Afstudeerrapport
”Bewonersbeleving” Onderzoek naar de attitudes van de Amsterdamse binnenstadbewoner tegenover (dag)toeristen
6 JUNI 2008 Naam Studentnummer Opdrachtgever Opleiding
: : : :
Chantal de Raaf 400791 Lectoraat City Marketing en Leisure Management Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
GEGEVENS Titel: Afstudeerrapport “Bewonersbeleving” Ondertitel: Onderzoek naar de attitudes van de Amsterdamse binnenstadbewoner tegenover (dag)toeristen Versie, datum: 1.0, 06 juni 2008 Student: Chantal de Raaf Opleiding: Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs Contactadres voor deze publicatie:
[email protected] Afstudeerbegeleidster: Roos Gerritsma Kringdocente: Marie Ange de Kort Studieloopbaan coach: Khalil Zhiri Opdrachtgever: Lectoraat City Marketing en Leisure Management Contactpersoon: Angelique Lombarts School: Hogeschool Inholland Adres: Wildenborch 6 1112 XB Diemen
2
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
VOORWOORD Voor u ligt dit afstudeerrapport van het onderzoek “bewonersbeleving” in opdracht van het Lectoraat City Marketing en Leisure Management. Het doel van dit onderzoek is inzicht krijgen in de attitudes van de bewoners van de binnenstad van Amsterdam tegenover (dag)toeristen, ten einde aanbevelingen te doen over de manier waarop stadsdeel Centrum hierop kan inspelen door middel van haar toeristisch beleid. In februari ben ik gestart met dit afstudeeronderzoek dat tevens de laatste fase is van mijn opleiding Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs. Dit onderzoek is gebaseerd op het onderzoek dat in 1998 door Roos Gerritsma is uitgevoerd, en is dan ook een vervolgonderzoek. Voorafgaand aan dit onderzoek heb ik mij verdiept in het onderzoek dat Roos Gerritsma(1998) heeft uitgevoerd en verschillende rapporten die over de binnenstad zijn verschenen, en die gepubliceerd zijn door de Gemeente Amsterdam en het ATCB. Ik hoop u als lezer door middel van dit rapport een goed inzicht te geven in mijn bevindingen. Daarnaast wil ik in dit voorwoord van de gelegenheid gebruik maken om afstudeerbegeleidster Roos Gerritsma (inmiddels docente onderzoek van de opleiding HTRO en VTM) en kringdocente Marie Ange de Kort te bedanken voor hun hulp bij de totstandkoming van dit afstudeerrapport. Ook Angelique Lombarts en Katalin Gallyas hebben goede hulp geboden gedurende dit onderzoek. Tot slot wil ik alle respondenten die de enquête hebben ingevuld of bereid waren een interview te geven bedanken, evenals de sleutelfiguren die bereid waren een interview te geven.
Met vriendelijke groet,
Chantal de Raaf Hoorn, juni 2008
3
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
4
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
SAMENVATTING Het doel van dit onderzoek is inzicht verkrijgen in de attitudes van de bewoners van de binnenstad van Amsterdam tegenover (dag)toeristen, ten einde aanbevelingen te doen over de manier waarop Stadsdeel Centrum hierop kan inspelen door middel van haar toeristisch beleid. Het is een vervolgonderzoek op het onderzoek van stadssociologe Roos Gerritsma in de onderzoeksperiode november 1998 tot en met maart 1999. Gerritsma kwam tot de conclusie dat de bewoners een overwegend positieve, trotse en tolerante houding hebben tegenover (dag)toeristen. De opdrachtgever voor dit onderzoek is het Lectoraat City Marketing en Leisure Management en de medeopdrachtgever is de Gemeente Amsterdam Economische Zaken. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de Irritation Index van Doxey. Met deze theorie kon bepaald worden op welk niveau de attitude van bewoners tegenover toeristen zit. Het grootste deel van de respondenten zit op het eerste niveau namelijk euforie (toeristen worden verwelkomd) ten opzichte van de toeristen. Doordat ongeveer 20 tot 30% van de respondenten op een aantal stellingen uit de enquête vrij negatief antwoordde ten opzichte van toeristen, zit dit deel op niveau twee van Doxey, namelijk apathie (toerisme vanzelfsprekender, relatie formeler en commerciëler). Zelfs het derde niveau ergernis (ergernis tegenover toerisme) bleek bij een aantal respondenten te zijn bereikt maar dit is slechts een klein deel. Er is gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethodes. Het kwantitatieve onderzoek bestond uit een enquête met een aantal algemene vragen en daarnaast stellingen verdeeld over een vijftal thema’s. De enquêtes zijn verspreid in vooraf geselecteerde straten in de binnenstad van Amsterdam en kon daarnaast online ingevuld worden. De totale respons is 157 respondenten (83 in het centrum en 74 in het Wallengebied). Tevens is er kwalitatief onderzoek verricht. Dit bestond uit het afnemen van semi-gestructureerde diepte-interviews met tien bewoners van de binnenstad en met drie sleutelfiguren van Stadsdeel Centrum. Ook is er desk research gedaan naar de trends en ontwikkelingen in Stadsdeel Centrum. Uit de enquête bleek dat de antwoorden van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied vrijwel geen verschillen lieten zien. De deelvragen konden als volgt beantwoord worden:
5
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Bijna driekwart van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied is trots tot zeer trots om te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Bewoners van de binnenstad die meegewerkt hebben aan dit onderzoek vinden het over het algemeen niet storend dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn en hebben vooral een positieve houding. Maar liefst 50% van de respondenten vindt dat Amsterdam in het voorjaar en de zomer overgenomen is door toeristen. Iets meer dan 40% van de respondenten vindt de belangen van toeristen niet dominant bij de inrichting van straten en pleinen van Amsterdam. De meeste respondenten willen dat er speciale themaroutes voor toeristen ontworpen worden in het centrum. Daarnaast vinden de meeste respondenten (ongeveer de helft) dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen en dat toeristen beter geïnformeerd moeten worden over de routes. De attitudes van de respondenten in het centrum en Wallengebied zijn vooral positief tegenover evenementen, festivals en de koopzondag. De respondenten vinden de evenementen en festivals een verrijking van de uitgaansmogelijkheden en gaan hier dan ook graag heen. Wel zorgen de evenementen voor overlast zoals geluidsoverlast en rommel op straat. De koopzondag wordt vooral erg positief ervaren, 30 procent vindt dit niet. Uit de enquêtes en interviews is vooral gebleken dat veel respondenten niet weten waar de city marketingcampagne I Amsterdam inhoudelijk voor staat. Ongeveer de helft van de respondenten in het centrum en het Wallengebied heeft geen mening over het toeristisch beleid. Opvallend is dat de meeste bewoners daarentegen wel aangaven meer inspraak te willen in het toeristisch beleid. Ook moet het toerisme meer verspreid worden volgens hen. De sleutelfiguren waarmee diepte-interviews gehouden zijn, geven aan dat zij in het toeristisch beleid rekening houden met de bewoners, hoewel niet elke beleidsmaker zich direct richt op de doelgroep bewoners. Daarnaast wordt door de beleidsmakers gefocust op de balans tussen wonen, werken en recreëren maar de bewoners zijn niet de belangrijkste doelgroep binnen het toeristisch beleid en daarom wordt er
6
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
wellicht niet altijd evenveel rekening gehouden met de bewoners in het toeristisch beleid. Aan de hand van bovenstaande deelvragen kon de volgende hoofdvraag beantwoord worden: Welke attitudes hebben de bewoners van de binnenstad van Amsterdam tegenover (dag)toeristen, en in hoeverre wordt hier door beleidsmakers van Amsterdam Centrum rekening mee gehouden in het toeristisch beleid? Veruit de meeste bewoners die meegewerkt hebben aan dit onderzoek hebben een trotse en positieve houding tegenover (dag)toeristen in het centrum van Amsterdam. Bewoners willen zelf graag meer inspraak in het toeristisch beleid en door beleidsmakers van Amsterdam Centrum kan hier ook duidelijk meer rekening mee gehouden worden. Bij enkele stellingen kwam naar voren dat 20 tot 30% van de respondenten negatieve attitudes heeft tegenover (dag)toeristen. In vergelijking met het onderzoek van Gerritsma(1998) blijkt dat de respondenten nog steeds positief zijn en een trotse houding hebben tegenover (dag)toeristen maar dat de meningen meer verdeeld zijn en men iets minder positief is geworden. Aan de hand van de hoofd en deelvragen was het mogelijk om de volgende aanbevelingen te doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid: Zoals in de interviews met sleutelfiguren naar voren kwam is het belangrijk om regelmatig de mening van de bewoners te monitoren zodat je draagvlak kunt creëren voor het toerisme. De eerste aanbeveling is dan ook om elke vijf jaar door O&S te laten onderzoeken wat de attitudes van bewoners zijn ten opzichte van het toerisme en het toeristisch beleid. Om voor een goede balans tussen de drie B’s (bezoekers, bewoners en bedrijven) te zorgen is het van belang dat bewoners hun mening kwijt kunnen. Uit dit onderzoek blijkt dat bewoners niet goed weten wat het toeristisch beleid inhoudt maar daarentegen wel meer inspraak in het toeristisch beleid willen. Hierop kan de gemeente inspelen door informatiebijeenkomsten te organiseren met betrekking tot het toeristisch beleid om bewoners te betrekken bij dit beleid. In figuur 2 van de Gemeente Amsterdam Kiezen voor Amsterdam in paragraaf 2.2 van dit onderzoeksrapport schetst de Gemeente Amsterdam een streefbeeld dat behaald dient te worden door middel van city marketing. Duidelijk wordt dat zij onder andere meer willen focussen op Amsterdam als woonstad en als leefbare stad.
7
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Leefkwaliteit is tevens een belangrijk speerpunt in het beleid van de Gemeente Amsterdam. De stad moet aantrekkelijk zijn voor inwoners, werknemers en bezoekers. Een aanbeveling is om vooral hier sterk op in te zetten tijdens de city marketingcampagne en dit te communiceren naar bewoners zodat zij hier ook voordelen van ondervinden en het idee krijgen dat er voor hen iets gedaan wordt. Goede informatievoorziening voor bezoekers van de stad is een punt in het Basisprogramma Economie 2007-2010. Ook de bewoners in dit onderzoek gaven aan te willen dat toeristen beter geïnformeerd worden. Daarnaast gaven bewoners aan dat de bewegwijzering voor toeristen beter moet worden. Hier kan de Gemeente Amsterdam op inspelen door specifieke informatiebrochures uit te geven en betere of meer bewegwijzering te plaatsen met ook belangrijke informatie in het Engels. Spreiding van het toerisme over de stad is tevens een punt in het Basisprogramma Economie 2007-2010. In dit onderzoek gaf een hoog percentage respondenten aan te willen dat het toerisme meer verspreid wordt over de stad. Uit de interviews blijkt dat er in de praktijk nog weinig aan spreiding wordt gedaan. Spreiding is belangrijk zodat het draagvlak voor toerisme in Amsterdam behouden wordt. Een aanbeveling is om hier daadwerkelijk iets aan te doen door bijvoorbeeld werknemers van het VVV een training te geven betreffende het promoten van andere stadsdelen en het informeren over de attracties in andere stadsdelen zodat toeristen ook andere stadsdelen gaan bezoeken en niet alleen in het centrum blijven. Trees Tiesinga van de Gemeente Amsterdam gaf aan dat er een succesvol evenement met bewoners is opgezet in de Oostelijke Binnenstad namelijk “Proef de Czaar Peterbuurt”. Bij dit evenement laat de buurt zien dat het ‘bruist’. Dit is een goede gelegenheid om meer aandacht te vestigen op andere buurten buiten het centrum en een aanbeveling is om dit evenement in verschillende stadsdelen op te zetten zodat deze buurten op de kaart worden gezet. Bewoners kunnen op deze manier een leuk evenement mee helpen opzetten wat zorgt voor draagvlak voor het toerisme. De laatste aanbeveling heeft betrekking op het aansturen op de kwaliteit van het toerisme in plaats van de kwantiteit. In verschillende interviews voor dit onderzoek werd dit aangegeven. Als meer ingezet wordt op economisch interessante toeristen trek je meer kwaliteitstoerisme naar Amsterdam en heb je meer ruimte dan wanneer alleen maar op kwantiteit gericht wordt, terwijl dit voor dezelfde omzet kan zorgen.
8
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............................................................................................................... 3 SAMENVATTING............................................................................................................ 5 1. INLEIDING ................................................................................................................ 15 1.1 Achtergrond ................................................................................................... 15 1.1.1 Onderwerp .............................................................................................. 15 1.1.2 Opdrachtgever ........................................................................................ 15 1.1.3 Achtergrond Stadsdeel Centrum ............................................................. 16 1.2 Aanleiding...................................................................................................... 17 1.2.1 Belangrijkste uitkomsten onderzoek 10 jaar geleden .............................. 18 1.3 Doelstelling .................................................................................................... 19 1.4 Relevantie ..................................................................................................... 20 2. TRENDS EN ONTWIKKELINGEN ............................................................................ 22 2.1 Trends en ontwikkelingen in het toerisme en leisure...................................... 22 2.2 Trends en ontwikkelingen in Amsterdam ....................................................... 25 2.3 Trends en ontwikkelingen in het centrum ....................................................... 29 3. INHOUDELIJKE VERKENNING ............................................................................... 35 3.1 Begrippenlijst ................................................................................................. 35 3.2 Theorie .......................................................................................................... 36 3.2.1 Doxey´s irritation index 1975................................................................... 36 3.2.2 Toelichting .............................................................................................. 37 4. VRAAGSTELLING EN ONDERZOEKSMETHODIEK ............................................... 39 4.1 Centrale vraag ............................................................................................... 39 4.2 Deelvragen .................................................................................................... 39 4.3 Onderzoeksmethodiek ................................................................................... 40 4.4 Onderzoekspopulatie ..................................................................................... 42 4.5 Betrouwbaarheid en validiteit ......................................................................... 43 4.6 Data verzameling en data analyse ................................................................. 44 4.6.1 dataverzameling ..................................................................................... 44 4.6.2 data analyse ........................................................................................... 48 5. RESPONDENTEN .................................................................................................... 51 5.1 Respondenten centrum ................................................................................. 51 5.2 Respondenten Wallengebied ......................................................................... 52 6. TROTS ...................................................................................................................... 54 6.1 Bewoners in het centrum en een gevoel van trots ......................................... 54 6.1.1 Gevoel van trots aantrekkelijk Amsterdam .............................................. 55 6.1.2 Wonen in een populair stadsdeel ............................................................ 55 6.1.3 Waardering van de buurt ........................................................................ 56 6.1.4 Toeristen moeten genieten van de buurt ................................................. 57 6.1.5 Wanneer een toerist mij de weg vraagt ................................................... 57 6.2 Bewoners in het Wallengebied en een gevoel van trots ................................. 58 6.2.1 Gevoel van trots aantrekkelijk Amsterdam .............................................. 58 6.2.2 Wonen in een populair stadsdeel ............................................................ 59 6.2.3 Waardering van de buurt ........................................................................ 59 6.2.4 Toeristen moeten genieten van de buurt ................................................. 59 6.2.5 Wanneer een toerist mij de weg vraagt ................................................... 60 6.3 Visie sleutelfiguren ........................................................................................ 60 6.4 Subconclusie ................................................................................................. 61
9
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
7. TOERISTEN IN DE DIRECTE WOONOMGEVING ................................................... 62 7.1 Bewoners in het centrum over toeristen in de directe woonomgeving ............ 62 7.1.1 Toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle ...................... 63 7.1.2 Afsluiten van de woning .......................................................................... 63 7.1.3 Toeristen verstoren mijn privacy ............................................................. 63 7.1.4 Liever geen toeristen in de directe woonomgeving ................................. 64 7.1.5 Overlast verblijfstoeristen en dagtoeristen .............................................. 64 7.1.6 Huidige omvang toerisme is storend ....................................................... 65 7.2 Bewoners in het Wallengebied over toeristen in de directe woonomgeving ... 65 7.2.1 Toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle ...................... 66 7.2.2 Afsluiten van de woning .......................................................................... 66 7.2.3 Toeristen verstoren mijn privacy ............................................................. 66 7.2.4 Liever geen toeristen in de directe woonomgeving ................................. 67 7.2.5 Overlast verblijfstoeristen en dagtoeristen .............................................. 67 7.2.6 Huidige omvang toerisme is storend ....................................................... 68 7.3 Visie sleutelfiguren ........................................................................................ 68 7.4 Subconclusie ................................................................................................. 69 8. TOERISTEN IN AMSTERDAM ................................................................................. 71 8.1 Bewoners van het centrum over Toeristen in Amsterdam .............................. 71 8.1.1 Belangen toeristen dominant .................................................................. 72 8.1.2 Speciale themaroutes ............................................................................. 72 8.1.3 Amsterdam overgenomen in het voorjaar en zomer................................ 73 8.1.4 Betere bewegwijzering ............................................................................ 73 8.1.5 Toeristen moeten beter geïnformeerd worden ........................................ 73 8.2 Bewoners in het Wallengebied over toeristen in Amsterdam ......................... 74 8.2.1 Belangen toeristen dominant .................................................................. 74 8.2.2 Speciale themaroutes ............................................................................. 75 8.2.3 Amsterdam overgenomen in het voorjaar en zomer................................ 76 8.2.4 Betere bewegwijzering ............................................................................ 76 8.2.5 Toeristen moeten beter geïnformeerd worden ........................................ 76 8.3 Visie sleutelfiguren ........................................................................................ 77 8.4 Subconclusie ................................................................................................. 77 9. EVENEMENTEN, FESTIVALS EN KOOPZONDAG ................................................. 79 9.1 Bewoners in het centrum over evenementen, festivals en koopzondag ......... 79 9.1.1 Festivals en evenementen verrijking uitgaansmogelijkheden .................. 79 9.1.2 Ik ga liever niet naar evenementen en festivals ...................................... 80 9.1.3 Koopzondag ........................................................................................... 81 9.1.4 Evenementen en festivals geven veel overlast ....................................... 82 9.2 Bewoners in het Wallengebied over evenementen, festivals en koopzondag 83 9.2.1 Festivals en evenementen verrijking uitgaansmogelijkheden .................. 83 9.2.2 Ik ga liever niet naar evenementen en festivals ...................................... 84 9.2.3 Koopzondag ........................................................................................... 84 9.2.4 Evenementen en festivals geven veel overlast ....................................... 85 9.3 Visie sleutelfiguren ........................................................................................ 85 9.4 Subconclusie ................................................................................................. 86 10. TOERISTISCH BELEID IN AMSTERDAM .............................................................. 88 10.1 Bewoners centrum over toeristisch beleid en citymarketing ......................... 88 10.1.1 I Amsterdam zorgt voor een beter imago van Amsterdam .................... 88 10.1.2 Vervelend dat city marketing zorgt voor nog meer toeristen .................. 89 10.1.3 Ik ben het eens met het toeristisch beleid ............................................. 90 10.1.4 Bewoners moeten meer inspraak krijgen .............................................. 90 10.1.5 Spreiding van toerisme ......................................................................... 91 10.1.6 Aanbevelingen van bewoners in het centrum voor toeristisch beleid..... 91 10.2 Bewoners Wallengebied over toeristisch beleid en citymarketing ................ 92 10.2.1 I Amsterdam zorgt voor een beter imago van Amsterdam .................... 94
10
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
10.2.2 Vervelend dat city marketing zorgt voor nog meer toeristen .................. 94 10.2.3 Ik ben het eens met het toeristisch beleid ............................................. 95 10.2.4 Bewoners moeten meer inspraak krijgen .............................................. 95 10.2.5 Spreiding van toerisme ......................................................................... 96 10.2.6 Aanbevelingen van bewoners in het Wallengebied voor het toeristisch beleid............................................................................................................... 97 10.3 Visie sleutelfiguren ...................................................................................... 98 10.4 Subconclusie ............................................................................................. 101 11. CONCLUSIES ....................................................................................................... 105 11.1 Beantwoording deelvragen ........................................................................ 105 11.2 Beantwoording hoofdvraag ........................................................................ 108 11.3 Theorie ...................................................................................................... 108 12. AANBEVELINGEN ............................................................................................... 110 LITERATUURLIJST.................................................................................................... 114 BIJLAGEN .................................................................................................................. 117 Bijlage 1 enquête Bijlage 2 begeleidende brief Bijlage 3 interviews met bewoners Bijlage 4 interviews met sleutelfiguren
11
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
12
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
DEEL I UITEENZETTING ONDERZOEK
13
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
14
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
1. INLEIDING Dit hoofdstuk is een inleiding die belangrijk is voor de totstandkoming van dit afstudeerrapport. Hierin worden namelijk de achtergrond, aanleiding, doelstelling en relevantie van dit onderzoek beschreven die als leidraad voor dit onderzoek gediend hebben.
1.1 Achtergrond 1.1.1 Onderwerp Het onderwerp voor deze afstudeeropdracht is: de attitudes van de binnenstadbewoner van Amsterdam tegenover (dag)toeristen. Het is een onderwerp dat exact 10 jaar geleden onderzocht is door stadssociologe Roos Gerritsma, die dit als afstudeeronderwerp voor haar master opleiding gekozen heeft. Omdat dit onderwerp 10 jaar geleden in dezelfde context al behandeld is, zal het dan ook een vervolgonderzoek zijn dat uitgevoerd wordt. In dit onderzoek wordt stadsdeel Centrum behandeld (de 3 straten waar Gerritsma destijds onderzoek heeft gedaan) en een aantal straten in het Wallengebied. Deze straten zijn gekozen omdat deze in de buurt van de toeristische attracties liggen. Met het centrum van Amsterdam wordt in dit onderzoek alle straten bedoeld behalve het Wallengebied waar enquêtes verspreid zijn zoals de Nieuwmarktbuurt, de Jordaan en de Kerkstraat. Voor de leesbaarheid wordt in dit onderzoek het centrum aangehouden. Daarnaast is er nog een aantal stadsdelen dat door medestudenten onderzocht zal worden namelijk: Zeeburg en de Plantage/Artisbuurt, de Pijp en de Rivierenbuurt, Westerpark en een gedeelte van Oud-West. De resultaten van de andere stadsdelen komen kort terug in de conclusie. 1.1.2 Opdrachtgever De opdrachtgever voor dit onderzoek is het Lectoraat city Marketing en Leisure Management aan de Hogeschool Inholland te Diemen. Het Lectoraat Leisure Management is in 2004 ingesteld. Op 1 februari 2007 kwam de nieuwe lector Angelique Lombarts en is het Lectoraat omgedoopt tot Lectoraat city Marketing en Leisure Management. Op die manier kan ook het city Marketing aspect binnen het lectoraat belicht worden. Het eerste halfjaar bestond vooral uit verkenning van de
15
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
context en opbouwen van netwerken intern en extern en het aangaan van partnerrelaties zoals de schools en collega lectoraten en kenniskringen. Een belangrijke taak van het Lectoraat is het produceren, aanbieden en verspreiden van kennis. Dit is in eerste instantie bedoeld voor de Leisure en Tourism opleidingen binnen de Hogeschool Inholland, maar ook is deze kennis toepasbaar in het werkveld. Het lectoraat heeft drie klantengroepen gedefinieerd, namelijk: de opleiding met haar docenten, het onderwijs en haar studenten en het werkveld met haar werkgevers. Het onderzoek dat uitgevoerd wordt door de Lector/kenniskring moet ten goede komen aan één of meerdere van bovengenoemde doelgroepen. Sinds 1 februari 2007 is Angelique Lombarts lector city Marketing en Leisure Management. 1 Samen met Roos Gerritsma leidt zij dit onderzoek. Roos Gerritsma is research fellow van de kenniskring binnen het Lectoraat en tevens docent bij de opleiding Vrijetijdsmanagement en Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs. Het Lectoraat houdt zich bezig met verschillende onderzoeken waarvan dit onderzoek er een is. Gemeente Amsterdam Economische Zaken is medeopdrachtgever voor dit onderzoek. De Gemeente Amsterdam levert naast informatie een financiële bijdrage aan dit onderzoek. 1.1.3 Achtergrond Stadsdeel Centrum Figuur 1
In dit onderzoek is de attitude van bewoners uit het Stadsdeel Centrum onderzocht. Het Stadsdeel Centrum wordt afgebakend door het IJ aan de bovenkant en door de Singelgracht zoals ook te zien is op figuur 1. In het Stadsdeel Centrum wonen 82.287 inwoners 2 zoals gemeten op 31 december 2007.
Bron: Gemeente Amsterdam 1
Bron:http://www.inholland.nl/Voor+bedrijven+en+organisaties/Kennisontwikkeling+en+onderzoek/RIC+ Global+City/Leisure+Management/Het+lectoraat/(bezocht op 11 februari 2008) 2 Bron: http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2007_bevolking_centrum_4.pdf (bezocht op 12 februari 2008)
16
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Uit het trendrapport Amsterdamse Binnenstad 2006/2007 van de Gemeente Amsterdam blijkt dat de bewoners van de binnenstad van Amsterdam het hoogste rapportcijfer geven aan hun buurt namelijk: een 7,9. Uit het trendrapport Amsterdamse Binnenstad 2006/2007 blijkt tevens dat wanneer we kijken naar de cijfers van 2006 dat 81% van de bewoners van Amsterdam zegt nooit overlast te ondervinden van terrassen. 77% van de bewoners zegt de drukte in de binnenstad gezellig te vinden, daarentegen zegt 8% van de bewoners de drukte vervelend te vinden. Uit het trendrapport blijkt verder dat het bewoners van de levendige buurten gaat om een combinatie van rust en levendigheid in hun wijk. Zij willen rust in hun woongebied (dus bijvoorbeeld in hun straat) maar om de hoek is levendigheid gewenst en omgekeerd. 3
1.2 Aanleiding ”Een stad is aantrekkelijk voor haar bewoners, bedrijven en bezoekers. Een evenwicht tussen deze drie doelgroepen is van groot belang immers ontevreden bewoners zijn slechte ambassadeurs voor een stad. Toch lijkt vaak de rol en het belang van de bewoner ondergespit of genegeerd te worden. Het Lectoraat city Marketing en Leisure Management beoogt met aandacht voor alle doelgroepen het belang van elke doelgroep te onderschrijven“.4 10 jaar geleden heeft Gerritsma (1998) voor haar masteropleiding Stadssociologie aan de Universiteit van Amsterdam een onderzoek gehouden onder bewoners van de Amsterdamse binnenstad. De probleemstelling die in haar onderzoek centraal stond was: Welke attitudes (houding en gedrag) hebben de bewoners van de binnenstad van Amsterdam tegenover toeristen en dagjesmensen? Er is in tien jaar tijd veel veranderd, city marketing is sinds een aantal jaar een veelgebruikt instrument om een stad op de kaart te zetten, het aantal toeristen stijgt en daarbij zijn er nog de algemene trends en ontwikkelingen die spelen op toeristisch gebied. Er is al ongeveer tien jaar geen onderzoek gedaan naar de attitude van de bewoners van Amsterdam tegenover toeristen in hun stad. Omdat de rol en het Bron: Hoffschulte, C. (2007) Trendrapport Amsterdamse binnenstad 2006/2007. Amsterdam: Gemeente Amsterdam. (pag. 91)
3
4
Bron: vacature afstudeeropdracht geplaatst door Angelique Lombarts november 2007
17
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
belang van de bewoners niet recentelijk belicht is, was dit aanleiding tot het doen van dit onderzoek. 1.2.1 Belangrijkste uitkomsten onderzoek 10 jaar geleden In maart 1999 heeft Roos Gerritsma haar afstudeerscriptie stadssociologie afgerond. De onderzoeksperiode liep van november 1998 tot aan maart 1999. Zij heeft viert thema’s aangehouden in de enquete en de interviews. De uitkomsten van dat onderzoek zullen in deze paragraaf dan ook per thema aan bod komen. Trots “Veruit de meeste bewoners die hun medwerking hebben verleend aan dit onderzoek zijn (zeer) trots op het feit dat de Amsterdamse Binnenstad door toeristen en dagjesmensen wordt bezocht, zij wonen graag in een stad die populair is onder buitenlanders en Nederlanders uit de rest van het land”. 5 32% van de respondenten gaf aan dat zij hun buurt meer waarderen door de waardering van bezoekers en 80% gaf aan te willen dat toeristen van hun buurt genieten. Directe woonomgeving ” Op basis van de onderzoeksresultaten, kan niet geconcludeerd worden dat toeristen en dagjesmensen te ver in de back region (de woning en/of directe woonomgeving) van de respondenten doordringen”. 6 Ongeveer 75% van de respondenten vindt niet dat de privacy door bezoekers wordt verstoord en 80% sluit de woning niet af voor toeristen. Ruim 70% verwelkomt de (dag)toeristen in de directe woonomgeving. 30% gaf aan het een goed idee te vinden als bezoekers worden verspreid over alle stadsdelen. Openbare ruimte Ruim 60% van de respondenten vindt dat de belangen van toeristen geen rol spelen bij de inrichting van de openbare ruimte. 30% wil dat er speciale themaroutes worden ontworpen en 45% wil dat niet. Bijna 60% van de respondenten geeft aan dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering. Bijna 40% van de respondenten vindt dat Amsterdam in het voorjaar en de zomer overgenomen is door bezoekers en
5 6
Roos Gerritsma (1999) scriptie Aantrekkelijk Amsterdam(pag.22) Roos Gerritsma (1999) scriptie Aantrekkelijk Amsterdam(pag.30)
18
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
50% vindt van niet. 7 Evenementen, festivals en de koopzondag Ongeveer 85% van de respondenten vindt dat het organiseren van festivals en evenementen een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is voor Amsterdammers. Desondanks gaat 52% niet naar de evenementen omdat het te druk is volgens hen. 60% van de respondenten vindt niet dat Amsterdammers uit de winkels worden verdreven op koopzondag. 8 De probleemstelling: Welke attitudes hebben bewoners van de Binnenstad van Amsterdam tegenover toeristen en dagjesmensen? Beantwoordde R. Gerritsma(1998) met: “Duidelijk mag zijn dat de bewoners die aan dit onderzoek hebben meegedaan een positieve, trotse en tolerante houding hebben tegenover de bezoekers van hun buurt en stad”. 9
1.3 Doelstelling Dit onderzoek is uitgevoerd omdat het voor meerdere partijen van belang kan zijn. De belanghebbenden zijn in dit geval de bestuurders, politici en de bewoners van Amsterdam maar vooral het Lectoraat city marketing en Leisure Management dat een deel van dit onderzoek gaat publiceren in een boek over het onderwerp city marketing. Het onderzoek is geresulteerd in dit onderzoeksrapport betreffende de attitudes van de binnenstadbewoners van Amsterdam tegenover (dag)toeristen. Dit onderzoeksrapport dient ter informatie voor belanghebbenden en er wordt later in dit rapport een advies uitgebracht over de manier waarop stadsdeel Centrum kan inspelen op de attitudes door middel van haar toeristisch beleid. Het onderzoek is bijna volledig gericht op de houding van de bewoners, maar daarnaast komt er ook een aantal sleutelfiguren aan het woord in de interviews zodat ook hun kijk op het onderwerp belicht wordt.
7
Roos Gerritsma (1999) scriptie Aantrekkelijk Amsterdam(pag.36) Roos Gerritsma (1999) scriptie Aantrekkelijk Amsterdam(pag.43) 9 Roos Gerritsma (1999) scriptie Aantrekkelijk Amsterdam(pag.46) 8
19
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Binnen dit onderzoek zijn de attitudes van de bewoners van het centrum en Wallengebied in Amsterdam onderzocht en niet de andere stadsdelen van Amsterdam (deze zijn door drie medestudenten onderzocht). Er is een aantal straten in de buurt van toeristische attracties uitgekozen, waar de enquêtes verspreid zijn. De doelstelling die geformuleerd kan worden is: Inzicht verkrijgen in de attitudes van de bewoners van de binnenstad van Amsterdam tegenover (dag)toeristen, ten einde aanbevelingen te doen over de manier waarop stadsdeel Centrum hierop kan inspelen door middel van haar toeristisch beleid.
1.4 Relevantie In deze paragraaf zal uitgelegd worden wat de maatschappelijke, praktische en theoretische relevantie van het onderzoek is. Maatschappelijke relevantie Als blijkt uit het onderzoek dat de bewoners van Amsterdam erg positief of juist negatief tegenover toeristen staan is dit van belang voor toeristen en Nederlanders die de stad Amsterdam bezoeken maar ook voor beleidsbepalers. De bewoners zijn namelijk de ambassadeurs voor de stad en het is dan ook belangrijk dat bewoners tevreden zijn omdat het beeld van Amsterdam anders kan veranderen en Amsterdam wellicht een minder goed imago krijgt. Praktische relevantie De praktische relevantie van dit onderzoek is dat het Lectoraat city marketing en Leisure Management en andere belanghebbenden meer duidelijkheid krijgen over de huidige attitude van de bewoners van Amsterdam. Dit is belangrijk, omdat kan blijken dat bewoners zich bijvoorbeeld ergeren aan de grote stromen bezoekers in de binnenstad en dan kan er naar een oplossing gezocht worden door de Gemeente Amsterdam om dit probleem te verminderen. Hierbij valt te denken aan het trekken van toeristen naar andere stadsdelen binnen Amsterdam.
20
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Theoretische relevantie De theoretische relevantie die bij dit onderzoek te benoemen is, is dat dit onderzoek inclusief de gebruikte theorieën een aanvulling is op eerdere onderzoeken en wellicht bruikbaar is voor onderzoek in andere (wereld)steden. Er kan dan een vergelijking gemaakt worden tussen attitudes van bewoners in diverse steden waardoor meer inzicht verkregen wordt.
21
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
2. TRENDS EN ONTWIKKELINGEN Er heeft zich in de laatste jaren een aantal ontwikkelingen voorgedaan in het toerisme in Amsterdam. Omdat dit onderzoek een vervolgonderzoek is, zal er een aantal ontwikkelingen van de laatste jaren ten aanzien van 10 jaar geleden benoemd worden.
2.1 Trends en ontwikkelingen in het toerisme en leisure 1. Stedentrips Een belangrijke trend in het toerisme is de toename van het aantal lowbudget vliegmaatschappijen. Hierdoor komen er grote bezoekersstromen op gang. Op verschillende sites van lowbudget vliegmaatschappijen vind je een stedentrip voor bijvoorbeeld 9 euro exclusief taxes. Het is op deze manier aantrekkelijk voor toeristen om op stedentrip te gaan naar een andere stad, waardoor er een toename is in het aantal stedentrips. 10 Ook blijkt uit het trendrapport Amsterdamse Binnenstad 2006/2007 dat steeds meer Nederlandse dagtoeristen de binnenstad van Amsterdam bezoeken. In 2005 waren dit namelijk 4,3 miljoen Nederlandse bezoekers.
2.City marketing City marketing is een begrip dat vooral de laatste jaren een ware trend is binnen steden. Door middel van een city marketing campagne wil een stad zich profileren ten opzichte van andere wereldsteden omdat de concurrentie tussen wereldsteden groeit. Bezoekers willen bijvoorbeeld een hotel in een wereldstad en als er geen plek is kiest men voor een andere wereldstad in een ander land. Het is dan ook van belang om concurrerend te blijven en dit kan door middel van het inzetten van een city marketingcampagne waardoor het bezoek aan een stad wellicht zal stijgen.
10
Amsterdam Toerisme en Congres Bureau (2004) AMSTERDAM TOP!Kansen benutten - positie versterken. Amsterdam
22
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Er zijn meerdere definities voor city marketing. Een duidelijke definitie voor city marketing die Lector City Marketing en Leisure Management A. Lombarts definieerde en die in dit onderzoek wordt aangehouden is: “ City marketing is een lange- termijn proces en/of beleidsinstrument bestaande uit verschillende, met elkaar samenhangende activiteiten gericht op het aantrekken en behouden van specifieke doelgroepen”.11 City marketing is vergeleken met andere Europese landen erg populair. In September 2004 lanceerde Amsterdam de ‘I Amsterdam’ campagne. Den Haag heeft zelfs een city marketing wethouder die een paar miljoen te besteden heeft aan de city marketing. Hoeveel geld er in totaal besteed wordt aan city marketing is volgens Erik Braun, die aan de Erasmus Universiteit promoveert op dit onderwerp, moeilijk te berekenen. Maar de uitgaven aan city marketing groeien ongetwijfeld. 12 Het begrip city marketing bestaat als sinds het begin van de jaren tachtig. Vroeger gebruikten steden bijvoorbeeld slechts de zin “Enkhuizen bruist” maar tegenwoordig worden er gespecialiseerde adviseurs in dienst genomen om gehele city marketing campagnes op te zetten. Volgens Braun helpt alleen een slogan voor de stad niet veel. Daarom wordt er veel geld uitgegeven aan evenementen en initiatieven die het gewenste imago moeten ondersteunen. Dat wordt ook wel “City branding” genoemd. Steden als Eindhoven, Maastricht, Zoetermeer en Den Haag hebben allemaal miljoenen over voor de city marketing. Eindhoven hoopt bijvoorbeeld bedrijven in technologie en design te lokken en heeft hier de city marketing op gericht. Het nieuwe fenomeen is dat ook kleinere gemeenten aan city marketing doen. Heerhugowaard heeft bijvoorbeeld recentelijk besloten om aan city marketing te gaan doen. 13
11
Drs. A.Lombarts(2008) De hunkerende stad (pag. 15) http://www.trouw.nl/hetnieuws/nederland/article770054.ece/Regionale_aanpak_van_marketing_kan_sl immer_zijn gepubliceerd op 10/8/2007 (bezocht op 13 februari 2008) 13 http://www.trouw.nl/hetnieuws/nederland/article770054.ece/Regionale_aanpak_van_marketing_kan_sl immer_zijn gepubliceerd op 10/8/2007 (bezocht op 13 februari 2008) 12
23
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
3. Toename koopzondagen, festivals en evenementen Een trend in de leisure branche is het toenemende aantal steden met koopzondagen. Winkels willen niet onderdoen voor filialen in andere steden die koopzondagen hebben en daarom is er een sterke groei te zien in het aantal koopzondagen. We leven in een drukke maatschappij waarin vrije tijd schaars is geworden. Er is een stijgende behoefte gesignaleerd onder consumenten om zichzelf te verwennen in de vrije tijd.14 Winkelen is dan ook een belangrijke vrijetijdsbesteding voor de consument. Wel houdt de politiek zich bezig met een rem op de groei van koopzondagen.15 Er is tevens een discussie gaande over het terugdringen of zelfs afschaffen van koopzondagen. Vice premier Rouvoet van de ChristenUnie vindt het winkelen op zondag in strijd met de geloofovertuiging en vindt dat het misbruik van de winkeltijdenwet moet worden tegengegaan. 16 In april 2008 is de discussie over koopzondagen weer opgelaaid. Het kabinet heeft besloten de winkeltijdenwet aan te scherpen. Voor gemeenten met toeristische gebieden is de regeling wel ruimer. Deze mogen hun winkels alle zondagen openstellen. 17 Een grote trend wereldwijd van de afgelopen tijd is de groei en uitbreiding van de evenementen industrie. Festivals en evenementen groeien in populariteit. Deze festivals en evenementen zijn steeds vaker onderdeel van de city marketing campagne van een stad. De festivals en evenementen bieden veelal een unieke sociale omgeving voor bezoekers, zowel in het echt als op het Internet. De evenementenindustrie groeit door de economische groei en de stijging van leisure uitgaven. Festivals en evenementen worden de laatste jaren groter en professioneler door de toenemende concurrentie. 18 Festivals en evenementen die in Amsterdam georganiseerd worden trekken veel dagtoeristen aan, daarom is dit een belangrijke trend.
14
http://www.freeforone.nl/zakelijk/nieuws.php?nieuwsItemID=85 (bezocht op 3 maart 2008) http://www.parool.nl/nieuws/2007/FEB/07/bin5.html (bezocht op 3 Maart 2008) 16 http://www.refdag.nl/artikel/1291002/RMU+blij+met+aanpak+koopzondag.html (bezocht op 8 Maart 2008) 17 http://www.nrcnext.nl/opinie/discussie/article1043553.ece (bezocht op 15 mei 2008) 18 Bron: Bowdin, G. e.a (2006)Events Management. Engeland: Elsevier (pag.440) 15
24
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
2.2 Trends en ontwikkelingen in Amsterdam 1. Themajaren In 2006 is binnen- en buitenland actief bezig geweest om invulling te geven aan marketing en promotie voor themajaren. Elk jaar heeft Amsterdam een ander thema waardoor de stad door de reguliere city marketingcampagne en het jaarthema extra aandacht krijgt. Sinds 2004 zijn op initiatief van het ATCB de volgende themajaren ingevoerd: 2004: Amsterdam architectuur en design 2005: Amsterdam, stad aan het water 2005 2006: Rembrandt 400 2007: Amsterdam, feel the rhythm - music & dance 2008: Amsterdam Hidden treasures 2006 stond bijvoorbeeld in het kader van het jaarthema Rembrandt 400. Musea zoals het Van Goghmuseum en het Rijksmuseum toonden tentoonstellingen van Rembrandt en trokken hierdoor meer bezoekers dan het voorgaande jaar. Ook Museum het Rembrandthuis werd erg druk bezocht. Volgens medewerkers van Amsterdamse hotels kwamen sommige hotelgasten speciaal voor de evenementen van dit themajaar naar Amsterdam toe.19 2. City marketing in Amsterdam In September 2004 is de ‘I Amsterdam’ campagne officieel ingevoerd. Met deze campagne worden de nieuwe marketingactiviteiten van Amsterdam ondersteund. Het doel van deze city marketing campagne is dat de stad Amsterdam hiermee een onderscheidende positie wil verwerven en behouden bij bezoekers, bewoners en bedrijven om zo een stijging van het bezoek of het gebruik van producten en diensten in Amsterdam te realiseren. Er is een groep van acht promotieorganisaties waaronder het ATCB die samenwerken om de marketingdoelstellingen van de stad Amsterdam te realiseren. Amsterdam Partners is als beheerder een coördinator en regisseur.
19
Bron:http://www.amsterdamtourist.nl/nl/home/over+amsterdam/rembrandt400.aspx (bezocht op 20 februari 2008)
25
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Amsterdam onderscheidt zich volgens de campagne door creativiteit, innovatie en handelsgeest. Amsterdam heeft vooral een sterkte positie als cultuurstad, grachtenstad en stad van ontmoetingen. De positie van kennisstad, zakenstad en woonstad zal nog versterkt moeten worden. Op die manier kan Amsterdam in Europa concurrerend blijven. Figuur 2 hieronder laat zien wat volgens Gemeente Amsterdam de huidige situatie is van de stad Amsterdam, en wat het streef beeld is dat behaald dient te worden door middel van city marketing. 20 Figuur 2
Bron: Gemeente Amsterdam KIEZEN VOOR AMSTERDAM Merk, concept en organisatie van de city marketing
De investeringen in het merk Amsterdam moeten resultaten opleveren op het gebied van inkomsten, bezoekersaantallen, investeringen, marktpositie in de wereld, imago, en zo verder. Door middel van de city marketing campagne in Amsterdam wil de stad zich dan ook profileren ten opzichte van andere wereldsteden.21 De I Amsterdam campagne bestaat uit evenementen, merchandising en bijvoorbeeld de I Amsterdam Card waarmee men toegang krijgt tot musea en waarbij men een citygids en transport ticket krijgt.
20
Bron:Gemeente Amsterdam bestuursdienst (2004) Citymarketing, de Amsterdamse aanpak.Amsterdam (pag. 12) Bron: Gehrels, C. e.a.( 2003)KIEZEN VOOR AMSTERDAM Merk, concept en organisatie van de city marketing.Utrecht/Amsterdam:Gemeente Amsterdam (pag. 21
26
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
3. Toeristisch beleid in Amsterdam In het Basisprogramma Economie van de Gemeente Amsterdam is het economische beleid uiteengezet voor de periode 2007-2010. Onderdeel hiervan is het toeristisch beleid. Toeristisch beleid Amsterdam heeft een erg veelzijdig toeristisch aanbod. Het internationale toerisme is hiervoor een belangrijke pijler. Amsterdam is momenteel de zevende toeristenstad van Europa met ruim 7,1 miljoen buitenlandse hotelovernachtingen. Het aantal gasten en overnachtingen stijgt de laatste jaren overduidelijk. Wat voor Amsterdam een knelpunt vormt is het gebrek aan hotelkamers. Ook is er weinig innovatie van het toeristische aanbod. Na jaren dat het minder ging laat Amsterdam momenteel als congresbestemming een herstel zien. Als vestigingsplaats voor bedrijvigheid wordt leefkwaliteit in Amsterdam steeds belangrijker. Dit houdt in dat de stad aantrekkelijk moet zijn voor inwoners, werknemers en bezoekers. Leefkwaliteit is een nieuw speerpunt is het beleid van Gemeente Amsterdam. Zakelijke en toeristische bezoekers zijn een belangrijke doelgroep voor Amsterdam. Wel is de internationale concurrentie op het gebied van toerisme en congressen groot. Naast uitbreiding van de hotelcapaciteit is vernieuwing van het toeristisch aanbod nodig zodat Amsterdam kan groeien. Het toeristische product en de promotie van Amsterdam moeten de internationale concurrentie aankunnen. De Gemeente richt zich op projecten die werken aan de gastvrijheid en de internationale reputatie van Amsterdam. In het Basisprogramma Economie 2007-2010 wordt duidelijk dat er voldoende aanbod van hotelkamers moet komen en een goede informatievoorziening voor bezoekers van de stad. Ook wordt spreiding van toerisme als belangrijke randvoorwaarde genoemd. Om draagvlak voor toerisme te behouden en de toeristen te kunnen opvangen moet de nadruk niet meer zo sterk op de binnenstad gericht worden. Spreiding van toerisme leidt tot verscheidenheid van het aanbod en dit maakt de stad aantrekkelijker.
27
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
De ontwikkeling van het nieuwe leisure- aanbod zal door Economische Zaken gesteund worden om hiermee het verblijfsklimaat voor inwoners, zakelijke- en toeristische bezoekers verder te verbeteren.22 Hotelbeleid In de nota hotelbeleid 2007-2010 staat dat de gemiddelde kamerbezetting van de hotels in Amsterdam de op een na hoogste in Europa is. Er is onvoldoende opvangcapaciteit in piekperiodes, bezoekersgroei wordt beperkt en er dreigen prijsstijgingen.. Hierdoor wordt de positie van Amsterdam als zakenstad, toeristenstad en congresstad bedreigd. Gemeente Amsterdam verwacht tot 2015 een groei van het aantal overnachtingen van gemiddeld 4% per jaar. Dit zou betekenen dat er 9.000 nieuwe hotelkamers in de gemeente Amsterdam nodig zijn. Het is niet de bedoeling dat de binnenstad overvol raakt en daarom moeten er grenzen gesteld worden. Met het Stadsdeel Amsterdam Centrum is een doelstelling overeengekomen van 1.000 extra hotelkamers in Amsterdam. Dit biedt ruimte aan de vraag maar geeft ook een grens aan van wat mogelijk is. Er worden in ieder geval twee tophotels mogelijk gemaakt binnen deze 1.000 kamers. Doordat stadsdeel Centrum de ontwikkeling van hotels in de Oostelijke Binnenstad stimuleert door middel van een marketingbrochure en een rondvaart langs potentiële locaties zorgt dit voor interesse vanuit de markt. 23 Toeristisch plan In het Strategisch Marketing en Communicatieplan van het ATCB 2005-2008 waar toeristische beleidsplannen genoemd worden is een toeristisch plan opgesteld in tien punten. Dat plan ziet er als volgt uit:
22
Bron: Het college van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam (2006). Amsterdam Topstad: Metropool. Amsterdam Bron: Gemeente Amsterdam.(2007)Nota Hotelbeleid 2007-2010. Gemeente Amsterdam Economische Zaken(pag.41) 23
28
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
“1. ATCB zet in op hoofd- en kansmarkten om 8% groei in overnachtingen te realiseren eind 2008. De 7 hoofdmarkten leveren volume, de 4 kansmarkten ‘new business’. 2. ATCB richt zich actief op de acquisitie van de non-corporate congressen om terug te komen in de top 10 van internationale congressteden (ranglijst UIA). 3. ATCB geeft richting aan de promotie van de branche door opzet en uitvoering van themajaren in relatie tot de city marketingplannen van Amsterdam. 4. ATCB zal het motto ‘I Amsterdam’ meenemen in haar marktbewerking en zo het merk Amsterdam ondersteunen. 5. ATCB biedt een platform voor samenwerking voor publieke en private partijen, ook van buiten de toeristische branche. 6. ATCB ondersteunt promotieacties van derden, die wezenlijk bijdragen aan het behalen van de doelstellingen. 7. ATCB zet zich in om het toeristisch stedelijk product te helpen innoveren. 8. ACTB brengt elk jaar drie nieuwe producten of diensten op de markt. 9. ATCB wil het product Amsterdam voor bezoekers veelzijdiger maken en het rendement verhogen in samenwerking met stadsdelen en partners in de regio. 10. ATCB gaat door met het in kaart brengen van de marktontwikkelingen door trendanalyses, benchmarking en onderzoek onder bezoekers.”24
2.3 Trends en ontwikkelingen in het centrum 1. Spreiding van het toerisme Een belangrijke en recente ontwikkeling in Amsterdam is het spreiden van toerisme over andere delen van de stad dan de centrale binnenstad. Het aantal toeristische bezoekers van de binnenstad van Amsterdam stijgt. De bestedingen en werkgelegenheid in het toerisme nemen ieder jaar toe waardoor deze harder groeien dan de economie in zijn geheel. De belangrijkste knelpunten die Amsterdam nu ondervindt binnen het toerisme zijn oververtegenwoordiging van toeristische activiteiten in de binnenstad, het draagvlak voor uitbreiding, de waarde die toegekend wordt aan toerisme en andere economische sectoren die ruimte claimen. Gebleken is dat enkele knelpunten eenvoudig op te lossen zijn. Het grootste Bron: Amsterdam Toerisme en Congres Bureau (2004) AMSTERDAM TOP!Kansen benutten - positie versterken. Amsterdam (bezocht op 14 februari 2008)
24
29
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
probleem namelijk de te sterke nadruk van toerisme op de centrale binnenstad zal meer tijd vergen om op te lossen. Amsterdam moet voldoende toerisme aan de binnenstad van Amsterdam kunnen onttrekken en kunnen opvangen in andere delen van de stad of regio. Hiervoor is het van belang om deze “opvanggebieden” aantrekkelijk genoeg te maken voor bezoekers. Hierbij zijn wel ingrijpende ontwikkelingen nodig zoals het aanleggen van infrastructuur, het verbouwen van panden en het inrichten van de openbare ruimte. Er is momenteel een erg geringe spreiding van toeristische voorzieningen in Amsterdam. Van alle toeristische voorzieningen in Amsterdam bevindt 65% zich in de binnenstad en dan met name de centrale binnenstad. Om inzicht te verkrijgen in de gebieden die de meeste potentie hebben voor toeristische ontwikkeling buiten het centrum om is een spreidingsmodel opgesteld. Met dit spreidingsmodel kan getoetst worden of gebieden daadwerkelijk potentie hebben voor toeristische ontwikkeling. Op de criteria van het model kunnen gebieden positief, neutraal of negatief scoren. Het spreidingsmodel is gebaseerd op het feit dat de binnenstad van Amsterdam niet geschikt is voor meer uitbreiding van het toerisme. De groei in het toerisme zal dan ook buiten de centrale binnenstad opgevangen moeten worden.25 2. Ontwikkelingen Wallen Recentelijk in het nieuws zijn de ontwikkelingen op de Wallen, hier wordt momenteel erg veel over gesproken. Volgens Gemeente Amsterdam moet het Damrak, Rokin en het Wallengebied een aantrekkelijk en bijzonder entreegebied voor Amsterdam worden. Dit is besloten door het college van Burgemeester en Wethouders en het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum. In samenwerking met goed bekendstaande banken, ontwikkelaars, corporaties, beleggers en bonafide ondernemers gaat de gemeente investeren in het zogenaamde postcodegebied 1012. 26 Amsterdam is daarom bezig om criminaliteit en verloedering aan te pakken op de 25
Bron: VVV Amsterdam Tourist Board(2001) Spreiden van toerisme, de kansen benut.Amsterdam Tourist Board 26 http://www.amsterdam.nl/gemeente/college/burgemeester_cohen_0/persberichten/nieuwe_ambities_v oor?ActItmIdt=102470 (bezocht op 13 februari 2008)
30
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Wallen. De gemeente heeft bijvoorbeeld in 2006 al 33 vergunningen van seksbedrijven ingetrokken en ook werden deze seksbedrijven verplicht om de ramen te sluiten. Dat gebeurde nadat er controles zijn geweest naar criminele activiteiten van de ondernemers. Ook werd in 2007 bekend dat de beroemde Seksclub Yab Yum aan de Singel zijn deuren moet sluiten omdat de vergunning zou worden ingetrokken. Volgens de gemeente zijn er geen plannen om de prostitutie op de Wallen helemaal weg te halen, maar gaat het er meer om dat er een grote concentratie van prostitutie is die aangepakt moet worden om het gebied beheersbaar te houden. Ook is er aangegeven dat er voor de panden een nieuwe bestemming gewenst is zoals bijvoorbeeld voor woningen en ondernemers. 27
Red Light Fashion Op de Wallen komt er plaats voor winkels en etalages van veelbelovende modetalenten. De Peeskamertjes worden paskamers. Red Light Fashion is een verbreding van het culture klimaat op de Wallen en toont ontwerpen van grote ontwerpers zoals Jan Taminiau, Daryl van Wouw en Mada van Gaans. Vanaf 19 januari 2008 is het mogelijk om een tour langs deze paskamertjes te maken.28 Deze ontwikkelingen kunnen invloed uitoefenen op het toerisme dat naar de binnenstad van Amsterdam komt en is daarom ook van belang in dit onderzoek. 3. Bezoekersaantallen In het onderzoek dat 10 jaar geleden uitgevoerd is door Roos Gerritsma bleek dat er volgens het jaarverslag 1997 van de VVV jaarlijks 4,2 miljoen verblijfsbezoekers (toeristen) en 16 miljoen dagtoeristen naar Amsterdam komen. De meeste toeristen komen alleen naar de binnenstad waar al 78.500 mensen wonen. In het 4e kwartaal van 2007 is het aantal inwoners in het centrum van Amsterdam 82.287.29 Er zijn alleen cijfers over het toerisme in heel Amsterdam bekend. Omdat
27
Bron: http://www.parool.nl/nieuws/2007/SEP/20/ams4.html gepubliceerd op 20-9-07 (bezocht op 11
februari 2008) 28 29
http://www.bright.nl/red-light-fashion (bezocht op 8 Maart 2008) Bron: http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2007_bevolking_centrum_4.pdf (bezocht op 12 februari 2008)
31
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
veel attracties en musea zich in de binnenstad bevinden zijn de cijfers wel representatief voor het aantal toeristen dat de binnenstad bezocht.30 In 2006 trok Amsterdam 5 miljoen dagtoeristen die in totaal voor 14,3 miljoen bezoekdagen zorgden. Daarnaast kwamen er 6,2 miljoen toeristen naar Amsterdam die langer dan 1 dag in de stad verbleven. Het dagtoerisme is volgens deze gegevens ten opzichte van het jaar 1997 afgenomen maar het verblijfstoerisme is aanzienlijk gegroeid. 31 4. Toeristisch aanbod in het centrum Het centrum van Amsterdam heeft de toerist veel te bieden. Zo zijn er vele musea, attracties en excursies te vinden. In het onderstaande schema vindt u een overzicht van bezoekersaantallen van meest bezochte musea en attractiepunten volgens het jaarverslag 2006 van het ATCB. Zoals op te maken valt, liggen de meeste attracties in de binnenstad van Amsterdam. Er is weinig spreiding van het toerisme over Amsterdam. Er zijn echter wel bezienswaardigheden in andere stadsdelen van Amsterdam maar deze trekken in totaliteit lang niet zoveel bezoekers aan als de binnenstad van Amsterdam. Figuur 3
Musea 1. Van Gogh Museum 2. Rijksmuseum 3. Anne Frankhuis 4. Madame Tussauds 5. NEMO 6. Rembrandthuis 7. Nieuwe kerk Attracties 1. Rondvaart 2. Artis 3. Holland Casino
Aantal bezoekers 1.677.000 1.138.000 982.796 464.240 342.968 289.923 203.913 3.200.000 (grootste attractie van NL.) 1.208.000 953.782
Bron: ATCB jaarverslag 2006
Er heeft een stijging van 11% plaatsgevonden van het museumbezoek in 2006 ten opzichte van 2005, en een stijging van 7% van het attractiebezoek in Amsterdam.32 (bron: Toeristische Barometer ATCB) 30
Bron: Hoffschulte, C. (2007) Trendrapport Amsterdamse binnenstad 2006/2007. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.(pag. 41) 31 Bron: Annemarie Bevers onderzoeker ATCB 32 (bron: Toeristische Barometer ATCB) Jaarverslag ATCB 2006
32
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Om een indruk te geven van het toeristische aanbod in de binnenstad van Amsterdam zal hieronder een plattegrond van het ATCB weergegeven worden met daarop de belangrijkste attracties in Amsterdam en waar deze te vinden zijn: Figuur 4
Bron: website ATCB
Naast de bestaande attracties heeft Amsterdam tevens een groot gevarieerd aanbod aan festivals en evenementen. Grote evenementen trekken immers een publiek van tot over de grenzen.
33
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
5. Koopzondagen Amsterdam kent al ongeveer 10 jaar de koopzondag op elke zondag in de binnenstad. Ook winkels in andere delen van Amsterdam zijn meestal op zondag geopend. Deze ontwikkeling is weliswaar al een aantal jaren geleden ontstaan maar kan wel van invloed zijn op de attitude van bewoners van de binnenstad tegenover (dag)toeristen omdat de zondag een drukbezochte dag is door (dag)toeristen. Zoals bij trends in het toerisme al genoemd werd, is er momenteel een discussie gaande over het aantal koopzondagen en een rem hierop. 6. Een kwetsbare balans tussen levendigheid en rust In het ‘Trendrapport Amsterdamse binnenstad 2006/2007’ van Gemeente Amsterdam is een interessant stuk te lezen. Voor grote delen van de binnenstad geldt dat er een aantrekkelijk woon- en leefklimaat heerst. Het percentage bewoners dat nooit overlast zegt te ondervinden van terrassen is gestegen van 74% naar 81%. Als mensen ouder worden, ondervinden zij echter overlast van terrassen. Het percentage bewoners dat zegt de evenementen te waarderen is gedaald van 63% naar 55 %. In het algemeen vindt 77% de drukte in de binnenstad wel gezellig, en het percentage dat de drukte vervelend vindt is 8%. Uit onderzoek is gebleken dat het binnen ‘levendige buurten’ gaat om de combinatie van rust en om de hoek levendigheid en drukte en omgekeerd. Door veranderingen in de bevolkingssamenstelling van de binnenstad lokt dit uit tot een discussie over ‘levendigheid versus rust’ in de toekomst.33 Hier zal in dit onderzoek een bijdrage aan gegeven worden.
33
Hoffschulte, C. (2007) Trendrapport Amsterdamse binnenstad 2006/2007. Amsterdam: Gemeente Amsterdam. (pag.91)
34
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
3. INHOUDELIJKE VERKENNING In dit hoofdstuk worden eerst enkele begrippen nader toelichten die in dit onderzoek van belang zijn. Vervolgens komt een theorie aan bod die gebruikt is bij de beantwoording van de hoofd- en deelvragen.
3.1 Begrippenlijst De begrippen die in dit onderzoek gebruikt worden, zullen hieronder nader worden toegelicht, zodat duidelijk is wat precies bedoeld wordt als er over een bepaald begrip wordt gesproken binnen dit onderzoek. Attitudes “Attitudes worden wel omschreven als de neiging om consistent in gunstige of ongunstige zin te reageren op een object, persoon, instantie of gebeurtenis.” 34 Dagtoerist “Ieder die een plek in een andere dan de eigen woonomgeving voor minder dan 24 uur bezoekt en zich daar recreatief bezighoudt.”35 Onder recreatief wordt in dit onderzoek een vrijetijdsbesteding bedoeld zoals onder andere winkelen, het bezoeken van evenementen en festivals en cultuur bekijken. Geen werkbezoek of familiebezoek. Toerist (verblijfstoerist) “De activiteiten van personen die reizen naar en verblijven op plaatsen buiten hun normale omgeving, voor niet langer dan een (aaneengesloten) jaar, om redenen van vrijetijdsbesteding, zaken en andere doeleinden die niet zijn verbonden met het uitoefenen van activiteiten die worden beloond vanuit de plaats die wordt bezocht.” 36 Hieraan kan nog toegevoegd worden dat een “toerist” langer dan 1 dag verblijft in een bepaalde stad. 34
Bron: Pligt, J.van der (1995)Opinies en attitudes:meting, modellen en theorie.(pag.19) Nederland: uitgever Boom 35 Bron: http://www.travelecademy.nl/extratools/woordenboek/item.php?id=631 (bezocht op 16 februari 2008) 36 Bron: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/begrippen/default.htm?conceptid=3205 (bezocht op 16 februari 2008)
35
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Centrum van Amsterdam Met het centrum van Amsterdam wordt in dit onderzoek het stadsdeel Centrum bedoeld. Het onderzoek richt zich op het centrum van Amsterdam, waaronder ook het gebied van de Wallen valt. Het Wallengebied is echter een apart onderzoeksgebied in dit onderzoek en met het centrum wordt dan ook niet het Wallengebied bedoeld maar alleen de straten waar onderzoek gedaan is zoals de Nieuwmarktbuurt, de Jordaan en de Kerkstraat. City marketing “ City marketing is een lange- termijn proces en/of beleidsinstrument bestaande uit verschillende, met elkaar samenhangende activiteiten gericht op het aantrekken en behouden van specifieke doelgroepen”.37
3.2 Theorie Hieronder wordt de theorie van Doxey beschreven die gebruikt is voor de beantwoording van de hoofd- en deelvragen. Ook zal er een toelichting gegeven worden waarom voor deze theorie gekozen is. 3.2.1 Doxey´s irritation index 1975 Doxey´s irritation index beschrijft de attitude van de bewoners tegenover toerisme en hoe deze verandert in de loop van de tijd. Na een beginfase waarin het toerisme nog welkom is, wordt de sfeer vijandiger. Voor het meten van de irritatie die ontstaat bij het contact tussen toerist en bewoners is in figuur 5 de theorie van Doxey’s weergegeven zoals in het boek ‘Tourism, principles and practice’ beschreven is.
37
Drs. A.Lombarts(2008) De hunkerende stad (pag. 15)
36
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Figuur 5
Levels of development 1. The level of euphoria 2. The level of apathy
3. The level of irritation 4. The level of antagonism 5. The final level
The initial thrill and enthusiasm that comes along with tourism development results in the fact that the tourist is made welcome Once tourism development is underway and the consequential expansion has taken place, the tourist is taken for granted and now is only seen as a source of profit taking. What contact is made between host and guest is done so on a commercial and formal footing. As the industry approaches saturation point, the hosts can no longer cope with the number of tourists without the provision of additional facilities. The tourist is now seen as the harbinger of all ills, hosts are openly antagonistic towards tourists and tourists are regarded as being there to be exploited. During the above process of ‘development’ the host population has forgotten that all they once regarded as being special was exactly the same thing that attracted the tourist, but in the rush to develop tourism circumstances have changed. The social impact has been comprehensive and complete and the tourists will move to different destinations. 38
Bron: Cooper, C. ea (2005 3e editie)Tourism Principle and practice
3.2.2 Toelichting In het bovenstaande model is een aantal niveaus beschreven voor de ontwikkeling van de attitude van de bewoners tegenover toeristen. Op het eerste niveau (euforie) beschrijft Doxey dat het enthousiasme dat samenkomt met de ontwikkeling van het toerisme zorgen dat de toerist welkom wordt geheten. Op het tweede niveau (apathie) als het toerisme zich verder ontwikkelt, worden de toeristen als vanzelfsprekend gezien en de relatie tussen bewoner en de toerist wordt formeler en commerciëler. Het derde niveau (ergernis) beschrijft dat er vooral ergernis bij het toerisme komt kijken. De bewoners kunnen niet langer het toerisme aan zonder additionele faciliteiten. Op het vierde niveau (antagonisme) uiten de bewoners openlijk hun ongenoegen tegenover het toerisme en de toeristen. De toeristen worden als oorzaak gezien van alle tegenslagen die de bewoner ervaart. Op het vijfde niveau dat niet in elke publicatie van de theorie van Doxey genoemd wordt, zijn de bovenstaande niveaus doorlopen en vergeten bewoners dat wat voor 38
Bron: Cooper, C. ea (2005 3e editie)Tourism Principle and practice. Engeland: Pearson Education Limited.(pag. 235)
37
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
hen zo speciaal is aan de stad (Amsterdam in dit onderzoek) ook hetgeen is wat toeristen aantrok. De sociale impact is compleet en vervolgens gaan toeristen naar een andere bestemming. Naar aanleiding van dit onderzoek kan bekeken worden of de attitude van de bewoners van Amsterdam gelijk gebleven is, dan wel verschoven naar een ander niveau of dat de attitude niet in dit model te plaatsen is. Waarom deze theorie? De bovenstaande theorie zal in het onderzoekrapport verwerkt worden omdat hier bepaald kan worden op welk niveau de attitudes van de bewoners van de binnenstad van Amsterdam tegenover (dag)toeristen zitten. Het kan ook zijn dat de attitudes van de bewoners van Amsterdam hier helemaal van afwijken maar dit zal na de enquêtes geconcludeerd kunnen worden. Dit is een relevante theorie die veel gebruikt wordt voor onderzoek naar de attitudes van bewoners tegenover toeristen in verschillende (grote) steden. De kritiek die voor deze theorie te noemen is, is dat hier uitgegaan wordt van een negatieve attitude tegenover toeristen terwijl de attitude ook positief kan zijn. Als blijkt dat de attitude positief is zal er ter uitbreiding een aantal niveaus bij gemaakt kunnen worden voor dit onderzoek.
38
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
4. VRAAGSTELLING EN ONDERZOEKSMETHODIEK
In dit hoofdstuk komen de centrale vraag en de deelvragen aan bod en daarnaast wordt de onderzoeksmethodiek behandeld. Ook wordt de onderzoekspopulatie beschreven, de betrouwbaarheid van het onderzoek en de data verzameling en data analyse.
4.1 Centrale vraag Welke attitudes hebben de bewoners van de binnenstad van Amsterdam tegenover (dag)toeristen, en in hoeverre wordt hier door beleidsmakers van Amsterdam Centrum rekening mee gehouden in het toeristisch beleid?
4.2 Deelvragen 1. In hoeverre ervaren de binnenstadbewoners van Amsterdam een gevoel van trots over het feit dat hun wijk (dag)toeristen aantrekt? 2. Wat is de attitude van binnenstadbewoners van Amsterdam tegenover (dag)toeristen in hun directe woonomgeving? 3. Wat is de attitude van binnenstadbewoners van Amsterdam tegenover (dag)toeristen in de openbare ruimte? 4. Wat is de attitude van de binnenstadbewoners van Amsterdam tegenover evenementen, festivals en koopzondagen en de bezoekers hiervan? 5. Hoe denken de bewoners van de binnenstad van Amsterdam over de citymarketingcampagne I Amsterdam en het toeristisch beleid? 6. In hoeverre houden beleidsmakers en stakeholders van Amsterdam Centrum rekening met de bewoners in hun toeristisch beleid?
39
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
4.3 Onderzoeksmethodiek In deze paragraaf zal in het algemeen beschreven worden welke onderzoeksmethodiek gebruikt wordt voor beantwoording van voorgaande deelvragen. De onderzoeksmethodiek is bij elke deelvraag hetzelfde met uitzondering van de zesde deelvraag. Voor het verzamelen van gegevens is er een enquête opgesteld met als basis de vragen die Roos Gerritsma destijds heeft gebruikt. Omdat een belangrijk doel van dit onderzoek is om een vergelijking te kunnen maken tussen de attitudes van 10 jaar geleden en heden is er voor gekozen dezelfde vragen aan te houden die verdeeld zijn over vier thema’s die Gerritsma 10 jaar geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor de interviews omdat die gebaseerd zijn op de enquêtevragen. Drie andere studenten hebben tevens elk twee stadsdelen onderzocht.39 Naast de vier thema’s heeft elke student een eigen thema toegevoegd dat past bij de huidige tijdsgeest. Kwantitatief onderzoek Voor de eerste vijf deelvragen is voornamelijk gebruik gemaakt van de kwantitatieve methode van onderzoek doen namelijk enquêtes. De enquêtes zijn verspreid met retour envelop en een begeleidende brief. Vanwege een gebrek aan tijd is ervoor gekozen om de enquête alleen in de Nederlandse taal op te stellen. Dit heeft als gevolg dat alleen bewoners die de Nederlandse taal spreken de enquête hebben kunnen invullen. Hierdoor zijn bewoners die geen Nederlands spreken uitgesloten van de enquête. Bij O&S zijn geen cijfers bekend over het aantal niet Nederlands sprekende of lezende allochtonen. Overigens is niet gezegd dat deze bewoners de Engelse taal kunnen spreken of lezen, dus kan afgevraagd worden in hoeverre een Engelstalige enquête nut gehad zou hebben. Respondenten konden in de enquête hun mening geven aan de hand van een 5punts Likert schaal, die in het onderzoek van Gerritsma(1998) ook gebruikt is. De Likert schaal is een veelgebruikte schaal om attitudes op een kwantitatieve manier in beeld te brengen. Aan de respondent wordt gevraagd om aan te geven in hoeverre hij of zij het eens is met een bepaalde uitspraak door middel van een meerkeuze antwoordmodel. Bij een 5-punts Likert schaal bestaat het antwoordmodel uit de
39
Marjolein Pool onderzocht Stadsdeel Westerpark en Oud-West Yuki Chan onderzocht Stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt Neeltsje Samplonius onderzocht Stadsdeel de Pijp en de Rivierenbuurt
40
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
keuzes: zeer oneens, oneens, geen mening, mee eens en zeer mee eens.40 De data komen dus voort uit deze enquêtes en zijn verwerkt in SPSS. De enquête die verspreid is, is een selecte steekproef. Bij een selecte steekproef worden mensen ondervraagd die voldoen aan bepaalde criteria, dus in dit onderzoek is de criteria dat de respondenten wonen in vooraf geselecteerde straten in het te onderzoeken gebied. Kwalitatief onderzoek Net als het onderzoek van Gerritsma uit 1998 is gekozen voor de triangulatieaanpak. Triangulatie wordt toegepast om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten. Tijdens het onderzoek worden 3 soorten triangulatie toegepast: datatriangulatie, theoretische triangulatie en onderzoekerstriangulatie. Data-triangulatie: er is zowel gebruik gemaakt van kwantitatief onderzoeksmateriaal, namelijk een enquête, als kwalitatief onderzoeksmateriaal, namelijk interviews. Theoretische triangulatie: er is gebruik gemaakt van verschillende theoretische invalshoeken. Zo wordt naast de mening van de bewoners ook de mening van een aantal sleutelfiguren in het onderzoek verwerkt. Onderzoekerstriangulatie: tijdens het onderzoek is sprake van ‘teamwork’. Het onderzoek wordt door vier studenten in acht onderzoeksgebieden uitgevoerd. Tijdens het onderzoek is er tussen de vier studenten onderling een nauwe samenwerking geweest. Daarnaast is er tijdens een aantal bijeenkomsten een vergelijking tussen de respondenten besproken. Het kwalitatieve onderzoek dat verricht is voor de totstandkoming van dit onderzoeksrapport bestond uit diepte interviews met bewoners en diepte interviews met sleutelfiguren (dit zijn in dit onderzoek beleidsmakers of medewerkers van Stadsdeel Centrum die meer kunnen vertellen over het onderzochte onderwerp). Deze interviews duurden allen ongeveer een uur. Alle interviews zijn semigestructureerd omdat er vooraf vragen zijn opgesteld door de interviewer en deze aanstuurt op het geven van relevante antwoorden. De interviews zijn opgenomen met een voice recorder nadat er toestemming was gevraagd, en vervolgens zijn de interviews getranscribeerd. Mijn eigen rol bij de interviews is dat aangestuurd is op het geven van relevante antwoorden. Als een respondent afweek van de vraag werd er doorgevraagd. Hierbij is geprobeerd een zo neutraal mogelijke houding aan te nemen ten opzichte van de
40
Bron: http://www.encyclo.nl/begrip/Likertschaal (bezocht op 23 mei 2008)
41
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
stelling en is er geen enkele keer een eigen oordeel genoemd op de stellingen. Bij het doorvragen bij de enquêtestellingen is er een enkele keer een voorbeeld genoemd maar ook hierbij werd een algemeen voorbeeld gegeven en is er geen eigen oordeel boven tafel gekomen. Ook is er deskresearch uitgevoerd naar achtergrondinformatie over bijvoorbeeld de city marketing campagne I Amsterdam en trends en ontwikkelingen. Er is met tien bewoners telefonisch een afspraak gemaakt om de stellingen uit de enquête nader toe te lichten in een persoonlijk gesprek bij de respondenten thuis. Hierdoor werd er naast de algemene mening, een duidelijker beeld gevormd van de attitude van bewoners tegenover toeristen aan de hand van voorbeelden. Door deze interviews kunnen er citaten en voorbeelden toegevoegd worden aan de hoofdstukken betreffende de thema’s. Op deze manier kunnen de deelvragen een tot en met vijf zo uitgebreid mogelijk beantwoord worden met behulp van de enquêteresultaten en deze interviews. Daarnaast zijn er drie interviews met sleutelfiguren afgenomen omdat het belangrijk is om ook deze meningen en visies van de sleutelfiguren te betrekken in dit onderzoek. De antwoorden van deze interviews worden per hoofdstuk van dit rapport meegenomen en de zesde deelvraag kan volledig beantwoord worden met behulp van de interviews met sleutelfiguren. Op de theorie van Doxey zal in de conclusie per deelvraag gereflecteerd worden.
4.4 Onderzoekspopulatie De respondenten die in dit onderzoek benaderd zijn, zijn de bewoners van de centrale binnenstad en het Wallengebied van Amsterdam. Er wonen in totaal 82.287 inwoners in de binnenstad van Amsterdam, dat is dan ook de gehele populatie. Door middel van een steekproef zijn 800 bewoners benaderd die de onderzoekspopulatie vormen. In het boek Basisboek methoden en technieken van Baarda en de Goede (pag.169) is een tabel weergegeven met de vereiste steekproefomvang bij een gegeven omvang van de populatie. Volgens deze tabel is bij een populatie van 82.287 inwoners een vereiste steekproefomvang van 600 respondenten nodig. Gezien het budget en projectplanning is in overleg met Katalin Gallyas onderzoeker van de Gemeente Amsterdam, een verwachte respons op 125 enquêtes per gebied
42
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
gesteld, dus 250 respondenten in totaal. Bij het samenvoegen van de resultaten van de andere studenten zou het totale aantal respondenten op 1000 neerkomen en dit is wel representatief te noemen. De totale respons binnen dit onderzoek is echter 73 respondenten in het Wallengebied en 84 in het centrum. Daarnaast zijn met drie sleutelfiguren (beleidsmakers in Stadsdeel Centrum) interviews afgenomen, zij kregen hiermee de kans om hun visie en mening toe te lichten en deze visies worden ook meegenomen in het onderzoek. De straten in het Centrum waar geënquêteerd is, zijn: - De Tweede Anjeliersdwarsstraat in de Jordaan - De Herengracht - De Recht Boomssloot Deze straten liggen in de buurt van toeristische attracties. De straten in het Wallengebied waar geënquêteerd is zijn: - De Zeedijk - De Gelderse kade - De Oudezijds voorburgwal Deze straten liggen midden in het Wallengebied en de Gelderse kade ligt precies in het grensgebied. Deze straten liggen tevens in de buurt van toeristische attracties.
4.5 Betrouwbaarheid en validiteit Gezien het grote aantal inwoners van Stadsdeel Centrum (82.287 inwoners) dat de populatie vormt voor dit onderzoek, en de heterogeniteit van de populatie, is het onmogelijk om de gehele populatie te betrekken bij dit onderzoek. De steekproefomvang zou, zoals in voorgaande paragraaf vermeld is, 600 respondenten moeten zijn. In verband met tijdsgebrek en een beperkt budget zijn er 800 respondenten benaderd door middel van verspreide enquêtes en dit aantal vormt de onderzoekspopulatie. Vervolgens zijn er meerdere stappen ondernomen om een grotere respons te krijgen. De verwachte respons van 250 respondenten (125 per gebied) is niet behaald omdat er niet voldoende enquêtes geretourneerd zijn. De totale respons voor dit onderzoek is 157 respondenten verdeeld over het centrum en Wallengebied. De 600 respondenten voor een vereiste steekproefomvang zijn niet behaald en dit onderzoek kan niet als betrouwbaar gekenmerkt worden. De
43
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
resultaten van dit onderzoek zullen dan ook als indicatief geïnterpreteerd moeten worden. Bij een herhaling van dit onderzoek kunnen de resultaten namelijk verschillen met de resultaten van dit onderzoek. Het onderzoek pretendeert een goede indicatie van de attitude van bewoners tegenover (dag)toeristen. Bij de validiteit wordt gekeken naar de mate waarin de resultaten van het onderzoek en de werkelijkheid met elkaar overeenkomen. Interne validiteit: Het redeneren binnen het onderzoek is correct uitgevoerd. Er is op een juiste manier een steekproef getrokken (een selecte steekproef in meerdere straten in Amsterdam), het meetinstrument, namelijk de Likert-schaal is overal toegepast, en daarnaast zijn de juiste statistische procedures toegepast de resultaten zijn gelabeld en de gegevens zijn verwerkt en geanalyseerd in SPSS. Externe validiteit: De resultaten van de respondenten zouden generaliseerbaar kunnen zijn voor een grotere groep. De totale steekproef is 157 respondenten in het centrum van Amsterdam en dit is natuurlijk een klein deel van het totaal aantal inwoners in Amsterdam. Omdat er enquêtes verspreid zijn in straten waar verschillende culturen wonen, waar huur en koopwoningen zijn en verschillende leeftijdsgroepen wonen zou het toch generaliseerbaar kunnen zijn als er bij een grotere groep onderzoek gedaan wordt. De validiteit binnen dit onderzoek kan dan ook als redelijk hoog beschouwd worden.
4.6 Data verzameling en data analyse 4.6.1 dataverzameling Enquêtes De data verzameling van de enquêtes ging moeizamer dan verwacht. Allereerst zijn er 800 enquêtes met retour envelop en begeleidende brief verspreid. 400 enquêtes in vooraf vastgestelde straten in het Wallengebied en 400 enquêtes in het centrum. De enquêtes met retourenvelop en begeleidende brief zijn verspreid op donderdag 27 maart 2008. De enquêtes zijn in de brievenbussen bij bewoners gestopt en er is rekening gehouden met nee/nee stickers. In de begeleidende brief was aangegeven dat bewoners tot en met 11 april 2008 de tijd hadden om de enquête te retourneren maar na die tijd kwamen er nog meerdere enquêtes binnen die tevens zijn meegenomen in het onderzoek. De uiteindelijke respons per post is ongeveer 98 geretourneerde enquêtes in totaal. De verdeling van het centrum en Wallengebied was redelijk gelijk, in het centrum zijn er acht enquêtes meer geretourneerd.
44
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Tegelijkertijd is er door een professioneel internetbedrijf PuntNL een online enquête opgezet op de website www.bewonersonderzoek-inholland.nl, zie screenshot hieronder: Figuur 7
Bron: website voor enquête www.bewonersonderzoek-inholland.nl
Er is voor gekozen om de enquête naast de verspreide enquêtes ook online uit te zetten omdat de respondenten op deze manier een keuze hadden voor wat betreft het invullen van de enquête. De enquête is op donderdag 27 maart online gezet. Bewoners voeren op de site hun postcode in en krijgen de enquête van het stadsdeel waar zij wonen om in te vullen op het scherm. Op de website kun je als onderzoeker inloggen en de respons bekijken. Hier is uiteindelijk een respons van 54 respondenten bereikt en de verdeling centrum en Wallengebied was ongeveer gelijk. Toen bleek dat de respons na bovenstaande methoden nog niet voldoende was, is er op 14 april 2008 een brief met de link naar de online enquête verspreid in de straten waar de enquêtes waren uitgedeeld, maar waar nog geen enquête in de brievenbus was gestopt. Er is in overleg met Katalin Gallyas van Gemeente Amsterdam besloten om in het centrum tevens brieven te verspreiden in de Kerkstraat omdat deze ook in de buurt ligt van attracties waar veel toeristen komen. Op 14 april 2008 zijn er dan ook in totaal in het centrum 150 brieven verspreid met de online enquête en in het
45
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Wallengebied ook nog 150. Deze brieven leverden ongeveer vijf ingevulde enquêtes op. Vervolgens is er in overleg met Gemeente Amsterdam Economische Zaken en Roos Gerritsma besloten om op straat enquêtes af te nemen. Bij de afdeling Burgerzaken van de Gemeente Amsterdam zouden dan enquêtes afgenomen kunnen worden omdat men hier vaak lang moet wachten. Na twee keer navraag te hebben gedaan bleek de afdeling Burgerzaken hier geen toestemming voor te verlenen, ook niet nadat uitgelegd was dat het onderzoek mede in opdracht is van de Gemeente Amsterdam. Toen zijn er op 21 april 2008 voor de deur van Burgerzaken nog enkele enquêtes afgenomen van mensen die dicht in de buurt wonen zoals zij aangaven. Dit leverde nog vijf ingevulde enquêtes op. Als laatste is er op 23 april 2008 nog een poging gedaan om meer respondenten te krijgen. Op de website www.echo.nl is een artikel geplaatst met een begeleidende tekst of bewoners van het centrum van Amsterdam de online enquête wilden invullen. Dit artikel stond onder het kopje buurt een aantal dagen op de eerste pagina. Dit heeft nog een online enquête opgeleverd. De sluitingsdatum van de enquêtes was uiteindelijk 2 mei 2008. Toen werden alle enquêtes verzameld en genummerd om vervolgens de gegevens te verwerken in SPSS. Interviews bewoners In de enquête zowel online als de afgedrukte versie kregen de respondenten de mogelijkheid om aan te geven of zij bereid waren het een en ander uit de enquête toe te lichten in een persoonlijk gesprek. Hierop kwam al vrij snel voldoende respons en de eerste interviews zijn afgenomen op 9 april en de laatste op 22 april. De bewoners kregen in het interview alle stellingen uit de enquête nogmaals voorgelegd met daarop de vraag of zij hierop een toelichtingen konden geven. De meeste respondenten hebben hier uitgebreid op geantwoord en enkele respondenten vonden dit lastiger. De interviews afnemen ging over het algemeen erg goed en het was leuk om te doen omdat er nieuwe inzichten werden verkregen en bewoners een goede medewerking verleend hebben.
46
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interviews sleutelfiguren Er ging redelijk wat tijd over heen om afspraken te maken met sleutelfiguren. Van te voren was een lijstje opgesteld met interessante sleutelfiguren en deze zijn dan ook benaderd. Sommige sleutelfiguren waren niet makkelijk bereikbaar en anderen reageerden na twee weken. Uiteindelijk zijn er interviews afgenomen met Trees Tiesinga toeristisch beleidsmedewerker van de binnenstad, Miriam Brouwer van Economische Zaken Gemeente Amsterdam en Karel Philippens van het ATCB. De interviews zijn afgenomen in de periode va 14 april tot en met 24 april. Deze interviews verliepen over het algemeen heel goed. Enkele vragen uit het interview konden niet beantwoord worden omdat de beleidsmedewerker daar bijvoorbeeld niet over ging of omdat het niet van toepassing was, maar er is veel informatie verkregen. Nadat de interviews getranscribeerd waren is er schriftelijk toestemming gevraagd of deze interviews gebruikt mochten worden in dit onderzoek. Hierbij is verzocht of de geïnterviewde binnen tien dagen een schriftelijke toestemming wilde geven en als dit niet binnen tien dagen gebeurd zou zijn, dat er dan van uitgegaan wordt dat er toestemming wordt gegeven. De andere drie studenten hebben ook interviews met sleutelfiguren afgenomen en de interviews die relevant zijn voor dit onderzoek zullen ook meegenomen worden. Met de volgende sleutelfiguren is door de onderzoekers een interview afgenomen: •
Robert Polak, beleidsmedewerker Economische Zaken voor het stadsdeel Zeeburg
•
Trees Tiesinga, account manager economische zaken Oostelijke Binnenstad
•
Mirjam Brouwer, beleidsmedewerker toerisme en congressen
•
Geertje Sonnen, beleidsmedewerker Economische Zaken Stadsdeel OudWest
•
Jorien Röling, beleidsmedewerker Economische Zaken Stadsdeel Westerpark
•
Stephen Hodes, directeur LAgroup Leisure & Art Consulting
•
Martin Keuter, medewerker EZ Zuideramstel
•
William Stokman, Beleidsadviseur afdeling beleid Oud-Zuid
•
Peña Espeleta, Senior medewerker beleidsrealisatie economie en ruimte Oud-Zuid
•
Karel Philippens, Manager Marketing & Development ATCB
47
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
4.6.2 data analyse Enquêtes bewoners Alle enquêtes zijn genummerd en vervolgens ingevoerd in SPSS. De enquêtes van de Wallen en het centrum zijn in een apart bestand verwerkt. Alle enquêtes zijn gelabeld aan de hand van de vijf antwoorden per stelling, namelijk zeer oneens tot zeer eens zodat hier gemakkelijk vergelijkingen getrokken kunnen worden met het onderzoek van Gerritsma. Nadat alle gegevens ingevoerd waren bleek dat er een aantal vragen gehercodeerd moesten worden teneinde kruistabellen te maken om significante verbanden te ontdekken. De gegevens waren snel ingevoerd en de tabellen en grafieken konden gemaakt worden. Er zijn 2 significante verschillen ontdekt in het centrum van Amsterdam namelijk tussen woonduur en het wonen in een populair stadsdeel en tussen de leeftijd en de drukte tijdens evenementen en of men dan wel of niet gaat. Interviews bewoners Om de antwoorden goed te kunnen analyseren zijn de interviews per stelling gelabeld om zo conclusies te kunnen trekken per stelling. Er is bij elk gebied gekeken hoe vaak een antwoord werd genoemd en of deze vergelijkbaar was met andere respondenten. De vragen konden op deze manier gemakkelijk en vergelijkbaar in het rapport verwerkt worden. Interviews sleutelfiguren De interviews met de sleutelfiguren zijn tevens geanalyseerd en gelabeld. Er is telkens gekeken wat er geantwoord werd op elke vraag door de verschillende geïnterviewden. De antwoorden van deze interviews zijn per hoofdstuk en per thema van de enquêtes verwerkt zodat de lezer gelijk kan zien wat de sleutelfiguren antwoordden. Het voordeel van kwantitatief onderzoek is dat er direct cijfermatig inzicht verkregen kan worden en het makkelijk te vergelijken is met bijvoorbeeld het onderzoek van Roos Gerritsma (1998). De voordelen van kwalitatief onderzoek is dat de mening van de respondenten echt uitgediept kan worden en het niet bij een oppervlakkige mening blijft.
48
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
DEEL II ONDERZOEKSRESULTATEN
49
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
50
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
5. RESPONDENTEN In dit hoofdstuk zal beschreven worden wat de demografische gegevens van de respondenten zijn. In de enquête zijn algemene vragen opgenomen waardoor het mogelijk was om deze gegevens te verzamelen. De algemene informatie over de respondenten zal per gebied van Stadsdeel Centrum beschreven worden. Er zijn 83 respondenten in het centrum van Amsterdam en 74 respondenten in het Wallengebied die meegewerkt hebben aan dit onderzoek.
5.1 Respondenten centrum Van de 83 respondenten die in het centrum van Amsterdam wonen, woont het grootste gedeelte al langer dan 25 jaar in het centrum namelijk 36%. 34% van de respondenten woont 10 tot 25 jaar in het centrum, 10% woont 5 tot 10 jaar in het centrum van Amsterdam, 11% 2 tot 5 jaar, 7% 1 tot 2 jaar en tot slot woont slechts 2% 6 maanden tot 1 jaar in het centrum van Amsterdam. Hieruit blijkt dat 70% van de 83 respondenten al 10 tot 25 jaar of langer dan 25 jaar in het centrum van Amsterdam woonachtig is. Van de 83 respondenten woont 55% in een huurwoning en 45% van de respondenten in een koopwoning. Het grootste gedeelte van de respondenten, namelijk 52% is alleenstaand. 27% van de respondenten woont samen maar zonder kinderen. Slechts 8% van de respondenten is alleenstaand met kinderen en 13% is samenwonend met kinderen. Het geslacht van de respondenten is redelijk gelijk verdeeld omdat beide percentages rond de 50% liggen. Er hebben 40 mannen meegewerkt aan dit onderzoek (48%) en 43 vrouwen (52%). Van de 83 respondenten is maar 1 respondent (1%) 20 jaar of jonger. 31% van de respondenten is tussen de 21 en 40 jaar, 46% is tussen de 41 en 60 jaar en 22% van de respondenten is tussen de 61 en 80 jaar. Geen enkele respondent is boven de 80 jaar. Het grootste gedeelte van de respondenten heeft een leeftijd tussen de 41 en 60 jaar.
51
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
49% van de respondenten heeft wetenschappelijk onderwijs gevolgd. 35% heeft een HBO opleiding afgerond en slechts 4% heeft een MBO opleiding gevolgd en 8% Middelbaar Onderwijs. 4% geeft aan een ander soort van opleiding gevolgd te hebben. Hieruit valt op te maken dat het grootste gedeelte van de ondervraagden hoogopgeleid is. Van de 83 respondenten is 64% niet in Amsterdam geboren. 36% is dit wel. Slechts 6% van de 83 respondenten (of iemand in het huishouden) is werkzaam in de toeristische sector tegenover 94% die werkzaam is in een andere sector. De meeste respondenten namelijk 37% bezoekt 2 tot 5 keer per jaar een stad in Nederland of het buitenland uit recreatieve belangstelling. 23% bezoekt 5 tot 10 keer per jaar een andere stad en 9% zelfs meer dan 10 keer per jaar. 19% bezoekt slechts 1 tot 2 keer per jaar een andere stad en 12% minder dan 1 keer per jaar.
5.2 Respondenten Wallengebied In dit onderzoek zijn 74 respondenten in het Wallengebied ondervraagd. 23% van de respondenten woont al 25 jaar of langer in het Wallengebied, 26% woont 10 tot 25 jaar in het Wallengebied, 15% 5 tot 10 jaar en 26% 2 tot 5 jaar. Slechts 2% woont 1 tot 2 jaar in het Wallengebied en 8% woont 6 maanden tot 1 jaar in het Wallengebied. De woonduur onder de respondenten in het Wallengebied is dan ook erg verdeeld. Van de 74 respondenten woont veruit het grootste gedeelte in een huurwoning namelijk 66% tegenover 34% in een koopwoning. Precies de helft van de respondenten woont alleenstaand. 35% woont samen maar zonder kinderen. Slechts 4% van de respondenten is alleenstaand met kinderen en 11% is samenwonend met kinderen. Van de 74 respondenten in het Wallengebied hebben 50 mannen meegewerkt aan dit onderzoek (68%) en 24 vrouwen (32%). Dit is een opvallend groot verschil.
52
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
De helft van de respondenten namelijk 37 respondenten zijn 41 tot 60 jaar oud. Slechts 1 respondent (1%)is onder de 20 jaar. 38% is tussen de 21 en 40 jaar, 10% is tussen de 61 en 80 jaar en slechts 1 respondent (1%) is boven de 80 jaar. 50% van de respondenten heeft een WO opleiding afgerond en 32% een HBO opleiding. 8% van de respondenten heeft een MBO opleiding gedaan en 7% enkel middelbaar onderwijs. Daarnaast zegt 3% een andere opleiding te hebben gedaan. 80% van de 74 respondenten is niet in Amsterdam geboren. De geboorteplaats van de overige 20% is wel Amsterdam. 15% van de respondenten (of iemand in het huishouden) is werkzaam in de toeristische sector. 85% is niet werkzaam in de toeristische sector. Meer dan de helft van de respondenten namelijk 53% bezoekt 2 tot 5 keer per jaar een stad in Nederland of het buitenland. 17% bezoekt 5 tot 10 keer per jaar een andere stad en 10% bezoekt 10 keer per jaar of meer een stad in Nederland of het buitenland. 10% bezoekt minder dan 1 keer per jaar een andere stad uit recreatieve belangstelling en ook 10% 1 tot 2 keer per jaar.
53
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
6. TROTS In dit hoofdstuk zal beschreven worden wat de mening van de respondenten is over het thema trots, welke een van de vijf thema’s vormt binnen dit onderzoek. Aan de hand van een aantal stellingen in de enquête konden de respondenten hier een mening over geven. Daarnaast zijn er vijf interviews afgenomen onder de bewoners in het centrum en vijf interviews onder de bewoners in het Wallengebied en daar zullen enkele uitspraken van genoemd worden. Per thema en per gebied zal een tabel te zien zijn waarin de kleur oranje aanduidt welk antwoord het meest genoemd werd door de respondenten.
6.1 Bewoners in het centrum en een gevoel van trots In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het centrum van het thema: trots. Figuur 8
TROTS 1. Het geeft me een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. 2. Ik woon graag in een stadsdeel dat populair is voor (dag)toeristen. 3. De waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt zorgt ervoor dat ik mijn buurt ook meer waardeer. 4. Ik wil dat (dag)toeristen van mijn buurt genieten. 5. Wanneer een (dag)toerist mij de weg vraagt, geef ik hem graag wat extra uitleg over mijn buurt.
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
Mee eens
Zeer mee eens
0%
8% (7)
16 % (13)
53 % (44)
23 % (19)
5% (4)
18 % (15)
29 % (24)
40 % (33)
8% (7)
11 % (9)
29 % (24)
17 % (14)
37 % (31)
6% (5)
1% (1)
6% (5)
22 % (18)
57 % (47)
14 % (12)
2% (2)
11 % (9)
17 % (14)
49 % ( 41)
21 % (17)
“Trots” centrum N= 83
54
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
6.1.1 Gevoel van trots aantrekkelijk Amsterdam In het centrum van Amsterdam geeft 76% van de respondenten in de enquête aan het eens te zijn met de stelling dat het een gevoel van trots geeft te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor toeristen. 8% is het met de stelling oneens en 16% heeft geen mening. Uit de interviews kwam naar voren dat de meningen over de stelling verdeeld waren. Een bewoonster van het centrum gaf aan het met de stelling eens te zijn: “…alleen moeten de toeristen zich gedragen. Je wilt anderen best een plezier gunnen wat je hier ook in de stad zelf hebt”. Een andere bewoonster heeft de volgende mening: “Ja, zeer mee eens zelfs ik vind het wel leuk als mensen mijn buurtje leuk vinden. Ik heb ook een leuke buurt”. Ook werd er door een bewoner aangegeven niet trots te zijn: “Ik ben niet direct trots daarop nee. Ik heb natuurlijk wel een trots gevoel over de mooie dingen aan de stad maar ik schaam mij ook voor sommige toeristen zoals de groepen schreeuwende Engelsen die alleen maar zuipen, blowen en naar de hoeren gaan”. 6.1.2 Wonen in een populair stadsdeel Uit de enquête bleek dat 23% van de respondenten die in het Centrum wonen het oneens is met de stelling graag in een stadsdeel te wonen dat populair is voor (dag)toeristen. 29% heeft geen mening over deze stelling en 48% is het eens met de stelling en woont graag in een stadsdeel dat populair is voor (da)toeristen. Bij deze stelling bestaat er een significant verband, zie figuur 9 (P= 0,03). 70% van de respondenten die korter dan 5 jaar in het centrum woont, geeft aan graag in een populair stadsdeel te wonen, tegenover 42% van de bewoners die langer dan 5 jaar in het centrum woont. Geen enkele respondent die korter dan 5 jaar in het centrum woont is het met de stelling oneens en bij de bewoners die langer dan 5 jaar in het centrum wonen is dit 29%. Dat de meningen bij de bewoners die al langer dan 5 jaar in het centrum wonen meer verdeeld zijn, kan wellicht komen doordat deze bewoners meer gewend zijn aan toeristen en het dan ook minder belangrijk vinden om in een populair stadsdeel te wonen.
55
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Figuur 9 100,0%
Ik woon graag in een populair stadsdeel
Count
80,0% 60,0%
oneens geen mening mee eens
40,0% 20,0% 0,0% korter dan 5 jaar
langer dan 5 jaar
Woonduur Respondenten centrum van Amsterdam N= 83
Tijdens de interviews bleek dat de meningen erg verdeeld zijn over deze stelling. Een bewoner van het centrum antwoordde het volgende: “De buurt is aantrekkelijk door andere dingen zoals cultuur en historie maar of ik hier graag woon omdat het populair is voor toeristen? Nee. Als er nog meer druk op de stad komt denk ik er zelfs over om te verhuizen en zo hoor ik er meerdere bewoners over”. Een andere bewoner zei: “Het zijn zo veel mensen van buiten waarmee je niks hebt. Het lijkt wel een pretpark voor anderen”. Daarentegen antwoordde een bewoonster: “…mits in proportie is het leuk dat je buurt aantrekkelijk is voor toeristen en dat er bezienswaardigheden zijn, dat er leuke activiteiten plaatsvinden dat is allemaal prima”. 6.1.3 Waardering van de buurt Van de respondenten in het centrum van Amsterdam zegt 43% het eens te zijn met de stelling dat de waardering van (dag)toeristen voor de buurt zorgt dat de respondent zijn of haar eigen buurt ook meer waardeert. 17% heeft geen mening en 40% is het oneens met de stelling. Tijdens interviews met de bewoners kwam naar voren dat er geen duidelijk verband is tussen de eigen waardering voor de buurt en de waardering van toeristen voor de buurt. Dit wordt geïllustreerd door de volgende meningen: “Nee, ik waardeer mijn buurt sowieso en ik zou hem misschien zelfs meer waarderen als er minder toeristen zouden zijn. Mijn waardering hangt niet samen met de waardering van die toeristen”. Ook de volgende mening mag duidelijk zijn: “…dat heeft er allemaal niks mee te maken. Het wordt hier niet leuker door toeristen en ook niet slechter het is gewoon
56
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
een stad waar van alles gebeurt”. Een bewoonster die het zeer eens is met de stelling antwoordde: “Het is wel grappig dat… ik waardeer mijn buurt toch wel en het is ook leuk dat mensen door jouw straatjes heenlopen enzo, dat ze je de weg vragen”. 6.1.4 Toeristen moeten genieten van de buurt Veruit het grootste gedeelte van de respondenten in het centrum, namelijk 71% wil dat toeristen van zijn of haar buurt genieten. 22% heeft geen mening en 7% is het oneens met de stelling. Uit de interviews blijkt vooral dat de bewoners van het centrum willen dat toeristen van de buurt genieten, als zij zich maar netjes gedragen. “Ik wil wel dat zij ervan genieten mits zij zich gedragen en het een beetje binnen de perken blijft. Aan de ene kant ben ik inderdaad trots op mijn buurt maar aan de andere kant denk ik hoho hou het een beetje binnen de perken”. Een bewoonster wil graag dat toeristen van de buurt genieten: “ Ja, laat ze maar lekker genieten hier, allemaal mooie dingen hier op de gracht bekijken”. 6.1.5 Wanneer een toerist mij de weg vraagt 70% van de respondenten in het centrum geeft graag wat extra uitleg over de buurt aan toeristen. 13% zegt dit niet te doen en 17% heeft geen mening over deze stelling. Tijdens de interviews werden vooral de volgende antwoorden op deze stelling gegeven: “Ik wijs toeristen de weg als ze dat vragen maar ik zal er geen verhaal bij vertellen”. En: “Ja, ook ongevraagd can I help you?”. “Jahoor tuurlijk. Het wordt niet vaak gevraagd de meeste mensen hebben het zelf al vaak uitgezocht”.
57
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
6.2 Bewoners in het Wallengebied en een gevoel van trots In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het Wallengebied van het thema: trots. Figuur 10
TROTS 1. Het geeft me een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. 2. Ik woon graag in een stadsdeel dat populair is voor (dag)toeristen. 3. De waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt zorgt ervoor dat ik mijn buurt ook meer waardeer.
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
Mee eens
Zeer mee eens
1% (1)
10% (7)
22 % (16)
48 % (36)
19 % (14)
7% (5)
22% (16)
22 % (16)
39 % (29)
10 % (8)
10 % (7)
38 % (28)
19 % (14)
32 % (24)
1% (1)
4. Ik wil dat (dag)toeristen van mijn buurt genieten.
4% (3)
7% (5)
18 % (13)
62 % (46)
9% (7)
5. Wanneer een (dag)toerist mij de weg vraagt, geef ik hem graag wat extra uitleg over mijn buurt.
5% (4)
19 % (14)
12 % (9)
46 % (34)
18 % (13)
“Trots” Wallengebied N=74
6.2.1 Gevoel van trots aantrekkelijk Amsterdam Het grootste gedeelte van de respondenten in het Wallengebied, 67% is het eens met de stelling dat het een gevoel van trots geeft te weten dat het centrum van Amsterdam en specifiek het Wallengebied aantrekkelijk is voor toeristen. 11% is het oneens met de stelling en 22% heeft geen mening. Tijdens de interviews kwam naar voren dat de meningen over deze stelling erg verdeeld zijn. Een bewoner gaf aan: “Ik ben in die zin trots dat Amsterdam toeristen trekt omdat ik het zelf ook een mooie stad vind die uniek is”. Een bewoner die het oneens is met de stelling antwoordde het volgende: “Het gevoel trots suggereert dat je een prestatie levert vind ik. Trots is iets persoonlijks dat is niet mijn gevoel”. Een bewoonster die duidelijk niet tevreden is met het toerisme dat naar Amsterdam komt gaf aan:: ”ik ben wel trots op de stad, maar toeristen liever niet. Ieder negatief ding
58
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
dat in het nieuws komt zoals dat Amsterdam gevaarlijker is dan gedacht of iets dergelijks dat is koren op een molen daar ben ik alleen maar blij mee”. 6.2.2 Wonen in een populair stadsdeel 49% van de respondenten in het Wallengebied woont graag in een stadsdeel dat populair is voor (dag)toeristen. 29% is het niet met de stelling eens en 22% heeft geen mening. Een bewoner van het Wallengebied noemde tijdens het interview bij deze stelling: “De binnenstad is een mengsel van allerlei soorten mensen dat vind ik bijzonder. Het is leuk dat Amsterdam toeristen aantrekt maar het moet natuurlijk wel gezellig en redelijk blijven”. Een bewoonster die het toerisme erg druk vindt zei: “… ik vind het leuk dat hier toeristen komen maar het nadeel is het bepaalde soort toerisme. Ik kan op zaterdagmiddag na 12 uur mijn deur niet meer uitkomen”. 6.2.3 Waardering van de buurt Het grootste gedeelte van de respondenten, namelijk 48% is het oneens met de stelling dat de waardering van (dag)toeristen voor de buurt zorgt dat de bewoner zijn of haar buurt ook meer waardeert. 19% heeft geen mening en 33% is het eens met de stelling. Tijdens de interviews is gebleken dat de meeste respondenten geen direct verband zien tussen de eigen waardering voor de buurt en die van toeristen, want zij waarderen de eigen buurt toch wel. “Ik ben sowieso al trots op mijn buurt omdat ik het een mooie buurt vind en het is niet zo dat ik dat meer waardeer omdat toeristen er ook waardering voor hebben”. De andere respondenten antwoordden vrijwel hetzelfde. Een andere bewoonster gaf aan de buurt soms wel meer te waarderen omdat het leuk is dat toeristen om zich heenkijken naar de pandjes. 6.2.4 Toeristen moeten genieten van de buurt Uit de enquête blijkt dat 71% van respondenten die in het Wallengebied woont wil dat (dag)toeristen van zijn of haar buurt genieten. 11% wil niet dat toeristen van de buurt genieten en 18% heeft geen mening hierover.
59
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Uit de interviews bleek voornamelijk dat de respondenten wel willen dat de toerist van de buurt geniet, als zij zich maar gedragen en geen storend gedrag vertonen. Een bewoner op de Zeedijk zei: “Toeristen mogen van mijn buurt genieten als zij zich ook maar gedragen. En dat geldt vooral voor de Britten”. Een bewoner op de Oudezijds Voorburgwal gaf ongeveer hetzelfde aan: “Als toeristen komen moeten ze natuurlijk genieten van mijn buurt. Wel moeten zij zich natuurlijk aanpassen zodat bewoners ook nog van de buurt kunnen genieten”. Een andere bewoonster wil niet dat toeristen van de buurt genieten: “Ik gun het ze voor geen meter. Ze mogen best komen dat is het niet, het is niet zo dat het alleen maar van mij is. Maar het hoeft niet zo’n inbreuk te doen op alles”. 6.2.5 Wanneer een toerist mij de weg vraagt 64% van de respondenten in het Wallengebied die de enquête ingevuld heeft, geeft aan graag extra uitleg te geven over de buurt. 12% heeft geen mening en 24% geeft niet graag extra uitleg als een toerist om de weg vraagt. Tijdens de interviews bleek dat de bewoners niet heel vaak om de weg gevraagd wordt. Een bewoner op de Oudezijds Voorburgwal antwoordde: “Ja zeer mee eens ik word vaak om de weg gevraagd en dan geef ik graag uitleg”. Verder werd er vaker geantwoord: “Eigenlijk wordt er niet zo vaak om de weg gevraagd, dat zal maar 1 keer per 2 weken bijvoorbeeld zijn en als een toerist mij de weg vraagt zal ik niet direct hele verhalen over mijn buurt vertellen”.
6.3 Visie sleutelfiguren Op de vraag: welke initiatieven draagt uw organisatie aan om de bewoners zich trots te laten voelen op hun stadsdeel en te betrekken bij het toeristisch beleid? Gaf Miriam Brouwer van de Gemeente Amsterdam aan: “Om te communiceren waarom we doen wat we doen gebruiken we bijvoorbeeld persberichten of interviews met de wethouder. Dat is misschien een manier om te laten weten aan de burgers wat wij doen aan de stimulering van het toerisme en waarom”. Trees Tiesinga, toeristisch beleidsmedewerker van Gemeente Amsterdam van de Oostelijke Binnenstad gaf aan: “Die vind ik heel lastig, wat we bijvoorbeeld wel doen is ondernemers en bewoners betrekken bij het evenement op de Czaar Peterstraat. Dit is nu het derde jaar dat het evenement georganiseerd wordt en we proberen de
60
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
hele buurt erbij te betrekken”.
6.4 Subconclusie Bijna driekwart van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied is trots tot zeer trots om te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Opvallend is dat de uitkomsten in het centrum en in het Wallengebied vrijwel hetzelfde zijn bij dit thema. Bij beide gebieden geeft maar liefst 71% van de respondenten aan te willen dat toeristen van hun buurt genieten. De meningen van de respondenten zijn erg verdeeld over de stelling dat de waardering van toeristen ervoor zorgt dat de respondent zijn of haar buurt ook meer waardeert. Ongeveer de helft van de respondenten in beide gebieden geeft aan dat dit niet het geval is en de andere helft is het wel met de stelling eens. Uit de interviews bleek dat bewoners die het oneens zijn met de stelling de buurt toch al waarderen en dat dit niet komt doordat toeristen de buurt waarderen. Het merendeel van de respondenten in beide gebieden geeft graag extra uitleg als een toerist om de weg vraagt. Geconcludeerd kan worden dat in vergelijking met het onderzoek van Gerritsma(1998) de meeste respondenten nog steeds (zeer) trots zijn op het feit dat de binnenstad van Amsterdam toeristen trekt, op alle stellingen binnen dit thema werd vooral positief geantwoord.
61
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
7. TOERISTEN IN DE DIRECTE WOONOMGEVING In dit hoofdstuk zal beschreven worden wat de mening van de respondenten is over het thema toeristen in de directe woonomgeving, dat het tweede thema is binnen dit onderzoek. Als toelichting zijn er vijf interviews afgenomen onder de bewoners in het centrum en vijf interviews onder de bewoners in het Wallengebied en daar zullen enkele uitspraken van genoemd worden.
7.1 Bewoners in het centrum over toeristen in de directe woonomgeving In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het centrum, van het thema: toeristen in de directe woonomgeving. Figuur 11
DIRECTE WOONOMGEVING
Zeer oneens
1. Ik vind het fijn dat (dag)toeristen aanwezig zijn in mijn directe woonomgeving, want ze zorgen voor meer veiligheid en sociale controle
Oneens
Geen mening
Mee eens
Zeer mee eens
8% (7)
39 % (32)
22 % (18)
26 % (22)
5% (4)
13 % (11)
53 % (44)
22 % (18)
11% (9)
1% (1)
11% (9)
52 % (43)
21 % (17)
14 % (12)
2% (2)
4. Ik heb liever niet dat (dag)toeristen in mijn directe woonomgeving aanwezig zijn.
13 % (11)
57 % (47)
12 % (10)
13 % (11)
5% (4)
5. Ik ondervind meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen in mijn buurt.
11 % (9)
48 % (40)
28 % (23)
8% (7)
5% (4)
6. De huidige omvang van het toerisme in Amsterdam stoort mij, want het zorgt voor teveel druk op de openbare voorzieningen
14 % (12)
45 % (37)
7% (6)
21 % (17)
13 % (11)
2. Ik sluit mijn woning steeds meer af voor (dag)toeristen (bijvoorbeeld door vitrage of planten voor het raam). 3. Toeristen verstoren mijn privacy
“Directe woonomgeving” centrum N= 83
62
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
7.1.1 Toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle Het grootste gedeelte van de respondenten namelijk 47%, zegt het oneens te zijn met de stelling het fijn te vinden dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor meer veiligheid en sociale controle. 22% heeft geen mening en 31% is het er mee eens dat de toerist zorgt voor meer veiligheid en sociale controle. Tijdens de interviews kwam naar voren dat vier van de vijf geïnterviewden niet bepaald vinden dat de buurt er veiliger op wordt door toeristen. Een bewoner vertelde: “Nee, dat doen ze niet. Integendeel misschien zelfs wel. Ze trekken dieven en vervelende mensen aan”. Een bewoner die het wel met de stelling eens is antwoordde het volgende: ”Als er veel toeristen zijn en het druk op straat is, hebben bijvoorbeeld drugsdealers hier minder te zoeken. Het is vaak ook vooral op de Wallen prostitutie toerisme en in die zin bevordert het toch wel de veiligheid”. 7.1.2 Afsluiten van de woning Uit de enquêtes is gebleken dat 66% van de respondenten de woning niet afsluit voor (dag)toeristen. 22% heeft geen mening en 12% zegt dit wel te doen. Uit alle interviews bleek dat de bewoners de woning niet afsluiten voor toeristen. Dit is simpelweg niet het geval omdat men hoger woont en niet op de begane grond waar toeristen naar binnen kunnen kijken. Een veelvoorkomend antwoord op de stelling was: “Nee daar is geen sprake van ik woon op de tweede verdieping maar anders zou ik zeker gordijnen ophangen maar niet perse voor toeristen maar ook buren die anders naar binnen gluren”. 7.1.3 Toeristen verstoren mijn privacy Op de stelling of de toeristen de privacy van de bewoners verstoren antwoordde 63% van de respondenten in het centrum het hiermee oneens te zijn. 16% vindt dat de toeristen wel de privacy verstoren en 21% heeft geen mening hierover. De meningen over deze stelling waren tijdens de interviews verdeeld. Een bewoonster gaf aan: “Dat doen ze. Niet zo heel erg maar door bijvoorbeeld breeduit op de brug te lopen. En als ik dan fiets en ik bel dan krijg ik opmerkingen van wat
63
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
een mooie bel ofzo…”. Andere respondenten vonden dit niet aan de orde en vertelden er geen last van te hebben. 7.1.4 Liever geen toeristen in de directe woonomgeving 70% heeft er geen problemen mee dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn. 18% van de respondenten in het centrum heeft liever niet dat (dag)toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn en 12% heeft geen mening. Tijdens de interviews bleek dat de respondenten er niet zoveel moeite mee hebben dat er toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn. “Ze mogen natuurlijk wel in mijn woonomgeving aanwezig zijn dat hou je namelijk toch niet tegen maar zij moeten zich wel gedragen”. Een andere bewoonster ” Nou, ja, wat is er nou op toeristen tegen? Het is bovendien goed voor een stad je blijft er levendig mee en er wordt geld mee verdiend”. 7.1.5 Overlast verblijfstoeristen en dagtoeristen Uit de enquête bleek dat 59% van de respondenten het oneens is met de stelling of de respondent meer overlast ondervindt van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen. 28% heeft geantwoord hier geen mening over te hebben. 13% is het met de stelling eens. Het overgrote deel vindt dat er geen verschil is tussen de twee soorten toeristen wat betreft overlast. Voor de bewoners is er vaak geen duidelijk verschil tussen verblijfstoeristen en dagtoeristen en daarom antwoordden de respondenten met oneens op deze stelling bleek tijdens de interviews. Een bewoner gaf aan: “Nee voor mij zijn alle toeristen hetzelfde. Dagtoeristen slapen ook wel eens in auto’s op de Gelderse kade of blijven een aantal dagen op de been doordat ze veel drugs gebruiken dus ik vind toeristen eigenlijk hetzelfde”. Een andere bewoner die tevens met oneens antwoordde zei: “Je zou kunnen zeggen dat dagtoeristen, de Nederlanders wat nadrukkelijker aanwezig zijn in de buurt. Die hebben het gevoel dat dit van hun is en buitenlandse toeristen staan er wat afstandelijker tegenover”.
64
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
7.1.6 Huidige omvang toerisme is storend 59% van de bewoners vindt niet dat de huidige omvang van het toerisme storend is en voor teveel druk op de openbare voorzieningen zorgt. 34% vindt de huidige omvang juist wel storend en 7% heeft geen mening.
De meningen bij deze stelling zijn erg verdeeld. Een bewoner gaf aan: “Het maximum is bereikt in de binnenstad. Als het meer wordt gaan mensen denk ik verhuizen naar andere buurten al is dat natuurlijk belachelijk dat het zo ver komt”. Een andere bewoonster antwoordde simpelweg met: “Welnee”. Bewoners die in de Jordaan wonen gaven aan dat ze het centrum erg druk vinden maar dat het bij hen in de buurt nog meevalt en dat ze de huidige omvang dan ook niet storend vinden.
7.2 Bewoners in het Wallengebied over toeristen in de directe woonomgeving In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het Wallengebied van het thema: toeristen in de directe woonomgeving. Figuur 12
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
1. Ik vind het fijn dat (dag)toeristen aanwezig zijn in mijn directe woonomgeving, want ze zorgen voor meer veiligheid en sociale controle
18 % (13)
31 % (23)
24 % (18)
22 % (16)
5% (4)
2. Ik sluit mijn woning steeds meer af voor (dag)toeristen (bijvoorbeeld door vitrage of planten voor het raam).
15 % (11)
43 % (32)
25 % (18)
16 % (12)
1% (1)
12 % (9)
49 % (36)
14 % (10)
16 % (12)
9% (7)
4. Ik heb liever niet dat (dag)toeristen in mijn directe woonomgeving aanwezig zijn.
15 % (11)
51 % (38)
11 % (8)
18 % (13)
5% (4)
5. Ik ondervind meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen in mijn buurt.
8% (6)
34 % (25)
32 % (24)
16 % (12)
10 % (7)
6. De huidige omvang van het toerisme in Amsterdam stoort mij, want het zorgt voor teveel druk op de openbare voorzieningen
12 % (9)
42 % (31)
9% (7)
18 % (13)
19 % (14)
DIRECTE WOONOMGEVING
3. Toeristen verstoren mijn privacy
“Directe woonomgeving” Wallengebied N=74
65
Mee eens
Zeer mee eens
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
7.2.1 Toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle Op de stelling of de respondent het fijn vindt dat (dag)toeristen in zijn of haar directe omgeving aanwezig zijn, omdat ze zorgen voor meer veiligheid en sociale controle antwoordde 49% het oneens te zijn. 24% heeft geen mening en 27% is het eens met de bovenstaande stelling. Een bewoonster die aangaf nog liever junks in de buurt te hebben dan toeristen gaf bij de stelling aan: “Nee nee ik zou niet weten hoe. Eerder het tegendeel, je krijgt nu weer een hoos zakkenrollers, types die profiteren van toerisme daar word je al bewoner zowat ook de dupe van er valt dan veel te halen. Een bewoner op de Zeedijk gaf aan: “Ik heb niet het idee dat het toerisme echt meer zorgt voor veiligheid en sociale controle, dat is er voor mijn gevoel wel de hele dag door maar ik vind het lastig om te zeggen of dit door het toerisme komt”. Een bewoner die tijdens de enquête antwoordde met geen mening vertelde: “Het kan ook intimiderend en overlast veroorzaken. Dus het is dubbel vandaar dat ik neutraal reageer”. 7.2.2 Afsluiten van de woning Het grootste gedeelte namelijk 58% van de respondenten sluit zijn of haar woning niet steeds meer af voor (dag)toeristen. 17% sluit de woning wel steeds meer af en 25% heeft hierover geen mening. Veel bewoners wonen niet op de begane grond maar op een hogere verdieping en zeggen daarom niet de woning af te sluiten voor toeristen. Een bewoner op de Oudezijds Voorburgwal gaf aan: “Mijn woning is te hoog en de sport hier in Amsterdam is natuurlijk door de ramen kijken dus dat doe ik ook”. Een andere bewoner: “Nee, ik zit hier hoog en heb geen inkijk gelukkig. En zelf naar buiten kijken is ook de meerwaarde”. 7.2.3 Toeristen verstoren mijn privacy Uit de enquête blijkt dat toeristen niet de privacy verstoren bij 61% van de respondenten. Bij 25% is dit wel het geval en 14% zegt geen mening te hebben. Bijna alle respondenten gaven tijdens de interviews aan dat toeristen de privacy verstoren, maar niet iedereen kon hier een concreet antwoord op geven. Een
66
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
bewoner gaf aan: “Ja nou kijk ik kan zomers niet op een mooie dag achter bij het raampje zitten want wij hebben hier natuurlijk geen balkon. En als ik daar ga zitten heb ik grote kans dat die Britten gaan joelen daar op het terras”. En: “Ja altijd als er mensen komen verstoren ze mijn privacy vind ik. Het is niet direct storend maar toeristen staan wel op mijn stoep om foto’s te maken van de kerk aan de overkant en dan verstoren ze inderdaad mijn privacy”. 7.2.4 Liever geen toeristen in de directe woonomgeving 66% van de respondenten zegt er geen moeite mee te hebben dat (dag)toeristen in de directe omgeving aanwezig zijn. 23% heeft liever niet dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn en 11% van de respondenten heeft geen mening. Op de vraag waarom sommige respondenten liever niet hebben dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn werd geantwoord: “Door geluidsoverlast, bijvoorbeeld de Engelse supporters merk ik dat ik erg dicht op de toeristen zit om het zo maar te zeggen”. Een andere bewoner die midden op de Zeedijk woont: “Ja dan denk ik, ik hoef ze niet hier voor mijn deur te hebben. We krijgen hier ook rondleidingen van allerlei gidsen. Dan staan ze hier op het hoekje over een legende te vertellen en die gidsen doen alsof het waar is maar dat toerisme verzint ook gewoon van alles. Na 10 keer is dat leuks geweest dan ken ik het hele verhaal uit mijn hoofd”. Een andere bewoner die zegt het niet erg te vinden dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn antwoordde: “Ik vind toeristen prima en wel gezellig. Het is zonde van de energie om alleen maar te klagen over dat toerisme en zonde om daad tijd in te steken want het blijft toch wel bestaan”. 7.2.5 Overlast verblijfstoeristen en dagtoeristen 42% van de respondenten zegt niet meer overlast te ondervinden van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen. 26% zegt meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen te ondervinden en 32% heeft geen mening. Blijkbaar is er wat betreft overlast voor ongeveer driekwart van de respondenten geen duidelijk verschil tussen verblijfstoeristen en dagtoeristen. Een aantal respondenten geeft in de interviews aan meer overlast te ondervinden van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen. Hier wordt de volgende redenering voor gegeven: “In zoverre dat verblijfstoeristen ’s nachts blijven en daar heb ik dan ook
67
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
het meeste last van. Dat zijn dan groepen maar ik vrees vooral de Engelsen”. Ook antwoordden meerdere respondenten neutraal: “Ik weet wel wat het onderscheid is maar het is allebei. De landbouwbeurs is een dagtoerist en de Britten verblijfstoeristen. Die zijn allebei heel irritant en zorgen voor overlast”. “Verblijfstoeristen zijn vaak wel de schreeuwende Engelsen die ik eerder al noemde maar er kunnen net zo goed dagjesmensen zijn die een vrijgezellenfeest hebben of iets dergelijks en daar ondervind ik net zoveel overlast van, het ligt dus weer aan het soort verblijfstoeristen of dagtoeristen”. 7.2.6 Huidige omvang toerisme is storend Uit de enquête valt op te maken dat 54% van de respondenten niet vindt dat de huidige omvang van het toerisme storend is en zorgt voor teveel druk op de openbare voorzieningen. 37% vindt de huidige omvang van het toerisme wel storend en 9% heeft geen mening. Alle vijf de respondenten waar een interview mee gehouden is hebben op deze stelling met eens geantwoord. De ene bewoner was het hier meer mee eens dan de andere maar de volgende antwoorden werden genoemd: “Ik merk het vooral weer aan de geluidsoverlast en de te drukke koopzondagen dat de grens van het toerisme bereikt is. Wat mij betreft moeten er zeker niet meer toeristen naar het centrum van Amsterdam komen”. “Het ligt natuurlijk niet alleen aan de toerist maar ook aan de voorzieningen. Ik vind niet perse dat het voor teveel druk zorgt maar het is inderdaad wel eens erg druk in de stad dat is zeker”. “Vind ik wel op dit moment. Ik vind het in dit stadsdeel echt teveel”.
7.3 Visie sleutelfiguren Miriam Brouwer van de Gemeente Amsterdam gaf het volgende antwoord op de vraag: Wat is uw beeld van het toerisme in Amsterdam en de overlast die daarbij hoort? “Brede vraag. Nou het toerisme groeit dat is een belangrijk feit. Dat zal ook blijven groeien 4% per jaar is de prognose als we kijken naar overnachtingaantallen. De enige feiten die wij hebben over overlast is het onderzoek van Roos Gerritsma van 10 jaar geleden. Daar is toen niet uit gebleken dat het echt wordt ervaren als negatief. Maar het is natuurlijk wel zo dat wij er rekening mee moeten houden. Als het toerisme blijft groeien en we gaan niet voldoende andere delen van de stad aantrekkelijk maken, als het toerisme in het centrum blijft concentreren, dan gaan wij
68
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
er wel van uit dat dat problemen zal opleveren voor bewoners. En dat is een van de redenen, niet de belangrijkste reden, dat wij toerisme willen spreiden”. Ook gaf zij aan een moment te voorzien waarop het teveel wordt in de binnenstad voor de bezoeker zelf. Er is een groot bezoekersonderzoek geweest en de bezoekers noemen als negatieve aspect van Amsterdam op nummer 1 de vuiligheid en op nummer 2 staat de drukte aldus Miriam Brouwer. Trees Tiesinga van de Gemeente Amsterdam gaf op bovenstaande vraag aan: “Mijn beeld is dat ik me kan voorstellen, dat in bepaalde gebieden heel veel Engelse toeristen het beeld worden van de toerist. Ik kan mij voorstellen dat dat voor bewoners die daar wonen een bepaalde mate van overlast geeft”. Op de vraag of het beeld van haar is dat de binnenstad niet te vol is antwoordde zij dat het belangrijk is om te spreiden en om te kijken waar en wat voor soort hotels je een vergunning verleent.
7.4 Subconclusie Het grootste deel van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied vindt niet dat het fijn is dat (dag)toeristen aanwezig zijn in de directe woonomgeving omdat ze zorgen voor meer veiligheid en sociale controle. Tijdens de interviews bleek dat respondenten niet direct het verband zagen bij deze stelling of zich juist onveiliger door het toerisme te voelen. De meeste respondenten in beide gebieden sluiten de woning niet steeds meer af voor toeristen. Voor meer dan 60% van de respondenten in het centrum en het Wallengebied geldt dat toeristen niet de privacy verstoren. Voor het grootste deel van de respondenten in beide gebieden geldt dat zij het niet erg vinden dat toeristen in de directe omgeving aanwezig zijn (centrum 70% en Wallengebied 66%). Het merendeel van de respondenten in het centrum en Wallengebied ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen. Een groot deel heeft geen mening over deze stelling. Tijdens de interviews bleek dat sommige respondenten niet duidelijk het verschil weten tussen de twee soorten toeristen en daarom het antwoord oneens of geen mening gaven. 59% van de respondenten in het centrum en 54% van de respondenten in het Wallengebied, geeft aan de huidige omvang van het toerisme niet storend te vinden. Iets meer dan eenderde in beide gebieden vindt de huidige omvang van het toerisme wel storend. In vergelijking met het onderzoek van Gerritsma(1998) blijkt dat de meeste bewoners de aanwezigheid van toeristen in de directe woonomgeving niet storend vinden maar wel iets minder positief zijn dan 10 jaar geleden. De
69
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
percentages op bepaalde stellingen liggen lager en eenderde vindt de huidige omvang van het toerisme storend, dit is een redelijk hoog percentage.
70
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
8. TOERISTEN IN AMSTERDAM In dit hoofdstuk zal beschreven worden wat de mening van de respondenten is over het thema toeristen in Amsterdam, dat het derde thema is binnen dit onderzoek. Als toelichting zijn er vijf interviews afgenomen onder de bewoners in het centrum en vijf interviews onder de bewoners in het Wallengebied en daar zullen enkele uitspraken van genoemd worden. Bij de eerste twee paragrafen zal in een tabel een overzicht gegeven worden van de uitkomsten met betrekking tot het thema toeristen in Amsterdam.
8.1 Bewoners van het centrum over Toeristen in Amsterdam In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het centrum van het thema: toeristen in Amsterdam Figuur 13
TOERISTEN IN AMSTERDAM
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
3% (3)
40 % (33)
34 % (28)
17 % (14)
6% (5)
0%
14 % (12)
39 % (32)
43 % (36)
4% (3)
4% (3)
26 % (22)
16 % (13)
40 % (33)
14 % (12)
0%
7% (6)
31 % (26)
53 % (44)
9% (7)
0%
18 % (15)
36 % (30)
40 % (33)
6% (5)
1. De belangen van (dag)toeristen zijn dominant bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam. 2. Ik wil dat er speciale themaroutes voor toeristen door de stad worden ontworpen (zoals een architectuurroute, een groene route door parken etc). 3. In het voorjaar en in de zomer is Amsterdam overgenomen door toeristen en dagtoeristen. 4. Amsterdam is gebaat bij betere bewegwijzering voor (dag)toeristen. 5. Ik wil dat toeristen beter geïnformeerd worden over toeristenroutes zodat er een betere doorstroming van toeristen ontstaat. “Toeristen in Amsterdam” Centrum N=83
71
Mee eens
Zeer mee eens
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
8.1.1 Belangen toeristen dominant Uit de enquêtes met de bewoners in het centrum blijkt dat 43% het oneens is met de stelling dat de belangen van (dag)toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen van Amsterdam. 34% geeft hier aan geen mening te hebben en 23% is het met de stelling eens. Bewoners gaven tijdens de interviews vooral aan dat de belangen van de toeristen niet dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen of dat zij neutraal waren over dit onderwerp. Ter illustratie gaf een bewoner het volgende voorbeeld: “Ja er was namelijk een druk op de Gemeente voor langere openingstijden van cafés en een discovergunning voor de kroegen maar uiteindelijk hebben de bewoners ervoor gezorgd dat dit niet doorging”. Een andere bewoner gaf het volgende antwoord: “In het algemeen de kwaliteit van de openbare ruimte bevorderen is het doel niet om meer toeristen te trekken of iets dergelijks of dat het voor toeristen gebeurt. Wij als bewoners maken zelf natuurlijk het hele jaar door gebruik van de openbare ruimte”. 8.1.2 Speciale themaroutes 47% van de respondenten in het centrum wil graag dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen voor toeristen. 14% van de respondenten geeft aan niet te willen dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen. En 39% geeft aan geen mening te hebben. Een duidelijke voorstander van de themaroutes antwoordde tijdens een interview op deze stelling: “Ja, helemaal mee eens. Ik ben zelf ook bezig geweest of er niet bijvoorbeeld een kerktoren route ontwikkeld zou kunnen worden. Er zijn ook torens die je kunt beklimmen. Het is er nooit van gekomen maar ik zou dat heel leuk vinden”. Een andere bewoner die geen mening had over de enquêtestelling antwoordde: “Ik ben daar heel neutraal over ja. Het idee zou kunnen werken maar bijvoorbeeld de route door het Wallengebied stoort mij. Laat toeristen maar lekker rijke mensen en politici lastig vallen bijvoorbeeld de rijke mensen route door Oud Zuid is mijn idee”.
72
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
8.1.3 Amsterdam overgenomen in het voorjaar en zomer Meer dan de helft van de respondenten namelijk 54% geeft aan dat Amsterdam in het voorjaar en de zomer overgenomen is door (dag)toeristen. 30% is het hiermee oneens en 16% heeft geen mening. Een bewoner die vindt dat Amsterdam in het voorjaar en de zomer overgenomen is door toeristen gaf tijdens het interview aan: “Met wat nuance, overgenomen vind ik wel heel overdreven. Het aantrekkelijke van de winter is dat Amsterdam dan weer wat meer van de eigen bewoners is. Dat het niet meer overal zo heel druk is en geen terrassen zijn. Van November tot Maart kun je iets relaxter rondlopen”. Een bewoonster in de Jordaan is het ook redelijk met de stelling eens: “Nou niet overgenomen dat is overdreven. We zijn er nog steeds maar wij zitten op het werk en hun lopen hier rond haha in de binnenstad wel maar die is te allen tijde vol, de dam enzo dat hou je toch.” Een andere bewoner is het hier niet mee eens: “Nee, wij zijn ook veel meer op straat iedereen is op straat het is een levendige bedoeling hier”. 8.1.4 Betere bewegwijzering 62% van de respondenten in het centrum geeft aan dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen. 31% heeft geen mening en slechts 7% is het met de stelling oneens. De meningen bij deze stelling zijn erg verdeeld onder de geïnterviewde bewoners. Een bewoner antwoordde tijdens het interview op deze stelling: “Mee eens, ik denk dat er wel wat meer in het Engels zou kunnen want niet iedereen spreekt Nederlands en als je een beetje gastvrij wilt zijn moet je dat ook wel in het Engels doen vind ik”. Een bewoner die het ook eens is met de stelling zei: ”Ja zeer mee eens, het wordt wel beter maar ik vind dat er wel bordjes zijn maar het is allemaal wel mager vind ik. Dat kan echt beter want het is ook een ingewikkelde stad”. Andere bewoners geven in het interview aan het niet zo goed te weten of het oneens te zijn met de stelling: “Ik dacht dat die hier al goed was. Is Amsterdam niet bij gebaat want overal staat het aangegeven Centrum en Jordaan enzo”. 8.1.5 Toeristen moeten beter geïnformeerd worden Op de stelling of men wil dat toeristen beter geïnformeerd moeten worden over toeristenroutes zodat er een betere doorstroming ontstaat antwoordde 46% het
73
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
hiermee eens te zijn. 36% van de respondenten heeft geen mening hierover en 18% is het hiermee oneens. Deze vraag sluit voor de meeste bewoners aan op de voorgaande stelling. De meeste bewoners vinden wel dat toeristen beter geïnformeerd moeten worden maar daarbij bestaat ook de twijfel of dit werkt door ze beter te informeren. “De doorstroming moet inderdaad beter maar ik weet niet of dat echt werkt door toeristen te informeren”. “Dat is precies hetzelfde als hiervoor. Er staan maar weinig borden met routes. Dat kan dus echt beter”.
8.2 Bewoners in het Wallengebied over toeristen in Amsterdam In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het Wallengebied van het thema: toeristen in Amsterdam. Figuur 14
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
8% (6)
34 % (25)
26 % (19)
27 % (20)
5% (4)
3% (2)
13 % (10)
31 % (23)
49 % (36)
4% (3)
3. In het voorjaar en in de zomer is Amsterdam overgenomen door toeristen en dagtoeristen.
1% (1)
30 % (22)
11 % (8)
38 % (28)
20 % (15)
4. Amsterdam is gebaat bij betere bewegwijzering voor (dag)toeristen.
0%
12 % (9)
34% (25)
49 % (36)
5% (4)
5. Ik wil dat toeristen beter geïnformeerd worden over toeristenroutes zodat er een betere doorstroming van toeristen ontstaat.
0%
12 % (9)
43 % (32)
35 % (26)
10 % (7)
TOERISTEN IN AMSTERDAM 1. De belangen van (dag)toeristen zijn dominant bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam. 2. Ik wil dat er speciale themaroutes voor toeristen door de stad worden ontworpen (zoals een architectuurroute, een groene route door parken etc).
Mee eens
Zeer mee eens
“Toeristen in Amsterdam” Wallengebied N=74
8.2.1 Belangen toeristen dominant Het grootste gedeelte van de respondenten in het Wallengebied namelijk 42% geeft aan dat de belangen van toeristen niet dominant zijn bij de inrichting van straten en
74
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
pleinen van Amsterdam. 32% vindt dat dit wel het geval is en 26% gaf aan gaan mening te hebben over deze stelling. Vier van de vijf bewoners met wie een interview is gehouden gaven aan dat de belangen van de toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam. Niet elke bewoner was hier even overtuigd van maar enkele antwoorden die genoemd werden zijn: “Ik heb het idee dat er erg veel naar het toerisme wordt gekeken en dat daar het beleid op wordt aangepast. Aan de andere kant wordt er natuurlijk ook wel naar de bewoners geluisterd ik heb niet echt het idee dat wij als bewoners heel erg achtergesteld worden”. Een bewoner van de Zeedijk gaf aan: “Het gaat ook niet openlijk. We krijgen een herprofilering van de Zeedijk. De amsterdammertjes gaan weg en er is geen bewoner die erom gevraagd heeft”. Ook wordt er genoemd: “Ja hier wel vind ik. Het stukje damstraat daar zit geen gewone winkel meer tussen alleen maar souvenirs winkels. Alles is op de toerist aangepast”. Een bewoner gaf aan het oneens te zijn met de stelling: “…ik vind dat de bewoners best veel inspraak hebben”. 8.2.2 Speciale themaroutes Meer dan de helft van de respondenten, in totaal 53% wil dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen voor de toeristen. 16% wil dit liever niet en 31% gaf aan geen mening te hebben. De meningen bleken tijdens de interviews erg verdeeld te zijn. Een neutrale bewoner over deze stelling: “Ik weet het niet zo met die routes en bewegwijzering, de toeristen lopen toch wel waar zij dat willen en ik kan daar niet echt een mening over vormen”. Een andere bewoner gaf aan dit wel leuk te vinden: “ja dat zou best handig zijn. Maar dan geen grote groepen door heel Amsterdam want dat kan Amsterdam gewoon niet aan… Gedisciplineerde toeristen zijn meer dan welkom en dan is het leuk als er speciale routes zijn”. Een bewoner op de Zeedijk die al langer dan 10 jaar op de Zeedijk woont is het niet met de stelling eens: “Het leukste is zelf dingen ontdekken vind ik. Maar omdat alles massaler wordt levert dat voorgekookte routes op”.
75
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
8.2.3 Amsterdam overgenomen in het voorjaar en zomer In het voorjaar en in de zomer is Amsterdam overgenomen door (dag)toeristen volgens 58% van de respondenten in het Wallengebied. 31% vindt dat dit niet zo is en 11% heeft geen mening over deze stelling. De meeste bewoners gaven tijdens het interview aan het eens te zijn met de stelling maar wel te merken dat de seizoenen meer vervagen en het altijd wel druk is in het centrum. Een bewoner gaf aan: “Ik vind dat de grenzen groter worden. Er is alsmaar minder sprake van seizoenen”. Een andere bewoner gaf aan het met de stelling eens te zijn maar dan minder overdreven: “Dat vind ik ook weer overdreven…Overgenomen is zo negatief. Er zijn wel eens momenten dat je dat vindt. Als ik op vakantie ga en ik ben ergens niet meer welkom dan wordt het wel heel intolerant met z’n allen. Maar af en toe wordt het wel te gek”. 8.2.4 Betere bewegwijzering 54% van de respondenten, ruim de helft, vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor (dag)toeristen. 12% van de respondenten is het oneens met de stelling en 34% heeft geen mening. De meningen over betere bewegwijzering waren tijdens de interviews duidelijk verdeeld. Een bewoner die eens antwoordde zei: Ja, als je toerisme aantrekt moet er ook een duidelijke bewegwijzering zijn en dat ontbreekt nu wel eens. Een bewoner die het duidelijk oneens is met de stelling gaf aan: “Dat interesseert mij geen ene moer. Kijk ik wil ze best de weg wijzen. Het wordt zo’n Madurodam met allemaal van die bordjes. Het is hier verworden tot een soort Disneyland. Het is allemaal nep en een groot attractiepark”. 8.2.5 Toeristen moeten beter geïnformeerd worden 45% van de respondenten in het Wallengebied geeft aan dat toeristen beter geïnformeerd moeten worden over toeristenroutes zodat er een betere doorstroming van toeristen ontstaat. Bijna hetzelfde aantal respondenten namelijk 43% geeft aan geen mening te hebben. 12% vindt niet dat toeristen beter geïnformeerd moeten worden over toeristenroutes.
76
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
De bewoners gaven tijdens de interviews erg verschillende meningen aan bij deze stelling. “ Ik vind het nadeel als je hele strakke routes maakt dat je dan een soort van trein krijgt die door Amsterdam rondrijdt. Ik zou het als toerist ook niet leuk vinden om in een file rond te lopen” Een andere bewoner: “Ja ik vind dat de toerist beter de basisregels uitgelegd moet krijgen. Zoals niet met z’n 80-en op een brug staan omdat er dan geen doorstroming is”. “Jazeker, altijd kan dat beter denk ik”. Ook werd het volgende voorbeeld gegeven: “Je hebt in Boston zo’n soort rode streep die leidt je door de stad en dan kom je langs allerlei toeristische attracties ofzo dan geloof ik niet dat dat helpt, het doet de doorstroming niet specifiek goed”.
8.3 Visie sleutelfiguren Stephen Hodes van LaGroup geeft aan dat het heel interessant is om door middel van bewegwijzering mensen andere routes laten nemen om andere routes te ontlasten. Er is door LaGroup onderzoek gedaan voor de Gemeente Amsterdam over de inzet van thema’s. De conclusies van hen waren: “dat de meeste thema’s loze kreten zijn met heel weinig body”. Meneer Hodes noemt een aantal voorbeelden ter verbetering van het toerisme. Hij wil bijvoorbeeld een busterminal aan de rand van de stad en als er gekeken wordt naar Venetië, dat mensen met een watertaxi de stad inkomen, dat zou ook in Amsterdam mogelijk moeten zijn.
8.4 Subconclusie
Iets meer dan 40% van de respondenten in beide gebieden geeft aan dat de belangen van toeristen niet dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen van Amsterdam. Het merendeel van de respondenten wil dat er speciale themaroutes voor toeristen ontworpen worden in het centrum is dit 47% en Wallengebied 53%. Ruim 50% van de respondenten in het centrum en Wallengebied vindt dat Amsterdam in het voorjaar en in de zomer overgenomen is door toeristen, maar uit de interviews blijkt dat dit volgens de meeste respondenten met wat nuance is. 62% van de respondenten in het centrum en 54% van de respondenten in het Wallengebied vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen. De meeste toeristen in het centrum en het Wallengebied willen dat toeristen beter geïnformeerd worden over toeristenroutes. 43%van de respondenten in het Wallengebied en 36% in het centrum heeft geen mening over deze stelling. Uit
77
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
de interviews blijkt dat dit antwoord werd gegeven omdat men niet weet in hoeverre toeristen geïnformeerd worden. Tevens kan geconcludeerd worden dat bij dit thema geen grote verschillen in antwoorden zijn tussen respondenten in het centrum en het Wallengebied. Als er gekeken wordt naar het onderzoek van Roos Gerritsma 10 jaar geleden kan gezegd worden dat de respondenten minder positief antwoordden op de stellingen binnen dit thema. Ruim 50% vindt dat Amsterdam in het voorjaar en de zomer overgenomen is door toeristen en 10 jaar geleden was dit bijna 40%. Meer respondenten gaven in dit onderzoek aan speciale themaroutes te willen.
78
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
9. EVENEMENTEN, FESTIVALS EN KOOPZONDAG In dit hoofdstuk zal beschreven worden wat de mening van de respondenten is over het thema Evenementen, festivals en de koopzondag, dat het vierde thema is binnen dit onderzoek. Er zijn ook vijf interviews afgenomen onder de bewoners in het centrum en vijf interviews onder de bewoners in het Wallengebied die als toelichting op de stellingen dienen. Bij de eerste twee paragrafen zal in een tabel een overzicht gegeven worden van de uitkomsten met betrekking tot dit thema.
9.1 Bewoners in het centrum over evenementen, festivals en koopzondag In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het centrum van het thema: evenementen, festivals en kopzondag. Figuur 15
EVENEMENTEN, FESTIVALS EN KOOPZONDAG 1. Het organiseren van festivals is ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden. 2. Evenementen trekken zoveel toeristen en dagtoeristen aan, dat ik liever niet ga. 3. Ik vind het fijn dat er elke zondag koopzondag is in het centrum van Amsterdam. 4. Evenementen in mijn buurt zorgen voor veel overlast (bijvoorbeeld lawaai en rommel op straat).
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
Mee eens
Zeer mee eens
5% (4)
14 % (12)
6% (5)
63 % (52)
12 % (10)
11 % (9)
41 % (34)
11 % (9)
24 % (20)
13 % (11)
14 % (12)
16 % (13)
12 % (10)
30 % (25)
28 % (23)
8% (7)
31 % (26)
16 % (13)
29 % (24)
16 % (13)
“ Evenementen, festivals en koopzondag” centrum N=83
9.1.1 Festivals en evenementen verrijking uitgaansmogelijkheden Een percentage van 75% van de respondenten gaf in de enquête aan dat het organiseren van evenementen en festivals ook voor Amsterdammers een verrijking is van de uitgaansmogelijkheden. 19% gaf aan dat dit niet het geval is en 6% heeft geen mening hierover.
79
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Uit de interviews is gebleken dat niet iedereen even positief is over de festivals en evenementen. Er wordt bijvoorbeeld door bewoners aangegeven dat evenementen niet te groots en commercieel moeten zijn en ook echt voor de bewoners moet zijn, maar ook dat het overlast bezorgt. Een bewoner gaf aan: “Ik heb zelf een hekel aan grootschalige evenementen en probeer die het liefst te vermijden. Kleinere festivals en evenementen zoals Aprilfeesten en andere evenementen die echt voor de bewoners opgezet zijn vind ik wel heel leuk en die bezoek ik ook”. Ook werd de volgende beantwoording gegeven: “Die festivals met hun herrie en al dat vuil nee daar ben ik geen voorstander van”. Een bewoonster die positief is over de evenementen en festivals in de buurt gaf aan zelf ook wel eens een evenement te organiseren en het dan ook erg leuk te vinden. Een andere bewoner gaf aan:”…ik ben zelf ook een evenementen en festivalliefhebber. Spreiding van evenementen is belangrijk maar er valt nog best veel te organiseren, mits niet te commercieel”. 9.1.2 Ik ga liever niet naar evenementen en festivals Meer dan de helft van de respondenten, namelijk 52% geeft aan het oneens te zijn met de stelling dat evenementen zoveel toeristen aantrekken dat hij of zij liever niet gaat. 37% gaf liever niet te gaan omdat de evenementen zoveel toeristen trekken. 11% gaf geen mening. Bij deze stelling is een significant verband te zien, zie figuur 16 (P=0,03). 61% van de respondenten die tussen de 61 en 80 jaar oud zijn bezoekt de evenementen en festivals liever niet omdat deze teveel toeristen aantrekken. 42% van de respondenten tussen de 41 en 60 jaar is het ook met de stelling eens en slechts 15% van de respondenten onder de 40 is het met de stelling eens. Hieruit valt de conclusie te trekken dat voornamelijk de oudere respondenten het met de stelling eens zijn en liever niet naar de evenementen gaan. Het grootste deel van de respondenten onder de 40 geeft namelijk aan het oneens te zijn met de stelling dit is 61% tegenover 39% van de respondenten tussen de 61 en 80 jaar.
80
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Figuur 16 Evenementen trekken zoveel toeristen en dagtoeristen aan dat ik liever niet ga
100,0%
Count
80,0% 60,0%
oneens geen mening mee eens
40,0% 20,0% 0,0% <20
21-40 41-60 61-80
Leeftijd Respondenten centrum van Amsterdam N= 83
Tijdens de interviews bleken de meningen erg verdeeld. “Ja ik ben bijvoorbeeld met Koninginnedag niet in de stad dat vind ik verschrikkelijk. Ook andere grootschalige evenementen hoef ik niet heen”. Een tegenovergestelde mening: ”… ik ga er gewoon naar toe. Als het iets is waarvan ik denk dat vind ik leuk dan ga ik er gewoon naar toe en dan interesseren mij die toeristen niks. Ik vind het altijd wel leuk om nietAmsterdammers tegen te komen”. Een andere respondent geeft aan: “Mee eens, laten we zeggen zeer mee eens. Daar ben ik helemaal niet voor al die drukte. Als de inhoud goed is kan je er natuurlijk nauwelijks iets op tegen hebben”. 9.1.3 Koopzondag Meer dan de helft van de respondenten in het centrum, namelijk 58% in totaal gaf aan het fijn te vinden dat er elke zondag koopzondag is in het Centrum van Amsterdam. 30% vindt dit juist niet fijn en 12% geeft geen mening. Op deze stellingen reageerden de bewoners weer erg verschillend. De ene helft gaf aan het niet fijn te vinden dat er elke week koopzondag is en de andere helft vindt dit wel fijn. “Op zondags is de stad vergeven van mensen die niet primair voor de stad komen maar alleen om te kopen. Dan heb je de Bijenkorf file hier voor de parkeergarage. De stad is op een stille zondag ook gewoon prachtig om te genieten”. “Van mij hoeft die koopzondag niet. Het zo misschien dom zijn om dit af te schaffen omdat het zorgt voor veel omzet waar het de Gemeente toch allemaal om draait maar ik hecht er geen waarde aan. Het is voor de bewoners toch te druk op zondag”. Ook werd er positief op de stelling geantwoord: “Ja dat vind ik heel prettig. Van die
81
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
rare christenen die het nu weer willen afschaffen. Wat is dat voor iets raars”. “Ja, als ik het nodig vind ga ik daar naartoe. Als je de hele week werkt is het fijn al is het alleen maar naar de supermarkt”. 9.1.4 Evenementen en festivals geven veel overlast De meningen bij deze stelling zijn erg verdeeld. 45% geeft aan dat de evenementen in de buurt voor teveel overlast zorgen. 39% gaf aan dat dit niet het geval is en 16% gaf aan geen mening te hebben. Tijdens de interviews gaven drie bewoners aan dat evenementen en festivals in de buurt zorgen voor veel overlast zoals lawaai en rommel en de andere twee vinden wel dat er overlast is maar storen zich hier niet aan. Bewoners die last hebben van de overlast reageerden als volgt: “Ik hoor van de andere bewoners ook dat er veel geluidsoverlast is en vooral veel rommel en dat stoort mij. Dat verpest het straatbeeld een beetje voor mij”. “Ik weet dat er over het algemeen in mijn buurt wel geklaagd wordt, met name de geluidsoverlast. Maar dat wordt tegenwoordig redelijk genormeerd. Je weet dat het eindig is denk ik dan”. Bewoners die er geen of weinig last van ondervinden gaven aan: “Alleen met Koninginnedag, dat is ook niet leuk meer. O o o vreselijk. Dat loopt met drommen en dan ploffen ze hier neer om te zuipen en gooien ze alles op straat”. Een bewoonster uit de Jordaan zei: “Er is overlast ja… maarja zo’n evenement is dan niet zo vaak per jaar. De gayparade en nog een parade in het water daar moet je wel wat ruimte tussen hebben. Mijn stelling is altijd: Dan moet je op de hei gaan wonen en niet in een drukbevolkte buurt. Ga dan op de hei dan weet je dat dat niet kan gebeuren”. Daarnaast is tijdens het interview de vraag gesteld of de bewoners goed geïnformeerd worden over eventuele overlast tijdens evenementen. Hierop kwamen vooral positieve antwoorden naar voren. Bewoners gaven aan het in de wijkkrant te kunnen lezen en er worden brieven verstuurd, maar volgens sommige bewoners gebeurt dit niet consequent.
82
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
9.2 Bewoners in het Wallengebied over evenementen, festivals en koopzondag In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het Wallengebied van het thema: evenementen, festivals en kopzondag. Figuur 17
EVENEMENTEN, FESTIVALS EN KOOPZONDAG
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
Mee eens
Zeer mee eens
1. Het organiseren van festivals is ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden.
11 % (8)
7% (5)
4% (3)
55 % (41)
23 % (17)
2. Evenementen trekken zoveel toeristen en dagtoeristen aan, dat ik liever niet ga.
9% (7)
46 % (34)
15 % (11)
18 % (13)
12 % (9)
3. Ik vind het fijn dat er elke zondag koopzondag is in het centrum van Amsterdam.
14 % (10)
14 % (10)
12 % (9)
28 % (21)
32% (24)
4. Evenementen in mijn buurt zorgen voor veel overlast (bijvoorbeeld lawaai en rommel op straat).
4% (3)
32 % (24)
12 % (9)
30 % (22)
22 % (16)
“Evenementen, festivals en koopzondag” Wallengebied N=74
9.2.1 Festivals en evenementen verrijking uitgaansmogelijkheden 78% van de respondenten gaf aan dat het organiseren van evenementen en festivals ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is. 17% denkt hier anders over en antwoordde met zeer oneens of oneens. Slechts 4% van de bewoners gaf aan geen mening te hebben over de stelling. Op deze stelling werd door de respondenten tijdens de interviews zowel positief als negatief geantwoord. Enkele bewoners waren het met de stelling eens: “Ik ga zelf ook wel eens naar evenementen, ook hier op de Nieuwmarkt en heb daar geen last van de toeristen want ik vermaak mij daar zelf ook prima”. “Ik bezoek zelf ook weleens evenementen en vind het leuk. Ik heb geen last van de toeristen maar dat is ook een kwestie van karakter. Sommige mensen blijven maar klagen over die toeristen dan kun je niks meer doen”. Enkele bewoners waren het niet met de stelling eens: “…er zijn al heel veel evenementen. Het zijn alleen maar dekmantels om de horeca omzet te bezorgen. De
83
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Aprilfeesten op de Nieuwmarkt is van oudsher voor de buurt. Ik mijd niet alles”. “Ik vind het leuk dat het er is maar maak er zelf niet veel gebruik van ik vind het te druk”. Een bewoonster die zelfs meerdere evenementen vermijdt zei: “Ik ga bij elk groot evenement een dag eerder de stad uit. Ik verlaat ondertussen dus de stad. Zoals met Koninginnedag verlaat ik de stad, met de Uitmarkt verlaat ik de stad, met Oud en Nieuw als het even mogelijk is verlaat ik de stad ook”. 9.2.2 Ik ga liever niet naar evenementen en festivals Meer dan de helft van de 74 respondenten in het Wallengebied namelijk 55% gaf aan het oneens te zijn met de stelling: evenementen trekken zoveel toeristen aan, dat ik liever niet ga. 30% is het wel met de stelling eens en 15% geeft geen mening. Het merendeel van de respondenten gaf tijdens de interviews aan liever niet naar evenementen en festivals te gaan omdat het zoveel toeristen aantrekt. Hier werden de volgende redeneringen voor gegeven: “Ja, er zijn zoveel toeristen en dagjesmensen en mensen van buiten Amsterdam. Het wordt altijd zo’n pokkezooi. Altijd te weinig voorzieningen. Er wordt wel steeds meer aan gedacht”. “Ja zeer mee eens net als hierboven genoemd. Terwijl ik Koninginnedag altijd de leukste dag van het jaar vond, het is dus niet dat ik het niet leuk vind. Uitmarkt en Koninginnedag zijn twee evenementen die ik heel erg leuk vind maar het is niet leuk meer want het is veranderd”. Andere respondenten gaven een andere redenering aan: “Sommige evenementen passen gewoon niet bij mij en vind ik te druk daar ga ik dan ook niet heen”. “Zoals ik op vorige vraag geantwoord heb, vind ik toeristen inderdaad niet vervelend op evenementen die ik zelf ook bezoek. Misschien dat ik mij dan anders instel”. 9.2.3 Koopzondag Een ruime meerderheid van de respondenten in het Wallengebied gaf aan het fijn te vinden dat er elke zondag koopzondag is. 60% antwoordde namelijk met eens of zeer mee eens. 28% vindt het niet fijn dat er elke zondag koopzondag is en 12% geeft aan geen mening te hebben. Tijdens de interviews bleek dat de meningen erg verdeeld waren over deze stelling. Een bewoner die erg positief is over de koopzondag zei: “…de koopzondag is de zege van Amsterdam. Ik maak er gebruik van en vind het gezellig. Moet van mij echt
84
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
niet verminderd worden”. Een bewoner die aangaf het niet fijn te vinden dat er elke zondag koopzondag is: “Nou ik maak er zelf wel gebruik van omdat die voorziening er nu eenmaal is, dus ik ga niet principieel thuiszitten zonder melk omdat het zondag is maar ze kunnen het wat mij betreft vorige week nog afschaffen. Lang leve de zondagsrust, er mag wel 1 dag per week zijn dat het rustiger is”. 9.2.4 Evenementen en festivals geven veel overlast 52% van de respondenten vindt dat evenementen in de buurt voor veel overlast zorgen. Daarentegen vindt 36% van de respondenten in het Wallengebied dat dit niet het geval is en 12% heeft geen mening hierover. Opvallend is dat elke respondent met wie een interview gehouden is, aangaf overlast te ondervinden van evenementen en festivals. Hierbij werd vooral de geluidsoverlast genoemd en daarnaast ook de rommel. Een bewoonster op de Oudezijds Voorburgwal gaf aan: “Ja dat is echt duidelijk. De ergste overlast, afgezien van het lawaai is de zooi. Er komt elke ochtend een schoonmaak ploeg dat is fantastisch geregeld maar wat hier heel bizar is er zijn geen prullenbakken, op een paar plekken maar”. “Op Koninginnedag bijvoorbeeld is er veel boortverkeer en dat stoort mij. Met geluidskanonnen en dat soort dingen dat lijkt mij toch niet nodig. Vooral die harde muziek op boten vind ik dus minder”. Op de vraag of de bewoners goed geïnformeerd worden over eventuele overlast die de evenementen kunnen veroorzaken antwoordde elke respondent positief. Via Internet, stadsbladen of brieven zijn de bewoners hiervan op de hoogte en een bewoner gaf aan de evenementenkalender toch al uit het hoofd te kennen.
9.3 Visie sleutelfiguren Op de vraag: Hoe informeert u bewoners van uw stadsdeel over evenementen en festivals die georganiseerd worden? En op welke manier wordt er rekening gehouden met de bewoners tijdens grote evenementen en festivals? Werd door Miriam Brouwer van Gemeente Amsterdam geantwoord: ”Dat komt niet vanuit hier dat is per stadsdeel. We hebben wel een evenementenkalender om te sturen op wat je wilt maar niet ter communicatie naar bewoners”.
85
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Bij het interview met Trees Tiesinga heeft een andere beleidsmedewerker antwoord gegeven op bovenstaande vraag. Hier werd het volgende genoemd: “Tijdens het proces dat moet leiden tot het verstrekken van een evenementenvergunning vindt een integrale belangenafweging plaats. Dit doen wij door verschillende diensten en organisaties om advies te vragen… Bij grootschalige evenementen wordt met name aandacht gegeven aan het in stand houden van de bereikbaarheid, het voorkomen van geluidsoverlast en vervuiling”. “Verder zijn wij als vergunningverlener gehouden aan het volgende: volgens de AWB moet de vergunningverlener derdebelanghebbenden in de gelegenheid stellen hun zienswijzen naar voren te brengen, als hij verwacht dat zij tegen de vergunningverlening bedenkingen zullen hebben. De belanghebbende moet kunnen kiezen of hij zijn zienswijze mondeling of schriftelijk naar voren brengt”. “Bewoners worden op verschillende manieren geïnformeerd. Jaarlijks publiceert het stadsdeel (op internet) een overzicht van de geplande grootschalige evenementen. Evenementenaanvragen worden wekelijks gepubliceerd in het stadsdeelnieuws. En enkele weken voorafgaand aan een grootschalig evenement is de vergunninghouder verplicht een bewonersbrief te verspreiden met daarin alle relevante informatie (programma, de genomen maatregelen e.d.)”. Karel Philippens van het ATCB beantwoordt de vraag: hoe informeert u bewoners van Amsterdam over evenementen en festivals die georganiseerd worden? En op welke manier wordt er rekening gehouden met de bewoners tijdens grote evenementen en festivals? als volgt: “De evenementenorganisatoren zelf die informeren natuurlijk de bewoners heel vaak doordat ze brieven sturen van “we gaan op de Prinsengracht het Prinsengrachtconcert doen”. En er staan vaak advertenties in de krant voor de vergunning aan te vragen. Wat evenementenorganisatoren ook wel eens doen is bewoners uitnodigen van u bent onze gast vanavond en zij hoeven dan niks te betalen”.
9.4 Subconclusie Ongeveer driekwart van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied vinden het organiseren van festivals en evenementen ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden. Meer dan de helft van de respondenten in beide gebieden geeft aan het oneens te zijn dat evenementen en festivals zoveel
86
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
toeristen trekken dat zij liever niet gaan. 37% van de respondenten in het centrum zegt door de drukte niet te gaan en 30% in het Wallengebied. Ongeveer 60% van de respondenten in beide gebieden geeft aan het fijn te vinden dat er elke zondag koopzondag is, 30% van de respondenten in het centrum is het oneens en 28% in het Wallengebied is het oneens. Het merendeel van de respondenten in het centrum en het Wallengebied vindt dat evenementen in de buurt zorgen voor veel overlast. Ongeveer 40% in beide gebieden geeft aan dit niet te vinden. De meningen zijn dan ook redelijk verdeeld. In vergelijking met het onderzoek van Gerritsma(1998) kan geconcludeerd worden dat veruit de meeste bewoners nog steeds het organiseren van festivals en evenementen als een verrijking zien. In het onderzoek van Gerritsma gaven meer respondenten aan niet naar de festivals te gaan in verband met de drukte, dat percentage ligt nu lager en meerdere respondenten gaan juist wel naar de festivals en evenementen. Roos Gerritsma stelde dat de geen enkele respondent uitgebreid ging winkelen op zondag terwijl in dit onderzoek ongeveer 60% van de respondenten het (zeer)fijn vindt dat de winkels elke zondag open zijn. De meningen over dit thema zijn in de loop der jaren dus enigszins veranderd, en voorzichtig kan gesteld worden dat de respondenten positiever zijn geworden over de stellingen binnen dit thema.
87
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
10. TOERISTISCH BELEID IN AMSTERDAM In dit hoofdstuk zal beschreven worden wat de mening van de respondenten is over het thema toeristisch beleid. Er zijn ook vijf interviews afgenomen onder de bewoners in het centrum en vijf interviews onder de bewoners in het Wallengebied die als toelichting op de stellingen dienen. Bij de eerste twee paragrafen zal in een tabel een overzicht gegeven worden van de uitkomsten met betrekking tot dit thema.
10.1 Bewoners centrum over toeristisch beleid en citymarketing In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het centrum van het thema: toeristisch beleid in Amsterdam. Figuur 17
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
9% (7)
12 % (10)
43 % (36)
31 % (26)
5% (4)
9% (7)
43 % (36)
25 % (21)
19 % (16)
4% (3)
3. Ik ben het grotendeels eens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam.
1% (1)
18 % (15)
53 % (44)
25 % (21)
3% (2)
4. Bewoners moeten meer inspraak krijgen in het toeristisch beleid van de stad Amsterdam.
0%
20 % (17)
33 % (27)
34 % (28)
13 % (11)
5. Toerisme in de binnenstad moet meer verspreid worden naar andere stadsdelen in Amsterdam (bijvoorbeeld doordat attracties meer verspreid worden).
1% (1)
24 % (20)
17 % (14)
42 % (35)
16 % (13)
TOERISTISCH BELEID 1. Ik vind dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam. 2. Ik vind het vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketingcampagne als I Amsterdam, wellicht nog meer toeristen naar Amsterdam trekt.
Mee eens
Zeer mee eens
“Toeristisch beleid” centrum N=83
10.1.1 I Amsterdam zorgt voor een beter imago van Amsterdam Het grootste deel van de respondenten heeft geen mening op de stelling of de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad, 43% antwoordde namelijk met geen mening. 36% geeft aan dat de city
88
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
marketingcampagne wel bijdraagt aan een beter imago van Amsterdam en 21% vindt van niet. Alle respondenten antwoordden tijdens het interview neutraal of oneens op deze stelling. Bewoners die geen mening hebben geantwoord gaven aan: “Ik weet het niet ik weet niet wat die campagne doet. Ze moeten met zo’n marketingcampagne ontzettend gaan opletten hoe ze toeristen gaan opvoeden”. “Nee ik weet niet precies wat die campagne inhoudt. Ik ken wel dat lange ding met I Amsterdam die op Museumplein staat”. Bewoners die niet vinden dat I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago gaven aan: “Er moet goed opgelet worden hoe een stad zich profileert naar het buitenland. Ik denk niet dat dat nu heel goed gaat want Amsterdam trekt nog heel veel vervelende toeristen aan die alleen maar voor de prostitutie en kroegen komen. Cultuurtoerisme meer aantrekken zou beter zijn”. Ook werd er gezegd: “…ik geloof niet dat Amsterdam meer in the picture is gekomen. Ik merk het ook niet aan mijn buitenlandse vrienden dat die er meer van weten” 10.1.2 Vervelend dat city marketing zorgt voor nog meer toeristen 52% vindt het niet vervelend als Amsterdam door middel van een city marketingcampagne als I Amsterdam wellicht nog meer toeristen naar de stad trekt. 23% vindt dit wel vervelend en 25% heeft hier geen mening over. Drie van de vijf bewoners gaven tijdens het interview aan het niet vervelend te vinden dat city marketing zorgt voor nog meer toeristen. Hier werden door de respondenten verschillende redeneringen voor gegeven: “Nee, ik vind die toeristen... het is niet mijn brood maar daar eten mensen toch ook weer van het brengt wel geld binnen”. “Nee hoor ik denk dat weinig mensen erop reageren”. Een respondent gaf aan het wel vervelend te vinden: “Als er inderdaad meer toeristen komen door die campagne vind ik dat ze de toeristen ook moeten gaan opvoeden en serieus zijn op de inhoud. Net alleen gericht op hoeveel geld het oplevert maar ook naar de kwaliteit van het toerisme kijken”.
89
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
10.1.3 Ik ben het eens met het toeristisch beleid Meer dan de helft van de respondenten in het centrum gaf aan geen mening te hebben op de stelling: Ik ben het grotendeels eens met het toeristisch beleid, dit antwoordde namelijk 53% . 19% gaf aan het oneens te zijn met het toeristisch beleid en 28% is het eens met de stelling. Drie van de vijf respondenten gaven tijdens het interview aan het grotendeels eens te zijn met het toeristisch beleid. Twee respondenten reageerden neutraal. De respondenten die het grotendeels eens zijn met het toeristisch beleid antwoordden: “ Wat ik zelf minder vind is de kermis op de Dam. Dat moet je gewoon niet op de Dam doen dat verkracht zo’n plein. Voor evenementen vind ik het heel geschikt… Voor de rest vind ik dat Amsterdam zijn stad redelijk goed promoot. Er wordt wel een goed beleid gevoerd”. “Ja, ik heb er geen last van, klinkt heel raar maar ik vind het allemaal prima”. Daarnaast werd tijdens de interviews aangegeven dat de respondenten eigenlijk niet weten wat het toeristisch beleid inhoudt. 10.1.4 Bewoners moeten meer inspraak krijgen 47% van de respondenten geeft aan dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid van de stad Amsterdam. 33% heeft geen mening hierover en 20% vindt niet dat toeristen meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid. Vier respondenten gaven tijdens het interview aan te vinden dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid. Hier werd genoemd: “Ik ben geen voorstander van referenda maar politici zouden ons als bewoner ook meer moeten informeren en op de hoogte houden wat er speelt met in het toeristisch beleid. Er is tot nu toe veel blabla maar weinig actie wordt er ondernomen”. Ook werd genoemd: “Nouja, als het gaat om evenementen vind ik dat je bewoners meer inspraak moet geven. Er wordt gesuggereerd dat bewoners inspraak krijgen maar hoe en waar dan is onduidelijk. Als je directe bewoner bent heb je vaak niet zoveel te zeggen over evenementen die plaatsvinden”. Een bewoner reageerde met: “Nee, alsjeblieft niet zeg. Wat weten bewoners nou die tutten altijd zoveel. De meeste mensen denken alleen maar wij onder elkaar, nee hoor geen inspraak wel in sommige zaken maar niet in dit waar ze geen verstand van hebben”.
90
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
10.1.5 Spreiding van toerisme Een ruime meerderheid van de respondenten, namelijk 58% gaf aan dat het toerisme in de binnenstad meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam. 25% van de respondenten vindt dit niet nodig en 17% gaf aan hier geen mening over te hebben. Het merendeel van de bewoners gaf tijdens het interview aan dat het toerisme meer verspreid kan worden. Op de vraag waarheen werden de volgende plekken genoemd: “Van mij mag het toerisme meer verspreid worden en dan denk ik vooral aan Oud Zuid. Daar zijn ook mooie huizen en chique wijken misschien moeten daar maar mee toeristen naar toe verspreid worden”. “Ja, er zit veel druk op de binnenstad. Neem nou Oud Zuid dat is een prachtig gebied. Met de Pijp en de Albert Cuyp markt en concertgebouwen en het Rijksmuseum. Zo zijn er ook in andere stadsdelen best wel bezienswaardigheden die een toeristische functie zouden kunnen krijgen”. “Ja ik vind dat er inderdaad meer spreiding moet komen maar dan bijvoorbeeld meer naar de IJ oever. Ik ben daar zelf heel erg op gesteld en vind het prachtig daar”. Een bewoner gaf aan dat toeristen in andere stadsdelen niks te zoeken hebben: “Welnee, wat moet je nou in een ander stadsdeel doen. Je gaat toch niet naar Slotervaart ofzo wat moet je daar nou doen daar is niks te beleven, zelfs de mensen die er wonen vinden het al saai en die trekken naar de stad. Je moet toch naar het hart van de stad waar die historie en de grachten en musea zijn”. 10.1.6 Aanbevelingen van bewoners in het centrum voor toeristisch beleid De laatste vraag van het interview was: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? Hierop kwamen onderstaande reacties van de bewoners: ”Er moet met zo’n city marketing campagne veel meer gelet worden op wat voor reclame je maakt naar het buitenland toe. Er moet dus op gelet worden hoe de stad zich naar het buitenland profileert”. ” Ook vind ik dat er duidelijk bij de toeristen aangegeven moet worden wat toegestaan wordt in de stad. Dus niet teveel drukte op bepaalde plekken en dat toeristen zich moeten gedragen in een stad”.
91
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
“Echt 1 aanbeveling, wat ik als punt van zorg wil aangeven is dat Engelse massatoerisme daar moet beter op gelet worden. Hoe krijg je kwaliteitstoerisme naar de stad en wat heb je dat kwaliteitstoerisme te bieden?” ” Nou ik zou bijvoorbeeld wel willen dat toeristen bij hun hotel een briefje krijgen met de leefregels in Amsterdam. Zoals ik al eerder zei dat ze daarin moeten vermelden dat Amsterdam echt een fietsstad is en dat ze bewoners moeten laten fietsen en niet in de weg lopen”. “Ook spreiding van toerisme vind ik belangrijk, Amsterdam is veel meer dan alleen maar die grachten”. “Toeristen moeten goed geïnformeerd worden desnoods met een brochure “ how to behave in Amsterdam”. “ Spontaan komt naar boven: Laat het zoals het is, ik heb daar niets op aan te merken en ja zorg dat er bedden zijn voor mensen maar daar zijn ze al mee bezig. Maar ga die kantoren die leegstaan gebruiken als hotelkamers. Er staan er zoveel leeg en als je er mooie kamers van maakt, en die kantoren staan meestal dichtbij het openbaar vervoer enzo. Dus die zijn ook goed bereikbaar”.
10.2 Bewoners Wallengebied over toeristisch beleid en citymarketing
In figuur 18 ziet u een overzicht van de uitkomsten van de enquête in het Wallengebied van het thema: toeristisch beleid in Amsterdam. Figuur 18
TOERISTISCH BELEID 1. Ik vind dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam. 2. Ik vind het vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketingcampagne als I Amsterdam, wellicht nog meer toeristen naar Amsterdam trekt. 3. Ik ben het grotendeels eens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam. 4. Bewoners moeten meer inspraak krijgen in het toeristisch beleid van de stad Amsterdam. 5. Toerisme in de binnenstad moet meer verspreid worden naar andere stadsdelen in Amsterdam
Zeer oneens
Oneens
Geen mening
3% (2)
23 % (17)
37 % (27)
32 % (24)
5% (4)
8% (6)
46 % (34)
22 % (16)
19 % (14)
5% (4)
10 % (7)
15 % (11)
47 % (35)
27 % (20)
1% (1)
1% (1)
16 % (12)
31 % (23)
40 % (29)
12 % (9)
3% (2)
24 % (18)
15 % (11)
36 % (27)
22 % (16)
92
Mee eens
Zeer mee eens
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
(bijvoorbeeld doordat attracties meer verspreid worden). “Toeristisch beleid” Wallengebied N=74
93
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
10.2.1 I Amsterdam zorgt voor een beter imago van Amsterdam 38% van de respondenten in het Wallengebied gaf aan te vinden dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam. 26% vindt dat dit niet het geval is en 37% gaf aan geen mening te hebben over deze stelling. Tijdens de interviews bleken de meningen over deze stelling erg verdeeld te zijn. Drie bewoners gaven aan dat I Amsterdam zorgt voor een beter imago van Amsterdam. Enkele uitspraken van de bewoners: “Door die campagne wordt duidelijk dat Amsterdam meer te bieden heeft dan drugs en prostitutie. Er worden wellicht andere toeristen aangetrokken en het imago wordt verbeterd”. “Ik kan daar niet zo goed over oordelen ik denk wel dat het overkomt in het buitenland. Het is altijd belangrijk om aan het imago te werken”. “…Naar buiten toe wordt het denk ik heel charmant gebracht met zo’n slogan enzo ja. Dat doet het altijd goed”. Bewoners die het oneens waren antwoordden: “Nee want ik vind het plat en 1 dimensionaal. Wat zegt dat I Amsterdam nou”. En: “Ik vind het een hele rare campagne. Ik vind het een idiote slogan alleen al. Ik ben geen stad, ik vind dat zo bedacht. Ik heb daar niets mee. Dat moet je dan een gevoel van trots geven maar ik bedoel ik hou van Amsterdam maar ik ben niet Amsterdam. Ik vind de diversiteit van Amsterdam juist erg van belang, en dat is Amsterdam maar ik ben niet Amsterdam”. 10.2.2 Vervelend dat city marketing zorgt voor nog meer toeristen De meerderheid van de respondenten in het Wallengebied, namelijk 54%, gaf aan het niet vervelend te vinden dat Amsterdam door middel van een city marketingcampagne als I Amsterdam wellicht nog meer toeristen naar de stad trekt. 24% vindt dit wel vervelend en 22% heeft geen mening. Vier van de vijf geïnterviewden gaven bij deze stelling aan het vervelend te vinden dat city marketing wellicht zorgt voor nog meer toeristen die naar Amsterdam komen. De volgende meningen werden gegeven: “Ja, de campagne kan natuurlijk gericht zijn op de groei van het toerisme maar wat ik dan weer vervelend vind is dat er ook overlast veroorzakende toeristen bij komen”. “Ja, ik zou graag willen dat het Amsterdam Tourist Board na gaat denken over wat voor toerisme. Ik wil dat zij die informatie ook tot zich nemen. Het is gewoon allemaal 1 dimensionaal. Er wordt niet gekeken of het allemaal nog wel kan”. Een bewoonster die al langer dan 25 jaar in
94
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
het centrum woont gaf aan: “Er wordt steeds meer gepromoot. Zoals ik al zei vind ik elk negatief nieuws over Amsterdam veel prettiger. Ik ben ook zo negatief want het water staat mij aan de lippen hoor. Ik wil ook wel eens dat het rustiger wordt”. Een bewoner die het niet erg vindt als city marketing meer toerisme trekt zei: “Ik weet dus niet of het werkt. Ik vond het ook erg lelijk op het Museumplein die tekst. Het lettertype is ook lelijk iets meer klasse zou best mogen van mij”. 10.2.3 Ik ben het eens met het toeristisch beleid Het grootste gedeelte van de respondenten gaf aan geen mening te hebben over de stelling: Ik ben het grotendeels eens met het toeristisch beleid van de stad Amsterdam, want 47% antwoordde met geen mening. 28% is het grotendeels eens met het toeristisch beleid en 25% is het niet grotendeels eens met het toeristisch beleid. Vier bewoners gaven tijdens het interview aan het oneens te zijn met het toeristisch beleid. Een respondent kon geven mening geven omdat het niet duidelijk voor hem was wat het toeristisch beleid precies inhoudt. De aantal redenen waarom bewoners het oneens zijn met het toeristisch beleid zijn: “Het is nogmaals te 1 dimensionaal en niet doordacht. Het is gericht op zo snel mogelijk en zo veel mogelijk geld uit die toeristen te trekken. Het voegt zo weinig toe voor bewoners en de toeristen die hier willen genieten”. “Dat hinkt op teveel gedachten. Het beleid wordt niet gecoördineerd want iedereen wil zijn ding doen en een sterretje op de schouder krijgen lijkt wel”. “Ja wat ik bijvoorbeeld niet begrijp is die Damstraat, hoe het in godsnaam komt die raamverkoop. Het is een grote snackbar geworden en je kunt alles gewoon aan de straat kopen dus het zijn allemaal open gevels waar je eten kan krijgen en dat eten wordt op straat opgegeten en de restanten worden op straat gegooid of in vuilnisbakken die vol zijn dat begrijp ik niet wat voor beleid daar achter zit. En ik heb ook het gevoel dat het terrassenbeleid niet klopt”. 10.2.4 Bewoners moeten meer inspraak krijgen 52% van de respondenten wil meer inspraak krijgen in het toeristisch beleid van de stad Amsterdam. 17% is het hiermee oneens en 31% heeft geen mening.
95
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
De meningen over deze stelling bleken tijdens de interviews redelijk verdeeld. Een respondent antwoordde: “Nou er is veel inspraak opzich. Ik vind zo’n initiatief wat jij doet opzich heel leuk. Ik ga niet echt zo vaak naar van die avonden, dit soort dingen of via de email vind ik makkelijker gewoon”. Een andere respondent gaf aan dat er al voldoende inspraak is, en de overige bewoners willen wel meer inspraak gaven zij aan. Dit wordt geïllustreerd door de volgende meningen:” Ja, bewoners hebben ook ideeën. Ik heb mijn bedenkingen maar het is niet perse negatief ik wil iets bijdragen”. “Als inspraak staat voor daden dan zeker. Maar inspraak voor de inspraak vind ik onzin. Het duurt allemaal zo lang met de Gemeente dat ik van die inspraak weinig geloof”. 10.2.5 Spreiding van toerisme Een ruime meerderheid van de respondenten, namelijk 58% wil dat toerisme in de binnenstad meer verspreid wordt naar andere stadsdelen in Amsterdam. 27% is het oneens met de stelling en vindt niet dat het toerisme meer verspreid moet worden. 15% heeft geen mening. Alle vijf de respondenten gaven tijdens het interview aan te willen dat er meer spreiding van het toerisme komt. De volgende meningen kwamen naar voren: “Ja ik denk dat er meer festivals op andere plaatsen in de stad moeten plaatsvinden waardoor de druk op de stad iets meer afneemt. Dan zou het toerisme meer naar Oud Zuid verspreid kunnen worden bijvoorbeeld”. “Iemand die ik ken in de oostelijke binnenstad zegt onze buurt zou wel iets kunnen verlevendigen. Sommige buurten zijn eenzijdig en weinig reuring dus het kan nog beter in balans gebracht worden. Door de 1000 hotelkamers erbij in het Centrum zal de vraag alleen maar toenemen en wordt het steeds drukker. Dat kan beter verspreid worden”. “Het ligt niet aan ons om dat toerisme te verspreiden. Het is aan de toerist om te bepalen of andere stadsdelen aantrekkelijk zijn. Ik denk persoonlijk dat andere stadsdelen niet zoveel te bieden hebben, ja bijvoorbeeld het Westerpark is wel leuk”. “Ja, er zijn zulke mooie gebieden bijvoorbeeld de Sarphatistraat en de kant van Artis op dat is nog nauwelijks door toeristen ontdekt. Er zijn genoeg mogelijkheden”. “Ja, ja zeker. Laat ze op het Hoofdorpplein of iets… een evenementje op zijn tijd is niet erg het kan ook bijdragen aan de bloei van dat stadsdeel. Het kan best zo zijn dat het juist leuk is voor andere stadsdelen dat daar ook eens wat gebeurt”.
96
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
10.2.6 Aanbevelingen van bewoners in het Wallengebied voor het toeristisch beleid De laatste interview vraag aan de bewoners was: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? Hierop kwamen verschillende meningen naar voren: “Wat ik belangrijk vind is dat er niet meer zo gefocust wordt op de toename van het toerisme. Ik vind dat de limiet bereikt is. Spreiding van toerisme zou dan ook mijn aanbeveling zijn want de toeristen blijven denk ik toch wel komen”. ” 1 van de tips die ik wil geven is probeer eens onderzoek te doen naar de situatie in Venetië. Dat is een schrikbeeld. Daar wonen in het Centrum geen mensen meer. Er is ook een boek over geschreven van Michel Houellebecq dat heet Platform. Mijn belangrijkste punt is zorg dat het toeristisch centrum divers blijft en niet alleen maar toerisme maar ook andere activiteiten. Waardoor het ook voor toeristen en ondernemers aantrekkelijk blijft” “Ik vind dat er meer vriendelijkheid naar de toerist uitgestraald moet worden (ook door bewoners). Toeristen moeten beter voorgelicht worden over de basisregels over wat gewenst en ongewenst gedrag is in Amsterdam, zodat de vervelende Engelsen zich misschien ook eens beter gedragen.” “De koopzondag zou minder mogen bijvoorbeeld 2 keer per maand. De stad mag meer rustigere momenten hebben wat mij betreft wat meer lucht voor de stad. De festivals zijn soms ook zo dicht op elkaar misschien kunnen die ook wat meer verspreid worden”. “Nou met name stoppen met exploiteren van de openbare ruimte. En er is teveel horeca hier. Teveel restaurants, de Damstraat, Nieuwmarkt, Zeedijk… elk gat wat er vrijkomt dat wordt of horeca of souvenirwinkeltje waar makkelijk geld aan verdiend wordt. Geef veel meer kans aan kleine ondernemers betaalbaar. Ik weet dat het ook onbetaalbaar is hier”.
97
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
10.3 Visie sleutelfiguren Het laatste thema van de enquête namelijk toeristisch beleid en citymarketing in Amsterdam kwam veel terug in de interviews met sleutelfiguren. Enkele belangrijke opmerkingen en uitspraken zullen hieronder dan ook vermeld worden. Miriam Brouwer Volgens Miriam Brouwer van de Gemeente Amsterdam werd in 2004 New York als interessant voorbeeld genomen voor de city marketing in Amsterdam. Sindsdien heeft zij gemerkt dat er andere steden zijn die juist naar Amsterdam kijken. De doelgroepen voor het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam zijn bewoners, bezoekers en bedrijven. Op de vraag in hoeverre de Gemeente Amsterdam rekening houdt met de bewoners in het toeristisch beleid antwoordde Miriam Brouwer: “…Het hoofddoel van het toerisme is werkgelegenheid. Bijvoorbeeld het feit dat we toerisme willen spreiden is dan ook iets wat we doen om rekening te houden met bewoners”. “…Kijk toeristisch beleid wordt gemaakt binnen de Gemeente met een economisch doel. Waarom doen we iets met toerisme, nou omdat het een economisch effect heeft dat mensen hier hun geld uit willen geven. Dus de maatregelen die we nemen zijn vaak op bedrijven gericht of op musea of hotels. Dan is het middel waar we ons op richten de bedrijven, en ook de bezoekers maar het uiteindelijke doel is dat het goed is voor de stad en dus ook voor de bewoners”. Trees Tiesinga Trees Tiesinga gaf aan dat zij in het jaar 2007 erg bezig zijn geweest met de gebiedsmarketing van de Oostelijke Binnenstad. Een stad waar als voorbeeld naar gekeken wordt voor city marketing is Barcelona. Als doelgroep voor toeristisch beleid worden bewoners, bezoekers en ondernemers onderscheiden. Het stadsdeel richt zich op het aantrekken van de juiste ondernemers om hiermee de juiste bezoekers aan te trekken. Op de vraag in hoeverre de organisatie rekening houdt met de bewoners in het beleid antwoordde mevrouw Tiesinga: “In het Stadsdeel Centrum heel veel. Er worden altijd voor wat voor beleid er ook wordt ontwikkeld, bewoners bij betrokken als het kan en mogelijk is. Op verschillende afdelingen wordt beleid ontwikkeld: bij Economische Zaken, Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte, er zijn altijd inspraak momenten”. Trees Tiesinga gaf aan dat de Gemeente Amsterdam deel uitmaakt van de city marketingcampagne I Amsterdam en dat er geen aparte marketingcampagnes
98
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
worden gemaakt. Als stadsdeel zijn zij dan ook een onderdeel van I Amsterdam. Ook gaf zij aan dat het beleid op zich gemaakt wordt door het stadsdeel zelf, wel is merkbaar dat de dienst Economische Zaken grotere financiële mogelijkheden heeft dan een stadsdeel. Stephen Hodes Op de vraag of het mogelijk is om draagvlak onder bewoners te creëren voor het toerisme antwoordde Stephen Hodes van LaGroup dat de balans tussen de bewoners, bedrijven en bezoekers belangrijk is. Daarom moet men continue in contact zijn met bewoners om te meten hoe het ervoor staat gaf hij aan. Een onderzoek als deze vindt hij belangrijk en volgens Stephen Hodes zou het ATCB dit dan ook iedere 3 of 4 jaar moeten monitoren, de stad doet dat niet. Over de spreiding van het toerisme gaf Stephen Hodes aan: “…voor het eerst groeit Amsterdam ook qua aantal inwoners, dus van alle kanten komen er meer mensen bij. Dus ze moeten aan spreiding gaan doen. Maar, het is allemaal met de mond bereiden en er geen enkele daad tegenover stellen. Met het ATCB voorop om iedereen de indruk te geven dat ze dat wel aan het doen zijn”. Als onderbouwing van deze mening gaf hij aan: “Ik ben Engelstalig en ga regelmatig naar het VVV en doe alsof ik een toerist ben, dan zeg ik ‘I would very much like to go to Zuid-Oost’, en dan zeggen ze ‘Oh no, there’s no reason to go there’, onmiddellijk zeggen ze dat gewoon, ‘dat wil je niet’. Terwijl ik heb aangegeven dat ik dat wel wil! Dus ze doen alles om je af te remmen… Maar ja, dat zijn mensen die tijdelijk in dienst zijn voor de zomermaanden, die kennen Van Gogh en Rembrandt en andere hoofdzaken”. Over city marketing geeft Stephen Hodes aan dat de bekendheid van de slogan hoog is maar dat voor hem de emotionele lading van “I Amsterdam” volstrekt onduidelijk is. Toonaangevende steden op het gebied van city marketing zijn volgens meneer Hodes Barcelona en Madrid. Verbeterpunten voor Amsterdam qua city marketing zijn volgens Hodes: “Het belangrijkste verbeterpunt is wat mij betreft om niet aan te sturen op kwantiteit, dus aantal bezoekers en groeipercentage, maar aan te sturen op economische betekenis”. “…ga inzetten op economisch interessante toeristen, omdat we klein zijn. Dan heb je minder lichamen, minder auto’s, minder alles, dus meer ruimte, maar economisch hetzelfde”. Op de vraag wat de gemeente kan doen om het creëren van draagvlak voor toerisme bij bewoners te verbeteren antwoordde Hodes: “…regelmatig door O&S een monitor instellen om te meten hoe het ervoor staat. En om daadwerkelijk in te gaan zetten op spreiding. Dus het aansluiten van de Oostelijke eilanden, de Oostelijke binnenstad, Westerpark. Daar moeten ze werk van maken. Maar dat betekent fysieke ingrepen”.
99
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Karel Philippens Op de vraag of Karel Philippens van het ATCB vindt dat het maximum bereikt is qua toerisme antwoordde hij: “Je spreidt over de stad, je verspreidt over de kalendermaanden, januari en februari zijn twee hele rustige maanden en daar kun je nog heel veel mee doen en daar gaan wij ook wat mee doen. Wij zijn nu bezig met het schrijven van een plan voor een wintercampagne en er komen 9000 hotelkamers bij. Maar vergeet ook niet dat als je niet zorgt dat je de Europese positie behoudt binnen de top 10 dat je er straks buiten valt dan doe je gewoon niet meer mee”. Op de vraag: Bewoners lijken bij het vormen van toeristisch beleid vaak het ondergeschoven kindje ten opzichte van bezoekers en bedrijven. Op wat voor manier ziet u dat? Antwoordde Karel Philippens met: “Wij proberen juist, alle dingen die ontwikkeld worden in de stad, hetzij het aantrekken van nieuwe evenementen, of wat dan ook om altijd te kijken dat er een goede balans is tussen wonen, werken en recreëren. De overlast zoveel mogelijk beperken. Maar je hebt nou eenmaal als je in de stad woont kans op overlast…Je weet dat een grote stad bruist, er gebeurt van alles. Maar daar houden wij zeker rekening mee”. “…Iemand die op het Museumplein woont en er is 538 met Koninginnedag, nou die kan dat echt niet in zijn eentje verbieden, de economische belangen zijn vaak ook groter dan die ene bewoner op het Museumplein. Dat is ook een hele belangrijke rol”. Op de vraag of bewoners wel genoeg inspraak krijgen werd geantwoord: “Oja er zijn geweldig mooie procedures bij de Gemeente. Als er weer nieuwe dingen ontwikkeld gaan worden dan zijn er inspraakavonden, je kunt schriftelijk reacties geven er is van alles mogelijk als bewoner of als bedrijf. Ik ervaar het zelf dat dat heel goed is”. Het ATCB geeft aan dat de marketing en promotie voornamelijk op het buitenland gericht wordt omdat de Gemeente buitenlandse hotelovernachtingen naar Amsterdam wil halen, en daarom is de bewoner geen doelgroep voor het ATCB. Hier ligt wel een informerende taak. Het ATCB is convenant Partner van Amsterdam Partners. Karel Philippens gaf ook aan: “De bewoners profiteren natuurlijk ook heel veel van wat er voor bezoekers wordt gedaan. Als er een Prinsengrachtconcert is of Amsterdam Fashion Week of iets dergelijks dan kunnen bewoners daar natuurlijk ook naartoe gaan dat is hartstikke leuk. Het is voor de bewoners en de bezoekers interessant. Bewoners profiteren toch ook van het toerisme dat naar de stad komt”.
100
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
10.4 Subconclusie In het centrum en in het Wallengebied gaf het grootste deel van de respondenten aan geen mening te hebben over de stelling: ik vind dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van Amsterdam. Uit de interviews bleek dat dit antwoord vaak gegeven werd omdat de respondenten niet weten of de campagne echt werkt en wat het imago precies is. 36% van de respondenten in het centrum gaf aan het wel met de stelling eens te zijn en 37% in het Wallengebied. Het merendeel van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied vindt het niet vervelend dat door een city marketingcampagne als I Amsterdam meer toeristen naar Amsterdam komen. Ongeveer de helft van de respondenten in het centrum en het Wallengebied geeft aan geen mening te hebben over het toeristisch beleid en in hoeverre men het daarmee eens is. Uit de interview bleek dat de bewoners vaak niet weten wat het beleid inhoudt en daarom geen mening gaven. De meeste bewoners in het centrum en het Wallengebied gaven daarentegen wel aan meer inspraak te willen in het toeristisch beleid. 58% van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied gaf aan te willen dat het toerisme in de binnenstad meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen. Opvallend is dat de bewoners in het centrum en in het Wallengebied vrijwel hetzelfde antwoordden. Binnen dit thema kan maar een vergelijking met het onderzoek van Roos Gerritsma gedaan worden omdat dit thema is toegevoegd. In 1998 vond slechts 30% van de respondenten het een goed idee om toeristen over de stadsdelen te verspreiden, nu is dat 58%.
101
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
102
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
DEEL III CONCLUSIES AANBEVELINGEN
103
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
104
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
11. CONCLUSIES In dit hoofdstuk zullen conclusies getrokken worden met betrekking tot de hoofd- en deelvragen en de theorie die gebruikt is voor de totstandkoming van dit onderzoek. Daarnaast wordt per deelvraag gereflecteerd op enkele belangrijke onderzoeksresultaten uit het onderzoek van Roos Gerritsma(1998/1999).
11.1 Beantwoording deelvragen In hoeverre ervaren de binnenstadbewoners van Amsterdam een gevoel van trots over het feit dat hun wijk (dag)toeristen aantrekt? Bijna driekwart van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied is trots tot zeer trots om te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Dit komt niet direct doordat toeristen de stad waarderen maar de bewoner heeft uit zichzelf al een trotse houding. Opvallend is dat de uitkomsten in het centrum en in het Wallengebied vrijwel hetzelfde zijn bij dit thema. Geconcludeerd kan worden dat in vergelijking met het onderzoek van Gerritsma(1998) de meeste respondenten nog steeds (zeer) trots zijn op het feit dat de binnenstad van Amsterdam toeristen trekt, op alle stellingen binnen dit thema werd vooral positief geantwoord. Wat is de attitude van binnenstadbewoners van Amsterdam tegenover (dag)toeristen in hun directe woonomgeving? Bewoners van de binnenstad die meegewerkt hebben aan dit onderzoek vinden het over het algemeen niet storend dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn en hebben vooral een positieve houding. Ongeveer 70% vindt het dan ook geen probleem dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn en de meeste respondenten vinden niet dat toeristen de privacy verstoren. De bewoners vinden daarentegen niet dat toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle. De huidige omvang van het toerisme wordt ook niet als storend ervaren door de meeste respondenten. In vergelijking met het onderzoek van Gerritsma(1998) blijkt dat de respondenten iets minder positief zijn dan 10 jaar geleden. De percentages op bepaalde stellingen liggen lager en eenderde vindt de huidige omvang van het toerisme wel storend, dit is een redelijk hoog percentage. Verder is opvallend dat de antwoorden van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied nauwelijks verschillen.
105
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Wat is de attitude van binnenstadbewoners van Amsterdam tegenover (dag)toeristen in de openbare ruimte? Iets meer dan 40% van de respondenten in beide gebieden vindt de belangen van toeristen niet dominant bij de inrichting van straten en pleinen van Amsterdam. De meeste respondenten willen dat er speciale themaroutes voor toeristen ontworpen worden in het centrum. Ruim 50% van de respondenten in het centrum en Wallengebied vindt dat Amsterdam in het voorjaar en in de zomer overgenomen is door toeristen. Daarnaast vinden de meeste respondenten dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen en dat toeristen beter geïnformeerd moeten worden over de routes. Tevens kan geconcludeerd worden dat bij dit thema geen grote verschillen in antwoorden zijn tussen respondenten in het centrum en het Wallengebied. In vergelijking met het onderzoek van Gerritsma (1998) antwoordden de respondenten minder positief op de stellingen binnen dit thema. Ruim 50% vindt dat Amsterdam in het voorjaar en de zomer overgenomen is door toeristen en 10 jaar geleden was dit bijna 40%. Meer respondenten gaven in dit onderzoek aan speciale themaroutes te willen, in het onderzoek van Gerritsma was dit ongeveer 30% en nu wil ongeveer 50% van de respondenten speciale themaroutes. Wat is de attitude van de binnenstadbewoners van Amsterdam tegenover evenementen, festivals en koopzondagen en de bezoekers hiervan? De attitudes van de respondenten zijn vooral positief tegenover evenementen, festivals en de koopzondag. De respondenten vinden de evenementen en festivals een verrijking van de uitgaansmogelijkheden en gaan hier dan ook graag heen. Wel moet opgemerkt worden dat 37% van de respondenten in het centrum zegt door de drukte niet te gaan en 30% in het Wallengebied, en de meeste mensen vinden dat de evenementen voor overlast zorgen zoals geluidsoverlast en rommel. De respondenten vinden het vooral fijn dat er elke zondag koopzondag is maar ongeveer 30% van de respondenten in het centrum en het Wallengebied vindt dit niet. In vergelijking met het onderzoek van Gerritsma(1998) kan geconcludeerd worden dat veruit de meeste bewoners nog steeds een positieve attitude hebben tegenover het organiseren van festivals en evenementen en het feit dat er elke zondag koopzondag is. In het onderzoek van Gerritsma gaven meer respondenten aan niet naar de festivals te gaan in verband met de drukte, dat percentage ligt nu lager. Roos Gerritsma stelde dat geen enkele respondent uitgebreid ging winkelen op zondag terwijl in dit onderzoek ongeveer 60% van de respondenten het (zeer)fijn vindt dat de winkels elke zondag open zijn. De meningen over dit thema zijn in de
106
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
loop der jaren dus veranderd, en voorzichtig kan gesteld worden dat de respondenten positiever zijn geworden over de stellingen binnen dit thema. Hoe denken de bewoners van de binnenstad van Amsterdam over de city marketingcampagne I Amsterdam en het toeristisch beleid? Uit de enquêtes en interviews is vooral gebleken dat veel respondenten niet weten waar de city marketingcampagne I Amsterdam inhoudelijk voor staat. Het merendeel van de respondenten in het centrum en in het Wallengebied vindt het niet vervelend dat door een city marketingcampagne als I Amsterdam meer toeristen naar Amsterdam komen. Ongeveer de helft van de respondenten in het centrum en het Wallengebied heeft geen mening over het toeristisch beleid. Dit komt waarschijnlijk omdat bewoners vaak niet weten wat het toeristisch beleid inhoudt, dit bleek namelijk uit de interviews. De meeste bewoners in het centrum en het Wallengebied gaven daarentegen wel aan meer inspraak te willen in het toeristisch beleid. Volgens de meeste respondenten moet het toerisme meer verspreid worden naar andere stadsdelen. Opvallend is dat de bewoners in het centrum en in het Wallengebied vrijwel hetzelfde antwoordden. In het onderzoek van Gerritsma(1998) vond slechts 30% van de respondenten het een goed idee om toeristen over de stadsdelen te verspreiden, nu is dat 58%. In hoeverre houden beleidsmakers en stakeholders van Amsterdam Centrum rekening met de bewoners in hun toeristisch beleid? De sleutelfiguren waarmee interviews gehouden zijn, geven aan dat zij in het toeristisch beleid rekening houden met de bewoners, hoewel niet elke beleidsmaker zich direct richt op de doelgroep bewoners. Enkele beleidsmakers gaven aan dat het toerisme ook voor bewoners (indirect) positieve gevolgen heeft zoals werkgelegenheid en leuke evenementen die georganiseerd worden en dat het toerisme goed is voor een stad. Er zijn inspraakprocedures waarmee bewoners inspraak hebben in het toeristisch beleid. Daarnaast wordt door de beleidsmakers gefocust op de balans tussen wonen, werken en recreëren maar de bewoners zijn niet de belangrijkste doelgroep binnen het toeristisch beleid en daarom wordt er wellicht niet altijd evenveel rekening gehouden met de bewoners in het toeristisch beleid. Er werd ook genoemd dat bewoners er rekening mee moeten houden dat als je in een grote stad woont er een kans op overlast bestaat. De bezoekers gaan vaak voor omdat het goed aan te tonen is wanneer het economisch goed gaat met een stad maar de bewoner kan juist meer bij betrokken worden bij het beleid omdat het
107
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
volgens Hodes juist om de balans gaat. Bewoners gaven zelf al aan graag meer inspraak te willen in het toeristisch beleid.
11.2 Beantwoording hoofdvraag Welke attitudes hebben de bewoners van de binnenstad van Amsterdam tegenover (dag)toeristen, en in hoeverre wordt hier door beleidsmakers van Amsterdam Centrum rekening mee gehouden in het toeristisch beleid? Veruit de meeste bewoners die meegewerkt hebben aan dit onderzoek hebben een trotse en positieve houding tegenover (dag)toeristen in het centrum van Amsterdam. Opmerkelijk is dat een hoog percentage respondenten wil dat toeristen van de buurt genieten en het prima vindt dat toeristen in de directe woonomgeving aanwezig zijn. Het organiseren van festivals en evenementen wordt als een verrijking gezien van de uitgaansmogelijkheden. Bewoners willen zelf graag meer inspraak in het toeristisch beleid en door beleidsmakers van Amsterdam Centrum kan hier ook duidelijk meer rekening mee gehouden worden. Het toeristisch beleid is vooral op bezoekers gericht en bewoners hebben de behoefte om ook een stem krijgen. Niet onbelangrijk om te noemen is dat bij enkele stellingen naar voren komt dat 20 tot 30% van de respondenten juist negatieve attitudes heeft tegenover (dag)toeristen. Zo stoort de huidige omvang van het toerisme deze respondenten en er werd ook aangegeven dat de belangen van toeristen dominant zijn.
11.3 Theorie Er is binnen dit onderzoek gebruik gemaakt van de theorie van Doxey. In deze paragraaf zal gereflecteerd worden op deze theorie en zal duidelijk worden hoe deze theorie leidraad is geweest binnen dit onderzoek. Doxey Doxey´s irritation index beschrijft de attitude van de bewoners tegenover toerisme en hoe deze verandert in de loop van de tijd. Deze attitudes zijn in niveaus in te delen. Als gekeken wordt naar het gehele onderzoek kan geconcludeerd worden dat de attitude van de respondenten in het centrum en het Wallengebied op niveau 1 namelijk euforie zit van de theorie van Doxey. Uit de enquêtes en interviews bleek
108
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
dat veruit de meeste respondenten enthousiast zijn over het toerisme dat het stadsdeel bezoekt, en dat zij de toerist dan ook verwelkomen. Uit de interviews valt op te maken dat meerdere respondenten al op niveau twee, namelijk apathie zitten. De toeristen worden op niveau twee van de theorie van Doxey als vanzelfsprekend gezien en de relatie tussen bewoner en toerist wordt formeler en commerciëler. De geïnterviewden gaven namelijk al aan dat het toerisme erbij hoort in een stad en dat het geen zin heeft om te klagen, maar dat zij wel stappen ondernemen om het toerisme te vermijden bijvoorbeeld speciale fietsroutes. Naast de positieve attitude van het merendeel van de respondenten, is er bij enkele stellingen een redelijk groot aantal respondenten die een minder positieve houding aanneemt tegenover toeristen. Dit is dan ook van belang om in dit onderzoek te benoemen. Meer dan eenderde van de respondenten in het centrum en het Wallengebied vindt de huidige omvang van het toerisme storend omdat het zorgt voor teveel druk op de openbare voorzieningen. Dit is vergelijkbaar met niveau drie van de theorie van Doxey namelijk ergernis. Er komt vooral ergernis bij het toerisme kijken en de bewoners kunnen niet langer het toerisme aan zonder additionele faciliteiten. Daarnaast vindt ongeveer 30% het niet fijn dat Amsterdam elke zondag koopzondag heeft en volgens enkele geïnterviewden is het voor de bewoners veel te druk op zondag. De Bijenkorffile wekt bij meerdere respondenten ergernis op. Dit is vergelijkbaar met niveau drie van de theorie van Doxey namelijk ergernis zoals hierboven al benoemd is. Op de volgende pagina in figuur 19 zal weergegeven worden hoe de theorie van Doxey toegepast op dit onderzoek er visueel uitziet.
109
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Figuur19
1. Euforie
2. Apathie 3. Ergernis Bron: Doxey’s Irritation Index
Toelichting In figuur 19 is visueel weergegeven op welke niveaus de attitudes van de meeste respondenten binnen dit onderzoek zitten. Voornamelijk het eerste niveau euforie is van toepassing. Het enthousiasme dat samenkomt met de ontwikkeling van het toerisme zorgen er voor dat de toerist welkom wordt geheten. Daarnaast zit een deel van de respondenten al op niveau twee van Doxey namelijk apathie. Als het toerisme zich verder ontwikkeld, worden de toeristen als vanzelfsprekend gezien en de relatie tussen bewoner en toerist wordt formeler en commerciëler. Een klein deel van de respondenten in dit onderzoek is al op het niveau van ergernis aangekomen tegenover toeristen. Er komt vooral ergernis bij het toerisme kijken. De bewoners kunnen niet langer het toerisme aan zonder additionele faciliteiten. Niveau vier antagonisme (bewoners uiten openlijk ongenoegen tegenover toeristen) en niveau vijf (wanneer alle niveaus doorlopen zijn) van de theorie van Doxey zijn niet aan de orde binnen dit onderzoek maar de mogelijkheid bestaat dat deze niveaus in de toekomst bij bewoners bereikt worden.
110
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
12. AANBEVELINGEN In dit hoofdstuk zullen aanbevelingen worden gedaan aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid met in gedachten het jaar 2018. Het jaar 2018 is als voorbeeld genomen omdat er op die manier steeds 10 jaar tussen het onderzoek zit. De laatste vraag in het interview met de bewoners was: Als u een aanbeveling zou mogen doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? Gebaseerd op deze antwoorden, de interviews met de sleutelfiguren en rapporten van de Gemeente Amsterdam zullen de aanbevelingen hieronder beschreven worden: Monitoren Zoals in het interview voor dit onderzoek door een sleutelfiguur41 aangegeven werd, is het belangrijk om regelmatig de mening van de bewoners te monitoren zodat je draagvlak kunt creëren voor het toerisme. De eerste aanbeveling is dan ook om elke vijf jaar door O&S te laten onderzoeken wat de attitudes van bewoners zijn ten opzichte van het toerisme en het toeristisch beleid. Om voor een goede balans tussen de drie B’s (bezoekers, bewoners en bedrijven) te zorgen is het van belang dat bewoners hun mening kwijt kunnen. Informatie toeristisch beleid Uit dit onderzoek blijkt dat bewoners niet goed weten wat het toeristisch beleid inhoudt maar daarentegen wel meer inspraak in het toeristisch beleid willen. Hierop kan de gemeente inspelen door informatiebijeenkomsten te organiseren met betrekking tot het toeristisch beleid om bewoners te betrekken bij dit beleid. City marketing In figuur 2 van de Gemeente Amsterdam Kiezen voor Amsterdam in paragraaf 2.2 van dit onderzoeksrapport schetst de Gemeente Amsterdam een streefbeeld dat behaald dient te worden door middel van city marketing. Duidelijk wordt dat zij onder andere meer willen focussen op Amsterdam als woonstad en als leefbare stad. Leefkwaliteit is tevens een belangrijk speerpunt in het beleid van de Gemeente Amsterdam. De stad moet aantrekkelijk zijn voor inwoners, werknemers en bezoekers. Een aanbeveling is dan ook om vooral hier sterk op in te zetten tijdens de city marketingcampagne en dit te communiceren naar bewoners zodat bewoners hier 41
Interview met Stephen Hodes LaGroup
111
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
ook voordelen van ondervinden en het idee krijgen dat er voor hen iets gedaan wordt. Informatievoorziening toeristen Goede informatievoorziening voor bezoekers van de stad is een punt in het Basisprogramma Economie 2007-2010. Ook de bewoners in dit onderzoek gaven aan te willen dat toeristen beter geïnformeerd worden. Daarnaast gaven bewoners aan dat de bewegwijzering voor toeristen beter moet worden. Hier kan de Gemeente Amsterdam op inspelen door specifieke informatiebrochures uit te geven en betere of meer bewegwijzering te plaatsen met ook belangrijke informatie in het Engels. Spreiding van het toerisme Spreiding van het toerisme over de stad is tevens een punt in het Basisprogramma Economie 2007-2010. In dit onderzoek gaf een hoog percentage respondenten aan te willen dat het toerisme meer verspreid wordt over de stad. Uit het interview met een sleutelfiguur42 voor dit onderzoek blijkt dat er in de praktijk nog weinig aan spreiding wordt gedaan. Spreiding is erg belangrijk zodat het draagvlak voor toerisme in Amsterdam behouden wordt. Een aanbeveling is om hier daadwerkelijk iets aan te doen door bijvoorbeeld werknemers van het VVV een training te geven betreffende het promoten van andere stadsdelen en het informeren over de attracties in andere stadsdelen zodat toeristen ook andere stadsdelen gaan bezoeken en niet alleen in het centrum blijven. Buurtevenementen Trees Tiesinga van de Gemeente Amsterdam gaf aan dat er een succesvol evenement met bewoners is opgezet in de Oostelijke Binnenstad namelijk “Proef de Czaar Peterbuurt”. Bij dit evenement laat de buurt zien dat het ‘bruist’. Dit is een goede gelegenheid om meer aandacht te vestigen op andere buurten buiten het centrum en een aanbeveling is dan ook om dit evenement in verschillende stadsdelen op te zetten zodat deze buurten op de kaart worden gezet. Bewoners kunnen op deze manier een leuk evenement mee helpen opzetten wat zorgt voor draagvlak voor het toerisme.
42
Interview Stephen Hodes LaGroup
112
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Aansturen op kwaliteit toerisme De laatste aanbeveling heeft betrekking op het aansturen op de kwaliteit van het toerisme in plaats van de kwantiteit. In verschillende interviews met sleutelfiguren en bewoners voor dit onderzoek werd dit aangegeven. Als meer ingezet wordt op economisch interessante toeristen trek je waarschijnlijk meer kwaliteitstoerisme naar Amsterdam en heb je meer ruimte dan wanneer alleen maar op kwantiteit gericht wordt, terwijl dit voor dezelfde omzet kan zorgen.
113
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
LITERATUURLIJST Internet
http://amsterdam.nl/gemeente/volg_het_beleid_0/dossiers/citymarketing (bezocht op 13 februari 2008)
http://books.google.com/books?id=tA2NAuiAa4C&pg=PA22&lpg=PA22&dq=Doxey+irritation+index&source=web& ots=PgoEXGhvxe&sig=n2_MmgPwMdKMoMOm0hYIyXJNBLI#PPA22,M1 (bezocht op 13 februari 2008)
http://www.amsterdamtourist.nl/nl/home/er+op+uit.aspx (bezocht op 13 februari 2008)
http://www.inholland.nl/Voor+bedrijven+en+organisaties/Kennisontwikkeling+ en+onderzoek/RIC+Global+City/Leisure+Management/Het+lectoraat/ (bezocht op 11 februari 2008)
http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2007_bevolking_centrum_4.pdf (bezocht op 12 februari 2008)
http://www.citymarketingonline.nl/?p=13 (bezocht op 13 februari 2008)
http://www.trouw.nl/hetnieuws/nederland/article770054.ece/Regionale_aanpa k_van_marketing_kan_slimmer_zijn gepubliceerd op 10/8/2007 (bezocht op 13 februari 2008)
http://www.amsterdam.nl/gemeente/college/burgemeester_cohen_0/persberic hten/nieuwe_ambities_voor?ActItmIdt=102470 (bezocht op 13 februari 2008)
http://www.parool.nl/nieuws/2007/SEP/20/ams4.html gepubliceerd op 20-9-07 (bezocht op 11 februari 2008)
http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2007_bevolking_centrum_4.pdf (bezocht op 12 februari 2008)
(bron: Toeristische Barometer ATCB) Jaarverslag ATCB 2006
http://www.amsterdamtourist.nl/nl/home/Zoekpagina/cultuur/musea/default.as px (bezocht op 14 februari 2008)
http://www.sexmuseumamsterdam.nl/index2.html(bezocht op 18 februari 2008)
http://www.centrum.amsterdam.nl/ (bezocht op 16 februari 2008)
http://www.ez.amsterdam.nl/page.php?page=155&menu=65 (bezocht op 18 februari 2008)
http://www.travelecademy.nl/extratools/woordenboek/item.php?id=631 (bezocht op 16 februari 2008)
114
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
http://www.cbs.nl/nlNL/menu/methoden/begrippen/default.htm?conceptid=3205 (bezocht op 16 februari 2008)
http://www.amsterdamtourist.nl/nl/home/over+amsterdam/rembrandt400.aspx (bezocht op 20 februari 2008)
http://www.parool.nl/nieuws/2007/FEB/07/bin5.html (bezocht op 3 Maart 2008)
http://www.freeforone.nl/zakelijk/nieuws.php?nieuwsItemID=85 (bezocht op 3 maart 2008)
http://www.refdag.nl/artikel/1291002/RMU+blij+met+aanpak+koopzondag.htm l (bezocht op 8 Maart 2008)
http://www.bright.nl/red-light-fashion (bezocht op 8 Maart 2008)
Boeken
Nagle, G.( 1999)Tourism, Leisure and Recreation uitgever Nelson Thornes (pag.22)
Cooper, C. e.a. (2005 3e editie)Tourism Principle and practice. Engeland: Pearson Education Limited. (pag.235)
Pligt, J.van der (1995)Opinies en attitudes:meting, modellen en theorie. Nederland: uitgever Boom (pag.19)
Baarda, D.B. & Goede M.P.M de(2001) Basisboek methoden en technieken. Groningen: Wolters-Noordhoff bv
Bowdin, G. e.a (2006)Events Management. Engeland: Elsevier
Rapporten
Hoffschulte, C. (2007) Trendrapport Amsterdamse binnenstad 2006/2007. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.
Amsterdam Toerisme en Congres Bureau (2007) Jaarverslag ATCB 2006. Amsterdam
Gemeente Amsterdam afdeling directie en concerncommunicatie (2004) Citymarketing de Amsterdamse aanpak. Amsterdam
Amsterdam Toerisme en Congres Bureau (2004) AMSTERDAM TOP!Kansen benutten - positie versterken. Amsterdam
Bron: Het college van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam (2006). Amsterdam Topstad: Metropool. Amsterdam
Gehrels, C. e.a.( 2003)KIEZEN VOOR AMSTERDAM Merk, concept en organisatie van de city marketing.Utrecht/Amsterdam:Gemeente Amsterdam
115
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad(2007)Basisprogramma Economie 2007-2010. Amsterdam
Gemeente Amsterdam.(2007)Nota Hotelbeleid 2007-2010. Gemeente Amsterdam Economische Zaken
VVV Amsterdam Tourist Board(2001) Spreiden van toerisme, de kansen benut.Amsterdam Tourist Board
Overige
vacature afstudeeropdracht geplaatst door Angelique Lombarts november 2007
Roos Gerritsma(2000) Vrije tijd studies Aantrekkelijk Amsterdam
Roos Gerritsma(1998) Aantrekkelijk Amsterdam afstudeerscriptie stadssociologie aan de Universiteit van Amsterdam
Drs. A.Lombarts(2008) De hunkerende stad Diemen:Hogeschool Inholland
116
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
BIJLAGEN
117
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
118
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
BIJLAGE I: enquête
Instructies De enquête begint met een aantal algemene vragen. Deze gegevens zijn belangrijk voor de statistische analyse en voor de profilering van de respondenten (anoniem). Daarna volgt een aantal stellingen met betrekking tot uw beleving over (dag)toeristen. De stellingen zijn verdeeld over 5 thema’s: trots, toeristen in uw stadsdeel, toeristen in Amsterdam, evenementen, festivals en koopzondag en toeristisch beleid in Amsterdam. Lees de vragen aandachtig door voordat u ze gaat beantwoorden. Er zijn geen goede of foute antwoorden; wij vragen alleen om uw mening. U beantwoordt de vragen door aan te kruisen wat u het best passend vindt. Er is telkens maar één antwoord mogelijk. voorbeeld:
zeer geen oneens oneens mening 1. Het geeft me een gevoel van trots te weten dat Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. 2. Ik woon graag in een stadsdeel dat populair is voor (dag)toeristen.
mee eens
zeer mee eens
[ ]
[ ]
[x]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[x]
[ ]
Het is de bedoeling dat één persoon uit uw huishouden, ouder dan 18 jaar deze enquête volledig invult.
119
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Algemene vragen 1. [ ] [ ] [ ] [ ]
Hoe lang woont u al in het Centrum van Amsterdam? minder dan 6 maanden [ ] 5 – 10 jaar tussen 6 maanden en 1 jaar [ ] 10 – 25 jaar 1 – 2 jaar [ ] 25 jaar of langer 2 – 5 jaar
2. Woont u in een huur- of koopwoning? [ ] huurwoning
[ ] koopwoning
3. Wat is uw woonsituatie? [ ] alleenstaand [ ] samenwonend zonder kinderen
[ ] alleenstaand met kinderen [ ] samenwonend met kinderen
4. Bent u man of vrouw? [ ] man
[ ] vrouw
5. Wat is uw leeftijd? ......... jaar 6. [ ] [ ] [ ] [ ]
Wat is uw hoogst genoten opleiding? basis onderwijs middelbaar onderwijs MBO HBO
[ ] WO [ ] anders, namelijk .......................................
7. Wat is uw geboorteplaats? [ ] Amsterdam
[ ] anders, namelijk .......................................
8. Bent u, of iemand anders binnen uw huishouden, werkzaam in de toeristische sector? [ ] ja [ ] nee 9. Hoe vaak brengt u uit recreatieve belangstelling* een bezoek aan een stad in Nederland of in het buitenland? * hiermee bedoelen wij: géén werkbezoek [ ] minder dan 1 keer per jaar of familiebezoek [ ] 1 tot 2 keer per jaar [ ] 2 tot 5 keer per jaar [ ] 5 tot 10 keer per jaar [ ] 10 keer per jaar of meer
120
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
STELLINGEN Nu volgt een aantal stellingen met betrekking tot dagtoeristen en toeristen*. De stellingen zijn verdeeld over 5 thema’s. Kunt u aangeven in hoeverre u het met de stelling eens bent? U kunt kiezen uit de volgende antwoordmogelijkheden: zeer oneens, oneens, geen mening, mee eens, zeer mee eens. Thema 1: Trots Hier volgt een aantal stellingen rond het thema ‘trots’. Hiermee willen wij onderzoeken in hoeverre u trots bent op het feit dat toeristen uw stadsdeel bezoeken en hoe gastvrij u bent ten opzichte van toeristen.
zeer geen oneens oneens mening 1. Het geeft me een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. 2. Ik woon graag in een stadsdeel dat populair is voor (dag)toeristen. 3. De waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt zorgt ervoor dat ik mijn buurt ook meer waardeer. 4. Ik wil dat (dag)toeristen van mijn buurt genieten. 5. Wanneer een (dag)toerist mij de weg vraagt, geef ik hem graag wat extra uitleg over mijn buurt.
mee eens
zeer mee eens
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
Let op: de enquête gaat verder op de volgende pagina!
•
Met dagtoeristen worden Nederlandse en buitenlandse bezoekers bedoeld die voor minder dan 24 uur een stad bezoeken en zich daar recreatief bezighouden.
121
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Met toeristen worden personen bedoeld die reizen naar en verblijven op plaatsen buiten hun normale omgeving voor langer dan 24 uur, en niet langer dan een (aaneengesloten) jaar en zich daar recreatief bezighouden.
122
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Thema 2: Toeristen in uw stadsdeel Hier volgt een aantal stellingen rond het thema ‘toeristen in uw stadsdeel’. Hiermee willen wij onderzoeken op wat voor manier u aankijkt tegen (dag)toeristen die uw stadsdeel bezoeken.
zeer geen oneens oneens mening 1. Ik vind het fijn dat (dag)toeristen aanwezig zijn in mijn directe woonomgeving, want ze zorgen voor meer veiligheid en sociale controle. 2. Ik sluit mijn woning steeds meer af voor (dag)toeristen (bijvoorbeeld door vitrage of planten voor het raam). 3. Toeristen verstoren mijn privacy. 4. Ik heb liever niet dat (dag)toeristen in mijn directe woonomgeving aanwezig zijn. 5. Ik ondervind meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen in mijn buurt. 6. De huidige omvang van het toerisme in Amsterdam stoort mij, want het zorgt voor teveel druk op de openbare voorzieningen (zoals parken, winkels en openbaar vervoer).
mee eens
zeer mee eens
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
Let op: de enquête gaat verder op de volgende pagina!
123
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Thema 3: Toeristen in Amsterdam Hier volgt een aantal stellingen rond het thema ‘toeristen in Amsterdam. Hiermee willen wij onderzoeken op wat voor manier u aankijkt tegen (dag)toeristen in Amsterdam.
zeer geen oneens oneens mening 1. De belangen van (dag)toeristen zijn dominant bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam. 2. Ik wil dat er speciale themaroutes voor toeristen door de stad worden ontworpen (zoals een architectuurroute, een groene route door parken etc). 3. In het voorjaar en in de zomer is Amsterdam overgenomen door toeristen en dagtoeristen. 4. Amsterdam is gebaat bij betere bewegwijzering voor (dag)toeristen. 5. Ik wil dat toeristen beter geïnformeerd worden over toeristenroutes zodat er een betere doorstroming van toeristen ontstaat.
mee eens
zeer mee eens
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
Let op: de enquête gaat verder op de volgende pagina!
124
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Thema 4: Evenementen, festivals en koopzondag Hier volgt een aantal stellingen rond het thema ‘evenementen, festivals en koopzondag’. Hiermee willen wij onderzoeken op wat voor manier u aankijkt tegen (dag)toeristen die een bezoek brengen aan een evenement, een festival of koopzondag in het centrum van Amsterdam.
zeer geen oneens oneens mening 1. Het organiseren van festivals is ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden. 2. Evenementen trekken zoveel toeristen en dagtoeristen aan, dat ik liever niet ga. 3. Ik vind het fijn dat er elke zondag koopzondag is in het centrum van Amsterdam. 4. Evenementen in mijn buurt zorgen voor veel overlast (bijvoorbeeld lawaai en rommel op straat).
mee eens
zeer mee eens
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
[ ]
Let op: de enquête gaat verder op de volgende pagina!
125
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Thema 5: Toeristisch beleid in Amsterdam Hier volgt een aantal stellingen over het thema ‘toeristisch beleid in Amsterdam’. Hiermee willen wij onderzoeken wat u mening is ten opzichte van het toeristisch beleid van Amsterdam.
zeer geen oneens oneens mening
mee eens
zeer mee eens
1. Ik vind dat de city marketingcampagne I Amsterdam [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam. 2. Ik vind het vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketingcampagne als I Amsterdam, [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] wellicht nog meer toeristen naar Amsterdam trekt. 3. Ik ben het grotendeels eens met het toeristisch beleid van de Gemeente [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] Amsterdam. 4. Bewoners moeten meer inspraak krijgen in het toeristisch beleid van de [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] stad Amsterdam. 5. Toerisme in de binnenstad moet meer verspreid worden naar andere stadsdelen in Amsterdam (bijvoorbeeld [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] doordat attracties meer verspreid worden). Wilt u naar aanleiding van deze enquête uw mening nader toelichten door middel van een persoonlijk gesprek, laat dan hier alstublieft uw gegevens achter. Ik zal dan contact met u opnemen. Afhankelijk van het aantal aanmeldingen zal dit gesprek plaatsvinden door middel van een persoonlijk interview of een bewonersbijeenkomst in uw stadsdeel. U ontvangt hiervoor een kleine vergoeding. Naam:............................................................................................................................. Adres:........................................................................................................................... Telefoonnummer:........................................................................................................... Emailadres:.................................................................................................................... Dit is het einde van de enquête. Hartelijk dank voor uw medewerking!
126
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
BIJLAGE II: begeleidende brief
Geef uw mening over toeristen! www.bewonersonderzoek-inholland.nl Beste bewoner van Stadsdeel Centrum, Mijn naam is Chantal de Raaf en ik studeer Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs aan de Hogeschool INHOLLAND te Diemen. Samen met 3 andere studenten, voer ik in het kader van mijn afstudeeronderzoek een onderzoek uit naar wat bewoners van Amsterdam vinden van toeristen en dagtoeristen (deze komen zowel uit binnen- als buitenland). Het onderzoek wordt gehouden in opdracht van het lectoraat City Marketing & Leisure Management, in samenwerking met Economische Zaken van de Gemeente Amsterdam. Het lectoraat City Marketing & Leisure Management is onderdeel van Hogeschool INHOLLAND en houdt zich bezig met het ontwikkelen van kennis rondom het thema citymarketing en vrijetijds- en toerismemanagement. Door middel van dit onderzoek willen wij erachter komen wat bewoners van bepaalde wijken vinden van (dag)toeristen. Met deze kennis kunnen wij adviezen geven aan Gemeente Amsterdam over hoe zij bij het maken van toeristisch beleid rekening kunnen houden met de wensen en voorkeuren van bewoners. Uw mening is voor ons dus belangrijk! Wij willen u daarom vragen om een enquête in te vullen. U gaat hiervoor naar de site:
www.bewonersonderzoek-inholland.nl Wanneer u niet beschikt over een internetverbinding, kunt u de bijgevoegde enquête invullen en terugsturen in de portvrije envelop. Deelname aan de enquête is anoniem. Uw gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld. Wilt u naar aanleiding van deze enquête uw mening nader toelichten door middel van een persoonlijk interview of een bewonersbijeenkomst in uw stadsdeel, dan stel ik het op prijs wanneer u aan het einde van de enquête uw gegevens achterlaat.
Uw antwoorden ontvang ik graag vóór 11 april. Heeft u vragen of wilt u meer informatie over dit onderzoek, dan kunt u contact met mij opnemen. De resultaten van het onderzoek kunt u rond september 2008 gratis bekijken op de website van het lectoraat van INHOLLAND.
127
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Alvast hartelijk dank voor uw medewerking. Met vriendelijke groet,
Chantal de Raaf emailadres:
[email protected] telefoonnummer: 06-25152710
128
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
BIJLAGE III : interviews bewoners Interview 1 Amsterdam Centrum Jonathan Bragdon, Recht Boomssloot Donderdag 10 April 2008 16.00 uur C: U woont al 10 tot 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? J: Nee dat is geen bewuste keuze geweest dat komt omdat ik door mijn vrouw hier ben gaan wonen. Ik ben geboren in Amerika en mijn vrouw in Duitsland. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? J: Ja de toename is voor mij zeer duidelijk merkbaar. Vanaf ongeveer 1991 is het toerisme gevoelsmatig verdrievoudigd. Dat komt ook doordat ik vind dat er veel negatief toerisme bij is gekomen en veel overlast. Trots C: U geeft een neutraal antwoord op de stelling of het u een gevoel van trots geeft te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? J: Ik ben niet direct trots daarop nee. Ik heb natuurlijk wel een trots gevoel over de mooie dingen in de stad maar ik schaam mij ook voor sommige toeristen zoals de groepen schreeuwende Engelsen die alleen maar zuipen, blowen en naar de hoeren gaan. C: Je woont niet graag in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom niet? J: Nee niet direct nee. De buurt is aantrekkelijk door andere dingen zoals cultuur en historie maar of ik hier graag woon omdat het populair is voor toeristen nee. Als er nog meer druk op de stad komt denk ik er zelfs over om te verhuizen en zo hoor ik er meerdere bewoners over. C: Herken je de toeristen duidelijk, en kun je verschillende soorten toeristen onderscheiden? J: Nou ik kan de meeste toeristen wel herkennen en onderscheiden. Ik vind Engelsen persoonlijk heel asociaal ik heb wel eens meegemaakt dat ik naar buiten liep en aan de overkant een toerist op de straat zag poepen, dat zijn belachelijke dingen. Maar ook Nederlandse dagjesmensen kunnen natuurlijk vervelend zijn. C: De waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt zorgt ervoor dat ik mijn buurt meer waardeer, hierop antwoordt u neutraal kunt u dit uitleggen? J: Mijn mening is neutraal. Ik irriteer mij zo aan sommige toeristen dat ik hierover niet echt een objectieve mening kan vormen. C: U antwoordt neutraal op de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? J: Ik wil niet perse dat toeristen van mijn buurt genieten. Soms gedragen toeristen zich
129
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
zo slecht dan schaam ik mij daar echt voor. Toeristen moeten zich gedragen als ze in een ander last te gast zijn. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u een toerist graag wat extra uitleg over de buurt zou geven? J: Inderdaad ik denk namelijk niet dat ik toeristen echt graag extra uitleg geef. Ik wijs toeristen de weg als ze dat vragen maar ik zal er geen verhaal bij vertellen. Toeristen in uw stadsdeel C: U bent het oneens met de stelling dat u het fijn vindt dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kun u dit uitleggen? J: Ik voel mij niet veiliger doordat er veel toerisme is. Integendeel sommige toeristen vind ik best gevaarlijk als ik ‘s ochtends om half 7 de deur uitga en het geld van sommige dagtoeristen is op dan worden ze erg vervelend en gaan ze om geld vragen. Ook bijvoorbeeld overdag als ze geen geld voor de parkeermeter hebben vragen toeristen daarom. C: U sluit uw woning niet steeds meer af voor toeristen, kunt u dit toelichten?. J Ik woon op 3 hoog en dit is niet echt nodig. Al is het wel zo dat bijvoorbeeld Jan Jaap van der Wal naast mij woont op een beneden verdieping en daar staan toeristen soms wel eens met z’n allen naar binnen te gluren omdat hij mooie meubels in huis heeft staan ofzo. C: Kunt u uitleggen waarom u vindt dat toeristen uw privacy verstoren? J: Ja als ik aangestaard wordt door toeristen, en bijvoorbeeld van mijn dochter worden wel eens foto’s gemaakt omdat de Chinezen haar als een voorbeeld van een echte Nederlander zien. C: U heeft liever niet dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn, waarom niet? J: Ze mogen natuurlijk wel in mijn woonomgeving aanwezig zijn dat hou je namelijk toch niet tegen, maar zij moeten zich wel gedragen. C: U ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want u antwoordt met neutraal, kunt u dit toelichten? J: Nee voor mij zijn alle toeristen hetzelfde. Dagtoeristen slapen ook wel eens in auto’s op de Gelderse Kade of blijven een aantal dagen op de been doordat ze veel drugs gebruiken, dus ik vind toeristen eigenlijk hetzelfde. C: De huidige omvang van het toerisme stoort u omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom? J: Het maximum is bereikt in de binnenstad. Als het meer wordt gaan mensen denk ik verhuizen naar andere buurten al is dat natuurlijk belachelijk dat het zo ver komt. C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden, bijvoorbeeld een andere fietsroute of iets dergelijks? J: Nee niet echt. Ik zoek het toerisme niet op maar ik ga er ook niet echt omheen.
130
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Toeristen in Amsterdam C: U antwoordt neutraal op de stelling of u vindt dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? J: Ja er was namelijk een druk op de Gemeente voor langere openingstijden van cafés en een discovergunning voor de kroegen, maar uiteindelijk hebben de bewoners ervoor gezorgd dat dit niet doorging. Ik heb niet echt het idee dat de belangen van toeristen dominant zijn. Er zij wel veel van die souvenirwinkels en supermarkten bij gekomen waar bewoners niks te zoeken hebben. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u wilt dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden, waarom? J: Ik ben daar heel neutraal over ja. Het idee zou kunnen werken maar bijvoorbeeld de route door het Wallengebied stoort mij. Laat toeristen maar lekker rijke mensen en politici lastig vallen bijvoorbeeld de rijke mensen route door Oud Zuid is mijn idee. C: U geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kunt u dit uitleggen? J: Nou het is hier in de buurt gewoon heel erg druk op terrassen in de zomer en lente. Vooral dan heb ik het gevoel dat de terrasjes en cafés niet meer van de bewoners zijn, maar echt overgenomen door toeristen en dagjesmensen. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? J: Ik heb eerlijk gezegd niet zo gelet op de bewegwijzering. Ik vind dat mensen zichzelf moeten oriënteren in een stad en zelf moeten zoeken voordat zij bijvoorbeeld ook de weg gaan vragen. C: U vindt niet dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes? B: De doorstroming moet inderdaad beter maar ik weet niet of dat echt werkt door toeristen te informeren. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt dat het organiseren van festivals en evenementen voor Amsterdammers geen verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom? J: Ik heb zelf een hekel aan grootschalige evenementen en probeer die het liefst te vermijden. Kleinere festivals en evenementen zoals Aprilfeesten en andere evenementen die echt voor de bewoners opgezet zijn vind ik wel heel leuk en die bezoek ik ook. C: Evenementen en festivals trekken zoveel toeristen aan dat u liever niet gaat? J: Ja ik ben bijvoorbeeld met Koninginnedag niet in de stad dat vind ik verschrikkelijk. Ook andere grootschalige evenementen hoef ik niet heen. C: U bent het oneens met de stelling dat u het fijn vindt dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? J: Van mij hoeft die koopzondag niet. Het zou misschien dom zijn om dit af te schaffen omdat het zorgt voor veel omzet waar het de Gemeente toch allemaal om draait, maar ik hecht er geen waarde aan. Het is voor de bewoners toch te druk op zondag.
131
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U geeft aan dat evenementen in uw buurt zorgen voor veel overlast, waarom precies? J: Ik hoor van de andere bewoners ook dat er veel geluidsoverlast is en vooral veel rommel, en dat stoort mij. Dat verpest het straatbeeld een beetje voor mij. C: Hoe wordt u als bewoners geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? J: In een wijkkrant kun je dit allemaal lezen. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? J: Nee eigenlijk nooit. Geluidsoverlast is erg vervelend maar gelukkig is het niet tot laat. Ik weet dat het zo is, en er wordt toch niks aan gedaan dus klachten indienen heeft denk ik geen zin. Toeristisch beleid C: U vindt niet dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, waarom niet? J: Er moet goed opgelet worden hoe een stad zich profileert naar het buitenland. Ik denk niet dat dat nu heel goed gaat want Amsterdam trekt nog heel veel vervelende toeristen aan die alleen maar voor de prostitutie en kroegen komen. Cultuurtoerisme meer aantrekken zou beter zijn. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u het vervelend vindt dat Amsterdam door middel van een city marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? J: Ja, ik weet namelijk niet of die campagne echt werkt daar ligt het meer aan. C: U antwoordt neutraal of u het eens bent met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? J: Ik weet niet precies wat het toeristisch beleid is maar ik vind dat sommige dingen veel beter aangepakt moeten worden. C: En wat voor dingen denkt u dan aan? J: Nog steeds is er veel criminaliteit laatst is een vriend van mij nog beroofd hier in de buurt dat zijn dingen die gewoon erg vervelend zijn. Wat ik wel leuk vind is dat er meer winkels zoals een bakker en groenteboer komen in de straten, dat komt weer iets meer terug en dat is ook voor de bewoners erg leuk. C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het beleid? J: Ik ben geen voorstander van referenda maar politici zouden ons als bewoner ook meer moeten informeren en op de hoogte houden wat er speelt in het toeristisch beleid. Er is tot nu toe veel blabla maar weinig actie wordt er ondernomen. C: U vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denkt u dan? J: Van mij mag het toerisme meer verspreid worden en dan denk ik vooral aan Oud Zuid. Daar zijn ook mooie huizen en chique wijken misschien moeten daar maar meer toeristen naar toe verspreid worden. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen?
132
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
J: Er moet met zo’n city marketing campagne veel meer gelet worden op wat voor reclame je maakt naar het buitenland toe. Er moet dus op gelet worden hoe de stad zich naar het buitenland profileert. Ook vind ik dat er duidelijk bij de toeristen aangegeven moet worden wat toegestaan wordt in de stad. Dus niet teveel drukte op bepaalde plekken en dat toeristen zich moeten gedragen in een stad.
133
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 2 Amsterdam Centrum Dhr. M. van der Krieke, Recht Boomssloot 2 Donderdag 10 April 2008 13.00 uur C: U woont al langer dan 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? M: Ja… ja. Ik ging hier studeren en mijn vrouw was apothekersassistente en het was haar droom om in de Apotheek bij de Gelderse Kade te wonen dat vond ze de leukste apotheek in heel Amsterdam. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? M: Het is natuurlijk.. je zou kunnen zeggen dat tot begin jaren ‘90 dit een volstrekt atoeristisch gebied was, er was totaal geen toeristische aantrekkelijkheid van de buurt. Dat is begonnen met het opknappen van het Nieuwmarktplein. Er ontstond steeds meer horeca op het plein en de buurt werd verder opgebouwd, dat leidde tot meer toerisme. Het toerisme neemt nog elk jaar toe naar mijn mening. En je hebt toeristische trekpleisters waardoor het uitstralingseffecten op het toerisme heeft gehad. De overlast zit hem in de kwaliteit van het toerisme. Bijvoorbeeld die bierfietsen vind ik verschrikkelijk dat zie je ook steeds vaker. De toeristische industrie heeft de aantrekkelijkheid van dit gebied (de Nieuwmarkt) ontdekt. Trots C: Het geeft u een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? M: Ja, nouja trots in de zin van dat ik trots ben op mijn buurt en dat ik meehelp om mijn buurt op peil te houden. Het is ook leuk om gasten die wij hebben de buurt te laten zien en over de buurt te vertellen. Het is de leukste buurt die er is. Er wonen kunstenaars, academici maar ook sociale huurwoningen zijn hier dus het is heel divers. C: U woont graag in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom? M: Mee eens, mits in proportie is het leuk dat je buurt aantrekkelijk is voor toeristen en dat er bezienswaardigheden zijn, dat er leuke activiteiten plaatsvinden dat is allemaal prima. C: Herkent u de toeristen duidelijk, en kunt u verschillende soorten toeristen onderscheiden? M: Nee, nouja misschien ook wel ik vind dat geen relevant onderscheid. Dat is wel duidelijk. Verblijfstoeristen zijn vaak buitenlanders dat zie je wel maar voor mij zijn toeristen toeristen. C: U antwoordt oneens op de stelling of de waardering van (dag)toeristen voor uw buurt ervoor zorgt dat u uw buurt meer waardeert, waarom? M: Daar zie ik gewoon geen verband tussen dat staat los van elkaar. Ik waardeer mijn buurt en dat wordt bevestigd door de belangstelling van de toeristen. C: U bent het eens met de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? M: Dat is eigenlijk wat al eerder aangegeven is. Ik vind het belangrijk dat mensen genieten van de dingen die ik ook mooi vind. Dat is leuk dat toeristen dat ook
134
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
waarderen. C: Als een toerist u de weg vraagt geeft u graag wat extra uitleg? M: Ja natuurlijk toch wel om de weg te vragen en als ik merk dat toeristen geïnteresseerd zijn geef ik daar graag antwoord op en een uitleg over mijn buurt. Toeristen in uw stadsdeel C: U bent het oneens met de stelling of u vindt dat het fijn is dat er toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kunt u dit uitleggen? M: Als er veel toeristen zijn en het druk op straat is hebben bijvoorbeeld drugsdealers hier minder te zoeken. Het is vaak ook vooral op de Wallen prostitutie toerisme en in die zin bevordert het toch wel de veiligheid. Sociale controle vind ik toch meer te maken hebben met bewoners onderling. Dat je buren in de gaten houdt en kijkt naar wat er op straat gebeurt. C: U sluit uw woning niet steeds meer af voor toeristen, kunt u dit toelichten? M: Nee, ik zit hier hoger. Beneden is het ook van ons en dat willen wij gaan verhuren. Bed and Breakfast of short stay. Daar hebben we wel vitrage gehangen maar dat is meer voor de persoonlijke privacy van die mensen die daar gaan verblijven niet voor onszelf. Er was een paar jaar geleden een verschrikkelijk onweersbui in de zomer. Toen stond er op die brug daar een groep van ongeveer 20 Chinezen en die wisten van ellende niet waar ze heen moesten dus toen hebben we ze gewenkt en hadden we in no time 20 Chinezen in huis. Die hebben we het hele huis laten zien en we kregen nog kleine cadeautjes van hen. Dat vind ik gewoon hartstikke leuk dus ik heb geen problemen met de privacy. Ik vind het zelf ook leuk om een blik achter de schermen te krijgen in het buitenland. C: U vindt niet dat toeristen uw privacy verstoren? M: Nee niet aan de orde. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u liever niet hebt dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn? M: Dat heb ik al gezegd dat vind ik prima. Het maakt mijn buurt zeker gezelliger. C: U ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want u antwoordt met neutraal, kunt u dit toelichten? M: Nee dat kan ik niet zeggen daar maak ik geen onderscheid in. Je zou kunnen zeggen dat dagtoeristen, de Nederlanders wat nadrukkelijker aanwezig zijn in de buurt. Die hebben het gevoel dat dit van hen is en buitenlandse toeristen staan er wat afstandelijker tegenover. Uiteindelijk kun je het verschil wel zien en is er ook wel verschil in gedrag tussen die twee. C: U vindt niet dat de huidige omvang van het toerisme u stoort omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom niet? M: Nee, ik vind Amsterdam zelf een hartstikke leuke stad dus ik kan mij zo voorstellen dat toeristen ook denken wat een fantastische stad dus dan snap ik dat zij hierheen komen. C: Als het toerisme verder zou toenemen hoe staat u daar dan tegenover? M: Ik ben politiek ook nog een beetje actief. Toen zei iemand al, als straks half China
135
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
besluit om naar Europa te gaan. Ja dan wordt het wel te druk natuurlijk. Als al die mensen op ontdekkingsreis gaan, Amsterdam kan dat absoluut niet aan. Dat pure massatoerisme, als dat nog meer opkomt met busladingen tegelijk, daar is Amsterdam gewoon niet op gebouwd dat gaat niet. Dat zou Amsterdam niet aankunnen. Ik vind wel dat de grenzen ongeveer bereikt zijn. Zo’n opnamecapaciteit van de stad is niet oneindig. De limiet is wat mij betreft nog niet bereikt maar we moeten er wel heel alert op zijn. C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden? M: Nee, nooit. Op zondag winkelen doe ik een heel enkele keer maar dat heb ik dan ook wel snel weer bekeken. Dat zijn ook dagjesmensen uit de omgeving van Amsterdam die echt hier naartoe komen om te winkelen. Ik kan zelf makkelijk overdag dus het kan prettiger dan op zondag. Toeristen in Amsterdam C: U vindt niet dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? M: Nee, er is een politiek handboek openbare ruimte van Guusje Ter Horst in de jaren ‘90 en ik ben zelf van die politieke partij zegmaar. Wij hechten erg aan herinrichting van straten en grachten conform het handboek openbare ruimte. In het algemeen de kwaliteit van de openbare ruimte bevorderen is het doel, niet om meer toeristen te trekken of iets dergelijks of dat het voor toeristen gebeurd. Wij als bewoners maken zelf natuurlijk het hele jaar door gebruik van de openbare ruimte. C: U wilt wel dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden? M: Ja, helemaal mee eens. Ik ben zelf ook bezig geweest of er niet bijvoorbeeld een kerktoren route ontwikkeld zou kunnen worden. Er zijn ook torens die je kunt beklimmen. Het is er nooit van gekomen maar ik zou dat heel leuk vinden. Op die manier kun je een ander soort toerisme naar Amsterdam halen dan bijvoorbeeld voor de prostitutie. Ook dat mensen niet meer zo ongericht rondlopen. Het centrum heeft prachtige oude kerken. Als je dat slim aanpakt kunnen daar routes tussen gemaakt worden en de kerktorens gepromoot worden. C: U geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kunt u dit uitleggen? M: Met wat nuance, overgenomen vind ik wel heel overdreven. Het aantrekkelijke van de winter is dat Amsterdam dan weer wat meer van de eigen bewoners is. Dat het niet meer overal zo heel druk is en er geen terrassen zijn. Van November tot Maart kun je iets relaxter rondlopen. C: U vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? M: Ja zeer mee eens, het wordt wel beter maar ik vind dat er wel bordjes zijn maar het is allemaal wel mager vind ik. Dat kan echt beter want het is ook een ingewikkelde stad. Dat lijkt me voor toeristen die de stad niet kennen zo lastig. Sommige steden hebben een recht toe recht aan patroon maar hier…kijk naar de grachtengordel die loopt in een hoefijzer. Dat is niet echt duidelijk. Maar je moet natuurlijk ook voorkomen dat de hele stad vol wordt geduwd met bewegwijzering.
136
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U wilt ook dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes? M: Dat is precies hetzelfde als hiervoor. Er staan maar weinig borden met routes. Dat kan dus echt beter. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt dat het organiseren van festivals en evenementen ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom? M: Ja, ik ben zelf ook een evenementen en festivalliefhebber. Spreiding van evenementen is belangrijk maar er valt nog best veel te organiseren, mits niet te commercieel. Dus ook een beetje bewonersgericht en niet alleen voor de toeristen. De Aprilfeesten zijn ontzettend leuk dat is echt een buurtaangelegenheid. Koninginnedag vind ik ook erg leuk dan ben ik gewoon in Amsterdam. Er is wel eens een jaar geweest dat er bijna 1 miljoen toeristen waren dat is natuurlijk echt te veel. Als toeristen echt iets van Amsterdam willen zien raad ik ze echt aan om met Koninginnedag in Amsterdam te zijn, tegen kennissen in het buitenland zeg ik dat ook. Mits er dus kwaliteitsevenementen zijn vind ik het erg leuk. C: U bent het oneens met de stelling dat evenementen zoveel toeristen aantrekken dat u liever niet gaat? M: Daar ben ik het mee oneens. Bijvoorbeeld met de Aprilfeesten dat trekt een heel eigen publiek aan. Een heel karakteristiek eigen publiek in gedrag en kleding dat verbaast mij. C: U vindt het niet fijn dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? M: Daar ben ik het mee oneens ja. Op zondags is de stad vergeven van mensen die niet primair voor de stad komen maar alleen om te kopen. Dan heb je de Bijenkorf file hier voor de parkeergarage. De stad is op een stille zondag ook gewoon prachtig om te genieten. Tuurlijk maak ik er wel eens gebruik van, mijn patroon is er ook wel op ingesteld en ik profiteer wel van de koopzondag. Maar ik doe net zo graag mijn boodschappen op een andere dag. De koopzondag is dus wat mij betreft geen must. C: U geeft aan dat evenementen in uw buurt niet zorgen voor veel overlast, kunt u dit toelichten? M: Ik weet dat er over het algemeen in mijn buurt wel geklaagd wordt, met name de geluidsoverlast. Maar dat wordt tegenwoordig redelijk genormeerd. Je weet dat het eindig is denk ik dan. Daar wordt wel rekening mee gehouden. Ik heb daar geen last van. C: Hoe wordt u als bewoners geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? M: Het gebeurt wel maar niet consequent. Ik kan mij wel brieven herinneren met een evenementen aankondiging maar ik heb ook wel eens wat gemist dat ik verrast werd door een evenement. Er wordt wel geklaagd in de buurt dat de Gemeente wat gebrekkig is in zijn informatieverstrekking. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? M: Nee.
137
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: Vindt u dat het stadsdeel voldoende rekening houdt met de wensen van de bewoners? M: Ja, ik vind dat het stadsdeel in het algemeen rekening met de bewoners houdt ja. Toeristisch beleid C: U vindt dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, waarom dan? M: Mee eens ja, als ik er nu nog eens over na denk zou ik eerder iets zeggen in de richting van geen mening. Ik weet het gewoon niet of dat een goede manier is om de stad te promoten en of het aanslaat dat weet ik gewoon echt niet. C: U vindt het niet vervelend dat Amsterdam door middel van een City marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? M: Mee oneens, mits kwaliteitstoerisme. C: U bent het grotendeels eens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? M: Ja, het is wel moeilijk als ik zo concreet punten moet noemen. Wat ik zelf minder vind is de kermis op de Dam. Dat moet je gewoon niet op de Dam doen dat verkracht zo’n plein. Voor evenementen vind ik het heel geschikt. Voor politiek maatschappelijke evenementen. Er was laatst iets met Olympische spelen, zo’n functie vind ik het meer hebben dan dat je er een kermis gaat organiseren. Voor de rest vind ik dat Amsterdam zijn stad redelijk goed promoot. Er wordt wel een goed beleid gevoerd. C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid? M: Nouja, als het gaat om evenementen vind ik dat je bewoners meer inspraak moet geven. Er wordt gesuggereerd dat bewoners inspraak krijgen maar hoe en waar dan is onduidelijk. Als je directe bewoner bent heb je vaak niet zoveel te zeggen over evenementen die plaatsvinden. Ik zou willen dat er ergens staat bij een evenement: als u het er niet mee eens bent kunt u vooraf via dat en dat nummer reageren of iets dergelijks. C: U vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denkt u dan? M: Ja, er zit veel druk op de binnenstad. Neem nou Oud Zuid dat is een prachtig gebied. Met de Pijp en de Albert Cuyp markt en concertgebouwen en het Rijksmuseum. Zo zijn er ook in andere stadsdelen best wel bezienswaardigheden die een toeristische functie zouden kunnen krijgen. Dus beperk het niet puur tot de binnenstad. Ook meer evenementen buiten het centrum organiseren zodat dat de druk op de binnenstad wat meer afneemt. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? M: Echt 1 aanbeveling, wat ik als punt van zorg wil aangeven is dat Engelse massatoerisme daar moet beter op gelet worden. Hoe krijg je kwaliteitstoerisme naar de stad en wat heb je dat kwaliteitstoerisme te bieden? Dus ga niet alleen voor massatoerisme zo van hoe meer hoe beter maar kijk echt naar wie en wat je wilt bereiken. En dan gaat het niet alleen om geld. De culturele functies van de stad meer promoten. Het Red Light District is zo voor de hand liggend en trekt een bepaald publiek
138
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
aan dat ik mij afvraag of wij als Amsterdammers daar nou op zitten te wachten. De schoonheid van de stad dus meer promoten. De Wallen met de middeleeuwse gevels daar kun je zo van genieten maar dat wordt helemaal weggedrukt. Maar in het kader van het project 1012 gebeurt natuurlijk heel veel en dat is goed. Je moet hier 3 dagen bezig kunnen zijn als toerist met de kwalitatieve kanten van de binnenstad.
139
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 3 Amsterdam Centrum Elizabeth den Otter, Tweede Egelantiersdwarsstraat 75 Maandag 14 April 2008 15.00 uur C: U woont al tussen de 10 en 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? E: Nee niet bewust, ik ben hier terecht gekomen via woningruil en woon hier al 20 jaar. Een kennis woonde in Amsterdam en ik in Rotterdam en ik had werk hier dus ik wilde dan hier wonen en zij had werk in Rotterdam dus die is in mijn huis gegaan. Ik had daar een hele ruime, mooie, nieuwe flat en toen moest ik inleveren op een kleinere oudere flat. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? E: Ja, veel meer mensen die met reisboeken rondlopen. Duidelijk zie je het. En veel meer van die fietsgroepen die hier staan en op de brug en bij het Anne Frankhuis. Het is duidelijk dat de Jordaan in de toeristengids staat want ik zie heel veel mensen met boeken. Trots C: Het geeft u een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? E: Ja mee eens. Dat vind ik ook wel, alleen moeten de toeristen zich gedragen. Je wilt andere best een plezier gunnen wat je hier ook in de stad zelf hebt. Het is hier natuurlijk schitterend maar als het afentoe maar rustig is en de mensen zich gedragen. C: U woont niet graag in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom? E: Dat dus niet. Ik ben hier terecht gekomen door woningruil en ik zou zelf een iets rustigere plek uitkiezen om te wonen. Een rustigere omgeving dus van mij mag het minder populair. Het zijn zo veel mensen van buiten waarmee je niks hebt. Het lijkt wel een pretpark voor anderen. C: Herkent u de toeristen duidelijk, en kunt u verschillende soorten toeristen onderscheiden? E: Nou je ziet wel dat het toeristen zijn want ze lopen wat langzamer, hebben vaak een boek in hun hand en ze kijken naar dingen en dat vind ik dan op zich wel leuk mensen die belangstelling hebben. Maar of ze nou Frans of Amerikaans zijn dat weet ik niet. C: U antwoordt oneens op de stelling of de waardering van (dag)toeristen voor uw buurt ervoor zorgt dat u uw buurt meer waardeert, waarom? E: Nee, ik waardeer mijn buurt sowieso en ik zou hem misschien zelfs meer waarderen als er minder toeristen zouden zijn. Mijn waardering hangt niet samen met de waardering van die toeristen. C: U bent het eens met de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? E: Ik wil wel dat zij ervan genieten mits zij zich gedragen en het een beetje binnen de perken blijft. Aan de ene kant ben ik inderdaad trots op mijn buurt maar aan de andere kant denk ik hoho hou het een beetje binnen de perken. Ik ben doodbenauwd voor het Leidse plein effect, dat je allemaal van die zwalkende toeristen ziet. En die beruchte
140
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Engelsen. Er komt een goed soort toeristen hier tot nog toe. C: Als een toerist u de weg vraagt geeft u graag wat extra uitleg? E: Jahoor tuurlijk. Het wordt niet vaak gevraagd de meeste mensen hebben het zelf al vaak uitgezocht. Toeristen in uw stadsdeel C: U bent het oneens met de stelling of u vindt dat het fijn is dat er toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kunt u dit uitleggen? E: Nee, dat doen ze niet. Integendeel misschien zelfs wel. Ze trekken dieven en vervelende mensen aan. Maar dat valt wel mee hoor hier. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u uw woning steeds meer afsluit voor toeristen, kunt u dit toelichten? E: Nee daar is geen sprake van ik woon op de tweede verdieping maar anders zou ik zeker gordijnen ophangen maar niet perse voor toeristen maar ook buren die anders naar binnen gluren. C: U vindt dat toeristen uw privacy verstoren? E: Dat doen ze. Niet zo heel erg maar door bijvoorbeeld breeduit op de brug te lopen. En als ik dan fiets en ik bel dan krijg ik opmerkingen van wat een mooie bel ofzo, ik ben ook wel eens tegengehouden aan mijn bagagedrager. Ik had toen denk ik een moordende blik in mijn ogen want ik moest afstappen en heb die jongeman duidelijk laten merken dat ik daar niet van gediend was. Ze moeten er toch om denken want ik wil ook lekker door mijn buurt kunnen fietsen. Maar het valt hier erg mee er komt een goed publiek. C: U heeft liever niet dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn? E: Dat heb ik liever niet nee, en nogmaals het is niet zo verschrikkelijk erg maar ik hoef er niet zo mee geconfronteerd te worden met dat toerisme. Dat ze willen kijken.. mooie stad prima, als ze zich maar koest houden en ik er niet teveel van merk. Ik woon hier en zij niet en ze hebben zich maar een beetje netjes te gedragen. C: U ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want u antwoordt met neutraal, kunt u dit toelichten? E: Ik heb daar geen mening over want ik weet niet direct wat verblijfstoeristen zijn daar moet je hotels voor hebben en er zijn hier geen hotels en dat is een godsgeschenk dat die hier maar zo weinig zijn. Dus de hotels weren uit de buurt uit de Jordaan! C: De huidige omvang van het toerisme stoort u omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom? E: ja dat denk ik wel. Vooral het Centrum, ik fiets daar regelmatig doorheen ook die toeristen die op de fiets zitten maar helemaal niet kunnen fietsen zijn een ramp. En die beruchte 200 Japanners die de dam oversteken zonder te kijken. Je zou die toeristen een lijstje moeten geven met basisregels van Nederland/Amsterdam. Bijvoorbeeld dat er veel fietsers zijn en dat ze daarvoor moeten uitkijken en er niet moeten lopen. Amsterdam is nauw en klein en eigenlijk niet bedacht op zoveel volk. Het toerisme begint ook vroeger en eindigt later. Er is niet meer zo duidelijk een hoogseizoen maar er zijn het hele jaar door zoveel toeristen. Vroeger begon dat met Pasen leek wel en nu al veel eerder.
141
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden? E: Ja, reken maar van yes. Ik kom sowieso als ik in de stad moet zijn alleen maar op weekdagochtenden. Op de fiets neem ik ook een andere route dan blijf ik aan de Prinsengracht en de Singel. Die toeristen lopen allemaal door rood licht. Ik mijd de toeristen echt ja! Toeristen in Amsterdam C: U antwoordt met geen mening op de stelling of u vindt dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? E: Ja dat geloof ik niet dat dacht ik niet. Dat is voor de Amsterdammers, ik hoop het wel tenminste. Het hangt allemaal af van de regelgeving van de Gemeente, de handhaving van de café en restaurant eigenaren en de handhaving door de politie of de bewoners wat te zeggen hebben heb ik het idee. C: U wilt wel dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden? E: Ja prima heel leuk een architectuurroute bijvoorbeeld. Ze zijn er al wel maar dan heb je een mooie stad en bied je iets meer dan het gebruikelijke vermaak. Dan geniet je ook meer van de stad. C: U geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kunt u dit uitleggen? E: Ja daar ben ik wel bang voor, in mijn buurt in ieder geval is het heel druk. C: U vindt niet dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? E: Ik dacht dat die hier al goed was. Is Amsterdam niet bij gebaat want overal staat het aangegeven Centrum en Jordaan enzo. C: U wilt dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes? E: Ja dat zou dan in aansluiting zijn. Dat er niet van dat zwalkende volk is maar dat hangt natuurlijk weer af van je doelgroep. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt niet dat het organiseren van festivals en evenementen ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom niet? E: Die festivals met hun herrie en al dat vuil nee daar ben ik geen voorstander van. Prinsengracht festival heb ik ook zien groeien, het is leuk maar nee… allemaal herrie en je kan er niet meer langs als je op de fiets bent. Ik word overal mee geconfronteerd. Met Koninginnedag ben ik bijvoorbeeld weg. C: U bent het eens met de stelling dat evenementen zoveel toeristen aantrekken dat u liever niet gaat? E: Mee eens, laten we zeggen zeer mee eens. Daar ben ik helemaal niet voor al die drukte. Als de inhoud goed is kan je er natuurlijk nauwelijks iets op tegen hebben. C: U vindt het niet fijn dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? E: Nee ik maak er dus geen gebruik van. Je krijgt allemaal mensen van buiten. Die hele koopzondag is net een pretpark. Alles voor het geld, men is niet geïnteresseerd in andere zaken.
142
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U geeft aan dat evenementen in uw buurt niet zorgen voor veel overlast, kunt u dit toelichten? E: Ja zeer mee eens, lawaai en rommel. C: Hoe wordt u als bewoners geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? E: Ik ben net weer 3 maanden in Afrika geweest en dan kom ik terug en heb ik een hele stapel post dus ik hou het soms niet meer bij. Nu bedenk ik mij dat ik de Jordaan krant al een tijdje niet heb gekregen. Ik denk dat ik het meestal weet uit de Jordaan krant. Verder word ik niet apart geïnformeerd. Soms zie je een aanplakbiljet op de Westerstraat ofzo. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? E: Nou vroeger wel eens de politie gebeld in verband met overlast van een café maar dan deden ze er niks aan. En nu dien ik nooit klachten in ik zit er gelukkig niet helemaal middenin. Het leek een jaar of 8 geleden uit de klauwen te lopen maar het lijkt wel of Cohen een beetje meer aan banden heeft gelegd. Je kunt niet eeuwig de stad blijven uitbuiten voor gewin. Ik loop straks ook in Lissabon rond omdat ik het een mooie stad vind maar ik weet mij daar te gedragen dat moet de toerist hier ook doen. C: Vindt u dat het stadsdeel voldoende rekening houdt met de wensen van de bewoners? E: Nou ik weet het niet. Ik ben bang als puntje bij paaltje komt dat ze niet veel van bewoners aantrekken. Maar dat kan ik niet onderbouwen. Toeristisch beleid C: U heeft geen mening over de stelling: Ik vind dat de City marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, waarom? E: Ik weet het niet ik weet niet wat die campagne doet. Ze moeten met zo’n marketingcampagne ontzettend gaan opletten hoe ze toeristen gaan opvoeden. C: U vindt het vervelend dat Amsterdam door middel van een City marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? E: Als er inderdaad meer toeristen komen door die campagne vind ik dat ze de toeristen ook moeten gaan opvoeden en serieus zijn op de inhoud. Net alleen gericht op hoeveel geld het oplevert maar ook naar de kwaliteit van het toerisme kijken. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u het grotendeels eens bent met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? E: Geen mening, ik weet niet wat het beleid is eigenlijk ik heb daar geen informatie over en het zou wel fijn zijn om dat beknopt te hebben. C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid? E: Ja, inspraak vind ik belangrijk. Daarom vind ik het leuk zoals wat jij nu met de enquête hebt gedaan dan hoop ik dat het echt werkt. Ook vind ik dat bewoners meer geïnformeerd moeten worden bijvoorbeeld via wijkcentra bijeenkomsten houden.
143
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denkt u dan? E: Ja ik vind dat er inderdaad meer spreiding moet komen maar dan bijvoorbeeld meer naar de IJ oever. Ik ben daar zelf heel erg op gesteld en vind het prachtig daar. Het Java-eiland en het IJ is ook toeristisch heel erg aantrekkelijk. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? E: - Nou ik zou bijvoorbeeld wel willen dat toeristen bij hun hotel een briefje krijgen met de leefregels in Amsterdam. Zoals ik al eerder zei dat ze daarin moeten vermelden dat Amsterdam echt een fietsstad is en dat ze bewoners moeten laten fietsen en niet in de weg lopen. - Ook spreiding van toerisme vind ik belangrijk, Amsterdam is veel meer dan alleen maar die grachten. - Toeristen moeten goed geïnformeerd worden desnoods met een brochure “ how to behave in Amsterdam” - Via wijkcentra meer avonden organiseren dat bewoners echt betrokken worden bij het toerisme en wat er in de toekomst gaat gebeuren.
144
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 4 Amsterdam Centrum Rody van Beusekom, Egelantiersstraat 230 B Donderdag 17 April 2008 20.15 uur C: U woont al langer dan 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? R: Ja, ik ben hier niet geboren. Toentertijd leek het ons leuk om hier te wonen ik ging hier samenwonen. Hij woonde toen in Zuid en ik bij de Jan van Galenstraat en we wilden allebei niet in elkaars buurt wonen dus toen zijn we hier terecht gekomen. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? R: Ja, maar dat komt omdat ik ook bij de Westertoren woon en bij Anne Frank, nou dan zie je wel echt rijen. C: Is dat door de jaren heen echt duidelijk meer geworden? R: ja helemaal nadat het toen verbouwd is, er is een stuk bijgekomen. Als je er voorbij rijdt staan de mensen gewoon zigzaggend over de weg heen. Het is in de zomer nog erger… nouja ik zie dat niet als iets negatiefs, mensen mogen er natuurlijk van genieten. Trots C: Het geeft u een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? R: Ja, zeer mee eens zelfs ik vind het wel leuk als mensen mijn buurtje leuk vinden. Ik heb ook een leuke buurt. Je hebt andere stadsdelen die ook leuk zijn maar hier heb je meer aparte dingen. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u graag woont in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom? R: Ja ik ben hier niet komen wonen omdat ik dacht leuk dan kom ik toeristen tegen. Dus ik vind het leuk dat de mensen het leuk vinden hier, ik vind mijn buurtje ook wel leuk maar het is niet dat ik daarom hier graag woon zodat ik toeristen tegenkom. C: Herkent u de toeristen duidelijk, en kunt u verschillende soorten toeristen onderscheiden? R: Nou, soms kijken ze wat meer rond in het algemeen. Maar ik denk niet hé een geruite broek dat is een Amerikaan ofzo. Of ze lopen met een fototoestel voorbij ofzo maar niet dat ik toeristen echt duidelijk onderscheid. C: U antwoordt eens op de stelling of de waardering van (dag)toeristen voor uw buurt ervoor zorgt dat u uw buurt meer waardeert, waarom is dat zo? R: Ja ook wel. Dat heb ik geantwoord zeer mee eens. Het is wel grappig dat… ik waardeer mijn buurt toch wel en het is ook leuk dat mensen door jouw straatjes heenlopen enzo dat ze je de weg vragen. C: U bent het eens met de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? R: Ja, als ze er toch zijn moeten ze er zeker van genieten, het zou zonde zijn als dat niet zo is natuurlijk anders is het zonde van de trip.
145
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: Als een toerist u de weg vraagt geeft u graag wat extra uitleg? R: Jahoor C: Wordt u ook vaak gevraagd om de weg of om uitleg? R: Jawel, jij hebt het natuurlijk over buitenlandse toeristen maar er zijn natuurlijk ook Nederlandse toeristen en weetje dat dat er heel veel zijn. Het lijkt wel of ik ze altijd tegenkom. Ik zal je vertellen een paar maanden terug ging ik met een buurvrouw altijd op zaterdag een bak koffie drinken bij de Blauwe Pan in de Westerstraat. En wij gingen aan de Amaretto en er kwam een stelletje uit Zwolle naast ons zitten. Toen puntje bij paaltje kwam er nog een groep vrouwen bij zitten die een dagje Amsterdam hadden gedaan. Die mensen gingen ergens eten en mijn buurvrouw zei laten we ook lekker uit eten gaan, dus toen zijn we met die mensen uit eten gegaan. Nu hebben we ze nog op de hyves. Die mensen komen dan voor een weekendje. Ook vaak echtparen die een dagje Amsterdam doen. Toeristen in uw stadsdeel C: U antwoordt neutraal op de stelling of u vindt dat het fijn is dat er toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kunt u dit uitleggen? R: Daar heb ik mij neutraal gehouden. Ik bedoel ik heb niet het gevoel dat het voor mij nou veiliger is of iets. Ik zie geen verband daartussen. Het is ook niet zo dat we nu meer politie in de buurt hebben omdat er veel toeristen zijn. C: U sluit uw woning niet steeds meer af voor toeristen, kunt u dit toelichten? R: Nee, geen vitrage maar ik ben gek op planten maar dat heeft natuurlijk niks met dat toerisme te maken. C: U vindt niet dat toeristen uw privacy verstoren? R: Nee helemaal geen last van. C: Heeft u in geen enkel opzicht last van die toeristen? R: Nee echt niet C: U antwoordt oneens of u liever niet hebt dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn? R: Ik heb oneens, ze lopen hier vaak genoeg door de straat heen. Hier aan de overkant is bijvoorbeeld een monument. Ik heb ook vaak, en dat vind ik wel grappig ook.. die groepen die komen. Theo Thijssen die heeft hier op school gezeten en die woonde hier 2 straten verderop. En daar zit dan een soort van museum en dan komt er hier zo’n man en die geeft dan een rondleiding hierzo en dan staat hij ook hier onder mijn raam en dan zit ik van de zomer op mijn balkonnetje en dan staan er groepen mensen onder en vorige keer zei die gids al vraag maar aan die mevrouw hoor. Dat vind ik wel grappig hoor. C: U ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want u antwoordt met oneens, kunt u dit toelichten? R: Wat zijn verblijfstoeristen? C: Mensen die minimaal 1 nacht verblijven in de stad. R: We hebben hier wel kleine hotelletjes maar geen duidelijk onderscheid tussen die 2 soorten toeristen is duidelijk. Helemaal geen last van de toeristen.
146
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U vindt niet dat de huidige omvang van het toerisme u stoort omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom niet? R: Oneens, in de stad is het wel druk. Ik heb er hier geen last van. C: En als het toerisme hier in uw buurt zou toenemen vindt u dat storend? R: Ja je merkt het wel gauw natuurlijk in die kleine straatjes. C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden? R: Nee C: U neemt nooit een andere fiets- of wandelroute of u vermijdt de koopzondag? R: Welneeee, ik laat me niet zo gauw… Toeristen in Amsterdam C: U vindt niet dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? R: Nou nee hoor. Ik denk wel dat er hoe noem je dat nou... Dingen die er te zien zijn daar wordt het wat mooier gemaakt bijvoorbeeld rondom beelden voor toeristen. Maar ik denk het verder niet. C: U wilt wel dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden? R: Ik vind dat op zich best leuk. Dat lijkt me alleen maar voor die mensen leuk. Dan kan je toch zeggen architectuur of groen, dan laat je ze toch lekker door het Vondelpark heen wandelen of iets. We hebben wat dat betreft alles in de stad. C: Vindt u een bepaalde route leuk als die er komt? R: Nou architectuur toch wel ja. En de rondvaartboten vind ik leuk maar dat wordt toch al gedaan. C: U geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kunt u dit uitleggen? R: Nou niet overgenomen dat is overdreven. We zijn er nog steeds maar wij zitten op het werk en hun lopen hier rond haha In de binnenstad wel maar die is te allen tijde vol, de dam enzo dat hou je toch. C: U vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? R: Ja, maar die is er ook. Je hebt die kleine paaltjes waar bijvoorbeeld Jordaan op staat. C: Die worden dan vanaf het Centrum al aangegeven bedoelt u of alleen hier in de buurt? R: Ja, bij de Rozengracht enzo. Maar hier in de buurt is er weinig. In de Westerstraat staat er volgens mij geen een. Er staan alleen hoofdroutes op zoals de Rozengracht. C: U wilt ook dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes? R: Nouja als mensen niet geïnteresseerd zijn in die routes… Als mensen de weg willen weten vertel ik dat gewoon het is niet dat ze meer geïnformeerd moeten worden. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt dat het organiseren van festivals en evenementen ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom? R: Ja C: Bezoekt u zelf ook wel eens die festivals en evenementen? R: Nou ik organiseer ze zelfs, nouja organiseer, 1 keer per jaar. Wij noemen dat het
147
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Jordaan muziekfestival dat doen wij al jaren met het bestuur. Landelijk sturen wij dan 350 brieven naar al die verenigingen en dan kijken we of ze willen komen. En dit jaar gaan wij dus een week doen, het festival doen we al voor de 30e keer. Ik moet toevallig de vergunning binnenkort aanvragen. Het is in de Noorderspeeltuin. Wij zijn de enige Amsterdamse vereniging die dat organiseert. C: U bent het oneens met de stelling dat evenementen zoveel toeristen aantrekken dat u liever niet gaat? R: Neehoor ik ga er gewoon naar toe. Als het iets is waarvan ik denk dat vind ik leuk dan ga ik er gewoon naar toe en dan interesseren mij die toeristen niks. Ik vind het altijd wel leuk om niet-Amsterdammers tegen te komen. C: U vindt het fijn dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? R: Ja, als ik het nodig vind ga ik daar naartoe. Als je de hele week werkt is het fijn al is het alleen maar naar de supermarkt. C: U geeft aan dat evenementen in uw buurt niet zorgen voor veel overlast, kunt u dit toelichten? R: Er is overlast ja… maarja zo’n evenement is dan niet zo vaak per jaar. De Gayparade en nog een parade in het water daar moet je wel wat ruimte tussen hebben. Mijn stelling is altijd: Dan moet je op de hei gaan wonen en niet in een drukbevolkte buurt. Ga dan op de hei dan weet je dat dat niet kan gebeuren. C: Hoe wordt u als bewoner geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? R: Nou om eerlijk te zeggen vind ik dat minder… wij krijgen hier geen flyers of brieven in de bus van dan en dan is de Gayparade. C: Ook niet via de buurtkrant dat het gecommuniceerd wordt? R: Ja dat zou kunnen die krijg je wel eens. Maar dat kan beter. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? R: Nee. C: Weet u verder van buren dat die wel eens een klacht hebben ingediend of ook niet? R: Nee die doen dat ook niet. Kijk wij hebben er hier niet zo’n erg in maar je hoort het wel. C: Vindt u dat het stadsdeel voldoende rekening houdt met de wensen van de bewoners? R: Dat zou je meer weten als je bijvoorbeeld een klacht indient of als je echt op de Prinsengracht woont. Ik weet er het fijne niet echt van. Toeristisch beleid C: U antwoordt neutraal op de stelling of u vindt dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, kunt u dat uitleggen? R: Nee ik weet niet precies wat die campagne inhoudt. Ik ken wel dat lange ding met I Amsterdam die op Museumplein staat. Ik vind dat ding wel leuk maar ik fietste daar toevallig langs, hij had ook op de Haarlemmerweg gestaan.
148
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U vindt het niet vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? R: Nee, ik vind die toeristen.. het is niet mijn brood maar daar eten mensen toch ook weer van het brengt wel geld binnen. C: U bent het grotendeels eens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? R: Ja, ik heb er geen last van, klinkt heel raar maar ik vind het allemaal prima. C: Naar u mening prima allemaal? R: Ja ik vind het prima C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid? R: Ja dat kan nooit kwaad C: Zijn er nog dingen waarvan u zegt daar zou ik meer inspraak in willen hebben? R: Nou ik zou wel willen dat ze wat meer voor kinderen organiseren qua evenementen. Ze hebben dan wel 1 keer per jaar stadhuis op stelten. Dat is ook wel leuk maar ik vind dat ze wel wat meer kunnen doen. Ik bedoel zo’n Gayparade is leuk maar wat heeft een kind daaraan. Dat er leuke gekleurde bootjes voorbij varen… en een kermis dat kost ook weer klauwen met geld. Ik zou willen dat ze wat meer voor kinderen doen. C: U vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denkt u dan? R: Nouja dat kan wel natuurlijk, dat kan wel maar het hoeft niet. C: Als u kijkt naar het centrum van Amsterdam vindt u dan niet dat het toerisme meer verspreid moet worden? R: Van mij hoeven ze niet weg, laat ik het zo stellen. Maar misschien kun je in andere stadsdelen ook wel iets leuks organiseren. C: En aan welke stadsdelen denkt u dan? R: Ik zou bijvoorbeeld in West, daar heb je ook een leuk park… daar kun je ook een leuke braderie houden ofzo. Daar kun je ook leuk winkelen. Dat is maar een voorbeeld. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? R: Nou ik zou het zo niet weten. Misschien wat meer met kunst. Je hebt mensen die speciaal komen voor de kunst, moderne kunst dus dat is bijvoorbeeld leuk. Iedereen heeft zo z’n ding. Je hebt zoveel mooie architectuur dat zijn hele mooie panden.
149
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 5 Amsterdam Centrum Drs. K.N. Snoek, Kerkstraat 209 D Dinsdag 22 April 2008 12.00 uur C: U woont al langer dan 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? K: Ja, ik ben in Amsterdam geboren maar niet in het centrum maar de Indische buurt. Ik wil ook wel uitleggen waarom ik hier ben gaan wonen, omdat ik erg veel gebruik maak van de faciliteiten die er zijn. De schouwburg, musea, concertgebouw daar zit ik minstens 1 keer per week elke zaterdagmiddag, muziektheater omdat ik van ballet hou. Ik hou erg van de grachten en ik kan geen grachtenpand betalen maar ik woon nu wel in de grachtengordel. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? K: Ja, de weg vragen, ze vragen allemaal naar het Rijksmuseum hier terwijl ze er met hun neus tegenover staan en dan zeggen ze : o, so little. Ze vragen altijd naar Anne Frank en Van Gogh. Verderop is een hotel en ik woon hier sinds ’92 op het begin ging die bus daar nog heen maar nu mag dat niet meer en stopt de bus in de Vijzelstraat en moet het publiek daar heenlopen. Vroeger hadden ze nog rugzakken maar nu hebben ze kussens in hun hand, veel Oost- Europese toeristen en die hebben luxe koffers en dan lopen ze door de straat met die rolkoffers. Dat toerisme is erg toegenomen. Trots C: Het geeft u een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? K: Ja, zeer mee eens. C: Kunt u uitleggen waarom? K: Nou het is een mooie historische stad, de verstedelijking kan je zien hoe dat opgebouwd is en hoe de Amstel eerst door de stad heeft gelopen. Ik leid zelf mensen rond voor een inburgeringcursus. Dan leren die mensen woorden kennen in het historisch museum. En ik leid ze bijvoorbeeld rond langs het Rokin. Dan ben ik altijd heel trots op Amsterdam ik weet ook heel veel van Amsterdam. C: U antwoordt neutraal of u graag woont in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom? K: Ja nouja ik wil ook wel in een ander stadsdeel wonen hoor. Het gaat niet om de toeristen. C: Herkent u de toeristen duidelijk, kunt u verschillende soorten toeristen onderscheiden? K: Ja, ja zeker. C: Kunt u verblijfstoeristen van dagtoeristen onderscheiden? K: Nee, dat heb ik niet. Nouja ik ben nogal behulpzaam voor toeristen dan vraag ik: Can I help you? Dan merk je het wel. Maar hele groepen Engelsen zitten vaak hier die zitten de hele dag te zuipen, en Zweden ook. C: U antwoordt neutraal op de stelling of de waardering van (dag)toeristen voor uw buurt ervoor zorgt dat u uw buurt meer waardeert, waarom?
150
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
K: Nee hoor, dat heeft er allemaal niks meer te maken. Het wordt hier niet leuker door toeristen en ook niet slechter het is gewoon een stad waar van alles gebeurd. Ik ben zelf ook een stedenbezoeker dus ik kan het mij voorstellen dat het leuk is. C: U bent het eens met de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? K: Ja, laat ze maar lekker genieten hier allemaal mooie dingen hier op de gracht bekijken. Ik stuur ze ook wel een het archief in op de Vijzelstraat dat is ook zo mooi. C: Als een toerist u de weg vraagt geeft u graag wat extra uitleg? K: Ja, ook ongevraagd can I help you? Toeristen in uw stadsdeel C: U bent het eens met de stelling of u vindt dat het fijn is dat er toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kunt u dit uitleggen? K: Nee, geeft het meer sociale controle? Nee wat voor sociale controle geeft het. Daar zou ik nou eigenlijk geen mening over hebben. C: En zorgt het ook niet voor meer veiligheid volgens u? K: Nee, hoor ik geloof niet dat het door toeristen hier veiliger wordt. C: U sluit uw woning niet steeds meer af voor toeristen, kunt u dit toelichten? K: Nee hoor, als ik lager zou wonen ook niet welnee wat is dat nou voor raars. Ik ga ’s avonds ook gewoon de straat op. Ik voel me niet zo gauw onveilig. C: U vindt niet dat toeristen uw privacy verstoren? K: Nee, hoe kunnen ze dat nou doen. Alleen als ik in de kroeg zit hooguit maar dan geef ik gewoon antwoorden. Dat gebeurt wel eens van die toeristen die dan aangeschoten zijn en denken zo’n oud wijffie maar nee hoor, dat weet ik wel van mij af te houden ik heb er geen last van. C: U antwoordt oneens op de stelling of u liever niet hebt dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn? K: Nou, ja, wat is er nou op toeristen tegen? Het is bovendien goed voor een stad je blijft er levendig mee en er wordt geld mee verdient. Het enige waarom ik last van toeristen zou kunnen hebben is die lui op die fietsen. Ooohh die kunnen niet fietsen en die gaan dan op een hoekje van de straat staan en die klitten dan allemaal om elkaar en dan staat er zo’n hele groep midden op de brug en dan kun je er niet langs. Ze worden ook niet geholpen. Ik ging laatst met dat opstappertje met buitenlandse gasten, vrienden, en die zaten de hele tijd maar van oehh wat een smal busje langs die smalle straten en dan langs die fietsers, ze vonden het zo eng. C: U ondervindt meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want u antwoordt met eens, kunt u dit toelichten? K: Nou eigenlijk geen verschil tussen ik heb ook helemaal geen overlast ervan. C: U vindt niet dat de huidige omvang van het toerisme u stoort omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom niet? K: Welnee C: In geen enkel opzicht? K: Nou laatst waren er van die dikke Amerikaanse meiden en die moesten dan met grote
151
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
rugtassen op 2 plaatsen en zij zaten daarvoor. Zij hadden dus 8 plekken bezet en niemand durfde die meiden aan te spreken. Dan schaam ik mij daarvoor. Maar dat zijn maar enkele dingen hoor. C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden? K: Nee, de stad is ook van mij. We moeten maar een beetje rekening met elkaar houden ik ga geen enkele andere route. Als ze me wel eens van mijn sokken rijden met die fietsen op de brug dan ben ik gister ervoor gaan staan en toen schoten ze in de lach dus ze snapten het wel hoor. Toeristen in Amsterdam C: U vindt niet dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? K: Nee, dat vind ik niet. C: U wilt wel dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden? K: Ja dat zou ik wel leuk vinden. C: Er zijn natuurlijk wel al een aantal routes K: Ja die zie ik wel op die kleine bordjes staan. Maar dat vind ik in andere steden ook altijd leuk, bijvoorbeeld Barcelona al die gebouwen van Gaudi dat vind ik heel leuk. C: Weet u zelf ook nog en route die u hier zou willen? K: Ik weet niet wat voor routes hier al allemaal zijn, maar nee hoor ik zou geen route weten. C: U geeft aan dat u niet vindt dat Amsterdam in de lente en de zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kunt u dit uitleggen? K: Nee, wij zijn ook veel meer op straat iedereen is op straat het is een levendige bedoeling hier. Met Koninginnedag dan vind ik het vervelend dan ga ik de stad uit. Die toeristen gaan dan overal tegenaan zeiken. C: U vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? K: Mee eens, ik denk dat er wel wat meer in het Engels zou kunnen want niet iedereen spreekt Nederlands en als je een beetje gastvrij wilt zijn moet je dat ook wel in het Engels doen vind ik. In Barcelona bijvoorbeeld is het in het Engels dat spreekt haast iedereen wel. Dat hoeft dan niet zo uitgebreid maar.. het is nu allemaal Nederlands. Er zijn ook veel die geen Engelsen zijn en die toch een beetje Engels kunnen. C: U antwoordt neutraal of u wilt dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes? K: Ik heb nooit een opstopping van toeristen meegemaakt. Daar weet ik nou eenmaal geen zinnig woord over te zeggen. Ik zit niet in dat vak. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt niet dat het organiseren van festivals en evenementen ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom niet? K: Nee daar ben ik het niet mee eens. C: Bezoekt u zelf nooit evenementen? K: Zelden, er is zoveel lawaai en er wordt zoveel gezopen. Het is helemaal geen plezier vind ik. Er wordt ongelofelijk veel gezopen. Misschien omdat ik ouder ben. De Uitmarkt
152
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
die was vorig jaar voor het eerst daar bij de Oosterdok en dat vond ik fantastisch daar bij het water bij het Java eiland dat kan daar. Wat vond ik dat een goede ruimte, het was ook prachtig weer. Je kon niks kapot trappen. C: U bent het eens met de stelling dat evenementen zoveel toeristen aantrekken dat u liever niet gaat? K: Dat heeft niks met die toeristen te maken. Ik geloof niet dat het toeristen aantrekt ik geloof dat het gewoon Nederlanders zijn. C: Maar Nederlanders kunnen de dagtoeristen zijn. K: Het is meer de sfeer die er is. Dat zuipen en drugs die maken mensen agressief en niet echt vrolijk. C: U vindt het fijn dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? K: Ja dat vind ik heel prettig. Van die rare christenen die het nu weer willen afschaffen. Wat is dat voor iets raars. C: U maakt er ook wel gebruik van? K: Nou ik kan makkelijk doordeweeks boodschappen doen maar ik kan mij voorstellen dat het op zondag ook fijn is. Alleen voor bepaalde gezinnen niet, dat vader of moeder op zondag moet werken dat is ook wel zo… C: U geeft aan dat evenementen in uw buurt niet zorgen voor veel overlast, kunt u dit toelichten? K: Alleen met Koninginnedag, dat is ook niet leuk meer. O o o vreselijk. Dat loopt met drommen en dan ploffen ze hier neer om te zuipen en gooien ze alles op straat. Je moet sinds 2 jaar bij de kroeg een plastic glas kopen voor 1 euro en daar krijg je dan statiegeld voor dus dat smijten ze ook niet meer weg. Dat is een goed initiatief. C: Hoe wordt u als bewoners geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? K: Als er echt een groot evenement is wat bij de Gemeente is aangevraagd krijgen we altijd van stadsdeel Centrum bericht. Zoals met Koninginnedag over het huisvuil etc. En wanneer ze toestemming hebben gegeven voor iets. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? K: Er is hier een buurman van die mooie kettingen Otazu. Dat is een luidruchtige man dus ik dacht een keer wat een keiharde muziek ik word er gek van en als je hem aanspreekt is hij macho dus die kan je niet fatsoenlijk aanspreken. Dus ik belde de politie en die zei: mevrouw ze zijn aan het oefenen want morgen komt de Koningin voor 5 Mei. Dat was echt een blunder. Verder heb ik nooit politie gebeld voor iets. C: Vindt u dat het stadsdeel voldoende rekening houdt met de wensen van de bewoners? K: Nou, ik ben niet zo’n bewoner die naar elke inspraak avond gaat. Ik ben zelf ambtenaar op het gemeentehuis geweest en ik weet dat de inspraak volgens de wet moet maar ik weet ook dat er weinig in te spreken valt. Maar het moet, en daar houden ze rekening mee maar dat is allang besproken dus ik ga daar niet meer heen.
153
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Toeristisch beleid C: U antwoordt oneens of u vindt dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, kunt u dat uitleggen? K: Ja dat heeft die Hoevenagel nog eens bedacht die oude wethouder die nu in Den Haag zit. Die is nu bezig met Den Haag op de kaart. Ik zie die mensen op het museumplein wel eens met die tekst. Maar ik geloof niet dat Amsterdam meer in the picture is gekomen. Ik merk het ook niet aan mijn buitenlandse vrienden dat die er meer van weten. C: Volgens u komt het niet echt over? K: Nee. C: U vindt het niet vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? K: Nee hoor ik denk dat weinig mensen erop reageren. C: Van u mogen er dus nog wel meer toeristen naar Amsterdam komen? K: Precies, die mensen lopen hier een paar dagen in de stad. Daar wordt zo’n stad toch levendig van, er moet reuring in de stad zijn. De stad is geen museum. Het kost alleen een heleboel geld maar dat wordt er ook mee verdiend. Die taxichauffeurs mopperen altijd dat alles openligt maar wat denk je met al die auto’s en mensen. C: U bent het grotendeels eens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? K: Ik zou het niet weten wat het inhoudt. C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid? K: Nee, alsjeblieft niet zeg. Wat weten bewoners nou, die tutten altijd zoveel. De meeste mensen denken alleen maar wij onder elkaar, nee hoor geen inspraak wel in sommige zaken maar niet in dit waar ze geen verstand van hebben. C: U vindt niet dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam? K: Welnee, wat moet je nou in een ander stadsdeel doen. Je gaat toch niet naar Slotervaart ofzo wat moet je daar nou doen daar is niks te beleven, zelfs de mensen die er wonen vinden het al saai en die trekken naar de stad. Je moet toch naar het hart van de stad waar die historie en de grachten en musea zijn. Laat die stadsdelen toch die stadsdelen zijn. Het centrum heeft een hele andere functie. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? K: Spontaan komt naar boven: Laat het zoals het is, ik heb daar niets op aan te merken en ja zorg dat er bedden zijn voor mensen, maar daar zijn ze al mee bezig. Maar ga die kantoren die leegstaan gebruiken als hotelkamers. Er staan er zoveel leeg en als je er mooie kamers van maakt, en die kantoren staan meestal dichtbij het openbaar vervoer enzo. Dus die zijn ook goed bereikbaar.
154
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 1 Amsterdam Wallengebied Jurriaan Doets, De Zeedijk 134D Woensdag 9 April 2008 13.00 uur C: Je woont al 10 tot 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? J: Dat is inderdaad een bewuste keuze geweest. Ik woon nu 12 jaar in het centrum van Amsterdam en al 5 jaar in deze woning. De levendigheid van de stad trekt mij aan en daarom woon ik hier. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? J: Ik moet eerlijk zeggen dat mij over de laatste 5 jaar niet direct is opgevallen dat het toerisme is gegroeid. Ik heb het hier altijd al druk gevonden maar dat is ook wel gezellig. Ik woon in een erg drukke straat en kijk uit op een druk plein en dat is al die tijd al zo geweest. Ik merk wel dat er veel toeristen rondlopen vooral Engelsen, misschien dat het aantal Engelse toeristen gegroeid is. Trots C: Het geeft je een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kun je dat toelichten? J: Ik ben in die zin trots dat Amsterdam toeristen trekt omdat ik het zelf ook een mooie stad vind die uniek is. Ik ben trots dat ik hier woon en daarom ook wel trots dat Amsterdam toeristen trekt. Ook al is dat toerisme niet altijd positief als je kijkt naar de overlast. C: Je woont niet graag in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom niet? J: Het is niet zo dat ik hier niet graag woon maar het gaat er meer om dat ik dit stadsdeel ook zou waarderen als er geen toerisme was of minder toerisme. Van mij hoeft het niet populair te zijn ik woon hier gewoon graag. C: Herken je de toeristen duidelijk, en kun je verschillende soorten toeristen onderscheiden? J: Ik kan inderdaad de toeristen onderscheiden maar het meest opvallend zijn de toeristen die overlast veroorzaken zoals schreeuwende, dronken Engelsen. Cultuurtoeristen bijvoorbeeld daar heb ik eigenlijk geen last van dus merk ik daar weinig van. C: De waardering van (dag)toeristen voor jouw buurt zorgt er niet voor dat je jouw buurt meer waardeert, kun je dit uitleggen? J: Ik ben sowieso al trots op mijn buurt omdat ik het een mooie buurt vind en het is niet zo dat ik dat meer waardeer omdat toeristen er ook waardering voor hebben. C: Je bent het oneens met de stelling dat je wilt dat toeristen van jouw buurt genieten? J: Ja, toeristen mogen van mijn buurt genieten als zij zich er ook netjes gedragen. Wanneer het te druk wordt zoals nu het geval is, en de grens bereikt is dan vind ik de
155
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
stelling niet meer belangrijk dan zorgt toerisme alleen maar voor ergernis. C: Je antwoordt neutraal op de stelling of je een toerist graag wat extra uitleg over de buurt zou geven? J: Eigenlijk wordt er niet zo vaak om de weg gevraagd, dat zal maar 1 keer per 2 weken bijvoorbeeld zijn en als een toerist mij de weg vraagt zal ik niet direct hele verhalen over mijn buurt vertellen. Toeristen in uw stadsdeel C: Je antwoordt neutraal op de stelling of je het fijn vindt dat toeristen in je directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kun je dit uitleggen? J: Ik heb niet het idee dat het toerisme echt meer zorgt voor veiligheid en sociale controle, dat is er voor mijn gevoel wel de hele dag door maar ik vind het lastig om te zeggen of dit door het toerisme komt. C: Je sluit je woning niet steeds meer af voor toeristen, kun je dit toelichten? J: Nee ik sluit mijn woning niet meer af, ik kijk zelf ook graag naar buiten en ik moet zeggen dat het meevalt met gluurders want ik woon op 4 hoog natuurlijk. Maar toch zou ik mijn woning niet meer afsluiten, dan laat je je belemmeren in je eigen vrijheid vind ik. C: Je vindt dat toeristen je privacy erg verstoren? J: Ik ben het daar mee eens omdat toeristen zorgen voor veel overlast zoals geluidsoverlast tot ’s avonds laat. Vooral in het weekend heb ik erg last van geluidsoverlast omdat ik dicht bij de cafés zit. In dat opzicht wordt mijn privacy verstoord, verder heb ik niet zoveel last van toeristen. C: Je hebt liever niet dat toeristen in jouw directe woonomgeving aanwezig zijn, waarom niet? J: Door geluidsoverlast, bijvoorbeeld de Engelse supporters merk ik dat ik erg dicht op de toeristen zit om het zo maar te zeggen. Er is natuurlijk onderscheid in het soort toeristen ik wil niet alle toeristen over een kam scheren, maar over het algemeen valt het negatieve aan het toerisme natuurlijk op en door die geluidsoverlast vind ik het soms vervelend dat toeristen in mijn directe woonomgeving aanwezig zijn. C: Je ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want je antwoord met neutraal, kun je dit toelichten? J: Verblijfstoeristen zijn vaak wel de schreeuwende Engelsen die ik eerder al noemde maar er kunnen net zo goed dagjesmensen zijn die een vrijgezellenfeest hebben of iets dergelijks en daar ondervind ik net zoveel overlast van, het ligt dus weer aan het soort verblijfstoeristen of dagtoeristen. C: De huidige omvang van het toerisme stoort jou omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom? J: Ik merk het vooral weer aan de geluidsoverlast en de te drukke koopzondagen dat de grens van het toerisme bereikt is. Wat mij betreft moeten er zeker niet meer toeristen naar het centrum van Amsterdam komen. C: Onderneem je actie om toeristen te vermijden? J: Nou eigenlijk niet maar ik zoek het ook niet op. Ik ga bijvoorbeeld niet op zondag
156
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
winkelen dat vind ik te druk. Toeristen in Amsterdam C: Je vindt dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? J: Ik heb het idee dat er erg veel naar het toerisme wordt gekeken en dat daar het beleid op wordt aangepast. Aan de andere kant wordt er natuurlijk ook wel naar de bewoners geluisterd ik heb niet echt het idee dat wij als bewoners heel erg achtergesteld worden. C: Je antwoordt meerdere malen neutraal bij de stellingen over routes en bewegwijzering voor toeristen, kun je uitleggen waarom? J: Ik weet het niet zo met die routes en bewegwijzering, de toeristen lopen toch wel waar zij dat willen en ik kan daar niet echt een mening over vormen. C: Maar vind je dat de toeristen beter geïnformeerd moeten worden over toeristenroutes? J: Eigenlijk is mijn mening daarop ook neutraal, ik weet niet in hoeverre toeristen nu geïnformeerd worden maar ik denk dat die routes niet echt zin hebben. C: Je geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kun je dit uitleggen? J: Omdat ik vlakbij een plein woon, de Nieuwmarkt, heb ik in de wintermaanden niet zoveel last van toeristen. Toeristen zijn er wel maar ze zitten niet schreeuwend en lam op de terrassen en dat is in de zomer wel het geval. Evenementen, festivals en de koopzondag C: Je vindt dat het organiseren van festivals en evenementen ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom? J: Ik ga zelf ook wel eens naar evenementen, ook hier op de Nieuwmarkt en heb daar geen last van de toeristen want ik vermaak mij daar zelf ook prima. Ik bezoek meerdere evenementen en festivals dus ik ben daar wel tevreden over. C: Je bent het oneens met de stelling dat evenementen zoveel toeristen aantrekken dat je liever niet gaat, komt dat omdat je geen last hebt van toeristen of is er een andere reden? J: Zoals ik op vorige vraag geantwoord heb, vind ik toeristen inderdaad niet vervelend op evenementen die ik zelf ook bezoek. Misschien dat ik mij dan anders instel. C: Je vindt het fijn dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kun je dit toelichten? J: Ook al winkel ik zelf niet zo graag op zondag ik vind het toch handig dat de winkels open zijn voor het geval ik toch iets nodig heb. C: Je gaf aan dat evenementen in jouw buurt zorgen voor veel overlast, waarom precies? J: Alleen de geluidsoverlast vind ik erg storend. De stadsreiniging doet prima zijn werk dus daar heb ik niks over te klagen
157
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: Hoe word je als bewoner geïnformeerd over evenementen en festivals in jouw wijk? J: Dat wordt netjes geregeld. Volgens mij krijgen we bij elk evenement die overlast kan veroorzaken een brief in de bus. Ook als er bijvoorbeeld filmopnames zijn wordt dit aan ons gemeld, dat is prima geregeld. C: Heb je wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? J: Nee dat niet. Op zich stopt de ergste overlast wel rond 12 uur. C: Vind je dat het stadsdeel genoeg rekening houdt met wensen van bewoners? Ja op zich wel, ik denk niet dat er erg veel inspraak is maar ik denk wel dat er rekening met de bewoners wordt gehouden. Toeristisch beleid C: Je vindt dat de City marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, waarom dan? J: Door die campagne wordt duidelijk dat Amsterdam meer te bieden heeft dan drugs en prostitutie. Er worden wellicht andere toeristen aangetrokken en het imago verbetert. C: Je vindt het wel vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? J: Ja, de campagne kan natuurlijk gericht zijn op de groei van het toerisme maar wat ik dan weer vervelend vind is dat er ook overlast veroorzakende toeristen bij komen. Het is vooral dat het type toerist mij veel uitmaakt, als het zonder overlast kan is het minder erg. C: Je geeft een neutraal antwoord op de stelling dat je het grotendeels eens bent met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? J: Ik weet niet zo goed wat het toeristisch beleid van Amsterdam precies inhoudt, daarover zou ik wel meer geïnformeerd willen worden over wat er in de toekomst gebeurd met het toerisme. C: Je vindt niet dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het beleid? J: Nee, niet echt nee. Alleen beter informeren misschien en de bewoners op de hoogte houden van alle plannen. C: Je vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denk je dan? J: Ja ik denk dat er meer festivals op andere plaatsen in de stad moeten plaatsvinden waardoor de druk op de stad iets meer afneemt. Dan zou het toerisme meer naar Oud Zuid verspreid kunnen worden bijvoorbeeld. C: Als je een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou je dan aanbevelen? J: Wat ik belangrijk vind is dat er niet meer zo gefocust wordt op de toename van het toerisme. Ik vind dat de limiet bereikt is. Spreiding van toerisme zou dan ook mijn aanbeveling zijn want de toeristen blijven denk ik toch wel komen. Wat mij ook wel een goed idee lijkt, maar ik weet niet of dit betrekking heeft op het toeristisch beleid, is om de Nieuwmarkt autovrij te maken. Er is daar best wel een parkeerprobleem ik moet soms 3 kwartier rondrijden voordat ik een parkeerplaats heb.
158
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 2 Amsterdam Wallengebied Bart Uitdenbogaart, De Zeedijk 42 1 hoog Woensdag 9 April 2008 14.00 uur C: U woont al 10 tot 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? B: Nee, ik woon nu iets langer dan 10 jaar hier in Amsterdam en dat is geen bewuste keuze geweest. Mijn partner woont hier al 25 jaar en ikzelf was wellicht in een andere buurt gaan wonen. Ik was het file rijden zat en daarom is Amsterdam wel een ideale plek. Het openbaar vervoer is hier prima geregeld ik heb echt geen auto nodig het Centraal Station is hier natuurlijk vlakbij. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? B: Ja, enorme toename. Door de drukte op straat merk ik dat. Het gaat van kleine overlast naar grote overlast. Kleine overlast bijvoorbeeld de rolkoffers die je door de hele straat hoort rollen. Dat is bijna oorverdovend. Grote overlast is horecaoverlast. Dat is met name de groepen Britten. Dat is iets van de laatste jaren. Toen ik hier 10 jaar geleden kwam was dat nog niet zo. Ze waren er 10 jaar geleden wel dan was er eens in de maand een vrijgezellenparty maar nu is het heel erg geworden. Hele voetbal en rugbyteams die zich een weekje gaan uitleven in Amsterdam. Het is een echte groepscultuur. Het zijn 18 mannen ze komen dan dronken aan en gaan dronken weg. Zuipen, blowen en naar de hoeren dat is wat zij doen. Trots C: U geeft een neutraal antwoord op de stelling of het u een gevoel van trots geeft te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? B: Het woord trots vind ik sinds Rita Verdonk moeilijk. Wat wil je weten? Ik hou van deze buurt, de geschiedenis en de historie. Het is niet mijn prestatie dus trots vind ik lastig. Het gevoel trots suggereert dat je een prestatie levert vind ik. Trots is iets persoonlijks dat is niet mijn gevoel. C: U woont niet graag in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom niet? B: Dat is niet de reden waarom ik hier graag woon. Je kunt wel denken aan dingen zoals het goede openbaar vervoer en de schoonheid van de omgeving daarom woon ik graag hier. Er is ook een andere kant van de medaille. C: Herkent u de toeristen duidelijk, en kunt u verschillende soorten toeristen onderscheiden? B: Ja, ik kan heel goed onderscheid tussen Engelsen en Amerikanen maken. Britten onderscheiden zich in uniformiteit in kleding en gedragen. Ik vind het jammer dat het toerisme van de Amerikanen ingestort is. Als de landbouwbeurs in de Rai is krijg je hier de provincie. Dat is zuipen zuipen zuipen en hetzelfde niveau als de Britten. De agressie en de groepscultuur komt dan naar boven. Het is intimiderend. Een groep van 20 man die schreeuwend door de buurt trekt geeft een onaangenaam gevoel.
159
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: De waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt zorgt ervoor dat ik mijn buurt meer waardeer, hierop antwoordt u neutraal kunt u dit uitleggen? B: Het feit dat ik mijn buurt erg waardeer staat los van het toerisme. Het toerisme heeft zelfs een bepaalde negatieve impact. Ik ben trots op de stad maar niet direct op het toerisme. Ik vind dat zoveel mogelijk mensen van deze mooie binnenstad moeten kunnen genieten. Maar het is een bepaalde vorm van toerisme die de overhand heeft. Ik vind dat het hier geen LLoret aan de Amstel moet worden! De vraag is welke toeristen je wilt aantrekken, en hoe het voor iedereen zo aangenaam mogelijk kan zijn. De kreet van de gezonde balans tussen wonen werken en recreëren is alleen nog maar een holle kreet. De balans die laten ze nu gaan en dat vind ik triest. Er zijn meer economische activiteiten die verder ontwikkeld kunnen worden hier in deze buurt. Alleen de snelle groei van de economie vindt men belangrijk. Venetië is echt het schrikbeeld voor Amsterdam. Alleen maar souvenir winkels in de binnenstad het is net een pretpark en er wonen bijna geen mensen meer in het centrum. De bewoners trekken zich allemaal terug. C: U antwoordt neutraal op de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? B: Ik vind wel dat ze kunnen genieten. Maar ik vind niet dat Britten hier moeten komen kunnen zuipen. Dan voel ik mij wel een met de andere toeristen omdat ik het ook voor hen vervelend vind. Toeristen mogen van mijn buurt genieten als zij zich ook maar gedragen. En dat geldt vooral voor de Britten. C: U bent het eens met de stelling of u een toerist graag wat extra uitleg over de buurt zou geven? B: Ja. Ik word niet heel veel aangesproken door toeristen. Zegmaar eens in de 2 weken. Toeristen in uw stadsdeel C: U bent het oneens met de stelling dat u het fijn vindt dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kunt u dit uitleggen? B: Het kan ook intimiderend zijn en overlast veroorzaken. Dus het is dubbel vandaar dat ik neutraal reageer. C: Welke overlast is nou echt het ergste? B: Dat is geluidsoverlast. Schreeuwen, zingen. C: U sluit uw woning steeds meer af voor toeristen, kunt u dit toelichten?. B: Dat weiger ik. C: U geeft hier wel aan het eens te zijn met de stelling kunt u dat uitleggen? B: Nouja ik doe wel mijn gordijnen dicht maar dat had ik anders ook wel gedaan. Je kijkt bij de buren anders ook recht naar binnen het gaat om de algemene privacy. C: Kunt u uitleggen waarom u vindt dat toeristen uw privacy verstoren? B: Ja nou kijk ik kan zomers niet op een mooie dag achter bij het raampje zitten want wij hebben hier natuurlijk geen balkon. En als ik daar ga zitten heb ik grote kans dat die Britten gaan joelen daar op het terras.
160
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U heeft liever niet dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn, waarom niet? B: Ja dan denk ik ik hoef ze niet hier voor mijn deur te hebben. We krijgen hier ook rondleidingen van allerlei gidsen. Dan staan ze hier op het hoekje over een legende te vertellen en die gidsen doen alsof het waar is maar dat toerisme verzint ook gewoon van alles. Na 10 keer is dat leuks geweest dan ken ik het hele verhaal uit mijn hoofd. C: Toeristen in het algemeen heeft u dus geen problemen mee maar niet direct hier voor uw deur? B: Precies en de mate daarin is belangrijk. Het is op een gegeven moment gewoon teveel. C: U ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want u antwoordt met neutraal, kunt u dit toelichten? B: Ik weet wel wat het onderscheid is maar het is allebei. De landbouwbeurs is een dagtoerist en de Britten verblijfstoeristen. Die zijn allebei heel irritant en zorgen voor overlast. C: De huidige omvang van het toerisme stoort u omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom? B: Ja het gaat mij dan inderdaad om de sociale cohesie, de mensen die hier niet lang wonen en snel weggaan. De groenteboer is hier weg, de bakker is weg, dat vind ik vervelend. Alles voor het toerisme. De minisupermarkten schieten uit de grond daar heb je als bewoner niks aan want het is te duur voor de bewoners. C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden, bijvoorbeeld een andere fietsroute of iets dergelijks? B: Ja ik hou daar wel rekening mee. Als ik echt iets moet dan hou ik er niet echt rekening mee. Maar als ik met de fiets ga, denk ik wel aan de drukke straten. Als ik haast heb ga ik niet zitten bellen met de fiets dan neem ik het voor lief. Als ik haast heb vermijd ik die routes. Toeristen in Amsterdam C: U vindt dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? B: Daar ben ik het mee eens. Het gaat ook niet openlijk. We krijgen een herprofilering van de Zeedijk. De Amsterdammertjes gaan weg en er is geen bewoner die erom gevraagd heeft. C: U wilt niet dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden, waarom niet? B: Ik vind dat debilisering van het toerisme. Dan gaan mensen alles voorkoken. Een kaartje in de hand of onder leiding van gidsen. Het leukste is zelf dingen ontdekken vind ik. Maar omdat alles massaler wordt levert dat voorgekookte routes op. Ik zit dus midden in een route (de Zeedijk). Gaat het straks zover dat er open dagen zijn dat toeristen bijvoorbeeld in de werkkamertjes van hoeren mogen kijken? Nee ik ben dan toch voor het vrij laten rondlopen.
161
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kunt u dit uitleggen? B: Ik vind dat de grenzen groter worden. Er is alsmaar minder sprake van seizoenen. Pasen en hoogtijdagen is het drukker maar dat is niet meer echt. De backpakkers komen het hele jaar door. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? B: Ja ik vind dat er al best wel veel in de openbare ruimte is. Er zijn al specifieke looproutes. Ook over de Wallen. Dus dan denk ik hoe groot wil je het hebben. Nu zijn het kleine bordjes maar willen ze dat 10 keer zo groot dan verpest je weer het aanzicht. C: Ook antwoordt u neutraal op de stelling of u wilt dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes? B: Ja ik heb daar eigenlijk geen… ik vind het nadeel als je hele strakke routes maakt dat je dan een soort van trein krijgt die door Amsterdam rondrijdt. Ik zou het als toerist ook niet leuk vinden om in een file rond te lopen. Je ziet dat als er een cruiseboot aanmeert dat er een hele slurf aan mensen langskomt. Daar heb ik medelijden mee. Mensen moeten zelf kunnen ontdekken. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt dat het organiseren van festivals en evenementen voor Amsterdammers geen verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom? B: Ja er zijn al heel veel evenementen. Het zijn alleen maar dekmantels om de horeca omzet te bezorgen. De Aprilfeesten op de Nieuwmarkt is van oudsher voor de buurt. Ik mijd niet alles. C: Evenementen en festivals trekken zoveel toeristen aan dat u liever niet gaat? B: Nouja Koninginnedag ben ik weg zoals zoveel mensen dan ga ik echt buiten de stad. C: U bent neutraal over de stelling dat u het fijn vindt dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? B: Ja en nee. Ik ga wel eens wat halen op zondag maar ook niet vaak ik ben sowieso geen grote koper. C: U geeft aan dat evenementen in uw buurt zorgen voor veel overlast, waarom precies? B: Herrie, en ook rommel. Ze laten de junks die in een project zitten de boel opruimen dat heet geloof ik het Outlook project. C: Hoe wordt u als bewoners geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? B: Ik ken alle evenementen al. We worden niet specifiek als bewoner geïnformeerd maar in de buurtkrantjes lezen we daar wel over. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? B: De politie heb ik een keer gebeld toen een Britse toerist hier tegenover op het terras coma gezopen had en zijn maten hem in elkaar geslagen hadden. Die matroos lag in coma en de politie wilde niet komen, en de volgende dag mocht ik wel getuigen voor de
162
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
marechaussee. Maar bij evenementen weet ik dat het druk is dus zal ik geen klacht indienen dan hou ik daar ook wel rekening mee dat het overlast kan veroorzaken. Toeristisch beleid C: U vindt niet dat de City marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, waarom niet? B: Nee want ik vind het plat en 1 dimensionaal. Wat zegt dat I Amsterdam nou. C: U vindt het wel vervelend dat Amsterdam door middel van een City marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? B: Ja, ik zou graag willen dat het Amsterdam Tourist Board na gaat denken over wat voor toerisme. Ik wil dat zij die informatie ook tot zich nemen. Het is gewoon allemaal 1 dimensionaal. Er wordt niet gekeken of het allemaal nog wel kan. De openbare ruimte is bezet er hoeft maar een keer iets te gebeuren er breekt paniek uit en de hulpdiensten kunnen niet eens meer komen. C: U bent het oneens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? B: Het is nogmaals te 1 dimensionaal en niet doordacht. Het is gericht op zo snel mogelijk en zo veel mogelijk geld uit die toeristen te trekken. Het voegt zo weinig toe voor bewoners en de toeristen die hier willen genieten. Je kan toeristen ook niet 6 uur in de rij laten staan voor bijvoorbeeld een Anne Frank huis. Ik denk ook aan de toeristen. Als de Chinezen straks meer gaan reizen worden de rijen nog langer met toeristen. C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het beleid? B: Ja, bewoners hebben ook ideeën. Ik heb mijn bedenkingen maar het is niet perse negatief ik wil iets bijdragen. C: U vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denkt u dan? B: Iemand die ik ken in de oostelijke binnenstad zegt onze buurt zou wel iets kunnen verlevendigen. Sommige buurten zijn eenzijdig en weinig reuring dus het kan nog beter in balans gebracht worden. Door de 1000 hotelkamers erbij in het Centrum zal de vraag alleen maar toenemen en wordt het steeds drukker. Dat kan beter verspreid worden. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? B: -1 van de tips die ik wil geven is probeer eens onderzoek te doen naar de situatie in Venetië. Dat is een schrikbeeld. Daar wonen in het Centrum geen mensen meer. Er is ook een boek over geschreven van Michel Houellebecq dat heet Platform. - Mijn belangrijkste punt is zorg dat het toeristisch centrum divers blijft en niet alleen maar toerisme maar ook andere activiteiten. Waardoor het ook voor toeristen en ondernemers aantrekkelijk blijft.
163
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 3 Amsterdam Wallengebied Paul Woltering, Oudezijds Voorburgwal 85 Donderdag 10 April 2008 15.00 uur C: U woont al langer dan 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? P: Ja een zeer bewuste keuze. Ik ben hier geboren en getogen en vind het een mooie stad. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? P: Ja de toename is duidelijk. Natuurlijk door veel meer mensen op straat en daarmee ook veel meer lawaai. Vooral de laatste jaren zie ik veel groepen toeristen. Ook Nederlandse bedrijven die aan teambuilding doen en daarbij de Wallen gaan bezoeken is een voorbeeld, niet alleen de buitenlandse toeristen. Trots C: Het geeft u een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? P: Zeer mee eens ja, ik ben gewoon trots op mijn wijk ik vind het een mooie wijk. C: U woont graag in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom? P: De binnenstad is een mengsel van allerlei soorten mensen dat vind ik bijzonder. Het is leuk dat Amsterdam toeristen aantrekt maar het moet natuurlijk wel gezellig en redelijk blijven. C: Herkent u de toeristen duidelijk, en kunt u verschillende soorten toeristen onderscheiden? P: Ja, ik herken toeristen duidelijk. Toeristen lopen dan met kaartjes van de stad en ze kijken of ze verdwaald zijn. Ook schreeuwen sommige toeristen hard en zijn ze vaak afwijkend gekleed. En vooral de grote groepen toeristen daar kun je niet omheen. C: U antwoordt neutraal op de stelling of de waardering van (dag)toeristen voor uw buurt ervoor zorgt dat u uw buurt meer waardeert, waarom? P: Ik heb geen toeristen nodig om mijn buurt meer te waarderen dat doe ik toch wel dat is niet vanwege het toerisme. C: U bent het eens met de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? P: Als toeristen komen moeten ze natuurlijk genieten van mijn buurt. Wel moeten zij zich natuurlijk aanpassen zodat bewoners ook nog van de buurt kunnen genieten. C: Als een toerist u de weg vraagt geeft u graag wat extra uitleg? P: Ja zeer mee eens ik word vaak om de weg gevraagd en dan geef ik graag uitleg. Soms zit ik met mijn vrouw op een terras en dan komt er een Italiaan of een andere buitenlandse toerist om mijn vrouw om onzedelijke dingen te vragen dan zeggen ze dat ze wel van oudere dames houden.
164
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Toeristen in uw stadsdeel C: U vindt het fijn dat er toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kunt u dit uitleggen? P: Eigenlijk voel ik mij niet bepaald veiliger omdat er toeristen zijn ik zie daar geen verband tussen. C: U sluit uw woning niet steeds meer af voor toeristen, kunt u dit toelichten? P: Mijn woning is te hoog en de sport hier in Amsterdam is natuurlijk door de ramen kijken dus dat doe ik ook. C: U vindt dat toeristen uw privacy verstoren? P: Ja altijd als er mensen komen verstoren ze mijn privacy vind ik. Het is niet direct storend maar toeristen staan wel op mijn stoep om foto’s te maken van de kerk aan de overkant en dan verstoren ze inderdaad mijn privacy. C: U bent het oneens met de stelling of u liever niet hebt dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn, waarom niet? P: Ik vind toeristen prima en wel gezellig. Het is zonde van de energie om alleen maar te klagen over dat toerisme en zonde om daar tijd in te steken want het blijft toch wel bestaan. C: U ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want u antwoordt met neutraal, kunt u dit toelichten? P: Ik zie vaak geen onderscheid, toeristen zijn toeristen. Groepen die voor evenementen komen zijn ook wel eens vervelend dan lopen er veel toeristen in groepen rond. C: De huidige omvang van het toerisme stoort u omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom? P: Het ligt natuurlijk niet alleen aan de toerist maar ook aan de voorzieningen. Ik vind niet perse dat het voor teveel druk zorgt maar het is inderdaad wel eens erg druk in de stad dat is zeker. C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden? P: Op de fiets ga ik inderdaad wel eens een andere route, niet midden door de drukte maar dat vind ik ook geen enkel probleem dat hoort erbij. Maar bijvoorbeeld de koopzondag vermijd ik zeker niet dat is de zege van Amsterdam! Toeristen in Amsterdam C: U vindt niet dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? P: Oneens inderdaad want ik vind dat de bewoners best veel inspraak hebben. C: U wilt wel dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden? P: Mee eens ja dat zou best handig zijn. Maar dan geen grote groepen door heel Amsterdam want dat kan Amsterdam gewoon niet aan. De stegen en bruggen zijn te smal want dan kunnen er totaal geen bewoners of fietsers meer langs. Gedisciplineerde toeristen zijn meer dan welkom en dan is het leuk als er speciale routes zijn.
165
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kunt u dit uitleggen? P: Het is gewoon heel erg druk ook al vervagen de hoog en laagseizoenen wat meer. Maar echt storend vind ik het niet hoor. Niet op een negatieve manier dat de stad wordt overgenomen. C: U vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? P: Ja, als je toerisme aantrekt moet er ook een duidelijke bewegwijzering zijn en dat ontbreekt nu wel eens. C: U wilt ook dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes? P: Ja ik vind dat de toerist beter de basisregels uitgelegd moet krijgen. Zoals niet met z’n 80-en op een brug staan omdat er dan geen doorstroming is. Als ik op mijn fiets rij kan ik elke dag wel 12 toeristen dood rijden omdat ze totaal niet weten hoe het werkt hier in Amsterdam. De Engelsen kijken de verkeerde kant uit en die rij ik dan ook bijna aan met de fiets. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt dat het organiseren van festivals en evenementen ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom? P: Ik bezoek zelf ook wel eens evenementen en vind het leuk. Ik heb geen last van de toeristen maar dat is ook een kwestie van karakter. Sommige mensen blijven maar klagen over die toeristen dan kun je niks meer doen. C: U bent het eens met de stelling dat evenementen zoveel toeristen aantrekken dat u liever niet gaat? P: Sommige evenementen passen gewoon niet bij mij en vind ik te druk daar ga ik dan ook niet heen. Maar ik ga zelf natuurlijk wel naar sommige evenementen en dan heb ik er geen last van. C: U vindt het fijn dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? P: Nogmaals de koopzondag is de zege van Amsterdam. Ik maak er gebruik van en vind het gezellig. Moet van mij echt niet verminderd worden. C: U gaf aan dat evenementen in uw buurt zorgen voor veel overlast, waarom precies? P: Op Koninginnedag bijvoorbeeld is er veel boortverkeer en dat stoort mij. Met geluidskanonnen en dat soort dingen dat lijkt mij toch niet nodig. Vooral die harde muziek op boten vind ik dus minder. C: Hoe wordt u als bewoners geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? P: Ik kan alles zelf via Internet bekijken en via stadsbladen daar staat ook alles in. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? P: Ja over de hoerenkasten hier naast mijn huis. De Engelsen staan dan te joelen voor mijn raam en dan bellen mijn buren vooral vaak de politie. Hier wordt dan eigenlijk niks aan gedaan. Vroeger kende ik de hoeren en wist ik de meiden bij naam en gaven ze
166
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
mijn kinderen bijvoorbeeld wel eens wat geld. Nu zijn het allemaal buitenlandse prostituees en is het allemaal veranderd. C: Vindt u dat het stadsdeel voldoende rekening houdt met de wensen van de bewoners? P: Ik heb niks met de politiek want er wordt vaak weinig aan gedaan. Ik ben dus niet echt een vriend van de politiek en denk dat er niet altijd evenveel rekening met bewoners wordt gehouden. Toeristisch beleid C: U vindt dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, waarom dan? P: Ik kan daar niet zo goed over oordelen ik denk wel dat het overkomt in het buitenland. Het is altijd belangrijk om aan het imago te werken. C: U vindt het niet vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? P: Nee ik vind het toerisme leuk maar tot op zekere hoogte natuurlijk. Als de toeristen zich gedragen mag er wat mij betreft zelfs meer toerisme komen maar dan bijvoorbeeld meer cultuurtoerisme. C: U bent het niet grotendeels eens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? P: Dat hinkt op teveel gedachten. Het beleid wordt niet gecoördineerd want iedereen wil zijn ding doen en een sterretje op de schouder krijgen lijkt wel. C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid? P: Als inspraak staat voor daden dan zeker. Maar inspraak voor de inspraak vind ik onzin. Het duurt allemaal zo lang met de Gemeente dat ik van die inspraak weinig geloof. C: U vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denkt u dan? P: Het ligt niet aan ons om dat toerisme te verspreiden. Het is aan de toerist om te bepalen of andere stadsdelen aantrekkelijk zijn. Ik denk persoonlijk dat andere stadsdelen niet zoveel te bieden hebben, ja bijvoorbeeld het Westerpark is wel leuk maar zal nooit zoveel toerisme trekken als de binnenstad. Maar spreiding is natuurlijk wel goed zodat overal wat te doen is. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? P: Ik vind dat er meer vriendelijkheid naar de toerist uitgestraald moet worden (ook door bewoners) Toeristen moeten beter voorgelicht worden over de basisregels over wat gewenst en ongewenst gedrag is in Amsterdam, zodat de vervelende Engelsen zich misschien ook eens beter gedragen. Ook vind ik het belangrijk dat de Gemeente meer doet en minder praat over dingen die ze gaan doen. Onderneem nu eens actie!
167
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 4 Amsterdam Wallengebied Angela Koot, Oudezijds Voorburgwal 230 B1 Donderdag 10 April 2008 14.00 uur C: U woont al 10 tot 25 jaar in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? A: Ja, ik woon op deze plek ongeveer 6 jaar en daarvoor op de Prisengracht. Ik ben buiten opgegroeid. Eerst gestudeerd in Utrecht, en in Amsterdam vond ik het zo lekker dat alles zo gemixt is qua culturen. Ik heb ook op de Wibautstraat gewoont maar dat vond ik verschrikkelijk, de verkeersader. De voorkant was zo lelijk het uitzicht en de achterkant was wel prachtig. C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? A: Ik woon hier 5 jaar maar de afgelopen 2 jaar is er echt een toename van het toerisme. Vooral de koopzondag is zo druk. Ze staan tot ver voorbij in de file voor de Bijenkorf, dat vind ik niet het leukste publiek want de mensen die op de koopzondagen afkomen komen echt iets “halen” alleen maar shoppen shoppen. Engelse toeristen vind ik ook heel vervelend gewoon heel luid en onbeschaafd. Doordat de lowbudget vluchten zo opgekomen zijn, komen zij allemaal hierheen. Trots C: Het geeft u een gevoel van trots te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? A: Op zich wel, het toerisme dat hier echt komt om van het centrum te genieten vind ik erg leuk. Van de huizen en de terrasjes… maar hier wordt er zo erg gefocust op het eten en dan niet het leuke eten maar de fastfood tenten enzo. De seksindustrie wordt zo raar beheerd en ik vind het heel leuk dat het fashion gebeuren nu opkomt daar komt een ander soort toeristen op af. Meer kwaliteitstoerisme dus. C: U woont niet graag in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom? A: In zoverre, ik vind het leuk dat hier toeristen komen maar het nadeel is het bepaalde soort toerisme. Ik kan op zaterdagmiddag na 12 uur mijn deur niet meer uitkomen. Om 1 uur is het een grote stroom van toeristen die niet weten wat ze hier te zoeken hebben met een stuk pizza in hun hand. C: Herkent u de toeristen duidelijk, en kunt u verschillende soorten toeristen onderscheiden? A: Ja absoluut, vaak wel. Door het gedrag. Het komen “halen” vind ik vervelend maar als toeristen hier willen genieten dat vind ik leuk. Naar de coffeeshop gaan en hoeren kijken dat vind ik geen leuk toerisme. C: De waardering van (dag)toeristen voor uw buurt ervoor zorgt dat u uw buurt meer waardeert, waarom? A: Soms wel, ik vind het hartstikke leuk als mensen staan te kijken naar pandjes, dat vind ik enig. Dan vind ik het leuk om mensen de weg te wijzen.
168
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U bent het eens met de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? A: Ja, mits zij zich gedragen. C: Als een toerist u de weg vraagt geeft u graag wat extra uitleg? A: Ja natuurlijk, ik word hier minder aangesproken. Het toerisme dat hier komt zoekt vaak een bepaald iets. Ze zullen mij niet snel vragen omdat ik een dame ben van waar zijn de hoeren? Ik werk bij de 9 straatjes en daar wordt wel naar het Anne Frank huis etc. gevraagd daar geef ik graag extra uitleg. Toeristen in uw stadsdeel C: U bent het er niet mee eens dat u het fijn vindt dat er toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kunt u dit uitleggen? A: Nee vind ik niet. Er is natuurlijk dat er veel niet bekende mensen zijn. Dat geeft de buurt geen sociale cohesie. Dan weet ik niet of het de buren zijn of niet, eerlijk gezegd ken ik die ook niet. Er worden wel vaak buurtbijeenkomsten georganiseerd of een borrel. Zoals het Krasnapolsky hotel organiseert dat en het feit dat ze dat aanbieden is heel fijn. C: U sluit uw woning niet steeds meer af voor toeristen, kunt u dit toelichten? A: Nee, ik zit hier hoog en heb geen inkijk gelukkig. En zelf naar buiten kijken is ook de meerwaarde. C: U vindt dat toeristen uw privacy verstoren? A: Nou wel als ze midden in de nacht over de straat lopen te gillen dat is erg vervelend. Het is een doorgangsroute vanuit de kroeg. C: U bent het oneens met de stelling of u liever niet hebt dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn, waarom niet? A: Ze mogen wel aanwezig zijn als ze zich maar gedragen. Hier staat bijvoorbeeld wel eens een Russische tolk voor mijn raam die vertelt over de pandjes etc. dat vind ik leuk! Een leuk soort toeristen die komt genieten. Dan mag het best eens rumoerig zijn. C: U ondervindt meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen? A: In zoverre dat verblijfstoeristen ’s nachts blijven en daar heb ik dan ook het meeste last van. Dat zijn dan groepen maar ik vrees vooral de Engelsen. C: De huidige omvang van het toerisme stoort u omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom? A: Vind ik wel op dit moment. Ik vind het in dit stadsdeel echt teveel. C: Zou u het toerisme willen zien afnemen? A: Eerder verspreiden van het toerisme. Dat ik bijna de deur niet uitkan vind ik bizar. Ik vind het leuk als hier terrasjes zijn maar niet al die fastfood dingen. C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden? A: Nou wat ik zeg op zaterdag na 2 uur ga ik niet meer met plezier de stad in dat vind ik echt niet leuk meer met al die drukte. En de zondag ook zeker niet. Ik moet zorgen dat ik mijn auto zondag voor 11 uur weghaal anders kan ik absoluut niet meer in de stad komen. Dat is zo onwijs druk. Dat ze in de file staan voor de Bijenkorf dat is gewoon
169
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
heel vervelend dat vermijd ik. Toeristen in Amsterdam C: U vindt dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? A: Ja hier wel vind ik. Het stukje damstraat daar zit geen gewone winkel meer tussen alleen maar souvenirs winkels. Alles is op de toerist aangepast. Hele lelijke souvenirwinkels. Ik begrijp het wel de melkman verderop gaat ook dat soort lelijke souvenirs verkopen omdat hij anders niet meer van de omzet kan leven dat is wat de toeristen willen. C: U wilt wel dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden? A: Ja vind ik leuk! Op zich leuk maar niet met al die grote groepen voor een gebouw staan want dan kan er geen bewoner en fietser meer langs. Die vulgaire bachelorparty’s vind ik ook zo vervelend om nog even iets te noemen. C: Heeft u zelf een leuk idee voor een route door de stad? A: Ja ik heb zelf ook het idee gehad om iets op te zetten voor een beetje kwalitatief inkomend toerisme. Maar wat mij dan leuk lijkt is een kerkenroute. Die zijn zo divers en echt mooie gebouwen. Er zijn er zoveel in de buurt daar hoef je niet eens gelovig voor te zijn. C: U geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kunt u dit uitleggen? A: Dat vind ik ook weer overdreven…Overgenomen is zo negatief. Er zijn wel eens momenten dat je dat vindt. Als ik op vakantie ga en ik ben ergens niet meer welkom dan wordt het wel heel intolerant met z’n allen. Maar af en toe wordt het wel te gek. C: U vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? A: Ik vind het deels al leuk gedaan met die kleine bordjes. Maar alles is in het Nederlands dat verbaasd mij wel eens. Het is niet echt duidelijk. Mensen vragen mij hier wel eens waar is de Dam? Daar gaan heel veel mensen naar toe dat is het eikpunt en ook het Centraal Station. Looproutes mogen van mij wel wat meer zijn. C: U wilt ook dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes? A: Jazeker, altijd kan dat beter denk ik. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt dat het organiseren van festivals en evenementen ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom? A: Ik vind het leuk dat het er is maar maak er zelf niet veel gebruik van ik vind het te druk. Met Koninginnedag ben ik hier echt weg. Vroeger vond ik dat leuk maar nu heb ik die tijd gehad misschien heeft dat met leeftijd te maken. C: U bent het eens met de stelling dat evenementen zoveel toeristen aantrekken dat u liever niet gaat? A: Ja, er zijn zoveel toeristen en dagjesmensen en mensen van buiten Amsterdam. Het wordt altijd zo’n pokkezooi. Altijd te weinig voorzieningen. Er wordt wel steeds meer aan gedacht.
170
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U vindt het niet fijn dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? A: Persoonlijk… nee. Als de winkels open zijn ga ik ook heus wel eens naar de Bijenkorf. Maar wat mij betreft zou het minder mogen zijn. Bijvoorbeeld 2 zondagen in de maand. C: U gaf aan dat evenementen in uw buurt zorgen voor veel overlast, waarom precies? A: Ja dat is echt duidelijk. De ergste overlast, afgezien van het lawaai is de zooi. Er komt elke ochtend een schoonmaak ploeg dat is fantastisch geregeld maar wat hier heel bizar is, er zijn geen prullenbakken, op een paar plekken maar. Dat is omdat dit woongebied is maarja, het is ook een heel erg toeristisch gebied. Mensen gaan niet al die tijd een cola blikje in hun hand houden de hele straat af. C: Hoe wordt u als bewoners geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? A: Goed! We krijgen altijd iets in de bus. Dat wordt volgens mij elke keer gedaan dus dat gaat op zich altijd goed. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? A: Ja1 keer dat was echt te erg, toen was er op de Dam een dance gebeuren ivm de Tsunami. Toen gingen ze met z’n allen jumpen en stond de boel hier echt op tafel te schudden. De gebouwen trilden heel erg. Daar is dan niet over nagedacht in een buurt met allemaal oude gebouwen. Dan is er een ramp gebeurd en gaat men met z’n allen jumpen. Toen heb ik de politie gebeld en die reageerde met ja mevrouw jammer. Wat ik jammer vind is dat ondanks de vele toezeggingen, we nog steeds een algemeen nummer moeten bellen van de politie. Er was beloofd dat wij als bewoners een direct nummer zouden krijgen omdat hier in de Warmoestraat een politiebureau zit. Er is wel meer blauw op straat maar er zijn veel jonge mensen die niet zo ervaren zijn. C: Vindt u dat het stadsdeel voldoende rekening houdt met de wensen van de bewoners? A: Dat vind ik niet. Ze werken er steeds beter aan. Je hebt ook inspraakorganen, dus ik vind wel dat er gelegenheid geboden wordt. Maar bijvoorbeeld zo’n directe lijn met de politie waar al zo lang om gevraagd is, die is er nog steeds niet. Toeristisch beleid C: U vindt niet dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, waarom dan? A: Ik vind het een hele rare campagne. Ik vind het een idiote slogan alleen al. Ik ben geen stad, ik vind dat zo bedacht. Ik heb daar niets mee. Dat moet je dan een gevoel van trots geven maar ik bedoel ik hou van Amsterdam maar ik ben niet Amsterdam. Ik vind de diversiteit van Amsterdam juist erg van belang, en dat is Amsterdam maar ik ben niet Amsterdam. C: U vindt het vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? A: Ik weet dus niet of het werkt. Ik vond het ook erg lelijk op het Museumplein die tekst. Het lettertype is ook lelijk iets meer klasse zou best mogen van mij.
171
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U bent het niet grotendeels eens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom niet? A: Dat vind ik moeilijk te zeggen want ik weet niet wat het beleid echt is op dit moment. Ik zie alleen de uitwas daarvan. Ik zie minder snel de goede dingen die gebeuren dus ik vind dat een beetje moeilijk om te zeggen. Er wordt op het moment wel veel gedaan om dingen voor elkaar te krijgen zoals die inspraakorganen daar zijn ze wel goed mee bezig. Dat er dan weer zo’n Thaise massage salon komt vind ik geen verrijking dan denk ik hoe kan dat dan. C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het toeristisch beleid? A: Nou er is veel inspraak op zich. Ik vind zo’n initiatief wat jij doet op zich heel leuk. Ik ga niet echt zo vaak naar van die avonden dit soort dingen of via de email vind ik makkelijker gewoon. C: U vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denkt u dan? A: Ja, er zijn zulke mooie gebieden bijvoorbeeld de Sarphatistraat en de kant van Artis op dat is nog nauwelijks door toeristen ontdekt. Er zijn genoeg mogelijkheden. Oosterpark is ook een hartstikke leuk park, daar zou je ook meer toeristen heen kunnen trekken. Ik zou het leuk vinden als andere buurten ook meer in zicht komen. De Dappermarkt is bijvoorbeeld ook een geweldige buurt. Dan wordt het niet meer zo massaal maar meer verspreid. Ook Westerpark is fantastisch, het hoeft niet bomvol zoals het Vondelpark maar er is daar ook genoeg te doen denk ik. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? A: De koopzondag zou minder mogen bijvoorbeeld 2 keer per maand. De stad mag meer rustigere momenten hebben, wat mij betreft wat meer lucht voor de stad. De festivals zijn soms ook zo dicht op elkaar misschien kunnen die ook wat meer verspreid worden. Natuurlijk is het in de zomer mooi weer maar wat meer spreiding zou best kunnen bijvoorbeeld eind februari begin maart vinden mensen het ook leuk om dingen te doen.
172
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Interview 5 Amsterdam Wallengebied Marijke de Braal, Koningsstraat 26 E Maandag 21 April 2008 15.00 uur C: U woont al 25 jaar of langer in het centrum van Amsterdam, is dat een bewuste keuze geweest? M: Ja C: Is de toename van het aantal toeristen in uw stadsdeel voor u duidelijk merkbaar, en zo ja waaraan? M: Ja, ehm meer mensen op straat, grote groepen dus meer toeristen. Meer toeristische voorzieningen zoals goedkope souvenirwinkels en restaurantjes, raamverkoop. Trots C: U geeft een neutraal antwoord op de stelling of het u een gevoel van trots geeft te weten dat het centrum van Amsterdam aantrekkelijk is voor (dag)toeristen kunt u dat toelichten? M: Ja, nee dat interesseert me helemaal niks of het nou interessant is voor toeristen. Ik bedoel ik ben wel trots op de stad, maar toeristen liever niet. Ieder negatief ding dat in het nieuws komt zoals dat Amsterdam gevaarlijker is dan gedacht of iets dergelijks dat is koren op een molen daar ben ik alleen maar blij mee. C: U woont niet graag in een stadsdeel dat populair is voor toeristen, waarom niet? M: Ja, laat ik je vertellen in die tijd dat het tjokvol met junks zat hier was het voor mij veel prettiger wonen, absoluut. Geef mij maar een gebruikersruimte hier onder mijn huis dan een souvenirwinkel. Als ik mocht kiezen ga ik voor de gebruikersruimte ik zweer het. Ik vind het meer storend en opdringeriger die toeristen. C: Herkent u de toeristen duidelijk, en kunt u verschillende soorten toeristen onderscheiden? M: Ja die herken je absoluut C: En wat vindt u dan de vervelendste soort toeristen? M: Ik vind grote groepen Oost-Europeanen die achter een gids met een speakertje aanlopen heel vervelend. Er wordt heel veel rondgeleid met versterking ik snap niet dat dat toegestaan is en dat zijn hele grote groepen, 40, 50, 60 man die vind ik heel vervelend en de dronken Engelsen. C: De waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt zorgt ervoor dat ik mijn buurt meer waardeer, hierop antwoordt u oneens kunt u dit uitleggen? M: Ik waardeer de buurt heel erg, niet door de toeristen. Mijn antwoorden worden echt gestuurd door het feit dat ik erg veel last heb van toeristen. C: U antwoordt oneens op de stelling dat u wilt dat toeristen van uw buurt genieten? M: Ik gun het ze voor geen meter. Ze mogen best komen dat is het niet, het is niet zo dat het alleen maar van mij is. Maar het hoeft niet zo’n inbreuk te doen op alles. De horeca wordt heel slecht en heel duur, er is overlast en er is teveel. Het lijkt wel of er op elke
173
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
buurtbewoner 30 toeristen zitten ofzo. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u een toerist graag wat extra uitleg over de buurt zou geven? M: Nou, de ene keer wel en de andere keer niet. Als ze echt iets vragen dan ben ik wel redelijk hoor eigenlijk. Dan probeer ik ook advies te geven door bijvoorbeeld jonge mensen naar een beetje hip tentje te sturen en oudere mensen naar iets wat bij hen past. Het is dus niet persoonlijk bedoeld naar de toerist toe maar het gaat mij om de massa. Toeristen in uw stadsdeel C: U bent het zeer oneens met de stelling dat u het fijn vindt dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn omdat ze zorgen voor veiligheid en sociale controle, kun u dit uitleggen? M: Die junks die er eerst waren veranderen bijvoorbeeld niet iedere dag die zijn niet zo vaak vervelend maar de buurt in zijn totaliteit was veel rustiger. C: U vindt dus niet dat toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle? M: Nee nee ik zou niet weten hoe. Eerder het tegendeel, je krijgt nu weer een hoos zakkenrollers types die profiteren van toerisme daar word je al bewoner zowat ook de dupe van er valt dan veel te halen. C: U sluit uw woning steeds meer af voor toeristen, kunt u dit toelichten?. M: Nou ik woon hoger dus is niet aan de orde maar ik zou het doen ja. C: Kunt u uitleggen waarom u vindt dat toeristen uw privacy verstoren? M: Ja, in het algemeen. Niet in huis maar privacy op straat. Nouja dat weet ik eigenlijk niet daar heb ik niet echt een mening over. C: U heeft liever niet dat toeristen in uw directe woonomgeving aanwezig zijn, waarom niet? M: Ja daar ben ik het mee eens. In verband met de overlast. Zolang het binnen de perken blijft en het normaal is en ook de buurt normaal blijft dan vind ik het oke. Het is niet dat ik het ze misgun. C: 10 jaar geleden was het dus een stuk minder met het toerisme? M: 10 jaar geleden was er nog geen sprake van en 20 jaar geleden durfde je het er niet eens over te hebben. Toen was de Zeedijk afgesloten, er stonden borden van dat de politie geen verantwoording kon nemen als je de Zeedijk op ging. Toen was alles dichtgetimmerd enzo. De huren gaan nu omhoog dit wordt een A locatie, voor bewoners is dit alleen maar nadelig. Je ziet dat natuurlijk in allemaal steden. C: U ondervindt niet direct meer overlast van verblijfstoeristen dan van dagtoeristen want u antwoordt met neutraal, kunt u dit toelichten? M: Nee dat heb ik inderdaad neutraal er is geen duidelijk onderscheid. C: De huidige omvang van het toerisme stoort u omdat het zorgt voor teveel druk op openbare voorzieningen, waarom? M: Ja absoluut. C: Waaraan merkt u dat het meeste? M: Ik merk het aan het aanbod in de winkels, horeca prijs en kwaliteitsbeleid. Waar ik mij mateloos aan erger is dat we een hele grote openbare leeszaal hebben die van
174
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
gemeentegeld is betaald en als je daar zou willen Internetten dan zitten er aan die 600 computers gewoon 580 toeristen. Hier in de kleine bibliotheek ook. Het wordt bezet door toeristen. Dat staat in alle reisgidsen kijk maar in de Lonely Planet. Er is een plek op de Zeedijk waar ik heel graag kom, en op een dag is dat in een reisgids gekomen en vanaf dat moment pas ik er niet meer bij. C: Wat voor soort plek bedoelt u? M: Dat is een café Latei. En ik moet zeggen ik gun het hun dat ze flink omzetten zij blijven bij zichzelf en gaan niet opeens broodjes worst verkopen omdat dat goedkoop en makkelijk is ofzo maar het is jammer dat je niet meer gewoon kan binnenlopen. Het is te druk en er zijn wildvreemde mensen. Het is teveel geworden. Ik merk het heel erg aan de Gemeente die de grond aan het exploiteren is. Dan aan evenementen elke vierkante meter openbare ruimte daar wordt geld uit geslagen en niet ten behoeve van mensen die hier wonen en werken, maar ten behoeve van toeristen en dagjesmensen en evenementen en daar wordt heel veel geld aan verdiend. C: Onderneemt u actie om toeristen te vermijden, bijvoorbeeld een andere fietsroute of iets dergelijks? M: Nou actie ondernemen, je wordt automatisch in een positie gemanoeuvreerd waar je niet in wilt zijn. Zegmaar de cafeetjes waar ik graag kwam en waar de kwaliteit goed was die gaan troep verkopen en daar ga je dus niet meer heen, dat is niet bewust. Toeristen in Amsterdam C: U antwoordt neutraal of u vindt dat de belangen van toeristen dominant zijn bij de inrichting van straten en pleinen in Amsterdam? M: Nou bijvoorbeeld wel de souvenirwinkels die er komen, elke zondag die koopzondag en ook op het Waterlooplein allemaal rotzooi kan je daar kopen. C: U wilt niet dat er speciale themaroutes door de stad ontworpen worden, waarom niet? M: Nee dat hoeft van mij niet. Hoe minder er gedaan wordt voor toeristen, hoe beter liever dan wat er nu is hoor. Nogmaals er mogen best toeristen komen het is niet persoonlijk maar het gaat om de massa’s. Natuurlijk vind ik het leuk als ik in het buitenland ben en mensen zeggen Amsterdam is zo geweldig natuurlijk ben je daar trots op. C: U geeft aan dat Amsterdam in de lente en zomer overgenomen is door toeristen en dagtoeristen, kun je dit uitleggen?. M: Ja, heel duidelijk merkbaar. Je voelt al dagen voordat Pasen eraan komt van het wordt druk, het wordt druk. Soms zie je veel mensen en dan denk je oja de Duitse vakanties zijn in aantocht. Je realiseert het je allemaal wel maar pas later merk je de reden. C: U antwoordt oneens op de stelling of u vindt dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor toeristen? M: Dat interesseert mij geen ene moer. Kijk ik wil ze best de weg wijzen. Het wordt zo’n Madurodam met allemaal van die bordjes. Het is hier verworden tot een soort Disneyland. Het is allemaal nep en een groot attractiepark. C: U antwoordt neutraal op de stelling of u wilt dat toeristen beter geïnformeerd worden over de toeristenroutes?
175
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
M: Dat vind ik totale onzin, doorstroming, het heeft niks met elkaar te maken wat mij betreft. Je hebt in Boston zo’n soort rode streep die leidt je door de stad en dan kom je langs allerlei toeristische attracties ofzo dan geloof ik niet dat dat helpt het doet de doorstroming niet specifiek goed. Evenementen, festivals en de koopzondag C: U vindt dat het organiseren van festivals en evenementen voor Amsterdammers geen verrijking van de uitgaansmogelijkheden is, waarom? M: Ik ga bij elk groot evenement een dag eerder de stad uit. Ik verlaat ondertussen dus de stad. Zoals met Koninginnedag verlaat ik de stad, met de Uitmarkt verlaat ik de stad, met Oud en Nieuw als het even mogelijk is verlaat ik de stad ook. Maar met name Koninginnedag en de Uitmarkt. Ik ben een echte theaterliefhebber dus het is niet dat ik niet geïnteresseerd ben maar nu vind ik dat te druk, het is een NS dagtocht geworden die Uitmarkt. Je kunt ook niet meer met goed fatsoen naar een voorstelling kijken omdat er 600 mensen voor jou zijn. Daar heb ik geen zin meer in. C: Evenementen en festivals trekken zoveel toeristen aan dat u liever niet gaat? M: Ja zeer mee eens net als hierboven genoemd. Terwijl ik Koninginnedag altijd de leukste dag van het jaar vond, het is dus niet dat ik het niet leuk vind. Uitmarkt en Koninginnedag zijn twee evenementen die ik heel erg leuk vind maar het is niet leuk meer want het is veranderd. C: U bent het zeer oneens met de stelling of u het fijn vindt dat het centrum van Amsterdam elke zondag koopzondag heeft, kunt u dit toelichten? M: Nee, ik vind het heel vervelend. C: Maakt u er zelf geen gebruik van? M: Nou ik maak er zelf wel gebruik van omdat die voorziening er nu eenmaal is, dus ik ga niet principieel thuiszitten zonder melk omdat het zondag is maar ze kunnen het wat mij betreft vorige week nog afschaffen. Lang leve de zondagsrust, er mag wel een dag per week zijn dat het rustiger is. C: U geeft aan dat evenementen in uw buurt zorgen voor veel overlast, waarom precies? M: Ja, heel erg het wordt heel goed schoongemaakt vind ik dat is ook echt veranderd. Maar tussen het moment dat de afval op de grond gegooid wordt en het moment dat er schoongemaakt wordt dat moment is heel ergerlijk. Ik heb bijvoorbeeld een bootje in de gracht liggen en ze spuiten de straten schoon met een hogedrukspuit, maar dat gaat integraal mijn bootje in dat begrijp ik ook wel dat is nou eenmaal de pech dat dat bootje daar ligt maar als je ziet hoe ontzettend veel vuil er in dat bootje ligt, dat betekent dus dat het allemaal op de straat heeft gelegen en dat praat ik alleen over een bootje van vier meter. En op zich een heel goed systeem die plaskruizen wat het wildplassen deels oplost (ook een ergernis dat wildplassen, een goede vriendin van mij heeft daar 10 mensen per dag die staan te pissen). Dus die plaskruizen zijn een goed idee maar aan de andere kant te gek dat ik die oerlelijke dingen tegenkom waar in gepiest moet worden. Ga naar de straten waar die mensen vandaan komen en ga in hun straten plassen. Als het er niet staat was de Waag al ingezakt nu dus het is wel een oplossing maar het is lelijk. Dat toeristen niet de beschaafdheid hebben dat ze tegen mensen hun deuren aan gaan piesen.
176
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: Hoe wordt u als bewoners geïnformeerd over evenementen en festivals in uw wijk? M: Meestal huis aan huis post, krantje of een brief. Niet alles hoor, sommige dingen zijn al bekend zoals de Aprilfeesten maar dat weet je nog wel. Dat is ook een voorziening waar veel buurtbewoners gebruik van maken. C: Heeft u wel eens een klacht ingediend in verband met overlast? M: Nee…nee C: Vindt u dat het stadsdeel voldoende rekening houdt met de bewoners? M: Nee absoluut niet. En dat is niet omdat ik daar nu zo dik in zit ik sta niet op de barricade maar dat is wat ik ook meekrijg van andere mensen. Bijvoorbeeld podia die op een andere manier verhuurd worden dan afgesproken, waardoor er meer overlast ontstaat. Mijn algemene indruk is dat er vaak niet echt geluisterd wordt. Toeristisch beleid C: U vindt dat de city marketingcampagne I Amsterdam bijdraagt aan een beter imago van de stad Amsterdam, waarom? M: Ja nee ik denk het wel. Naar buiten toe wordt het denk ik heel charmant gebracht met zo’n slogan enzo ja. Dat doet het altijd goed. C: Maar u denkt niet dat het een ander publiek aantrekt door die campagne? M: nee ik denk niet dat je daar veel invloed op hebt. Je houdt toch bepaald publiek, verschillende soorten publiek. Publiek die komt voor cultuur maar absoluut ook een heel groot publiek die komt voor de coffeeshops. Dat ga je met zo’n slogan echt niet veranderen in een ander publiek. Als je komt om een weekend stoned te worden dan ga je echt niet opeens een weekend in het Van Gogh zitten ofzo. C: U vindt het zeer vervelend dat Amsterdam door middel van een city marketing campagne als I Amsterdam meer toeristen naar de stad trekt? M: Er wordt steeds meer gepromoot. Zoals ik al zei vind ik elk negatief nieuws over Amsterdam veel prettiger. Ik ben ook zo negatief want het water staat mij aan de lippen hoor. Ik wil ook wel eens dat het rustiger wordt. Ik wil wel eens ergens naartoe fietsen en er zitten gewoon hordes mensen voor de fiets dat is vervelend. Je functioneren wordt er gewoon best wel door belemmerd. Veel van die mensen zijn niet bereid om te denken aan dat mensen hier gewoon leven en gesteld zijn op hun privacy. C: U bent het zeer oneens met het toeristisch beleid van de Gemeente Amsterdam, waarom? M: Oneens ja. C: Kunt u opnoemen waarmee u het dan echt niet eens bent? M: Ja wat ik bijvoorbeeld niet begrijp is die Damstraat, hoe het in godsnaam komt die raamverkoop. Het is een grote snackbar geworden en je kunt alles gewoon aan de straat kopen dus het zijn allemaal open gevels waar je eten kan krijgen en dat eten wordt op straat opgegeten en de restanten worden op straat gegooid of in vuilnisbakken die vol zijn dat begrijp ik niet wat voor beleid daar achter zit. En ik heb ook het gevoel dat het terrassenbeleid niet klopt. Bij de ene zaak mogen er wel heel veel buiten zitten en bij de andere zaak niet. Daar zit een soort willekeur in die ik echt wantrouw. Officieel wonen wij niet in een corrupte samenleving maar ik heb wel eens mijn vraagtekens daarbij.
177
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
C: U vindt dat bewoners meer inspraak moeten krijgen in het beleid? M: Ja zeer mee eens. C: U vindt dat het toerisme meer verspreid moet worden naar andere stadsdelen in Amsterdam, waarom en aan welke gebieden denkt u dan? M: Ja, ja zeker. Laat ze op het Hoofdorpplein of iets… een evenementje op zijn tijd is niet erg het kan ook bijdragen aan de bloei van dat stadsdeel. Het kan best zo zijn dat het juist leuk is voor andere stadsdelen dat daar ook eens wat gebeurd. C: Als u een aanbeveling zou moeten doen aan de Gemeente Amsterdam met betrekking tot het toeristisch beleid, wat zou u dan aanbevelen? M: Nou met name stoppen met exploiteren van de openbare ruimte. Ik ben bang dat de horecatijden steeds meer verruimd worden, of vrijgegeven gaat worden. En ik denk dat de stad daar niet beter van wordt wanneer de horeca tot 6 uur ‘s ochtends open is in plaats van tot 2 uur ’s nachts. Dus ik zie daar geen voordeel maar alleen nadeel in. Dus horecatijden niet verruimen! En er is teveel horeca hier. Teveel restaurants, de Damstraat, Nieuwmarkt, Zeedijk… elk gat wat er vrijkomt dat wordt of horeca of souvenirwinkeltje waar makkelijk geld aan verdiend wordt. En weetje wat nog een aanbeveling is? Geef veel meer kans aan kleine ondernemers en dan betaalbaar. Ik weet dat het ook onbetaalbaar is hier. Ik weet niet wat dat stadsherstel aan het doen is maar die schijnen huren te vragen die je alleen op kunt brengen met horeca en dan het liefste slechte horeca want die brengt het meeste geld op.
178
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
BIJLAGE IIII : interviews sleutelfiguren Interview met Miriam Brouwer Bedrijf: Gemeente Amsterdam Economische Zaken Datum: 15 April Tijd: 16.00 uur Afgenomen door: Chantal de Raaf & Yuki Chan 1. Kunt u een korte omschrijving van uw functie geven? Nou ik ben beleidsmedewerker toerisme en congreswezen. En wil je dan ook dat ik dat toelicht? Graag Ik ben verantwoordelijk voor het maken en laten uitvoeren van beleid voor de hele stad Amsterdam voor die 2 onderwerpen. 2. In hoeverre bent u betrokken bij het toeristisch beleid? Ja dat is heel duidelijk. Er is beleid wat over de hele stad gaat, maar er is ook hotelbeleid en evenementenbeleid. Dan bedenken we voor de hele stad hoeveel hotelkamers erbij moeten komen wat voor evenementen wij willen dus daarvoor ben ik verantwoordelijk. Evenementenbeleid is sinds een jaar overgedragen aan de bestuursdienst. Maar je hebt ook op stadsdeel niveau beleid bijvoorbeeld stadsdeelcentrum maakt beleid voor de ontwikkeling van de Oostelijke binnenstad. Op stadsdeelniveau daar ben ik niet voor verantwoordelijk. 3. Zijn er andere steden in Europa of wereldwijd wiens (city marketing) beleid uw organisatie als voorbeeld nemen? Kennen jullie ons citymarketing beleid? Ja, daar hebben we het een en ander over gelezen Nou daar staat bijvoorbeeld in dat we New York als interessant voorbeeld namen toen in 2004. Wat ik sindsdien ook heb gemerkt is dat er andere steden zijn die juist naar Amsterdam kijken. De afgelopen 2 jaar heb ik vaker dit soort interviews gehouden met mensen die willen onderzoeken vanuit andere Europese steden hoe het in Amsterdam georganiseerd is. Welke steden nemen Amsterdam dan juist als voorbeeld? Nou ik weet niet of ze Amsterdam echt als voorbeeld nemen maar ze zijn in ieder geval geïnteresseerd omdat wij verder zijn vaak, hoe wij het aanpakken. Misschien dat ze wel zeggen dat het een slecht voorbeeld is en ze het niet zo gaan aanpakken dus het is voor mij een beetje lastig om een conclusie te trekken. En voor het toeristisch beleid in het algemeen is daar een bepaald voorbeeld voor? Het toeristisch beleid is heel breed, en als je kijkt wat een overheid doet aan toeristisch beleid dat bestaat uit veel dingen. Bijvoorbeeld wat ik net zei hotelbeleid daar nemen wij niet echt een andere stad als voorbeeld. Evenementenbeleid dan kun je zeggen dat we ook wel naar Rotterdam kijken. Ik zou niet willen zeggen dat wij Rotterdam als voorbeeld nemen, want het is een heel andere stad met andere wensen. Maar wel dat het een interessante stad is om te kijken hoe zij dat doen. Wat heb je nog meer…een ander deel waar wij mee bezig zijn is de spreiding van toeristen over de stad. Dat is weer een onderdeel van toeristisch beleid, maar ook waar wij niet echt een voorbeeld voor hebben.
179
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
4. Welke doelgroepen onderscheidt u bij het vormen van toeristisch beleid? Dat vind ik een beetje een lastige vraag kun je dat toelichten? Want we hebben voor de verschillende delen van het toeristisch beleid verschillende doelgroepen…waarom stel je deze vraag precies? Dan heeft het er toch mee te maken dat wij suggereren dat bewoners minder inspraak hebben en er minder naar hen gekeken wordt. Zijn er geen standaard doelgroepen die jullie onderscheiden? Nou dan kom je ook uit op bewoners, bezoekers en bedrijven. Bij het hotelbeleid is dat het geval, en bij de spreiding van het toerisme. Maar ik kan wel zeggen dat bewoners niet de belangrijkste doelgroep zijn. Als je kijkt naar hoeveel tijd erin gaat om te praten met bewoners over toeristen of iets dergelijks. Maar het is zeker wel een factor die altijd wordt meegenomen. 5. Wat is uw beeld van het toerisme in Amsterdam en de overlast die daarbij hoort? Brede vraag. Nou het toerisme groeit dat is een belangrijk feit. Dat zal ook blijven groeien 4% per jaar is de prognose als we kijken naar overnachtingaantallen. De enige feiten die wij hebben over overlast is het onderzoek van Roos Gerritsma van 10 jaar geleden. Daar is toen niet uit gebleken dat het echt wordt ervaren als negatief. Maar het is natuurlijk wel zo dat wij er rekening mee moeten houden. Als het toerisme blijft groeien en we gaan niet voldoende andere delen van de stad aantrekkelijk maken, als het toerisme in het centrum blijft concentreren, dan gaan wij er wel van uit dat dat problemen zal opleveren voor bewoners. En dat is een van de redenen, niet de belangrijkste reden, dat wij toerisme willen spreiden. Jullie voorzien dus wel een moment waarop het teveel wordt in de binnenstad? Ja, ook voor de bezoeker zelf! Dat blijkt wel echt uit onderzoek. Dat is een heel groot bezoekersonderzoek, dus hoe denken de bezoekers over de stad. De bezoekers noemen als negatieve aspect van Amsterdam op nummer 1 de vuiligheid en op nummer 2 is de drukte die ze noemen. Dus ook de toerist zelf vindt het te druk. Dat is ook weer een reden voor ons… het kan een bedreiging zijn op termijn voor de stad. 6. a. Bewoners lijken bij het vormen van toeristisch beleid vaak het ondergeschoven kindje ten opzichte van bezoekers en bedrijven. Op wat voor manier ziet u dat? Nou het ondergeschoven kindje dat suggereert dat het erg is dat bewoners minder inspraak hebben en dat ze een minder belangrijke doelgroep zijn. Kijk toeristisch beleid wordt gemaakt binnen de Gemeente met een economisch doel. Waarom doen we iets met toerisme, nou omdat het een economisch effect heeft dat mensen hier hun geld uit willen geven. Dus de maatregelen die we nemen zijn vaak op bedrijven gerichte of op musea of hotels. Dan is het middel waar we ons op richten de bedrijven, en ook de bezoekers maar het uiteindelijke doel is dat het goed is voor de stad en dus ook voor de bewoners. Dus je kan wel zeggen dat de indirecte doelgroep de bewoner is. Het hoofddoel van al het toeristisch beleid is dat het werkgelegenheid oplevert voor de Amsterdammer. Daarom is het ook politiek een interessant onderwerp, want politici willen herkozen worden en daarom is het ook een onderwerp waar politici hier best het een en ander aan willen doen omdat het werkgelegenheid oplevert en het goed is voor de Amsterdammer. b. Kunt u aangeven in hoeverre uw organisatie rekening houdt met de bewoners in het beleid?
180
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Dat hebben we hierboven natuurlijk al bespreken. Het hoofddoel van het toerisme is werkgelegenheid. Bijvoorbeeld het feit dat we toerisme willen spreiden is dan ook iets wat we doen om rekening te houden met bewoners. 7. Welke items/problemen spelen er momenteel binnen het toeristisch beleid? Dat heb ik eigenlijk net ook al opgenoemd, nou ja items dan want problemen kun je het misschien niet echt noemen. Hotelbeleid is gemaakt omdat het probleem is dat we te weinig hotelkamers hebben. Dus 9000 hotelkamers moeten erbij komen tot 2015. Voor Stadsdeel Centrum 1000 kamers tot 2015 erbij. Bijvoorbeeld binnen het evenementenbeleid speelt dat we binnen de Gemeente teveel aanspreekpunten hadden, teveel organisaties die subsidie konden verlenen aan evenementen. En omdat dat zo versnipperd was, konden wij niet goed met elkaar sturen op wat voor soort evenementen wij willen. We willen over het hele jaar heen een samenstelling van bepaalde evenementen en wat we nu hebben gedaan is het opzetten van een evenementenloket voor organisatoren die iets willen van de Gemeente. Met het doel dat we dus een beter evenementenprofiel hebben en aantrekkelijker zijn voor evenementen. En wat ik al zei die spreiding van het toerisme. Ik weet niet wat voor probleem of issue je daaraan zou moeten koppelen. Maar dat is wel iets wat voor ons gevoel heel langzaam gaat en wat voor ons gevoel heel langzaam gaat voor de Gemeente om dat voor elkaar te krijgen. Ik ben zelf nu bezig met het schrijven van een beleidsnotitie om via allerlei verschillende maatregelen dat vanuit allerlei verschillende hoeken proberen te stimuleren. Denk aan betere voetgangersbewegwijzering. 8. Welke concrete maatregelen heeft het stadsdeel op toeristische beleidsveld recent ondernomen en wat zijn de uitdagingen? Eigenlijk heb ik het net al genoemd wij zijn geen stadsdeel natuurlijk. Komen er nog uitdagingen bij kijken? Uhh… ik denk met name het hotelbeleid, de uitdaging is of wij wel voldoende goede locaties kunnen vinden. Het belangrijkste probleem is dat wij geen ruimte hebben. Elke afdeling wil wel wat binnen de Gemeente het is dan een gevecht om de ruimte. Het is belangrijk voor hotels om geschikte plekken te vinden. Niet op elke plek wil een bedrijf graag zitten. Dat is denk ik de belangrijkste uitdaging. 9. Op wat voor manier gaat uw organisatie om met klachten van bewoners, die betrekking hebben op het toeristisch beleid? Wij hebben geen klachten van bewoners. Daar zie je ook het verschil tussen de centrale stad en de stadsdelen. Het stadsdeel is het eerste aanspreekpunt voor bewoners. Dus ik kan daar verder niks op zeggen. Ik heb nou niet in beeld of er echt een probleem is. 10. Op wat voor manier meten jullie klachten van bewoners met betrekking tot het toerisme en toeristisch beleid? Doen jullie wel eens onderzoek naar de overlast of iets dergelijks? Dat zou dn bij de stadsdelen binnenkomen. Alles wordt wel geregistreerd en gerapporteerd neem ik aan. Wij worden daar als dienst ook wel een over bevraagd en dan antwoorden wij altijd dat wij geen klachten krijgen. Ik kan me goed voorstellen dat dat geregistreerd wordt. Ik denk niet dat daar onderzoek naar gedaan is. Wat ik denk dat wel speelt is dat bewoners op de Wallen wel klagen over lallende toeristen. Dat is het enige wat mij wel eens bereikt heeft maar dat is gewoon via de media. 11. Hoe informeert u bewoners van uw stadsdeel over evenementen en festivals
181
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
die georganiseerd worden? En op welke manier wordt er rekening gehouden met de bewoners tijdens grote evenementen en festivals? Dat komt niet vanuit hier dat is per stadsdeel. We hebben wel een evenementenkalender om te sturen op wat je wil maar niet ter communicatie naar bewoners. 12. Maakt uw stadsdeel/organisatie gebruik van de relatie die buurtverenigingen met de bewoners hebben, zo ja op welke manier? Ook niet dat is niet geboden voor ons. Dat is voor het stadsdeel. 13. Welke initiatieven draagt uw organisatie aan om de bewoners zich trots te laten voelen op hun stadsdeel en te betrekken bij het toeristisch beleid? Om te communiceren waarom we doen wat we doen gebruiken we bijvoorbeeld persberichten of interviews met de wethouder. Dat is misschien een manier om te laten weten aan de burgers wat wij doen aan de stimulering van het toerisme en waarom. 14. Hoe geeft uw organisatie invulling aan de city marketing campagne I Amsterdam? Eigenlijk moet je twee dingen onderscheiden. Je hebt zegmaar de I Amsterdam campagne waarmee je een bepaald profiel weergeeft. Innovatie, creativiteit en handelsgeest versterken, we denken dat Amsterdam daar sterk in is en dat willen we nog beter vertellen. Wat we doen is de slogan I Amsterdam die we koppelen aan dingen die in de stad gebeuren, die dat profiel ook daadwerkelijk hebben. Bijvoorbeeld het grachtenfestival dat is een creatief evenement. Wij geven bijvoorbeeld subsidie voor een evenement dat krijgen ze alleen als ze I Amsterdam op de posters zetten. Dat kan je ook doen bij het Westergasfabriek terrein tijden evenementen heel groot I Amsterdam of op het Museumplein tijdens evenementen. Door op plekken, producten en gebeurtenissen die er zijn te koppelen aan I Amsterdam proberen we het merk te maken. Daarnaast gebruiken wij natuurlijk als Gemeente en promotieorganisaties het logo. Wij hebben het integraal doorgevoerd in onze communicatie. Bijvoorbeeld I Amsterdam op briefpapier.
182
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Naam: Trees Tiesinga Bedrijf: Gemeente Amsterdam Centrum, toeristisch beleid centrum. Datum: 14 april 2008 Tijd: 13:00 Afgenomen door: Chantal de Raaf & Yuki Chan 1. Kunt u een korte omschrijving van uw functie geven? Ik ben account manager van de afdeling Economische Zaken, contactpersoon voor ondernemers en bedrijven van de Oostelijke Binnenstad. De hele binnenstad is onderverdeeld in 4 gebieden, ik heb de Oostelijke Binnenstad.,Daarnaast hebben wij als accountmanager, ieder een eigen onderwerp waar wij ons mee bezig houden en dat gaat over de hele binnenstad, en dat van mij is toerisme. 2. In hoeverre bent u betrokken bij het toeristisch beleid? Deze dus (Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad). In 2006 is het vastgesteld door de raad. Toen ik als account manager ben begonnen, was er eigenlijk helemaal geen toeristisch beleid ontwikkeld. Maar er was wel een strategische visie opgesteld en meer stadsdeelbrede visies. De reden daarvoor was eigenlijk de overgang van de binnenstad naar het stadsdeel. Het idee was om het nieuwe bestuur van het stadsdeel ontwikkelingsrichtingen mee te geven. Je zag in heel veel stukken in ieder geval naar voren komen dat het heel belangrijk is om de functiemenging in de binnenstad te behouden, dus werken, wonen en recreëren. Eigenlijk zat er nog meer aan vast. Het oostelijke deel van de Oostelijke Binnenstad is doelstelling 2 gebied, dus die heeft (op dit moment) de mogelijkheid om gebruik te maken van Europese subsidie omdat het een “economische achterstandswijk” is. Naar aanleiding daarvan is er een onderzoek gedaan door LAGroup, wat zijn nou de economische ontwikkelingen, en wat is de economische, toeristische potentie van de Oostelijke Binnenstad. Zij hebben dat ook gedaan voor Zeeburg en OostWatergraafsmeer. Naar aanleiding daarvan is de Oostelijke Binnenstad als gebiedsgerichte aanpak aangewezen. In het onderzoek van LAGroup zijn voornamelijk openbare ruimte projecten voorgesteld. Naar aanleiding van de visie toerisme, is het de bedoeling om Centrum Oost te gaan promoten, omdat we het toerisme willen verspreiden om de druk in de binnenstad te verminderen. Één van die componenten is het hotelbeleid. Het hotelbeleid heeft in de afgelopen 4 jaar alleen hotelontwikkeling in dit deel van de stad mogelijk gemaakt en de rest van de binnenstad zat toen op slot. Alleen een voorbeeld als hotel V op het Frederiksplein, hebben wel een bouwvergunning gekregen omdat dit hotel een hele goede impuls is voor de omgeving. 3. Zijn er andere steden in Europa of wereldwijd wiens (City marketing) beleid uw organisatie als voorbeeld nemen? Vorig jaar zijn we heel erg bezig geweest met gebiedsmarketing van de Oostelijke Binnenstad. Ondanks dat het om een heel erg klein gebied gaat, ga je toch kijken naar een voorbeeld en kijken er toch heel veel naar Barcelona. Vorig jaar was het idee, om met een paar mensen in Barcelona te gaan kijken, al is daar de aanleiding voor gebiedsmarketing de Olympische spelen geweest. Ze hebben een apart City marketing bureau met een VVV enz. Het lastige is dat wij een stadsdeel zijn en dat gaat weer binnen het geheel. Je hebt natuurlijk de I Amsterdam campagne, ga je weer binnen de binnenstad, dan ga je ook weer spreiden en dan probeer je ook weer een gebied op de kaart te krijgen. Één van de dingen is wel, kijk eens naar Barcelona en kijk wat de mogelijkheden zijn.
183
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
4. Welke doelgroepen onderscheidt u bij het vormen van toeristisch beleid? Dat is dus heel simpel, dat zijn volgens mij bewoners, ondernemers en bezoekers. Dus het is wel degelijk dat de bewoners betrokken zijn. En de bezoekers dan? In de Oostelijke Binnenstad hebben alle instellingen Artis, de Hortus, de Hermitage zich verenigd in de stichting Plantage aan het water. Wij zijn 2 jaar geleden, toen dit begon, eigenlijk met hen om de tafel gaan zitten samen met het ATCB. Het was belangrijk om het ATCB erbij te betrekken, omdat zij promotie doen van de stad. Het ACTB heeft een overkoepelend marketingplan gemaakt van dit gebied en daaronder hangen twee marketingplannen , één van de stichting Plantage aan het water die zich richt op bezoekers. Het stadsdeel richt zicht op ondernemers, we zijn bezig met hotels, restaurants en cafés deze kant op te trekken en dat is eigenlijk een beetje onze verantwoordelijkheid. Bezoekers zijn wel degelijk het doel, maar wij proberen de juiste ondernemers hier heen te trekken om zo ook de juiste bezoekers aan te trekken. Eigenlijk zit hier maar 4% van het totale horeca aanbod: hotels, restaurants en cafés in dit deel van de binnenstad. 5. Wat is uw beeld van het toerisme in Amsterdam en de overlast die daarbij hoort? Mijn beeld is dat ik me kan voorstellen, dat in bepaalde gebieden heel veel Engelse toeristen het beeld worden van de toerist. Ik kan mij voorstellen dat dat voor bewoners die daar wonen een bepaalde mate van overlast geeft. Over het algemeen is het beeld van jullie, dat het niet te vol is? Nee, je moet spreiden en je moet kijken waar je wat voor soort hotels een vergunning verleent. 6. a. Bewoners lijken bij het vormen van toeristisch beleid vaak het ondergeschoven kindje ten opzichte van bezoekers en bedrijven. Op wat voor manier ziet u dat? Ik vind het heel lastig, ik heb dus met deze visie geprobeerd de bewoners erbij te betrekken. Het is met inspraak gegaan en het plan is met de bewoners besproken, er is een werkconferentie geweest. Ze hebben wel degelijk inspraak gehad, er staan bijvoorbeeld voorstellen in van uitbreiding horeca in. En dat merk je ook weer bij het bestemmingplan Weesperbuurt, het eerste bestemmingsplan waar horeca uitbreiding ook in mogelijk is gemaakt. Je moet je voorstellen dat hotelontwikkeling eigenlijk altijd mogelijk is maar je hebt dan weer hotelbeleid wat het dan weer niet mogelijk maakt. Uitbreiding horeca past weer niet goed in het bestemmingsplan, daar is weer geen binnenplans vrijstelling voor. Wij hebben dus nu bij Weesperbuurt in het bestemmingplan staan dat rond een instelling, neem bijv. de Hermitage, mag in een bepaalde cirkel zich een restaurantje of een cafeetje vestigen. Op het moment dat op een bepaalde locatie een hotel, restaurantje of een café zich wil vestigen, dan gaat dat ook weer de inspraak in. Omdat een hotel of horeca niet op de plankaart staat, wordt weer een inspraakprocedure gevolgd. Dus de bewoners zijn al geïnformeerd, maar bij de wijziging van het bestemmingsplan wordt het opnieuw ter sprake gebracht. Daarom is er een keuze gemaakt bij Weesperbuurt rond de instelling om een restaurant/café uitbreiding mogelijk te maken en daarnaast, mocht het dan zo ver zijn is er weer een inspraakprocedure om het bestemmingsplan te wijzigen. Dus wat dat betreft hebben ze veel invloed op de horeca. Het kan zijn dat bewoners zeggen dat ze niet goed zijn geïnformeerd, als je kijkt naar de visie toerisme, waar ga je een advertentie zetten voor
184
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
zo’n werkconferentie? In stadsdeel bladen? Je kan niet huis aan huis mensen gaan uitnodigen. Ik kan me voorstellen dat mensen zeggen, ik heb het niet geweten. Hoe werkt de inspraak procedures precies? Hoe werkt dat met bewoners als zij inspraak krijgen? Zie hiervoor. De details van een artikel 19 procedure weet ik niet precies, dat is afdeling Bouwen en Wonen. b. Kunt u aangeven in hoeverre uw organisatie rekening houdt met de bewoners in het beleid? In het Stadsdeel Centrum heel veel. Er worden altijd voor wat voor beleid er ook wordt ontwikkeld, bewoners bij betrokken als het kan en mogelijk is. Op verschillende afdelingen wordt beleid ontwikkeld: bij Economische Zaken, Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte, er zijn altijd inspraak momenten. Er kunnen mensen ook echt tegen protesteren om het zo maar te noemen? Ja, er zullen altijd wel bewoners zijn, die zich niet gehoord voelen omdat ze geen gelijk hebben gekregen. In het algemeen wordt er wel een bepaalde afweging gemaakt. 7. Welke items/problemen spelen er momenteel binnen het toeristisch beleid? Op dit moment is het de hotelontwikkeling. De rest van de binnenstad heeft in de afgelopen 4 jaar op slot gezeten. Dus een collega van mij die het hotelbeleid heeft ontwikkeld voor het stadsdeel, heeft meer gebieden moeten aanwijzen tot een maximum, omdat we nog steeds willen dat er in de Oostelijke Binnenstad de meeste hotels komen en de rest niet overspoeld wordt. En waar we nu erg mee bezig zijn is om te kijken, hoe kan je ervoor kan zorgen dat investeerders ook voor de Oostelijke Binnenstad in de rij gaan staan, en niet alleen voor de grachten gordels. 8. Welke concrete maatregelen heeft het stadsdeel op toeristische beleidsveld recent ondernomen en wat zijn de uitdagingen? Dat is het hotelbeleid, dat is heel recent, want het komt 24 april 2008 in de raad. En wat zijn de concrete maatregelen? Zijn er een paar te noemen? Het hotelbeleid is al heel concreet, voor de rest van de binnenstad een quota opstellen zodat er meer hoteluitbreiding bij kan. En de uitdagingen? Dat de investeerders een keer voor Centrum Oost komen. September 2005 is de Visie gemaakt, dan gaat de inspraak in. In 2006 is het vastgesteld, als je nu kijkt wat het resultaat is, dat zijn er 50 hotelkamers in de Oostelijke Binnenstad bijgekomen. Dat is niet veel. 9. Op wat voor manier gaat uw organisatie om met klachten van bewoners, die betrekking hebben op het toeristisch beleid? Dat vind ik een hele lastige, vooral omdat ik voor de rest bijna nooit de klachten binnen krijg. Je zit bij zo’n werkconferentie, je praat met de bewoners, je hebt contact en dan haal je eruit wat ze er van vinden. Ik kan me ook niet voorstellen dat iemand er specifiek voor gaat bellen. Ik kan mij wel voorstellen dat ze overlast hebben van het naastgelegen hotel, maar niet van het beleid. 10. Op wat voor manier meten jullie klachten van bewoners met betrekking tot het toerisme en toeristisch beleid? Doen jullie wel eens onderzoek naar de overlast of iets dergelijks? Ik weet niet of wij daar onderzoek naar hebben gedaan. We hebben hier wel een meldpunt “extreme overlast”. Zij houden jaarlijks bij wat voor klachten er binnenkomen.
185
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Ik weet niet of dat klachten zijn die betrekking hebben op het hotelbeleid/ toeristisch beleid. 11. Hoe informeert u bewoners van uw stadsdeel over evenementen en festivals die georganiseerd worden? En op welke manier wordt er rekening gehouden met de bewoners tijdens grote evenementen en festivals? Op deze vraag heeft een andere medeweker antwoord gegeven via de email. De volgende beantwoording van de vraag werd gegeven: Tijdens het proces dat moet leiden tot het verstrekken van een evenementenvergunning vindt een integrale belangenafweging plaats. Dit doen wij door verschillende diensten en organisaties om advies te vragen. Het doel hiervan is om uiteindelijk te komen tot een vergunbaar evenement waarbij de veiligheid gewaarborgd is en de leefbaarheid rondom het evenement zo optimaal mogelijk is. Bij grootschalige evenementen wordt met name aandacht gegeven aan het in stand houden van de bereikbaarheid, het voorkomen van geluidsoverlast en vervuiling. Verder zijn wij als vergunningverleningen gehouden aan het volgende: volgens de AWB moet de vergunningverlener derdebelanghebbenden in de gelegenheid stellen hun zienswijzen naar voren te brengen, als hij verwacht dat zij tegen de vergunningverlening bedenkingen zullen hebben. De belanghebbende moet kunnen kiezen of hij zijn zienswijze mondeling of schriftelijk naar voren brengt. De vergunningverlener publiceert een kennisgeving van de definitieve aanvraag in het Amsterdams Stadsblad (of landelijk dagblad en/of een wijkblad). Daarnaast wordt vergunningaanvraag gedurende vier weken ter inzage gelegd bij het voorlichtingsloket op het stadshuis en/of bij de publieksbalie van het betreffende stadsdeelkantoor. Belanghebbenden kunnen in die periode hun zienswijze kenbaar maken. bij de vergunningverlening worden alle belangen zorgvuldig tegen elkaar afgewogen, dus zowel de zienswijzen van derdebelanghebbenden als de belangen van de aanvrager. Langs deze weg kunnen bewoners (belanghebbenden) hun eventuele bezwaren (veelal wensen) kenbaar maken zodat deze alsnog in de belangenafweging kunnen worden meegenomen. Bewoners worden op verschillende manieren geïnformeerd. Jaarlijks publiceert het stadsdeel (op internet) een overzicht van de geplande grootschalige evenementen. Evenementenaanvragen worden wekelijks gepubliceerd in het stadsdeelnieuws. En enkele weken voorafgaand aan een grootschalig evenement is de vergunninghouder verplicht een bewonersbrief te verspreiden met daarin alle relevante informatie (programma, de genomen maatregelen e.d.). 12. Maakt uw stadsdeel/organisatie gebruik van de relatie die buurtverenigingen met de bewoners hebben, zo ja op welke manier? En wat bedoel je met een buurtvereniging? Wijkcentra en buurthuizen. Die worden altijd ingezet. Wat voor manier worden die ingezet? Het hangt er vanaf, of als informerend of als organiserend.
186
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
13. Welke initiatieven draagt uw organisatie aan om de bewoners zich trots te laten voelen op hun stadsdeel en te betrekken bij het toeristisch beleid? Die vind ik heel lastig, wat we bijvoorbeeld wel doen is ondernemers en bewoners betrekken bij het evenement op de Czaar Peterstraat. Dit is nu het derde jaar dat het evenement georganiseerd wordt en we proberen de hele buurt erbij te betrekken. De negen straatjes is dan ook zo’n voorbeeld, het is dan wel georganiseerd door ondernemers, de negende van de negen zijn ze in 1999 mee begonnen. Ze organiseren dan een evenement met een tafel in één van de straten en daar zit dan iedereen die ooit met de straatjes te maken heeft gehad, aan tafel te eten. Wat dat betreft zijn er echt wel ondernemers en bewoners die zulke evenementen organiseren. Ik moet wel zeggen, ik zit bij de afdeling economie, ik ben wel meer betrokken bij de ondernemerskant. 14. Hoe geeft uw organisatie invulling aan de City marketing campagne I Amsterdam? Dat vind ik een hele leuke, in principe maken wij natuurlijk een onderdeel uit van die hele campagne, wat dat betreft maken wij geen aparte marketing campagnes. Dat maakt het een beetje lastig , wij zijn als stadsdeel een onderdeel van I Amsterdam. Want wordt er dan niet iets speciaal gedaan vanuit dit stadsdeel? Nee, zie hiervoor. 15. Over welke punten van het toeristisch beleid kunnen jullie zelf beslissen en waarvoor is een toestemming van Economische Zaken nodig? Het beleid op zich wordt gemaakt door het stadsdeel zelf, wat je wel merkt is dat de dienst Economische Zaken grotere financiële mogelijkheden heeft dan een stadsdeel. Beleid maken we zelf maar de financiën voor sommige projecten halen we bij de dienst Economische Zaken vandaan. Heeft u zelf nog punten die van belang kunnen zijn voor het onderzoek? Ik zou het niet weten, ik vind het lastig omdat jullie vanuit de kant van de bewoners kijken en ik juist van de ondernemers kant.
187
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
Stephen Hodes, LAgroup maandag 5 mei 2008, 10h00 M: Wat doet LAgroup precies? S: We zijn een adviesbureau op het gebied van Leisure en Arts, daar staat LA voor. Dus alles wat met vrijetijd te maken heeft, daar valt de kunst ook onder, maar de kunst ziet zichzelf niet als onderdeel van leisure, daarom hebben we het leisure én art genoemd. En dat is toerisme en recreatie, vrijetijd, kunst en cultuur, congressen, media en entertainment, festivals, en sport natuurlijk. En wij adviseren gemeenten, ministeries en overheden maar ook private ondernemers, dus projectontwikkelaars, eigenaren van hotels etcetera. Natuurlijk is de horeca voor ons een belangrijk concept. En wij doen haalbaarheidsstudies, conceptontwikkeling, doorlichting, marketingplanning, businessplanning, etcetera. M: Wat is uw functie in LAgroup? S: Ik ben directeur, oprichter. En ik werk in bijna alle sectoren. Alleen sport doe ik niet. Het bestaat 11 jaar. M: Wat heeft u bewogen om LAgroup op te richten destijds? S: Ik was partner bij KPMG Management Consulting en ik wilde weg bij zo’n generieke, politieke, immens organisatie en ik wilde een specialistisch bureau oprichten. Er zijn specialistische bureaus op het gebied van horeca, op het gebied van sport, en kunst en cultuur. Maar ik was heel erg geïnteresseerd in de raakvlakken tussen al die subsectoren. Ik ben zelf architect van oorsprong dus ik ben heel erg geïnteresseerd in de ruimtelijke component. En als je naar onze site kijkt zie je dat we heel veel doen op het gebied van gebiedsontwikkeling. Dus het is heel erg ‘leisure’ aan de ene kant en aan de andere kant ‘gebiedsontwikkeling’. Die twee ontmoeten elkaar hier. En ik heb altijd gedacht dat er na 5 jaar nog tien andere bureaus zouden zijn die hetzelfde doen als wij, maar dat is niet zo, heel opvallend. M: Jullie doen veel op het gebied van citymarketing. Wat houdt volgens u citymarketing in? S: Ja, er zijn hele ingewikkelde definities, en daar ben ik geen voorstander van. Wat mij betreft gaat het om een integrale benadering van het verbinden van vraag en aanbod aan elkaar. De kern is de integrale component om alle actoren hetzelfde uit te laten dragen en achter dezelfde strategie te laten staan. Dat is de kern van citymarketing. En dan is het de stad in zijn totaliteit, en de primaire doelgroep zijn de bewoners, bezoekers en bedrijven. Dat is een hele simpele omschrijving. M: U noemt inderdaad al de 3 actoren, bewoners, bezoekers en bedrijven. In hoeverre spelen bewoners een rol bij het ontwikkelen van citymarketing? S: Enorm! Ze zijn enorm belangrijk. Je kunt het op verschillende manieren bekijken. Voor bedrijven en bezoekers zijn ze een enorm belangrijk onderdeel van het product. Want je beleeft een stad niet alleen via het fysieke maar ook door de manier waarop je door de mensen wordt ontvangen. Het visitors profile van het ATCB is zojuist gepubliceerd, en daar staat in dat één van de cruciale pluspunten de mensen zijn. De ongelofelijke gastvrijheid. Wij kankeren erop en vinden het allemaal wat te bot, maar de bezoeker over het algemeen is daar heel enthousiast over. Dus de bewoners zijn heel erg belangrijk in het uitdragen van de positieve houding, een gastvrije houding. En als je een negatief gevoel hebt over bezoekers, dat ze overlast veroorzaken, dat ze dronken en kotsend door de straten lopen, dan ga je een negatieve houding aannemen en dan
188
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
krijg je negatieve ‘word of mouth’. En het draait in het toerisme allemaal om word of mouth, mond-op-mond-reclame is de meest krachtige beïnvloeding. En aan de andere kant zijn bewoners een doelgroep citymarketing. Die zijn gebruikers van de stad. En óf ze dragen uit dat ze trots op hun stad zijn, en dat ze positief en enthousiast zijn. Of ze vertellen iedereen dat het een ramp is. M: U zegt dat bewoners een belangrijke actor zijn bij citymarketing. In hoeverre is het mogelijk om bij de bewoners draagvlak te creëren voor toerisme? S: Waar het mij om gaat is de balans tussen de 3 b’s. Ik roep continu dat het niet de opzet is om meer en meer toeristen naar deze stad te halen. De stad heeft een 'finite physical size', dus het kan niet onbeperkt groeien, het is geen Mexico City ofzo. We hebben een ruimteprobleem dus je kunt het niet onbeperkt volstouwen en onafgestraft volstouwen. Dus het gaat om de balans. En daarom moet je continu in contact zijn met je bewoners om te meten hoe het ervoor staat. Ik woonde tot 2 maanden geleden in een deel van de stad dat de laatste jaren enorm populair is geworden bij toeristen, aan de Groenburgwal. Dat gebied is de afgelopen 5 jaar enorm populair geworden, je kunt er gewoon niet meer lopen. En dan zie je gewoon een agressieve houding van de bewoners. Ze fietsen keihard langs de mensen heen, al rinkelend met hun bel. Een soort agressieve houding. Dus dan moet je daar alert op zijn. Dus een onderzoek wat jullie doen is heel belangrijk, dat doet de stad niet. ATCB zou het echt iedere 3 of 4 jaar moeten doen, om te monitoren. En je kunt proberen mensen te informeren over het economische belang van toerisme. Je kunt mensen informeren over wat voor voordeel zij erbij hebben, want omdat er toeristen zijn, zijn er meer restaurants, meer kroegen, meer winkels. Daar hebben we allemaal profijt van. Maar dat moet je wel uitdragen. Dus het heeft juist heel veel zin om de bewoners structureel te benaderen en in communicatie te gaan. Het gaat om communiceren. En waar er echt overlast is, zoals met Engelse toeristen op de Wallen, dát proberen aan te pakken. En nu zijn ze echt stevig aan het ingrijpen, ik weet niet of dat zo slim is, maar ze hebben geprobeerd om het aantal sextgerelateerde bedrijven te reguleren, daar een maximum aan te stellen om het niet continu uit de hand te laten lopen. Je kunt door middel van bewegwijzering mensen andere routes laten nemen om andere routes te ontlasten. Dat is heel interessant. M: Jullie hebben de visie op toeristische ontwikkeling geschreven voor Westerpark en Oud-West. In hoeverre hebben bewoners daarbij een rol gespeeld? S: Ik heb alleen meegewerkt aan Westerpark, Oud-West weet ik helaas niets van. Maar ik van die avonden met bewoners gehad in Westerpark. Echt, een enorme opkomst, ik had een aanvraag van 150 bewoners, terwijl wij dachten dat er een stuk of 20 reguliere 'zeikers' zouden komen. Het is goed dat die mensen er zijn hoor, maar daar moet je je beleid niet op afstemmen. We hebben daar een aantal hele leuke avonden gehad met de bewoners. Ik vond de belangstelling heel groot. Kijk, ik ben niet iemand die echt een blad voor de mond neemt. En ik vond die bewoners een beetje klagerig, want zij wilden alles maximaliseren op 6 of 9 evenementen. Dus ik dacht echt ‘waar heb je het over!’. Je woont in een stad! Je hebt ervoor gekozen om in een stedelijke omgeving te wonen! Ik ben een regelmatig bezoeker van de Westergasfabriek, ik ga naar die feesten en die concerten en het is echt zo ontzettend netjes en keurig, zo beheerst, dus waar heb je het dan over. En het gaat niet tot diep in de nacht door. En het is heel charmant. En je krijgt een waanzinnig mooie Westergasfabriek. Het is nu zo mooi!
189
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
M: Het is inderdaad een prachtig park, wat wel heel veel geld heeft gekost. Daar moet uiteraard wat tegenover staan. In hoeverre hebben jullie Westerpark adviezen gegeven over hoe ze daarvoor begrip moeten zaaien bij bewoners? S: Ja dat hebben we wel gedaan. Een deel van ons plan was om te communiceren met bewoners en hun te informeren en om hun trots te maken. En je ziet dat het park prijs na prijs wint. En dat moet je juist uitdragen! ‘De wereld apprecieert het meer dan jij’ is eigenlijk de onderliggende boodschap. En dat zou het Stadsdeel zeker moeten verbeteren. Het plan ligt er als sinds 2002. Ik word wel ieder jaar gebeld dat ze die visie nieuw leven willen inblazen, en dan zit ik daar en luister ik, maar er wordt helemaal geen nieuw leven in geblazen. En dan hebben we meteen een groter probleem te pakken en dat is de poging om spreiding van toerisme te bewerkstelligen. M: Dat plan is inderdaad mede de aanleiding voor dit onderzoek. In hoeverre denkt u dat zo’n plan werkt? S: Niet! M: Ze willen de druk op de Binnenstad afnemen. S: En dat moet ook! Als er 9000 hotelkamers de komende jaren erbij komen en al die mensen willen naar de Binnenstad komen, dat gaat natuurlijk mis. En voor het eerst groeit Amsterdam ook qua aantal inwoners, dus van alle kanten komen er meer mensen bij. Dus ze moeten aan spreiding gaan doen. Maar, het is allemaal met de mond bereiden en er geen enkele daad tegenover stellen. Met het ATCB voorop om iedereen de indruk te geven dat ze dat wel aan het doen zijn. Maar analyseer hun website, hun brochuremateriaal maar eens. Ik ben Engelstalig en ga regelmatig naar het VVV en doe alsof ik een toerist ben, dan zeg ik ‘I would very much like to go to Zuid-Oost’, en dan zeggen ze ‘Oh no, there’s no reason to go there’, onmiddellijk zeggen ze dat gewoon, ‘dat wil je niet’. Terwijl ik heb aangegeven dat ik dat wel wil! Dus ze doen alles om je af te remmen. Ik belde ook eens op en vroeg naar de Westergasfabriek en wat daar allemaal te doen is. En echt, ik heb moeten aandringen en het kostte haar zoveel moeite om het Museum Het Schip aan me te melden! Ik moest echt vreselijk doorvragen. Maar ja, dat zijn mensen die tijdelijk in dienst zijn voor de zomermaanden, die kennen Van Gogh en Rembrandt en andere hoofdzaken. M: Het wordt dus niet voldoende in de praktijk gebracht. Ik ben er ook inderdaad achter te komen dat Stadsdeel Westerpark en Stadsdeel Centrum op dit gebied niet samenwerken. S: Dat zegt boekdelen! Ja, want wat mijn verhaal naar Westerpark was ook, dat de Haarlemmerdijk en de Haarlemmerstraat zeer aantrekkelijke straten aan het worden zijn. Steeds meer toeristen bewegen die kant op. En dan stopt het bij het Haarlemmerplein, want dat is een soort woestijn. Je hebt daar geen enkele reden om naar Westerpark te gaan, dus dat doe je niet gewoon! Dus je moet ook in de fysieke omgeving ingrijpen. Dus aan Stadsdeel Centrum heb ik ook gezegd dat het ze nooit gaat lukken om de Oostelijke Binnenstad aan te laten sluiten op de Plantagebuurt als ze het probleem van het Meester Visserplein niet oplossen. Dat zijn fysieke barrières, dus je moet echt een reden hebben om daar naartoe te gaan. En wat je ziet, ik heb er een studie naar gedaan, mensen gaan over de Jodenbreestraat, kijken even en gaan meteen over het Waterlooplein weer terug. M: Een vergelijkbare situatie als op het Haarlemmerplein. S: Precies ja. Ik ben nu met een burgerinitiatief bezig in opdracht van Stichting Groot Waterloo voor de herinrichting van het Meester Visserplein, tegen alle wetten en draden
190
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
in. En wij zijn er absoluut van overtuigd dat dat moet gebeuren, dus we gaan een lobbygroep oprichten en we gaan de straat op. M: Het is niet in opdracht van de Gemeente Amsterdam? S: Nee. Dus ze zijn helemaal niet blij met me. M: Waarom eigenlijk niet? S: Omdat de Gemeente een heel verkeersplan heeft voor dat plein en dat strookt niet met de plannen die wij hebben. M: In hoeverre hebben de belangen van bezoekers voorrang voor die van bewoners bij het vormen van citymarketingbeleid. En in hoeverre is dat terecht? S: Ja, dat is zo ja. En dat is wel politiek te begrijpen. Het scoort enorm als je kunt verkopen dat je 5% meer toeristen meer toeristen zijn gekomen het afgelopen jaar. Dan doet de wethouder van Economische Zaken het goed, en het ATCB doet het goed, iedereen blij. Dus daarom gaan bezoekers voor. Maar dat is niet terecht, want het gaat juist om de balans. En een stadsbestuur is er in de eerste plaats voor haar bewoners. Het is niet genoeg, maar daar begint het mee. Dus je moet tevreden bewoners hebben en je hebt tevreden bewoners als de stad economisch floreert en toerisme is een belangrijk deel van de economie, dus daar mag iets meer balans in komen. M: Hoe is die balans in Amsterdam? S: Nou, ik vind Amsterdam wat dat betreft heel veerkrachtig. Ik had al langer gedacht dat bewoners meer in opstand zouden komen. Maar dat zie je niet gebeuren. Over het algemeen zijn Amsterdammers denk ik heel positief tegenover toeristen die de stad bezoeken. Ik weet niet wat de uitkomst is van jullie onderzoek tot nu toe? M: Ja, mensen zijn inderdaad vrij positief. Je hoort in Westerpark wel af en toe wat negatieve geluiden over de evenementen, voornamelijk over de parkeerdruk die ze veroorzaken. En de Kermis roept nogal wat negatieve reacties op. S: Ja, dat ben ik met je eens. Ik ben naar die kermis geweest en ik vond de sfeer uitermate onprettig. Maar ik vind de sfeer rond de kermis op de Dam ook heel onprettig. M: Mensen begrijpen niet op wat voor manier het past bij de cultuurfunctie van de Westergasfabriek. S: Dat past inderdaad helemaal niet, maar het gaat puur om het geld. Maar als je kijkt naar de kermis in Tilburg of Den Bosch, dan is er helemaal niet zo’n negatieve sfeer. Maar in Amsterdam is er voor zover ik weet nog nooit een leuke kermis geweest. Maar het is puur financieel. En het geeft heel veel herrie, al die attracties maken veel herrie. M: De Gemeente Amsterdam heeft ook een citymarketingcampagne, I amsterdam. Wat is hier, in het kort, uw mening over? S: Heel erg in het kort, haha! De stad heeft geen citymarketingbeleid. Er is een fantastisch rapport geschreven, ‘Kiezen voor Amsterdam’, daarin staat ook letterlijk dat de stad niet in eerste instantie achter een slogan aan moet gaan. Maar wat ze dus in feite hebben gedaan is een slogan de wereld in sturen. Dat hebben ze heel knap gedaan moet ik zeggen. Vooral in Amsterdam is de bekendheid van de slogan erg hoog, de zichtbaarheid van de slogan is ook hoog. Maar waar het voor staat en wat nou de emotionele lading is van ‘I amsterdam’ is mij volstrekt onduidelijk. Ik woon in Zeeburg en hij staat nu op de Piet Heijnkade met een kroon erop. Je ziet iedereen zich erin fotograferen dus dat werkt ontzettend goed. Maar wat het betekent en voor wie het nu
191
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
eigenlijk bedoel is, is mij onduidelijk. En volgens mij is er ook helemaal geen geld om het in het buitenland enige bekendheid te geven. M: Wat wel vrij essentieel is natuurlijk. Welke steden zijn op het moment toonaangevend op het gebied van citymarketing? S: Ik vind Barcelona voortreffelijk. Ik ben ook een enorme fan van Madrid. Die kiezen 3 hoofdzaken en kiezen ervoor om die dingen ook goed uit te dragen. Groen, nachtleven en cultuur. En dat dragen ze op een fantastische manier uit. Er zit een hele gedachte achter, een lifestyle-gedachte. Ze weten precies wie ze wel en wie ze niet willen hebben. En al hun uitingen zijn daar zo consequent in, ze hebben een magazine en zelfs een televisiestation. En ja, Parijs natuurlijk. M: Maar die hoeven er niet bewust iets aan te doen volgens mij, dat gaat vanzelf! S: Die hoeven inderdaad niets te doen. Maar ze doen het toch. Heb je hun nieuwe fietsplan gezien? Ze hebben nu 20.000 fietsen in de stad die voor het eerste half uur gratis mee te nemen zijn en zijn 2000 plekken waar je ze kunt ophalen en weer achterlaten. Dat is geweldig. Maar ook die Eiffeltoren, hoe die continu wordt ingezet. Hoe ze dat oude ding dat we allemaal kennen, steeds nieuw leven in weten te blazen en er ook trots op blijven. Wij roepen almaar dat die molens wegmoeten. Maar zij blijven trots op hun symbool. M: Jullie geven advies aan evenementorganisaties over de invulling van hun evenementen, maar ook advies aan gemeenten over de invulling van het evenementenbeleid. Kunt u daar iets over vertellen in z’n algemeenheid? S: Ja, we doen voor heel veel steden het evenementenbeleid. En er is één rode draad: je wordt naar hot naar her gestuurd als je een organisator bent. Het is intens moeilijk om een vergunning te krijgen en dat snel te krijgen. Dus we zijn overal bezig om dat te stroomlijnen. Dus dat is essentieel. En als je een evenement hebt dat stadsdeeloverschrijdend is, is het een verschrikking. Als je bijvoorbeeld een corso wil hebben of zoiets, dan moet je in ieder stadsdeel apart een vergunning aanvragen en elk stadsdeel heeft zijn eigen regelgeving. Dus er zit geen enkele afstemming in. Dus daar zijn we nu mee bezig. En we kijken hoe we op het gebied van rondvaarten en vervoer op het water betere afstemming kunnen krijgen tussen stadsdelen voor het verlenen van vergunningen voor evenementen. Grote spanning die er is, is de vraag wanneer genoeg genoeg is. M: In hoeverre houden jullie bij zo’n advies rekening met bewoners? S: Enorm, enorm! Absoluut. Wij zeggen niet van ‘je moet dat doen omdat je daar 500.000 bezoekers mee krijgt en wat de bewoners ervan denken hebben we geen boodschap aan’, dat kan niet de bedoeling zijn. Het uitgangspunt wat ik altijd heb, is dat als je geen primair draagvlak hebt bij bewoners, je een evenement zelfs niet eens moet willen. Een evenement is ook voor een bezoeker vele mate interessanter als het ook een lokale inbedding heeft. Als je in Sevilla naar die feria gaat, is dat heel spannend voor de bezoeker omdat de mensen uit Sevilla eraan meedoen. En het is niet voor de toeristen, maar het is iets lokaal. Dus ik ben niet alleen voor alleen toeristisch aantrekkelijke evenementen. Als je kijkt naar Sail, dat is een goed voorbeeld van een goede balans tussen bezoekers en bewoners. Heel Amsterdam trekt erop uit, er komen heel veel bezoekers op af, en alle zeilboten varen er. Dat is een hele mooie balans.
192
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
M: In hoeverre denkt u dat deze balans in Westerpark aanwezig is? S: Die is uitstekend wat mij betreft. Het enige dat ik kan noemen is die kermis die uit verhouding is. Maar als het gaat om internationale bezoekers kan het veel meer worden. Als het gaat om bezoekers uit de regio en andere stadsdelen is er ook absoluut ruimte voor groei. Dus ik vind dat de bewoners niets te klagen hebben. Ik vind dat ze er iets heel moois bij gekregen hebben en ze moeten zich realiseren dat een aardige cent kost en dat er af en toe geld verdiend moet worden. M: Kunt u nog iets meer vertellen over de bewegwijzering die eerder ter sprake kwam? Bijvoorbeeld de ontwikkeling van speciale themaroutes door Amsterdam. S: Ja. We hebben een onderzoek gedaan voor de Gemeente Amsterdam over de inzet van thema’s. Onze conclusies was dat de meeste thema’s loze kreten zijn met heel weinig body. Maar ik vind een heel mooi voorbeeld in dit geval de stad York in Engeland. Dat is een heel klein stadje waar hordes bussen met mensen op af komen, je kunt over de hoofden lopen. Maar ze hebben iets heel simpels gedaan. Ze hebben een digitaal bewegwijzeringsysteem voor waar bussen kunnen parkeren. Zo kunnen ze de bussen spreiden over de stad. En op die parkeerplaats staat een ‘city cryer’, en die heeft allemaal plattegronden bij zich. Maar hij heeft 5 verschillende plattegronden en elke bus krijgt een andere plattegrond. Dus elke bus wordt via een andere route geleid. Dat zo, zo simpel, eenvoudiger kan het gewoon niet. Maar zo effectief. Dus zo worden mensen gespreid over de stad. En zo voorkom je dat het allemaal vastloopt. Als je dan kijkt naar Amsterdam is het gewoon shocking. We zijn echt een stelletje rare wezens. We gaan een uur in de rij staan in de auto voor de parkeergarage van de Bijenkorf terwijl je links er rechts ervan makkelijk kunt parkeren. Je ziet alle toeristen over het Rokin lopen, de Kalverstraat, langs de Leidsestraat. Links en rechts ervan is het veel mooier, maar daar loopt bijna niemand. Maar blijkbaar willen we een soort kuddedier zijn en die kuddevorming moet je voorkomen. En wat ik dus bijvoorbeeld wil is een busterminal aan de rand van de stad. Ik wil die bussen uit de stad hebben want Amsterdam is veel te klein voor bussen. En ik wil dat mensen via het water de stad in worden gebracht. Dat is een hele mooie manier om de stad te leren kennen. En in steden als Venetië waar het niet anders kan komt iedereen de stad in met een watertaxi. Dus waarom kunnen wij dat niet. Zo ontlast je dus de straten. M: Je hebt al wel die Park&Ride gelegenheden. Dat je je auto op een station zet en voor een prikkie met het openbaar vervoer kunt gaan. S: Maar dan moet het openbaar vervoer echt goed zijn. Je gaat niet een half uur staan wachten. Dan moet er om de tien minuten gependeld worden en het moet veilig zijn. M: Wat zijn, kort, de verbeterpunten voor Amsterdam qua citymarketing. S: Het belangrijkste verbeterpunt is wat mij betreft om niet aan te sturen op kwantiteit, dus aantal bezoekers en groeipercentage, maar aan te sturen op economische betekenis. Met andere woorden: het interessante is, de gemiddelde Chinees die Amsterdam bezoekt geeft vijftig euro uit. Dus als je een groep van tien Chinezen hebt geven ze vijfhonderd euro uit. De gemiddelde Amerikaan of Engelsman geeft honderdvijftig euro uit. Dus je hebt dan 300% minder nodig om dezelfde economische betekenis te hebben. Dan zou ik zeggen: ga inzetten op economisch interessante toeristen, omdat we klein zijn. Dan heb je minder lichamen, minder auto’s, minder alles, dus meer ruimte, maar economisch hetzelfde. Maar ja, dat bekt niet erg lekker natuurlijk. Voor de politiek is het niet leuk om te zeggen ‘er zijn 20% minder toeristen naar Amsterdam gekomen, maar, ze hebben meer uitgegeven’, dat verkoopt niet. Maar je moet het toch doen! Daar ben ik van overtuigd. Ze zeggen nu dat je moet inzetten op
193
Afstudeerrapport “Bewonersbeleving”
China, en op India, dat is zo dom! Die reizen alleen in groepen omdat ze individueel geen visum krijgen. En ze gaan in groepen omdat ze de taal niet beheersen, en ze gaan in groepen omdat ze geen geld hebben en goedkoop moeten reizen, en ze gaan in groepen omdat ze onzeker zijn. Maar dat waren Amerikanen ook 50 jaar geleden, die gingen ook in hun Hawai-shirt in groepen, maar dat is nu helemaal voorbij. Dus ik denk: je moet de markt bewerken op het moment dat het voor jou interessant is. En China en India zijn niet interessant op dit moment. Rusland is ook niet interessant. Ze hebben extreem veel geld, maar een gedrag dat werkelijk ploerterig is. Dus zit je daar op te wachten vraag je je af? M: Wat kan de Gemeente Amsterdam op het gebied van het creëren van draagvlak voor toerisme bij bewoners verbeteren? S: Ten eerste, regelmatig door O&S een monitor instellen om te meten hoe het ervoor staat. En om daadwerkelijk in te gaan zetten op spreiding. Dus het aansluiten van de Oostelijke eilanden, de Oostelijke binnenstad, Westerpark. Daar moeten ze werk van maken. Maar dat betekent fysieke ingrepen. De Plantagebuurt is een hartstikke interessante buurt. Je kunt op Google Earth kijken waar mensen foto’s van hebben gemaakt. Als je dan naar de Plantagebuurt zie je dat daar geen enkele foto wordt gemaakt. Een incidentele foto. Het is een gebied waar men niet komt. Dus daar moet je echt in investeren. Kijk, de Jodenbuurt is heel interessant qua geschiedenis, maar als toerist krijg je er niets van mee. Als je het niet weet, gaat het totaal aan je voorbij. We dragen het niet uit, we maken het niet interessant, we maken het niet inzichtelijk. M: En aan de bewoners duidelijk maken dat toerisme ook voor hun belang kan hebben. S: Ja inderdaad. Want spreiding is iets wat je doet voor de bewoners. Dat is alleen maar om de bewoners te ontlasten. M: Maar bewoners van omliggende stadsdelen krijgen in dit geval ook te maken met toeristen in hun buurt. S: Maar dat zal niet zo hard gaan lopen, dat worden geen hordes mensen, die angst heb ik helemaal niet. Maar ze krijgen wel met toeristen te maken. Maar ja, het bewijs is er dat als dat eenmaal zover is dat de meeste mensen dat heel leuk vinden. Dat heeft het onderzoek van Roos aangetoond en jullie onderzoek zal ook die kant opgaan, dat weet ik zeker.
194