) bezuinigd. Voor de jaren 2016 en 2017 wordt het subsidie jaarlijks met eenzelfde bedrag ad € 5.450 gekort. Nederlands hervormde stichting jeugd- en jongerenwerk Betreft een taakstellende bezuiniging van € 5.000 op het budget voor de Nederlands Hervormde Stichting jeugd - en jongerenwerk. In 2014 en 2015 is al een bedrag van € 2.500 bezuinigd. Voor de jaren 2016 en 2017 wordt het subsidie jaarlijks met eenzelfde bedrag van € 1.250 gekort.
15
1: Sociaal Domein
Openbare gezondheidszorg De uitvoering van de 3 e nota volksgezondheid is in 2013 in RNV-verband ter hand genomen. De jaarlijkse cofinanciering van interventies op de vastgestelde speerpunten gezondheidsbeleid ad € 15.000 wordt in 2017 beëindigd. WMO maatwerkvoorzieningen Vanwege verplicht hergebruik van scootmobielen worden de WMO -budgetten gekort met respectievelijk € 18.000 (2015), € 12.000 (2016) en € 30.000 (2017) en daarmee structureel € 60.000. De kortingen voor 2015 en 2016 zijn al verwerkt in de begroting. Deze budgetverlaging wordt binnen de WMO opgevangen door de budgetten voor vervoers en rolstoelvoorzieningen af te ramen. Gemeentelijk Minimabeleid Vanwege de stijging van de kosten voor het minimabeleid en het ruimhartige minimabeleid wat de gemeente Elburg in vergelijking tot de buurgemeenten Nunspeet en Oldebroek voert, heeft uw raad besloten om het declaratiefonds te versoberen. Het declaratiefonds is in het leven geroepen om mensen meer te laten participeren. Te denken valt dan aan lidmaatschap vereniging, bibliotheek, abonnementen telefoon, krant en kabel. Allereerst was het de bedoeling om te bezuinigen op het meerkeuzebudget (van A naar C) wat een bezuiniging van € 67.200 opleverde. De mogelijkheden om te bezuinigen op het declaratiefonds zijn in 2015 door uw raad onderzocht waarbij tevens het minimabeleid in totaal is herijkt. Hiertoe zijn verschillende bijeenkomsten georganiseerd en he eft uw raad gediscussieerd over mogelijke denkrichtingen en invullingen om de bezuiniging te realiseren. Uiteindelijk is er in de door uw raad nog vast te stellen nota Minimabeleid in Elburg een evenwichtig pakket samengesteld welke binnen de begroting uitgevoerd kan worden. Met het voorgestelde pakket aan maatregelen en door de overheveling van de middelen voor chronisch zieken is het mogelijk om de bezuiniging ad € 67.200 vanaf 2016 te realiseren.
16
1: Sociaal Domein Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Rekening 2014
14.412.665
Begroting 2015
23.312.232
2016
22.329.753
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
2019
22.238.353 22.520
21.552.368 22.838
21.189.460 23.157
-189.581 -89.986 -246.488
-116.313 27.012 -224.195
-34.401 8.747 -160.001
Meicirculaire 2015 Decentralisatie AWBZ > WMO Decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie participatiewet Voorjaarsnota 2015 2] Jeugdbeleid 2] Ouderenzorg
-50.000 -32.000
MPB 2015-2018 Invoering Participatiewet Uitvoeringskosten participatie Bijzondere bijstand Afbouwen schoolbegeleiding Alg. maatschappelijk werk Hervormde st. jeugd- en jong. Startnotitie volksgezondheid Hergebruik scootmobielen Versoberen declaratiefonds
-145.000 5.250 9.000
2.500 -20.000 -5.450 -1.250
5.250 4.500
3.250
-5.450 -1.250 -15.000 -30.000
-67.200
Storting in reserves Huishoudelijke hulp toelage
1.938.463
278.235
271.385
271.385 -216.050
55.335
55.335
Totaal lasten programma
16.351.128
23.590.467
22.509.738
21.607.703
21.244.795
21.085.547
7.522.113
16.252.564
15.265.876
15.265.876 48
14.739.869 48
14.426.421 48
-189.581 -89.986 -246.488
-116.313 27.012 -224.195
-34.401 8.747 -160.001
100.848 -15.000
85.848
3.848
Baten Bestaand beleid Prijscompensatie Meicirculaire 2015 Decentralisatie AWBZ > WMO Decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie participatiewet Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018 Onttrekking uit reserves Startnotitie volksgezondheid 2] Jeugdbeleid 2] Ouderenzorg
1.047.764
Totaal baten programma
8.569.877
16.538.375
15.366.724
14.825.717
14.430.269
14.244.662
6.890.552 890.699
7.059.668 -7.576
7.781.251
7.052.092
6.972.477 256.385 -85.848 7.143.014
6.812.499 55.335 -85.848 6.781.986
6.763.039 55.335 -3.848 6.814.526
6.789.398 55.335 -3.848 6.840.885
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Sociaal domein Gerealiseerd resultaat
per beleidsveld [x € 1.000] Uitkeringen Werkgelegenheid Gemeentelijk minimabeleid Maatsch. begeleiding en advies Ouderenbeleid Vrijwilligersbeleid Jeugdbeleid WMO maatwerk voorzieningen Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg Participatiewet (transitie) WMO begeleiding (transitie) Jeugdzorg (transitie) Saldo van baten en lasten Reserves Sociaal domein Gerealiseerd resultaat 17
285.811
18.848 50.000 32.000
Last 2016 3.750 411 1.015 313 441 179 993 2.669 245 575 3.694 3.265 4.689 22.23 8 271 0 22.51 0
Baat 2016 3.006 0 270 0 2 0 73 436 0 0 3.682 3.263 4.533 15.26 6 15 86 15.36 7
Saldo 2016 743 411 745 313 439 179 920 2.233 245 575 12 2 155 6.97 2 256 -86 7.14 3
Last 2017 3.751 271 1.024 311 445 181 1.001 2.639 233 575 3.448 3.075 4.599 21.55 2 55 0 21.60 8
Baat 2017 3.006 0 270 0 2 0 74 436 0 0 3.436 3.073 4.443 14.74 0 0 86 14.82 6
Saldo 2017 745 271 754 311 443 181 927 2.203 233 575 12 2 155 6.81 2 55 -86 6.78 2
-50.000 -32.000
Last 2018 3.752 277 1.028 316 417 183 959 2.639 235 575 3.224 2.959 4.626 21.18 9 55 0 21.24 5
Baat 2018 3.006 0 270 0 2 0 74 436 0 0 3.212 2.957 4.470 14.42 6 0 4 14.43 0
Saldo 2018 746 277 759 316 415 183 886 2.203 235 575 12 2 155 6.76 3 55 -4 6.81 5
Last 2019 3.753 280 1.028 320 421 185 968 2.639 237 575 3.064 2.924 4.634 21.03 0 55 0 21.08 6
Baat 2019 3.006 0 270 0 2 0 74 436 0 0 3.052 2.923 4.479 14.24 1 0 4 14.24 5
Saldo 2019 747 280 759 320 420 185 895 2.203 237 575 12 2 155 6.78 9 55 -4 6.84 1
2: Onderwijs en kinderopvang
Programma 2
Onderwijshuisvesting en –vervoer Beleidsvelden Onderwijshuisvesting, Leerlingenvervoer Portefeuillehouder: Wethouder H. Wessel Domein: Samen leven
Algemene informatie A. Visie: Leerlingen kunnen voor het volgen van basis- en voortgezet onderwijs zo dicht mogelijk bij huis naar school. Dat geldt voor alle leerlingen, ook buiten het regulier onderwijs. Binnen de mogelijkheden die er zijn, wordt gestreefd naar passend onderwijs binnen de eigen gemeentegrenzen. Inzet is om in elke kern minimaal één basisschool te behouden. B. Ontwikkelingen en trends: Op 1 augustus 2014 is de wet op passend onderwijs in werking getreden. De scholen in onze regio zijn met elkaar druk bezig voor het opstellen van een ondersteuningsplan. De spreiding van speciaal onderwijs kan gevolgen hebben voor leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 zijn er nieuwe contracten afgesloten met vervoerders voor het leerlingenvervoer. De contractduur van deze aanbesteding is twee schooljaren: 2015/2016 en 2016/2017. Er is een verlengoptie voor nog twee keer één schooljaar. De provincie draagt per 1 januari 2017 het Wmo-vervoer (de regiotaxi) over aan de gemeente. Naar aanleiding van deze overdracht wordt in overleg met de regiogemeenten en de provincie de mogelijkheid onderzocht om het openbaar vervoer, leerlingenvervoer, (regio) taxivervoer en Wmo-vervoer te integreren tot basismobiliteit. De bedoeling is dat dit zoveel mogelijk in 2017 haar beslag krijgt. In 2015 is gestart met het opstellen van een nieuw IHP. De verwachting is dat in 2016 of 2017 een accommodatiebeleid opgesteld gaat worden. Dit accommodatiebeleid zal raakvlakken hebben met onderwijshuisvesting.
Gemeentelijke beleidskaders Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Elburg (gebaseerd op Wet Primair Onderwijs en Wet Voortgezet Onderwijs) Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Elburg (2015) Integraal Huisvestingsplan 2012-2016 (of nieuwe: 2016-2026)
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
1. Zelfstandig functionerende volwassenen: Vormen van de jeugd tot volwassen burgers die zelfstandig functioneren in de samenleving
Zorg dragen voor voldoende huisvesting in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin voor zowel primair als voortgezet onderwijs. Doorverwijzen van leerlingen dan wel gebruikmaken van elkaars gebouwen moet mogelijk zijn ongeacht denominatie.
18
Vrije schoolkeuze aansluitend aan de eigen opvoeding
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
Oplevering van Scola van Kinsbergen.
De uitvoering van een nieuw Integraal Huisvestingsplan zal in 2016 gaan beginnen. Voor het Nuborgh College Lambert Franckens bij de geplande renovatie de wettelijk verplichte asbestsanering, uitvoeren.
2: Onderwijs en kinderopvang
Middelen programma 2 Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Rekening 2014
Begroting 2015
2016
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
2019
2.811.494
2.962.157
2.850.950
2.850.950 10.146
2.861.096 10.289
2.871.385 10.432
905.981
814.063
833.349
833.349
833.349
833.349
3.717.475
3.776.220
3.684.299
3.694.445
3.704.734
3.715.166
175.460
69.187
69.378
69.378 313
69.691 318
70.009 321
Onttrekking uit reserves
1.400.209
1.667.419
1.546.824
1.546.824
1.546.824
1.546.824
Totaal baten programma
1.575.670
1.736.606
1.616.202
1.616.515
1.616.833
1.617.154
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
2.636.034 -494.228 2.141.806
2.892.970 -853.356 2.039.614
2.781.572 -713.475 2.068.097
2.791.405 -713.475 2.077.930
2.801.376 -713.475 2.087.901
2.811.487 -713.475 2.098.012
Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018 Storting in reserves Totaal lasten programma Baten Bestaand beleid Prijscompensatie Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018
per beleidsveld [x € 1.000] Onderwijshuisvesting Leerlingenvervoer Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
19
Last 2016 2.217 634 2.851 833 3.684
Baat 2016 56 14 69 1.547 1.616
Saldo 2016 2.161 620 2.782 -713 2.068
Last 2017 2.219 642 2.861 833 3.694
Baat 2017 56 14 70 1.547 1.617
Saldo 2017 2.164 628 2.791 -713 2.078
Last 2018 2.222 650 2.871 833 3.705
Baat 2018 56 14 70 1.547 1.617
Saldo 2018 2.166 636 2.801 -713 2.088
Last 2019 2.224 658 2.882 833 3.715
Baat 2019 56 14 70 1.547 1.617
Saldo 2019 2.168 643 2.811 -713 2.098
3: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Programma 3
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Beleidsvelden Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting Portefeuillehouder: Wethouder J. Polinder Domein: Ruimte
Algemene informatie A. Visie: Het programma voorziet in de inrichting van een duurzame leefomgeving, waarbij wonen, werken, recreatie en verkeer worden afgestemd op de behoeften van de samenleving. Daartoe behoort het zorg dragen voor een evenwichtige werking van de lokale en regionale woningmarkt rekening houdende met de kwalitatieve en kwantitatieve woningvoorraad en de plaatselijke woningbehoefte. Het beleid is gericht op het behouden en waar nodig bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in de wijk of buurt. B. Ontwikkelingen en trends: De trend binnen het woonbeleid dat het accent steeds meer wordt verlegd van de kwantiteit naar de kwaliteit van de woningvoorraad, wordt doorgezet. Ook Elburg ondervindt al een aantal jaren de gevolgen van een krimpende woningmarkt. Dit vertaalt zich in de realisering van een beperkt aantal nieuwbouwwoningen. Elburg heeft ingestemd met de op het Kwalitatief Woonprogramma Gelderland 2010-2019 (KWP3) gebaseerde regionale verdeling van woningbouwaantallen tot en met 2019. Een gevolg hiervan is dat diverse woningbouwlocaties zijn doorgeschoven naar de periode na 2019. Nu de woningmarkt weer wat lijkt aan te trekken, biedt dit wellicht kansen om nog niet afgeronde of nog niet gestarte woningbouwprojecten weer resp. alsnog van de grond te krijgen. Op 1 januari 2015 is het KWP 3 vervangen door het RPW (Regionaal Programma Wonen). Dit is een regionaal afsprakenkader met een inhoud en status die ongeveer gelijk zijn aan die van het KWP. In 2015 is een nieuwe Woonvisie vastgesteld. Op basis daarvan zullen nieuwe prestatieafspraken met de woningcorporaties worden gemaakt. Het toezicht op de woningcorporaties is gewijzigd door aanpassingen in de Woningwet en de Huisvestingswet. De te maken prestatieafspraken moeten aansluiten bij deze nieuwe regelgeving. Ook het woonzorgbeleid blijft zich verder ontwikkelen. Door de verdergaande scheiding tussen het wonen en de zorg vraagt dit onderwerp meer aandacht. In de nieuwe Woonvisie vormt het woonzorgbeleid een specifiek thema. Omgevingswet: de rijksoverheid wil het omgevingsrecht (verder) vereenvoudigen, flexibeler maken en stroomlijnen; hiervoor wordt een nieuwe wet, de Omgevingswet, opgesteld. Het is de bedoeling dat een groot aantal wetten en regelingen op het terrein van de leefomgeving (waaronder de Wabo en Wro) in deze wet worden samengebracht. Het wettelijk stelsel voor de fysieke ruimte en leefomgeving wordt fundamenteel herzien en de gevolgen zullen zeer ingrijpend zijn. Zo zullen bestemmingsplannen verdwijnen en samen met gemeentelijke regels over de fysieke leefomgeving zoals die nu vastliggen in bijv. bomenverordening, reclameverordening, monumentenverordening en APV, worden ondergebracht in een door de gemeenteraad vast te stellen omgevingsplan. Er komt overgangsrecht, waarin bepaald wordt hoe hiernaar wordt toegewerkt. Bestemmingsplannen, monumentenverordeningen en welstandsnota’s gelden bij inwerkingtreding van de Omgevingswet automatisch als het gemeentelijk omgevingsplan. De Omgevingswet beoogt straks voor minder regels en onderzoekslasten te zorgen. Zo kan de gemeente sneller een beslissing nemen over ruimtelijke plannen en activiteiten. Op 1 juli 2015 heeft de Tweede kamer ingestemd met het wetsvoorstel voor de Omgevingswet. Daarbij is besloten dat een omgevingsvisie voor de gemeenten verplicht wordt, zoals ook al het geval is in het wetsvoorstel voor rijk en provincie. Naar verwachting treedt de wet in 2018 in werking. Op 1 juli 2013 is de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten gedeeltelijk in werking getreden. De wet beoogt een einde te maken aan de veelheid aan wegen waarlangs de burger schadevergoeding bij onrechtmatig of rechtmatig handelen van de overheid kan trachten te verkrijgen. Met deze wet worden algemene bepalingen over de mogelijkheden van schadevergoeding bij (on)rechtmatig overheidshandelen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen. Het gedeelte van de wet dat in werking is getreden, heeft betrekking op schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten. Het gedeelte van de wet met betrekking tot nadeelcompensatie, waaronder planschade, zal op een later tijdstip in werking treden.
Gemeentelijke beleidskaders
Toekomstvisie Elburg 2020 Structuurvisie gemeente Elburg 2030 Bestemmingsplannen Woonvisie 2015 Stedenbouwkundig plan “Havengebied Elburg en omgeving” Procedureverordening planschade 2012 Huisvestingsverordening gemeente Elburg 2015
20
3: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Reglement Urgentiecommissie Woonruimteverdeling Noord -Veluwe 2015 Reglement Commissie Bezwaarschriften Woonruimteverdeling Noord-Veluwe 2015 Regeling betreffende criteria voor bijzondere indicaties voor aanleunwoningen Verordening Startersleningen gemeente Elburg 2013 Subsidieverordening Gewoon Gemak
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Wonen: Opvang van de natuurlijke aanwas van de bevolking in de eigen kern.
Extra aandacht voor woningbouw in Doornspijk, op de Hoge Enk, in transformatiegebied Kruismaten en vrijkomende schoollocaties in ‘t Harde en Elburg.
Het nemen en (voor zover het gemeentelijke woningbouwlocaties betreft) uitvoeren van planologische besluiten (vaststelling/wijziging/uitwerking/ontheffing van bestemmingsplannen) ten behoeve van in- en uitbreidingslocaties voor woningbouw, waaronder de locaties Gerichtenweg en Huisdijk op de Hoge Enk en Waterlanden fase II te Doornspijk en transformatielocatie Kruismaten, woningbouw Petraschool en Vrijheidsschool, zodanig dat 45% van de nieuwbouwwoningen in de categorie ‘goedkoop’ wordt gerealiseerd.
Voldoende starterswoningen in alle kernen.
Het realiseren van goedkope woningen op daarvoor in aanmerking komende (nieuwe) locaties. Het op aanvraag verstrekken van startersleningen voor bestaande woningen uit het in 2013 opnieuw gecreëerde budget hiervoor. Voortzetten project “Gewoon Gemak”. Het realiseren van geschikte woningen op daarvoor in aanmerking komende (nieuwe) locaties.
De mensen zolang mogelijk zelfstandig laten wonen in hun eigen woonomgeving.
Voldoende seniorenwoningen in alle kernen.
De woningvoorraad aan laten sluiten op de huidige en toekomstige woningbehoefte
Flexibel inspelen op de woonwensen van particulieren. Behouden van starterswoningen voor de doelgroep, bevorderen van doorstroming vanuit met name starterswoningen en herstructurering van de bestaande woningvoorraad. Bevorderen van kleinschalige alternatieve woonvormen en woonservicegebieden. Handhaven / verbeteren van de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting.
De in 2015 vastgestelde Woonvisie vertalen in nieuwe prestatieafspraken met de woningcorporaties. Jaarlijks woon- / prestatieafspraken maken met woningcorporaties. Inzet van startersleningen in de bestaande woningvoorraad om de doorstroming vanuit het lage segment te bevorderen.
In elke kern een kloppend dorpshart realiseren. De agrariër, als beheerder van het buitengebied, maximaal de ruimte bieden (schaalvergroting en verbreding).
Ondersteunen van het project herontwikkeling centrumgebied ’t Harde. Hiervoor gebruik maken van de mogelijkheden die het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied biedt.
Leegstand vrijkomend agrarisch vastgoed en ver-rommeling van het buitengebied tegengaan waarbij omzetting van een agrarische naar een lichte bedrijfsfunctie – naast een woonfunctie- nadrukkelijk wordt bekeken. Evenwichtige ontwikkeling verblijfsrecreatie en natuurontwikkeling Veluwemeeroever realiseren.
Uitvoering en herijking VAB-beleid voor nieuwe buitenerven ten behoeve van wonen en/of werken. Het actueel houden van een toekomstbestendige visie voor een vitaal buitengebied.
Gevarieerde samenstelling van de bevolking binnen een wijk. 2. Ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving: Behoud van de vitaliteit van alle kernen. Het huidige voorzieningenniveau in de vijf kernen handhaven. 3. Ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied
Bij bestemmingsplannen rekening houden met de doelstellingen van de beleidskaders, zoals de structuurvisie en de woonvisie.
Borging vrijwaring gemeente van kosten aanleg riolering ten behoeve van legalisering recreatielandjes. Opstelling van een definitief ontwerpbestemmingsplan voor de Veluwemeeroever in 2016.
Indicatoren Doel 1
Omschrijving Aantal te realiseren woningen op basis van woningbehoefte van 2015 tot en met 2025: 630 woningen.
Verhoudingen realisatie nieuwbouwwoningen tot en met 2025: 45% goedkope woningen
21
Soort indicator Output
Output
Bron Regio Noord Veluwe
Provincie Gelderland
Realisatie
Streefwaarde
Getal 85 10 53 150
Jaar 2014 2013 2012 2011
2016 70
69% 30% 8% 41%
2014 2013 2012 2011
45%
Toelichting
3: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Middelen programma 3 Meerjarencijfers per programma
Rekening 2014
Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
2016
2019
822.574
537.891
582.846
582.846 469
583.315 477
583.792 483
Storting in reserves
131.500
40.000
40.000
40.000
40.000
40.000
Totaal lasten programma
954.074
577.891
622.846
623.315
623.792
624.275
38.304
72.636
73.652
73.652 1.032
74.684 1.047
75.731 1.059
Onttrekking uit reserves
291.796
66.500
0
0
0
0
Totaal baten programma
330.100
139.136
73.652
74.684
75.731
76.790
784.270 -160.296 623.975
465.255 -26.500 438.755
509.194 40.000 549.194
508.631 40.000 548.631
508.061 40.000 548.061
507.485 40.000 547.485
Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018
Baten Bestaand beleid Prijscompensatie Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
per beleidsveld [x € 1.000] Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
22
Last 2016 437 146 583 40 623
Baat 2016 73 1 74 0 74
Saldo 2016 364 145 509 40 549
Last 2017 437 146 583 40 623
Baat 2017 74 1 75 0 75
Saldo 2017 363 145 509 40 549
Last 2018 438 146 584 40 624
Baat 2018 75 1 76 0 76
Saldo 2018 363 146 508 40 548
Last 2019 438 146 584 40 624
Baat 2019 76 1 77 0 77
Saldo 2019 362 146 507 40 547
4: Bouwen en milieu
Programma 4
Bouwen en milieu Beleidsvelden Milieu, natuur en landschap, bouwen en handhaving Portefeuillehouder: Wethouder M. Boukema Domeinen: Ruimte en Dienstverlening
Algemene informatie A. Visie: Duurzaamheid is een belangrijk thema waarmee we uitvoering geven aan ons rentmeesterschap. Primair gaat het om het terugdringen van het energie- en grondstoffenverbruik. Daarbij wordt aangesloten bij de doelstellingen van het Landelijk Energieakkoord. B. Ontwikkelingen en trends: Omgevingswet: de Rijksoverheid wil het omgevingsrecht (verder) vereenvoudigen, flexibeler maken en stroomlijnen; hiervoor is de Omgevingswet, opgesteld. Een groot aantal wetten en regelingen op het terrein van de leefomgeving (waaronder de Wabo en Wro) worden in deze wet samengebracht. De gevolgen van de nieuwe wet zijn zeer ingrijpend. Zo zullen bestemmingsplannen verdwijnen en samen met gemeentelijke regels over de fysieke leefomgeving zoals die nu vastliggen in bijv. bomenverordening, reclameverordening, monumentenverordening en APV, worden ondergebracht in een door de gemeenteraad vast te stellen omgevingsplan. De Omgevingswet zorgt straks voor minder regels en onderzoekslasten. Zo kan de gemeente sneller een beslissing nemen over ruimtelijke plannen en activiteiten. De Omgevingswet is op 1 juli 2015 door de Tweede Kamer aangenomen. Naar verwachting treedt de wet in 2018 in werking. In regionaal verband wordt gewerkt aan een Routekaart Klimaatneutraal met de gezamenlijke doelstelling om in 2050 een klimaatneutrale regio te hebben. De regionale kaart moet zijn doorvertaling krijgen in de diverse gemeentelijke klimaat/duurzaamheidsplannen. Deze plannen moeten daarna in concrete uitvoeringsprogramma’s worden vertaald. Er is een Landelijke Handhavingsstrategie opgesteld die tot doel heeft om op eenzelfde manier op te treden bij geconstateerde overtredingen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrec ht (Wabo). Daarnaast wordt binnen heel Gelderland gestreefd naar een ‘level playing field’ op het gehele gebied van toezicht en handhaving (dit houdt in dat er onderling geen verschillen zijn in toezicht en handhaving). Daarom werken de Gelderse Omgevingsdiensten aan een ‘Nalevingsstrategie omgevingswetgeving Gelderland’. De Omgevingsdienst Noord-Veluwe werkt samen met de gemeenten aan een regionale variant. Omdat er ook een nieuw gemeentelijk handhavingsbeleidplan moet komen, is het goed de ontwikkelingen op elkaar af te stemmen.
Gemeentelijke beleidskaders
Bomenverordening 2013 Algemene plaatselijke verordening Elburg Bouwverordening Bouwbeleidsplan Welstandsnota Handhavingsbeleidsplan 2011-2015 Landschapsontwikkelingsplan Nota Bodembeheer en Bodemkwaliteitskaart Beleidsvisie externe veiligheid gemeenten in de Regio Noord -Veluwe
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Duurzaamheid
Klimaatneutrale energievoorziening in de regio in 2050
Ontwikkelen Duurzaamheidsbeleid met uitvoeringsprogramma
2. Natuur en Landschap Het in stand houden en waar nodig verbeteren van de groene leefomgeving en van de identiteit en de verscheidenheid van het landschap.
Versterking van natuur en landschapswaarden
Uitvoering geven aan landschapsontwikkelingsplan
Vergroten van de affiniteit met de natuur en het landschap
Bewoners, grondeigenaren en gebruikers buitengebied stimuleren tot landschapsversterking met behulp van beschikbare provinciaal/gemeentelijke subsidie, e.e.a. conform het projectplan
23
4: Bouwen en milieu Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
3. Handhaving
Controleren naleving regelgeving
Nieuw Handhavingsbeleidsplan opstellen
4. Vergunningen
Minder regels voor burgers en bedrijven
Gevolgen nieuwe Omgevingswet in beeld brengen
Vergunningdruk verminderen
Aanpassen Bomenverordening 2013
Middelen Voorjaarsnota 2015 Duurzaamheidsbeleid In 2009 is gestart met het opzetten en uitvoeren van een gemeentelijk klimaatbeleid. De uitvoering is regionaal in RNV-verband opgepakt. Het Klimaatactieplan 2013-2015 loopt ten einde. Klimaatbeleid, tegenwoordig duurzaamheidsbeleid, is inmiddels geen incidenteel onderwerp meer, maar een structureel product. De komende jaren is er regionaal en lokaal nog veel te doen om de doelen, zoals verwoord in het Landelijke Energieakkoord (jaarlijkse energiebesparing, CO2-uitstoot terugdringen, meer duurzame energie opwekken) te kunnen behalen. Via de VNG, een van de partijen van het energieakkoord, hebben wij ons ook gecommitteerd aan deze doelen. De regionale kosten van de klimaatadviseur worden via een verdeelsleutel over de gemeenten verdeeld. Voor Elburg komt dit op een bijdrage van afgerond € 10.500. Daarnaast wordt voorgesteld om jaarlijks € 7.000 beschikbaar te stellen voor het kunnen opzetten van regionale projecten en € 2.500 voor lokale projecten. Totale kosten worden geraamd op € 20.000. Continuering IGEV De deelnemende gemeenten wordt verzocht vanaf 2016 een bijdrage in de gemeentelijke begroting op te nemen voor continuering van IGEV (Innovatiecentrum Groene Economie). In 2009 is vanuit het Regionaal Uitvoeringsprogramma (RUP) gestart met het project Energieproductie uit Biomassa. Dit project is in 2012 opgevolgd door het programma IGEV met projecten op het gebied van vergroening van de regionale economie en Biobased Economy. Medio 2013 is het onderdeel Projectondersteuning ondergebracht bij IGEV omdat er geen aparte ontwikkelingsmaatschappij voor Duurzame Energie (DE&OM) is opgericht. Onze gemeentelijke bijdrage was nog steeds € 5.000. De meerwaarde van IGEV is inmiddels wel gebleken: er zijn innovatieve projecten opgestart en ook vanuit projectondersteuning kunnen projecten worden uitgewerkt en ondersteund waarmee èn een bijdrage wordt geleverd aan de duurzaamheidsdoelstellingen èn de regionale economie wordt gesteund. De gevraagde bijdrage voor 2016 is hoger vanwege de toegenomen activiteiten van IGEV. Wel wordt ervan uitgegaan dat dit eenmalig is en de bijdrage voor 2017-2019 ca. 50% van het nu gevraagde bedrag zal zijn. Deze aanname is gebaseerd op de verwachting dat er subsidies aangevraagd en ontvangen zullen worden. Hierover is niet eerder duidelijkheid dan eind 2015/begin 2016. Opgemerkt moet worden dat de bijdrage IGEV tot en met 2015 betaald kon worden uit een claim in de algemene reserve. In 2016 zijn deze middelen in de reserve ‘opgesoupeerd’. Voor genoemde € 5.000 is dus geen structurele dekking beschikbaar. Gezien de wellicht verplichte uitgaaf (agv overeenstemming meerderheid deelnemende gemeenten RNV) en de mate waarin dit programma al is opgestart wordt voorgesteld voor 2016 de gevraagde bijdrage van € 11.400 en voor de jaren 2017-2019 een bijdrage van € 5.700 in de begroting op te nemen. Overdracht taakuitvoering sloop en asbest aan ODNV De taakuitvoering ‘Slopen door bedrijven’ en Toezicht op bedrijfsmatige activiteiten met asbest’ zijn onderdeel van het basistakenpakket dat verplicht is om over te dragen aan de omgevingsdiensten, maar wordt momenteel door de gemeenten uitgevoerd. Er is besluitvorming voorbereid over de wijze van overdracht van deze taken. Inmiddels heeft overdracht per 1 juli 2015 plaats gevonden. De kosten zullen op basis van berekende uren (standaardnorm) voor het aantal meldingen voor toezicht en handhaving sloop en asbest over de deelnemende gemeenten verdeeld worden. Deze vastgestelde normen voor de uitvoering van de taken zullen na 1 jaar worden geëvalueerd. De geraamde jaarlijkse bijdrage komt uit op een bedrag van € 12.050. Door de afdeling bouwen en milieu wordt in verband hiermee 0,1 fte vacature toezicht en handhaving niet meer ingevuld. Hierdoor valt er een bedrag van € 5.050 vrij waardoor er vanaf 2016 structureel € 7.000 extra benodigd is.
24
4: Bouwen en milieu Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Rekening 2014
Begroting 2015
2.187.181
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
2016
2.039.904
2.049.279
Voorjaarsnota 2015 6] Duurzaamheidsbeleid 7] IGEV 8] ODNV sloop en asbest
2.087.679 6.417
20.000 11.400 7.000
-5.700
2019
2.088.396 6.508
2.094.904 6.599
MPB 2015-2018 Storting in reserves
0
0
3.750
3.750
3.750
3.750
2.187.181
2.039.904
2.091.429
2.092.146
2.098.654
2.105.253
488.908
458.416
429.973
429.973 5.690
435.663 5.770
441.433 5.851
Onttrekking uit reserves
32.988
15.921
0
0
0
0
Totaal baten programma
521.896
474.337
429.973
435.663
441.433
447.284
1.698.274 -32.988 1.665.286
1.581.488 -15.921 1.565.567
1.657.706 3.750 1.661.456
1.652.733 3.750 1.656.483
1.653.471 3.750 1.657.221
1.654.219 3.750 1.657.969
Totaal lasten programma Baten Bestaand beleid Prijscompensatie Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
per beleidsveld [x € 1.000] Natuur en landschap Bouwen en handhaving Milieu Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
25
Last 2016 120 1.437 530 2.088 4 2.091
Baat 2016 24 402 4 430 0 430
Saldo 2016 96 1.035 526 1.658 4 1.661
Last 2017 120 1.439 530 2.088 4 2.092
Baat 2017 24 408 4 436 0 436
Saldo 2017 96 1.031 525 1.653 4 1.656
Last 2018 120 1.440 535 2.095 4 2.099
Baat 2018 24 414 4 441 0 441
Saldo 2018 96 1.026 531 1.653 4 1.657
Last 2019 120 1.442 540 2.102 4 2.105
Baat 2019 24 420 4 447 0 447
Saldo 2019 96 1.022 536 1.654 4 1.658
5: Veiligheid
Programma 5
Veiligheid Beleidsvelden Openbare orde en veiligheid, brandweer en rampenbestrijding. Portefeuillehouder: Burgemeester F.A. de Lange Domein: Samen leven
Algemene informatie A. Visie: Onze gemeente streeft naar een zo optimaal mogelijke veiligheid en bescherming van mensen, dieren, goederen en milieu. Vanuit de samenhang tussen deze taakvelden zal een reëel optimum aan veiligheid bereikt moeten worden. B. Ontwikkelingen en trends: In algemene zin is een tendens waarneembaar naar grotere organisatie -eenheden. De nationale politie en de grotere politieteams zijn hier een voorbeeld van. Elburg maakt deel uit van het politieteam Noord, bestaande uit zes gemeenten (Hattem, Heerde, Epe, Elburg, Nunspeet, Oldebroek). Dit betekent dat ook de samenwerking tussen genoemde gemeenten op het gebied van veiligheid steeds groter wordt. Een en ander heeft onder andere geresulteerd in het formuleren van een aantal gezamenlijke aandachtspunten en het opstellen van een gezamenlijk integraal veiligheidsplan. Een nieuw Integraal Veiligheidsplan voor de jaren 2016 – 2019 is in voorbereiding. Vanaf 2016 zal voor het eerst gewerkt worden met een jaarlijks uitvoeringsplan. In dit uitvoeringsplan wordt aangege ven welke activiteiten in de deelnemende gemeenten in dat jaar zullen worden opgepakt en uitgevoerd. In regionaal verband wordt steeds meer gewerkt aan het opzetten van gezamenlijk beleid onder andere met betrekking tot de hennepteelt, Bibob, Buurtbemiddeling, Digitaal opkopersregister, huiselijk geweld en handhaving. Positief gevolg van de Nationale politie is dat er meer wijkagenten zullen komen de komende jaren (1 op de 5000 inwoners). Per 1 juli 2015 is 1 extra wijkagent ingezet voor Elburg en verwach t wordt dat er per 1 januari 2016 een tweede extra wijkagent voor Elburg bij komt. Tevens wordt bij de politie gezocht naar efficiëntere administratieve afdoening van wat op straat wordt geconstateerd. Daar tegenover staat dat de politie steeds meer taken overlaat aan gemeenten, zoals parkeertoezicht, overtredingen van de APV, gevonden en verloren voorwerpen en andere controle - en adviserende taken. Dit betekent een extra aanslag op de gemeentelijke capaciteit van de toezichthouders en meer inhuur van part iculiere beveiligers. Per 1 januari 2014 zijn de controlerende taken voortvloeiende uit de nieuwe Drank - en horecawet voor rekening van de gemeente gekomen. Dit betekent dat hiervoor extra capaciteit is ingezet bij de Boa’s wat weer ten koste gaat van andere handhavingstaken van de boa’s. In 2016 zal het Regionaal Crisisplan en het Regionaal beleidsplan geactualiseerd worden. Voor de gemeenten is het handboek Bevolkingszorg toegevoegd, deze zal in 2016 aangepast worden aan Bevolkingszorg op orde. De komende jaren zal voor opleiding en oefening een kwaliteitsslag plaatsvinden. Dit conform het landelijke model GROOT. In de afgelopen jaren is er veel werk verricht op het terrein van de bevolkingszorg (crisisbeheersing). Hierover is in 2015 een verkennende notitie geschreven. In de notitie staan een aantal verbetervoorstellen die de komende jaren uitgevoerd gaan worden. Meer onderzoeken door Rijksinspectiediensten zorgen voor meer bestuurlijke drukte op het terrein van brandweer , crisisbeheersing en rampenbestrijding en zullen meer lokale bestuurlijke aandacht behoeven.
Gemeentelijke beleidskaders
4-jaarlijkse veiligheidsscan 4-jaarlijkse Regionaal Crisisplan 4-jaarlijkse Regionaal Beleidsplan Rampenbestrijding Rampenbestrijdingsplannen Handboek Bevolkingszorg Plan opleiden, trainen en oefenen Bevolkingszorg Integraal veiligheidsplan 2016-2019 Jaarlijks uitvoeringsplan IVP Horecaconvenant Hennepconvenant Terrassenbeleid Algemene plaatselijke verordening (Apv) Evenementen- en vergunningenbeleid Kermisverordening Bibob-beleid
26
5: Veiligheid
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. De Fysieke veiligheid Voorkomen en beperken van onveilige situaties.
Goed voorbereid zijn op branden, ongevallen en mogelijke rampen.
Risicocommunicatie verder ontwikkelen.
2. Het Veiligheidsgevoel: Behouden van huidige niveau (2006) van het veiligheidsgevoel van de mensen die in Elburg verblijven.
Veiligheid algemeen
Uitvoeren van de in het nieuwe integraal veiligheidsplan 2016 – 2019 opgenomen acties. Dit deels in overleg met de gemeenten van het politieteam Noord (Elburg, Epe, Hattem, Heerde, Oldebroek, Nunspeet)
Opleiding en oefening personeel crisisbeheersing op een hoger niveau tillen.
De RNV is gestart met een traject om te komen tot een actieplan rond de leefbaarheid op vakantieparken.Vanuit de gemeenten wordt hier vanaf 2014 en volgende jaren de nodige inzet op gepleegd. Het jaarlijks opstellen van een gezamenlijk uitvoeringsplan op basis van het vastgestelde ivp. Dit in onderling overleg tussen gemeenten Veluwe Noord, politie en justitie. De uitkomsten van de in 2014 gehouden veiligheidsenquete worden meegenomen in het op te stellen integrale veiligheidsplan en het jaarlijkse uitvoeringsplan.
3. Criminaliteit en openbare orde: Vermindering criminaliteit.
Vermindering van het vandalisme.
Verlaging van het aantal inbraken
Verhogen van de eigen verantwoordelijkheid van de burgers.
Leefbaarheid en veiligheid verbeteren door alcohol en drugsgebruik en de verkrijgbaarheid ervan te ontmoedigen
Extra inzet op handhaving en repressie bij overlast door jongeren. Het vandalisme doet zich met name voor op de zogenoemde uitgaansroutes. Hierop wordt door de politie (en gemeente) extra op ingezet. Ook worden op basis- en voortgezet onderwijs preventielessen verzorgd door bureau Halt. Jeugdoverlast wordt besproken in het overlastnetwerk en wanneer nodig wordt direct ingezet op aanpak van zich voordoende overlast situaties. Hiervoor worden in het integraal veiligheidsplan 2016 – 2019 en het uitvoeringsplan 2016 diverse acties opgenomen. Ook de komende jaren is en blijft verlaging van het aantal inbraken speerpunt van beleid. Veiligheid en leefbaarheid is gespreksonderwerp in de diverse wijkcomités waarbij ook de wijkagent aanwezig is. Daarnaast wordt steeds meer een beroep gedaan op bewoners ook mee te werken aan de veiligheid en leefbaarheid in hun woonomgeving door zich bv. aan te sluiten bij Burgernet en whatsApp groepen. Hiervoor zijn in het integraal veiligheidsplan, het horecaconvenant en in de nota gezondheidsbeleid een flink aantal afspraken gemaakt en diverse acties opgenomen.
Indicatoren Doel
Omschrijving
2
3
27
Soort Indicator
Bron
Percentage inwoners dat tevreden is over het gevoerde veiligheidsbeleid.
Beleving
Veiligheids enquête
51% 31,4%
2014 2008
50%
Uit de veiligheid enquête 2014 is naar voren gekomen dat 51% van de bewoners tevreden is over het gevoerde veiligheidsbeleid. Dit is een flinke verhoging i.v.m. 2008. De streefwaarde van 50 % is hiermee gehaald.
Percentage inwoners dat zich regelmatig tot vaak onveilig voelt (in de woonbuurt0.
Beleving
Veiligheids enquête
1% 3,2%
2014 2008
3,2%
Output
Politie
2015 2014 2013 2012
70
72 112 132
In 2014 voelt 1% van de bewoners zich regelmatig tot vaak onveilig in de woonbuurt. In zijn algemeenheid voelt bijna niemand in Elburg zich vaak onveilig. De onveiligheidsgevoelens zijn in onze gemeente dus duidelijk gedaald. Het aantal incidenten met vernielingen daalt al een aantal jaren. Door meer toezicht, diverse acties en voorlichting hopen wij deze trend te handhaven.
Aantal incidenten m.b.t. openbare vernielingen
Realisatie Getal Jaar
Streefwaarde 2016
Toelichting
5: Veiligheid Doel
Omschrijving
Soort Indicator
Bron
Realisatie Getal Jaar
Aangiftes van openlijk geweld tegen personen.
Output
Politie
Aantal incidenten huiselijk geweld*
Output
Politie
2015 2014 2013 2012 2011 2013 2012 2011
Aantal voorvallen m.b.t. overlast van / door jeugd
Output
Politie
1 2 5 2 100 77 82
91 63 101
Streefwaarde 2016 1
2015 2014 2013 2012 2011
Toelichting
De aangiftes openlijk geweld zijn en blijven laag.
90
Mede doordat huiselijk geweld meer bespreekbaar wordt komen er meer aangiftes binnen. Dit hoeft niet direct te betekenen dat hg toeneemt. Alhoewel de crises hierop wel zijn invloed kan hebben
63
De toename is niet direct verklaarbaar. Wellicht dat door frequentere controles door de politie meer meldingen worden gedaan en meer mutaties in het systeem worden gebracht.
* Hierover zijn geen gegevens opgenomen in de criminaliteitscijfers 2014.
Middelen programma 5 Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Rekening 2014
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
2016
2019
1.575.403
1.584.316
1.681.884
1.681.884 17.766
1.699.650 18.015
1.717.665 18.266
0
0
0
0
0
0
1.575.403
1.584.316
1.681.884
1.699.650
1.717.665
1.735.931
95.627
88.046
90.401
90.401 1.264
91.665 1.283
92.948 1.301
Onttrekking uit reserves
37.245
4.496
0
0
0
0
Totaal baten programma
132.872
92.542
90.401
91.665
92.948
94.249
1.479.776 -37.245 1.442.531
1.496.270 -4.496 1.491.774
1.591.483 0 1.591.483
1.607.985 0 1.607.985
1.624.717 0 1.624.717
1.641.682 0 1.641.682
Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018 Storting in reserves Totaal lasten programma Baten Bestaand beleid Prijscompensatie Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
per beleidsveld [x € 1.000] Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
28
Last 2016
Baat 2016
Saldo 2016
Last 2017
Baat 2017
Saldo 2017
Last 2018
Baat 2018
Saldo 2018
Last 2019
Baat 2019
Saldo 2019
1.324 358 1.682 0 1.682
72 19 90 0 90
1.252 340 1.591 0 1.591
1.340 359 1.700 0 1.700
73 19 92 0 92
1.267 341 1.608 0 1.608
1.357 360 1.718 0 1.718
74 19 93 0 93
1.283 341 1.625 0 1.625
1.374 362 1.736 0 1.736
75 19 94 0 94
1.300 342 1.642 0 1.642
6: Verkeer en openbare ruimte
Programma 6
Verkeer en openbare ruimte Beleidsvelden Wegen, straten en pleinen, verkeersmaatregelen, speelvoorzieningen, waterhuishouding, afvalverwijdering- en verwerking, riolering en waterzuivering, lijkbezorging, openbare verlichting, haven Portefeuillehouder: Wethouder H. Wessel Domein: Ruimte Openbaar groen Portefeuillehouder: Domein:
Wethouder M. Boukema Ruimte
Algemene informatie A. Visie: De gemeente Elburg streeft naar een duurzame en veilige verkeersomgeving. Hiertoe zijn in het verleden besluiten genomen betreffende het convenant Duurzaam Veilig. Waar mogelijk worden het reguliere openbaar vervoer en de Regiotaxi ingezet als alternatief voor de auto in het woon- en werkverkeer binnen de regio. Het integrale verkeersbeleid is verwoord in het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP). De beleidsnota Wonen geeft aan dat de openbare ruimte en het woon- en leefklimaat van oudere wijken als Molendorp, Oosthoek, ’t Harde-West en Doornspijk als vroeg naoorlogse wijken moeten worden aangepakt. Onze gemeente streeft naar een kwalitatief goede leefomgeving en een integrale aanpak van de openbare ruimte. B. Ontwikkelingen en trends: In 2012 is een wegenfonds ingesteld waaruit het onderhoud aan en reconstructies van wegen worden bekostigd. Op basis van het in 2013 vastgestelde beleidsplan Openbare Ruimte, het afvalwaterketenplan, periodieke inspecties en de digitale beheersystemen worden de werkzaamheden ingepland. Specifieke verkeersonveilige situaties zullen worden aangepakt. De landelijke regelgeving ten aanzien van onkruidbestrijding op verharding is zodanig veranderd dat de toegepaste methode via het selectieve gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen niet meer is toegestaan .
Gemeentelijke beleidskaders
Beleidsplan Openbare Ruimte (2013) Bermbeheerplan (2004) Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP 2013) Afvalwaterketenplan Nunspeet-Elburg-Waterschap 2013-2022 Speelruimteplan (2005) Afvalstoffenverordening Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Verkeersveiligheid: Afname van het aantal verkeersongevallen
Conform landelijke normen streven naar 27% minder verkeersdoden in 2020 ten opzichte van het peiljaar 2007 en 27% minder gewonden in 2020 ten opzichte van het peiljaar 2006. Voor wat betreft het aantal gewonden is de doelstelling voor 2020 negen.
Duurzaam Veilig: Maatregelen treffen ter voorkoming van onveilige situaties. Eén van de speerpunten hierbij is het bevorderen van het fietsgebruik en zorgen voor veilige fietsroutes
2. Bereikbaarheid: Verbeteren van de verkeersdoorstroming, zowel op provinciale als op gemeentelijke wegen
Streven naar een afdoende oplossing voor de verkeersproblematiek in de kernen ’t Harde en Oostendorp.
De provincie werkt aan een nieuwe aansluiting A28/N309.
3. Wonen en verkeer: Terugdringen van verkeersoverlast en verhogen van de verkeersveiligheid en verhogen van de leefbaarheid in woonwijken en op belangrijke schoolroutes
Terugdringen van parkeerplaatstekort in woonwijken.
Oplossen parkeerproblematiek in bestaande wijken door aanleg parkeervoorzieningen.
29
6: Verkeer en openbare ruimte Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
4. Spelen: Gebruik van speelplaatsen optimaliseren
De aanwezigheid van speelplaatsen meer afstemmen op de behoefte in de huidige situatie/samenstelling van de buurt.
Toepassen uitsterfconstructie door weinig of niet gebruikte speelvoorzieningen niet meer te vervangen of samenvoegen met andere en het speelruimtebeleid aanpassen van aanbod naar meer vraag gestuurd.
5. Afval: Optimale afvalscheiding
Het bevorderen van hergebruik van materialen.
6. Openbare ruimte: De kwaliteit van de openbare ruimte blijft op het huidige niveau (2010) gehandhaafd
De burgers betrekken bij inrichting en onderhoud openbare ruimte.
In regionaal verband wordt onderzocht in hoeverre een en ander geoptimaliseerd kan worden. Daarnaast wordt samen met Oldebroek een plan opgesteld om gezamenlijk op te trekken in de uitvoering ervan. Periodiek worden met de wijkcomités schouwrondes uitgevoerd. Daarnaast worden burgers zo veel mogelijk betrokken bij uitvoeringsplannen.
Bestrijden onkruidgroei op verhardingen
In verband met het verbod op gebruik chemische bestrijdingsmiddelen alternatieve werkwijze invoeren .
Indicatoren Doel
Omschrijving
Soort
Bron
indicator 3
Rapportcijfer inwoners parkeermogelijkheden in de buurt Rapportcijfer inwoners onderhoud wegen in de buurt
5
Nuttige toepassing hergebruik huishoudelijk afval
6
Rapportcijfer inwoners onderhoud openbaar groen in de buurt % meldingen Openbare Ruimte dat binnen drie werkdagen is afgehandeld
Realisatie
Streefwaarde
Getal
Jaar
2016
7,0 6,8 7,6 7,3
2014 2011 2014 2011
7,0
Beleving
St.vd.gem.
Beleving
St.vd.gem.
Output
Intern
54% 54%
2013 2012
60%
Beleving
St.vd.gem.
7,2 6,7 81 % 74 % 70 %
2014 2011 2013 2012 2011
6,8
Output
Intern
Toelichting
7,0 De landelijke doelstelling voor nuttige toepassing van huishoudelijk afval is 60 % in 2015
80%
Middelen Voorjaarsnota 2015 Duurzame onkruidbestrijding Vanwege de verplichting tot het toepassen van duurzame onkruidbestrijding is het voor de gemeente niet langer geoorloofd om chemische onkruidbestrijding toe te passen. Dat betekent in de praktijk dat er andere duurdere methoden van onkruidbestrijding zullen worden gehanteerd. De eerste inschatting van de meerkosten als gevolg hiervan worden geraamd op € 35.000. MPB 2015-2018 Speelvoorzieningen Voorgesteld wordt de weinig gebruikte speelvoorzieningen ‘uit te laten sterven’ en hiervoor geen vervangingen m eer te plegen. Gezien de uitsterfconstructie wordt vanaf 2018 een besparing van € 15.000 geraamd.
30
6: Verkeer en openbare ruimte Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Rekening 2014
8.812.505
Begroting 2015
8.996.963
2016
8.374.535
Voorjaarsnota 2015 9] Duurzame onkruidbestrijding
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
8.409.535 27.278
8.436.813 27.659
2019
8.449.472 28.043
35.000
MPB 2015-2018 Speelvoorzieningen
-15.000
Storting in reserves
909.439
197.792
401.985
401.985
401.985
401.985
Totaal lasten programma
9.721.945
9.194.755
8.811.520
8.838.798
8.851.457
8.879.500
Baten Bestaand beleid Prijscompensatie
5.472.381
5.005.752
5.039.198
5.039.198 5.094
5.044.292 5.167
5.049.459 5.239
Onttrekking uit reserves
336.799
208.329
20.796
20.796
20.796
20.796
Totaal baten programma
5.809.180
5.214.081
5.059.994
5.065.088
5.070.255
5.075.494
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
3.340.125 572.640 3.912.764
3.991.211 -10.537 3.980.674
3.370.337 381.189 3.751.526
3.392.521 381.189 3.773.710
3.400.013 381.189 3.781.202
3.422.817 381.189 3.804.006
Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018
per beleidsveld [x € 1.000] Openbaar groen Speelvoorzieningen Waterhuishouding Afvalverwijdering en verwerking Riolering en waterzuivering Lijkbezorging Openbare verlichting Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen Haven Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
31
Last 2016 1.238 204 153
Baat 2016 5 0 0
Saldo 2016 1.233 204 153
Last 2017 1.247 205 155
Baat 2017 5 0 0
Saldo 2017 1.242 205 155
Last 2018 1.256 192 156
Baat 2018 5 0 0
Saldo 2018 1.251 192 156
Last 2019 1.265 194 157
Baat 2019 5 0 0
Saldo 2019 1.260 194 157
1.707 1.577 544 207 2.174 373 232 8.410 402 8.812
2.126 2.035 433 23 132 52 233 5.039 21 5.060
-419 -457 111 184 2.041 321 -1 3.370 381 3.752
1.707 1.577 544 210 2.185 374 233 8.437 402 8.839
2.126 2.035 433 23 133 53 236 5.044 21 5.065
-419 -457 111 186 2.052 320 -3 3.393 381 3.774
1.707 1.577 545 212 2.197 374 234 8.449 402 8.851
2.126 2.035 433 24 134 54 239 5.049 21 5.070
-419 -457 111 189 2.063 320 -6 3.400 381 3.781
1.707 1.577 545 215 2.209 374 235 8.478 402 8.880
2.126 2.035 433 24 134 55 243 5.055 21 5.075
-419 -457 112 191 2.074 320 -8 3.423 381 3.804
7: Cultuur, sport, recreatie en toerisme
Programma 7
Cultuur, sport, recreatie en toerisme Beleidsvelden Vormings- en ontwikkelingswerk, sport Portefeuillehouder: Wethouder S.W. Krooneman Domein: Samen leven Dorps- en gemeenschapsaccommodaties, openbaar bibliotheekwerk Portefeuillehouder: Wethouder J. Polinder Domein: Samen leven Monumentenzorg, kunst en cultuur, toerisme en recreatie Portefeuillehouder: Wethouder M. Boukema Domein: Samen leven en Ruimte
Algemene informatie A. Visie: Onze gemeente streeft naar een voldoende voorzieningenniveau, afgestemd op maatschappelijke behoeften op het terrein van cultuur, sport en recreatie. De gemeente Elburg als Parel van de Veluwe met haar Vesting, haven, buitengebied, bossen en zandverstuiving wil dit potentieel optimaal gebruiken en benutten voor toerisme en recreatie. Het is de bedoeling om de invulling hiervan in samenwerking met vrijwilligers- en belangenorganisaties (kunst en cultuurhistorie, promotie Elburg, VVV) te doen. B. Ontwikkelingen en trends: ’t Huiken is verbouwd tot een Kulturhus/wijkontmoetingscentrum. In 2016 zal gestart worden met het opstellen van programmering en organisatie van activiteiten. Uitwerking van de aanbevelingen uit het rapport over Multifunctionele accommodatie Aperloo. In regionaal en provinciaal verband wordt meer samengewerkt om toerisme en recreatie op een hoger plan te brengen. In 2016 komt er een nieuwe nota Toerisme en Recreatie. Hierin worden voor de gemeente Elburg belangrijke keuzen gemaakt. De Strategische Verkenning Vitale Vakantieparken geeft vanaf 2016 richting aan de manier waarop de gemeente met bestaande en nieuwe recreatieparken om wil gaan. De ontwikkeling van het havengebied, in combinatie met een hotel aan de Flevoweg, moet de aantrekkelijkheid van Elburg voor bezoekers vergroten.
Gemeentelijke beleidskaders
Algemene Subsidieverordening gemeente Elburg 2015 en de bijbehorende subsidieregelingen Gemeentelijke Verordening Beheerscommissie Muziekonderwijs Nota onderhoud en subsidies dorps- en gemeenschapshuizen en zwembad 2013-2016 Gemeentelijke monumentenverordening 2014; Regionale beleidsnotitie bibliotheek 2014-2017 Nota Toerisme en Recreatie Marketing- en Promotieplan Strategische Verkenning Vitale Vakantieparken gemeente Elburg Stedenbouwkundig plan “Havengebied Elburg en omgeving”
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
1. Streven naar behoud van een goed gedifferentieerd aanbod van voorzieningen op het gebied van welzijn, cultuur, sport en vrije tijd.
Voldoende accommodaties op het terrein van sport, welzijn en recreatie. Blijven ondersteunen van verenigingsleven en vrijwilligerswerk (zie programma 1). Het stimuleren en waarderen van instellingen die actief zijn op het gebied van cultuur en muziek.
32
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
Deelname cultuur- en erfgoedpact; invulling geven aan programma aspecten Cultuureducatie met Kwaliteit en Erfgoed Aanbieden van kunst en cultuur, waaronder muziek, aan het basisonderwijs.
7: Cultuur, sport, recreatie en toerisme Hoofddoelstelling
2. Recreatie en toerisme Versterking van de bijdrage van de toeristisch-recreatieve sector aan de plaatselijke werkgelegenheid en het voorzieningenniveau.
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
Het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed.
Participeren in het gebiedsgericht cultuurbeleid op de NoordVeluwe Uitwerken activiteitenplan/cultuurbeleidsaspecten op basis van rapport De Rijkdom van Elburg t.b.v. Cultuur en cultuurhistorie Afronden van een digitale cultuurhistorische waardenkaart
Meer toeristen en meer toeristische bestedingen gedurende een verlengd toeristenseizoen.
Het in RNV-verband uitvoeren van het RNV-project “Vitale Vakantieparken”. Het uitvoeren van een nieuw op te stellen Nota Toerisme en Recreatie vanaf 2016 en in het verlengde daarvan de marketing en promotie van Elburg. Dit in samenwerking met de Stichting Promotie Elburg, de VVV en Visit Veluwe.
Toeristische en recreatieve mogelijkheden van vooral de haven en de Vesting meer benutten.
Medewerking/deelname aan de internationale Hanzedagen en inzet van het merk “Hanze” ter bevordering van het toerisme. In ieder geval tot en met 2017, omdat de Internationale Hanzedagen dan in Kampen worden gehouden. Het in het kader van het project “Herontwikkeling Havengebied Elburg e.o.” versterken van de toeristische potentie van het havengebied.
Meer toeristen in Elburg via de recreatievaart en meer toeristische overnachtingen.
Ontwikkelen van een samenhangende visie op hoe we de vesting en het havengebied beter in de markt kunnen zetten. Het in het kader van het project “Herontwikkeling Havengebied Elburg e.o.” bevorderen dat de jachthaven wordt uitgebreid en een hotelaccommodatie wordt gerealiseerd .
Uitbreiding van de toeristische mogelijkheden.
Uitvoering van een nieuw op te stellen beleidsplan Recreatie en Toerisme. Opstellen en uitvoeren van het “Actieplan Vitale Vakantieparken”.
Versterking van het cultuurhistorische karakter van Elburg.
Vanuit notitie De Rijkdom van Elburg uitwerken cultuurhistorische aspecten t.b.v. toerisme en recreatie
Indicatoren Doel
Omschrijving
1
2
Soort indicator
Bron
Realisatie Getal Jaar
Streefwaarde 2016 Toelichting
Rapportcijfer inwoners sportvoorzieningen in de gemeente Aantal leden bibliotheek
Beleving
Staat van de gemeente
7,6
2014
7,0
Output
Bibliotheek
5.826 6.027 6.067 6.171
2014 2013 2012 2011
6.000
Aantal losse toeristische/ recreatieve overnachtingen (incl. haven)
Output
Intern
40.200 45.380 42.994
2014 2013 2012
50.000
Middelen Voorjaarsnota 2015 Instellen onderhoudsvoorzieningen gemeentelijke gebouwen Bij het beheerplan onderhoud gemeentelijke gebouwen is voorgesteld om onderhoudsvoorzieningen in te stellen voor gemeentelijke gebouwen. Deze zijn als volgt onderverdeeld in 4 categorieën: monumente n, dorps- en gemeenschapshuizen, zwembad en overige gemeentelijke gebouwen. Voor de uitwerking van het beheerplan is er een jaarlijkse storting in de 4 ingestelde onderhoudsvoorzieningen van € 155.000 en € 5.000 extra voor preventief onderhoud nodig. Voor monumenten, dorps- en gemeenschapshuizen en het zwembad wordt jaarlijks respectievelijk € 5.000, € 40.000 en € 65.000 in een onderhoudsvoorziening gestort. Subsidie Vestingval Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2015 is door uw raad een motie aangeno men waarin verzocht is om een subsidie van € 2.000 voor Vestingval Elburg voor 2016 beschikbaar te stellen.
33
7: Cultuur, sport, recreatie en toerisme
MPB 2015-2018 Subsidiëring onderhoud monumenten Voorgesteld wordt om het beschikbare budget van € 75.000 voor subsidiëring onderhoud monumenten in 2016 te verlagen met € 15.000. Sport (zwembad) Doordat de investeringen in het zwembadcomplex Hokseberg en de te ontplooien activiteiten een toenemende aantal bezoekers kan bewerkstelligen wordt voorgesteld om de exploitatiebijdrage in 2016 en 2017 m et € 5.000 te verlagen. Subsidie museum De subsidie aan het museum wordt in 2016 met € 12.500 verlaagd. Vervolgens wordt het museum in 2017 gekort met € 30.000 om professionalisering musea mogelijk te maken (is ingevoerd in 2014). Subsidie bibliotheek Afgesproken is om op de bibliotheek een bezuiniging van € 80.000 door te voeren in 2 fases vanaf 2015. In 2016 wordt het subsidie nog met € 40.000 gekort. Om één en ander mogelijk te maken wordt onderstaand al voorgesteld om een huurverlaging van € 23.000 voor ’t Harde door te voeren. Huur bibliotheek kulturhus ’t Harde Bij de uitwerking om de opgenomen bezuiniging van € 80.000 (in 2015 al € 40.000 gerealiseerd) te realiseren zijn er forse ingrepen nodig. Dit houdt in dat het overeind houden van twee volwaardige vestigingen niet mogelijk is. Gezien het aantal inwoners en het aantal gebruikers is het logisch dat de vestiging op ’t Harde wordt gewijzigd. Er is voor gekozen om van ’t Harde een servicepunt te maken met een openstelling van 10 uur. Om leegstand te voorkomen wordt voorgesteld dit te realiseren in ‘t Kulturhus. Het is wel redelijk dat hierbij de huisvestingskosten worden aangepast aan de gemiddelde huisvestingslast. De h uur wordt daarom verlaagd van € 43.000 naar € 20.000. Het gevolg is dan wel dat er voor de gemeente een structurele exploitatietekort op het Kulturhus ontstaat van € 23.000. De commissie MO heeft de voorkeur voor deze optie uitgesproken (7 oktober 2013). Sport De jaarlijkse huurprijs voor kunstgrasvelden is bij lange na niet kostendekkend. De huurprijs is erg laag ten opzichte van de jaarlijkse kosten. Voorgesteld is daarom vanaf 2015 de huurprijzen voor kunstgrasvelden in 2 jaar tijd te verhogen met 50%. De inkomsten worden daartoe in 2016 nogmaals met € 5.500 verhoogd. De huurprijs per kunstgrasveld bedraagt na verhoging ruim € 6.600 per veld.
34
7: Cultuur, sport, recreatie en toerisme Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Rekening 2014
3.864.017
Begroting 2015
2016
4.154.601
2.995.474
Voorjaarsnota 2015 Voeding onderhoudsvoorziening: 10a] Monumenten 11a] Dorps- en gemeenschapshuizen 12a] Zwembad De Hokseberg Motie] Subsidie Vestingval
3.034.974 26.565
5.000 40.000 65.000 2.000
MPB 2015-2018 Subsidie onderhoud monumenten Verlaging exploitatiebijdrage zwembad Subsidie museum Subsidie bibliotheek
2019
3.024.539 26.938
3.051.477 27.318
-2.000
-15.000
Storting in reserves Totaal lasten programma
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
-5.000 -12.500 -40.000
-5.000 -30.000
323.500
0
1.250
1.250
1.250
1.250
4.187.517
4.154.601
3.036.224
3.025.789
3.052.727
3.080.045
564.460
507.523
529.041
511.541 6.141
517.682 6.225
523.907 6.316
Baten Bestaand beleid Prijscompensatie Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018 Huur bibliotheek Huurverhoging kunstgrasvelden
-23.000 5.500
Onttrekking uit reserves
1.072.972
1.300.913
188.363
188.363
188.363
188.363
Totaal baten programma
1.637.432
1.808.436
699.904
706.045
712.270
718.586
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
3.299.557 -749.472 2.550.085
3.647.078 -1.300.913 2.346.165
2.523.433 -187.113 2.336.320
2.506.857 -187.113 2.319.744
2.527.570 -187.113 2.340.457
2.548.572 -187.113 2.361.459
per beleidsveld [x € 1.000] Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Sport Kunst en cultuur Monumentenzorg Dorps- en gemeenschapsaccomm. Toerisme en recreatie Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
35
Last 2016 370 234 792 386 327 754 172 3.035 1 3.036
Baat 2016 0 22 137 0 7 344 2 512 188 700
Saldo 2016 370 212 656 386 320 409 170 2.523 -187 2.336
Last 2017 375 236 793 360 330 760 171 3.025 1 3.026
Baat 2017 0 22 138 0 7 349 2 518 188 706
Saldo 2017 375 214 655 360 322 410 169 2.507 -187 2.320
Last 2018 381 239 798 365 332 766 171 3.051 1 3.053
Baat 2018 0 22 139 0 7 354 2 524 188 712
Saldo 2018 381 216 659 365 325 412 169 2.528 -187 2.340
Last 2019 387 241 803 369 335 772 172 3.079 1 3.080
Baat 2019 0 23 140 0 8 359 2 530 188 719
Saldo 2019 387 218 664 369 328 413 170 2.549 -187 2.361
8: Economische structuur
Programma 8
Economische structuur Beleidsvelden Handel en ambacht, Portefeuillehouder: Domein:
Wethouder H. Wessel Ruimte
Bouwgrondexploitatie, overige agrarische zaken Portefeuillehouder: Wethouder J. Polinder Domein: Ruimte
Algemene informatie A. Visie: Werk is van essentieel belang voor mensen. Werk geeft structuur aan het leven van mensen, zorgt voor financiële onafhankelijkheid en voor zelfredzaamheid. Om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen en te houden, willen we de plaatselijke economie stimuleren en een positief vestigingsklimaat voor bedrijven bevorderen. We willen lokale ondernemers optimaal ondersteunen en ruimte geven. B. Ontwikkelingen en trends: De lokale economie ondervindt nog steeds de gevolgen van de huidige malaise in de nationale- en de wereldeconomie.
Gemeentelijke beleidskaders
Marktverordening Marktreglement Nota standplaatsenbeleid Verordening winkelsluiting Elburg Beleidsregels verkoop bouwgronden Exploitatieverordening Nota Grondbeleid 2010-2014 Beleidsregels verkoop groenstroken
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Agrarische sector Behoud van de agrariër als zelfstandig ondernemer.
Binnen de hogere regelgeving maximaal ruimte bieden aan de agrariërs.
In het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de belangen van de agrarische sector. Onderzoek naar de mogelijkheden voor de combinatie van de agrarische functie met nieuwe functies.
2. Overige bedrijven Plaatselijke economie stimuleren -Meer arbeidsplaatsen in alle arbeidssectoren -Meer huisgebonden ondernemerschap
Positief vestigingsklimaat voor bedrijven bevorderen.
Actie ondernemen om Elburg te laten aansluiten bij de Regio Zwolle. Samenwerken en meedenken over de regionale bedrijvigheid en werkgelegenheid in de overleggroep G16 De Diamant van Midden-Nederland. Uitwerken en uitvoeren van een “economisch actieplan” ter versterking van de economische structuur van de gemeente. Het binnen de grenzen van wet- en regelgeving zo gunstig mogelijk toepassen van het gemeentelijk inkoopbeleid ten behoeve van lokale bedrijven. Meegewerkt wordt aan de wens van een aantal ondernemers in de vesting om ‘het kruis’ in de wintermaanden open te stellen voor gemotoriseerd verkeer gedurende een proefperiode van één jaar. Ontwikkelen van een nieuwe detailhandelstructuurvisie voor de gehele gemeente Elburg.
Kwalitatief goede en aantrekkelijke bedrijventerreinen en winkelgebieden.
Stimuleren van en medewerking verlenen aan de herontwikkeling van bedrijventerrein Kruismaten in relatie tot het havengebied. Realiseren van de 2e en eventueel de 3e fase van het nieuwe centrumplan ’t Harde. Waar mogelijk bevorderen van het proces, faciliteren en bewaken van ieders belangen bij de totstandkoming van centrumgebied ’t Harde. Verlenen van planologische medewerking aan vestiging van een discountsupermarkt in de kern Elburg.
36
8: Economische structuur Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit Stimulering uitgifte resterende bedrijfskavels op bedrijventerrein Broeklanden. Stimuleren van parkmanagement op het bedrijventerrein Broeklanden.
Indicatoren Doel
Omschrijving
Soort indicator
2
Rapportcijfer inwoners winkels voldoende nabij
Beleving
Bron St.vd.gem
Realisatie Getal Jaar 7,6 7,1
2014 2011
Streefwaarde 2016 Toelichting 7,5
Middelen Voorjaarsnota 2015 Intensivering economische samenwerking in de regio Het is van groot belang dat het economisch goed gaat met de lokale bedrijven. Daarnaast heeft Elburg als speerpunt dat elke inwoner werk in Elburg of in de nabije regio werk kan worden aangeboden. De werkloosheid in onze gemeente is (gelukkig) erg laag en dat willen we graag zo houden. Om dit streven te kunnen bereiken is Elburg op zoek naar nieuwe wegen, nieuwe doelgroepen met als doel om de plaatselijke economie nog meer te stimuleren. Er liggen wellicht kansen, zowel op het gebied van werkgelegenheid als op het gebied van onder wijs, als Elburg aansluiting zoekt bij de Regio Zwolle. De mogelijkheden hiertoe zijn in onderzoek. Verwachting is dat met een structureel budget van € 25.000 hier invulling aan gegeven kan worden. MPB 2015-2018 Budget economisch actieplan Voorgesteld is het budget voor het economisch actieplan ad € 25.000 vanaf 2014 stapsgewijs te verlagen tot € 10.000. Ingaande 2014 met een bedrag van € 3.000 en in de jaren 2015-2017 met een jaarlijks bedrag van € 4.000.
37
8: Economische structuur Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Rekening 2014
3.643.882
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
2016
2.061.839
928.086
949.086 441
Voorjaarsnota 2015 13] Economische samenwerking regio
25.000
MPB 2015-2018 Budget economische actieplan
-4.000
-4.000
2019
945.527 447
945.974 453
Storting in reserves
1.933.790
0
0
0
0
0
Totaal lasten programma
5.577.672
2.061.839
949.086
945.527
945.974
946.427
Baten Bestaand beleid Prijscompensatie
4.798.390
1.790.866
650.478
650.478 3.050
653.528 3.089
656.617 3.136
Onttrekking uit reserves
480.296
26.575
2.075
2.075
2.075
2.075
Totaal baten programma
5.278.686
1.817.441
652.553
655.603
658.692
661.828
-1.154.509 1.453.494 298.986
270.973 -26.575 244.398
298.608 -2.075 296.533
291.999 -2.075 289.924
289.357 -2.075 287.282
286.674 -2.075 284.599
Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
per beleidsveld [x € 1.000] Handel en ambacht Overige agrarische zaken Bouwgrondexploitatie Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
38
Last 2016 220 297 433 949 0 949
Baat 2016 125 93 433 650 2 653
Saldo 2016 95 203 0 299 -2 297
Last 2017 216 297 433 946 0 946
Baat 2017 126 95 433 654 2 656
Saldo 2017 90 202 0 292 -2 290
Last 2018 216 297 433 946 0 946
Baat 2018 128 96 433 657 2 659
Saldo 2018 88 201 0 289 -2 287
Last 2019 216 297 433 946 0 946
Baat 2019 130 97 433 660 2 662
Saldo 2019 87 200 0 287 -2 285
9a: Algemene dekkingsmiddelen
Programma 9
Bestuur Beleidsvelden Bestuursorganen, bestuurlijke samenwerking, ondersteuning raad en griffie, onder steuning college en directie, juridische ondersteuning, burgerzaken en streekarchivariaat Portefeuillehouder: burgemeester F.A. de Lange Domein: Bedrijfsvoering en Samen leven Kadaster en huisnummering, wijkgericht werken Portefeuillehouder: Wethouder J. Polinder Domein: Ruimte, Bedrijfsvoering en Samen leven Algemene baten en lasten, uitvoering Wet WOZ, lasten heffing en invordering Portefeuillehouder: Wethouder H. Wessel Domein: Bedrijfsvoering
Algemene informatie A. Visie: Elburg is een zelfstandige gemeente. Uitgangspunt is dat dit zo blijft. Om dit te bereiken zullen we in het bijzonder met onze buurgemeenten Nunspeet en Oldebroek binnen de Regio Noord Veluwe zoveel mogelijk samenwerken en samen optrekken. Maar samenwerking is breder, zeker als het gaat om de grote taken die van rijkswege naar ons toekomen. Wij opteren voor samenwerking op basis van kwaliteit, kostenoverwegingen en (opheffen) kwetsbaarheid. De gemeente streeft naar een helder en open bestuur met een efficiënt werkend ambtelijk apparaat, waarbij communicatie, burgerparticipatie en klantgerichtheid hoog in het vaandel staan. B. Ontwikkelingen en trends: Bij gemeenten is sprake van een doorlopende schaalvergroting. Dit omdat de rijksoverheid taken doorschuift en het specialistisch werk toeneemt. In maart/april 2015 hebben de gemeenteraad van Nunspeet, Elburg en Oldebroek de wens uitgesproken om de operationele samenwerking tussen deze drie gemeenten een nieuwe impuls te geven. Op 18 augustus 2015 hebben B&W van de drie gemeenten de “opdrachtformulering samenwerking Nunspeet, Elburg en Oldebroek (NEO)” vastgesteld. De drie gemeenten willen hun al bestaande onderlinge samenwerking uitbreiden en intensiveren, met als doel dat ook voor de toekomst een kwalitatief goede en efficiënte dienstverlening aan burgers, bedrijven, organisaties en instellingen gewaarborgd blijft. Kwetsbaarheden moeten zoveel mogelijk worden opgelost. Aan de principes van zelfstandigheid, eigenheid en diversiteit, moet daarbij zo min mogelijk geweld worden aangedaan. De colleges hebben gekozen voor een 'organische ontwikkeling' van de samenwerking, dat wil zeggen een geleidelijke uitbreiding en intensivering van de samenwerking ‘van onderop’ met maximale gebruikmaking van de zich voordoende mogelijkheden en van de kennis, energie en motivatie aan de basis van de gemeentelijke organisaties. De gemeenten worden hét loket voor de gehele overheid. Vanaf 2012 wordt de huidige Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN) omgezet naar de B asisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De BGT leidt tot een gedetailleerde grootschalige basiskaart (digitale kaart) van heel Nederland. In de BGT wordt op een eenduidige manier de ligging van alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en (landbouw)terreinen geregistreerd. Dit betekent een omzetting van een lijnenkaart naar een vlakkenkaart, waarin ook de beheervlakken (wegvlakken, groenvlakken, e.d.) zullen worden opgenomen. Naast de gemeente zullen ook andere overheden (provincie, waterschap, Rijkswaterstaat, e.d.) bronhouders van de BGT zijn. Vanaf 1 januari 2016 moet het landsdekkende bestand gereed zijn voor gebruik. Vanaf 1 januari 2017 kan iedereen de informatie uit de BGT vrij gebruiken en zijn overheden verplicht om de BGT te gebruiken in hun werkprocessen. Op 1 januari 2020 is een aanvulling gereed: van alle objecten in de BGT is niet alleen de ligging, maar ook een nadere beschrijving opgenomen. Uitvoeren van de voorstellen die het verbeterteam dienstverlening heeft ge daan op basis van het klanttevredenheidsonderzoek.
39
9a: Algemene dekkingsmiddelen
Als gevolg van de Wet Revitalisering Generiek Toezicht is het Interbestuurlijk toezicht (IBT) op informatie - en archiefbeheer van de overheid veranderd. Het Streekarchivariaat fungeert hierbij als toezic hthouder/ archiefinspecteur voor de gemeente Elburg en de andere deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe. In 2014 zijn de verbeterplannen als gevolg van de archiefinspecties opgesteld. Vanaf 2015 worden gezamenlijk de knelpunten en achterstanden aangepakt. Het toezicht op het informatie - en archiefbeheer wordt vanaf 2016 planmatig uitgevoerd volgens een inspectieplan dat in 2015 is opgesteld. Dat geldt niet alleen voor het toezicht op het (digitale) informatie- en archiefbeheer van de gemeenten, maar ook voor het toezicht op Gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingsverbanden, die overheidstaken uitvoeren. Deze laatste categorie valt ook onder de werking van de Archiefwet. Op landelijk niveau wordt gewerkt aan de Modernisering van de GBA die uit twee onderdelen zal bestaan, te weten Startpakket gegevensverstrekking en Startpakket Actualisering. Deze functies maken het mogelijk om 24 uur per dag online te zijn voor de afnemers, die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn geautoriseerd om BRPgegevens te raadplegen. In de jaren 2017 en 2018 moeten alle gemeenten de huidige softwareapplicatie voor de verwerking van mutaties in de BRP verlaten en over naar een softwareomgeving die direct gekoppeld is aan de LV BRP. De aan te schaffen en te implementeren softwareomgeving dient eveneens voor de registratie van aangehaakte gegevens (bijvoorbeeld ouder- en kindgegevens, huwelijk en dergelijke) zoals nu geregistreerd worden in het GBA. Met de invoering van de Wet Revitalisering Generiek Toezicht (wet RGT) is het interbestuurlijk toezicht eenvoudiger en transparanter gemaakt. De provincie is de nieuwe toezichthouder voor: ruimtelijke ordening, bouwen, milieu, huisvesting, monumenten en constructieve veiligheid van bouwwerken. Het Rijk blijft toezichthouder voor de gemeenten op die terreinen, waar provincies geen taak en expertise hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijswetten en sociale zaken. In 2014 is de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) operationeel geworden. Alle onroerende zaken en de daarvoor vastgestelde WOZ-waarden moeten worden aangeboden aan deze LV WOZ. In mei 2014 is de eerste gemeente aangesloten op de LV WOZ. De Waarderingskamer heeft een planning opgesteld waar voor elke gemeente een moment is aangewezen om aan te sluiten. Het wetsvoorstel tot openbaar maken van de WOZ-waarde van woningen wordt op 1 oktober 2016 van kracht. De gemeente Elburg zal waarschijnlijk als een van de laatste gemeenten aansluiten aan de LV WOZ, dit in verband met de nog uit te voeren conversie naar een nieuwe softwareomgeving voor de basisregistratie WOZ.
Gemeentelijke beleidskaders
Coalitieakkoord 2014-2018 Organisatieverordening gemeenteraad 2011 incl. eerste wijziging 2013 Gedragscode voor bestuurders 2011 Verordening politiek ambtsdragers 2010 Organisatiebesluit Bestuur- en Managementconcept Klachtenverordening Elburg Verordening commissie bezwaarschriften Elburg en Nunspeet Inspraakverordening Verordening basisregistratie personen gemeente Elburg Beheerregeling basisregistratie personen gemeente Elburg Reglement burgerlijke stand Verordening locaties bureau burgerlijke stand Algemene Plaatselijke Verordening Verordening naamgeving en nummering (adressen) Beleidsnotitie Vastgoedinformatie Communicatiebeleidsplan 2014-2017 Notitie wijkgericht werken (2011)
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
1. Bestuurlijke handelen Verbeteren van de beeldvorming (imago) van de gemeente. Laagdrempeligheid van het college en de raad. De gemeente Elburg wil blijven behoren tot de 25% van de gemeenten met de laagste lokale lastendruk.
Bestuurlijk handelen: integere en transparante besluitvorming
40
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
9a: Algemene dekkingsmiddelen Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
2. Bestuurlijke vernieuwing
Toename betrokkenheid inwoners en organisaties bij lokaal bestuur.
Om de herkenbaarheid en informatie dichter en directer bij de burgers te brengen, worden meer publicaties via de krant gedaan. Een voorbeeld is het burgerjaarverslag. Burgers worden op deze wijze zeer goed geïnformeerd en de bereikbaarheid van het bestuur naar burgers wordt vergroot. Ingezet wordt op een verlevendiging van het raadsdebat.
Inzetten op burgerparticipatie. Verdere uitwerking van het dualistisch gedachtegoed.
Verder door ontwikkelen van het wijkgericht werken. Verdere verbetering kaderstellende en controlerende rol van de raad door verplichte opname van landelijk vastgestelde kengetallen en indicatoren. Het op grond van wettelijke verplichtingen ontwikkelen respectievelijk beheren van een sluitend stelsel van authentieke (basis)registraties voor personen (GBA), adressen en gebouwen (BAG), grootschalige topografie (BGT) en WOZ.
3. Kwaliteit van de dienstverlening Een efficiënt en effectief (resultaatgericht) werkende organisatie waarin iedereen zijn eigen taak kent Behouden van de klanttevredenheid, ook van burgers die niet in het gemeentehuis komen maar wel meebetalen aan de dienstverlening Laagdrempeligheid van het gemeentekantoor
Uitvoering geven op een efficiënte en burgervriendelijke wijze aan de wet- en regelgeving op een zo breed mogelijk terrein. Vervolgstappen zetten met deregulering en vermindering administratieve lasten.
Heldere en tijdige communicatie. Het verbeteren van de kwaliteit van de website.
In het kader van het project “Deregulering en (administratieve) lastenvermindering” zal de gemeentelijke regelgeving verder worden gescreend en waar mogelijk worden ingetrokken of vereenvoudigd. Intensivering van de inzet van sociale media als communicatiemiddel. Het verder ontwikkelen van de website als het belangrijkste gemeentelijk communicatiekanaal met betrekking tot de digitale dienstverlening. Uitbreiding digitale beschikbaarstelling van de audiovisuele collecties Streekarchivariaat. Voldoen aan landelijke webrichtlijnen.
Indicatoren Doel
Omschrijving
Soort
Bron
Realisatie
indicator 1
Streefwaarde
Getal
Jaar
2016
Rapportcijfer inwoners vertrouwen in bestuur
Beleving
St.vd.gem.
6,4 6,5
2014 2011
6,5
De gemeente luistert naar de mening van haar inwoners
Beleving
St.vd.gem.
6,2 5,8
2014 2011
6,5
Output
Coelo
77 80 79
2015 2014 2013
< 100
Positie op de lijst van gemeenten met de laagste woonlasten 2
% inwoners dat zich (enigszins) betrokken voelt bij de eigen woonbuurt
Beleving
Veiligheidsenquete
* 70%
2014 2007
75%
3
Rapportcijfer burger gemeentelijke dienstverlening
Beleving
St.vd.gem.
6,9 7,8
2014 2011
7,0
Toelichting
25% goedkoopste gemeenten
* In de veiligheidsenquête in 2014 wordt dit cijfer niet genoemd.
Middelen Voorjaarsnota 2015 Loonstijgingen In de primitieve begroting wordt voor 2016 gerekend met 1,5% loonstijging. Gezien het akkoord met de bonden is voor 2016 0,75% extra geraamd, waardoor de stijging voor 2016 op 2,25% uitkomt. Conform de algemeen verwachte prijs- en loonontwikkeling wordt voor de jaren 2017 t/m 2019 rekening gehouden met een totale loonstijging van 2% per jaar. Uit deze loonstijgingen zullen overigens ook eventuele stijgingen van werkgeverslasten bekostigd moeten worden. Bij de berekening van het totaal wordt rekening gehouden met periodieken. Stelpost loonstijgingen 2016-2019 Omschrijving Bestuur Organisatie Overig Extra loonstijging 2016 Totaal Op te nemen loonstijging 2016-2019
41
2.016 750.024 8.820.394 387.980 75.000 10.033.398 75.000
2.017 775.312 8.991.198 396.628 76.500 10.239.638 206.240
2.018 800.957 9.162.847 404.143 78.030 10.445.978 206.340
2.019 838.189 9.314.154 411.809 79.591 10.643.743 197.765
9a: Algemene dekkingsmiddelen
Vrijval kapitaallasten De vrijval van afschrijving en rente van voorheen gerealiseerde investeringen is in onderstaand overzicht berekend. De vrijval van kapitaallasten van brandweer, onderwijs, afval, riool en begraven zijn niet meegenomen. Vrijval kapitaallasten 2017-2019 Omschrijving Rente Afschrijving Totaal
2.017 26.980 73.556 100.536
2.018 25.163 89.861 115.023
2.019 23.538 73.320 96.858
Intensivering bestuurlijke samenwerking Naar aanleiding van het project Sterk bestuur in Gelderland is er besluitvorming over transformatie en samenwerking naar een RNV 3.0. Er is een vervolgopdracht opgesteld om te komen tot een onderscheid in strategische, tactische (beleidsmatige) en operationele uitvoerende taken. Het idee is om de tactische en beleidsmatige zaken welke nu zijn ondergebracht bij de strategische alliantie en de RNV te integreren in de RNV 3.0. De rol en plaats van de gemeente Harderwijk als centrumgemeente in de regio wordt nadrukkelijk benoemd. Over en weer wordt er duidelijkheid verwacht over de mogelijkheden en de verwachtingen van de gemeente Harderwijk voor de regio. In aansluiting hierop worden de mogelijkheden van intergemeentelijke samenwerking met de buurgemeenten Oldebroek en Nunspeet op met name het operationele terrein (PIOFACH) nader verkend en onderzocht. In het samenwerkingstraject zal ook nadrukkelijk worden gekeken naar mogelijkheden van samenwerking met de H2O-gemeenten Hattem en Heerde. De gemeenten zullen het samenwerkingsproces zoveel mogelijk 'in eigen kracht' doorlopen. De ervaring leert echter dat in dit soort trajecten (bijvoorbeeld bij complexe samenwerkingsitems als ICT) de incidentele inzet van externe expertise onontbeerlijk is. Voor het uitwerken van de plannen wordt voorgesteld een bedrag van € 50.000 voor de jaren 2016, 2017 en 2018 beschikbaar te stellen. MPB 2015-2018 Bestuursorganen Een bovenformatieve functie waarbij taken worden verricht op het gebied van kabinet, RNV en overige werkzaamheden in het kader van bestuursondersteuning zal vanaf 2017 niet meer worden ingevuld. Dit levert een besparing op van € 91.000.
42
9a: Algemene dekkingsmiddelen
Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie Saldo bedrijfsvoeringsparagraaf
Rekening 2014
4.251.079
Begroting 2015
4.708.579
2016
4.031.606 62.250
Voorjaarsnota 2014 -] Stelpost loonstijgingen 20172019 -] Vrijval kapitaallasten 2017-2019 14] Bestuurlijke samenwerking -] Reken rente van 3,5 naar 4%
75.000
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
2019
4.218.856 11.339 -69.794
4.175.105 11.501 -73.906
4.204.017 11.657 21.827
206.240 -100.536
206.340 -115.023
197.765 -96.858 -50.000 50.000
50.000
MPB 2015-2018 Beëindigen bestuursondersteuning
-91.000
Storting in reserves
638.613
45.054
85.786
85.786
85.786
85.786
Totaal lasten programma
4.889.692
4.753.633
4.304.642
4.260.891
4.289.803
4.424.194
Baten Bestaand beleid Prijscompensatie
1.140.923
850.057
869.567
869.567 5.596
875.163 5.676
880.839 5.752
537.774
-45.054
15.567 25.000
40.567 -25.000
15.567
65.567
Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018 Onttrekking uit reserves 21] Dekking begrotingsapp 21] Dekking opvang braindrain
50.000
Totaal baten programma
1.678.698
805.003
910.134
890.730
946.406
952.158
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
3.110.156 100.839 3.210.994
3.858.522 90.108 3.948.630
3.349.289 45.219 3.394.508
3.299.942 70.219 3.370.161
3.323.178 20.219 3.343.397
3.451.817 20.219 3.472.036
per beleidsveld [x € 1.000] Streekarchivariaat Bestuursorganen Juridische ondersteuning Bestuurlijke samenwerking Burgerzaken Kadaster en huisnummering Ondersteuning raad en griffie Algemene baten en lasten Uitvoering Wet WOZ Wijkgericht werken Ondersteuning college en directie Lasten heffing en invordering Saldo van kostenplaatsen Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
43
Last 2016 128 688 295 321 595 262 205 219 395 121 701 272 78 4.281 23 4.305
Baat 2016 0 0 0 0 368 73 0 406 0 0 0 0 22 870 41 910
Saldo 2016 128 688 295 321 227 189 205 -187 395 121 701 272 56 3.412 -17 3.395
Last 2017 130 688 296 325 598 262 206 325 395 122 611 272 8 4.238 23 4.261
Baat 2017 0 0 0 0 374 73 0 406 0 0 0 0 22 875 16 891
Saldo 2017 130 688 296 325 225 189 206 -81 395 122 611 272 -14 3.362 8 3.370
Last 2018 132 689 296 329 601 263 206 416 395 122 611 272 -66 4.267 23 4.290
Baat 2018 0 0 0 0 379 74 0 406 0 0 0 0 22 881 66 946
Saldo 2018 132 689 296 329 223 189 206 10 395 122 611 272 -88 3.386 -42 3.343
Last 2019 133 689 297 283 605 263 207 567 395 123 612 272 -44 4.401 23 4.424
Baat 2019 0 0 0 0 384 74 0 406 0 0 0 0 22 887 66 952
Saldo 2019 133 689 297 283 220 189 207 161 395 123 612 272 -66 3.514 -42 3.472
9a: Algemene dekkingsmiddelen
Programma 9a
Algemene dekkingsmiddelen Beleidsvelden Algemene uitkering, deelnemingen, lokale heffingen, overige algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: Wethouder H. Wessel Domein: Bedrijfsvoering
Algemene informatie Algemene programmadoelstelling: De gemeente kent in principe 2 inkomstenstromen namelijk: inkomsten die direct zijn onder te brengen onder een programma vanwege de directe relatie, gedacht kan hierbij worden aan de begraafrechten, rioolrechten en afvalstoffenheffing. Deze zijn verwerkt in programma 6 Verkeer en openbare ruimte. inkomsten met een algemeen karakter die niet direct zijn toe te wijzen aan een programma maar die wel van substantieel belang zijn voor het in stand kunnen houden van ons voorzieningenniveau. Er is geen sprake van een direct bestedingsdoel. Deze laatste categorie wordt opgenomen als onderdeel van Programma 9a onder de naam ‘Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien’. Dit is verplicht op basis het Besluit Begroting en Verantwoording. De financiële middelen worden op een zo adequaat mogelijke wijze beheerd. In de middelen wordt deels voorzien door het heffen van belastingen, rechten en heffingen. Daarbij is uitgangspunt om kostendekkende tarieven te hanteren.
Middelen Bestaand beleid Onvoorzien (remweg) Er is een afspraak om jaarlijks een bedrag van € 10.000 in de begroting op te nemen ter dekking van onvoorziene structurele uitgaven. Meicirculaire 2015 Ontwikkeling gemeentefonds De algemene uitkering van het rijk is onze grootste inkomstenpost. Aan de middelen wordt formeel geen direct doel gekoppeld. Veelal worden doeluitkeringen opgeheven en de middelen overgeheveld naar de algemene uitkering. Het is daarna aan de gemeente om te bepalen op welke wijze en tot welke hoogte middelen voor een bepaald doel worden ingezet. De hier geschetste vrijheid is enigszins relatief omdat met het overgaan van de mid delen naar de AU ook de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een bepaalde taak mee overgaat. Doordat de uitgaven als gevolg van de transities Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet op programma 1 Sociaal domein verantwoord worden, zijn de middelen van de integratie-uitkering sociaal domein eveneens op dit programma verantwoord. Op deze wijze is het effectiever te volgen of de taken in het sociaal domein als gevolg van de transities uitgevoerd kunnen worden met de middelen die de gemeente daarvoor krijgt. Algemene uitkering meicirculaire 2015: In de tabel hieronder staan de verwachte meerjarige uitkeringen uit het gemeentefonds op basis van de meicirculaire 2015 vermeld. De uitkomsten voor het jaar 2016 zijn in de primitieve begroting 2016 opgenomen. Bij de besluitvorming over de rijksbegroting 2016 zullen de ramingen over 2016-2019 in de septembercirculaire weer worden bijgesteld. Onderstaand de mutaties van de algemene uitkering: Meicirculaire 2015 Integratie-uitkering sociaal domein Subtotaal Stijging/daling per jaar
44
2016 28.853.885 -11.318.473 17.535.412
2017 27.915.687 -10.792.418 17.123.269 17.535.412 -412.143
2018 27.535.325 -10.478.922 17.056.403 17.123.269 -66.866
2019 27.496.960 -10.293.267 17.203.693 17.056.403 147.290
9a: Algemene dekkingsmiddelen
MPB 2015-2018 Toeristenbelasting Vanaf 2017 is er een meeropbrengst toeristenbelasting van € 20.000 mogelijk als gevolg van realisering van een hotel op de ‘kop van de haven’ (nog in onderhandeling) en optimalisering van de ligplaatsen in de haven. Lokale heffingen In meerjarenperspectief 2016-2018 wordt gerekend met een jaarlijkse stijging van de OZB met 2%. voor 2019 wordt het inflatiepercentage van 1,4% gehanteerd. De in de vorige MPB voorgestelde extra verhoging OZB van 1,5% voor eigenaren woningen en niet-woningen voor de jaren 2016-2017 blijft achterwege. Gezien de ontwikkelingen in meerjarenperspectief is bij de voorjaarsnota 2015 voorgesteld om de in de MPB 2015-2018 voorgestelde belastingmaatregelen OZB terug te draaien. Voor de overige belastingen wordt het inflatiepercentage van 1,4% gehanteerd. Overzicht algemene dekkingsmiddelen en lokale heffingen: In de paragraaf lokale heffingen wordt uitvoerig ingegaan op de ontwikkelingen van de lokale belastingen. In programma 9a wordt een overzicht weergegeven van de meeropbrengsten in de jaren 2015 -2018. Onderstaand een overzicht van de ontwikkeling van de lokale belastingen en algemene dekkingsmiddelen: Toelichtingen: Omschrijving Algemene uitkering gemeentefonds Algemene uitkering Risicoposten Inkomsten uit deelnemingen Vitens Vitens (rente) BNG Alliander Lokale heffingen OZB eigenaren [Woningen] OZB eigenaren [Niet-woningen] OZB gebruiker [Niet-woningen] Hondenbelasting Forensenbelasting Toeristenbelasting Precariobelasting Reclamebelasting Overige alg.dekkingsmiddelen Bespaarde rente eigen vermogen Toe te rekenen rente aan eigen vermogen Onvoorzien Onvoorzien Remweg begroting
Totaal
2016
2017
2018
2019
17.535.412
17.123.269
17.056.403
17.203.693
17.535.412
17.123.269
17.056.403
17.203.693
55.000 17.000 96.000 215.000 383.000
55.770 17.000 97.344 218.010 388.124
56.551 17.000 98.707 221.062 393.320
57.343 17.000 100.089 224.157 398.589
2.203.584 804.647 546.972 142.419 52.480 195.000 22.322 60.840 4.028.264
2.247.656 820.740 557.911 144.413 53.215 217.730 22.635 61.692 4.125.992
2.292.609 837.155 569.069 146.435 53.960 220.498 22.952 62.556 4.205.234
2.324.706 848.875 577.036 148.485 54.715 223.305 23.273 63.432 4.263.827
1.531.147 -580.578 950.569
1.531.147 -580.578 950.569
1.531.147 -580.578 950.569
1.531.147 -580.578 950.569
50.000 10.000 60.000
50.000 20.000 70.000
50.000 30.000 80.000
50.000 40.000 90.000
22.837.245
22.517.954
22.525.526
22.726.678
2016
2017
2018
2019
Tarieven OZB eigenaren [Woningen]
2,00%
2,00%
2,00%
1,40%
OZB eigenaren [Niet-woningen]
2,00%
2,00%
2,00%
1,40%
OZB gebruiker [Niet-woningen]
2,00%
2,00%
2,00%
1,40%
Hondenbelasting Forensenbelasting
1,40% 1,40%
1,40% 1,40%
1,40% 1,40%
1,40% 1,40%
Toeristenbelasting Precariobelasting
1,40% 1,40%
1,40% 1,40%
1,40% 1,40%
1,40% 1,40%
Opbrengsten OZB eigenaren [Woningen]
44.072
44.953
32.097
OZB eigenaren [Niet-woningen] OZB gebruiker [Niet-woningen]
16.093 10.939
16.415 11.158
11.720 7.967
Hondenbelasting Forensenbelasting
1.994 735
2.022 745
2.050 755
Toeristenbelasting Precariobelasting
22.730 313
2.768 317
2.807 321
45
9a: Algemene dekkingsmiddelen Meerjarencijfers per programma
Rekening 2014
Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie Remweg
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
2016
2019
0
52.762
60.000
60.000 0 10.000
70.000 0 10.000
80.000 0 10.000
Storting in reserves
565.583
606.770
580.578
580.578
580.578
580.578
Totaal lasten programma
565.583
659.532
640.578
650.578
660.578
670.578
25.051.797
23.186.007
23.477.823
23.477.823 11.748
23.168.532 11.912
23.186.104 12.078
-412.143
-66.866
147.290
44.072
44.953
32.097
16.093
16.415
11.720
10.939
11.158
7.967
Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018
Baten Bestaand beleid Prijscompensatie Meicirculaire 2015 Ontwikkeling gemeentefonds Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018 Toeristenbelasting Belastingen (prijsstijgingen): * 2,00% - OZB woningen (eigenaren) [ 2019 1,4%] * 2,00% - OZB niet-woningen (eigenaren) [ 2019 1,4%] * 2,00% - OZB niet-woningen (gebruiker) [ 2019 1,4%]
20.000
Onttrekking uit reserves
0
0
0
0
0
0
Totaal baten programma
25.051.797
23.186.007
23.477.823
23.168.532
23.186.104
23.397.256
-25.051.797 565.583 -24.486.214
-23.133.245 606.770 -22.526.475
-23.417.823 580.578 -22.837.245
-23.098.532 580.578 -22.517.954
-23.106.104 580.578 -22.525.526
-23.307.256 580.578 -22.726.678
Saldo Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
per beleidsveld [x € 1.000] Lokale heffingen Algemene uitkeringen Dividend Overige algemene dekkingsmiddelen Onvoorziene uitgaven Saldo van baten en lasten Reserves Gerealiseerd resultaat
46
Last
Baat
Saldo
Last
Baat
Saldo
Last
Baat
Saldo
Last
Baat
Saldo
2016 60 0 0
2016 4.028 17.535 383
2016 -3.968 -17.535 -383
2017 70 0 0
2017 4.126 17.123 388
2017 -4.056 -17.123 -388
2018 80 0 0
2018 4.205 17.056 393
2018 -4.125 -17.056 -393
2019 90 0 0
2019 4.264 17.204 399
2019 -4.174 -17.204 -399
0 0 60 581 641
1.531 0 23.478 0 23.478
-1.531 0 -23.418 581 -22.837
0 0 70 581 651
1.531 0 23.169 0 23.169
-1.531 0 -23.099 581 -22.518
0 0 80 581 661
1.531 0 23.186 0 23.186
-1.531 0 -23.106 581 -22.526
0 0 90 581 671
1.531 0 23.397 0 23.397
-1.531 0 -23.307 581 -22.727
De paragrafen A
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
B
Onderhoud kapitaalgoederen
C
Financiering
D
Bedrijfsvoering
E
Verbonden partijen
F
Grondbeleid
G
Lokale heffingen
H
Subsidies
I
Bezuinigingen
47
A: Weerstandsvermogen
Paragraaf A
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt vertaald in een ratio waarbij de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald. Weerstandsvermogen
Beschikbare weerstandscapaciteit
=
Benodigde weerstandscapaciteit
Om de ratio voor het weerstandsvermogen te beoordelen wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel. Deze ratio moet in ieder geval hoger zijn dan 1,0 (waarderingscode C). Waarderings code
Ratio
Betekenis
A
> 2,0
Uitstekend
B
1,4 tot 2,0
Ruim voldoende
C D
1,0 tot 1,4 0,8 tot 1,0
Voldoende Matig
E F
0,6 tot 0,8 < 0,6
Onvoldoende Ruim onvoldoende
Beschikbare weerstandscapaciteit De omvang van de weerstandscapaciteit is van belang voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. De weerstandscapaciteit omvat de mogelijkheden voor een gemeente om financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen en bestaat uit drie onderdelen. 1. Algemene (weerstands-)reserves Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit is de hoogte van het vrije deel van de volgende reserves van belang. Omschrijving Bedragen x € 1.000 Algemene reserve Algemene weerstandsreserve Algemene reserve bouwgrondexploitatie Weerstandsreserve bouwgrondexploitatie
Saldo 31-12-2014
Toekomstige claims
1.464.000 12.829.000 172.000 589.000
-1.212.000 +1.209.000 +61.000 -
Vrij besteedbaar saldo 252.000 14.038.000 233.000 589.000
Van het saldo van de algemene reserve ad € 1.464.000 is € 1.212.000 reeds middels begrotingswijzigingen of als claim ingezet voor diverse doelen. Wat betreft de algemene weerstandsreserve is in 2015 de 4 e tranche (€ 4.327.000) in verband met verkoop Nuon in deze reserve gestort. In 2015 is daarnaast € 1.864.000 ingeze t voor onderhoud monumentale bruggen en het voeden van onderhoudsvoorzieningen. Verder is € 1.250.000 overgeheveld naar de reserve onderwijshuisvesting. Bij de claims voor de algemene reserve bouwgrondexploitatie is rekening gehouden met een voeding vanuit de reserve bovenwijkse voorzieningen en het inzetten van een deel van de reserve voor noodzakelijke afwaarderingen van boekwaarden per 31 december 2015. 2. Ruimte in de begroting Bij de bepaling van de ruimte in de begroting wordt uitgegaan van de opgestelde MPB 2016-2019. Op een viertal onderdelen in deze MPB kan de eventuele incidentele en structurele financiële ruimte worden gevonden. Incidenteel: Omschrijving Bedragen x € 1.000 Onvoorzien: Primitief begroting 2016 Saldo stelpost Begrotingsoverschot: Primitief begroting 2016 Totaal incidentele ruimte in de begroting
48
Raming
50.000 50.000 45.000 95.000
A: Weerstandsvermogen
Structureel: Omschrijving Bedragen x € 1.000 Remweg: Primitief begroting 2016 Saldo stelpost Remweg 2017-2019 Saldo MPB 2016-2019 Totaal structurele ruimte
Raming
10.000 10.000 30.000 19.000 59.000
3. De onbenutte belastingcapaciteit Onze gemeente kan extra middelen genereren door belastingen te verhogen en heffingen meer kostendekkend te maken (in zoverre daarvoor nog mogelijkheden bestaan). Belastingen verhogen: De onbenutte belastingcapaciteit OZB wordt berekend door de gemeentelijke tarieven te vergelijken met de inkomstenmaatstaf OZB zoals deze geldt voor de berekening van de algemene uitkering. De tarieven van de gemeente Elburg voor gebruiker en eigenaar niet-woningen bevinden zich boven de inkomstenmaatstaf OZB zodat geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit. Het tarief voor eigenaren van woningen van de gemeente Elburg is voor 2015 lager zodat hier wel sprake is van onbenutte belastingcapaciteit. Bedragen x € 1.000 Eigenaar woningen
WOZ-waarde
Heffingsmaatstaf Elburg
Inkomstenmaatstaf OZB
Onbenutte belastingcapaciteit 180.000
€ 2.121.500
0,1050%
0,1135%
Eigenaar niet-woningen
€ 498.500
0,1670%
0,1504%
Gebruiker niet-woningen Onbenutte capaciteit
€ 463.000
0,1330%
0,1213% 180.000
Heffingen meer kostendekkend maken: In de gemeente Elburg geldt het beleid dat in principe de kosten van dienstverlening voor 100% verhaald worden op de aanvrager. Alleen ten aanzien van de begraafrechten worden de kosten voor 80% in rekening gebracht. Hier is theoretisch dus sprake van een structurele onbenutte ruimte in de begroting. Bedragen x € 1.000 Kosten begraven Opbrengsten op basis van 80% kostendekking Onbenutte capaciteit (20%)
Raming 2016 544.000 -433.000 111.000
Totale capaciteit: Bij bepaling van de weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen de “algemene dienst” en de bouwgrondexploitatie. Daarbij zij niet gezegd dat tegenvallers onderling niet gecompenseerd zouden kunnen worden. Formeel is er immers sprake van één gemeente. Weerstandscapaciteit algemene dienst: algemene reserve
Bedrag X €1.000 252.000
algemene weerstandsreserve incidentele ruimte in de begroting
14.038.000 95.000
structurele ruimte in de begroting
14.385.000 59.000
onbenutte belastingcapaciteit (OZB) onbenutte belastingcapaciteit (begraafrechten)
Incidenteel
180.000 111.000 350.000
Structureel
Het bedrag ad € 14.385.000 geeft dus het vermogen van de gemeente weer om binnen de “algemene dienst” maatregelen te treffen om incidentele financiële tegenvallers binnen de begroting op te kunnen vangen. Een volledige aanwending van de algemene weerstandsreserve (€ 14 miljoen) levert overigens direct een structureel renteverlies op van € 491.000 (3,5% rekenrente). Een beschikking over de algemene weerstandsreserve zal moeten worden opgevangen binnen de structurele weerstandscapaciteit. Weerstandscapaciteit bouwgrondexploitatie: algemene reserve bouwgrondexploitatie weerstandsreserve bouwgrondexploitatie
49
Bedrag X €1.000 233.000 589.000 822.000
Incidenteel
A: Weerstandsvermogen
Dit bedrag geeft het vermogen van de gemeente weer om de tegenvallers van bouwgrondexploitaties op te kunnen vangen. Uiteraard vermindert de weerstandscapaciteit bij de inzet van het vrije deel voor projecten. De volledige aanwending van de weerstandsreserve bouwgrondexploitatie levert ook een structureel nadeel op van € 20.600 (3,5% rekenrente) welke moet worden opgevangen binnen de structurele weerstandscapaciteit van de algemene dienst.
Risico-inventarisatie (benodigde weerstandscapaciteit) Een risico is de onzekerheid (kans) dat een gebeurtenis met (negatieve) gevolgen zich voordoet. Risicomanagement komt dus op de eerste plaats. Pas als een risico, ondanks de inspanningen op het gebied van risicomanagement, toch optreedt en negatieve financiële gevolgen heeft voor de gemeente, dan komt het weerstandsvermogen in beeld. Het weerstandsvermogen (beschikbare weerstandscapaciteit) wordt gerelateerd aan de benodigde weerstandscapaciteit welke wordt berekend aan de hand van het totaal van de geïnventariseerde en gekwanti ficeerde risico’s. In dit hoofdstuk worden de risico’s van de gemeente op een rij gezet en ingedeeld in de risicocategorieën (algemeen, concreet en specifiek). Uitgangspunt bij het bepalen van de risico’s is het gegeven dat de gebeurtenissen nooit allemaa l tegelijk en volledig zullen optreden. In een risicoprofiel van meerdere risico’s is het ondenkbaar dat ze tegelijk in één jaar zullen optreden. Sommige risico’s zullen zich nooit voordoen, terwijl andere daarentegen zich in hun maximale omvang manifesteren. In dit hoofdstuk worden allereerst de algemene risico’s zoveel mogelijk in beeld gebracht. Voor algemene risico’s worden in de regel geen reserves aangehouden. De concrete risico’s zijn in principe zoveel mogelijk gedekt door de aanwezige reserves en voorzieningen. De nadruk zal voor de berekening van het benodigde weerstandscapaciteit op de gemeente specifieke risico’s komen te liggen. 1. Algemene risico’s Algemene risico’s zijn voor de gemeente aan te merken als normale risico’s. De algemene risico’s wo rden onderstaand benoemd omdat deze risico’s in de toekomst voor de gemeente Elburg specifieke risico’s kunnen worden. Voor specifieke risico’s zal vervolgens weerstandsvermogen moeten worden opgebouwd. Daarbij zou het geheel van algemene risico’s bij de gemeente Elburg aanleiding kunnen zijn voor het vormen of in standhouden van een minimaal algemeen weerstandsvermogen, los van de hierna te behandelen specifieke risico’s. De volgende algemene risico’s worden gesignaleerd: Economische conjunctuur De economische recessie lijkt ten einde. Toch zijn aan de opbrengstenkant nog volop risico’s. Te denken valt aan de lagere opbrengsten wegens: grondverkopen en legesopbrengsten. De legesopbrengst voor omgevingsvergunningen is deels als specifiek risico gekwantificeerd. Renteontwikkelingen Er is op dit moment sprake van een historisch lage rente. Betekent wel alert blijven op rentestijgingen. Algemene uitkering uit het Gemeentefonds waarbij negatieve accressen kunnen ontstaan als gevolg van lagere rijksuitgaven (‘samen de trap af’) en de aangekondigde toekomstige kortingen op de integratie-uitkering sociaal domein welke binnen de meerjarenbegroting opgevangen moeten worden. Provinciale bezuinigingen Dit kan met name risico’s met zich meebrengen bij het realiseren van projecten. EMU-norm Bij overschrijding van de norm kan de minister boetes opleggen. Het ministerie van Financiën beheert deze norm en heeft de bevoegdheid om een eventuele Europese EMU-boete naar rato van het aandeel in dit EMU tekort door te berekenen naar de decentrale overheden. Samenwerkingstrajecten Dit soort projecten brengen altijd risico’s met zich mee ten aanzien van de achterblijvende overheadkosten (frictiekosten). Organisatierisico’s De gemeente heeft op dit moment de volgende risico’s verzekerd: aansprakelijkheid (wettelijk, bestuurders en werkgever), politiek molest, risico’s bij de bouw, brand en storm (panden, onderwijs), het wagenpark, ongevallen, verhaalswet ongevallen ambtenaren, rechtsbijstand, collegebescherming, computers, instrumenten/apparaten en fraude. Niet verzekerd kunnen worden de financiële gevolgen in het geval van ziekte of ontslag van personeel. Open einde regelingen Door de economische recessie nemen aanspraken op verschillende regelingen toe, bijvoorbeel d de uitgaven voor bijstand en minima. Deelnemingen De dividenduitkeringen van deelnemingen vormen een onzekere factor.
50
A: Weerstandsvermogen
Verbonden partijen Verbonden partijen zijn die partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft en waarin zij een financiee l belang heeft. Door zitting in het bestuur en door toetsing van de financiële stukken kan de ‘vinger aan de pols’ gehouden worden. Hiermee kan veelal voorkomen worden dat de gemeente geconfronteerd wordt met financiële tegenvallers. Het is wenselijk, gezien de geïnventariseerde algemene risico’s, een deel van de beschikbare weerstandscapaciteit hiervoor te reserveren. Conform de vastgestelde beleidskaders wordt een richtlijn gehanteerd waarbij 5% van de ‘omzet’ als risicobedrag wordt opgevoerd. Dit betekent dat een bedrag van € 2.306.000 (5% van ca. € 46,1 miljoen in 2016) wordt aangehouden als mogelijk risico in het kader van de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. 2. Concrete risico’s Tot concrete risico’s worden risico’s gerekend waarvan de omvang van de te verwachten verplichtingen redelijkerwijs zijn in te schatten. Voor concrete risico’s worden bestemmingsreserves en voorzieningen ingesteld. De gemeente heeft bijvoorbeeld een voorziening ingesteld voor pensioenen en –wachtgelden van (oud)wethouders. De hoogte van de voorzieningen en bestemmingsreserves dekken de gesignaleerde concrete risico’s in financiële zin voldoende af. Er hoeven derhalve geen aanvullende voorzieningen te worden getroffen, waarvoor eventueel de weerstandscapaciteit moet worden aangesproken. Bij de tweejaarlijkse herziening van de nota reserves en voorzieningen vindt een totaalbeoordeling plaats van de reserves en voorzieningen en de concrete risico’s. 3. Specifieke risico’s Tot de specifieke risico’s worden risico’s gerekend welke gelden voor de specifieke omstandigheden waarin de gemeente opereert. In onderstaande tabel genoemde risico’s worden voor zover mogelijk gekwantificeerd en kunnen zich op zowel de korte als de lange termijn voordoen. Omschrijving x € 1.000 Garantie geldleningen woningen particulieren
Grondslag risico 2.092.000
Risico profiel 5%
Benodigde capaciteit 105.000
Garanties WEW (Waarborgfonds Eigen Woningen)
80.500.000
2,50%
Garanties WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw)
29.957.000
0%
0
Garantie geldleningen met publiek belang
1.728.000
5%
86.000
Verstrekte geldleningen met publiek belang
1.568.000
5%
78.000
50%
60.000
Garantstelling realiseren linksaf-vak op de Flevoweg naar Nieuwstadspad
Bodemverontreinigingen Algemene risico’s Totaal incidenteel algemene dienst Gronden in exploitatie Opbrengsten inbreidingslocaties Elburg (ter dekking VMBO) Totaal incidenteel bouwgrond
Omschrijving x € 1.000
120.000
Onbekend 46.114.000
0.000 5%
162.080.000
2.306.000
div.
650.000
60%
10.354.000
364.000 390.000
Risico profiel
Benodigde capaciteit
112.000
50%
56.000
Leges omgevingsvergunningen
150.000
50%
75.000
4.648.000
3,5%
163.000
754.000
3,5%
26.000
Rente weerstandsreserve bouwgrondexploitatie Totaal structureel algemene dienst
51
5.664.000
5% van de ‘omzet’ op begrotingsbasis Dit is het risicobedrag obv risicokaarten per complex. Het gaat om de locatie Van Kinsbergenbasisschool in Elburg.
754.000
Taakstellende bezuinigingen MPB 2015-2018
Rente algemene weerstandsreserve
Er komen geen nieuwe garanties bij zodat het risico jaarlijks afneemt. Het risicoprofiel van de WEW is voorzichtigheidshalve ingeschat op 2,5%. Het risicoprofiel van de WSW is ingeschat op nihil, omdat bij ingebrekestelling leningen worden gevraagd. Dit betreft garanties aan overige stichtingen/ bedrijven. Aan verenigingen en stichtingen zijn geldleningen verstrekt voor het realiseren van nieuw- en verbouw van (sport-) accommodaties. Wegens goedkeuring bestemmingsplan door Provincie is deze garantstelling afgegeven. Er is een redelijk beeld van de (potentieel) verontreinigde locaties in de gemeente. Financiële risico’s zijn niet te kwantificeren.
4.648.000
9.704.000
Grondslag risico
2.013.000
Eventuele opmerkingen
320.000
Eventuele opmerkingen Ten aanzien van de taakstellende bezuinigingen moet dit bedrag nog gerealiseerd worden. Hierin zijn de taakstellende bezuinigingen bij de jeugdbeleid (2016), ouderenzorg (2016) en overhead (2015/2016) meegenomen. Door minder bouwaanvragen en een lager bouwsom van de aanvragen staat de opbrengst onder druk. Aanwending van de weerstandsreserves tot de benodigde capaciteit levert direct een structureel renteverlies op van 3,5%.
A: Weerstandsvermogen
Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit is aangegeven dat in verband met de naamgeving van de reserves de weerstandscapaciteit bouwgrondexploitatie en algemene dienst afzonderlijk in beeld worden gehouden. Ten aanzien van de gemeente specifieke risico’s wordt dit stramien ook gevolgd. In dit verband worden de risico’s die met de grondbedrijf complexen samenhangen ingedeeld onder de bouwgrondexploitatie. Conform eerdere besluitvorming worden de risico’s ten aanzien van de inbreidingslocaties hier onder eveneens in beeld gebracht. Bij de bepaling van het risicoprofiel van de complexen bouwgrondexploitatie is ermee gerekend dat er sprake is van een economische recessie en dat woningbouw van een aantal complexen pas na 2019 staat gepland. Algemene dienst De grondslag voor de berekening van de totaal gekwantificeerde incidentele risico’s vormt een bedrag van € 162.080.000. De gekwantificeerde risico’s zijn gebaseerd op het maximum te betalen bedrag. Het risicoprofiel geeft aan in welke mate het risico wordt meegenomen voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Het totale kwantificeerbare risico bedraagt € 4.648.000 (incidenteel). Bouwgrondexploitatie De grondslag voor de berekening van het totaal aan gekwantificeerde risico’s voor de bouwgrondexploitatie bedraagt € 9,7 miljoen. Ten aanzien van het risico van de gronden is per complex het risicoprofiel berekend. Totaal komt het risico op € 364.000. Voor de inbreidingslocaties Elburg (opbrengst € 650.000) wordt gezien de risico’s een risicoprofiel van 60% gehanteerd, totaal € 390.000. Het totale kwantificeerbare risico bedraagt afgerond € 754.000. Structurele weerstandscapaciteit De grondslag voor de berekening van de totaal gekwantificeerde structurele risico’s vormt een bedrag van € 5,7 miljoen. De gekwantificeerde risico’s wegens renteverlies zijn gebaseerd op de incidentele benodigde weerstandscapaciteit voor zowel de algemene dienst als de bouwgrondexploitatie (de weerstandsreserve bouwgrondexploitatie heeft een te laag saldo van € 589.000). Het risicoprofiel geeft aan in welke mate het risico wordt meegenomen voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Het totale kwantificeerbare risico bedraagt € 320.000 (structureel).
Bepaling weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt bepaald uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. Het incidentele weerstandsvermogen algemene dienst is met een ratio van 3,09 uitstekend. Het incidentele weerstandsvermogen bouwgrondexploitatie is met 1,09 voldoende. Beide onderdelen vormen voor de gemeente in de praktijk uiteindelijk één geheel. Wanneer beide ratio’s worden samengevoegd komt de ratio uit op 2, 82 wat uitstekend is om de niet gekwantificeerde risico’s op te vangen. Het structurele weerstandsvermogen is met een ratio van 1,09 als voldoende te classificeren. In schema ziet dat er als volgt uit: Beschikbare weerstands capaciteit
Omschrijving x € 1.000
Benodigde weerstands capaciteit
Ratio
Incidenteel weerstandsvermogen algemene dienst weerstandsvermogen bouwgrondexploitatie
incidenteel incidenteel
Totaal Structureel weerstandsvermogen algemene dienst
structureel
14.385.000 822.000
4.648.000 754.000
3,09 1,09
Uitstekend Voldoende
15.207.000
5.402.000
2,82
Uitstekend
350.000
320.000
1,09
Voldoende
De beschikbare weerstandscapaciteit is in deze een noodzakelijke buffer om mogelijke financiële nadelen als gevolg van de economische recessie op te kunnen vangen. Bovenstaande berekening betreft een momentopname. Bij een goedwerkende beheersorganisatie hoeven er geen problemen te ontstaan. Uiteindelijk kan de gemeente maatregelen treffen als risico’s zich daadwerkelijk voordoen.
52
A: Weerstandsvermogen
Financiële kengetallen Ingevolge artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeente (BBV) worden vanaf 2016 in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing verplicht kengetallen opgenomen voor: de netto schuld quote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte , de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. De kengetallen maken het de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun gemeente. De wijze waarop de kengetallen meewegen in de uiteindelijke beoordeling van de financiële positie van de medeoverheid is voorbehouden aan het horizontale controle- en verantwoordingsproces. Het is aan uw raad om een normering vast te stellen voor genoemde kengetallen. In de eerstvolgende nota weerstandsvermogen en risicobeheersing zullen wij hierover voorstellen doen. Zonder normering zijn de kengetallen moeilijk te duiden. Om toch een beeld te kunnen vormen worden de kengetallen genormeerd met de normen zo als de provincie deze in haar begrotingsbrief 2015 heeft gehanteerd (voor zover bekend). De provincie hanteert de normen voldoende, matig en onvoldoende. De door uw raad vastgestelde gemeentelijke kengetallen worden voor zover deze binnen onderstaande tabel passen (of vergelijkbaar zijn) ook genormeerd. De kengetallen worden alle van een korte toelichting voorzien. Overzicht kengetallen Kengetallen Netto schuldquote Netto schuldquote gecorrigeerd met verstrekte leningen Solvabiliteitsratio Structurele exploitatieruimte Grondexploitatie Belastingcapaciteit
Verslag 2.014 52% 32% 55% 0,0% 21% 89%
Raming 2.015 46% 36% 52% 0,0% 13% 87%
Raming 2.016 45% 35% 55% 0,9% 7% 89%
Provinciale norm Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Niet bekend Voldoende
Gemeentelijke norm Goed Goed Goed Voldoende Uitstekend Uitstekend
1. Netto-schuldquote (uitkomst 45%) De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Wanneer de schuld lager is dan de jaaromzet (<100%) kan dit als voldoende worden beschouwd (provincie). 2. Netto-schuldquote gecorrigeerd met verstrekte leningen (uitkomst 35%) Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal ook te berekenen inclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. Hoewel niet vastgesteld noch bekend gemaakt kan hier eveneens gelden dat wanneer de schuld lager is dan de jaaromzet (< 100%) dit als voldoende kan worden beschouwd. 3. Solvabiliteitsratio (uitkomst 55%) De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage v an het totale balanstotaal. Wanneer de helft of meer van het totale vermogen (> 50%) uit eigen vermogen bestaat dan is de gemeente voldoende solvabel. 4. Structurele exploitatieruimte (uitkomst 0,9%) Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. De structurele exploit atieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage. De provinciale norm (> 0,6%) hoewel anders berekend kan hier eveneens gehanteerd worden. Betekent dat een percentage > 0,6% door de provincie als voldoende kan worden beschouwd. Voor dit kengetal is er geen gemeentelijk norm opgeschreven danwel vastgesteld. Wel is er de afspraak dat aan uw raad een meerjarig structureel sluitende exploitatie aangeboden wordt. In die zin is hier aan voldaan en dit kan gekwalificeerd worden als een voldoende. 5. Grondexploitatie (uitkomst 7%) Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale geraamde baten. Voor de berekening van dit kengetal wordt het totaal van de bouwgrond in exploitatie gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Hier is door de provincie geen duidelijke norm voor aangegeven. In de gemeentelijke kengetallen (voorraadquote) is het zo dat een percentage < 20% als uitstekend is aan te merken.
53
A: Weerstandsvermogen
6. Belastingcapaciteit (uitkomst 89%) De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de provincie of gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De uitkomst ad 89% geeft aan dat de gemeente nog ruimte heeft om de belasting te verhogen ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Bij dit geformuleerde kengetal is geen normering van de provincie bekend (wel heeft zij deze als voldoende aangemerkt met een andere berekening als grondslag). Voor de gemeente hanteren wij de Coelo atlas waarbij een ranking bij de 100e goedkoopste gemeenten als uitstekend wordt beschouwd.
54
B: Kapitaalgoederen
Paragraaf B
Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een dwarsdoorsnede van de rekening. Uitgaven voor onderhoud kunnen op diverse programma’s voorkomen. In het onderhoud van kapitaalgoederen gaat een substantieel deel van de middelen van de rekening om. In de paragraaf wordt het beleidskader omtrent het onderhoud van de kapitaalgoederen weergegeven. Het gewenste onderhoudsniveau komt hierin tot uitdrukking. In deze paragraaf wordt voor een deel al voldaan aan de door de rekenkamercommissie gedane aanbevelingen in haar rapport “Beleid, beheer en onderhoud kapitaalgoederen gemeente Elburg”. Het beleid van de gemeente Elburg voor het onderhoud van kapitaalgoederen is vastgelegd in de volgende nota’s en verordeningen: Beheerplan
Geldend voor de periode van
Vastgesteld op:
2013-2017
25-3-2013
Januari 2002 – onbepaalde tijd
December 2001
2013-2022
25-2-2013
December 2002 – onbepaalde tijd
22-5-2003
Bermbeheerplan
April 2004 – onbepaalde tijd
13-4-2004
Speelruimteplan
Oktober 2005 – onbepaalde tijd
25-10-2005
Beheerplan onderhoud gebouwen
2015-2024
29-6-2015
Beheerplan Haven
2015-2019
16-3-2015
Beleidsplan Openbare Ruimte
Beheerplan openbare verlichting
Afvalwaterketenplan Nota stedelijk waterbeheer
Wegen Algemeen Op basis van de van de nota betaalbaar wegenonderhoud heeft de raad besloten om een bestemmingsreserve onderhoud wegen in te stellen. Inmiddels is de reserve hernoemd tot bestemmingsreserve Openbare ruimte. Regulier onderhoud en reconstructies van wegen worden nu geraamd in de exploitatie en verevend met deze reserve. Hierdoor is de dekking van het toekomstig wegenonderhoud zeker gesteld. De stand van de reserve openbare ruimte bedraagt per 1 januari 2016 afgerond € 2,8 miljoen. De investeringskredieten voor wegen verlopen via het MIP. Dekking van de kosten vindt plaats door te beschikken over de bestemmingsreserve openbare ruimte. De uitvoering zal plaatsvinden aan de hand van de jaarlijkse inspectie op basis van de in het beleidsplan Openbare Ruimte opgenomen uitgangspunten. Er is sprake van verschillende categorieën wegen die ieder een eigen normering qua kwaliteitsniveau kennen. De bermen worden hoofdzakelijk op traditionele wijze gemaaid, dat wil zeggen zonder afvoer van het maaisel. De bermen langs het eerste deel van de Rondweg zijn op ecologische wijze gemaaid. Het maaibeheer is vastgelegd in bestekken. Werkzaamheden: Naast jaarlijks terugkerend klein onderhoud aan wegen, bermen en wegmeubilair zijn de werkzaamheden in het kader van groot onderhoud jaarlijks bepaald aan de hand van de visuele inspecties. Vanwege de verplichting tot het toepassen van duurzame onkruidbestrijding is het voor de gemeente niet langer geoorloofd om chemische onkruidbestrijding toe te passen. Dat betekent in de praktijk dat er andere duurd ere methoden van onkruidbestrijding zullen worden gehanteerd. De eerste inschatting van de meerkosten als gevolg hiervan worden vanaf 2016 geraamd op € 35.000. 55
B: Kapitaalgoederen
Budget: Wegen Product Wegen Investeringsprogramma wegen Nog niet aangevraagd 2008-2015 NNA: Aanleg/verbeteren fietsverbindingen NNA: Investeringen conform BOR Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019 Investeringen conform BOR Gladheidmeldsysteem
Werkelijk 2014 2.281.947 227.273
Begroot 2015 2.068.066
Begroot 2016 2.180.733
Begroot 2017 2.192.071
Begroot 2018 2.203.567
Begroot 2019 2.215.221
116.917
176.231 16.000
742.788
898.505
94.869 83.577
Openbare verlichting Algemeen: Openbare verlichting dient het veiligheidsaspect op zowel verkeerstechnisch terrein als op het terrein van de sociale veiligheid. Gewerkt wordt met een voortschrijdend beheerplan openbare verlichting. Gebaseerd op het beheerplan vindt jaarlijks ten laste van de exploitatie een storting in de reserve openbare verlichting plaats. De geplande vervangingsinvesteringen in armaturen en lichtmasten worden uit de bestemmingsreserve openbare verlichting gedekt. Deze investeringen verlopen via de meerjarige investeringsplanning (MIP). Voor elektra, regulier onderhoud en reparaties worden jaarlijks budgetten in de begroting opgenomen. Voor het verkeerstechnisch veiligheidsaspect wordt met name het kwaliteitsniveau zoals bepaald door de landelijke normen van het NSVV aangehouden. Deze normen zijn verschillend per categorie weg, gebied en functie. Te denken valt hierbij aan gebieden binnen en buiten de bebouwde kom, maar ook aan verkeersintensiteiten en versc hillende snelheden cq typen weggebruikers die zijn toegestaan. Inzake het aspect omtrent de sociale veiligheid geldt lokaal beleid. In onze gemeente is dit tot stand gekomen door het in samenwerking met de woningstichtingen realiseren van openbare verlichting aan achterpaden die in het beheer zijn bij de gemeente en de woningstichtingen. Ook is de openbare verlichting op de verbindingsfietspaden tussen de kernen geïntensiveerd. Werkzaamheden: Hoewel planmatig wordt gewerkt, vindt als toetsing vooraf visuele inspectie plaats. Indien mogelijk worden investeringen uitgesteld. Alleen de noodzakelijke vervanging van armaturen wordt op dit moment uitgevoerd in afwachting van voortvarende ontwikkelingen op de markt met betrekking tot energie -efficiënte (LED) armaturen. Vervanging van armaturen en lichtmasten vindt plaats in overeenstemming met het beheerplan openbare verlichting op basis van de jaarlijks uit te voeren visuele inspecties De ontwikkelingen van LED zijn zover dat het breed kan worden toegepast waar vervanging op basis van leeftijd noodzakelijk is. Doordat de verlichting in Elburg tijdig is vervangen door PLL lampen is voortijdig vervangen naar LED (nog) niet rendabel omdat de huidige installatie al een behoorlijke energie efficiëntie heeft. Waar nieuwe verlichting wordt aangelegd zoals in nieuwbouwwijken wordt LED toegepast tenzij hiermee niet het juiste lichtniveau kan worden bereikt. Budget: Openbare verlichting Product Openbare verlichting Investeringsprogramma OV Nog niet aangevraagd 2008-2015 NNA: Vervanging lichtmasten NNA: Vervanging armaturen NNA: Vervanging lichtmasten NNA: Vervanging armaturen NNA: Vervanging lichtmasten Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019 Vervanging lichtmasten en armaturen
Werkelijk 2014 222.129 32.500
Begroot 2015 205.709
Begroot 2016 207.341
Begroot 2017 209.770
Begroot 2018 212.233
Begroot 2019 214.730
45.000 16.000 33.000 11.000 3.400 28.500
De kosten voor de vervanging van lichtmasten en armaturen worden gedekt door de reserve openbare verlichting. De stand van de reserve per 1 januari 2016 bedraagt afgerond € 275.000.
56
B: Kapitaalgoederen
Riolering Algemeen: Voor verwijdering van afvalwater uit de woonomgeving is de riolering een onmisbare voorziening voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu. De inzameling en transport van afvalwater zijn gemeentelijke taken. Het onderhoud aan bestaande riolering, vervanging van riolering en aanleg van nieuwe riolering is gebaseerd op het afvalwaterketenplan welke in samenwerking met de gemeente Nunspeet en het waterschap is opgesteld. De nadruk zal steeds meer komen te liggen op afkoppelen van regenwater in bestaande omgeving en niet aankoppelen in nieuwe situaties volgens de trits vasthouden, bergen en afvoeren. Voor wat betreft onderhoudswerken is het plan gebaseerd op periodieke inspecties van de riolering. Hoewel planmatig gewerkt wordt, vindt voor uitvoering een visuele inspectie/toetsing op noodzaak plaats. De investeringskredieten voor vervanging en aanleg verlopen via het MIP. Werkzaamheden: Op basis van het afvalwaterketenplan in relatie tot overige geplande werken vindt onderhoud en vervanging plaats. Naast regulier onderhoud zijn in het plan bedragen opgenomen voor vervangingsinvesteringen (op basis van inspecties). Daarnaast zijn in de MIP een aantal kredieten opgenomen voor reconstructie en ombouw van rioolstelsels waarbij afkoppeling van hemelwater plaats vindt. Budget: Riolering Product Riolering Investeringsprogramma riolering Nog niet aangevraagd 2008-2015 Afvalwaterketenplan: 2013+2014 Vrijvervalriolen Mechanische gemalen Mechanische drukriolering Afkoppelen oude wijken Afvalwaterketenplan: 2015-2018 Vrijvervalriolen Mechanische gemalen Mechanische drukriolering Afkoppelen oude wijken Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019 Afvalwaterketenplan: 2015-2018 Vrijvervalriolen Mechanische gemalen Mechanische drukriolering Afkoppelen oude wijken
Werkelijk 2014 1.595.333 109.028
Begroot 2015 1.795.953
Begroot 2016 1.588.980
Begroot 2017 1.588.980
Begroot 2018 1.588.980
Begroot 2019 1.588.980
255.000 40.000 24.000 663.000
255.000
255.000 37.000 11.000 1.035.000
255.000 20.000 8.000
510.000 133.000 25.000 41.000 255.000 62.000 7.000 538.000
18.000 327.000
Op basis van de notitie riolering van de commissie BBV zijn per 31 december 2014 een reserve rioolheffing en een voorziening rioolheffing ingesteld. Onderhouds- en vervangingsinvesteringen gaan ten laste van de voorziening. De stand van de voorziening bedraagt per 1 januari 2016 € 3,2 miljoen. Efficiency voordelen op het onderhoud aan de riolering en op de inkomsten worden geëgaliseerd met de reserve. De stand van de reserve bedraagt € 940.000.
Water Algemeen: Het gaat hierbij om zowel de kwaliteit als kwantiteit van het oppervlaktewater. Ten aanzien van de kwaliteit is de wijze waarop de gemeente omgaat met duurzaam waterbeheer vastgelegd in deze nota stedelijk waterbeheer. Samen met het waterschap is het Waterkwaliteitsspoor (gericht op oppervlaktewater in relatie met riolering) gevolgd. De voorgestelde maatregelen leiden tot een beter en aantrekkelijker oppervlaktewater. Deze maatregelen zijn opgenomen in het afvalwaterketenplan. De gemeente is eigenaar van de haven. De gemeente is verantwoordelijk voor de kades en beschoeiingen en andere voorzieningen. Het reguliere onderhoud wordt uitgevoerd op basis van visuele inspecties.
57
B: Kapitaalgoederen
Groen Algemeen: In het beleidsplan Openbare Ruimte is de gewenste beeldkwaliteit voor het groen vastgelegd. Op basis van dit kwaliteitsniveau worden de onderhoudsmaatregelen uitgevoerd. Rekening wordt gehouden met groen binnen en buiten de bebouwde kom en het feit dat sprake is van seizoen afhankelijk werk . Voor het reguliere onderhoud staan jaarlijks budgetten in de begroting. Grotere investeringen verlopen via het MIP. De kosten daarvan worden gedekt uit de bestemmingsreserve openbare ruimte. Het meer grootschalig en structureel “massawerk” is uitbesteed. Kleinschalig, relatief arbeidsintensiever werk wordt meestal via de eigen dienst uitgevoerd. Werkzaamheden: Naast het reguliere onderhoud vindt ook (beperkt) omvorming en renovatie van groenvakken plaats. Waar mogelijk wordt vervanging meegenomen met andere (herinrichtings)projecten. Budget: Groen Product Groen Product Sportvelden
Werkelijk 2014 1.373.851 136.185
Begroot 2015 1.285.027 131.602
Begroot 2016 1.231.509 130.845
Begroot 2017 1.240.373 132.251
Begroot 2018 1.249.362 133.676
Begroot 2019 1.258.474 135.122
Om de kosten voor het onderhoud in de openbare ruimte (wegen en groen) te kunnen egaliseren is een reserve openbare ruimte ingesteld. Met deze reserve zijn wij in staat om het onderhoudsniveau groen op het huidige niveau te handhaven waardoor er geen achterstallig onderhoud ontstaat. Voor de goede orde wordt hierbij opgemerkt dat op groen een flinke versobering heeft plaats gevonden waardoor het gehanteerde kwaliteitsniveau steeds meer van niveau basis naar niveau laag gaat. Door omvormingen van groen en door (nog) meer te sturen op beeld i n plaats van frequentie wordt getracht de negatieve consequenties zo gering mogelijk te laten zijn. De reserve wordt ingezet om reconstructies en achterstanden op groen te bekostigen.
Speelvoorzieningen Algemeen: De gemeente Elburg heeft een speelruimteplan waarin opgenomen de noodzakelijke vervangingen in verband met ouderdom en veiligheidseisen. Voor zowel vervangingen als regulier onderhoud staan jaarlijks budgetten in de begroting. Werkzaamheden: Naast het regulier onderhoud aan speelvoorzieningen wordt op basis van het speelruimteplan 2005 en de periodieke visuele inspecties speelplekken gerenoveerd dan wel speelwerktuigen vervangen. Bij de uit te voeren werkzaamheden wordt voldaan aan de eisen die gesteld worden in het kader van veiligheid. Budget: Speelvoorzieningen Product Speelvoorzieningen
Werkelijk 2014 214.961
Begroot 2015 210.166
Begroot 2016 203.777
Begroot 2017 205.348
Begroot 2018 191.941
Begroot 2019 193.566
Speelvoorzieningen: Voorgesteld wordt de weinig gebruikte speelvoorzieningen ‘uit te laten sterven’ en hiervoor geen vervangingen meer te plegen. Gezien de uitsterfconstructie wordt vanaf 2018 een besparing van € 15.000 geraamd.
58
B: Kapitaalgoederen
Begraafplaatsen Algemeen: Onderhoud aan de begraafplaatsen vindt plaats op sobere, doch nette en respectvolle wijze. Kwaliteitsniveau is vastgelegd in bestekken. Het beheer vindt deels plaats door de eigen dienst en deels door derden. De te besteden uren voor grafdelven en onderhoud werken daarbij als communicerende vaten. Het onderhoud vindt met name plaats op basis van visuele inspectie. De jaarlijkse budgetten voor onderhoud zijn voldoende om een adequaat onderhoudsniveau te handhaven.
Budget: Begraafplaatsen product Beheer begraafplaatsen Investeringsprogramma begraafplaatsen Nog niet aangevraagd 2008-2015 NNA Inrichting uitbreiding begraafplaats 't Harde NNA CV-ketel begraafplaats Doornspijk
Werkelijk 2014 376.205 168.057
Begroot 2015 401.183
Begroot 2016 398.794
Begroot 2017 398.794
Begroot 2018 398.794
Begroot 2019 398.794
265.000 4.300
De bestemmingsreserve begraafrechten wordt ingezet ter egalisering van de tarieven voor begraafrechten. Hierbij wordt rekening gehouden met een kostendekkingspercentage van 80%. De afgelopen jaren bleef de stijging van de tarieven voor begraafrechten daardoor beperkt tot de inflatiecorrectie. De stand van de reserve begraafrechten bedraagt per 1 januari 2016 € 349.000.
Onderhoud gemeentelijke gebouwen: Dit voorjaar is het beheerplan onderhoud gemeentelijke gebouwen geactualiseerd. In dit beheerplan wordt beschreven waarom een beheerplan nodig is, welke soorten onderhoud te onderscheiden zijn, welke gebouwe n onderhouden worden en welk onderhoud de komende periode verwacht wordt en wat de geraamde kosten hiervan zijn. In dit beheerplan is een raming gemaakt wat de kosten voor het onderhoud voor de periode 2015 tot en met 2024. Overigens is wel elke vier jaar een herziening gewenst en noodzakelijk. De onderhoudsplanningen zijn opgesteld voor vier categorieën gebouwen: 1. Gemeentelijke gebouwen 2. Gemeentelijke monumenten 3. Dorps- en gemeenschapshuizen 4. Zwembad De Hokseberg Op basis van de financiële verslaggevingsregels worden bij onderhoud drie categorieën onderscheiden: 1. Preventief onderhoud: Dit is al het onderhoud dat gedurende het lopende jaar uitgevoerd moet worden om het gebouw in stand te houden en te laten functioneren op een bepaald kwaliteitsniveau (functioneel en representatief). Denk hierbij bijvoorbeeld aan het schilderwerk, het onderhoud van de installaties, klachtenonderhoud, e.d. Daarnaast worden ook kleine investeringen en kleine wensen bij het preventieve onderhoud meegenomen. In de programmabegroting is per saldo € 346.000 aan preventief onderhoud geraamd: Omschrijving 1. Gemeentelijke gebouwen 2. Gemeentelijke monumenten 3. Dorps- en gemeenschapshuizen 4. Zwembad
Raming 115.000 67.000 138.000 26.000 346.000
2. Technisch en groot onderhoud: Dit soort onderhoud is meestal ingrijpend van aard, wordt op een groot deel van het gebouw uitgevoerd, na een langere gebruiksperiode. Het is gericht op het behouden van een technisch goede en veilige staat van het gebouw. Het betreft bijvoorbeeld het vernieuwen van installaties zoals CV-ketels of het vervangen van de dakbedekking.
59
B: Kapitaalgoederen
Voor het technisch groot onderhoud zijn vier voorzieningen ingesteld. De stand per 1 januari 2016 is als volgt: Omschrijving 1. Gemeentelijke gebouwen 2. Gemeentelijke monumenten 3. Dorps- en gemeenschapshuizen 4. Zwembad
Stand 612.000 41.000 530.000 271.000 1.454.000
3. Investeringen: Investeringen zijn weer onder te verdelen in 3 typen: a. Levensduur verlengend onderhoud: dit zijn onderhoudsinvesteringen die worden gedaan ten behoeve van een bestaand gebouw die expliciet leiden tot een substantiële levensduurverlenging. b. Nieuwe of uitbreidingsinvesteringen: dit zijn investeringen ten b ehoeve van de ontwikkeling van nieuwe of uitbreiding van het huidige aantal gebouwen. c. Vervangingsinvesteringen: dit zijn investeringen ten behoeve van de vervanging van (een deel van) een gebouw als gevolg van economische veroudering. Investeringen zijn in het beheerplan niet opgenomen.
Onderwijsgebouwen: Voor onderwijsgebouwen is er een Integraal Huisvestingsplan (IHP) opgesteld voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Hierin zijn opgenomen de verwachte mutaties bij de scholen, eventuele leegstand, nieuwbouw en vervangingsinvesteringen. Vanuit het budget voor onderwijshuisvesting worden jaarlijks middelen toegevoegd aan de bestemmingsreserve onderwijshuisvesting. De kapitaallasten van de investeringen worden uit deze reserve gedekt. Vanaf 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen van PO, SO en VO verantwoordelijk voor al het onderhoud, zowel buitenals binnenonderhoud. Om deze taak naar behoren te kunnen uitvoeren, ontvangen zij van het rijk daartoe de middelen binnen de lumpsumbekostiging. Dit betekent voor de gemeenten dat de zorgplicht voor onderhoud en aanpas sing van schoolgebouwen primair, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs vervalt. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding van scholen. Onderwijs gebouwen Product onderhoud onderwijs gebouwen Investeringsprogramma onderwijs gebouwen Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019 Renovatie gymvoorziening Het Huiken
Werkelijk 2014 42.048 953.712
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
486.920
Begroot 2019
0
Ter dekking van de kosten voor nieuwbouw en uitbreiding onderwijshuisvesting, inclusief bewegingsonderwijs, is de reserve onderwijshuisvesting door uw raad ingesteld. De stand van de reserve bedraagt per 1 januari 2016 € 9.162.000.
Haven: Algemeen: In maart 2015 is het beheerplan gemeentelijke haven vastgesteld. Het plan is gericht op de huidige havenexploitatie. Met behulp van een meerjarenonderhoudplanning is al het onderhoud tot en met 2034 in beeld gebracht. De resultaten van deze planning zijn opgenomen in het kostendekkingsplan. Met behulp van diverse maatregelen is de havenexploitatie in de jaren 2015-2034 100% kostendekkend. Op basis van de onderhoudsplanning is een voorziening voor het onderhoud aan de haven ingesteld. De voorziening wordt structureel gevoed. Per 1 januari 2016 bedraagt de stand van de voorziening € 45.000. Ter egalisatie van de tarieven is eveneens een reserve haven- en kadegelden ingesteld. In de reserve worden efficiency voordelen gestort of onttrokken. Momenteel is nog geen gebruik gemaakt van de reserve. Haven Nog niet aangevraagd 2008-2015 Aanleg elektra voor alle boxen Aanleg water voor alle boxen Nieuwbouw havenkantoor Jachthaven betaalsysteem 60
Werkelijk 2014
Begroot 2015 75.000 100.000 10.000 80.000
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Begroot 2019
B: Kapitaalgoederen
Vervoermiddelen: Algemeen: In 2015 is de meerjarenplanning voor vervanging van vervoermiddelen geactualiseerd. Wellicht voldoet deze term niet aan de definitie ’kapitaalgoed’ toch is het goed om inzicht te verschaffen in het meerjarenvervangingsschema. Uiteraard worden voor zover mogelijk vervangingsinvesteringen uitgesteld wanneer dit niet nodig is. Tractie Nog niet aangevraagd 2008-2015 Aanschaf huisvesting vervoermiddelen Vervanging MAN [BB-PR-72] Vervanging 2 sneeuwschuivers Vervanging Veegmachine Vervanging Kleine tractor Vervanging Volkswagen Pick Up [38-VS-BX] Vervanging Volkswagen Pick Up [50-VH-BG] Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019 Vervanging Tractor Vervanging Vorkheftruck Vervanging Iveco 40C [60-VT-DJ] Vervanging Volkswagen Transporter [44-BF-BN] Vervanging Volkswagen T4 Pick Up [43-BG-RS] Vervanging Volkswagen Pick Up [58-VS-TP]] Vervanging Volkswagen Pick Up [06-VS-XZ] Vervanging Volkswagen Pick Up [49-VH-BG] Vervanging Roberine 1504 cirkelmaaier Vervanging Renault Kangoo [81-VZ-PD] Vervanging Hustler gazonmaaier Vervanging Roberine maaier 1515 Vervanging Klepelmaaier Vervanging Graflift 3 stuks Vervanging Citroën Berlingo [70-VX-RB]
61
Werkelijk 2014
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Begroot 2019
220.000 160.000 16.000 75.000 55.000 40.000 40.000 90.000 17.500 60.000 55.000 40.000 40.000 40.000 40.000 60.000 8.000 6.000 60.000 70.000 15.000 7.500
C: Financiering
Paragraaf C
Financiering Deze paragraaf bevat de beleidsvoornemens ten aanzien van de financieringsportefeuille. Tevens wordt de financieringsfunctie transparant gemaakt ten behoeve van het sturen, beheersen en controleren ervan. Afhankelijk van het gewicht van en de ontwikkelingen in de financieringsfunctie kunnen in dez e paragraaf ook andere onderdelen aan de orde komen die invloed hebben op de financieringsfunctie, zoals beleidsvoornemens ten aanzien van EMU-norm, financiering, de financieringspositie, de leningenportefeuille, schatkistbankieren, kasbeheer, etc.
Inleiding Op grond van artikel 12, lid 4 van de Financiële verordening stelt het college de regels vast omtrent de financieringsfunctie in een Treasurystatuut. De raad geeft de kaders aan waarbinnen het college de financieringsfunctie uitoefent. De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) definieert de financieringsfunctie als volgt: “Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het overzicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De Wet Fido geeft aan dat de gemeente de financieringsfunctie dient uit te oefenen gebaseerd op de publieke taak. De Wet HOF geeft de gemeente regels voor het bewaken van houdbare overheidsfinanciën. In deze paragraaf worden op basis van de meest recente financiële marktgegevens en gemeentegegevens het financieringsbeleid geformuleerd voor het komende jaar. In de programmarekening zal gerapporteerd worden over de uitvoering. Ook kan bij de voor - of najaarsrapportage eventuele bijstelling plaatsvinden van de voornemens in de financieringsparagraaf.
EMU-norm De Wet HOF heeft ten aanzien van de EMU-norm een macro budgettaire doelstelling. Dit betreft het zogenoemde EMU tekort van 3% van het Bruto Binnenlands Product. Invulling van die EMU-norm kan volgens het rijk alleen wanneer de begrotingsdiscipline op nationaal én decentraal niveau (gemeenten, provincies en waterschappen) is gewaarborgd. Gegeven het belang van houdbare overheidsfinanciën en het belangrijke aandeel dat decentrale overheden hierin hebben, is ervoor gekozen om in dit wetsvoorstel ook regels op te nemen ten aanzien van de bijdrage die decentrale overheden moeten leveren aan het bereiken en vasthouden van houdbare overheidsfinanciën . Voor 2015 is het aandeel van de decentrale overheden bepaald op 0,5% en het aandeel van de gemeenten daarin is vastgesteld op 0,34%. Voor 2016 is het ambitieniveau voor de decentrale overheden verhoogd, vooralsnog naar 0,4%. Eind 2015 wordt in bestuurlijk overleg bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de daling in 2016 verantwoord en mogelijk is. Dan wordt ook het aandeel van de gemeenten daarin bepaald. Voor het beheersen van de norm heeft het ministerie EMU referentiewaarden vastgesteld. Een individuele EMU referentiewaarde betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente op basis van zijn begrotingstotaal in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Deze waarden zijn voornamelijk bedoeld om het eigen EMU saldo te monitoren en te beheersen. De referentiewaarde voor onze gemeente bedraagt in 2015 € 1.821.000 negatief. Eind 2015 wordt de referentiewaarde voor 2016 bepaald. Voor Elburg worden de cijfers voor het rekeningjaar 2014 en de begrotingsjaren 2015-2017 onderstaand gepresenteerd. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt, blijft de gemeente Elburg door een beperkt investeringsvolume ruimschoots onder de referentiewaarde. Omschrijving Bedrag x € 1.000 Berekend EMU-saldo Referentiewaarde
2014 Rekening 5.200
2015 Begroting 1.645
-1.521
-1.821
2016 Begroting -931
2017 Begroting 2.236
Schatkistbankieren Per 15 december 2013 is schatkistbankieren ingevoerd. Bij schatkistbankieren wordt de gemeente verplicht om overtollige middelen bij het rijk uit te zetten. Een leenfaciliteit is niet aan de orde. Wel kunnen overtollige middelen, in de vorm van leningen, uitgezet worden bij andere openbare lichamen, behalve aan openbare lichamen waarbij de gemeente belast is met het financiële toezicht. Met deze maatregel beoogt het rijk om het EMU-tekort terug te dringen (het betreft een administratieve aangelegenheid die voor de berekening van het tekort voordelig is).
62
C: Financiering
Er is een doelmatigheidsdrempel afgesproken waarbij 0,75% van het begrotingstotaal als ondergrens telt. Voor 2016 is het begrotingstotaal € 48.332.000 wat een ondergrens betekent van € 362.000. Bij een banksaldo beneden deze drempel hoeven geen overtollige middelen overgeheveld worden. Deze ondergrens wordt over het gemiddelde van de banksaldi over een periode van een kwartaal berekend. Toevallige fluctuaties van omvang in banksaldi worden daarmee uitgemiddeld.
Rekenrente De rentepercentages die in de meerjarenbegroting worden gehanteerd zijn deels gebaseerd op de rente ontwikkelingen. Voor kort geld (< 1 jaar) wordt een rentepercentage van 2% gehanteerd. Veiligheidshalve wordt voor de lange termijn rekening gehouden met een renteniveau van 3,5% voor de begrotingsperiode 2016-2019 terwijl de 25-jarige vaste rente ca. 1,85% bedraagt (september 2015).
Risicobeheer Het risicobeheer wordt valutarisicobeheer.
onderscheiden
in
renterisicobeheer,
kredietrisicobeheer,
intern
liquiditeitsbeheer
en
Renterisicobeheer Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet kan voor het jaar 2016 worden bepaald op afgerond € 4.100.000 (8,5% van het begrotingstotaal ad € 48.332.000). De kredietlimiet bij de huisbankier zal hiermee in overeenstemming worden gebracht. Renterisiconorm Sinds 2009 wordt een renterisiconorm gehanteerd waarbij een bedrag mag worden afgelost welke maximaal 20% van het begrotingstotaal bedraagt. Onder begrotingstotaal wordt verstaan het totaal van de lasten op de begroting. Dit geldt ook voor gemeenten met een vaste schuld lager dan het begrotingstotaal (€ 48,332 miljoen). Voor de gemeente Elburg is dit van toepassing. De schuldpositie aan het begin van 2016 bedraagt € 22,964 miljoen. Voor 2016 bedraagt het begrotingstotaal € 48,332 miljoen en de norm € 9,666 miljoen. De te betalen aflossingen in 2016 bedragen € 2,727 miljoen. De norm wordt daardoor niet overschreden. Vervroegde aflossing Er zijn geen leningen waarvoor vervroegde aflossing mogelijk is. Kredietrisicobeheer Het kredietrisicobeheer ziet toe op risicomijdend uitzetten van overtollige middelen. De gemeente bezit over het algemeen geen overtollige middelen op korte dan wel lange termijn. Mocht zich in de loop van het jaar toch een tijdelijk overschot voordoen dan zal dit bij het rijk worden uitgezet (conform de verplichting van schatkistbankieren). Intern liquiditeitsbeheer In Elburg wordt dagelijks inzicht verkregen in de liquiditeiten door een liquiditeitsprognose bij te houden. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de faciliteiten van de Bank Nederlandse Gemeenten. Valutarisicobeheer Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstr ekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid (euro).
Gemeentefinanciering Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte voor 2016 is berekend op bijna € 2,4 miljoen. De totaal benodigde financieringsmiddelen worden berekend met behulp van de stand van investeringen per 1 januari 2016. Na aftrek van de aanwezige vaste financieringsmiddelen (vaste geldleningen en reserves en voorzieningen) wordt de behoefte bepaald.
63
C: Financiering
Rentekosten Omschrijving Bedrag x € 1.000 Boekwaarde staat van activa Met vaste rente kosten Op basis van omslagrente
Financieringsmiddelen Langlopende geldleningen Reserves algemene dienst Voorzieningen algemene dienst Rekening-courantlimiet * Restant financieringstekort
Renteverhouding Langlopende geldleningen Kortlopende geldleningen
Begroting 2.016
Rentekosten 2.016
Gemiddelde Vergoeding
50.637.140 20.652.137 71.289.277
1.895.930 454.347 2.350.277
3,74% 2,20% 3,30%
22.964.055 38.293.026 7.635.640 2.396.556 0 71.289.277
759.437 1.340.256 190.891 59.693 0 2.350.277
3,31% 3,50% 2,50% 2,49% 3,50% 3,30%
22.964.055 2.396.556
759.437 59.693
93% 7%
* Tot de rekening-courantlimiet van € 4,1 miljoen (2016) wordt voor het financieringstekort het rentepercentage voor kort geld gehanteerd (inclusief afronding). De renteverhouding geeft de verhouding weer tussen variabele rente ten opzichte van de totale rente. Hoe lager de verhouding hoe lager het risico bij rentestijgingen. Met een variabele rente wordt meer risico genomen omdat de rentekosten kunnen stijgen als de marktrente stijgt. Bij een vaste rente (bij langlopende geldleningen) staat het rentepercentage voor een bepaalde periode vast (bijvoorbeeld 5, 10, 20 of 25 jaar). Met een vaste rente is er meer zekerheid omdat een stijging van de marktrente geen financiële gevolgen heeft. Als de marktrente daalt zoals de afgelopen jaren worden de kosten echter ook niet minder. De gemeente Elburg heeft momenteel een heel laag risico omdat slechts 7% van de totale rentekosten uit variabele rente bestaat. De gemeente maakt hoofdzakelijk gebruik van langlopende geldleningen. De geldleningen hebben een vast rentepercentage waardoor het renterisico zeer laag is. Het totaal aan opgenomen vaste geldleningen bedraagt per 1 januari 2016 afgerond € 23 miljoen. Hiervan wordt in 2016 € 2,7 miljoen afgelost. Op basis van het huidige aflossingsschema loopt de leningenportefeuille de komende planperiode af naar € 14,76 miljoen. Uit eraard kunnen er lopende het jaar 2016 vanwege consolidatie opnieuw vaste geldleningen worden afgesloten. Omschrijving Bedrag Waterschapsbank ASN Bank B.N.G. SVN St. Kinderopvang Totaal
Saldo 2015 5.800.000 3.200.000 13.721.513 213.125 28.000 22.962.637
Aflossing 800.000 200.000 1.614.845 110.470 2.000 2.727.315
Saldo 2016 5.000.000 3.000.000 12.106.667 102.655 26.000 20.235.322
Aflossing 800.000 200.000 1.433.333 102.655 2.000 2.537.988
Saldo 2017 4.200.000 2.800.000 10.673.334 0 24.000 17.697.334
Aflossing 200.000 200.000 1.233.333 0 2.000 1.635.333
Saldo 2018 4.000.000 2.600.000 9.440.000 0 22.000 16.062.000
Aflossing 200.000 200.000 900.000 0 2.000 1.302.000
Saldo 2019 3.800.000 2.400.000 8.540.000 0 20.000 14.760.000
Het gemiddelde rentepercentage van de geldleningen bedraagt 3,3%. Langlopende uitzettingen In 2016 worden geen uitzettingen uit hoofde van de financieringsfunctie verwacht. Langlopende uitzettingen zijn alleen nog mogelijk aan openbare lichamen waarmee geen toezicht relatie aanwezig is. Langlopende leningen u/g Voor de uitvoering van de publieke taak zijn de volgende langlopende geldleningen verstrekt. Het gemiddelde rentepercentage van deze leningen is 2,2%. Omschrijving Bedrag Stimuleringsfonds Sportverenigingen Accommodaties Personeel Nutsvoorzieningen Totaal
64
Saldo 2015 1.066.237 721.424 591.482 1.757.934 584.824 4.721.901
Aflossing
Nieuw
0 71.772 21.777 79.127 83.547 256.223
0 200.000 150.000 0 0 350.000
Saldo 2016 1.066.237 849.652 719.705 1.678.807 501.277 4.815.678
Aflossing 0 53.185 29.030 81.476 83.547 247.238
Saldo 2017 1.066.237 796.467 690.675 1.597.331 417.730 4.568.440
Aflossing 0 53.185 29.782 83.896 83.547 250.410
Saldo 2018 1.066.237 743.282 660.893 1.513.435 334.183 4.318.030
Aflossing 0 57.185 30.567 86.391 83.547 257.690
Saldo 2019 1.066.237 686.097 630.326 1.427.044 250.636 4.060.340
C: Financiering
Relatiebeheer Op grond van het treasurystatuut worden de bankrelaties met hun bancaire condities eens in de 5 jaar onderzocht. In het najaar 2011 heeft dit onderzoek voor het laatst plaats gevonden. In 2016 zal dit derhalve opnieuw gedaan worden. De bestaande bankrelaties zijn de NV Bank Nederlandse Gemeenten en de Rabobank Noordwest Veluwe. Bij het aantrekken van vaste schuld zullen de aanbiedende financiële instellingen worden beoordeeld op de gestelde voorwaarden in het treasurystatuut.
Kasbeheer Geldstromenbeheer Doel is de kosten zoveel mogelijk te beperken. Door het hanteren van een liquiditeitsprognose kunnen de betalingen beter afgestemd worden op de te verwachten ontvangsten. Hierdoor kunnen rentekosten worden bespaard. Bij het optimaliseren van het renteresultaat worden voor het aantrekken van benodigde vaste geldleningen meerdere marktpartijen benaderd voor offertes. Het betalingsverkeer vindt elektronisch plaats, waardoor de kosten tot een minimum worden beperkt. Saldo- en liquiditeitenbeheer Het saldo van de Rabobank wordt regelmatig overgeboekt naar de rekening van de huisbankier (NV Bank Nederlandse Gemeenten). De saldi van hoofd- en nevenrekening bij dezelfde bank zijn opgenomen in een zogenaamd rentecompensatiecircuit. Dit betekent dat debet- en creditsaldi van alle rekeningen worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend.
Schuldpositie Onderstaand wordt de bruto- en nettoschuld en de schuld per inwoner voor 2016 weergegeven. Omschrijving Bedrag Bruto schuld Netto schuld Inwoners per 31-12 Netto schuld per inwoner [euro] Schuldevolutie Debt ratio [%] Omzet Netto schuldquote [%]
Begroting 2.016 34.749.000 29.698.000 22.900 1.297 -95 48% 46.114.000 64%
De debtratio en de netto schuld in percentage van de omzet zijn landelijk gehanteerde financiële kengetallen. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement zijn deze al opgenomen en toegelicht. Over het algemeen geldt dat een debtratio tussen de 20% en 70% normaal is. Voor de netto schuldquote geldt dat een normale quote tussen de 0% en 100% ligt. Tussen de 100% en 130% is het zorgelijk en een quote boven de 130% is slecht.
Administratieve organisatie In het Treasurystatuut zijn de uitgangspunten van de administratieve organisatie vastgelegd. Er is rekening gehouden met de functiescheiding tussen beleid, beheren en uitvoeren. Ook delegatie en mandaat zijn expliciet vastgelegd. Het Treasurystatuut sluit aan bij de bepalingen zoals opgenomen in de Financiële verordening gemeente Elburg (artikel 12).
Informatievoorziening Het toezicht op de kasgeldlimiet door de provincie vindt plaats in het kader van het reguliere begrotingstoezicht. Gemeenten moeten overschrijdingen melden die zich drie achtereenvolgende kwartalen voordoen.
65
D: Bedrijfsvoering
Paragraaf D
Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering is de (interne) sturing en beheersing van de primaire en ondersteunende processen en de bijbehorende medewerkers, middelen en systemen. Een goede bedrijfsvoering maakt het mogelijk dat de gemeente haar taken en doelen goed, tijdig en efficiënt uitvoert en is bepalend voor de kwaliteit van de dienstverlening. Kwaliteit van dienstverlening en een krachtig bestuur zijn essentieel om de ambities van de Eerste Overheid waar te maken. Om dit te bereiken richt de bedrijfsvoering zich op externe oriëntatie, het implementeren van nieuwe informatietechnologie, het leren van elkaar en het transparant zijn.
Beleidskaders
Toekomstvisie Elburg 2020 Visie Digitaal 2017 Communicatiebeleidsplan 2014-2017 Nota ICT beleid 2010–2013 Plan van Aanpak Informatiebeveiliging Normenkader projectmatig werken 2008 P&O nieuwe stijl 2009 Besturings- en managementconcept Organisatiebesluit Verordeningen ex artikel 212 en 213 Instructies budgethouders, comptabele, kassier en subkassier Beheerplannen huisvesting, materieel en voertuigen
Personeel en Organisatie De gemeente Elburg wil zijn als een maatschappelijke onderneming die moet zorgen voor een goede dienstverlening en wil een versterking van de regie als het gaat om het actief zoeken naar samenwerking met ander gemeenten, instanties, bedrijven en burgers. Richtinggevend is het bestuur- en managementconcept (BMC), dat in 2015 is vastgesteld. Voor het overige zijn voor het P&O beleid van belang het organisatiebesluit en het activiteitenplan. De uitvoering gebeurt op basis van productenramingen, functieprofielen en individuele werkplannen. De financiële vertaling verloopt via het MPB. In oktober 2012 hebben de directeur en het management de balans opgemaakt van de huidige organisatie en op basis daarvan hun visie gepresenteerd in het pamflet “Bouwen vanuit eigen kracht”. In oktober 2013 hebben de directeur en het management de nieuwe richting voor de organisatie vastgesteld in de vorm van een nieuwe visie, missie en kernwaarden. Kort gezegd komt de nieuwe richting er op neer dat de focus van de organisatie verschuift van de (traditionele) dienstverlening naar versterking van de regie van onze gemeente als het gaat om het actief zoeken naar samenwerking met andere gemeenten, instanties, bedrijven en burgers. Dit sluit aan bij de ontwikkeling van de participatiemaatschappij. De organisatieontwikkeling is dus gericht op kwaliteitsverbetering en het toekomstbestendig maken van de organisatie. Na de reorganisatie in 2015 is voor 2016 e.v. de transformatie naar zelfsturende teams een belangrijk thema. Daarnaast zal in 2016 een onderhoudsronde plaatsvinden voor de HR21 functieprofielen. De komende jaren staan grote veranderingen op het gebied van de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden op stapel. Dit volgt uit de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, de nieuwe CAO sector gemeenten 2013 -2015 en de wijziging van de Werkkostenregeling. Een belangrijke opgave in 2016 is de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB) voor medewerkers per 1 januari 2017. In verband met reorganisaties en babyboom is strategische personeelsplanning (SPP) een belangrijk thema voor gemeenten. Partijen hebben als uitwerking van de CAO 2011 – 2012 afgesproken te stimuleren dat alle gemeenten een SPP maken. SPP helpt om personeelsmutaties in goede banen te leiden. Voor Elburg geldt er een bezuinigings taakstelling op formatie. Mede daardoor neemt het belang van SPP toe. Elburg heeft in 2013 een SPP gemaakt waarbij het planmatig vertrek, loopbaanwensen en de formatiebezuiniging in beeld zijn gebracht. Hiermee wordt actief gestuurd op (her)plaatsing van personeel. E-HRM ondersteunt en optimaliseert processen waardoor P&O zich van een grotendeels administratieve rol naar een meer dienstverlenende rol kan ontwikkelen. Software is aangeschaft om dit mogelijk te maken. Daardoor worden beheersmatige zaken meer digitaal afgehandeld, waardoor P&O meer tijd over houdt voor de inhoud. Managers en medewerkers kunnen bepaalde zaken zelf uitvoeren zonder tussenkomst van P&O waardoor de efficiency wordt verbeterd.
66
D: Bedrijfsvoering
Met de komst van de E-HRM module YouPP is een begin gemaakt met het digitaliseren van de processen rond de uitvoering van het arbeidsvoorwaardenbeleid. De digitale salarisstrook en jaaropgave waren een eerste stap daarin. Ook reiskostendeclaraties kunnen nu digitaal worden ingediend en afgehandeld. De volgende stap hierin is de digitalisering van de jaargesprekscyclus. In 2015 bevindt zich dit in een pilotfase, voor de cyclus 2016 zal de hele organisatie hier gebruik van maken.
Materieel en werf De buitendienst en de werf zijn direct ondersteunend aan de taken die op het gebied van onderhoud en beheer zijn gelegen. Hierbij dient gedacht te worden aan onderhoud aan groen, wegen (inclusief gladheidsbestrijding), riolering, bossen, gemeentelijke gebouwen, sportvoorzieningen etc. Zaken die de burger veelal rechtstreeks raken. Het is daarom nodig dat de faciliteiten zodanig zijn dat het werk op adequate, veilige en efficiënte wijze kan worden uitgevoerd. Het vervangen van voertuigen en materieel is gepland op basis van economische levensduur. In de praktijk wordt ook de technische levensduur betrokken bij het bepalen van het tijdstip van vervanging. Er wordt gewerkt met een beheerplan voor vervanging materieel. Er is ten aanzien van de uitvoering van taken door de buitendienst een ruime beleidsmarge. Daar waar taken door de buitendienst worden uitgevoerd dient rekening te worden gehouden met wettelijke eisen zoals de wegenverkeerswet en de arbo-wetgeving.
Digitale dienstverlening Dit hoofdstuk omvat de volgende onderwerpen: informatievoorziening, ICT, in- en externe communicatie, Digitaal 2017, KlantContactCentrum en ZaakGericht Werken. Informatievoorziening De digitalisering van de samenleving schrijdt onverminderd voort. Bij de afname van overheidsdiensten door de burger zal steeds meer gebruik worden gemaakt van digitale toepassingen. Nadat de afgelopen jaren een start is gemaakt met digitale dienstverlening is het nu zaak verder te bouwen aan een klantgerichte organisatie en de automatisering van veel werkprocessen door het (verplichte) gebruik van basisregistraties. Nieuwe ontwikkelingen zoals deels hieronder beschreven, zullen worden meegenomen in de naa r verwachting begin 2016 vast te stellen nota ICT-beleid. De weg naar volledig digitaal werken van de ambtelijke organisatie wordt geleidelijk aan ingeslagen. De snelheid waarmee dit gebeurt is mede afhankelijk van de doorontwikkeling van het zaakgericht werken. Niet alleen de werkprocessen worden volledig digitaal, ook de archivering zal digitaal moeten gebeuren. Een en ander vraagt een volledig nieuwe werkwijze van de medewerkers. Totdat de organisatie volledig om is, wordt nog via twee sporen in een hybride organisatie gewerkt. De ambitie op het gebied van dienstverlening vertaalt zich in enkele uitgangspunten waaraan de dienstverlening moet voldoen: De vraag van burgers, bedrijven en instellingen staat centraal; Burgers, bedrijven en instellingen moeten hun zaken snel en zeker kunnen regelen; De overheid is transparant en aanspreekbaar; De overheid richt de dienstverlening zo efficiënt mogelijk in, met inachtneming van de behoeften van burgers, bedrijven en instellingen. Het implementeren en beheren van authentieke basisregistraties wordt gecontinueerd. Het gaat om registraties waarvoor de gemeente bronhouder is of dat binnen afzienbare termijn wordt. Vanaf 2017 krijgt onze organisatie te maken met de landelijke invoering van de Basisregistratie Personen (BRP). De oude vertrouwde Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegeven (GBA) verdwijnt, daarvoor komt de Basisregistratie Personen in de plaats. Ontwikkelingen voor de komende periode zijn realisatie van geautomatiseerde koppelingen als generieke ontsluitingsvoorzieningen ten behoeve van binnengemeentelijk gebruik (eenmalig uitvraag meervoudig gebruik), het stimuleren van binnengemeentelijk gebruik en betere gegevenskwaliteit. De kwaliteit van de gegevens moet goed zijn en voor iedere wijziging moet een onderliggend brondocument aanwezig zijn. Doelstelling is om fouten en inconsistenties in basisgegevens te minimaliseren. Een andere belangrijke ontwikkeling in de komende periode is ondersteuning van de geometrische gegevens. Dit om informatie op verschillende kaarten digitaal te kunnen presenteren. Afgelopen jaren is er een aantal wettelijke verplichtingen ontstaan dat direct gevolgen heeft voor de GEO-informatiehouding van onze organisatie. De gemeente zorgt ervoor dat beheer en gebruik van locatie gebonden informatie voldoende ingebed is in processen en werkwijzen.
67
D: Bedrijfsvoering
Door toenemende digitalisering neemt ook de hoeveelheid van bruikbare data toe waardoor het intelligent en transparant gebruik van informatie steeds belangrijker wordt. Zowel medewerkers als managers en bestuur dienen over een kwalitatief goede informatie te beschikken om juiste beslissingen te kunnen nemen. Daarbij horen verbeterde en combineerbare managementrapportages uit betrouwbare en geconsolideerde bronnen. In het kader hiervan zal in 2016 worden gekeken naar de mogelijkheden om een integraal rapportagesysteem te realiseren. Informatiebeveiliging vraagt bijzondere aandacht gezien de toenemende digitale dienstverlening en informatie uitwisseling want het veilig omgaan met informatie is een randvoorwaarde voor de gemeente. Ondertussen is de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG) door VNG/KING ontwikkeld die leidend is bij de ontwikkeling en uitvoering van informatiebeveiliging. Hiervoor zal nog in 2015 een nieuw informatiebeveiligingsbeleidsplan worden vastgesteld waarbij rekening wordt gehouden met trends en ontwikkelingen. Eventuele technische e n organisatorische beveiligingsmaatregelen die voorvloeien uit een risicoanalyse moeten in de komende periode een adequaat niveau van informatiebeveiliging voor de organisatie waarborgen. ICT Het komende jaar zal in het teken staan van keuzes op het terrein van kantoorautomatisering. Blijven we alle data intern opslaan of gaan we (een deel van) onze data in de cloud opslaan. Office365 biedt de mogelijkheid om in Sharepoint onze kantoorautomatiseringsbestanden op te slaan, te bewerken en eraan samen te werken. De trend lijkt te zijn om dat soort bestanden niet meer (alleen) lokaal op het netwerk op te slaan. Daarnaast zullen we waar organisatorisch gewenst en nuttig overstappen van de computer op de Surface Pro. Momenteel bevindt zich dit in de testfase, in 2016 zal dit worden afgerond. Qua werkplek zullen we de keuze moeten maken of we overgaan op de nieuwe versie van Windows: Windows 10. We hebben een jaar de tijd om (gratis) over te stappen op dit platform. Ook dit bevindt zich momenteel in de testfase. Ook zal er een nieuwe versie van Office komen die de integratie met Office365 makkelijker maakt. In 2016 gaan we in productie met het zaaksysteem. Dat zal waarschijnlijk nogal wat vergen van onze systemen, bijvoorbeeld op het gebied van koppelingen maar ook heeft het grote invloed op onze manier van werken. Het moment is gekomen om te gaan kiezen voor een nieuwe standaard rapportagemogelijkheid aangezien oude systemen niet meer ondersteund worden. Om goede managementrapportages te kunnen blijven maken is dit onontkoombaar. Dit zal een ingrijpende operatie worden, welke in 2016 start met de aanschaf van een nieuw systeem. De verwachting is dat dit project ook nog doorloopt in 2017. Op het gebied van telecommunicatie zijn we aan het onderzoeken of we de overstap kunnen maken van ISDN-30 naar een modernere oplossing via de glasvezel. Qua infrastructuur zijn we redelijk op orde. Momenteel wordt gewerkt aan het logisch verdelen van het netwerk om zo de bedrijfszekerheid en snelheid optimaal te benutten. In 2016 zal dit worden afgerond. Op het gebied van servers zal er het komende jaar waarschijnlijk niet veel gebeuren. Onze apparatuur is over het algemeen up to date en voldoende krachtig voor wat er gevraagd wordt. Communicatie Het communicatiebeleidsplan 2014-2017 gaat in op de hoofdthema’s voor de communicatie van de gemeente. Ons belangrijkste communicatiekanaal, de website, is in het afgelopen jaar flink onderhanden genomen. Het resultaat betreft een eigentijdse website, met verschillende ‘toegangspoorten’: inwoners, ondernemers, toerisme en bestuur. Ook het bestuursinformatiesysteem (BIS) heeft een forse onderhoudsbeurt gehad. Me t het invoegen van Bis-live is het mogelijk om raadsvergaderingen en commissievergaderingen thuis live met beeld te volgen. Hierna kunnen de belangstellenden puntsgewijs de vergaderingen terugzien. Het werken aan het belangrijkste communicatiekanaal van d e gemeente stopt nooit. Zo volgt er op korte termijn een nieuwe upgrade op het programma, die noodzakelijk is vanwege de integratie met het nieuwe zaaksysteem. Via Twitter, Facebook en Instagram brengen we onze burgers op de hoogte van onderwerpen die in de belangstelling staan of waar we meer aandacht voor willen vragen. Langs deze laagdrempelige media kunnen burgers eenvoudig reacties plaatsen. Verder kijken we breed naar andere mogelijkheden voor laagdrempelige communicatie. Een voorbeeld hiervan betreft Whats-app voor de gemeente Elburg, welke proef goed lijkt aan te slaan. Naast het verzorgen van de digitale communicatie blijven we communiceren via de ‘vertrouwde kanalen. We blijven de media voeden met onze persberichten. Wel maken we steeds meer onderscheid tussen nieuwsmomenten met een foto en ‘echte’ persberichten, over bijvoorbeeld een nieuwe beleidsnota. Voor de nieuwsmomenten geldt dat we deze publiceren op onze social media. Overigens verliezen we de ‘oude’ media niet uit het oog. Elke week pub liceren we het gemeentenieuws op twee krantenpagina’s en jaarlijks publiceren we zo’n 20 extra themapagina’s.
68
D: Bedrijfsvoering
Digitaal 2017 (voorheen NUP) De gemeente is al geruime tijd bezig met de investering in de elektronische overheid om ervoor te zorgen dat voor burgers en bedrijven toegankelijker en makkelijker wordt om zaken met de gemeente te kunnen doen. Afgelopen periode is uitvoering gegeven aan een groot aantal NUP bouwstenen. Negen bouwstenen zijn gerealiseerd en negen bouwstenen zijn in uitvoering. Drie bouwstenen moeten nog worden uitgevoerd echter, de uitvoering is afhankelijk van landelijke ontwikkelingen die zich nog in een pril stadium bevinden. Het vervolg op het NUP wordt gevat in het programma Digitaal 2017 met de bijbehorende implementatieagenda die onlangs unaniem is omarmd in de Regieraad Dienstverlening. De implementatieactiviteiten (die nog nader uitwerkt dienen te worden) zijn in hoofdlijnen gericht op het aanbieden van digitale dienstverlening vanuit het perspectief van burgers en bedrijven en het aansluiten van de gemeente op de generieke digitale infrastructuur om de digitale dienstverlening mogelijk te maken. Ook de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand maak het mogelijk voortaan digitaal zaken met de gemeente te doen. Zo wordt bijvoorbeeld het aanvragen van uittreksels en afschriften van akten via internet met deze wet mogelijk. Deze ontwikkelingen worden in de lijn opgepakt. KCC Het opzetten en inrichten van een Klant Contact Centrum is een ontwikkeling die sinds 2012 gaande is. Vanuit een groeimodel is dit als deelproject van het NUP gestart. Het einddoel van de gemeentelijke projectgroep is om op 1 januari 2016 een volledig draaiend Klant Contact Centrum op te leveren. Hierin zijn de vier kanalen (website, post, telefoon, balie) geïntegreerd en worden de meeste klantvragen afgehandeld in het KCC. Het streven is naar een 80% 20% verdeling van klantcontacten tussen het KCC en de rest van de organisatie. Door vereenvoudiging en uniformering van processen kan een efficiency slag gemaakt worden, waardoor de dienstverlening verbeter t. ZGW Het doel van zaakgericht werken is het optimaliseren van de dienstverlening en efficiënter werken waarmee onze gemeente haar doelstellingen omtrent dienstverlening kan halen. Na de dienstverleningsprocessen zullen ook de bedrijfsvoeringsprocessen en bestuursprocessen volgens de principes van zaakgericht werken wo rden ingericht. Het zaakgericht werken heeft een grote organisatorische impact. De invoering vindt, gezien deze omvang en impact, fasegewijs plaats. De projectgroep zaakgericht werken(ZGW) heeft in 2014 een plan van aanpak voor de invoering en implementatie van zaakgericht werken opgesteld. In 2015 heeft de aanbesteding en aanschaf van een generiek zaaksysteem plaatsgevonden. Eind 2015 worden de 1 e vijf dienstverleningsprocessen “opgeleverd”. In 2016 wordt gestart met de volgende fase waarin afspraken worden gemaakt over de volgorde van de op te leveren producten en daarbij horende planning.
Vennootschapsbelasting Vanaf 1 januari 2016 wordt de belastingplicht in de Vennootschapsbelasting (VPB) uitgebreid voor ondernemingen van publiekrechtelijke lichamen en daarmee ook voor gemeenten. De wijziging in de VPB beoogt niet alle activiteiten van een gemeente in de belastingheffing te betrekken maar slechts die activiteiten waarmee de gemeente via een (materiële) onderneming deelneemt aan het economische verkeer en in concurrentie treedt met de private sector. Voor een zeer groot aantal activiteiten van de gemeente geldt dat niet voldaan wordt aan de ondernemingscriteria en deze daardoor niet worden geraakt door de VPB. Voor veel activiteiten geldt dat ofwel sprak e is van het aanbieden van een collectief goed (geen deelname economisch verkeer) of sprake is van structureel verlieslatende activiteiten. Voor de activiteiten waar geen aangifteplicht voor geldt hoeft geen fiscale administratie ingericht en gevoerd te wo rden. Voor de activiteiten waar wel een aangifteplicht voor geldt zal een fiscale administratie ingericht en gevoerd moeten worden. Voor 1 januari 2016 zal bekend moeten zijn voor welke activiteiten de gemeente uiteindelijk VPB -plichtig is en zullen de financiële gevolgen in kaart zijn gebracht. De eerste VPB-aangifte zal voor 1 juni 2017 gedaan moeten worden.
Planning en control In de voorliggende MPB zijn de doelstellingen, de beoogde maatschappelijke effecten en de indicatoren per programma geformuleerd. Indicatoren hebben als doel de MPB als politiek sturingsdocument te laten fungeren. Dit leidt tot een meer afrekenbaar college door de gemeenteraad. De programmarekening wordt op dezelfde wijze gepresenteerd als de programmabegroting. Hierdoor zal inzichtelijk gemaakt worden in hoeverre de doelstellingen van de programma’s zijn behaald en hoeveel middelen daarvoor zijn ingezet. Daarnaast wordt tweemaal per jaar via bestuursrapportages (Beraps) aan u gerapporteerd over de stand van zaken op dat moment. Alleen over afwijkingen van het beoogde beleid wordt dan informatie gegeven. Met betrekking tot de in uitvoering zijnde projecten wordt u 3 keer per jaar geïnformeerd over de voortgang.
69
D: Bedrijfsvoering
De Verbijzonderde Interne Controle (VIC) wordt in eigen beheer uitgevoerd. Dit instrument is volledig doorgevoerd. De VIC levert een belangrijke bijdrage aan het in control komen van de financiële e n niet-financiële rechtmatigheid en ook aan de beheersing van risico’s. Het in control zijn van de bedrijfsvoering is een proces dat doorlopend ontwikkelingen doormaakt.
Risicomanagement Een alomvattend geheel van “risicomanagement” is een zaak van langere adem. Diverse risico’s kunnen worden “beheerst”. Denk hierbij aan financiële risico’s, veiligheidsrisico’s, risico’s ten aanzien van eigendommen enz. In onze gemeente bestaat zeker geen blanco situatie. Verwezen wordt naar datgene dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt gesteld. Incidenten, zowel landelijk als lokaal, leren ons dat risico’s op een veel breder terrein kunnen liggen dan alleen op het terrein van financiën en ICT. Het is daarom nodig de processen en procedures, zoals deze binnen onze gemeente worden gehanteerd, in beeld te brengen (houden) en in te spelen op de leemtes die daarbij worden ontdekt. Risicomanagement in de vorm van beheersmaatregelen op het gebied van de administratieve organisatie en interne controle (onder andere rechtmatigheid) aangevuld met deugdelijke managementrapportages ten behoeve van beheersing van risico’s zijn onderdeel van de vastgelegde werkprocessen . Deze maatregelen zijn ter opvang van organisatierisico’s die de gemeente loopt, zowel intern als extern. Het college draagt daarbij tevens zorg voor een cultuur waarbij risicomanagement een structureel onderdeel vormt van de planning & controlcyclus. Op bestuursniveau moeten relevante risico’s in de afwegingen meegenomen worden. Daarom is bij B&W - en raadsvoorstellen een risicoparagraaf (net als de communicatie- en financiële paragraaf) standaard in het format van raads- en collegevoorstellen opgenomen. Op deze wijze vormen de risico’s dan expliciet onderdeel van de besluitvorming. Uw raad heeft de nota beleidskaders risicomanagement en weerstandsvermogen 2011 vastgesteld. Middels vaststelling van deze beleidskaders vult uw raad zijn kaderstellende en controlerende rol inzake risicomanagement en weerstandsvermogen in. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing worden deze beleidskaders toegepast. Op deze wijze krijgt uw raad in deze paragraaf inzicht in de geïnventariseerde risico’s, het weerstandsvermogen van de gemeente en controleert onder andere hiermee de financiële positie van de gemeente. In 2016 wordt deze nota herzien.
Rekenkamerfunctie De rekenkamercommissie Elburg is ingesteld door de raad en bestaat uit drie externe leden. De commissie verricht onderzoek naar de doelmatigheid, rechtmatigheid en doeltreffendheid van het bestuur. De griffier is secretaris van de commissie. De commissie streeft er naar om gemiddeld anderhalf onderzoek per jaar af te ronden en aan de gemeenteraad aan te bieden.
Middelen Voorjaarsnota 2015 Instellen onderhoudsvoorzieningen gemeentelijke gebouwen Bij het beheerplan onderhoud gemeentelijke gebouwen is voorgesteld om onderhoudsvoorzieningen in te stellen voor gemeentelijke gebouwen. Deze zijn als volgt onderverdeeld in 4 categ orieën: monumenten, dorps- en gemeenschapshuizen, zwembad en overige gemeentelijke gebouwen. Voor de uitwerking van het beheerplan is er een jaarlijkse storting in de 4 ingestelde onderhoudsvoorzieningen van € 155.000. Voor overige gemeentelijke gebouwen wordt jaarlijks € 45.000 in een onderhoudsvoorziening gestort en wordt € 5.000 extra voor preventief onderhoud gestort. Begrotingsapp Door uw raad is geopperd om te kijken naar de mogelijkheden voor het installeren van een begrotingsapp. Met een begrotingsapp kan de begroting aantrekkelijker gepresenteerd worden, kan gebruik worden gemaakt van een goede zoekfunctie en verbetert daarmee de dienstverlening aan de burger. De eenmalige implementatiekosten worden geraamd op € 25.000. De abonnementskosten bedragen jaarlijks € 3.500. Applicatiebeheer verdergaande automatisering en digitalisering dienstverlening De huidige formatie voor I&A is nog gebaseerd op de automatiseringsfase van jaren terug. Inmiddels is het belang steeds meer verschoven naar informatisering en naar het belang van goede gegevens voor een juiste bedrijfsvoering, basis voor de dienstverlening naar onze klanten. Het aantal software systemen is de afgelopen jaren toegenomen, daarbij is het beheer van de systemen door wijziging van gesloten naar open inrichting veel bewerkelijker geworden en vraagt ook meer kennis en de juiste competenties van de I&A -medewerkers. 70
D: Bedrijfsvoering
Een andere ontwikkeling is het gebruik van mobile devices. Waar ca. 4 jaar geleden gestart is met een proef met 4 I pads, waarbij verwacht werd dat de ondersteuning binnen de bestaande formatie werd opgelost, is dit aantal nu gegroeid naar 80. Daarnaast is er de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening aan de inwoners en bedrijven in de gemeente. In het kader van verplichte basisregistraties (bouwstenen NUP) en de opvolger Digitale Overheid 2017 wordt verwacht dat de burger uiterlijk in 2017 volledig digitaal bediend kan worden. Dit vraagt investeringen van de gemeente in systemen, hiervoor zijn onder andere de incidentele “NUP-gelden” beschikbaar gesteld. Maar er is ook formatie nodig om de systemen te onderhouden en om de continuïteit en kwaliteit van de digitale dienstverlening te kunnen waarborgen. In het verleden zijn wel formatie en budgetten beschikbaar gesteld voor applic atiebeheer bij een aantal belangrijke ontwikkelingen. De formatie is vanwege de diversiteit niet ingevuld, mede daarom ook omgezet naar budget ter uitbesteding, en omdat onder andere de invoering van zaakgericht werken meer tijd nodig heeft gehad. De inhuu r is vele malen duurder dan uitvoering in eigen beheer en de ondersteuning daarmee ook marginaal. Er is een inschatting gemaakt van benodigde formatie voor het op een structureel goede wijze kunnen uitvoeren van de taak I&A met inbegrip van ondersteuning van de gebruikers van I&A-systemen (bestuur en organisatie). Om alle taken intern te kunnen uitvoeren en daarbij een kwaliteitsslag te kunnen maken is een formatie -uitbreiding nodig van 2,77 fte. Hierbij worden dan de beschikbare budgetten voor uitbestedi ng, totaal € 108.600, omgezet naar middelen voor formatie. Een berekening, rekening houdend met het niveau van invulling, betekent dat er een bedrag van € 55.000 structureel extra benodigd is. Het feit dat extra middelen/formatie nodig is, is toe te schri jven aan de eisen die gesteld worden aan de digitale dienstverlening. Hiervoor wordt onder andere een zaaksysteem aangeschaft die hiervoor de basis vormt waar de hele organisatie mee gaat werken. De tot nu toe daarvoor beschikbaar gestelde middelen zijn on toereikend. Het is een bedrijfskritische applicatie, waarbij wij ons niet kunnen veroorloven dat door te weinig kennis/tijd de continuïteit en kwaliteit van de dagelijkse digitale dienstverlening aan burgers/bedrijven in gevaar komt. Met eigen personeel is de continuïteit en kwaliteit beter gewaarborgd met bijkomend voordeel dat daarmee de inhuur van derden voor het onderdeel applicatiebeheer in de toekomst lager zal zijn. MPB 2015-2018 I&A-budget als gevolg van het NUP Eigentijdse overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven vereist een landelijke, uniforme en integrale aanpak. Daarvoor is in 2006 het landelijke project EGEM (elektronische gemeente) gestart, hetgeen later is overgegaan in het Nationaal Uitvoeringsprogramma betere dienstverlening en elektronische overheid (NUP). Uit het NUP vloeit een groot aantal maatregelen en voorzieningen en dus uitgaven voort. Te denken valt hierbij aan (nog te realiseren) zaken als: digikoppeling, digimelding, digilevering, e-herkenning, berichtenbox, KCC, zaakgericht werken, binnengemeentelijk gebruik basisregistraties en informatiebeveiliging. De met deze deelprojecten gemoeide IT -uitgaven zijn deels incidenteel, maar voor een groot deel ook structureel van aard. Voor de incide ntele kosten zijn middelen beschikbaar in de investeringsbudgetten van I&A en het NUP-budget. Een deel van de structurele IT-kosten kunnen worden gedekt uit het huidige I&A budget. Voor een deel van de nog te maken structurele IT-kosten is echter geen structurele dekking voorhanden. Het structurele I&A budget is daarom in 2015 verhoogd met € 61.000. Rekening wordt gehouden met het feit dat door de implementatie van NUP er een efficiencyslag op de bedrijfsvoering gemaakt zal worden. Ervan uitgaande dat deze efficiencyverbetering per 2018 gerealiseerd zal zijn, wordt het budget van € 61.000 alleen voor de jaren 2015-2017 beschikbaar gesteld. Per 2018 valt dit bedrag vrij. Exploitatiebudget I&A Er is besloten om een andere vorm van bekostiging van de I&A-investeringen te hanteren. De structurele kapitaallasten voor de jaren 2014-2017 zijn ‘ingeruild’ voor een structureel budget van uiteindelijk € 227.350 in 2018. In 2015 is er daardoor een budget beschikbaar van € 212.300. Voor 2016 en 2017 valt er aan kapitaallasten nog een bedrag van € 7.300 en € 8.250 vrij wat aan het exploitatiebudget wordt toegevoegd. Opvang ‘braindrain’ (tijdelijke uitbreiding RO voor 1 jaar) In de periode 2017-2020 gaat een zestal zeer ervaren beleidsmedewerkers van de afdeling R O met pensioen. Dit betekent voor de afdeling een enorme aderlating aan kennis en ervaring. Dit probleem zal zich met name gaan voordoen binnen de clusters ruimtelijke ordening (in de periode 2018-2019) en geo-informatie (2019-2020). Om een goede voortgang van de werkzaamheden en een adequate taakuitoefening te kunnen waarborgen, moet vroegtijdig worden gezorgd voor instroom van nieuwe kennis en ervaring. Na het vertrek wegens pensionering van de betreffende medewerkers, zullen de overblijvende medewerker s hun handen meer dan vol hebben om de lopende werkzaamheden uit te voeren, zeker gezien het feit dat ook formatie moet worden ingeleverd. Zij kunnen niet daarnaast ook nog nieuwe medewerkers inwerken en begeleiden. Daarom is het noodzakelijk dat de medewerkers die met pensioen gaan, voordat het zover is, nieuwe medewerkers zoveel als mogelijk inwerken en begeleiden. 71
D: Bedrijfsvoering
Het op goede wijze inwerken van een nieuwe medewerker kost minimaal een jaar. Dit betekent dat nieuwe medewerkers plm. een jaar voor het vertrek van hun begeleiders in dienst moeten komen en dit betekent dat deze nieuwe medewerkers in die periode 'bovenformatief' zijn. Uitgaande van 2 medewerkers - een RO-er en een landmeter - op HBO niveau, is hier een bedrag mee gemoeid van in totaal € 100.000 Euro. Voorgesteld wordt voor de jaarschijven 2018 en 2019 een bedrag van € 50.000 vrij te maken voor het gedurende plm 1 jaar bovenformatief aanstellen van een beleidsmedewerker RO. Voorgesteld wordt de eenmalige kosten te dekken uit de algemene reserve . Facilitaire zaken Hoewel in het verleden al bezuinigingen zijn ingeboekt op dit onderwerp wordt vooruitlopend op verdere digitalisering vanaf 2018 een besparing op reprokosten ingeboekt van € 5.000. Wat betreft de voorlichtingspagina is er, gezien de verdergaande digitalisering, de verwachting dat er vanaf 2018 de gemeente toe kan met 1 voorlichtingspagina in plaats van 2. Inschatting is dat dit een voordeel van € 10.000 oplevert. Op dit onderdeel is daardoor in 2018 een voordeel in te boeken van in tot aal € 15.000. Personeelszaken Op grond van de vastgestelde cao-gemeenten komt er vanaf 2016 een nieuw beloningshoofdstuk ter vervanging van het huidige hoofdstuk 3 van de CAR-UWO. Met de inwerkingtreding van het nieuwe hoofdstuk 3 moeten de bestaande lokale bezoldigingsregelingen worden ingetrokken. Hierdoor vervallen de regelingen voor schadevrij rijden en de inconveniëntenregeling wat een voordeel oplevert van € 10.800. Anderzijds is het zo dat de lokale regeling voor wacht- en storingsdiensten wordt vervangen door een toelage beschikbaarheidsdienst. De toelage beschikbaarheidsdienst is hoger dan de huidige vergoeding voor wacht - en storingsdiensten. Ondanks een beperking van de kring van medewerkers die aanspraak kan maken op de toelage stijgen de lasten daardoor met € 22.000 (inclusief een toelage overgangsrecht). In plaats van een voordeel zoals opgenomen in de vorige MPB is er in 2016 sprake van een nadeel van € 11.200. Personeel en organisatie Van de volgende zaken zijn de financiële gevolgen in één overzicht in beeld gebracht. 1. Op basis van vermindering fte door bezuinigingen is het mogelijk te besparen op variabele overhead. 2. In verband met de reorganisatie per 1 juli 2007 zijn er ten aanzien van de salarissen nog enkele financiële gevolgen in beeld gebracht. Deze vrijvallende middelen bij pensionering zijn mede ingezet ter dekking van de kapitaallasten van de uitbreiding/verbouwing gemeentekantoor. 3. Invoering van HR21 heeft tot gevolg dat er voor 36 functies garantieloon wordt uitbetaald. Door afbouw van deze garanties is er jaarlijks een besparing op de loonsom mogelijk. Van deze vrijval is een opzet gemaakt en levert op (heel) lange termijn een structureel bedrag van € 195.000 op. 4. De organisatie is in 2014 taakstellend een bezuiniging opgelegd van € 250.000. Dit bedrag wordt gemotiveerd door het feit dat er in de toekomst minder werk zal zijn. Minder werk is er als gevolg van d e ontwikkeling van een KCC, verdergaande samenwerking (al of niet vrijwillig) en de economische recessie (minder ruimtelijke bestemmingsplannen, bouwactiviteiten, civiele werken, etc.). In 2014 is er een onderbouwde en harde invulling van deze taakstelling gemaakt. Daartoe heeft een inventarisatie plaatsgevonden van bestaande vacatures, verwachte afnamen van taken en verwachte vacatures als gevolg van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van medewerkers. In 2014/2015 is al 2,16 fte gerealiseerd. Er wordt nog 2,14 fte aan formatiebezuiniging realiseerbaar geacht. Uitgegaan wordt van een gemiddelde salarislast van € 70.000 per medewerker. Zie onderstaand overzicht.
2016
Besparing 79.750
Fte 1,1389
2017
35.000
0,5000
2018
35.000
0,5000
149.750
2,1389
2019 Totaal 2016-2019
In schema zien de financiële gevolgen van de personeelsontwikkelingen er als volgt uit:
1.
Variabele overhead
2. 3.
Reorganisatie 1 juli 2007 HR 21
4.
Organisatieontwikkeling
72
2016 -10.000
-79.750 -89.750
2017 -10.000
2018 -10.000
2019
-20.000 -12.600
-20.000 -8.575
-4.200
-35.000 -77.600
-35.000 -73.575
-4.200
D: Bedrijfsvoering
Saldo bedrijfsvoeringparagraaf De eindtotalen worden in gecomprimeerde vorm verwerkt in programma 9 “Bestuur en middelen”. Meerjarencijfers per programma Lasten Bestaand beleid Prijscompensatie
Rekening 2014
31.012.646
Begroting 2015
29.952.339
Voorjaarsnota 2015 20a] Onderhoudsvoorziening gem.gebouwen 20a] Preventief onderhoud gem.gebouwen 21] Begrotingsapp (incidenteel en structureel) 22] Applicatiebeheer I&A
2016
Meerjarenbegroting 2016-2019 2017 2018
27.569.175
27.631.425 26.174
27.563.249 27.309
2019
27.490.983 27.691
45.000 5.000
MPB 2015-2018 Verhoging I&A budgetagv NUP t/m 2017 Exploitatiebudget I&A Opvang brainddrain Facilitaire zaken [repro en voorlichting] Personeelszaken [toelage beschikbaarheidsdienst] Personeelsontwikkelingen
28.500 55.000
-25.000
7.300
8.250
-61.000 50.000 -15.000 11.200 -89.750
-77.600
-73.575
-4.200
Totaal lasten programma
31.012.646
29.952.339
27.631.425
27.563.249
27.490.983
27.514.474
Baten Bestaand beleid Prijscompensatie
31.012.645
29.952.339
27.569.175
27.631.425 1.618
27.563.249 1.640
27.490.983 1.664
62.250
-69.794
-73.906
21.827
27.631.425
27.563.249
27.490.983
27.514.474
Voorjaarsnota 2015 MPB 2015-2018 Saldo bedrijfsvoeringsparagraaf Totaal baten programma
73
31.012.645
29.952.339
E: Verbonden partijen
Paragraaf E
Verbonden partijen Inleiding Medeoverheden brengen in toenemende mate taken onder bij samenwerkingsverbanden en verbonden partijen, bijvoorbeeld door deelname in gemeenschappelijke regelingen. Daarmee zijn verbonden partijen en samenwerkingsverbanden in toenemende mate van belang voor het realiseren van de doelstellingen van onze gemeente. In deze paragraaf wordt ingegaan op de visie van de gemeente Elburg op samenwerkingsverbanden. Tevens wordt specifiek ingegaan op verbonden partijen. Omdat met verbonden partijen bestuurlijke en financiële banden worden onderhouden wordt per verbonden partij inzicht gegeven, in het belang dat de gemeente in elk van deze verbonden partijen heeft.
I. Visie Het college heeft in samenspraak met de door de gemeenteraad in het leven g eroepen “denktank samenwerking” een strategische visie op samenwerking opgesteld. In de visie wordt ingegaan op voor- en nadelen van samenwerking, wordt een sterkte en zwakteanalyse van onze gemeente gepresenteerd en worden de uitgangspunten en doelen van samenwerking geformuleerd. Onderstaand zijn enkele passsages uit de visie op genomen. Uitgangspunten en doelen van samenwerking De schaalgrootte van de gemeente is vooralsnog voldoende om taken zelfstandig uit te kunnen voeren. De gemeente Elburg beschouwt samenwerken als een middel om betere resultaten voor de burgers te bereike n. De eigen identiteit van de Elburgse samenleving wordt zoveel mogelijk behouden. Elburg wil zoveel en zo lang mogelijk zijn bestuurlijke autonomie handhaven. Bij samenwerking spelen de volgende afwegingen: o Kostenbeheersing / kostenreductie: o Kwetsbaarheidsvermindering: o Kwaliteitsverbetering van de dienstverlening: Elburg participeert in uiteenlopende bestuurlijke en operationele samenwerkingen. Bij ieder voornemen tot samenwerking of uitbesteding dient de gemeente zich af te vragen of dit pa st binnen de gewenste regionale samenhang en bestaande samenwerkingsverbanden. We hechten sterk aan het waarborgen van de eisen van democratische legitimatie, democratische sturing en controle. Samenwerken met wie en wanneer De denktank heeft de volgende visie verwoord: “De keuze voor samenwerkingspartners wordt niet alleen bepaald door de geografische nabijheid en de gezamenlijke schaalgrootte, maar ook en vooral door gedeelde belangen bij de samenwerking en onderling vertrouwen. Zoals gezegd is het behoud van de eigen identiteit voor Elburg een belangrijk uitgangspunt in de keuze voor samenwerkingspartners. We kiezen daarom bij voorkeur voor samenwerkingspartners waarmee Elburg raakvlakken heeft in karakter, cultuur en belangen en waarbij sprake is wederzijdse (h)erkenning en natuurlijke chemie. Als het gaat om samenwerking, voelt Elburg zich verwant met de gemeenten op de Noord West Veluwe. Elburg hecht aan betrouwbaar partnerschap, hetgeen inhoudt dat samenwerken voor ons niet vrijblijvend of gemakkelijk opzegbaar is. We kiezen ervoor geen korte termijn voordelen na te jagen, maar kiezen voor stabiele relaties met anderen en stabiele verhoudingen in de regio omdat wij ervan overtuigd zijn dat daarmee op de lange termijn de beste en meest efficiënte resultaten worden bereikt. We zoeken zoveel mogelijk samenwerking met partners met wie op samenhangende (beleids)terreinen al wordt samengewerkt. We geven er de voorkeur aan om voor wat betreft (de versterking van) samenwerking ‘natuurlijke momenten’ te benutten”.
II. Verbonden partijen De gemeente Elburg voert taken uit via verbonden partijen. Dit zijn verbonden partijen die gemeentelijke taken in opdracht van één of meerdere overheden uitvoeren. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekr echtelijke organisatie, waarin de gemeente een financieel én een bestuurlijk belang heeft. Dit belang wordt als volgt gedefinieerd: Financieel belang
Bestuurlijk belang
74
Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat dan wel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging i n het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht.
E: Verbonden partijen
Het kan gaan om tijdelijke of langdurige samenwerkingsverbanden. Een dergelijke samenwerking kan worden aangegaan met andere gemeenten, overheden, non-profitorganisaties of private partijen. Hier onder vallen: gemeenschappelijke regelingen, NV’s en BV’s, stichtingen, en verenigingen. De verschillende soorten verbonden partijen brengen ieder hunn eigen bestuurlijke en financiële risico’s met zich mee en hebben verschillende voor- en nadelen. In de onderstaande tabellen zijn de kenmerken per soort weergegeven. 1. Kenmerken Stichting en vereniging Bestuurlijke Betrokkenheid Eventueel zitting in het bestuur van de stichting.
Financiële relatie
Voordelen
Nadelen
Risicoprofiel
Subsidierelaties tussen gemeente en stichting of vereniging met mogelijk aanvullende afspraken met betrekking tot: Het dekken van onvoorziene exploitatietekorten; Incidentele uitgaven als gevolg van reorganisaties; Garantstellingen
De financiële consequenties zijn nihil. Alleen financiële aansprakelijkheid voor verstrekte middelen. De stichting is formeel verantwoordelijk voor exploitatierisico’s. In de praktijk blijkt dat gemeenten een deel van dat risico informeel of via aanvullende afspraken dragen.
Een stichting of vereniging heeft zelden een buffer om exploitatietekorten of onvoorziene uitgaven op te vangen. Per definitie kloppen zij dan bij gemeenten aan.
Financieel Laag/ gemiddeld Vanwege beperkte financiële risico’s Bestuurlijk Laag / gemiddeld Bestuurders zijn aansprakelijk als er sprake is van wanbeleid.
Eenvoudig en goedkoop op te richten.
2. Kenmerken Vennootschap (N.V. en B.V.) Bestuurlijke Betrokkenheid
Financiële relatie
Voordelen
Nadelen
Risicoprofiel
Aandeelhouder
Aandelen
De taak wordt meer op afstand geplaatst.
De vaak beperkte beïnvloedingsmogelijkheid .
Financieel Gemiddeld
Commissariaten
Financiële voordelen door winstdeling en dividend. Meer vanuit de rol als toezichthouder betrokken bij de vennootschap.
De Raad van Bestuur heeft wettelijk veel bevoegdheden en moet primair handelen vanuit het private belang van de onderneming.
Vanwege het feit dat de gemeente alleen risico loopt over het ingebrachte geld. Bestuurlijk Gemiddeld/ hoog Gezien de grote afstand tussen gemeente en vennootschap is het moeilijker publieke doelstellingen in het oog te houden.
3. Kenmerk Gemeenschappelijke regeling Bestuurlijke Betrokkenheid Algemeen bestuur
Financiële relatie
Voordelen
Nadelen
Risicoprofiel
Jaarlijkse bijdrage bekostiging exploitatie.
Veel bestuurlijk/ beleidsmatige invloed.
Bijdrage is een verplichte uitgave.
Financieel Hoog
Uitgelezen vorm om op voet van evenredigheid en gelijkwaardigheid samen te werken met publieke partijen voor een publiek belang.
Qua besluitvorming lange procedures en verplichte verantwoordingslijnen.
De participerende gemeenten zijn financieel aansprakelijk.
Dagelijks bestuur
Schaalvoordelen: inkoop, expertise en formatie.
75
Als afzonderlijke deelnemer vaak beperkte zeggenschap.
Bestuurlijk Hoog Afhankelijk van de gekozen GR bestaat er een regeling voor terugroeping van leden van het AB of DB.
E: Verbonden partijen
Samenvattend overzicht Verbonden partij
Rechtsvorm Privaatrechtelijke Privaatrechtelijke
3. Gemeenschappelijke Regeling
Publiekrechtelijk
Privaat X X
X
Hoog
1. Stichtingen en verenigingen 2. Vennootschap (BV, NV)
Belang Publiek
Risico Financieel
Bestuurlijk
Laag/ Gemiddeld Gemiddeld
Laag/ Gemiddeld Gemiddeld/ Hoog
Hoog
Hoog
Financieel risico
Gemeenschappelijke regeling
Vennootschap
Laag
Stichting
Laag
Bestuurlijk risico
Hoog
III. De lijst met verbonden partijen Voor een goed inzicht in de financiële positie van de verbonden partijen wordt op de volgende pagina’s per partij ingegaan op een aantal specifieke onderdelen. De mate van detaillering van de informatie is afhankelijk van het risicoprofiel. Hoe hoger het financiële en bestuurlijke risico, hoe meer informatie. Op basis van boven staande risicoprofiel wordt de informatie voor de gemeenschappelijke regeling het meest uitvoerig beschreven. Voor de overige verbonden partijen geldt dat de informatie beperkter wordt weergeven.
76
E: Verbonden partijen
Gemeenschappelijke regelingen Naam
Regio Noord Veluwe
Vestigingsplaats
Harderwijk
Deelnemende partijen
Regiogemeenten: Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten Contractgemeenten: Hattem, Heerde, Nijkerk, Voorst, Zeewolde, Epe
Doel
Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten te behartigen op het gebied van algemeen bestuurlijke aangelegenheden, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, milieu, sociaal- economische ontwikkeling, recreatie en toerisme, natuur en landschap, verkeer en vervoer, sociale zaken, arbeidsvoorziening, maatschappelijke zorg en welzijn, onderwijs en cultuur, personeelszaken, openbare orde en zedelijkheid, zulks met inachtneming van hetgeen in deze regeling nader is bepaald met betrekking tot de taken en bevoegdheden van het samenwerkingsverband. Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden van het college van burgemeester en wethouders van elke deelnemende gemeente, door dat college aan te wijzen, alsmede de burgemeester van de deelnemende gemeente met de meeste inwoners, als onafhankelijk voorzitter. Het dagelijks bestuur bestaat uit een aantal leden, dat gelijk is aan het aantal deelnemende gemeenten, alsmede uit een onafhankelijk voorzitter.
Bestuurlijk belang Gemeente Elburg
Financieel belang Gemeente Elburg
Begroting Rekening
Resultaat GR
2013
2014
2015
2016
541.000
491.000
499.000
525.000
478.000
450.000
-
Rekening
Rekening
Rekening
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
-198.000
69.000
257.000
303.000
0
Per 01-01-2012 3.175.000
3.391.000
3.676.000
3.739.000
Vreemd vermogen GR
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
Opmerkingen bij de cijfers:
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
0
Eigen vermogen GR
Per 01-01-2015
10.464.000 9.381.000 11.436.000 11.867.000 Het voordelig resultaat in 2014 ad € 303.000 is mede ontstaan door extra inkomsten, een voordeel op overhead- en salariskosten en een onbenutte stelpost onvoorzien. Het eigen vermogen is toegenomen met € 63.000. O.a. door het voordelig rekeningresultaat. De langlopende schulden zijn door aflossingen afgenomen. Door met name subsidiebijdrages is de post vooruit ontvangen bedragen gestegen. Deze stijging zorgt voor de toename van het vreemd vermogen. De solvabiliteit van het VNOG is nagenoeg gelijk aan vori g jaar 24%.
Prestaties
In de jaarstukken van het RNV is een zeer uitgebreide toelichting te vinden op de realisatie van alle doelstellingen. De informatie is zeer gedetailleerd opgesomd zodat uw raad hierdoor een compleet beeld krijgt van het jaar 2014.
Ontwikkelingen
Voor de uitvoering van het Regiocontract 2012-2015 is het een belangrijk jaar. Eind 2015 moeten alle gemeentelijke en regionale projecten uitgevoerd en afgerond zijn. Op 1 juli 2014 hebben de colleges van de gemeenten Ermelo, Elburg, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten besloten de strategische samenwerking in de regio onder te brengen in de Strategische Alliantie Veluwe Noord.
Beleidsvoornemens Risico’s
In de begroting 2016 is de uitbreiding van de formatie bij het bureau leerlingzaken opgenomen. Naast algemene risico’s worden geen specifieke risico’s benoemd. De weerstandscapaciteit inclusief het vermogen van de inclusief Groep bedraagt circa € 3,4 miljoen. De weerstandscapaciteit van de Inclusief Groep NV bedraagt € 2.670.000. 2013 2014
Kengetallen
77
Leerplicht: Sociale recherche:
Relatief verzuim Aantal cliënten
125 195
121 214
Sociale recherche: Afval:
Bruto fraudebedrag Tonnage restafval
34.870 4.901
40.056 4.810
Afval: Afval:
Tonnage GTF afval Tonnage oud-papier
3.488 1.348
3.578 1.361
E: Verbonden partijen Naam
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland
Vestigingsplaats
Apeldoorn
Deelnemende partijen
Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk, Zutphen De veiligheidsregio behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van de brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening met behoud van de lokale verankering, zoals neergelegd in de Wet veiligheidsregio’s. De burgemeester is lid van het Algemeen bestuur
Doel
Bestuurlijk belang Gemeente Elburg Financieel belang Gemeente Elburg Resultaat GR
Eigen vermogen GR Vreemd vermogen GR Opmerkingen bij de cijfers:
Ontwikkelingen
Begroting Rekening Rekening 2011
2013
2014
2015
2016
581.000 578.000
1.052.000 986.000
1.071.000 -
1.083.000 -
Rekening 2012
1.069.000 1.209.000 Per 01-01-2012
Rekening 2013 2.441.000 Per 01-01-2013
Rekening 2014 1.536.000 Per 01-01-2014
Begroting 2015
Begroting 2016
0
0 Per 01-01-2015
4.299.000
4.593.000
6.492.000
5.634.000
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
8.569.000
8.186.000
36.723.000
32.900.000
Voorlopige cijfers jaarrekening 2014: Het voordelig saldo bedraagt € 1.536.000. Hiervan wordt € 1.075.000 weer verrekend met de gemeentelijke bijdragen. Voor de gemeente Elburg is hierdoor een voordeel van € 54.000 ontstaan. De solvabiliteit van het VNOG is nagenoeg gelijk aan vorig jaar 17%. De VNOG is volop in beweging. Het project MOED is afgesloten en het daarop volgend project Risicogericht is opgestart.
Beleidsvoornemens
MOED: Masterplan om te komen tot een Optimale Effectieve Doelmatige brandweerorganisatie. De uitkomst van MOED moet een organisatie zijn die efficiënter werkt dan de huidige.
Risico’s
Kenmerkend voor het risicoprofiel van de VNOG is dat deze organisatie voor het uitvoeren van haar taken voor het grootste deel afhankelijk is van de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Daarmee zijn de gemeenten ook aan te spreken op eventuele tekorten in de exploitatie. Dit laatste is vastgelegd in de “gemeenschappelijk e regeling”.
Indicatoren Kengetallen
Programmarekening 2014 (x € 1.000)
Raming lasten
Raming Baten
Werkelijk Lasten
Werkelijk Baten
Risicobeheersing Preparatie
1.688 1.619
161 405
1.683 1.574
205 408
Vakbekwaamheid
1.321
893
1.436
983
Repressie
5.606
2.624
5.494
2.631
Nazorg Brandweer Achterhoek Oost
57 4.701
0 5.092
52 4.756
0 5.516
Brandweer Achterhoek West EVA
7.820 13.319
7.968 13.346
7.904 13.470
8.324 13.601
Ijsselstreek Veluwe noord
4.426 3.066
4.308 3.066
4.436 2.880
4.375 3.111
Veluwe west Bovenclusterlijk Veluwe
5.662 212
5.662 212
5.444 208
6.027 212
Regionaal Veiligheidsbureau GHOR
1.303 1.887
0 62
1.221 1.800
6 61
Meldkamer Oost Nederland Algemene dekkingsmiddelen
1.864 6.283
302 15.034
1.691 6.990
161 16.040
60.834 1.699
59.135
61.039 -622
61.661
Totaal Voor bestemming Bestemming Na bestemming
78
1.699 3.398
-917 -1.539
E: Verbonden partijen Naam
Streekarchivariaat Noord-West Veluwe
Vestigingsplaats
Elburg
Deelnemende partijen
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek
Doel
Elburg is centrumgemeente Doelstelling van het Streekarchivariaat is het uitvoering geven aan de taken genoemd in de Archiefwet (het in goede, geordende en toegankelijke staat bewaren van archieven).
Bestuurlijk belang
Bestuurscommissie
Financieel belang Gemeente Elburg
Begroting Rekening
Resultaat GR
2013
2014
2015
2016
78.000
80.000
84.000
104.000
81.000
111.000
Rekening
Rekening
Rekening
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
-1.000
0
-11.000
-151.000
0
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
0
Eigen vermogen GR
Per 01-01-2012
Per 01-01-2015
-
-
-
-
Vreemd vermogen GR
Per 01-01-2012 -
Per 01-01-2013 -
Per 01-01-2014 -
Per 01-01-2015 -
Opmerkingen bij de cijfers:
De totale kosten van het streekarchivariaat ad € 564.000 worden op basis van een afgesproken verdeelsleutel verdeeld over de vijf gemeenten. Per jaar wordt het saldo afgerekend. Hierdoor ontstaat er geen eigen vermogen e.d. voor de gemeenschappelijke regel ing. In verband met de verplichte archiefinspectie en wettelijke toezichtstaken is de formatie van het streekarchivariaat uitgebreid waardoor de bijdrage in 2016 flink hoger is.
Prestaties
Aantal bezoekers streekarchivariaat in 2011 Aantal bezoeken in 2011
47 474
Aantal bezoekers streekarchivariaat in 2012 Aantal bezoeken in 2012
68 486
Aantal bezoekers streekarchivariaat in 2013 Aantal bezoeken in 2013
69 439
Aantal bezoeken in 2014
501
Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Risico’s Indicatoren
79
Voor 2015 is er in verband met genoemde verplichting voor archiefinspectie en extra toezichtstaken een extra bijdrage geraamd van € 25.000. Enkele indicatoren voor het streekarchivariaat: Aantal medewerkers Beleid en Internet Kwalitatieve archiefzorg Archiefzorg Locatie Elburg Locatie Ermelo Locatie Harderwijk Locatie Nunspeet Locatie Oldebroek Totaal
1,38 1,55 1,10 0,80 0,70 0,89 0,60 0,40 7,42
E: Verbonden partijen Naam
GGD Noord Oost Gelderland
Vestigingsplaats
Apeldoorn
Deelnemende partijen
Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk, Zutphen De GGD stelt zich tot doel het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de bevolking van de regio, met speciale aandacht voor jeugd en risicogroepen. De kerntaak van de GGD is de uitvoering van de wettelijke taken op basis van de Wet publieke gezondheid. De basisproducten worden verzorgd voor alle deelnemende gemeenten en in beginsel bekostigd uit de gemeentelijke inwonerbijdrage. Naast basisproducten kent de GGD plusproducten, die worden geleverd op contract basis met gemeenten (individueel, per groep of alle 21) of derden.
Doel
Bestuurlijk belang Financieel belang Gemeente Elburg Resultaat GR
Eigen vermogen GR Vreemd vermogen GR
Lid in Algemeen bestuur en dagelijks bestuur 2013 Begroting Rekening
300.000 290.000
Rekening 2011
Rekening 2012
628.000 470.000 Per 01-01-2012
Rekening 2013 35.000 Per 01-01-2013
2014
2015
2016
306.000 304.000
310.000 -
313.000 -
Rekening 2014
Begroting 2015
238.000 Per 01-01-2014
0
Begroting 2016 0 Per 01-01-2015
3.838.000
3.765.000
3.182.000
3.501.000
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
4.599.000
4.337.000
3.467.000
3.562.000
Opmerkingen bij de cijfers: Prestaties Ontwikkelingen Beleidsvoornemens
Begroting 2016 De bijdrage voor 2016 is € 2.535 hoger dan in 2014 (totale stijging van 0,8%). De bijdrage stijgt van € 13,70 per inwoner naar € 13,81. Dit past binnen de begrotingsuitgangspunten van de gemeente. De programmabegroting 2016 GGD NOG geeft een beperkte meerjarenraming. Wel wordt aangegeven dat door een daling van het aantal jongeren de kosten jaarlijks met € 50.000 zullen dalen in meerjarenperspectief (2017-2018).
Risico’s
De weerstandscapaciteit bestaat uit de potentieel in te zetten middelen om de tegenvallers op te vangen. Per 31-12-2014 is daarvoor afgerond € 1.474.000 beschikbaar. Indicatoren voor de GGD: Aantal medewerkers (vast) 152 fte
Indicatoren
80
E: Verbonden partijen Naam
Omgevingsdienst Noord Veluwe
Vestigingsplaats
Harderwijk
Deelnemende partijen
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Putten, provincie Gelderland Hattem, Heerde en Oldebroek
Doel
De Omgevingsdienst Noord-Veluwe voert in samenwerking met de andere uitvoeringsdiensten in opdracht van de gemeenten en de provincie een deel van de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving uit op het gebied van fysieke leefomgeving.
Bestuurlijk belang
1 lid in Algemeen bestuur 1 lid in Dagelijks bestuur
Financieel belang Gemeente Elburg
Begroting
2013 240.600
2014 329.000
2015 314.000
2016 336.000
Resultaat GR
Rekening Rekening
200.810 Rekening
298.000 Rekening
Begroting
Begroting
2012 -
2013 209.000
2014 585.000
2015 0
2016 0
Eigen vermogen GR
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
-
209.000
668.000
Vreemd vermogen GR
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
-
-
-
Opmerkingen bij de cijfers:
Prestaties
Per 01-01-2015
Het resultaat ad € 585.000 is ontstaan door een voordeel op milieuzorg van € 440.000 en een voordeel op algemene dekkingsmiddelen van € 145.000. In grote lijnen is het saldo ontstaan door de volgende zaken: het niet aanwenden van stelposten, subsidies, extra werkzaamheden, onderuitputting bij vergunningverlening en minder uitgaven bedrijfsvoering. Het eigen vermogen is toegenomen met € 459.000. Onder andere door het voordelig rekeningresultaat. Na vaststelling van de jaarstukken wordt dit terugbetaald aan de deelnemers. De gemeente Elburg ontvangt € 31.000. De solvabiliteit van het ODNV is 38%. Op het gebied van milieuzorg zijn er vier pakketten. Pakket 1: Basistakenpakket Pakket 2: Overige inrichting gebonden taken Pakket 3: Advies Pakket 4: Stelseltaken De gemeente Elburg neemt alle vier pakketten af bij het ODNV.
Ontwikkelingen
-
Beleidsvoornemens
Het ODNV is zich aan het oriënteren op samenwerkingsverbanden.
Risico’s
De ODNV loopt een risico van aansprakelijkheidstelling bij de reguliere taakuitvoering. Verder is een bezuinigingstaakstelling afgesproken van 7,5% (2014 -2018) welke nog niet geheel is ingevuld. In 2014 € 62.000 van de totale taakstelling ad € 111.000 gerealiseerd. De weerstandscapaciteit is 1% van de totale begroting van € 3,8 miljoen.
Indicatoren
-
Kengetallen
81
E: Verbonden partijen Naam
Gastvrij Randmeren (t/m 2013 Natuur- en recreatieschap Veluwerandmeren)
Vestigingsplaats
Harderwijk
Deelnemende partijen
Dronten, Kampen, Elburg, Nunspeet, Putten, Oldebroek, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Zeewolde
Doel
Het schap heeft tot doel in onderlinge samenhang de bovengemeentelijke belangen van de recreatie en de natuurbescherming binnen het gebied te behartigen en het natuur- en landschapsschoon binnen het gebied te bewaren en te bevorderen.
Bestuurlijk belang
1 lid in Algemeen bestuur 1 lid in Dagelijks bestuur
Financieel belang Gemeente Elburg
Begroting
Resultaat GR
Rekening Rekening 2011 -
2013 20.400
2014 21.000
2015 21.000
2016 21.300
Rekening
20.400 Rekening
21.000 Rekening
Begroting
Begroting
2012 256.000
2013 192.000
2014 -4.000
2015 0
2016 0
Eigen vermogen GR
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
0
4.007.000
3.974.000
4.399.000
Vreemd vermogen GR
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
0 19.104.000 17.649.000 De solvabiliteit van het schap is gestegen van 18 % naar 21%.
16.593.000
Opmerkingen bij de cijfers: Prestaties Ontwikkelingen
Risico’s
Beleidsvoornemens Kengetallen
82
Per 01-01-2015
Per 1-1-2014 is het samenwerkingsverband met het hele randmeer gebied opgericht (16 gemeenten) in een Coöperatie Randmeren “gastvrije randmeren”. De huidige werknemers van het Schap werken straks in opdracht van zestien gemeenten in plaats van de huidige tien. In de uitvoeringsorganisatie verandert niet zoveel. Het bureau van Gastvrije Randmeren blijft gevestigd in het kantoor van Regio Noord-Veluwe in Harderwijk. De budgetten voor de nog uit te voeren werkzaamheden zijn vaste bedragen. Incidentele kleine overschotten of tekorten worden verrekend met de algemene reserve. De risico’s zijn dus beperkt. Er is per 31-12-2014 een weerstandsvermogen aanwezig van € 3,8 miljoen.
E: Verbonden partijen
Vennootschap (BV, NV) Naam
Bank Nederlandse Gemeenten N.V.
Vestigingsplaats
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten, Den Haag
Doel
BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Bestuurlijk belang
Toelichting: Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. BNG Bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van beide elementen heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen. Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat i s houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, elf provincies en een hoogheemraadschap. Aandelen BNG Bank luiden op naam en zijn niet beursgenoteerd. Het maatschappelijk aandelenkapitaal bestaat uit 100 miljoen aandelen van EUR 2,50 nominaal, waarvan 55.690.720 aandelen zijn geplaatst en volgestort. De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG Bank via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten (een stem per aandeel van EUR 2,50). De gemeente Elburg heeft 76.830 aandelen á € 2,50
Financieel belang Gemeente Elburg
2013 89.000
Begroting
2014 94.000
2015 95.000
2016 96.000
Rekening 114.000 98.000 44.000 BNG Bank heeft over 2014 een nettowinst behaald van € 126 miljoen (2013: €283 miljoen). Aan de aandeelhouders wordt voorgesteld om 25% van de winst na belasting uit te keren. Dit komt neer op een dividendbedrag van EUR 32 miljoen. De aanhoudend hoge marktaandelen bevestigen het belang van de rol van BNG Bank. Van de totale langlopende solvabiliteitsvrije kredietvr aag vanuit decentrale overheden, woningcorporaties en zorginstellingen werd ongeveer 65% door de bank ingevuld. De nieuw verstrekte langlopende kredietverlening bedroeg in 2014 EUR 9,2 miljard (2013: EUR 11,9 miljard). De economische omstandigheden en de vele nieuwe wet- en regelgeving waarmee de belangrijkste klanten van de bank worden geconfronteerd hebben geleid tot terughoudendheid ten aanzien van nieuwe investeringen en daarmee tot een daling van de klantvraag. Resultaat BNG Eigen vermogen BNG Vreemd vermogen BNG Ontwikkelingen
83
Rekening
Rekening
Rekening
2011
2012
2013
Rekening 2014
256 miljoen Per 01-01-2012
332 miljoen Per 01-01-2013
283 miljoen Per 01-01-2014
126 miljoen Per 01-01-2015
1.897 miljoen
2.752 miljoen
3.430 miljoen
3.582 miljoen
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
134.470 miljoen 139.443 miljoen 127.721 miljoen 149.891 miljoen In het streven de banken veiliger te maken worden door meerdere regelgevers in hoog tempo vele voorstellen tot nieuwe wet- en regelgeving doorgevoerd. De gevolgen van de nieuwe regelgeving voor BNG Bank zijn zichtbaar in een structurele stijging van de ope rationele lasten en bijdragen aan heffingen zoals de nationale bankenbelasting en het Europese resolutiefonds.
E: Verbonden partijen
Naam
Nuon Energy N.V.
Vestigingsplaats
Nuon Energy N.V., Amsterdam
Doel Bestuurlijk belang
Zorgdragen voor een goed transport en distributie van elektriciteit en gas De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten. De gemeente Elburg heeft 60.007 aandelen á € 5,00 2013 2014 2015 2016
Financieel belang Gemeente Elburg
Begroting Rekening
86.000 87.000
86.000 87.000
130.000 130.000
-
De netto-omzet, exclusief bijzondere posten, is gedaald met 16% tot EUR 3.125 miljoen (2013: EUR 3.720 miljoen). Het onderliggende bedrijfsresultaat (uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, exclusief bijzondere posten) is gedaald met 48% tot EUR 109 miljoen (2013: EUR 210 miljoen). Door een afwaardering op centrales van EUR 380 miljoen laat het gerapporteerde resulta at een nettoverlies zien van EUR 191 miljoen. Resultaat Nuon Eigen vermogen Nuon Vreemd vermogen Nuon Ontwikkelingen
Rekening 2011
Rekening 2012
Rekening 2013
Rekening 2014
438 miljoen Per 01-01-2012
-716 miljoen Per 01-01-2013
-419 miljoen Per 01-01-2014
-191 miljoen Per 01-01-2015
4.101 miljoen
3.333 miljoen
2.922 miljoen
2.657 miljoen
Per 01-01-2012 2.747 miljoen
Per 01-01-2013 3.501 miljoen
Per 01-01-2014 -
Per 01-01-2015 -
Per 1 juli 2015 zijn de laatste aandelen verkocht aan Vattenfall. Dit is geschied tegen de eerder afgesproken prijs. Over de uitstaande aandelen heeft Vattenfall tot die tijd de afgesproken rentevergoeding van 2% uitbetaald.
Kengetallen
2012
2013
2014
Aantal aansluitingen elektriciteit
mln
2,2
2,1
2,0
Aantal aansluitingen gas
mln
1,9
1,8
1,7
5.200
4.833
4.434
Aantal medewerkers Netto winst
mln
-716
-419
-191
Netto omzet
mln
3.879
3.720
3.125
-
-
-
Solvabiliteit
84
E: Verbonden partijen Naam
Alliander N.V.
Vestigingsplaats
Alliander N.V., Arnhem
Doel Bestuurlijk belang
Zorgdragen voor een goed transport en distributie van elektriciteit en gas De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten. De gemeente Elburg heeft 285.743 aandelen á € 5,00 2013 2014 2015 2015
Financieel belang Gemeente Elburg
Begroting Rekening
205.000 155.000
210.000 261.000
212.000 260.000
215.000
Alliander heeft een goed jaar achter de rug. Op veel punten zijn de gestelde doelen gehaald. Zo is de uitvalduur van elektriciteit gedaald en zit deze onder de norm. Daar staat tegenover dat er enkele grote gasstoringen zijn geweest, onder andere in Apeldoorn. De netto-omzet is met 3% gedaald tot € 1,7 miljard als gevolg van de lagere gereguleerde tarieven. De kosten zijn met 1% gestegen tot € 1,4 miljar d. Door efficiencyprogramma’s zijn de operationele kosten gedaald, maar de kosten voor precariorechten en doorbelasting vanuit Tennet zijn echter fors gestegen. Het gerapporteerde resultaat (€ 323 miljoen) is gestegen, met name door twee eenmalige posten: verkoop van belang in KEMA en vrijval van een voorziening die betrekking heeft op de cross border leases. De investeringen zijn gelijk gebleven (€ 570 miljoen), maar liggen op een duidelijk hoger niveau dan enkele jaren geleden mede door invoering van de s limme meter. De financiële ratio’s voor solvabiliteit en liquiditeit voldoen ruim aan de gestelde doelen. De solvabiliteit is met 2,5 procentpunt gestegen tot 53,6% Uitkering van een dividend van € 124,6 miljoen. Dit is conform het vastgestelde dividendbel eid waarbij 45% van het resultaat na belastingen wordt uitgekeerd. Het dividendbedrag is ongeveer gelijk aan het vorige boekjaar. Resultaat Alliander Eigen vermogen Alliander Vreemd vermogen Alliander
Rekening 2011
Rekening 2012
Rekening 2013
Rekening 2014
251 miljoen Per 01-01-2012
224 miljoen Per 01-01-2013
288 miljoen Per 01-01-2014
323 miljoen Per 01-01-2014
3.079 miljoen
3.203 miljoen
3.375 miljoen
3.579 miljoen
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2014
3.264 miljoen
3.758 miljoen
3.476 miljoen
3.384 miljoen
Ontwikkelingen Kengetallen
2012 Aantal aansluitingen elektriciteit
x 1.000
Aantal aansluitingen gas
x 1.000
Aantal medewerkers Netto omzet Solvabiliteit
85
mln
2013
2014 3.063 2.649
7.140
7.157
7.170
1.674
1.744
1.696
50%
51%
54%
E: Verbonden partijen Naam
Vitens N.V.
Vestigingsplaats
Vitens N.V. Utrecht
Doel Bestuurlijk belang
Zorgdragen voor een goede (drink) watervoorziening. De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten. De gemeente Elburg heeft 18.693 aandelen á € 1,00 2013 2014 2015 2016
Financieel belang Gemeente Elburg
Begroting Rekening
52.000 48.000
53.000 51.000
54.000 54.000
55.000
De productie van drinkwater en de omzet zijn in 2014 ten opzichte van 2013 nagenoeg stabiel gebleven. De directie stelt voor om 40% van het resultaat uit te keren als dividend. Dit betekent dat 2,91 euro per aandeel wordt uitgekeerd. Dit was in 2012 2,72 euro per aandeel. De uitkering van 40% is de ondergrens van de bandbreedte in het dividendbeleid. De afgesproken bandbreedte is 40-75%. De directie kiest voor de ondergrens om maximaal bij te dragen aan de verhoging van de solvabiliteit.
Resultaat Vitens
Onze gemeente neemt deel in het maatschappelijk kapitaal Vitens met 18.693 aandelen. Het in 2015 ontvangen dividend van circa € 54.000 is conform raming. Rekening Rekening Rekening Rekening 2011 36 miljoen
2012 30 miljoen
2013 39 miljoen
2014 39 miljoen
Eigen vermogen Vitens
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
403 miljoen
386 miljoen
438 miljoen
421 miljoen
Vreemd vermogen Vitens
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
1.155 miljoen
1.296 miljoen
1.274 miljoen
1.293 miljoen
Ontwikkelingen
Het belangrijkste van de financiële projectie 2014 -2016 is dat Vitens onder de huidige omstandigheden de drinkwatertarieven tot en met 2016 gelijk kan houden. Daar moeten de werkprocessen verder voor geoptimaliseerd worden, maar de overtuiging is dat het g aat lukken. En verder voorziet Vitens een stijging van de solvabiliteit van 25% (2013) tot 30% in 2016.
Kengetallen Aantal aansluitingen
x 1.000
Verbruik per aansluiting
m3
Aantal medewerkers
2012
2013
2014
2.467
2.487
2.507
119
119
119
114
1.431
1.406
1.402
1.403 389
Totale opbrengsten
mln
456
386
387
Netto omzet
mln
417
352
352
354
Drinkwatertarief
m3
1,07
1,08
Dividend
Euro
2,57
2,72
2,91
Investeringen
mln 22,9%
25,6%
24,6%
Solvabiliteit
86
2011 2.437
23,7%
E: Verbonden partijen Naam
Inclusief Groep N.V.
Vestigingsplaats
Inclusief Groep N.V. Nunspeet
Doel Bestuurlijk belang
Inclusief Groep is de Sociale Werkvoorziening De Regio Noord-Veluwe is de aandeelhouder van de Inclusief Groep. De Regio Noord-Veluwe wordt vertegenwoordigd door één Algemeen Bestuurslid per aangesloten gemeente (Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Elburg en Oldebroek). De Inclusief Groep voert de Wet Sociale Werkvoorziening uit in opdracht van deze zev en gemeenten. De Regio Noord-Veluwe heeft de regie hiervan in handen gelegd van de Bestuurscommissie, bestaande uit de wethouders Sociale Zaken van deze zeven gemeenten.
Financieel belang Gemeente Elburg
Resultaat Inclusief Groep Eigen vermogen Inclusief Groep Vreemd vermogen Inclusief Groep Ontwikkelingen
87
Begroting
2012 -
2013 -
2014 -
Rekening
-
-
-
2015 -
Rekening 2010
Rekening 2011
Rekening 2012
Rekening 2013
388.000 Per 01-01-2011
-1.084.000 Per 01-01-2012
826.000 Per 01-01-2013
207.000 Per 01-01-2014
6,6 miljoen
5,3 miljoen
6,0 miljoen
6,1 miljoen
Per 01-01-2011
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
9,1 miljoen
10,4 miljoen
10,6 miljoen
10,1 miljoen.
Per 1 januari 2015 is er geen nieuwe instroom in de WSW meer. De rechten van de huidige SWmedewerkers blijven bestaan. Het totale budget is echter wel veel lager dan het huidige. Er moet een toekomstbestendige inrichting van de sociale werkvoorziening worden gerealiseerd, rekening houdend met afschaffing van de Wet sociale werkvoorziening en invoering van de Participatiewet. Dan zal ook een besluit worden genomen over de bestuurlijk -juridische structuur van de Inclusief Groep NV.
E: Verbonden partijen Naam
Leisurelands (voorheen Recreatiegemeenschap Veluwe Holding bv)
Vestigingsplaats
Arnhem
Doel Bestuurlijk belang
Beheren en exploiteren van (dag) recreatieve voorzieningen voor een breed publiek. De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten. De gemeente Elburg heeft 4.499 aandelen á € 1,00 2012 2013 2014 2015
Financieel belang Gemeente Elburg
Resultaat Leisurelands
Begroting Rekening
-
-
-
-
Rekening
Rekening
Rekening
Rekening
2011 2.295.000
2012 744.000
2013 2.279.000
2014 1.400.000
Eigen vermogen Leisurelands
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
43,4 miljoen
49,9 miljoen
52,3 miljoen
Vreemd vermogen Leisurelands
Per 01-01-2012
Per 01-01-2013
Per 01-01-2014
Per 01-01-2015
-
49,8 miljoen
52,2 miljoen
52,0 miljoen
Ontwikkelingen
Leisurelands is sinds maart 2015 de nieuwe naam van RGV. Het jaar 2014 stond in het teken van schaalvergroting van de onderneming als gevolg van een fusie met onderdelen van het Recreatieschap Achterhoek Liemers. Na een langdurig traject van voorbereiding werd deze fusie geformaliseerd op 2 december 2013. Het jaar 2014 was het eerste volle jaar dat de vijf recreatieterreinen door Leisurelands werden geëxploiteerd. Het operationeel resultaat van de onderneming verbeterde sterk tot -/- € 0,8 miljoen, ondanks moeilijke marktomstandigheden. Dankzij de goede resultaten van het vermogensbeheer resulteerde een nettoresultaat van € 2,5 miljoen. Hierdoor is de financiële basis van de onderneming verder versterkt.
88
E: Verbonden partijen
III. Samenwerkingsverbanden Onderstaand een overzicht van samenwerkingsverbanden van de gemeente Elburg. Omdat het begrip ‘samenwerking’ voor meerdere uitleg vatbaar is, kan op voorhand aangegeven worden dat deze lijst niet uitputtend is. Samenwerking
Deelnemers:
Doel samenwerking
Afvalwaterketen Noord Veluwe
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Hattem, Heerde, Waterschap Vallei-Veluwe
Overlegwerkgroep over toekomst waterketen Gelderland
Rekenkamercommissie
Elburg, Putten, Oldebroek, Nunspeet
Elk van de aangesloten gemeenten heeft een eigen Rekenkamercommissie benoemd. In het verband van de aangesloten gemeenten Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten wordt echter wel nauw samengewerkt. Naast het feit dat de leden van de Rekenkamercommissie voor alle gemeenten dezelfde zijn, worden gezamenlijke onderzoeken in de vier gemeenten uitgevoerd. Deze gezamenlijke aanpak verhoogt de efficiency en werkt ook kostenbesparend.
Buurtbemiddeling
Nunspeet, Elburg, Oldebroek woningcorporaties Omnia Wonen Nunspeet, Uwoon Elburg en Delta Wonen Wezep en de politie Noord- en Oost Gelderland
Taken efficiënter uitvoeren Kosten besparen Sterkere gezamenlijke positie
Nazorg ex gedetineerden
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Hattem
Gemeenten hebben sinds enkele jaren de verantwoordelijkheid de zorg na detentie te regelen. Voor de uitvoering van deze taak hebben de gemeenten een zogenoemd 'lokaal contactpersoon nazorg ex-gedetineerden' aangewezen. De beschikbare capaciteit in de afzonderlijke gemeenten is ontoereikend en door het Rijk worden geen structurele gelden beschikbaar gesteld voor de nazorg. De zeven gemeenten hebben afgesproken dat Nunspeet een coördinerende rol gaat vervullen in de regio.
Commissie bezwaar en beroepschriften
Elburg, Nunspeet
De commissie is ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raden, de colleges en de burgemeesters van de gemeente Elburg en Nunspeet.
Inkoopsamenwerking Noord Veluwe
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Zeewolde, de Sociale Dienst Veluwerand (SDV), de Regio NoordVeluwe (RNV), het Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren (NRV) en de Omgevingsdienst NoordVeluwe (ODNV), Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Provincie Gelderland
De ISNV heeft als doel de inkoopfunctie binnen de deelnemende organisaties te professionaliseren.
Intergemeentelijke samenwerking van de buitengewone opsporingsambtenaren
Nunspeet, Oldebroek, Hattem, Heerde, Epe en Elburg.
Om boa’s ruimer en meer in te kunnen zetten, ook in de andere gemeenten bij bijvoorbeeld evenementen is een samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemende gemeenten noodzakelijk.
Jongeren op gezond gewicht
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten
Het JOGG-bureau ondersteunt de gemeenten door middel van reguliere en additionele ondersteuning. De additionele ondersteuning bestaat uit het aanbod om gebruik te maken van coaches en experts.
Regiotaxi Gelderland
89
Het doel van buurtbemiddeling is het verminderen van woonoverlast en het zo nodig voorkomen van escalatie in de buurt door conflicten tussen buren of buurtbewoners in een zo vroeg mogelijk stadium aan te pakken.
Op basis van deze samenwerkingsovereenkomst is de provincie verantwoordelijk voor de aanbesteding en het contractbeheer van Regiotaxi Gelderland.
F: Grondbeleid
Paragraaf F
Grondbeleid Grondbeleid In de paragraaf grondbeleid wordt het meerjarig perspectief grondbeleid verwoord door aandacht te besteden aan de visie op het grondbeleid in relatie tot de te realiseren doelstellingen, een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert en de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie. Tevens worden de beleidsvoornemens voor het komende jaar uiteengezet. Per locatie (complex) kan onze gemeente steeds opnieuw de keuze maken tussen vormen van actief of faciliterend grondbele id voor het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen. Verder worden beleidsuitgangspunten omtrent risicomanagement en reserves voor grondzaken besproken. Jaarlijks wordt over de uitvoering hiervan gerapporteerd in de paragraaf grondbeleid in de programmareken ing. Nota grondbeleid In de verordening conform artikel 212 van de Gemeentewet (de financiële verordening) is in artikel 14 opgenomen dat het college eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid ter behandeling en vaststelling aan de raad aanb iedt. De gemeenteraad heeft op 16 maart 2015 de nota “Vaste grond onder de voeten 2015” vastgesteld. Deze nota, die ingaat op het grondbeleid binnen de gemeente Elburg, reikt vaste spelregels aan die noodzakelijk zijn bij de uitvoering van grondpolitiek.
Doel van grondbeleid Het grondbeleid is geen doel op zich maar een randvoorwaarde voor het te voeren ruimtelijk beleid (publiek doel). Het geeft aan op welke wijze de instrumenten (middelen) ingezet zullen worden in het kader van de ruimtelijke ordening. Dit is het afwegingskader voor deelbelangen zoals volkshuisvesting, welzijn, verkeer, natuur en economie. Grondbeleid moet doelgericht ingezet worden voor het behartigen van het publiek belang. Het hoofddoel voor de gemeente van een (uitbreidings-)plan bestemd voor woningbouw is dat dit gerealiseerd wordt ten behoeve van de huisvesting van burgers. Of met andere woorden: voorzien in volks huisvesting (publiek belang). Bij (uitbreidings-) plannen voor bedrijventerreinen worden economische belangen gediend (werkgelegenheid, gunstig vestigingsklimaat en groeimogelijkheden voor bedrijven, enz.) Het is uiteindelijk niet van belang wie (publiek of privaat) hiervoor zorg draagt. In de redenering van het huidige kabinet (en vele kabinetten daarvoor) en de rechterlijke macht kan de zogenaamde markt (private partij) dit net zo goed, mits de markt zich maar houdt aan de door de overheid gestelde randvoorwaarden en eisen in het bestemmingsplan.
Vorm van grondbeleid De gemeente voert in beginsel en waar mogelijk een actieve grondpolitiek (bestuurlijke keuze). Bij de ontwikkeling van een bestemmingsplan maakt het grondbeleid een integraal onderdeel uit van de planontwikkeling en wordt de strategie ontwikkeld hoe om te gaan met grondverwerving. Hierbij wordt ook het al of niet inzetten van het instrument Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) betrokken.
Doelstellingen in 2016 (wat willen we) 1. 2.
Het door middel van ruimtelijke plannen zodanig richting geven aan het gebruik van gronden, dat op adequate en flexibele wijze wordt ingespeeld op de maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften. Een op de lokale behoefte afgestemde ontwikkeling van nieuwe woningbouw - en bedrijven-terreinlocaties, waarbij tevens waar mogelijk inkomsten worden gegenereerd voor de realisering van investering en (ook in breder maatschappelijk verband), middels het hanteren van (meer) marktconforme prijzen.
Activiteiten in 2016 Planologische procedures Het zo nodig opstellen en vaststellen van projectbesluiten voor woongebieden en bedrijventerreinen voor onder meer de realisatie van woningbouw op de locaties Heidezoom in ’t Harde, Vossenakker Zuid in Elburg, Waterlanden in Doornspijk en Gerichtenweg op de Hoge Enk, het afronden c.q. (verder) ontwikkelen van de in 2013 vastgestelde bestemmingsplannen Vossenakker Noord en bedrijventerrein De Glinde te Doornspijk. Bouwgrondexploitatie Ontwikkelen en realiseren van plannen voor woningbouwlocaties en bedrijventerreinen, waaronder voor woning bouw op de locaties Heidezoom Waterlanden, Huisdijk en Vossenakker Zuid . Op langere termijn de locaties Vossenakker Noord, Horstkamp en De Dijkjes in de kern Elburg/Oostendorp en voor bedrijventerrein Broeklanden. Actieve grondpolitiek bedrijven waardoor gemeentelijke invloed zo groot mogelijk blijft. Jaarlijkse herziening van de exploitaties Waterlanden, Vossenakker Zuid, Heidezoom, Huisdijk en Broeklanden. Jaarlijkse herziening van de exploitatieplannen Horstkamp/De Dijkjes, Vossenakker Noord en Broeklanden II. 90
F: Grondbeleid
Voorziene ontwikkelingen Bouwgrondexploitatie De ontwikkelingen zijn met name afhankelijk van de economische omstandigheden. Regelmatig dient bezien te worden of bijstelling van de plannen nodig is. Bij het samenstellen van de jaarrekening wordt rekening gehouden met de gevolgen van de economische crisis ten aanzien van de waardering van de grondexploitaties. De winstgevendheid van de exploitaties staat behoorlijk onder druk. De gevolgen van de crisis worden kritisch gevolgd en de uitkomsten hiervan worden meegenomen bij de tussentijdse rapportages. Wijzigingen verslaggevingsregels grondexploitaties Per 1 januari 2016 wordt de categorie NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden) afgeschaft. Zolang gronden nog niet in exploitatie zijn genomen worden deze als ‘strategische gronden’ benoemd. Het gevolg hiervan is dat er geen rente en andere kosten, waaronder algemene kosten en ambtelijke uren, aan deze gronden kunnen worden toegerekend. Vennootschapsbelasting Per 1 januari 2016 zijn de activiteiten van het grondbedrijf onderhevig aan de winstbelasting. Exacte gevo lgen worden nog onderzocht, wel is de verwachting dat de belastingdruk, de hoeveelheid te betalen belasting, bij de huidige projecten mee zal vallen.
Gronden in exploitatie Complex Omschrijving
Bedrijventerrein Broeklanden (35) Het betreft de realisering van een nieuw bedrijventerrein nabij de kruising Oostelijke Rondweg /Zuiderzeestraatweg.
Status
In exploitatie per 27 oktober 2008. Vanaf 2011 wordt de exploitatie jaarlijks herzien.
Vooruitblik 2016
Er zijn ten opzichte van de vorige rapportage enkele kleine kavels uitgegeven. Investering met betrekking tot het woonrijp maken is in verband met onderhoudsaspect naar voren gehaald. Tevens is in september besloten tot verkoop van 1 ha. (transportbedrijf).
Risico’s
Gemiddeld, gezien de huidige markt verloopt de verkoop onzeker maar is er een stijgende belangstelling waarneembaar.
Complex
Waterlanden (37)
Omschrijving
Het betreft het ontwikkelen van een inbreidingslocatie in Doornspijk. De gemeente is voor het grootste deel eigenaar van de locatie. Er zijn afspraken gemaakt welke vastgelegd zijn in een bouwclaimovereenkomst. Het plan is vigerend.
Status Vooruitblik 2016
In exploitatie per voorjaar 2013 In de eerste fase van het plan zijn nog twee gemeentelijke kavels te koop. In 2015 zal, conform de overeenkomst, de tweede fase op de markt gebracht worden. Tevens is een alternatieve invulling ontwikkeld voor de twee vrijstaande kavels. Waterlanden staat in de planning realisatie woningbouw tot 2020 niet opgenomen(KWP). Waterlanden is echter voor een deel voor 2020 in exploitatie genomen. Dit gaat ten koste van plan Horstkamp.
Risico’s
Financieel risico is gering gezien de overeenkomst met de ontwikkelaar .
Complex Omschrijving
Woningbouw Heidezoom (38) Het betreft alle werkzaamheden die verband houden met het nieuw te realiseren bestemmingsplan geprojecteerd tussen de Verlengde Schietweg, Bovenweg, Brandweg en fietspad Granietstraat te ’t Harde. In exploitatie per 24 november 2008. Vanaf 2011 wordt de exploitatie jaarlijks herzien.
Status Vooruitblik 2016
In 2015 zijn drie kavels voor een vrijstaande woning verkocht. Tevens is er een alternatief plan ontwikkeld (verdichting) voor twee kavels. Gesprekken voeren over het vervolg van de bouwplanrealisatie.
Risico’s
Groot; v.w.b. afzet resterende grond gezien de huidige markt.
Complex
Woningbouw Vossenakker Zuid (39)
Algemeen
Het betreft alle werkzaamheden die verband houden met het nieuw te realiseren bestemmingsplan ten zuiden van de VMBO school, tussen de Oostelijke Rondweg, en de Oostendorperstraatweg.
Status Vooruitblik 2016
In exploitatie per 14 december 2009 (vastgestelde exploitatierekening). Vanaf 2011 wordt de exploitatie jaarlijks herzien. Er zijn in 2015 vijf kavels (woningen) bebouwd. Gesprekken voeren over het vervolg van de bouwplanrealisatie.
Risico's
Groot; v.w.b. afzet resterende grond gezien de huidige markt.
Complex Algemeen
Huisdijk (44) Het betreft de realisering van woningbouw aan de Huisdijk.
Status Vooruitblik 2016
In exploitatie sedert voorjaar 2014. In 2015 is de bestaande woning en de kavel voor een vrijstaande woning (zelfbouw) verkocht. In het complex kan nog een tweekapper gebouw worden (zelfbouw). Gering; bijna alle percelen zijn verkocht.
Risico’s
91
F: Grondbeleid
Strategische gronden Complex
Havengebied (33)
Omschrijving
De Ontwikkeling van het havengebied omvat de huidige parkeerplaats, de verplaatsing van de ijsbaan en aanleg van de nieuwe parkeerplaats op deze locatie en de kop van de haven.
Status
In exploitatie.
Vooruitblik 2016
Bij de uitwerking van de plannen zullen keuzes gemaakt moeten worden in relatie tot de economische uitvoerbaarheid. Er worden gesprekken gevoerd met aspirant kopers. In 2015 zijn plannen voor een nieuw havenkantoor ontwikkeld wat eind 2015 gereed moet zijn . Tevens worden de plannen voor de huidige, te ontmantelen parkeerplaats ontwikkeld.
Risico's
Groot; Dit wordt veroorzaakt door de huidige markt en de bijzondere bestemmingen binnen het plan. Gestreefd wordt naar een per fase kostendekkende uitvoering.
Complex
Bedrijventerrein De Glinde (36)
Algemeen
Het betreft het ontwikkelen van een nieuw bedrijventerrein te Doornspijk.
Status
Niet in exploitatie.
Vooruitblik 2016
Het bestemmingsplan ligt ter behandeling bij de Raad van State (beroep). Het besluit van de gemeenteraad tot vaststelling van het bestemmingsplan is door de Raad van State vernietigd. Onderzocht is of het plan gerepareerd kan worden. De eerste conclusie is dat er, voor eerste tien jaar, in de regio voldoende aanbod is .
Risico’s
Gering; Op basis van het voorzichtigheidsbeginsel is bij de jaarrekening 2014 reeds de boekwaarde voorzien. Mocht er een onherroepelijk plan tot stand komen dan zullen deze kosten v erhaald kunnen worden aangezien er een exploitatieovereenkomst is gesloten waarin de financiën (vergoeden te maken kosten) geregeld zijn.
Complex
Woningbouw Horstkamp (41)
Algemeen Status
Het betreft alle werkzaamheden die verband houden met het nieuw te realiseren bestemmingsplan, geprojecteerd tussen de Oostelijke Rondweg, de Oostendorperstraatweg en de Weeren. Niet in exploitatie.
Vooruitblik 2016 Risico's
Er wordt pas op de plaats gemaakt. Gering; gezien de lage boekwaarde.
Complex
Woningbouw De Dijkjes (42)
Algemeen
Het betreft alle werkzaamheden die verband houden met het nieuw te realiseren bestemmingsplan, geprojecteerd tussen de Oostelijke Rondweg en de Weeren.
Status Vooruitblik 2016
Niet in exploitatie. In dit complex wordt een passief grondbeleid gevoerd.
Risico's
Gering; gezien de lage boekwaarde en de geplande realisatie pas na 2019.
Complex
Woningbouw Vossenakker Noord (43)
Algemeen
Het betreft alle werkzaamheden die verband houden met het nieuw te realiseren bestemmingsplan ten noorden van de VMBO school, tussen de begraafplaats , Oostelijke Rondweg en de Oostendorperstraatweg.
Status Vooruitblik 2016 Risico’s
Niet in exploitatie Het bestemmings- en exploitatieplan voor Vossenakker Noord is in 2014 afgerond en is in 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. Gering; gezien de lage boekwaarde.
Complex Algemeen
Gerichtenweg (45) Het betreft de realisering van woningbouw aan de Gerichtenweg.
Status Vooruitblik 2016 Risico’s
Niet in exploitatie Er is een aanvang gemaakt met het onderzoek naar de ruimtelijke haalbaarheid (duurzaamheidsladder) van dit plan. Gering; gezien de lage boekwaarde.
Complex
Broeklanden II (46)
Algemeen
Het betreft de realisering van fase II van een nieuw bedrijventerrein nabij de kruising Oostelijke Rondweg/Zuiderzeestraatweg.
Status
Niet in exploitatie
Vooruitblik 2016 Risico’s
Geen; boekwaarde is lager dan marktwaarde.
92
F: Grondbeleid
Samenvattend overzicht complexen Programma
Oppervlakte
Looptijd
Plansaldo
33 35
Havengebied Broeklanden
Omschrijving
Diversen 25 bedrijven
11,9 ha
1998-2019 1999-2019
Neutraal € 3,2 miljoen positief
36 37
De Glinde Waterlanden
10 bedrijven 65 woningen
5,6 ha 2,8 ha
1999-2019 2012-2023
€ 0,5 miljoen negatief € 0,6 miljoen positief
38 39
Heidezoom Vossenakker Zuid
265 woningen 132 woningen
10,3 ha 8 ha
2004-2018 2004-2020
€ 0,9 miljoen positief € 1,4 miljoen negatief
41 42
Horstkamp De Dijkjes
180 woningen 220 woningen
8,8 ha 9,6 ha
2006-2017 2006-2023
Neutraal Neutraal
43 44
Vossenakker Noord Huisdijk
30 woningen 12 woningen
2,5 ha 0,8 ha
2004-2022 2001-2015
Neutraal Neutraal
45 46
Gerichtenweg Broeklanden II
In onderzoek -
1,7 ha 10,5 ha
>2020 >2020
Neutraal -
Reserves Om onverwachte financiële tegenvallers op te kunnen vangen, dient de grondexploitatie te beschikken over een weerstandsvermogen. De risico’s zijn onzekerheden ten aanzien van de geplande faseringen, het rentepercentage en stijgingen van kosten. De gemeente Elburg kent binnen de bouwgrondexploitatie de weerstandsreserve bouwgrondexploitatie en de algemene reserve bouwgrondexploitatie. De weerstandsreserve bouwgrondexploitatie is een minimale buffer voor risico’s uit de bouwgrondexploitatie en bedraagt € 589.000. Het doel van de algemene reserve bouwgrondexploitatie is in eerste instantie het opvangen van eventuele tekorten binnen de grondexploitatie (complexen). Daarnaast wordt de reserve gebruikt ter dekking van kosten van veelal grotere, maatschappelijk brede projecten. Op grond van het BBV moet er voor de te verwachten tekorten een voorziening ingesteld worden (in praktijk wordt er meestal een claim gelegd op de algemene reserve bouwgrondexploitatie) en mogen winsten tussentijds gestort worden. Het niet geclaimde deel van deze reserves kan worden beschouwd bouwgrondexploitatie. Geplande mutaties
als het weerstandsvermogen van de
Bedrag x 1.000
Reserve bouwgrondexploitatie Verwachte voorziening boekwaarde strategische gronden Vrije deel van geprognosticeerde reserve bouwgrondexploitatie
272.000 -39.000 233.000
De stand van de potentiële reserve van het grondbedrijf geeft een saldo van; - Vrije deel geprognosticeerde algemene reserve bouwgrondexploitatie - Weerstandsreserve bouwgrondexploitatie Totaal saldo
233.000 589.000 822.000
Risicoposten Voor de risico’s van complexen dient het saldo van het vrije deel van de reserve bouwgrondexploitatie als dekking. Veelal kunnen de risico’s opgevangen worden door een positief exploitatiesaldo van een complex, deze risico’s vinden daardoor dekking binnen het complex. Onderstaande risico’s kunnen niet worden opgevangen door een positief exploitatiesaldo. Omschrijving
Risicobedrag
33
Havengebied
62.000
41 43
Horstkamp Vossenakker Noord
74.000 64.000
45
Gerichtenweg Totaal
164.000 364.000
Een beschikbaar weerstandsvermogen wordt in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing als voldoende gekwalificeerd. Dit betekent dat de reserve op dit moment voldoende saldo heeft om de aanwezige risico’s te dekken als deze zich gelijktijdig voordoen. Voor de berekening wordt verwezen naar genoemde paragraaf.
93
F: Grondbeleid
Meerjarenprognose Gronden in exploitatie CP 35
CP 37
CP 38
CP 39
CP 44
Broeklanden
Waterlanden
Heidezoom
Vossenakker Zuid
Huisdijk
t/m 2014
2015
2016
2017
2018
2019
-4456
-1200
-150
-150
-150
-150
Kosten
5837
445
70
68
65
62
Boekwaarde
1381
626
546
464
379
291
Opbrengsten
-1334
Opbrengsten
-1081
-672
-300
0
0
Kosten
2312
94
110
10
10
185
Boekwaarde
1231
653
463
473
483
-666
Opbrengsten
-1446
-4349
-362
-436
-798
-1446
Kosten
7229
300
100
100
414
414
Boekwaarde
2880
2818
2482
1784
752
-280
Opbrengsten
-401
-5501
-163
-291
-949
-291
Kosten
6969
67
70
75
65
10
Boekwaarde
1468
-96
-221
-874
-226
-391
Opbrengsten
-455
-369
-218
0
-
-
Kosten
898
30
10
96
-
-
Boekwaarde
443
104
-104
-8
-
-
Strategische gronden CP 33
Havengebied
CP 36
De Glinde
CP 41
Horstkamp
CP 42
De Dijkjes
CP 43
Vossenakker Noord
CP 45
Gerichtenweg
CP 46
Broeklanden II
CP 50
Verspreide percelen
t/m 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Opbrengsten
-818
-990
**
**
**
**
Kosten Boekwaarde
1455 637
970 617
** 617
** 617
** 617
** 617
Opbrengsten Kosten
-521 521
-20 20
0 0
0 0
0 0
0 0
Boekwaarde Opbrengsten
0 -2668
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Kosten Boekwaarde
2789 121
15 136
0 136
0 136
0 136
0 136
Opbrengsten Kosten
-355 355
-9 9
0 0
0 0
0 0
0 0
Boekwaarde Opbrengsten
0 -535
0 -10
0 0
0 0
0 0
0 0
Kosten Boekwaarde
609 74
10 74
0 74
0 74
0 74
0 74
Opbrengsten Kosten
-2 186
0 8
0 0
0 0
0 0
0 0
Boekwaarde Opbrengsten
184 -7
192 0
192 0
192 0
192 0
192 0
Kosten Boekwaarde
982 975
29 1004
0 1004
0 1004
0 1004
0 1004
-1184 1494
-5 11
0 0
0 0
0 0
0 0
310
316
316
316
316
316
Opbrengsten Kosten Boekwaarde
*
*
*
* Gemaakte kosten zullen bij jaareinde ten laste komen van de reserve bouwgrondexploitatie ** Voor het Havengebied zal de keuze moeten worden gemaakt om deze in exploitatie te brengen om zo nog kosten aan het project te mogen toerekenen. Zonder vastgestelde exploitatieberekening is er nu echter gee n goede inschatting te maken van de kosten en opbrengsten per jaar. Voor de strategische gronden zal een waardering van de gronden moeten plaatsvinden omdat de boekwaarde van deze gronden niet hoger mag zijn dat de marktwaarde. Deze herwaardering zal in 2016 plaatsvinden.
94
G: Lokale heffingen
Paragraaf G
Lokale heffingen Algemeen Deze paragraaf bevat het beleid en de beleidsvoornemens ten aanzien van de lokale lastendruk. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt aandacht geschonken aan: het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; een overzicht op hoofdlijnen van de diverse belastingen en heffingen; een aanduiding van de lokale lastendruk; een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. De gemeente heft “algemene” belastingen met een algemeen dekkingskarakter en specifieke heffingen. De onroerende zaakbelastingen, de hondenbelasting, de toeristenbelasting , de forensenbelasting, de precariobelasting en de reclamebelasting hebben een algemeen dekkingskarakter (zie programma 9a Algemene dekkingsmiddelen). De afvalstoffenheffing en de rioolheffingen zijn twee algemene heffingen die bedoeld zijn om de kosten van deze specifieke taken te dekken. Andere heffingen waartegenover een dienst staat zoals de havengelden, marktgelden, begraafrechten en leges hebben een duidelijke relatie met de te maken kosten voor de uitvoering van individuele dienstverlening op aanvraag (retributief karakter). In principe kent onze gemeente een 100% kostendekking daar waar mogelijk en toegestaan. Voor de begraafrechten is hierop een uitzondering gemaakt. Deze kosten worden voor 80% doorberekend in het tarief. De inkomsten en uitgaven zijn begrotingstechnisch verwerkt in de diverse programma’s.
Uitgangspunten Op grond van de vastgestelde begrotingsuitgangspunten voor de MPB 2016-2019 geldt voor heffingen in het algemeen een prijscompensatie van 1,4%. De kostendekkendheid van heffingen waar een individuele dienstverlening tegenover staat wordt in stappen op het gewenste niveau van kostendekkendheid gebracht. Gestreefd wordt naar een kostendekkendheid per verleende dienst van (hoofdzakelijk) 100% in 2016. Per belastingsoort of heffing wordt het volgende toegelicht: a. Onroerende-zaakbelastingen. De onroerende-zaakbelastingen (OZB) worden geheven over de waarde van zowel woningen als niet-woningen. Jaarlijks wordt de waarde vastgesteld waarbij de waardepeildatum een jaar voor de ingangsdatum ligt. Conform de voorstellen in de voorjaarsnota worden de OZB-tarieven in 2016-2018 verhoogd met 2%. Voor 2019 geldt het inflatiepercentage van 1,4%. De heffingsmaatstaf voor de OZB is een percentage van de WOZ -waarde. De percentages voor de gemeente Elburg bedragen in 2015: - eigenaar woningen 0,105% van de WOZ-waarde - eigenaar niet-woningen 0,167% van de WOZ-waarde - gebruiker niet woningen 0,133% van de WOZ-waarde De tarieven 2016 kunnen pas worden berekend als de herwaardering zo goed als afgerond is. Deze tarieven worden uiterlijk in december 2015 bepaald bij vaststelling van de belastingverordening. Voor nadere informatie betreffende belastingcapaciteit c.a. wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Jaarlijks wordt door het Centrum voor Onderzoek van de Economie va n de Lagere Overheden (COELO) een atlas lokale heffingen opgesteld. Deze atlas geeft inzicht in de heffingen die een individuele gemeente hanteert ten opzichte van andere gemeenten. De atlas berekent daarnaast een gemiddeld tarief voor bepaalde heffingen. Voor de OZB woningen is voor het jaar 2015 het landelijk gemiddelde percentage 0,1251%. De OZB niet -woningen (eigenaar en gebruiker samen) heeft landelijk een gemiddeld percentage van 0,4413% (voor Elburg is dit 0,300%).
95
G: Lokale heffingen
b. Afvalstoffenheffing. De tarieven afvalstoffenheffing hebben een zodanig niveau dat een 100% kostendekking conform het gewenste beleid is bereikt. Om tot 100% kostendekking te komen wordt in 2016 op begrotingsbasis € 2.307 onttrokken aan de reserve reinigingsheffingen. Vanwege het saldo van de reserve reinigingsheffingen is bij de voorjaarsnota 2014 besloten de tarieven voor de jaren 2015-2017 te bevriezen. Voor 2018 en 2019 wordt een verhoging van 1,4% gehanteerd. De volgende tarieven worden berekend voor 2016 t/m 2019: jaar
totale procentuele verhoging
huishouden eenpersoons in €
huishouden meerpersoons in €
2015
0,00%
€ 140,16
€ 215,52
2016
0,00%
€ 140,16
€ 215,52
2017
0,00%
€ 140,16
€ 215,52
2018
1,4%
€ 142,08
€ 218,52
2019
1,4%
€ 144,12
€ 221,64
Op rekeningbasis worden de daadwerkelijke tekorten en overschotten met de reserve reinigingsheffingen verrekend. Hierdoor ontstaat een gelijkmatiger heffing door de jaren heen en worden kosten voor 100% gedekt. De COELO atlas vermeldt voor 2015 een gemiddeld tarief voor een éénpersoonshuishouden van € 211. Het laagste tarief is € 41 en het hoogste € 375. Meerpersoonshuishoudens betalen gemiddeld € 263. Het laagste tarief is € 82 en het hoogste € 433. Gemiddeld betaalt een meerpersoonshuishouden € 52 meer dan een éénpersoonshuishouden. Gemiddeld dekt de heffing 98% van de kosten. De laagste kostendekkendheid is 17%. 83% van de gemeenten kent een kostendekkendheid van 100% voor de afvalstoffenheffing. c. Rioolheffingen. Het uitgangspunt van de rioolheffingen is eveneens 100% kostendekking. De rioolheffing wordt geheven van de gebruikers van de objecten die direct op het riool zijn aangesloten of indirect water afvoeren op het rioolstelsel. Hieronder vallen ook objecten die hemelwater afvoeren. Overschotten worden in de voorziening onderhoud riolering gestort. Voor 2016 wordt € 93.493 in de voorziening onderhoud riolering gestort. Gezien het saldo van de reserve rioolheffingen (bijna € 1 miljoen) is besloten het tarief voor 2015-2017 te bevriezen. Voor 2018 en 2019 wordt een verhoging van 1,4% gehanteerd. De volgende tarieven worden berekend voor 2016 t/m 2019: jaar
totale procentuele verhoging
Rioolheffingen in €
2015
0,00%
€ 194,04
2016 2017
0,00% 0,00%
€ 194,04 € 194,04
2018 2019
1,4% 1,4%
€ 196,80 € 199,56
De COELO atlas vermeldt voor 2015 een gemiddeld tarief voor rioolheffing van woningen (meerpersoonshuishouden) van € 189. Het laagste tarief is € 79 en het hoogste € 375. Gemiddeld dekt de heffing 98,1% van de kosten. De laagste kostendekkendheid is 64%. 84% van de gemeenten kent een kostendekkendheid van 100% voor de rioolheffing. d. Begraafrechten. Er is een bestemmingsreserve begraafrechten ingesteld ter egalisering van de tarieven voor begraafrechten. Tariefstijgingen blijven daardoor beperkt tot de inflatiecorrectie. Om tot 80% kostendekking te komen wordt in 2016 op begrotingsbasis € 7.188 onttrokken aan de reserve begraafrechten. Dit is verantwoord omdat de reserve begraafrechten nog een saldo heeft van ruim € 380.000. Bij het bepalen van de tarieven is rekening gehouden met een verhoging van 1,4%.
96
G: Lokale heffingen
e. Toeristenbelasting. De toeristenbelasting wordt geheven via de recreatieondernemers. In het havengebied wordt de toeristenbelasting geïnd door de havenmeester. In verband met het innen van deze belasting door ondernemers is besloten altijd een afgerond tarief te hanteren. De toeristenbelasting voor een losse overnachting wordt in 2016 niet verhoogd. Een verhoging op grond van prijscompensatie leidt niet tot een aanpassing van € 0,05. Op grond van vast te stellen prijscompensatie in 2017 wordt beoordeeld of de belasting verhoogd wordt naar € 1,15 Hierbij wordt tevens beoordeeld of de tarieven in lijn blijven met de regionale tarieven. De COELO atlas vermeldt voor 2015 een gemiddeld tarief voor de toeristenbelasting van € 1,67. Het laagste tarief is € 0,50 en het hoogste € 5,63. f. Forensenbelasting. De forensenbelasting wordt geheven van degenen die niet binnen de gemeente woonachtig zijn maar wel een woonverblijf hier aanhouden. Grondslag voor de heffing is de waarde van de woning in het economisch verkeer (WOZ waarde). De woningen worden op basis van waardeklassen ingedeeld. In 2016 worden de tarieven met verhoogd met 1,4% prijscompensatie. g. Precariobelasting In 2016 worden de tarieven met verhoogd met 1,4% prijscompensatie. h. Havengelden. Op basis van het door uw raad vastgestelde beheerplan haven worden op grond van het bijbehorende kostendekkingsplan de havengelden in 2016 met 5% verhoogd. In 2017 en 2018 wordt gerekend met een verhoging van respectievelijk 3% en 1%. Het passantentarief wordt in 2016 verhoogd van € 1,15 naar € 1,30. Voor 2017 en 2018 is geen verhoging geraamd. i. Marktgelden. De marktgelden worden voor 2016 met 1,4% prijscompensatie verhoogd. j. Hondenbelasting. De hondenbelasting wordt voor 2016 met 1,4% prijscompensatie verhoogd. k. Overige heffingen. Voor 2016 worden de legestarieven met 1,4% prijscompensatie verhoogd.
Overzicht lokale lastendruk De belastingdruk voor het jaar 2016 voor een meerpersoonshuishouden en een eenpersoonshuishouden worden in onderstaande tabellen weergegeven. Uitgegaan wordt van een woning met een WOZ-waarde van € 232.000 voor beide jaren. De OZB neemt in 2016 toe met het vastgestelde stijgingsper centage van 2%. Totale belastingdruk meerpersoonshuishouden Jaar
OZB zakelijk recht
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totaal
2015
€ 243,60
€ 215,52
€ 194,04
€ 653,16
2016
€ 248,47
€ 215,52
€ 194,04
€ 658,03
Mutatie tov vorig jaar
Gemiddelde verhoging
€ 4,87
0.75%
Landelijk gemiddelde belastingdruk meerpersoonshuishouden (Coelo Atlas) Jaar
OZB zakelijk
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totaal
Landelijk hoger dan Elburg
Uitgedrukt in percentage
2015
€ 301,92
€ 264,00
€ 186,00
€ 751,92
€ 98,76
15,1%
2016
€ 301,25
€ 263,00
€ 189,00
€ 753,25
€ 95,22
14,5%
Mutatie tov vorig jaar
Gemiddelde verhoging
€ 4,87
0,84%
Totale belastingdruk eenpersoonshuishouden Jaar
OZB zakelijk recht
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totaal
2015
€ 243,60
€ 140,16
€ 194,04
€ 577,80
2016
€ 248,47
€ 140,16
€ 194,04
€ 582.67
97
G: Lokale heffingen
Landelijk gemiddelde belastingdruk eenpersoonshuishouden (Coelo Atlas) Jaar
OZB zakelijk recht
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totaal
2014
€ 301,92
€ 211,00
€ 186,00
€ 698,92
2015
€ 301,25
€ 211,00
€ 189,00
€ 701,25
Landelijk hoger dan Elburg
Uitgedrukt in percentage
€ 121,12
21%
€ 118,58
20,35%
In de Coelo Atlas wordt vermeld dat de gemeente Elburg in 2015 in de categorie voor laagste woonlasten plaats 77 bezet (nummer 1 is laagste woonlasten). In 2014 was dit plaats 80. De lokale lastendruk voor bedrijven (niet-woningen) is niet in een reëel gemiddelde weer te geven. De lastendruk is afhankelijk van het waterverbruik in het bedrijf, het al dan niet via de gemeente laten inzamelen v an het bedrijfsafval en de WOZ-waarde van het betreffende object/perceel.
Kwijtscheldingsbeleid Het vastgestelde beleid is om van de maximale mogelijkheden met betrekking tot kwijtschelding van belastingen gebruik te maken. In de praktijk betekent dit dat, indien voldaan wordt aan de toetsingscriteria, kwijtschelding van de afvalstoffenheffing en rioolheffing plaats kan vinden. Totaaloverzicht kwijtschelding Beleidsveld
Heffing
Gemeentelijk minimabeleid Totaal
98
Werkelijk 2013
Werkelijk 2014
Raming 2015
Raming 2016
Rioolheffing
42.019
45.393
49.632
48.778
Afvalstoffenheffing
38.570
42.495
42.541
42.761
80.589
87.888
92.173
91.539
H: Subsidies
Paragraaf H
Subsidies Inleiding De gemeente verleent subsidie aan instellingen die activiteiten organiseren die door het gemeentebestuur belangrijk worden geacht. Instellingen kunnen bij de gemeente subsidie aanvragen op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Elburg 2015 (ASV). Deze subsidieverordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is). Voor de uitgezonderde subsidies kan het college bepalen dat de ASV geheel of gedeeltelijk van toepassing is. Met het inwerking treden van de nieuwe ASV is de regeldruk sterk verminderd. Subsidies tot en met € 10.000 worden direct vastgesteld. Hogere subsidiebedragen moeten achteraf vast worden gesteld. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in subsidies tussen € 10.000 en € 50.000 en subsidies die meer bedragen dan € 50.000. Bij de laatste categorie wordt een uitgebreidere verantwoording gevraagd dan bij de eerste categorie.
Subsidies aan instellingen en ondernemingen In de meerjarenprogrammabegroting 2016-2019 zijn de volgende subsidies opgenomen. Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Begroot 2019
16.744 1.232
16.978 1.249
17.216 1.266
17.457 1.284
Programma 1, beleidsveld Openbare gezondheidszorg Volksgezondheid
project Kiezen voor een gezond leven Rode Kruis
Programma 1, beleidsveld Maatschappelijke begeleiding en advies Algemeen maatschappelijk werk coördinatie lokaal overleg
5.016
5.086
5.157
5.229
30.589 212.475
31.017 215.450
31.451 218.466
31.891 221.525
alg. maatschappelijk werk MPB coördinatie huisverbod
-5.450 8.815
-10.900 8.938
-10.900 9.063
-10.900 9.190
bureau Slachtofferhulp bemoeizorg
5.689 11.569
5.769 11.731
5.850 11.895
5.932 12.062
196.922
199.679
202.475
205.310
12.736 44.270
12.914 44.890
13.095 45.518
13.278 46.155
1.023 261
1.037 265
1.052 269
1.067 273
onderst. begeleiding psycho-sociaal Stimenz
Programma 1, beleidsveld Ouderenbeleid Ouderenbeleid
stichting Wiel, incl activering
Gehandicaptenbeleid
Meedoen GGZ st. WIEL aangepast sporten + schaken Abba
Programma 1, beleidsveld Vrijwilligersbeleid Ondersteuning vrijwilligers st. WIEL (vrijwilligers algemeen)
31.694
32.138
32.588
33.044
st. WIEL (buurtbewoners) st. WIEL (maatschappelijke stage)
26.926 21.544
27.303 21.846
27.685 22.152
28.073 22.462
st. WIEL (mantelzorg) reg. fte's mantelzorg/ maatsch. stage
35.915 3.093
36.418 3.136
36.928 3.180
37.445 3.225
9.587
9.721
9.857
9.995
228.515 2.485
228.515 2.485
228.515 2.485
228.515 2.485
9.327
9.327
9.327
9.327
341.000
341.000
341.000
341.000
66.470
66.470
66.470
66.470
30.880
31.312
31.750
32.195
-1.250 11.248
-2.500 11.405
-2.500 11.565
-2.500 11.727
schoolbegeleiding afbouwen schoolbegeleiding MPB
39.863 -20.000
39.863 -20.000
39.863 -20.000
39.863 -20.000
Kinderopvang
st. WIEL st. peuterspeelzalen Elburg
238.986 176.393
242.332 178.863
245.725 181.367
249.165 183.906
VVE Centrum Jeugd en Gezin (CJG)
SPE baliemedewerker
54.090 10.508
54.090 10.655
54.090 10.804
54.090 10.955
1.750
1.750
1.750
1.750
Maatschappelijke stage Ondersteuning mantelzorgers
informele zorg Elburg Programma 1, beleidsveld WMO begeleiding (transitie) AWBZ-WMO cliëntenondersteuning
Cliëntenondersteuning (MEE) Integrale vroeghulp
Sociale wijkteams Programma 1, beleidsveld Jeugdzorg (transitie) Jeugdhulp lokaal
st. Jeugd Noord Veluwe subs. schoolmaatschappelijk werk
Programma 1, beleidsveld Jeugdbeleid Jeugd- en jongerenwerk N.H. st. jeugd en jongerenwerk N.H. st. jeugd en jongerenwerk MPB jeugdverenigingen
Programma 1, beleidsveld WMO maatwerk voorz. Overige voorzieningen gehandicaptenberaad 99
H: Subsidies Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Begroot 2019
353.767 9.011
353.767 9.011
353.767 9.011
353.767 9.011
30.197
30.197
30.197
30.197
131
133
135
137
1.108
1.124
1.140
1.156
396.257 -40.000
401.805 -40.000
407.430 -40.000
413.134 -40.000
2.500
2.500
2.500
2.500
1.804 13.646
1.829 13.837
1.855 14.031
1.881 14.227
comité ontwikkelingssamenwerking regionale veteranen dag
5.877 2.160
5.959 2.190
6.042 2.221
6.127 2.252
Vorming- en ontwikkelingswerk
st. Dierenambulance Elburg vrouwenbonden
637 7.313
646 7.415
655 7.519
664 7.624
Programma 7, beleidsveld Sport Sport
Programma 1, jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Icare uniform deel JGZ 0-4 Icare prenatale zorg
Maatwerk JGZ Programma 4, beleidsveld Natuur en landschap Natuurbeheer Wildbeheereenheid N.W. Veluwe Programma 5, beleidsveld Brandweer en rampenbestrijding Veiligheidsregio VNOG reddingsbrigade Veluwemeer Programma 7, beleidsveld Openbaar bibliotheekwerk Bibliotheekwerk
bibliotheek bibliotheek MPB
Programma 7, beleidsveld Vormings- en ontwikkelingswerk Volksontwikkeling incidentele activiteitensubsidies waarderingssubsidies lokale omroep
breedtesport
14.426
14.628
14.833
15.041
Subsidiëring sportverenigingen
sportverenigingen kadercursussen verenigingen
61.024 932
61.878 945
62.744 958
63.622 971
Zwembad de Hokseberg
exploitatietekort zwembad verlaging exploitatiebijdrage MPB
115.249 -5.000
116.862 -10.000
118.498 -10.000
120.157 -10.000
26.533
26.533
26.533
26.533
museum Elburg professionalisering musea
261.985 30.000
265.653 30.000
269.372 30.000
273.143 30.000
museum Elburg MPB amateurkunst
-12.500 21.516
-42.500 21.817
-42.500 22.122
-42.500 22.432
531 262
538 266
546 270
554 274
Culturele stichting Elburg St. Synagoge Elburg
1.049 531
1.064 538
1.079 546
1.094 554
oudheidkundige ver. A. thoe Boecop Oranjeactiviteiten
525 4.427
532 4.489
539 4.552
547 4.616
300 485
304 492
308 499
312 506
preventief onderhoud Programma 7, beleidsveld Kunst en cultuur Kunst en cultuur
kunstkring orgelmuseum
paardenconcours Doornspijk herdenking 4 mei Programma 7, beleidsveld Monumentenzorg Monumentenbeleid monumenten onderhoud monumenten MPB Programma 7, beleidsveld Dorps- en gemeenschapsaccommodaties Multifunctionele accommodaties
t Huiken de Deel Ons Huus (erfpacht) buurtgebouw Oostendorp
MFC Aperloo
Ons Huus MFC Aperloo
MFC Aperloo (subs. huur) Programma 8, beleidsveld Toerisme en recreatie Toerisme en recreatie
Veluws Bureau voor Toerisme Kerst in de vesting Museum Elburg (VVV taken) Vestingval botterweekend
Totaal
100
80.344
81.469
82.610
83.767
-15.000
-15.000
-15.000
-15.000
37.123 17.124
37.643 17.364
38.170 17.607
38.704 17.853
4.333 7.708
4.394 7.816
4.456 7.925
4.518 8.036
7.533 22.956
7.638 23.277
7.745 23.603
7.853 23.933
160.792
163.043
165.326
167.641
16.152 5.000
16.152 5.000
16.152 5.000
16.152 5.000
5.113 2.000
5.113
5.113
5.113
6.180 3.524.956
6.180 3.514.773
6.180 3.466.763
6.180 3.501.228
I: Bezuinigingen
Paragraaf I
Bezuinigingen Bezuinigingen in het MPB 2016-2019 Onderstaand zijn de lastenverlagingen en inkomstenverhogingen op een rij gezet zoals deze zijn terug te vinden in de programmabegroting. Hierdoor ontstaat een totaalbeeld van de voorgestelde bezuinigingen. Omschrijving 1. Sociaal domein Versoberen declaratiefonds Algemeen Maatschappelijk Werk Jeugdbeleid (taakstelling o.a. St. Wiel) Hervormde stichting jeugd- en jongerenwerk Ouderenzorg (taakstelling o.a. St. Wiel) Afbouwen schoolbegeleiding 6 Verkeer en openbare ruimte Speelvoorzieningen 7 Cultuur, sport, toerisme en recreatie Huurverhoging kunstgrasvelden Verlaging subsidie museum Bezuiniging bibliotheek Verlaging exploitatiebijdrage zwembad Verlaging subsidies onderhoud monumenten 8 Economische structuur Budget economisch actieplan 9 Bestuur Beëindiging bestuursondersteuning 9a Algemene dekkingsmiddelen Toeristenbelasting Bedrijfsvoeringsparagraaf Bezuiniging variabele overhead Organisatie en bedrijfsvoering (taakstelling) Facilitair
Totalen per programma 1 2 3 4 5 6 7 8 9 9a BV
101
Sociaal domein Onderwijshuisvesting en -vervoer Ruimtelijke ordening Bouwen en milieu Veiligheid Verkeer en openbare ruimte Cultuur, sport, recreatie en toerisme Economische structuur Bestuur Algemene dekkingsmiddelen Bedrijfsvoeringsparagraaf Saldo 2011-2019
Bezuinigingen 2016 2017 67.200 5.450
5.450
1.250
1.250
2018
2019
Inkomsten verhogingen 2016 2017 2018
2019
50.000 32.000 20.000 15.000 5.500 12.500 40.000 5.000 15.000
30.000
4.000
4.000
5.000
91.000 20.000 10.000 79.750
10.000 35.000
260.150
181.700
10.000 35.000 15.000 157.000
0
Bezuiniging lasten 571.255 45.000 161.615 123.900 148.000 390.330 370.946 30.000 241.295 70.000
Inkomsten verhoging
2.152.341
579.637
5.500
Bedrijfsvoering
30.000 132.600 104.700 30.800 16.100 265.437 928.885 928.885
20.000
Totaal 571.255 45.000 191.615 256.500 148.000 495.030 401.746 30.000 257.395 335.437 928.885 3.660.863
0
0
Bijlagen 1
Programmabegroting 2016-2019
2
Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019
3
Overzicht geplande investeringen 2008-2015, nog niet aangevraagd
4
Producten op programmaniveau
5
Kerngegevens 2015-2019
6
Reserves en voorzieningen 2015-2019
7
Begrotingsuitgangspunten
102
Bijlage 1: Programmabegroting
Bijlage 1
Programmabegroting 2016-2019 Meerjarenperspectief
2016
2017
2018
2019
Sociaal domein
6.972.477
6.812.499
6.763.039
6.789.398
Onderwijshuisvesting en -vervoer
2.781.572
2.791.405
2.801.376
2.811.487
509.194
508.631
508.061
507.485
Bouwen en milieu
1.657.706
1.652.733
1.653.471
1.654.219
Veiligheid
1.591.483
1.607.985
1.624.717
1.641.682
Verkeer en openbare ruimte
3.370.337
3.392.521
3.400.013
3.422.817
Cultuur, sport, toerisme en recreatie
2.523.433
2.506.857
2.527.570
2.548.572
298.608
291.999
289.357
286.674
3.349.289
3.299.942
3.323.178
3.451.817
Algemene dekkingsmiddelen
-23.417.823
-23.098.532
-23.106.104
-23.307.256
Saldo van baten en lasten
363.724 V
233.960 V
215.322 V
193.105 V
Toevoegingen/ onttrekkingen reserves
318.610 N
142.560 N
174.560 N
174.560 N
45.114 V
91.400 V
40.762 V
18.545 V
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Economische structuur Bestuur
Resultaat
103
Bijlage 1: Programmabegroting
Bijlage 1
Programmabegroting 2016-2019 Begroting 2016 Lasten Baten Sociaal domein
Begroting 2017 Lasten Baten
Saldo
Begroting 2018 Lasten Baten
Saldo
Begroting 2019 Lasten Baten
Saldo
Saldo
22.238
15.266
6.972
21.552
14.740
6.812
21.189
14.426
6.763
21.030
14.241
6.789
2.851
69
2.782
2.861
70
2.791
2.871
70
2.801
2.882
70
2.811
583
74
509
583
75
509
584
76
508
584
77
507
Bouwen en milieu
2.088
430
1.658
2.088
436
1.653
2.095
441
1.653
2.102
447
1.654
Veiligheid
1.682
90
1.591
1.700
92
1.608
1.718
93
1.625
1.736
94
1.642
8.410
5.039
3.370
8.437
5.044
3.393
8.449
5.049
3.400
8.478
5.055
3.423
3.035
512
2.523
3.025
518
2.507
3.051
524
2.528
3.079
530
2.549
949
650
299
946
654
292
946
657
289
946
660
287
4.219
870
3.349
4.175
875
3.300
4.204
881
3.323
4.338
887
3.452
60
23.478
-23.418
70
23.169
-23.099
80
23.186
-23.106
90
23.397
-23.307
46.114
46.478
364 V
45.437
45.671
234 V
45.188
45.403
215 V
45.265
45.458
193 V
271
101
171
55
86
-31
55
4
51
55
4
51
833
1.547
-713
833
1.547
-713
833
1.547
-713
833
1.547
-713
40
0
40
40
0
40
40
0
40
40
0
40
Bouwen en milieu
4
0
4
4
0
4
4
0
4
4
0
4
Veiligheid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
402
21
381
402
21
381
402
21
381
402
21
381
1
188
-187
1
188
-187
1
188
-187
1
188
-187
0
2
-2
0
2
-2
0
2
-2
0
2
-2
86
41
45
86
16
70
86
66
20
86
66
20
581
0
581
581
0
581
581
0
581
581
0
581
2.218
1.899
319 N
2.002
1.859
143 N
2.002
1.827
175 N
2.002
1.827
175 N
22.510
15.367
7.143
21.608
14.826
6.782
21.245
14.430
6.815
21.086
14.245
6.841
3.684
1.616
2.068
3.694
1.617
2.078
3.705
1.617
2.088
3.715
1.617
2.098
623
74
549
623
75
549
624
76
548
624
77
547
Bouwen en milieu
2.091
430
1.661
2.092
436
1.656
2.099
441
1.657
2.105
447
1.658
Veiligheid
1.682
90
1.591
1.700
92
1.608
1.718
93
1.625
1.736
94
1.642
8.812
5.060
3.752
8.839
5.065
3.774
8.851
5.070
3.781
8.880
5.075
3.804
3.036
700
2.336
3.026
706
2.320
3.053
712
2.340
3.080
719
2.361
949
653
297
946
656
290
946
659
287
946
662
285
4.305
910
3.395
4.261
891
3.370
4.290
946
3.343
4.424
952
3.472
641
23.478
-22.837
651
23.169
-22.518
661
23.186
-22.526
671
23.397
-22.727
48.332
48.377
45 V
47.439
47.530
91 V
47.190
47.231
41 V
47.267
47.285
19 V
Onderwijshuisvesting en vervoer Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Verkeer en openbare ruimte Cultuur, sport, toerisme en recreatie Economische structuur Bestuur Algemene dekkingsmiddelen Saldo baten en lasten Sociaal domein Onderwijshuisvesting en vervoer Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Verkeer en openbare ruimte Cultuur, sport, toerisme en recreatie Economische structuur Bestuur Algemene dekkingsmiddelen Mutaties reserves Sociaal domein Onderwijshuisvesting en vervoer Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Verkeer en openbare ruimte Cultuur, sport, toerisme en recreatie Economische structuur Bestuur Algemene dekkingsmiddelen Gerealiseerd resultaat Saldo per jaar
45 V
46 V
51 N
22 N
Saldo cumulatief
45 V
91 V
41 V
19 V
104
Bijlage 1: Programmabegroting
Overzicht geraamde incidentele baten en lasten Voor een beoordeling van de meerjarige financiële positie is het belangrijk om inzicht te hebben in de incidentele baten en lasten. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma wordt opgenomen in de toelichting, waarbij per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag. In onderstaande tabel zijn de geraamde incidentele baten en lasten per p rogramma opgenomen: Omschrijving
Begroting 2016 Incidentele Last Baat
1 Sociaal Domein Werkgelegenheid Openbare gezondheidszorg Jeugdbeleid Ouderenzorg 7 Cultuur, sport, toer. en recreatie Subsidie Vestingval 9 Bestuur Bestuurlijke samenwerking Bedrijfsvoeringsparagraaf Begrotingsapp Informatisering en automatisering (I&A) Personeel en organisatie (Braindrain) Totaal incidenteel
145.000 15.000 50.000 32.000
Begroting 2017 Incidentele Last Baat
Begroting 2018 Incidentele Last Baat
Begroting 2019 Incidentele Last Baat
50.000 32.000
2.000 50.000
50.000
25.000 61.000
61.000
380.000
0
193.000
50.000
0
50.000 100.000
0
50.000 50.000
0
Overzicht beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves De financiële positie van een gemeente kan in gevaar komen wanneer structurele lasten worden gedekt met incidentele baten. Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q. dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings)reserve gedurende een periode van minimaal 3 jaar met als doel het dekken van structurele lasten. Het BBV schrijft voor dat een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves wordt opgenomen in de toelichting. In onderstaande tabel zijn de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves opgenomen: Omschrijving
Begroting 2016 Structurele Toevoeging
1 Sociaal domein Participatiewet WMO maatwerk voorzieningen 2 Onderwijshuisvesting Onderwijshuisvesting 3 Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening 4 Bouwen en Milieu Bouwen en handhaving 6 Verkeer, openbare ruimte Wegen, straten en pleinen Openbare verlichting Openbaar groen Openbaar groen Lijkbezorging Riolering en waterzuivering Afvalverwijdering 7 Cultuur, sport, toer. en recr Sport Gebouwen 8 Economische structuur Handel en ambacht 9 Bestuur Kadaster en huisnummering Bedrijfsvoering 9a Dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Totaal structureel
105
Onttrekking
Begroting 2017 Structurele Toevoeging
3.848 55.335 833.349
Onttrekking
Toevoeging
3.848 55.335
1.546.824
Begroting 2018 Structurele
833.349
Onttrekking
Toevoeging
3.848 55.335
1.546.824
Begroting 2019 Structurele
833.349
3.848 55.335
1.546.824
833.349
40.000
40.000
40.000
40.000
3.750
3.750
3.750
3.750
272.041 84.944 23.000 10.500 11.500
11.301
7.188
272.041 84.944 23.000 10.500 11.500
2.307
1.250
188.363
11.301
7.188
272.041 84.944 23.000 10.500 11.500
2.307
1.250
2.075
188.363
11.301
7.188
272.041 84.944 23.000 10.500 11.500
2.307
1.250
2.075
Onttrekking
188.363
1.546.824
11.301
7.188 2.307
1.250
2.075
188.363 2.075
1.250 22.000
15.567
1.250 22.000
15.567
1.250 22.000
15.567
1.250 22.000
15.567
580.578 1.939.497
1.777.473
580.578 1.939.497
1.777.473
580.578 1.939.497
1.777.473
580.578 1.939.497
1.777.473
Bijlage 2: Investeringsplanning
Bijlage 2
Meerjareninvesteringsplanning 2016-2019 Nr. 1 2 3 4
5
6 7
8a 8b 8c 8d 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30 31 32
Omschrijving investering 4,00% Begrotingsapp Dekking AR Algemeen Vervanging Tractor Dekking OBR Vervoermiddelen Vervanging Vorkheftruck Dekking OBR Vervoermiddelen Opvang 'braindrain' Dekking AR Algemeen Bedrijfsvoeringparagraaf Renovatie gymvoorziening Het Huiken Dekking OBR Onderwijshuisvesing Programma 2 Onderwijshuisvesting en -vervoer Opstellen omgevingsvisie Dekking OBR Bestemmingsplannen Woningbehoefte-onderzoek en woonvisie Bijdrage woningbouwcorporatie Dekking OBR Volkhuisvesting Programma 3 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Afvalwaterketenplan: 2015-2018 Vrijvervalriolen Mechanische gemalen Mechanische drukriolering Afkoppelen oude wijken Dekking OBR Rioolheffing Vervanging Iveco 40C [60-VT-DJ] Vervanging Volkswagen Transporter [44-BF-BN] Dekking OBR Vervoermiddelen Investeringen conform BOR Beschikbaar product 345 onderhoud wegen Netto investering Dekking OBR Openbare ruimte Gladheidmeldsysteem Dekking OBR Openbare ruimte Vervanging Volkswagen T4 Pick Up [43-BG-RS] Vervanging Volkswagen Pick Up [58-VS-TP]] Vervanging Volkswagen Pick Up [06-VS-XZ] Dekking OBR Vervoermiddelen Vervanging Volkswagen Pick Up [49-VH-BG] Vervanging Roberine 1504 cirkelmaaier Vervanging Renault Kangoo [81-VZ-PD] Vervanging Hustler gazonmaaier Vervanging Roberine maaier 1515 Vervanging Klepelmaaier Dekking OBR Vervoermiddelen Vervanging armaturen Vervanging lichtmasten Dekking OBR Openbare Verlichting Vervanging Graflift 3 stuks Dekking OBR Vervoermiddelen Programma 6 Verkeer en openbare ruimte Actualiseren detailhandelsstructuurvisie Dekking AR Algemeen Stroomkasten weekmarkten Programma 8 Economische structuur Cyclorama's Luchtfoto's Vervanging Tachymeter Vervanging waterpasinstrument Actualisering luchtfoto's Dekking AR Algemeen Vervanging Citroën Berlingo [70-VX-RB] Dekking OBR Vervoermiddelen Programma 9 Bestuur Totaal
106
Aant. jaren 1 15 12 1 -
2.016 krediet 25.000
rente
afsch 25.000 -25.000
lasten 25.000 -25.000
100.000 -100.000
100.000 -100.000
10.200 1.600 960 26.520 -39.280 2.400
4.250 2.667 533 11.050 -18.500 4.000
14.450 4.267 1.493 37.570 -57.780 6.400
-2.400
-4.000
-6.400
116.917 -116.917
116.917 -116.917
1.600 2.400
2.667 6.000
4.267 8.400
-4.000
-8.667 15.500 13.000 -28.500
-12.667 15.500 13.000 -28.500
25.000 25.000 14.000
1.000 1.000
1.667 1.667 14.000
2.667 2.667 14.000
7.500
300 -300
-14.000 750 -750
-14.000 1.050 -1.050
1.000
1.667
2.667
25.000 40 1 1 -
100.000
100.000 60 15 45 60 15 15 -
1 1 15 15 15 15 10 10 10 10 10 1 1 10 -
255.000 40.000 24.000 663.000 60.000
591.917 -475.000 116.917
40.000 60.000
15.500 13.000
1.287.417 1 15 1 1 1 1 1 10 -
21.500 1.458.917
Bijlage 2: Investeringsplanning
2.017 krediet
rente
afsch
lasten
2.018 krediet
rente
afsch
lasten
2.019 krediet
90.000 17.500 50.000
50.000 -50.000
17.042 -17.042
5.759 -5.759
22.801 -22.801
29.000
29.000
-29.000
-29.000
afsch
lasten
3.600 -3.600 700 -700
6.000 -6.000 1.458 -1.458
9.600 -9.600 2.158 -2.158
10.200 800 320
4.250 1.333 178
14.450 2.133 498
-11.320
-5.761
-17.081
898.505 898.505
898.505 -898.505
50.000 -50.000
50.000 486.920
rente
107.500
486.920
42.500 -13.500 29.000 255.000
10.200
4.250
14.450
18.000 327.000
720 13.080 -24.000
400 5.450 -10.100
1.120 18.530 -34.100
2.200 -2.200
3.667 -3.667
5.867 -5.867
55.000 651.231 -475.000 176.231
40.000 40.000 40.000
1.600 1.600 1.600 -4.800
176.231 176.231 16.000 -16.000 2.667 2.667 2.667 -8.001
8.000 6.000 60.000
320 240 2.400
800 600 6.000
1.120 840 8.400
-2.960
-7.400
-10.360
16.000
176.231 -176.231
255.000 37.000 11.000 1.035.000
1.217.788 -475.000 742.788
2.080.788 40.000
40.000 15.000 28.000
4.250 2.467 244 17.250 -24.211
742.788 742.788
14.450 3.947 684 58.650 -77.731
742.788 -742.788
255.000 20.000 8.000
1.373.505 -475.000 898.505
16.000 -16.000 4.267 4.267 4.267 -12.801
1.041.231
28.000
10.200 1.480 440 41.400 -53.520
70.000
2.800 -2.800
7.000 -7.000
9.800 -9.800
15.000
600 -600
1.500 -1.500
2.100 -2.100
35.000 6.000 27.000 -68.000
35.000 6.000 27.000 -68.000
1.266.505 40.000 -40.000
40.000 -40.000
15.000
15.000
28.000 35.000 6.000 27.000
-28.000
-28.000
-15.000
-15.000
28.000
15.000
68.000
1.585.151
2.185.788
1.442.005
107
Bijlage 3: Nog niet aangevraagde investeringen
Bijlage 3
Geplande investeringen nog niet aangevraagd Jaar
Nr
Omschrijving investering [t/m juni 2015]
2015 2015
-
2012
21
2014
7
Aanschaf huisvesting vervoermiddelen Vervanging MAN [BB-PR-72] Dekking OBR Vervanging vervoer Bedrijfsvoeringsparagraaf Bodemsanering Oude Bleek Bijdrage subsidie Programma 4 Bouwen en Milieu Beleidsveld Riool: Afvalwaterketenplan: 2013+2014 Vrijvervalriolen Mechanische gemalen Mechanische drukriolering Afkoppelen oude wijken Dekking OBR Rioolheffing Afvalwaterketenplan: 2015-2018 Vrijvervalriolen Mechanische gemalen Mechanische drukriolering Afkoppelen oude wijken Dekking OBR Rioolheffing Beleidsveld Wegen: Aanleg/verbeteren fietsverbindingen Investeringen conform BOR Beschikbaar product 345 onderhoud wegen Netto investering Dekking OBR Openbare ruimte Vervanging 2 sneeuwschuivers Vervanging Veegmachine Dekking OBR Vervanging vervoer Beleidsveld Groen: Vervanging Kleine tractor Vervanging Volkswagen Pick Up [38-VS-BX] Vervanging Volkswagen Pick Up [50-VH-BG] Dekking OBR Vervanging vervoer Beleidsveld Begraven: Inrichting uitbreiding begraafplaats 't Harde CV-ketel begraafplaats Doornspijk Dekking OBR Begraafrechten 80% Beleidsveld Openbare verlichting: Vervanging lichtmasten Vervanging armaturen Vervanging lichtmasten Vervanging armaturen Vervanging lichtmasten Dekking OBR Openbare verlichting Beleidsveld Haven: Aanleg elektra voor alle boxen Aanleg water voor alle boxen Nieuwbouw havenkantoor Jachthaven betaalsysteem Dekking Opbrengst havengelden [OBR Haven] Programma 6 Verkeer en openbare ruimte Beleidsveld Sport: Beregeningsinstallaties Doornspijk/ 't Harde Programma 7 Cultuur, sport, recreatie en toerisme
2015
2011 2015
6
56 7
2015 2015
-
2015 2015 2015
-
2013 2014
40 10
2013 2014 2014 2015 2015
44 11 12 10 11
2015 2015 2015 2015
-
2008
Totaal
108
85
Aant jaren 20
1 -
Krediet
Rente
Afschrijving
Totaal
220.000 160.000
8.800 6.400 -15.200
8.000 -8.000
8.800 14.400 -23.200
380.000 210.000 -210.000 0
0 0
60 15 45 60 -
510.000 133.000 25.000 41.000
20.400 5.320 1.000 1.640 -28.360
8.500 8.867 556 683 -18.606
28.900 14.187 1.556 2.323 -46.966
60 15 45 60 -
255.000 62.000 7.000 538.000
10.200 2.480 280 21.520 -34.480
4.250 4.133 156 8.967 -17.506
14.450 6.613 436 30.487 -51.986
25 1 15 10 -
94.869 558.577 -475.000 83.577
3.795
3.795
7.590
16.000 75.000
640 3.000 -3.640
83.577 -83.577 1.067 7.500 -8.567
83.577 -83.577 1.707 10.500 -12.207
15 15 15 -
55.000 40.000 40.000
2.200 1.600 1.600 -5.400
3.667 2.667 2.667 -9.001
5.867 4.267 4.267 -14.401
30 1 -
265.000 4.300
10.600
8.833 4.300 -10.506
19.433 4.300 -18.986
45.000 16.000 33.000 11.000 3.400 -108.400
45.000 16.000 33.000 11.000 3.400 -108.400
2.618.146
3.000 4.000 400 3.200 -10.600 5.915
5.000 2.500 167 5.333 -13.000 6.422
8.000 6.500 567 8.533 -23.600 12.337
29.225 29.225
1.169 1.169
1.461 1.461
2.630 2.630
3.027.371
7.084
7.883
14.967
1 1 1 1 1 15 40 60 15
20
-8.480 45.000 16.000 33.000 11.000 3.400
75.000 100.000 10.000 80.000
Bijlage 4: Producten
Bijlage 4
Producten op programmaniveau Programma en beleidsveld
Product
Begroot 2.016
Begroot 2017
Begroot 2018
Begroot 2019
Bezwaar- en beroepschriften Overig algemeen beheer WWB inkomensdeel Beleidsveld Participatie Wet kinderopvang Beleidsveld Minimabeleid BBZ Belastingen en rechten Beleidsveld Maatschappelijke begel. en zorg Verzekeringen Beleidsveld Ouderen- en gehandicaptenbeleid Beleidsveld Ondersteun. mantelzorgers en vrijw. Verzekeringen Beleidsveld Kunst en cultuur Peuterspeelzalen en kinderopvang Jeugdbeleid Leerplicht Beleidsveld WMO indiv. verstrekkingen Verzekeringen Beleidsveld Participatie Algemene uitkering Beleidsveld Ouderen- en gehandicaptenbeleid Ondersteun. mantelzorgers en vrijw. Minimabeleid WMO indiv. verstrekkingen Algemene uitkering Beleidsveld Jeugdbeleid Algemene uitkering Beleidsveld Volksgezondheid Beleidsveld Jeugdbeleid Beleidsveld Ouderen- en gehandicaptenbeleid Jeugdbeleid Participatie Volksgezondheid WMO indiv. verstrekkingen Mutatie reserves
48 61 634 743 389 21 411 622 32 92 745 313 0 313 439 439 176 3 179 60 254 524 81 920 2.233 0 2.233 3.694 -3.682 12 240 65 201 2.598 -3.103 2 4.689 -4.533 155 245 245 575 575 -32 -50 -4 -15 271 171
48 62 634 745 250 22 271 631 32 92 754 311 0 311 443 443 178 3 181 60 257 527 82 927 2.203 0 2.203 3.448 -3.436 12 240 65 201 2.408 -2.913 2 4.599 -4.443 155 233 233 575 575 -32 -50 -4 0 55 -31
48 63 634 746 255 22 277 635 32 92 759 315 0 316 415 415 179 3 183 60 260 482 84 886 2.203 0 2.203 3.224 -3.212 12 240 65 201 2.292 -2.797 2 4.626 -4.470 155 235 235 575 575 0 0 -4 0 55 51
48 64 635 747 259 22 280 635 32 92 759 319 0 320 420 420 181 3 185 60 263 487 85 895 2.203 0 2.203 3.064 -3.052 12 240 65 201 2.257 -2.763 2 4.634 -4.479 155 237 237 575 575 0 0 -4 0 55 51
Programma 1
7.143
6.782
6.815
6.841
Onroerend zaakbeheer Onderhoud gebouwen Huisvesting openbaar onderwijs Huisvesting bijzonder onderwijs Huisvesting voortgezet onderwijs Verzekeringen Beleidsveld Onderwijs Leerlingenvervoer Beleidsveld Huisvesting onderwijs Mutatie reserves
3 23 51 1.014 1.024 46 2.161 124 496 620 -713 -713
3 23 52 1.014 1.025 47 2.164 125 503 628 -713 -713
3 23 52 1.015 1.025 47 2.166 126 510 636 -713 -713
3 23 52 1.015 1.026 48 2.168 127 517 643 -713 -713
Programma 2
2.068
2.078
2.088
2.098
Raming x € 1.000 Sociaal Domein Uitkeringen
619 637 638
Werkgelegenheid
592 599
Gemeentelijk minimabeleid
640 644 728
Maatschappelijke begeleiding en advies
530 776
Ouderenbeleid
550
Vrijwilligersbeleid
567 776
Jeugdbeleid
209 561 568 575
WMO maatwerk voorzieningen
655 776
Participatiewet (transitie)
592 703
WMO begeleiding (transitie)
550 567 640 655 703
Jeugdzorg (transitie)
568 703
Openbare gezondheidszorg
505
Jeugdgezondheidszorg
568
Toevoeging en onttrekking reserves
550 568 592 505 655
Onderwijshuisvesting en -vervoer Onderwijshuisvesting
140 230 500 501 502 776
Leerlingenvervoer
539 560
Toevoeging en onttrekking reserves
500
109
Bijlage 4: Producten Programma en beleidsveld Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Ruimtelijke ordening
Product Raming x € 1.000 105 106 776
Volkshuisvesting
176
Toevoeging en onttrekking reserves
105
Bouwen en milieu Natuur en landschap
474 525
Bouwen en handhaving
248 252 477 776
Milieu
445 450 478
Veiligheid Brandweer en rampenbestrijding
Openbare orde en veiligheid
Verkeer en openbare ruimte Openbaar groen
140 230 751 776 862 375 802 862
415 776
Speelvoorzieningen
425
Waterhuishouding
383
Afvalverwijdering en -verwerking
350 728
Riolering en waterzuivering
355 728
Lijkbezorging
230 365 435 728 776
Openbare verlichting
363
Wegen, straten en pleinen
230 345 776 831
Verkeersmaatregelen
320
110
Begroot 2.016
Begroot 2017
Begroot 2018
Begroot 2019
Bestemmingsplannen algemeen Planolog. procedures particulieren Verzekeringen Beleidsveld Volkshuisvesting Beleidsveld Bestemmingsplannen algemeen Mutatie reserves
336 28 0 364 145 145 40 40
336 27 0 363 145 145 40 40
336 26 0 363 146 146 40 40
336 25 0 362 146 146 40 40
Programma 3
549
549
548
547
Natuur- en landschapsbeleid Subsidies Beleidsveld Handhaving Omgevingsvergunningen Handhaving openbare ruimte Verzekeringen Beleidsveld Bodembeheer Duurzaamheidsbeleid Handhaving bedrijven Beleidsveld
96 0 96 471 158 409 0 1.039 96 75 355 526
96 0 96 472 154 409 0 1.035 90 75 360 525
96 0 96 472 149 409 0 1.030 91 75 364 531
96 0 96 473 144 409 0 1.026 91 75 369 536
Programma 4
1.661
1.656
1.657
1.658
Onroerend zaakbeheer Onderhoud gebouwen Schoonmaak gebouwen Verzekeringen Rampenbestrijding Beleidsveld Opvang zwerfdieren en kadavers Handh.openb.orde en veiligheid Rampenbestrijding Beleidsveld
7 44 11 1 1.189 1.252 22 245 72 340
7 44 11 1 1.204 1.267 23 246 72 341
7 45 11 1 1.219 1.283 23 247 72 341
7 45 11 1 1.235 1.300 23 248 71 342
Programma 5
1.591
1.608
1.625
1.642
Openbaar groen Verzekeringen Beleidsveld Speelvoorzieningen Beleidsveld Onderh.watergangen en drainage Beleidsveld Huishoudelijke afvalstoffen Belastingen en rechten Beleidsveld Riolering Belastingen en rechten Beleidsveld Onderhoud gebouwen Registr.beheer gem. begraafpl. Gemeent.begraafplaatsen Belastingen en rechten Verzekeringen Beleidsveld Openbare verlichting Beleidsveld Onderhoud gebouwen Wegen Verzekeringen Salaris- en vergoedingenadm. Beleidsveld Verkeerspl.verk/vervoeraang.l. Beleidsveld
1.226 6 1.233 204 204 153 153 1.407 -1.826 -419 1.576 -2.034 -457 71 79 388 -430 2 111 184 184 18 2.025 -2 0 2.041 321 321
1.235 6 1.242 205 205 155 155 1.407 -1.826 -419 1.576 -2.034 -457 72 79 388 -430 2 111 186 186 18 2.036 -2 0 2.052 320 320
1.244 6 1.251 192 192 156 156 1.407 -1.826 -419 1.576 -2.034 -457 72 79 388 -430 2 111 189 189 18 2.046 -2 0 2.063 320 320
1.253 7 1.260 194 194 157 157 1.407 -1.826 -419 1.576 -2.034 -457 72 79 388 -430 2 112 191 191 18 2.057 -2 0 2.074 320 320
Bijlage 4: Producten Programma en beleidsveld Haven
230 335 728 751 776
Toevoeging en onttrekking reserves
345 355 363 415 435 728
Product Raming x € 1.000 Onderhoud gebouwen Haven Belastingen en rechten Schoonmaak gebouwen Verzekeringen Beleidsveld Wegen Riolering Openbare verlichting Openbaar groen Gemeent.begraafplaatsen Belastingen en rechten Mutatie reserves
Begroot 2.016 16 192 -221 13 0 -1 261 12 85 23 11 -9 381
Begroot 2017 16 192 -224 13 0 -3 261 12 85 23 11 -9 381
Begroot 2018 16 192 -227 13 0 -6 261 12 85 23 11 -9 381
Begroot 2019 16 193 -230 13 0 -8 261 12 85 23 11 -9 381
3.752
3.774
3.781
3.804
370 370 -17 28 74 127 1 212 131 228 62 234 1 656 357 30 386 186 105 18 11 320 72 336 2 409 160 10 0 170 1 -32 -156 -187
375 375 -17 28 74 128 1 214 132 228 63 231 1 655 330 30 360 187 106 18 11 322 72 337 2 410 159 10 0 169 1 -32 -156 -187
381 381 -18 28 75 130 1 216 134 228 64 233 1 659 334 30 365 189 107 19 11 325 72 338 2 412 159 10 0 169 1 -32 -156 -187
387 387 -18 29 75 131 1 218 135 229 65 234 1 664 338 31 369 190 108 19 11 328 72 340 2 413 159 10 0 170 1 -32 -156 -187
2.336
2.320
2.340
2.361
Markten en standplaatsen Economische zaken Onroerend zaakbeheer Belastingen en rechten Schoonmaak gebouwen Salaris- en vergoedingenadm. Beleidsveld Onroerende zaaktransacties Onroerend zaakbeheer Onderhoud gebouwen Beleidsveld Exploitatie grondbedrijf Beleidsveld Onroerend zaakbeheer Mutatie reserves
8 139 -43 -19 1 9 95 116 53 34 203 0 0 -2 -2
8 135 -44 -19 1 9 90 116 52 34 202 0 0 -2 -2
8 135 -46 -19 1 9 88 116 51 34 201 0 0 -2 -2
8 135 -47 -20 1 9 87 116 50 34 200 0 0 -2 -2
Programma 8
297
290
287
285
Programma 6 Cultuur, sport, recreatie en toerisme Openbaar bibliotheekwerk
565
Vormings- en ontwikkelingswerk
140 230 525 562 776
Sport
430 520 525 533 776
Kunst en cultuur
209 525
Monumentenzorg
209 230 445 776
Dorps- en gemeenschapsaccommodaties
531 532 776
Toerisme en recreatie
112 230 776
Toevoeging en onttrekking reserves
230 520 532
Bibliotheekwerk Beleidsveld Onroerend zaakbeheer Onderhoud gebouwen Subsidies Muziekonderwijs Verzekeringen Beleidsveld Onderhoud sportvelden Sport Subsidies Zwembad de Hokseberg Verzekeringen Beleidsveld Kunst en cultuur Subsidies Beleidsveld Kunst en cultuur Onderhoud gebouwen Bodembeheer Verzekeringen Beleidsveld Kulturhus Multifunctionele accommodaties Verzekeringen Beleidsveld Toerisme en recreatie Onderhoud gebouwen Verzekeringen Beleidsveld Onderhoud gebouwen Sport Multifunctionele accommodaties Mutatie reserves Programma 7
Economische structuur Handel en ambacht
110 137 140 728 751 831
Overige agrarische zaken
135 140 230
Bouwgrondexploitatie
125
Toevoeging en onttrekking reserves
140
111
Bijlage 4: Producten Programma en beleidsveld
Product Raming x € 1.000
Bestuur Streekarchivariaat
580
Bestuursorganen
831
Juridische ondersteuning
265 776 860
Bestuurlijke samenwerking
800
Burgerzaken
670 671 672 673 680 681 682
Kadaster en huisnummering
142 155 157
Ondersteuning raad en griffie
751 800 831
Algemene baten en lasten
703 704 708 728
Uitvoering Wet WOZ
724
Wijkgericht werken
802
Ondersteuning college en directie
751 753 780 800 805 831
Lasten heffing en invordering
728
Toevoeging en onttrekking reserves
704
Mutaties in reserves Bedrijfsvoering
704 157
Begroot 2.016
Begroot 2017
Begroot 2018
Begroot 2019
128 128 688 688 192 34 69 295 321 321 49 -10 9 31 120 24 4 227 31 73 85 189 2 117 86 205 12 -324 122 4 -187 395 395 121 121 9 20 139 200 41 293 701 272 272 56 56 -19 1 -17
130 130 688 688 193 34 69 296 325 325 49 -11 9 31 120 24 4 225 31 73 85 189 2 118 86 206 12 -219 122 4 -81 395 395 122 122 9 21 139 200 41 202 611 272 272 -14 -14 6 1 8
132 132 689 689 193 34 69 296 329 329 49 -13 8 31 120 24 3 223 31 72 85 189 2 118 86 206 12 -127 122 4 10 395 395 122 122 9 21 139 200 41 202 611 272 272 -88 -88 -44 1 -42
133 133 689 689 194 34 69 297 283 283 49 -14 7 32 120 24 3 220 31 72 85 189 2 119 86 207 12 24 122 4 161 395 395 123 123 9 21 139 200 41 202 612 272 272 -66 -66 -44 1 -42
3.395
3.370
3.343
3.472
Belastingen en rechten Beleidsveld Algemene uitkering Beleidsveld Deelnemingen Beleidsveld Deelnemingen Beleidsveld Onvoorzien/stelposten Beleidsveld Deelnemingen Mutatie reserves
-4.028 -4.028 -17.535 -17.535 -383 -383 -1.531 -1.531 60 60 581 581
-4.126 -4.126 -17.123 -17.123 -388 -388 -1.531 -1.531 70 70 581 581
-4.205 -4.205 -17.056 -17.056 -393 -393 -1.531 -1.531 80 80 581 581
-4.264 -4.264 -17.204 -17.204 -399 -399 -1.531 -1.531 90 90 581 581
Programma 9a
-22.837
-22.518
-22.526
-22.727
-45
-91
-41
-19
Beheren streekarchief Elburg Beleidsveld Salaris- en vergoedingenadm. Beleidsveld Bezwaar/beroepsprocedures Verzekeringen Juridische zaken algemeen Beleidsveld Bestuurlijke zaken algemeen Beleidsveld Informatievoorz. basisreg. pers. Reisdocumenten Rijbewijzen Verkiezingen Persoonsregistratie Akten burgerlijke stand Huwelijksvoltrekkingen Beleidsveld Naamgeving en nummering Basiskaart Kadaster Beleidsveld Schoonmaak gebouwen Bestuurlijke zaken algemeen Salaris- en vergoedingenadm. Beleidsveld Algemene uitk. gemeentefonds Onvoorzien/stelposten Deelnemingen Belastingen en rechten Beleidsveld Uitvoering wet W.O.Z. Beleidsveld Handh.openb.orde en veiligheid Beleidsveld Schoonmaak gebouwen Communicatie Secretariele ondersteuning Bestuurlijke zaken algemeen Ondersteuning directie Salaris- en vergoedingenadm. Beleidsveld Belastingen en rechten Beleidsveld Onvoorzien/stelposten Beleidsveld Onvoorzien/stelposten Kadaster Mutatie reserves Programma 9
Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen
728
Algemene uitkeringen
703
Dividend
708
Overige algemene dekkingsmiddelen
708
Onvoorziene uitgaven
704
Toevoeging en onttrekking reserves
708
Totaal
112
Bijlage 5: Kerngegevens
Bijlage 5
Kerngegevens Sociale structuur Aantal inwoners 0 tot 20 jaar
2015 5.965
2016 5.940
2017 5.915
2018 5.890
2019 5.865
20 tot 65 jaar Ouder dan 65
12.750 4.128
12.790 4.170
12.775 4.210
12.760 4.250
12.745 4.290
22.843
22.900
22.900
22.900
22.900
Aantal uitkeringsgerechtigden
2015
2016
2017
2018
2019
Bijstandsontvangers Uitkeringsontvangers
206 1.334
220 1.348
225 1.353
225 1.353
225 1.353
Huishoudens Huishoudens met een laag inkomen
9.127 2.350
9.180 2.360
9.230 2.365
9.230 2.365
9.230 2.365
Aantal woningen Woningenaantal
2015 9.793
2016 9.850
2017 9.900
2018 9.900
2019 9.900
Oppervlakte gemeente in hectaren Binnenwateren
2015 221
2016 221
2017 221
2018 221
2019 221
Historische stads- en dorpskern Overig
9 6.365
9 6.365
9 6.365
9 6.365
9 6.365
6.595
6.595
6.595
6.595
6.595
Fysieke structuur
113
Bijlage 6: Reserves en voorzieningen
Bijlage 6
Reserves en voorzieningen 2015-2019 Omschrijving 1. Sociaal domein Sociaal domein 2. Onderwijshuisvesting en vervoer Onderwijshuisvesting 3. Ruimtelijke ordening Bestemmingsplannen Volkshuisvesting 5. Veiligheid Brandweer 6. Verkeer en openbare ruimte Begraafrechten Haven- en kadegelden Openbare verlichting Reinigingsheffingen Rioolheffingen Openbare ruimte 7. Cultuur, sport, recreatie en toerisme MFC 't Harde 9a. Algemene dekkingsmiddelen Algemeen Algemene weerstandsreserve Bouwgrondexploitatie Weerstandreserve bouwgrondexploitatie Bedrijfsvoering Lokale arbeidsvoorwaarden Vervanging vervoermiddelen Onderhoud automatisering Totaal reserves 6. Verkeer en openbare ruimte Onderhoud haven Afvalstoffenheffing Rioolheffing 7. Cultuur, sport, recreatie en toerisme Onderhoud monumenten Onderhoud dorpshuizen Onderhoud zwembad 9. Bestuur Pensioen voormalig wethouders Wachtgeld wethouders Bedrijfsvoering Wachtgeld personeel Onderhoud gebouwen Totaal voorzieningen Totaal reserves en voorzieningen
114
Saldo 2015
Bij rente
3.168
Bij in 2016
Af in 2016
Saldo 2016
271
86
3.353
1.737
8.789 665 138
9.163
321
1.043
604 138
21
40
303
Bij in 2017
Af in 2017
Saldo 2017
55
86
3.323
308
1.495
1.589
9.003
23
40 29
728 109
303
349 275 869 943 2.810
10
3.180
111
98
85
354
809 14.038 271 589 6 558 222 38.293
Bij rente
342
29 2 117
341 866 943 3.145
110
188
3.103
109
396
412 14.038 271 589
98
6 87
581
1.891
2.655
45 393 3.241
40
81
93
41 530 271
7 12
85
354
8.632
29
40
100
697 109
152
93
5 40 65
44 31 14
2 539 322
5 40 65
89
73 54
2.137 184
53 5
335
7
117 146 710
90 512 7.366
2
3.365
45.475
18
85
Bij in 2019
Af in 2019
Saldo 2019
55
4
3.426
345
887
1.589
8.276
28
40
765 109
354
303
327
7
743
540 862 943 3.165
127
188
2.956
118
65
319 14.038 271 589
602 222 37.951
2
24
98
124
689
1.490
2.823
40
44
202
4 393 3.075
93
213 223
7 366 164
5 40 65
73 54
2.207 135
66 4
60
65 121 990
27 436 6.813
1
45 378
642
2.506
3.215
45.408
89
Bij rente
303
604 222 38.595
41
2.269
1.589
384 14.038 271 589
40
643
858
28
5 393 3.183
45.929
360
121
2.225
63
3.374
3.023
2.128
45 378
4
188
582
5
55
137
103
201 613 7.636
Saldo 2018
192
98
52 6
Af in 2018
438 864 943 3.417
2
21
2.069 232
589 222 38.110
Bij in 2018
303
7
20
Bij rente
22
85
899
647 859 943 2.747
188
2.885
68
251 14.038 271 589
603 222 37.256
2 354
320
24
98
121
664
1.520
2.878
40
27
257
0 393 2.911
93
257
13 393 2.748
56 49
12 350 180
5 40 65
18 143 5
247 240
73 54
2.290 85
57 2
89
73 54
2.364 34
71
45 378
28 28 588
453 6.675
59
45 378
297 873
201 6.238
760
1.868
3.410
44.626
723
1.898
3.752
43.495
89
Bijlage 7: Uitgangspunten
Bijlage 7
Begrotingsuitgangspunten Begrotingsuitgangspunten Het gaat hier om technische uitgangspunten die als leidraad gelden bij het opstellen van de productenraming 201 6 en de MPB 2016-2019 voor zover sprake is van bestaand beleid. Ongewijzigd/aanvaard beleid De productenraming en de MPB zijn opgesteld op basis van ongewijzigd/aanvaard beleid, dat wil zeggen dat is uitgegaan van de ramingen 2015 inclusief het dekkingsplan 2015 zoals deze zijn verwerkt in de MPB 2015-2018. Daarnaast zijn de ramingen voor aanvaard beleid in 2016 t/m 2018 opgenomen. Ramingen voor nieuw/wijziging bestaand beleid worden afzonderlijk vermeld en zijn (op enkele gevallen na) niet in de primitieve raming verwe rkt. Aanleveren wensen/prioriteiten voorjaarsnota Men is in de gelegenheid gesteld wensen en prioriteiten aan te leveren. Opnieuw is hierin in verband met de nog immer aanhoudende economische crisis in deze een terughoudende opstelling ingenomen. Uiteraard zijn voor de bedrijfsvoering de vervangingsinvesteringen voor het jaar 2019 wel opgevoerd. Wijzigingen van bestaand beleid die onontkoombaar en onuitstelbaar zijn, zijn eveneens opgevoerd (onder andere als gevolg van wetgeving). Prijsstijging 2016-2019 De prijsstijging in 2016 bedraagt 1,25% en voor de jaren 2016-2019 bedraagt deze 1,40%. Voor de prijsstijging is de algemene prijsontwikkeling voor overheidsconsumptie gehanteerd zoals die door het Centraal Planbureau is opgenomen in de meicirculaire 2014 van het gemeentefonds. Loonstijging 2016-2019 De salarissen en sociale lasten zijn geraamd op basis van het aantal vaste formatieplaatsen en vermeerderd met in 2016 toe te kennen periodieke verhogingen. In de MPB is ook rekening gehouden met periodieke verhogingen in 20172019. De loonstijgingen zijn als volgt: Begrotingsjaar 2016
Totaal 2,25%
2017 2018
2,00% 2,00%
2019
2,00%
Inkomstenstijging 2016-2019 De prijsstijging bedraagt voor de jaren 2016-2019 1,40%. Bij de inkomstenstijging van de belastingen, leges en rechten worden de volgende uitzonderingen gemaakt in verband met nieuw beleid en vastgestelde ombuigingsmaatregelen in de MPB 2015-2018: Voor de OZB wordt voor de jaren 2016-2018 een tariefstijging van 2% gehanteerd en voor 2019 1,4%. De reinigings- en rioolheffingen worden voor de jaren 2016-2017 bevroren. Rekenrente De rente voor 25 jaar lineair bevindt zich nog ruim onder de 3,5%. Voor de rekenrente is daarom vanaf 2016 gerekend met 3,5%. Dit percentage geldt voor zowel de nieuwe investeringen als de bespaarde rente over de reserves. Om het risico van een rentestijging te verminderen is voor 2019 het percentage voor de rekenrente vastgelegd op 4%. Onvoorzien en remweg Voor de stelpost onvoorzien is onveranderd uitgegaan van een raming van € 50.000. Voor de stelpost remweg is jaarlijks € 10.000 structureel geraamd. Reserves en voorzieningen Reserves en voorzieningen zijn ingezet conform de criteria welke zijn o pgenomen in de vastgestelde nota reserves en voorzieningen 2015.
115
Persbericht Elburg, 29 september 2015
Sluitende begroting: geen nieuwe bezuinigingen Het college van burgemeester en wethouders biedt de gemeenteraad een sluitende meerjarenbegroting 2016-2019 (MPB) aan. Hierna bespreekt de raad deze MPB op maandagavond 2 november 2015 en stelt dan de financiële keuzes vast voor 2016-2019. “Voor het eerst sinds het begin van de economische crisis hoeven we geen nieuwe bezuinigingen voor te stellen,” aldus Wethouder Henk Wessel (AB). “Ik ben dan ook –hetzij voorzichtig- positief over het lichte economische herstel in ons land." Volgens wethouder Henk Wessel betaalt het behoudende financiële beleid van de afgelopen jaren zich nu uit: “Op dit moment is er nog beperkte ruimte voor nieuw beleid. Wel ontstaat er nu meer financiële ruimte voor het bekostigen van noodzakelijke wijzigingen van bestaand beleid. Zo komt dankzij de ontstane financiële ruimte de vorig jaar aangekondigde extra OZB-verhoging van 1,5% te vervallen. De gemeentelijke lasten voor een gemiddeld gezin nemen in 2015 met slechts 0,7% toe. Dit is mogelijk doordat de tarieven voor afval en riool in 2016 worden bevroren. Hierdoor behoort de gemeente Elburg wat betreft de woonlasten nog steeds tot de 100 goedkoopste gemeenten van Nederland. En dat is iets om trots op te zijn, zeker in deze tijd.” Sociaal domein Wethouder Henk Wessel heeft nog wel zorgen over de geplande kortingen op de rijksuitkering sociaal domein. Het is bij de meicirculaire van de Rijksoverheid duidelijk geworden dat de gemeente de komende 4 jaar op de onderdelen Wmo, Jeugdwet en Participatiewet een bedrag van € 1,9 miljoen minder kan uitgeven en dus voor een grote bezuinigingstaakstelling staat. “Hierin ligt voor de gemeente een grote opgave, welke gepaard gaat met een flinke inspanningsverplichting op de diverse onderdelen,” aldus de wethouder. Belangstellenden kunnen de MPB 2016-2019 inzien via www.elburg.nl.
Voor meer informatie: Jean-Paul Lamers, communicatieadviseur (ma, di, wo, do) Gemeente Elburg Bezoekadres: Postbus 70 Zuiderzeestraatweg Oost 19 8080 AB ELBURG 8081 LA ELBURG (0525) 688688 (direct) 0613348530
[email protected] www.elburg.nl